ARCHIEF 2004 - JANUARI 2005 - FEBRUARI 2005 - MAART 2005 - APRIL 2005 - MEI 2005
JUNI 2005 - JULI 2005 - AUGUSTUS 2005
RICHARD THOMPSON - ERIC CLAPTON - LISA NOVAK - JOSEPH ARTHUR- MARK BILYEU - VOLEBEATS - CARY SWINNEY - FRONTIER INDEX - ARTHUR GODFREY - BILL ISBELL - ELVIN BISHOP - CINDY BULLENS - JOSHUA DAVIS - MAURICE MATTEI - LAURA VEIRS - AMY MARTIN - JORDAN CHASSAN - ORIGINAL MOTION PICTURE SOUNDTRACK: A LOVE SONG FOR BOBBY LONG - DAVID MCCORMACK AND THE POLAROIDS - ROB RUSSELL & THE SORE LOSERS - KIM CARNES - THE LEFT HAND SET - CLIFFORD - MISS LESLIE & HER JUKE - JOINTERS - STRAW DOGS - SAM SHINAZZI - LOS TWANG! MARVELS - ALASTAIR MOOCK - THE MIXED REVIEW - THE LAZY JUMPERS - KEVIN DEAL BAND - JOHNNY FLOOR & THE WRONG CROWD - HALF KNOTS - HANK SHIZZOE & THE DIRECTORS - FOGHORN STRINGBAND - VARIOUS ARTISTS: THE Q PEOPLE - THE TEMPERANCE UNION - ANDY ' S AUTOMATICS - ANNIE MOSHER - R.L. BURNSIDE - SHEMEKIA COPELAND - ROD PIAZZA & THE MIGHTY FLYERS - DENNIS CLIFTON - TERRY EVANS - CARRIE NEWCOMER - ANDY TANAS - MARIA MULDAUR - NO BLUES - MIKE MAVES - DAR WILLIAMS - DALE WATSON AND HIS LONE STARS - ROGER DEAN YOUNG & THE TIN CUP - TIM O'BRIEN - THE TENNESSEE BOYS - ARSEN ROULETTE - DYZACK - JOHN WILLIAMSON - NICKEL CREEK - KENT McALISTER AND HIS BAND - KIMMIE RHODES - JOE CRUZ - MAGIC SLIM & THE TEARDROPS - KARL BROADIE - DARRELL SCOTT, DANNY THOMPSON & KENNY MALONE - RENEE AUSTIN - MIRACLE MILE - SWEET SUNNY SOUTH - LORNA - KATE CAMPBELL - QUINCY - DAN PHELPS - OTIS CLAY - GREG KOCH - JOSH LEDERMAN Y LOS DIABLOS - THE GRYFFYN BAND - MEASURED CHAOS - SHANNON MCNALLY - EDDIE TURNER - LISA CEE - TOMMY CASTRO - LES SMITH - TRICKBAG - KAREN COLLINS - LEON REDBONE - MJ. TORRANCE - CHICAGO BLUES HARMONICA PROJECT - POPA CHUBBY - ED BENTLEY - ROSE CITY KINGS - DANNY SCHMIDT - THE KENNEDYS - VAN WILKS - WINK KEZIAH - TOMMY Z - BUFFALO CREEK
RICHARD
THOMPSON
FRONT PARLOUR BALLADS
Website : www.richardthompson-music.com
Label : Cooking Vinyl
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
BIO:
Zeg nou eens eerlijk: hoeveel artiesten zijn er, die briljant met een instrument
zijn en ook nog eens prachtige liedjes kunnen schrijven? Bob Dylan is beduidend
beter als songschrijver dan als gitarist en bij Eric Clapton is dat andersom.
Om maar te zeggen dat Richard Thompson (gitaar, zang) van een zeldzaam soort
is. Hij staat als 17-jarige aan de wieg van Fairport Convention, welhaast
de eerste folkrockband aller tijden. Maar vooral onder zijn eigen naam heeft
hij zijn sporen verdiend, eerst nog met vrouw Linda en later solo. Hij is
vanwege zijn originele stijl, uiteindelijk is hij zo’n beetje de eerste
die folk en rock op een effectieve manier weet te mengen, toonaangevend
op zowel elektrische als akoestische gitaar. Daarbij weet hij veel emotie
in zijn gitaarspel en zijn geraffineerde songs te leggen. Die songs zijn
kwetsbaar en vaak somber, maar nooit wanhopig. Ze gaan nogal eens over mislukte
relaties en verloren liefdes, maar ook sociaal bewogen nummers tot zijn
repertoire, net als uitbundige folkrock. Dit alles brengt hij met donker
soort humor, waarin een flinke peut zelfspot niet wordt geschuwd. En zijn
muziek klinkt bovenal heel Brits. Zijn staat van dienst met Fairport Convention
is al behoorlijk, maar een echte klassieker, "I Want To See The Bright
Lights Tonight", neemt hij in 1973 op met Linda Peters, met wie hij
dan een jaar getrouwd is. Kort daarna verschijnen "Hokey Pokey"
en "Pour Down Like Silver" die elk ook een aantal prachtsongs
bevatten. In 1975 sluiten ze zich aan bij een islamitische gemeenschap,
wat hun productiviteit niet ten goede komt. Sterker nog, het is wanneer
hun relatie in 1982 op de klippen loopt dat ze hun beste plaat opnemen:
"Shoot Out The Lights". Door de indringende sfeer lijkt dit een
bittere echtscheidingsplaat, maar eigenlijk is het grootste deel van de
songs een tijd eerder geschreven, toen alles nog koek en ei was bij de familie
Thompson. Richard Thompson gaat solo verder en komt in 1983 met het fraaie
"Hand Of Kindness". Een jaar later verschijnt de solo-akoestische
live-plaat "Small Town Romance", een prachtige bloemlezing uit
zijn werk tot dan toe. In de jaren daarna brengt hij een aantal onopvallende
platen uit. De revanche komt in 1991 met het minder folky, maar ijzersterke
"Rumor And Sigh", waarin zijn muzikale veelzijdigheid en songschrijfkunst
opnieuw perfect tot hun recht komen. De opvolgers, "Mirror Blue",
"You? Me? Us?" en "Mock Tudor" zijn iets minder, maar
bepaald niet misselijk. In 1993 verschijnt het carrière-overzicht
"Watching The Dark", een schitterende mix van bekend en onbekend
werk. Opmerkelijk is ook "Industry", een plaat over de ondergang
van Engeland als industriële natie, die hij samen met bassist Danny
Thompson opneemt. En om duidelijk te maken dat hij nog steeds meetelt, haalt
hij op "The Old Kit Bag" (2003) het niveau van pakweg "Rumor
And Sigh" nog een keer en prezen we Thompsons pezige stem, zijn opmerkelijk
gitaarspel, zijn bedachtzame, met (zelf)ironie doorspekte teksten. Kortweg:
Al een dikke dertig jaar verwent deze sympathieke Brit ons met prachtige
folkrock, met op de laatste paar platen een behoorlijk poppy inslag. Een
fraaie karakteristieke stem, intrigerende songs, wonderschoon gitaarspel,
wat wil de modale popliefhebber nog meer?
FRONT PARLOUR
BALLADS:
Richard Thompson is zowel wat betreft muziek als uitstraling uitermate Brits: op de hoes van zijn nieuwe album "From Parlour Ballads" poseert hij nog met zijn geliefde Telecaster. Verwarrend, want deze plaat is nou net waar sommige fans al jaren op zitten te wachten: een (bijna) volledig akoestisch album met allemaal eigen liedjes. Zijn vijftiende soloplaat is het alweer.Thompsons wortels liggen in de Britse folkrock, en dit hoor je goed in de luisterliedjes die hij tegenwoordig maakt. Thompson staat bekend als meesterlijk gitarist - zowel in akoestische folk als lange elektrische solo's weet hij de weg. Daarnaast staat zijn kunnen als songschrijver buiten kijf. Hoewel commercieel succes nooit voor hem weggelegd is geweest, laten zowel collega's (R.E.M., Beck, Bonnie Raitt) als critici zich steeds lovend over hem uit. Op z’n 56e heeft Thompson plots een productieve opleving: dit jaar verschenen er al twee live-DVD’s en een live-cd en volgend jaar komen daar nog een cd en een box bij. Het afgelopen jaar nam hij in verloren uurtjes "From Parlour Ballads" op, in z'n eentje in zijn huisstudio en reeds bij een eerste beluistering blijkt dat hij bovenal een begiftigd verteller van verhalen is. Des te tragischer zijn ballades, met des te meer compassie hij ze neerzet. Verder horen we hier en daar nog een instrument, als een tweede gitaar, mandoline, accordeon en liet Debra Dobkin percussie spelen op twee nummers. Met in de opzwepende opener "Let it blow" het verhaal van het gruwelhuwelijk tussen een oude beroemdheid en een secretaresse uit Nieuw-Zeeland. Thompson zingt vol empathie over echtelijk bedrog in "Should I Betray" en verval in "Let It Blow", maar evenzeer over het mistroostige vrijgezellenbestaan in "A Solitory Life" en over een wraakoefening "When We Were Boys at School". Bitterheid overheerst, hoop komt slechts heel af en toe om de hoek kijken. Kortweg: Naar eigen zeggen zijn deze nummers in de loop van de tijd geschreven, maar dit is zeker geen restmateriaal, eerder alle dertien goed! Thompson is op z’n best: folky songs met slimme teksten, die wat sfeer betreft wisselen tussen somber, geestig, cynisch en romantisch. Wat creativiteit betreft is Richard Thompson dus nog lang niet opgebrand en daar zijn we best blij mee.
ERIC
CLAPTON
BACK HOME
www.claptononline.com
www.ericclapton.com
Label : Reprise Records
Distr.: Warner Music
www.warnermusic.com
Na Layla & Other Assorted Lovesongs was Eric Clapton uitgewoond, had een dikke verslaving opgelopen en het was dan ook niet zo gek dat voor zijn leven werd gevreesd. Na uit het dal te zijn geklommen nam hij "461 Ocean Boulevard" op, een plaat die door de jaren heen bleek te behoren tot Claptons beste. Een plaat die zich vooral kenmerkte door de afwezigheid van flamboyante solo’s en zwaar gitaargeweld. "461 Ocean Boulevard" was veelmeer een ingetogen, vooral akoestisch gerichte plaat, maar is steeds een van mijn lievelingsplaten gebleven. Na "From The Cradle" (1994) kwam er nog wel een samenwerking met B.B. King op het snel in elkaar geflanste maar zeker zeer smakelijke "Riding With The King". Op zijn laatste album "Me And Mr. Johnson" had Clapton veertien tracks opgenomen van Robert Johnson, de man die hem uitdaagde om gitaar te gaan spelen. Dit leverde een zeer geslaagde plaat op en was meteen een ode aan een van de grootste vernieuwers in de bluesmuziek. Ondertussen heeft het bijna vijf jaar geduurd, maar eindelijk verschijnt er nieuw oorspronkelijk werk van Clapton, die draagt als, toepasselijke titel "Back Home". Meer dan een jaar geleden vonden de eerste opnamen ervan plaats. Zo kreeg de cd tussen concerten en familieverplichtingen door vorm. De inhoud: muziek voor diverse smaken, vervat in twaalf tracks, waaronder vijf composities van albumproducers Eric Clapton en Simon Climie. Eén van die nummers is "Revolution", de eerste single van het album. "Back Home" is overduidelijk een terugkeer naar meer gestileerde en meer pop- en radiovriendelijke composities, in tegenstelling tot het bluesrepertoire dat hij de voorbije jaren vooral speelde. Reggae, blues of ballad: Clapton is van alle markten thuis en dat laat hij wederom horen. Titelsong "Back Home" riekt naar country, terwijl de soul vertegenwoordigd is in "Love Don’t Come To Nobody", uit het songbook van The Spinners en "I'm Going Left", een succes van soullegende Stevie Wonder en Syreeta Wright, stoelt op prima backings en blazers met voldoende ruimte voor de gitaar en de groove is aanstekelijk over heel de lijn. Andere verrassing is ook "Love Comes To Everyone" een klassieker van George Harrison, door Clapton op gedreven wijze en met een grote dosis ‘soul’ gebracht, maar vooral is het een mooie ode aan zijn vriend George en ook hier hoor je onder de noten het verdriet. Ook de begeleidingsband van Clapton is sensationeel. Met goede bekenden als Billy Preston, Steve Winwood, John Mayer, Chris Stainton en Stephen Marley. Kortweg: De eerste tonen van de cd maken duidelijk dat Eric Clapton een frisse, vrolijke cd heeft afgeleverd. Clapton klimt weldegelijk uit het dal. Na het absolute dieptepunt Pilgrim kon het eigenlijk alleen maar beter gaan. Clapton is op zijn sterkst wanneer hij de pure emotie in muziek omzet. Veel echte blues en lange solo's hoef je niet te verwachten. Natuurlijk is de muziek van Clapton met de jaren wat gezapiger geworden maar hij zit met "Back Home" toch redelijk aan de goede kant van de streep. ‘Meegegroeid met zijn publiek’ zoals dat zo mooi heet. Ik heb het niet zo op producer Simon Climie die mijns inziens Clapton zelden laat vlammen, ik hoor liever Ted Templeman of Tom Dowd, maar ik moet bekennen dat hier een mooi eindproduct tot stand is gekomen dat rijpt bij elke keer draaien en dat wel eens uit zou kunnen groeien tot een tijdloze plaat.
TRACKS:
"So Tired" (Eric Clapton, Simon Climie)
"Say What You Will" (Eric Clapton, Simon Climie)
"Going Left" (Stevie Wonder, Syretta Wright)
"Love Don't Love Nobody" (Joseph Jefferson, Charles Simmons)
"Revolution" (Eric Clapton, Simon Climie)
"Lost And Found" (Doyle Bramhall II, Eric Clapton, Jeremy Stacey)
"Heaven" (Doyle Bramhall II, Suzanna Melvoin, Mike Elizondo)
"Love Comes To Everyone" (George Harrison)
"One Day" (Vince Gill, Beverley Darnell)
"One Track Mind" (Eric Clapton, Simon Climie)
"Run Home To Me" (Eric Clapton, Simon Climie)
"Back Home" (Eric Clapton)
LISA
NOVAK
TOUGHER SKIN
website : www.lisanovak.com
label :Eigen Beheer
info : lnovakbh@aol.com
www.cdbaby.com/cd/lisanovak
Singer/songwriter Lisa Novak (Houston TX, ex frontlady Big Holiday) krijgt
ondanks lovende kritieken en een waslijst van titels en awards (Best folk
/ Acoustic 2004, Best unsigned band Bilboard Magazine, nominatie voor 'Song
of the Year '02' , nominatie voor de beste pop/rock/folk band 1995 - 2000
in Houston) de grote doorbraak niet verwezenlijkt. Zelfs met optredens op
het vermaarde SXSW festival Austin Texas, in het Bluebird Cafe Nashville
en een viertal albums op de markt blijft het ergens schipperen tussen yes
en net niet. Of het met dit album gaat lukken en Lisa haar kapsalon in de
trendy omgeving van Montrose (All Decked Out Hair Salon) kan overlaten om
zich fulltime in het muziekwereldje te storten blijft nog een vraagteken.
Het klinkt allemaal erg radio vriendelijk, de elf zelfgepende songs hebben
een hoog pop/rock gehalte die soms overhellen naar moderne folk/twangy roots/rock
maar het blijft mij opzadelen met een tweeledig gevoel. Zo is opener "The
Hard Way" best wel leuk en haar verzoek om te blijven luisteren ("Stay")
willigen wij graag in en wanneer Kristen Jensen met haar viooltje de gemoederen
wat komt beroeren in "Taken Apart" en "Cry Again" (perfecte
song om met een harmonica te openen) lijkt het wel of Lisa gekozen heeft
voor een voorzichtige permanent/brushing met een Americana kleurshampoo.
Onmiddelijk komen de gedachten op om het mooie kind stevig aan onze/hare
boezem te drukken ("Someone to Hold") en haar welkom te heten
in het Rootstime huishouden. Wanneer Mark Zeus ook nog eventjes langskomt
met zijn mandoline in de songs "World Gone Wrong" en "Close
As I'll Ever Be" kan de pret niet op en raken wij meer en meer overtuigd
van Lisa's vocale kwaliteiten. Een beetje jammer dat zij niet resoluut kiest
voor het roots/Americana wereldje en zij de pop/rock toestanden in haar
songs terzijde laat, het zou haar een plaatsje kunnen opleveren tussen Catie
Curtis, Lucy Kaplansky, Cindy Bullens. Het zou dit album een sterretje meer
opleveren en mij doen overwegen om van kapper te veranderen .... alleen
boenen graag!
JOSEPH
ARTHUR
OUR SHADOWS WILL REMAIN
Website : www.josepharthur.com
Label : 14th Floor Recordings
Distr.: Warner Music
www.warnermusic.com
Drie geprezen, maar matig verkochte albums leverde Joseph Arthur reeds af. En zoals dat in zijn geboorteland te doen gebruikelijk is, laat de Amerikaan zich in het eerste niet hinderen door het laatste. Een zekere innerlijke noodzaak zal hem drijven. Afgezien van de onontbeerlijke zelfonderzoekende instelling, is Arthur ook behept met een zucht naar zingeving, iets waar zijn albumtitels van getuigen: "Come To Where I'm From" (1998), "The Redemption's Son" (2002) en nu weer het mystiek getitelde "Our Shadows Shall Remain". Voor dit album koos hij voor een onafhankelijke route. Vandaar ook dat de cd pas een half jaar na zijn Amerikaanse release de oversteek naar Europa heeft gemaakt en het zou beslist zonde zijn dit bijzonder moedige en muzikaal rijke muziekstuk te negeren, en dat dachten ze ook bij Warner Music. Joseph Arthur is een paar jaar geleden ontdekt door Peter Gabriel en maakte tot dusver drie opvallende en bovendien totaal verschillende cd’s, maar zijn nieuwe cd, "Our Shadows Will Remain", overtreft Arthur zijn vorige cd’s vele malen. Net als zijn voorgangers valt ook op deze plaat op door een enorme gevarieerdheid, pikzwarte teksten en vooral een bijna griezelige intensiteit. Alles wat Arthur aanraakt, of hij nu schildert, beeldhouwt of musiceert, lijkt te veranderen in een obscuur, maar obsederend kunstwerk. Voor het maken van zijn muziek gold dat zeker voor zijn laatste album, hierop bleef de singer-songwriter met grimmige en alternatieve composities dichtbij zijn muzikale roots. Kosten noch moeite zijn gespaard om dit album een opvallend geluid te geven en dat is gelukt. Hele bataljons strijkers worden afgewisseld met (akoestische) alternatieve rock, elektronische pop, spacerock en gospel tot "Our Shadows Will Remain" een rimpelloos geheel rijgt. Arthur’s zeer doordringende stem doet de rest, een stem die beurtelings herinnert aan Thom Yorke, Smokey Robinson en Bruce Springsteen. Arthur is een volbloed rock 'n' roll-muzikant die stilistisch zoveel mogelijk buiten vertrouwde lijnen probeert te kleuren en zijn moderne troubadourinborst alle ruimte geeft. Zo vallen "Stumble And Pain"of het spookachtige "Wasted" stijlvol over een industriële triphop beat zonder hun snedige rockkarakter te verliezen en stoelt "Even Tho" op bescheiden symfonische bijdragen van het Prague Philharmonic Orchestra. In het ijskoude openingsnummer "In Ohio" laat Arthur, zelf geboren in de staat, er dan ook weinig twijfel over bestaan: "In Ohio, you were born/You will die alone". Waarna het een hele plaat hemels schipperen blijft tussen scherpe bitterheid en lieftallige, hartverwarmende naïviteit. Luister bijvoorbeeld met opgetrokken knieën naar het met Praagse violen begeleide "Echo Park" en kweek instant kippenvel. De single "Can't Exist" behandelt de onmogelijkheid om zonder iemand te leven. Of naar het einde, waar de complete k.o. wacht in de vorm van een magistrale song, "Leave Us Alone", is een superieure climax aan het eind van deze wonderlijke trip. Joseph Arthur wordt met alles en iedereen vergeleken, maar deze vergelijkingen snijden maar zelden hout. De raakvlakken met Jeff Buckley of Elliott Smith zijn aanwezig maar Arthur gaat dieper wanneer we spreken over het in kaart brengen van een emotioneel exorcisme. De vergelijking met de geweldige cd’s die zijn mentor Peter Gabriel aan het eind van de jaren 70 en begin van de jaren 80 maakte is wat ons betreft nog het treffendst. Kortweg : Voor traditionele singer-songwriter fans zware kost. Rauwe composities met een geweldig mooie treurigheid. In emotioneel en ideeën- en vaktechnisch opzicht derhalve indrukwekkend. Door de intensiteit van de nummers, en Arthur’s gave om de muziek te laten laveren tussen dromerig en troosteloos levert de eigenzinnige kunstenaar wederom prachtwerk af waarin Arthur moeiteloos rock, pop, folk en een tikkeltje elektronica mengt en dit alles afwerkt met een verzorgde productie.
MARK
BILYEU
FIRST ONE FREE
website : www.markbilyeu.mayapplerecords.com
label : MayApple Records
info : www.mayapplerecords.com
Liz Lairmore (liz@mayapplerecords.com)
www.bigsmithband.com
www.cdbaby.com/cd/bilyeu
Als frontman
van de Ozark family band Big Smith (zie rev. Nov 04 album : Big Smith),
een band die voornamelijk aktief is in het akoestische hillbilly/bluegrass
wereldje, besloot Mark Bilyeu het eens over een andere boeg te gooien en
met het album "First One Free" een meer country-folk-rock richting
te varen. Samen met de ex leden van Blue Mountain (gitarist Cary Hudson
en drummer Ted Gainey), lap steel gitarist Max Williams en bassist Bill
Thomas is Mark Bilyeu (electric & acoustic gt, vocals, harmonica, piano
& orgel) erin geslaagd om met dit album de kassa ("Money")
van May Apple Records te laten rinkelen. "Don't Need So Much",
inderdaad, ondergetekende ook niet, maar zulke songs mogen zij mij ieder
uur van de dag serveren en werd dan ook terecht gekozen als promotie singel
voor dit album. Al gaat mijn persoonlijke voorkeur uit naar de Tex Mex van
"It"s Gonna Be Easy" (Atwood Allen), onsterfelijk gemaakt
door Dough Sahm op zijn album Dough Sahm & Band, de rockertjes "Brady
and Duncan", "Backwater" (lijkt mij nog iets voor Fogerty)
of het lap steel pareltje "Home in the Country". Bovendien gaat
Mark Bilyeu nog een stapje verder met "Burn Brightly" waar de
gitaartjes, mondharmonica en de keyboards een gezellig bluessfeertje creëren.
Met de intro à "Jean Genie" (David Bowie) op "Budgeted
Time" gaat hij zelfs stevig de rock toer op en met zijn "Antique
Dreams" weet hij een lekker retro gevoel op te wekken dat je krijgt
als je het materiaal van The Band nog eens uit de kast haalt en op de draaitafel
zwiert. Als dit album maar geen familie drama's gaat veroorzaken want het
is heel goed mogelijk dat Mark Bilyeu het voor bekeken houdt met zijn broertje
en neefjes van Big Smith ... "Tear off the cellophane, open the jewel
case and enjoy one of the best records of the year" (www.beingtheremag.com).
VOLEBEATS
LIKE HER
Website : www.volebeats.com
Email : info@volebeats.com
Label : Turquoise Mountain Records
www.turquoise-mountain.com
Distr.:Rainbow Quartz
www.rainbowquartz.com
tq@rainbowquartz.com
The Volebeats zijn van alle markten thuis en worden in de Verenigde Staten al enkele jaren gerekend tot de crème de la crème van de alt-country en vaak in één adem genoemd met bands als The Jayhawks, Whiskeytown en Wilco. Bovendien kent de band in de persoon van Ryan Adams een van haar trouwste fans. In onze Lage Landen is de band, ondanks onze liefde voor alt-country, helaas nog altijd volslagen onbekend. Zes prima cd's konden daarin geen verandering brengen, maar wellicht lukt het nummer zeven, want "Like Her" is misschien wel de beste cd van The Volebeats tot dusver. "Like Her" volgt op het tussendoortje Country Favorites (2003) en Solitude (2000), waarin zij indruk maakten door de Calexico-achtige woestijnsound. De toon van dit intrigerend album : het afwisselen van meeslepende ballads en broeierige instrumentals maakten van deze cd een verslavende schijf. Opvolger "Mosquito Spiral" was geheel anders: mooie koortjes, een Byrds-achtig gitaartje en een hemelse melodie. En nu komt het mooie: het nieuwe album "Like Her" zet deze lijn voort! Pure pop in de beste Byrds-, Big Star-, dB's-traditie. Als je niet beter wist, zou je denken naar een 'best of' van een vergeten bandje te luisteren. Op "Like Her" stappen The Volebeats resoluut af van de pure alt-country die de band een paar jaar geleden maakte en begeeft de band zich regelmatig op het terrein van de psychedelische pop. Een aantal leden van The Volebeats speelt ook in de inmiddels redelijk succesvolle band Outrageous Cherry en dat is te horen. Het resultaat is een cd, die flarden alt-country, psychedelica, west-coast, rootsrock en pop weet te combineren tot een buitengewoon aanstekelijk eigen geluid. Het is net of The Volebeats vroeger nimmer de perfecte popplaat hebben gehoord en het dus zelf maar eens proberen. En daar slagen ze met sterke composities en zang van Jeff Oakes en Matthew Smith, samen met catchy refreintjes behoorlijk goed in. Het is absoluut tijd voor de doorbraak van deze band uit Motor City Detroit. Ben benieuwd wat de heren hierna gaan doen, ik vermaak me voorlopig in elk geval prima met deze zonnige gitaarplaat.
CARY
SWINNEY
BIG SHOTS
Website : www.caryswinney.com
email : trycary@aol.com
label : Johnson Grass / BMI
www.cdbaby.com/cd/caryswinney
Een Amerikaan, sterker nog een Texaan, die er aan twijfelt of God bestaat. Bestaat die tegenwoordig nog? Je zou bijna zeggen van nee, uitgestorven. Maar echt hij bestaat, en hij heet Cary Swinney. Zoals Buddy Holly een van de eersten was die de blanke Rock'n Roll introduceerde in Amerika, zo is het Cary Swinney die het nadenken weer populair dreigt te maken in dat maffe land vol idioten en altijd wel aan iets verslaafden. En allebei komen ze uit Lubbock, weggedrukt in het uiterste Westen van Texas, ver van waar ze je voor vol aanzien. Cary Swinney is behalve een subliem singer-songwriter, gezegend met een prachtig veelzijdig stemgeluid waarmee hij behalve laag ook behoorlijk hoog kan zingen en afwisselend heel mooi ingetogen, maar ook rauw kan klinken. Mede ook door de arrangementen en instrumentatie doet Swinney's muziek bij tijd en wijlen denken aan Guy Clark, Steve Earle, Kris Kristofferson en zelfs af en toe aan een ingetogen John Prine. Na "Human Masquerade" (1997) en "Martha" (2000) is "Big Shots" zijn derde album waarvan de teksten, muzikale aankleding, zang en melodiën naadloos op elkaar aansluiten en elkaar aanvullen. Dit album is een prachtig afwisselend album met melodieuze fraaie liedjes waarin hij spottend commentaar geeft op allerlei misstanden op godsdienstig en politiek gebied. Vooral rechts Amerika krijgt er van langs. Maar hij slaat niet wild om zich heen. Het gaat alles gepaard met een oprechte bezorgdheid, en toch ook met een flink gevoel voor humor. De nummers op "Big Shots" zijn stuk voor stuk prachtige verhaaltjes op zich. Van de eerste old-time en bluegrass "Noah’s Ark" song over de ingetogen Americana -uitschieters "A Hero On A Square" en "Livin’ In My Head" tot het laatste juweeltje "Galileo, Charlie and Thom". Wanneer we Cary Swinney met één iemand moeten vergelijken komen we toch uit bij John Prine, maar "Big Shots" klinkt anderzijds zo uniek dat we Cary Swinney eigenlijk niet met anderen moeten vergelijken. Wat ons betreft nu al een van de grote sensaties van 2005!
FRONTIER
INDEX
Website : www.frontierindex.net
Email : info@frontierindex.net
Label : Rainbow Quartz Records
www.rainbowquartz.com
tq@rainbowquartz.com
We worden
soms moedeloos van al die alt-country promo's. Is het wat?, is het niks?,
voegt het iets toe? Het ene na het andere schrijfje verdwijnt in de cd-speler
en niet veel later in de anonimiteit. Soms vraag je je af waar je het voor
doet en of het allemaal wel zin heeft. Misschien halen de grote platenmaatschappijen
wel gewoon de krenten uit de pap en zijn we naar iets op zoek dat helemaal
niet bestaat. Sombere gedachten die als sneeuw voor de zon verdwenen toen
de eerste noten van Frontier Index met hun gelijknamige cd uit de speakers
kwamen. We wisten het direct! Dit is zo'n cd waarvoor we het allemaal doen.
Een cd die op het eerste gehoor meer voor de moderne altcountry-liefhebber
is weggelegd. Frontier Index hun muziek is stevig verankerd in de tradities
van de country-rock, maar ook zijn ze niet vies van een dampende portie
rock 'n roll. Wanneer je "Frontier Index" wat vaker hoort valt
op dat deze jonge band bestaande uit Cory Hemden (gitaar), John Hunter (gitaar),
Matt Francis (bas) en Mick Jackson (drums), niet alleen haar klassiekers
kent, maar ook met beide benen in het heden staat. De muziek van deze band
uit Toronto, Canada klinkt bij vlagen misschien wat traditioneel, maar onderhouds
broeit de muziek van het heden. Een brug tussen heden en verleden die tot
dusver alleen door de allergrootsten gebouwd kon worden. Uncle Tupelo deed
het, Whiskeytown deed het, Richmond Fontaine doet het en ook Frontier Index
slaagt er op hun debuutalbum glansrijk in. Liefhebbers van meer eigentijdse
alt-country zullen deze geweldige cd snel in hun harten sluiten! Frontier
Index is een bijzonder aangename verrassing. Wij zijn er diep van onder
de indruk en moeten ons best doen om zo af en toe ook nog eens wat anders
op te zetten.
ARTHUR
GODFREY
AMEN
website : www.arthurgodfreyonline.com
info : arthur@arthurgodfreyonline.com
label : Stampman Records
www.cdbaby.com/cd/godfrey4
De kinderen
en het vrouwtje de deur uit, verhuist naar Santa Cruz (California), zijn
job bij de US. Postal Service vaarwel gezegd ... niemand die Arthur Godfrey
nog voor de voeten loopt om deel uit te maken van het Americana singer/songwriters
wereldje in Boston. Blijkbaar met succes want met de songs "Simple
Man" en "Amen " won hij in 2001/2003 de hoofdprijs (20.000
dollars) in de categorie folk (John Lennon Songwriting Contest), mocht hij
optreden in The Rock & Roll Hall of Fame in Cleveland, was hij betrokken
bij een educatief project om studenten wegwijs te maken in de muziek en
werd hij één van de beste vrienden van Sean Penn. Momenteel
verblijft hij in Nashville en samen met een keur van muzikanten Dale Ockerman:
Keyboards, (The Doobie Brothers) / Norton Buffalo: Harmonica, (The Steve
Miller Band) / Pat McInerney: Drums & Producer, (Nanci Griffith) / Michael
Rhodes: Bass, (The Notorious Cherry Bombs) / Bob Britt: Electric Guitar,
(Bob Dylan, The Dixie Chicks) / Jimmy Norris: Drums, (Lacy J. Dalton &
The Dalton Gang) en Craig Owens: Bass, (Lacy J.Dalton & The Dalton Gang)
besloot hij om een aantal songs die al eerder het daglicht zagen opnieuw
op te nemen. "The songs have to speak for themselves " A singer/songwriter
has to have songs that folks want to hear, or you're dead before you start."
