|
||||||||||
door Marc Buggenhoudt |
||||||||||
Vooreerst is er een optreden van The Colorist Orchestra & Howe Gelb, een nieuw samenwerkingsverband na o.m. Emiliana Torrini en Lisa Hannigan van de band van de percussionisten Aarich Jespers en Kobe Proesmans met deze keer een toch wel geheel andere persoonlijkheid. Howe Gelb is voor de kenners de frontman van alt-country band Giant Sand en bekend van zijn soloplaten en van nog veel meer andere projecten samen goed voor meer dan 60 platen. Zijn gruizige kenmerkende bariton houdt het midden tussen Johnny Cash en Leonard Cohen zoals die klonken aan de herfst van hun carriëre. Het is uitkijken hoe de wispelturige, onconventionele maar zeer interessante artiest Howe Gelb zou matchen met de gestructureerde werkwijze van de achtkoppige The Colorist Orchestra. Zoals bekend bestaat de werkwijze van The Colorist Orchestra er in om de songs van de artiest tot op het bot uit te kleden en te reconstrueren, te arrangeren naar eigen goeddunken naar een eigen apart klankkleurpallet gecreëerd met gewone en ongewone instrumenten. Twee percussionisten en twee pianisten met diverse instrumenten, twee violisten, een vibrafoon, een contrabas en een saxofoon nemen heel het podium in beslag. Het repertoire is divers en bestaat uit herwerkingen van songs uit Gelb’s soloplaten (vooral uit de laatste Gathered, 2019), songs van Giant Sand, een paar covers én een paar nieuwe songs gecomponeerd met Howe Gelb die zullen terecht komen op het album The Colorist Orchestra Ft. Howe Gelb. Howe Gelb in jeansjasje en baseballpetje staat losjes vooraan als frontman en zingt gezapig een stemmig “Vortexas” een nummer dat terug te vinden is op zijn soloplaat ‘The Coincidentalist’ uit 2013 en croont zich vervolgens door “Gentle On My Mind” (Glen Campbell cover), lekker laidback omgeven door de subtiele instrumentatie van een vibrafoon. Het nieuwe dramatische “Counting On” over de vluchtelingenproblematiek wordt gedomineerd door felle percussie en een stuwend groovend geluid, enkel de vioolpartij verzacht het leed. De zanger is zijn eigen coole zelve en voelt zich geheel thuis in “The Park At Dark” dat baadt in een bluesy donkere sfeer a la Tom Waits aangesterkt door het georkestreerde nachtelijke geluid. Howe Gelb staat wat onwennig op het podium, het gaat hem beter af als hij de gitaar omgordt en gruizige licks strooit richting rock in “Steadfast”. Het uptempo “Inner Flame” (een cover van zijn overleden vriend Rainer Ptacek) laat de Colorist Orchestra klinken als een gedreven rockband over(ge)stuurd door een rafelige gitaarsound met halfweg een opmerkelijk Oosters getint sfeerstukje. Geweldig! Meteen daarna volgt “Stranded Pearl” een oud Giant Sand nummer dat een gelaagd klassiek/symfonische rock arrangement meekrijgt en uitgroeit tot een magistraal rocknummer. Voor de eigen compositie “Dreamland” verdwijnt Gelb even in de coulissen voor wat een ontluisterende ervaring wordt. Howe Gelb & The Colorist Orchestra ontvangen een geweldig gemeend applaus van het reeds talrijk opgekomen publiek. Na zoveel muzikaal machtsvertoon past een crooner ballade. Dat wordt het zwaarmoedige “Ruin Everything” met Gelb’s gekraakte stem tegen een plechtstatige mistroostige achtergrond. De op het eerste zicht vreemde combinatie blijkt in praktijk wonderwel te werken. Hulde vooral aan de Colorist Orchestra waarvan we het laatste creatief exploot nog niet hebben gezien. Setlist 1. Vortexas (The Coincidentalist, 2013), 2. Gentle On My Mind (Glen Campbell cover), 3. Counting On (The Colorist Orchestra Ft. Howe Gelb), 4. The Park At Dark (Gathered, 2019), 5. Dr. Goldman (The Colorist Orchestra Ft. Howe Gelb), 6. Steadfast (Gathered, 2019), 7. Inner Flame (Giant Sand/ Rainer Ptacek cover), 8. Stranded Pearl (Giant Sand cover), 9. Dreamland (The Colorist Orchestra), 10. Ruin Everything (The Colorist Orchestra Ft. Howe Gelb) Het gitaartrio Low uit Duluth, Minnesota (VS) bestaande uit het echtpaar Alan Sparhawk, Mimi Parker en bassist Steve Garrington maakte vorig jaar 25 jaar in zijn bestaan hun 12de studioplaat ‘Double Negative’ een album dat door vooraanstaande muziekmedia met superlatieven werd onthaald als betrof het een nieuwe jonge band. Het is een album dat zo goed als volledig elektronisch werd geconcipieerd met behulp van producer BJ Burton en een doorstart betekent