R.L. BURNSIDE

Artiest info
Website
 

1994 Too Bad Jim

1996 A Ass Pocket of Whiskey

1997 Mr. Wizard

1998 Come On In

2000 Wish I Were In Heaven Sitting Down

2001 Burnside on Burnside

2004 A Bothered Mind

 

De Amerikaanse blueszanger en gitarist R.L. Burnside werd in 1926 in Layfayette County in Mississippi geboren, waar hij het grootste deel van zijn leven in de heuvels de kost verdiende als landarbeider en visser. In de weekends speelde hij vaak op feestjes, gewoon bij mensen thuis. Zijn muziek was werkelijk verankerd in Afrika en kwam dan ook voort uit de grond waar hij het grootste deel van zijn leven vertoefde, en vervolgens versterkt door regionale spelers die hem als jonge man betoverden, waaronder Fred McDowell van wie hij leerde gitaar te spelen en de obscure Ranie Burnette. En het werd gepolijst door het geluid van de platen die John Lee Hooker en Muddy Waters maakten in de jaren '40 en '50, platen die Burnside hoorde tijdens zijn twee of drie jaar verblijf in Chicago. Nadat binnen een maand zijn vader, broer en oom hier waren vermoord, hierover schreef hij later nummers als "R.L.'s story" en "Hard Time Killing Floor", dat op het album "Wish I Was in Heaven Sitting Down" uit 2000 verscheen keerde R.L. Burnside terug naar de Mississippi-delta, waar hij zijn 56-jarige vrouw, Alice Mae, ontmoette en trouwde. Uiteindelijk zouden ze zich in Holly Springs vestigen, maar ook daar zou geweld nog een rol spelen.

R.L. Burnside werkte lang overdag als boer en visser. Tot laat in de jaren tachtig kon hij zich alleen in de avonduren met muziek bezig houden. Tot uiteindelijk, in de jaren negentig, zou Burnside zelf regelmatig de wereld rondtoeren, goed ontvangen albums uitbrengen op het Fat Possum-label en een erfenis vestigen die nog steeds weerklinkt in de blueswereld en in de underground-rootsrock. Maar er zaten vele decennia tussen waarin hij een gezin stichtte, op boerderijen werkte, premiejager was, in juke-joints speelde, in de weekenden huisfeesten, en zelfs 6 maanden in de beruchte Parchman Farm-gevangenis in Mississippi doorbracht voor het vermoorden van een man met zijn geweer, die hem thuis lastig zou hebben gevallen. Ondanks die gewelddadige daad betoverde Burnside bijna iedereen die hem ontmoette, die zich hem doorgaans herinneren als warm, grappig en openhartig. Want R.L. Burnside overleed in september 2005 op 78-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Memphis,Tennessee. Hij liet een vrouw, twaalf kinderen en ontelbare (achter)kleinkinderen na.

Zijn fans herinneren hem vooral als een 6-snarige harde gitarist, want Burnside speelde inderdaad hard, zwaar en luid, en hield van het geluid van de elektrische gitaar. En zoals zoveel bluesmannen op het platteland, was hij niet zo kieskeurig over stemming en toon, maar hij wilde een verhaal vertellen - een boodschap overbrengen, of het nu ging over existentiële eenzaamheid in een nummer als "Just like a Bird Without a Feather", dat voor het eerst werd vastgelegd in een field opname uit 1967, of over de komedie van romantiek geportretteerd in zijn razende "Snake Drive", dat het best opgenomen is op het livealbum "Burnside on Burnside" uit 2001, met zijn speelse slogan "love is the devil, but it can't get me", Burnside was steeds een echte verteller.

