MICHAEL WESTON KING - TOOGENBLIK HAREN - 15 FEB.2008


Hallo Michael. Welkom in België voor het begin van een aantal weekjes toeren doorheen Europa. Je lijkt wel wereldkampioen te zijn in het aantal live optredens per jaar, zowat een gemiddelde van één per dag. Wat motiveert je om de wereld rond te reizen om je shows te brengen?
Eigenlijk hebben we het Europese gedeelte wat opgesplitst. We waren hier al een week, dan ben ik terug naar Engeland gegaan voor een weekje en nu doen we nog eens een week in diverse landen. Morgen spelen we al opnieuw in Nice en dan gaan we naar Duitsland. Als dit voorbij is gaan we nog even terug naar Engeland en dan voor een paar weekjes naar Amerika. Al die optredens zijn er in eerste instantie om de strijd tegen de armoede aan te gaan (lacht). Ik heb een vrouw en een kleintje waar ik moet voor zorgen. Het is ook mijn werk en de inkomsten komen vooral van live optredens. Ik verkoop niet zoveel cd’s, vooral via de verkoop van cd’s tijdens live shows. Het geld komt er voor mij - net als voor zoveel anderen - vooral van optredens. Ik doe het ook nog altijd erg graag en zelfs liever in België, Duitsland en Nederland dan in Engeland. Maar misschien voeg ik weldra misschien toch een sabbatjaartje in om wat meer thuis bij mijn vrouw en mijn dochtertje te zijn.


Je hebt voor deze tournee je vrouw Lou Dalgleish niet meegebracht. Zij is ook een zangeres en helpt je wat op je laatste cd “A New Kind Of Loneliness”.
Ja, omwille van ons dochtertje. We treden vaak samen op, maar dan vooral bij shows in Engeland waar we nadien terug naar huis kunnen. Zo was Lou er 3 dagen geleden nog bij en binnen 10 dagen treden we op in Birmingham waar we ook wonen en dan is ze natuurlijk van de partij. Zij speelde zelfs mee op de laatste 3 albums en we hebben ook enkele nummers samen geschreven (nvdr “Here’s The Plan” en “My Heart Stopped Today” op de laatste cd).


Voor mij behoor je tot de categorie der grote stemmen waar ook zangers als Raul Malo, Ron Sexsmith, Chris Isaak en Roy Orbison thuis horen.
Hé, leuk om te horen. Ik heb dit al eens eerder gehoord van anderen. Roy is zeker ook één van de artiesten in mijn persoonlijke top 5. Ook Ron’s stem vind ik erg mooi, minder emotievol maar meer als een crooner. Ik houd ook wel van de Mavericks en vooral van Raul’s stem, maar ik ben niet wat je een grote fan zou kunnen noemen. Mijn favorieten zijn Roy Orbison, Elvis, Scott Walker en absoluut ook John Hiatt.


En Townes Van Zandt? Je hebt heel lang het voorprogramma voor hem gedaan en je hebt hem ook voor “Riding The Range” op de eerste Good Sons-cd weten te strikken, een song van jou die hij later ook nog eens zelf opnam?
In de categorie van favoriete zangers zou ik hem niet opnemen, maar als songschrijver is hij echt onklopbaar. Hij was vooral een zanger van zijn eigen liedjes ondanks het feit dat hij wel enkele covers heeft opgenomen. Maar ik blijf toch liever bij de eerder genoemde 4 zangers en je mag er ook Dusty Springfield als vrouwelijke artiest bijvoegen.


Als je nummers schrijft, doe je dat dan met bepaalde zangers in gedachten?
Als ik schrijf, concentreer ik me vooral op het schrijven, eerder dan te overwegen of de song beter geschikt is voor mijn eigen stem of voor een andere zanger. Ik heb wel nummers voor anderen geschreven, maar dan besteedde ik eerder aandacht aan wat mij tekstueel aan hen verbond dan aan hun stem. Ik denk ook niet dat ik goed genoeg ben om dat effectief te doen.


