BRYAN LEE - HEERLEN - 20/03/09
*
Goedemiddag Bryan, welkom in Heerlen op de Southern Bluesnight, hopelijk is
je Europese toer je tot nu toe bevallen?
Zeer zeker, een aantal dagen geleden waren we in Breda, dat was ons eerste Nederlandse
concert in veertien jaar.
*
Wij komen uit België, we wonen in de omgeving van Hasselt, maar we konden
12 maart niet naar de MOD komen, en omdat we dit festival niet wilden missen,
zitten we nu hier om met je te praten.
Hasselt was leuk, het publiek was er heerlijk, heel enthousiast, en we speelden
er iets meer dan twee uur geloof ik. Geweldig concert!
*Je bent blind vanaf je jeugd, negen was je geloof ik toen je volledig blind
werd, wat wij graag wilden weten is of jij je blindheid als muzikant aanvoelt
als een handicap of net niet, en het eerder als een voordeel beschouwt op muzikaal
gebied?
Op het podium is het volgens mij zeker een voordeel. Je kunt je 100% concentreren
op je muziek, je bent visueel niet afgeleid door iemand in het publiek of zo.
Natuurlijk, als je heel geconcentreerd aan het spelen bent en er komt iemand
die op het podium staat naar je toe en die je hand aanraakt of zo dan kan je
wel heel erg schrikken, dat is me al gebeurd. Ik heb mijn show ook altijd een
viertal nummers vooruit al gepland, zoals een schaakspel. Ik wil niet dat het
stilvalt, enkel eventueel een praatje over de volgende song of met het publiek,
daarom weet ik altijd wat er vervolgens gaat komen. De energie vasthouden en
overdragen naar het publiek zodat ze meedoen, dat is mijn doel.
Het enige nadeel aan mijn visuele handicap is, nu bijvoorbeeld dit, ik weet
niet waar we nu precies zijn, hoe deze ruimte eruit ziet, waar de stoelen en
tafels zijn. Ik kan ook nooit zelf vlug in de wagen springen en ergens naartoe
rijden en van die dingen, maar ik heb een schat van een vrouw die daar allemaal
voor zorgt, nu op deze tour kon ze er niet bij zijn, omdat ze les geeft aan
gehandicapten, maar als muzikant of op een podium, zie ik het zeker als een
pluspunt.
*
Je bent vanaf je jeugd in blues geïnteresseerd, we horen duidelijk in je
muziek de invloeden van de drie Kings en Albert Collins, maar je bent ook een
prima zanger, zijn er ook zangers die jou beïnvloed hebben?
Zeer zeker, de belangrijkste is BB King, hem zie ik als een zanger die goed
gitaar speelt, er bestaan daar tegenover ook de gitaristen die zingen een voorbeeld
daarvan is Stevie Ray bijvoorbeeld. Albert Collins ook, hoewel ikzelf ook hem
onder de zangers tel. Maar de zangers die ik belangrijk vind zijn Eddy James,
Little Milton Campbell, en Johnny Adams uit New Orleans, misschien niet de bekendsten,
maar wel stemmen. Als ik kon zou ik wel een tribute willen uitbrengen voor Johnny
Adams, maar mijn platenfirma zegt: Wie is in godsnaam Johnny Adams...dus dat
wordt moeilijk. Het lijkt wel de naam van de baas van de carwash, dat heeft
niet het charisma van een naam als Smiley Lewis of Professor Longhair of Dr.John.
Johnny Adams zong echt alles, of het nu jazz, gospel, blues of r&b was,
hij deed het allemaal moeiteloos.
*
Wat betreft je gitaarspel, ik heb zelden of nooit iemand gehoord die de gitaarstijlen
van zijn voorbeelden zo beheerste als jij, als je een cover speelt van Elmore
James, klinkt de gitaar als die op de originele Elmore James platen, hetzelfde
met Freddie King, je geeft de songs wel je eigen stempel, maar het gitaargeluid
zelf is bijna identiek.
