ROOTSTIME cd reviews

 

ARCHIEF - JANUARI 2006 - FEBRUARI 2006 - MAART 2006 - APRIL 2006 - MEI 2006 - JUNI 2006 -

JULI 2006 - AUGUSTUS 2006



 

THE ERIC STECKEL BAND
LIVE AT HAVANA
www.ericsteckel.com
gigs@ericsteckel.com
Label : Rounder Europe
www.rounder-europe.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 

De absolute bluessensatie van 2005 was wel the Eric Steckel Band! Dat talentvolle jongeren niet alleen in de klassieke wereld worden ontdekt bewijst dit 15-jarige supertalent uit Allentown Pennsylvania, waar hij bekend werd door gastoptredens bij de beste muzikanten uit de streek. Terwijl leeftijdsgenoten klooien met de nieuwste computergames volleert deze kindartiest zijn talenten op gitaar. Zijn eerste muzikale invloeden leidden hem naar zijn eerste Fender Stratocastor toen hij negen jaar oud was. Verwachtingsvol dichten de kenners hem een toekomst toe in de categorie Jimi Hendrix, Stevie Ray Vaughan en Freddie King. Hij heeft ondertussen een grote schare fans achter zich en iedereen die hem voor het eerst ziet blijft achter met een gevoel dat ze iets "speciaals" hebben meegemaakt. Het verbaasd dan ook niet dat hij al met de grootste namen uit de blueswereld wordt vergeleken. Zijn enorme passie voor de Blues zorgde ervoor dat hij al snel de grote podia deelde met artiesten als Bob Margolin, Debbie Davis, James Armstrong, Steve Guyger, Kenny Neal, Chris Beard, Tommy Castro, Joe Kubek en Solomon Burke. En dat Eric Steckel een begenadigd gitarist is, blijkt wel uit het feit dat niemand minder dan de legendarische John Mayall hem mee nam op diens Europese tournee gedurende de zomer van 2004. Op 11-jarige leeftijd verscheen zijn eerste cd "A Few Degrees Warmer" (werd live opgenomen in april 2002) die hoog noteerde in de bluescharts. In 2003 ontving hij "The Lehigh Valley Music Award" voor zijn uitzonderlijk electrisch gitaarspel en speelde hij op het Sarasota Bluesfestival en werd hét gespreksonderwerp van de dag hoewel ook Coco Montoya, John Mayall en Solomon Burke hier op de affiche stonden. Na algemeen verzoek van het publiek stond hij in 2004 terug op hetzelfde festival. In 2005 verscheen de cd "High Action" waarop hij zijn talenten verder uitbouwt, een cd die werd opgenomen tijdens de winter van 2003-2004. Om deze cd te promoten, volgde zijn eerste eigen Europese tour, met als absolute hoogtepunt zijn performance op het Bugaboos Bluesfestival, Mol/Millegem, (zijn enige optreden hier in Belgie), alwaar hij een uitzinnig publiek verraste met zijn fabuleuze gitaarspel en waar Ik mezelf meermaals heb betrapt dat ventje met open mond aan te staren. Onlangs verscheen een live cd "Live At Havana", opgenomen op 17 december 2005 in Havana / New Hope - PA. Rounder Europe in Wageningen heeft deze cd begin augustus uitgebracht op het label Me & My Blues. Hierop staat naast Eric een zeer soliede rhythm-sectie met Wayne Smith (drums), Nick Franclik (bas), Robert Sands (toetsen) en Duane Trucks (drums). Met een stijl die aan de grootsten doet denken, combineert hij verschillende invloeden ('the three kings': Freddie King, B.B. King en Albert King, met wie hij alle drie al heeft gespeeld) maar toont vooral dat "the real thing" uit hart en ziel moet komen. De helft van de plaat is instrumentaal en hij gaat behoorlijk tekeer, vele licks om je vingers bij af te likken. Er is zowel eigen materiaal, het geweldige, Santana getinte "Espirita" of zijn bijna elf minuten durende slowblues "Radio Blues" bijvoorbeeld, naast vier covers "San-Ho-Zay" van Freddie King, "Me and My Guitar" van Leon Russell, "All Your Love" van Otis Rush en "Little Wing" van Jimi Hendrix. Ik heb zelden een jeugdige knaap dit laatste nummer op zo’n magistrale manier weten spelen. Kortweg: The Eric Steckel Band brengt 'heavy electric guitar blues' uit de jaren 60 en 70 waarin Eric zich niet beperkt tot de covers van het genre, maar wel een hele hoop eigen nummers brengt. Dit was een optreden met zeer grote klasse en doet met plezier terug denken aan het Bugaboos Bluesfestival. Voor 2007 is er een tournee in voorbereiding die zeer waarschijnlijk in juni zal plaatsvinden. We kijken er al naar uit!


 

EAMONN DOWD AND THE RACKETEERS
SILVER AND DUST
website: www.theracketeers.com
www.myspace.com/theracketeersireland
label : Cannery Row Records / Distr: Pool Music
www.canneryrowrecords.com
www.cdbaby.com/cd/racketeers2

 


The Racketeers mogen binnenkort de taart laten aanrukken ... in 1997 verscheen hun eersteling "By Hook or By Crook" en nu tien jaren later werd het niet alleen Eamonn Dowd & the Racketeers maar wordt het feestje opgeluisterd met een nieuw album dat de titel "Silver & Dust " meekreeg. Founding member/singer/songwriter Eamonn Dowd, Chris Tuesner (drums) en Brian O' Toole (bass) zorgen meteen voor een primeur ... An Irisch band on German label make convincing Americana! Collega Freddy Celis was danig onder de indruk van het album "Exit Hellsville" (zie rev. Nov. 04) en klasseerde the Racketeers onder de noemer "steengoede rootsrock". Met de opvolger "Silver and Dust" nam Eamonn Dowd opnieuw het voortouw, schudde een dertiental songs uit zijn mouw, deed opnieuw beroep op Paul Thomas (Thin Lizzy, early U2) als producer en slaagde erin country rock en rock & roll in de juiste hoeveelheden te doseren. Met zijn rauwe, doorzopen stem, die karakteristieke kop, voelt de man uit Dublin zich ongetwijfeld thuis in rokerige etablissementen met een hoop geroezemoes op de achtergrond. De ideale locatie voor de meer dan 100 optredens die de band per jaar afwerkt en wie nog niet in de gelegenheid is geweest om the Racketeers aan het werk te zien is de aankoop van "Silver & Dust " ... een must! Stevige country/rock songs als de opener "Rambling Jack", "Shabby Dress" en "Blood on Your Boots", met sparky guitars, Hammond organ, de volumeknop op 10 en beide voeten op de effect pedalen, worden deskundig afgewisseld met rustiger verzoekjes als het schitterende "Baby Baby , come on baby, don't let me fall" (inclusief harmonica, lap steel en backing vocals van Asa Karrman), "Straight Down the Line", "She Said" (Sheila Sullivan on violin) en het akoestische (solo) meesterwerkje "Roll the Dice". Eigenaardig dat een band 'uit de omgeving' die met vier albums op hun aktief nog steeds niet van de partij is op de "grotere" festivals die wij jaarlijks bezoeken. "Gone Again", "Evil", het op het lijf van wijlen J. Cash geschreven "Nobody Home", de zoektocht naar "Antibes" en de optredens onlangs in Groningen, Hengelo, Amsterdam, 'S - Hertogenbosch en Geel (B) moeten de laatste twijfels bij de mensen wegnemen die verantwoordelijk zijn voor de programmering .... Don't Walk Away, don't forget Eamonn Dowd & the Racketeers!


 

LOOMER

SONGS OF THE WILD WEST ISLAND
Website : www.loomeronline.com
Email: scott@loomeronline.com
Label : Newtone Records

 

In het afgelopen jaar heb ik regelmatig recensies geschreven en gelezen over diverse bijdragen aan het Americana-genre. Vooral de laatste tijd is het smullen van al dat moois wat uit Canada komt. Al jaren rommelden de leden van de Canadese band Loomer in de regionale marge en waren ze naarstig op zoek naar een eigen geluid. In 2000 zouden ze hun eerste gezamenlijke show spelen. En na een ruim tweeënhalf jaar aanslepend creatief proces zag hun debuutalbum "Love Is A Dull Instrument" (2004) het daglicht en van een doorbraak gesproken. Loomer's bezetting is het resultaat van het samengaan van wat oud-leden van de The Saddletramps - Andrew Lindsay (elektrische & akoustische gitaar), Brian Duguay (elektrische gitaar & mandoline) en John DeHaas (basgitaar) - met oud-Quasi Hands-lid Mike Taylor (keyboards), drummer Iain Thompson (drums) en singer-songrwriter Scott Loomer. Een unieke combinatie van country en rock, uiteraard zwaar onder invloed van Loomer die met zijn licht hese stem voor een herkenbaar element zorgt in hun muziek, waarvan we het genre dat we nu met gemak aanduiden als alt. country. Vergelijkingen met Jay Farrar zijn eerder gemaakt en dat is natuurlijk geen verkeerde referentie. Muzikaal gezien kunnen we Loomer in het verlengde van grote voorbeelden als The Jayhawks, Whiskeytown, Uncle Tupelo of Son Volt thuisbrengen, d.w.z. een flinke dosis country geïnjecteerde rock. De opvolger "Songs Of The Wild West Island" bevat wederom twaalf sterke songs met als hoogtepunten de radiovriendelijke songs "Anastasia" en "Sunday Driver Down", het mooi geschreven "Caramel Heart" en het gitaargedreven "Bang The Nails". Absolute uitschieter is wel "Only Lovers", een duet van Loomer met Sarah Harmer. Loomer bezingt allerlei facetten van het leven in warme en rustieke composities. Ik proef invloeden van de reeds vernoemde bands, maar niettemin prachtig qua composities en uitvoering, waarbij zijn gedrevenheid en passie opvallende kenmerken laat horen. Het ongepolijste en spontane karakter van de opnames spreekt ook nu nog tot de verbeelding en de chemie tussen de bandleden van Loomer is hier in zijn meest oorspronkelijke vorm te horen, mochten alle albums van dit niveau zijn als "Songs Of The Wild West Island" dan zijn we ver van uitgepraat. Kortom een heerlijke cd die zich niet zo snel uit m’n cd-speler laat verdringen. Loomer slaagt met "Songs Of The Wild West Island" erin een passend vervolg te geven aan hun debuut en daarmee bewijzen ze dat ze zeker geen eendagsvlieg zijn!

 


 

JIMI BOTT presents
BOTT & PAID FOR!
Recorded live at Duff's Garage Portland OR
website: www.jimibott.com
info : jimi@jimibott.com
label : Roseleaf Records
www.duffsgarage.com
www.cdbaby.com/cd/jimibott2

En wat dat betekent hebben wij onlangs nog kunnen aanschouwen en beluisteren op het BRBF te Peer (Belgium). Samen met Kim Wilson (vocals, harp), Gene Taylor (piano, organ & vocals - zie foto) behoort Jimi Bott (13/8/1965) tot het vaste meubilair van the Fabulous Thunderbirds. Bovendien kan je Jimi regelmatig aan het werk zien bij Mad Hattie, Rod Piazza & the Mighty Flyers en heeft hij met "Bott & Paid for!" een perfecte opvolger in huis voor het eerder verschenen en door Rootstime goedgekeurde "Live Vol. 1 Cheap Trills" (zie rev. Maart 05). Een album waarbij Jimi kon rekenen op de bereidwillige hulp van "grootheden" als Junior Watson, Mark Hummel, Alex Schultz, Rod Piazza, Miss Honey, Kim Wilson, Luther Tucker. Met het live recorded "Bott & Paid For" koos hij bewust om een aantal van Portland, Oregon's beste muzikanten in de schijnwerpers te plaatsen. Zoals steeds hield "Mister Sympatico" en inmiddels reeds zeven maal genomineerd voor "Blues drummer of the Year" zich discreet op de achtergrond en liet hij ondermeer de "eer" aan "Master of Harmonica" Paul Delay, Dave "Long Distance" Kahl, bassist of the year by the Cascade blues Association, John Saller (piano), Aaron "AC" Porter (de man behoort al meer dan 24 jaren tot een van de beste gitaristen van the Portland blues scene), guitar/slinger/songwriter Phil Wagner aka Suburban Slim, Jim Wallace (vocals, harp en de moderne uitvoering van Little Walter, George " Harmonica" Smith, Walter Horton' electric blues of the 50s & 60s) en nieuwkomer Marco Savo. Nieuwkomer in die zin dat van Savo geen enkele plaat of cd opname terug te vinden is ondanks dat de man ondertussen beschouwd wordt als "a master of his six-string instrument and equally taleneted on four" en tevens deel uitmaakt van the Suburban Slim Band. Alle opnames vonden plaats op 26/11/05 at Duff's Garage on a rainy night, voor de gelegenheid nu eens niet in Georgia maar in Portland, Oregon en is het eerste album in de reeks en in de doelstelling "To bring Blues From the Great NW to the rest of the world". Een prima album en een select gezelschap dat in die formule van harte welkom zou zijn op de talloze bluesfestivals hier ter lande. Klasse!

 


 

DALE ANN BRADLEY
CATCH TOMORROW
Website: www.daleann.com
Label : Compass Records
www.compassrecords.com

 

 

Dale Ann Bradley is al vele jaren de vertegenwoordigster van traditionele bluegrass, en is zeker bij de rootsliefhebbers terecht enorm populair. Al jaren is ze de meest vooraanstaande artiest binnen de wereld van de bluegrass, geroemd om fraaie stem en haar tot in de puntjes verzorgde albums. De nieuweling van Dale Ann Bradley, die luistert naar de mooie titel "Catch Tomorrow", is bereid volgens beproefd recept en is meteen de opvolger van "Songs of Praise and Glory" (2001). Op haar twee eerste albums zijn prachtige covers te horen, zoals op haar zeer succesvolle debuutalbum "East Kentucky Morning" (1997) waarop een zeer mooie versie staat van U2's "I Still Haven't Found What I'm Looking For" en op "Old Southern Porches" (1999) vinden we de cover van Stealer's Wheel's hit "Stuck in the Middle With You" uit 1973. Op haar nieuwe album "Catch Tomorrow", is weer een uitgelezen mix van traditionals en met zorg uitgekozen songs van anderen, zoals Billy Joe Shavers "Live Forever", Ann Peebles "I Can’t Stand The Rain", Chris Stuarts "Julia Belle" en Kris Kristoffersons "Me And Bobby McGee" te vinden, met veel liefde gespeeld en gezongen. Zo mooi en zo zuiver als Dale Ann klinkt, zijn er nog steeds maar weinig op de wereld en daarnaast kan ze natuurlijk ook nog behoorlijk aardig gitaar spelen. Met haar vaste kompanen bestaande uit zo’n beetje de beste bluegrass muzikanten van Nashville en omgeving flikt ze het weer om een prachtige plaat af te leveren die dusdanig van kwaliteit is dat hij het bluegrass genre ontstijgt. Met andere woorden zelfs bluegrass haters moeten dit ook mooi vinden. De productie werd ditmaal door Grammy-winnares Alison Brown gedaan, waardoor de plaat opvallend warm en helder klinkt. Doe daar het grote aantal gasten bij, en dan weet u dadelijk wat een smaak en muzikaal vakmanschap hier aan de dag gelegd worden! Maar het is vooral het sterke songmateriaal dat deze plaat boven eerdere doet uittorenen. Tot deze vriendengroep behoren maar liefst Jim Lauderdale, Andrea Zonn, Stuart Duncan, Alison Brown, Jeff White, Tim O’Brien en het Ierse Lúnasa. De dromerige ballads waarin Dale Ann de sterren van de hemel zingt, worden hier en daar afgewisseld met onversneden bluegrasssongs waarin het tempo flink wordt opgeschroefd, waarin Dale Ann steeds de zang voor haar rekening neemt, en de begeleiding vrijelijk mogen excelleren op hun instrumenten. Alles klopt op deze plaat. Het snijdende spel van Glenn Gibson op dobro contrasteert prachtig met de engelachtige vocalen van de zangeres. Nogal wat mensen vinden de muziek van Dale Ann wat te braaf. Dat zullen ze ook van "Catch Tomorrow" vinden, maar terecht is dat niet. Luister een paar keer naar dit album en je hoort muziek van een bijna ongekende schoonheid. Muziek die de sfeer van een ver verleden ademt, maar ook wel degelijk stevig in het heden staat. Kortom : "Catch Tomorrow": eerlijke muziek van echte getalenteerde mensen.


TAB BENOIT
BEST OT THE BAYOU BLUES
Website: www.tabbenoit.com
Label : Vanguard Records
www.vanguardrecords.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 

Meestergitarist/zanger Tab Benoit is 'Born on the Bayou' en the real deal!... Deze, cajun blues master, riep in het begin van 2005 enkele bevriende muzikanten uit Louisiana bijeen om een plaat te maken die het bewustzijn moest verhogen van de penibele situatie van de waterwering en de Wetlands van New Orleans. En toen sloeg Katrina genadeloos toe. Deze plaat, "Voice Of The Wetlands" is niet te min een lekkere solide blues- en cajunplaat, met die kenmerkende, luie New Orleans feel. Enkele maanden later verscheen "Fever for the Bayou" (2005) van deze 38-jarige bluesgitaarvirtuoos, met als gastmuzikanten Cyril Neville en Big Chief Monk Boudreaux. Op zijn tiende solo-cd "Brother To The Blues" (2006) dobbert Benoit hortend of ritmisch gestaag met af en toe een stroomversnelling. Drie nummers zijn zelfgepend en de overige tien covers zijn overtuigend gebracht en geweldig begeleid door het cult blues/R&B/rock combo Louisiaina LeRoux. Gast optredens zijn er van country-songwriter Billy Joe Shaver, Americana pioneer Jim Lauderdale en cajun fiddler Waylon Thibodeaux. Samen zijn dit drie albums op een jaar tijd, die verschenen bij Telarc Records. Maar steeds wanneer ik een cd van Benoit beluister, de in Baton Rouge geboren muzikant, denk ik "Nice and Warm" (1999). Dat was de titel van zijn eerste cd en sindsdien is dat de rode snaar die in al zijn cd's doorklinkt. Kunnen metalige schorre gitaarklanken warm klinken? Ja dus, want Benoit verft zijn songs in roestig oranje en met korrelig New Orleanszand, in zoverre ... Maar nog belangrijker is dat er nu het album "Best of The Bayou Blues" verschijnt, een verzameling songs van Benoit's eerste vijf Vanguard albums, samengesteld en geproduceerd door Tom Vickers. Tab Benoit speelde met zijn eigen ritmesectie op deze eerste albums even enthousiast als altijd. In zijn energieke blues zitten soul en country duidelijker dan funk, want Benoits krachtige gitaarstijl heeft meer raakvlakken met wijlen Stevie Ray Vaughan dan met de funky slaggitaren uit New Orleans. Benoits stijlvaste covers, zoals "Drownin' On Dry Land" van Al Jackson Jr., "Jambalaya" van Hank Williams, "Rainy Day Blues" van Willie Nelson, "The Seventh Son" van Willie Dixon en de track waarin het cajun/country gehalte hoog wordt gehouden, "Hot Tamale Baby" van Clifton Chenier met Chubby Carrier op accordeon en goede eigen composities bieden alle ruimte voor gespierde solo’s, maar hij laat ook steeds horen een geroutineerd én gepassioneerd zanger te zijn. Zijn eigen songs leunen meestal aan bij de swampblues. Het album begint met het swampy "Voodoo On The Bayou", een midtempo R&B, en de slowblues van het afsluitende "These blues Are All Mine", zijn songs waarin Benoit’s solide gitaarspel en zijn prachtige stem centraal staan. Na dit laatste nummer haal je gewoon nog een biertje en zet je de cd nog eens op, want Tab Benoit zingt zelf diep en dragend, kriebelt en verleidt zijn gitaar op "Best of The Bayou Blues".


KELLY JOE PHELPS
TUNESMITH RETROFIT
Website: www.kellyjoephelps.net
Label : Rounder Europe
www.rounder-europe.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 

 

Sinds zijn debuutalbum "Lead Me On" uit 1994 ontwikkelde de muziek van Kelly Joe Phelps zich van pure countryblues tot meer toegankelijker en melodieuzere folk-blues. Deze Amerikaanse zanger-gitarist die begon met hoofdzakelijk instrumentale platen maar is gaandeweg tot een monument van een liedjesschrijver uitgroeid. Hij houdt zich al enkele jaren op in de meer innovatieve hoek van de blanke blues, bepaald geen dichtbevolkt gebied. Op zijn eerste albums heeft hij zich laten kennen als een zeer boeiend slide gitarist, waarbij historisch besef en vernieuwing hand in hand gingen. Zeer verrassend is het dan ook dat we op zijn nieuwe cd "Tunesmith Retrofit" zijn banjo horen. Dit instrument stond een kleine twintig jaar in de kelder stof te vergaren en blijkt nu geschikt voor de ingetogen songs van de singer-songwriter op diens debuut voor het label Rounder, waarmee hij de countryblues en folk doet herleven. Zijn gedurfde benadering is echter niet wezenlijk veranderd en ook de invulling van zijn gasten verraadt een avontuurlijke geest, te weten Keith Lowe (akoestische bas), John Raham (drums), Chris Gestrin (pump organ, wurlitzer, piano, melodica) en Steve Dawson (tremolo weissenborn, pedal steel). Hier en daar ook nog begeleid door een viool (Jesse Zubot), weet Phelps (vocals, gitaar, banjo, melodica) alle platgetreden paden te ontwijken, wat binnen dit genre een prestatie is. Hoewel de muziek nergens echt opzwepend wordt, blijft de plaat vanaf het begin "Crow's Nest" tot het eind onverminderd boeien. Phelps mag dan een gitaarvirtuoos zijn, toch is zijn spel totaal ondergeschikt aan de liedjes. Om de man verder te situeren: Met de nummers als "MacDougal" en "Handful of Arrows" brengt hij respectievelijk een hommage aan folklegende Dave van Ronk en wijlen Chris Whitley, en Phelps' gitaarspel herinnert aan de recente platen van Leo Kottke. Hoewel op "Tunesmith Retrofit" meer muzikanten meespelen dan op zijn eerdere albums, klinkt het geheel zeer ingetogen, met fraaie arrangementen voor prachtige verhalende nummers als "Tight To The Jar", dat uit de pen van Tom Waits had kunnen vloeien, maar ook "Scapegoat" is een banjo-instrumentaal juweeltje. Kortweg: Kelly Joe Phelps zijn soulvolle benadering van folk, country en blues snijdt dwars door alle hindernissen en nestelt zich rechtstreeks in de ziel. Phelps’ doorrookte zangstem is nergens ruw maar altijd zuiver en afgewogen. Als er ooit een plaat is gemaakt die de pure magie van Kelly Joe Phelps heeft weten te vangen dan is het "Tunesmith Retrofit", een plaat waarmee hij zich definitief onder de grote singer-songwriters schaart. Niet voor de zoveel-mogelijk-noten-per-seconde-blues liefhebber, wel voor de fijnproevers.


BARRELHOUSE & ALBERT COLLINS
LIVE HAS MANY FACES (DVD)
Website: www.barrelhouse.nl
Label & distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 

Toen Barrelhouse werd opgericht in 1973 onder de naam Barrelhouse Bailey's Blues & Boogie band hadden de band leden al veel ervaring als muzikant. Barrelhouse Bailey was bijvoorbeeld niemand minder dan Han ten Dam (piano)! Maar ook bassist Jan Willem Sligting was een zeer ervaren muzikant. Beide speelden zij samen met de gebroeders Guus (gitaar) en JohnnyLaPorte (bas) in de Oscar Benton Blues band. Die in de jaren zestig natuurlijk de vaandeldragers van de Nederlandse blues scène waren samen met Cuby & The Blizzards. In 1974 werd de band compleet gemaakt met toevoeging van vocaliste extraordinaire Tineke Schoemaker was de band compleet. De exceptionele kwaliteit van Barrelhouse leidde er toe dat voor ieder optreden de band twee nieuwe kreeg toegschoven. Ook nam de inspiratie toe en er werden verschillende albums uitgegeven. Ongeveer iedere anderhalf jaar kwam er nieuwe plaat uit die telkens op groot succes kon rekenen. Nadat de gezichtsbepalende zangeres Schoemaker in 1984 de band verlaat, valt deze uiteen. In de jaren negentig (1993) komt het gezelschap weer bij elkaar en wordt het succes op de oude voet voortgezet in de originele bezetting. "Live Has Many Faces" is de titel van de nieuwste release van Barrelhouse en hun eerste dvd. Deze dvd laat de band in al haar verscheidenheid zien. Beginnende met opnamen met de Texas blueslegende Albert Collins. In de jaren 70/80 en de vroege jaren 90 tourde Collins door de Verenigde Staten, Canada, Europa en Japan. Hij was een populaire bluesmuzikant geworden die een invloed uitoefende op Robert Cray, Debbie Davies, Stevie Ray Vaughan, Jonny Lang, Susan Tedeschi en Kenny Wayne Shepherd. In 1993, op het hoogtepunt van zijn carrière, werd er leverkanker bij Albert Collins vastgesteld. Een half jaar later al werd deze ziekte hem op 61-jarige leeftijd fataal. Maar goed, met deze bluesman tourde in 1978 het toen nog stevig in Haarlem wortelende Barrelhouse door het land en trad samen op in het Tros-televisieprogramma Sesjun. Vier songs uit dat televisieoptreden zijn nu terug te vinden op de "Live Has Many Faces" gedoopte dvd. Via beelden van een opname uit een Hamburgse club uit 1981, het nummer "Only A Fool", een optreden met Hans Dulfer, tot aan de samenwerking met de Mongoolse groep Alta Hangai uit 1998 "Hard Time Killing Floor" opgenomen in de 'Twee meter sessie' met deze Tibetaanse boventoonzangers komen we aan bij het nieuwe aspect van Barrelhouse, nl. het akoestisch spelen. Op "Live Has Many Faces" kan u hiervan de prachtige resultaten zien van een optreden in mei 2006 in het intieme theater De Cameleon te Amsterdam, waarbij de temperatuur tot boven de 35 graden opliep. Een prachtige 'live all acoustic set' met zeven eigen songs naast twee covers, "Far East" van E.K. Ellington en "Twenty-Nine Ways" van W. Dixon. De sfeervolle warandamelancholiek en zwoele vrouwenzang die Barrelhouse zo typeert, doen sterk denken aan een lege kroeg tegen sluitingstijd, waar de stoelen al omgekeerd op de tafels staan en de huisband bezig is aan het laatste nummer. Niet dat er zo nu en dan een wat steviger nummer tussendoor glipt, maar "Live Has Many Faces" wordt vooral gekenmerkt door het schemersfeertje, vooral door deze laatste afsluitende akoestische set, dat ook alleen met die spontaniteit en vakmanschap van een band als deze gecreëerd kan worden. Kortweg: Bluesy, soulfull, hypnotiserend en ontroerend dat is Barrelhouse. Een band van topklasse!