Voor je cd “Love’s A Cover” selecteerde je 15 songs uit de muziekgeschiedenis, meestal liedjes die al bekend waren in de originele versies en die gezongen werden door excellente zangers en zangeressen. Welke waren je criteria voor deze songselectie?
Ik zing zelf heel graag liedjes van anderen. In elke show heb ik er wel een stuk of drie. Ook vanavond zullen we er enkele brengen. Ik heb er doorheen de voorbije jaren ook enkele gecoverd voor compilatiealbums of tribute-albums en ook enkele voor mijn eigen cd’s. Zo had ik er ondertussen al een 9-tal. Glitterhouse Records - mijn platenmaatschappij - vond het een goed idee om die eens allemaal samen te brengen op één album. Dus heb ik er nog enkele bij opgenomen en zo ontstond de songlist voor “Love’s A Cover”. Er was eigenlijk geen echt criterium, behalve dat het allemaal om songs ging die ik zelf goed vond.


Opvallend was de diversiteit aan artiesten die je selecteerde. Van soullegendes als Marvin Gaye, The Supremes en disco-queen Candi Staton naar John Fogerty, the Who tot Neil Young, Bob Dylan, Townes Van Zandt en zelfs Nick Cave. Zijn dat artiesten waar je thuis of op tournee naar luistert?
Wel, die verschillende genres weerspiegelen vooral mijn brede interesse in de muziek. Maar het is ook te plaatsen in de tijd. Als ik nu opnieuw 15 songs zou moeten selecteren voor zo’n album dan zou de keuze behoorlijk verschillend zijn. Toen was het vooral zo dat we liedjes namen die ik al eerder had opgenomen, zoals de Scott Walker-song “Big Louise” voor een tribute-album, “Dylan’s “Simple Twist Of Fate” was voor een Mojo-magazine, evenals “For No One” van The Beatles.


Je gaat binnenkort overigens je eigen tribute-album krijgen onder de titel “From Lover’s Lane To Liverpool – The Songs Of Michael Weston King”. Wat is eigenlijk de stand van zaken daaromtrent?
Wel, ik heb eigenlijk net een advance promotional copy van die cd meegekregen met een heleboel van de nummers die op die finale cd terecht zullen komen. Ik zal je seffens een exemplaar bezorgen. Maar je mag ze nu nog niet promoten want er zijn nog enkele discussies aan de gang over auteursrechten en over de rechten van de labels van de artiest die de song covert. Zo proberen we nog een cover door Jackie Leven en een andere “Celestial City” door Peter Case op de plaat te krijgen. Ik zal je binnenkort een promo bezorgen als die beslommeringen allemaal achter de rug zijn. Je kan daar dan een hopelijk fijne recensie over schrijven voor Rootstime.


Een andere opvallende samenwerking was het project dat je samen deed met Jackie Leven en Robert Fisher (nvdr. van Willard Grant Conspiracy), toevallig ook beiden artiesten waarvan alle cd’s in mijn platencollectie zitten.
Je weet dan zeker ook dat we vorig jaar een hele tournee gedaan hebben in Engeland met zijn drietjes. Er is echter nooit een album opgenomen met de nummers die we toen brachten. Ik heb wel de cd “A Decent Man” opgenomen met Jackie Leven en hij speelt ook mee op de nieuwste cd van Willard Grant Conspiracy, maar met z’n drieën is het er jammer genoeg nog niet van gekomen. Misschien nog iets voor de toekomst.


Hoe ben je in contact gekomen met beiden?
Jackie ken ik al vele jaren. We ontmoetten elkaar voor het eerst tijdens een festival in Schotland en daarna producete hij mijn cd “A Decent Man” en ik speelde op zijn album “Elegy For Johnny Cash”. Robert Fisher en ikzelf zitten op hetzelfde label, maar ik weet niet meer waar we elkaar voor het eerst troffen, allicht ergens onderweg op tournee. Vorig jaar toerde ik in Amerika en verbleef ik gedurende enkele dagen in het huis van Robert. We steunen elkaar veeleer dan dat we elkaar als concurrenten zien. Hij heeft me de hele tijd rondgereden in Amerika van het ene optreden naar het andere. Een heel leuke man.


