KATHLEEN VANDENHOUDT - AB BRUSSEL - 28/02/09

Kathleen, je hebt samen met Liliane St Pierre en Guy Swinnen, Diest op de muzikale landkaart gezet. Ben je je bewust van het feit dat jullie een groot uithangbord zijn?Toch iets om trots op te zijn?
Weet je, natuurlijk ben ik heel blij een Diestenaar te zijn, daar liggen mijn roots. Ik kan dat moeilijk verloochenen. Op muzikaal gebied zijn ze me een hele tijd gewoon vergeten, maar de interesse bloeit de laatste tijd opnieuw open. Ze contacteren me terug en ik mag er op 14 maart een tapijtconcert gaan geven, wat ik heel fijn vind.

In Diest is een ware rel ontstaan rond “Diest, mijn stad”, waar Bekkevoort zelfs in de clinch gaat met Diest en Guy Swinnen voor zich opeist. Belachelijk niet, wat moeten ze dan van u denken?
Nee, ik heb eigenlijk nog geen negatieve reacties ontvangen. Als ik in Diest rondloop merk ik ook dat de mensen blij zijn van me weer te zien. Het is daar steeds hé ons Kathleen van hier en van daar. Guy woont nog in Diest en dat is toch anders. Hij maakt daar nog steeds deel uit van het straatbeeld. Bij mij is het steeds een prettig weerzien met vrienden, kennissen en familie. Wil je wat weten? Bij café “Den Baas” hebben ze zelfs een bus ingelegd naar mijn cd-voorstelling zaterdagavond in AB. Diest treedt buiten zijn grenzen.

Verlang je soms nog naar Diest of voel je je als artiest beter thuis in een culturele grootstad als Gent?
Ik kom op vele plaatsen thuis en heb ook op veel plaatsen gewoond, wat altijd een band schept. In Diest stond mijn wieg en kom ik echt naar huis. Ik kom echter thuis bij mensen en wat belangrijk is voor mijn muziek is dat ik contact heb met vrienden, ik noem ze de ponyclub, met wie ik op dezelfde golflengte zit, gedachten kan uitwisselen en muzikaal up to date blijf zoals een Roland Van Campenhout, een Bruno De Neckere of een Pieter-Jan De Smet. Ik kan bijvoorbeeld uren praten met een Bruno De Neckere, we zitten trouwens in dezelfde boot, en dat vind ik niet in Diest. De muziekscene is daar niet zo levendig als in Gent. Als artiest heb je dat nodig van af en toe je fundamenten bij te schaven en gedachten uit te wisselen. Je krijgt ook spontane uitnodigen om ergens te komen meespelen wat dan weer je muzikaal spectrum verrijkt en heel leerzaam is. Op dat gebied is Gent grensverleggend.

Ik herinner me zelf nog levendig de beginjaren van The Scabs en de opkomst van de punk. Ik kwam uit een ander muzikaal era met hardrock, symfonische rock en langs de andere kant grootheden zoals Neil Young en Bob Dylan. Wij keken toen eigenlijk serieus neer op die muziek omdat het muzikaal technisch weinig voorstelde. Achteraf bekeken heeft deze punkperiode echter het vertrouwen gegeven aan enorm veel jongeren om muziek te gaan spelen. Was dat bij jou ook het geval?
Absoluut. In mijn eerste groepje speelden we zelfs twintig nummers op een half uur aan een hels tempo van twee minuten per song. Onze grote voorbeeld waren natuurlijk The Scabs en ook The Skunks, die veel meer optraden dan wij. Het had ook iets rebels zoals wij in een rokerig garagekot kropen en revolteerden op onze gitaren tussen vier muren binnen ons braaf bestaan. De echte punkperiode heb ik ook niet beleefd, ik ben van 1969, maar ik heb die vibes allemaal wel meegekregen via de platencollectie van mijn broers.

