|
||||||||
|
“Nie goe zot, maar wel goe nat int boske die zondag…” Ze laten zich dit jaar daar in Oud-Turnhout niet zomaar even opzij zetten of van de wijs brengen, die van GOEZOT int HOFKE, daarvoor moet je immers vroeger opstaan! Met om je op te warmen The CLEMENT PEERENS EXPLOSITION aka CPeX van Hugo Matthysen op vrijdag, met een roots dag op zaterdag en een blues dag op zondag en met namen als o.a. TEN YEARS AFTER, SUE FOLEY, MIKE ZITO en… werd er alles aan gedaan om van het Pinksterweekend een geslaagd roots weekend te maken. Er was één grote verandering, de plaats van het nog altijd meest gezellige gebeuren. Na vele mooie edities in de gezelligste tuin van de pastoor in het Hofke van Chantraine, verhuisden ze dit jaar naar een andere, even groene en ruimere locatie. Meer bepaald de tuin van JC Zweepes Ven aan de Oude Arendonksebaan. Geen paniek muziekliefhebbers, want de soep wordt nooit zo heet gegeten, als ze opgediend wordt! Èn, valt er regen uit de grijze hemel, dan wordt uw Bolleke nog voller… Ook voor de laatste festival dag pendelden er voor Goezot int Hofke gratis auto’s van de camping naar de tuin en ging op zondag de poort om 13u open. De frigo’s waren ’s nachts al bijgevuld met frisdrank, bieren, cava en wijn in meerdere kleuren en smaken. De vlam werd aangestoken door de Italiaanse band SUPERDOWNHOME, een elegant, strak-in-het-pak blues duo uit de omgeving van Brescia, in Lombardije, met Beppe Fachetti (drums, percussie, zang) & Enrico Sauda (zang, gitaar, cigar box gitaren, Diddley bow). Ze spelen al sinds 2016 hun “blues rurale contaminato da elementi pop, punk e folk...” (landelijke blues die besmet is met pop, punk en folk) die qua stijl opmerkelijk knipoogt naar Seasick Steve en Scott H. Biram. In 2017 brachten ze gelijktijdig een EP en album uit met dezelfde titel, ‘Twenty-Four Days’. In mei 2019 volgde ‘Get My Demons Straight’. Popa Chubby was toen de producer en Popa speelde zelf ook gitaar op twee nummers, evenals mondharmonica master Charlie Musselwhite. Superdownhome bleef altijd erg actief, want in 2020 verscheen ‘Blues Case Scenario’ (2020) en een jaar later ‘No Balls, No Blues Chips’ (2021). Het was, omdat de eerste festivalgangers zich schuilden voor de plenzende regen, zielig om te zien dat beide muzikanten voor een leeg plein hun ding goed probeerden te doen met o.a. meerdere nummers uit hun laatste album ‘No Balls, No Blues Chips’ als “Can’t Sweep Away”, “Long Time Blues”, “Booze Bloodhound” en Earl Green’s “I Can’t Do My Homework Anymore”,maar het deed ook goed bij de aanwezigen te voelen, dat ze er alsnog in slaagden om al heel wat sfeer brengen. “Trouble” (‘Get My Demons Straight’), een confrontatie met de duivel, klonk erg donker en op Elmore James’ “Shake Your Money Maker” schitterde Enrico op een van zijn slide gitaren. Na een nummer van Robert Johnson, viel het doek, maar stopte de regen nog niet. Beppe & Enrico kregen een warm applaus, maar verdienden absoluut méér… Hierna zou Steven Troch met zijn band overnemen. Door de afscheidsviering in cultuurhuis De Centrale in Gent van zijn maatje Tiny Legs Tim (hij overleed vorige week op amper 44-jarige leeftijd), was Steven er echter niet. Hier in Oud-Turnhout werd Tim ook kort herdacht, kreeg hij van het volk een lang en warm applaus en stond zijn foto de ganse namiddag op het podium. De Steven Troch Band werd op het zijpodium (de Swampstage) vervangen door de VOODOO TWINZ, de Nederlandstalige helft van de Boogie Beasts nl. zanger/gitarist Jan Jaspers en drummer Gert Servaes én gasten. Eerder waren