Hij speelt ook bijna nooit met dezelfde groep muzikanten.
Ja, dat probeer ik ook zoveel mogelijk te doen op deze tournee. Dat helpt voor de creativiteit en voorkomt dat je een beetje op elkaar uitgekeken geraakt. Onze pedal steel guitar en mandolinespeler van vanavond Alan Cook ken ik al heel lang en hij is er bijna altijd bij, maar de jonge gitarist Paul Hesketh speelt vandaag nog maar pas zijn derde show met ons. In Engeland krijgen we er straks een andere jonge muzikant bij en Lou zal ook terug meespelen. Volgende week in Eindhoven speelt alweer een andere Nederlandse muzikant mee. Het is ook erg duur om een hele tournee met een uitgebreide band te doen. Daarom geef ik graag kansen aan jonge talenten.


De lijst van mensen met wie je al op het podium hebt gestaan is ronduit indrukwekkend: Nick Lowe, Nick Cave, Ron Sexsmith, Steve Forbert, Chris Hillman (Byrds) en Joe Ely. Leer je ook nog steeds iets bij van die artiesten terwijl je op tournee bent of met hen samenwerkt?
Dat denk ik wel, ja. Ik heb waarschijnlijk het meest geleerd van Townes Van Zandt want met hem heb ik het langst getoerd. Ik was toen nog erg jong en heb mijn vak voor een groot stuk van hem geleerd. Toen ik met Chris Hillman begon te werken was ik allicht zelf al wat meer gevormd en had ik mijn eigen ding al uitgewerkt. Nick Lowe is ondertussen al meer dan 10 jaar geleden. Joe Ely dateert al uit de tijd van The Good Sons. Soms doe je maar enkele shows samen. Maar met Chris ben ik heel close bevriend gebleven.


Ook met Ron Sexsmith heb je lange tijd getoerd en hij zingt ook mee op je laatste cd in het nummer “From Out Of The Blue”. Op “Love’s A Cover” zing je dan weer een live versie van zijn hit “Doomed”.
We speelden zowat 5 jaar samen en bleven nadien met elkaar mailen. “From Out Of The Blue” is een nummer dat hem op het lijf geschreven is, daar kwam ik ook nadien pas achter. Dus dacht ik dat ik het best aan hem zou vragen om mee te zingen en hij stemde meteen toe. Ron heeft ondertussen een tiental cd’s opgenomen met werkelijk schitterende songs. En “Doomed” is daaruit mijn all-time favoriet, vandaar de keuze voor dat nummer op het coveralbum.


Je bent momenteel zelf behoorlijk ver verwijderd van wat er in de hitlijsten gebeurt. Volg je de hedendaagse muziek zelf nog op of is het allemaal wat te ver van je bed?
De hitparades volg ik al een hele tijd niet meer maar ik volg de hedendaagse muziekscene wel nog op om nieuwe groepen te ontdekken. Die belanden niet noodzakelijk ook in de hitparades. Eén van mijn grote favoriete bands van de laatste tijd is een groepje met de naam Rilo Kiley (nvdr. met frontlady Jenny Lewis en hun succesalbum “Under The Blacklight”). Jenny Lewis is mijn favoriete vrouwelijke artieste van de voorbije 5 à 6 jaar die op een briljante manier teksten schrijft, een heel goede songwriter en ze gaat helemaal eigenzinnig haar eigen weg. Vele Amerikaanse zangeressen proberen topsterren als Lucinda Williams klakkeloos te imiteren. Dat doet een artieste als Jenny Lewis absoluut niet.


Terug naar je eigen carrière. Is er een groot verschil tussen wat je deed ten tijde van The Good Sons en wat je nu als soloartiest doet?Je schreef tenslotte ook alle nummers voor de groep.
Ik denk persoonlijk dat het nu anders is. Mijn stijl van songschrijven is wel niet zo drastisch gewijzigd maar hetgeen mijn schrijven beïnvloedt is wel veranderd. Ik luister momenteel veel minder naar countrymuziek.Ten tijde van The Good Sons waren we veel meer bezig in de countrystijl. Alan speelt vanavond wel nog pedal steel guitar, maar als je goed naar de nummers luistert zijn ze toch veel minder country dan wat we vroeger met de band brachten. We brengen de pedal steel guitar nu meer als een atmosferisch geluid - een sfeermaker - en ze is zeker niet meer zo nadrukkelijk in de huidige songs aanwezig.


