Een Britse supergroep met enkele fantastische gitaristen op de voorgrond? Daar houden we van!
Toen bekend geraakte dat Matt Taylor een project opstartte met onder andere Marcus Bonfanti, Jon Amor en Paddy Milner, was de interesse bij heel wat mensen aangewakkerd. Die interesse veranderde in enthousiasme toen het eerste album het daglicht mocht aanschouwen: ze brengen een mix van rock, blues, soul en funk, die uniek én aanstekelijk klinkt.
Dat was genoeg voor de organisatoren om de groep uit te nodigen voor hun 30ste editie. Eén van de sterren, Marcus Bonfanti, was er niet bij, maar de 'vervangers' (wat een ondankbaar woord toch), kweten zich uitstekend van hun taak.
Vooraf gingen wij even aan tafel zitten met Matt Taylor, Jon Amor en Paddy Milner. De een al wat uitgeruster dan de ander.
Wie heeft de naam 'Boom Band' bedacht?
Matt: De naam komt uit een kinderboek van mijn zoontje, een dr Seuss boek dat 'All the places you wil go' heet. Het boek gaat over de reis van een kleine jongen, en er is een passage waar het wat triest wordt, en als je dan de pagina omdraait, is alles weer koek en ei, en staat er 'you'll find the bright places where Boom Bands are playing.' En ik vond dat een mooie naam.
Jon: Dat wist ik helemaal niet, klinkt wel mooi en leuk!
Matt, welke verwachtingen had je toen je de Boom Band opstartte in 2013?
Matt: Wel, eigenlijk vonden Steve Rushton en ik het alleen maar leuk en spannend om een groep te beginnen, er waren niet echt veel verwachtingen in het begin.
Er zijn ondertussen wel 4 gitaristen in de groep, vreesde je niet dat het overkill zou zijn?
Jon: Het klinkt wel als een aankomende ramp (lacht).
Matt: Er waren geen vaste regels toen we begonnen, we hebben gewoon een paar bekenden opgebeld, en iedereen was enthousiast, dus voila, hier zitten we dan...
Was iedereen eerste keus?
Matt: Oh, moeilijke vraag (lacht).
Jon: Dat wil ik nu ook wel eens weten zie.
Matt: We hebben met anderen gesproken voor we bij Jon terechtkwamen, maar hij is oké hoor (lacht). Serieus nu, iedereen zei onmiddellijk 'ja', en toen waren we dus met 7. Oorspronkelijk dacht ik gewoon een soort collectief op te starten, en als er optredens kwamen, zouden diegenen die vrij waren, spelen. Er was niet echt een plan gemaakt op voorhand.
Jon: En dat is ook het mooie ervan. Toen ik bij Matt aankwam voor de opnames, wist ik niet wat er zou gebeuren, ik dacht dat het nogal losjes en ongecompliceerd zou verlopen.
Matt: Ik had iedereen gevraagd wat songs mee te brengen waar ze aan het werken waren, of misschien een lijstje te maken van covers die ze wilden spelen. Iedereen had hopen materiaal bij, en toen hadden we al vlug een heel album bij elkaar gespeeld. Het gebeurde allemaal redelijk organisch, het was niet echt gepland.
Jon: Ik vind het heel leuk, omdat er geen grote druk achter zit. Als er shows zijn, dan doen we ze gewoon, en het is leuk om elkaar te zien, want we lopen nu niet direct elkaars deurs plat.
Hoe hebben jullie in de studio gewerkt?
Matt: Sommigen hadden demo's bij, of bij anderen, zoals bij Jon, was er nog niks opgenomen. Hij heeft 'Moonshine' dan ook live voor ons in de studio gebracht.
Jon: Dat was redelijk intimiderend. Ik stond daar, omringd door mannen die allemaal zelf goede songwriters zijn, en ik moest 'mijn liedje' zingen. Er was nog helemaal niks klaar, ik had onderweg in de auto nog vlug een strofe zitten bedenken, in mijn hoofd.
Matt: Echt waar? Het duurt soms weken voor ik tevreden ben met een tekst en jij 'schrijft er vlug één in de auto' (lacht)?
Jon: oké, het refrein en de eerste strofe waren al af. Maar het was redelijk intimiderend, maar omdat iedereen openstaat voor andersmans werk, was het een mooie ervaring.
Matt: Dat toont nog eens aan dat er geen vaste regels waren, we luisterden naar elkaar, en hielpen elkaar. Natuurlijk had diegene die het lied aanbracht het laatste woord over hoe het moest klinken.
