DEREK - GENT - 20/02/16

Artiest info
website  
 

recensie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We hebben er niet altijd een idee van, wanneer er een goeie aanleiding is om een praatje te gaan maken met deze of gene artiest. Doorgaans gebeurt dat als hij een nieuwe plaat uit heeft, of wanneer er een toernee aankomt. In het geval van Derek, bleef de geijkte pers unaniem Oostindisch doof voor zijn nieuwe, heerlijke plaat “Le Sel de l'Eté”, onze nationale radio, die nochtans zowat elke Belg op de koffie uitnodigt, zodra hij zelfs maar in EP'tje op de markt brengt, deed zo goed als niks en dus voelde Rootstime zich geroepen -eigenlijk waren we gewoon uitgenodigd- om, op één van de schaarse berenkoude dagen die deze winter telde, naar de Brusselse AB te trekken en Dirk Dhaenens, weliswaar met zijn toestemming, uit te vragen over het leven van een muzikant in 't algemeen en over zijn nieuwe plaat in het bijzonder. Dat wij simpelweg de enigen waren, die ingingen op dat aanbod, verbaasde ons hogelijk en dat lieten we dan ook niet onvermeld:

Dirk, wij zijn hier zowaar de enigen die op je uitnodiging ingingen. Nochtans las ik op je website flink wat aankondigingen voor concerten. Er zijn dus wel degelijk mensen, die naar jouw muziek willen luisteren. Hoe verklaar je dan het grote stilzwijgen van de muziekpers?

Dat ik het echt niet weet. Ik blijf inderdaad behoorlijk veel gevraagd worden voor concerten en, al blijf ik eigenlijk een beetje in hetzelfde circuit hangen, tegelijk kan ik wel vaststellen dat er geregeld nieuwe en betere locaties bijkomen, maar de aandacht van de muziekpers is inderdaad zeer beperkt, ook al maak ik dan in Franstalige plaat, wat toch niet echt alledaags is in Vlaanderen.

Pas jij dan niet meer binnen de gangbare formats misschien?

Daar sta ik eigenlijk niet eens bij stil. Ik zou trouwens niet weten hoe dat eruit ziet, zo'n format...

Volgens mij worden ze vandaag bepaald door mensen die geboren zijn na 1990...

Weet je, ik doe gewoon wat ik doe en ik probeer dat zo goed mogelijk te doen. Daarbij hou ik absoluut geen rekening met labeltjes of vakjes of formats. Af en toe valt er al eens een appeltje uit de kast, waar ik dan heel blij mee mag/moet zijn. Zo was ik, op uitnodiging van Kommil Foo, te gast bij de Radio 1-sessies. Dat was voor het eerst zo en het was heel fijn om doen: goeie locatie, heel goeie groep en een  publiek dat verrassend goeie respons gaf. Je zou dan denken dat zoiets een vervolg krijgt in de playlists, maar daar merk ik bijzonder weinig van.

Zonder dat ik de nostalgicus wil uithangen: was het vroeger misschien toch beter?

Goh, ik herinner mij hoe we, heel lang geleden, met Derek & The Dirt, op Radio 2 live speelden bij de “Gewapende Man” van Julien Put. Wij zaten toen in hetzelfde programma als Will Tura en dat is een belevenis, die me altijd zal bijblijven. Die hartelijkheid, die openheid van toen, dat mis ik vandaag wel wat, ja. Als je vandaag geluk hebt, zit je in een vakje en ik heb vermoedelijk de pech dat ik tussen de vakjes in val: ik hoor niet bij het ene en niet bij het andere. Nochtans blijf ik denken dat mijn nummers het beluisteren waard zijn.

Dat is iets waar ik mee zit: als ik hoor hoeveel -voor mijn part terechte- aandacht er naar mensen als Zaz, Sanseverino of Thomas Dutronc gaat, waarom zouden jouw Franse Chansonettes dan niet gedraaid mogen worden?

Dat is nu eens een vraag, waar ik geen antwoord op heb, zie. Ik weet het gewoon niet. Ik stel alleen maar vast dat ze niet gedraaid worden. Ik hoop gewoon dat ze “maar” één of ander probleem hebben met wat ik maak. Dat het, met andere woorden, een kwestie van smaak is en niet van één of andere vorm van voorkeursbehandeling, die anderen dan wel krijgen. Ik maak er me eigenlijk niet echt veel zorgen over: ik heb dat zelf niet in de hand en ik schiet er niks mee op....

Terzake dan maar: is er in bijzondere reden waarom je nu terug naar het Frans grijpt om een plaat te maken? Da's toch al wel eventjes geleden?