dit de Two Patricks, maar hier Big Dave (harp, zang) & Renaud Lesire (gitaar, zang). Tijdens hun eerste set (van de vier) klonk het met nummer als “I Got Trouble” en “Ramblin’ On My Mind” gemoedelijk, als in een echte jukejoint. Tijdens de tweede set zorgden Big Dave op Slim Harpo’s “Raining in My Heart” en Jan Jaspers op Hound Dog Taylor’s “Sadie” voor de nodige “sfeer en gezelligheid”. Tijdens de derde set stond Renaud Lesire meer in de kijker. Hij viel op met de boogie “Shake It Baby” en het gekende R.L. Burnside nummer, “Going Down South”. ALEXIS EVANS, een jonge Fransman uit de omgeving van Bordeaux, stond als #3 op het programma. Evans is een zanger en gitarist die al heel jong, via de muziek van zijn vader die een Britse muzikant was, in de ban van Afro-Amerikaanse muziek geraakte. Op 17-jarige leeftijd won hij de Cognac Blues Passion-prijs voor jong talent, vloog hij naar de IBC in Memphis en richtte hij bij zijn terugkeer het Alexis Evans Trio op. Hij stond dan snel op grote en belangrijke Europese podia, trad op tijdens festivals en breide zijn trio uit met Hammond orgel/piano en koperblazers. Zijn debuut studio album ‘Girl Bait’ (2016) was een succes, waardoor de 2500 geplande exemplaren snel verkocht geraakten. In 2019 kwam zijn tweede album ‘I've Come a Long Way’ uit. Wat we ook hier op Goezot van hem mogen verwachten is retro Soul en R&B, met wat r’n’r accenten. Ook tijdens zijn optreden kon Evans het publiek dat in de opgestelde tenten voor de regen schuilde, niet in de ogen kijken en was het vanop afstand genieten van zijn soulvolle, vaak originele songs. Hij stond voor zijn set op het podium met Damien Daigneau (keys), Olivier Perez (bas), Maxime Lescure (trompet) en twee uitstekende backing zangeressen. Saxofonist Eric Boréave haalde door een onweer rond Parijs, Oud-Turnhout niet. Evans deed meer dan zijn best en aan hem lag het niet, want door het weer sprong de vonk tussen hem en het publiek gewoon niet over. Als ik de set list overloop, dan zijn vooral de nummers uit zijn laatste album als “Chocolate Seller”, het soulvolle “I Made a Deal with Myself”, “Rock and Roll Healer” en het uptempo funky soul nummer “But I Do”, waarmee hij afsloot, me vooral bijgebleven. Ook Alexis Evans is iemand die we zeker opnieuw op een podium willen tegen komen en die een tweede kans verdient. Ook THE STEEPWATER BAND deed bij vele festivalgangers een belletje rinkelen, zeker bij hen die er tijdens (Ge) Varenwinkel 2017 bij waren, waar ze ook op de affiche stonden en voor een wervelend optreden zorgden. The Steepwater Band is een Southern/psychedelische rockband, die in 1998 in Chicago opgericht werd door Jeff Massey (gitaar en zang), Joe Winters (drums) en Tod Bowers (bas). Massey koos de naam nadat hij een vrachtschip zag in een haven aan Lake Michigan. Eerst speelde de band eigen versies van klassieke blues nummers, vooral in Chicago stijl, maar naarmate ze vorderen, schreven ze meer en meer hun eigen nummers. In 1999 namen ze met singer-songwriter Michael Connelly de 5-track EP ‘Goin' Back Home’ op. In 2000 vervoegde Connelly de band en was de band voor het éérst te zien tijdens het Chicago Blues Festival. In 2001 debuteerden ze met ‘Brother to the Snake” én een live studio album ‘Live...Half in the Bag’. Na het tekenen van een nieuw label contract brachten ze in 2004, met producers Sean Slade en Paul Kolderie (Radiohead, Warren Zevon, the Pixies, Uncle Tupelo), ‘Dharmakaya’ uit. Connelly verliet de band in oktober 2004. In 2005 traden ze al voor de vijfde keer op tijdens het Chicago