Uiteindelijk werd R.L. Burnside opgemerkt door Matthew Johnson van het Fat Possum-label, die hem in 1991 als eerste artiest een platencontract aanbood. Burnside was toen al over de zestig toen hij bekend werd. Vooral "Bad Luck City" (1992) en "Too Bad Jim" (1994) in een productie van Robert Palmer waren succesvolle albums. "Too Bad Jim", bevatte een foto van de toen 67-jarige Burnside met zijn hond, Buck, die eerder omkwam bij een schietpartij, op de omslag. Binnenin was het wel een muzikale openbaring: 10 nummers vol met vlezige hypnotische riffs, soms neigend naar psychedelica in hun krachtige herhaling, en stoomrollende slide-gitaar, opgeschrikt door een ritmesectie die met evenveel overgave sloeg. Het was rauw, soms dreigde het uiteen te vallen, maar op manieren die dreigend en mooi waren. De stem van Burnside is hier gezien zijn leeftijd heel scherp. Binnen de plooien van zijn zang klonk hier werkelijk het geluid van een hard en volledig geleefd leven. Het album probeerde met deze stijl te overtuigen, maar niet iedereen vond het aangenaam. Het geluid van Burnside was een wereld apart, heel anders als de opnames die de meeste bluesfans hoorden van onder meer BB King, Buddy Guy, Koko Taylor, of zelfs Johnny Winter en Stevie Ray Vaughan. Het was rommeliger, smeriger, onverbloemd. Stel je voor hoe het was voor rockfans om Black Sabbath voor het eerst te horen in 1970. Zo was het voor veel traditionele bluesfans die Burnside hoorden op zijn eerste wijdverspreide album.

Fat Possum begon Burnside te boeken op festivals en in rockclubs, en begon hem een reeks bookers te bezorgen die meestal buiten de blues werkten. Hij was gepensioneerd van de landbouw en vrij om te reizen. En in 1996 brak hij door toen hij samen met een van zijn fans, de door blues beïnvloede punkgarage artiest Jon Spencer, het album, "A Ass Pocket of Whiskey" maakte, en even later Burnside en zijn trio mee op tournee nam als openingsact. Tegen die tijd werd Burnside ondersteund door wat zijn bekendste band werd, met zijn kleinzoon Cedric op drums en een slungelige blonde gitarist genaamd Kenny Brown op de tweede gitaar. Zoals veel landelijke zuidelijke juke-jointbands, hadden ze geen bassist, maar rockten ze hoe dan ook hard. En tijdens hun reizen introduceerden ze dit geluid in de VS en in Canada, Europa en Japan. "A Ass Pocket of Whiskey" was cruciaal in de late carrière van Burnside, waardoor hij kennismaakte met een groep rockfans, die hem in staat stelde de rest van zijn tourjaren de blues- en rockclubs te betreden. Lawaaierig en rauw, opgesloten in een studio met gitaren, marshalls en fuzzboxen, het album werd gehaat door de meeste bluespuristen, maar blijft grotendeels aanbeden door indierock geïnspireerde luisteraars en fans van haveloze, vuile rootsmuziek. Zozeer zelfs dat Burnside een fundamentele figuur werd in de Deep Blues-scène, een underground uitloper met punkrock in de aderen die zijn eigen festivals en een hechte gemeenschap van bands heeft voortgebracht.

Zijn muziek begon te verschijnen in films en televisie - met name in The Sopranos - en Burnside verscheen op 'Late Night with Conan O'Brien' met zijn band. Zijn laatste reeks opnamen slingerde ook tussen traditie en radicale uitvindsels - soms op hetzelfde album - terwijl Fat Possum de grenzen bleef verleggen in een campagne om Burnside naar meer luisteraars te brengen. Terwijl "Come on In" uit 1998 een verzameling remixen was van producer Tom Rothrock, balanceerde "Wish I Was in Heaven Sitting Down" uit 2000 straight-up blues. De laatste ongepolijste opname van Burnside met zijn kleinzoon en Brown was "Burnside on Burnside", een concert opgenomen in januari 2001, in de Crystal Ballroom in Portland, Oregon. Het werd genomineerd voor een Grammy en werd zijn best scorende album. Maar later dat jaar veranderde het lot van Burnside. Een hartaanval dwong hem om te stoppen met touren en liet hem sterk achteruit gaan. Na een tweede hartaanval het jaar daarop was hij zichtbaar verzwakt en zijn stem daalde tot fluisteren, zoals zijn laatste publieke optreden met zijn vrienden, the North Mississippi All Stars, vastgelegd in "Hill Country Revue: Live at Bonnaroo uit 2004", dat dit ook bevestigt.