Niet echt, nee. “Ca va, mon Ami” dateert van 2008 en daarvoor, in 1999 was er “Cabaret Sauvignon”, dus, deze is nu de derde Franstalige plaat. Nu, de eerste twee waren uitverkocht, maar bij concerten werd er nog wel naar gevraagd en daarom heb ik “Château Derek” uitgebracht, wat eigenlijk gewoon een compilatie van de eerste twee was. Voor de nieuwe was het eigenlijk gewoon in kwestie van goesting: ik ben altijd wel Franstalige teksten blijven schrijven en de zin om daar wat mee te doen, is me beginnen te bekruipen, ook al doordàt ik met die compilatie bezig was geweest et voilà... Komt daarbij, dat ik intussen al vijf nederlandstalige CD's gemaakt heb en dat de respons dààrop ook al niet echt overweldigend was, al werd bijvoorbeeld “Zusje” wel eens gedraaid, net als “Aan het graf van Gerard Reve”, maar verder...nee...Overigens zijn dat precies de nummers die ik op de Radio 1-sessie gedaan heb.
Ik ben trouwens nooit echt overtuigd geweest van mijn kracht als zanger van Nederlandstalige teksten zij het dat je mij nu ook niet gaat horen zeggen dat ik het hoofdstuk “Nederlands” als afgesloten of afgerond beschouw. Nee, ik had gewoon goesting om terug in 't Frans te zingen.

Is het Frans dan in beetje jouw tweede moedertaal of zo? Ik bedoel maar: met je Gentse achtergrond, zou dat niet eens hoeven te verbazen...

Helemaal niet: mijn ouders zijn allebei echte Vlamingen en ik ben volledig in het Vlaams opgevoed. Wel ben ik vertaler-tolk van opleiding, wat misschien iéts van een verklaring is. Veel belangrijker is echter, dat, in de laatste bezetting van Derek & The Dirt er ene Yves Meersschaert bij de groep kwam. En die mens -je kent 'm als “Vis”-, die is het product van twee Franstaligen uit Ronse. Zelf ging hij naar het Nederlandstalig onderwijs, maar van origine is hij Franstalig en met Derek & Vis namen we eerst wel een drietal Engelstalige platen op, maar intussen had Yves ook wat dingen in 't Frans klaar en dat is eigenlijk de grootste trigger geweest: ik wilde dat ook wel eens proberen, of ik voelde mij geroepen om aan de teksten van Yves te zitten schaven. Mijn liefde voor de Franse taal is daar naar boven gekomen, maar mijn wortels zijn op en top Vlaams. En natuurlijk kende ik Brel wel en Aznavour, maar bij Yves thuis, daar hadden ze werkelijk alle belangrijke platen van alle belangrijke Franse artiesten.
Nu, intussen ben ik wel aan een flinke inhaalrace begonnen: sinds 2008 doe ik elk jaar tijdens de Gentse Feesten een speciaal programma, “Place Musette”, waar de hele Feesten lang, alleen maar Franstalige muziek gespeeld wordt. Ik treed daar ook elk jaar op en deze nieuwe plaat is dan een perfecte kapstok om mijn concert dààr aan op te hangen.
En voor de volledigheid: momenteel ben ik aan een reeks Engelstalige songs bezig, zodat je redelijkerwijs kunt verwachten dat de volgende plaat een Engelstalige zal zijn.

Als ik dat zo hoor, hoe je zo vlot van de ene naar de andere taal springt, dan lijkt vertaler-tolk mij een logische studiekeuze.

Bof...ik denk dat het eigenlijk toch allemaal achteraf gekomen is, door te lezen en te luisteren. Toen ik afstudeerde en mijn diploma in handen had, was ik vooral bang dat iemand me zou vragen om in zo'n vertaalcabine te kruipen en te gaan tolken. Eigenlijk begint het allemaal pas, zodra je afgestudeerd bént, want buiten een pak schoolse kennis, krijg je toch niet geweldig veel mee, denk ik.

Wat ik nog niet weet over deze nieuwe plaat -ik heb namelijk nog maar alleen de voorkant gezien- is, of je weer met dezelfde vertrouwde club muzikanten gewerkt hebt. Yves Meersschaert zit er allicht wel bij, maar verder ?

Marie-Anne Standaert is erbij op trompet en bugel, Hans Van Oost op gitaar, Mario Vermandel op bas en Luc Vanden Bosch op drums. Anvullend zijn er Kapinga Gysel op backing vocals, Rony Verbiest op accordeon en bandoneon en Pieter Denaegel op trombone.

Dus toch een pak mensen met wie je gewoon bent te werken. Mag ik aannemen dat dat scheelt in voorbereiding en in opnametijd?

