GARLAND JEFFREYS - BRBF PEER 14 JULI 2007
Hallo
Mr. Jeffreys, welkom terug in België en bedankt om ons dit interview toe
te staan.
GJ: zonder dank, ik heb helemaal geen probleem met interviews zoals sommige
van mijn collega’s, ik hou ervan. Meestal zijn de mensen goed geïnformeerd
over mij, alhoewel zo’n 10% oninteressante vragen stelt.
Vertel
ons eerst eens wat meer over je begeleidingsband, uit België juist?
GJ: Laat ik allereerst zeggen dat ik hou van het spelen met verschillende muzikanten,
dat is altijd zo geweest. Al sinds de laat jaren 60 laat ik me begeleiden door
verschillende muzikanten, zowel live als op mijn platen. Verder heeft het ook
een praktische kant, zoals dit jaar. Ik kom dit jaar 6 verschillende keren naar
Europa, dan voor 2 weken en 3 weken terug naar huis, dan weer 3 weken en 1 week
terug naar huis. Aangezien dit moeilijk en duur is om met een Amerikaanse band
te doen werk ik liever met muzikanten uit Europa. Als ik dan enkele dagen vrij
ben is het geen probleem voor de muzikanten, ze hebben een familie waar ze naartoe
kunnen of andere bezigheden met hun bands.
De
mensen die je hier (op BRBF) begeleidde, is het een band of muzikanten van allerlei
bands?
GJ: Ik werk heel graag samen met de bassist, Mirko Banovic (tevens bassist bij
Arno). Hij is de leider van de band en zoekt dan de andere muzikanten voor me
uit. Bruno Fevery is een heel knappe gitarist en alle 4 de muzikanten zijn geweldig
om mee samen te werken. Yves Baibay is een heel goed drummer en Rudi Genbrugge
(keyboards), ik heb heel veel plezier met Rudi. Ik praat altijd met hem via
het publiek, hij is eigelijk het sexidool haahaha.
Mag
ik stellen dat je muzikale interessen verder reiken dan enkel blues?
GJ: Ja dat mag je wel zeggen, ik hou van veel stijlen muziek. In m’n jonge
jaren luisterde ik veel naar jazz dankzij mijn moeder en vader. O.a. naar Duke
Ellington, All Garner en vele andere fantastische bandleiders. En dan heb je
natuurlijk ook de Rock ’n Roll helden, mensen zoals Jacky Wilson, fenomenaal.
De meeste mensen kennen hem niet maar hij is een fenomenaal danser, zanger.
Sam Cooke en natuurlijk Dylan, Bob Marley en de hele reggae beweging, folkmuziek,
alle muziek is gewoon ‘great’. Ik vind het abnormaal als je beweert
maar van één muziekstijl te houden.
Welke
mensen hebben jouw muzikaal het meest beïnvloedt?
GJ: eigelijk de vroege muzikanten waar ik net over sprak hebben me het meest
beïnvloed, jazz, jazzsingers, zoals Ida Washington, Billy Holliday en dan
mensen uit de late jaren ’50. Dat is waar mijn stem vandaag komt (Garland
zingt ons een stukje voor), dat komt recht uit de jaren ‘50.
Je zegt ergens in een interview dat je als alle andere kinderen
was maar anders. Heeft dat nog steeds invloed op je nu?
GJ: Absoluut, ik ben anders dan de anderen. En als je het bekijkt, is iedereen
anders, iedereen is een individu. En sommige mensen zijn erg bang om alleen
te zijn maar als je het echt bekijkt zijn we allemaal alleen. We hebben onze
vrienden, familie, vrouw of man maar toch zijn we allemaal erg single en alleen.
Dat is iets wat ik al op jonge leeftijd heb ontdekt. En het was niet altijd
makkelijk om mix ras te zijn, heel moeilijk eigelijk, ik was licht van huid.
