TONY JOE WHITE - HET DEPOT LEUVEN - 10. NOV 2008
Tony Joe wandelt de bar binnen van het hotel waar hij verblijft in Leuven en zegt met zijn karakteristieke, wat lijzige diepe “southern drawl”, terwijl hij ons de hand schudt: “Hey, ik zie dat je koffie drinkt, jullie moesten bier drinken volgens het boekje, dit is toch België, bierland?”. Ik wijs op het plat watertje wat voor hem klaar staat en vraag :”Moest dat dan geen whisky zijn, volgens datzelfde boekje, voor een echte Southerner met een “whiskey soaked voice” zoals de pers het altijd beschrijft?” Hij glimlacht en zegt: “Neen, daar voor heb ik te veel Indiaans bloed, geen vuurwater voor mij, ik houd wel van een wijntje of soms een scotch, maar nooit whisky.“ Daarmee is de toon meteen gezet, en kunnen we beginnen met onze babbel. We wensen hem welkom hier in Leuven en beginnen met het interview.
*
Ik ben trots te kunnen zeggen dat ik bijna veertig jaar geleden je debuutalbum
“Black & White” gekocht heb toen het verscheen, er zit dus een
fan van het eerste uur voor je. In België verkocht die plaat amper maar
wat verderop in Frankrijk was het een reuze succes, nietwaar?
Ja, heel raar, het was mijn eerste nummer één notering, en dat
in Frankrijk terwijl er in Amerika bijna niemand me kende. Ik speelde nog in
kleine clubs in Louisiana en Texas en plots was ik hier heel groot. Dus ik zat
plotseling in Europa en speelde voor een groot publiek en een heel enthousiast
publiek ook.
*
Op je twee volgende platen stonden nog een aantal hits die je coverversies opleverden,
en een ervan was “A Rainy Night In Georgia” waarvan ik al zo veel
coverversies hoorde, dat het me niet zou verwonderen dat het er al dicht bij
de honderd zijn?
Toen ik twee jaar geleden eens informeerde waren er van die song iets over de
honderdveertig versies geregistreerd, en wat belangrijk is, grotendeels van
bekende namen en goede versies. Randy Crawford , Glady’s Knight, prachtige
versies.
*
In feite is dat nummer een klassieker geworden, is het ook jouw favoriete nummer
van de songs die je ooit schreef?
Neen, ik heb geen favoriet, want al mijn nummers zijn mijn kinderen in feite,
je kiest ook geen favoriet kind, je houdt van ze allemaal. De inspiratie ervoor
kwam, ik schreef het neer en zong het, en ik zou het moeilijk hebben om er eentje
uit te pikken. Het is wel mijn belangrijkste song, zeker op financieel gebied.
En ik heb wel favoriete vertolkingen ervan. Ik houd bijvoorbeeld van Brook Benton’s
versie.
*
Dat brengt ons perfect bij de volgende vraag: De nieuwe versie ervan op “Uncovered”
is die niet geïnspireerd door de versie van Brook Benton, trouwens volgens
mij de mooiste van de coverversies, want ze gaat helemaal in die richting.
Ja, dat heb je goed gehoord, want toen ik het origineel opnam was ik nog meer
in mijn swamp rock periode en speelde ik het nog wat meer up-tempo en we deden
er een rustig nummer tussendoor. Een vriend van me, Donnie Fritts, vroeg na
de opnames: “Kan ik daar een kopie van hebben, ik zou het aan iemand willen
laten horen. Ik zei;”Natuurlijk”. Op dat moment dacht ik er nog
niet aan dat iemand ooit een song zou kunnen gaan coveren van me. En even later
krijg ik een cd’tje in de post van Brook Benton met “Rainy Night
In Georgia” en ik luister en denk : “Wow man”.. zo moet het
gezongen worden…
*
Dat was dus een van je eerste van de vele covers die ooit van je nummers gemaakt
werden?
