GURF MORLIX TOOGENBLIK - 30/01/09
Met een (toevallig) perfecte timing komen we allemaal samen bij Toogenblik aan: Gurf Morlix, Rob Lutes en zijn gitarist Rob MacDonald en het team van Rootstime, en dat laat ons nog ruim de tijd om met deze mensen een gezellige babbel te doen aangaande hun carrière en hun nieuwe releases.
*
Gurf, welkom in België, ik veronderstel dat het niet de eerste keer is
dat je in België optreedt?
Neen, ik ben nog al eens in Brussel opgetreden, maar als begeleider van Slaid
Cleaves, het is al een aantal jaartjes geleden, dat wel.
*Je bent
afkomstig uit Buffalo, New York, maar woont momenteel terug in Austin,Texas,
na een periode in Los Angeles te hebben gewoond, verhuisde je onlangs terug
naar Austin, was het omdat dat "the music city" is?
Ja, inderdaad, en ook omdat ik het warm wou hebben, maar vooral voor de muzikale
omgeving, in Buffalo gebeurde toen niet veel, ik ben inderdaad daarna nog naar
L.A verhuisd, wegens mijn werk bij Lucinda, maar ben toch terug naar Austin
verhuisd daarna.
*Je begon
als muzikant in Lucinda Williams’ groep, wat deed je plotseling beslissen
om haar cd te gaan produceren?
Wel, ik heb het altijd al willen doen, ik had er een beetje een gave voor, ik
was altijd de man met het taperecordertje, en geïnteresseerd in de techniek
er rond, en we waren op zoek met Lucinda’s band naar een platencontract,
en toen dat lukte, zei Lucinda: “Wie gaan we als producer nemen”,
en ik zei: “Ik wil wel als het mag” en het draaide goed uit.
* Hoe
zie je jezelf het meest, als een producer of als een performer?
De laatste 10 jaar was ik natuurlijk de producer, maar ik ben ook beginnen schrijven,
eerst wat moeizaam, maar de laatste vier jaar zit het goed, en nu wil ik me
meer op optreden toeleggen, ik heb eindelijk mijn draai gevonden als artiest,
en ik wil nu dus meer gaan zingen.
* Als artiest dan, voel je je meer een songschrijver of een zanger?
Ik hou van beide, ik componeer graag, maar het is soms ook hard werken en het
contact met het publiek is ook fijn, dus dat doe ik ook graag.
* Nadat
je een tijdje producer was van anderen, nam je daarna de stap om ook je eigen
solo platen te gaan maken, heeft iemand je daarin aangemoedigd?
Wel, vooral Buddy Miller, hij had na een lange periode ook een plaat gemaakt
en toen de digitale techniek doorbrak was ’t gemakkelijk en goedkoop,
je kon je eigen kleine studio bij je thuis maken en van daaraf ging het gemakkelijk
en ben ik er ook ingestapt.
* Zolang
een veel gevraagde producer zijn moet wel een goede leerschool geweest zijn
om je eigen sound te vinden. Ik vind dat je de evolutie ook duidelijk hoort
in je platen, zo lijk je bijvoorbeeld: je zangstijl, stem en ook je onderwerpen
voor je songs definitief gevonden te hebben in je laatste twee producties. Die
verschillen sterk van je drie vorige.
Daar moet ik je volledig gelijk in geven, dat vind ik inderdaad ook. Mijn stem
heeft nu het juiste timbre, ik heb ze lichtjes kapot gezongen, mijn stembanden,
maar ik hou er wel van. Ik heb het laatste paar jaren gelijktijdig goed leren
songs schrijven en ook geleerd van heel wat beter te zingen
* Je produceerde
Romi Mayes (beloftevolle vrouwelijke Canadese singer songwriter) toekomstige
album “Achin’ In Yer Bones”, dat vertelde ze me, en je brengt
elke zomer een aantal maanden in Canada door, je lijkt erg van dat land te houden.
Wat trekt er je zo aan? Heb je de natuur en een rustige omgeving nodig om songs
te schrijven? Tony Joe White vertelde me dat hij een rivier en bossen om zich
heen niet kan missen, en dat wat vissen, een kampvuur aanleggen en er wat in
zitten turen en wegdromen, altijd goede songs oplevert. Is dat bij u ook zo?
Letterlijk hetzelfde, ik vis elke dag, maak ook elke avond een kampvuur, en
de reden waarom ik er naar toe ga is omdat de tijd er precies stilgestaan heeft,
je gaat vijftig jaar terug in de tijd, zo zag Amerika er vijftig jaar geleden
uit, waar ik mijn “cabin” heb in Canada.
* De laatste
jaren moest je spijtig genoeg enkele songs schrijven over vrienden die stierven,
op “Last Exit to Happyland” staat een song over je vriend Blaze
Foley, die neergeschoten werd in Austin, het nummer “Music You Mighta
Made”, en er was het nummer “Blanket” voor Warren (Zevon).
Zijn beide echt als hommage aan hen geschreven?