Je broer Wim speelde ook muziek. Hebben jullie altijd de steun gekregen van je ouders?
Absoluut, mijn ouders hebben altijd voor honderd procent achter mij gestaan. Het rare is dat vanaf het eerste moment dat ik met muziek ben begonnen dat aanvoelde als mijn tweede natuur, alsof dit evident was. Op een avond heb ik mijn ouders in de zetel gezet, ik op de poef, de tv uitgeschakeld en gezegd, pa, ma, ik ga niet verder studeren. Ik wil iets met muziek gaan doen. Ik weet dat het geen gemakkelijke opdracht is, maar zonder jullie zegen kan ik daar niet aan beginnen. Ze antwoorden volmondig positief en dat gaf me de kracht en het vertrouwen om in eerste instantie naar Antwerpen te verhuizen en daar mijn weg te zoeken in de muziekscene. Het geeft een ongelooflijk goed gevoel de kans te krijgen om je droom waar te maken en te kunnen bezig zijn met datgene waar je onmenselijk veel van houdt. Mijn carrière is langzaam maar zeker naar boven geklommen en de vrijheid waarover ik mag beschikken is een formidabele luxe. Ik kan optreden voor de mensen en ook als toeschouwer door het leven gaan en alles bekijken vanaf de zijlijn, wat niet wil zeggen dat ik geen duik in het leven durf te nemen.

Wim heeft ondertussen voor theater gekozen, jij volop voor een muzikale carrière. Was dit een verschroeiende keuze?
Ik heb nooit niet getwijfeld en ik doe nu nog aan theater. Ik schrijf samen met Rik Tans van De Schedelgeboorten muziektheater voor kinderen. Dat is ongelooflijk crazy en creatief tegelijkertijd. De good vibes die tweehonderd kinderen je geven in een cultureel centrum zijn onbeschrijflijk. Ik moet daar niet in kiezen. Voor mij is dat een off-side project, een beetje vreemd gaan, maar niet ten opzicht van mijzelf. Mijn bestaan als singer-songwriter is niet iets wat ik doe, maar meer iets wat ik ben. Dat is mijn leven. Ik kan daar niet van afwijken. Dat blijft de hoofdzaak. Ik ben wel blij dat ik die kansen krijg. Je leert andere manieren van werken en songs maken en dat maakt het heel boeiend.

Heb je ook iets met gedichten, poëzie, misschien al van kindsbeen af?
Of ik dat van thuis meegekregen heb weet ik niet, maar als kind was ik al een romanticus en ook een beetje melancholisch van aard. Ik speelde wel met liedjes of gedichtjes in mijn hoofd, maar dan bijvoorbeeld voor Sinterklaas en dan nog de meest dramatische, zo van Sint Niklaas kom mij halen. Ik zat dat dan echt te zingen in bed. Dat herinner ik me nog levendig. Nu heb ik een zeer goede vriend van mij, de dichter Paul Cox, die me een beetje wegwijs heeft gemaakt in de literaire poëzie. Ik heb altijd wel veel gelezen, maar ik vind het leven op zich al poëtisch genoeg, zelfs in al zijn gruwelijkheid, en daar put ik mij inspiratie uit. Ik zie mezelf als toeschouwer langs de zijlijn.

Wat was je muzikale roots, want je eerste muzikale stappen deed je in de blues?
Blues was absoluut niet mijn muzikale roots. Het heeft te maken met de manier waarop ik zing. Voor mij is blues niet het genre muziek, maar een emotie en ik ben een emotionele zangeres. Geef mij een micro, laat me een verhaal brengen en het is blues. Daar ben ik ook het sterkste in.

Je bent een bluesmadam met een geweldige stem en we herinneren ons levendig “About Queens Of The Blues” en “Blue Angels” met Pascale Michiels. Vandaag klinkt je stem nog meer doorleefd dan vroeger en breng je je songs met dezelfde intensiteit als een echte blueszangeres. Je bent nu de singer-songwriter richting ingeslagen. De blues een beetje beu of moeilijk te verkopen?
Nee, maar ik had vooral de behoefte om zelf te schrijven en wanneer ik dat deed kwam er gewoon geen blues uit. Ik ben in mijn jeugd nooit geconfronteerd geweest met bluesplaten. Blues is niet mijn habitat om vanuit te schrijven. Ik kom uit een ander generatie, uit de New Wave en wat Punk erbij. Bij mij is alles verweven en die blues zit in mij, maar dan in de uitvoering van mijn songs. Zelfs Roland, die men toch de peetvader van de Belgische blues noemt, wijkt af van de blues en gaat veel breder. Mijn single “I Hear You” bijvoorbeeld heeft absoluut niets te maken met blues, maar dat verhaal over iemand die weg is, die nooit meer gaat terugkomen, dat verstaat iedereen. Als ik dat akoestisch speel op mijn gitaar dan zijn er mensen die na het optreden mij hun verhaal willen doen. Het gaat over het menselijke en het herkenbare en dat is de blues. Mensen dikwijls door een song bepaalde gevoelens durven erkennen en ze hoeven er niet met iemand over te praten, ze kunnen het rechtstreeks beleven.

