JP Soars (opnieuw) interviewen stond al een tijdje op mijn verlanglijst. Want sinds onze eerste ontmoeting in december 2012, ben ik hem altijd blijven volgen. Landsgrenzen zijn in het huidige West-Europa nog heel vaak enkel en alleen een verandering in wegdek, dus aan optredens geen gebrek.
Voor wie de artiest JP Soars een ontdekking is, doen we nog even kort uit de doeken wie de man uit Florida echt is. Op zijn 18de won hij een BB King gitaar, en een ontmoeting met deze blueslegende. Gedurende jaren verdeelde Soars zijn tijd tussen het spelen van blues en metal, want ook dat genre had zijn hart gestolen.
Op een bepaald moment koos hij volop voor de blues, en met resultaat: in 2009 won hij met The Red Hots de IBC-wedstrijd in Memphis, en vanaf dan gingen er vele deuren open voor de man die houdt van blues, maar metal, jazz en gypsy klanken verweeft in zijn gitaarspel.
Toen bekend geraakte dat JP Soars op Blues Peer zou aantreden, kon ik alweer een item van mijn verlanglijstje schrappen: een gesprek met de man die voor velen de revelatie van 2016 is, maar voor Rootstime allang geen geheimen meer kent.
Je bent hier voor een korte tournee door België, Frankrijk en Nederland, en staat nu voor de eerste keer op Blues Peer. Wat vind je van de line up van vandaag?
Ja, ’t is redelijk fantastisch, met Taj Mahal, Buddy Guy en Brian Setzer.
Hoe voel je je dan?
Nerveus (lacht)? Eigenlijk meer opgewonden, want we willen de best mogelijke show spelen, dat willen we eigenlijk altijd.
Er is ook een stand op het festivalterrein waar ze cigarbox-gitaren verkopen. Ben je al eens gaan kijken?
Dat heb ik gisteren gedaan, en ze hebben echt een coole contrabas-cigarbox.
Die was deze middag al verkocht, jij bent toevallig niet de nieuwe eigenaar?
Nee, het zou moeilijk zijn om die als extra handbagage mee te nemen op het vliegtuig.
Je hebt vandaag ook een andere bassist bij.
Matt Walker helpt ons uit de nood. Hij speelt normaal bij Damon Fowler en Southern Hospitality, we zijn dus geen onbekenden. Damon is momenteel op tournee met de Butch Trucks Freight Train Band, en dus kon Matt zich vrijmaken.
Je hebt het precies wel moeilijk om de juiste bassist te vinden.
Inderdaad, het is het verhaal van mijn leven tot nu toe. Zelfs toen ik nog in metalbands speelde, kon ik nooit lang met dezelfde bassist spelen. Het is een echte vloek!
Gelukkig kan je wel rekenen op Chris Peet en Steve Laudicina.
Ik speel al meer dan 10 jaar met Chris, hij is zo goed als mijn ‘andere helft’. Hij helpt me niet alleen op het podium, maar ook daarnaast: hij zorgt dat affiches uitgezonden worden, hij leest contracten na, en al die dingen. Het is heel belangrijk om mensen rondom je te hebben die de juiste energie uitstralen en geloven in wat je wil bereiken. Iemand wiens belangrijkste doel niet het feesten is.
Ik heb ook nog altijd niet de juiste manager gevonden, ik produceer mijn eigen albums, en breng ze ook zelf uit. Ik heb al verschillende keren de kans gehad om bij een groot label te tekenen, maar ik moest dan zoveel opgeven dat ik er totaal het nut niet van in zag. Ik wil opnemen wanneer ik wil, waar ik wil, en met wie ik wil, mijn integriteit is niet te koop.
Je laatste album “Full Moon in Memphis” is nu ongeveer 2 jaar oud. Ben je al aan de opvolger bezig?
Zeer zeker. Er is al heel wat opgenomen, onder andere de drumpartijen en de baspartijen. Eigenlijk speelt Chris de bas, hij is een goede bassist, als ik hem kon klonen, dan zou ik pas gelukkig zijn (lacht).
Wat mogen we verwachten?
Er staan weer heel wat eigen nummers op, en we verkennen ook andere muzikale terreinen, want ik wil mezelf niet herhalen. Er staat ook wel wat rechttoe rechtaan blues op. We hebben vandaag een paar nieuwe nummers gespeeld, ik vermoed dat ze allemaal op het nieuwe album zullen terechtkomen. Ik probeer nog altijd mijn eigen unieke sound te vinden, ik geloof dat ik met iedere plaat dichterbij geraak.
We gaan trouwens proberen het album begin 2017 uit te brengen.
Heb je altijd een notitieboekje bij om teksten te schrijven?
Nee, ik schrijf gewoon flarden van teksten op papiertjes die ik vind. Eens ik thuis ben, probeer ik er wat orde in te brengen. Het feit dat er op vele papiertjes een hotellogo staat, maakt het wat gemakkelijker, dan weet ik tenminste nog wanneer ik wat geschreven heb. Veel van mijn inspiratie haal ik trouwens uit het rondtouren zelf, uit wat ik zie en wie ik zie.
Wat doe je nog onderweg?
Steve en ik hebben altijd een akoestische gitaar bij, dus we oefenen terwijl we in de auto zitten. En we vertellen ook grapjes, er gebeuren soms redelijk wat dwaze dingen (lacht). En Chris is onze chauffeur, hij is daar echt goed in.
Zoals gezegd kom je uit de metalscene. Al over een reünie met een van je vorige bands gedacht?