 

PAUL & THE BLUE DELIVERY
EVERYBODY'S IN A HURRY
website : www.bluedelivery.com
info: bluedelivery@netscape.net
jim.ingvarsson@tele2.se
label: Futuramic Records
www.cdbaby.com/cd/bluedelivery2

 

Blues uit het Hoge Noorden ... het lijkt ieder jaar zo vanzelfsprekend op de talloze festivals hier ter lande. Zo mochten wij dit jaar nog Good Time Charlie op BRBF Peer tegen het lijf lopen, waren the King Bees en Lightnin' Moe nog te gast op de editie van Hookrock Diepenbeek en zijn bands als Little Jenny & the Blue Beans, the Bluebirds, Bjorn Berge, Vidar Busk & His True Believers, the Instigators bijna kind aan huize geworden in de Lage Landen. Paul (Alfredsson) en the Blue Delivery zouden weleens de volgende zijn die in het rijtje "graag geziene gasten" mogen plaatsnemen. Met "Everybody's in a Hurry" zorgen de jongens uit Zweden voor een prima opvolger van het in 2002 verschenen "Just In Time" (www.lastbuzz.com). De liefhebbers van klassieke Chicago blues in combinatie met some raw electric Mississippi juke joint blues kunnen de loopsloffen nog eens van zolder halen om dit album aan te schaffen en proberen om op die manier de beste tijd van onze Kim Gevaert op de 60/100/200 meter te evenaren (7.11-11.04 -22.20). Een sprongetje in de lucht bij het beluisteren van dit album zal er beslist inzitten al zal Tia Hellebaut's Europees record van 2m03 beslist niet gebroken worden. Frontman Palle Alfredsson (vocals, harp, guitars) zal het stempeltje van "Once a Boogie Cat" nooit meer kwijtraken, (he's a sharp cat, shaker and a mover in the local Udavella blues society), met Jim Ingvarsson (drums), komen wij een "ouwe" bekende tegen (the Bluebirds, the Nightcats, the Instigators), heeft Ari Hautala (guitars) met the Blue Delivery een nieuwe start genomen, is de voornamelijk in jazz middens bekende Matti Ollikainen (piano) ook lid van the Bluebirds (ondermeer op toernee met Sven Zetterberg, Carey Bell, Louisiana Red, Little Jimmy Reed) van de partij en heeft ex-Instigator Magnus Lanshammar er geen enkele moeite mee om zijn stand-up bass om te toveren in een lie-down uitvoering. Bovendien neemt hij het overgrote deel van het songschrijven voor zijn rekening en maakt hij meteen een einde aan de traditionele bass players/drummers grapjes. "A Great Combination" dat de roots zocht en vond bij Slim Harpo, Little Walter, Jimmy Rodgers, Muddy Waters, Howlin' Wolf... "Remember the Good Times" ... a dirty blues harmonica that will blow your new-washed hair dry ... if you're into blues and don't buy this rocking blues cd ....you can't blame anybody but yourself! "They shouldn't stay home "... "One More Time ". ... always welcome to Belgium/Holland! .... " Lookin' At you"!


MCKAY BROTHERS
COLD BEER & HOT TAMALES
Website: www.mckaybrothers.com
Email: hmckay@mckaybrothers.com
Label: Medina River Records
peter@medinariverrecords.com
www.MedinaRiverRecords.com

 

De broers Noel en Hollin McKay groeiden op in Bandera, Texas. Hun grootvader, die zelf een radiostation opzette, had een grote muzikale invloed op hun carrière. Via hem kwamen ze in aanraking met country artiesten zoals Jimmy Rodgers, Ernest Tubb en Kitty Wells en dit maakte een onuitwisbare indruk op de broers. Na dertien jaar samen spelen onder verschillende namen besloten ze in 2003 voor het eerst onder eigen naam een plaat op te nemen. Met befaamde producer Gurf Morlix (Lucinda Williams, Mary Gauthier en Slead Cleaves) achter de knoppen en met medewerking van onder meer accordeonist Joel Guzman bewandelen de broertjes McKay allerlei stijlgebieden van het Americana-genre. Op hun nieuwe plaat, "Cold Beer & Hot Tamales", zijn deze stijlen soepel aaneengesmeed door producer Lloyd Maines. McKay Brothers bevat laidback countrymuziek, ergens tussen Neil Young en Guy Clark in. Joel Guzman speelde op hun debuut een imponerende rol, die sterk Tex–Mex en Mexicaans aandoet. Spijtig is hij op deze nieuwe plaat slechts éénmaal aanwezig, en dat in "Texas Heart, Mexican Soul". Andere gasten zijn Corby Schaub (mandolin) en natuurlijk Maines op pedal steel. In "Texas Heart, Mexican Soul" en "Acompaneme" zijn de Tex–Mex invloeden het duidelijkst hoorbaar. Maar ook andere rootsstijlen zoals country folk ("Making License Plates", "Bandera Style (Whiskey, Smoke and Beer)" en "Silicone Baby"), Americana ("A warmer Place to Sleep") en country rock ("Lock and Key") komen ruimschoots aan bod. Dat ze in het voorprogramma van Willie Nelson, Pat Green en Ray Willie Hubbard hebben gestaan, onderstreept des te meer het feit dat we met een duo te maken hebben waar we nog veel van zullen horen. Een bijzondere prettige verrassing, deze "Cold Beer & Hot Tamales" van de McKayBrothers.Texaanse Americana klasse!


 

PEP TORRES & THE ROUND UP BOYS
LUCK IS ON MY SIDE
Website : www.peptorres.com
www.myspace.com/peptorres
Email: peptorres25@hotmail.com
label : Rhythm Bomb Records
www.rhythmbomb.com

Latino-rocker/crooner Pep Torres is afkomstig uit het zonnige Sante Barbera, CA. en al een tijdje aktief in het rockabilly/doo-wop/wereldje. Mooi in het maatpak, gebruinde torso, pretty "baby" face ... geen wonder dat de man regelmatig vergeleken wordt met " the first Mexican American singer " Ritchie Valence (13/5/'41 - 3/2/'59, oa: La Bamba, Donna,Tell Laura I Love Her, Come on Let's Go). Goed bejegend door moedertje natuur zal PepTorres geen moeite hebben om vooral de vrouwelijke fans het hoofd en andere lichaamsdelen (muzikaal?) op hol te brengen. Met de albums "Rockabilidad" (2000), "You and I" (2002), en "It Aint Rocket Science" (2004), allen verschenen op Hollywood Vintage Records, en zijn talrijke optredens in Spanje, Portugal, Nederland, Italie, Duitsland is Torres ook aan deze kant van de oceaan geen onbekend meer. Voldoende voor Ralph Braband, big boss van Rhythm Bomb Records, om dit uitzonderlijk talent te koppelen aan The Round Up Boys, Duitsland's beste live act. Het resultaat mag er best wezen ... geen verstandshuwelijk maar eerder een vurige one night stand met een album that rocks, it rolls and it will flip your lid! Met de snelheid van een "Jumbo Jet Plane" vliegen de heren door het rockabilly hemeltje ... "Nikki - Nikki" en "Meter Maid" (met Jim Jedelkin on baritone sax & Ike Stoye on tenor sax), "Allright, All Reet", "Luck is on my side", het covertje "Baby , Baby" (Johnson Hawkes), "One Way Ticket", "Packard Parkin' Blues" laten er geen twijfel over bestaan ... Pep Torres wordt met recht en reden beschouwd als "One of the Keepers of the Rockabilly Flame". Terecht want de man blijkt een very talented singer/songwriter te zijn, liefst dertien songs neemt hij voor zijn rekening en dat is in het 50s style rock & roll/doo-wop/R & B wereldje geen sinecure. Met songs als "I'm ready now to fall in love" (Doug Wilshire, Crome Daddies), "Let's Pretend" , "Jenny Rose" en "Italian Holiday" glijdt Torres eventjes van het ruwe ongelijke rockabilly pad af en komt hij erg dicht in de buurt van de "gepolijste" rockabilly van Ricky Nelson en consoorten. Misschien niet zo gevaarlijk maar het kon Helmut "Cover" Lotti wel eens op gedachten brengen om ook deze 'melkkoe' aan te spreken. Gelukkig laten Pep Torres & the Roundup Boys ondermeer met het swingende "Hep to the Step" en "Filthy Rich" (T Ball & K. Sultan), het vakkundig gebruik van de mandoline en banjo op het hillbilly/meezingertje "Hee Haw Honeys" dat zij uit ander en beter hout gesneden zijn.

The Round Up Boys are: Michael Kirscht - Guitar / Michael Buschek - Guitar/ Markus Lehmann - Bass/ Torsten Peukert - Drums / Axel Praefcke - Guitar
Additional musicians: Eric Heinly - Percussion / Jim Jedeikin - Baritone Saxophone/ Cliff Wagner - Banjo/ Charlie Cox - Mandolin. Lil' Mo & the Dynaflows, back. voc on "Baby Baby" en Charlotte Voigt (fem. voice on "Packard Parkin' Blues")
Produced & engineered : Axel Praefcke . Lightning Recording Service. (http://www.lrs-berlin.com/)
Songlist :
Jumbo Jet Plane - All Reet - Im Ready Now (To Fall In Love) - Luck Is On My Side - Filthy Rich - Filthy Rich - Your Lyin Eyes - Jenny Rose - Lets Pretend - Baby Baby - Meter Maid - Italian Holiday - One Way Ticket - Hee Haw Honeys - Packard Parkin Blues - When You Dream - Hep To The Step

 


 

THE WATCHMAN
HIGH ACRES
Website: www.watchman.nl
Email: info@watchman.nl
Label : Rounder Europe
www.rounder-europe.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 

Dat Nederlands sympathiekste singer-songwriter Ad van Meurs, al jaren opererend als The Watchman, tot buiten de landsgrenzen succes oogst, is op zijn minst verrassend. Het wil namelijk in zijn thuisland maar niet vlotten ondanks de constante kwaliteit van zijn cd's. Misschien dat deze "High Acres" daar verandering in kan brengen. Wie de man met zijn groep op het podium zag, weet dat men wel degelijk kan knallen. Zijn nieuwe album "High Acres" is anders klein gehouden en sluit daarmee aan op The Watchmans "Carnival Of Circumstance" uit 2002. "High Acres" werd opgenomen door echtgenote Ankie Keultjes. Na Townes Van Zandt-producer Earl willis, na Joe Boyd, na Jack Clement ... doen The Watchman de productie zelf. The Watchman moet het vooral hebben van de afwisseling tussen rauwe groovy nummers en melancholieke ballads. Naast de dynamiek zijn de ingrediënten zeer goed gekozen: deltablues en folk met Franse invloeden, maar waarin ook funk, pop en lichte jazz een beetje aanwezig zijn. Het getrommel van Osama Mileeghi (Khartoum) vormt een belangrijke factor in het subtiele samenspel met Van Meurs op gitaar en dobro. Het nasale, ietwat treurige, stemgeluid van Van Meurs krijgt kleur door de folky tweede stem van eega Ankie Keultjes. Maar het zijn vooral de doorleefde en sterke composities die het album tot een hoogtepunt in het oeuvre van The Watchman maken. Twaalf veelal ingetogen, akoestische folksongs vol zoete melancholie, herfstachtige kleuren en allemaal van zeer hoge kwaliteit. Afwisselend en uitgebalanceerd met vele hoogtepunten als de met een accordeon opgesierde titeltrack, waarop trouwens ook de vakkundig geplaatste noten van gelegenheidsgitarist Stephan Jankowski tehoren zijn. Verdere bekende muzikanten zijn Theo Wijdeven (bas), Eric van der Lest (drums) en gitarist Gene Willliams (Tulsa). The Watchman doet op geen enkele manier onder voor zijn Amerikaanse collega’s en wie wil er nu niet eens een fraaie Americanasong over het grootvaderschap horen? Van Meurs is drie jaar geleden grootvader geworden, twee van de liedjes gaan erover, zoals in "Jump Over the Wall", een swingende bluesvariant à la JJ Cale. Het vrolijk swingende "The Ring" en het verstilde "The Big Ocean" zijn de extremen waartussen de Nederlandse Americana specialist zijn levenslessen afschildert. Het zijn de bijzonder muzikale verhalen met als onderwerp jaloezie, jeugd en liefde, van een dromer die tegelijkertijd 'down to earth' is: een ware hippie in de 21ste eeuw. Kortweg: Het speelplezier spat in een relaxte sfeer van de plaat af. Bovendien zijn alle nummers Van Meurs eigen koker. Ook met deze melancholische folksongs onderstreept één van Nederlands beste singer-songwriters nog maar eens zijn songschrijvercapaciteiten.


JOE GRUSHECKY
A GOOD LIFE
Website: www.grushecky.com
Email: Grushecky@yahoo.com
Info: NJBOB113@aol.com
Label: eigen beheer

 

Vanaf de jaren ’80 trekken talloze zangers met veelkoppige bands in het spoor van Bruce Springsteen & The E Street Band langs de concertzalen van, met name, de Verenigde Staten. Denk aan Bob Seger & The Silver Bullet Band, Huey Lewis & The News en, natuurlijk, de net als The Boss himself uit New Jersey afkomstige Joe Grushecky & The Houserockers. Springsteen put vooral inspiratie uit folk en rock, maar ook Joe Grushecky zorgt voor dampende rock die naadloos aansluit op het heavy werk van Springsteen. En nu is er weer een nieuwe Joe Grushecky, "A Good Life": dampende rhythm & blues, een heerlijk gruizig stemgeluid en een perfecte balans tussen covers en eigen nummers. "A Good Life" bestaat weer uit vrolijke rock ‘n’ soul. Met als altijd de hoofdrol: de stem van Joe, klinken de songs opgewekt, hoewel op zijn tijd een gekwelde soulslijper langskomt, zoals "The Other Shoe". De verrassing begint reeds met de opener "Code of Silence", een nummer dat Grushecky samen met Bruce schreef. Een live-versie van dit nummer opgenomen in Madison Square Garden in 2000 verscheen eerder al op The Essential Bruce Springsteen. Hiervoor ontving Bruce in 2004 een Grammy Award voor Best Rock Vocal. Op "A Good Life" is een rockende studioversie te horen, waarop Bruce en Joe zang en gitaarsolo's afwisselen. Naast deze opener, zingt en speelt Springsteen mee op drie andere nummers: "Is She the One", de titeltrack "A Good Life" en "Searching For My Soul". Veel veranderd is er niet. Joe Grushecky en band maken nog altijd muziek die het best omschreven kan worden als een energieke mix van rhythm & blues, soul en rock ’n roll. Een lekker stemgeluid en een band die speelt als de E Street Band dit ook kan doen; superstrak maar dan zonder blazers. Het smaakvolle gitaarwerk van Ricky Witkowski en de uitmuntende ritmesectie schakelen moeiteloos van uitbundig naar ingetogen, terwijl Grushecky zelf even ontspannen als soulvol zingt en heerlijk scheurt op de harmonica in de twee openingssongs. "A Good Life" laat horen dat Joe Grushecky het nog altijd niet verleerd is. Grushecky had er natuurlijk wereldberoemd mee moeten worden, maar recht bestaat niet in de muziekwereld. Ons respect en waardering verdient deze local hero echter zonder meer. Warm aanbevolen!


 

KRISTIN MUELLER
PORTS OF CALL
website : www.kristinmueller.com
thekristinmueller@yahoo.com
label : Dren Records
info : www.drenrecords.com
www.cdbaby.com/cd/kristinmueller

 

Het moet nu maar eens eindelijk gedaan zijn met die traditionele grapjes over bassisten en drummers moet de uit New Jersey afkomstige Kristin Mueller gedacht hebben. Zij voegde de daad bij het woord, liet haar drumstel & session work voor Gloria Deluxe, the Caulfield Sisters, Hidden Driveways, Lucinda Black Bear en Clare Burson eventjes rusten, kroop in de pen voor een achttal songs, nam Ryan Smith (Talking Heads, James Taylor, Green Day) onder de arm en verbaast meteen Jan en alleman met haar album "Ports of Call". De reakties liegen er dan ook niet om .... "Fabulous songs that vibe Cowboy Junkies and Calexico... invokes intimacy and elegance " (Village Voice), "the sparse instrumentation works behind Mueller's steady vocals" (Time Out New York) en misschien wel het mooiste compliment komt van de "meester himself " Dani Heyvaert (MazzMuzikaS 054): "Het gaat om dromerige liedjes, liedjes van verlangen en vergeten, kortom: liedjes over ‘leven’. De stijl en de stem houden het midden tussen Ani Difranco en Gillian Welch, tussen Lucinda Williams en Kristin Hersh. Dat levert een unieke sound op, die ik alleen maar met de termen ‘betoverend’ en ‘adembenemend’ kan duiden. Wellicht is mijn vocabularium te beperkt om het allemaal wat preciezer en duidelijker te maken, maar wie mij een beetje kent, weet dat ik dergelijke epitheta niet om de haverklap in de mond neem. Dringend te ontdekken!" (DH). Ondertussen is het drumstertje uitgegroeid tot een knappe multi-instrumentaliste en betokkelt zij de gitaren, banjo (zie foto). Momenteel verblijft het mooie kind in New York City en probeert zij met dit schitterend album haar weg te vinden in the Americana music scene. Wat mij betreft is de dame geslaagd met grote onderscheiding en is "Ports of Call" het geschikte album om alle familiale/werk/wereldproblemen voor een achtendertig minuten aan de kant te schuiven en laat het je genieten van een uitzonderlijk talent dat met vrij sobere begeleiding en prachtige songteksten een intimistisch sfeertje weet te creeëren dat je anno 2006 bijna niet meer voor mogelijk houdt.


 

SHERRY AUSTIN
DRIVE ON BACK
Website : www.sherry-austin.com
Info : sherry@sherry-austin.com
Label : Barking Topiary Records
www.cdbaby.com/cd/sherryaustin2

 


"Never change a winning team ".... net als op de prima voorganger "Drive By Romance" ('03) koos Sherry Austin voor een zevental eigen songs en een viertal bewust uitgekozen covers. Een succesformule die haar geen windeieren gaat opleveren want het onlangs verschenen "Drive On Back" zou wel eens de definitieve doorbraak kunnen betekenen van deze, uit Santa Cruz, California, afkomstige singer-songwriter. De eerste kennismaking dateert al van 2000 toen zij vertegenwoordigd was op "20 Odd Hollers" (a tribute album to Fred Eaglesmith). Nog steeds draagt zij de Canadees op handen, getuige hiervan is de Rod Picott/Fred Eaglesmith song "Gettin' to Me", dat net als Dylan's/Secor's "Wagon Wheel", "Less and Less" (Tim O' Brien) en Martha Scanlon's "Hallelujah", een plaatsje wist te versieren op dit schitterende album. Een duetje met/of harmony vocals van Fredje zit er voorlop nog niet in, tot het zover is neemt Keith Greeninger die rol op "Drive On Back" met bravoure over. Maar Sherry bewijst met ondermeer "I Wouldn't Lie To You", oorspronkelijk bedoeld als een broken-relationship song dat uiteindelijk uitmondt in een politiek pamflet, zij alleen best haar mannetje kan staan, al is de hulp van ondermeer Barry Philips (cello), Yuji Tojo (guitars), James Nash (guitars), Danny Levitt (guitars), Charlie Wallace (dobro, pedal steel) en zelfs Audrey Auld Mezera mooi meegenomen. Openingsact voor John Hiatt, Fred Eaglesmidt, Iris Dement, Slaid Cleaves, Ray Wylie Hubbard, ... vergelijkingen met Eliza Gilkyson, Kate Wolf, Mary Chapin Carpenter dringen zich meer en meer op ...."Her music is rewarding, believable and sometimes humerous. She has an honest approach to songwriting that is very refreshing. Her stage is captivating, her storytelling passionate " (Cd Baby)... "I was trying to write stories," Austin says, "and when I started playing guitar again those stories became songs. I'd say I'm in a continual state of evolution." ... Laat Europa live getuige zijn van die evolutie ....


 

THE BOOGALOO KINGS
ACIDBOOGIE
Website: www.boogalookings.de
E-mail: dd@mellowsblues.com
Info: Bluestown Concerts / www.bluestown.de
dd@mellowsblues.com
www.stormy-monday-records.de

 

De Duitse band the Boogaloo Kings zijn al actief van begin 2000, maar tot nu toe had ik er nog nooit van gehoord. Hun stijl kan je voornamelijk omschrijven als West-Coast Swing met soulinvloeden. Volgens de biografie op hun site hebben ze hun stek al veroverd in de Europese bluesscène. De cd opent met een lekker vlot swingnummer genaamd 'Acidboogie' en al dadelijk valt me op dat Mellow Yellow beschikt over een zeer diepe warme stem en tevens goed overweg kan met de bluesharp. Verderop in dit nummer worden we getrakteerd op een sobere maar toch efficiënte gitaarsolo van Martin "Professor" Czemmel. Op 'Watch Out' nemen ze wat gas terug en dan treedt de sterkte van de band pas echt naar voren. Een strakke ritmesectie, met klasse gebrachte zangpartijen aangevuld met mooi gitaarwerk. Bij West Coast Swing denk je al vlug aan veelvuldig terugkomende bekende riffs. Wel dat is op deze cd zeker niet van toepassing. De band is volwassen en muzikaal voldoende getalenteerd om verveling niet te laten toeslaan. Volgens mij is dit een band die live nog meer tot hun recht komt met de blues die ze op deze cd brengen. Verder ook nog een pluim voor hun bassist Kevin Duvernay die bij momenten heel mooie basloops laat horen. Uitschieters op deze cd zijn 'Zig Zag Woman', 'Wino Ballad' en zeker niet te vergeten het mooie instrumentale 'Professor Blues'. Overwegen tot aankoop zeker waard.
Blueswalker


 

KENNY MEEKS
UNFADED
Website : www.kennymeeks.com
Info: Will Hobbs / Trivate Entertainment l.l.c
will.hobbs@trivate.com
www.trivate.com / www.trivatemusic.com
label : Eigen Beheer (© 2006 Cluttered Music)
www.cdbaby.com/cd/kennymeeks3

Er was eens .... de traditionele aanvang van vele verhaaltjes en sprookjes. Ook Kenny Meeks muzikale inspiraties kregen vaste voet met een toevallige ontmoeting : I discovered a 50-something-year-old black man playing the blues out of his sharecropper shack next door. "I remember it like it was yesterday," says Kenny. "He was sitting on a kitchen chair, singing, and playing a dimestore guitar through a dimestore amp. The guitar was in an open tuning and he was using a jackknife for a slide. I'll never forget it. I still compare performers to him. "Blues nothing but the blues" en Meeks had de boodschap al vlug begrepen. Taj Mahal, Ray Charles, Junior Wells zijn lot en tijdsgenoten maar Kenny Meeks zang en gitaarpartijen werden ongetwijfeld het meeste beïnvloed door Eric "Slowhand" Clapton. Het vennootschap "the Little Kings" (Meeks - Phil Madeira - Dave Perkins) was ondanks optredens in Nederland een kort maar goed leven beschoren ("It was fun while it lasted") .... een song van Doug Sahm?) en Meeks eieren koos voor zijn geld en aan de slag ging als bassist bij Buddy Miller. Een samenwerking die zelfs Chris Knight ten goede kwam want beide heren waren ook van de partij op Knight's debuutalbum. Na een kort intermezzo als lid van "Sixpence None the Richer" koos de man uit Kentucky resoluut voor een solo-carriere en op de albums "Tell My Angel" (2000) en "Blue Chapel" ('03) was het duidelijk merkbaar dat Meeks oorspronkelijke blues nogal verweven werd met alt. country invloeden. Leuke ontwikkeling en ook het pas verschenen "Unfaded" gaat op de ingeslagen weg verder. "Black Mountain" en "Lonely Road" zijn prima eigentijdse bluegrass en de country deuntjes "Baby, don't set me free" en het titelnummer "Unfaded" zijn nog fraaie restanten van de voormalige samenwerking met het echtpaar Buddy & Julie Miller. Misschien dat "Moonlight over Water " met de schitterende backingvocals van Sandra Mc Cracken en Nicole Smith en het virtuoze gitaar gepingel van de meester zelf hun "geestelijke" gemeenschappelijke interesses in de verf zet. Een indruk die met de gospel "Somethin's Cookin'" nog meer aan veld wint. "Real Long Day" laat een singer/songwriter aan het woord die ook in het alternatieve country wereldje zijn streng kan trekken en met "Found My Daddy Cryin'", "Holdin' On" en "Wonderin' Where My Honey's Gone", drie songs met schitterende backingvocals, smoelschuiver en slide, zijn voorliefde voor de blues levendig houdt. Americana, blues, country ... Kenny Meeks eet van alle walletjes en het heeft hem en ons gesmaakt ! Prima album ! Unfaded ...but not quickly forgotten ! (Christian Music, Kevan Breitinger)


 

KARA SUZANNE AND THE GOJO HEARTS
AUMSVILLE EP.
website: www.karasuzanne.com
info: info@karasuzanne.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/karasuzanne

"You know what? Country music is a beautiful beautiful style of music when you do it right and Kara Suzanne is a top notch example of that." (Mark Fisher) Blijkbaar is er een kleine vergissing in het spel want wij waren in blijde verwachting van het album "Aumsville" dat onlangs verscheen en wij werden (voorlopig?) afgescheept met een Ep'tje. Weliswaar drie songs bevattend die je ook op het full album kan terugvinden. "Wie het kleine niet eert is het grote niet weerd" en daarom schenken wij toch aandacht aan de uit Mc Minneville, Oregon afkomstige Kara Suzanne en haar Gojo Hearts. Momenteel is Manhattan haar stekkie en ondermeer Rufus Wrainwright is in de wolken met het stemgeluid van deze nieuwkomer in het alt. country gebeuren. Vergelijkingen met Peggy Lee en Patsy Cline, een combinatie van country legend Kitty Well's mellifluous tremelos, Kay Starr's lethargic croon and Dolly Parton's brassy Rocky Mountain twang, 'Together they weave genres, combining americana, old school country, rock & folk creating their own unique sound (CD Baby) ... het klinkt allemaal veelbelovend! Wij namen de proef op de som en het country 'optel' rockertje "Eleven", de tearjerker "I Promise" (à the Cowboy Junkies) met Putnam Murdock op pedal steel en het adembenemend mooie "Congratulations" (met een satirisch ondertoontje) doen ons hoopvol uitkijken naar de overige acht songs waarvan je de samples kan beluisteren op www.cdbaby.com/cd/karasuzanne.