Blues speelt zich meestal af in rokerige, soms lawaaierige kroegen, terwijl je nu met de intimiteit van je nieuwe album “Gracious” je pijlen meer richt op een aandachtig luisterend publiek, of ben ik mis?
Ik richt me niet tot één welbepaald publiek. Ik richt me tot de mensen die willen komen of die er toevallig zijn. Ik denk dat mensen met een hart en gevoelens een heel fijne avond bij Kathleen Vandenhoudt kunnen beleven. Of dat nu in een tent is, een cultureel centrum of in een café, ik wil niets pretenderen. Ik wil vooral heel eerlijk zijn. Soms is het heel moeilijk, want door je zo bloot te geven word je heel breekbaar. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar en ook mijn fans vind ik terug in alle leeftijdscategorieën.

Gracious, minzaamheid, hoffelijkheid, is een eervolle eigenschap van een mens, die ik meer en meer mis in onze hedendaagse maatschappij. Hoe zouden we dat kunnen verhelpen?
Ik denk niet dat dit mogelijk is. Daarom heb ik mijn plaat ook “Gracious” genoemd. Er is zo weinig gracieusiteit, mensen zijn zo hard geworden. Anderzijds is het zo hilarisch dat al de boekjes vol staan met gevoelens. Iedereen is op zoek naar gevoelens. Langs één kant zijn we verder weg dan ooit van een oprecht bestaan en aan de andere kant zijn we zo wanhopig op zoek. Mijn plaat is echt een ode aan dit gegeven. De teksten zijn allemaal momenten. Het gaat zowel over de gruwelijke dingen, zoals “Let It Burn”, over het manische van manisch depressief zijn of over een psychopaat, een manipulator die wij allemaal al is tegengekomen zijn in “Fuse Your Brain”. Meer en meer krijg je zo’n misgroeien omdat alles zo snel moet gaan. Iedereen is precies aan het overleven. Het is precies of dat we elkaar leegzuigen totdat er niets meer overblijft, heel droevig. Ik probeer toch positief te blijven denken, want als je dan door die muur kijkt zie toch ook wel heel mooie dingen. Daartegenover staat dan een lied als “Never Stop Caressing Me”, dat eigenlijk alles vervat en over de liefde gaat, en wat is liefde? Liefde is een taal en een taal dient om te communiceren en als je niet communiceert dan heb je geen taal, maar Babylon. Soms kan dat liggen in een heel oprechte streling. Wie is niet op zoek naar twee liefdevolle armen in een communicatie die ook fysiek heel mooi kan zijn. We zijn vergeten hoe we moeten communiceren. Reflecteren bij elkaar en lijnen trekken, we leren dat niet meer.

Het titelnummer “Gracious” toont mooi de tweestrijd tussen vrees en verlangen.
Het is een lied dat symbool staat voor het verlangen enerzijds, maar als ik rondkijk bij mijn vrienden de laatste tijd hoe moeilijk het is geworden om relationeel te kunnen overleven bij elkaar, omdat we vergeten van lijnen te trekken en hierdoor de essentie van wat een relatie is verliezen. Ik pleit echter schuldig op de eerste rij, want als ik in een relatie zit wis ik mezelf volledig weg. Ik verlies mezelf en langs de andere kant wil ik de held zijn en toch blijft er die onzekerheid over het waarom van mezelf weg te cijferen. Je kan beter eerst eens diep gaan graven in jezelf en dan een bewuste keuze maken.

Alle schrijvers gebruiken metaforen, maar jij hebt wel een heel speciale band met “Wings”?
Dat is de eerste keer dat ik daarmee geconfronteerd wordt en dat is eigenlijk wel waar. Dat dragende van een vleugel spreekt me aan. Zowel dragen als gedragen worden of sterke vleugels hebben om te kunnen vliegen in het leven. Ik heb geen dagdagelijks bestaan van om negen uur op te staan en te gaan werken en om vijf uur ’s avonds terug thuis. Ik maak veel mee. Ik ontmoet heel veel mensen en wordt heel veel geconfronteerd met het emotionele en het menselijke. Ik denk ook dat het symbool staat voor een houvast in mijn leven. Ik ben mijn eigen baas en een zeer emotioneel iemand. Die vleugels betekenen voor mij een soort kapstok. Iedereen zoekt vleugels en soms zijn die gewond en kun je maar vliegen op één vleugel, maar je blijft altijd op zoek naar twee vleugels, in welke situatie dan ook.