Niet één van, de allereerste! Ik dacht man.. dit is beter dan
het mijne, en het inspireerde me opnieuw, en dan na meer dan vijfentwintig jaar
heb ik me kunnen wreken. (Lacht)
*
Leef je momenteel nog in Louisiana of in Tennessee, want daar las ik ergens
iets over. En was Louisiana echt van invloed op het bepalen van je geluid, men
spreekt altijd van Swamp music, maar heeft die omgeving echt invloed op je sound
gehad?
Ik woon in feite in een klein stadje in Tennessee: “Franklin”, tussen
Memphis en Nashville. Maar mijn zussen en mijn broer leven nog in Louisiana
en dus ben ik daar nog dikwijls. En raar, maar als ik daar geweest ben, kom
ik terug met een song in mijn hoofd, het inspireert me steeds. En het is niet
zozeer Louisiana, ik maak geen Cajun, maar de omgeving die het doet. Ik heb
enkele huizen, ik heb er ééntje in de Ozark Mountains, eentje
in Taos New Mexico, altijd dicht bij het water, een rivier… een meer en
bossen,… en rust in de natuur, en dat inspireert je, ik heb dat nodig.
Een gitaar, een kampvuurtje, wat vissen.. zo schrijf ik mijn songs.
*
Doordat zoveel songs van je gecoverd worden, en de financiële gevolgen
wat zoiets voor je geeft, heb je de vrijheid van te kunnen werken volgens je
eigen tempo en zin. Je hoeft je niet te laten dicteren door de marketing strategie
van major platenfirma’s. Heb je ooit negatieve ervaringen gehad op dat
gebied, want ik kan me voorstellen dat jouw muziek niet zozeer past in hun straatje,
zeker tegenwoordig?
Midden jaren tachtig waren er verschillende grote firma’s die me wilde
tekenen, maar ze willen al dadelijk je stijl veranderen. Zo van:” We vinden
’t prachtig wat je doet,maar als we dit en dat wat veranderen passen we
meer in de huidige markt”. Maar door mijn inkomsten van mijn songwritings
kon ik zeggen, neen jongens, daar doe ik niet aan mee. Toen heb ik Swamp records
opgericht en nu heb ik de vrijheid te doen zoals ik het wil, want er waren tijden
dat me héééel veel geld aangeboden is. Warner en Arista
wilden me, als ik me maar wilde aanpassen, maar dan was ik nu waarschijnlijk
al lang vergeten. Zelfs de bekende Clive Davis van Arista, hij wilde van mij
de nieuwe “witte” Barry White maken. Ik zei: “Hoe zal ik dan
heten Clive; “ White “Barry Joe” White ?” (lacht uitbundig)
In elk geval, we namen vier nummer op, ik was tevreden.. Clive leek tevreden,
hij kon niet dikwijls genoeg herhalen hoe goed hij de songs vond. Ik met gitaar
en mondharmonica, goeie nummers met enkel bas drums en orgel erbij. Iedereen
tevreden zo leek het, klaar om uit te brengen. Hij trekt dus met de opnames
naar Florida, ze zetten er een groot orkest met strijkers er bovenop en ik klonk
als de Bee Gees. En wij zegden: Neen! Er zijn altijd bij die grote Amerikaanse
platenfirma’s kerels die je vertellen hoe goed ze jou muziek wel vinden
en het eerste wat ze doen is: de heleboel veranderen! Neen, ik had inderdaad
het geluk van de financiële ruimte te hebben gekregen door het schrijven
van songs die veel gecoverd werden. Ze hebben zichzelf uit de markt gewerkt,
door zulke dingen nemen de artiesten het heft zelf in handen. Ze zijn binnenkort
volstrekt overbodig. Zelfs studio’s blijken niet echt meer nodig, er worden
genoeg home recordings gemaakt met die pro-tool apparatuur en de mensen houden
ervan. Er blijven nog weinig grote platenfirma’s “oude stijl”
over binnenkort.
*
Als we spreken over de mensen die jou beïnvloed hebben, klopt het te zeggen
dat dat vooral Lightnin Hopkins en John Lee Hooker waren, want dat hoor je toch
wel, vooral in je oudere werk?