Zoals een song waaraan ik werk (Garland zingt het even) “Too black to
be white, too white to be black”. Zie je, dat is eigelijk mijn levensverhaal.
Mensen kunnen niet echt opmaken wie ik ben of zich een beeld van me vormen alvorens
me echt te kennen. Zoals “Hail Hail Rock ’n Roll, you can’t
judge a man by looking at the marque”.
Je
maakt al meer dan 30 jaar muziek, heb je soms niet het idée om ermee
te stoppen met deze harde wereld van muziek?
GJ: Het is al bijna 40 jaar en ik heb helemaal niet de intensie van te stoppen.
Ik zal muziek maken tot ik sterf, dat is de lange en korte versie hahaha. Ik
wil zeker en vast nog de volgende 20 jaar staand kunnen optreden. En als ik
niet meer kan staan zal ik het zittend doen, ik heb niets anders te doen. Wat
moet ik doen, tv kijken? Neen, ik ben een heel gelukkig man, ik heb een geweldig
leven, ik sta op het podium, maak muziek. Zing nummers over dingen waarover
ik het wil hebben, ik ben een individueel. Er zijn niet zoveel mensen die dat
geluk hebben.
Hoe
komen jouw songs tot stand, zijn er eerst de woorden of komt de muziek eerst?
GJ: Meestal komt het voort uit woorden of een tekst bij mij en dan soms uit
het niets komt een muzikaal idee. Maar meestal eerst de woorden, ik heb een
refrein of een zin en dan komt daar de muziek bij.
Woorden
en een boodschap in een song zijn zeer belangrijk voor jouw. Is dit altijd zo
geweest en welk is daar de reden voor?
GJ: Dat is gewoon wie ik ben, het heeft niets te maken met intellectueel zijn
of op voorhand bestemd. Ik word gewoon aangetrokken om te schrijven over omstandigheden
en situaties. Waarschijnlijk heeft het ook te maken met mijn moeilijke jeugd,
het zoeken naar mijn plaats in de maatschappij. Verder ook het feit dat ik me
zeer bewust ben van wat er allemaal gaande is in de wereld en zo kan ik een
deel van mijn frustraties kwijt.
Mischien
ook het feit dat je als kind een buitenstaander was waar niemand wou naar luisteren.
En nu als artiest kan je veel mensen bereiken?
GJ: Ik denk niet dat dàt echt de hoofdreden is. Zie je, ik had een heel
moeilijke band met mijn moeder en vader, het was erg pijnlijk. En als tiener
groeide ik eigelijk meer buitenshuis op, waardoor ik op jonge leeftijd een individueel
werd, weg van mij familie. Maar later zijn we toch weer samen gekomen en zijn
vele problemen opgelost.
Er
zitten 9 jaren tussen je laatste album en het album daarvoor. Was daar een speciale
reden voor?
GJ: ja, hoofdzakelijk omdat mijn dochter destijds in ‘96 geboren is. Mijn
album kwam enkele maanden later uit. En een vriend bij de platenmaatschappij
vond dat ik niet op toernee kon nu dat ik een dochtertje had, ik zou beter bij
mij vrouw en kind blijven. En eigelijk was ik van diezelfde mening aangedaan
maar durfde die stap niet te zetten, die vriend gaf me daar vrijgeleide toe.
En zodus heb ik me de eerste 6 jaar bezig gehouden met de opvoeding van mijn
dochter samen met mijn vrouw. Dus dat is eigelijk de reden waarom alles op een
lager pitje stond. Ik ben nu ongeveer een maand van huis en ik mis beiden enorm.
Je
bewonderd Bob Dylan heel erg voor zijn muziek en teksten. Velen zeggen dat hij
geen goed zanger is. Wat heb jij hierop te zeggen?