van het bekende slowcore geluid naar een geluid dat gebouwd is op ruis en elektronica. De eerste concerten in ons land na de release van ‘Double Negative’ in de Botanique in Brussel (oktober 2018) en in De Kreun in Bissegem (februari 2019) werden gunstig onthaald maar riepen toch vraagtekens op over de manier waarop de nieuwe songs werden vertaald naar het podium. Ik ben benieuwd of de band vele tourdagen later de nieuwe songs beter in de vingers heeft of nog heeft bijgestuurd om het geluid van de plaat over te brengen. Het OLT is niet uitverkocht maar goed gevuld voor een band die doorgaans 500 man lokt. Wie was weggebleven omwille van de elektronische ruis of juist wel was gekomen voor een getrouwe live copie van het nieuwe album, beiden hadden ongelijk. Het is half 10 en al wat duister in het OLT, het juiste moment voor een band als Low die het moet hebben van licht en donker. Meteen speelt Low drie nieuwe nummers na elkaar waarin de gitaar van Alan Sparhawk als vanouds bepalend is voor een donker vervormd geluid terwijl de ijle zang van drumster Mimi Parker nu eens engelachtig “Always Up” dan weer in samenzang “Quorum” uitblinkt of vanuit het ondermaanse “Dancing and Blood” klinkt maar steeds verstaanbaar blijft. Mimi’s hemels ijle stem werkt als een zalvende magneet en versmelt met Alan’s indringend hoogdravende vocalen tot een geheel : “No Comprende” heet het maar een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. Nu en dan neemt Mimi de leadvocalen voor haar rekening zoals bij “Holy Ghost”, gepassioneerde gospel die inwerkt als een koel zomerbriesje met een fijne baslijn van derde man bassist Steve Garrington. Heel mooi. Parker zit als vanouds aan een bescheiden drumstel (zonder basdrum of hi-hat) bestaande uit een groot en een kleiner bekken op een statief naast een floor tom en een snare-drum die zij beroert met respectievelijk een grote vilten drumstick en een brushe stick. Haar drumstijl is minimalistisch en simpel te noemen maar o zo effectief in het aan- en afbouwen van de spanning. Bassist Steve Garrington is de gedroomde katalysator in het trage opbouwproces. “Plastic Cup' is nog een publieksfavoriet, een spaarzaam grappig nummer over plassen in een plastiek bekertje. Maar dan wordt het ons rood voor de ogen tijdens het aloude een kwartierlang durende “Do You Know How to Waltz?” waarbij we worden overdonderd door een aanzwellende sciencefictionstorm aangestuurd door een aanhoudend vervormend intenser wordend gitaargeluid (door Alan bespeeld met de tanden) in een fantastisch klank- en lichtspel dat plots stopt en alsof er niets is gebeurd rustig overgaat in een prachtig meeslepend “Lazy”. Hoogtepunten noemen is moeilijk of het moet “Especially Me” zijn waarin het gestage ritme gelardeerd met Mimi’s vocalen mij bij de keel grijpen afgerond met noisy gitaar. Of nog verderop het wondermooie “When I Go Deaf” waarin Mimi haar stem laat trillen en een toon lager zingt dan Alan die aan het eind het nummer volledig laat verzwelgen in gitaardistorsie/noise. Het nieuwe album komt in de slotfaze nog uitgebreid aan bod. Daarin het onwezenlijke in ambientsferen verkerende “Fly” en het chaotische “Disarray”. Het moge duidelijk zijn dat de nieuwe songs voldoende zijn gerijpt en perfect passen tussen de oudere songs. Aan het eind gekomen van hun regulier optreden komt het Low trio nog terug voor een ‘love song’. In “Will The Night” ontwaar ik zowaar de Emmylou en Gram van de slowcore waarbij Sparhawk deze keer het nummer niet door een muur van overstuurde gitaren jaagt die zijn zang volledig overstemmen. Voorwaar een gepast einde van een zeer boeiende tweeledige muziekavond. Setlist 1. Always Up (Double Negative, 2018), 2. Quorum (Double Negative, 2018), 3. Dancing and Blood (Double Negative, 2018), 4. No Comprende (Ones and Sixes, 2015), 5. Holy Ghost (The Invisible Way, 2013), 6. Plastic Cup (The Invisible Way, 2013), 7. Do You Know How to Waltz? (The Curtain Hits The Cast, 1996), 8. Lazy (I Could Live In Hope, 1994), 9. Always Trying to Work It Out (Double Negative, 2018), 10. Especially Me (C'mon, 2011), 11. Poor Sucker (Double Negative, 2018), 12. Lies (Ones and Sixes, 2015), 13. When I Go Deaf (The Great Destroyer, 2005), 14. Fly (Double Negative, 2018), 15. Disarray (Double Negative, 2018) Encore: 16. Will the Night (Secret Name, 1999)
|