Wel,... (lacht wat verlegen en zegt op bezwerende toon) ik moet je een geheimpje
vertellen. Aan het Elmore geluid heb ik geen verdienste, ik speelde geen gitaar
op "It Hurts Me Too", dat was een van mijn beste vrienden, Bill Flynn.
Ik speel namelijk geen slide, dus als je op een van mijn platen slide hoort
is 't iemand anders. Wat niet wegneemt dat ik wel de Freddie King's gitaarstijl
inderdaad onder de knie heb, om 't zo te zeggen. Ik heb natuurlijk nooit iemand
zien spelen, ik moet 't allemaal met mijn gehoor doen, maar Freddie King, om
een of andere reden, lag hij me zeer goed. Ik wist zelfs niet dat je kon "double
picken" om even een vakterm te noemen. Ik kon alleen up-pick en down-pick
spelen. Toen ik het probeerde, lukte het me nooit, iedereen lachte me uit: "Jij
kunt niet eens double picken! "Maar het keerpunt was toen ik in Milwaukee
in een Club speelde,"Teddy's" in 1973 was dat . Ik ging na het optreden
mijn centjes halen en de baas, Tony Macky , een Siciliaan, een prachtkerel,
zegt tegen me op nogal barse toon: " "Bryan, ik heb hier al veel muzikanten
gehoord, maar voor ik je betaal moet ik je wat vragen: "Wie is Bryan Lee
in godsnaam?". Ik begreep het niet en dacht, wat heb ik verkeerd gedaan?
en hij vraagt het me nog eens. "Ik vraag je iets!" en zijn stem werd
nog bozer en luider. "Wie is in godsnaam Bryan Lee?!" Ik zei met een
bang stemmetje "Tony, wat heb ik misdaan?" en hij zegt "Bryan
je hebt niks misdaan, maar ik heb nu je hele optreden gezien, en ik hoorde de
Allman Brothers en ik hoorde Johnny Winter en BB.King, maar waar is Bryan Lee?"
Als je iets wil betekenen moet je niet proberen iemand anders te zijn. Meer
heb ik niet te zeggen. Wat hij zei was als een slag van een mokerhamer.. Ik
besefte plots dat de man gelijk had, hij deed me inzien dat, als ik iets wou
bereiken ik mijn eigen weg moest zoeken, en dat heb ik dan ook gedaan. Ik zocht
een eigen stijl, Buddy doet het, BB doet het en ik doe het op mijn manier, ik
probeer het publiek zoveel mogelijk mee te laten doen, maak grapjes over het
blind zijn en zo, en ik denk dat ik erin geslaagd ben, want als ik kritisch
naar mijn eigen platen luister hoor ik mezelf, niet iemand anders. Ik heb nu
een nieuwe cd, ze is nog niet helemaal af, want er is nog een probleempje met
het management van Buddy Guy. Hij had me een gastoptreden beloofd, en zei, regel
het even met mijn management, maar ze zijn niet gemakkelijk om mee te onderhandelen.
Maar...er lijkt wat schot in de zaak te komen, en hopelijk komt het in orde.
Twee van zijn song die hij samen met Junior gedaan heeft "I Don't Know"
en eentje van het “Hoodoo Man” album. Ze zijn klaar en we sturen
ze naar zijn management en hij zou ze nu inspelen in een van de studio’s
waar hij ook is en terugsturen. We zien wel hoe het afloopt. Clapton heeft ’t
ook zo gedaan met Buddy’s laatste cd, ze hebben het samengebracht, studio-ingenieurs
tegenwoordig kunnen ’t laten klinken alsof ze samen speelden. Ik hoop
dat hij in augustus klaar kan zijn, het is anders dan “Katrina”
maar er zullen wel verschillende muzikanten hetzelfde zijn.
*
Is Bruce Katz er ook weer bij?
