GORDIE - (GORDIE TENTREES) - ARENBERG ANTWERPEN - 28 NOV. 2008

Gordie, wat was voor jou de aanzet om muziek beginnen te spelen ?
Wel, je gaat het nooit geloven, maar de man waarmee ik nu op tournee ben, Fred Eaglesmith, is eigenlijk de hoofdschuldige. Toen ik een jaar of veertien was, sleurden mijn ouders me mee naar één of ander folkfestival. Ik wilde helemaal niet mee, want er trad geen enkele groep op die me interesseerde. Ik zag Fred optreden op zaterdagavond met zijn liedjes over revolvers, trucks, treinen en auto’s en dat is toch ergens blijven hangen. Toen ik tien jaar geleden besloot om beginnen gitaar te spelen, was hij de enige wiens naam ik me kon herinneren en dan alleen nog zijn naam. Ik kon me geen enkele van zijn songs voor ogen brengen, maar toen ik in de plaatselijke bibliotheek op zoek ging naar zijn platen, begon ik zijn liedjes in te oefenen. Op termijn kon ik heel wat van zijn songs spelen en zocht ik een band bij elkaar. De eerste Fred Eaglesmith coverband was geboren. De twee jongens die nu bij me spelen, Matt King en Ken Hermanson staan aan mijn zijde sinds die periode. Ik begon mijn eigen songs te schrijven en kreeg de kans om mijn eerste album “ 29 Loads Of Freight” uit te brengen en dit voor te stellen op een paar festivals in Canada. Dat was mijn eerste, kleine succes en ik bleef muziek schrijven en me verdiepen in andere muziekstijlen zoals oude blues, country en folk. Ook de geschiedenis en het ontstaan van al die stijlen sprak me aan en ik probeerde de dingen die me raakten over te dragen naar mijn muziek. En hier sta ik dan vandaag, op het einde van een Europese tournee, tezamen met mijn grote held, Fred Eaglesmith. Het is ook meegenomen dat ik kan spelen voor hetzelfde publiek als hem, dat toch meer gericht is op de stijl van muziek die ik ook schrijf.

Heb je nog andere familieleden die muziek spelen?
Ja, mijn moeder speelt piano en gitaar en draaide platen als dj op een lokaal radiostation, zodat er altijd muziek door ons huis weerklonk, genre Gordon Lightfoot en Stan Rogers. Ik beschouwde muziek toen als iets wat bij mijn omgeving hoorde. Ik was er nog niet klaar voor en begon pas zelf muziek te spelen en me ervoor te interesseren toen ik vierentwintig was, tien jaar geleden. Het fascineerde me waar al die muziek zijn oorsprong kende, tot groot plezier van mijn moeder. In mijn jeugd mocht ik streekhelden bewonderen zoals een Willie P. Benett, Washboard Hanks en natuurlijk Fred, die allemaal op een ritje van een uur met de auto van mijn huis woonden. Platen van artiesten kende ik echter niet, maar ik zocht die toen op in de plaatselijke bibliotheek. Ik vond het belangrijk van, buiten grote namen zoals een Bob Dylan, ook de muziek te kennen en te bestuderen van mensen die uit mijn geboortestreek Ontario kwamen en zeker in Canada hun origine hadden. Ik heb altijd een boontje gehad voor muzikanten die meer het obscure aftasten en wiens muziek relateerde naar mijn vroegere leefwereld, zoals Fred Eaglesmith. Die heeft het over topics die in onze streek gangbaar zijn. Als er bij ons iemand anders’ hond op je eigendom loopt, dan schiet je die gewoon af en brengt hem terug naar de eigenaar, die daar dan ook geen aanstoot aan neemt. Wanneer ik zulk een verhaal hoor in een song dan voel ik onmiddellijk een band.