Blues Festival en in 2007 stonden ze in Barcelona op het podium samen met Gov’t Mule, John Mayall & the Bluesbreakers en Marc Ford (Black Crowes). In 2007 vervoegt Eric Saylors de band. Na ‘Shake Your Faith’ (2016) verscheen in 2020 ‘Turn of the Wheel’. Vandaag stonden Jeff Massey (gitaar, zang), Eric Saylors (tweede gitaar, zang), Joe Winters (drums) & Joe Bishop (bas) voor een “exclusief” concert in Oud-Turnhout op het podium. Hun muziek kan je omschrijven als een mix van stijlen, want de band combineert rock, blues, pop en funk tot haar eigen sound: The Steepwater Band sound. Hier moet, gezien het aandeel herkenbare Southern getinte psychedelische rock, een knipoog naar Robert Jon & The Wreck volgens mij kunnen. Hoe de Steepwater Band sound klinkt werd meer en meer duidelijker na de opwarmers “Please the Believer” en “Turn of the Wheel”, waarvan je een akoestische versie vind op hun meest recente album, ‘Re-Turn of the Wheel’. Met twee topgitaristen die daarbij ook goed kunnen zingen, voel je dat het hier van ervaring bulkt. Met nummers als “Running from the Storm” en “Abondom Ship” doken ze in hun meest recente album, met een uitstekende versie van “Love in Vain” lieten ze horen dat niet alleen de Stones fans van Robert Johnson zijn en met “Key to the Highway” pakten ze het publiek verder in. Tussen de nummers door haalde Joe Winters op “High & Humble” stevig uit vanachter zijn drums. Met “Ain’t Got Love” als “encore” sloten ze af voor een ondertussen aardig vol gelopen plein en leek het of ook de storm gekeerd was… De enige frontdame op zondag is een Texaanse met Canadese roots, een met grote klasse én Koko Taylor allures. Zangeres en gitariste SUE FOLEY is afkomstig uit Ottawa en dweepte in haar jeugd met r’n’r en blues/rock bands. Ze koos, toen ze vijftien was, na een opreden van mondharmonica virtuoos James Cotton (1935-2017), definitief voor de blues. Rond haar twintigste jamde ze met bandjes in lokale clubs in Ottawa. Pas midden jaren ’80, nadat ze verhuisde naar Vancouver, vormde ze haar eigen band. Na een demo tape, die ze in 1990 naar Antone’s Records in Austin (TX) stuurde, debuteerde ze in 1992 op haar 24ste met ‘Young Girl Blues’. In 2004 bracht Foley bij Ruf Records ‘Change’ uit, in 2006 ‘New Used Car’ en in 2007 met label collega’s Deborah Coleman en Roxanne Potvin ‘Time Bomb’. In 2010 tekende ze bij Blind Pig en nam ze met Peter Karp, ‘He Said She Said’ op. In 2012 volgde, ‘Beyond the Crossroads’. Foley’s volgende solo album, met gastoptredens van Billy Gibbons (ZZ Top) en Jimmie Vaughan, ‘The Ice Queen’ bracht ze uit in maart 2018. De opnames gebeurden in Texas en met producer Mike Flanigin maakte Foley de circel rond. Haar meest recente album, ‘Pinky’s Blues’ verscheen vorig jaar. Al met enkele akkoorden maakte Sue “pinky” Foley met een terechte zelfzekere blik iedereen duidelijk, dat zij hier vandaag de blues diva was. Met haar gitaarspel op “Pinky’s Blues” maakte ze meteen indruk en met “Two Bit Texas Town”, “Dallas“ en “Say It’s Not So” imponeerde ze telkens opnieuw met nog méér nummers uit haar laatste album. Sue Foley kan putten uit méér dan een dozijn albums, maar kent én respecteert ook klassiekers. Solo deed ze haar lievelingscover, een nummer van Memphis Minnie, “In My Girlish Days”. Wat hierna met band noch volgde was o.a. “Okie Dokie Stomp” van Clarence Gatemouth Brown, “Queen Bee” (‘Young Girl Blues’, 1992)en het erg aanstekelige “Hurricane Girl”. Hoed af, omdat het ondertussen kan, voor deze dame -een heel grote blues madam- die hier op Goezot een sterke