JOHNNY WINTER - HOF TER LO BORGERHOUT - 11 MEI 2008
Johnny Winter staat er voor bekend dat hij moeilijk interviewbaar is, hij staat slechts zelden een interview toe, en ook heeft hij de reputatie geen 'prater' te zijn, een man van weinig woorden. Dingen die begrijpelijk zijn als je weet dat de man ondertussen praktisch blind is en nog andere gezondheidsproblemen heeft. Maar beide bleken toch nog mee te vallen, want toen we zonder te veel problemen een interview toegezegd kregen, bleek het nog mee te vallen, de man is geen verteller, maar neemt wel de tijd om je vragen, zij het beknopt, te beantwoorden. Bewust of per toeval, net voor zijn optreden, konden we van wal steken.
*Johnny,
als fan vanaf je beginperiode is het een hele eer om je te mogen interviewen,
en we willen je nu al bedanken om even van je tijd te mogen stelen voor dit
gesprek.
Geen probleem, maar het optreden start binnen een vijftiental minuten, dus vuur
maar af.
*De
meeste slide gitaristen waarmee we al gepraat hebben geven als gitarist die
hun het meest inspireerde, Robert Johnson op, is dat voor jou ook het geval,
of zijn er anderen die voor jou belangrijker waren?
Neen, Johnson staat heel zeker ook aan de top van mijn lijstje, maar ook Son
House, Elmore James en Muddy Waters, om er maar enkelen te noemen.
*Ik
heb thuis ook je vroege werk van voor je CBS debuut, en het valt me op dat die
dingen eerder T-Bone Walker geinspireerd zijn en ook wat soul-achtige nummers
bevatten, met meer een Bobby Blue Bland stijl in de zangpartijen, hebben deze
artiesten ook indruk op je gemaakt in het begin?
Ja, heel zeker, mijn vocale invloeden kwamen, zeker in de beginperiode, van
Bobby Bland en Ray Charles. En op gitaar inderdaad T-Bone maar ook Clarence
Garlow, Lightnin’ Hopkins, Clarence Gatemouth Brown, Jimmy Reed en vele
anderen, hoofdzakelijk Texanen.
*
Muddy Waters kreeg extra belangstelling toen je met hem samenwerkte, en het
gaf zijn carrière een “boost”, ben je trots op die periode
toen je met hem samenwerkte, het moet een mooie tijd geweest zijn?
Ja, het was ook voor mij een hoogtepunt in mijn carrière, het heeft ons
beiden goed gedaan. Hij was een topartiest, en een echte vriend en bovendien
een echte gentlemen. Ik kreeg 3 grammys voor mijn werk met hem en heb geruime
tijd met hem samen getoerd, absoluut een hoogtepunt in onze beide carrières.
*Een
ander punt waar je fier kan over zijn is dat topgitaristen zoals Billy Gibbons
en Stevie Ray Vaughan jou als hun grote mentor vernoemen, heb je met beiden
ooit kunnen optreden soms?
Billy niet, maar Stevie enkele malen wel ja. Hij kwam regelmatig bij me thuis,
en ik kom hem wat truukjes op gitaar leren in zijn beginperiode. Zoals je weet
was Tommy Shannon ook mijn bassist en is hij later bij Double Trouble terecht
gekomen.
*Na de Muddy Waters albums ging je naar Alligator Records en nam er drie prachtige
albums op, met Dick Shurman als producer, was je daar tevreden over?
Dick Shurman leverde prachtig werk, ik was zeer tevreden over hem en ook Alligator
is een fantastisch label voor bluesartiesten. Met Dick werk ik trouwens nog
steeds samen, met hem deed ik ook de “I’m A Bluesman” cd,
en weer tot mijn grote tevredenheid. Dick weet dadelijk hoe ik het wil laten
klinken, hij is een echte vakman.
*Toch
verliet je Dick Shurman en Alligator na zo drie topalbums, de opvolger “Winter
88” verkocht heel wat minder, als ik me niet vergis.
Ik kreeg een beter aanbod en moest verder in een andere richting, en vergis
je niet, die plaat deed het helemaal niet slecht, ik zou zelfs meer zeggen,
ze deed het goed na een tijdje (lacht).
*Ik
ben een fan van slide gitaren en ik had graag eens jou opinie over de drie sliders
die ik het momenteel meest bewonder, namelijk Derek Trucks, Warren Haynes en
Sonny Landreth?
Ik hou ook enorm veel van Derek Trucks, en toevallig heb ik met hem gespeeld
toen ik door Warren uitgenodigd was in het Beacon Theatre in New York City en
later nog eens op Clapton’s Crossroad festival, we speelden toen Highway
61 onder andere en het was ontzettend fijn. Van Sonny Landreth heb ik nog maar
weinig kunnen beluisteren, ik ken hem in feite te weinig om een echt oordeel
over hem te vellen, maar hij heeft wel een eigen aparte techniek, hij is origineel.
*Nu
we het toch over jongere talentvolle gitaristen hebben, iemand wiens stijl volgens
mij enorm op de jouwe lijkt is Eric Sardinas, wat denk je van hem?
Eric is een hele goede vriend, heeft enorm veel talent en ik speelde zelfs op
zijn eerste cd mee.
*Heb
je nog contact met Rick Derringer en met je broer Edgar, en bestaat er eventueel
kans dat jullie nog eens samenwerken?
Heel toevallig hebben we niet zo lang geledeneen aantal shows samen gedaan,
die de triple threat tour heette en het was heel succesvol, zo succesvol dat
we er nog een heleboel willen doen.
*Uw
laatste cd “I’m a bluesman” was opnieuw een pure bluesplaat
en je toert terug na een periode met wat gezondheidsproblemen, kunnen we het
een come back noemen, of hoor je die term niet zo graag?
Ja, “Bluesman” kreeg een Grammy nominatie en momenteel toer ik met
mijn nieuwe band, met de fantastische gitarist Paul Nelson, een man met ook
een eigen stijl en op bas heb ik Scott Spray en Tony Beard is de drummer, samen
een hechte ritmesectie. Je zou het een comeback kunnen noemen, alleen, ik ben
in feite nooit weggeweest! (lacht uitbundig).
Paul Nelson, naast gitarist ook toermanager en een uiterst vriendelijke kerel, doet voorzichtig teken dat de band ( en hij dus ook) dringend het podium op moet. Dat komt goed uit, we hadden toch maar enkele vragen meer, die we nu beperken tot deze, korte, veelgestelde, maar belangrijke laatste vraag:
*Zijn
er al plannen voor een nieuwe cd?
Laat ons zeggen dat er dingen in de steiger staan, maar meer kan en mag ik nog
niet loslaten, het is nog wat vroeg.
Bedankt
voor dit interview Johnny, hou je gezond zou ik zeggen en we zijn beniewd naar
je nieuwe cd, maar vooral naar je optreden dadelijk.
Ik ben er klaar voor, dank je jongens!
Meer foto's: Blowfish
Ron