Ik denk het wel: we communiceren makkelijk met elkaar en wat ze allemaal gemeen hebben: ze hebben geen van allen een ego. Dat zijn, in de loop der jaren, stuk voor stuk vrienden geworden en dat is voor mij heel belangrijk als ik aan een plaat werk. Ik moet me op m'n gemak voelen en dat kan bij hen absoluut wel.

Ik zou hen allemaal in de “Gentse Scene” willen situeren. Is die er, vind je? Ik bedoel maar: je gaat bij voorbeeld ook een Bruno Deneckere niet uit de weg en ik zag dat je ook met Steven De Bruijn optreedt....

Ja, met Bruno speel ik heel vaak samen. We kennen elkaar al zo'n twintig jaar en we doen tegenwoordig een Dylan-tribute. Ook Niels Decaster ken ik erg goed, maar wat opvalt, is de verjonging, die in het Gentse bezig is. Er komen werkelijk ontelbaar veel nieuwe groepjes aan de oppervlakte en dat is boeiend.

Terug naar de CD: wat moet ik me voorstellen bij “Le Sel de Lété”?

Niet al te veel: 't is gewoon een zinnetje uit één van de nummers “Toi”, het enige nummer dat ik solo doe. Het nummer zelf gaat over wie voor mij “God” is, al ben ik een echte atheïst..

Toch niet bij de Jezuieten opgeleid, want dat schijnt te helpen om atheïst te worden?

Nee, wel in 't katholiek onderwijs, maar niet bij de Jezuieten. Ik heb overigns geweldig goeie herinneringen aan die tijd. Ik heb me daar fantastisch geamuseerd en ik moet zeggen dat al de blabla van het katholicisme me nooit echt bijgebleven is of gestoord heeft: je neemt dat er gewoon bij en je trekt er zelf je plan mee, zoiets.
En verder is de titel gewoon een zinnetje uit dat nummer. Ik vond het wel mooi klinken en ik ben intussen 55...dan spreekt het “zoutje van de zomer” je wel aan: je begint dan stilaan te beseffen dat de zomer van je eigen leven finaal voorbij is en dat je volop in de herfst zit. De plaat gaat over veel dingen, die het zout in je soep en in je leven zijn: die dingen waarmee je bezig bent, waar je voor leeft, waar je méé leeft. “Toi” is trouwens in vrije vertaling van “Gij”, dat op de “Tingeling”-CD stond, die ik met Rony Verbiest gemaakt heb.

Ik stel me voor, als ik je oeuvre eens overloop, dat jij niet meteen moeite hebt om onderwerpen te vinden, waarover je een liedje wil en kan schrijven.

Nee, dat lukt vrij aardig. 't Is trouwens ook daarover dat “Toi” gaat: ik ben dan wel atheïst, maar ik geloof wel in een grotere kracht, een kracht die in jezelf zit en die je kunt opwekken. Die kracht reikt je dan dingen aan, waar je met je gewone mensenverstand niet bij kunt. Dat kunnen woorden zijn, of melodieën of inzichten in de gang der dingen, waarbij je je afvraagt “waar komt dit in hemelsnaam vandaan”? Maar het is er wel. Wellicht wordt het mee opgewekt doordat je lang en intens met iets bezig bent, in die mate, dat het tot in je onderbewuste kruipt en zich vandaaruit plots manifesteert. Een soort van “het Licht zien”..Sommigen zullen dit “inspiratie” noemen, maar alleszins ondervond ik al vaak dat er “iets” is, dat je op in bepaald punt of in bepaald moment de dingen doet “zien”, ja.
Ik kan bij voorbeeld alleen maar schrijven, als ik in complete afzondering zit. In een café lukt me dat nooit, omdat er teveel ruis is, te veel stoorzenders, die beletten dat je de vereiste graat van intensiteit bereikt om de dingen te kunnen vatten.. Als ik in m'n eentje aan het fietsen ben, lukt het mij ook. Ik schrijf tegenwoordig vooral in mijn tuinhuis, waar ik met mezelf ga samenzitten om dingen te maken.Je kunt dat aanleren, denk ik, dat “toelaten van die ander die in jezelf zit”. Ik denk dat we dat “ervaring” noemen. In een periode als de voorbije twee maanden, waarin er weinig concerten zijn, werk ik gewoon in mijn tuinhuis, vier dagen per week, acht of negen uren per dag aan mijn liedjes. Dat zijn de momenten, waarop er weinig of geen andere dingen dat “op jezelf zijn” komen verstoren en dat zijn de momenten waar ik telkens weer erg naar uitkijk.
Ik moet letterlijk vanuit mijn huis naar mijn tuinhuis, dertig meter verderop. Ik neem dan mijn gitaar mee, een laptop en een boekje en zo ga ik “naar mijn werk”. Zalig !