Je wordt gesteund door een vliegtuigmaatschappij “Fly AirNorth”, die je een ware ambassadeur voor Yukon noemt. Zie je jezelf zo’n missie vervullen?
Kijk, in een bepaald opzicht zijn we uniek te noemen. Natuurlijk zijn we trots Yukon te vertegenwoordigen over de ganse wereld, maar zij steunden ons van in het begin om al onze verre verplaatsingen te bekostigen. Yukon telt maar enkele rondtrekkende artiesten zoals wij en ik kan je verzekeren dat het niet simpel is wanneer je in die uithoek tegen de grens met Alasca woont en een paar shows moet spelen zelfs binnen de Canadese landsgrenzen. Een verplaatsing van vierentwintig uur om één show te performen is bij ons de gewone gang van zaken.

In de openingssong “Plenty To Hold”, van je nieuwe album “Bottleneck To Wire”, zeg je “What Were My Thoughts When I Decided To Be The Rambling Crazy Locked Inside Of Me”. Hoor ik daar enige twijfel in je stem?
Er duikt altijd wel eens een moment op waar je denkt heb ik de juiste keuze gemaakt. Is dit echt hetgeen wat ik doodgraag wil doen? Als het dan eens slecht gaat in deze harde stiel komen soms dingen boven die wel ergens in je diepste binnenste verborgen zitten. De vraag is dan of je dat laat gebeuren. De song gaat over al de energie die het kost om dit rondtrekkend leven, zonder veel privacy, vol te houden. Mijn beslissing is nu genomen. Ik ben honderd procent verkocht voor muziek.

“Bottleneck To Wire” is opgedragen aan je overleden vriend Aylie Sparkes, die je nog sologitaar hoort spelen op “Make Me Spin”. Was hij een belangrijk persoon in je leven?
Ja zeker, hij was een zeer bijzondere vriend, niet alleen voor mij, maar ook voor mijn vrienden en bandleden Matt en Ken. Wij speelden al zeven jaar samen en hij speelde meer afwisselend met ons mee. Hij was er altijd wanneer je hem nodig had en was ook buiten het podium een zeer goede vriend. Hij spoorde ons aan en overtuigde ons van ons kunnen. Hij beheerste zoveel speelstijlen, niet alleen country of blues, maar ook reggae, gospel, funk of noem maar wat en drong erop aan dat we hetzelfde zouden doen. Zelfs toen we pas begonnen en we nog in onze kinderschoenen stonden op gebied van optreden en gitaar spelen, was hij altijd bereid om ons iets te leren of een handje toe te steken. Iemand iets leren die niet zo goed is als jezelf en daar nog enorm plezier aan beleven is toch bewonderenswaardig.

In het cd-boekje beschrijf je de betekenis van elke song. Is Dit een persoonlijke keuze? Dikwijls laat men dit over aan de fantasie van iedere luisteraar.
Ik zag het op een plaat van Hayes Carll en vond die achtergrondinformatie wel interessant om bij te voegen. Het waren niet enkel de lyrics, maar ook zijn gedachtegang tijdens het schrijven van het lied.

Zie je het songschrijven als het ultieme geneesmiddel voor het oplossen van al je zielenroerselen of vind je het belangrijker om je gevoelens los te laten op het podium?
Op dit moment schrijf ik over de dingen die ik weet en voel en misschien is het ongelukkig, maar zo kan ik ze het beste loslaten. De songs komen spontaan bij me op en het doet deugd dat ik bepaalde dingen van me af kan schrijven zoals in “Bottleneck To Wire” of “Death & Dust”. Soms word ik ook aangegrepen door bepaalde gebeurtenissen zoals het hartverscheurende verhaal in “Two Sons”, over een moeder die moet beslissen welke van haar twee zonen ze het leven redt. Die harde waarheden uit het echte leven spreken me wel aan. Ik kan echter geen ganse show vullen met trieste verhalen, want dan ging iedereen depri buiten en voor mezelf zou dat ook niet gezond zijn. Het is op het podium beter voor afwisseling te zorgen en voor een golvende beweging van opgewekt naar triest en serieus.