Band Members:
Kara Suzanne - vocals, rhythm guitar
Aya Kato - piano, keyboard, melodica
Putnam Murdock - lead guitar, dobro, pedal steel, mandolin
Calvin Bennett - electric & double bass
Jay Frederick - drums


 

BRIGHT EYES
NOISE FLOOR (Rarities 1998-2005)
Website: www.saddle-creek.com/bands/brighteyes/
Label: Saddle Creek Records / www.saddle-creek.com / info@saddle-creek.com
Distr.: Munich Records / www.munichrecords.com

 

Bright Eyes is een Amerikaanse indierockband, rondom singer/songwriter Conor Oberst doe opgroeide in Nebraska. In 1994 debuteert hij op 14 jarige leeftijd als zanger/gitarist van de band Commander Venus. Al snel volgt een eigen label, Saddle Creek en een nieuwe band, Bright Eyes. Met Bright Eyes maakt hij in vijf jaar vier albums. En dat is nog niet alles. Een veelschrijver dus, wat er voor zorgt dat het niveau van de songs op Bright Eyes albums niet altijd even hoog is. Naast Oberst en multi-instrumentalist en producer Mike Mogis, bevat de band wisselende musici, zoals Jesse Harris, Jason Boesel (Rilo Kiley), Nick White (Tilly And The Wall), Matt Maginn (Cursive), Clay Leverett en Andy LeMaster (Now It’s Overhead), Maria Taylor (Azure Ray), Clark Beachle (The Faint), Alex McMannus (The Bruces), Jake Bellows (Neva Dinova) en Jimmy Tamborello (The Postal Service). Oberst is een criticus van George W. Bush. In 2004 tourde Bright Eyes met Bruce Springsteen en R.E.M. op de 'Vote For Change'-tour, rondom de Amerikaanse presidentsverkiezingen. In 2005 bracht Oberst zijn tot nu toe meest gelauwerde werk uit: "I'm Wide Awake It's Morning", op dezelfde dag werd ook digital "Ash In A Digital Urn" uitgebracht, twee totaal verschillende werkjes, waarbij de eerste titel een rootsy, bijna country achtig album omvat en de tweede een op elektronica gebaseerd experimenteel project is, maar het was vooral het schaamteloos emotioneel "I'm Wide Awake..." dat met zijn aantal beroemde gasten, onder wie Jim James, Jesse Harris en Emmylou Harris, dat volgens vele critici perfect een ondertoon in de Amerikaanse samenleving onder woorden bracht. Meer bepaald de frustraties die velen voelden tegenover de richting waarin het land en de wereld werd opgestuurd door de neo-conservatieve Bush administratie, werden door Bright Eyes op een subtiele manier weergegeven. Het politiek bewuste wordt aan persoonlijkere thema's en emoties gekoppeld door Oberst in de songteksten van Bright Eyes, waarvan op 23 oktober een album met 'rarities' op de markt gaat komen. En dit is andere koek, want op het album staan niet eerder uitgebrachte nummers, samenwerkingen en covers van Conor Oberst uit de periode 1998 en 2005. Op deze schijf, die de naam "Noise Floor" meekreeg, overtreft de jonge songsmid zichzelf. De teksten zijn zoals altijd van een prozaisch gehalte dat de één doet kokhalzen en de ander schreeuwen om meer. Maar ze groeien met de jaren. Rode lijn is de nasale stem van Oberst, die doet denken aan die andere Amerikaanse indie-held: Doug Martsch van Built to Spill en aan deze collectie songs....


01 Mirrors and Fevers (Don't Be Frightened of Turning The Page EP - 2000)
02 I Will Be Grateful for This Day (Sub Pop Singles Club 7" - 2001)
03 Trees Get Wheeled Away (Lost & Found, Volume 1 compilation - 2003)
04 Drunk Kid Catholic ("3 Hit Songs From Bright Eyes" UK single - 2003)
05 Spent on Rainy Days (Home Series on Post Parlo Records - 2002)
06 The Vanishing Act ("Too Much of a Good Thing" 7" - 1999)
07 Soon You Will Be Leaving Your Man ("Motion Sickness" 7" - 2000)
08 Blue Angels Air Show (DIW Magazine 7" - 2002)
09 Weather Reports (Unreleased 7" with M. Ward)
10 Seashell Tale (Unreleased 7" with M. Ward)
11 Bad Blood (Album Leaf split 7" - 2001)
12 Amy in the White Coat (Vinyl-only B-side on the No Beginning to the Story EP - 2002)
13 Devil Town (The Late Great Daniel Johnston compilation - 2004)
14 I've Been Eating (For You) ("3 New Hit Songs From Bright Eyes" - UK single - 2001)
15 Happy Birthday to Me (Feb. 15) ("3 New Hit Songs From Bright Eyes" - UK single - 2001)
16 Motion Sickness ("Motion Sickness" 7" - 2000)
Kortweg: Vanwege Oberst's onderwerpkeuzes, eigenzinnigheid, productiviteit, persoonlijke teksten en maatschappelijk engagement wordt hij zelfs regelmatig vergeleken met Bob Dylan, maar met verschillende zangers weten de Amerikaanse Bright Eyes iedere keer een boeiend verhaal te vertellen. Als je niet van popsongs houdt met een aanstekelijk refreintje, maar liever iets dieper graaft dan shalala, dan zal "Noise Floor (Rarities:1998-2005) je zeer goed bevallen.

 


 

ANGELA HARRIS
ROOTS
www.angelaharris.net
Label: Maximum Music Group /
Rounder Europe
www.rounder-europe.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Americana is een hokje dat zo groot is dat het geen hokje meer is. D'r past bijna alles in: ouderwetse country, oude pop & rock, oude soul, doo-wop, singer-songwriter, folk, bluegrass, old-time, "Roots" ..... En niet alles hoeft uit Amerika te komen. Als er maar puur op staat en men nog het oude handwerk in ere houdt. Het is vooral ook een reaktie op de vercommercialisering van de platenindustrie, waardoor mensen die niet in kleine hokjes pasten geen kans meer kregen. Het heeft een poosje geduurd vooraleer we een exemplaar van het nieuw album van de Canadese Angela Harris konden bemachtigen, maar het wachten blijkt wel meer dan de moeite waard geweest te zijn. "Roots" is de opvolger van haar naamloze debuut uit 2000, dat uit kwam in eigen beheer, maar voor haar nieuwe plaat maakt ze haar debuut op een label. Angela Harris woont sinds enkele jaren in Amerika, want een paar jaar geleden trok ze met een koffer de wijde wereld in, richting countrystad Nashville waar ze werkte als songschrijver. Op "Roots" gunt Harris ons immers een blik op pareltjes uit tien songs, zelf schreef ze er vijf alleen, en de andere vijf vooral met gitarist/banjospeler Eric Reed. En daar mogen wij best wel blij om zijn. "Roots" blijkt immers gezien de fantastische bezetting, met o.a. de reeds vermelde Reed, waarmee ze samen techniek en productie deed, Mani Nasefat (drums), Craig Mcilveen (bas), John Ellis (elektr. gitaar), Rob Becker (stand-up bass) en Nolan Murray (viool), een bijzonder coherent album te zijn geworden, boordevol met heerlijk singer-songwritermateriaal. Bij vlagen doet ze daarop een beetje denken aan het recentere werk van Emmylou Harris, Nanci Griffith of een Eliza Gilkyson. We doelen dan bijvoorbeeld op iets als de zweverige roots pop/Americana van het live opgenomen "Way Down Deep", waarin ze haar mening over oorlog, ondersteund door het hevig gitaarwerk van Reed, die trouwens op slidegitaar aanwezig is in "Power Of Opinion", waarin Harris zingt over de overeenkomst tussen de wereldgodsdiensten. Het merendeel van de liedjes zijn gewoon ingetogen schoonheden, waarin Angela Harris kan illustreren niet enkel over een bijzonder vaardige pen te beschikken, maar ook een buitengewoon begenadigde zangeres te zijn. De opener "Roots (Can Grow Anywhere)", met de zeer bedreven John Ellis op dobro en het met viool voorziene 'Takes Me There", zijn nog maar de twee openers van dit prachtig album, die samen met de acht andere nummers van eenzelfde kaliber, een intiem meesterwerkje tot stand brengen, gespeeld vol passie en plezier. Liefhebbers van singer-songwriters met country, bluegrass en folk getinte songs mogen dit prachtplaatje echt niet missen. "Roots" is gewoon een albumtitel die de lading volledig dekt! Luister een paar keer naar dit album en je hoort muziek van een bijna ongekende schoonheid.


 

THREE BLUE TEARDROPS
RUSTBELT TRIO
website: www.threeblueteardrops.com
www.myspace.com/threeblueteardrops
info: pennadaves@netscape.net
label: Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/tbteardrops


Het Chicago based roots rockin' trio Three Blue Teardrops staat al vijftien jaar borg voor een avondje pretentieloos amusement. Wat je mag verwachten van "Detroiter" Randy Sabo (drums & vocals), "Pittsburgh raised" Dave Sisson (guitars & vocals) en "Chicago bred" Rick Uppling (upright bass & vocals)? Restanten uit de '70s punk, gut bucket blues, jungle swing, gospel, garage rock, hillbilly jazz en country harmonies, rockabilly die refereert naar de good old '50s. De band stond aan de wieg van de revival in het rockabilly/swing wereldje en met "One Part First" (1993,Nervous Records) en de ondertussen "Sold Out" albums "Stilletto Poised in Hate" (Teen Rebel Rec,'95) en "Milemarker 26" ('97) worden zij gerekend bij de boegbeelden van "the Good Time American Roots Rockabilly Greaser Punk Cesspool". Vijftien jaren on the road ... vanzelfsprekend dat de jongens een feestje mogen bouwen en het lijkt mij niet moeilijk voor de dj. van dienst om op zoek te gaan naar aangepaste muziek. Gewoon hun onlangs verschenen album "Rustbelt Trio" in de cd-lader en de catchy, fun, boot stompin, beer swiling, roadhouse roots rockin' American neo-rockabilly, psychobilly, cow-punk en rock & roll party kan een aanvang nemen. Three Blue Teardrops lijkt mij het ideale bandje om de tenten bij zomerse barbeque's, (gesponsorde) buurtfeesten, clubconcerten, allerhande festivals figuurlijk in vuur en vlam te zetten en het zou mij niet verbazen moesten de aanwezigen luidkeels "I'm OK OK OK - A Ok" door de nacht laten galmen op weg/zoek naar hun "Lincoln '59". "The ugliest, baddest, rawest, grittiest, nitro - fueled rockabill bastars straight from the Rustbelt " heten U van harte welkom op hun "American Way". (You gotta fight for what you want).


 

CHRIS SMITHER
LEAVE THE LIGHT ON
Website: www.smither.com
Label: Signature Sounds /
info@signaturesounds.com
Rounder Europe / www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records / www.munichrecords.com

Chris Smither is een singer-songwriter 'pur sang' uit New Orleans. Als stielman leverde hij o.a. "Love Me Like A Man" aan Bonnie Raitt. De bluesgitarist en singer/songwriter begon zijn muzikale carrière al in de jaren '60. Smither kwam bovendrijven tijdens de door Bob Dylan aangevoerde wederopstanding van de blues en maakte naam met zijn unieke, uit de ukelele voortgekomen, gitaartechniek. Tien jaar later is hij een respecteert troubadour, die doet met name qua zangstijl sterk aan J.J. Cale denken, terwijl het verfijnde gitaarwerk de richting van een bluesman als Lightnin' Hopkins opgaat. Als singer-songwriter in de stijl van Townes van Zandt en Eric Taylor graaft hij verder in de diepste en dus donkerste krochten van de menselijke ziel. Solo blijft hij gestaag meeslepende albums afleveren. Zoals het in 1995 verschenen "Up On The Lowdown" (destijds goed voor een quotering van **** in het Britse Q-magazine). In 1997 was er nog "Small Revelations", een al te bescheiden titel voor zijn achtste album, met deze commentaar hierbij in het Nederlandse Oor-magazine : "Het is er allemaal weer met een aan Al Green herinnerende consequentheid: de shuffelende spekzolen, haast terloopse poëzie en tien prachtsongs die je bedwelmen als een warme bries. Behoort nu al tot de prille uitschieters van 1997". Zijn elfde folk-blues-plaat "Train Home", is niet alleen een broeierige cultuurtrip door de Amerikaanse muziekgeschiedenis, maar tussen de verscheidene gastbijdragen, horen we Bonnie Riatt als achtergrondzangeres in de bijna acht minuten durende Dylan-klassieker "Desolation Row". Smither maakt al lang geen geheim van zijn liefde voor Bob Dylan, want nu ook op zijn nieuwe album "Leave the Light On" is Dylan's "Visions Of Johanna" aan de beurt, waarbij de elektrische instrumenten in het origineel verruild zijn voor mandolines en accordeon. Ook "Blues In The Bottle" van Lighnin’ Hopkins, de traditional "John Hardy" en "Cold Trail Blues" van Peter Case worden door deze veteraan gecoverd. Smither weet er met zijn doorrookte, korrelige stem een interessante draai geven. In z’n eigen acht overige nummers zingt hij vooral over grote gebeurtenissen, zoals over Irak en de orkaan Katrina, die zijn woonplaats liet zinken. Zoals zijn vorige plaat was nu ook de productie in handen van David 'Goody' Goodrich, en kreeg hij medewerking van de Grammy award winnende multi-instrumentalist Tim O'Brien in vele songs, zoals ook in de titeltrack, waar ook vocale ondersteuning van Sean Staples en Anita Suhan, dit nummer dat de sfeer van Southern California circa 1972 oproept, ondersteunen. Kortweg: "Leave the Light On" is een prachtig nieuw meeslepend singer-songwriter album en laat Smither horen een eersteklas artiest te zijn. Met schijnbare achteloosheid koppelt hij fraai gitaarspel aan blues georienteerde liedjes, die allen even pakkend zijn. Sfeervolle Americana op en top!


MARIO MATTEOLI
HARD LUCK HITTIN'
website : www.mariomatteoli.com
info: mario@mariomatteoli.com
label: Eigen Beheer
www.myspace.com/mariomatteoli

Bij de aandachtige lezers van Rootstime zal de naam Mario Matteoli wel een of meerdere belletjes doen rinkelen. Maakt de brave man niet deel uit van the Weary Boys en hebben die niet toevallig een nieuw album uit dat "Jumpin' Jolie" als titel meekreeg? Inderdaad, zoals steeds al de nieuwe albums, vers van de pers, in uw E-magazine en als extraatje voor deze week zetten wij het solo-album van singer/songwriter/gitarist Mario Matteoli in de etalage. Samen met "The Rosewood Saddles" in casu: rootsrocker Mark Ambrose (guitar, zie rev. Oktober 05, album "Put the Hammer Down"), Matt Hubbard (piano, bass, organ) en Weary Boys drummer Charles Ozanian dook Mario de studio's in. De oogst van al dat hard labeur kreeg de titel van "Hard Luck Hittin'" mee en bevestigt met klaroen en feestgeschal dat de man "lekker in het gehoor liggende songs" uit zijn pen kan toveren. "Stay Country" staat er op zijn voorarm getatoeëerd en met de negen zelf gepende songs blijft de man trouw aan die gedachtegang. Natuurlijk veel minder up-tempo songs, geen fiddle, steel en twangy guitars maar sobere, akoestische opnames die herinneringen oproepen aan de four-tracks & one-room studios. Helemaal geen restantjes die zijn blijven liggen of demo's die nog wat extra centen moeten opleveren maar gewoon een aantal songs die blijkbaar niet pasten in de ambiance/party sfeer van zijn Weary Boys. ("I had songs which don't work with a fast country band, and I figured it was time to get off my ass and get a record out,"). Matteoli's first solo outing is een prima album geworden dat opgedragen wordt aan Ma & Pa (our love's a - gonna grow Ooh - wah, Ooh - wah) en met "Hope in Nothing, en "United Nations" richting Bob Dylan schuifelt. "Jolie Blon" en "Happy Birthday From Wyoning" (backing vocals van the Burn Sisters) lijken wel geschreven op het lijf van Randy Newman/Jesse DeNatale, maar met het schitterende "Come and Be with Me", de smeekbede aan de Lord (" What to Do"), de pareltjes "Sun Keeps Beatin Down" (met een hoofdrol voor orgel en gitaren) en "Thinking About Nothing" , het titelnummer "Hard Luck Hittin'" het risico schept dat the Weary Boys binnenkort een advertentie kunnen plaatsen ... gezocht singer/songwriter/gitarist. Hopelijk komt het zo ver niet en kan hij de tijd en aandacht verdelen en laat hij ons verder genieten van de "Boys" ambiance en zijn meer ingetogen "sweet, soft, dark and intelligent songs". Schitterend album!


BRIAN KRAMER & the COUCH LIZARDS
I WANT MY ILLUSION
Info:www.briankramerblues.com
email : briankramerblues@hotmail.com
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/bkramer


"I Want My Illusion" is de nieuwe cd van Brian Kramer en zijn boys en is na "Live at the Folklore Center" (2000), "Everybody's Story" (2002) en "No Regrets" (2004), de vierde plaat in zes jaar tijd. Mooi verdeeld, om de twee jaar op de markt komen met een nieuwe release. Zijn vorige album "No Regrets", de eerste officiële opname voor Armadillo Records, werd opgenomen in juni 2003 in Engeland tijdens hun "Shadows of Nottingham an Sherwood Forest" tour, en kreeg in de media veel positieve reacties. In het verleden opende Brian Kramer samen met zijn Couch Lizards voor Taj Mahal en John Mayall, maar ook deelde hij de podia met o.a. Alvin Youngblood Hart, Bernard Allison, Bobby Rush, Eugene Hideaway Bridges, Steve James, Sven Zetterberg, Michael Barretto (of Taj Mahals Hula Blues band), Otis Grand, Jimmy Dawkins en Bob Brozman. Deze laatste is op zijn national slide-gitaar te horen op het nieuwe album , "I Want My Illusion". Namelijk in "My 2 Gents" en het één minuut tellende "Dala- Delta", de instrumentale afsluiter waarin Amerikaanse en Zweedse folk invloeden hand in hand gaan. "I Want My Illusion" telt dertien originele songs met het stampende blues gevoel, de warme akoestische omlijsting en zeker niet vergeten, het oeroude bottleneck slide gitaarspel van Kramer. Bijgestaan door een aantal fantastische muzikanten levert Brian Kramer het ene na het andere prachtliedje op. Prachtliedjes vol nostalgie, maar tegelijkertijd hypermodern. Dit alles maakt van Brian Kramer de weerspiegeling van de nieuwe lichting van de blues in de éénentwintigste eeuw. Verder doet deze cd me denken aan Eric Bibb of Keb Mo, want Kramer weet zijn teksten zo mooi aan te brengen in dit country-blues met folk doorweven roots-album. Ik denk dat ik nog veel deze cd zal spelen.


 

LUCINDA WILLIAMS
LIVE @ THE FILMORE
Website: www.lucindawilliams.com
Label: Lost Highway Records
www.losthighwayrecords.com
Distr.: Universal Music
www.umusic.com

 

Lucinda, oudste dochter van dichter Miller Williams, breekt in 1988 door in Amerika bij het Rough Trade label met haar debuut "Lucinda Williams". Ze wordt snel erkend door country sterren als Patty Loveless en Mary Chapin Carpenter die eigen versies van Lucinda's "The Night's Too Long" en "Passionate Kisses" de wereld inzingen. In 1992 sleept ze dan ook haar eerste Grammy in de wacht. Hetzelfde jaar nog brengt Lucinda "Sweet Old World" uit, een album dat haar definitief aan de top van de Americana music scene plaatst. In 1998 bewijst ze wederom haar plaats aan de top waardig met de release van het grammy winnende album "Car Wheels on a Gravel Road". Fans hoeven niet meer zo lang te wachten. In 2000 verschijnt het rustige en sensuele album "Essence". Met dit album wordt ze door Time magazine bekroont tot Amerika's beste Songwriter. Na "Essence" volgde het genre overschrijdende album "World Without Tears" in 2003.

Vanwege mot tussen haar oude en haar nieuwe platenmaatschappij heeft de release "Live @ The Fillmore" (2005) van deze plaat flink wat vertraging opgelopen, maar zoals het cliche zegt, is het het wachten waard geweest. Deze plaat is opgenomen tijdens drie optredens in de legendarische Fillmore in San Francisco (waar The Allman Brothers ooit een van de meest legendarische live-cd's aller tijden op namen), in november 2003, waarbij de nadruk ligt op nummers van haar laatste twee platen, zeven songs van "Essence" (met als uitschieters: "Lonely Girls", "Reason To Cry", "Out Of Touch" en het titelnummer) en elf songs van "World Without Tears" (met als uitschieters: "Ventura", "Fruits Of My Labor", "Sweet Side" en het titelnummer). Dat is gelijk de enige makke hier: het zijn twee prima platen, maar ze kunnen niet tippen aan haar meesterwerk, "Car Wheels On A Gravel Road", dat hier helaas maar met twee songs, "I Lost It" en "Joy", aan bod komt. Afgezien daarvan is dit een zeer fraaie, sfeervolle live-plaat. Je kunt horen dat Williams het prima naar haar zin heeft op het podium. En dat ze tijdens de shows bijgestaan werd door een fantastische band, draagt in belangrijke mate bij aan de grote impact van deze live dubbelaar. Doug Pettibone (pedal steel, leadgitaren, mandoline, mondharmonica en achtergrondvocalen), Taras Prodaniuk (bas en achtergrondvocalen) en Jim Christie (percussie en keyboards) vormen gedrieën een backingband waar een muzikant van droomt. De timing is perfect, er wordt ingehouden waar dat moet en uitgepakt waar dat kan, en nimmer stelt een muzikant zichzelf nodeloos op de voorgrond. Haar rootsy rocksongs komen stuk voor stuk goed uit de verf, haar band is duidelijk in vorm en voeg daarbij het hartverscheurende, af en toe snerpende, maar altijd gegroefde stemgeluid van Williams en haar tot nadenken stemmende liedjes over liefde, wanhoop, verval en de essentie van het leven, en je hebt een live-plaat zoals die maar eens in de zoveel tijd gemaakt wordt. Kortweg: We zijn niet zo heel vaak enthousiast over een live-cd, maar voor Live @ The Fillmore maken we graag een uitzondering. Met zulke goede songs en zo'n geweldige band kan er eigenlijk al niets meer mis gaan, maar Lucinda zingt haar nummers ook nog eens prachtig. Rauw, doorleefd en vol emotie; precies zoals we haar graag horen. Live @ The Fillmore is natuurlijk nooit een volwaardig alternatief voor haar indrukwekkende concerten, maar het komt aardig in de buurt. Maar Williams komt op 3 november ook in de buurt want dan stelt ze haar nieuwste album Live @ The Fillmore voor in de Ancienne Belgique in Brussel.