Het eerste nummer “Don’t Ever Stop Carressing Me”, is een mooi staaltje van muzikale erotiek, even sensueel en insinuerend als “Je ’t aime moi non plus”. De afsluiter of moet ik zeggen affluiter en wiegeliedje, “Little Song For Little You” toont dan weer de tedere, zorgzame, zelfs moederlijke Kathleen. Moeten passie en genegenheid bij u hand in hand gaan?
Voor mij wel. Ik ben een androgeen persoon en de androgeniteit die mijn essentie uitmaakt heeft niets te maken met mijn geaardheid. Ik heb beide kanten in mij en dat wordt ’s morgens bepaald door Pim, Pam, Pet. Ik sta de ene morgen op met het zorgende in mij, het vrouwelijke, de andere dag hang ik dan weer de stoere uit. Dat is altijd een clinch tussen de twee, maar ze zijn erg verbonden met elkaar. Ik ben de leeuw die boven op de rots staat, met de manen en de wind, maar als ik dan moet brullen komt er miauw uit. Dat is de perfecte beschrijving voor Kathleen Vandenhoudt.

De openingstekst in het cd-boekje luiden : “For You, You’ve Burried Your Words And Now There’s Nothing Left To Do Then To Accept That I Can Learn From Letting Go The Most Precious One And Finding The Strenght To Do So…Only Because This Is True Love”. Is ware liefde elkaar kunnen loslaten?
Absoluut. Ik denk dat dit het belangrijkste is als je iemand graag ziet, dat je elkaar moet kunnen loslaten. Je moet de liefde laten zijn wat ze is. We zijn geïndoctrineerd met het beeld relatie, samen, huisje, tuintje, keukentje, maar dat ben ik niet ! Ge moet uw eigenheid kunnen bewaren door uw eigen veld te bewaren. Ge moet niet alles van elkaar weten als een trouwe deskundige. Ge moet niet dagelijks elkaar zitten opeten. Loslaten, dat is het magische woord. Dat is zo mooi aan vriendschap, waarin dat blijkbaar wel kan. Wat is het verschil? Waarom zouden we al die regels van vriendschap overboord gooien in een vaste relatie? Waarom doen we dat? Dat is toch ongelooflijk!

Je bent er nochtans precies niet goed van. In “Moon” vind ik angstaanjagende woorden als “Shivering, drifting, pointless, no light to follow, always searching, not finding” terug. Anderzijds blijf je hameren op “My Moon Will Come”. Ruik ik daar onzekerheid? Kan geloof bergen verzetten?
Absoluut. Het zou belachelijk zijn om te stellen : het leven is fantastisch, ik twijfel geen moment, ik ben nooit onzeker. Ergens sta je er altijd alleen voor. Dan mag je nog gedragen worden door je vrienden, maar je moet er zelf door, in je zoektocht, in het tegen de muren lopen. Weet je, tegen de muren lopen dat doe je alleen. Ik heb geen probleem om onzekerheid te beschrijven, want dat heeft te maken met innerlijkheid. Het leven is een groeiproces waarin je stap voor stap vooruit gaat. Het leven heeft geen ultiem doel, het is het onderweg zijn, telkens een slag overwinnen voor jezelf . Het bewust worden van patronen of omgekeerd zelfs kappen met patronen. Ik ben blij dat ik de eigenschap heb gekregen om bewust mijn eigen ontwikkelingsproces te mogen meemaken. Eigenlijk roep ik : “Viva La Revolution”, maar dan van je persoonlijkheid, van je eigen bestaan, zonder daarbij in egoïsme te vervallen. Ik had misschien beter wat meer ego om het in de muziek verder te schoppen, maar ik weiger dat. Dan ben ik mezelf niet meer.

Je hebt prachtige teksten geschreven, met een mooie opbouw en beeldspraak, zoals “The One Breaking Glass”. Heeft Kathleen haar moed en zelfvertrouwen teruggevonden in dat nummer?
Dit nummer gaat niet over mij, maar over iemand anders. Als je de moed hebt om te graven in jezelf en dit op een eerlijke manier doet, dan kun je het geheel bekijken. Bijvoorbeeld, je zit in een relatie. Het loopt slecht en er wordt dadelijk naar de wapens gegrepen. Als je dan eerlijk bent en je legt de spiegel naar jezelf, en je kan dan zeggen : eigenlijk is het logisch als we er zo aan beginnen, dan kun je gemakkelijk de scherven bij elkaar rapen en al eens een toegeving doen. Ik zeg dat ook zo aan het einde van die song. Je moet steeds de realiteit voor ogen durven houden en jezelf niets wijsmaken.