Heb je ooit overwogen om te kiezen voor een professionele bokscarrière? “87 Men” draag je op aan je trainer en bokskampioen Everton “Angel” McEwan.
Mijn eerste jongensdroom was naar de Olympische spelen te gaan als boxer. Everton had alles al meegemaakt en wilde zijn ervaring doorgeven aan jong talent. Ik had echt mijn zinnen op het boxen gezet, maar toen ik tijdens de wedstrijden eens rondom mij begon te kijken en daar kerels zag van vijfendertig jaar, kompleet ongeschoold en op de dool, stemde dat mij tot nadenken.

Het recht op vrij wapenbezit veroorzaakt elk jaar vele dodelijke, onschuldige slachtoffers, zoals je beschrijft in “Death & Dust”, over het verlies van een goede vriend (werd vermoord op tweeëntwintigjarige leeftijd door de vader van een andere vriend, die niet kon verwerken dat hij verlaten werd door zijn vrouw ). Hier in Europa is vrij wapenbezit verboden. Denk je dat dit beter is?
Wow (is verrast en onder de indruk). In die situatie zoals het zich afspeelde in mijn song zou deze moord nooit gebeurd zijn moest de man geen wapens in zijn bezit hebben gehad. Misschien had hij dan met iets anders toegeslagen. Voor mij is er niets mis met het dragen van een wapen. Als je in Texas bent zie je overal wapens. Mensen lopen er gewoon mee rond of stoppen het in het handschoenkastje van hun wagen. Zelden gebeuren er echter ongelukken mee en dan gebeurt dit in Canada met iemand met wie ik zo bevriend was, verschrikkelijk. Dit feit zal me er echter niet toe aanzetten het bezit van wapens af te zweren. Wat ik veel erger vind en totaal onbegrijpelijk, is dat de moordenaar op borgtocht vrij komt, terugrijdt naar de plaats van de moord, zomaar onmiddellijk een wapen kan bemachtigen en dan de hand legt aan zichzelf om zijn straf te ontlopen. De dader was een leraar, een publiek figuur en op het moment van de moord stomdronken en totaal over zijn toeren. Hij beweerde tegenover de politie dat hij dacht inbrekers gehoord te hebben en schoot uit zelfverdediging. Zijn vrouw beweerde echter het tegendeel en verklaarde dat hij mijn vriend, die een vriend was van zijn zoon, goed genoeg kende. Tja, waarom doet iemand zulke catastrofale dingen.

Je bent geboren in Bancroft, Ontario in een landbouwersgezin. Als ik de tekst van “Farmer Boy” lees lijkt dit niet de gelukkigste periode uit je leven?
Ik heb er ook goede herinneringen aan overgehouden, maar ik had een vader voor wie alleen een job en werken op het land belangrijk was en voor wie een schoolopleiding niet telde, laat staan dat er sprake was van muziek spelen. Er moest gewerkt worden, dat was alles. Mijn ouders hebben die boerderij twaalf jaar gehad en zijn toen uit elkaar gegaan omdat ze elkaar niet meer konden luchten. Ik heb niet de meest leuke kindertijd gekend, maar anderzijds heb ik er ook geen trauma aan overgehouden.

Je verhuisde van Ontario naar Yukon. Voor ons Belgen, die in een piepklein land leven, betekent dat een verhuis naar zowat de andere kant van de wereld. Waarom verkoos je precies Yukon?
Na mijn schoolopleiding was ik op zoek naar een job en iemand bood me aan om te werken in een boskamp in Yukon. In die periode zat ik financieel aan de grond door de grote studieleningen die ik moest terugbetalen. Ik vond ginder werk als leraar en kon die periode overbruggen door acht maanden in de bossen bomen te gaan kappen en zo mijn schulden te vereffenen. Ik leef nu tien jaar in Whitehorse, samen met vele andere inwijkelingen en heb het er zeer naar mijn zin.