Vandaag de dag blijft R.L. Burnside die zijn publiek graag vertelde dat hij 'trots' was dat ze hem kwamen bezoeken en zijn muziek omarmden - een gerespecteerde muzikale held met een toegewijde cult-aanhang. R.L. Burnside heeft wel honderdduizenden platen verkocht, waarin hij de grenzen verruimde van het genre door in zijn producties elementen van indie rock en hiphop te verwerken. Veel van deze albums zijn nu nog steeds te koop bij het Fat Possum-label zoals "Wish I Were In Heaven Sitting Down" uit het jaar 2000 en zijn laatste plaat "A Bothered Mind" die hij in 2004 uitbracht en die we nu even willen belichten. De opvolger van "Come On In" uit 1998 was het album "Wish I Were In Heaven Sitting Down", dat werd geproduceerd door John Porter, die naar Mississippi reisde voor de basisopnamen alvorens de opnamen terug te brengen naar Engeland voor remixing. Het resultaat was vergelijkbaar met de vorige release. Luister hier verder naar een interview met Burnside over dit album en ook naar Matthew Johnson van Fat Possum Records:


R.L. Burnside heeft de dood en de duivel al vele malen verslagen. Hartaanval. Huizen afgebrand. Gevechten die verkeerd afliepen. Een beetje geld, een beetje roem, laat in het leven na zo veel hard werken. Veel te veel whisky, te veel weg. "That lazy mothafuka stole my check!" jankt hij op "A Bothered Mind" (2004) …. "I want it back!". Bij het beluisteren van deze plaat is het precies dat hij nog in leven is, nog steeds levend op zijn Mississippi land, nog steeds de zomerhitte voelend, de winterkou, de te echte, te harde, te diepe pijn van het leven dat een sterke man kan doen drinken, vechten, de blues grommen. Burnside speelde bij deze opnames niet veel meer, want hij kon het echt niet meer. Zijn geadopteerde zoon Kenny Brown speelde reeds het meeste gitaar op zijn studio-album, "Wish I Was in Heaven Sitting Down", hoewel Burnside een aantal geweldige vocalen leverde. Toch is de stoere geest van de oude man er nog steeds. En die straalt door op " A Bothered Mind". Zelfs zijn donkere humor overleeft, kronkelend door de snauwen en gemene gitaarlijnen.

Dit album bevat een verzameling van onuitgebrachte R L Burnside live en studio tracks met zowel zijn band - geweldig werk van zowel Kenny Brown als Cedric Burnside - als R L solo van zo ver terug als in 1968. "A Bothered Mind" bevat ook hiphop-blues tracks die door Kid Rock's mixmeester Tino Gross zijn gemaakt met Burnside’s vocalen en met zowel Kid Rock zelf, als rapper Lyrics Born op extra backing vocals. Dit zijn interessante mixen en ze passen goed in R L's traditie om het bereik van zijn muziek uit te breiden naar nieuwe en jongere luisteraars, zoals hij enkele jaren geleden deed in zijn samenwerking met de Jon Spencer Blues Explosion. Op 77 jarige leeftijd gaat R L Burnside ver terug in de tijd, en het is een harde weg voor hem geweest, momenten van glorie flitsen uit lange stukken van lijden. Is dat niet de definitie van de blues? R L Burnside heeft altijd gehad wat de blues is. Hij biedt een goed voorproefje van dat sterke medicijn op "A Bothered Mind". Doe jezelf een plezier en neem een kijkje op de site van dit Fat Possum-label en laat je verleiden aan de grote keuze albums van deze bijna vergeten bluesheld.

You See Me Laughin': The Last of the Hill Country Bluesmen (Full Documentary)