pinky indruk naliet! De Britse blues/rock band TEN YEARS AFTER, de bijna afsluiter van deze editie, werd in 1966 door Alvin Lee (1944-2013) en Leo Lyons -beiden kenden elkaar van in The Jaybirds- opgericht. De band waarvan beiden voordien deel uitmaakten, heette tussen 1960 en 1962 eerst Ivan Jay & the Jaycats en later Ivan Jay & the Jaymen. In 1962 werd de groep omgedoopt tot de Jaybirds met Lee, Lyons en (vanaf 1965) Ric Lee, die géén familie was van Alvin Lee. In 1966 vervoegde toetsenman Chick Churchill de groep en veranderde de groep de naam in Ten Years After. Optredens in de Marquee Club in Londen en tijdens het Windsor Jazz Festival in 1967, leidden tot een platencontract bij Deram en de opnames van hun titelloos debuut album, ‘Ten Years After’. Op hun eerste live-album ‘Undead’ (1968), opgenomen in een kleine jazz club in Londen, staat hun gekende “I’m Going Home”. In 1969 volgde studio-album ‘Stonedhenge’, met onder meer “Hear Me Calling” en optredens op het Newport Jazz Festival, het Seattle Pop Festival en op 17 augustus in Bethel, tijdens Woodstock. De enige hit (#10) op de UK Singles Chart was in 1970, “Love Like a Man” (‘Cricklewood Green’). Na ‘Positive Vibrations’, hun vierde en laatste album op het Columbia-label, ging de groep in 1973 uit elkaar. In 1983 en 1988 kwamen de groepsleden nog eens samen voor een paar concerten en in 1989 verscheen ‘About Time’. Het laatste optreden van de oorspronkelijke groep dateert van 1994, tijdens het Eurowoodstock Festival in Boedapest. In 2003 werd Alvin Lee vervangen door Joe Gooch en ging Lee onder zijn eigen naam verder. Alvin Lee overleed op 06/03/2013 ten gevolge van complicaties na een operatie. Ric Lee werd lid van Ric Lee’s Natural Born Swingers. In januari 2014 verlieten ook Gooch en Lyons Ten Years After en startten Ric Lee (drums) en Chick Churchill (keys) als originele TYA-leden, met bassist Colin Hodgkinson (Backdoor, Peter Green, Alexis Corner, Spencer Davis, Chris Rea, John Lord) en multi British Blues Award Winnaar en zanger/gitarist Marcus Bonfanti (Van Morrison, Ginger Baker, Ronnie Wood) met een vernieuwde line-up, die vanavond op het Goezot podium zal staan. Vijftig jaar na de release van hun titelloos debuut album in 1967 is ‘A Sting In the Tale’ (2017) het eerste studio album dat Ten Years After met de huidige band line-up uitbracht. Het bevestigt dat nieuwkomer Bonfanti een uitstekende zanger en gitarist is, die past in het nieuwe TYA concept. Ten Years After, voor sommigen passé, voor anderen herinneringen, maar voor Goezot een naam als klok… Het was niet lang wachten op de Alvin Lee-nummers, de hits, want met “Hear Me Calling” was het al (en dat geldt niet alleen voor Slade) een schot in de roos. Het nummer was in 1968 de B-kant van “I’m Going Home”, een nog grotere hit die Alvin Lee in 1969 in Woodstock onsterfelijk maakte. Ook de andere mega hit “Love Like a Man” kwam er uiteindelijk en was door het riff in het intro zeker voor sommigen tijd om uit de bol te gaan en, voor de “ouderen” misschien wel een wake up call. Er was daarnaast ook nog tijd voor een drumsolo van de niet afgevende Ric Lee en met “Good Morning Little School Girl” (Sonny Boy Williams)en “Choo Choo Mama” (Alvin Lee) voor een portie eindeloze rock and roll. Over details als te lang, te kort, beter, slechter… wil ik het hier verder niet hebben, want Marcus Bonfanti deed z’n best en, ik schreef het al, hij past in het plaatje als nieuwe TYA’er. Wij waren erbij, keken, luisterden en genoten ernaar en, wat bijblijft zijn herinneringen, herinneringen… Met