GJ: Een mooie stem is wat men meestal zoekt en het is geweldig om daarover te
beschikken, zoals Aretha Fraklin en Marvin Gaye. Maar neem nu Frank Sinatra,
hij had niet echt een goede stem maar hij had een speciale stem. En Dylan, hij
kwam uit die folkperiode weet je. En toen hij begon te zingen was hij vastberaden
om iets te maken van die stem. En wat hij met zulk een stem bereikt heeft is
ongelooflijk eigelijk. Want de klank van zijn stem als je die het eerst hoort
is vreemd, misschien wat irriterend maar als je verder luistert hoor je zoveel
expressie. Hij weet perfect hoe een tekst te verkopen, net als Frank Sinatra
destijds. Eigelijk is hij een genie, hij weet hoe woorden aan elkaar te voegen
met een stem die karakter heeft. Kijk, een technisch geschoolde stem mag dan
heel goed klinken maar heeft dan meestal weer niet de juiste ingesteldheid om
een song te brengen zoals die gebracht dient te worden.
Je
bent liever een solo artiest dan lid van een band. Waarom eigelijk?
GJ: Ik hou eigelijk van beiden. Maar ik ben eigelijk een solo artiest met een
visie en idee. En ik hou wel van met een band samen spelen maar wil er niet
vast deel uit maken. Lid van een band zijn gaat volgens mij gepaard met veel
hoofdpijn, altijd weer die vraag van wie heeft de controle. Ik heb teveel eigen
interesses en ideeën om met iemand anders te delen. Zoals ik ooit aan Paul
Simon vroeg om samen met mij aan een album te werken, en de productie te doen.
En zijn antwoord was heel interessant, hij zei “ als ik met jouw aan een
album werk, neem ik tijd weg voor mezelf”. Je kan zeggen dat zoiets egoïstisch
is maar eigelijk was het oprecht en eerlijk. Ook als mensen mij vragen om de
productie van hun album voor hen te doen zeg ik neen. Ik spendeer die tijd liever
aan het uitwerken van mijn eigen songs en muziek.
Wat
is naar jouw mening je beste album tot nogtoe?
GJ: Dat weet ik eerlijk gezegd niet. Ik hou van Buckwheat, ik hou van Ghost
Writer maar ik hou ook van Wildlife Dictionary. Een heel héél
speciaal album, heel interessant hoe het is samengesteld. Maar het is moeilijk
om een antwoord te geven op die vraag.
Vind
je het niet vervelend dat vele mensen naar jouw shows komen enkel om je die
hits als ‘Matador, ‘Hail Hail Rock ’n roll’ en ’96
tears’ te horen zingen?
GJ: Daar denk ik eigelijk niet aan, het raakt me in ’t geheel niet. Zie
je, ik ben een artiest, een performer, het zou anders zijn als ik op het podium
gewoon wat songs kwam zingen. Je kan zien dat ze houden van de songs op het
einde maar ook van de rest van de show. Maar verder zou iedere artiest die het
geluk kent een hit te hebben blij moeten zijn daarom.
Stel
jezelf even in mijn plaats. Welke vraag zou je jezelf stellen?
GJ: (lange stilte) Waarom ben je een muzikant geworden, waarom een songwriter,
waarom doe je wat je doet?
En het antwoord?
GJ: Eerst en vooral omdat ik op vroege leeftijd heb ontdekt een natuurlijk performer
te zijn. Terwijl mijn moeder en vader me meer stuurde naar een echte opleiding.
Maar toen ik 17, 18 jaar was begon ik rond me te kijken en moet ik bekennen
dat ik ervan hield om op een podium te staan. En dan ontdekte ik iets heel belangrijks
en dat is de reden waarom ik dit al zoveel jaren doen. Het is een geweldige
manier om je zelf uit te drukken en ik leer heel veel van mezelf en wie ik ben.
Helaas moesten we hier het interview afbreken wegens tijdsgebrek.
Ik ben er zeker van dat het anders nog even had door gegaan daar Garland Jeffreys
graag zijn tijd neemt en veel te vertellen heeft.
Meer foto's op: Lady
Blue
Blueswalker