 


 

JAKE LA BOTZ
GRAVEYARD JONES
Website : www.jakelabotz.com
Email : info@jakelabotz.com
Label : Charnel Ground Records
www.cdbaby.com/cd/jakelabotz4


"Graveyard Jones" is het vierde album van Jake La Botz, na het akoestische album "Used To Be" uit 2001, "The Original Soundtrack To My Nightmare" uit 1999 en het zeer goed ontvangen album "All Soul And No Money" van vorig jaar. Deze nogal egaal rockende singer-songwriter die een bluesverleden achter de rug heeft, de States zowat van binnen en van buiten aan den lijve meemaakte en zelfs mocht bijrollen in films zoals o.a. Animal Factory, aan de zijde van de onnavolgbare William Dafoe, speelde een belangrijke rol als gitarist in de band van Grey DeLisle, maar de wortels van Jake La Botz liggen overduidelijk in de van blues doordrenkte muziek. Het bewijs daarvoor staat op "Graveyard Jones" een zompig en apart bluesplaatje waarbij geesten van stokoude bluesmannen opdoemen. De songs in een mix van rock, blues, soul, country, folk en gospel, zijn even losjes in elkaar gezet als dat ze gespeeld worden. Netter misschien dan bij Tom Waits en Jon Spencer, maar wel met dezelfde kenmerkende nonchalante losheid. Toch is "Graveyard Jones" geen eenvoudige, stereotiepe bluesplaat, daarvoor leunt La Botz te veel op de rock-'n-roll. La Botz maakt er een duister feest van met strijkers en blazers. Soms moet je door het schorre stemgeluid en het maniakale spel aan Tom Waits denken, maar er is geen moment dat hij in slaapverwekkende clichés vervalt. La Botz overtuigt zowel in het luide, stampende werk als "Grandma’s Photographs", in meer introverte songs zoals de opener "Tiny" met Doug Livingston op pedal steel en "Sadness Is The Grave". Soms denk je gewoon dat de boel op hol slaat zoals in "Heaven Is The Only Hell" en "Another Song For The Dead" met de wriemelende saxen van Jeff Turmes. Kortweg: Met "Graveyard Jones" laat een herboren La Botz horen, die dan weer eens lekker rockend (twang) en vervolgens heerlijk soulful te werk gaat. Getuige de teksten heeft La Botz het licht gezien. Hopelijk is dat duurzaam, dan staat ons nog wat moois te wachten.


 

THE TRANSMISSIONARY SIX
RADAR
Website: www.rodeosatellite.com
Label : Glitterhouse Records
www.glitterhouse.com
distr : Munich Records
www.munichrecords.com

"Radar" is het vijfde album van het bandje TheTransmissionary Six, twee min of meer prominente leden uit de 'Americana-underground': Walkabouts drumster Terri Moeller en Willard Grant Conspiracy voorman Paul Austin, waarmee ze de dromerige sfeer van hun vorige cd's voortzetten. De songs moeten het meer hebben van de sfeer en het uitgebreide instrumentarium dan van pakkende melodieën, maar juist door de prachtig zwoele, donkere stem van Terri Moeller, ergens hangend tussen Nico en Hope Sandoval, verveeld dit geen moment. Tekstueel veel verwijzingen naar dood en verderf, maar de toon wordt nergens te triest. "Radar" is opgemaakt uit kunstige gitaarsongs, instrumentale geluidsschetsen, intieme onderonsjes en bevat met behulp van enkele gasten een ruimtelijke sound en keur aan diverse instrumentaria, zoals pedal steel en Wurlitzer, bespeeld door Jon Hyde, vanaf nu het nieuwe lid van the Transmissionary Six, waardoor hij het toch al behaaglijke geluid van de band nog eens goed opwarmt. De harde kern is dus nu een trio, dat net als the Walkabouts, een donkere kant in hun muziek heeft, soms zelfs dicht tegen country-noir aanhangend. Moeller's prettig vermoeid klinkende stemgeluid past prima bij het ontspannen en rustige bandgeluid. Het laat tevens de ruimte voor bijvoorbeeld de pedal steel of een mooie gitaarpartij van nieuwkomer Hyde in "Take It On The Chin". Alles valt goed op zijn plaats in "Radar" dankzij prima songs als de wiegende ballad "The Burglar" en "When Rowan and Martin Saved the Day". Een voortreffelijke mengelmoes die door het trio wordt afgemaakt, want ondanks de arrangementen ligt de nadruk toch vooral op het samenspel van Moeller, Austin en Hyde. Kortweg: Iets wat deze muziek niet doet, is namelijk je opjagen. Maar als je opgejaagd bent, dan kan deze cd uitstekend als tranquilizer dienen. De dertien liedjes stralen bijna stuk voor stuk een sfeervolle rust uit. Ingehouden en daardoor spannend, mooi en onderkoeld, knap hoe ze dit een cd lang vol weten te houden.



CAROLINE HERRING
WELLSPRING
Website: www.carolineherring.com
Email: info@carolineherring.com
Label: Blue Corn Music / Me and My Records
www.bluecornmusic.com / nfo@bluecornmusic.com
Rounder Europe / www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records / www.munichrecords.com

Naar aanleiding van de Belgische première v/d Americana Treasures, op vrijdag 29 september 06 in het Cultureel Centrum te Leopoldsburg, willen we het album "Wellspring" (2003) van Caroline Herring terug in de kijker plaatsen. Herring maakte deel uit van een bluegrass-groep, The Sincere Ramblers, tot ze eind negentiger jaren besloot solo verder te gaan. Dat resulteerde in 2001 in haar debuut, "Twilight", dat op de wat meer traditionele country is gebaseerd, wat overigens goed bij haar stem en wat gedragen voordracht past. Die lijn zet ze echter niet door. Het in 2003 verschenen “Wellspring” kent een invulling die zich meer richt op alternatieve, moderne country. Bovendien wordt deze lijn gecombineerd met popachtige elementen en ondersteund door een royalere instrumentatie die dit album in mijn ogen veel meer variatie en diepgang geven dan de voorganger. Wat mij betreft is Caroline op de goede weg en zie ik reikhalzend uit naar haar optreden in Leopoldsburg.

Met de debuut-cd "Twilight" van zangeres Caroline Herring in 2002, waren we aangenaam verrast door de hoge kwaliteit. Reeds bij het tweede nummer "Ringside Rodeo" drong het tot ons door dat "Twilight" een bijzondere plaat zou worden. De gedrevenheid en bezieling die de zangeres in deze eerste songs aan de dag legt en de sobere maar uiterst effectieve begeleiding door gitaar, dobro, mandoline en fiddle konden niet op toeval berusten. De songs die volgden waren van hetzelfde laken een pak: intieme luisterliedjes die zich bewegen op het raakvlak tussen country en folk. Nadat de laatste klanken van de afsluitende titelsong waren weggestorven wist uw recensent dat de country, folk of - voor zijn part - Americana een veelbelovende muzikante rijker is. En met de opvolger, het album "Wellspring" uit 2003 maakt Herring deze belofte meer dan waar. "Wellspring" bestaat uit louter sterke songs. De mix van country en folk met hier en daar een zweem van bluegrass is onweerstaanbaar. De liedjes gaan over het alledaagse leven in het zuiden van de Verenigde Staten en overtuigen door de treffende sfeer die wordt opgeroepen en het oog voor sprekende details dat Herring in haar teksten aan de dag legt. "Wellspring" vindt zijn hoogtepunt in het trio songs halverwege de plaat. De lovesong "Magnolias", swingend de vlotte country van "Colorado Woman" en het nummer "Mistress", een liedje over een slavin die nu begraven ligt onder een golfbaan, zijn drie juweeltjes op rij. Hier vloeien woorden, vocalen en melodie tezamen tot een perfecte eenheid. De instrumentatie is verzorgd en meestentijds vrij sober. Typische country-instrumenten domineren het klankbeeld, maar worden op enkele songs ondersteund door elektrisch gitaar en drums, zoals op het aanstekelijke countryrockende "Mortified". De plaat sluit waardig af met het intieme luisterliedje "Tacoma Blues", dat de luisteraar vol ontroering achterlaat. Kortweg: Herring is een singer/songwriter die prachtige liedjes schrijft en die liedjes bovendien zelf zeer prachtig speelt en zingt. Herring zingt op een licht jazzy, bluesy manier, waardoor haar liedjes een mooie weemoedigheid krijgen, die de term 'country' niet doet vermoeden. Herring komt uit Mississippi, maar bloeide muzikaal pas op toen ze naar Texas verhuisde. Inmiddels is ze met haar man mee verhuisd naar een aantal andere staten, maar de heimwee naar Texas klinkt overal een beetje door. De gelukkige bezitters van haar debuut-cd, "Twilight" of deze "Wellspring" hoeven niet te twijfelen: Americana Treasures, op vrijdag 29 september 06 in Leopoldsburg!

 


KIP BOARDMAN
HELLO, I MUST BE...
Website : www.kipboardman.com
info@kipboardman.com
Label : Mesmer Records / www.mesmerrecords.com
Rounder Europe / www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records / www.munichrecords.com

 

Drie jaar geleden werden we zeer aangenaam verrast door het debuut "Upon The Stars" van Kip Boardman, een singer-songwriter waarvan we tot op dat moment de naam wel kenden, maar nog geen noot muziek hadden gehoord. Dat bleek een gemis, want op dit debuut manifesteerde Boardman zich als een uitstekend en buitengewoon veelzijdig singer-songwriter. Folk, rootsrock, country, het kwam allemaal voorbij en het was allemaal even mooi. Boardman dompelt je van bij de eerste noten onder in een wel zeer bekend sopje. De jaren zeventig lijken nooit aan de man voorbij te zijn gegaan. Zijn warme countryrockgeluid is dan ook een ware zegen voor liefhebbers van rustigere Americana. Heel af en toe moesten wij denken aan The Band, The Jayhawks of Neil Young. Op "Hello, I Must Be…" demonstreert Boardman nogmaals zijn veelzijdigheid en vergrijpt zich zelfs aan big band, soul, jazz en old-time muziek. En ook dit zijn genres die hij tot in de finesses beheerst. Boardman (zang, bas, piano, Wurlitzer, banjo) kreeg bij het tot stand brengen van al dit fraais ondermeer bijstand van drummer Don Heffington (Jayhawks, Lucinda Williams, Victoria Williams) en gitarist Tony Gilkyson (Lone Justice, X). Bijgestaan door een waslijst gastmuzikanten tovert Boardman het ene na het andere prachtliedje uit de hoge hoed. Zo horen we o.a. Kristin Mooney in de mooie ballade "What Are Clouds?" en Beth Hart in het rockende "Good Place To Hide". De seventies ten voeten uit in Steely Dan's "Dirty Work", één nummer waar Tom Freund de staande bas ter hand neemt, hetgeen hij overdoet in de mooie countrypopballade "The Wheel". Sterkste songs zijn "Spin Me Around" en het titelnummer, een ronduit verslavend lekker nummer. "Hello, I Must Be…" is een cd waarvan het recept inmiddels bekend is, maar zo lang je de kwaliteit van de afzonderlijke ingrediënten kunt verbeteren zal het eindresultaat iedere keer weer beter smaken. En dat is dus wederom het geval. Iedereen die Kip Boardman kent hoeft geen seconde na te denken over de aanschaf van deze cd, het is gewoon een heerlijke licht nostalgische plaat waar je niet snel op uitgeluisterd raakt. Iedereen die hem niet kent is, maar wel van Americana/Westcoastpop houdt, moet deze cd, met het zeer fraaie arrangeerwerk van de grote Van Dyke Parks, zo snel mogelijk gaan beluisteren. Wonderschoon!


 

SLIM LIGHTFOOT
STANDING ON THE BANKS OF THE MIGHTY BLUES
SLIM LIGHTFOOT & THE BACKBONES
THE DEVIL & THE DEEP BLUE SEA
Website : www.slimlightfoot.com
Email: info@slimlightfoot.com
Label: eigen beheer

Natuurlijk zijn de vooroordelen mij bekend. Maar heeft Slim Lightfoot niet eigenhandig de waakvlam die de blues ten tijde was, doen opflakkeren met zijn band, The Swamp Things? Weliswaar dus iets te keurig, maar toch. En inderdaad, voor de 'gewone' muziekliefhebber die niet al te diep graaft. Want wij weten dat de blues, ook in de jaren negentig, nooit is weggeweest. Dit soort gedachten had ik bij het onlangs toegestuurde album "Standing On The Banks Of The Mighty Blues" van deze gitarist Slim Lightfoot die in 2003 zijn Swamps verliet om aan een solo carrière te beginnen. Dit album wijkt eigenlijk nauwelijks af van zijn andere album "Dust Bowl Soup" dat later in datzelfde jaar 2004 verscheen. Nog meer vakmanschap door het vele spelen, met dien verstaande dat u dit niet dient te lezen als zijnde nog gepolijster. Integendeel, het eerste dat opvalt is het mooie (clean) gitaarspel en de mooie stem. Lightfoot is een prima gitarist die niet in egotripperij vervalt. Elf songs die erg gevarieerd klinken maar toch tot een geheel gesmeed worden. Degelijke songs die al na één draaibeurt blijven hangen. Mensen die van 'powerblues' houden zullen dit niet zo'n spectaculaire plaat vinden, maar wie een wat bredere bluesblik heeft, zal zeker hier een aardige plaat aan hebben. Slim Lightfoot die al jaren in de blueswereld zit en vroeger het podium deelde met o.a. Johnny Mars, The Blues Band, Andre Williams, The Flaming Stars en The Country Teasers brengt met "Standing On The Banks Of The Mighty Blues" een akoestisch album dat buitengewoon opgewekt en geïnspireerd klinkt en doet vermoeden dat deze gitarist nog jaren mee kan. Hetgeen hij ook bewijst met zijn band,The Backbones. Zelf omschrijft Lightfoot deze band als: "think of Muddy Waters with a dash of Beefheart washed down with a full bodied Fat Possum and your about there". Rauwe blues hebben we hier, zoals de muziek op het Fat Possum label. Kenners weten dan ommiddelijk dat we te maken hebben met ruige vuige blues waarvoor niet doorgeleerd is: overstuurde gitaren, paniekzang en elementaire, funky drums. De plaat klinkt daardoor lekker garage. Sterk punt is Lightfoot's zang die bijzonder soulvol is, een beetje zoals Magic Sam en Otis Rush eind jaren vijftig in Chicago klonken toen zij de metertjes ver in het rood blèrde. Hun debuutalbum "The Devil And The Deep Blue Sea" bestaat dus uit tien tracks van de kenmerkende 'Fat Possum'-stijl. Het album is, broeierig, donker en geïnspireerd zoals het hoort. Zweterig ongepolijst en hypnotiserend moet het blijven en ik verwacht zoals Slim Lightfoot & The Backbones dat hier hoorbaar begrijpen we ons ook geen zorgen hoeven te maken voor de toekomst.


 

THE WEARY BOYS
JUMPIN' JOLIE
Website : www.wearyboys.com
www.myspace.com/thewearyboys
Email: wearyboys@wearyboys.com
honkytonkhacienda@yahoo.com
(Management)
Label : Weary Records



Brian Salvi (vocals, fiddle), Darren Hof (vocals, guitar) en Mario Matteoli (vocals, guitar) besloten in 2000 North Carolina te laten voor wat het was en lieten hun muzikale ambities ontluiken in Austin Texas. Darren Sluyter (bass) en Cary Ozanian (vocals & drums) vervoegden het trio en de bal ging aan het rollen. Met redelijk wat succes want The Weary Boys zijn ondertussen trouwe klanten in het locale clubcircuit, stonden ondermeer op Blue Highways Utrecht, Nl (editie 2003), zitten bij hetzelfde management als the Hacienda Brothers en zijn met "Jumpin' Jolie" inmiddels aan hun vijfde album toe. Met het titelnummer en de instrumentals "Lost Bayou Ramble" en "Hoot Owl" (hallo, Frans Lomans!) slaat het vuur onmiddelijk in de pan. Onder het motto van "laissez rouler les bon temps" kunnen de cajun/bluegrassliefhebbers hun hartje ophalen en de beentjes strekken, gelukkig zorgen the Weary Boys voor de nodige rust en drankperiodes ("Drink On It", "You're the One I Care", "Destination Nowhere", "California Sunset"). Maar aangezien the Weary Boys synoniem staan voor leute, ambiance is het niet verwonderlijk dat iedereen uit volle borst(en) mag meezingen met de klassiekers "Vaya Con Dios", "Jambalaya" en hun zelf gepende "Humboldt County". Met het scheutje rockabilly ("Baby Have No fun"), het bluesy "You're the One I Care For" (Matt Hubbard on piano & harmonica) en het van Chuck Berry gepikte introotje op "Baby's Got a Hold on Me" solliciteren de gasten voor een plaatsje op ondermeer Moulin Blues Ospel, Nl editie 2007. Liefst in het gezelschap van de mij onbekende Jen Duke die met haar vocals op "Bet My Life, on the losin' side" bewijst dat zij wel iets in haar mars heeft. The Weary Boys lieten destijds in Vredenburg een aardige indruk op deze jongen en met het album "Jumpin' Jolie" zijn misschien de ruige kantjes er wat van afgevijld, het blijft genieten!

 


 

JAWBONE
HAULING
Website : www.dangblues.com
www.myspace.com/jawboneblues
Email : jawbone@dangblues.com
label : Loose Music
www.loosemusic.com
distr : Munich Records
www.munichrecords.com

Het lijkt er op dat alles wat nu nog uit Michigan Delta (Detroit) komt, meteen met the White Stripes moet worden vergeleken. Jawbone heeft echter alleen, een vergelijkbare voorliefde voor de "primitieve" blues. Je kunt "Hauling", opvolger van het album "Dang Blues" uit 2004, al gauw als primitief bestempelen, gezien Jawbone een eenmans-bluesband is. Dit geheel in de lijn met alweer zo'n dertig jaar geleden overleden legende, Jesse Fuller en de heel wat recenter opererende Bob Log III. Bob Zabor of Jawbone bespeelt harmonica en de loszittende snaren van zijn halfgare slidegitaar, terwijl hij op een ingenieuze manier met zijn voeten de pedalen van een zelfontworpen drumstel indrukt. Stampend, rusteloos, hijgerig, en rommelde ritmes. We krijgen een lekkere sompige moderne variant op deze nog maar zelden voorkomende eenmans-formule. Je hoort dat het menens is op "Hauling". De liefde voor oude bluesmuziek roept het overbekende beeld op van katoenvelden en rokerige honky-tonks. Jawbone wist er tijdens een uitstapje naar London, een live-sessie bij John Peel (bij wiens herdenking Jawbone nog optrad) en Mary Ann Hobbs uit te halen. Hierna werden er in de Britse indie-platenzaken met enige regelmatig, exemplaren van zijn eerste album "Dang Blues" uit Amerika geimporteerd. Importeren is voor ons nu echter niet meer nodig, want het aantrekkelijke Loose label, levert nu ook dit album, maar ook zijn nieuwe plaat "Hauling". Zo hoeven we in ieder geval niet lang te wachten op deze ongepolijste diamant want wie met identieke, karige middelen de blues opnieuw weet uit te vinden zoals Jawbone doet, is een ware kunstenaar. Liefhebbers van rauwe, ongepolijste, blues zijn dit jaar al erg verwend, maar er is altijd ruimte voor meer. Kortweg: Jawbone is de one-man band rond Bob Zabor. Hij zingt, krijst en schreeuwt, speelt gitaar en mondharmonica en verzorgt via een ingenieuze constructie via zijn voeten ook nog het drumwerk. Verder dan het hoogst nodige gaat Jawbone hierbij niet. Het geeft de rauwe blues op "Hauling" iets authentieks, en weet ons daarmee wel diep te raken. Een van de bijzonderste bluesreleases van het jaar!


DAVID HOFFBRAND
TO THE SOUND OF A DIFFERENT DRUM
Website: www.davidhoffbrand.com
Email: info@davidhoffbrand.com
www.myspace.com/davidhoffbrand
Label: Branded / Proper Music

 

Er zijn tegenwoordig best veel heren die zich singer-songwriter noemen, een prettige stem (en een leuk kopje) hebben, slimme teksten schrijven en vaak ook nog goed met een gitaar overweg kunnen. Maar als Get Ready to Rock- magazine komt aandraven met "I can't help but think that if Clapton had recorded this album it would probably be hailed as his greatest work.", dan trekt dat wel mijn aandacht. Bij een eigen release duurt het altijd even voor je 'm te pakken krijgt, maar ik heb "To The Sound Of A Different Drum" nu kunnen beluisteren! Filosofisch ingestelde rootsrocker David Hoffbrand is een singer songwriter met de the soul van een dichter. Vroeger heeft hij een tijdje in Spanje, Frankrijk en Scotland gewoond, maar tegenwoordig is Brighton zijn nieuwe thuishaven. Maar ... ik ben onder de indruk... "To The Sound Of A Different Drum" is adembenemend mooi: het akoestische- en slidegitaar, en harmonica-spel bij de stem van Hoffbrand. Zijn muziek doet denken aan Jack Johnson of Neil Finn. Maar louter op zijn stem afgaand dan is Ben Harper de enige bekende naam die ik zie. Hoffbrand is een een liedjesschrijver en performer van formaat en met zijn nieuwe plaat zet hij voorlopig de kroon op zijn werk, want deze cd belooft dus wel wat voor de volgende plaat. Veel heeft ook te maken met de productie, want voor "To The Sound Of A Different Drum" nam niemand minder dan Kevin Jamieson (the Sundays, Roddy Frame van Aztec Camera) plaats achter de knoppen. Het levert een fantastisch geproduceerde plaat op. Jamieson houdt van een lekker vol geluid, maar overdrijft dit gelukkig nergens. Hoffbrand's mooie liedjes verzuipen daarom niet in een overdadige productie, maar krijgen door precies de juiste accenten net dat beetje extra dat een cd nodig heeft om uit te kunnen groeien tot een meesterwerk. En dat is het, want ook Hoffbrand overtreft zichzelf op zijn debuut met een serie fantastische songs. "To The Sound Of A Different Drum" is zowat een smeltkroes van muziek, ga er maar even voor zitten zou ik zeggen, deze plaat telt elf tracks, bijna een uur roots-rock-pop zoals we die graag horen. Ik zou zeggen ga maar eens luisteren en bepaal zelf maar ik welk genre u David Hoffbrand wil neer zetten. Kortweg : "To The Sound Of A Different Drum" klinkt afwisselend met uitgekiende arrangementen, liedjes die bestaan uit simpele, catchy melodieën die zich onmiddellijk in je hoofd nestelen en Hoffbrand heeft zo'n stem, die je er onmiddellijk van overtuigt, dat hij meent wat hij zingt. "To The Sound Of A Different Drum" is verkrijgbaar via www.amazon.co.uk


 

RECKLESS KELLY
RECKLESS KELLY WAS HERE
Website : www.recklesskelly.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com

 

Werd u in 2005 ook zo verrast door het sympathieke album "Wicked Twisted Road" van Reckless Kelly. Zo ja dan kunt u nu stoppen met lezen en "Reckless Kelly Was Here" blind aanschaffen, want ze vieren dit jaar hun tienjarig bestaan en dit heeft hun label Sugarhill Records ook mooi gezien. Heeft u daarentegen nog maar weinig over Reckless Kelly gehoord dient u toch maar eens te gaan luisteren en zien naar "Reckless Kelly Was Here" want zij grossieren in prettige countryrock die heerlijk kan wegluisteren, uitgesmeerd over twee cd's en één dvd. Het sympathieke Texaanse gezelschap hebben vroeger getoerd met Robert Earl Keen, dewelke zijn invloed gebruikte om het succes van de band te bevorderen. Willie en Cody Braun zijn vroeger begonnen muziek te spelen met hun vaders legendarische cowboy band, 'Muzzie Braun and the Boys'. Zelfs hebben ze even gespeeld in de "The Tonight Show" van Johnny Carson en later voor Jay Leno. Na negen jaar, Cody en Willie, beslisten dan maar om zelf een band te starten. 'The Braun Brothers' verhuisden naar Austin en kregen de hulp van vaders vriend, Chris Wall. Toen ze in een bar aan het oefenen waren vroeg Cody Braun als er misschien een drummer in de zaal was om mee te jammen op het poduim. Jay Nazz uit Connecticut wilde dadelijk het duo vergezellen, The brothers bezorgden hem de job en zo ontstond Reckless Kelly. Deze band vormde een krachtige combinatie, vaak door middel van hartverscheurende zangpartijen, liefst in duet-vorm, verhaalt men over ellende, armoe, drank en verloren liefdes. Reckless Kelly weten zowel de vrolijke als de droevige kant van het leven in hun teksten te verwerken en weten met hun verhalende teksten telkens weer te boeien. Op het album en de dvd, waarvan de opnames op 31 maart van dit jaar in Stubbs in Austin, Texas zijn gemaakt staan o.a.: "Nobody's Girl", "Wicked Twisted Road" en "Crazy Eddie's Last Hurrah". Men neemt beurtelings de leadzang maar is op hun sterkst tijdens de messcherpe samenzang. Voor we het weten vliegen de covers ons om de oren, als het rockende "Castanets" (Alejandro Escovedo), het folky "1952 Vincent Black Lightning" (Richard Thompson), "Revolution" (The Beatles), de Americana in "Guacamole" (Freddie Fender) en het countygetinte "Wild Western Windblown Band" (Bruce Hauser). Als toemaatje krijgen we op de cd's nog twee nieuwe studio-opnames: "Break My Heart Tonight" en "Wiggles & Ritalin". Het valt niet mee om iets negatiefs te verzinnen over deze feestbeesten. De meest voor de hand liggende kritiek op de muziek van de band is het feit dat deze zo oerdegelijk is. Daar is weinig tegen in te brengen, maar of dit alleen maar negatief kan worden opgevat is in het geval van Reckless Kelly nog maar de vraag. Kortweg: Sterke en toegankelijke songs, prima muzikanten, een mooie productie en flink wat variatie in stijlen, Reckless Kelly heeft het allemaal. Als u nog niets van deze kalebassen in huis heeft, weet u wat u te doen staat.