Inderdaad, Lightnin’ was de eerste waar ik als vijftienjarige naar beginnen
luisteren ben, Mijn vader, mijn moeder vijf zussen en één broer
ze speelden allemaal gitaar en piano, en mijn broer bracht op een dag een Lp
mee naar boven met muziek van Lightnin Hopkins, en we beginnen er naar te luisteren,
ik dacht , ik wil ook zo spelen als die man. Voordien had ik alleen nog maar
gospel en country beluisterd en de blues raakte me direct. Diezelfde avond nog
nam ik de gitaar van mijn vader en begon te oefenen. (Stilte) En ik nam ooit
een LP met hem op later.
*
Echt? Heb jij met hem samen een LP opgenomen.. dat wist ik niet!
Jazeker…Het was ten tijde van “Polk Salad Annie” ik was in
Los Angeles en plots kreeg ik telefoon, en men vroeg me of ik zin had om wat
met Lightnin Hopkins op te nemen, hij was bezig met de opnames van “L.A
Mudslide” in een studio vlakbij en had graag dat ik mee speelde. Ik greep
mijn mondharmonica en mijn gitaar en we speelden 13 song in een lange sessie
zomaar achter elkaar, in enkele uurtjes was ’t beklonken. Zo simpel kon
het zijn in die tijd.
*
Nu je spreekt van je harmonica, we hadden er in de wagen tijdens het naar hier
rijden nog over dat je een echt apart geluid hebt, heel herkenbaar, en ook op
gitaar is dat zo, je geluid klinkt uniek, het is moeilijk uit te leggen, een
soort vet klinkend, drassig, soms huilend en soms grommend geluid, die typische
“swamp” gitaarsound die je nergens anders hoort.
Toch heb ik nooit over nagedacht, zo speel ik, ik heb nooit bewust gezocht naar
iets “anders”.
*Je
hebt ook met Elvis gewerkt in Vegas en met de Stax Sessions in Memphis nog eens.
Was hij toen nog O.K?
Echt heel goed, zeker in Vegas . Zijn producer Felton Jarvis belde me en ze
vroegen of ik tijdens de Vegas shows op mijn nummers wilde meespelen met hem
en ze vlogen mijn vrouw en mij met zijn privé-vliegtuig naar Vegas en
we zijn een week gebleven, wat rondhangen in zijn kleedkamer, optreden…
Er was steeds een gitaar in zijn kleedkamer en hij vroeg me telkens om hem wat
“blueslicks” aan te leren. Hoewel hij weinig speelde, maar steeds
was het weer van: “Tony, show me one of these blueslicks”.
*
Heb je hem later ook nog ontmoet toen het minder ging?
Ja, voor de Stax opnames, toen wou hij twee songs van me “Thing about
You Baby” en “For Old Times Sake”
En toen was hij nog steeds in orde, maar wat later gingen we naar een show in
Memphis, toen het aan ’t gebeuren was met hem, hij was dik en ziek en
ik ben nooit meer naar hem toe geweest daarna.
*
Hoeveel songs heeft hij van je opgenomen?
Drie, die twee en “Polk Salad” hij heeft me daarna nog eens gebeld,
omdat ook hij “Rainy Night In Georgia” wou doen, maar het is nooit
zo ver gekomen . In een van zijn concertfilms zie je hem op de achterbank van
de limousine een paar regels ervan zingen, en toen ik dat achteraf hoorde en
zag dacht ik: “Oh man, dat zou prachtig geweest zijn”
Hij
was een geweldig performer!
Zeer zeker, want naast Hooker en Hopkins die ik straks noemde, speelden wij
ook veel Elvis songs, en al mijn vrienden, de bayou kids , als wij houseparty’s
hielden was het heel veel Elvis rock wat er gedraaid werd
*Je
zoon Jody werd je producer nu meer dan tien jaar geleden en hij volgde Roger
Davies op die onder meer met Joe Cocker en Tina Turner werkte. Hij heeft ondertussen
prima werk geleverd want hij bracht drie prima ideeën aan voor je laatste
drie albums. Kan je vertellen wat het idee achter elk van die platen was en
hoe ze tot stand gebracht werden, hoe de werkwijze van de opnames was?