Heb je nu het gevoel dat je precies een periode in je leven afsluit ? (Closin’ All The Curtains Of Her Past)
Ik heb dat gevoel heel sterk gehad toen we “Gracious” afsloten. Vorige week was ik heel emotioneel. Je graaft tenslotte heel diep in jezelf en plots is je lieveling een product geworden en dan merk je voor je eigen dat je weer een periode in je leven afgesloten hebt.

Een nummer dat qua onderwerp uit de band springt is “I Framed My Dad”. Zie je nu zaken die je vroeger niet zag of wilde zien?
“I Framed My Dad” is een zeer persoonlijk nummer. Ik zie dus nu in wat voor een gruwelijke puber ik ben geweest en ook dat het allemaal over mensen gaat. Het is niet omdat het familie is en je dezelfde bloedband hebt dat alles maar voor evident wordt aanschouwd. Je bent maar mensen van vlees en bloed. Ik heb die tekst geschreven toen ik een foto bekeek van mijn vader toen hij jong was, de vader die ik nooit niet gekend heb. Ik keek dan naar mezelf en terug naar hem en merkte, dit is ook ooit een jonge gast geweest met dromen. Het is precies of de dochtervader relatie zo in een keurslijf zit. Maar er is helemaal geen keurslijf ! Dat is iemand die heel zijn leven zijn best heeft gedaan voor zijn vier kinderen en zelfs dingen voor zichzelf heeft opgegeven voor de kinderen. Maar als puber zag ik daar niets van en rebelleerde maar. Je bent bezig met je eigen identiteit te zoeken. Dit nummer zegt, vader, ik ben heel blij dat je mijn vader bent.

“Dance Naked Dance”, doet me aan de zwoelheid van een Grace Jones denken. Ben je een verleider of word je liever verleid?
Ik ben honderd procent de verleider. Ik ben een leeuw en vind erotiek iets heel moois, maar het mag niet extreem zijn voor mij en zeker niet fake. Ik heb lak aan het rolletje dat mensen aannemen wanneer er erotiek aan te pas komt. Blijf maar vooral jezelf. Je ziet en je hoort dat genoeg in films en bedstories van vrienden. Eenmaal in bed denkt de vrouw dat ze de hoer met zijn. Waarom niet gewoon jezelf zijn ? Vrouwenlingerie is bijvoorbeeld heel mooi en kan ook gewoon gedragen worden. De mannen moeten plots supermacho’s zijn alsof dit alles zo geprogrammeerd is : de stoere man en het brave meisje.

Een boze Kathleen in “Fuse Your Brain”(bezwerend orgelspel en een spooky western lapsteel bij de start ) doet me even schrikken. Ik ruik daar teleurstelling, maar geen zelfbeklag, en een wijze raadgever die iedereen er wil op wijzen dat er ook bloedzuigers rondlopen.
Als je goed luistert naar je innerlijke voel je dat onmiddellijk als je zo iemand tegenkomt, maar wij negeren die impulsen. Ik ben er zeker van dat iedereen vrienden kent waarvan je zegt niet doen, je gaat in je ongeluk lopen. Die worden leeggezogen en onderdrukt en raar maar waar, de onderdrukte en de onderdrukker zijn dikwijls verslaafd aan elkaar. Als je zo iemand tegenkomt kun je maar één ding doen en dat is maken dat je wegkomt, want dat soort mensen gaan door tot het uiterste, tot de pure vernieling. “Fuse Your Brain Before You Amplifie It” wijst daarop en zegt : denk na bij wat je voelt.

Je hebt op deze cd weer samengewerkt met de meesterlijke gitaristen Jo Mahieu en Luc Alexander. Enkele nummers componeerde je samen met hen. Wat moet ik me daar bij voorstellen.
Luister, ik heb een wiskundige, instrumentale en muzikale bagage, maar soms hoor ik iets in mijn hoofd en wil het er niet uitkomen. Ik grijp altijd naar datzelfde akkoord dat daar dicht tegenaan ligt, maar vind de juiste nuance niet. Op die manier ben ik naar Jo gestapt met de vraag of hij mij kon helpen, want ik hoor iets, het trekt hierop, maar het is dat niet. Dan heb je iemand nodig die perfect de muzikale theorie beheerst en die je kan laten horen wat hij denkt dat het is. Zo krijg je een boeiendere vorm in de muzikaliteit en het is nog zeer leerzaam op de koop toe. Het is een zeer toffe samenwerking en het rare is, dat zijn allemaal hooggeschoolde muzikanten, maar toch hangen die niet vast aan hun theorie. Het zijn echte rasmuzikanten die vooral met hun hart spelen.