Met zijn bluesy akoestische gitaar/het smoelschuivertje van Norton Buffalo/het
schitterend Hammond orgeltje van Dale Ockerman als voornaamste hulp krijgt
zijn storytelling, waarbij delicate onderwerpen als zijn echtscheiding en
het sexueel misbruik van kinderen niet geschuwd worden, nog meer diepgang.
Een stem die ergens zweeft tussen Springsteen, Tom Waits, Bob Dylan, songs
about life and surviving ... you'll recognize the soul of a poet.
BILL
ISBELL
THE GOOD WOMAN WALTZ
website : www.billisbell.com
label : Eigen Beheer
info : www.cdbaby.com/cd/billisbell
www.mytexasmusic.com/deadprophets/deadprophets.html
Als ik mij
niet vergis maakt (e) Bill Isbell deel uit van The Dead Prophets / the Flying
Lenny's en is hij met "The Good Woman Waltz" toe aan zijn eerste
Americana / folk release. Van punker naar singer/songwriter en met songs
als "The Train song" (een rockertje à Charlie Daniels),
titelnummer "The Good Woman Waltz" (een gezellig oudbollig country
barroom walsje), fiddle & pedal steel op "Watch Over Me",
de country blues shuffle van "I Want to Know" en de Southern gospel
met de old style clap-a-long in "This River is My Friend", al
aardig thuis in het Americana/roots wereldje. Met "Mama Said"
maakt hij een pop schuivertje maar het prima piano getokkel van producer
Matt Wilder laat ons toe om een oogje/oortje dicht te knijpen. Want met
"All Comes Down" loopt Bill Isbell al gauw terug in het gareel
en slaagt hij er in om zelfs wat U2 en Coldplay geluidjes in zijn songs
te mixen. Fraaie prestatie, niet in het minst door de medewerking van ondermeer
levende legende Jerry Kimbrough (electric & acoustic guitar), Russ Pahl
(pedal steel), Jenee Keener (fiddle), Steve Brewster (drums & percussie).
Met dit album wordt een andere kant belicht van een artiest die volgens
mijn bescheiden mening wel eens zijn "ding" kon gevonden hebben
in het Texas/Nashville gebeuren.
ELVIN
BISHOP
GETTIN' MY GROOVE BACK
www.blindpigrecords.com
info@blindpigrecords.com
Distr.: parsifal
www.parsifal.be
Elvin Bishop is altijd al één van mijn favoriete artiesten
geweest en met zijn pas verschenen album "Gettin’ My Groove Back",
komt daar zeker geen verandering in. Zijn grote gitaar riffs ('finger-licking
slide gitaar') en zijn humor gaven aan al zijn albums iets speciaals. Op
zijn nieuwe plaat zijn sommige songs meer uitgewerkt dan op zijn vorige
platen. En hiertoe had hij zeker reden toe want zijn dochter en ex-vrouw
zijn enkele jaren terug vermoord. De blues heeft hem geholpen ("Come
on blues") om met deze gruwelijke feiten het leven te delen, want nu
na vijf jaar zingt hij "I'll be glad when I get my groove back again".
De plezierige kant van Elvin is gelukkig niet verdwenen, getuige de nummers
"That's my thing" en "He's a dog". Elvin Bishop beleeft
en verwoord de blues zoals hij die zelf aanvoelt in een mix van West Coast
blues, down home Delta blues en countryblues. De uit Tulsa, Oklahoma afkomstige
Bishop voldoet nochtans uitstekend aan mijn verwachtingen, een unieke mix
van voor genoemde stijlen, dit met een eigen touch er aan toegevoegd …
blues in zijn puurste vorm, hartstochtelijk en levenskrachtig bepalen de
sound van dit album. Persoonlijk vind ik het reeds vermelde en Delta-gerichte
nummer "Come On Blues", het mooiste nummer op dit album, hij alleen
op gitaar, echt prachtig. Bishop bewijst hier ook een uitstekend songwriter
te zijn, de opener "What The Hell Is Going On", het swingende
"I’ll Be Glad" en "Blues Train" strelen mijn oren.
Dit album "Gettin’ My Groove Back" is er niet om uit de
bol te gaan, integendeel, Elvin Bishop verstaat de kunst te boeien, zoveel
is zeker. Meer zelfs, hij laat je huiveren. Zijn prachtig stemgeluid, zijn
perfect getimede blueslicks en zijn niet aflatende liefde voor de traditionele
blues doen in mij veel bewondering opweken. Bishop toerde in het verleden
dan ook niet voor niets met o.a. J.T. Brown, Hound Dog Taylor en Junior
Wells. Naast zijn vaste begeleidingsband bestaande uit Ed Earley (trombone,
percussie, background vocals), Steve Willis (accordion, piano, background
vocals), Ian Lamson (gitaar) en drummer Bobby Cochran, die eveneens vocaal
te horen is op "I'm So Glad" en "Party Til The Cows Come
Home", zijn er enkele 'Specials guests' als Henry Butler (piano), Roy
Rogers (gitaar) en Norton Buffalo (harmonica). Kortweg : Elvin Bishop die
we voornamelijk kennen van The Butterfield Blues Band, zijn jam-sessies
met o.a. Jimi Hendrix, Grateful Dead, Allman Brothers en B.B. King, maar
voornamelijk zijn welbekende hit "Fooled Around And Fell In Love",
dewelke hij op de Grammy Awards Show 2005 speelde als onderdeel van een
tribute van de Southern Rock, is terug met zijn eerste solo album sinds
zeven jaar. Alle zelfgeschreven songs op deze plaat maken direct bij mijn
eerste beluistering een onuitwisbare indruk. "Gettin’ My Groove
Back" is een cd van een bijna ongekende schoonheid. Een cd die ontroert
en imponeert.
CINDY
BULLENS
DREAM # 29
website : www.cindybullens.com
info : cb@cindybullens.com
label : LetsPLAY / Blue Lobster Records
Info : www.shorefire.com
Paula Witt : pwitt@shorefire.com
www.cdbaby.com/cd/cindybullens3
Emmylou Harris calls her the "female Bruce Springsteen". Erg vriendelijk
van ons Emmylouke, zelf beschouwdt Cindy zich als een echte rock & roll
zangeres : "When people ask me what I do, I say I'm a rock and roller,"
Cindy notes. "I've said that from the beginning, and I still say it
today. Many people consider me a singer-songwriter in the category of John
Hiatt, Lucinda Williams and Steve Earle, and I'm very proud to be in their
company. It is about the songs, but when you come to see me play live, playing
the same Les Paul or Stratocaster I played 20 years ago, you will know I'm
a rock-and-roller." En met het album "Dream # 29" bevestigt
zij die uitspraak. Met haar nominaties voor een Grammy en het succes van
"Somewhere Between Heaven and Earth " ('99), een album dat onafscheidelijk
verbonden zal blijven met de verwerking van het verdriet bij het overlijden
van haar dochtertje Jessy aan kanker in 1996, en de opvolger "Neverland"
(02) steekt Cindy met dit album een tandje bij. Net als bij "Somewhere
... " , met ondermeer gasten Bonnie Raitt, Rodney Crowell, Lucinda
Williams, Bryan Adams, en "Neverland", Emmylou, Steve Earle, John
Hiatt, heeft Cindy Bullens met Delbert Mc Clinton, Elton John, Tim Wakefield,
Garry W. Tallent, old buddies George Marinelli, Ginger Cote en Ray Kennedy
(producer) weer klasse muzikanten in huis gehaald. En dat prima gezelschap
zorgt voor een album dat wel eens kon uitgroeien tot het beste wat Cindy
heeft uitgebracht. Met songs als "Jellico Highway", "Oriental
Silk" krijg je klasse alt.country, met het Rolling Stones soundje van
"Box Of Broken Hearts", scheurende gitaren en de honky tonk piano
van Elton John op titelnummer "Dream #29", het mondharmonicaatje
(à Springsteen) en vocals van Tim Wakefield op "7 Days",
het sublieme "Love Letters From Las Vegas" rockt dit album als
de pest. Wanneer Mister Delbert Mc Clinton dan zijn deel van de arbeid komt
doen met "This Ain't Love" krijg je voorwaar sublieme blues op
je bord. Maar net als op de vorige albums worden er schitterende rustpunten
ingebouwd ; "Mockingbird Hill", "Too Close To The Sun",
"Paper and Glass" (met backingvocals van dochter Reid, en mij
doet denken aan Chrissie Hynde). Afsluiter " Hey Hey , my my January
Sky" met klasse multiinstrumentalist George Marinelli op mandocello/mandola
zorgt er mede voor dat dit album en de bijhorende concerten gaan uitgroeien
tot een van de hoogtepunten van 2005.
Line up : George Marinelli on lead guitar (Bonnie Raitt's band), Dennis
Burnside on keybords (you won't believe his resume!), Garry Tallent (from
Bruce Springsteen's E Street Band), Ginger Cote, of course, on the drums,
and Justin Maxwell (who designed the website and co-designed the CD package)
plays bass on two songs.
Overige Albums : Desire Wire ('78), Steal the Night ('80), Cindy Bullens
('89).
JOSHUA
DAVIS
FOOL ROOSTER
website : www.steppininit.com
info : mail@steppininit.com
label : Eigen Beheer
info : mail@steppininit.com
www.cdbaby.com/cd/davisjoshua
Waarom
Joshua Davis persé een solo album wou uitbrengen zal mij altijd een
raadsel blijven? De studio induikelen met je vaste maten van "Steppin'In
It" en muziek/songs die weinig of niets verschillen van het oude vertrouwde
werk dat wij kennen van de albums :
("CHILDREN TAKE YOUR SHOES OFF"2000 // "LAST WINTER IN THE
COPPER COUNTRY" 02 // "HIDDEN IN THE LOWLANDS "04) lijken
mij nu niet bepaald een voedingsbodem voor nieuwe muzikale ideeën.
Davis blijft natuurlijk een virtuoos op (slide) pickin' gitaar, beschikt
over een typische bariton country/blues stem en het schrijven van songs
gaat hem ook duidelijk goed af maar waarom dat nu persé op een solo
album moest ... Joost mag het weten. Met the Weathervane Collective uit
Lansing, Michigan, krijgt Joshua een horde (bekende) muzikanten over de
vloer die het album "Fool Rooster" perfect voorzien van ondermeer
dobro, fiddle, steel, hawaiian gitaar, harmonica en button accordion. Natuurlijk
gaat de meeste aandacht naar Davis zelf en met de songs "Delta 88",
"Crowing At the Moon", "Chief Joseph", "Holy Land"
kunnen wij zelfs spreken van een aardige toenadering tot het storytelling
Americana/alt. country met als absolute uitschieter de song/harmonica op
"Triple A". Maar het old - time country/swing deuntje "Bessie
May", het roots/rockertje "Try Me One More Time" met een
prima Hammond orgeltje, en de blues van "The Midnight Ghost" konden
net zo goed verschenen zijn op de boven vermelde albums. Niets nieuws onder
de zon dus en ik beschouw dit album dan ook als eentje van Steppin' In It
(featuring Joshua Davis).
MAURICE
MATTEI
DEAD RAILS
RING OF SMOKE
Website : www.MMATTEI.com
E-mail: mmattei@earthlink.net
info@mmattei.com
Lebel : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/mmattei7
www.cdbaby.com/cd/mmattei8
Roots-Oriented
Urban Americana Singer/Songwriter
Op het cd-hoesje van "Ring of Smoke" zie je een man van middelbare
leeftijd afgebeeld met gitaar. De man draagt een bruin pak, met dure schoenen
en een geel overhemd. Op de grond ligt een versleten kleed. Achter de man
hangt een eveneens versleten gele beddensprei. De man slaat net wat akkoorden
aan op zijn akoestische gitaar en kijkt streng. De bril van de man lijkt
argeloos neergelegd op de grond. Welkom in de wereld van Maurice Mattei,
een 50-jarige multimedia-artiest uit Cincinnati: illustrator, fotograaf
- en zoals het cd-hoesje aangeeft -part-time singer-songwriter op low-profile
basis. Een hardwerkende liedjesschrijver die vanaf 1995 een groot aantal
producties op zijn naam heeft staan, waaronder "Ring of Smoke"
van vorig jaar en nu verschijnt deze maand zijn nieuwe "Dead Rails".
In de twaalf zelfgeschreven nummers op de "Ring of Smoke" demonstreert
Maurice Mattei behalve een soepele en overtuigende zangstem een goed gevoel
voor melodie en een grote kennis van de popmuziek van de laatste jaren.
Niet alleen invloeden zoals The Beatles, Chuck Berry, Keith Richard, Elvis
Presley, Robert Johnson zijn er ook extremere voorkeuren als de schrijver
William Burroughs en fotograaf Robert Frank. Gespeeld en gemixt door even
geroutineerde anderen leeft Mattei zich uit in medium-tempo songs en ballads.
Vaak vanuit de akoestische gitaar opgebouwd zijn de meeste nummers intiem
gehouden. Het resultaat is knap vakwerk, waarbij in de melodieën en
zang enerzijds de invloed van Bob Dylan en John Prine valt terug te horen,
en anderzijds ook de keel die Tom Waits kan opzetten. Ook ingetogen, ambitieus
Beatles-esque en melancholieke nummers daarna bewijzen hoe gevoelvol Mattei
zijn persoonlijke wanhoop toonzet. In die songs creëert hij de perfecte
sfeer voor zijn weer zonder uitzondering sterk beeldende en opvallend pessimistische
teksten. Hoewel de semi-akoestische, ruimtelijke sfeer van "Ring of
Smoke" zeker de toon aangeeft, blijft Mattie's muziek gedegen vakwerk
met meer geïnspireerde uitschieters zoals "Carnival Delivery",
"Crawford Heights" en "Don't Be That Way". Ook zijn
nieuwe album "Dead Rails" werd merendeel 'kaal' opgenomen - alleen
de man en zijn gitaar - en zo horen we Mattei ook het liefst, want het gaat
hem voornamelijk om de liedjes. Hij kan het niet nalaten om ze steeds maar
weer op te tekenen: zijn teksten verhalen over alledaagse mensen - meestal
levend aan de zelfkant van de maatschappij - die steeds maar weer op zoek
gaan naar 'hun pot met goud' - maar ook teksten over de vergrijzing, overlijdens,
in de steek gelaten worden ... een vergelijking met het akoestische werk
van Bob Dylan ligt voor de hand, al geeft Mattei aan niets te hebben met
het idealistische in Dylan's teksten. Hij ziet zichzelf meer als waarnemer
van mensen waaronder verslaafden, strippers en prostituees, en laat de luisteraar
zelf tot conclusies komen. Duidelijk muziek voor 'tekstfreaks', deze cd's
van Maurice Mattei. Iedereen die nog twijfelt aan de capaciteiten van Mattei
moet maar eens naar deze indrukwekkende cd's luisteren.
LAURA
VEIRS
YEAR OF METEORS
Website : www.lauraveirs.com
Label : Nonesuch Records
www.nonesuch.com
Distr.: Warner Music
www.warnermusic.com
Er zijn niet veel mensen die de EP kennen waarmee de uit Seatlle afkomstige singer-songwriter Laura Veirs in 1999 debuteerde, allemaal nummers door haar alleen volgespeeld, maar op iedereen die hem kent heeft ze destijds een verpletterende indruk gemaakt. Vier jaar later verscheen "Troubled By The Fire" (2003) en is nauwelijks te vergelijken met het titelloze debuut want op deze cd kreeg ze dit keer hulp van gerenommeerde muzikanten als gitarist Bill Frisell. Dit leverde een veel voller geluid op. Met "Carbon Glacier" (2004) leverde Veirs echter haar eerste meesterwerk af. De punk-invloeden van haar debuut waren nagenoeg verdwenen, maar worden eerlijk gezegd ook niet gemist. We kunnen nu bij iedere nieuwe cd van Laura Veirs niet alleen constateren dat haar muziek weer wat toegankelijker is geworden, maar we moeten bovendien concluderen dat de voorganger ruimschoots is overtroffen met het nieuwe album "Year of Meteors". Na het prachtige "Carbon Glacier" is het doortrekken van deze lijn nauwelijks mogelijk, maar nadat we "Year Of Meteors" één keer gehoord hadden wisten we dat het Veirs toch weer gelukt is. "Year Of Meteors" is net iets toegankelijker dan "Carbon Glacier", al maakt Veirs gelukkig nog altijd geen alledaagse muziek. Vergeleken met haar vorige cd’s heeft haar nieuwe album een wat stevigere basis, iets wat waarschijnlijk alles te maken heeft met de prominente aanwezigheid van haar live-band The Tortured Souls, waardoor ze zich beweegt in de uiterwaarden van de poprock, rootsfolk en blues. "Year Of Meteors" is niet alleen toegankelijker dan zijn voorgangers, maar ook veelzijdiger. Naast intieme folkliedjes horen we lekker stevige rocksongs en songs waarin uitgebreid wordt geëxperimenteerd met elektronica. Volgens haar is dit een 'a road record'. Begrijpelijk, aangezien Laura na het bejubelde "Carbon Glacier" constant aan het touren is geweest. Het feit dat het vorige album zo goed ontvangen is door de internationale pers is tevens doorslaggevend geweest voor haar label Nonesuch om "Year of Meteors" meteen wereldwijd te releasen. Haar stem kent een opvallend groot bereik, zodat ze dan weer haast fluisterend in de wat lagere registers van de vrouwelijke stem verblijft, om later weer letterlijk tot grote hoogte te reiken. Haar stem doet me soms aan Joanna Newsom denken, alleen dan minder hoog. Dit komt ook door de soms overeenkomstige manier van zingen tussen Laura en Joanna. Verdere associaties vinden we met Sheryl Crow, Suzanne Vega, Patti Smith, Kate Bush en Joni Mitchell. Op haar nieuwe cd tovert Laura Veirs de ene na de andere prachtsong uit de hoge hoed en het zijn zonder uitzondering groeibriljanten, zoals de prachtige tracks "Spelunking" en vooral "Magnetized". Kortweg : "Year of Meteors" is meer een bandplaat geworden dan haar eerdere werk en zeer mooi geproduceerd door Tucker Martine. Liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters kunnen niet om deze cd heen, maar eigenlijk zou iedereen die ook maar een beetje van muziek houdt deze pracht-cd moeten horen. Een absoluut meesterwerk!
AMY
MARTIN
DELIVERANCE
website : www.amymartin.org
info : amy@amymartin.org
label : Raven's Wings Records
www.cdbaby.com/cd/amycmartin5
"I'm sick of plastic songs, and I think a lot of other people are too. We need songs that reflect the depth and complexity of our experiences. We need music that speaks to our roots, not just our surfaces. It's time for another folk revival. Time to get folk music heard again." (Amy Martin)
Amy Martin,
geboren in Iowa en momenteel verblijvend in Missoula, Montana is een vijftal
jaren fulltime bezig met muziek maken en vindt blijkbaar genoeg inspiratie
in haar sociaal engagement (women - run health and education projects in
Afganistan) en politiek activisme (peace & social justice) om in die
korte tijdspanne een vijftal albums op haar eigen Raven's Wing Records label
uit te brengen. Bovendien ijvert zij om de folkmusic / het protestsinging
terug in de belangstelling te krijgen en het album "Deliverance"
is daarvoor een prima aanzet. Een album dat uiteindelijk meer is dan een
politiek pamflet of een burgerlijk manifest, al kan zij perfect de vinger
leggen in de zere wonde. Songs for the working class folks en dan zijn de
vergelijkingen met Joan Baez, Joni Mitchell, the Indigo Girls niet uit de
lucht. Maar Amy Martin treedt bewust uit de traditionele folk paadjes want
met songs als het pareltje "Away", "Raven's Wings",
"Day Of Reckoning" en de toevoeging van fiddle en mandoline maakt
zij een wandelingetje in ons Americana tuintje en bespeuren wij zelfs een
voorzichtig bluegrass uitstapje ("Little Bird") en een country
walsje ("Smooth"). Het geitenwollensokken gevoel dat de meeste
mensen nog altijd associëren met folk music uit de jaren '60/70 krijgt
een steuntje in de rug met het schitterende a capella deuntje "Born
In the Country", de aanvang van "Man" doet met het Bob Dylan
introotje diezelfde hunkering naar nostalgie opwellen maar belet ons niet
om met Amy Martin en haar prima begeleidingsband rijkhalzend uit te kijken
naar een meer rechtvaardiger wereld dan die waar wij momenteel met geconfronteerd
worden. Prachtige songs, mooie arrangementen, een heerlijke warme stem ...
en Missoula’s Peacemaker of the Year for 2004.
JORDAN
CHASSAN
EAST OF BRISTOL, WEST OF KNOXVILLE
website : www.strongrecordings.com
label : Strong Recordings
info : cherry@strongrecordings.com
Info : Lotos Nile Media
www.lotosnile.com
Kissy Black
Kissyblack@lotosnile.com
Een
album met vermelding van Gillian Welch, harmonica virtuoos Jellyroll Johnson,
steel gitarist Al Goll als special guests doet ons altijd met de oogjes
knipperen en de oortjes spitsen. Want Jordan Chassan zal voor de meesten
onder ons wel een nobele onbekende zijn en dan is het publicitair mooi meegenomen
als er wat bekende namen op het hoesje staan. Met dit album krijgen wij
een muzikaal reisverslag gaande van zijn geboorteplaats New Jersey via New
York, waar hij jarenlang aktief was in het lokale clubcircuit, naar Nashville
(begin jaren '90) waar hij inmiddels ergens gestrand moet zijn in East Of
Bristol, West of Knoxville. Blijkbaar interessant genoeg om de plaatsnaam
te gebruiken als titel voor zijn debuutalbum. Een album dat overwegend een
gezapig tempo aanhoudt en enkel met de blues / country songs een beetje
vaart krijgt. Opener "Brandywine" met een prima drums, upright
bass en een leuk orgeltje zorgen ervoor dat de lat onmiddelijk hoog gelegd
wordt. Jammer dat het met "A Day Like Today" vocaal misgaat, het
lijkt wel of Leo Sayer (" The Show Must Go On") eventjes lanskomt.
Gelukkig kan Jordan de meubelen redden met het schitterende harmonicaatje
op "Things Just Do", "Cheater, Cheater, Cheater", "Lost
along the Way" (met steel guitar) en het Wurlitzer orgeltje in "Wound
up Way Too Tight" (met Gillian Welch). Het jazzy "Stranger in
a Strange Land" en "That Destination" brengen dat soort Americana
dat erg in trek is bij de gezaghebbende muziekbladen die door iedereen vernoemd
worden maar niemand koopt. Gelukkig komt Jordan Chassan met "Hard Work
Bein' a Fool" terug met beide voetjes in het storytelling // ragtime
blues landschap van ondermeer JJ. Cale. Fraai overwegend akoestisch album
en wij kunnen dan ook een positief antwoordje geven op zijn vraag "Am
I Pleasin' You".
A
LOVE SONG FOR BOBBY LONG
ORIGINAL MOTION PICTURE SOUNDTRACK
Label : Hyena Records
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
Wanneer zij hoort van
de dood van haar moeder, keert de uitgebluste en eenzame teenager Purslane
Hominy Will (Scarlett Johansson) voor het eerst sinds jaren terug naar New
Orleans, terug naar het huis waar zij haar kinderjaren heeft doorgebracht.
Zij verwacht het huis leeg aan te treffen, maar tot haar schrik komt zij
tot de ontdekking dat het huis wordt bewoond door twee vrienden van haar
moeder: Bobby Long (John Travolta), een voormalige hoogleraar Literatuur,
en zijn jonge protégé Lawson Pines (Gabriel Macht). Deze gebroken
mannen, wier leven lang geleden een verkeerde wending heeft genomen, hebben
zich blijvend gevestigd in het vervallen huis, met als drijfveer Lawson's
povere ambities om een roman te schrijven over het leven van Bobby Long.
Geen van drieën is van plan het veld te ruimen, zodat Pursy, Bobby
Long en Lawson gedwongen zijn samen te leven. Naarmate de tijd verstrijkt
leidt dit gedwongen samenzijn tot onthulling van verschillende persoonlijke
geheimen. Dit is zowat het verhaal van de film "A Love Song for Bobby
Long", een rolprent naar de onuitgebrachte novelle Off Magazine Street
van Evertt Capps. Na het aanvankelijke gevoel van genieten van een cast
vol talent, is er het gevoel van verbazing en daarna teleurstelling. Mooi
geschoten plaatjes, af en toe een goed geacteerde scène in een film,
waarbij de drie hoofdrollen uiteindelijk tamelijk inhoudsloos blijken te
zijn. Maar ... de fantastische soundtrack is met grote voorsprong het meest
memorabele aan deze productie. Een prima soundtrack die er voor zorgt in
combinatie met het vaardige camerawerk, de charismatische spelers en het
rustige tempo voor een fijn zwoel sfeertje. Voor mij is het gewoon fijner
om zelf in de zon een biertje te drinken, en te genieten van de zuiderse
sfeer die we terugvinden op deze soundtrack, bestaande uit een groot aantal
fraaie songs, die je kunt blijven draaien. Probeer het maar! Het album is
absoluut waar voor je geld: naast de opener "Someday" van Los
Lobos, het bluesy "Early Every Morning" van Magic Slim & The
Teardrops, horen we tweemaal de hoofdrolspeler John Travolta en driemaal
Grayson Capps die drie songs schreef voor deze film, nl. "Washboard
Lisa", het liefdevolle duet met Theresa Andersson in "Lorraine's
Song (My Heart Was a Lonely Hunter)" en het slotakkoord van het album
"Love Song for Bobby Long". Wie zijn muzikale hart op de juiste
plaats heeft zitten, weet genoeg. Schol!
DAVID
MCCORMACK AND THE POLAROIDS
THE TRUTH ABOUT LOVE
Website : www.davidmccormack.com.au
Email : david@davidmccormack.com.au
Label : Laughing Outlaw Records
www.laughingoutlaw.com.au
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
The Truth About Love is the new David McCormack & The Polaroids album. The former Custard front man sings about love with country flavours, trademark power-pop. The lyrics are in equal parts melancholy, bittersweet and darkly funny but breakups and cynicism dominate and Dave's humour permeates the album.
David McCormack maakt met zijn band The Polaroids zeer melodieuze en spannende muziek. Deze Australische singer-songwriter gaat met zijn muziek verder op het pad dat al enigszins gebaand is door Jim Morrison of Frank Zappa, die lieten zien dat popmuziek niet altijd simpel hoeft te zijn. David McCormack en zijn Polaroids maken muziek die soms heel eenvoudig lijkt, met prachtige melodieën en vloeiende arrangementen, terwijl op andere momenten de hele zaak op een prachtige manier gaat wringen, met onnavolgbare ritmewisselingen en weerbarstige improvisaties, die toch altijd weer naar de vloeiende melodie terugleiden. McCormack zingt zelf zacht en ingetogen met een fraaie stem, en de instrumentatie is op die momenten meestal ook behoorlijk ingetogen. Op andere momenten hoor je songs "from melody-drenched big pop to straight-up rock & roll, from delicate country to hooky radio classics". Je zou denken dat zo'n mix buitengewoon chaotische muziek zou moeten opleveren, maar dat is absoluut niet zo. Je blijft dan ook gefascineerd luisteren, want deze cd is vanaf de eerste tot en met de laatste noot ongehoord spannend, en vooral ook ongehoord mooi, ondanks de af en toe wringende stukken. Vergelijkingen zijn in feite niet ver te zoeken, Kinks, Doors, Beatles ... eigenlijk is deze muziek op "The Truth About Love" nergens mee te vergelijken. Je moet er in ieder geval voor open durven staan. McCormack componeerde en arrangeerde alle stukken zelf, met zijn gitaar (en slide gitaar) als duidelijke basis. Deze jongen zet wat mij betreft de alternatieve rock weer op een heel nieuwe manier op de muzikale kaart. Altijd verrassend, en soms werkelijk adembenemend mooi. Ook laat "The Truth About Love" horen wat een geweldige songwriter David McCormack is; de songs van David McCormack zijn wederom zo catchy als wat, maar zitten bovendien vol verrassende wendingen en spitsvondigheden. Fans van de band vragen zich al jaren wanhopig af waarom David McCormack & The Polaroids niet meer beroemd zijn. Na "The Truth About Love" een aantal malen gehoord te hebben begrijpen we deze vraag eigenlijk wel. Het antwoord moeten we je helaas schuldig blijven.
ROB
RUSSELL & THE SORE LOSERS
LUCKY ON THE SIDE
website : www.robrussellandthesorelosers.com
info :rob_russell@comcast.net
label : Mad Records
www.
cdbaby.com/cd/sorelosers2
www.sonicbids.com/epk/epk.asp?epk_id=2409
Het is singer/songwriter/rock
& roll shouter Rob Russell die met al zijn opgedane ervaringen als frontman/gitarist
bij verscheidene rock, jump blues, bluegrass, punk en alt.country groepjes
op zijn reis door de Mid South muziekscene (from Richmond to Knoxville to
Nashville to his homebase of Johnson City, TN), momenteel de plak zwaait
in zijn eigen Americana/roots/rock bandje. Uit die tijd dateert dan ook
zijn vriendschap met Scott Miller en Jeff Bills (ex V - Roys). Hij is blijkbaar
van alle markten thuis deze jongen, want zo stond hij ondermeer op het podium
met levende blueslegendes als Koko Taylor en John Mayall maar ook met Gillian
Welch, Scott Miller en Keith Urban. Sinds 2000 gaat hij met zijn eigen Sore
Loosers de baan op en dat legt hem blijkbaar geen windeieren op, zo verscheen
in 2002 het album "I Think We're Gonna Be Allright", werd hij
in het befaamde Bluebird cafe in Nashville in de spotlights gezet en werd
hij dit jaar verkozen tot "Best original rock band" bij Go Tricities.
Met meer dan 8400 MP 3 plays behoort hij tot de top in Americana, alt country
en rockabilly middens. Het onlangs verschenen "Lucky On The Side"
bevestigt al die lofbetuigingen en met de opener "What Do You Know"
kon wel eens een nieuw radio hitje geboren zijn. De Kinks en Who invloeden
in songs als "American Bastard " en "The Score" zijn
duidelijk merkbaar net als het hoog Springsteen gehalte in de overige songs
met als prijsbeestjes "After The Flood", "It's Time"
en "Swing Swing" (inclusief harmonica). Maar hij slaagt er moeiteloos
in om zijn eigen accenten te leggen in de songs "The Great Depression",
" Lullaby" en "Hey Hey Hey" waarbij zijn Sore Loosers
bestaande uit Andy Russell (drums), David Hart (guitars & vocals), Josh
Reifert (bass) zich niet onbetuigd laten. Droefenis en verbittering alom
in "The World Turns Blue" en "The No Prize" maar het
zijn wel kanjers van songs die het album ver boven de middelmaat doen uitstrekken.
Lichte euforie ten huize rootsrocker want met dit schijfje profileren deze
jongens zich meer en meer in de richting die wij zo liefkozen. Razor sharp
guitars, een prima rhythm sectie en een frontman die van wanten weet. Klasse!