 

MARK FOSSON
THE LOST TAKOMA SESSIONS
Website : www.markfosson.com
mail : mkfosson@yahoo.com
Label: Drag City
www.dragcity.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 


In een genre waarin de 'veelbelovende' debuutplaten elkaar in hoog tempo opvolgen is singer/songwiter Mark Fosson een betrekkelijke laatbloeier. In een kleine dertig jaar schreef hij vele songs voor tal van artiesten, maar ook liedjes voor op soundtracks, in o.a. films van Allison Anders en Twenty-Nine Palms. In al die jaren groeide hij uit tot wat hij nu is: een liedjesschrijver in de stijl van Greg Trooper, Guy Clark, John Prine, Slaid Cleaves of een Marc Cohn. Zijn zeer voortreffelijk debuutalbum "Jesus On A Greyhound" van vorig jaar bevatte dertien songs die laveren tussen country, folk, soul, gospel en blues, liedjes die bestaan uit simpele, catchy melodieën die zich onmiddellijk in je hoofd nestelen. In zijn songs maakt Mark Fosson ons deelgenoot van zijn verlangens, verdriet, hoop en wanhoop. Tanende liefde, onbeantwoorde liefde, de roes van verliefdheid, gebroken harten – het zijn onderwerpen van iedereen en van alle tijden. Maar van tijden gesproken, dertig jaar geleden (1977), toen de jonge Mark Fosson door Takoma, het label van akoestische gitarist en cult-held John Fahey na het toezenden van een demo een contract kreeg aangeboden, kon hij niet vermoeden, dat het label onverwacht failliet zou gaan. De opnames nam Fosson mee, maar niemand bleek verder geinteresseerd te zijn in prachtige akoestische gitaar-muziek. En het duurde tot pas geleden, dat de sessies eindelijk werden uitgebracht. Met de toepasselijke titel "The Lost Takoma Sessions" is nu deze cd op de markt, welliswaar dertig jaar later, maar van een grote schoonheid, helder en melodieus. Zijn finger-picking techniek op akoestische gitaar combineert tegelijkertijd ritme, akkoorden en melodielijn, iets waar ook John Fahey om bekend is geworden. Op "The Lost Takoma Sessions" etaleert Mark Fosson zijn kunnen als componist en gitarist waarvan de kracht van zijn muziek schuilt in de eenvoud. Geproduceerd door de meester himself: John Fahey zijn "The Lost Takoma Sessions" een ware aanrader voor liefhebbers van: Leo Kottke, Robbie Basho, Bola Sete en Richard Ruskin. Merkwaardige maar interessante plaat.


 

MISSISSIPPI MUDSHARKS
TRAIN ROLLS ON
Label: Double Barrel Records/ 66 Records
www.doublebarrelrecords.com
Booking: Route 66
www.route66-la.de / Route66-LA@web.de

The Mississippi Mudsharks zijn terug van weggeweest! Na 6 jaar stilte, 2 recente reunie-concerten en een nieuwe cd, "Train Rolls On" stopte de trein begin deze maand in de Banana Peel, Spirit Of '66, Borderline en het Beersel Blues festival. Daarvoor waren ze nog aanwezig op het (Ge) Varenwinkel Blues & Roots Festival, een topweekend waar deze bluespunks één van de grote uitschieters waren. Drie maal wonnen ze de San Diego Music Awards, twee cd's waren de best-verkopende bij CrossCut Records en behaalden hoge noteringen in de BluesNews-Charts en de 'Talkin' Blues-Live Charts'. Scottie 'Mad Dog' Blinn (gitaar) heeft de voorbije zes jaar doorgebracht in opnamestudio’s en op concertpodia met verschillende hoogaangeschreven ritmesecties. Met Eric 'Jailhouse' Von Herzen (mondharmonica-Social Distortion/ Rhythm Lords) nam hij onder de naam 'Mississippi Mud' een gelijknamige cd en een EP, "The Hangin’ Tree" op. Tom Essa (drums) bracht intussen zijn tijd door met enkele van de beste bluesmuzikanten uit San Diego (Big Daddy & The Moneyshakers, Billy Watson & His International Silverstring Submarine Band en Kyle Jester om er maar enkele te noemen). "Big" Mike Lars (bas) bleef al die jaren toeren en musiceren. Nu waren ze na zes jaar eindelijk weer 'Live on The Road' en dat bracht The Mississippi Mudsharks ook naar onze lage landen en Europa en wel onder het motto: “The Return Of The Original !”. Na al deze shows lijkt het alsof ze nooit uit elkaar zijn geweest en nu is er dan ook de release van hun nieuwe cd, "Train Rolls On". De rauwe sound van de band, staat als een huis en door hun optredens en deze nieuwe cd zullen The Mississippi Mudsharks weer nieuwe zielen winnen. De sound die Blinn uit zijn Stratocaster en Hollowbody-gitaar haalt klinkt afwisselend moddervet en licht ontspoord, maar zijn spel is altijd messcherp en zuiver. Mike Lars zijn bas klinkt stevig en vettig, en met Tom Essa's agressieve drumwerk erbij kunnen we alleen maar zeggen ... zo hebben wij het graag! Laat het over u komen, blues met allerlei invloeden zoals boogie woogie, rock 'n' roll, punk, rockabilly, country, surf- of spaghetti Western gitaren .... maar play it loud!


THE WHORESHOES
GET LUCKY
website : www.thewhoreshoes.com
info : the.whoreshoes@gmail.com
label : Eigen Beheer
www.flickr.com/photos/thewhoreshoes/page2
www.myspace.com/thewhoreshoes

 

Looking like angels and sounding like them too... vijf schattige katjes uit San Francisco die je het best niet zonder handschoenen aanpakt en ik vermoed dat "Boer Bavo" van een kale kermis zal thuiskomen... Camilla Lincoln (piano, ukulele, spoons, washboard, banjo, vocals) bracht de wagen aan het rollen en samen met Joni Reuter (fiddle, accordion, guitar, vocals, mandolin, tin whistle), Emily Stucky (guitar, mandolin, vocals, spoons), Diana Greenberg (bass, fiddle) en Lala Hulse (banjo, lap steel, dobro, vocals & tambourine) gaan zij door het leven als the Whoreshoes aka an all-girl old time-band with great original material. Een beetje verwarring omtrent dit bandje dat op de meeste foto's wordt afgedrukt met vier meiden terwijl op de advanced release van hun nieuwste album "Get Lucky" en op www.myspace.com/thewhoreshoes er wel degelijk met vijf leden moet rekening gehouden worden. Wat er ook van zij... Hey gals! I hope y'all have a GREAT time in Europe! YEE-HAW! Inderdaad, want ondertussen zijn de ladies bezig met hun koffers te pakken en zijn zij van plan om de Lage Landen met een bezoekje te vereren (September 21 - Oktober 1). Een toernee die het album "Get Lucky" in de belangstelling moet plaatsen en als wij de enthousiaste reakties op hun optredens in Amerika overschouwen zal dat ook hier ter lande geen enkel probleem zijn. What can a Belgian/Holland audience expect from an evening with the Whoreshoes? Some good ol' honky-tonk music, the songs cover everything between heartache and livestock, songs that will not only put a tear in your eye but also a drink in your glass ...From the Stanley Brothers to Scottish drink tunes to Gram Parsons, Hank Williams, the Carter Family, Dwight Yoakam, Louvin Brothers, Loretta Lynn, Kitty Wells, Neko Case, Rose Maddox. Alles vindt plaats onder de noemer "If the Whoreshoes are there, it's always a 'ho-down'. "Scrappy and sweet, these women fight for your heart. And for their place at the bar." Ook al halen de dames hun inspiratie in een (ver) verleden, het belet hen niet om zelf in de pen te kruipen en het resultaat mag er best wezen. Opener "Hit The Road Tonight" steekt letterlijk het vuur aan de lont en meteen wordt een gans arsenaal aan instrumenten uit de kast gehaald, wordt "The Well-Dressed Honky Tonk Man" in het zonnetje geplaatst en komt hij wel eens in aanmerking voor "The New Men in Camilla Lincoln's life". Met songs als "My Sweet Alone", "Jefferson Highway", "Blue Skies" is het bluegrass-time geblazen en dat the Whoreshoes niet vies zijn van een natje en droogje bewijzen zij met de traditionele Celtic song "Nancy Whiskey" en "Rye Whiskey". Bovendien vinden wij met "Asheville", "P.B.R.", "All the Reasons" songs terug die al eerder verschenen op hun debuut (mini) album (www.cdbaby.com/cd/whoreshoes) dat vorig jaar verscheen en voor Rootstime de eerste kennismaking betekende met the sweet harmonies and the band's wide-ranging instrumentation. Electric or acoustic ... the Whoreshoes evoke the best of a bygone era and bring the boot - stomping, hollering spirit next to you! Overtuig jezelf, neem een kijkje in hun Fall 2006 European Tour agenda en Diana, Lala, Camilla, Joni & Emily zullen je zeker niet teleurstellen ! Allen daarheen!


MARIA MULDAUR
HEART OF MINE
'Sings Love Songs Of Bob Dylan'
Website : www.mariamuldaur.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Distr.: Codaex
Email: be@codaex.com

 

Maria Muldaur kende haar topjaren in de periode 1973-1974, toen zij met twee excellente platen ("Maria Muldaur" en "Waitress In A Donut Shop") naam maakte. Sindsdien is zij met tussenpozen goede platen blijven maken, maar het oude niveau heeft zij nimmer bereikt. Op Telarc verscheen vorige maand haar nieuwe plaat, die er zeker wezen mag. De hoes, waarop een buigende Maria is afgebeeld, geeft de relaxte sfeer van het album goed weer. In deze sfeer komt haar stem goed tot zijn recht. "Heart Of Mine" is dan ook een van de beste platen van Maria Muldaur sinds haar topplaten. We vergeten natuurlijk niet de Grammy-nominatie voor het album "Richland Woman Blues". Muldaur bewoog zich in de jaren zestig in de kringen van Bob Dylan en andere folkrockgrootheden. Later in haar carrière zou ze steeds meer afstand nemen van het rockwereldje en de wortels van de Amerikaanse muziek gaan verkennen. Haar bekendheid bij het grote publiek vervaagde maar binnen de roots-wereld groeide ze uit tot een grote naam. Voor "Heart Of Mine", Maria 'Sings Love Songs of Bob Dylan' leende zij twaalf songs, lovesongs uit het repertoire van Dylan met wie Muldaur in die jaren '60 meerdere malen side-by-side in vele 'coffeehouses' speelde. Daardoor is deze plaat niet zo goed in een hokje te plaatsen. Blues, singer-songwriter of pop zijn even goede en even inadequate omschrijvingen voor het – ik zeg het maar gewoon – briljante nieuwe album van Maria Muldaur. Zo, dat is eruit. Op dit album dus geen eigen nummers, maar buitengewoon fraai gearrangeerde composities van Bob Dylan. De begeleidende muzikanten spelen met opvallende souplesse en met groot gevoel voor de subtiele nuances waar elk van de twaalf songs om vraagt. De kenners likken nu al de vingers af, zeker wanneer zij eenmaal in de winkel aangekomen het indrukwekkende lijstje gasten zien. We hoeven u natuurlijk niet te vertellen dat dat voornemen met goed volk als Amos Garrett (gitaar), Richard Greene (viool), Danny Caron (gitaren), Suzy Thompson (viool, accordeon) en een handjevol mindere goden nauwelijks kans van mislukken heeft. Doordat de nummers met smaak en veel respect voor de originelen uitgevoerd worden, klinkt dit album ondanks de verschillende gasten als een hechte eenheid. Luister maar eens naar het openende "Buckets Of Rain", "You Ain’t Goin’ Nowhere" en "To Be Alone With You", songs in haar vertrouwde country-blues-stijl. In de titeltrack horen we David Torkanowsky’s Hammond op de achtergrond, vergelijkbaar met Al Kooper’s toetsenwerk op Dylan’s 1965 opus, "Highway 61 Revisited". Zeer origineel is Muldaur's bewerking van Dylan’s bekende "Lay Lady Lay". Haar versie ”Lay Baby Lay" geeft aan dit nummer een bijzondere reggae groove. Verder is "Moonlight" meer een trage swing groove en het upbeat & uptempo nummer "You Ain’t Goin’ Nowhere" met Muldaur op viool maakt van deze song een mooie cajun-getinte afsluiter. Achter de knoppen zat niemand minder dan Joel Jaffe en de lady zelf. Het is echter vooral de hemelse stem van Muldaur die diepe indruk maakt, met haar zwoele, vleiende stem streelt Maria de trommelvliezen in een programma dat zich muzikaal afspeelt in de ongrijpbare ruimte tussen roots en blues. "Heart Of Mine" is een prima plaat en terecht, want niet alleen beschikt Muldaur over een prachtige stem, ook de keuze uit Dylan's repertoire is onberispelijk. Deze schone heeft mijn hart alvast gestolen. Ik ga graag met haar mee, u ook…?


 

EAST RIVER BLUES BAND
HIGH TIDE
Website: www.eastriverbluesband.com
Email: mail@eastriverbluesband.com
nybluesmandan@aol.com
Label: Hellgate music
www.cdbaby.com/cd/eastriver2

Iets meer dan dertig jaar intens muziek beluisteren, begint momenteel z'n sporen na te laten bij deze jongen. Zo moet ik eerlijk toegeven dat ik bij het recente bluesaanbod, wel eens de neiging vertoon, om het nuttige aan het aangename te koppelen. Het overkomt me dan ook wel eens de laatste maanden, dat mijn hoofdtelefoon het enige obstakel op deze aardkloot is, dat mij weerhoudt van een zalige siesta. Met groot genoegen kan ik dan ook stellen zeer tevreden te zijn met het in de bus vallen van het debuut album "High Tide" van de East River Blues Band. Deze vierkoppige formatie uit New York City, is zonder twijfel één van de betere releases in het bluesgenre die ik de afgelopen maanden kreeg te horen. Frontman en tevens componist van de meeste nummers zanger Dan Cumberland, bassist Bill Acosta, gitarist Ken Hughes en Tom Brumley op harmonica bieden een uitstekende fundatie voor gasten zoals o.a. Bill Mobley (trompet), Dennis McDermott (drums), Gary Topper (saxophone), David Bennett Cohen (piano), om er méér dan geinspireerd tegenaan te gaan, en de band een eigen 'smoel' te geven. Vanaf de opener "Closing Time", een swinging shuffle tot het afsluitende "Fiana's Shuffle", wordt de luisteraar getracteerd op een gevarieerde en energieke plaat, waarbij je eventjes het gevoel krijgt naar onuitgegeven werk van The Red Devils te luisteren. Tien van de twaalf songs op deze cd zijn van eigen hand, meestal van het duo Cumberland/Hughes, naast twee prachtige covers van Walter Jacobs en Arthur Blake. Wat verder uit de bus komt is heel erg fraaie blues met invloeden uit de klassieke Chicago, jazz, jump, Delta en Piedmont bluesstijlen. De East River Blues Band levert met dit debuut "High Tide" een echt meesterwerkje af, dus als u de mogelijkheid heeft om hem in een intieme entourage te zien spelen is dit wel echt een buitenkansje.


THE MARYHILLBILLYS
MEET THE MARYHILLBILLYS
website : www.themaryhillbillys.com
info:themaryhillbillys@lunarecords.co.uk
label: Luna Records
www.lunarecords.co.uk
www.cdbaby.com/cd/maryhillbillys

 

Singer/songwriter Scott Richardson zag het levenslicht in Maryhill, Schotland ergens in de jaren zestig en na wat omzwervingen door Europa kwam hij tot de vaststelling dat hij overal maar één maal mocht komen. Geen leuke ervaring en de man besloot dan ook wat aan zijn imago te doen. De wilde haren verdwenen letterlijk en figuurlijk als sneeuw voor de zon, Australië werd zijn nieuwe thuishaven en toen hij op het lumineuze idee kwam om van start te gaan met een hillbilly band leek alles netjes in de plooi te vallen. Zijn ontmoeting met de drinkebroers van the Maryhillbilys leek even roet in het eten te gooien want Dave Job (mandolin, vocals), Loff Kahans (fiddle, vocals), Paddy Chong (double bass & vocals) hadden niet alleen country music als gemeenschappelijke hobby .... drinking beer and telling lies behoorden ook tot hun dagelijkse bezigheden. Geen problemen voor de brave man en ook Kim Volkmann (dobro, vocals) en Steve Prictor (harmonica & vocals) waren niet erg onder de indruk van al die wetenswaardigheden en koppelden hun wagonnetje aan The Maryhillbillys trein. Een leuk gezelschap... en dat moeten de dames en heren van Luna Records ook gedacht hebben want zij besloten het zestal onder hun hoede te nemen en het eerste fraaie resultaat van al die noeste arbeid ligt momenteel bij de platen/cd boer. Scott Richardson kroop in de pen voor de twaalf songs en zocht zijn inspiratie in zijn "Deja Vu" bestaan ... "Happy Hour Blues", "Pills and Alcohol", "Going Home to Trouble", "Madd as Manic" en "How Did it Come to This" zijn titels en boodschappen die geen uitleg behoeven. Do you wanna talk about drinks ... I've had a million, do you wanna talk about sober days ..I guess I've had a few ! Een album dat kan dienen als ultieme afschrikmiddel voor de leden van de AA bond maar voor de gelegenheidsdrinkers van Rootstime heeeeeel lekker in de oren klinkt. Scott Richardson mag zich dan wel eens voelen als een stranger in zijn eigen hometown, regelmatig opgezadeld zitten met een flinke kater ("I'm drunk as a monkey") en het leventje on the road lijkt wel eens op a "Battlefield", met "Goddam He Thinks He's Elvis" (leuke video, www.youtube.com/watch?v=JZexuEKDZew&eurl=) weet hij de nodige humor in zijn collectie drinkin' songs te leveren. De jongens vertoeven regelmatig in Engeland/Schotland en het moet dan ook niet moeilijk zijn om dit prettig gestoord gezelschap de oversteek naar de Lage Landen te doen overwegen. "If you enjoy the record, try to catch the band in person, kick off your heels and say hello - chances are they 'll buy you a beer !"


DON MICHAEL SAMPSON
SHADOW HORSES
Website : www.donmichaelsampson.com
Info: Red Horse Productions
dms@taosnet.com

Op zijn tiende album totdusver geeft één van onze favoriete folkies, Don Michael Sampson, zich in het gezelschap van een select clubje muzikale vrienden weer over aan datgene waar hij zo goed in is, met name het afleveren van heerlijke liedjes waarin het persoonlijke en het wereldse op onnavolgbare wijze met elkaar worden vervlochten. Precies datgene wat we op het in 2003 "Sunset Ride" en het in 2005 verschenen "Dashboard Angel" zo fijn vonden, deze platen werden dan ook letterlijk bedolven onder positieve recensies. En dan wordt het maken van een derde prachtig album op rij een extreem moeilijke bedoening. De vanuit Taos, New Mexico, komende singer-songwriter kwijt zich echter met brio van die opgave. In die mate zelfs, dat je van een zeer geslaagd album mag spreken. Don Michael Sampson versmelt ook ditmaal weer folk, blues en rock en wat daarbij uit de bus komt is een bepaald aantrekkelijk geheel. "Shadow Horses" moet het vooral hebben van die clash of cultures en van zeer relaxte stem van Sampson. In de verte herinnert hij een weinig aan J.J. Cale, muzikaal gezien is zijn werk echter een stuk gevarieerder dan deze troubadour. Op zijn vorige album "Shadow Horses" liet voornamelijk de akoestische titeltrack, ons denken aan het werk van J.J.. Op zijn nieuwe plaat is "Alabama Blues”, de song die het meest refereert naar deze muzikale grootheid. Samen met een prachtige begeleidingband met o.a. Warren Haynes (gitaren), Michael Rhodes (bas), Ben Keith (pedal Steel), Chad Cromwell (drums) en Larry Knechtel (piano) houdt Sampson ons tien songs lang aan zijn lippen gekluisterd. Bijzonder fraai zijn de swampy roots-opener "Restless Train", het ingetogen "Lonesome Blue Dove", het swingende "Early Morning Silver" en het rockende "Wild Horses Run". En dan zijn we nog maar halfweg, maar verder volgen even mooie rootspopdeunen en fraaie lappen Americana. Hét absolute hoogtepunt van het album is het heerlijke akoestische "Drive On Johnny Cash", een mooi eerbetoon aan The Man In Black. Noem dit maar gerust een blij weerzien met een hele grote liedjesschrijver. Eentje die met vastberaden blik de toekomst tegemoet gaat, zo lijkt het. En eentje die het zo onderhand wel verdient om ook in de Lage Landen wat meer aandacht te krijgen… "Shadow Horses" is een lekker plaatje om op een al of niet denkbeeldige veranda met een goede whisky tot je te nemen.


STORM WARNING
BREAKING OUT
Website: www.stormwarning.co.uk
Email: info@stormwarning.co.uk
label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/stormwarning

Storm Warning, blues-rockers uit Engeland, scharen zich met "Breaking Out" terecht onder de Britse belangrijkste bluesbands van het moment. De band heeft de afgelopen jaren enorm veel opgetreden en dat is te horen. Op "Breaking Out" maakt dit vijftal een hechte en uitstekend ingespeelde indruk. Op deze plaat horen we een volwassenen geluid, een uniek geluid waarmee Storm Warning in staat is om genres te overstijgen zonder dat dit ten koste gaat aan hun eigen sound. De liefhebber kent deze uitstekende muzikanten natuurlijk al van hun vorige bands. Frontman Stuart 'Son' Maxwell neemt op dit debuut de vocals en het harmonicawerk voor zijn rekening, naast zijn vier kompanen, nl. gitarist 'Mad Dog' Moore, drummer Roger Willis (Capability Brown, Krazy Kat), bassist Derek White en Ian Salisbury (piano, Hammond). Bob Moore's voorliefde voor de blues en jazz komt ook op deze bluesplaat tot uiting, met name in de composities. Maar waar veel blues/rock/jazz uitmondt in nodeloos spierballenvertoon blijft de sfeer op "Breaking Out" over het algemeen ingetogen. Dit levert spannende en organische blues-rock op, altijd voorzien van een subtiele en relaxte groove. Zeven van de negen tracks zijn originals, waarin ze zich door alle bluesclichés heenwerken en doet dat op zijn eigen, herkenbare wijze: vuurwerk van rhythms...blues, jazz en een beetje funk. Soms is daar ineens weer een leuke vondst zoals de titel van de tweede track: "The Woman? Or The Blues" ... verder geen uitleg. Naast de zelfgepende songs, met steeds dat prachtige gitaarspel van Bob Moore, treffen we op dit album twee zeer uitgebalanceerde covers waaronder een zeer funky versie van Peter Green’s "Long Grey Mare" en Keb Mo’s "Dangerous Mood". Wat overblijft is het zeer aardige instrumentaalje "Upton Strut" en voor de rest goed in het gehoor liggende blues, zeer toegankelijke blues voor de massa. De produktie is van de band zelf en Martin Atkinson, opgenomen in zijn M.A.R.S. studio, en de cd klinkt alsof de luisteraar midden tussen de muzikanten staat. Wat mij betreft mogen Storm Warning de handen vaker ineen slaan. De combinatie is niet helemaal nieuw, maar toch klinkt de mix van blues en jazz van deze Britse band behoorlijk uniek. Waar het aan ligt? We weten het eerlijk gezegd niet. Misschien aan de soms aan Robben Ford denkende gitaarspel van Bob Moore of anders aan de spitsvondigheden van Stuart 'Son' Maxwell? Of is het toch de knappe mix van jazz en blues dat meer dan eens deze sound van Storm Warning zo speciaal maakt?