Je bent een fervente lezer, zo lijkt mij. Haal je soms je inspiratie uit wat je leest?

Ik ben daar alleszins niet naar op zoek, maar er komt mij wel eens wat aangewaaid, ja: het gaat altijd om de dingen die je aanspreken, die je boeien. Ik heb zowat alles van Bukowski gelezen, en tegenwoordig ben ik erg geboeid door A.L. Snijders, de uitvinder van de “Zeer Korte Verhalen”, de ZKV's. Eigenlijk is dat niet zo verschillend van wat Bukowski deed, noch van wat iemand als Bob Dylan op papier en op plaat zet. Dat zijn de dingen die me boeien, omdat ze, in zeer weinig woorden, naar de essentie van het leven gaan. En dat ook mijn zoon van 20 door Dylan en Neil Young geboeid is, geeft aan dat dergelijke boodschappen niet generatiegebonden zijn.

Nu je 't toch over je zoon hebt, op de plaat staat “Vas-y, mon enfant”. Een lied voor hem?

Voor alle drie mijn kinderen eigenlijk. Het is niet minder of niet meer dan de boodschap van een vader aan zijn zoon of dochter: “ga je eigen weg, doe wat je denkt te moeten doen, neem er je tijd voor, maar let erop, dat je je talenten niet verkwanselt”.

En “Où es-tu Maman?”?

Ik heb mijn moeder nog altijd. Ze is 92 nu en nog in redelijk goede doen, maar ik heb in mijn omgeving nogal wat mensen, die hun moeder niet meer hebben. Het liedje is eigenlijk niet minder of niet meer dan een opsomming van dagdagelijkse beelden,mijmeringen, sluimerende herinneringen... wat er al zoal door je hoofd flitst, maar dat refrein, waarin het hoofdpersonage maar geen afscheid kan nemen van zijn overleden moeder, onderbreekt telkens die stroom. Dat refrein is latent aanwezig en soms breekt het uit... Het verlies van de moeder is te groot om gecompenseerd te worden door andere herinneringen en faits divers. Dat kan een blijvend gegeven zijn voor vele mensen en sommigen komen er nooit los van...

“Ma Bouteille”, gaat dat waarover ik denk dat het gaat?

Dan zul je eerst eens moeten luisteren...Nee, het is niet veel meer dan een spielerei, echt een spelen met klanken, waarbij de inhoud eigenlijk ondergeschikt is aan de vorm. “Ca dépend de la touche” is nog zoiets. Ik kan dat, merkwaardig genoeg, makkelijker in 't Frans dan in 't Nederlands.. Die twee zijn vermoedelijk ook niet toevallig rocknummers.
Eigenlijk gaan al de nummers over dingen uit mijn leven en Het Leven. Neem nu “Marie”, da's eigenlijk terug te voeren op een onnozel rijmpje dat de man van m'n Meter altijd debiteerde in 't dialect: “dag Marie, 'k ben blij da 'k u zie en als ik u ni zaoge, 'kzou noar u ni vroagen, maar nu da 'k u zie, zeg ik “dag Marie”...”Pas de soucis” is wat het lijk te zijn: de bespiegeling van iemand die al één en ander meegemaakt heeft en tot de conclusie komt dat je je niet teveel zorgen moet maken, alles komt altijd goed.

Dat je intussen 55 bent, helpt wel, om zulke dingen op een geloofwaardige manier te brengen en laat dat nu net datgene zijn dat ik, in de 25 jaar dat ik jou en je muziek volg, altijd het belangrijkste heb gevonden: ik geloof wat jij zingt. Vind je die geloofwaardigheid zelf ook belangrijk?

Dat noem ik een fraai compliment. Ik probeer inderdaad gewetensvol bezig te zijn. Waar ik over schrijf, is wat me op dat moment bezig houdt. Ik vind buikgevoel nogal belangrijk en ik ga niet zoeken naar dingen, die niet bij mij passen.. Anders zou ik mijn creativiteit verliezen, denk ik en die heb ik nodig om mijn eigen weg te kunnen blijven creëren. De dag dat ik dat verlies, bloed ik dood, zo vrees ik. Nu laat het mij toe, mezelf te blijven, maar om de zoveel tijd met nieuwe dingen te komen aanwaaien, die ik dan telkens op dezelfde plekken kan gaan spelen. Zo creëer ik mijn eigen werkvloer, als het ware. Bezig blijven en doen wat je graag doet, da's toch mooi?

Wie zal ik zijn om je daarin tegen te spreken? Bedankt en veel succes !

Dani Heyvaert