KIM
CARNES
CHASIN' WILD TRAINS
Website : www.kimcarnes.com
Email :davo@kimcarnes.com
Info : Pat Tynan Media
pattynan@btinternet.com
Label : Corazong Records
www.corazong.com
info@corazong.com
No Question about the voice: it’s worn, aged, soulful, defiant, utterly lacking smooth edges, an enormously compelling instrument to anyone enamoured of blue-eyed soul David McGee – Rolling Stone
Vanaf 16 september zal “Chasin’ Wild Trains”, het uitstekende laatste album van good old Kim Carnes, dankzij Corazong Records ook gewoon in de Lage Landen te verkrijgen zijn. Zij is het meest bekend van haar hypnotiserende sample uit de Kim Carnes’ eightieshit: "Bette Davis Eyes". Dit nummer, geschreven door Donna Weiss en Jackie DeShannon, zorgde in 1981 voor haar grote doorbraak. Carnes zou je het muzikale zusje kunnen noemen van Rod Stewart. Het is dan ook niet vreemd dat ook grootheden van dit kaliber zoals o.a. Chuck Prophet, Angelo (Kings of Leon) en Richard Bennett (Steve Earle) een bijdrage leveren. Het pakkende "Lucid Dreams", samen gezongen met Chuck Prophet en de ballade "If I Was an Angel" vlammen op een fraaie, broeierige, trage manier. Het zijn, net als alle andere tien nummers op dit album, zelfgeschreven songs of co writes met Kim Richey, Matraca Berg, Chuck Prophet, Mark Jordan, Angelo, Greg Barnhill, Anders Osborne, John Goodwin, Billy Panda & Gary Harrison, en dit in een mix van Americana en countryrock, en dat deed ze meer dan uitstekend, want na een paar keer draaien haken ze als vanzelf in je onderbewustzijn vast. Op deze cd is geen zwak nummer te bekennen, al varieert het van ingetogen tot stevig rockend, soms zelfs binnen één nummer. De meeste nummers op "Chasin’ Wild Trains" zijn meestal liefdesliedjes. Luister maar eens naar de beëindigde liefde in de opener "One Beat at a Time", oprecht liefhebben in "Still Warmed by the Thrill" en over blinde liefde in "Stepped Right in It". Luister ook maar eens naar het mooie nummer, "Where Is the Boy?" over het uitzichtloze leven van een junkie, een knap geschreven nummer dat meteen tot denken aanzet. Er zit door de hele plaat een swing, een groove en een gedrevenheid die je bijna als vanzelf meesleept. Carnes heeft een stem die een beetje een kruising lijkt van Melissa Etheridge en Lucinda Williams - een tikkeltje hees en schuurpapieren stem, toch heeft ze wel echt een eigen sound, en ze komt er uitstekend mee weg. Sterker nog - ze verdient het om een veel breder publiek te trekken dan alleen de rootsliefhebbers. "Chasin´ Wild Trains" heeft goede nummers, prima doorleefde zang en een zeer goede band bestaande uit Richard Bennett (gt.), Angelo (gt.voc.), Al Anderson (voc.), Chuck Prophet (voc., gt., drums), Jeff Hanna (slide gitaar), Kim Richey (voc.), Matraca Berg (voc.), Jeffrey Steele (bas), Greg Barnhill (voc.), Billy Panda (gitaren/voc.), Tim Lauer (keyboards), Anders Osborne (gt., voc., drums), Greg Morrow (drums), Craig Krampf (drums), Allison Prestwood (bas), Tommy Harden (drums), Tom Bukovac (gt.), Dave Ellingson (percusie), Tammy Rogers-King (viool), John Catchings (cello), Gary Burnette (accordion), Byron House (bas), Jeffrey Steele (voc.) die allen erg op dreef zijn om een aanrader van deze cd te maken.
Discography: Rest on Me (1972) Kim Carnes (1975) Sailin' (1976) St Vincent's Court (1979) Romance Dance (1980) Mistaken identity (1981) Voyeur (1982) Cafe Racers (1983) Barking at Airplanes (1985) Light House (1986) View from the House (1988) Checking Out The Ghosts (1991) Gypsy Honeymoon: Best of Kim Carnes (1993) Chasin’ Wild Trains (2005)
THE
LEFT HAND SET
BEFORE AND AFTER
website : www.members.dca.net/plutonianmusic
label : Plutonian Music.
info : mab@dca.net (Michael Bedrosian )
www.cdbaby.com/cd/lefthandset
Net als
bij the Mixed Review zijn de jongens van Left Hand Set erg karig met hun
bio, press, info, contact, en voor de review van "Before and After"
scheelt dat een flink stuk op de borrel want hun album is iets minder toegankelijker
dan dat van the Mixed Review. Bovendien gaat het een gans andere richting
uit, volgens hun eigen zeggen zouden hun tien songs een mix moeten zijn
van low tech rock, rock & roll with acoustic guitar, country with distortion,
lyrics that rhyme ... Och, als het beestje maar een naam heeft, wat mij
opviel was dat het grootste gedeelte van hun songs erg dicht in de buurt
komen van wat de broertjes Ray en Dave Davies in een ver verleden op ons
loslieten. Opener "Dust Devil" met een viriel gitaargeluidje zadelt
je meteen al met een déjà vu gevoel op en "Crazy Brave
Star" en "Down On The Ground" borduren op het zelfde stramien
verder. Enkel met de songs "Two Shades Of Blue", " Route
75" en "1972" wordt ons country / Americana / roots gevoel
lichtjes geprikkeld maar met songs als "Drink This Song" en "Avenue
A" lijkt het wel of wij weer een reisje met de tijdscapsule van de
ene of andere professor aan het maken zijn. Het album "Before and After"
bezorgt mij een tweeledig gevoel, enerzijds de waardering voor het geleverde
werk en anderzijds het gevoel dat met de muziek van Michael Bedrosian en
zijn vrienden de tijd is blijven stilstaan en dat ik het allemaal al eens
gehoord heb, vandaar misschien hun ode aan de "Bakelite Radio"?
CLIFFORD
SIGNAL THE SUN
Website: www.clifford-signalthesun.com
Email: cliffordmusic@excite.com
label : Pedstat Music
www.cdbaby.com/cd/signalthesun
Wanneer zowel de Amerikaanse als de Engelse muziekpers superlatieven te kort komt bij het recenseren van een cd moet er haast wel iets bijzonders aan de hand zijn. Dat wisten we zeker toen Americana UK maar liefst 9 op10 gaf, bij het waarderen van deze cd. We hebben vervolgens ons uiterste best gedaan om deze cd in huis te halen en maar goed want "Signal The Sun" van de uit Toronto afkomstige band, is een hele bijzondere cd. Een cd die wel wat heeft van The Band, Van Morrison, maar net zo makkelijk raakt aan het werk van een jonge Bob Dylan of de 80's post-punk bands zoals The Replacements en Elvis Costello. Clifford is feitelijk een duo en bestaat uit de broers Bryce (vocals, guitars, piano, harmonica) en Bradford (drums, percusie, vocals), en worden op hun debuut album bijgestaan door enkele sessiemuzikanten zoals de Canadees, Kim Deschamps. Kim is de pedal steel speler en multi-instrumentalist van twee Canadese bands : Cowboy Junkies en Blue Rodeo. Maar ook Jon Blondell (Willie Nelson band), hij speelt trombone op enkele tracks en Tony Scalzo (Fastball) is te horen in "All the Girls" met een geweldige bluesy gitaarsolo. Thomas van der Brook komt zeer soulvol uit de hoek met zijn tenor sax en vioolspel. "Signal The Sun" staat vol met heerlijk eigenwijze songs. Songs vol humor en verrassing in een mix van Americana rock met een vleugje country en blues. Songs die tegelijkertijd rauw en ingetogen zijn en die je moet leren waarderen. Een leerproces dat gelukkig snel doorlopen is, want toen we deze cd een keer of drie gehoord hadden wilden we al niet meer zonder. En inderdaad geen cd die gemakkelijk te beschrijven is. Iedere poging om "Signal The Sun" treffend te beschrijven strandt in cliché's of in onbegrijpelijke beeldspraak. De muziek van Clifford moet je ondergaan! Laat je verrassen door de onverwachte wendingen en muzikale uitstapjes die je net niet had verwacht, laat je ontroeren door de donkere teksten, laat je verleiden door het avontuur. Clifford zwalkt nog een beetje tussen de rootsrock met veel gitaren van de Replacements en meer ingehouden Americana à la Marah. Met pareltjes als "Last Call In The Northeast" en "Woodstock, Ont." bewijst de band over flink wat talent te beschikken. Deze broers hebben zeker meer in huis dan wat ze op"Signal The Sun" laten horen. In de gaten houden dus.
MISS
LESLIE & HER JUKE - JOINTERS
HONKY TONK REVIVAL
website : www.miss-leslie.com
Email : info@missleslie.com
label : Zero Label Records
info : www.zerolabelrecords.com
www.cdbaby.com/cd/missleslie2
"What Miss Leslie and her
Juke Jointers have done is taken us back to the days when country music
was “country”….steel guitars, fiddles, telecasters, upright
bass and snare drum. . . these guys have put their time in listening, learning,
and living REAL COUNTRY MUSIC and it shows in this great CD."--Tommy
Alverson
Wie kent ze nog ... Patsy
Cline, Connie Smith, Leona Williams, Tammy Wynette, Norma Jean, de coryfeeën
van de fifties & sxties honky tonk country. In de platen/cd winkels
kan je nog ooit materiaal van deze ladies aantreffen in het alsmaar kleiner
wordend bakje "Country" of bij de "Koopjes". VRT Radio
2 (donderdagavond 22h. Countryclub) en het maandblad Country Gazette durven
hen nog eens in de belangstelling te plaatsen en niet ten onrechte. Want
Miss Leslie (Lindley) mag dan nog niet zo lang aktief zijn in het C &
W wereldje, met haar Juke Jointers onder leiding van echtgenote Randy "Bobo"
(on guitar, prima twangy Telecaster soundje overigens) en onder het toeziend
oog van haar drie kinderen komt haar album "Honky Tonk Revival"
toch als een verademing over in het (over) aanbod van alt.country/roots/Americana
releases. Retro, revival maar beslist geen coverband want met muzikanten
als country Jim Sloan (gt , vocals), Damian O'Grady (piano), Bill Howard
/ Ricky Davis (pedal steel!), Kevin Smith (upright bass), Big Bad Truckin'Joe
Busa (snare drums) en de backing vocals van Hilary Sloan kan je moeilijk
spreken van een ordinair balorkestje. Zelf kan Miss Leslie heel aardig uit
de voeten met de fiddle en dat resulteert in een vrij aardige mix van bluegrass
(à Bill Monroe, Lester Flatt , Earl Scruggs) en de retro honky tonk
die de glorie tijden van van Buck Owens (luister eens naar "Bobo's
Boogie"), Merle Heggard, Ray Price doen herleven. Met songwriter Jake
Jenkins (liefst vijf tracks op dit album en begenadigd banjo player) die
zijn sporen ruimschoots verdiende bij Karl Shiflett and the Big Country
Show heeft Leslie Lindley een goudhaantje op de kop kunnen tikken. Bovendien
een aantal niet voor de hand liggende covers ; "Midnight Angel"
van Bobby Osborne, "I'll sure Come A Long Way Down" van Loretta
Lynn, Bobby Bare's "I' m Walking Slow" of "Talk to Me Lonesome
Heart" (James 'O Gwynn) en "Future on Ice" (Jerry Crutchfield).
Real country music // country music with a hardwood floor sound ...."The
music is as timeless as it is a roadhouse wonder, country music the way
it should be: simple and soulful, at once joyous and melancholy - the sound
of a party in full swing and the night is still young, music to make you
dance with your favorite partner or miss them terribly as you cry in your
beer. . . " -- Mark Williams (Cover Story - The Bulletin - August 12,
2005). Vervlogen tijden .... "But the juke box in the corner don't
play honky tonk no more 'Faded Love' and 'Your Cheatin' Heart'.
STRAW
DOGS
TELL THE RISING SUN
www.strawdogs.com
Label : Crafty Records
info@craftyrecords.com
www.cdbaby.com/cd/strawdogs4
Typisch een album met een hoes en een titel waarvan je denkt laat maar. En dat verdient dit album nu net niet, tenminste als je gek bent van de Counting Crows, Jayhawks, Wilco, Ryan Adams, CSN of de Indigo Girls, dan is dit een aanrader. Of anders gezegd :het geheel komt nog het dichtst in de buurt van de oude Jayhawks. Zanger en songwriter van alle twaalf tracks, Dave von Beck, laat zich beïnvloeden door de reeds aangehaalde artiesten, maar "Tell The Rising Sun" heeft toch iets aparts, in de vorm van deze Dave von Beck, die uitstekend gitaar speelt en daarmee voor een groot deel het geluid bepaalt van deze formatie uit Seattle. Von Beck zijn stemgeluid kan best omschreven worden als 'Tom Petty meets James Taylor'. "Tell The Rising Sun" luidt de titel van hun vierde-cd, die er best wezen mag. Dave von Beck en Darren Smith (gitaren, vocals) die het grootste werk voor hun rekening nemen worden verder bijgestaan door de rhythm sectie, Casey Miller (drums) en Eric Bryson op bas. Melodierijke songs, van de prachtige opener "Amelia" tot het afsluitende"Troubles Down", die door de sombere productie vanzelf een melancholieke en tegelijk zwierige sfeer meekrijgen. Perfect uitgebalanceerde nummers op gitaarbasis met hier en daar een vleugje country. Samen zorgen ze voor een aanstekelijke ambachtelijke rootsrock, een muziekstroom waarin zich ook vele van de hierboven vernoemde musici zich begeven. Dan weten de liefhebbers denk ik wel genoeg. Je moet het even op je in laten werken, maar vervolgens hoor je echt een fantastische harmoniezang van Dave Von Beck en Darren Smith.
SAM
SHINAZZI
STORIES YOU WOULDN'T BELIEVE
Website : www.samshinazzi.com
Email : thec_minusproject@yahoo.com
Label : Laughing Outlaw Records
www.laughingoutlaw.com.au
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
De uit Sydney afkomstige singer-songwriter Sam Shinazzi timmert al een vijftal jaren aan de weg, en levert nu zijn derde album "Stories You Wouldn’t Believe" af. Het debuut album "Long Drive Home" (2001) mocht er trouwens wezen, evenals zijn tweede release "Less Than Perfect Day" (2003), kreeg in alle media zeer goede recensies mee. Shinazzi speelt gitaar en verzorgt met zijn licht slaperige stem overtuigend de vocals. Hij toerde reeds met The Pernice Brothers, Bonnie Prince Billy, Lou Barlow, Evan Dando, Josh Rouse, Hayden, Art of Fighting, Machine Translations, Darren Hanlon en Augie March. Naast onze singer-songwriter horen we op dit nieuwe album enkele bekenden uit de Australische muziekscène, zoals Graeme Trewin van Peabody en Beau Cassidy van Starky. Tevens zijn er gastoptredens van Adam Gregorace op mandoline in het melancholische popdeuntje "My Friend And A Free Day" en Skye Knight op piano in het rustige "A Night For Remembrance". "Stories You Wouldn’t Believe" is een sterk rootsalbum, openend met sterk gitaargerichte songs als "Breakdown", "I Don’t Belong Here" en "Until Sunriseal", dan heb je halverwege, de twee uitschieters "Scotty Come Home" waain hij zingt : "Every time I hear Natalie Merchant or the 10.000 Maniacs, I think of you" en "The Drifter" waar de melancholiek weer komt bovendrijven, geven het gevoel dat de koek op zal zijn. Maar die top overwint Shinazzi ; sterker: in een heuse eindspurt eindigt hij met enkele van zijn beste liedjes zoals de rustgevende afsluiter "Trying Not To Think About It" dat we vooral symbolisch moeten zien. Op zijn twaalf eigen verhalende songs vinden we de Americana elementen terug, al is er slechts één enkel mandoline dat als typisch Americana-instrument aanwezig is. "Stories You Wouldn’t Believe", is misschien op het eerste gehoor niet zo heel opzienbarend, maar toch weet ik dat deze warmbloedige rootsplaat niet heel snel zijn plekje in de cd-speler zal afstaan. Een eersteklas Americana groeiplaat !
LOS TWANG! MARVELS
GUITARS IN ORBIT
website :www.twang-marvels.de
info : info@twang-marvels.de
label : El Toro Records
www.eltororecords.com
www.cdbaby.com/cd/lostwangmarvels
Surf rock with a latin touch ... waar moet je dat in godsnaam gaan zoeken? Dit soort muziek hoort normaal thuis bij South American combos en vergane glories als Los Iracundos, Los Bambis, Los Atamos of bij gitaar "hero" Bingo Reyna, maar blijkbaar zijn ze hier net over de grens in Duitsland ook bezeten van surf deuntjes. Hun voorliefde voor Spanje, stevig drinken, worst met zuurkool, luidruchtige commentaar en grote auto's waren mij al langer bekend maar surf gitaartjes? Dat verscheidene leden van Los Twang! Marvels eigenlijk uit Chili en Argentinië afkomstig zijn zal wel de doorslaggevende factor zijn in deze muzikale voorkeur. Maar het gaat verder dan dat Latijns streepje ("Corazon Loco" en "Carioca") want de dertien songs (waaronder acht eigen composities) huisvesten ondermeer die traditionele jaren '60 rockin' boogies met veel echo op de gitaartjes in het titelnr. "Guitars in Orbit" en "Back Home" of de traditional "Swan's Lake" een hommage naar the Shadows met prima drums en bas. Het excotisch sfeertje van "Eyesore" en "Queen Gipsy Witch" is mooi meegenomen en doet al weer verlangen naar warme zomers, lekkere coctails, mooie meiden en romantiek in de lucht. Mocht de sfeer wat te broeierig worden kan ik je nog altijd aanraden een frisse duik in zee te nemen of de volume knop iets harder te zetten met de rockabilly van "Luna Park" en "The Black Widow" (Link Wray) of de beentjes los te gooien op de surf/ska geluidjes van "Runaway From Zardoz". Geen enkel moment gaat dit instrumentale schijfje vervelen want al staan de gitaren centraal, het orgeltje in "Marvels A Go Go", het naar de Adams Family refererend "Space Tiki Twist" en de prima percussie zorgen ervoor dat dit album een voltreffer is. Prachtig materiaal en El Toro Records was er als de kippen bij om al dit moois op een blinkend schijfje vast te leggen. "In-car listening of the evening: Latin Surf by Los Twang! Marvels. Superb." (Los Straitjackets )
ALASTAIR
MOOCK
LET IT GO
Website : www.moock.com
Email : moock@moock.com
Label : CoraZong Records
www.corazong.com
info@corazong.com
This is one of Boston's best and and most adventurous songwriters. Folk? Rock? Roots? Blues? Niet zo eenvoudig om deze Alastair Moock in een bepaald hokje te plaatsen. Met zijn doorzopen stem die helemaal niet past bij zijn jongensachtig uiterlijk is dit talent reeds aan zijn vierde cd toe. "Walking Sounds ('97), "Bad Moock Rising" ('99) en "A Life I Never Had" (02) waren de voorlopers van deze "Let It Go". Het wordt alsmaar duidelijker dat Moock meer en meer de Americana / Alt country toer opgaat. Dankzij zijn vele nominaties en awards vermeldingen is Alastair Moocks stilletjes aan het uitgroeien tot een van de beste singer / songwriters van 2005. Volgens de bijgeleverde bio zou hij iets hebben van John Prine, Steve Forbert en Tom Waits. Maar hij doet mij meer denken aan de jonge Steve Earle, luister maar eens naar "My Famous Leaving Song" (Mark Erelli op harmonica) en "Let it Go". Bij "Red Ribbon Waltz" en "Standing at Five Corners" met backing vocals van Kris Delmhorst, krijg je eventjes dat Tom Waits sfeertje maar Alastair bewijst met "Death Don't Have no Mercy" dat hij zijn doordrenkte whiskystem op zijn eigen persoonlijke wijze kan gebruiken. Ik kan niet anders besluiten dan positief te antwoorden op zijn vraag "Love Me True" en het gevolg zal niet alleen een "Lovely Day" worden want "When the moon Comes Out Tonight " dan is "Everybody's Wondering" waarom dat deze jongeman, die al het podium deelde met oa: Kasey Chambers, Taj Mahal, Slead Cleaves, Ray Bonneville, Mary Gauthier...enz, niet meer in de belangstelling komt. Prachtige produktie van Michel Dinallo (ooit bij de Radio Kings en nu bij de gelegenheidsband The Mercy Brothers aktief). In juli van dit jaar tekende Alastair bij het Nederlandse roots label CoraZong Records, die op 23 september dit prachtige album "Let It Go" gaan re-releasen in Europe en begin 2006 in Amerika. Niet alleen is de CoraZong cd fraaier verpakt dan de eerste 'Boston' oplage, de nieuwe release bevat ook drie extra (bonus) tracks, twee originele band songs en een bewerking van Woody Guthrie's "1913 Massacre".
THE MIXED REVIEW
website
: www.cdbaby.com/cd/mixedreview
label : Eigen Beheer
info : www.cdbaby.com/cd/mixedreview
" The variety of songs and voice deliver a pleasing result to young and old." (CD Baby) Recorded at the widely acclaimed Loma Ranch Studios in Fredricksburg, Texas (Hal Ketchum, Eric Taylor, Nancy Griffith...)
Niet zo bijster veel info ontvangen / gevonden over dit schijfje en waar
anderen (oa. Dani Heyvaert, Rootstown / MazzMuzikas) dan nog vlot in hun
weelderige haarbos kunnen krabben moet ondergetekende dan eens over zijn
blinkende schedel vegen. Gelukkig spreekt dit album voor zichzelf en dat
gebeurt ook niet alle dagen. Geen website, geen management, geen presskit
maar wel een staaltje van hoe muziek kan / moet klinken als je met een aantal
gelijkgestemde muzikanten / vrienden de studio kan induikelen. Bovendien
staat de muziek centraal bij the Mixed Review en not the money or the band.
Een nobele gedachtengang die de leden van The Mixed Review met hun wisselende
bezetting (tien à twaalf leden) hoog in het vaandel dragen. Zij zijn
dan ook niet te beroerd om met hun country / Americana / bohemian / rock
/ folk / blues / jazz songs regelmatig wat benefiet optredens op te luisteren
en op die manier meer dan 100.000 dollars in het laatje brachten. Een album
dat wat traditionals telt, ondermeer hun versie van "Stealin"
( arr. Will Shade, Blind Boy Grunt), "France Blues", (Grateful
Dead / the Even Dozen Jug Band), maar ook covers van "Homegrown Tomatoes"
(Guy Clark), The Weight" (The Band), "Newlee Highway Blues"
(David Bromberg), "Payday Blues" (Dan Hicks), "Bring it on
Home" (Sam Cooke) en een gospel medley met kleppers als Will the Circle,
Swing Low Sweet Chariot, Amazing Grace, I saw the light, you are my sunshine,
I'll fly away. Maar ook eigen materiaal als het pareltje "Bandera"
van Joe Miller (vocals, guitar) en Laurie Haralson op accordion, het swingende
jazzy "Am I Missin' you" of het kampvuur riedeltje "Shorty
and Nobe" voorzien van een leuk mandoline / kazoo geluidje. Het is
Miller die samen met Dan Wallace (lead guitar), Scott Mc Carley (vocals,
guitar) , Andy Flack (vocals, guitar), Pat Hogan (harmonica,rhythm guitar&vocals),
tekenen voor de eigen composities. Natuurlijk kan en mag het country / Americana
soundje niet ontbreken en met het schitterende "Lonesome Goodbye",
en songs als "Broussard" (mandolin, accordion, harmonica) , "Teenage
Hurricane", "Shine That Crome", "Texas Mud" (het
lijkt wel of Townes Van Zandt / Billy Joe Shaver / Guy Clark voor je geest
opduiken) kan iedereen tevreden zijn en tonen the Mixed Review dat zij de
evenknie zijn van artiesten met wie zij ooit het podium deelden zoals Steve
Young, Ray Willie Hubbard, Tom Russel & Andrew Hardin, Sisters Morales,
Cooder Graw en Steven Fromholz. Misschien dat de gezusjes Morales, Patricia
Vonne of onze Guido Belcanto eens moeten overwegen om Dan Wallace's "Amanda"
op hun repertoire te plaatsen. Het zoveelste bewijs dat echt talent / vakkennis
bovendrijft .
THE
LAZY JUMPERS
BAD LUCK // TURN MY BACK ON YOU
website : www.lazyjumpers.com
info@lazyjumpers.com
label : El Toro Records
info : www.eltororecords.com
info@lazyjumpers.com
www.cdbaby.com/cd/lazyjumpers
"Ain't nothing lazy about this rockin' jump blues band from Barcelona (Spain) born in 2002"
Je moet
ze bijna met een vergrootglas gaan zoeken de de rockin' jump blues bands
die hun inspiratie zoeken en vinden bij de "Race" music van de
jaren '40/50 (T-Bone Walker, Sonny Boy Williamson, Little Walter, Tiny Bradshaw).
Maar The Lazy Jumpers weten wel waar de klepel hangt en met hun mix van
West Coast to Chicago blues to Rock 'n' Roll zijn zij in korte tijd uitgegroeid
tot een van de beste rockin' rhythm & blues bands in Europa. Vooral
frontman Bas Picon die de harmonica hanteert in de beste Little Walter stijl
en met een stem die wat lijkt op die van Big Joe Turner trekt de aandacht,
bovendien neemt hij bij het pennen het grootste deel van de 13 originele
tracks voor zijn rekening. Samen met Mario Cobo (gitaar, backing vocals),
Ivan Kovacecvic (upright bass), Marc Ruiz (drums) bracht Picon in 2003 het
album "Somebody Tell That Woman" uit en het werd door het gezaghebbende
Blue Suede News dan ook terecht uitvoerig geprezen. De opvolger "Bad
Luck" trekt de lijn verder en met ondermeer optredens op het Birmingham
Jazz Festival (3/6/05), Marbella Jazz, Green Bay Indianapolis 05 en rock
& roll cafe cruise in Amsterdam zullen de (blues) festivals in dit kikkerlandje
het zich niet meer kunnen veroorloven om the Lazy Jumpers links te laten
liggen.
KEVIN
DEAL BAND LIVE
RAW DEAL
website : www.kevindeal.com
label : Blind Nello Records
info : kevin@kevindeal.com
Sometimes
an artist has the ability to somehow demand full attention from the listening
audience.
Kevin Deal has this talent. (Roots Music Report)
"Kevin
Deal’s music is the sound of a long-neck bottle in yer hand, sawdust
and peanut shells under yer boots, ridiculous hope (or unimaginable betrayal)
in yer heart, a quarter-tank in the truck, the reflection of neon in the
back-bar’s mirror, and hopin’ the check floats till payday.
"
Altijd
een boontje gehad voor deze Forth Worth Texas - based singer/songwriter
en het is bijna wraakroepend dat de man, met vier schitterende albums op
zijn aktief, in het alt. country / Americana wereldje niet de erkenning
krijgt waarop artiesten als Steve Earle, John Prine, Joe Ely, Ray Willie
Hubbard, Guy Clark, Billy Joe Shaver ... enz wel mogen rekenen. Het feit
dat deze Texaanse troubadour koos voor een vrouwtje, vijf kinderen, eigenaar
van een bedrijfje in de bouwsector met 25 werknemers, huis, tuintje en niet
voor het sex, drugs en alcohol leventje van zijn meer beroemde collega's
heeft hem een aantal jaren op non actief gezet. Maar het bloed kruipt waar
het niet gaan kan en aangezien het componeren nog steeds als een fluitje
van een cent verliep kon Kevin Deal in de jaren negentig voorzichtig opnieuw
de draad opnemen. Eerst als harmonica speler bij enkele country cover bands
en wat losse contacten met Johnny Peebles, Curly ' Barefoot' Miller in Dallas,
maar zijn samenwerking met honky - tonker Ed Burleson en David Manders die
hem in contact bracht met Blind Nello Records en de levende legende Lloyd
Maines deden zijn carriere in een stroomversnelling belanden. In 1998 was
diezelfde Lloyd Maines de drijvende kracht achter Deal's debuuralbum "Lovin'
Shootin' Cryin' and Dyin" en zou dat ook blijven bij de opvolgers "Honky
Tonks - N - Churches" ('99), "Kiss On The Breeze" (01) en
"The Lawless" (03). Maar ook ondermeer Terry Hendrix, Paul Pearcy,
Glenn Fukunaga, Bukka Allan, Richard Bowden waren steeds bereid om een handje
toe te steken in de studio's. Het kon dan ook niet uitblijven ... met dit
live/greatest hits album verzamelt Kevin Deal een aantal songs van die eerder
verschenen albums en solliciteert hiermee voor een plaatsje op festivals
als Take Root (Assen Nl), Blue Highways ( Utrecht Nl), Roots of Heaven (Haarlem
Patronaat, Nl). Misschien dat mijn jaarlijkse smeekbede aan de inrichters
om Kevin Deal eens naar de lage landen eindelijk verhoord zal worden. Want
met "Raw Deal" moet hij iedereen kunnen overtuigen van zijn talent
(moest dat nog nodig zijn). Zeventien live tracks die opgenomen werden at
Dan's Silver Leaf, Denton Texas (17/7/04) met Kevin Deal (vocals, acoustic
guitar, harmonica) en bandleden Freddie Lee Spears (electric guitar, mandolin,
lap steel, harmony vocals), Steven Deal (bass) en Mark Mc Crocklin on drums.
Een prima overzicht met songs die live iets ruiger / meer rockend en bluesy
tevoorschijn komen en daar zal het subliem smoelschuivers werk van Deal
wel een rol in spelen. Bovendien krijgen wij met "Hard Times"
en "I've Got To Believe" twee spiksplinternieuwe studio pareltjes
als extraatje. Normaal vind ik live albums een van gemakkelijk geldverdienen
maar voor "Raw Deal" maak ik een uitzondering .... voor wie nog
niets in huis heeft van Kevin Deal is dit de perfecte gelegenheid. Alleen
jammer dat "mijn" Deal nummertjes "Good - Bye My Love",
"Don't Tell Me" (met dat schitterend accordionneke van Joel Guzman
) en "Day the Blues Cried" ontbreken maar dat kan goed gemaakt
worden in ... Utrecht, Assen, Haarlem of in het clubcircuit !
JOHNNY
FLOOR & THE WRONG CROWD
website : www.johnnyfloor.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/jfwc
A Rockin mix of Country & Blues with a touch of Southern Swing (CD Baby)
Johnny Floor
kwam eind jaren zestig aan de kost als bassist bij the Glass Brothers Band.
In de jaren zeventig was hij met zijn eigen band the Misbehavin behoorlijk
aktief in het Austin Texas muziekwereldje. Blijkbaar had Johnny goede herinneringen
overgehouden aan zijn periode met de Glass Brothers want met zijn verhuis
naar Carolina vondt hij zowel Chuck (piano, orgel, squeeze box) als Jim
(all guitars), bereid om hem bij te staan op dit onlangs verschenen album.
De prima opener "Would you Be There" met een flinke scheut guitaar/slide
boogie (Mario Lacasse) en het pompend pianootje van Chuck Glass maken de
weg vrij voor "Crazy 'Bout You" en meteen zijn de vergelijkingen
met het stemgeluid van Mark Knopfler niet meer weg te denken. Zelfs het
typische Dire Straits soundje van in hun beginperiode weerspiegelt zich
in de songs "Reminder", "Faith In Me", "Busy Man"
en "Be Your Captain". Gelukkig bewijst Floor dat hij met "Zydeco
Man", het swingende bluesy "So So Tired", het instrumentaaltje
"Lands Creek Hoedown" (de enige niet - song van Floor) en met
behulp van een Sir Douglas Quintet orgeltje in de prachtsong "Springtime
In Kentucky" ook andere muzikale wegen kan bewandelen. Resultaat :
"Make no bones about it, this is “classic” rock. It’s
original stuff, the majority of which was written by Floor, but it would
sound just as at home on a little bar’s jukebox as it does on your
home stereo. It’s not edgy or angry, it’s just music made by
a bunch of guys that grew up on blues, southern rock, country and Budweiser"
(Smokey Mountain News). Niets nieuws onder de zon ... Just fun stuff to
listen to and enjoy in a “Saturday night blue jeans and a beer”
kind of way. (SMN) . Meer moet dat niet zijn ...