HANK VANN
PUNSLINGER
Website: www.hankvann.com.au
Email: hank@matilda.net.au
Label: Eigen beheer

De sympathieke singer-songwriter Hank Vann, maakte ooit deel uit van Great Divide, een duo dat hij in 1980 vormde met Geoff Dutton. Na het opdoeken van dit duo ging de in Australië geboren Vann solo. "Pick Me" heette het tamelijk briljante eerste plaatje dat hij in 2003 maakte voor zijn eigen label, Punslinger Records. Op zijn nieuwe album "Punslinger" horen we dit keer de troubadour meer ingetogen, met veel oor voor melodielijnen. Pop, folk en een vleugje blues en country komen samen, aaneengesmeed met de mooie zang van Hank Vann. "Punslinger" waarvan de opnames gebeurden in de Bush Traks Studios ligt wat in het verlengde van zijn vorige album en bevat tien zelf geschreven nummers. Als je van deze nummers op dit album hebt genoten, neem dan mijn advies: schenk een biertje voor je zelf in en wacht nog even vijf minuten alvorens je het cd-tje verwisseld. Liefhebbers die denken niet van folky pop te houden, zouden toch nog eens naar deze plaat moeten luisteren; het valt wel degelijk onder de noemer roots maar de folkinvloeden zijn zo subtiel dat je het niet in de gaten hebt dat je toch naar pop zit te luisteren. Zo lekker klinkt het. "Punslinger" is namelijk pop georiënteerd, echter op deze tien songs gaan folk, country en pop wel degelijk hand in hand. In bescheiden kring heeft Hank Vann inmiddels een enorme reputatie opgebouwd als een uitstekend singer-songwriter, maar echt doorbreken wil maar niet lukken, helaas. We weten het niet. Aan de kwaliteit zal het in ieder geval niet liggen want ook dit is weer een prima cd. Muzikaal gezien zit het allemaal goed in elkaar, de zang is geweldig en de nummers zijn toegankelijk maar nergens heel voorspelbaar. Uitschieters zijn vooral het openende "Amsterdam Days", het rockende "Some Guys 'll Do Anything" en de afsluiter "Punslinger". Meestal wel eenvoudige popliedjes met veel inhoud derhalve. Popliedjes die verschrikkelijk knap in elkaar zitten en uit meerdere lagen bestaan, maar ook heel intiem, eenvoudig en toegankelijk zijn. Dit is een cd om je mee op te sluiten, een cd om je mee af te sluiten, een cd om te koesteren. Een cd die eenvoudig over het hoofd zal worden gezien en dat is doodzonde.


 

 

BILL SHEFFIELD
JOURNAL ON A SHELF
Website : www.billsheffieldblues.com
E-mail: gypsyv@mindspring.com
Label: American Roots & Blues Records
www.arbrecords.com
info@americanrootsrecords.com
www.cdbaby.com/cd/billsheffield3

 

Ze melden zich ieder jaar, singer-songwriters die roots in blues stoppen en tegelijk stoer als gevoelig klinken en die daarmee passen in het straatje van lieden als onze country blues troubadour Andy Gorwell (zie vorige maand), om er maar ééntje te noemen. De vijvenvijftigjarige veteraan Bill Sheffield, een uit Deep South (Atlanta, Georgia) afkomstige zanger-gitarist heeft met "Journal On A Shelf" zijn negende album afleverd. Wat hier aan vooraf gaat is dan ook wel een beetje blanke bluesgeschiedenis. Op het album "In The Beginning" (1974), van Roy Buchanan mocht Sheffield op de leeftijd van drieentwintig debuteren, en men weet dat wie mocht spelen bij de legendarische Buchanan, een meer dan gemiddelde gitarist moest zijn. Roy Buchanan omschreef hem als : "Bill is the most underrated guitarist he's ever heard." In de loop van de jaren had Sheffield een heleboel bands, maar kerfde hij zich een eigen reputatie als podiumbeest met zijn Gibson of Martin OM, fingerpicking of slide, en met een hoog, klaar stemgeluid. Sheffield kiest voor het vertrouwde geluid van countryblues en gevoelige ballads en plakt daar eveneens vertrouwde onderwerpen aan vast: het leven on the road, een eerbetoon aan het boerenleven en natuurlijk de liefde. Dat biedt voldoende stof voor veertien liedjes waarbij we het gevoel krijgen dat alles live werd opgenomen, zoals zijn cd's: "Live at the Blue Raccoon" in Marietta, GA, en "Live at the Northside Tavern" in Atlanta, GA. Deze keer is het dus wel een studioopname zoals zijn voorganger "Hearing Things" uit 2004 die in de pers zeer lovende woorden meekreeg. En nu is er dus het nieuwe album "Journal On A Shelf", en wat voor een! Elementen uit blues, folk en country leggen op dit album een rijke muzikale traditie bloot. Hij weet zijn nostalgisch aandoend songmateriaal eerder fris dan stoffig te laten klinken. Het moet dan ook gezegd worden dat Bill Sheffield een meer dan begenadigd muzikant is, maar zich desondanks nooit laat verleiden tot oubollige gitaarcapriolen. Het liedje staat voorop. Sheffield en zijn medemuzikanten hebben de intieme liedjes voorzien van een sobere, merendeels akoestische begeleiding. De plaat bevat gastbijdragen van Sean Costello in het nummer "Comes Easy, Goes Easy", een waar hoogtepunt op deze plaat naast Tom Waits'"An Invitation To The Blues". Voor de variatie zorgen frisse rootsmomenten als zijn eigen gepende "The Ballad Of Brer Rabbit", "New Tattoo" en de afsluitende titeltrack. Bill Sheffield laat zich niet makkelijk vastpinnen. Zo is hij naast singer songwriter met een uitgesproken talent voor het schrijven ook een veelzijdig snarenplukker. Sheffield heeft zich door de jaren ontwikkeld tot een begeesterd verteller en klasse gitarist, en met dit aangename album "Journal On A Shelf", opgenomen in the Basement Studios, Woodstock, Georgia, blijkt dat hij geen zuivere bluesy wegen bewandelt, maar ook folk, country, en, algemeen gesproken, verwerkt hij allerlei Americana. Bill Sheffield laat geen nieuw geluid horen, maar wel een overtuigend. Van zulke platen verschijnen er ieder jaar een paar, ik mag ze graag tot me nemen.


 

ADRIAN KOSKY
THE HIGH SIDE OF THE LOW END
Website: www.adriankosky.com
Email: wingart@netconnect.com.au
Label : Sound Vault Records
www.lexicon.net/soundvault/default.htm
sound@ozramp.net.au
www.cdbaby.com/cd/adriankosky3

Sinds hij in 2002 debuteerde met "Frozen with Intent" heeft Adrian Kosky al een aardig palmares bij elkaar geschreven. Na dit debuut en "Dirty White Music" van vorig jaar is "The High Side of the Low End" nu al zijn derde album in goed vier jaar tijd. Deze Australische multi-instrumentalist speelt op zijn nieuwe album voor Sound Vault Records, elf nummers in de hem vertrouwde combinatie van folk, country en blues. Voor deze plaat kon hij wederom rekenen op de onvolprezen producer Richard Pleasance (gitaren,drums, percussie, bas, marimba), die ook muzikaal zijn bijdrage levert op deze zelfgepende songs. Pleasance is ook de man die net zo laid-back net zulke spannende muziek kan maken. Zoals ik reeds schreef in de recensie van "Dirty White Music" is Adrian Kosky nog het beste te vergelijken met mannen als: de warmte van David Munyon, het bluesy van Chris Smither en het relaxte van Geoff Muldaur. Hij heeft ook een soepele, licht hese warme bariton, en slaagt er ook in om hele spannende country-bluesmuziek te maken, waar de ruwe kantjes nog aanzitten. Zijn medium-tempo songs en ballads zijn ingetogen geïnstrumenteerd: gebaseerd op alle soorten van mountain dulcimers en ondersteund door Richard Pleasance worden de accenten meestal gelegd door zijn dobro-, harp-, en gitaarspel. Ze onderstrepen zijn gezingzegde teksten, waarmee hij in sommige nummers, staat in de traditie van Townes Van Zandt en Guy Clark. En het lijkt er alsmaar meer op, dat Adrian Kosky binnen afzienbare tijd in de bovenste la van het singer-songwritersgild zal gaan belanden. Kosky beschikt niet enkel over een mooie rustgevende gebronsde stem, maar is daarbuiten ook een onderscheiden dichter, die in zijn nummers met zijn onnadrukkelijke woorden een continue sfeer van weemoed en verlangen oproept. Hij is daarbij waarnemer, geen deelnemer. Een aantal keren haalt hij instrumentaal wat feller uit met zijn dulcimer of de elektrische dobro, dan onderstreept dat muzikale venijn zijn beschouwende teksten en geeft ze nét het reliëf dat in sommige andere songs ontbreekt. Zijn verteltrant lijkt gemakkelijk, maar dat is juist de kunst. Hoogtepunten volgen elkaar aan een adembenemend tempo op, songs die allemaal zijn opgenomen in Adrian’s thuishaven, Daylesford. "The High Side of the Low End" is een album dat bijzonder aangenaam wegluistert en waarmee Adrian Kosky eindelijk de welverdiende doorbraak kan bewerkstelligen. Prachtig gewoon!


 

LARRY CRANE
WIRE AND WOOD
Website: www.larrycrane.net
Email: larrymusic@comcast.net
Booking: Marco Polo Talent
mmatavuli@hotmail.com
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/larrycrane

De meeste onder ons zullen Larry Crane nog wel kennen als de vaste gitarist van John Mellencamp. Maar hij deed meer als alleen dat, zo werkte hij ook mee aan projecten samen met o.a. Lou Reed, Bonnie Raitt en John Fogerty. Verder bleef hij ook solo niet stilzitten en heeft hij al twee eigen cd’s op zijn naam en nu dus met deze ‘Wire And Wood’ zijn 3de. Verder heeft hij in de laatste jaren ook meegespeeld in enkele Amerikaanse films die, hoe kan het anders, veelal gaan over het Amerikaanse pioniersleven. Maar laten we niet afwijken en het eens hebben over deze 3de cd. Die al dadelijk opent met het titeltrack nummer ‘Wire And Wood’ een onvervalste Amerikaanse FM rocker die je dadelijk doet denken aan inderdaad John Mellencamp. Maar er is meer, Larry Crane is geen afgietsel van Mellencamp maar bewijst met deze cd z’n mannetje te staan als singer/songwriter. Luister maar eens naar nummers als ‘Country Fair Night’ of ‘O Sole Mio’ waar duidelijk z’n schrijverstalent zowel tekstueel als muzikaal schitteren. Deze cd staat ook bol van de afwisseling en mag je zeker ook klasseren bij de echte roots cd’s. Nu dat de Boss Bruce Springsteen nog weinig van zich laat horen kunnen we spreken van een uitstekende vervanger. Luister maar eens naar ‘Like Fallin’ In Love’ of ‘Siesta Key’. Maar Larry Crane is meer, hij weet perfect traditionele country af te wisselen met rock en folk. Beslist het luisteren waard als je op zoek bent naar de moderne singer/songwriter.
Blueswalker


 

BRADY HARRIS
NORTH HOLLYWOOD SKYLINE
Website: www.bradyharris.com
www.myspace.com/bradyharris
Email: bradyinla@yahoo.com
label: Lampshade Records
www.cdbaby.com/cd/bradyharris4


"North Hollywood Skyline" van Brady Harris is het vervolg op het bejubelde albums "Lone Star" (2003) en "Good Luck Stranger" uit 2000. Brady Harris maakt melodieuze en dromerige popliedjes waar de invloeden van The Beatles en zijn Texaanse roots helder in doorklinken, al vertoeft hij immiddels in Los Angeles. Beatleske popmuziek die je eerder afficheert met iemand als de helaas overleden Elliott Smith. De mooie, zachte stem van Harris rakelt niet alleen herinneringen op aan John Lennon (" Charade"), maar refereert soms ook naar Jackson Browne. De melancholische popliedjes bieden voldoende ruimte voor interessante experimenten, zoals in het spirituele "Surf Bum" en sfeervolle "Come Along & Thrill Us". Wel een lekker stukje melodieuze popmuziek, waarbij af en toe wat Americana-invloeden zijn verweven. Niet verwonderlijk dat deze liedjes het lekkerst klinken als de pedal-steel zijn intrede doet, zoals Tucker Jackson (The Minus 5) voor deze mooie countryaccenten zorgt in "Sweetheart Of The Rodeo". Opener "Get The Losers Out" is de perfecte popsong, een nummer dat ook hier radiogewijs bepaald geen mal figuur zou slaan. Een hoogtepunt is het zeer sfeervolle "Westward Heaven" op deze zeer gevarieerde rootspopplaat. Zijn vorige platen werd terecht de hemel in geprezen. Deze kan er meteen achteraan, een plaat op die je absoluut gehoord moet hebben.

 


 

CORY BRANAN
12 SONGS
Website: www.corybranan.com
Email: info@corybranan.com
Label: Madjack Records
www.madjackrecords.com
info@madjackrecords.com

 

Cory Branan groeide op in Southaven, Mississippi en zoals zovelen storte hij zich op jeugdige leeftijd in Death Metal om daarna in een coverband van Black Sabbath te stappen. Op latere ouderdom ontdekte hij het werk van John Prine, Leonard Cohen en Joni Mitchell, en dit was het begin voor zijn stap in de richting van de singer/songwriter wereld. In 2000 kan hij reeds rekenen op de Philips Award voor 'Newcomer of the Year' en tevens ook een nominatie voor 'Songwriter of the Year'. Madjack Records is zowat de thuishaven van heftige rootsrockbandjes als Lucero en Pawtuckets, waarop we een singer-songwriter als Cory Branan feitelijk niet verwachten, maar dit rootsrocklabel raakte zo onder de indruk van zijn podiumpresentaties, dat ze hem strikten. Zijn debuut-cd "The Hell You Say" uit 2002, is zeer goed ontvangen en kon rekenen op tal van lovende recensies. Vergelijkingen werden o.a. gemaakt met singer-songwriters als Conor Oberst en Ryan Adams. De rusteloze ziel van Branan schrijft maar door en we hebben nu zijn nieuwe album "21 Songs" op de plank liggen, ook deze plaat straalt dan ook weer van zijn zeer fijne songwriting. In zijn songs met akoestische gitaar, een trieste viool of een dobro klinkt storyteller Branan zoals de heren van Madjack de dromerige troubadour hoorden in de stadskroeg. En dan moeten we denken aan liedjes à la Steve Earle, zeker door de expressieve manier waarop hij ze zingt. Maar Branan kan ook rocken als de beste zoals hij laat horen op de catchy openingstune "A Girl Named GO" en het afsluitende "She’s My Rock-n-Roll", al kan hij ook ingetogen klinken zoals op "Love Song 7" een ballade met een prachtige piano, dat natuurlijk over de liefde gaat. En soms zit het daar ergens tussenin, zoals het soulvolle "Muhammad Ali (and me)". Van Cory Branan gaan we ongetwijfeld nog meer horen, maar hopelijk moeten we weer geen vier jaar wachten.


LITTLE PHIL
OUT OF THE SHADOW
Website: geen
Label: Tower Records
www.towerrecords.com
www.cdbaby.com/cd/littlephil

 

Hij is blank, een scheet groot maar heeft een stem als James Brown zo zou je deze Little Phil het beste kunnen omschrijven. Wie, wat of waar vandaan zijn vragen die bij mij opkwamen toen ik deze cd voor een eerste keer beluisterde. Ik vind helaas weinig terug over hem buiten het feit dat hij op14 jarige leeftijd aangeworven werd bij een bluesband uit Chicago genaamd The Night Shadows. En dat, we spreken anno 1965, vanaf toen ging de bal pas goed rollen voor deze band. Helaas kreeg Phil daarna een ongeval waardoor hij een hele tijd out was. Voor meer info kan ik je best verwijzen naar cdbaby en deze link: ww.cdbaby.com/cd/tns2 . Maar goed, we zijn hier niet voor The Night Shadows maar wel voor deze cd van dit vocale wonder. En wat voor een cd, gewoon al de muzikanten die eraan meewerkten mag voldoende zeggen. Award winning blues man Theodis Ealey, of wat dacht je van de Alabama & Georgia music hall of famers Jack en Jimmy Hall. Al van bij het openingsnummer ‘Get Over Yourself’ valt me het geweldige stembereik van Phil Rosenberg op. Ook heel mooi zijn de arrangementen van blazers, ook al is het allemaal elektronisch gedaan. Wilson Pickett coveren is altijd een risico maar de manier waarop Phil ‘I Found A Love’ brengt is schitterend zonder enige afbreuk te doen aan het origineel. Ook een meer den verdiende pluim gaat hier naar Jimmy Hall op saxofoon. Lekker bluesy en groovy is dan weer het nummer ‘Blues Party’ voorzien van mooi backings gebracht door Magaret Young. De song die mij het meest bijblijft en die zeker van toepassing is op al onze lokale bluesbands is zonder twijfel het nummer ‘White Boy’. Hierin bezingt Little Phil het feit dan mensen hem bekritiseren omdat hij als blanke zogezegd de blues niet kan zingen. Maar geloof me, hij laat veel niet blanken achter zich zowel vocaal als wat betreft composeren. En laat dit voldoende overtuigend klinken voor iedereen om eens naar deze cd te gaan luisteren. Zowel bluesliefhebbers als liefhebbers van soul en Motowntoestanden. Deze ‘Out Of The Shadows’ kan volgens mij één ieder bekoren.
Blueswalker


 

THORNTON CREEK
WHISKEY
SIX TIMES STRONGER
Website:www.thorntoncreek.com
www.myspace.com/thorntoncreek
Email: thorntoncreek@thorntoncreek.com
Label: Green Springs Music
www.cdbaby.com/cd/thorntoncreek3
www.cdbaby.com/cd/thorntoncreek

Niet heel even, maar een heel nummer lang dacht ik dat ik naar een nieuwe plaat van The Jayhawks aan het luisteren was. Openingstrack "Frying Pan", zo heet het liedje, kon zo uit de pen zijn gekomen van Gary Louris. Dezelfde melodielijn, en die samenzang, zeg dat is toch typisch The Jayhawks. Maar het zijn ThorNton Creek uit Virginia, maar tegenwoordig Seattle, Washington, als thuishaven hebben, die het zingen, een talentvolle countryrockband, zo bewijzen ze op hun nieuwste plaat "Whiskey". En wat is dit een klasse-plaat, een heerlijke plaat, vol pareltjes. Frontman zanger/gitarist/componist Thornton Bowman en Don Miller (lead guitar, vocals), MJ Bishop (mandolin, percussie, vocals), Walter Harley (bass, harp, vocals) en Mark Drake (drums, vocals), vormen al sinds 1997 ThorNton Creek. Mooie naam, maar deze naam is dan ook zomaar niet gekozen. ThorNton Creek komt van 'Thornton' Bowman die woont en werkt in de Thornton 'Creek' Watershed en die voor het ontstaan van de band reeds met het album "In the Kitchen of the Blacksmith" (1996) op de markt kwam. Wat er nadien gebeurd mag zijn kan u al raden. ThorNton Creek bestaat en hoe? Na "Songs From the Urban Watershed" (1998), "Six Times Stronger" (2003) is "Whiskey" hun derde plaat met loepzuivere koortjes en gladgestreken rock-akkoorden, die het geluid bepalen, dat verder door de producer Kevin Suggs wordt aangevuld met vernuftige arrangementen en allerhande trucjes. Deze vijfrmansgroep is op hun best als ze zich begeven op het pad van de melodieuze countryrock en frisse rootsmuziek, waarin we invloeden van John Prine, Whiskey Town, Wilco, Grateful Dead, Taj Mahal, The Waifs, Greg Brown, Gillian Welch en Neil Young horen. Een geluid dat ze de hele plaat vol houden. De melodieën en harmonieën zijn bij vlagen mierzoet, maar wie daar door heen bijt hoort folk- en countryrock waarin ThorNton Creek het sterkst zijn. Luister maar even naar de tweede track, het swingende old-time klinkende "Sugar Mama", jengelendende banjo brengt u dadelijk in de sfeer van dit album, naast dit absolute hoogtepunt zijn er nog zovelen rootsjuweeltjes. "Whiskey" is een plaat waarmee alternatieve countryrock zeker het rootspubliek kan bereiken.


SCOTT MacLEOD
Website: www.scottmacleod.ca
Email:scott@scottmacleod.ca
Label: eigen beheer
www.sonicbids.com/epk/epk.asp?epk_id=56797

Wie wel houdt van een portie lekkere roots rock op zijn tijd, die kunnen we alleen maar adviseren om zich onverwijld het titelloze album van Scott MacLeod aan te schaffen. MacLeod is immers een excellente songsmid en een begenadigde zanger op de koop toe. Met die lekkere stem van ‘m laveert hij hier voortdurend heen en weer tussen twangy roots pop en akoestische ballades. De up-tempo opener "This Old Farhouse", met heerlijk harmonicawerk en de backing vocals van Trina Nestiboa blijkt zo een waarlijk gedroomde single. En wat ingetogener songs als "Fair Winds, Calm Seas", "Sunshine & Smiles", "Stanhope" of "Ship In a Bottle" zouden de liefhebbers van pakweg een Mellencamp of het rustigere werk van The Replacements wel eens erg kunnen bevallen. MacLeod pende alle liedjes zelf, en de productie deed hij samen met Craig Newnes die ook op dit debuut de bas, percusie en de elektische gitaar in een aantal nummers voor zijn rekening neemt. Dit album is gewoon een lekker ongecompliceerd plaatje van deze singer-songwriter die opgroeide aan de oostkust van Canada, maar momenteel in de grootstad Calgary vertoeft. MacLeod brengt prettig in het gehoor liggende poprockliedjes met voldoende twang en met veel enthousiasme. Veel verrassingen herbergen de elf liedjes echter niet, maar eerlijk gezegd zijn het gewoon perfecte roots rock liedjes die zeker een heel groot publiek, vooral adult oriented countryrock-liefhebbers gaan aanspreken. De lekkere liedjes gaan het zeker goed doen in de kroeg of auto. Afwisseling is er ook voldoende; de ballads appeleren aan het weemoedige en de rockers zijn fraai, melodieus en adrenalineverhogend. Conclusie? Een talent als Scott MacLeod verdient inderdaad ook in de Lage Landen alle aandacht die het maar krijgen kan. Knappe plaat!


JENNIFER TERRAN
Website: www.jenniferterran.com
Email: music@jenniferterran.com
www.myspace.com/jenniferterran
www.cdbaby.com/cd/terran5
Label: Grizelda Records
Distr.: Rounder Europe
www.rounder-europe.com
info@roundereurope.com

Jennifer Terran is een bijzondere dame. Maar waarom heeft niemand dan van Jennifer Terran gehoord? Omdat zij alleen een pianokruk onder haar kont heeft en geen almachtige platenmaatschappij. Ze komt uit Los Angeles en wil zoveel mogelijk zeggenschap houden over haar muziek, geen platenmaatschappijen dus. Terran richtte jaren geleden al haar eigen productiemaatschappij op, Grizelda Records, waarop de albums "Cruel" (1997), "Rabbit" (1998), "The Musician" (2000) en "Live From Painted Cave" (2004) werden uitgebracht. Deze Amerikaanse diepgewortelde en eigenzinnige singer-songwriter, vocaliste, pianiste en hiphop danslerares wentelt zich graag in dezelfde donkere muzikale poelen waar ook Tori Amos en Ani DiFranco het wel aangenaam toeven vinden. Jennifer Terran vuurt stuk voor stuk vlijmscherpe songs af, gecombineerd met grillige en soms duizelingwekkende vocale acrobatie. Terran bracht onlangs, "Full Moon in 3" uit, opvolger van het indringend mooie album "The Musician" van vijf jaar geleden. Even mooi maar anders. Poëzie in woord en beeld. Jennifer Terran beschikt over een breekbare, lichte stem ondersteund door haar piano. Sterke persoonlijk getinte songs en een fascinerend stembereik. Een hoogst emotionele stem die goed gedoseerd wordt ingezet, onderwijl sober ondersteund door piano en nog wat andere instrumenten. Jennifer Terran heeft met "Full Moon in 3" een verpletterend nieuw album gemaakt. Het staat vol liedjes die nog ontroering op zouden wekken al zong Terran de tekst van de handleiding van een wasmachine. Ooit bezat Tori Amos dezelfde gave maar zij is onderweg uitgegroeid tot een fenomeen. Haar breekbaarheid verstopte ze tijdens haar eerste twee albums achter respectievelijk een overvloed aan dance/instrumenten en achter een concept waarbij ze in de huid kroop van andere personages. "The Musician" is een plaat over de strubbelingen van een muzikant die koste wat het kost haar integriteit wil bewaren temidden van de commerciële uitbuiters. Ook "Full Moon in 3" heeft weer het beklemmende en adembenemende wat "The Musician" zo mooi maakte. De instrumentatie is wederom sober, maar uiterst doeltreffend, eigenlijk eist alleen Terran’s piano zo af en toe de hoofdrol op. Alles draait verder om de stem van deze unieke singer-songwriter. De composities zijn vloeiend en speels, ruw en tegelijkertijd zacht. Terran produceerde en schreef alle twaalf liedjes zelf, en heeft toch weten te voorkomen dat de spontaniteit van haar muziek is gedood door aanvallen van perfectionisme. Niemand is ten slotte kritischer op het eigen werk dan de maker zelf, en dat heeft vele artiesten al eens de das omgedaan. "Full Moon In 3" is gewoon puur, eerlijk en van een bijna ongekende schoonheid, een album dat respect afdwingt.


