-->







DUVEL BLUES - Kleine TENT @ PUURS-SINT-AMANDS - 25/05/23

Het is zeer warm vandaag. Dat laat zich al voelen bij het eerste optreden van Blunk in de Grote Tent als na afloop de meesten buiten de schaduw verkiezen van een terras boven een zitje in de akoestische tent waar inmiddels ook de temperatuur zeer warm oploopt. Het weerhoudt de geïnteresseerde bluesliefhebber er niet van kennis te maken met het eerste optreden alhier van de Nederlandse akoestische bluesartiest Robbert Duijf.

Robbert Duijf heeft zich de afgelopen jaren flink in kijker gespeeld met verschillende prijzen waaronder een eerste plaats in het prestigieuze EBC, de jaarlijkse Europese competitie voor bluesartiesten in Europe. Duiff treedt vanmiddag aan in trio samen met zijn zoon Rubin op contrabas en Sjaak Korsten (van voormalig Ragtime Rumours) op drums. Zij vormen de perfecte ritme tandem voor Duijf akoestische gitaarblues songs die opent met “Dangerous Mood” in een meeslepend ritme van gitaar, contrabas en drum borsteltjes dat de toon zet naar “I’m the devil” dat de sfeer aanhoudt ondanks het onheilspellende thema. Beiden zijn afkomstig uit Duijf’ onvolprezen 2de album ‘Dangerous Mood’. Duijf heeft begin dit jaar zijn 3de album ‘Silver Spoon’ uitgebracht. Het is een knap relaxed album dat een aanrader is voor alle liefhebbers van akoestische blues waarin verhalen en ritme samen komen in songs. Duijf krijgt slechts een half uur toebedeeld (van 15:30 tot 16:00 u) en kiest de songs zorgvuldig uit zijn repertoire. Duiff heeft een rauwe doorleefde stem en heeft zich zijn liefde voor Amerikaanse rootsmuziek geheel eigen gemaakt met songs uit zijn eigen leefwereld. Aandacht gaat vooral naar zijn laatste album ‘Silver Spoon’ waaruit het Springsteeniaanse “Those Days” dat lekker in het gehoor ligt met aansluitend de aanstekelijke boogie “All Night Long”. De sfeer is goed en het publiek klapt en zingt mee met “Ticket For The Love Train” en het herhalende refrein “I’m gonna buy myself a ticket for the love train” dat lekker swingt. Het is heerlijk vertoeven aan boord van deze love train onder aanvoering van Robbert Duijf. Zoon Rubin geniet zichtbaar van het samenspel met zijn vader en Sjaak. Met het meer ingetogen “Heroin” sluit Duijf dit korte maar gezellige optreden af alvorens iedereen aan te manen om 17:30 terug te komen voor het Set 1: 1. Dangerous Mood (Dangerous Mood, 2021) / 2. I’m the devil (Dangerous Mood, 2021) / 3. Those Days (Silver Spoon, 2025) / 4. All Night Long (Silver Spoon, 2025) / 5. Ticket For The Love Train (Silver Spoon, 2025) / 6. Heroin (Dangerous Mood, 2021)

Wie er daarstraks bij was is hier terug, samen met vele andere nieuwsgierigen. Wellicht is dit voor veel bluesliefhebbers maar ‘pauzemuziek’ in afwachting dat het grote podium klaar is voor het grote electrische werk doch wie ook graag luistert naar blues zonder extra decibels komt hier meer aan zijn trekken. Het is een traditie op Duvelblues die door de jaren heen een vaste waarde is geworden. Robert Duijf staat voor een mix van deltablues, amerikaanse folk en gospelblues. Dit laatste zou nog meer worden uitgespeeld tijdens een meeslepend tweede deel dat start bij “Fallen Of The Wagon” over alcohol, over vallen en toch weer opstaan uitgevoerd in fingerpicking style met slide gitaar, strak gespeeld met een uitstapje naar “One Bourbon, One Scotch, One Beer” richting John Lee Hooker. Robbert buigt de sfeer om richting gospel in interactie met het publiek dat hij aanmaant “to raise your hand and shout out loud, to the land of milk and honey”. Voor “I Ain’t Dead Yet” (alleen terug te vinden op de live cd/dvd ‘ Tired Of Being Good’ uit 2024) vond Duijf inspiratie na een avondje stappen in Antwerpen waar hij 4 jaar heeft gewoond toen hij 17 jaar was.…een fingerpicking blues op dobro gitaar dat na een gesproken intermezzo “all by myself…” het publiek laat meeklappen in het ritme tot finaal “I ain’t dead yet”, applaus!
Een akoestisch folk deuntje “Going Home’” brengt wat rust tot aan het autobiografische “Tired Of Being Good” (uit Silver Spoon) dat gaat over je verplicht voelen totdat je er wil uitstappen: als je maandag iedereen wil afschieten op het werk of als je naar je schoonmoeder moet gaan. “I’m tired of being good, shout it out loud”. En dat laatste hebben we zeker gedaan. Robbert Duijf was een ontdekking voor mij. Hij brengt de blues met passie in persoonlijke songs ontleend aan zijn eigen leefwereld en dat voel en hoor je.
Set 2: 1. Fallen of the wagon…One Bourbon, One Scotch, One Beer / 2. Shout it out loud / 3. I Ain't Dead Yet (Tired Of Being Good, 2024) / 4. Going Home’ (Dangerous Mood, 2021) / 5. Tired of Being Good (Silver Spoon, 2025)