HALF
KNOTS
website : www.halfknots.com
label : Genuine Recordings, Austin Texas.
info : mail@halfknots.com
bruce@genuinerecordingsaustintexas.com
(Bruce Gardner)
Het huwelijk
tussen enkele leden van de band Wagon met name Danny Kathriner, Chris Peterson
en Todd Schitzer van Nadine lijkt langer te duren dan de traditionele witte
broodsweken. In deze tijden, waar zweetvoeten al voldoende zijn om te scheiden,
lijkt mij dat niet meer zo vanzelfsprekend en wat het feest nog leuker maakt
is dat hun eersteling, het album "Half Knots" erg fraaie kritieken
krijgt van ondermeer Miles of Music en de collega's van Alt. country Nl.
Beide bands opereren in het alt. country wereldje sinds de jaren '90 en
brachten verscheidene albums op de markt. Nu vind ik persoonlijk de muziek
van Wagon iets toegankelijker dan de eigenzinnige creaties van het bandje
Nadine die vooral in Nederland onmiddelijk met vedette status geconfronteerd
werden. De iets nuchtere Belgen bekeken het wat meer vanop afstand en konden
zich wel vinden in ondermeer het debuutalbum "Back to My Senses"
en het in 2003 verschenen "Strange Seasons", maar er echt voor
uit de bol gaan was niet aan ons besteed. Blijkbaar brandde het vuur bij
beide bands op een laag pitje en toen Danny Kathriner een aantal songs geschikt
vond om het te proberen met een side project dat de naam "Half Knots"
meekreeg, waren Chris Peterson en Todd Schnitzer bereid om op de (wagon)
kar te springen. En het is meer dan een verstandshuwelijk geworden want
ik verwacht dit album in de korste keren aan de top van de Euro Americana
Chart. Jayhawks/Bellwether fans moeten zich de vingers aflikken bij het
aanhoren van de elf songs die de drie leden met behulp van hun uitgebreid
arsenaal aan instrumenten op dit meesterwerkje wisten te plaatsen. Vooral
het schitterende en voorzichtig rockende "Marianne" moet kunnen
uitgroeien tot een radio hit, maar zal geduchte concurrentie krijgen van
het rustige wiebelende country/popdeuntje "Crayons". De ballads
"Good Friends", "Springtime With an Angel", " Intention's
Good" met dat heerlijke ijle/breekbare stemmetje van Kathriner bezorgen
je meters kippenvel en eigenlijk doen wij het drietal onrecht aan met het
favoriseren van bepaalde nummers want dit album kent geen enkel zwak moment
en zorgt ervoor dat "Half Knots" een album gaat worden dat een
prima gezel gaat worden voor de lange herfst/winter avonden die ons te wachten
staan. Romantische, melancholische zielen zullen zeker "One Cup"
kunnen waarderen en zij die wegsmelten van de violen op "Here in the
Car" moesten al op weg zijn naar de platenboer net als de koppels met
relatie problemen, want met het beluisteren/de nodige conclusies trekken
uit "Before you Lose It All" is misschien voldoende om je huwelijk
nog te redden en de advocaten buiten de deur houden. Prachtig huwelijk ....
en hopelijk leefden zij nog lang en gelukkig en kregen vele (kindjes) albums.
HANK
SHIZZOE & THE DIRECTORS
OUT AND ABOUT
www.hankshizzoe.com
booking@hankshizzoe.com
Label : Cross Cut Records
www.crosscut.de
blues@crosscut.de
Wanneer
je het in de blues wil maken, kom je met een naam als Thomas Erb niet ver.
Zoiets moet de Zwitserse zanger en multi-instrumentalist hebben gedacht.
Dus verkoopt hij zijn muziek onder de naam Hank Shizzoe. Maar om die aanlokkelijk
grote Amerikaanse bluesmarkt binnen te dringen, kom je als Zwitser ook niet
ver, moet Shizzoe daarnaast hebben gedacht. Dus leukte hij zijn biografie
wat op."Hank was born on Hawaii," they were told. "He did
research on bagpipes in the Scottish highlands ... before making himself
at home in Switzerland where the chocolate's tasty and the cost of living's
high." De zaak is inmiddels aan het licht gekomen en Shizzoe heeft
alles toegegeven, maar veel recensenten zijn indertijd voor zijn leugentje
om bestwil gevallen. En ondertussen is het Shizzoe gelukt om bij de Amerikanen
in the picture te komen. Kijk, je kunt natuurlijk ook gewoon goede muziek
produceren. En dat doet Shizzoe ook. In een stijl, die op wonderlijke wijze
Robert Johnson, J.J. Cale en Mark Knopfler verenigt; zijn invloeden zijn
dan ook bij deze artiesten te zoeken, maar ook bij Ry Cooder, Keith Richards
en Billy Gibbons. Verder put hij zijn bluesgevoel niet alleen uit de zo
vaak bezongen liefde, maar ook uit naar zweet stinkende beurshandelaren
of mensen die via talkshows met stompzinnige onderwerpen op tv willen komen.
Cynische en droogkomische blues dus van een uitstekend muzikant. Shizzoe
speelde vaak alle instrumenten zelf op zijn vier soloplaten zijnde: Low
Budget (1994), Walk (1996), Plenty Of Time (1998) en Hank Shizzoe (2001).
Als hij zich liet begeleiden was dat door Loose Gravel: drummer Christopher
Beck en bassist Michel Poffet op zijn vorige album, In Concert (2003). Ook
op deze live-dubbelaar waren ze erbij, al wordt dit trio op de tweede cd
uitgebreid met gastgitarist Sonny Landreth versterkt. Met zijn band speelde
Shizzoe als support-act voor ZZ TOP, David Lindley, Bo Diddley, CharlieMusselwhite,
Luther Allison, Robben Ford, Paul Rodgers, Flaco Jimenez, Rodney Crowell,
Louisiana Red en Little Charlie & The Nightcats. De nadruk ligt vanzelfsprekend
op Shizzoe’s gitaar, én natuurlijk op de slide gitaar die hij
in de laatste tien jaar als zijn handelsmerk heeft weten te ontwikkelen.
Hij blijkt een meer dan effectieve gitarist, zowel op de gewone elektrische
als op de slide, ook als hij regelmatig gas terugneemt. "Out And About"
kan best vergeleken worden met zijn release uit '98. Zijn band kreeg ondertussen
versterking van Oli Hartung als tweede gitarist en meteen ook een nieuwe
naam : The Directors. Andere geinviteerden zij o.a. Polo Hofer, Claudia
Bettinaglio, Hanery Amman, Pink Pedrazzi en Markus Flückiger. Shizzoe
vertelt zelf over zijn nieuwe samenstelling: "After playing with Sonny
Landreth we are finally back to the tried and true two-guitars-bass-and-drums-formula.
This band has no limits." Na "Out And About" meerdere malen
beluisterd te hebben kunnen we alleen maar concluderen dat het Hank Shizzoe
wel degelijk gelukt is. Op "Out And About" herleeft het Shizzoe
geluid: inventief breed gitaarspel en zijn opvallende stem. Alle ingrediënten
zijn aanwezig en worden op smaakvolle wijze verwerkt tot een geluid dat
bij ons nostalgische gevoelens oproept. Een bijzonder aangename verrassing.
FOGHORN
STRINGBAND
WEISER SUNRICE
Website : www.foghornmusic.com
Email : theband@foghornmusic.com
Label : Nettwerk
www.nettwerk.com
info@netwerk.com
Er blijven nog steeds nieuwe stringbands ontstaan, en als je ze een keer live hebt gehoord begrijp je ook waarom. Het is gewoon heerlijk om met een groepje gewoon op simpele akoestische instrumenten samen muziek te maken. Je kunt het ook gewoon overal doen, en aan de meeste stringbands kun je ook zien dat ze er ontzettend veel lol in hebben. Een band die zich de Misthoorn Stringband noemt doet dan wel het ergste vrezen, maar de muziek die de band maakt heeft niets met misthoorns of de suggestie van misthoorns uit te staan. The Foghorn Stringband is een uit Portland, Oregon afkomstig gezelschap en brengen na “Rattlesnake Tidal Wave” (2002) en “Reap What You Sow” (2004) op hun derde album “Weiser Sunrise” hun traditionele muziek, zijnde 'old-time American fiddle tunes and songs'. Stephen “Sammy” Lind (fiddle, zang), Caleb Klauder (mandoline, zang), The Reverend P.T. Grover, Jr. (banjo), Kevin Sandri (gitaar, zang) en Brian Bagdonas (string bass) spelen niets spectaculairs, niets vernieuwends en niets uitgesproken avontuurlijks. Maar het is wel een band die ongelooflijk strak speelt, met vijf topmuzikanten die ook nog kunnen zingen. En de traditionals die ze spelen klinken toch niet helemaal zoals we ze kennen, terwijl ze wel degelijk onmiskenbaar traditioneel klinken. Tijdloos eigenlijk. Wat de vijf op hun jongste plaat bijvoorbeeld doen met “Stagger Lee”, “Sleepy Eyed Joe”, “Shortening Bread”, “Lost Girl” en “Be Nobody’s Darlin’ But Mine” zal gegarandeerd zowel bij bluegrass- en old-time-puristen als bij nieuwkomers in beide genres op de nodige bijval kunnen rekenen. Heerlijke muziek, die door de aanstekelijke manier waarop ze gespeeld wordt door deze band behoorlijk onweerstaanbaar wordt. En dat is toch opmerkelijk voor een band die "gewoon" alleen maar old-time-muziek maakt. Ze zijn dan ook gewoon heel erg goed en behoren tot het allerbeste wat dit genre op dit ogenblik te bieden heeft.
VARIOUS
ARTISTS
THE Q PEOPLE
A Tribute To NRBQ
website : www.gembuzz.com
label : GEM BUZZ Records
info : info@gembuzz.com
www.nrbq.com
Smaken verschillen
en blijkbaar is dat met de appreciatie voor het bandje NRBQ (The New Rhythm
& Blues Quartet) ook het geval. In Europa krijgen zij geen poot aan
de grond en in de USA worden zij al jarenlang aanzien als een van de betere
bands. Volgens Bonnie Raitt zijn "NRNQ the best Rock & Roll band
in the world. Always have and always been." Steve Earle ziet het zo
:"NRBQ might be the only band that is important to me as the Beatles
are." Ook Mike Mills en Peter Buck van REM draaien er geen doekjes
om :"I would describe them as the perfect amalgamation of sound"
// I think their sheer spontaneity always excites me". Ook Los Lobos
en zelfs Elvis Costello zijn laaiend enthousiast en houden het op "Rock
'n' Roll best kept secret" en "NRBQ would be as big as the Beatles."
Misschien dat dit "Tribute album to NRBQ" een helpende hand kan
bieden in de verduidelijking dat het hier niet aanslaat en ginder wel. Met
27 albums in een tijdspanne van 35 jaren is dat blijkbaar niet gelukt. Op
deze tribute zetten ondermeer Steve Earle (A girl like that), Los Lobos
(Never take the place of you), Bonnie Raitt (Me and the boys), Lonesome
Brothers(Comes to me naturally), Ron Sexsmith (My girlfriend's pretty) hun
beste beentje voor om een eigen interpretatie van de muziek/songs van NRBQ
te verzorgen. Maar ook (mindere) goden als Settie, Andrew Jones, Yo La Tengo,
Ware River Club, Barbara Que, J Mascis, King Radio, Widespread Panic proberen
in de diverse genres, eigen aan NRBQ, door het bos de bomen te zien. Meteen
het antwoord op onze vraag waarom het ginder wel aanslaat en hier niet.
Het is bijzonder moeilijk om de muziek van NRBQ in een bepaald hokje te
plaatsen en deze tribute is niet anders. Maar het is wel de geschikte gelegenheid
om enkele pareltjes te ontdekken zoals Mike Mills ("When Things Was
Cheap") de versie van Bonnie Raitt's "Me and the Boys" (opname
dateert al van '82) het rockertje "Comes to me Naturally" in de
uitvoering van de Lonesome Brothers en de jazzy probeersels van Ron Sexsmith
's "My Girlfriend Pretty" en Los Lobos op de croonertoer met "Never
Take The Place Of You" en last but no least voortreffelijke Americana
met Yo La Tengo ("Magnet") en Barbara Que ("Little Floater").
NRBQ onderging in de loop der tijden enkele personeelswisselingen, zo maakten
Al Anderson en Steve Ferguson ooit deel uit van deze from country to rockabilly
to pop, r&b to blues to free jazz to bar-band, maar de broertjes Spampinato,
Tom Ardelino en Terry Adams maken nog steeds deel uit van "Rock 'n'
Roll best kept secret". Zij kunnen tevreden achterom kijken en krijgen
met dit tribute album misschien ook de erkenning in Europa.
(SWA) Met dank aan Rolf Wagner (Gem Buzz Records)
THE
TEMPERANCE UNION
SONGS FROM THE DISTANCE
Website : www.temperanceunion.co.uk
Email : mail@temperanceunion.co.uk
label : eigen beheer
The Temperance Union is een Engels zestal bestaande uit vier mannen en twee
vrouwen, waarvan Rhiannon Owen en Matt Woolvert de harmonievokalen voor
hun rekening nemen. Samen maken ze alt.country met zo nu en dan een alternatief
randje. Deze Britse band weet met hun debuutplaat "Songs From The Distance"
de nodige deuken in de boter te slaan om te kunnen spreken van een lichte
sensatie en bevestigt eigenlijk alleen maar al het goede van wat we tegenwoordig
uit Groot-Britannië allemaal te horen krijgen. Want alt. Country hoort
toch eigenlijk per definitie niet uit Engeland te komen. Maar aldaar werden
ze overladen met goede kritieken en staan reeds te popelen om hier in de
lage landen wat optredens te kunnen versieren. The Temperance Union heeft
aldus op hun debuut maar liefst vijftien knappe liedjes, twee uitstekende
stemmen, prachtige samenzang, bij momenten heerlijk rinkelende gitaartjes,
een gevarieerd instrumentarium, een cleane productie, alle ingrediënten
om van een geslaagde Americanaplaat te mogen spreken. Ze wisten zich daarbij
gesteund door o.a. Matt Hutchinson op pedal steel op de absolute uitschieter
"Time To Cross Over" en co-producer Rob Hewitt op Hammond B3.
De liedjes zijn allen van grote klasse zoals de instumentale opener "Blackwater
Valley Theme", de rockende alt-country in "Goldmine" en het
typische Ryan / Caitlin rootsgevoel in het gedreven "Writing’s
on the Wall". Met deze drie nummers opent The Temperance Union zeer
voorbeeldig, om wat later weer te schitteren in de op één
volgende nummers "Habit Of A Lifetime" en "Take Your Best
Shot". Met een flinke dosis live ervaring zal deze band, waarin gitarist
Ian Olney (gitaren, mandoline, banjo, lap steel, bas en de 12-snarige Rickenbacker)
een bijzonder plekje heeft, later uitgroeien tot een groep klasse muzikanten.
Het duo Owen/Woolvert weet als een moderne Gram & Emmylou hun stemmen
te smeden tot een hartverscheurend geheel dat ook hier weer tot het bot
weet te ontroeren, en The Temperance Union laten horen wat ze werkelijk
kunnen en begeven zich vaak buiten de betreden countrypaden. Gelukkig wordt
er ook een potje gerockt en dat maakt dit album tot een prettig afwisselende
plaat en bewijst nogmaals dat we in de toekomst wellicht rekening moeten
gaan houden met deze jonge alt.countryband. Klasse!
ANDY
' S AUTOMATICS
THINGS HAVE CHANGED
website : www.andysautomatics.com
info : andysautomatics@hotmail.com
label : Eigen Beheer
Management Steve Lenz (stevelenz1@netscape.net)
" Some call it traditional country, some call it hillbilly and grassroots country, and some call it alternative country or Americana. We call it a pure, unadulterated original blend of smooth-groove honky-tonk, rockabilly, and REAL country music " (CD Baby )
Wanneer
je eens een kijkje gaat nemen op hun website en je klikt de links aan dan
zal het je niet verwonderen waar wij Andy's Automatics (Oshkosh.) moeten
huisvesten. Cigar Store Indians, the Derailers, Red Meat, the Souvenirs,The
Wandering Sons en dan ontbreken de jongens van BR 5 49, Two Dollar Pistols,
Two Tons Of Steel nog. Erg leuk gezelschap en front man Andy Lubahn (gitarist,
vocalist, songwriter), Jeff Verner (bassist, vocals), Mike Soffa (pedal
steel, guitar) en Tom Hansen (drums, vocals) horen met dit debuutalbum "Things
Have Changed" terecht thuis in dit 2 - 4 beat wereldje (traditional
country & early rock & roll). Alles kwam in een stroomversnelling
toen zij eind 2002 op het podium stonden met Junior Brown en Stray Cats'
bass guru Lee Rocker. Het uitbrengen van hun self-titled 5-song Ep, het
podium delen met de herrie jongens van Legendary Shack Shakers, Wayne "The
Train" Hancock en Shannon Lawson, radio en tv optredens zorgden ervoor
dat zij met een tevreden gevoel konden terug kijken op de voorbije jaren.
Maar de kers op de taart is toch het verschijnen van dit album dat meteen
hoge ogen gooit. Natuurlijk kan je niet langs boven vermelde namen kijken
en de liefhebber zal ook wel wat invloeden van Dwight Yoakam, the Mavericks,
Chris Isaac herkennen maar toch hou ik aan "Things Have Changed"
hetzelfde prettig gevoel over dat mij overkwam met de eerste albums van
BR5 49 (met als toetje hun optreden in de Effenaar Eindhoven, Nl enkele
jaren geleden). Het klinkt allemaal bekend in de oortjes maar toch vind
ik dit nog ergens origineel, verfrissend en zelfs stukken beter dan wat
sommige gevestigde namen momenteel op ons durven loslaten. Opener "3321
Las Mentiras Boulevard, we're going home" gevolgt door "Betty
5-0" laten mij al een beetje naar adem happen en gelukkig laten Andy,
Mike, Jeff en Tom het tempo eventjes zakken met "She Don't Sing"
en krijgen wij zelfs een schitterende country -12 string pedal steel versie
van de pop/rock klassieker "Sunny Afternoon" (The Kinks). Honky
tonkertje "Had for the Wanting" en tearjerker "Dream World"
met een schitterende pedal steel, die overigens lekker veel en hemels aanwezig
is op dit album, roepen het sfeertje op van de periode dat Patsy Cline nog
platen maakte en op de radio te horen was. (Gelukkig zijn er nu Miss Leslie
& her Juke Jointers). Country met een reuze grote C. Het iets meer alternatieve
country krijgt met de songs "Things Have Changed" en "Santa
Cruz" de aandacht die het verdient en met "Heaven" (origineel
van Ben Friedman/Cigar Store Indians/album: el Baile de la Cobra) en afsluiter
"Cry for Me" krijgen wij een heerlijk drivin rockin'/rockabilly
surplusje. Geen automatische piloot bij Andy en zijn Automatic's maar een
nieuwkomer waar terdege moet mee rekening gehouden worden in de toekomst.
Klasse!
ANNIE
MOSHER
NOBODY' S CHILD
website : www.anniemosher.com
info : annie@anniemosher.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/anniemosher2
Annie Mosher's songs never fail to get me and leave me shaking my head
saying 'I wish I wrote that...' The girl is a real writer and I believe
she has a bright future in the music business." -Mary Gauthier, Lost
Highway Recording Artist
"Meisjes
met rode haren .. die kunnen ...", de rest mag je zelf invullen. Deze
meid in het bezit van "red pigtails" (graduated from Lake Region
Union High School in 1992) kan ongetwijfeld het mansvolk bezighouden met
verschillende geneugtes des levens maar aangezien wij recensies maken voor
Rootstime zullen wij het maar hebben over haar album "Nobody's Child".
Blijkbaar verscheen er al eerder (2001) een album van Annie Mosher maar
het was haar echtgenoot John Williamson (aan wie zij het album opdraagt)
die zich onlangs erg lovend uitliet over .... haar vocale kwaliteiten. Met
het zeemzoete "Louangelina", een geknipte song voor Mary Gauthier
of soundtrack voor een "Love Story" movie, laat zij al dadelijk
in haar kaarten kijken. Ook al scheuren de gitaren iets feller in "Cowboy"
gaat haar stem iets crescendo in "Let Me In " en is "Drugstore
Perfume " een leuk country deuntje het blijft voornamelijk een rustig
storytelling album met tien zelf gepende songs. Blijkbaar speelt godsdienst
een voorname rol in haar leventje zo blijkt uit haar songteksten (al zijn
die jammer genoeg niet terug te vinden op de inlay, zelfs geen woordje uitleg
over muzikanten/instrumenten ). In de song "Salvation " komt zelfs
de ene of andere predikant eventjes langs om een boodschapje tot ons te
richten. In 2002 won zij het vermaarde Kerrville New Folk festival en sindsdien
heeft zij een flinke reputatie opgebouwd in Nashville. Alleen met haar gitaar,
optreden met de locale house/club band, deel uitmakend van The girls with
Guitars (a rockin group of loud-mouthed and lovable gals who do their own
thing against the Nashville norm), het maakt niet uit voor deze road - loving
artieste. Fraai album van een prima singer/songwriter die met dit album
wel eens dezelfde weg zou kunnen opgaan als Mary Gauthier ... van "Nobody's
Child" tot ieders lieveling. "She is a rising star, those who
cross her path instantly recognize this and are charmed and endeared by
her music. Enjoy her, she is priceless". (CD Baby)
R.L.
BURNSIDE
A BOTHERED MIND
Label : Fat Possum
www.fatpossum.com/artists/rl.html
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Blueslegende R.L. Burnside overleden
De Amerikaanse bluesgitarist R.L. Burnside is begin deze maand op 78-jarige leeftijd overleden in Memphis, Tennessee, aan een hartkwaal. Burnside maakte al muziek sinds de jaren '40, maar werd pas echt populair in de jaren '90, dankzij albums met onder andere The Jon Spencer Blues Explosion. Burnside werd in 1926 geboren in Mississippi, maar verhuisde als kind naar Chicago. Daar maakte hij kennis met de plaatselijke blues-scene, met artiesten als John Lee Hooker en Mississippi Fred McDowell. Burnside zou zijn kenmerkende slide-techniek trouwens van Mississippi Fred McDowell hebben geleerd. Burnside speelde jaren alleen in bars en kleine concertzalen, tot de platenmaatschappij Fat Possum hem in 1991 een platencontract aanbood. 'Hij had er nooit aan gedacht een carrière uit te bouwen. We hebben hem er gewoon een gegeven,' verklaarde Fat Possum-baas Matthew Johnson aan de BBC. Burnside zou uiteindelijk een twaalftal platen opnemen voor Fat Possum. Vooral "Bad Luck City" (1992) en "Too Bad Jim" (1994) waren succesvolle albums, maar ook de platen "A Ass Pocket o' Whiskey" en "Mr. Wizard", die hij opnam met de Amerikaanse rockband The Jon Spencer Blues Explosion. In 1998 werd muziek van zijn cd "Come On In" gebruikt in verschillende films en televisieseries, waaronder The Sopranos. Burnside heeft honderdduizenden platen verkocht. Burnsides laatste album, "A bothered mind", werd uitgebracht in 2004. Voor een echte studioplaat van de man moeten we al weer terug naar "Wish I Was In Heaven Sitting Down" uit 2000. Op de hoesfoto van "A bothered mind", is hij vastgelegd terwijl hij zijn blaas leegt in het open veld. Geen man die de dingen mooier maakt dan ze zijn en daardoor de aangewezen persoon om de blues te voorzien van een welkome portie venijn. De muziek van R.L Burnside is ruw, ongepolijst en gemeen. Het is die eigenschap die hem geliefd maakt bij liefhebbers van authentieke blues, sinds de mensen van platenmaatschappij Fat Possum hem opdoken in een obscuur dorpje in het Missisippi-gebied. Verrassend genoeg laat R.L. Burnside zich op deze plaat remixen door enkele hiphopproducers, waarbij zijn zang en gitaarspel worden aangevuld met synthesizers, rappers (Kid Rock) en scratchers. Slecht nieuws voor bluespuristen maar goed nieuws voor alle anderen. Het resultaat is namelijk smerige funkblues van het hoogste niveau en een rijke samplebron voor hiphopproducers. Wie had dat gedacht. "Glory Be" is bijvoorbeeld erg geslaagd en ook "Rollin’ and Tumblin’" moet een modern jasje doorstaan. Soms zijn ze ronduit lachwekkend, zoals bij "Shake ‘em On Down", maar over het algemeen is dit een prima plaat. Kortweg : Hij laat een vrouw, twaalf kinderen en ontelbare (achter)kleinkinderen na.
SHEMEKIA
COPELAND
THE SOUL TRUTH
Website : www.shemekiacopeland.com
Info
: Pat Tynan Media
pattynan@btinternet.com
Label : Alligator Records
www.alligator.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Shemekia Copeland, duidelijk een dochter van haar beroemde papa heeft niet alleen diens muzikale talenten geërfd, maar ook zijn groot hart. Deze sympathieke verschijning wist in no time Dolly Parton op een vooruitstrevende wijze naar de geschiedenis te verwijzen en het blues-universum mag trots zijn op deze nieuwkomer. Sinds haar alom lovend ontvangen debuut "Turn The Heat Up" in 1997 kent de uit Harlem afkomstige blueszangeres een geweldig succes. Haar vorige album "Talking To Strangers" had reeds internationale erkenning ontvangen en werd nummer 1 in de Billboard blues charts. De dag voor de release gaf ze nog een optreden samen met haar producer Dr. John als voorprogramma van The Rolling Stones in Chicago. De dochter van wijlen bluesheld Johnny Copeland laat voor de vierde keer horen dat de appel niet ver van de boom valt. En helemaal in combinatie met de vermaarde Steve Cropper die zich voor de gelegenheid niet alleen opwerpt als producer, maar ook als bandlid. Samen met hem levert ze de sterkste van haar vier cd's voor Alligator af. Eindelijk een passende produktie, goede songs en een uitstekende musicerende band waarin we buiten de leiding gevende Cropper op gitaar ook Chuck Leavell op piano, Felix Cavaliere op orgel, ex-Zappa drummer Chester Thompson en saxman Jim Horn terugvinden. Gezamenlijk kruisen zij de blues met New Orleans-funk en leggen twaalf nummers lang een veelal springerige fundering voor Copelands indrukwekkende stem. Zij zingt in de blues shouters-traditie, maar meer dan op haar vorige cd’s rekt ze muzikaal de grenzen van het genre op door haar blues met rock ‘n’ roll (o.a. in "Givin' Up You) en veel funk en soul te mengen. Copeland is met haar imponerende, soulvolle zang ook voor rootsy popliefhebbers interessant, ook omdat toon en volume kracht uitstralen. Haar thematiek blijft bluesy, maar ze kiest daarbij voor een zelfbewuste invalshoek: soms is ze humoristisch, terwijl ze ook duidelijke wraakgevoelens onder woorden brengt. Op die manier geeft ze op smachtende wijze een heel eigen, licht onheilspellende invulling aan het modieuze begrip Girlpower. Vooral in de op funk geïnspireerde nummers is die ook hoorbaar in haar intonatie en timing: ze heeft duidelijk plezier in de verbreding van haar roots. Omdat datzelfde geldt voor de muzikanten achter haar, levert dat een prachtige combinatie op. Het funky nummer "Breakin' Out" dat als opener fungeert, zet meteen een toon waarvan de rest van het uur nauwelijks meer vanaf wordt geweken, behalve dan in de welkome ballades (o.a."Strong Enough"), die het broeierige gefunk (o.a."Better Not Touch") aangenaam onderbreken. In de gospelgetinte ballade "Used" gaat Shemekia nog net niet over de top, maar benadrukt ze nog eens hoeveel vocale mogelijkheden ze heeft in het duet dat ze in deze song aangaat met Dobie Gray. Met dit album lijkt Shemekia een formule te hebben gevonden waarmee ze terugkeert naar haar blues roots, terwijl ze toch blijft mikken op een bredere markt. Op het podium heeft Copeland een enorme uitstraling. Haar unieke sound vol frisheid, creativiteit en ruw talent slaat een brug tussen genres en generaties getuige haar deelname aan het Moulin Blues fest. (2003) en het Engelse Cambridge folkfestival in july van dit jaar. Een jonge dame met heel wat in haar mars. Als de jonge versie van Aretha Franklin of het jongste zusje van Tina Turner dolde ze over het podium en pakte vakkundig het publiek in. Nathalia, met alle respect, maar ga even bij deze dame kijken! Kortweg : Als Shemekia Copeland de juiste mensen rondom zich kan verzamelen is ze de enige ware opvolgster van Aretha franklin, in haar beste periode.
ROD
PIAZZA & THE MIGHTY FLYERS
FOR THE CHOSEN WHO
Website : www.themightyflyers.com
Label:Delta Groove Productions
www.deltagrooveproductions.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Rod Piazza heeft al lang naam als één van de top bluesharmonicaspelers. Hij wordt niet alleen geprezen voor zijn techniek maar ook voor zijn kennis en beheersing van alle bluesstijlen. Ook zijn Mighty Flyers, met de aangenaam in het oog springende pianiste Honey Piazza, hebben reeds hun naam in de blueswereld gemaakt. Wanneer je met je band al drie keer een W.C.Handy Award 'Blues Band Of The Year' hebt gewonnen en zelf al eens de Handy voor 'Best Instrumentalist-Harmonica' in ontvangst mocht nemen, dan behoor je tot de groten in bluesland. Mondharmonicaspeler en zanger Rod Piazza is, alhoewel afkomstig uit Californië, duidelijk geïnspireerd door de groten uit de Chicagobluestraditie als Little Walter en Sonny Boy Williamson. Op zijn nieuwe cd “For The Chosen Who” laat hij weer staaltjes van zijn kunnen horen met als voortreffelijke begeleiders The Mighty Flyers, waarin naast zijn vrouw Honey Piazza (keyboards/zang) vooral bassist Bill Stuve een hoofdrol speelt. Maar voornamelijk producer/ harmonicaspeler Randy Chortkoff en zijn medeproducer Rod himself hebben kosten noch moeite bespaard om er iets speciaals van te maken. Chortkoff is trouwens de huisproducer van het label Delta Groove Productions, hier verdeeld door Rounder. Het album verschilt van bezetting als op zijn andere platen. Naast Honey Alexander (piano), Henry Carvajal (gitaar), Bill Stuve (bas) en Paul Fasulo (drums) doet er een heel keur aan gastmuzikanten mee. Bescheiden gastrollen zijn weggelegd voor Kid Ramos (gitaar), Phil Guy (gitaar), Finis Tasby (bas en zang), Johnny Dyer (zang), Randy Chortkoff (harmonica) en drummer James Gadson. Nummers als "I'm A Love You" (Jimmy Reed) en "Trace of You" (Jimmy Rogers) krijgen extra demensie vanwege de backingvocals. In de meeste nummers zijn als vanouds de gebruikelijke ingrediënten aanwezig, zoals een scheurend harmonica in "Broken Hearted Blues”, een nummer opgedragen aan Jimmy Rodgers, de gitarist van Muddy Waters. De piano van Miss Honey "Honey's Blues" in een onvervalste Otis Spann-stijl en in John Lee Williamson's "Ground Hog Blues". Voor het eerst bevat een Mighty Flyers schijf ook saxofoonpartijen, gespeeld door David Woodruff. Kortweg: Centraal blijft Rod's fabuleuze harmonicaspel. Zelfs na veertig jaar ziet Rod kans de stijlen van George smith, zijn mentor en Little Walter verder te perfectioneren. Zolang de blues in handen is van artiesten als hij, hoeven we ons over het uitsterven ervan echt geen zorgen te maken.
