-->







DUVEL BLUES - Grote TENT @ PUURS-SINT-AMANDS - 25/05/23

DUVELBLUES -het geesteskind van de nog altijd even gepassioneerde Gust Meeus- is dit jaar aan zijn 22ste editie toe. Muziekliefhebbers kennen ondertussen de formule: een niet alledaags festival in -als je er geraakt- Ruisbroek Puurs-Sint-Amands met “ontdekkingen” uit de wereld van ROOTS, RHYTHM & SOUL, waar sfeer & gezelligheid troef zijn. Met de beste Moortgat-bieren, met gratis camping en waar jongeren onder de 26 hun ticket niet moeten betalen. Dit alles maakt van Duvelblues -door wat er gebeurt op de twee podia- het “buitenbeentje” van het jaarlijkse nationale festivalgebeuren, maar ook een warm en sociaal evenement!

In dit verslag blikken we terug op wat er zich op het HOOFDPODIUM afspeelde… De opener BLUNK is naar gewoonte een Belgische band. Deze 10-koppige BLUE BLOT-tribute band uit de ruime omgeving van Aalst-Denderleeuw rond frontman Luc Simon, eert op gepaste manier de muzikale erfenis van de legendarische band, die in de jaren ‘80/‘90 als geen ander blues met funk wist te mengen. Antwerpenaar, Luk Renneboog (°1947†1996) aka Luke Walter jr. richtte in 1986, samen met beeldhouwer Albert Szukalski, Blue Blot op. Hij was tot zijn overlijden ook de frontman van de groep. Luke Walter jr. overleed op 48-jarige leeftijd t.g.v. leukemie. Net voor zijn dood in 1996 bracht hij het soloalbum ‘Back to Normal’ uit. Zijn overlijden schokte de Belgische muziekwereld. Chris Michiels (gitaar), Arnold De schepper (bas), James Jacques Audenaert (drums), Ann Van Durme (piano), Bernard De Corte (sax), Jos Vermeulen (trompet), Wim Schoup (trombone) & Greta Van Langenhove + Lieve De Schepper (zang), maken de tribute band verder compleet. Naast de prachtige Luke Walter jr.-achtige stem, waarmee frontman Luc Simon iedereen al vanaf de opener imponeerde, waren nummers als “I Never Can Tell About You”, “Pretty Good”, “Bad Luck Hand” (nummers uit ‘Where Do We Go’, 1992) en de titelsong uit het 1991-album, ”Bridge to Your Heart” een afgewogen keuze uit het rijke repertoire van de nog niet vergeten en vandaag even herleefde sinjoor.

We zagen BIG DAVE nog maar enkel dagen eerder samen met DOGHOUSE SAM en His Magnatones feest vieren in de Spirit of 66 in Verviers -de nu al legendarisch Waalse club van Francis Geron, die dit jaar 30 jaar bestaat!- die avond met Mark T. die, zoals vaker, in goeden doen was. BIG DAVE & THE DUTCHMEN (BE/NL) is de band rond de charismatische reus, zanger/blues harpist, de man in black en Antwerpenaar, “Big” Dave Reniers. Hij laat zich deze dagen omringen door The Dutchmen, 4 topmuzikanten uit Nederland: Mischa Den Haring op gitaar, Roel Spanjers op toetsen en de broertjes Dusty & Darryl Ciggaar -die liet horen dat hij ook zingen kan!- op bas en drums. Een jaar geleden stonden ze samen ook al op de planken van Blues Peer en deze maand openden ze, met heel wat bijval, de tweede dag van het Moulin Blues festival bij onze Noorderburen in Ospel. Omdat we toen door het interview met Walter Trout wat later op de Ospelse Peel arriveerden, konden we niet alles meepikken. Op Duvelblues waren we er wel op tijd bij en stelden we vast, dat vijf artiesten uit de Lage Landen met veel kennis en kunde en nummers als “This Work”, “Too Late” en “So Sweet” (nummers uit het titelloze 2025-album) Chicago naar Ruisbroek-Puurs brachten! “Screwdriver”, de (eerste) “encore” van de dag, was een zonder woorden versie van iets dat wel erg veel op “Tequila” leek en voor velen het teken was, dat de glazen weer gevuld dienden te worden. Big Dave deed zijn set zwetend en met de nodige schwung op zijn gekende manier en overtuigde de laatste twijfelaars van zijn meesterlijk geblaas...

Zanger, blues/rock gitaarvirtuoos en studio eigenaar JOSH SMITH (°1979), woonachtig in Los Angeles (CA), is een klepper van formaat. Hij wordt op handen gedragen door collega-muzikanten en is sinds jaar en dag de rechterhand van blues gigant Joe Bonamassa. Smith is een “echte” die zijn klassiekers kent, maar ook Motown, Jimi Hendrix en jazz. Toen Josh 16 was, toerde hij door de Staten met zijn band Rhino Cats. De band bracht twee onafhankelijke albums uit, ‘Born Under a Blue Sign’ (1993) en ‘Woodsheddin'’ (1995). Na de Rhino Cats -hij was toen 18 jaar oud- maakte hij deel uit van een trio, Josh Smith & The Frost. Ze brachten ‘Too Damn Cold’ (1997). Het werd geproduceerd door Jim Gaines. Smith is tevens muziekproducent en eigenaar van Flat V Studios in LA. Hij heeft albums geproduceerd voor o.a. Reese Wynans, Eric Gales, Joanne Shaw Taylor en Joe Bonamassa. In 2020 plaatste Rock & Blues Muse Josh Smith op hun lijst van "Top 15 Contemporary Blues Rock Guitarists 2020". Wat voor vlees er hier in de valavond in de kuip lag maakte Josh met nummers als “Half Blues” (‘Burn to Grow’, 2018), “Letting You Go” (‘Don’t Give Up on Me’, 2012) en “No Blues Left to Go” snel duidelijk. Zijn lange gitaar solo’s en vingervlug gitaarwerk op zijn Fender Strato verklaarden waarom hij, zonder enige twijfel, bij top van de blues/rock gitaristen hoort.  