Het kan altijd. Zo'n 3 jaar geleden heb ik een optreden gedaan met mijn laatste band, en dat was heel plezant. Ook wel veel werk, want metal is totaal anders dan blues, het zit vol kleine stukken muziek die exact zo moeten gespeeld worden, je kan er niet zomaar op improviseren. Hard werken dus, we hebben 4 keer gerepeteerd voor de 5 nummers die we moesten spelen.
Heb je nog altijd die BB King-gitaar?
Zeker en vast, maar ik speel er niet op. De gitaar ligt veilig opgeborgen in mijn kast. Ze heeft een grote sentimentele waarde, maar ik heb nooit op SG-modellen gespeeld, dus gebruik ik deze ook niet.
Je speelt op Epiphone en Gibson hollowbody gitaren. Ooit met Fender geëxperimenteerd?
Ik heb heel lang op een Strat gespeeld, maar 10 jaar geleden ben ik overgeschakeld.
Wat is het verschil in spelen?
Als ik een tijdje met mijn hollowbody gespeeld heb, dan voelt de kleinere Fender altijd aan als een speelgoedgitaar. Maar als ik een bepaalde sound wil, dan gebruik ik de Fender, daar zie ik geen graten in.
Heel wat gitaristen zweren bij een merk, en jij vindt het geen probleem om verschillende merken te bespelen?
In de studio is het anders, afhankelijk van het lied verander ik van gitaar. Maar voor het overige blijf ik liever spelen met dezelfde gitaar, ik ben nogal standvastig. Ik vergelijk het al eens met een auto: als je 5 jaar met dezelfde auto rijdt, dan weet je waar de lichtknop zit, je kent het voertuig vanbinnen en vanbuiten. En als je een nieuwe auto koopt, dan duurt het een tijdje vooraleer je alles weet zijn. Wel, met een gitaar is dat juist hetzelfde.
Iemand die je tourschema in de gaten houdt, kan zien dat je een harde werker bent. Doe je dat uit financiële noodzaak?
Ik ben graag bezig, dan blijft alles aan de gang. Ik kan niet stilzitten, een week zonder spelen of zonder een optreden is een ramp voor mij. Ik ben bijna bang om stil te vallen. Zoals een atleet, die moet ook elke dag trainen om op peil te blijven.
Maar je kan toch ook thuis oefenen?
Dat doe ik ook, maar ik heb graag dat de mensen mijn naam kennen, en dat de interesse in wat ik doe, aangewakkerd blijft. Ik wil dus niet 1 of 2 maanden gewoon thuiszitten, eerlijk gezegd weet ik niet wat ik dan zou doen.
Misschien zit het in je genen, en zou je in een andere job ook zo'n bezige bij zijn?
Niet echt, geloof me (lacht). Vroeger deed ik ook andere jobs, en mijn probleem was dat ik ofwel te laat was, ofwel te veel verlof nam. Met de muziek is het anders: het is een passie, ik vind het niet erg om op tijd te zijn. Ik ben dankbaar dat ik mijn brood verdien met de muziek. OK, soms is het moeilijk, en twijfel je aan jezelf omdat je niet direct resultaat ziet van je inspanningen, maar ik heb een toffe job, met wat ik doe maak ik mensen blij.
Ik maak me pas zorgen als ik niet speel. In Florida is er een hele toffe bluesscene, maar we voelen wel dat het moeilijker wordt om de boel draaiende te houden. Een vriend van mij woont in New York, en hij zegt dat het ginder nog erger is. En dat is beangstigend, want ze zeggen altijd dat New York de trendsetter is in Amerika, dus hopelijk zet die trend zich niet verder.
Onlangs sprak ik met Danielle Schnebelen en Jason Ricci. Ik zou je graag dezelfde vraag stellen: denk je dat jullie generatie (samen met oa Damon Fowler en Victor Wainwright) die nieuwe bluesgeneratie is?
Moeilijke vraag. Dat weet ik nog zo niet. Er zijn nu ook al goede bluesmuzikanten, die jonger zijn dan ons. Er zullen altijd jongeren zijn die niet in hokjes denken, en zich door de blues laten inspireren, in plaats van te luisteren naar wat ze op mainstream radio horen. Jongeren die weten dat er leven is na Justin Bieber of Miley Cyrus. Dat is voor mij de toekomst van de blues. Want ook al zeggen de mensen 'ho, de blues is dood', die muziek is al zo lang aan het sterven, en is er nog altijd, het is tijdloze muziek.
Nog zo'n jonge bluesartiest is Sean Carney. Je hebt al enkele malen meegedaan aan zijn 'Blues for a cure' project, dat geld inzamelt voor kankeronderzoek. Voel je je nog meer verplicht om je voor het goede doel in te zetten, nu je zus ook getroffen is door die ziekte?
Ik heb altijd geprobeerd om mensen te helpen, waar en wanneer ik kon. Maar natuurlijk, nu het zo dichtbij komt, realiseer je je pas echt wat kanker kan aanrichten in een leven. En ik wil mijn zus zoveel mogelijk bijstaan, waar en wanneer ik kan. Ze is het eerste waar ik aan denk als ik opsta, en het laatste waar ik aan denk voor ik ga slapen.
Dus elke keer ik de kans heb om me in te zetten voor een goed doel, probeer ik dat ook te doen. Daar hoef ik geen 2 keer over na te denken.
Je bent ook een grote Django Reinhardt-fan. Inspireert hij je nog steeds?
Zeker en vast. Ik hou echt van die muziek, en vind het inspirerend om het te bestuderen. Vroeger had ik thuis een band waarmee ik traditionele gypsy jazz speelde, dus die muziek is een deel van mijn muzikaal DNA.