THE
MIGHTY FLYERS ARE:
ROD PIAZZA – vocals & harmonice
HONEY PIAZZA – piano & organ
HENRY CARVAJAL – guitar
BILL STUVE – electric & acoustic bass
PAUL FASULO – drums
WITH SPECIAL GUESTS:
FINIS TASBY – bass & backup vocals
KID RAMOS – guitar
PHIL GUY – guitar
JAMES GADSON – drums
JOHNNY DYER – vocals
RANDY CHORKOFF - harmonica
Tracklisting:
01. I’m A Love You
02. You Can Make It If You Try
03. Broken Hearted Blues
04. She Made My Blood Run Cold
05. Shoestring
06. Ground Hog Blues
07. Description Of A Fool
08. Trace Of You
09. Honey’s Blues
10. Got To Find My Baby
11. Call Me Dangerous
12. Blues Player
DENNIS
CLIFTON
THE BLUES HIGHWAY
website : www.cdbaby.com/cd/dclifton
dclifton_2000@yahoo.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/dclifton
"The Blues Highway runs from New Orleans trough Memphis to Chicago. In the old days blues players traveled this road playing juke joints along the way. The Blues Highway was written about how the juke joints have been replaced by mega casinos along the Mississippi Delta".
En laat dit nu precies de buurt zijn waar de orkaan "Katrina" zo lelijk heeft huis gehouden. Hopelijk heeft Dennis Clifton (Decatur, Alabama 28/1/53) en goede bekende van "onze" B J. Scott , dit alles zonder kleerscheuren overleefd want net nu brengt de man een werkelijk SCHITTEREND album op de (weggespoelde ?) markt. Eind jaren zeventig was hij samen met Larry Byrom (Steppenwolf) de drijvende kracht achter het bandje FCC en brachten zij op het RCA label twee albums uit. "Baby I Want You" en "Do you Believe In Magic" om precies te zijn. Naderhand werd hij ingehuurd als gitarist door ondermeer Percy Sledge, Delbert Mc Clinton (!), Mac Mc Annaly. Niet verwonderlijk als je weet dat hij op zeer jonge leeftijd, met Duane Allman als grote voorbeeld, de slide gitaar probeerde onder/boven de knie te krijgen en destijds mocht openen voor Lynyrd Skynyrd, Marshall Tucker, Edgar Winter. Met zijn meer dan veertig minuten durend reisje over "The Blues Highway" is het voetje niet van het gaspedaal te krijgen. Geen file, ongevallen, vrachtwagen verliest lading, weg in slechte toestand, gas planché en met de opener "Detour You", "Where Have All The Angels Gone" en titelnummer "The Blues Highway" lijkt het wel of John Hiatt zich op de E40 bevindt richting Antwerpen (Koningin Elizabethzaal 20/10/05). Meteen geven Clifton op slide en Guy Higginbotham (legendarische sax player, om.: Little Richard) hun visitekaartje af en maken van "If Leaving Was Easy" een soul pareltje dat ten huize rootsrocker grijs gedraaid wordt. Net als "Boogie Woogie Woman", "the Prodigal Son", songs die erg dicht in de buurt komen van het materiaal van country rockers Travis Tritt en Lee Roy Parnell. Bovendien laat Jim Whitehead op piano, orgel à Kevin Mc Kendree, zich niet onbetuigd en krijgen wij op "I Can Hear The Call" gitaar geluidjes die mij enigszins doen denken aan "Witchy Woman" van the Eagles. Zijn tribute song "My Old Friends", met grandioos dobro / mandoline / slide gepingel, ("You can feel the pain that still remains in Dennis' heart") zou momenteel wel eens erg up to date kunnen zijn met de gebeurtenissen in New Orleans / Alabama. Hopelijk laat deze prima singer / songwriter / producer het allemaal niet aan zijn hartje komen en zet hij zijn reisje rustig verder ("I've Got Miles To Go") en daveren the "Louisiana Nights" binnenkort weer op de tonen van dit klasse album en niet meer op het gebulder van 'Katrina'.
TERRY
EVANS
FIRE IN THE FEELING
Website : www.terryevansmusic.com
Email : terry.evans@worldnet.att.net
Booking : Andy Losche
Andy@concertbueroloesche.de
Label : CrossCut Records
www.crosscut.de
Blueszanger Terry Evans groeide op in Mississippi, verhuisde naar Californië en heeft dan een lange tijd backing gedaan bij onder meer John Lee Hooker en Ry Cooder. In de jaren zeventig is hij echt beroemd geworden als één van de drie zangers bij Ry Cooder, maar vooral, omdat zijn stem een kwart eeuw later nog bijna even flexibel en lenig is. Maar ook zijn doorbraak heeft hij te danken aan de film "Crossroads", waarin hij het nummer "Down in Mississippi" zong. Pas de laatste jaren werkt hij aan zijn eigen carrière. Terry Evans liet zich ondermeer charmeren door het gospel geluid uit zijn jeugd. Maar ook blues en soul lieten hem niet onberoerd. Hij combineerde dit alles in zijn soulvolle stem en dit zou resulteren in toernees met onder meer John Fogerty, Joan Armatrading en de reeds aangehaalde rasartiesten John Lee Hooker en Ry Cooder. Me dunkt dat je hier wel degelijk gewag kan maken van uitstekende referenties. Maar Evans wilde na verloop van tijd meer dan alleen maar in de schaduw staan van de groten. Zo kwam het dat zijn eerste album "Blues for Thought" (1993) op Pointblank het levenslicht zag. Wanneer hij de backing vocals verzorgde op het album van Lloyd Jones "Trouble Monkey", was hij in goede gading gevallen van producer Joe Harley, die er voor zorgde dat Evans tekende bij Audioquest. Dit contract was meteen goed voor twee albums "Puttin' It Down" en "Come to the River". "Walk That Walk" volgde in het begin van het jaar 2000, "Mississippi Magic" verscheen in 2001 en "Live Like A Hurricane" in 2003, en nog steeds bij Audioquest. “Fire In The Feeling” is ondertussen zij zevende studioplaat, maar nu bij CrossCut Records en wat voor één? Naast zijn kwaliteiten als songwriter is ook zijn warme soulvolle stem niet te versmaden. Op dit album kan hij rekenen op een batterij muzikanten waarbij ik het idee heb dat hij ze niet zomaar lukraak heeft uitgekozen. Voortreffelijke gitaarsolo's door meester slide-gitarist David Lindley en JImmy Scott wisselen elkaar af met speelse piano-lijnen gebracht door Hense Powell. Deze heren weten zich weer op hun beurt gesteund door een eersteklas ritmesectie. De mix van blues en soul doorspekt met gospel in “Walkin’ Chains” en de echte bluestracks als “Let’s Get Gone” en “Racket In The Room”, de covers Ernie Payne's “Nothing Wrong With Texas” en het langzame soulnummer van Homer Banks “I’ll Be Your Shelter” (In The Time Of Storm) stuwen “Fire In The Feeling” naar ongekende hoogten. Om het plaatje compleet te maken krijgt u er nog een uitmuntend nummer “My Baby Joined The Army” dat Cooder speciaal voor deze plaat schreef bovenop. Kortweg : Terry Evans laat ons weer genieten van zijn unieke combinatie van blues en de diepste deep-soul. Eén uur lang krijgen we het bewijs waarom deze zanger zo'n grote Rhythm & Blues zanger is. Wij hebben van deze cd genoten en we weten zeker dat andere liefhebbers van het genre dit ook zullen doen.
CARRIE
NEWCOMER
REGULARS AND REFUGEES
Website : www.carrienewcomer.com
Label : Philo / Rounder
Rounder Europe
www.roundereurope.com
www.continental.nl
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Wat moet je als je naam 'Newcomer' is en je wilt een plaat opnemen? Je doet het gewoon, en wel onder je eigen naam. Het plaatje op de hoes is wat misleidend; in plaats van een breekbaar meisje blijkt Carrie een zeer volwassen stem te hebben en wordt ze bijgestaan door een dozijn andere muzikanten. Carrie Newcomer schrijft aan de lopende band. Na 8 albums sinds 1991 bij Philo Records werd het vorig jaar tijd voor een “Best Of”. Zo noem je een compilatie als er geen hits zijn. Dat is het doel van Carrie ook niet, ondanks dat niemand blind is voor succes. "Betty's Diner" schotelde ons 18 liedjes voor uit haar grote collectie. Het kortverhaal “Betty’s Diner”, is dan ook de aanleiding voor haar nieuwe album, "Regulars And Refugees”, waarin Newcomer een vervolg brengt van songs gebaseerd op verhalen van haar bezoekers aan haar fictieve restaurantje in Indiana. We hebben te maken met een artieste die opereert in hetzelfde genre als bijvoorbeeld Mary Chapin Carpenter. Met haar krachtige, maar tegelijk warme stem is Newcomer echter beter toegerust tot het up-tempo werk. Carrie heeft een tamelijk lage stem, die in ballads soms aan Ann Murray doet denken. Toch bevat deze plaat vooral sterke, ingetogen luisterliedjes met onverslijtbare thema’s als liefde, verlangen naar wat is geweest, zoeken naar geluk en vooral het leven van alledag. Sterke teksten aan alle kanten zoals de ballade “La Paloma” bijvoorbeeld, dat heel bescheiden begint maar achteraf een ode aan de liefde blijkt te zijn, waarin kokkin Ruthie het met heimwee Mexicaanse hulpje Carlos tracht op te beuren. Poetisch, maar niet spectaculair. Mooi gezongen en de begeleiding is spaarzaam gehouden; hier en daar een nootje piano en op de juiste momenten een smaakvol strijkje. Dit is een mooie, sfeervolle luister-cd die een goed beeld geeft van deze talentvolle singer-songwriter. Over deze plaat valt meer te vertellen. Veel meer. Maar liever laat ik hem de liefhebbers zelf ontdekken.
ANDY
TANAS
SONGS FROM THE NEW SOUTH
website : www.andytanas.com
Email :ratanas@bellsouth.net
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/tanas
Blijkbaar heeft Andy Tanas ooit deel uit gemaakt van the Southern rock groep
Black Oak Arkansas en die naam deed bij mij een belletje rinkelen. Een zoektocht
in mijn platencollectie leverde het jubileum album "Balls of Fire"
('76) met het schitterende "Fistful Of Love" en wat vergeelde documentatie
over hun optreden op het toenmalige Jazz Bilzen (als ik mij niet vergis met
de vampachtige zangeres Ruby Starr). Reeds zo lang geleden, en als mijn hersenen
mij niet in de steek laten, vond ik het nog een aardig optreden ... Generatie
genoten van Lynyrd Skynyrd en the Allman Brothers band en het was vooral frontman
Jim Dandy die begin jaren zeventig de show stal en er bijna in zijn eentje
voor zorgde dat hun albums goud en zelfs platina haalden. Hun toernee door
de States (60 optredens) leverde destijds meer dan vier miljoen dollar op
en een switch van Atlantic naar het MCA Records label bracht ook nog eens
2 1/2 miljoen dollar in het laadje. Jim Dandy's stem werd zelfs verzekerd
voor het prijsje van één miljoen dollar. Jammer voor Andy Tanas
maakte hij de hoogdagen van Black Oak Arkansas niet mee want hij vervoegde
de band toen het vet van de soep was. Slechts op de albums "Raced With
the Devil" ('77) en "I'd Rather Be Sailing" was hij van de
partij en zijn zeilboot kon hij al vlug van stal halen want de groep splitte
in 1980. De man bleef een tijdje aktief in het hard rock milieu en met de
oprichting van the Rompers (1991) werden country rock wegen ingeslaan. Een
zestal jaren later vonden wij hem terug op de Hayden Ferry' verzamelaar "Jukebox
Cantina" en dit was het startsein om met "Songs From the New South",
een album met elf eigen songs te beginnen. Samen met Cody Dickinson from North
Mississippi All Stars, Robert Barnett from Big Ass Truck (on drums), Bryan
Ward from Bonepony (on mandolin) and Gretchen Priest from Ceili Rain (on violin/fiddle)
en onder leiding van Voytek Kochanek, bekend van zijn werk met Ozzy Osbourne
en Peter Frampton zou dit tot succes moeten leiden. Met "Just Another
Heartache" (leuk fiddle deuntje overigens) krijgen songs als "Crying
Angel" en "Damage" (doen mij denken aan Chris Isaak) een scheutje
alternatieve country en ook "Southern side of Me", "Typical
Male" kunnen nog door de beugel maar dan moet de twang stilletjes plaats
ruimen voor het Southern rock geweld. "Rowdy" , "Tennessee
Girl", "Justice", "Her Own Little World" en "Stone
Fields" doen de herinneringen aan BOA opleven en lijkt het wel of de
film terug gedraaid wordt. Jazz Bilzen is al lang verdwenen, Lynyrd Skynyrd
en the Allman Brothers al jaren opgedoekt en Andy Tanas zal met zijn "exploration
into rock and country" hopelijk nu wel de erkenning / dollars krijgen
die hij verdient.
MARIA
MULDAUR
SWEET LOVIN' OL' SOUL
Website : www.mariamuldaur.com
Label : www.stonyplainrecords.com
Rounder Europe
www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Maria Muldaur kende haar topjaren in de periode 1973-1974, toen zij met twee excellente platen ("Maria Muldaur" en "Waitress In A Donut Shop") naam maakte. Sindsdien is zij met tussenpozen goede platen blijven maken, maar het oude niveau heeft zij nimmer bereikt. Op Stony Plain Records (Rounder) verschijnt deze maand haar nieuwe plaat, die er zeker wezen mag. De hoes, waarop Maria is afgebeeld, leunend op een piano met een bloem in haar handen, geeft de relaxte sfeer van het album goed weer. In deze sfeer komt haar stem goed tot zijn recht. "Sweet Lovin' Ol' Soul" is dan ook een van de beste platen van Maria Muldaur sinds haar topplaten. We vergeten natuurlijk niet de Grammy-nominatie voor haar voorganger "Richland Woman Blues", hetgeen Muldaur vast inspiratie heeft gegeven om de vroege blues verder uit te diepen. Dit album kwam tot stand door een reis die ze maakte naar het graf van Memphis Minnie in Wells, Mississippi. Deze trip inspireerde Muldaur dusdanig, dat zij besloot een heel album op te nemen met blues uit de jaren twintig en dertig. Naast natuurlijk nummers van Memphis Minnie komen ook nummers van legendes als Bessie Smith, Mississippi John Hurt, Mississippi Fred McDowell, Leadbelly, Blind Willie Johnson en Reverend Gary Davis voorbij. Met haar nieuwe album duikt Muldaur diep in de Missisippi Delta Blues van welleer. De kenners likken nu al de vingers af, zeker wanneer zij eenmaal in de winkel aangekomen het indrukwekkende lijstje gasten zien. We hoeven u natuurlijk niet te vertellen dat dat voornemen met goed volk als levende legende Pinetop Perkins, Taj Mahal, Alvin Youngblood Hart, Tracy Nelson en een handjevol mindere goden nauwelijks kans van mislukken heeft. Doordat de nummers met smaak en veel respect voor de originelen uitgevoerd worden, klinkt dit album ondanks de verschillende gasten als een hechte eenheid, luister maar eens naar het 'geleend werk' van o.a. Memphis’ Minnie, Lucilles Bogan, Victorias Spivey en Bessies Smith, allemaal bluesvrouwen! De authenticiteit die hier werkelijk vanaf druipt doet gedachten opdoemen, dat zo vlak na het prachtige album van Corey Harris het straks nog knap lastig wordt bij de 'Bluesplaat Van Het Jaar' verkiezing. Kortweg: Laten we het er maar op houden dat "Sweet Lovin' Ol' Soul" (het zesentwintigste album van Muldaur!) van a tot z fantastisch is en door elke bluesliefhebber zeker eens beluisterd moet worden.
NO
BLUES
FAREWELL SHALABIYE
informatiON: Productiehuis ON
www.oninternet.nl
Label : Rounder Europe
www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
NO Blues is het jongste project van het productiehuis Oost-Nederland (ON), dat de muzikale verbindingen zoekt tussen twee werelden. Is het (folk)blues in combinatie met traditionele Arabische muziek of Arabische blues? Arabische muziek wordt op een andere manier gemaakt dan westerse. Hier wordt gelet op noten en toonladders, daar werkt de muzikant vooral met melodielijnen. Door dit productiehuis werden drie rasmuzikanten uitgenodigd om in drie dagen tijd hun muzikale invloeden samen te smelten tot iets nieuws. Hetgeen uiteindelijk resulteerde in een frisse combinatie die men ondertussen graag ‘Arabicana’ mag noemen. Zelf noemen ze het resultaat 100% pure blend Arabicana. Het project kreeg al aandacht voor het goed en wel af was, platenmaatschappij Rounder Records hoorde ervan en besloot deze plaat uit te geven. Op "Farewell Shalabiye" horen we dus een smakelijke versmelting van folk, blues, jazz en Arabische muziek. NO Blues is een project van gitarist Ad van Meurs (vooral bekend als gitarist van The Watchman), bassist Anne-Maarten van Heuvelen en Haytham Safia met zijn Arabische luit. Hun muzikale voorkeuren en achtergrond varieerden van jazz, blues, folk, rock tot zelfs reggae en punk, de Arabische achtergrond van Safia completeerde deze bonte verzameling stijlen. Dat klinkt buitengewoon intrigerend en tegelijkertijd bijzonder aangenaam. Het is misschien even wennen aan de complexiteit van de Arabische elementen, maar aan de andere kant staat "Farewell Shalabiye" ook gewoon vol met eenvoudige, maar wonderschone songs die recht uit het hart komen. Het nemen van risico's is in de muziekwereld helaas eerder uitzondering dan regel en daarom verdient iedereen die wel risico's durft te nemen ons respect. Op de instumentale opener "The Clock", één van de twee instrumentalen, hoor je de ud voorzichtig beginnen, vervolgens valt na een tijdje de gitaar in, met een soepele overgang, die de rest van het album blijft kenmerken. De subtiele deiningen van dit nummer en de uitdagende tonen van "Longa Sakeez", zijn voorbeelden van de warme en aangename productie van dit album. Ook staat er werk op van Anne-Maarten van Heuvelen, die de teksten schreef van "The Regular", een heerlijk bluesy nummer over die vaste stamgast aan de bar en "Dancing Without Sound", dat zeer relaxed klinkt. Helaas de gekozen traditionals "Nobody’s Fault But Mine", een nummer van Blind Willie Johnson uit de jaren twintig van de vorige eeuw en "Wayfaring Stranger", met een vocale bijdrage van Ankie Keultjes, die de productie en het mixen deed, mogen een wat te makkelijke en hierdoor overbodige keuze genoemd worden. Deze uitvoeringen worden gelukkig ruimschoots overtroffen door de titelsong "Farewell Shalabiye" en is tevens het prijsnummer van dit album. "Farewell Shalabiye" kan ik warm aanbevelen voor de liefhebbers van Amerikaanse folk-blues en voor de liefhebbers van Arabische muziek. En natuurlijk voor liefhebbers van alles hier tussen in. Kortweg: NO Blues is een gelegenheidsgroep, dus is het zeer aannemelijk dat hun debuutalbum "Farewell Shalabiye" geen opvolger krijgt. En dat is jammer, want het debuutalbum van dit trio is absoluut de moeite waard.
MIKE
MAVES
THIS SIDE OF TOWN
website : www.mikemaves.com
mikem@mikemaves.com
leah@vaxxine.com
label : Eigen Beheer / Bitter Tinder Music Canada
www.cdbaby.com/cd/maves
"Call it alt. country, roots rock, rock, Americana or whatever you
want. "This Side of Town" is what might have happened if Neil Young,
Gram Parsons, Keith Richards, and Bob Dylan had ever gotten together to make
a record. Listen Man....Listen... " (CD Baby)
Canada zit niet verlegen om singer/songwriters want met ondermeer Neil Young, Joni Mitchell, Gordon Lightfoot, Fred Eaglesmith, Ron Sexsmith kan je in tegenstelling met onze Rode Duivels overal meer dan een keer komen. Erg sterk debuutalbum van deze jonge man die zijn liefde voor de whiskey in "Hot Damned" niet onder stoelen en banken steekt : "Hot Damn, it's gonna be alright, it's time to play, it's time to party all night, put the whiskey on the bar ...let's drink the troubles away" maar ook zijn liefdesverdriet kan verzuipen in minimaal "Four Beers" met de traditionele blues kater tot gevolg. "Woke up this morning, sure had the blues, I'm four beers from feeling normal, three hours away from you, but when love gets up and leaves you lonely ...what's a boy to do ?. Maar gelukkig wordt het niet zoals bij onze veel te goed betaalde voetballers(?) een desastreuze afgang maar voor Mike Maves de aanzet voor een KLASSE album. Prachtige songs die net als de prijsbeesten "Harvest Of Stone", "Tangled Brains" (met een schitterende Karen Graves op viool) en "Death Row Lament" (Young en Dylan moeten stinkend jaloers zijn op dit verhaaltje/smoelschuivertje) mij overtuigen in mijn bewering dat Mike Maves nu al deel mag uitmaken van boven vermeld illuster gezelschap. Zelfs Steve Earle zou met nieuwbakken vrouwtje Allison Moorer maar al te graag "This Side of Town" met een bezoekje vereren. Wanneer het tempo via keyboards, harmonica, slide wordt opgedreven met "Went to Memphis" lijkt Mike Maves helemaal niet "deader than Elvis" maar oogt hij springlevend en kan hij op zijn blote knietjes en onder een subliem pedal steel geluidje "Praying to God for Rain". Met "Our Hour Now" wordt de terechte kritiek op 400 jaren wanbeleid op sociaal en milieu gebied niet gespaard en toont Maves op een sublieme wijze dat hij zijn verhaaltjes haalt uit de dagelijkse beslommeringen en daarmee voorlopig een tiental songs geschikt vond om plaats te nemen op dit album. Ik denk niet wij lang moeten wachten op een opvolger voor "This Side of Town" want Mike beschikt nog over materiaal om twee albums te vullen en dat zal meer dan welkom zijn want dit exemplaartje begint na een aantal dagen al sporen van slijtage te vertonen.... niet omdat het van slechte kwaliteit is maar gewoon .... grijs gedraaid.
The Band :Mike
Maves / vocals , guitar, acoustic guitar en harmonica.
On keys, Greg Dechert. Among his countless credits, Greg played keys with
Uriah Heep, Bad Company and toured as part of David Gilmour's (yes that David
Gilmour) band. On guitar and bass Roger Marin Jr. and Darcy Yates, former
players from the legendary Fred Eaglesmith's entourage the Flying Squirrels.
On drums, former Fifty Diamond Rocks drummer and Vegalite frontman Matt Keighan.
Mike Butler and Frank DiTillio from the incredible funk outfit Matinee Slim
and the Ultralight Orchestra put their two cents worth in while pedal steel
wiz Burke Carroll, and guitar players Sal Piccirillo and Mark Murphy, Frank
Beauty's ( keyboards, harmonica, flute ( on "Tonight The Devil")
help make this album burn.
DAR
WILLIAMS
MY BETTER SELF
Website : www.darwilliams.com
Label : Zoë Records / Rounder Europe
www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Volgens sommige critici gaat het slecht met de Amerikaanse tegencultuur. De ruimte voor alternatieven in levensstijl en politiek zou kleiner worden. Of het waar is? De groeiende populariteit van de alternatieve, feministische muziek van Dar Williams geeft in ieder geval aan dat er ruimte is voor muziek die uit het hart komt en intelligent is. Natuurlijk, er zijn wel meer feministische vrouwen met een gitaar in de hedendaagse folkmusic-scene. Maar Williams valt op omdat ze het genre van de hedendaagse alternatieve folk een nieuw gezicht geeft. Dar Williams heeft een verleden als theaterschrijver en dat is te merken. Haar liedjes zijn eigenlijk korte verhalen of kleine toneelstukken waarin verschillende karakters een rol spelen. Williams heeft hersenen en een uitstraling die daarbij hoort – intellectueel, scherp, subtiel. Ze heeft wel wat van Leonard Cohen in zijn vroege jaren, behalve dat ze minder rookt en drinkt en dat vooral ook minder romantiseert. Haar muziek doet denken aan artiesten als Paul Simon, Joni Mitchell of Janis Ian en ze heeft opgetreden met Joan Baez, die haar aan een groter publiek voorstelde. Baez en Williams namen samen "You’re Aging Well" op, dat op Williams’ eerste album staat, "The Honesty Room". Liefhebbers van folky singer-songwriters kunnen inmiddels al een jaar of twaalf niet om Dar Williams heen. Zij bracht cd’s op de markt die niet al te veel van elkaar verschillen, maar waarvan je er desondanks niet één wilt missen. Of dat met "My Better Self" gaat veranderen is maar de vraag, maar het zou wel terecht zijn. Ook deze plaat is immers weer een prachtige cd, weer zo’n typische Dar Williams cd. Een cd met persoonlijke folksongs die opvallen door scherpzinnige teksten, wonderschone melodieën en vooral de bijzondere stem van Dar Williams. Een heerlijke stem heeft die wel iets wegheeft van een andere favoriet van mij: Shawn Colvin. Een stem waarvan je absoluut moet houden, maar als je er van houdt is ie ook volstrekt onweerstaanbaar. Op "My Better Self" krijgt Dar Williams hulp van een aantal gastmuzikanten, waarvan Ani DiFranco de bekendste is. Zo duelleert Dar met Ani DiFranco in Pink Floyd's "Comfortably Numb" (wel één van de hoogtepunten van "My Better Self") en Marshall Crenshaw helpt haar op Neil Young's "Everybody Knows This Is Nowhere", dat hier een soort bluegrassy opbouw krijgt. Ook zijn er gastbijdragen van Soulive op het bluesy "Two Sides of The River". Ook de andere nummers op deze cd voldoen echter met gemak aan de hoge kwaliteitseisen die Dar Williams zichzelf nog altijd oplegt. "My Better Self" kan daarom weer blind worden aangeschaft door de fans. Zelf kondigd Williams deze plaat aan als een politieke plaat waar ze de mensen ook graag een boodschap bij wil brengen, zoals in het nummer "Echoes" dat stil staat bij de gevolgen van dagelijkse dingen op milieu en het feit dat niet iedereen in de wereld het even goed heeft. In Amerika doet deze activiste dan ook een aantal shows waarvan een deel van de entee gelden naar locale liefdadigheids instellingen gaat. Waarschijnlijk heeft ze momenteel al iets op touw gezet voor de slachtoffers in New Orleans waar vorige week de orkaan Katrina doorraasde. Kortweg : Dar Williams schrijft nog altijd prachtige liedjes en beschikt over een bijzondere stem, die geregeld voor kippenvel zorgt. "My Better Self" biedt nog steeds de kwaliteit die we van haar gewend zijn. Meesterwerk nummer zoveel dus.
DALE
WATSON AND HIS LONE STARS
HEEAH!!
Website : www.dalewatson.com
Label : Continental Song City
Rounder Europe
www.roundereurope.com
www.continental.nl
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
In 2001stal Dale Watson mijn hart met zijn album "Every Song I Write Is For You". Hij verwerkte op deze cd zijn verdriet over het ongelukkige verlies van zijn vrouw. Hartverscheurend! Geen nummer uit een jukebox zou triest genoeg zijn om het hartzeer van honky tonk rebel Dale Watson te verwoorden. In de nacht van 15 september 2000 viel Watson’s verloofde, Teresa Lynn Herbert, op weg naar hem in slaap achter het stuur van haar auto. Het ongeluk dat volgde overleefde ze niet. Verbijsterd en ingestort ondernam Watson later een zelfmoordpoging op een hotelkamer ergens in Austin door een overdosis aan slaappillen te combineren met alcohol. Watson bleek sterker dan hij had gedacht. Hij overleefde zijn aanslag. Opgenomen in een kliniek, en snel weer ontslagen, begon de Amerikaan nummers te schrijven om zijn verdriet het hoofd te kunnen bieden. "Every Song I Write Is For You" was daar het product van. Misschien zijn de mierzoete countryliedjes niet voor iedereen weggelegd, maar de manier waarop Watson zijn hart en ziel lucht, laat wel horen hoe pure country moet klinken. Het vinden van Watsons andere cd’s viel niet mee. Na een aantal ietwat mindere platen en roerige periode in zijn leven te hebben afgesloten, is en gelukkig, "Heeah!!". In vergelijking met zijn vorige albums is deze een van zijn hardst honky-tonky-ende platen sinds tijden. Misschien om deze reden de opruiende titel "Heeah!!". Zijn recentste album "Dreaming" kende een lange reeks gastmusici. "Heeah!!" gaat terug tot op het bot, een simpel kwartet met Dale himself die alle gitaarpartijen inspeelde. Jon Blondell blaast enkel als enige aanvulling op 5 songs op de trombone om het evengoed volle geluid van de plaat te gemoed te komen. Na vier tracks met voor zichzelf sprekende titels als "Sit And Drink And Cry", "Whiskey Or God" en "No Help Wanted", als zeer sterke openende honky-tonk meezingers, laat de rasechte Texaan zich nog even verleiden tot een zoete stroperige ballad "My Heart Is Yours". Dan speelt hij op de truck song "Truckin'Queen (I got my night gown one...)" nog een voorzichtig rappende hippe veertiger. Na de tropische sfeer in "Tequila And Teardrops", volgen terug zo'n honky-tonk knallers "38..21..34" en "Outta Luck", wat toch maar bewijst dat hij vooral trouw blijft aan de honky-tonk die hem duidelijk altijd al zo beviel. En afsluiten doet hij met de swingende titeltrack : HEEAH!! Kortweg : dit is het ultieme Dale Watson album.
ROGER
DEAN YOUNG & THE TIN CUP
CASA
geen website
Label : Loose
Website : www.loosemusic.com
info@loosemusic.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Roger Dean Young is een een Canadese singer-songwriter, die de wereld verblijde zo'n drie jaar terug met het prachtige album "Early Bird Songs", het tweede vorig jaar "Pilgrim" was niet zo sterk als zijn debuut maar hij liet horen dat stille waters soms peilloos diepe gronden hebben. Het was er zo eentje die je keer op keer weer uit de kast trok, waarna je je steeds afvroeg waarom zo'n talent niet onmiddellijk met een opvolger komt ter consolidatie van zijn bejubelde status. En "Casa", zijn nieuwe album laat horen dat voor de echte parelvissers onder ons geduld hebben nog altijd een hele schone zaak is. Twaalf meesterzetten op een schaakbord met als tegenspelers de backing vocals van Samantha Parton, Rebecca Till, Mary Cleaver en Emily Slanina, zorgen voor een spannend spelletje waarbij het moderne leven dat in zijn ogen een 'wasteland of dreams', het verhaal vormen van de hoofdrolspeler en dat is natuurlijk Roger Dean Young himself. Cowboy Roger Dean Young is een charmante, verlegen man, die met zijn melancholische ogen en mompelende stem verhalen vertelt over het leven van een plattelandsjongen in de grote stad. Het ene moment fluisterzacht, dan weer feestelijk, bijna carnavalesk. Soms klinkt hij als een Texaanse Lou Reed, maar eenmaal aangekomen in de moerassen van het diepe zuiden gaat zijn geest een geheel eigen leven leiden. Zijn weifelende stem valt prachtig samen met de achtergrondzang van Rebecca Till in "Carry On Heather/Rhasody" en "Red amber Amulet", die zo uit een van de weeïge achtergrondkoortjes van Leonard Cohen lijkt te zijn gestapt. Erg mooi is in al zijn subtiliteit wat dat betreft "Casa", dat in het verlengde ligt van zijn ballads op zijn debuut. De sfeer op deze plaat is vooral ingetogen. De songs van Roger Dean Young liggen heel lekker in het gehoor - puur genieten. Een cd waarop het 's ochtends vroeg mooi wakker worden is en waar je 's avond laat mooi bij wegdroomt. Zet hem lekker hard op en je hoort pas hoe goed het allemaal in elkaar zit. Een plaat die bij elke luisterbeurt beter wordt - een werkelijk ijzersterke "Casa"!