Nu komt het interessante deel: Ik hou enorm veel van Bruce, hij is een fantastische
organist, maar deze keer wou ik echt met David Maxwell werken. Ik ken hem al
van zijn tijd met Freddie King en met James Cotton, en hij is nu freelance,
hij speelt die echte Chicago pianostijl, je zou zweren dat je Otis Spann terug
hoort. Bruce weet dat ik ditmaal David ga nemen en heeft er absoluut geen probleem
mee. Ik kwam hem in Ottawa tegen op het festival daar, hij is er de vaste pianist
om andere bands of artiesten te begeleiden en ik zei ;” wij moeten wat
samen doen, en ja, nu is het zover.” Dus deze keer geen orgel, maar piano.
*
Je zit vanaf het begin bij Justin Time records, je bent heel loyaal, al veertien
releases lang.
Ja ze zijn de enigen die je volledig je zin laten doen en je het geld dat je
verdient mooi opsturen om het eenvoudig te zeggen. Hetzelfde met Duke, hij laat
je bezig zijn, en als hij kan helpen, doet hij het, maar hij dringt zich niet
op. We zijn samen naar school geweest, we luisterden naar dezelfde dingen. Ik
ben in de studio zeer gedreven, en als ik het goed wil hebben is niets me teveel.
Op “Katrina” waren er problemen met mijn zang in een van de nummers,
en Duke zei toen ik nog een take wou doen op een avond héél laat.
“Bryan, als je wil, o.k, maar ik stel voor van nu te stoppen, ik hoor
dat je stem vermoeid klinkt, we zijn ook al veertien uur bezig, als je morgen
fris begint weet ik dat het in één take perfect zal zijn, en natuurlijk,
de volgende morgen was ’t in vijf minuutjes perfect. Hij heeft gewoonweg
altijd gelijk. Ook met de gitaarsolo’s, als ik dan zei, dit bevalt me
niet, dan zei hij:”Goed, als je’t anders wil spelen, dan doen we
’t op een ander spoor, maar deze is echt goed.. natuurlijk, uiteindelijk
was de goeie gitaartrack die ene die hij niet wou wissen. Je hebt zo een ervaren
man nodig, hij kan je helpen, want zelf sta je er te dicht op, om het zo te
zeggen. Iemand als Duke kan afstand nemen en zeggen wat best is. Hij is goud
waard.
*
Kan je ons even vertellen hoe je Kenny Wayne Sheppard ontmoette, en hoe jullie
samenwerkten.
Ja zeker, er was die rockgroep Cinderella en ze hadden een soort releaseparty
op een rivierboot de “Natchez” waar ze ons wilden als band. Hun
management wou in feite geen bluesband om die party te spelen, dat kon niet
voor een rockband volgens hun, maar die jongens zeiden: “ Bryan speelt.
Punt!” Kenny’s vader was een bekende radiodeejay. En hij had een
invitatie, en hij had zijn zoontje bij, dertien jaar was dat kereltje toen,
en na de fuif speelden wij in “The Absynth bar” onze dagelijkse
set. Kenny en zijn vader kwamen er ook binnen, hij was mee binnengesmokkeld
want hij was nog te jong. En plots komt een dienster zeggen, er is een jonge
gitarist hier en als hij dadelijk even mag meespelen krijg je 50 dollar. Ik
zeg: “als hij kan spelen mag hij meedoen, maar ik hoef die vijftig dollar
niet, maar als het niks is vliegt hij er af.” Om een lang verhaal kort
te maken, hij ging zijn gitaar en versterker halen in het hotel vlakbij, en
ik laat hem op ’t podium, we spreken af welke song we gaan doen en ik
zeg, na mijn solo kom jij. Wel dat kereltje speelde de sterren van de hemel,
al het volk dat voorbij wandelde en in de straat was, stroomde binnen om te
zien wie daar zo speelde. Ik vroeg hem dadelijk om de volgende set ook nog wat
mee te doen en tijdens de pauze praatte ik met zijn vader en toen bleek dat
hij nooit een voet op een podium gezet had en dat dit zijn eerste optreden was.