KIM DOOLITTLE
REVAMP
label: Doo-A-Little Music
www.cdbaby.com/cd/doolittle3

 


Na drie ronduit fantastische platen "Natural Born Woman" (1998), Over Me (2002) en Touch Wood (2003) voor haar eigen Doo-A-Little Music label lijkt zingende blues-liedjesschrijfster Kim Doolittle nu definitief klaar voor een doorbraak op grotere schaal. En met de steun van Mike Burns (gitaar) en Wade Mosher (bass & drums), zou dat moeten kunnen lukken ook. Haar nieuwe akoestische plaat, is alvast een serieuze stap in de goede richting. In een productie van de reeds vernoemde heren is Doolittle op haar vierde immers opnieuw in zeer groten doen. In de van haar bekende bluesstijl herneemt ze haar eigen paradepaardje "Natural Born Woman" en waagt ze zich aan twee covers: "Dry Bread" van Hank Thompson en "My Old Friend The Blues" van Steve Earle, een nummer dat ook op Earle's playlist stond vorige zaterdag in het Rivierenhof te Deurne (fantastisch optreden trouwens). Wat dan nog rest zijn de knappe bluesy/rootsy songs - over een teloorgegane liefde en alle gevolgen van dien, en de voorzichtig rockende afsluiter "Ultimate Woman". De uit Peterborough, Canada, afkomstige Kim Doolittle is naast een begenadigde (soulvolle) zangeres, ook één van de meest inventieve in het genre actieve blues-singer-songwriters van het ogenblik. Zij stond in het verleden op het podia met ondermeer Downchild, Big Sugar, Jeff Healey, The Barenaked Ladies, Kim Stockwood, Bruce Guthro en Colin James. Muzikaal gezien grijpt zij dan weer terug naar schoon volk als Bonnie Raitt, Bette Midler of Mary Chapin Carpenter. Al bij al de ideale schijf voor wie maar niet kan kiezen tussen blues en roots.


 

WES MACKEY
MR. BLUES
Website: www.bluesline.mu
Info: Bluesline Entertainment
blueslinemusic@hotmail.com
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/wesmackey

Het heeft soms heel wat energie en voetwerk nodig om niet te spreken van jaren intens werken en toeren, alvorens je de erkenning krijgt die je verdiend. Voor Wes Mackey begint het nu, op 65 jarige leeftijd, eindelijk te gebeuren. Na jarenlang in verschillende bands de support van groten als Muddy Waters en John Lee Hooker te zijn geweest mag hij nu zelf in deze spotlight treden. Na een leven vol avontuur, uitdagingen en kansen krijgt hij het nu des te drukker dankzij deze erkenning. Zo komt hij in het najaar naar Europa, Zwitserland, Frankrijk en Duitsland staan al op de agenda. Hopelijk doet hij België ook aan. Want deze cd klinkt in elk geval zoals een bluescd hoort te klinken, touchy, down, opgewekt en ‘full of feel’. Buiten de mooie eigen songs brengt hij voortreffelijk nummers van o.a. Jimmy Reed, Willie Dixon en Sam Cooke. Ik zeg het niet graag maar als het een feit is kan ik er niet omheen, Afro-Amerikanen weten als geen ander hoe de blues te brengen. Luister maar eens naar met hoeveel gevoel hij ‘A Change Is Going To Come’ brengt. Of wat denk je van het subtiel maar opgewekt vertolkte ‘Shame Shame Shame’. Wes z’n diepe stem aangevuld met z’n schitterende gitaarlijnen zorgen ervoor dat elke song stuk voor stuk juweeltjes worden. Verder ook nog een pluim voor Dave Webb op piano en Hammond en al de andere (teveel om op te noemen) muzikanten die mee werkten aan dit pareltje. Dit is een “must have” voor de liefhebbers van Delta en Mississippi blues.
Blueswalker


 

VIVIAN LINDEN
WATCH THE LIGHT FADE
Website: www.vivianlinden.com
Email: vivian@vivianlinden.com
www.myspace.com/vivianlinden
Label: Tarnished Records

 

Het debuut van Vivian Linden uit Seattle zou een schijfje met een aantal tracks geweest zijn, een EP'tje dus. Net of ze toen wou zeggen: voor het echte grote werk ben ik nog niet klaar. Het pas verschenen album "Watch The Light Fade" van deze Amerikaanse met Nederlandse roots is vooral voer voor fans van donkere alt.country in hetzelfde straatje van The Walkabouts, Jesse Sykes & The Sweet Hereafter en Leslie Woods And Dark Mountain Orchid. "Watch The Light Fade" is geen vrolijke plaat, duidelijk is dat de jonge zangeres de demonen van zich af heeft willen schrijven. Een cd in productie van Beck Henderer-Pena die trouwens te horen is op elektrische gitaar in een tweetal nummers. Op haar debuut weet ze de luisteraar breekbare liedjes voor te schotelen, veelal akoestisch en alt country, ver weg van Nashville in ieder geval, donkere, bezwerende muziek die we klasseren onder de noemer, country noir. Al van bij het eerste nummer "Pass The Wires" vallen de dreigende sfeer en de prachtige stem van Linden op. Als een Americana-versie van een jonge Marianne Faithful zingt Linden zich een plaat bij elkaar over valse, verloren en hopeloze liefde. De teksten op zich zijn niet zo bijzonder inventief, maar de passie waarmee ze worden gezongen is pakkend. De stijlvolle begeleiding is een mengeling van traditionele en elektrische instrumenten. De groep, bestaand uit muzikanten uit de Seattle-scène, zoals de legendarische orgelist Wayne Horvitz, Bill Herzog (Jesse Sykes, JRL Phelps, Neko Case, Jon Langford, Rocky Votolato), Jon Hyde (Transmissionary Six, Mount Analog, Terry Lee Hale) op bas en pedal steel, Eric Eagle (Downpilot, Jesse Sykes & the Sweethereafter, Victor Noriega) op drums, Michael McNaughton op gitaar en lap steel en Charlie Smith op piano en wurlitzer weten een spannend klanktapijt neer te leggen tussen folk en country, waardoor ze in de nummers een dreigende sfeer weten te scheppen die de zang van Linden naar een hoger niveau tilt. De ware ster is natuurlijk Linden zelf, die acht van de negen pareltjes uit haar bevallige mouw schudt. Iedereen die liefhebber is van country-noir moet absoluut naar deze prachtplaat luisteren, maar ook liefhebbers van meer eigentijdse alt-country zullen deze geweldige cd snel in hun harten sluiten. "Watch The Light Fade" van Vivian Linden is een bijzonder aangename verrassing. Wij zijn er diep van onder de indruk en moeten ons best doen om zo af en toe ook nog eens wat anders op te zetten.


TODD TIJERINA BAND
NOW
Website: www.toddtijerina.com
Contact: toddtijerina@earthlink.net
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/toddtijerina

Wat me dadelijk opvalt bij deze cd van Todd Tijerina (lees Tee-her-ee-na) is z’n gitaarspel dat messcherp uit de hoek komt en veel doet denken aan wijlen Stevie Ray Vaughan en Hendrix. Maar dit is niet zomaar een goedkoop afgietsel van deze gitaarlegendes, neen Todd is een meer dan begenadigd gitarist met voldoende kennis om toch een eigen stijl en sound te creëren. Het feit dat hij in 1999 de Chicagoland’s Rory’s Blues Talent Competition won is daar zeker een voorbeeld van. Al vlug kreeg hij daarna aanbiedingen om samen te werken met o.a. Byther smith en zelfs Shirley King (dochter van…), waar hij natuurlijk ook weer de nodige inspiratie opdeed. Maar hij houdt het liever bij zijn eigen band en die beslissing heeft hem tot nog toe geen windeieren gelegd in het zuidwesten van Chicago. Hij heeft ondertussen al op zowat alle grote festivals gespeeld in die regio. En verder hebben ze het podium al mogen delen met Canned Heat en Sonny Landreth om er maar enkele op te noemen. Todd z’n muziek kan je het beste omschrijven als blues-rock met regelmatig invloeden van jazz en funk. Om de zoveel jaar stapt er een gitarist in het daglicht die voor vele jonge gitaristen weer een voorbeeld is, Todd is volgens mij en vele anderen de gitarist die deze taak zal overnemen van de veel te vroeg heen gegane Stevie Ray Vaughan. Z’n manier van gitaar spelen, composeren en zelfs zingen is vernieuwend en inspirerend. Geloof me beste lezers, hier is het laatste nog niet over gezegd of m.a.w. hier gaan we nog veel van horen.
Blueswalker


SHORTCUTS
ALL GOOD HOPE
Website : www.shortcuts.nu
Email: info@shortcuts.nu
Label: Proserpine Records

 

Als je me wijs gemaakt had dat ik bij "All Good Hope" naar een nu pas ontdekte plaat uit halverwege de sixties zit te luisteren, dan had ik je waarschijnlijk nog wel geloofd ook. Dat de uit Uppsala, Zweden, komende Shortcuts gewoon thuishoort in het rijtje Buffalo Springfield, Beach Boys, Byrds .... Op het eerste gezicht een mix van psychedelische pop en rock alsof het nooit 2006 geworden is, maar ondertussen hebben de heren Peter Foucard (gitaar, vocals), Joakim Hedin (drums, vocals), Mikael Olsson (bass, vocals) en Joakim Ögger (gitaar, vocals) op slinkse wijze toch gebruik gemaakt van hedendaagse technieken, waardoor de plaat in 2006 nog enorm als ergens tussen 1967 en 1971 klinkt, maar toch met zijn beide benen in 2006 staat. Verwarrend deze zin? Kan kloppen, maar het is wel zo. Toen waren Buffalo Springfield ... nooit in staat geweest om deze plaat op te nemen. Even heb ik dan het gevoel dat "All Good Hope" niet meer dan een grap is. Toch heeft het wel wat zo'n bak psychedelische nostalgie, een sfeer die ook aanwezig was op hun vorige album "North To South And Back Again" (2004). Het is niet zo zeer dat de nummers van de plaat in je hoofd blijven hangen, maar wel de sfeer van de plaat die je bij blijft. Waar het om gaat is dat Shortcuts prachtige muziek maakt. Muziek die invloeden uit de alt-country vermengt met het atmosferische en duistere dat de muziek uit het hoge noorden zo vaak kenmerkt. Muziek die opvalt door de variatie en de muzikale hoogstandjes, want wat kan dit viertal spelen. Van bijna verstilde alt-country tot stevige country-rock. Shortcuts zoekt met "All Good Hope" aansluiting bij bands als Beachwood Sparks, The Thrills en The Tyde maar neemt hier tegelijkertijd afstand van. Een goed in elkaar zittend album, wat zeker zijn weg naar de liefhebbers van sixties en seventies rock wel weet te vinden. Shortcuts is eindelijk weer eens een band die de kunst van het schrijven van perfecte popliedjes weet te combineren met het maken van uit de tenen komende alt-country songs. Het levert muziek van wereldklasse op. Shortcuts staat voor mooie harmonieën en vier fantastische zangers houden de aandacht 10 nummers lang moeiteloos vast. Volstrekt tijdloze muziek die stevig is verankerd in de tradities van de country-rock, maar ook niet vies is van een dampende portie rock 'n roll. Liefhebbers van retrorock zullen deze geweldige cd snel in hun harten sluiten. Luister maar even naar de Southern boogie in "Kill Me". Kortweg: Shortcuts is een bijzonder aangename verrassing.


THE CARL VERHEYEN BAND
TAKE ONE STEP
Website : www.carlverheyen.com
EMAIL: cwverheyen@aol.com
Label : Provogue / www. Mascot-provogue.com
promo@mascotrecords.com


"Take One Step" is het nieuwe album van Carl Verheyen. Zijn naam zal wel ondertussen grote bellen aan het rinkelen maken, want Carl heeft al wel degelijk de nodige sporen in zijn carrière achter gelaten. Verheyen heeft een jarenlange staat van dienst als sessieman bij diverse jazzmusici als o.a. Max Roach, John Pattitucci, Stanley Clarke en Dave Grusin. In de categorie country speelde hij o.a. met Dolly Parton en Shelby Lynn. Maar ook was hij een graag gevraagde muzikant bij Glenn Frey, Cher en Little Richard. Deze lijst geeft al aan dat Verheyen niet aan een stijl gebonden is. De qua uiterlijk weinig opvallende mannen doen gewoon hun ding op een klein podium, zonder poespas. Het gaat bij Verheyen – die vooral naam maakte als sessiemuzikant en (midden jaren ’80) als lid van Supertramp – dan ook puur om de muziek. En die is dan ook als altijd van hoog niveau. Op "Take One Step" heeft hij een synthese bereikt tussen al deze stijlen. Had ik in eerste instantie enige gereserveerdheid en was de plaat hier en daar misschien iets te gladjes geproduceerd, overtuigd heeft hij me zeker. Van opener "Georgia's Reel (Just A Start)" tot het afsluitende "Bells Of April" is het genieten. De band, die verder bestaat uit bassist Cliff Hugo (Supertramp), keyboardspeler Jim Cox en de drummers Chad Wackerman en Bernie Dresel (Brian Setzer Band), speelt zeer ontspannen waarin het flitsende gitaarwerk van Verheyen prima uit de verf komt, al heeft Carl's muziek steeds meer rock erin. Kortweg: Pop, rock, blues en jazz in de mix op Carl's eigen manier. Dik voor elkaar.


SUNNY SWEENEY
HEARTBREAKER'S HALL OF FAME
website : www.sunnysweeney.com
email: sunnysweeney@yahoo.com
www.myspace.com/sunnysweeneyband
label : Eigen Beheer
info: Kinetic Management / John Lomax III
lomax3@comcast.net

Het was Audrey Auld die zich in haar laatste nieuwsbrief erg lovend uitliet over the Sunny Sweeney Band en wie zijn wij dan om aan haar uitleg te twijfelen. Al had ik in eerste instantie wat bedenkingen bij de naamkeuze van de band, die leek mij eerder geschikt voor een plat mainstream country/line bandje uit de Lage Landen. Een serieuze vergissing want het mooie kind komt uit Houston, East Texas en steekt met dit debuutalbum erg stevig van wal. Onder het motto "good cover songs are better than bad originals" kan je genieten van ondermeer "East Texas Pines" (L. Bosworth), "Next Big Nothing" (A. Auld), "Here Lately " (D. Harris), "Mama's Ophry" (I. Dement), "If I Could" (T. Carroll) en "16th Avenue" (T Shuyler). Bovendien mocht zij op de bereidwillige hulp van rekenen van niemand minder dan Jim Lauderdale die haar terzijde stond in het pedal steel pareltje "Lavender Blue" (K. Seykes) en die in de toekomst kan rekenen op royalties voor zijn songs "Please Be San Antone" en "Refresh My Memory". Prima songs die mede door de inbreng van haar eigen band en guests Bobby Flores (fiddle & mandoline), D.B. Harris (harmony vocals), Skip Edwards (B3 organ), Eddie Perez (gt) en Ted Roddy (harmonica) in feite niet moeten onderdoen voor de 'originals'. Momenteel verblijft de jonge dame in Austin Texas en dat heeft er zeker toe bijgedragen om, zij het heel voorzichtig, een drietal eigen songs op dit fraai country album te plaatsen. "Ten Years Pass", "Heartbreaker's Hall Of Fame" en "Slow Swinging Western Tunes" zijn erg verdienstelijke pogingen van de jonge dame die de toekomst hoopvol mag tegemoet zien. "This is the first time in my life that I have ever felt so proud of anything that I did. I work with who I want, when I want, and I wear what I want. For anyone that knows me, my job suits me pretty well. Oh, and I still can't believe that I actually get to do this for a living. I can't remember the last time I had a job that I didn't think of as a job and for that, I feel that I am the luckiest person alive!”." Get your Honky Tonk On"


 

SCISSORMEN
JINX BREAKERS
Website : www.scissormen.com
Email: dtuned1@aol.com
www.myspace.com/scissormen
Label: Hi-N-Dry / www.hi-n-dry.com
www.pacificblues.com
www.cdbaby.com/cd/scissormen

 

Vraagtekens rezen bij het zien en lezen van deze CD hoes. Waar heeft de redactie mij nu weer mee opgezadeld dacht ik in eerste instantie. Een band die bestaat uit 2 muzikanten nml. Ted Drozdowski (op slide guitar en zang ) en Rob Hulsman (op drums en xylophone). Nu goed, we zullen eens luisteren wat dat teweeg brengt. Het openingsnummer “Death Letter” doet met denken aan George Thorogood maar dan iets meer ingetogen. Wonder boven wonder klinkt het meer dan behoorlijk zo zonder andere begeleidingsinstrumenten. Deze CD bevat 5 nummers en is eigelijk hun debuut EP. Volgens ik kan lezen op hun site zouden er nog 2 extra muzikanten deelnemen aan deze EP maar daar hoor ik eerlijk gezegd weinig van. Maar geen nood, met hun 2 zorgen ze meer dan nodig voor een overvolle sound, luister maar eens naar “John The Revelator”. Mooie drumpartijen van Rob Hulsman dat wel. Het nummer dat mij het meest kan bekoren is “Jessie Mae”, een lekker ingetogen 12 bar bluessong. Op al de andere songs heb ik de indruk dat de heren te zeer hun best doen om het te kort aan extra begeleiding te verdoezelen, dit door alles overvol te doen klinken. Misschien moeten ze toch eens overwegen om met een complete band te werken in de toekomst.
Blueswalker


DAN MONTGOMERY
ROSETTA, PLEASE (ALOVE STORY)
website: www.danmontgomery.us
label: Makeshift Records
info: fantasticyes@aol.com
www.cdbaby.com/cd/danmontgomery2
www.myspace.com/danmontgomerymemphis

 

Niet zo eenvoudig om singer/songwriter Dan Montgomery in een 'vakje' te plaatsen, zelf heeft de Philadelphia - born, New Jersey raised singer/songwriter, maar momenteel verblijvend in Memphis (met zijn nieuwe vlam Stephanie Christine Sweda), het er ook moeilijk mee: "Am I a songwriter, or Americana, or Triple-A? Ergens tussen Dave Alvin en Alejandro Escovedo hoopt hij een plaatsje te bemachtigen als 'entertainer' en met de nodige dosis humor weet hij er nog aan toe te voegen dat "most singer/songwriters are 'lazy bastards' who play sitting down before a (hopefully) rapt audience". Blijkbaar niet om een grapje verlegen en de man weet bovendien onze (noeste) arbeid te waarderen: "Of course I remember that Rootstime reviewed my last cd "Man From Out of State" quite favorably. Like many artists, I find the listeners much more receptive in your country than here in the US. Yeah, I think the real definition of Americana is someone who sells more records in Europe". Maar ook in zijn thuishaven Amerika begint het storm te lopen voor Dan Montgomery's nieuwste album. Momenteel staat hij hoog genoteerd in de Miles of Music "best selling charts" en lijkt het er op dat de man eindelijk erkenning krijgt voor zijn "impressive storytelling skills and raggedly heartfelt delivery" (Philadelphia Inquier). Zijn nieuwste meesterwerkje is een concept album geworden ... a nine song story of two people en opgetekend aan de toog: "Sit down buddy, lett me tell you my story. I'l buy you a drink or two. Drinks are poured, time can be bought". Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig en je weet dan ook onmiddelijk welke richting the 'familiar' story uitgaat .... One fresh out of jail, problems with the old lady, one walking the streets, working the streets... She's a whore! Montgomery weet het prachtig te verwoorden en alles in de juiste context te plaatsen ... het lijkt wel of je naar een roadmovie aan het kijken bent met een prachtige soundtrack op de achtergrond. Jezelf blaasjes wijsmaken met "I'll Be the One, the one who's loved you for al these years", het ellendige gevoel dat je ondanks alles toch niet zonder haar kan in "Rosetta, please" en "Still Want you". Worstelen met de gedachte dat zij moet zien te overleven als 'meisje van plezier' in "Favorite Color", een leventje dat niet zonder risico's is : "It was supposed to be the easy money, cut out the middle man,but I came home with my knees all bloody cause I ain't got no better plan. I work for the money, the money's for the drugs. the drug's for the pain" ("Long Long Night") en het effenaf schitterende "The Way You Hurt" ... the way you cry, that's the way I hurt,when you told me goodbye, is there something I should feel? Don't anybody ever break you heart ... like you broke mine that time!
Based on a true story ... dit is een van de beste albums van 2006 en Dan Montgomery hoopt er mee naar Europa te komen, liefst in het gezelschap van guests Duane Jarvis, Ben Vaughn, Peter Case, Kim Richardson, Merrily Weeber, Marc Franklin, Roy Brewer, Jonathan Kirkcey, Kevin Jarvis en de bandleden Mike Vesey , Maggie Vesey, Jason Hatcher.
Dan Montgomery & the Professional Badasses (with new drummer Bo Halman) ... Rosetta, please ... schitterende songs, heerlijke stem en fantastische muziek ...


THE WAILIN’ JENNYS
FIRECRACKER
Website: www.thewailinjennys.com
Label: Jericho Beach Music
www.jerichobeach.com
jerichobeach@festival.bc.ca
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

 

Eén van de uitschieters, nieuwkomers uit 2003, was het debuut, genaamd "40 Days" van het Canadese vrouwentrio The Wailin' Jennys: Cara Luft (vocals, guitar, dobro); Nicky Mehta (vocals, guitar, harmonica); Ruth Moody (vocals, guitar, accordion, keyboards, bodhran). Drie zangeressen met fijnbesnaarde samenzang, die klonken als de sirenen uit O Brother Where Art Thou? En een repertoire dat van country en folk uitwaaierde naar pop en rock. Deze meiden lieten solo al van zich horen, maar als combinatie is het resultaat meer dan de som der delen. De stemmen smelten op een magische manier samen en de zelfgeschreven nummers blijken van een zeer hoge kwaliteit. Prachtig folk/popdebuut dat warm werd ontvangen in de folkwereld en hoog geprezen om de kwaliteit van de harmonievocalen en de mix van nieuw en traditioneel in de instrumentatie. Na het vertrek van zangeres Cara Luft leek het er even op alsof het gedaan was met de Wailin’ Jennys. Echter is er met Annabelle Chvostek (zang, akoestische gitaar, mandoline, viool), een fantastische opvolgster gevonden en is hun tweede album "Firecracker" een schitterende tweede plaat. Nog steeds zingen en spelen deze Canadeze nachtegaaltjes hun liedjes in de stijl van, en aanrader voor liefhebbers van The Be Good Tanyas en Tres Chicas. Mooie hemelse stemmen, fraaie vocale harmonieën waarbij de dames zichzelf vakkundig begeleiden op akoestische gitaar, banjo, mandoline, viool, accordeon en harmonica. Noem het alt country, maar net zo goed kunnen we zeggen een mix van zoete folk met dromerige Old Time. Maar de muzikale formule van The Wailin' Jennys blijft werken: versmeltende harmonieen en ongepolijste zang. Hun nieuwe plaat is een wat toegankelijkere cd van deze drie dames, die wat doet denken aan de Dixie Chicks al klinken The Wailin' Jennys een stuk authentieker. "Firecracker" telt dertien gezongen wiegeliedjes, met emotionele samenzang, waarvan een deel is gepend door het damestrio, aangevuld met een paar covers en traditionals zoals o.a. "Long Time Traveller", dat als wanneer de banjo, de mandoline, de viool en de gitaar stilvallen en er slechts stemmen klinken, en dan is meteen het hoogtepunt bereikt. "Firecracker" staat voor originele, wonderschone liedjes met een grote mate van emotionaliteit of The Wailin' Jennys staan voor melancholieke Americana. Kortom: "Firecracker" staat voor engelachtige samenzang , en is er eigenlijk iets mooier dan de onkreukbare combinatie van traditionele countrymuziek en harmonieuze samenzang?


 

JESSE DE NATALE
SOUL PARADE
website: www.jessedenatale.com
label: Jackpine Social Club
info: jessedenatale@hotmail.com
www.jackpinesocialclub.com
www.cdbaby.com/cd/denatale


Niet meer zo piep-jong deze Jesse De Natale die met het album "Soul Parade" voor een aangename kennismaking zorgt. 'Laatbloeier' De Natale die zijn jeugd doorbracht met de songs van ondermeer Miles Davis, Thelonius Monk, Billie Holiday op de achtergrond (zijn vader was eigenaar van een Jazz club) kwam via de blues en artiesten als John Lee Hooker, Muddy Waters, Mississippi John Hurt, zoals zovelen, eindelijk terecht bij Bob Dylan, Joni Mitchell, Woodie Guthrie, Dave Van Ronck, Van Morrison... enz. Tot voor zover niets aan de hand, het lijkt mij de normale gang van zaken bij singer/songwriters, maar frappant is wel dat de Jesse er in geslaagd is om het beste van die artiesten te verpersoonlijkingen in zijn eigen oeuvre. Geen wonder dat "growling" Tom Waits en "storytelling" Ramblin' Jack Elliot tot zijn fans behoren en het zou mij niet verwonderen moest dat aantal met "Soul Parade" vlug in aantal toe nemen. Met "One hears echoes of the craftly drawl of Bob Dylan, the hipster word-stretching of Tom Waits, the dark but friendly growl of Greg Brown (zie rev. Augustus), and the idiosyncratic soul shouting of Van Morrison" blaast the All Music Guide de loftrompet en ... er is geen woord van overdreven.Jesse is met brio geslaagd in zijn doelstelling; "I wanted to write a record that already had it’s destiny; one that carried dreams and hopes from long ago and one that spoke to a new tomorrow. I didn’t want to re-invent the wheel, I just wanted to fix the one broken and laying by the side of the road. It was almost like I wanted to repeat something grand that had been said once long ago - a ‘look you in the eye’ kind of proclamation: ‘Life is good. Wake up!’ I could see that some songs would be about the future (Shine your Light, Dreamer’s Holiday, Keep on Walkin, Lucinda), some about the present (Children of the Sun, Soul Parade, Nightingale) and some about the past (Carry Me, The Bell, Montgomery St.). And some would even take place within every tense or would have no tense at all (The Follies of Don Calandro, Baby Joe)" en heeft met het pareltje "Children of the Sun" een van de mooiste songs van 2006 op zijn naam staan, kan hij met "Shine your Light" een heuse la-la-la meezinger/fluiter à Randy Newman's "Rider in the Rain" in huis hebben, steekt hij met "Lucinda", "Nightingale" en "Montgomery St." John Prine naar de kroon en komt Bob Dylan, na het veelvuldig beluisteren van de Natale's "Soul Parade", enkele weekjes te laat met zijn nieuwste "Modern Times". "Jesse DeNatale is one of the best songwriters you've probably never heard" (Kim Ruehl, Folk Music.) ... maar daar gaat vlug verandering in komen want de "Troubadour Soul" die reeds op de buhne stond met Joe Ely, Eliza Gilkyson, Dave Alvin, Jonathan Richman (van de partij op "Dreamer's Holiday") en Colin Hay wordt in Amerika beschouwd als "one of the most distinctive singers and creative lyricists of his generation and the generation that flank him" (Billy Collins). Schitterend!