TIM
O'BRIEN
FIDDLER'S GREEN
CORNBREAD NATION
Website : www.timobrien.net
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
De alomgeprezen singersongwriter / snarenvirtuoos Tim O’Brien komt eind september met maar liefst twee nieuwe albums. Hij had kennelijk een aanval van over-activiteit tussen het vele sessiewerk door wat de man doet voor zo’n beetje alle grote country en bluegrass artiesten uit Nashville en omgeving. Nou moeten we zeggen dat als je zoveel moois weet te produceren dat je het inderdaad ook maar allemaal uit moet brengen. Op zich zijn deze twee albums, goed voor vierentwintig songs, die zich bij nader inzicht perfect in twee evenwaardige groepen lieten opdelen, duidelijk broertjes (evenveel originelen en traditionals) van elkaar, al is "Fiddler’s Green" iets meer intiem en traditioneel en "Cornbread Nation" iets meer uptempo maar dat verschil is niet zo heel erg groot. Behalve dat muziek Tim’s beroep is, is het ook zijn grootste hobby. Hij schrijft zelf een hoop liedjes, voor eigen gebruik maar ook voor anderen. Bovendien zuigt hij liedjes afkomstig uit alle windstreken op als een spons en die komen er dan later weer uit op een Tim O’Brien manier, zo heeft hij al vele klassiekers in een nieuw jasje gestoken. Erg fraai op "Cornbread Nation" zijn versies van "House Of The Rising Sun", Jimmie Rodgers z’n “California Blues en "Busted" van Harlan Howard. Op "Fiddler’s Green" vinden we echter bloedmooie versies van "Long Black Veil" en Gordon Lightfoot’s "Early Morning Rain" waarvoor hij kon rekenen op een prachtige muzikale begeleiding, bestaande uit Chris Thile (mandoline), Kenny Vaughan (gitaar), Dennis Crouch (bas), Kenny Malone (hand drum) en Stuart Duncan (fiddle). Uiteraard kunnen we buiten deze bezetting ook vele van zijn extreem getalenteerde vrienden horen, meestal Sugar Hill muzikanten, zoals Jerry Douglas, Darrell Scott en Dan Tyminski om er maar eens een paar te noemen. De songs van Tim O’Brien putten vooral uit de folk, maar zijn ook niet vies van bluegrass. Het zijn songs die direct aangenaam klinken, maar die je pas na een aantal luisterbeurten op hun waarde kan schatten. Luisterbeurten die er voor zorgen dat "Fiddler’s Green" en "Cornbread Nation" zich ontwikkelen, van cd's met aangename luisterliedjes tot razend knappe platen.
THE
TENNESSEE BOYS
BURNING MILES ( The Lost Sessions Vol.One)
website : www.eltororecords.com
label : El Toro Records
info : eltororecords@gmail.com
( Carlos Diaz)
www.cdbaby.com/cd/tennesseeboys
"I can guarantee you'll get your shoes rocked right off'n yer' feet when you put this little gem on the ol' play and spin it! So, put your rockin' shoes on and hold on to yer' hats cats and kitties! The Tennessee Boys are gonna "ROCK YOUR WORLD"! ( Willie Lewis, owner of a Rockabilly Record company).
De wereld
behoort toe aan de durvers en geluk moet je afdwingen .... geen loze woorden
voor Pedro Serra (drums & lead vocals) en zijn maatjes Jorge Fortunato
(rhythm & steel gt.), Mike Traveira (guitar) en Nuno Alexandre (stand
up bass). Zoals hun namen al laten uitschijnen zijn zij van Portugese afkomst
en niet te beroerd om het heft in eigen handen te nemen. Zo stonden zij op
een blauwe maandag in 1994 met pak en zak op de stoep van de studio's in Denver,
Colorado. "Four young hep cat looking boys, with smiles on their faces
and rock - a - billy in their hearts" die Denver in de korst mogelijke
tijd inpakten met hun eigen songs en oa. covers van Bill Haley ("Crazy
Man, Crazy"), Carl Perkins ("Movie Magg"), M. David ("I
Don't Care Off The Sun Don't Shine"), Hank Williams ("Keep It On
Your Mind"). Maar ... "Just let me tell you" dat zij met hun
eigen materiaal "Crazy, Crazy Feeling ", het swingende "This
Heart of Mine", "Burning Miles" (dat je ook kan aantreffen
op de Rhythm Bomb / El Toro verzamelaar "Perfect for Parties"),
het aan High Noon likkend "I'm Blue" niet moeten onderdoen voor
de boven vermelde klassiekers. Kort om ... dit is "A Rockabilly Ball
"..... boppin' &shakin', we gonna have a good time.
ARSEN
ROULETTE
THE LOST RECORDINGS 2003 - 2004
Website : www.arsenroulette.net
info : arsen@arsenroulette.net
label : El Toro Records
website : www.eltororecords.com
eltororecords@gmail.com
www.cdbaby.com/cd/arsenroulette
Verplichte
aanschaf voor iedere rockabilly / rock & roll liefhebber ! Deze uit Argentinie
afkomstige Arsen Roulette, maar momenteel verblijvend in California, gaat
momenteel de boer op met zijn Drugstore Romeo's. Deze opnames die plaatsvonden
in de periode 2003 / 2004 zijn het resultaat van Roulette's samenwerking met
The Ricochets : James Chance (drums) en Matt Pavlovcic (2nd guitar en lead
gt. on tracks 2,4,11-13,15) en last but no least mentor rockin' Lloyd Tripp!
(lead guitar / back up vocals), die Roulette ook nog terzijde stond bij het
pennen van negen van de vijftien songs. Mensen die zweren bij het klassieke
vinyl geluid kunnen hun hartje ophalen met "The Lost Recordings"
want het specifieke "kraak" geluid van de platendraaier krijg je
er gratis bij. Meer dan 37 minuten onvervalste rockertjes, cool - boppers,
songs die links en rechts een blues/country tintje herbergen maar één
ding gemeen hebben ... ze swingen en rocken als de pest! "Straight up
old school 50 s rock & roll as you like it " // So lock up your Son's
n' Daughters " " The sound will charge you" Prima stuff .
Songs : Get Up ; All Through The Nite ; She Was My Baby ; Boppin' Lil Betty ; Gone Crazy ; Don't Say Goodbye ; At The Drugstore ; Hop Up Honey ; Tonight Tonight ; Baby Likes To Rock And Roll; Jinx On Me ; 7 Lonely Nites, Days ; Spinnin' Around ; Lonely Blue Tear Drops ; Gone Gone Gone.
DYZACK
SOMEWHERE THERE'S A MONKEY LAUGHING
www.dyzack.nl
blab@dyzack.nl
Label : To Tangle Tunes Records
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
De
liefhebbers van Dyzack hebben erg lang op nieuw materiaal moeten wachten,
maar nu lijkt de lange wachttijd er eindelijk bijna op te zitten. Het nieuwe
album wordt nu in september verwacht. Van Dyzack, de artiestennaam van de
Haagse Erik Hofland, hebben we lang niks meer gehoord. Dat gebeurt de laatste
tijd helaas wel vaker met bekende Nederlandse bands die in de steek gelaten
worden door hun platenmaatschappij, zoals ook bij Dyzack het geval was. Voor
Hofland was dit kennelijk geen reden om te stoppen met muziek maken. "Somewhere
There's A Monkey Laughing" dat onlangs in eigen beheer is uitgebracht
heeft samen met Dyzack, nu zijn onderdak gevonden bij Munich Records. Dyzack
creëert op dit nieuwe album een lekkere moerassfeer, zuigende en pompende
swamp rock uit de moerassen van Den Haag wat te danken is aan zijn gitaarspel
en zang. Een vergelijking met Tim Buckley is zeker op zijn plaats, maar het
heeft ook iets weg van Robert Plant. Tot nu toe zou je kunnen denken: 'Dit
is niet zo bijzonder', maar wat Dyzack zo speciaal maakt, is dat hij het experiment
niet verafschuwt. Mensen die de zanger/gitarist het afgelopen jaar live aan
het werk hebben gezien, weten al uit welk vaatje de muzikant nu tapt; echte
instrumenten, muziek zonder opsmuk en in volle vaart vooruit. Maar goed, Dyzack
leerden we kennen in 1999 met zijn fraaie debuut "The Rat Dance Refizz".
Een mengeling van eigenzinnige deltablues en noisy gitaarpopliedjes. Zijn
sterke nieuwe cd borduurt daar, gelukkig, weer op door. Want die akoestische
inslag ligt de Hagenaar nu eenmaal het best. Zijn experimentele uitstapjes
(die we best nog kennen van zijn vorig album "Neurotic Jackpot"
uit 2000), heeft hij geminimaliseerd, zonder een knieval naar de commercie
te maken. Dyzack is meer liedjes gaan maken. Gedreven, up-tempo bluesy gitaarliedjes
met af en toe iets wat op een ballad lijkt. Voor het eerst heeft Dyzack ook
door anderen geschreven nummers op zijn plaat gezet, waarmee gelijk de toegevoegde
waarde van bassist Arie van Duyvenvoorde en drummer Detlef Tividor Villerius
wordt onderstreept. Het door de laatste geschreven "Oh Susanne"
is samen met "Sweet Hisses" en "A Thousend Days" één
van de hoogtepunten. De nieuwe Dyzack klinkt minder maniakaal als de eerste
en zeker minder freakerig dan de tweede. Kortweg : Met Hoflands neurotische
gitaarspel en zijn snijdende, rauwe zang heeft hij al jaren een onmiskenbaar
eigen geluid, dat staat als een huis. Op de Nederlandse concertpodia zal Dyzack
na "Somewhere There’s A Monkey Laughing" veel opzien baren
want met die hooggespannen verwachtingen zat het dus echt wel goed.
JOHN
WILLIAMSON
THE WHISKEY AND THE HIGHWAY
Website : www.johnwilliamson123.com
Email :john@johnwilliamson123.com
Label : Tiger Creek Music
www.cdbaby.com/cd/williamson2
Profits from the sale of this CD are currently being donated to the American Red Cross to aid the victims of Hurricane Katrina- Loaded with lyrical liquor, swimming in sour-mash melodies; a mason jar full of straight-ahead Southern country music that'll
"The Whiskey
and the Highway" is dus niet een geheel nieuw product wat we hier onder
ogen krijgen (hij debuteerde reeds in 2002), maar een goede staalkaart van
het kunnen van de in Vidalia, Georgia geboren en getogen John Williamson.
En over man's kwaliteiten hoeven we niet te klagen: Williamson, een begenadigd
verhalenverteller, bezit een aangenaam stemgeluid, schrijft bovendien bovenmodale
liedjes en heeft ook nog de kwaliteit om zeer kundige muzikanten om zich heen
te verzamelen. Want een begeleiding met beroemde namen als Jody Harris (producer,
drums, bas en Fender telecaster), Johnny B. Bellar (dobro), Tim Lorsch (viool,
mandolin) en het knappe steelgitaar spel van country legende Lloyd Green kan
iedereen niet voorleggen. Kan niet kapot, alles klinkt mooi, clean en vooral
braaf. De scherpe randjes zijn vakkundig weggelaten en bijna alles is zo geproduceerd
dat het vooral toegankelijk moet zijn voor singer-songwriter-country-radioformaat.
Jammer, want juist waar Williamson zijn twaalf composities buiten dit geeffende
pad treden wordt het interessant. Na opener "Bottle Of Whiskey"
is het de titeltrack die aanspreekt. Vervolgens glijdt het ene na het andere
nummer op een prettige wijze voorbij, met "This Is My Life" als
de meest in het oor springende nummer. Meest in het oorspringende elementen
van de muziek van Williamson zijn het geweldige akoestische gitaarwerk en
vooral zijn heerlijke zang. Recensenten die het hoorden vergeleken hem direct
met Hank Williams tot Don Williams, van Woody Guthrie tot Bob Dylan en Iris
Dement. Dit soort vergelijkingen zijn misschien wat overdreven, maar dat "The
Whiskey and the Highway" vol staat met hele mooie bitterzoete liedjes
is zeker, waarin we invloeden terugvinden van o.a. Townes Van Zandt, Guy Clark,
Billy Joe Shaver, Willie Nelson, Waylon Jennings, Johnny Cash, John Prine,
Kris Kristofferson en Chris Knight. Zijn songs zijn levensliederen, meestal
over drank en teleurstellingen. Bijgestaan door een aantal muzikale vrienden
heeft Williamson een cd gemaakt waar het plezier en de passie van afdruipen
en levert een cd af die niet alleen uitstekend in het gehoor ligt, maar ook
nog iets bijzonders biedt. Muziek waar je het warm van krijgt dus. Liefhebbers
van heerlijke zuidelijke country, liefhebbers van de bovengenoemde grootheden
mogen dit prachtplaatje echt niet missen.
NICKEL
CREEK
WHY SHOULD THE FIRE DIE?
www.nickelcreek.com
Label : Sugar Hill
www.sugarhillrecords.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Verbazingwekkend,
chicken-skin en wat al niet meer… De muziek van Nickel Creek uit San
Diego is zo vederlicht, zo soepel, nieuw en toch zo klassiek herkenbaar. Gitaar,
(subliem -) mandolinespel en speelse viool zingen zoals de warme stemmen de
melodieën spelen. Liedjes die al eeuwen lijken te bestaan of voorgezongen
zijn bij je jeugdige slapengaan of eerste kampvuur. De band met het genie
Chris Thile (mandoline, banjo, bouzouki) in de gelederen maakte al twee prima
cd's. Nickel Creek beperkte zich op hun debuut zeker niet tot bluegrass. Country,
folk en Keltische invloeden waren even dominant aanwezig. De cd bevatte een
aantal knappe instrumentale nummers en daarnaast vooral ballads. Het debuut
van de band was al zeer overtuigend, maar hun tweede plaat "This Side"
was nog een aantal klassen beter. De muziek op "This Side" klonk
echter nog een stuk eigentijdser en vooral een stuk minder braaf en was wederom
door Alison Krauss geproduceerd. Beide cd's gingen in de Verenigde Staten
als warme broodjes over de toonbank, maar kregen hier in de Lage Landen veel
te weinig aandacht. Dat kan wel eens gaan veranderen met "Why Should
The Fire Die?" want voor deze cd werd producer Alison Krauss ingeruild
voor het duo Tony Berg en Eric Valentine, waarvan we de laatste niet alleen
kennen van zijn band The Dwarves, maar ook van zijn werk met Good Charlotte
en de Queens Of The Stone Age. Dat betekent overigens niet dat Nickel Creek
de 'progressive bluegrass' achter zich laat, maar "Why Should The Fire
Die?" klinkt wel net wat minder traditioneel dan de vorige twee cd's.
Wat is gebleven is de hoge kwaliteit van de songs, de muzikale virtuositeit
van de leden van Nickel Creek met hun soms adembenemend harmonieuze samenzang,
sterke teksten en songs die variëren van de Posies-achtige liefdesaanklacht
"Somebody More Like You" tot de werkelijk schitterende meezingballade
"Jealous of the Moon". Een prachtplaat levert deze versmelting van
indiepop, singer/songwriterwortels, Keltische folk en virtuoze countrywalsjes
wel op. Kortweg : Net als de vorige twee cd's van de band is "Why Should
The Fire Die?", met zijn wat rauwer en moderner geluid, een enorme aanrader
voor iedere liefhebber van bluegrass, waarin Nickel Creek duidelijk haar eigen
stijl heeft gevonden, die zeker eigentijds te noemen is.
KENT
McALISTER AND HIS BAND
MEMORY REPLACER
Website : www.kentmcalister.com
kent@kentmcalister.com
Label : Copperspine records
www.copperspine.com
www.cdbaby.com/cd/kentmcalister
Omdat we hem zo mooi vinden nog maar een keer aandacht voor het debuut van Kent McAlister. Het is ongelooflijk hoeveel prachtige cd's er in eigen beheer of op kleine labels worden uitgebracht. Meesterwerken in de dop die maar moeten hopen dat iemand ze oppikt. Wij pikken deze week van het Canadese label, Copperspine records het album "Memory Replacer" (2004), van singer-songwriter Kent McAlister op, een componist/gitarist uit Calgary, Alberta. Een cd die als volgt werd aangeprezen: "Kent McAlister plays a traditional yet unorthodox brand of country music that sends the “New Country” camp a –runnin’. Geen gekke omschrijving trouwens, want de songs van McAlister doen inderdaad regelmatig aan vele country-artiestendenken. Wij vinden Kent McAlister and his band op zijn best in de wat meer ingetogen songs. Songs die overlopen van emotie en waarin McAlister met zijn wat gruizige stem de juiste snaar keer op keer weet te raken. Ook de wat stevigere songs blijven echter moeiteloos overeind via uitstekend gitaarspel, mooie melodieën en catchy refreinen. Kent McAlister and his band, bestaande uit Tim Tweedale (dobro, lapsteel, trompet), Craig McCaul (bas) en Shawn Killaly (drums), heeft met "Memory Replacer" gewoon een erg mooie soulvolle country/roots-cd gemaakt. Een cd die het van de eerste tot de laatste noot verdiend om gehoord te worden al bevat deze plaat slechts acht nummers.
"If West Texas had a voice I think it would be Kimmie Rhodes. Her nightingale's warble is as plaintive the flat plains, pure as the untainted air, as big as the endless horizon, as wild and free as the wind. (Joe Nick ) // Willie Nelson says Kimmie Rhodes is "an undiscovered superstar"
KIMMIE
RHODES
WINDBLOWN
website : www.kimmierhodes.com
info : kimmie@kimmierhodes.com
label : Sunbird
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl
Ter gelegenheid
van de komende toernee van Kimmie Rhodes in Nederland leek het ons wel de
moeite waard om haar laatste album " Windblown" terug in de belangstelling
te plaatsen. Het album dat tevens dienst doet als de soundtrack voor een theater
/ dansvoorstelling moet de laatste twijfelaar over de streep kunnen trekken
om een concert van deze "nachtegaal" bij te wonen (optredens zie
Extra Support). Misschien is zij bij het groter publiek beter bekend door
haar duets met Willie Nelson, Waylon Jennings, Emmylou Harris, Townes Van
Zandt, Beth Nielsen Chapman dan door haar eigen albums, jammer want met "Windblown"
is zij reeds aan haar zesde meesterwerkje toe.
"Windblown," featuring all new original songs by Kimmie Rhodes,
paints a poignant picture in song of a young woman who has exiled herself
to the wilderness of the Texas Big Bend in a struggle to escape the sorrows
of her bordertown life and the bad choices she has made." (Westcoastmusic).
SONGS : 1. Windblown / 2. Oh padre / 3. Lost in you again / 4. That's my heart
/ 5. Desert train / 6. Laredo train / 7. Little Angelina / 8. El diablo gallo
/ 9. Angelino / 10. Clear blue sky
Kimmie Rhodes
- vocals & acoustic guitar / Joe Gracey - rhythm guitar / John Gardner
- drums & percussion / Lloyd Maines - dobro & steel guitar / Richard
Bowden - violin, viola & mandolin / David Carroll - upright bass / Gabe
Rhodes - electric, classical, bass & acoustic guitars, melody bells, glass
harp, theramin, harmonium, piano, percussion, toy accordion, melodica, programming
Produced by Gabe Rhodes.
Can you marry a voice?
if so I know of 3 I'd like to marry on right now
Kimmie is #1 - I won't go for 2nd best..
she's more than I can handle
a perfect
blend of nicely played acoustic guitar and gentle singing.
her voice reaches through and holds you in her arms
a great
place to start collecting Kimmie
leaning more on the country side where her beauty really shines (Amazon. com)
Waylon Jennings : "When I hear Kimmie sing it makes me know what the
phrase 'pulling on your heart strings' means."
JOE
CRUZ
GOOD LUCK MAN
Website : www.joecruz.biz
Email : joecruz@joecruz.biz
Label : JCMG Records
www. cdbaby.com/cd/joecruz
Hij mag hier
dan een onbekende zijn maar deze meneer is al zo’n 40 jaar actief in
de blueswereld. Het beste, zegt hij zelf, wat hem is overkomen in die 40 jaar
is verhuizen van Texas naar Nashville en het opnemen van deze CD. De opener
en tevens titeltrack begint al dadelijk met een lekkere groove en knappe achterkoortjes.
Alles zit goed in elkaar, een solide ritmesectie en mooi saxwerk van Brian
Cummings ondersteunen Joe Cruz. Zijn gitaarwerk mag zeer zeker gehoord worden.
Op momenten doet hij mij een beetje denken aan BB King. Maar Joe Cruz in meer
dan zomaar een kopiëerder, hij heeft zich een eigen weg gezocht en heeft
voldoende talent om in de blueswereld z’n plaats te verdienen. Af en
toe wijkt hij een beetje naar de countryblues, luister maar eens naar het
mooi “The Senior Tour” dat ook mooi werk op steelgitaar bevat.
Ook enkele covers vind je terug op deze CD zoals het eigenzinnige “Delilah”
met een zeer scherpe solo. Ook heel mooi vind ik persoonlijk het zeer rustige
“Keeper Of The Wrong Memories”, ditmaal eens geen traditionele
12 bar blues maar meer een oprecht eerlijke balade. Op “Mustang Sally”
van wijlen Sir Mac Rice komt dan weer tot uiting dat Joe Cruz ook een voortreffelijke
stem bezit. Ik begrijp niet dat deze meneer niet in Europa wordt geboekt want
hij maakt zeker voortreffelijke muziek van blues, countryblues over gevoelige
ballades. Alles zit goed en wordt met veel gevoel en finesse gebracht. Voor
de bluesliefhebber die zich niet vastpint op het traditionele is deze CD zeker
een verrijking.
(Blueswalker)
MAGIC
SLIM & THE TEARDROPS
ANYTHING CAN HAPPEN
www.blindpigrecords.com
info@blindpigrecords.com
Distr.: parsifal
www.parsifal.be
Magic Slim is de grootste levende legende in het Mississippi-Chicago blues genre. Zijn blues stijl geldt als basis voor vele moderne blues- en rockartiesten. Geen wonder dat Magic Slim en zijn begeleidingsgroep The Teardrops beschouwd wordt als de laatste echte Chicago blues band. De live optredens van Magic Slim zijn legendarisch te noemen. Niet enkel zijn groot postuur, maar nog veel meer zijn virtuoos gitaarwerk en magistrale stem, vullen de ruimte. Puttend uit een repertoire van honderden bluessongs krijgt zijn optreden een ongedwongen charmante sfeer. Magic Slim (Morris Holt) werd geboren in Torrence, Mississippi op 7 augustus 1937. Van jongs af aan was hij verslingerd aan muziek. Als kind verbouwde hij de bezem van zijn moeder om tot gitaar. Zijn eerste liefde was de piano, maar door het verlies van zijn rechter pink, schakelde hij over naar de gitaar. Tijdens de week werkend op de katoenplantages speelde hij tijdens het weekend bluesmuziek op feestjes. Op zijn elfde verhuisde Holt naar Greneda, Mississippi. Hij werd er bevriend met Magic Sam, die hem de kneepjes van het gitaarspel leerde. Zijn gitaar toon, gekenmerkt door de wildste vibraties in de blues gekoppeld aan een ruwe aardse stem, werd zijn handelsmerk. Jaren later (1955) kamen Sam en Holt elkaar tegen in Chicago waar Sam een grote invloed had op zijn carrière. Hij mocht basgitaar spelen bij de band van Sam waar hij zijn koosnaam Magic Slim kreeg. Later keerde hij terug naar Mississippi om zijn spel te perfectioneren. In 1967 keerde Slim terug naar Chicago waar hij samen met zijn broers de groep The Teardrops stichtte. Hij trad regelmatig op in de club Florence´s als invaller voor Hound Dog Taylor. Wanneer deze de club verliet voor een meer lucratieve carrière kreeg Magic Slim vaste voet in Florence´s. Midden de jaren 70 bloeide zijn carrière uit van gitarist, bandleider tot performer. Hij reisde het land door en werd nationaal en internationaal gewaardeerd. Een tournee doorheen Europa volgde. Hij speelde ondermeer in Scandinavië, Frankrijk, België, Nederland.... In de jaren 80 was hij te gast op festivals in Japan en Zuid-Afrika. Ze openden onder meer het concert van Pearl Jam in Chicago. In 1966 bracht Magic Silm zijn eerste singel op de markt met de song "Scufflin". Midden jaren 70 volgde zijn eerste album onder de titel "Burn Under A Bad Sign", gevolgd door vele anderen. Voornamelijk door het toedoen van Sam"s performances werd de band meermaals genomineerd voor de W.C. Handy Awards als 'Blues Band of the Year'. Met de herwerking van zijn eerste song "Scufflin" kwam zijn carrière in 1996 in een stroomversnelling. Het album "Black Tornado" dat uitkwam in 1998 werd zeer goed onthaald. Na "Snakebite" (2000), Slim´s vierde album en "Blue Magic" (2002), zijn vijfde voor Blind Pig Records, is er nu het nieuwste album "Anything Can Happen". Dit album werd geproduceerd door Edward Chmelewski en Jerry Del Giudicede en dit jaar live opgenomen in the Sierra Nevada Brewery, Chico, CA. Magic Slim & The Teardrops spelen bijna 40 jaar de meest degelijke Chicago blues die je je maar kunt voorstellen. Blues met een fundament van beton, waarin Slim zelf als zanger en gitarist altijd de constante en nadrukkelijk aanwezige factor is. Personeelswisselingen zijn nooit van noemenswaardige invloed geweest op hun sound. Sinds het vorige album is daar wel een beetje verandering in gekomen, dankzij het vertrek van bassist Nick Holt. Hij stond altijd garant voor de simpele, directe en knorrende baslijnen. Zijn recht-toe-recht-aan benadering heeft nu plaatsgemaakt voor het vloeiende basspel van Chris Biedron. De teardrop-sound is daarmee drastisch veranderd. Hoewel op het spel van Biedron weinig valt aan te merken, is het wel even wennen. Het dampende "Goin' To Mississippi" is verreweg het beste nummer en laat horen dat Magic Slim waarschijnlijk één van de meest bekende en nog levende vertegenwoordigers van de traditionele elektrische Chicago tot Mississippi bluesstijlen is. Deze live opname is ook op DVD te verkrijgen, en dit lijkt een goede zet van Blind Pig. Het zal mogelijk meer potentiële kopers over de streep trekken. Op de DVD staan er natuurlijk wat extra tracks en een interview. Aan u de keuze!
KARL
BROADIE
BLACK CROW CALLIN'
Website: www.karlbroadie.com
info@karlbroadie.com
Label : Universal Music
www.universal-australia.com.au
Karl Broadie is een in Australië terecht gekomen Schot die op zijn debuutcd
"Nowhere Now Here" (2002) klonk alsof hij al jaren bezig was. Daarna
verscheen zijn onnodige miniplaat "Everybody's Gold" (2004), twee
releases voor het lokale Laughing Outlaw Records. Op zijn nieuwe cd "Black
Crow Callin'", horen we opnieuw dat hij over een doorleefde zangstem
beschikt. Zijn stemgeluid een exacte match van Bob Dylan en Jeff Tweedy en
de muziek klinkt al even als uit Amerikaanse woestijngrond getrokken. Laidback
en meestendeels akoestisch openbaart zich hier een album dat zich uiteindelijk
behoorlijk aan je opdringt. De muziek is terughoudende, rustige akoestische
folk, Karl speelt zelf gitaar en bluesy mondharmonica, producer Michael Roberts
neemt dobro, mandoline, banjo, accordeon en de overige gitaren voor zijn rekening,
terwijl George Washingmachine en Mark Oats hun fiddle laten zingen. Broadie
behoort tot de slimme nieuwe generatie die niet te veel kwijt wil over de
maatschappij waarin wij leven. In plaats daarvan is de lyrische thematiek
verschoven naar het liefdesleven. Twaalf van de dertien songs zijn zelfgepende
nummers, die het midden houden tussen Americana, alt. country en het klassieke
singer-songwriterswerk. Enkel "On the Road" is co-writen met Roberts.
Broadie opent met "Diamond In The Dark" en meteen is dit een waardige
start. De overige liedjes ("diamonds") sluiten daarop aan want zijn
eigen licht-romantische songs zijn sterk genoeg, zoals de aanstekelijke titeltrack
met Tim Wedde van The Flood op accordeon of het zachtjes rockende "It
Lasts" waarin Broadie de hulp van Kevin Bennett (ook van The Flood) inschakelt.
De up-tempo songs en die momenten waarin hij met andere muzikanten samenwerkt,
overtuigen nog het meest. "Black Crow Callin'" nu voor platengigant
Universal Music is een kruidig album met rootsliedjes met allerhande invloeden
van Americana, country, pop en folk hetgeen ons blijft naar meer smaken.
DARRELL
SCOTT, DANNY THOMPSON & KENNY MALONE
LIVE IN NC
www.darrellscott.com
www.dannythompson.co.uk
Label : Full Light Records
Info : Lotos Nile Media
www.lotosnile.com
Kissy Black
Kissyblack@lotosnile.com
www.cdbaby.com/cd/dsdtkm
This live folk/rock/jazz/americana CD captures singer/songwriter/guitarist Darrell Scott (Guy Clark, Steve Earle, Sam Bush) performing electrically and acoustically with legendary upright bassist Danny Thompson (Richard Thompson, Kate Bush, J. Lee Hooker)
Darrell Scott schreef "Theatre Of The Unheard" tussen 1986 en 1990 en bij het verschijnen van dit album zo'n goed anderhalf jaar geleden waren vriend en vijand werkelijk verrast. Geen wonder, want die cd heeft alles in zich om naast het singer-songwriterpubliek ook liefhebbers van wat steviger rootsrock te bekoren. Tel daarbij op dat Scott meesterlijke songs schrijft, een geweldige zanger is en een subliem gitarist (zowel elektrisch als akoestisch) en het is duidelijk dat de verwachtingen hooggespannen waren toen we zijn "Live in NC" hoorden. Live opgenomen met oude rot Kenny Malone op drums en niemand minder dan Danny Thompson (Pentangle, John Martyn, Richard Thompson etc.) op staande bas. Ruim een uur muziek, veel eigen werk met als uitschieters “You’ll Never Leave Harlan Alive”, “Miracle Of Living” en “River Take Me” en enkele covers, zoals Folsom Prison (Johnny Cash) en White Freightliner Blues (Townes van Zandt). De laatste twee (samengesmolten) songs zijn misschien wel de minste van de cd, wat nog eens duidelijk maakt welk niveau songschrijver Scott (midden veertig is hij nu) heeft bereikt. Vergeleken met "Theatre Of The Unheard" of zijn andere studiowerk bevatten deze live-uitvoeringen meer funk, jazz, blues, Americana en rock invloeden. Darrell Scott staat bekend als iemand die alles bespeelt wat je in zijn buurt durft neer te leggen, maar toch vooral om zijn begaafdheid waar het hanteren van de gitaar, de dobro en de mandoline betreft. "Live in NC" is een prachtplaat, die liefhebbers van Steve Earle (de countryrock) en Little Feat (de southern soul) moet aanspreken. Er zit bombast in nogal wat liedjes over eenzame lieden en dat mogen ze hebben, want de vette accenten, zoals hier en daar een vette gitaarsolo blijven overeind op deze uitstekende productie. Ondanks de obligate drumsolo is dit de beste live-cd die we in jaren hebben gehoord.
RENEE
AUSTIN
RIGHT ABOUT LOVE
Website : www.reneeaustin.com
Email : missreneeaustin@reneeaustin.com
www.blindpigrecords.com
info@blindpigrecords.com
Distr.: parsifal
www.parsifal.be
Commenting on the CD, Austin said, "I approached writing for this project with the intent of making music that would again take the listener on a ride thru everyday life. When I sat down to create this disc, I wanted to focus in on one thing. Who is Renee' Austin? I came to the conclusion that my Texas roots are the foundation to my music. People ask me all the time 'What kind of music do you do?' I tell them Roadhouse Soul - blending Blues/Roots, Country and Gospel/Soul."
