JON CLEARY - BRBF PEER 2008 - 13 JULI 2008
*
Jon, welkom hier op het Belgium Rhythm & Blues Festival.
Dank je dat we hier in België mogen zijn, het is een hele eer voor ons
*
Je woont nu bijna dertig jaar in New Orleans, maar je bent geboren in Londen
en woonde tot je achttiende in Kent, kan je wat over je achtergrond vertellen
aan degenen die je niet moesten kennen?
Wel, zoals je zei ben ik dus een Engelse muzikant en vertrok ik reeds op jonge
leeftijd naar New Orleans en speelde er piano. Ik had het geluk er enkele goeie
pianisten te leren kennen. Ik heb dan ook nog het einde van de glorieperiode
van de “New Orleans pianokoningen”, om het zo maar te noemen, mogen
meemaken. Dus, ik heb geluk gehad, want zo heb ik kunnen spelen met een aantal
kerels die de New Orleans R &B uitgevonden hebben. Mijn familie was ook
zeer muzikaal, mijn vader was muzikant, mijn grootvader, ik had drie ooms die
muzikant waren, dus veel van huis uit meegekregen. Ik leef nu in New Orleans
sinds meer dan 27 jaar en ik ben reuzeblij dat we nu dit eerste Europese tournee
kunnen doen met mijn groep uit New Orleans.
*
Is dit echt je eerste tour in Europa?
Jawel, en we zijn zeer tevreden, het publiek reageert enorm enthousiast en ze
luisteren hier ook echt naar je.
*
In feite was je een gitarist, wat deed je overstappen naar piano?
Toen ik naar New Orleans vertrok had ik weinig centjes, ik wou er voor een maand,
twee maanden naar toe en er was een speciale aanbieding van DHL. Je moest enkel
je bagage betalen en mocht dan gratis als passagier mee. Je betaalde dus elke
kilo bagage die je meenam en dat was de prijs van je vlucht, dus…ik nam
enkel mijn tandenborstel mee bij wijze van spreken, zeker geen gitaren. Toen
ik dan in New Orleans aankwam werkte ik als huisschilder in een club waar iedere
dag optredens waren, ik schilderde er de muren, en er stond natuurlijk een piano.
Zo ging het dus, gewoon omdat ik zonder mijn gitaar naar daar vertrok.
*
Was ‘t niet moeilijk als Engelse “chap” om in het begin de
“echte” muziek van New Orleans te spelen? Is dat niet iets wat jaren
nodig heeft om alle nuances tot in al je poriën te laten binnendringen
door er jaren te wonen.
Ja, inderdaad, daarom heb ik de eerste twee jaar in New Orleans geen optredens
gedaan, ik luisterde alleen maar en oefende in mijn eentje. Daarna ging ik voor
anderhalf jaar terug naar Engeland en startte daar een bandje op. Daar leerde
ik dus alle kneepjes van het muzikantenvak, de randverschijnselen , hoe muzikanten
bijeenkrijgen, hoe optredens bij elkaar scharrelen, hoe je centen vast krijgen
bij optredens.. al dat soort zaken. Daarna ging ik terug naar New Orleans en
deed daar hetzelfde.
Maar het is een heel goede vraag, want je moet respect krijgen voor de muziek,
langzaam de eigenheid ervan in je opnemen en doorgeven. Je hoort wel degelijk
het verschil tussen een muzikant, zelfs een hele goede, die gewoon New Orleans
muziek speelt en anderen die er jaren wonen, die kleine nuances, de echtheid
komt langzaam, dat heb je goed gezien.
Ik moest als een van mijn eerste optredens een optreden van James Booker overnemen,
omdat hij niet kwam opdagen en zo is het allemaal begonnen
*
Je vernoemde het net al,een van de eerste muzikanten waarmee je in contact kwam
daar was James Booker, een fantastische pianist , heeft hij je de kneepjes van
het vak geleerd?