SHEMEKIA COPELAND is een blueszangeres in de traditie van zangeressen als Koko Taylor en Etta James. Ze is geboren in Harlem en is de dochter van de betreurde bluesgitarist Johnny "Clyde" Copeland (°1937†1997). Ze vergezelde als tiener haar vader al tijdens tours en bracht als 19-jarige in 1998 haar eerste album ‘Turn the Heat Up!’ uit. Begin 2015 keerde Shemekia terug naar Alligator Records, waar ze in 2018 ‘America’s Child’ en in 2020 ‘Uncivil War’ uitbracht. Shemekia profileerde zich op de opvolger (de 8ste Alligator release) ‘Done Come too Far’ (2022), in het verlengde van haar twee vorige albums, opnieuw als onbevreesde gemotiveerde voorvechtster van rassengelijkheid. Ook op haar meest recente album, ‘Blame It on Eve’ (2024) -met “Eve” verwijst Shemekia naar Eva en tout court naar de vrouwen op deze wereld- en doet ze -wat ze ook deed tijdens het interview dat we voor haar optreden met haar deden- opnieuw gedurfde uitspraken over actuele cruciale onderwerpen. In de titelsong, over de controle van een vrouw over haar eigen lichaam. Ondertussen staat haar saldo op 11 albums, werd ze genomineerd voor 4 Grammy’s, won ze 15 Blues Music Awards, stond ze in het voorprogramma van de Stones en toerde ze (met o.a. gitarist/tour manager Willie Scandlyn, bassist Kevin Jenkins en drummer Dan Hickey) over de hele wereld. Op Shemekia’s setlist stonden naast de titelsong van haar laatste album o.a. het vrolijke verhaal van een huwelijk “Cadillac Blue”, het meeslepende “Tell the Devil”, een ode aan de wijn “Wine O’Clock” en (ik vermoed) uit het 1998-album, “Has Anybody Seen My Man”. Het zijn prachtige, vaak veelzeggende overtuigende songs. Maar het meest overtuigde deze kleine, pittige en erg zelfzekere dame met haar stem en als je even naar haar luistert, dan besef je snel hoe diepgaand en gepassioneerd de rechttoe rechtaan blueszangeres Shemekia Copeland is.

Klasbakken als IAN SIEGAL (UK) en JOHNNY MASTRO (VS) nog voorstellen lijkt me hier absoluut overbodig. Voor de muziek dummy’s alsnog wat info in “a nutshell”. Zanger, songwriter, gitarist en bandleider Ian Berry aka IAN SIEGAL debuteerde in 2005 solo met ‘Meat & Potatoes’, met gitaarbijdragen van Matt Schofield, die ook de producer was. Zijn #14 kreeg de titel, ‘Stone By Stone’  (2022). Siegal was een van de eerste inductees van de British Blues Awards Hall of Fame. Blues zanger, harmonicavirtuoos en songwriter JOHNNY MASTRO richtte in 1994 in LA een band op, die vanaf 1996 de huisband werd van de bekende blues club in Los Angeles, Babe’s & Ricky's. De eigenares “Mama“ Laura Mae Gross gaf de band de naam Mama’s Boys. Siegal en Mastro ontmoetten elkaar voor het eerst jaren geleden, toen ze beiden label collega’s waren bij het Britse Nugene. Siegal’s door whisky doordrenkte stem en gitaar passen perfect bij een van de meest rauwe benaderingen in de scene, Mastro’s mondharmonica. IAN SIEGAL meets JOHNNY MASTRO op ‘EASY TIGER’ én dat deden ze ondertussen ook al tijdens Moulin Blues 2025 in Ospel en in het MUZEcafé in Zolder! Hun set was erg overdacht en evenwichtig opgebouwd, waarbij Ian gitaar en Johnny mondharmonica leverde en elk hun deel van de zang deden. Ze werden hierbij gebackt door de (nog aanwezige) broers Ciggaar (Darryl: drums + Dusty: bas). De extra gitaar werd geleverd door Nick Croes. Van hun gezamenlijk ‘Easy Tiger’-album bracht Siegal o.a. "Dog Won’t Hunt” en "Tall and Tight”, één van de nummers die Siegal schreef samen met Luther Dickinson. Mastro nam de micro over op “Miss Your Cadillac” en “Quick to the Gun”. Siegal én Mastro zijn duidelijk fan van de nu 75-jarige Carlos (Daniel Ayala) Guitarlos. In de muzikale “carrière” van deze gitarist waren vooral alcoholisme en dakloosheid struikelbrokken. We dragen Carlos sinds zijn optreden tijdens Ge-Varenwinkel 2005 warm in ons hart. Carlos schreef “I Won’t Cry No More”. Siegal schreef “Oedipuss” ook met Dickinson, maar hier was het uiteindelijk, zoals Ian Siegal zong, “Sweating Like a Who’re in Church”. Begrijpen, wie begrijpen kan. BLUES PEER, dat is onze volgende afspraak met de muziek. C U!

“Tijdens de 22ste editie van DUVELBLUES was het veel drinken onder de brandende zon, zweten als otters en vooral én boven alles, opnieuw genieten van de buitengewone acts die ze in Ruisbroek-Puurs weer uit de hoed toverden! Dikke proficiat en bedankt allemaal…”

Eric Schuurmans

Foto © Walter Wouters

Sweating Like a Whore in Church