Renée Austin is een vocaal sterke zangeres en met "Right About Love" brengt ze een hommage aan de rootsmuziek. Al gelauwerd als beste artiest, beste vrouwelijke zangeres en voor de beste plaat bij de Minnesota Music Awards, en dat met je debuut! Wie zoekt op internet vindt Renée Austin vooral vermeld als countryster. Veel smaakvolle soul en blues liggen dicht in de buurt van country, maar Austin is toch een wel iets te uitgesproken zangeres voor het country-genre. Bovendien wordt haar lijstje invloedrijke artiesten vooral gevuld met gospel- en soul-artiesten. Hoe het ook zij, ze heeft een prachtige derde plaat gemaakt, haar tweede voor Blind Pig records na haar debuut "Sweet Talk" (2003) waarvoor zij een W.C Handy Award nominatie kreeg als "Best New Artist". Zoals ook op haar vorige album wordt er op deze plaat ook ruig gezongen en gespeeld door haarzelf en haar uitgebreide studioband onder leiding van gitarist en producer Kevin Bowe. De plaat opent met het stevig rockende "Mouth of the Delta," een nummer dat ze samen schreef met David Grissom (the Dixie Chicks). Negen van de elf songs zijn door Renée zelf geschreven, waarbij de nadruk ligt op vlotte grooves in een mix van motown, Stax, R&B, gospel, country, Texas Blues en zelfs rock 'n' roll. Maar zelfs in die snelle liedjes komt Renée's vijf octaven bestrijkende stem in volle glorie tot uiting. Zoals in "Chicken Coop", een nogal niemendallerige jump-blues, die puur door haar geweldige voordracht een enorme lading krijgt. Prachtig ook is de rustige titeltrack en het samen met Bruce McCabe geschreven, "Thank You Card", een gospel getint nummer dat net zo onstuimig is zowel kwa inhoud als arrangement. Ze stond reeds op het podium naast Robert Cray, Lonnie Brooks en Delbert McClinton. Een gouden stem, die je ergens kunt plaatsen tussen die van Tina Turner, Bonnie Raitt en Carleen Anderson, en wij ... voorzien voor haar een grote toekomst!
MIRACLE
MILE
GLOW
www.miraclemile.co.uk
marcus@mcliffe.freeserve.co.uk
meme@miraclemile.co.uk
Label : MeMe Records
"Stories We Could Tell" (2004), "Alaska" (2003), "Slow Fade" (2001), "Candids" (1998) en "Bicycle Thieves" (1997) van het Engelse Miracle Mile werden de voorbije jaren bejubeld in alle serieuze Engelse muziekbladen. In onze lage landen zijn de cd's nog niet uitgebracht en gezien de verkoopcijfers in Engeland zal dat waarschijnlijk ook niet snel gebeuren. Dat is jammer, want hun nieuwe album "Glow" is een zeer overtuigende cd die me al heel wat luisteroplezier heeft opgeleverd. Trevor Jones is de man achter Miracle Mile en op "Glow" manifesteert hij zich als iemand die prachtige liedjes kan schrijven en ze ook nog eens overtuigend weet te zingen. De songs van Miracle Mile zijn over het algemeen zeer melodieus en bijna lieflijk van aard. Het doet soms wat denken aan Prefab Sprout, maar ook Elvis Costello lijkt een belangrijke inspiratiebron. Alle nummers liggen goed in het gehoor en geven de luisteraar keer op keer een warm gevoel. Al tien jaar lang ploeteren ze in de marge en moeten ze met lede ogen toezien hoe mensen als David Gray en Duncan Sheik er met hun geluid en succes vandoor gaan. Het niveau op "Glow" is zo hoog dat deze cd eigenlijk niet over het hoofd gezien mag worden. U zal beslist deze zoete en rustgevende akoestische liedjes wel waarderen. Kortom, hou de import-bak in de gaten en laat deze prachtige cd niet staan.
SWEET
SUNNY SOUTH
WILD' N SINGING
BELL CREEK DANCE CLUB
www.sweetsunnysouth.com
cory@sweetsunnysouth.com
Label : Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/sweetsunnysouth
www.cdbaby.com/cd/sweetsunnysouth2
Het gaat met bluegrass een beetje zoals het in de jaren zestig met country ging, toen groepen als The Byrds en The Flying Burrito Brothers het genre naar hun hand zetten, waarna er een complete opleving kwam van rock-geöriënteerde country. Bluegrass is voor de nietpuristen onder ons op dit moment zeker zo interessant, luister maar eens naar de uit Colorado komende bluegrass/old-time band Sweet Sunny South. Een fantastische bandnaam, vind ik. Ze maken die naam ook volledig waar door traditionele bluegrass te zingen waardoor ze met hun scherpe samenzang regelmatig ons kippenvel bezorgen. Rob Miller (gitaar, zang), Shelley Gray (bas, zang), Cory Obert (fiddle, zang), Bill Powers (mandoline, banjo, zang) en gastvocalist Adam Burke serveren op hun debuut cd "Bell Creek Dance Club” (2004) vooral traditionals, eigen werk en nummers van anderen, maar op de tweede "Wild'n Singing" (2005) samen met Mark Nanni op accordeon en Aaron Youngberg op banjo zijn de meeste nummers van Bill Powers en Rob Miller zelf, en daar wordt het allemaal zeker niet minder van. Beide cd's zijn overigens absolute aanraders. Er wordt met grote inzet gespeeld, en er wordt ook fantastisch samengespeeld, waardoor er iets magisch gebeurt, elk nummer lijkt te stralen. Alle ingrediënten voor prima albums zijn hier voorhanden. Oude bluegrass/old-time-muziek blijft een grote aantrekkingskracht op muzikanten van nu uitoefenen. Sommigen zetten de traditie naar hun hand en schrijven zelf liedjes in een traditionele stijl, anderen nemen de oude liedjes en spelen ze in de traditionele stijl die bij die liedjes hoort. Kortweg :Sweet Sunny South zijn traditioneel, maar zeker niet braaf, integendeel.
LORNA
STATIC PATTERNS AND SOUVENIRS
www.lornamusic.co.uk
lorna@lornamusic.co.uk
Label : Words On Music
www.words-on-music.com
tidings@words-on-music.com
De mooiste muziek komt soms via een omweg. Bij Lorna uit Nottingham ging dat bijvoorbeeld via het Spaanse label Pause Music en daarna uiteindelijk zelfs via het Amerikaanse label Words On Music uit Minneapolis. "Static Patterns And Souvenirs" staat vol met mild-mannered pop in de traditie van Mazzy Star, Lambchop, Angelo Badalamenti, Mojave 3 of Camera Obscura, gebruikmakend van Schotse muziek, postrock, Americana, dreampop. Zacht en zoet zijn de prettig complexe, naadloos in elkaar gedraaide songs van Lorna. Opvallend is hoe transparant het geluid is, hoe spaarzaam en ingehouden de groep te werk gaat. Als waren ze de stiefkinderen van Jim Reeves, zo voorzichtig en zacht glijden ze door de liedjes heen. Waarbij Lorna soms zo onthaast, dat het gevaar bestaat dat de muziek tot stilstand komt. "Static Patterns And Souvenirs" is niet hemelbestormend. Voor Lorna geldt wat voor meer uitstekende groepen geldt die aan hun tweede plaat toe zijn : de verrassing is er af maar het blijft bloedmooi. De aankomende herfst heeft zo zijn charmes. De melancholie is weer voelbaar aanwezig. De nieuwe plaat van Lorna sluit hier weer naadloos bij aan. Deze Engelse band blinkt op deze cd weer uit in subtiliteit en eenvoud. Breekbare liedjes gespeeld en gezongen door Mark Rolfe (gitaar, vocals), Sharon Cohen (piano, vocals), James Allen (bas, vocals) en Matt Harrison (fluit, gitaar) hebben de uitwerking van een flinke dosis valium.
KATE
CAMPBELL
BLUES AND LAMENTATIONS
www.katecampbell.com
Label :Large River Music
www.LargeRiverMusic.com
Management :Ira Campbell
ira@katecampbell.com
Info : Lotos Nile Media
www.lotosnile.com
Kissy Black
Kissyblack@lotosnile.com
Met haar debuut-cd "Songs From The Levee" gaf de uit Missisippi/Nashville komende Kate Campbell enkele jaren geleden aan, één van de meest belovende nieuwe singer-songwriters te zijn in het countrygenre, iets wat ze de volgende jaren waarmaakte met de schitterende albums "Moonpie Dreams", "Visions Of Plenty", "Rosaryville", "Wandering Strange", "Monuments", "Twang On A Wire", "Sing Me Out" en "The Portable Kate Campbell" waarvan u de meeste songs eigenlijk in één van twee categorieën kon plaatsen: funky countryrockers en folky ballades, waarbij ze zich meer dan ooit ontpopt als de frissere, vrouwelijke tegenhanger van bewonderaar Guy Clark, want tot haar fans mag ze buiten Clark, ook nog op Emmylou Harris en Buddy Miller rekenen, en dat heeft volgens mij alles te maken met de puurheid die Campbell uitstraalt. Ze heeft een krachtige, heldere stem, ietwat bruin getint en met een meer dan acceptabel bereik. En daarmee maakt ze van deze albums een sterk geheel. Campbell heeft al heel wat Americana-klassiekers met blues- en gospelinvloeden op haar naam staan over het leven in het zuiden, maar met haar nieuwe album, “Blues And Lamentations”, dat begin deze maand verschijnt, wil ze op een akoestische manier de blues als universeel gevoel naar voren brengen. Zoals in haar vorige albums staat Guy Clark, maar ook Maura O'Connell haar vocaal aan haar zijde in enkele songs. Over goed uitpakkende gastbijdragen heeft Campbell sowieso niet te klagen, want buiten Clark en O'Connell kon ze rekenen op Verlon Thompson, Cindy Walker en Mac McAnally voor de achtergrond harmonieën. Muzikale bijdragen komen van flink wat topmuzikanten, onder wie de heren Walt Aldridge (productie, gitaren, bouzouki, harmonieën), Carl Jones (mandoline, banjo, akoestische gitaar), Dave Jacques (doghouse bass), Jim Hoke (klarinet, accordeon, autoharp, harmonica), Larry Franklin (fiddle), Randy Kohrs (dobro), Doug Stokes (percussie), Neil Rosengarden (trompet), Bill Huber (trombone), Ron De La Vega (cello) en Mark Narmore (piano), die allen bijdragen aan dit fraaie resultaat. De geweldige band legt zoals gezegd de basis, maar echt overtuigen moet Kate Campbell toch echt zelf doen en dat doet zij. Enerzijds via haar warmbloedige stem en anderzijds via heel knappe songs zoals het met Guy Clark gebrachte traditionale nummer “Pans Of Biscuits” en het door met Maura O’Connell samen gezongen afsluitende “Peace Comes Stealing Slow”. Persoonlijk gaat mijn voorkeur naar haar zelfgepende nummers: "Miles of Blues," "Shallow Grave" en "Lay Back the Darkness". Iedereen die nog niets van deze bijzondere singer-songwriter in huis heeft moet zeker eens naar "Blues And Lamentations” luisteren. Klasse!
QUINCY
ENGINE
www.bandspace.com/quincy
quincytheband@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/quincymusic
Een van de aangename verrassingen deze maand komt op naam van Quincy. Hun cd "Engine" knalt hier bijna dagelijks door de boxen. Alt-Americana singer-songwriter / gitarist en frontman Christopher Beeson is afkomstig van Portland, Oregon, en leerde aldaar op jeugdige leeftijd reeds gitaar spelen. Momenteel woont hij in Tucson, Arizona, waar hij vorige jaar alle tracks voor "Engine" opnam bij hem thuis met een Yamaha MT-50- 4-sporen cassetterecorder. Quincy bestaat verder uit Paul Bailey die ook de gitaar voor zijn rekening neemt, Jack Fandray die bas speelt, en drummer Daniel Thomas. Een bont gezelschap dat ons een prachtige portie Americana voorschotelt. Geen covers op deze cd, alleen eigen materiaal waarin we sporen terugvinden van Iron & Wine, een rootsy Sebadoh, of een indie-getinte 16 Horsepower met een beetje Nick Drake invloeden. Christopher Beeson is een ontzettend knappe gitarist die prachtsongs componeert, luister maar naar de titelsong, het fraaie "September Is The Cruelest Month", het opgewekte "Dogheadcarwindow" of het rockende "Halfway To Tucson". Voeg daarbij zijn zeer competente begeleidingsgroep en het is bingo! Verplichte aanschaf.
DAN
PHELPS
MATCHBOX BLUES
Website :www.danphelps.net
danphelpsblues@yahoo.com
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/danphelps2
Dan Phelps is een Amerikaanse gitarist die in de eigen vakpers hoog gewaardeerd wordt, maar het soort platen maakt waarmee je in Europa moeilijk scoort. Dat komt omdat Phelps een zeer intimistische variant maakt van de "country blues". Op zijn vorige plaat "Broke Down Engine" (2003) bouwde hij die stijl solo uit, akoestische blues zoals de Delta en slide stijl van de allergroten, zoals Son House en Charley Patton, alsook de ragtime stijl van o.a. Rev. Gary Davis en Blind Blake. De opvolger "Matchbox Blues" (2005) ligt zowat in de zelfde lijn als zijn debuut en is opgenomen in de Roger Adler Studios in Chicago, en houdt het midden tussen een collectie goeie songs en een monotone suite voor 2005 National Reso - Rocket, 2005 Tony Revell "Ragtime"Model, 2000 Natinal Reso-Phonic Polychrome Baritone Tricone en 2004 Alvarez AJ-60SC 12-String - gitaren. Je hebt een goeie producer nodig om Phelps tegelijk als een sfeer en als een songsmid voor te stellen, en daar slaagt Roger Adler volledig in. De songs schuifelen voort, Phelps zingt met een norse, ruwe stem zijn fingerpicking Delta en ragtime songs, er wordt fantastisch ingekleurd door zijn diverse zelfbespeelde gitaren. Het is voer voor fijnproevers. Phelps is nog best te vergelijken met bovenvermelde bluesgrootheden, maar weet zelf er meer swing in te houden. Deze man is zo subtiel dat hij zichzelf haast wegnuanceert. Een meester in understatement die aan een rauwe Amerikaanse rootsstijl zoveel verfijning geeft dat ze bij een nieuw, gesofisticeerd publiek belandt.
OTIS
CLAY
IN THE HOUSE
Live at Lucerne Vol. 7
Label : CrossCut Records
www.crosscut.de
Als je het bluesgebeuren al een aantal jaren volgt, dan raak je niet zo heel snel meer onder de indruk van deze of gene artiest of show. De "we hebben het al eens meer gezien en gehoord" ervaring duikt dan steeds vaker op en een show of artiest moet bijna van onaards uitzonderlijk gehalte zijn om de interesse klaarwakker te houden. Dit probleem heeft zich nog nooit gesteld bij een show/optreden van Otis Clay, de uit Waxhaw, Mississippi, komende soullegende. We herinneren ons nog, het tegendeel zou op een beginnende dementie kunnen duiden, dat we tijdens het Belgium Rhythm 'n' Blues Festival, in 1989, toch wel redelijk geïmponeerd werden door 's mans kunnen alsook zijn gast optreden op Tad Robinson "Did You Ever Wonder?" van vorig jaar. Nu is er "In The House", een live registratie van de Otis Clay set op het Lucerne Blues Festival (Zwitserland) in 2003, die uitstekend de heel erg fijne sfeer weergeeft die je tijdens een Clay's concert mogelijk zal ervaren. Op "In The House" staan elf nummers die perfect de veelzijdigheid, de krachtige en soulvolle stem van deze grote Chicago soul artiest illustreert. Hoogtepunten zijn Al Green's "Love and Happiness", de R&B ramble "You're the One", de soul-blues ballade "When Hearts Grow Cold", het funky "I Just Want To Testify" en de gospel getinte "Amen" en "This Little Light of Mine" brengen Clay terug naar de kerk, waar hij op 12- jarige leeftijd zijn zangcarrière begon. Clay heeft een stem die de rauwheid en kracht combineert, en vanaf de eerste noot alle aandacht opeist. Samen met zijn energieke band, zijn eigen Chicago´s Platinum Band, een negenkoppige band, waarin we zeer puik werk horen van gitarist 'Hollywood' Scott, maar ook de backup vocalisten Theresa Davis en Diane Madison weten weldegelijk beter dan wie ook waar ze mee bezig zijn : een moddervette, funky bodem, stevig gitaarwerk en spitsvondige keyboards ten dienste stellen van Otis Clay en samen zorgen ze voor een album met een mix van soul, funk en R&B, een album dat de pan uit swingt.
The Band :
OTIS CLAY - lead vocals
HOLLYWOOD SCOTT - guitar, background vocals
BENNY BROWN - keys, background vocals
DARRYL THOMPSON - trumpet, background vocals
FRED JOHNSON - trombone, background vocals
JOEWAUN SCOTT - bass
EDMUND FARR - drums, background vocals
THERESA DAVIS, DIANNE MADISON - background vocals
Special guests:
SHARRIE WILLIAMS - lead vocals *
De andere volumes in deze reeks: IN THE HOUSE
BOB STROGER & HIS CHICAGO BLUES LEGENDS feat. THE KEN SAYDAK TRIO
In The House - Live at Lucerne Vol.1
JOHNNY JONES & CHARLES WALKER
In The House - Live at Lucerne Vol.2
LITTLE AL THOMAS & THE CRAZY HOUSE BAND
In The House - Live at Lucerne Vol.3
ROY GAINES
In The House - Live at Lucerne Vol.4
CARL WEATHERSBY
In The House - Live at Lucerne Vol.5
Down Home Super Trio
In The House - Live at Lucerne Vol.6
OTIS CLAY
In The House - Live at Lucerne Vol.7
GREG
KOCH
4 DAYS IN THE SOUTH
Website :www.gregkoch.com
Label : Provogue Records
Distr.: Mascot Records
www.mascotrecords.com
mail@mascotrecords.com
Greg Koch heeft een stem die ergens lijkt op die van Little Feat gitarist Paul Barrière en bevind zich in het bluesgebied. Verwacht, hoewel een meesterlijk gitarist, echter geen spierballen bluesrock van hem. Koch maakt vloeiende blues die hier en daar zelfs een flinke jazzy ondertoon heeft. Koch is relatief onbekend hier maar getuige het gebodene is dat onterecht. Niet voor niets is Koch medewerker van de befaamde Hal Leonard uitgever die videolespakketten maakt voor muzikanten. Op zijn nieuwe album "4 Days In The South" vinden we mooie nummers waarop zijn artistieke kwaliteiten prima tot uiting komen. Greg Koch is een waar meester op zijn instrument en floreert werkelijk bij de uiterst strakke begeleiding van John Calarco (drums) en Tom Good (bas). Als gastmuzikanten zijn bassist Roscoe Beck (Leonard Cohen, Robben Ford, e.v.a.) en zanger Willy Porter (Tori Amos e.v.a.) en mondharmonica speler Steve Cohen aanwezig. Maar de boventoon wordt toch gevoerd door Koch zelve. Mooie licks die regelmatig doen denken aan Robben Ford. Voor de liefhebber van de vuile boogie en shuffles is er weinig te vinden, daar staat tegen over dat "4 Days In The South" een mooi uitgebalanceerd werk is geworden waar toch regelmatig een klein beetje de swamp en het diepe zuiden in doorklinkt. Een aardige practical joke op het album is de cover van "The Folsom Prison Blues" van 'the late great Johnny Cash'. Een lullige deun met echt vuil distortion werk van Koch eroverheen en een soms goede Cash imitatie qua stem. "4 Days In The South" heeft dus weinig met blues muziek te maken maar met muziek en zeker gitaarwerk in het algemeen. Zoals men van een muzikant van degelijk allooi kan verwachten is hier alles perfect aan. Nummers variëren van 'country-chicken-picking' tot 'rockballads' via 'Ammerican rock' door 'blues thunders' en dit allemaal met het nodige professionalisme. Nummers die staan als het spreekwoordelijke huis, een klank die je zal verstommen en gitaartechnieken variërend van Joe Satrani tot The Hellecasters via Steve Morse, Les Paul en Albert Lee. Hier geen uitschieters, dit album is één en al uitschieter voor mij. Voor mensen die voorbij de blues willen gaan en 'kicken' op techniek, songgerichte nummers en gewoon een prima gevarieerd album willen hebben, buy this! Samengevat een CD waar je het spelplezier vanaf kunt horen en Koch blijft overal binnen de grenzen met zijn werkelijk likkebaardend gitaarwerk.
JOSH
LEDERMAN Y LOS DIABLOS
LET'S WASTE ANOTHER EVENING
Website: www.coffeestainmusic.com
Label :Coffeestain Music /
Nine Mile Records
www.ninemilerecords.com
www.cdbaby.com/cd/lederman5
oston's Kings of "Irish-Jewish
Folk-Punk" return with another set of swinging Celtic two-steps and staggering
barroom ballads.
Vier platen later zijn de
uit uit Boston afkomstige singer-songwriter Josh Lederman en zijn groep Los
Diablos nog steeds erg geliefd in New England. De release van deze vijfde
plaat zal daar weinig verandering in brengen, behalve dan misschien dat nog
meer mensen zich zullen aansluiten bij de groep Josh Lederman liefhebbers.
“Let’s Waste Another Evening” is wederom een heerlijke mix
van Ierse folk en Americana. Zoals we gewend zijn met de unieke Los Diablos
samenzang, grom en gil, en de heerlijke instrumentatie van gitaren, mandoline,
accordeon en banjo. Traditionele Amerikaanse muziek gespeeld door deze instrumenten
doet ons denken aan de geest van de Appalachen die inmiddels een stevige greep
op Lederman en zijn bende heeft gekregen. Ierse bruiloftsmuziek, noemt de
joodse Lederman het zelf. Omringd door zijn band, waarin niemand van Spaanse
komaf is, maakte Lederman er een tijd lang furore mee in de weddingscène
van Boston. Het is onmogelijk naar “Let’s Waste Another Evening”
te luisteren en niet een moment aan Shane McGowan (The Pogues) te denken.
Lederman is de wegbereider van de Ierse folk-punk veel verschuldigd. Hij toont
echter aan zelf ook een songschrijver met lyrische kwaliteiten te zijn, bijvoorbeeld
in de prachtige teksten en de uitschieters van deze plaat : “Sunday
Morning” en “The Waltzing Ladies”. De sympathieke Josh Lederman
en zijn groep verblijden ons bijna jaarlijks met een fijne portie Americana
die ook dit keer heerlijk fris uitpakt. Met hun mengeling van Keltische folk,
Zydeco, Klezmer, country en rock weten ze nu al vijf platen te boeien zonder
zich werkelijk te vernieuwen. Dat vinden wij dan ook niet nodig als je keer
op keer een dergelijke aanstekelijke mix weet te maken van deze traditionele
genres. Als vanouds is de plaat lekker los opgenomen en weet men met een kale
muzikale begeleiding het groepsgeluid uit te buiten. Josh Lederman weet zowel
de vrolijke als de droevige kant van het leven in zijn teksten te verwerken
en weet met zijn verhalende teksten telkens weer te boeien. Josh Lederman
y Los Diablos hebben met “Let’s Waste Another Evening” weer
een interessant hoofdstuk aan hun toch al aanzienlijke oeuvre toegevoegd.
Prachtige plaat voor wie nog niks van de band in huis heeft.
THE
GRYFFYN BAND
AM I BLU
Website : www.gryffyn.net
Email : contact@gryffyn.net
Label : (C) & (P) 2004 GRYFFYN
www.cdbaby.com/cd/gryffynband
Deze band
zag voor het eerst het levenslicht in 1969, veel vind je daar niet van terug,
maar nu zijn ze weer actief sinds 2004 met als visitekaartje deze CD. Alle
nummers op deze CD zijn van de hand van bandstichter Denton en drummer Talbott.
Samen staan ze garant voor 14 nummers die je voornamelijk kan situeren in
het straatje van easy listening-blues met hier en daar een knipoog naar het
soft swing genre. Tijdens de opnames was er nog geen sprake van de bassist
Kim Collins waardoor ze dus beroep hebben gedaan op enkele andere bassisten
en Sean Denton zelve. Het zijn stuk voor stuk klasse muzikanten maar echt
uitschieten doen ze niet. Hun tektsten zijn hier en daar wel verrassend, luister
bvb eens naar ‘Voodoo’, een tekst die niet echt realistisch is
maar wel tot luisteren aanzet. Bij de CD zat ook een schrijven en playlist
van wat deze heren live zoal brengen. Daar staan wel enkele verrassende covers
in van o.a. Tina Turner, Al Green en Stevie Wonder. Dit doet me vermoeden
dat we hier met een wat ze in België een “top 40 coverband noemen”
te maken hebben. Een oversteek naar Europa zie ik er ook niet dadelijk inzitten
voor deze heren. Voer voor de liefhebbers zal ik maar zeggen, niet vernieuwend
maar zeer netjes gebracht.
(Blueswalker)
MEASURED
CHAOS
LIVE
Website : www.measuredchaos.com
Email : info@measuredchaos.com
Label : 33 1/3 Records
www.3313records.com
www.cdbaby.com/cd/measuredchaos
Somewhere between Detroit and Chicago is Measured Chaos. Contemporary Blues-Fusion featuring awesome guitar work with equally impressive vocals. Tough, real and ready to go. From updated nuggets to soon to be classic original blues.
De naam Measured Chaos zal voor u wellicht even onbekend klinken als voor mij. Maar dit viertal nam in 2003 een denderende plaat "Live" op, natuurlijk live opgenomen in de Lower Town Grill in Plymouth, MI. Deze uit Michigan komende groep bestaat uit Al Jacquez (zang en gitaar), Mark Tomorsky (leadgitaar), Bill E.G. Gordon (drums) en bassist Mark Gougeon, en hebben reeds hun sporen verdiend bij o.a. Burning Circle, The Spencer Davis Group, Flo & Eddie, Frank Zappa fame, Frijid Pink, Grand Funk’s Mark Farner, The Grass Roots, Jamie James of the Kingbees, Lightnin’, The Raiders’ Mark Lindsay, Little Richard, John Mellencamp, Carl Perkins, Billy Preston, Mitch Ryder, Savage Grace en The Suspects. Potentieel heeft dit viertal dus wel voldoende. En daarbuiten heeft Jacquez een knappe stem en schrijft hij aardige teksten, zoals “Six Days Of Sinnin’” en “Spreadin' The News (Not Preachin’ The Blues)”. Je hoort duidelijke invloeden van Robben Ford en Peter Green. Vooral die laatste ligt Measured Chaos wel, wat blijkt uit hun versie van Greens "Oh well". Maar ook de cover van Willie Dixon's “You Can’t Judge A Book By The Cover” behoort tot de uitschieters van deze plaat. Ook het door de bassist geschreven "Night Ridin'" is een sterke song. Opvallend aan deze sterke plaat zijn niet alleen de sterke eigengemaakte nummers, die Al Jacquez op het lijf lijkt te zijn geschreven, maar ook de goede lijn in deze Measured Chaos plaat. De meest klassieke elementen (blues, soul, Jazz en R&B ) vinden we terug op een groot aantal nummers op de plaat, uitgesponnen stukken met soms akoestische roots en blues rock inslag terwijl ook de lamenterende zang van Al Jacquez ruimschoots aanwezig is. Maar ook dankzij het fraai gitaarspel van deze laatste is "Live" daarmee een hele fraaie en complete plaat geworden. Een zeer grote verrassing dus. Measured Chaos is wat dat betreft het schoolvoorbeeld. "Live" mag dan ook gezien worden als een plaat waarvan ik gehoopt had dat die nog live gemaakt zou worden!
SHANNON
MCNALLY
GERONIMO
www.shannonmcnally.com
Shannon@rtartists.com
Label : Back Porch/Virgin
www.backporchrecords.com
Distr.:EMI Records
www.emimusic.com
Liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters opgelet, want wat is deze Shannon McNally goed! Het is inmiddels al weer acht jaar geleden dat ze door een major werd ingelijfd als een grote belofte voor de toekomst. Muzikale meningsverschillen hielden haar prachtdebuut "Jukebox Sparrows" (2002) vervolgens vijf jaar op de plank en werd dus pas drie jaar geleden de hemel ingeprezen. In dat zelfde jaar maakte McNally een hele mooie EP "Ran On Pure Lightning" met Neil Casal en werd ommiddelijk overladen met superlatieven, deze EP was dan ook binnen de kortste keren een collector’s item. Een peperdure dollar hield beide cd's helaas buiten ons bereik, maar anno 2005 is gelukkig alles anders. En nu is er dan "Geronimo", een cd die net als "Jukebox Sparrows" in de VS wordt overladen met positieve kritieken. Bijgestaan door producer Charlie Sexton en topmuzikanten, grote namen onder wie Jim Keltner, Greg Liesz, Matt Rolings, Bil Payne, Benmont Tench en Waddy Wachtel, allemaal rasartiesten die hun sporen verdienden met onder andere Bob Dylan, The Faces, Ryan Adams en Wilco, heeft Shannon McNally het rootsy karakter van haar muziek versterkt. Tevens imponeert McNally met een dozijn zeer gevarieerde, grotendeels zelf geschreven songs, meestal over sterke en minder sterke vrouwen, die zowel qua tekst als qua melodieën met de besten in het genre meekunnen. McNally schotelt ons op "Geronimo" het ene na het andere hoogtepunt voor. Hoogtepunten die citeren uit de country, folk, blues, rock en soul en worden gedragen door McNally's heerlijke soulvolle stem. Mijn voorkeur gaat meer naar het stevige werk, zoals het gedreven "Sweet Forgiveness" waarin Charlie Sexton zomaar drie verschillende gitaren ter hand neemt. In de VS is Shannon McNally definitief binnengehaald als "one of the great new voices in Americana", iets dat we alleen maar kunnen onderschrijven. Het resultaat is een cd die we koesteren als een van de grote sensaties van 2005 en die het in zich heeft om uit te groeien tot een klassieker in het genre.
EDDIE
TURNER
RISE
Label :Northern Blues Music
Website :
www.northernblues.com
info@northernblues.com
Distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Fans van onvervalste bluesgitaristen halen met dit album een juweeltje in huis. Eddie Turner geboren in Cuba, groeide op te Chicago en liet zich voor zijn nieuwe album inspireren door de Otis Taylor Band waarvan hij al in 1995 zelf lid was. Daar kreeg hij ook naambekendheid en werd hij gelinkt aan de blues. En nu tien jaar later staat hij er terug met zijn debuutalbum "Rise" voor Northern Blues. Als jong gitarist was hij reeds aktief bij Tracy Nelson & the 4-Nikators en de band Zephyr. Voor de opnames van dit album ging deze gitarist namelijk terug in de tijd, nl.naar de Jimi Hendrix periode (misschien wel de reincarnatie) op dit Toronto-based blues label. Het resultaat is dan ook verbluffend te noemen. Reeds bij aanvang op de titeltrack "Rise" krijg je het gevoel van waar heb ik dit eerder gehoord. Juist ja, want hij wordt bijgestaan door basgitartist / producer Kenny Passarelli (Elton John, Stephen Stills, Joe Walsh) en Mark Clark op drums begeleiden Turner op zijn rauwe en vlijmscherpe gitaar partijen. Zijn songs vertonen invloeden van rock, blues, roots & jazz waaraan hij steeds iets eigenzinnigs weet toe te voegen. Gastgitarist Alex Maryoll weet een mooie slidepartij te versieren in "The River". Natuurlijk krijgen we al de ingredienten te horen uit het overbekende bluesvaatje, maar laat dit het niet voor u vergallen, deze man is origineel genoeg om u vanaf het eerste nummer reeds in te palmen. Hoogtepunten bij de vleet op dit twaalf tellende album, waarvan buiten zijn zelfgepende nummers drie uitstekende covers te horen zijn, zoals Hendrix’s “The Wind Cries Mary”, Johnny “Guitar” Watson’s “Gangster of Love” en Freddie King's “Play it Cool”. Vooral zijn eigen werk, nummers zoals, het bluesy nummer, “Ask Myself Why,” met een traditioneel 'slow blues feel', het exceptionele geluid in het instumentale “Resurrection,” en het vocaal sterk gebrachte “Sin”, waarin Turner bewijst dat hij buiten zijn uitstekend atmosperisch gitaarspel ook vocaal best uit de voeten kan. Alle tracks bezitten allen sterke arrangementen vol intensiteit en worden met veel bezieling gebracht. Dit alles resulteert in een prachtig album dat beslist uw aandacht verdient. Bent u een liefhebber van psychedelisch gitaarspel, geef dan deze man dan de kans. Kenners beweren immers dat hij de laatste sensatie is en u wilt dit toch niet mislopen? Welcome back Eddie Turner !