Wel Jody hieldt zich met de zakelijke beslommeringen bezig in ’t begin,
publisching, booking en zo en plots begint hij zich voor de studio te interesseren
en met de knopjes te spelen, het interesseerde hem mateloos. Roger Davies nam
Jody onder zijn vleugels, het klikte tussen hun twee. En op een dag komt Roger
naar me toe en zegt. Je hebt me niet meer nodig Tony Joe. Ik ga me wat met de
opvoeding van mijn twee kleine dochtertjes bezig houden. Ik ben sprakeloos,
maar hij gaat verder en zegt: Je zal niet lang moeten zoeken om me te vervangen,
want je hebt het hier vlak bij je…Jody, je zal niemand beter kunnen vinden.
En hij heeft gelijk gekregen. Jody zei op een bepaald moment: Pa, zeg eens met
welke zangeressen je graag een duet zou doen. Een zestal ongeveer is o.k. Ik
zeg: “Wel als ik mag kiezen :Emmylou en Lucinda zeker, en Shelby Lynn
en ik noem er nog een paar, waaronder zijn eigen zus Michelle. “Waarom
vraag je dat?” “Om een plaat te maken” zegt hij en twee maanden
later was alles klaar voor opname. We maakten de songs klaar, mijn stem werd
er vanaf gehaald waar nodig, de meisjes zongen hun partij in en dat was ‘t.
Hetzelfde met “Uncovered”. Ik koos vijf mensen uit, waarvan we onder
mekaar al gezegd hadden, we moeten samen eens wat doen, vrienden die mekaar
na optredens spreken, maar je weet hoe dat gaat. We gaan ooit samen wat opnemen,
maar de jaren gaan voorbij en er komt niks van. Achttien jaar is er zo gepraat.
Tot Jody er werk van maakte en in één twee drie was alles klaar
om er aan te beginnen. JJ Cale, Knopler, Clapton, hoe dikwijls waren er al plannen
gemaakt voor samenwerking, maar verder kwam ’t niet. Nu kozen we voor
alle vijf twee songs uit en liet ik hun de keuze welke ze wilden doen . Micheal
McDonald staat er bijvoorbeeld bij omdat ik zijn pianospel zo prachtig vind.
Er kwam van iedereen heel vlug mooi het afgewerkte product binnen, behalve JJ’s.
Ik zei tegen Jody. JJ mogen we vergeten, na twee maanden, geen teken van leven.
Tot plots de tape arriveerde, er was een briefje bij van JJ “Ik hoop dat
je het niet erg vindt, dat ik zo diep in je song ingegrepen heb, ik heb er vijf
verschillende gitaren bijgezet, een mandoline, een banjo en twee extra strofen
op het eind. Hij had dus twee maanden zitten schaven en het resultaat is schitterend
(lacht)
*
Wat ons weer naadloos naar de volgende vraag brengt. Mijn favoriet op Uncovered
is JJ Cale’s “Louvelda”. Heb je dat geschreven met hem in
gedachten?
Neen, geen enkele van die songs is speciaal voor die cd geschreven, het lag
hier allemaal al een tijdje, gewoon songs voor mezelf. Maar voor Uncovered kozen
we uit die songs een aantal dingen die hun zouden kunnen bevallen
*Klopt
het ook dat JJ in een grote caravan woont?
Vroeger, maar nu woont hij in een huis. In San Diego. Maar hij heeft geen meubels,
want hij heeft 500 gitaren. Echt waar, vijfhonderd. Geen plaats voor meubelen.
Knopfler gaf me enkele jaren geleden een mooie spaanse gitaar en ik had een
oude 330 Gibson, je weet wel die blonde Gibson met de zwarte pick-ups, die had
ik in een pandjeshuis voor 120 dollar gekocht van een Mexicaan in Texas.