Waarom ben je dan destijds met The Good Sons gestopt?
We hadden 3 cd’s opgenomen en het liep allemaal erg vlotjes. Toen we een deal hadden met het Amerikaanse Watermelon Records-label werden onze cd’s in de States uitgebracht. Maar al heel snel daarna ging de platenmaatschappij failliet, onze gitarist Phil ging op zoek naar de grote liefde in Italië, we hadden een heel zwaar auto-ongeluk in Duitsland en ikzelf zat midden in een echtscheiding. Het was een absoluut rotjaar. Onze manager was ook Nick Cave’s manager en hij besteedde al zijn tijd aan die groep, waarschijnlijk omdat er veel meer aan te verdienen viel dan aan The Good Sons. Terecht zou achteraf blijken. Ik maakte al gauw mijn eerste solo-cd voor Glitterhouse Records “God Shaped Hole”. Maar in 2001 zijn we nog een keer allemaal terug samen gekomen om de vierde cd “Happiness” van The Goods Sons op te nemen, volgens mij onze beste plaat en waarschijnlijk ook die met mijn beste songs erop. De plaat kreeg uitstekende persrecensies maar we slaagden er niet meer in om door een groot label opgepikt te worden. Iedereen in de band moest brood op de plank krijgen en we besloten dan maar om elk onze eigen weg in te slaan.


Je hebt ook je eigen label “Murdered With Kindness” (nvdr. M.W.K. oftewel ook Michael Weston King).
Ik heb een live-album op dat label uitgebracht en misschien doe ik dat nog een keertje later op het jaar. Maar het is niet de bedoeling dat we daarmee nieuwe releases gaan uitbrengen, eerder om platen op te nemen die we verkopen tijdens live-optredens. Ik teken geen bands voor dit label.


Heb je dan ook een eigen studio?
Nee. Ik heb de druk nodig van het werken in een studio. Men mag mij geen ongelimiteerd gebruik van een studio geven want dan komt er niets van. Ik moet onder de tijdsdruk staan om een plaat af te hebben binnen de beschikbare studiotijd. Ik moet de klok horen tikken en heb die stress echt nodig.
Als ik liedjes schrijf neem ik demo’s op met een klein bandrecordertje, vooral om de melodie vast te leggen of om enkele ideeën of teksten te kunnen herinneren.


Als ik zo over je hele carrière heen kijk is het al enkele malen gebeurd dat je een heel succesvolle periode afwisselt met een stap terug waarbij je de akoestische gitaar ter hand neemt en terug alleen gaat optreden. Is het dan zo moeilijk voor een artiest met jouw reputatie om een label te vinden of een behoorlijke platendeal af te sluiten?
In de laatste 12 jaar ben ik er altijd in geslaagd om een label te vinden. Ik heb bij 4 labels gezeten, eerder kleine labels. Ze hebben me dus niet veel geld gegeven voor de opnamen maar ik heb altijd voldoende gekregen om me toe te laten een goede plaat af te leveren. Maar met ProTools en GarageBands is men er de laatste tijd in geslaagd om redelijk goed klinkende platen af te leveren. De platenlabels zijn dus niet echt meer nodig. Als ze het goed vinden kopen de labels de tapes na de opname en dan brengen ze de plaat uit en zorgen voor de promotie. Alleen voor de promotie heb je eigenlijk nog een label nodig, hoewel dat tegenwoordig via My Space-websites ook al vrij vlot verlopen kan. Bij Glitterhouse kreeg ik bijvoorbeeld heel veel promotie in Duitsland omdat ze een Duitse label waren maar in Engeland gebeurde haast niets. Ik ben dan ook nog wat ouderwets en wil altijd een bepaald budget ter beschikking krijgen om een plaat af te leveren. Zo heb ik het altijd gedaan, behalve voor de laatste cd. Die heb ik helemaal uit eigen zak moeten betalen. Voor mijn volgende plaat heb ik al heel wat songs op demo staan en daarmee ga ik nog eens langs bij enkele labels in de hoop dat iemand bereid is om de zaak te bekostigen.