 

STEVE ROWE
FRONT ROWE CENTER
LIVE A MONTREAL
Website : www.steverowe.com
Info : Kathy Wolf
Howlin' Blue Productions
howlinblue@steverowe.com
Distr.:Bros Distribution / www.bros.ca

Wie nu nog niet op de hoogte is van het bestaan van de uit Canada afkomstige Steve Rowe zou zich toch ééns dringend moeten beraden hier verandering in te brengen. Met het zeer goed ontvangen album "Front Rowe Center" uit 2005 (goed voor een notering in de Top 10 van Quebec’s Le Net Blues en Toronto’s Maple Blues magazines) en zijn pas verschenen album "Live à Montréal" (beiden voor Howlin' Blue Productions & Bros Distribution) kan met recht en reden bestempeld worden als een zeldzaamheid qua sublimiteit. Geïnspireerd in zijn vroege jaren door Eric Clapton, Jimmy Page, Johnny Winter, B.B. King, en Mick Taylor slaagt deze bluesman er in twee ware meesterwerkjes neer te poten die naar mijn mening wel ééns geschiedenis zou kunnen schrijven. Steve Rowe gitarist/vocalist en tevens medesongschrijver van alle elf nummers op het album "Front Rowe Center" wijkt af van de traditionele akkoorden schema's die normaal in typische shuffle's of boogie's gebracht worden. Reeds in de eerste song "I Got To Go" kan men kennis maken met de uitzonderlijk stem van Rowe en het mooie harmonicaspel van gast Jim Zeller. Soms gedurfd en gewaagd te noemen in de tracks die hij samen schreef met zijn bassist Alec McElcheranen en drummer David Paul Neil. Meesterlijke slidegitaar van een andere gast, Bat Taylor, kon ik waarnemen in die prachtige opener "I Got To Go" en in "Now You're Talkin'". Of hoe de blues je ziel kan openscheuren hoor je in "Tribute to Freddie" (thank you Steve!), gewoon vernieuwend, verfrissend maar blues in alle oprechtheid en eerlijkheid zo kan ik dit het best omschrijven. Rowe zegt zelf: "I play the music that I love. Not everyone can say that. I write music I want to play. And I plan on playing till my body no longer lets me." Het is een zeldzaamheid dat een album mij van begin tot eind kan boeien, maar deze Steve Rowe die nu al meer dan twintig jaar in de Montreal en Quebec Blues Scene meedraait, is één van de uitzonderingen. Mag gezegd worden dat dit schijfje "Front Rowe Center" een waardige opvolger is van zijn tweede album "No Refund, No Return" waarvoor hij een nominatie kreeg voor 'Best CD of the Year' in Quebec, tijdens de Lys Blues Awards in 2002. Dat de reputatie en de kwaliteit van Steve Rowe niet onopgemerkt gebleven zijn bewijzen het grote aantal optredens dat deze 'Guitar Hero' de laatste maanden heeft kunnen spelen, zo opende hij voor Colin James in het Spectrum te Montreal (February, 2006) en voor Byron Lee in het Granada Theatre te Sherbrooke, Quebec (November,2005). Ook was hij een van de highliners tijdens het Ottawa Blues Fest. (2005). Maar het hoogtepunt zijn wel zijn optredens in 2005 in Montréal, nl. het Festival International de Jazz de Montréal en FestiBlues de Montréal. Reden genoeg om tien tracks vast te leggen op zijn vierde plaat: "Live à Montréal". Vette blues en rock met ballen, het lijkt niet op te houden. Gierend gitaarwerk en een klokvaste ritmesectie maken deze cd tot waar luistergenot en één die schreeuwt om een vervolg. Een vervolg dat er best wel zal komen, want zonder twijfel hoort Steve Rowe & band thuis in de categorie: 'hard workin'. Kortom, ongelimiteerde gitaarblues waarmee bewezen is dat de blues in Canada nog lang niet dood is.


SNAKE - BITE
WEEKEND
website: www.snake-bite.org
info : di.bodmer@bluewin.ch
label : TCY - Records
www.tcy-records.com

"Jung, frisch und wild" ... het lijkt wel of we in het bladeren zijn in de massage/rendez-vous/advertenties van de Frankfurter Allgemeine. Maar in dit geval worden de jonge gasten van het Duits bandje Snake - Bite bedoeld die met het album "Weekend" hun opwachting maken opTCY- Records. Een Zwitsers label dat tot stand kwam door toedoen van Diane & Chrigi Bodmer en zich in het verleden reeds verschillende malen in gunstige zin liet opmerken met een pleiade van voornamelijk Russische bands. (oa: Beat Devils, the Phantoms). Denis (vocals & guitar), Daniel (stand - up dums), Tilman (saxophone) en Hannes (double bass) proberen hun weg te zoeken in het neo-rockabilly wereldje. Zij doen ondermeer beroep op Doc Pomus/Mort Shuman klassieker "Teenager in love" , "Just Can't get Enough" van Vince Clark, Bobby Byrd 's "Buzz Buzz Buzz", Steve Bloomfield's "Put the Blame on Me" maar scoren voornamelijk met eigen materiaal. "Banddiktator" Denis Baric is de songwriter van dienst en weet als ervaren hobbyist (music & partys) al dat fraais te verwerken in zijn songs. De titels liegen er dan ook niet om ... "Just Can't Get Enough", "Weekend", "Just for You", "Be your Side". Natuurlijk is het ook in dit wereldje niet altijd rozengeur en maneschijn... "Since you Left Me", "If You're gone", "Put The Blame on Me" ... de traditionele thema's die eigen aan neo - rockabilly iets steviger en met wat meer speed aan de man gebracht worden. Alles netjes omkaderd door de bevallige verschijning van een heuse "Dancing Girl" die luistert naar de naam "Jasmina" (zie foto) en onder hun vijfjes zorgen zij er voor dat je met dit album en vooral live ruimschoots aan je trekken komt . "Wer in Sachen Rock `n Roll und Party unterwegs ist, wird auf einem Snake-Bite Konzert auf alle Fälle seinen Spaß haben..." So long ... Snake - Bite!


 

JOE BLUES & THE BACKSEATDRIVERS
YOU CAN’T BE TOO OLD FOR THE BLUES!
Website: www.joebluesandthebackseatdrivers.com
Email: joeblues@joebluesandthebackseatdrivers.com
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/jbatbd

 

Al van bij de eerste tonen van deze cd heb ik een probleem en dat probleem wordt groter naarmate ik de andere nummers hoor. Neen het is geen probleem met de band of hun muziek maar wel met het feit dat ik er niet dadelijk een stijl kan opplakken. Ik hoor blues, rock, een sax die jazzdeuntjes speelt, bossa nova ritmes enz. Ik durf dus gerust te stellen dat het debuut van deze band geslaagd is. De kritieken liegen er ook niet om, zo kregen ze al lof als best blues beat, best blues bas en best blues vocals. Zeker niet slecht voor een band die bestaat uit vier heren die gewoon hun liefde voor de blues willen delen, met elkaar en met het publiek. Hun site is schaars wat informatie betreft maar hun muziek vertelt me dat deze heren reeds jaren bezig zijn met de blues. Luister maar eens naar bvb ‘Monkeys In A Zoo’ of het vlotte uptempo ‘Backseat Drivers’ . Negen nummers staan er op dit debuut, allen van de hand van Joe Blues aka Keith Boyce en Steve Jones. Joe Blues neemt de vocalen en het gitaarwerk voor z’n rekening en doet beiden doeltreffend. Steve Jones hanteert de elektrische bas en double bass, strak en met mooie loopjes op momenten. Voeg daarbij een strakke drummer genaamd Bill Hoover en ritmisch zit het al helemaal snor. Om het geheel nog wat extra kleur te geven is er nog Jon Nilsen die de tenor – en baritonsax bespeelt. Het titelnummer stuwt op een lekker funky ritme met goed gekozen zanglijnen, alleen had ik graag wat meer interactie gehoord van de sax, het betreft hier tenslotte funky te zijn. Eindigen doen ze met het nummer ‘Gotta Go’ maar wat mij betreft mochten ze nog wel even doorgaan. Verder kan ik enkel zeggen dat dit debuut met brio slaagt.
Blueswalker


MAT GIBSON & THE FALLEN HEARTS
HOME MOVIE
website : www.matgibson.com
email: info@matgibson.com
label: Eigen Beheer
info: www.myspace.com/matgibson
www.cdbaby.com/cd/matgibson2
foto: www.gringomotel.com/lakesidelounge41906.htm


An Englishman in America ... putje winter ... men zou je voor minder gek verklaren. Blijkbaar moet je af en toe gek doen om niet gek te worden en het mooiste voorbeeld van die denkwijze in onze beste vriend Mat Gibson. Alle gekheid op een stokje ... de prestatie van deze singer/songwriter is nog zo gek niet ... het album "Home Movie" is een fraai debuut en wordt door zijn landgenoten van Americana UK dan ook terecht met een hoge score bedacht. De leuke opener "I Don't Think I'd Ever Fall in Love With You Again" doet mij ietwat aan het betere werk van the Waterboys denken en "Tennessee Skies" is zo een aardig ouderwets country walsje met een lekkere huilende pedal steel, een (kermisbal) Hammond orgeltje en prima backingvocals van Brandy Barksdale. "Drive These Blues Away" met dat introotje à "Sylvia's Mother" en "Blue Morning" zijn van die sleeeeeepers die de weg vrij maken voor jeugdheroes: the Burrito Brothers, Gram Parsons, Neil Young ... ze passeren allemaal met "Slow Train", "Lonesome Highway", "Lay Me Down (to rest, to sleep) de revue. "Break My Broken Heart" lijkt mij de ideale song om in aanmerking te komen voor de nieuwe Steve Earle of Buddy Miller, het psychedelische "Endless Motion Picture Show" blijft voor jeugdherinneringen zorgen en het is dan ook niet verwonderlijk dat je dan automatisch met de bonustrack "I'm a Loser" in een tijdperk terecht komt dat beheerst werd door het duo Lennon & Mc Cartney. "Themes of broken homes and failed relationships via way of 70's alt Country/Rock with a touch of Ryan Adams in his vocals and heavy dose of early Bob Dylan in his narratives and storytelling style of writing, as well as a shot of Neil Young mixed in with Ray Lamontagne in the fullness of his overall sound and structure." (Local boy, CD Baby) Inderdaad ... going back in time in the sounds of the nation is the Mat Gibson flashback! Een avondje niet weten wat doen?... Mat Gibson's "Home Movie" in de cd speler!


The Fallen Hearts :
Robert Hann / bass, vocals, Jesse Honig / drums, Dominic Keshavarz / guitar, Daniel King / guitar, Tom Scheponik / Hammond, pedal steel, rhodes, synths.
Guest vocals : Brandy Barksdale & Fred Berman.


 

KIERON Mc DONALD & HIS ROUNDUP BOYS
ISLAND GIRL
website: www.geocities.com
label: Rhythm Bomb Records
info: www.rhythmbomb.com
flatfootshaker@yahoo.com

 

Dat Ralph Braband, de stuwende kracht achter het Rhythm Bomb Record label, een (rockabilly) neusje heeft voor ontluikend talent en gevestigde waarden is algemeen bekend. Met Kieron Mc Donald (Melbourne, Australie) komt een man aan de beurt die in de periode '91-'95 het Europese rockabillywereldje en het Duits bier van dichtbij mocht ervaren. Bij zijn terugkomst in "down under" werd hij de bezieler van the Flat Foot Shakers die een drietal albums op de markt brachten. ("Flatfoot Shakers", "Shakin' Tonight" en "Heeled lovin' Machine"). In September 05 was Kieron van de partij op het High Rockabilly Festival in Spanje en begeleid door "the Nu Niles" liet Mc Donald een onvergetelijke indruk op the big boss van Rhythm Bomb Records. Een uitnodiging om eens een bezoekje te brengen aan de befaamde Lightning Recording Services studio's in Berlijn was het logische gevolg en het resultaat van die noeste arbeid ligt momenteel bij de platen/cd boer. Voor dit buitenkansje dat de titel "Island Girl" meekreeg kroop Kieron liefst dertien maal in de pen, coverde hij de hillbilly classic "49 Women" van Jerry Irbys en mocht hij beroep doen op het huisorkestje the Round Up Boys: Axel Praefcke (lead gt), Ike Stoye (guitar), Torsten Peukert (drums) en Michael "Humpty" Kirscht (double bass). Prima muzikanten die wij onlangs nog tegenkwamen als the Poor Boys bij de opname van Randy Rich's album "By By Mr. Blues" (zie rev. aug '06). Natuurlijk mag je rekenen op een aantal rockabilly boppers, jivers and strollers (pure style 1950's), laat Kieron duidelijk merken dat hij een fan is van de country/hilbilly geluidjes van ondermeer Johnny Horton en laat hij ons met het titelnummer dromen van een Haiwaaise schone gehuld in een fraai strooien niemanddalletje. And when she smiles ... my heart runs wild ... A fantastic voice, intelligent songwriting, a strong backing band and a excellent production ....Hey there all you crazy Cats 'n ' Kittens ... verplichte aanschaf!


SLAPBACK JACK & BAD VOODOO
GRUFF SIDE OF THE BLUES
Website: www.houndawgmusic.com
Email: slapback@houndawgmusic.com
Label: Mojo Blue Records
www.cdbaby.com/cd/sjbv

Deze cd is eigelijk een soort reunie van 2 mensen, Slapback Jack (links) en Bad Voodoo (rechts), die zo’n 30 jaar geleden samen het mooie weer maakten "on stage”. Het heeft wel zo’n jaar geduurd voor de opnames van deze cd. De reden zit hem in het feit dat het muzikale gedeelte opgenomen werd in Eastbourne UK door Bad Voodoo. Daarna gingen de opnames richting Dallas waar Slapback Jack de nummers voorzag van teksten en deze ook inzong. Dan gingen de opnames weer richting UK alwaar nog links en rechts muzikale fill in’s werden toegevoegd. Om dan weer richting Dallas te gaan voor de finale eindmix. In tussentijd hebben de heren via online streaming de songs reeds links en rechts laten beoordelen waarna ze de beste songs op cd branden. Zo zie je maar dat het maken van deze cd een hele klus was. Alles wat je dan ook hoort op deze cd is gedaan door deze twee heren. Wat ik heel positief vind is dat van de meeste songs op deze cd de teksten zijn afgedrukt op de inlay. Slapback Jack beschikt over een wel zeer diepe ruwe stem die in sommige nummers goed tot z’n recht komt maar in andere dan weer niet vind ik persoonlijk. Z’n stem komt lekker over op het nummer ‘Hound Dawg Blues’, een nummer in de oude traditionele deltablues voorzien van lekkere bluesharp en resonatorgitaar. Dat Bad Voodoo niet alleen een heel arsenaal gitaren bezit maar ook nog weet hoe ze te bespelen hoor je dan weer op het instrumentaal nummer ‘Jack’s Shuffle’ met een wel heel merkwaardig einde. Muzikaal is deze cd zeker een aanrader voor de liefhebber van zowel akoestische, telecaster en dobro gitaren. Lekker vettig en met een bluesboodschap is het nummer ‘Gruff Side Of The Blues’. Heerlijk hoe Bad Voodoo hier z’n gitaar laat scheuren. Ook heel verfrissend en aangenaam is het nummer ‘Texas Special 69’. Hier kan je duidelijk horen dat Bad Voodoo iemand is die veel kennis heeft van allerlei instrumenten. Ook al stoort de stem van Slapback Jack me soms, het muzikale aspect zorgt er dan toch maar voor dat de songs overeind blijven. Voor de liefhebbers zou ik zeggen.
Blueswalker


WILLIE NILE
THE ARISTA COLUMBIA RECORDINGS 1980-1991
Website: www.willienile.com
Email: info@willienile.com
Label : Acadia / Evangeline Records
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

Willie Nile is één van die lieden van wie het talent zo apart en opulent (en quirosiet!) aanwezig is, dat je je verbazing, ontgoocheling en niet ingeloste verwachtingen toch steeds weer kon wegslikken als het wéér eens niet lukte: waarom kon deze man zich niet eens met één krakende klap op tafel, één grote glanzende cd, voor heel de wereld waarmaken? Te scherpe produktie, te snijdende songs, te kwaadaardige teksten, te Lourdes op de bergen, te eigenzinnig kortom? Want hoeveel parels hij ook heeft vastgeregen in het oeuvre dat achter hem ligt? maar genoeg ingeleid, u voelt onderhand wel waar dit naartoe wil: Nile, 'approaching sixty from the wrong side'’, heeft met deze respectabele leeftijd in het begin van dit jaar het tijdloze "Streets Of New York" afgeleverd. Een rock-‘n-roll-album, en is ’s mans beste plaat in jaren. Eindelijk heeft Nile de plaat gemaakt die hem de massa voor de voeten kan brengen. Nile zingt beter dan ooit, en dat wil wat zeggen, en dat gouden mes heeft hij dan in een kollektie van de beste songs gezet die hij ooit op een cd heeft samengebracht. Wie deze rootsrocker pas ontdekt heeft met "Streets Of New York", vindt op de dubbel-cd "The Arista/Columbia Recordings 1980-1991" zijn drie eerdere studioalbums, waarvan met name Nile’s titelloze debuut uit 1980 een vergeten klassieker is. Willie Nile werd bijna dertig jaar geleden samen met andere als Bruce Springsteen, Little Steven, Graham Parker of Lou Reed in een hokje geplaatst, maar net als deze heren heeft hij zijn voorliefde voor verschillende muziekstijlen nooit onder stoelen of banken geschoven. Stevige rootsrock met knetterende gitaren vermengt Nile al jaren met punky rock & roll. Wellicht door het feit dat de vorige cd zo goed ontvangen is, dat het befaamde Evangeline Records het oude werk van deze uit New York afkomstige Nile nieuw leven wou inblazen. "The Arista/Columbia Recordings 1980-1991" bevat weerbarstige streetsongs uit "Willie Nile" (1980), "Golden Down" (1981) en "Places I Have Never Been" (1991): heerlijke nummers met sterke teksten, vakkundig gespeeld en lekker direct opgenomen. Wat wil een mens nog meer?


 

BRANDI & THE BADCATS
MAMA ROCK
website: www.brandiandthebadcats.com.au
label: Mustang Records
info: barbmark_ent@optusnet.com.au
reno@brandiandthebadcats.com.au

 

Wie er van overtuigd was dat tribute groepen een Belgisch of Nederlands fenomeen zijn moet ik met deze ontgoochelen. Ook in Australie is het blijkbaar doorgedrongen dat er nogal gemakkelijk poen te scheppen is met zulke activiteiten. Brandi Cerreto kruipt bij haar optredens een uurtje in de huid van Suzy Quatro, een dame die in de jaren '70 nog al wat furore maakt met hits als "Devil Gate Drive", " Can the Can", "Wild One" en net als Suzy is Brandi gehuld in een strak lederen pakje, neemt de vocals voor haar rekeningen en hanteert the slapbass en electric (Fender) bass. Blijkbaar met veel succes want hun agenda puilt uit van de optredens (om: Greazefest, www.greazefest.com) en voor eventuele (Europese) geïnteresseerden is er de mogelijkheid om van haar site enkele nummertjes te downloaden en een video te bewonderen. Wij waren meer onder de indruk van haar debuutalbum "Mama Rock" dat vorig jaar verscheen en Brandi van een gehele andere zijde laat zien en beluisteren. Samen met the Badcats werd er bewust gekozen voor the authentieke '50 sound en de optredens in Japan, de spleetoogjes lusten wel pap van rockabilly/ rock & roll, waren een prima leerschool om ook de Aussies te overtuigen met hun mix van rockabilly, rhythm & blues, rock 'n' roll. Barbeque/party time geblazen en inderdaad ... this little girl goes rockin'! Opener "My Boy Elvis"' (A. Schroeder/c. Demetrius) blijft na al die jaren nog steeds jump, wiggle and shake en wanneer Steve Williams de saxofoon van stal haalt op "this Little Girls Gone Rockin'" (B. Darin/Mann Curtis), "Talk To Me", "The Stroll" ( Otis/Lee), "Mama Rock" wordt de leuze: stoelen en tafels aan de kant . "Oakie Boogie" , "Let's go Downtown" en Janis Martin "Drugstore Rock 'n' Roll" laten er geen twijfel over bestaan ... Brandi & the Badcats mogen dan nieuwkomers zijn in het circuit ... als je Aaron Neville's "How Can I Help But Love You" op je "die" manier durft/kan coveren, met eigen songs als "Chattin'", "He's a Leader", "Dance Teacher" niet moet onderdoen voor het geleend materiaal dan mogen de Aussies een gat in de lucht springen met een bandje als Brandi & the Badcats. Prima band/album!


SHERRY LEA JONES
WOMAN'S WISDOM
website: www.sherryleajones.com
info: sherry@sherryleajones.com
label: Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/sherrylea2
www.songpeddler.com/SherryLeaJones/index.asp

Blijkbaar is er wat vertraging ontstaan bij het uitbrengen van het nieuwste album van Sherry Lea Jones. Gingen wij er van uit dat de opvolger van het schitterend album "River of Love" (zie rev : juni '05) in augustus van verleden jaar zou uitkomen dan zijn wij ondertussen een jaartje ouder en wijzer geworden. Misschien dat Sherry Lea, net als ondergetekende, ook de last van de jaren begint te voelen want stond de voorganger nog bol van pittige gospel, blues, rhythm & blues en met "You Don't Know" zelfs een country ballad die mij nog steeds kippenvel kan bezorgen, dan is van dat fraais is op "Woman's Wisdom" erg weinig terug te vinden. Natuurlijk beschikt de dame nog steeds over een prachtige stem, werd er beroep gedaan op een legertje muzikanten, en zijn de "Mother and Child connection" in het titelnummer (dat ook op "River of Love" verscheen) en de verzuchting "When I want a good man to love me, why does a Bad Boy catch my eye. When I need to meet a man tender and sweet, why do I dream of a guy who'll make a woman cry", de vaststelling "He's a Natural" en een live versie van "Only Love is Real" best te pruimen, het album mist een beetje vaart. De meeste songs zijn erg up to date: "Homeless - mothers, fathers, sons & daughters... will work for food and money", de zoektocht naar "Is That Her?", het besef van "All my life I' ve been waiting for you", de geruststelling "That Daddy Cares", het huizenhoge liefdesverdriet in "Tears Down this Wall" en het geluk dat "broken love can heel with time and space". Laten wij het er op houden dat Sherry Lea Jones met het album "Woman's Wisdom" gemikt heeft op een publiek dat in de donkere weemoedige herfstdagen een beetje nood heeft aan een stevige schouder, een lief woordje en vooral begrip voor dat wezentje dat om onverklaarbare redenen wel eens met zichzelf in de knoop geraakt.


BLUE PLATE SPECIAL
CAN YOU DIG IT
Website: www.blueplatespecialband.com
Email: info@blueplatespecialband.com
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/blueplate


Al dadelijk bij het eerste nummer valt me op deze band hun affectie voor Jimi Hendrix niet onder stoelen of banken steekt. En daarmee weet je ook al meteen een beetje de stijl van dit trio. Juist ja, powerblues met vooral veel ruimte voor de gitaar en wahwah toestanden. Het feit dat deze drie heren al zo’n 30 jaar stand houden betekent dat ze beslist weten waar Abraham de mosterd vandaan haalt en dat ze voldoende inspiratie hebben om knappe composities te maken. Neem een strakke drummer, voeg daar een vlotte bassist aan toe en meng dit geheel met krachtige fendergitaar en je hebt de muzikale formule voor deze band bereikt. Veertien nummers telt deze cd waarvan de laatste twee covers zijn en daar wringt het schoentje voor mij. Als je zoals deze heren 12 klasse eigen composities kan neer zetten zie ik niet in waarom je een poging moet doen Joe Cocker te evenaren met de nummers ‘Unchain My Heart en ‘Have A Little Faith’. Dat je deze nummers live ten gehore brengt daar kan ik nog best mee leven. Voor liefhebbers van het uit Engeland afkomstige The Hamsters is deze cd zeker een aanrader. Toevallig spelen ze beiden ook de song ‘Rocket In Your Pocket’ en beide bands beweren de song geschreven te hebben. Van wie het nummer nu is laat ik in het midden, ik wil wel vertellen dat ik beide versies meer dan geslaagd vind. Bikers, deze band brengt zeker en vast sfeer op jullie feestjes.