MIKE ZITOhaalt Goezot een klasbak naar Oud-Turnhout. Deze Amerikaanse gitarist, zanger, producer en songwriter uit St. Louis (Missouri) was de medeoprichter van de “superband”, Royal Southern Brotherhood (met Cyril Neville, Devon Allman, Charlie Wooton en Yonrico Scott), een project van twee grote muzikale dynastieën: de Allman en de Neville familie. Zito en Cyril Neville wonnen de “Blues Music Award Song of the Year” award met hun nummer “Pearl River”, de titel track van het gelijknamige zevende soloalbum van Mike Zito. Uit een arm gezin met vijf kinderen, woonde Mike als kind met zijn familie in een klein appartement in St. Louis, waar zijn vader in de jaren zeventig als vakbondsman werkte in de lokale Anheuser-Busch brouwerij, toen de grootste brouwersgroep ter wereld en ondertussen (zoals Stella Artois) onderdeel van InBev, nu de grootste groep ter wereld. Hij hield van rock en leerde de blues muziek kennen in een gitaarwinkel waar hij werkte en ook gitaar leerde spelen. Ook de drummer van Chuck Berry werkte er en Chuck Berry's zoon kwam er af en toe. Met enkele eigen songs én een budget van 1000 $, trok hij als 27-jarige naar de kelders van de SGM Studio’s in St. Louis en nam er in 1998 -op één dag en in één trek- met bassist Doug Byrkit & drummer Brain Zielie zonder overdubs zijn debuutalbum ‘Blue Room’ op. In 2018 verscheen bij Ruf Records de “remastered 20th anniversary edition of”. In 2019 bracht Zito met “friends”, ‘Rock ‘n’ Roll’ uit, zijn tribute aan Chuck Berry en de link met St. Louis, de geboortestad van Chuck Berry (1926-2017), waar Mike méér dan 30 jaar woonde en waar het allemaal in de gitaarwinkel waar hij werkte voor hem begon … Als menig muzikant kende ook Zito ook zijn dieptepunten. Dakloos, verslaving, criminaliteit... en heeft hij alles moeten “overleven”, om met een propere lei te kunnen herbeginnen in Texas. Hij huwde met Laura, heeft kinderen die ook musiceren, is “clean” en reist nu de wereld rond met zijn songs. Na de pandemie kwam de verrijzenis en verscheen ‘Resurrection’ (2021), zijn meest recente album. De kern van de band bestond uit drummer Matthew Johnson, bassist Doug Byrkit & toetsenist Lewis Stephens. Zijn zoon Zach speelde op akoestische gitaar. Dat Mike Zito zou afsluiten en dat zijn optreden méér dan anderhalf uur zou duren, dat wist niemand. Dat deze topartiest sterk uit de hoek zou komen, dat was zeker en dat vooral door zijn uitstekende gitaarspel, gekoppeld aan stevige porties Texas blues. Wij noteerden, omdat het al zo laat was (en te moe waren) niet alle nummers. De blijven “hangers” zijn o.a. “Second Chance” (o.w.v. de geweldige portie slide gitaar), enkele nummers die hij deed uit zijn laatste album ‘Resurrection’ (2021) zoals het funky “Don’t Bring Me Down” en de rustigere nummers als “In My Blood” en “Running Man”. Zito speelde knap in op wat hij bij het publiek voelde. Zo schakelde hij na “39 Days” (‘Pearl River’, 2009), Freddie King’s “You’ve Got to Love Her with a Feeling” en “Judgement Day”, snel hoger met “Fortunate Son” en in de grote finale met “Johnny Be Good” en de Neil Young klassieker, “Rockin’ in the Free World”. Mike Zito, hij schreef vandaag op Goezot geschiedenis!
De editie van GOEZOT int HOFKE 2022 op nieuwe locatie was op de bluesy zondag een bullseye, eentje om, ondanks de regen, in te kaderen en fier op te zijn. Fier op het programma, de organisatie, de vrijwilligers, de gezellige camping, kortom op ALLES… Lieve mensen, bij leven en welzijn, zeker tot volgend jaar! Eric Schuurmans foto © Manon Houtackers
|