Je vriend Steve McQueen is een fanatiek visser en moet zich wel zeer vereerd voelen met het lied dat voor hem schreef. Als ik je hoor fingerpicken op je Dobro lijkt het wel of de vissen uit het water springen. Zelfs de sensueel zingende Katya kan de visser niet van zijn passie weerhouden. Passie, daar draait het toch om in het leven niet?
Ja, maar je mag niet overdrijven. Steve raakte sinds zijn kindertijd geen visstok meer aan, maar begon een tijd terug opnieuw te vissen op het meer, en hoe. Hij was er met geen stokken weg te slaan en viste van ’s morgens tot ’s avonds. Hij was gewoon verslaafd en zijn vrouw zag hem bijna niet meer. Ik dacht hem met dit lied een beetje het belachelijke te doen inzien van deze situatie, maar het heeft niet geholpen.

Het leven van een artiest kan financieel soms zeer hard zijn. Hier in België is men druk bezig om een artiestenstatuut op poten te zetten om deze mensen financieel te steunen zodat ze tenminste in regel blijven met het ziekenfonds en andere sociale voorzieningen. Dit is wel iets wat een strijd waard is vind je niet?
Zeker, in Canada bestaat er wel een vakbond voor artiesten die je sociale rechten verdedigt en ervoor zorgt dat alles wettelijk in orde is, zelfs met reispassen, visa en andere administratieve rompslomp. In Yukon is er nu iemand van plan om speciaal voor artiesten die in dit gedeelte van Canada wonen een organisatie en steunfonds op poten te zetten, wat een lovenswaardig initiatief is. Onze tour is al gesponsord door de “Yukon Artist Touring Fund”, een organisatie van de regering van Yukon. Normaal had een vlucht van Whitehorse naar Europa ons ieder zesduizend dollar gekost hebben, zonder dat we één optreden gedaan hebben of één cd hebben verkocht. Zonder hun steun hadden we onmogelijk deze tournee kunnen organiseren.

“Bottle Fever” klinkt als een dronkenmansfeest, maar het is “Make Me Spin” dat met de speciale speelstijl van Aylie Sparkes mijn hoofd doet rondtollen. Heel eigenaardige speelstijl vind je niet?
We speelden dit lied voordat het album uitkwam, ongeveer drie maanden voordat Aylie overleed. Aylie leed aan een agressieve kanker, die hem na acht maanden strijd het leven ontnam. In die periode ging zijn gezondheid zeer snel achteruit. Wij hadden dit lied samen ingestudeerd, maar hij had het fysiek moeilijk om het in te spelen. Zijn geoefende vingers hadden er geen moeite mee, maar toch was hij zeer snel uitgeput. Op een dag dat hij zich goed voelde hebben we het opgenomen en zo is Aylie op de plaat vereeuwigd. Dit is een triest verhaal, maar anderzijds ben ik zo tevreden dat het gelukt is deze song met zijn gitaarpartijen op te nemen, want dat was zijn innigste wens.

Nog een laatste intieme vraag, Fred Eaglesmith vertelde me dat je de eerste Gay Parade in Yukon wil organiseren. Kijk je daar naar uit?
(Valt bijna achterover, terwijl iedereen dubbel plooit van het lachen) Zal ik je eens wat vertellen. Ik ging met hun op stap en bestelde een biertje. Fred kwam echter aandraven met een Shandy, iets wat meer naar limonade smaakt dan naar bier. Toen hij zag dat de smaak me niet beviel begon hij me voor de grap te knuffelen en zo en zette zijn hand achter mijn hoofd om me die Shandy te laten proeven. Nu, ik dacht als dat hun manier om me gerust te stellen in het begin van de tour dan wordt het mooi. Nee, die geslepen vos wil mij als frontman laten opdraven voor zijn Gay Parade om daarna zelf de pluimen op zijn hoed te steken.

Gordie, mag ik je danken namens Rootstime voor dit zeer fijn gesprek. We kijken al vol spanning uit naar je show in het voorprogramma van Fred Eaglesmith. Geef er een lap op!
Blowfish

foto's: Blowfish