Niet direct neen, maar wel indirect, hij speelde iedere dinsdag in de bar waar
ik boven woonde. Zodoende zag ik hem gedurende een drietal jaren elke dinsdag
spelen. Hij was een rare persoonlijkheid, echt vrienden waren we niet, maar
we kenden elkaar goed. Hij kon de ene dag heel vriendelijk zijn en de andere
dag deed hij of hij je nooit gezien had, ik kan het je nu zeggen, hij was in
feite een beetje gek, maar een prima muzikant. Dus ik gaf mijn ogen de kost
en probeerde wat ik gezien had zo goed mogelijk ook te doen..
*
Wat in feite moeilijk moet geweest zijn, want als ik me niet vergis had hij
enorm grote handen.
Ja, ik kan nu nog veel van zijn dingen niet spelen, mijn handjes zijn te klein
daarvoor, maar dat vang je dan op door kleine veranderingen aan te brengen er
in, maar net als hij kan niemand het, tenzij je ook van die reuzenklauwen hebt.
*
Welke andere pianisten hebben je nog invloed op je gehad. Professor Longhair
is gestorven net voor je naar New Orleans verhuisde, dacht ik, dus hem heb je
nooit gezien zeker?
Toen ik negentien was heb ik voor korte tijd gitaar gespeeld bij Dr. John, ik
was toen negentien, daar heb ik ook veel geleerd, ik keek mee over zijn schouders,
en bekeek noot voor noot wat hij deed . Allen Toussaint, en een oude kerel,
niet zo bekend, maar heel goed: Tuts Washington. Huey Smith, heb ik maar één
keer gezien. Hij speelde maar één keer in die zevenentwintig jaar
in New Orleans. En dan nog wat jazz pianisten, maar van invloed is er geen sprake
in dat geval , en er was dan één pianist die ik enorm goed vond,
Ed Frank, maar bijna niemand kent hem, hij had maar één hand,
maar speelde prachtig piano, en ook een pracht van een mens.
*
Heb je schade gehad aan je huis door Katrina?
Ja, maar niet zo erg. Sommige van mijn vrienden verloren alles, Bij mij was
alles te herstellen,het huis stond een halve meter onder water en een gedeelte
van het dak was weg, dramatisch normaal, maar gezien in de context van Katrina:
peanuts. Het lijkt wel klagen over een schrammetje terwijl de man naast je zijn
arm kwijt is, dus al bij al mogen we niet klagen.
*
We interviewden nog enkele muzikanten uit New Orleans voorheen en allen waren
ze boos over wat er gebeurde in de stad na de storm, denk je er ook zo over,
heeft de regering schuld?
Ja, ze maakten er een zootje van. Een waardeloze regering, Een van de machtigste
landen ter wereld en het duurde weken eer er ook maar iets gebeurde. Misdadig
is zo iets, de dijken hadden niet mogen breken, want het was pas na de storm,
een dag later dat de dijken doorbraken, de dijken waren slecht gemaakt en verwaarloosd,
onverschilligheid en onkunde op grote schaal was dat. Maar dat is spijtig genoeg,
eigen aan New Orleans.
*
We zagen je een aantal jaren geleden met Bonnie Raitt, maar je hebt ook nog
met veel andere bekende muzikanten getoerd, kan je ons wat vertellen van sommigen
met wie je live optrad?
Om te beginnen heb ik mijn eerste toer als gitarist in Engeland gedaan, met
Jo- Ann Kelly. Daarna in Amerika Johnny Adams en Walter Wolfman Washington.
En de eerste echte grote toer was met Sam McClain, daarna, da’s meer bekend,
bij Bonnie Raitt en Taj Mahal.
.
* Als je opnieuw gevraagd wordt voor langere tours met bekende
muzikanten als sideman, zou je dat nog doen of is je eigen carrière belangrijker
nu?
Ik hou van afwisseling, het is goed om in verschillende richtingen te gaan op
muzikaal gebied. Ik werk graag met mijn groep, wat voor mij het belangrijkste
blijft, maar daarnaast ook met anderen, vooral om me bij te scholen op andere
gebieden. Je leert enorm veel op die manier, je moet je voortdurend aanpassen.
Ik kom weer terug naar Europa in november met John Scofield, de jazz gitarist,
wat weer wat gans anders gaat zijn. We gaan een gospel cd maken en toeren achteraf.
Dat is heel goed, je moet weer een hele andere richting ontdekken, je pianostijl
verrijkt weer heel wat daardoor. Het is dus heel belangrijk om met anderen te
spelen.