(Hierop zegt Yvo, onze fotograaf en gitarenfreak); “Die
is het honderdvoudige waard nu”.
Inderdaad, en toen we een sessie hadden rondom het Uncovered album en Mark wegging
die avond gaf ik hem die gitaar. Hij had er de ganse avond op gespeeld en was
er weg van. Ik zei hem, neem ‘m mee hij is van jou, zo kon ik iets terug
doen voor zijn bijdrage.
*
Op het nieuwste album “Deep Cuts staan remakes van je oude songs, zoals
“High Sheriff” die erg ver verwijderd zijn van het origineel. Hoe
kwam die cd tot stand en de hip hop aanpak, is dat Jody’s idee?
Jody koos alle nummers. Waarom hij net die oude dingen koos, zal ik nooit weten.
Hij gaf me een lijstje van die nummers, en ik ging naar mijn studio en nam analoog
nieuwe versies op van die songs “Reel To Reel”, alleen mijn strat,
harmonica en mijn voet. Na een paar dagen gaf ik hem de banden, hij gooide ze
s’ nachts op zijn pro-tools en ging ermee aan het werk, zoals een geleerde,
een alchemist en een aantal dagen later liet hij me het resultaat horen en ik
heb nooit moeten klagen. Zijn doel was om de jeugd te laten horen wat we deden
toen, overgeplaatst naar nu.Momenteel is de helft van ons publiek “college
kids” en zij vallen wel voor die “hippie” stuff. Jody is een
mysterieuze kerel, maar ik geef hem carte blanche omdat hij bewees het goed
te doen. Ik zou niemand dit met mijn songs laten doen, maar je eigen bloed…
*
Mijn lievelingsnummer op “Deep Cuts” is “Swamp Water”,
wat een trance gevoel in zich heeft, kan je ons vertellen hoe dat gegaan is.
Wel, dat was improvisatie, dat is opgenomen terwijl het geschreven is. Jody
zei, sluit je ogen en speel wat je voelt zolang als je maar wil. Dus ik begin
en speel voor ongeveer twintig minuten, tot ik helemaal in dat nummer zat. Hij
nam het mee, en dan begon hij te experimenteren, door van alles bij te voegen:
live drums, orgel, drum loops op andere plaatsen.. tot het klaar was. Ik zei
toen ik het voor het eerst zo hoorde. Hey, dit moeten we “Techno swamp”
gaan noemen. Ik zei zelfs; “zo gaan we het album noemen”, maar dat
vond hij dan weer niet zo ’n goed idee, en weer had hij gelijk denk ik.
*
Je hebt ook samengewerkt met Susan Tedeschi voor haar nieuwe te verschijnen
cd “Back To The River”, je zorgde zelfs voor de titelsong. Kan je
ons daarover ook wat vertellen?
Weer is dit Jody’s werk. Ik kende slechts een paar van haar songs, maar
hij zei: “Susan wil naar de studio komen en je ontmoeten en een paar songs
schrijven. Ik zei; “Cool, laat ze maar komen.” Dus ze komt binnen
in de studio, en ik had wat gitaren voorzien, een akoestische, mijn Strat, een
Les Paul en nog een paar andere. Ik zeg:” Wil je een gitaar, en wil haar
die akoestische geven. “Neen” zegt ze, “ik wil die”
en ze wijst naar mijn Strat. Ik kende dus haar muziek niet zo goed, en ze neemt
die gitaar en jongens, ik hoorde Lightnin’ Hopkins, mezelf en Bonnie Raitt
samen. De eerste vier uur hebben wij gewoon gitaar gespeeld zonder veel te praten.
En plots, ik weet niet waarom, kwam die titel er voor ons beiden. Ik wilde terug
naar de rivier om te gaan vissen de volgende dag en zij woont ook steeds, net
als ik, vlak aan een rivier. De greep terug naar riff die we gespeeld hadden
en ze hield van de titel en vandaar schreven we dat nummer. Een drietal uren
later was de demo van “Back To The River” klaar. Ik herinner me
nog toen ze binnenkwam, een klein bleek meisje, ik verwachtte zo een akoestische
folk meid… maar man was ik verkeerd. “She walks past Bonnie Raitt”
en ik hou nochtans van Bonnie’s muziek. Maar Susan speelt als de echte
“ouwe garde” bluesmannen.