Hij zei toen: “Dit was fantastisch voor Kenny, als ik ooit wat voor je
kan doen, zullen we dat zeker doen”. Kortom, Kenny vormde een groep rond
zich begon snel bekend te worden en vroeg ons regelmatig om mee te jammen of
toen hij echt bekend was als zijn voorprogramma voor zijn tour, dat was heel
belangrijk voor ons want zo kwamen we in het “jeugdige” meer rockgetinte
circuit. Maar het mooiste voor mij was het “Ten Days Out” project,
de documentaire met al die bekende artiesten, zoals Hubert Sumlin en Clarence
Gatemouth Brown. Plots belt Kenny’s vader me, we gaan volgende dinsdag
naar The Old Absynth komen en we willen filmen met jou en Gatemouth, maar je
moet een paar nieuwe songs schrijven. Ik zeg “Ben je gek, twee nieuwe
nummers tegen dinsdag, het is donderdag!” . Wel er was daar een serveerster
die ook heel goed danste, Tina Marie, ze danste dan bovenop de toog, een echte
goede danseres, die veel succes had bij het publiek, en ik dacht, ik schrijf
een song over haar. En geloof me of niet, maar ik schreef die song in tien minuten,
eerlijk waar! En ik schreef ook nog “Blues Singer” maar dat beviel
hun niet zo en ik heb het nu op “Katrina” gezet. Ze kozen voor Tina
Marie, en we hadden Chris Layton en Tommy Shannon, wel bekend bij de bluesfans,
en het toppunt was dat “Tina Marie” dé song werd die uit
de DVD werd gehaald om het hele ding te promoten en drie weken nummer één
werd op de rockradio. Stel je voor de ouwe Bryan op zijn 64ste nr 1 op rockzenders.
Daarna kwam Jay Leno’s Tonight show waar ik samen met Kenny “Tina
Marie” mocht doen. Ik kon er me een mooie motorhome van kopen, en we toeren
nu in luxe in de States. We toeren daardoor nu ook regelmatiger terug in Europa,
het was van 1994 geleden dat we hier waren. In Frankrijk waren we nog wel, maar
hadden daar wat minder goede ervaringen met de boekingsagent, en werden nauwelijks
betaald. Maar nu hebben we in Duitsland iemand ontmoet die heel goed voor ons
zorgt, een prima promotor uit Hamburg, Ray Bodenstein en zijn collega Georges
Lemaire van Bluebridge network. Wat me verwondert is dat alle concerten al vlug
zo goed als uitverkocht zijn, dan denk ik, iemand moet zijn werk goed gedaan
hebben.
*Je
speelde veertien jaar in The Old Absynth enkele avond vijf dagen per week, treed
je nu na Katrina nog regelmatig in New Orleans op?
Niet veel, er zijn nog weinig clubs, het bluescircuit is bijna dood nu na Katrina:
één voorbeeld: Iemand kocht een club, de “Red Rhino”
die voorheen top 40 muziek draaide. Hij wou er een bluesclub van maken en doopte
ze “Coco” hij wou mij er de hoofdattractie maken met vaste optredens
en af en toe wat andere bands. Ik begon en vlak na Kerstmis en net voor nieuwjaar,
vier dagen later kwam ik binnen en er was een nieuwe eigenaar, nieuw personeel,
kun je je dat inbeelden, vier dagen! Ik speelde drie weken voor de nieuwe eigenaars
en toen was ’t plots de eerste eigenaar en hij besloot even later te sluiten.
Dus zat ik zonder werk. Wat later belt hij me en zegt “ik heropen: vier
dagen per week, van donderdag tot zondag, jij donderdag en vrijdag, Marva Wright
zaterdag en zondag.” Maar stel je voor, hij had ook een paar hip hop deejays,
Wij spelen, de zaak loopt vol, wij stoppen voor een uurtje om daarna onze tweede
set te doen, maar die deejays spelen iedereen buiten, loeihard, met die subwoofers,
dat de muren letterlijk barsten. Dan zitten al die jonge hiphoppers binnen en
wij moeten die in feite weer buitenspelen om de bluesliefhebbers binnen te krijgen..