De song voor Blaze zeker, die voor Warren is tegelijkertijd ook geschreven voor
een andere vriend die stierf, en ik heb het op Warren toegespitst. Het was gewoon
een song over mensen die weten dat ze binnenkort gaan sterven. Gelukkig is de
bodycount op deze nieuwe wat minder, maar ten tijde van Diamonds verloor ik
plots veel vrienden leeftijdsgenoten. Maar die voor Blaze was ik al lang aan
het schrijven, al van als hij vermoord werd in 1989 (Blaze werd neergeschoten
toen hij tussenbeide kwam bij een ruzie tussen een vader en zijn zoon). Ik heb
er wel drie versies van gemaakt en nu onlangs was ik pas tevreden over die song.
* De postume
cd die uitgebracht is, Cold Cold World, hoe kwam die tot stand, na zoveel jaren?
Een heel verhaal is dat. We namen in 1979 en 1980 wat dingen op, zonder de intentie
om ze echt uit te brengen, en…wel, typisch Blaze, hij reed met de mastertapes
rond in een gehuurde wagen, en ze werden er uit gestolen. Gelukkig had ik een
cassette voor mezelf, en dat was de enige versie, en .dit is nogmaals typisch
Blaze, de eeuwige pechvogel: hij vroeg me om een kopie te mogen maken voor zichzelf.
Dus ik gaf hem mijn cassette en een tweede leeg exemplaar en twee taperecorders.
Hij slaagde erin om met een dronken kop de cassettes in de verkeerde recorder
te steken en hij wiste een groot gedeelte van mijn bandje. Ik was triest, maar
niet verrast, want ik kende Blaze. Lucinda beschreef hem zo: “Blaze was
a genius and a beautiful loser”. Maar op een dag was de ingenieur van
de studio waar de opnames gemaakt werden wat aan het opruimen en hij belde me
en zei: “Je gelooft het nooit, hier achterin een kast heb ik de Foley
tapes gevonden.” Ik zei:”stuur ‘m me maar dadelijk op!”.
We hebben hem dan uitgebracht zonder één noot eraan te veranderen,
en het is voor mij zijn beste werk. Ik had wat exemplaren bij me, maar alles
is al verkocht tijdens de eerste paar dagen.
* Een
andere vriend die ternauwernood aan de dood ontsnapte in Peru, want hij overleefde
er nipt een terroristische aanslag, is Sam Baker. Je werkt veel met hem en jullie
treden samen op, wanneer hebben jullie mekaar ontmoet en waarom werk je zo graag
met hem?
Er kwam eens iemand naar mij thuis om me wat nieuwe artiesten te laten horen
en het eerste wat ze lieten horen was Sam, die “Waves” zong. Mijn
mond viel open, en ik vroeg: “wie is dat?” Een nieuwe jongen “Sam
Baker” zegden ze. Ik zeg “Fantastisch!” Ze lieten me nog wat
anderen horen en ik zei, zet maar af, ik wil die Sam opnieuw horen. Waar komt
hij vandaan? Hij woont hier in Austin, zegden ze. Ik gaf die man mijn nummer
en op één van mijn optredens komt er een blonde jongeman naar
me toe en zegt : Ik ben Sam Baker. Vanaf toen zijn we gelijk beginnen optreden.
Hij is wel door het oog van de naald gekropen bij die aanslag. Van de vier mensen
in dat compartiment was hij de enige overlevende. Achttien operaties, drie vingers
verloren, hersenbeschadiging en een jarenlange revalidatie. Hij zag het licht,
zoals men dat noemt, en hij vertelde me dat het een unieke ervaring is, dat
“bijna dood” zijn. Het voelde heerlijk, zei hij. Hij is de enige
die ik persoonlijk ken, die “gestorven “ is en er kan over vertellen.
Dat maakt hem speciaal, zulke mensen weten dingen die wij niet weten.
* Je
werkte ook samen met Buddy Miller, Marie Gauthier, Slaid Cleaves en vele andere
grote singer- songwriters, mensen die vooral voor het schrijven van sterke songs
en teksten bekend zijn, hebben sommigen van hen invloed op jouw werk gehad?
Ja, door erover te praten leer je veel van elkaar. Het duurt wel lang eer je
“het” door hebt, maar eens je door die deur bent, dan kan je pas
echte songs schrijven.
* Nog
iemand die iets minder voor de hand ligt, maar waarmee je ook een goede band
hebt is “rockster” Ian McLagan van the Small Faces en Faces, leeft
hij ook in Texas misschien?
Ja, hij woont in Austin, hij woonde ook vlakbij in Los Angeles toen ik daar
woonde, maar toch hebben we elkaar niet ontmoet daar. Toen hij in Austin woonde
stelde een gezamenlijke vriend ons aan elkaar voor en we zijn dadelijk beginnen
samenwerken. Eerst produceerde ik een cd en toen ben ik in zijn groep gaan spelen
daardoor en het klikte enorm, we zijn erg close.
* Scrappy
Jud Newcomb, een vriend van je, zit ook in zijn band, niet?
Ja, dat was degene die ons aan elkaar voorstelde, de gezamenlijke vriend die
ik net bedoelde. Hij speelt met zo velen, want hij is nu ook in Europa op dit
moment, met James McMurthry.