*
De vorige cd “Do Not Disturb” was slechts een kort E.P'tje opgenomen
“on the road”, had dat een reden?
Ik bleef maar vragen krijgen voor een nieuwe cd en ik had nooit echt tijd door
het vele toeren, Toen heb ik me zo een kleine draagbare studio aangeschaft,
die ik steeds bij me heb en als ik dan eens enkele dagen vrij had tussen optredens,
dan neem je op de hotelkamer wat dingen op, en de anderen zegden, hee, klinkt
goed, deze songs, dat moet je uitbrengen! Dus zo is die cd ontstaan. En omdat
de platenfirma’s één voor één het hoekje omgaan
dacht ik, ik heb nu mijn eigen studio, ik speel alles lekker zelf, mix alles,
nog persen en klaar, en dan verkoop via de site en na de optredens.“Homemade
music” dus.
*
Uw pianospel is wat apart, je speelt op een funky “percussie” manier,met
wat men met een mooi Engels woord “syncopation” noemt, is dat een
eigen stijl of is ‘t gewoon zo voor alle New Orleans pianomuziek?
Ja ’t is typisch voor de manier waarop ik speel , ik hou erg van funky
“syncopated” muziek en ook van percussie instrumenten. Op een piano
kun je alle percussie nabootsen in feite.en met je twee handen speel je zowat
als een conga speler, maar dat is dan ook weer typisch aan alle New Orleans
muziek, dat gaat terug tot Jelly Roll Morton’s tijd. Als je het zo wil
bekijken is de piano een van de percussie-instrumenten. je hamert op de snaren,
je kan geen intonaties leggen door snaren te buigen, als bij een gitaar.Dus
ben ik in feite een percussionist.
*
Schrijf je je muziek heel alleen of is ‘t een groepsding?
Ik schrijf alleen, maar als het af is dan is ’t wel zo dat iedere muzikant
zijn eigen ding toevoegt tijdens de optredens en dat zo ’n song na een
periode daardoor langzaam groeit tot zijn uiteindelijke vorm. Niet altijd lukt
’t even goed, natuurlijk blijven alleen de geslaagde toevoegingen leven.
*
Zijn je teksten belangrijk voor je en komen ze gemakkelijk uit de pen?
Soms komen ze vanzelf, soms echt niet. Er zijn songs die ik al twintig jaar
probeer te schrijven, terwijl anderen al voor je geschreven lijken. Je gaat
even achter de piano zitten en ze zijn er. Woorden zijn zeer belangrijk, en
wel op twee manieren, soms wil je echt iets belangrijks zeggen met je tekst,
en soms is t gewoon om hoe ze klinken, meer het luchtige werk.Gewoon de muziek
die al in de klanken zit, het “bekt” lekker om het zo te zeggen
Als je ze op papier ziet lijken ze idioot, maar toch is het prachtig om zingen
*
De tekst van “When You get Back” een van mijn favoriete songs van
je, is er zo eentje denk ik. Met de “cha-cha all night long” passages..
Neen, toch niet, dat is een van de echte songs vol “waarheid”. Het
gaat over een minder prettige periode uit mijn leven. Ik schreef het voor een
mooi lief Chinees meisje uit New York. Ik was er tot over mijn oren verliefd
op. Toen ik in New York woonde nam ik haar mee naar “latin” concerten
en shows in Harlem en we gingen naar van die dansavonden waar Cha Cha gedanst
werd, meestal door bejaarden, maar wij gingen er ook dansen, toen werd ik uit
Amerika verbannen omdat mijn verblijfvergunning verlopen was, en ze zei “When
you get back, we will cha cha all night long”. Ik ging dus naar Brazilië,
Azië we stuurden mekaar brieven en postkaarten. Toen ik terugkwam werd
ik echter volledig genegeerd , ze had iemand anders die haar hart gestolen had..
Dus helemaal geen luchtig liedje. Vandaar dus die tekst ..but she lied .
*
Je mengt veel soul en funk tussen de echte new Orleans elementen in je muziek.Kunnen
deze elementen er gekomen zijn omdat je lange tijd speelde met Walter Washington
and Johnny Adams, echte soul zangers?