Het muzikaal spannendste nummer vind ik “Let It Burn”, dat een mooi jazzy sfeertje meekrijgt met die in octaven gespeelde elektrische gitaar op de achtergrond, die wegdrijft in echo. De ritmesectie zit ook heel strak met René Stock op bas en Arnout Helofs achter de drumstokken. Je hebt zelf je muzikale richting gevonden, ook de perfecte muzikanten?
Het zijn vooral muzikanten die bij mij passen. Perfecte muzikanten bestaan in mijn ogen niet. Dan heb je weer met ego’s te maken. Ik ben blij dat ik mensen rond mij heb waarmee ik mijn eigen kan zijn, die in mij geloven en die ook met hun hart mee willen werken. Als je al drie jaar met mij in een repetiekot zit, dan geloof je in mij. Ik kan niet zeggen, hier zijn honderd concerten. Ik ben omringd door schone, warme mensen en ik heb dat nodig.

“We All Got In Mind” is een heel sterk nummer, zeer krachtig gezongen met prachtige backings. Iets verdringen of negeren is meestal geen goede oplossing. Probeer je ons moed in te spreken?
Nee, het is gewoon een vaststelling. Innerlijk zijn wij allemaal bezig met sex, allemaal. Ik zeg het ook letterlijk: je kan het verpakken als iets waar je nooit genoeg van krijgt, als een frustratie, als een belevenis. Het kan iets zijn van oei, niets voor mij of juist het tegendeel, nooit genoeg. Er zijn mensen die er geld mee verdienen omdat ze weten dat er altijd mensen naar op zoek zijn. Sex vertegenwoordigt het oerinstinct van de mens, namelijk de voortplanting. In welke manier je het ook verpakt, in welke vorm dan ook, het zit in iedereen ingebakken. Dat is de vaststelling.

De liefde voor de soulvolle gospelblues is gebleven en “Be Your Own Zorro” geeft er een mooi staaltje van met prachtige backings van Pascale Michiels. Vind je gospel niet de mooiste stijl voor een collectieve overtuigingskracht? (You Can Do It, Make A Change)
De tekst gaat over het leven dat u dwingt, omdat het zo is, en plots zit je in een situatie, je groeit op, een relatie, kinderen. Dit is bijna een instituut. Ik zie veel mensen rondom mij die op zoek zijn naar zichzelf en denken, huisje, gezinnetje, kinderen, maar waar ben ik? Als dan iets niet goed aanvoelt of je kunt niet communiceren, dan moet je durven je eigen kaart te spelen en in liefde durven toegeven aan jezelf. Als je de oprechtheid ten opzichte van jezelf in je vaandel draagt, dan moet je durven je eigen kaart te spelen. Op lange termijn is dit de enige juiste keuze. Daar handelt dit nummer over. Hiermee zijn we terug aanbeland bij jezelf een spiegel voorhouden in alle eerlijkheid.

Krachtigste en meest opzwepende nummer heet niet voor niets “Obsession”. Obsessie lijkt me geen goede raadgever?
Natuurlijk niet! Het is uzelf verloochenen, uzelf vasthangen aan een beeld, het is parasiteren van elkaar. Het is denken dat je goed bezig bent, terwijl alles heel slecht aanvoelt. Het is hopeloze ruzies, vol spanning die je alleen maar leegvreet. Obsessie is een negatief iets. Passie daarentegen kan iets mooi zijn. Obsessie is extreem en extremiteit is alleen maar vermoorden. Tenzij dat je iemand vindt waar dat extremiteit wel in balans ligt, maar dan is het toch liefde. Je hebt mensen die extreem seksueel gedreven zijn, in koppel dan of die bijvoorbeeld zo bezeten zijn van sport dat het een obsessie wordt. Maar dit heeft dan meer te maken met liefde voor iets.

.

Kathleen, we wensen je veel succes toe in je verdere carrière en met je nieuwe album “Gracious”. We kijken al ongeduldig uit naar de cd voorstelling. Bedankt namens Rootstime voor dit prachtige gesprek.


Blowfish