*
Ik geloof dat je ook goed bevriend was met een van onze beste blueszangers die
we hier in België ooit hadden, Luke Walter Jr. Je speelde zelf op zijn
enige solo album “Back To Normal” en hij nam twee of drie van je
songs op. De opnames daarvan gebeurden in de Muscle Shoals Studio. Nam je daar
ook veel op?
Twee albums heb ik daar opgenomen. Luke was zo ‘n soulvol cool mens, en
we waren er kapot van toen hij ziek werd. Het mooie van hem was dat hij alles
wou proberen. Zijn stem leek een beetje op de mijne. Hij was eens thuis en ik
had zo’n grote tractor met een grasmaaier erachter, en ik heb een tamelijk
groot grasveld en hij wou mijn gras maaien. Nu weet je dat Luke voor 90% blind
was, maar hij heeft thuis ’t gras gemaaid. Een fantastisch mens, ik was
op zijn bruiloft en toen was hij nog kaal van de chemokuur maar hij zag er voor
de rest prima uit, maar wat later in New York ging het terug mis en in hetzelfde
jaar van die opnames in de Muscle Shoals studio’s is hij gestorven. Verschrikkelijk
vonden we het.
*
Misschien is ‘t wat vroeg, maar zijn er al plannen voor nieuw werk?
De song zijn er al, ik ben nog niet in de studio geweest om er aan te werken,
maar ik heb de keuze uit een dertigtal nieuwe nummers, allerlei stijlen, terug
naar de swamp stijl, met enkele muzikanten die ik goed vind, een goeie bassist
en keyboardman uit Muscle Shoals en enkel ikzelf, geen gasten ditmaal.Je weet
nooit wat je gaat doen inde studio en wat er gaat gebeuren, je moet enkel op
dat rode knopje drukken.
*
Dat herinnert me eraan, ik hoorde dat Waylon’s song op “Uncovered”
ook zo ongeveer tot stand kwam.
Ja, Waylon was thuis, hij kwam net uit het hospitaal en zei.:”Ik weet
niet of ik nog ooit ga kunnen opnemen, maar ik heb in het ziekenhuis een song
geschreven”. Ik zei. Waarom probeer je het niet. Ik had een studiootje
vlak bij mijn slaapkamer, liet hem erin, druk op de rode knop en zei: “Probeer
maar wat .. ik laat je alleen en als je wil stoppen roep je maar.” Dus
nam hij in zijn ééntje met een akoestische gitaar dat nummer op
en het was prima . Het stond op een tape met tien songs die ik zelf in dat studiootje
opnam. Het ging een doos in voor jaren en toen stierf Waylon. Toen Jody dan
bezig was met de songs bij mekaar te zoeken kwam hij plots binnen met die band
en zei: “Pa, luister hier even naar.
Ik luisterde en zei, wauw, das perfect, dat moet op die plaat. Ik herinnerde
me toen ook dat Jessie (Coulter), zijn vrouw me verteld had na zijn dood dat
hij ooit gezegd had tegen haar : “Ik hou van Tony Joe, maar ik vind het
spijtig dat hij nooit een van mijn songs opgenomen heeft. Dus dat kwam mooi
uit. We zetten het op pro-tools en gingen er mee aan de slag, bas erbij en drums
en ik. Ik denk dat we het niet verknoeid hebben. Toen het afgewerkt was keek
ik even naar boven en zei. “Hey Waylon, I’ve done one!”
.
*
Wel, Tony Joe, ik zie dat we al veertig minuten gepraat hebben, we gaan het
hierbij laten. We bedanken je voor je kostbare tijd en wensen je een goede show
toe.
Ik dank jullie voor het komen, het was een genoegen met jullie te praten, jongens.
(RON)