* Ik ken
hem vooral als gitarist van Tony Price, zo heb ik hem leren kennen.
Hij is ongelooflijk goed, uit alle poriën van zijn lichaam stroomt muziek.
* Mag
ik zeggen dat ik een grote overeenkomst tussen "Last Exit to Happyland"
en "Diamonds and Dust" hoor, neem bijvoorbeeld alleen al de personages
van je song, in beide cd’s gaat het over beslissingen nemen en kiezen
welke weg genomen moet worden, het “crossroads” thema zit er bij
beide sterk in.
Ja inderdaad, maar dat merkte ik ook pas achteraf, want als ik schrijf of opneem
weet ik het nooit, maar toen ik deze cd’s achteraf hoorde, als afgewerkt
product, hoorde ik het ook. Oh, daarover schrijf ik dus: kruispunten in iemands
leven, en hoe een bepaalde beslissing nemen op een bepaald moment, je verdere
leven verandert, in goede of kwade zin.
* Dikwijls
als ik met goede songschrijvers praat, vertellen ze me dat ze een twintig tot
30 songs klaar hebben voor bijna iedere nieuwe cd en dat ze dan beginnen uit
te dunnen tot enkel een tien tot 12 echt sterke songs overblijven, en dat de
rest onverbiddelijk de prullenmand ingaat, ook al hebben ze er soms heel lang
aan gewerkt? Is dat bij jou anders?
Als ik iets van andere songschrijvers geleerd heb, is het dit: je hoeft niet
twaalf of veertien songs te schrijven en ze dan op te nemen, want dan staan
er meestal een aantal zwakke nummers op. Zorg dat je genoeg materiaal hebt en
doe de zwakke songs weg, zo krijg je (meestal) een tamelijk sterk resultaat.
En het is soms heel moeilijk, zo van: Ik heb hier maanden aan gewerkt, dit smijt
ik niet zomaar weg... Jawel,… niet tevreden…weg!
* Hoe
kwam ‘t idee voor “Birth to Boneyard” tot stand. Ik vond het
een heel origineel idee om de tapes van “Diamonds to Dust” van de
vocals te ontdoen en er geluiden en andere instrumenten aan toe te voegen, het
werd een gans andere cd zo, ik hield er echt van.
Dank je, ik begon op een bepaald moment te denken aan filmmuziek. “Diamonds
To Dust” was een cd die heel veel sfeer bracht, en toen nam ik de stem
weg en ik dacht, hier kan ik de stem vervangen met dit en hier met wat slide..
en plots was alles mogelijk, en ik vond het zo leuk, en ik begon echt te denken
aan filmmuziek, om het ergens als soundtrack geplaatst te krijgen, en het lukte.
* Vind
je die plaat volwaardig aan je anderen of was ‘t maar een tussendoortje.
Ik vraag dat omdat ze niet terug te vinden is in verschillende discografieën.
Ja, ik heb ze niet echt uitgebracht, ik wou ze als “speciaaltje”
op shows verkopen, en het in wat films geplaatst te krijgen. Ik had “Last
Exit” al bijna klaar, dus wou ik niet teveel aandacht er rond, maar het
schijnt de mensen echt te bevallen… Veel mensen zeggen, zoals jij, dat
ze wat twijfelachtig stonden tegenover een instrumentale cd, maar dat ze het
echt goed vinden. Dus, als primeur kan ik je vertellen dat “Exit To Happyland”
dezelfde weg opgaat, als ik de tijd kan vinden.
* Je speelt bijna elk denkbaar instrument, maar op je laatste platen begint
het keyboard een belangrijke plaats in te nemen. Toeval?
Ik begon wat gitaarmoe te worden, en ik zocht naar wat nieuws, en kwam bij het
keyboard terecht. Mijn stijl van keyboard spelen is helemaal niet het normale
traditionele geluid, en ik speel het graag, en vooral het zoeken naar originele
klanken is leuk. Bijvoorbeeld het geluid van een fluit, maar dan heel laag en
traag, om het als een textuur te gebruiken die niemand echt kan thuisbrengen.
* Bestaan
de “Golden Crown Harmonizers” nog altijd en kan je onze lezers even
vertellen wat het hele idee achter die groep is?
Wel we bestaan al meer dan tien jaar, en alle opbrengst gaat naar plaatselijke
goede doelen, het is een soort “supergroep” met wisselende medewerkers.
De eerste zondag van iedere maand komt iedereen die in de buurt is samen in
een restaurant “Maria’s Taco Express” en we spelen voor tips.
Het is een gospelband zonder religieuze betekenis. Er zitten namen in zoals
Carolyn Wonderland, Papa Mali, Shelly King, Scrappy Jud Newcomb.. Alhoewel ik
en Papa Mali er nog zelden tijd voor hebben, maar er komen regelmatig andere
artiesten uit Austin meedoen. We hebben al meer dan 100.000 dollar bijeengebracht
tot nu.
* Wel
Gurf, op deze positieve noot kunnen eindigen is mooi, ik wens je dadelijk een
goed optreden toe, en van harte bedankt voor dit gesprek.
Dank je, Ron, my pleasure!
(RON)