Early James is de 2de artiest die hier vandaag aantreedt in de akoestische tent. Hij speelt niet met zijn gebruikelijke trio maar met een Franse bassist naast Darryl Ciggaar op drums die later op de avond bij het slotoptreden door Ian Siegal schalks wordt geïntroduceerd als “the hardest working man in showbusiness” omwille van zijn drie performances op 1 dag met ook zijn plaats achter de drumkit bij Big Dave & The Dutchmen. Early James (alias voor Frederick James Mullis Jr) is een relatief nieuwe naam in het blues gebeuren met sedert 2020 reeds 3 albums op zijn conto geproduceerd door de welbekende producer, hoofdman van de Black Keys zijnde Dan Auerbach en dat wil wat zeggen. James zingt met een opvallend rauwe, doorleefde en soulvolle strot eenzame blues, contemplatieve folksongs en broeierige moordballades in een muzikale mix van country, blues, folk en jazz. Hij is nog een twintiger maar klinkt als een door het leven getekende man van middelbare leeftijd, rauw, intens, dreigend.
Daarvan is niets gelogen bij het aanschouwen van zijn optreden hier op Duvelblues. Zeggen dat Robbert Duijf een rauwe stem heeft is niets vergeleken bij die van Early James. EJ zingt met een ruwe korrelige stem, schreeuwt en jammert maar beheerst nooit uitzinnig.

Early James start indringend met een groovende blues “I Got This Problem”. Mijn eerste indruk is zijn stem klinkt live hetzelfde als op plaat. Hij vervolgt met een shuffelende gitaar gedreven bluesrocker “Steely Knives”. “Straightjacket for Two” is een trage blues à la Tom Waits (ten tijde van zijn periode die begon met ‘Swordfishtrombones’ (1983)) weerom intens gezongen als intens gitaarspel. “Unspeakable Thing” zet ons bij introductie “a good old fashion love song” enigszins op het verkeerde spoor met schreeuwende vocalen en gedreven gitaarspel voor een old skool r&b song. Dan is “ Mama Can Be My Valentine” beter te verteren “about mother’s day and valentine’s day on one day” een country-blues song à la Johnny Cash voortgestuwd door een roffelende drumbeat. “Hey Good Lookin'” van Hank Williams is vintage Early James: schreeuwend en guitar driven en herinnert nergens aan de countryman van weleer. “Racing to a Red Light” met meeslepende zang en een draaiende bluesgitaar gaat door merg en been en is een welgesmaakt hoogtepunt. Wie James gekwelde zang voor lief neemt krijgt nog een aantal indringende songs voorgeschoteld. Zoals “ I Could Just Die Right Now” dat het resultaat is van het schrijven van een happy song: een echte country song maar dan met de vocale intensiteit van een Howlin’ Wolf of een C.W.Stoneking. Die intensiteit blijft aanhouden in sterke songs als “Gravy Train”, “Tinfoil Hat” en “Dig to China” een luide bluessong waarvoor James de slide gitaar bovenhaalt. Wie de moeite heeft genomen om EJ ’s set uit te zitten wordt aan het eind beloond met 2 solo toegiften. EJ kan wellicht niet anders dan op zijn manier zingen en is zichtbaar blij dat het publiek is gebleven bij zijn niet alledaagse performance en hem trakteert op een fel applaus. Hij klinkt wat onverstaanbaar maar heeft tegelijk iets authentiek.
Setlist: 1. I Got This Problem / 2. Steely Knives / 3. Straightjacket for Two / 4. Unspeakable Thing / 5. Mama Can Be My Valentine / 6. Go Down Swinging / 7. Hey Good Lookin' (Hank Williams cover) / 8. Racing to a Red Light / 9. Tumbleweed : 10. I Could Just Die Right Now / 11. Gravy Train / 12. Tinfoil Hat / 13. Dig to China / Encore: High Horse