Jon: Ik denk dat vertrouwen er veel mee te maken heeft: je weet wat de ander kan, je stelt je geen vragen, je weet dat ze iets kunnen aanvangen met jouw lied en je laat ze hun gang gaan. Dat is het mooie aan dit album denk ik.
Komt er nog een tweede album?
Matt: Officieel zijn we er nog niet mee bezig. Nu, ik heb wel een paar dingen rondslingeren die door The Boom Band kunnen gebruikt worden.
Jon: Ik heb ook nog wel een paar ideeën. Het is ook wel zo dat een tweede album anders zal zijn dan het eerste, omdat we elkaar al kennen, en we weten wat we aan elkaar hebben. We kennen elkaars stemmen, we weten wie bij wie past, ook voor harmonieën is dat belangrijk.
Matt: Op dit album zingt ieder zijn eigen song, maar het is goed mogelijk dat ik voor een volgend album iets schrijf dat door Jon of Marcus gezongen wordt.
En als iemand de groep wil verlaten om verder te werken aan een solo album, hoe zouden jullie dat opvangen?
Matt: We doen gewoon ons ding, maakt niet uit met hoeveel we zijn. Vandaag zijn we maar met 3 van de oorspronkelijke band (Matt Taylor, Jon Amor en Paddy Milner). We zijn daar heel relaxt in: kan je mee, goed, kan je niet mee, dan zoeken we een evenwaardige vervanger.
Paddy: We zijn één grote familie eigenlijk.
Jon: Dat is waar, het gaan niet om 'erbijhoren' of de groep 'verlaten', The Boom Band is een omgeving waar je kan bijhoren als het kan, maar het 'moet' niet.
Het is geen vaste verbintenis?
Matt: niet echt, maar wie meedoet, zet zich wel voor de volle 100% in.
Jon: Sommigen worden nerveus als je spreekt over prioriteiten en vaste verbintenissen. We willen gewoon ons ding doen, het moet plezant blijven, en het feit dat er weinig druk achter zit, speelt zeker een grote rol.
Matt: Het moet plezant blijven.
Paddy: Wel, op het podium is het eigenlijk altijd leuk. Wat erbij komt, kan al eens 'werk' worden.
Kenden jullie elkaar al goed voor jullie samen in de groep stapten, of niet?
Jon: Ik kende Matt wel, maar met Marcus of Paddy had ik nog nooit samengespeeld. Ik had hen wel al ontmoet, maar dat was alles. Ik vind het zelf heel leuk om nieuwe mensen te ontmoeten, ik heb de laatste tijd meer de neiging om 'ja' te zeggen als ik voor iets gevraagd wordt, en eigenlijk is het leven zo veel plezanter!
De cover van de cd is gemaakt door Steve Rushton, maar kunnen jullie mij daar iets over vertellen?
Matt: Ik had al wat foto's van het internet gehaald om een idee te hebben wat we wilden. Eén foto van een jet vond ik wel mooi. Als een jet door de geluidsmuur vliegt, heb je niet alleen een knal, maar er is ook de condensatie die rond het vliegtuig een trechter vormt. Zo'n foto zou een mooie albumcover kunnen zijn, maar ik wou niet echt een foto, maar iets van onszelf. En dus stelde Steve voor dat hij die foto ging herwerken. Toen ik zijn eerste ontwerp zag, schrok ik wel even, want het was vreselijk kleurrijk. Maar toch bleef dat beeld hangen bij mij. Steve heeft het toen door een grafisch ontwerper wat laten aanpassen, en voila, de cover was er. Ik vind dat er een 'classic album'-vibe rond hangt.
Hoe voelde het om samen met Van Morrison te spelen? (video)
Jon: Persoonlijk was ik redelijk bang, want hij heeft natuurlijk de reputatie om een moeilijke en norse man te zijn, maar niets is minder waar. En bovendien wisten we op voorhand wat we gingen spelen. We waren allemaal wel nerveus, je kon voelen dat er een zekere spanning in het gebouw hing voor hij arriveerde.
Paddy: Maar hij was heel beleefd, zei goeiedag tegen iedereen, op toch een beetje een afstandelijke manier.
Matt: Ja, heel ernstig allemaal.
Paddy: Maar hij was fantastisch, en ik denk dat hij zich wel geamuseerd heeft, dat kon je zien.
Jon: Er gaan zelfs geruchten dat hij zelfs geglimlacht heeft op een bepaald moment.
Matt: Da's waar, er is zelfs bewijs van, kijk maar eens op Youtube!