Te gek voor woorden is zoiets, wij waren dan in the French quarter nog de enigen
die blues speelden..
*
Zijn er veel muzikanten weggegaan uit New Orleans?
Ja, maar er zijn er ook een paar die helemaal niet geleden hebben, zoals Henry
Butler. Maar velen zijn ook teruggekeerd, ook mensen die zegden dat ze in New
Orleans nooit nog een voet zouden zetten, zoals Cyril Neville, hij ging naar
Austin, en zei dat New Orleans een vuile, slechte stad was, waar ze hem nooit
nog zouden zien. Hij is terug... Maar het echte probleem is dat de echte goede
clubs dicht zijn, en degene die nog open zijn, betalen slecht. Ik doe er niet
meer aan mee om voor tips te spelen om ’t zo te zeggen. Ik ga na deze
Europese tour enkele maanden touren door Amerika en daarna Canada, ik ben tot
november volgeboekt. December verlof en dan terug touren in 2010. Ik denk er
zelfs ook over na om te verhuizen naar Florida want daar zijn massa’s
bluesclubs, en het weer is goed. Maar echte bluesclubs in New Orleans ….weinig.
Er is in Louisiana nog wel een hele goede juke joint “Teddy’s Juke
Joint” al de kerels van Baton Rouge: Larry Garner, Kenny Neal, ze spelen
er allemaal met veel plezier. Zijn vrouw kookt goed soulfood. Ik zou er wel
een live cd willen opnemen en die oude kerels zoals Henry Gray als gast vragen,
dat zou mooi zijn, want zoals ze zeggen “That place is always jumpin“
*
Is er een collega bluesartiest met wie je wel graag samen een cd zou willen
opnemen of samen het podium zou willen delen?
Ja, natuurlijk BB King, we zijn vrienden, maar hebben nooit samen gespeeld.
Hij is The president, The man, The chairman Of The Board.
*
Heb je misschien een tip voor een nieuwe jonge beloftevolle bluesartiest.
(Denkt diep na) …da’s een moeilijke, nu heb je me aan ’t zwijgen
gekregen, wat bijna nooit gebeurt. Het probleem is dat de meeste van die jongens
enkel teruggrijpen naar Hendrix en Stevie Ray en niet weten dat die het van
de oudjes leerden. Maar plots schiet er me een naam te binnen, een dertienjarige
jongen uit Bloomington Illinois, Matthew Curry, speelt enkel gitaar, en hij
jamt regelmatig met ons, hij kende aanvankelijk ook enkel Stevie Ray en zo,
maar ik vertelde hem over de pioniers en hij heeft geluisterd, hij vertelde
me dat hij met zijn vader naar de cd winkel gegaan was en Howlin Wolf, T-Bone
Walker gekocht had en toen speelde hij prachtige stukken T-Bone Walker met de
juiste benadering . Hij had zo goed geluisterd. Onthoud de naam, hij heeft nu
nog geen opnames maar ik ben zeker dat je nog van hem hoort.
*
Wel Bryan, bedankt voor dit aangenaam gesprek, het liep wat langer dan de twintig
minuutjes we gepland hadden.
Ja, geen probleem, ik ben nu eenmaal een prater, maar ik heb ervan genoten.
Als ik eenmaal met mijn bluesverhalen begin ben ik moeilijk nog te stoppen,
dat weet ik, ik ben 66 nu en ik heb zoveel bluesartiesten ontmoet man!
Dat Bryan
inderdaad een verteller is, is duidelijk, want na het uitzetten van de recorder,
na ongeveer een dik uurtje, praten we “off the record” nog een kwartiertje
verder met hem over New Orleans, vrienden en collega’s in de blueswereld.
(RON)
Foto's: Blowfish