Ga je vanavond ook nieuwe onuitgegeven nummers brengen?
Ja, we spelen 2 of 3 nieuwe nummers. Onlangs heb ik tijdens een concert in Solingen, Duitsland een live registratie opgenomen van 9 nieuwe nummers. Alan was er toen niet bij. We speelden met 2 nieuwe Nederlandse muzikanten. Als die tape klaar is ga ik hem gebruiken voor mijn bezoekjes aan de labels. Als het een beetje mee valt kan ik die tracks gebruiken als basis voor een nieuwe cd.


Ga je ooit nog eens een coveralbum uitbrengen?
Dat zou ik dolgraag doen, ja. Ik heb al een lijstje van zo’n dertigtal liedjes gemaakt. Daar zal ik dus nog serieus moeten in schrappen. Mijn eerstvolgende doel is echter een nieuwe cd met eigen songs.
Ik heb ook een heleboel liedjes geschreven die speciaal gemaakt zijn voor een duets-album, voornamelijk weer in de countrystijl. Een eigen “Gram Parsons & Emmylou Harris”-plaat. De liedjes zijn expliciet geschreven voor een “man + vrouw”-duet, niet allemaal country maar toch veel “Tear In My Beer”-songs. Ik zou het allemaal graag in Nashville opnemen, maar misschien moet ik daar omwille van de kosten wat bijsturen en moeten we het in Engeland uitwerken. Misschien doe ik het allemaal samen met Lou of doe ik het samen met een reeks vrouwelijke gastzangeressen. Dat zou leuk zijn maar daar komt dan weer veel meer organisatie bij kijken.


Nog even terug naar die tribute-cd. Had die al niet moeten verschenen zijn?
Ja, maar eigenlijk maakt het tijdstip van verschijnen niet zoveel uit. We hebben al 16 songs maar zoals gezegd proberen we er nog enkele andere songs bij te krijgen als de legale dingen geregeld zijn. De liedjes zijn allemaal songs die ikzelf ooit heb opgenomen met The Goods Sons of als solo-artiest. Ik heb zelf geen selectie van de nummers of van de artiesten moeten maken. Ik heb wel enkele vrienden gevraagd voor hun bijdrage, maar het zijn vooral de publishers in Europa en Amerika die de artiesten hebben benaderd voor dit album.


Een laatste vraagje dan maar. Wat is je ambitie in de muziek? Hoop je nog altijd om die ene song te schrijven die een wereldhit wordt en die je het immense fortuin zal brengen?
Ja, dat zou erg leuk zijn. Ik zou heel blij zijn als andere artiesten liedjes van mij zouden willen opnemen. Of artiesten met een ietwat hoger profiel. De meesten die mijn songs coverden zijn artiesten die in hetzelfde milieu als ikzelf optreden, ofwel totaal onbekend zijn of met een gelijkaardig profiel als het mijne. Townes Van Zandt heeft “Riding The Range” gecoverd en dat is wellicht de beroemdste artiest geweest die ooit een nummer van mij gebracht heeft. Maar dat is toch nog altijd even anders dan wanneer je song gecoverd zou worden door bvb. Celine Dion. Dan is je broodje voorgoed gebakken. Maar ik zit daar niet echt op te wachten, hoor. Sinds ik gestopt ben met de ambitie om een popster te worden wilde ik vooral een muzikant zijn die van zijn creaties zou kunnen leven. Ik hoef niet per sé rijk te worden, zolang ik maar kan blijven doen wat ik graag doe en er kan van leven ben ik een tevreden man.

Zo sluiten we altijd graag af, Michael. Een tevreden man is er twee waard. Bedankt voor het interview en we kijken alvast uit naar een leuke muziekavond.


(valsam)