Ja gedeeltelijk toch. Walter “Wolfman” Washington had veel invloed
op me. Hij heeft me naar de soulkant van de blues gebracht, muziek van Johnny
Taylor, Bobby Bland en zo heb ik via hem leren kennen. Maar ik ben altijd een
Johnny Guitar Watson fan geweest, (heel toevallig begint in de tent Marc Broussard
op dat moment een nummer van J.G.W te zingen). Wow, van toeval gesproken.. Walter
en ik spraken veel over Johnny Guitar Watson. Maar ook mijn jonge, zeer funky
tante heeft me veel soul leren kennen. Ze droeg steeds een afro pruik, plateauzolen
en hotpants en bracht platen mee van Donny Hattaway, Staple Singers, Al Green
en zoveel anderen en zij heeft me nog het meest de soul meegegeven, die gekke
tante van me.
*
Toen ik tijdens mijn voorbereiding van dit interview stuitte op je discografie
was ik verrast door de vele cd’s die ik in mijn collectie had en waarop
je meespeelde zonder dat ik het wist moet ik toegeven ik wist dat je met Taj
Mahal en Bonnie Raitt speelde, maar ook op cd’s die ik had van John Mooney,
Holmes brothers, Walter Washington, Ryan Adams Junior Wells, Maria Muldaur en
andere “Telarc” blues artiesten. Was je soms een vast lid van het
huisorkest van de Telarc studios, waar ook Sonny Landreth dikwijls in meespeelde,
hebben jullie samen opnames gemaakt?
Neen, niet echt, er was een producer, “John Schneider” die een studio
In Lafayette had, in Louisiana,en daar werkte ik veel mee en daardoor kwam ik
op die platen terecht. Maar met Maria Muldaur dat was om de vocale arrangementen
te doen, samen met Aaron Neville en een paar anderen Maar ik was dus geen van
die vaste studiomuzikanten, ik heb nooit met Sonny gespeeld, maar ken hem wel
goed, we “delen” veel vrienden. Ja,het komt omdat hij een van die
Lafayette kerels is, dat hij op al die Telarc opnames terug komt.
*
Een aantal weken terug deed ik een interview met Rudy Rotta de Italiaanse bluesgitarist
en hij vertelde over de sessies van Winds Of Louisiana” en de samenwerking
met je. Hij zei dat hij veel hulp van je gekregen had. Herinner je je die opnames
nog?
Ja , met Anders Osbourne als producer.
*
Mo Hippo, de live cd,is nog niet zo lang geleden verschenen, dus er zullen zo
dadelijk nog geen nieuwe opnameplannen zijn, veronderstel ik?
Wel, ik probeer er tijd voor te maken, wat moeilijk is want momenteel leef ik
echt “On the road” Als een toer voorbij is, is de volgende er al
Bonnie Raitt, John Scofield . Voorbereiding voor een plaatopname neemt vier
maanden minstens in beslag, het uiteindelijke opnameproces zelf maar vier dagen,
dus het is de voorbereiding waar ik nooit echt de tijd voor kan vinden.
Het makkelijkste zou zijn de studio in te gaan en live te spelen, maar ik hou
er niet van, ik speelde al teveel op van die platen, je noemde er juist eentje.
Als ik er ééntje maak, wil ik het goed doen, al moet ik zeggen
dat me dat nog niet gelukt is, er is geen van mijn eigen platen die ik niet
afzet na een tijdje luisteren. Als je serieus met muziek bezig bent moet je
zeer kritisch zijn, dus kan ik geen van mijn platen zelf volledig beluisteren.
Ik zou dus reuzegraag eens een half jaar aan mijn volgende cd werken, misschien
was ik dan eens tevreden. Best zou zijn: 2 maanden pianospelen, 2 maanden schrijven
en 2 maanden opnemen. Maar dat lukt me toch nooit, dus wanneer de volgende uitkomt….heaven
knows..
*
Ik zie dat dit de laatste vraag al was, dus bedankt voor je tijd, Jon, het was
fijn om met je te praten.
Ik bedank jullie, het was een zeer aangenaam gesprek.
foto's : Lady Blue
Ron