Jerron ‘Blind Boy’ Paxton is een 36 jarige zanger en multi-instrumentalist afkomstig uit Los Angeles die tegenwoordig in New York woont. Hij omarmt de blues en jazz van vóór de Tweede Wereldoorlog en noemt Fats Waller en “Blind” Lemon Jefferson als zijn invloeden. Paxton heeft southern roots via zijn grootouders die in 1956 verhuisden van Louisiana naar Californïe. Zijn gezichtsvermogen werd al op jonge leeftijd (16 jaar) beperkt maar dat belette hem niet om zich verschillende stijlen als jazz, blues, folk en ragtime eigen te maken. Hij bespeelt moeiteloos gitaar, banjo, viool, en piano. In America is hij op tal van plaatsen bekend maar zijn nieuwste release ‘Things Done Changed’ uit 2024 wordt wereldwijd door de gespecialiseerde muziekfora opgepikt en zeer positief besproken zodat hij hier in Europa ook kan doorbreken. Jerron Paxton verstaat de kunst om oude muziek door zijn aanpak terug hip te maken. Na een uitgebreide tour in het VK is hij vandaag de laatste artiest in de akoestische kleine tent, een première voor Belgïe. Het is al een lange dag geweest maar toch is de belangstelling groot om deze ‘nieuwe’ artiest aan het werk te zien. Jerron Paxton komt meteen over als een ongelooflijk charismatische en communicatieve artiest, woord, zang en spelen vloeien moeiteloos in elkaar over. Paxton heeft op het podium geen last van zijn handicap.

Hij start zijn show met “Ninety-Nine Year Blues” van oorsprong van Piedmont bluesman Julius Daniels, een nummer dat is gecoverd door Jim Kweskin, Johnny Winter, Chris Smither en anderen, waarvan de tekst een brutale straf beschrijft die door een rechter wordt opgelegd aan een zwarte misdadiger. Paxton leidt het nummer in als een song over een huis met veel ramen en 1 deur. Het zorgt al meteen voor enige hilariteit en misverstand in interactie met een vrouwspersoon op de eerste rij waarop Paxton zich graag mag verkneukelen en er met veel humor op ingaat.

De sfeer is bij deze gezet en zou crescendo gaan via indrukwekkende instrumentals op achtereenvolgens gitaar, banjo, piano en viool. Paxton zingt met specifieke stem, expressief door een vintage microfoon die elk geluid registreert wat in zijn geval nodig blijkt doordat hij aldoor beweeglijk is terwijl hij praat, zingt, stemt en van instrument verandert. Paxton heeft een donkere huidskleur, draagt een bril en is kaal, houdt de akoestische gitaar rechtop tegen het lichaam en tokkelt met de rechterhand op de snaren, terwijl hij met de linkerhand de akkoorden vormt. Paxton speelt zowel eigen songs als traditionals die hij naar zijn hand zet. ‘Arkansas Traveler’ heeft een oud Appalachen banjomelodie die Paxton prachtig speelt. De story of “Wild Bill Jones” is zowel beangstigend als humoristisch voorzien van een fijne banjo tokkel. Tegen een flink tempo vallen we van de ene verrassing in de andere. De uitgesponnen Harmonica Instrumental die lijkt op een battle tussen twee op elkaar rijdende treinen is het meest indrukwekkend hoe Paxton imiteert en blaast tot hij geheel buiten adem is. Hij zweet enorm, wrijft zich droog maar is al terug bij het volgende nummer voor een virtuoze Banjo Instrumental gevolgd door een ragtime “Michigan Water Blues” aan de piano “where the Michigan water tastes like cherry wine and Mississippi water tastes like turpentine” “een song die de keerzijde belicht voor diegenen die naar een beter leven zochten ten tijde van de Great Migration waar Paxton wellicht uit tijdsgebrek niet bij stilstaat en het luchtig houdt én een Piano Instrumental “The Mule Walk” (James P. Johnson cover) knap! “Sunshine” “I have to import a little bit of sunshine into this side of the world” is Paxton ten voeten uit: grappig, vocaal sterk, muzikaal verbluffend én met een boodschap. “Things Done Changed” imponeert met een fingerpicking tokkel waarbij hij de gitaar rechtop tegen het lichaam houdt en bespeelt. Applaus, zweet afdrogen en doorgaan. “Time to play the violin”, met een “Fiddle Instrumental” om van te watertanden, het publiek klapt mee, zeer entertainend. Paxton heeft nog tijd voor een toegift en haalt zijn rhythm bones boven “I got one regular and one vegan…” voor zijn favoriete song van zijn jaar “a little bit of zydeco from Louisiana” “Little Zydeco” en blaast geweldig het ene mondharmonica deuntje na het andere met zelfs een stukje “when the saints…” waarop jolig wordt meegeklapt en gezongen.

Jerron ‘Blind Boy’ Paxton maakt geen tijd om rustig te praten. Daar is geen tijd voor in zijn toegemeten tijd van een uur, net genoeg om zijn veelzijdigheid te demonstreren. Wel kregen we in sneltempo een aaneenschakeling van deuntjes en songs die ontegensprekelijk deel uitmaken van een typisch Jerron Paxton optreden. Hoogst vermakelijk optreden!
Setlist : 1. Ninety-Nine Year Blues / 2. Arkansas Traveler / 3. Wild Bill Jones / 4. Tombstone Disposition / 5. Harmonica Instrumental / 6. Banjo Instrumental / 7. Michigan Water Blues / 8. The Mule Walk (James P. Johnson cover) Piano Instrumental / 9. Sunshine (Paul Whiteman and His Orchestra cover) / 10. Things Done Changed / 11. Fiddle Instrumental / 12. Little Zydeco

Marc Buggenhoudt

Foto © Walter Wouters