LISA
CEE
web.:www.beastofhoney.com
label: Eigen Beheer
info : entrbluact@aol.com
Sonicbids.epk
www.cdbaby.com/cd/lisacee
"Graduating Magna
Cum Laude " with a degree in Musical theatre with the major emphasis
in Voice ! Altijd leuk gevonden zo een diploma aan de muur maar het dekt niet
altijd de lading. Want je wordt niet alleen als marktkramer geboren, muzikant
is nog zo iets, men kan zo veel pop / rock universiteiten / conservatoria
oprichten als men wil : je hebt het of je hebt het niet. "Many people
can 'sing' but to feel the music and the words and convey that to the people
is all Soul"! En dit dametje heeft het helemaal, zij weet ons te overtuigen
met dit mini album (vijf originals). Prima "blues" stem en een band
die met veteraan Mike Hightower (Lester Butler "13", Finis Tasby)
behoort tot het beste wat Southern California te bieden heeft. Met een extra
pluimpje voor het werk van Johnny Mastro (harmonica) op "Down the Road
Again" en het virtuoos gitaarspel van B. R. en Robert "Blues"
Guitar. "Rockin' Blues with a funky edge. Lisa Cee's vocals and soul
keep her auidence tuned in and turned on until the very last note is played.
Sultry, sexy and real, Lisa Cee has what many have called "Blue-eyed
soul, and a firey passion for music". (CD Baby). Leuke dame die live
erg energiek, passievol uit de hoek kan komen en reeds meermalen op het podium
stond met Rod Piazza, John Lee Hooker Jr., Tinsley Ellis. "De schone
en het beest" is hier van toepassing op dezelfde persoon en anders wil
deze jongen zich wel opofferen als ... juist!
TOMMY
CASTRO
SOUL SHAKER
www.tommycastro.com
tommycastromgt@sbcglobal.net
www.blindpigrecords.com
info@blindpigrecords.com
Distr.: parsifal
www.parsifal.be
Bluesgitarist/zanger Tommy Castro is terug bij Blind Pig Records en dat is zowel voor zijn fans als voor Castro, de artiest, een prima ontwikkeling. Hij is al een paar jaar actief in de bluesscène van San Francisco en heeft zojuist met "Soul Shaker" een mooi visitekaartje afgeleverd aan de hedendaagse wereld van elektrische blues. Castro heeft zich binnen de blues-rock-scène een zeer sterke positie verworven. Zijn platen zijn aanraders en iemand als Carlos Santana noemt hem 'the future of the blues'. In 2001 verscheen "The Essential Tommy Castro", toen nog bij Blind Pig records. Hetzelfde jaar verscheen bij 33rd Street Records het album "Guilty of Love" en twee jaar later vond hij onderdak bij Heart and Soul Records, waar het album "Gratitude" verscheen, een album waarin hij een eerbetoon bracht aan zijn leermeesters: de oude blues- en soulmaten. Op deze plaat speelde hij zeer keurige uitvoeringen van B.B. King, Muddy Waters, Howlin' Wolf e.a. En nu weer twee jaar later "Soul Shaker", zijn zesde reguliere cd terug in zijn welvertrouwde Blind Pig stal, biedt een vertrouwd beeld. Zijn samen met anderen geschreven nummers mengen blues en energieke rock, terwijl zijn zang bovendien fantastisch is. Zijn stem"kan rauw en dan weer gevoelig zijn en is beïnvloed door soulzangers als Otis Redding. Dat hij niet beschikt over de meest krachtige stem in de blueswereld weet Tommy Castro redelijk te verdoezelen met vakkundig gitaarspel. De rechtgeaarde bluesliefhebber komt sowieso goed aan zijn trekken met drie aanstekelijke funky shuffles, twee ballads en een jazzy instrumentaaltje waardoor Castro bewijst dat hij een allround blues- en soulmuzikant is. Door zijn energieke en competente band (bas, drums, sax/fluit) klinkt hij met zijn hese, emotionele stem soms als Bruce Springsteen of Bob Seger, mede door de gastbijdragen van Jim Pugh (orgel), Tom Poole (trompet/flügelhorn) en Roy Tyler & The New Directions (achtergrondzang). Hij en zijn band spelen een mengeling van blues, soul en rock met een funky sausje er over. De nadruk ligt natuurlijk op de blues en Castro’s gitaarspel liegt er dan ook niet om. Kortweg : Tommy Castro heeft met "Soul Shaker" zijn afwisselendste en meest volwassen cd tot nog toe afgeleverd, een cd waar de soul en het spelplezier van afdruipt. Voor zowel de blues-, de soul- als de rootsliefhebber een aanrader en dus alle reden om dit album aan te schaffen
LES
SMITH
ALBUM : PIECE BY PIECE
TRICKBAG
ALBUM : CACTI REDUX
www.24.213.68.56:2980/bio.php
www.tunesmith.ca
label : Eigen Beheer
info :songsmith@cogeco.ca
www.cdbaby.com/cd/lessmith
"Hamilton singer - songwriter, Les Smith playfully calls his music "Folk & Roll ".
Op "Piece By Piece"
krijgen wij rustige pop / folk / country songs die een heel ander beeld scheppen
van de bluesgitarist / harmonica player Les Smith (Canada) die wij kennen
van het bandjeTrickbag, 'a long time ago' gevormd rond locale legende King
Biscuit Boy (Richard Newell : Mar 9, 1944 - Jan 05, 2003).Tearjerkers als
de titeltrack "Piece by Piece" en rustige storytelling / literaire
ontboezemingen van "After All those Years", "Living in the
Past", "The Hands That Rock your Cradle", "Just like a
Man" worden afgewisseld met enkele songs waarin heel voorzichtig het
accordionneke / smoelschuivertje boven gehaald wordt en het tempo iets crescendo
gaat. "Breaking Hearts Like Mine"en "You" gaan er in als
lekkere koek en wanneer Les Smith met "Little Old Man" en "Little
Girl " zijn country / roots side laat bewonderen stijgt het niveau van
dit album. Nu zal Smith met dit album niet bepaald "Really My Angel"
worden, al is die song net als opener "Looks Like Love" een leuk
folkdeuntje dat rond een kampvuur best gezellig kan meegezongen worden. Maar
songs als "My Old Neighbourhood", "Rose Coloured Lies"
en "There you Are" mogen dan heel lyrisch zijn, voor deze rootsrocker
is het "iets" te stroperig. En dat kan je nu niet bepaald zeggen
van het live album dat Smith met Donna Panchezak (vocals), Larry Fuedo (gitaar),
Mike Hickey (bas), Paul Panchezak (drums) aka Trickbag opnamen op het Cactus
Festival (Dundas, Ontario) 21/8/04. "Laisser les bon temps rouler"
en "let the good times roll" tesamen met Sonny Del Rio (sax, vocals)
en Jesse O ' Brien (keyboards). Op verzoek van hun talrijke fans werd er eindelijk
werk van gemaakt om hun favoriete (cover) tunes op cd te plaatsen. Ditmaal
een schitterende Smith op harmonica in Kim Wilson's "Walkin' To My Baby",
"Blue Light Boogie" (Robinson) en de bonus track "Now I'm good"
(Newell). Bovendien stomende versies van "Good Rockin' Daddy" (Josea
- Berry), "Friends on Friday" (Smith), "Georgia Slop"
(Mc Cracklin). Natuurlijk kunnen een "sleper" als "Rainin'
in my Heart" en de "T Bone Shuffle" niet ontbreken. "I
Know", het is allemaal gepikt maar hoe was het ook alweer ... beter goed
gestolen dan slecht bedacht ?
KAREN
COLLINS
BACKROADS & BAYOUS
www.bluemooncowgirls.com/backroads
label : Azalea City Recordings
info : www.karencollins.net
kecollins@starpower.net
www.cdbaby.com/cd/karencollins
"Coal miner's daughter"
Karen Collins (Southwest Virginia) is onze gids op ons vakantiereisje door
het traditionele country landschap met tussenstops in de Lousiana bayous waar
de cajun music niet uit de lucht te bannen is. Meteen weet u wat het album
"Backroads & Bayous" voor ons in petto heeft. Early country
music met ondermeer songs als "If You're Waiting On Me" (the Kendalls)
, "You and You Alone" (Melba Montgomery), "Don't Come Home
A - Drinkin'" (Loretta lynn), "Trademark" (Porter Wagoner)
en leuke cajun songs als "L'Annéé De Cinquante - Sept",
de traditional "Hip et Taïauts" dat erg lijkt op "Don't
mess with my Toot Toot" en de Hank Williams look a like songs als "Grand
Texas" (een cajun versie van Jambalaya on the Bayou) en "Under a
Green Oak Tree". Nostalgie viert hoogtij, niet in het minst door de erg
mooie klassieke country stem van Karen Collins die zelfs van de klassieker
"Blue Moon" (Richard Rodgers) een country pareltje maakt. Maar ook
de songs die bekend werden door de Everly Brothers "The First in Line"
en "If Her Love Isn't True" met lead vocals van Ric Sweeny, krijgen
hier een country covertje dat het fun sfeertje oproept van "Oh Brother
Where Art Thou". Karen Collins komt niet alleen als solo artieste aan
de bak want met the Blue Moon Cowgirls (Ann Porcella, Dana Ward& Ira Gitlin),
the Backroads Band (retro honky tonk) en the Squeeze Bayou Cajun Band (Matt
Levine (lap steel), Brian Simms (accordion), Fred Feinstein (gitaar), Kevin
Enoch (bas) & David Lopez op drums schuimt zij de halve wereld af. Bovendien
kwamen meerdere van die bandleden hun duit in het zakje doen bij de opnames
van dit album. Prima zangeres en een klasse fiddle player (Karen Collins has
one of those classic country voices. She is one of those artists who specialize
in digging up rarely sung classics." (Blue suede News).
LEON
REDBONE
LIVE
Website :www.leonredbone.com
Label : DixieFrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
info@parsifal.be
Sinatra? Beatles? Kom er niet mee aan bij Leon Redbone. De zanger gitarist, die zich over leeftijd en geboorteplaats in stilzwijgen hult, is van mening dat er na de jaren twintig van de vorige eeuw nauwelijks nog fatsoenlijke muziek is gemaakt. Sinds 1975 werkt hij aan een volstrekt op zichzelf staand oeuvre waarin de sfeer uit de jaren rond de Great Depression muzikaal wordt vertaald. Ook op het zopas uitgebrachte "Live" is het folk, jazz en vaudeville wat de klok slaat. het betreft hier een concert opgenomen in de Parijse Olympia op 26 oktober 1992. Even terug naar de muzikale tijd van Al Capone en de illegale drankhuizen. Leon Redbone op gitaar en een kleine bezetting met o.a. Scott Black (comet), David Boeddinghaus (piano) en Frank Vignola (gitaar) brengen de sfeer wel over naar deze tempel.Verwacht van Leon Redbone geen ingrijpende veranderingen. Verwacht dus geen triphopbeats of duetten met Sting, Luciano Pavarotti of andere 'groten der aarde'. Nee, Redbone heeft zijn stijl gevonden en daar houdt hij zich al vele jaren aan vast. We hebben dertien jaar moeten wachten op deze live-plaat, maar muzikaal is er dus niets veranderd. We horen op "Live" nummers in een jazzachtige setting en met die unieke en niet te beschrijven bariton van Redbone. Even relaxed als charmant. Muziek waar Woody Allen ook een zwak voor zou kunnen hebben. Leon Redbone leeft zich uit in songs als "Love Lettres In The Sand" en zijn traditionele "Diddy Wa Diddie". Meestal in vele van deze traditionals en zelfgepende nummers brengt hij zijn publiek naar het New Orleans en de bekende minstrel shows uit de jaren '30 en '40. Geen wonder dat Redbone van die relaxte, eigenlijk iets te bedaagde onthaastmuziek maakt, maar het blijft steeds een feest weer eens wat van Leon Redbone te horen.
MJ.
TORRANCE
HERE TO HERE
www.emmajaneproductions.com
label : Largemouth Records
info : www.largemouthrecords.com
mj@emmajaneproductions.com
www.cdbaby.com/cd/mjtorrance
"A great hoarse, rasping voice belting out her own quirky blues and folk
numbers. "
" MJ is a veteran
of independent rock, honing her skills in Austin, TX. during the late 80's
and the early 9o's. She has toured and recorded extensively, and she established
her own label in 1999, emMaJane Productions." (Cd Baby).Blijkbaar weer
een gat in mijn culturele opvoeding want het is met het overigens fraai album
"Here to Here" dat ik voor het eerst kennismaak met Mj. Torrance.
Verwonderlijk zeker want Mj. Torrance is al een poosje bezig met muziek maken,
was ooit support act voor Steve Forbert die terecht opmerkte indien Mj een
man was, de Record labels niet moeten zoeken achter een vrouwelijke Bob Dylan.
Zij is bovendien in het bezit van een music theory degree from UT. Austin
en is blijkbaar niet van het podium te slaan. Als solo - act (piano, gitaar)
/ met band, samen met the Doppel Gang (a woman's acoustic trio) of met Baby
Steps (a jazz combo), voor elk wat wils. Of dit allemaal niet voldoende is
heeft zij ook nog haar eigen DJ show on KGLT en kan zij haar eigen album promoten.
"Here To Here" speelt zich voornamelijk af in het Southern boogie
rock /roots wereldje en eerlijk ... het smaakt naar nog. Songs die je een
heerlijk soulful, bluesy, laid - back, groovy feeling geven, ideaal om lang
uit te bekomen van de dagelijkse beslommeringen en juist genoeg power verschaffen
om er weer tegen aan te gaan. "Let It go" (met dat John Lee Hooker
rifje), "Rock this World" en "Rock Me Till The Dawn" vallen
dan ook niet in dovemans oren, net zo min als de bluespareltjes "Lia
& Paco", "No blues Today" en "Wrong Color Eyes"
met Brad Segal in een hoofdrol op elektrische en akoestische bas en John Graham
op drums. Maar het kersje op dit taartje is toch het schitterende "Lucky
Girl" (al blijven haar dromen bedrog) en laten er geen twijfel over bestaan
... "Somebody to Love" ... Mj. Torrance komt erg dicht in de buurt.
)
CHICAGO
BLUES HARMONICA PROJECT
DIAMONDS IN THE ROUGH
Label :Severn Records
www.severnrecords.com
Rounder Europe
www.rounder-europe.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Het Chicago Blues Harmonica Project stelt op het authentiek klinkende album "Diamonds in The Rough" zes harmonicaspelers voor van verschillende generaties. Twee van hem zijn voor de blues althans zeer jong, zijnde Russ Green en Omar Coleman, de vier andere Little Addison, Dusty Brown, Larry Cox en Harmonica Kahn #1 zijn allen rond de zeventig. Begeleid door The Chicago Bluesmasters, een fantastische band bestaande uit Rick Kreher (gitaar), Little Frank (gitaar), Mark Brumbach (piano), Pat McKeever (bas gitaar) en Twist Turner (drums) soleren de zes om beurten in nummers variërend van pure Chicago blues tot kale countryblues, slechts begeleid door toevallig voorhanden zijnde percussie. Vooral vele klassiekers passeren op dit album de revue zoals Dusty Brown in Little Walter's "I Got To Go" en "He Don't Love You," met het fantastische piano werk van Mark Brumbach. De jongste deelnemer op deze complicatie Omar Coleman, 32 jaar, klinkt als Howlin' Wolf in de Willie Cobbs gepende "You Don't Love Me." Maar ook Coleman's harmonica solo in "Jody's Got Your Girl and Gone" is zeer verbluffend. Grootste verrassing is wel Russ Green, getuige zijn versie van Wolf's "How Many More Years". De 68 - jarige Larry Cox blijft wel het dichtst bij de klassieke Chicago sound, te horen in de versies van de bluesmasters Little Walter in "Mean Old World" en Jimmy Reed in "Goin' To New York." Little Addison weet zijn harmonica vaardigheid, geleerd door te werken met Elmore James, waar te maken in het trage bluesy "Respect Me" en natuurlijk zijn versie van James' "Look On Yonder Wall", met weer het uitstekende geluid van Brumbach's piano. Droevig is wel dat de zesde harmonicaspeler, Harmonica Khan #1, stierf nog voor het verschijnen van dit album. Hij was meer een Sonny Terry solo artiest maar gaf wel nieuw leven in de blues klassiekers "Baby What You Want Me To Do" en "Next Time You See Me." Van diverse bekende artiesten is hun naam onlosmakelijk verbonden met de mondharmonica. Toch merkte Ik dat veel muzikanten wars zijn van een precieze verklaring van hun bewegingen. Het gaat daar immers niet om, het gaat om wat je over wilt brengen: een gevoel of een 'drive'. Dat in de blues de harmonica nog lang niet uit het straatbeeld is verdwenen, bewijzen deze heren in "Diamonds in The Rough".
POPA CHUBBY
TEN YEARS with POPA CHUBBY
Website : www.popachubby.com
popachubb@aol.com
Label : DixieFrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Popa Chubby was op zondag 24 juli van dit jaar voor een optreden in Antwerpen tijdens het R&B Festival, en u was misschien op vakantie op het één of ander exotisch eiland. Geen probleem, want ter gelegenheid van deze Europese toernee werd deze dubbel cd (aan enkele prijs) uitgebracht door DixieFrog Records met liefst meer dan 2h30 muziek. Ted Horowitz is de zoon van een snoepwinkeleigenaar. Hij is beter bekend onder het pseudoniem Popa Chubby, het bluesbeest uit New York. Weliswaar is hij met zijn imposante verschijning vaker op de bühne te vinden dan in de studio, maar Popa Chubby is allerminst een luie donder als het op plaatjes maken aankomt. Popa Chubby is daarom een druk baasje. Hij laat de ene na de andere cd het daglicht zien. Niet dat ‘ie er ook maar een kilootje van afvalt. Maar voor fans van blues en roots is hij waarschijnlijk geen onbekende. Deze nieuwe verzamelaar "Ten Years with Popa Chubby, Best of" is misschien niet zo interessant voor de fan, maar wel een uitstekende introductie voor wie Chubby toch niet kent? De eerste cd bevat veertien tracks, allemaal studio opnames genomen uit zijn gehele repertoire en op de tweede staan tien live opnames van concerten over de jaren heen. Dat deze zwaar getatoeëerde ‘fat man’ wordt gezien als de belangrijkste vertegenwoordiger van de ‘New Blues of the New Millenium’ beweging kan u horen op deze plaat. Hij speelt een prima mix van old school blues met jazz, rock, funk, soul en gangsta rap, afgewisseld met ontroerende akoestische ballades. Chubby werkt zich door alle bluesclichés heen en doet dat op zijn eigen, herkenbare wijze. Wat overblijft is een goed in het gehoor liggende, stevig rockende, bluesplaat die dicht aanligt tegen de aanpak van wijlen Stevie Ray Vaughan. Hoewel een totaal andere stijl van gitaarspelen hanterend dan de SRV-man, onderscheidt de in de Bronx geboren/Brooklyn wonende Chubby zich op de zelfde voortvarende wijze van veel bluesrecyclingpraktijken van zijn hedendaagse collega's. Zet gewoon, na een dag hard werken op dat duffe kantoor, deze dubbelaar op om even lekker af te reageren. En speel dan vooral de tweede cd met live-nummers want dat is zoals we Popa willen horen: rauw met scherpe randjes, knallen! Kortweg : Zeer toegankelijke blues voor de massa.
ED
BENTLEY
HERE WE GO AGAIN !
www.edbentleymusic.com
edbentley@edbentleymusic.com
label : Eigen Beheer /
Comstock Records
www.cdbaby.com/cd/edbentley
Of hoe een dubbeltje rollen kan ? Ed Bentley (5/2/42) vertoefde al een tijdje
in de mottebollen toen hij plotseling genomineerd en verkozen werd tot lid
van "the Rockabilly Hall Of Fame". Blijkbaar was dit een stimulans
om de draad en micro terug op te nemen en samen met enkele oud gedienden van
the Stone Country band de studio nog eens met een bezoekje te vereren. Met
de toepasselijke titel "Here We go Again" werd gekozen uit ondermeer
materiaal van Carl Perkins (Matchbox), Ersel Hickey (Bluebirds Over the Mountain),
the Delmore brothers (Freight Train Boogie) en van Ed's favoriet pur sang
Johnny Cash (Get Rhythm). Maar ook was hij niet te beroerd om enkele eigen
rock & roll / rockabilly songs met de veelzeggende titels "Rock A
Train Boogie", "Dance Bop A Shoo Bop", en "Slap Happy
boogie Band From Tennessee" op ons los te laten. Het bloed kruipt waar
het blijkbaar niet gaan kan en 'veteraan' Ed Bentley , ex Gibson gitaar sales
manager, is daar een prima voorbeeld van. "You Never To Old To Rock &
Roll" en deze "Lovin' Man" slaagt er perfect in om de sound
en sfeer van de jaren '50/'60 terug voor de geest te halen. If you enjoy the
Rockabilly Sounds of Buddy Holly, Carl Perkins, Elvis", roots / country,
luister dan ook eens naar "I'm Getting Better All the Time", "Honey
I'll Be Gone", "The Fool" (Lee Hazlewood) . Oh Yeah .... ondertussen
is de man via Cd Baby aan een charme offensief begonnen dat hem al een contract
met Comstock Records opleverde en veel airplay op Nederlandse radiostations.
De man die ooit in 1957 een witte cowboy hoed won in een crochet wedstrijd
met zijn vertolking van Marty Robbins "White Sport Coat and a Pink Carnation"
en in 1964 een locale hit scoorde met "Lovin 'Man" bracht in de
loop van de jaren nog verschillende albums uit. Met enkel nog wat optredens
in het weekend bleef hij toch nog enigszins voeling houden met zijn muzikale
generatie genoten. Maar met het album "Here We Go again" krijgt
hij een tweede kans om zijn eerste droom waar te maken .... Like his hero,
Johnny Cash, Ed Bentley still "walks the line." Welcome Back Ed
!
ROSE
CITY KINGS LIVE
HOLLER OUT FOR MORE
www.rosecitykings.com
kingbee@rosecitykings.com
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/rosecitykings3
"Holler Out for More" is het derde en recentste live-album van de
uit Portland, Oregon komende vijfmansband Rose City Kings. Hun debuut album
"Delta Hop" verscheen in 2003 en vorig jaar wisten ze ons te verrassen
met "Up on It". Als luisteraar krijg je met hun nieuwe album een
perfect beeld van waar deze band voor staat. Zij putten uit het zachtere genre
in de bluesfamilie, met invloeden van de geluiden van de Delta en de Chicago
blues. In Amerika worden ze omschreven als een nieuwe generatie in de blues
/ Americana scène, maar dan wel van het soort dat nog genoeg aanleunt
bij de meer traditionele blues om ook de meer modale bluesfan te boeien. Alle
twaalf tracks zijn eigen composities, geschreven door Dan Berkery. Sommige
klinken vrij herkenbaar, bij andere is het duidelijk dat de band naar een
eigen identiteit streeft. Dat het deze band niet alleen te doen is om het
brengen van zuivere rockblues waar de 'hard-driving resonator and bottleneck
guitar' van Dan Berkery de boventoon heeft, is een niet mis te verstane boodschap.
Zo leveren Joe Powers' harmonica, de keyboards van Jeff Simonson, bassist
Ron Camacho en drummer Roger Espinor de perfecte notatie om het geheel boeiend
en variërend te houden. De opnames gebeurden in een bluesclub te Portland
op 1 April 2005 en met dit live album hopen de Rose City Kings hun naambekendheid
te laten opflakkeren. Want deze op een Chicago-stijl gerichte bluesband kan
men niet bepaald nieuwelingen noemen in de blueswereld. Bijna drie jaar doen
ze hun ding met volle overtuiging. Zo verworven ze in die enkele jaren verscheidene
titels als in : 2003 Muddy Award Winner for Best New Act, 2004 Winner of the
CBA Journey to Memphis Competition, 2004 Muddy Winner for Best Comtemporary
Blues Act. De band zweert bij het geluid van authentieke Chicago / Delta sound
en meer van dit moois. Frontman en zanger Dan Berkery verstaat de kunst om
met zijn rauw en hees stemgeluid te boeien in oa: "Coffee Blues",
een Elmore James getint gitaarnummer. De Rose City Kings kan men beschrijven
als onverwoestbaar, gedreven, ruig en zo lekker blues klinkend.
DANNY
SCHMIDT
PARABLES & PRIMES
www.dannyschmidt.com
danny@dannyschmidt.com
info : www.musemix.com
Joanna Serraris
joanna@musemix.com
www.cdbaby.com/cd/schmidt4
Sinds hij in 1999 debuteerde met "Live at the Prism Coffeehouse"
heeft de in Austin opgegroeide Danny Schmidt al een aardig palmares bij elkaar
geschreven. Na "Enjoying the Fall" (2001), The Spinning Of The World"
(2000) en "Make Right the Time" (2003) is "Parables & Primes"
nu al zijn vierde album. Deze Texaanse singer/songwriter speelt op zijn nieuwe
album, (eigen beheer) elf nummers in de hem vertrouwde combinatie van folk,
country en pop. Steun kreeg hij van onder andere Guy Forsyth op harmonica,
Michael Longoria (Patti Griffin's band) op drums, Bruce Hughes (Bob Schneider's
band, The Resentments) op bas en ook Lloyd Maines op steelgitaar. Zijn medium-tempo
songs en ballads zijn ingetogen geïnstrumenteerd: gebaseerd op zijn uitstekend
akoestische gitaarspel en ondersteund door een effectief sfeervolle harmonica
worden de accenten meestal gelegd door accordeon, viool, cello, orgel, trumpet
en mandolin. Ze onderstrepen zijn met een warme bariton gezingzegde, weemoedige
teksten, waarmee hij staat in de traditie van Townes Van Zandt en Leonard
Cohen. En het lijkt er alsmaar meer op, dat Danny Schmidt binnen afzienbare
tijd in de bovenste la van het singer-songwritersgild zal gaan belanden. Schmidt
beschikt niet enkel over een mooie rustgevende gebronsde stem, maar is daarbuiten
ook een onderscheiden dichter, die in zijn nummers met zijn onnadrukkelijke
woorden een continue sfeer van 'Parables & Primes' oproept. Hij is daarbij
waarnemer, geen deelnemer. De hoogtepunten volgen elkaar aan een adembenemend
tempo op, reeds beginnend met de opener "This Too Shall Pass". Al
bij al is "Parables & Primes" een album dat bijzonder aangenaam
wegluistert en waarmee Danny Schmidt eindelijk de welverdiende doorbraak kan
bewerkstelligen. Prachtig gewoon!
THE
KENNEDYS
HALF A MILLION MILES
www.kennedysmusic.com
Label :Appleseed Recordings
www.appleseedrec.com
Joevinyl@aol.com
Distr.: Music & Words
www.musicwords.nl
Thanks to : Alan Edwards
All ten original songs on "Half a Million Miles" bear references to the Buddhist outlook of openness and enlightenment, and Pete calls the two cover versions - Richard Thompson's wrenching "How Will I Ever Be Simple Again?" and Bob Dylan's "Chimes of Freedom" - "political, peacenik songs," that pay attention to current events.Ear candy and brain food are an irresistible combination on "Half a Million Miles," where The Everly Brothers meet Emerson, The Byrds meets Buddha, and everyone gets along just fine.
Het is lang stil gebleven rond het folk/singer/songwriterduo Maura en Pete Kennedy. In 1995 kwam hun goed ontvangen debuut-cd uit "River of Fallen Stars" en in 1996 "Life Is Larger" met o.a. Steve Earle, John Gorka en Roger McGuinn. Hun nieuwe cd “Half A Million Miles”, tevens hun debuut bij Appleseed Records, bevat weer een aantal, zeer sober gehouden pareltjes. De prachtige, vaak opgewekte composities hebben naast het gitaarspel van Pete en de harmonieuze samenzang dan ook weinig opsmuk meer nodig. Alleen voor het Byrds-achtige gitaarspel in “Half A Million Miles” en “Everything’s On Fire” is de aanschaf al meer dan waard! In deze titeltrack bezingen ze hun eerste ontmoeting in Austin in het jaar '92. "livin', lovin', giggin', tourin'" zingen ze met volle overtuiging, en ja dat mag gevierd worden, tien jaar samen on the road. De muziek van The Kennedys is nog altijd diep geworteld in de country en pop-tradities, maar is tegelijkertijd voorzien van een fris en eigentijds laagje waarin ook invloeden uit de folk en rock hoorbaar zijn. Denk aan een band als Nickel Creek, al klinken The Kennedys gelukkig wel wat minder gepolijst en overheerst hun muziek met hun rinkelende gitaren. Weer een man-vrouw duo dus en wederom een duo met perfect bij elkaar kleurende stemmen. Maura zingt zuiver en heeft een mooie snik, terwijl Pete het gruis op zijn stembanden heeft staan. Twee stemmen die los van elkaar al weten te overtuigen, maar in de wonderschone harmonieën pas echt tot hun recht komen. De fantastische zang is al reden genoeg om deze cd aan te schaffen, maar The Kennedys schotelen ons ook nog eens een set onweerstaanbaar goede songs voor. Songs die variëren van stevige rockers tot zwoele ballads (“Live” en “Listen”) en van pure roots ( “Midnight Ghost”) tot zonnige pop (“Namaste”). Maar vooral dus hele sterke nummers. Zeer mooie toevoeging aan hun oeuvre.
Track List:
* Half A Million Miles
* Namaste
* Midnight Ghost
* Live
* Listen
* Nuah
* 9th Street Billy
* Everything's on Fire
* How Will I Ever Be Simple Again?
* Chimes of Freedom
* Time Ain't Long
* Here and Now
VAN
WILKS
RUNNING FROM GHOSTS
www.shaftesbury.com/vanwilks
vanwilks@sbcglobal.net
Label : DixieFrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Drie jaar na "Texas Jukin'" (2002) en zes jaar na "Koko's Hideaway"
(1999) laat de hier betrekkelijke onbekende Van Wilks uit Austin weer eens
iets van zich horen. Op zijn jongste cd, "Running From Ghosts" genaamd,
heeft deze beminnelijke gitarist teksten en muziek bijna in zijn ééntje
voor zijn rekening genomen. Dat het een hoogstandje is geworden, is vooral
te danken aan de veelzijdigheid. Met vrijwel elk snaarinstrument kan hij meer
dan uitstekend overweg. Vooral op slide- en twaalfsnarige akoestische gitaar
toont hij zijn fabelachtige techniek. Dat de toonaangevende muziekbladen in
Austin, waar ze toch iets weten over blues, hem jaar in jaar uit tot beste
gitarist uitroepen, verbaast me dan ook niets. Maar niet alleen de incrowd
is enthousiast; zelfs bij het hippe Engelse blad Kerrang wordt zijn naam gefluisterd.
Dat komt omdat de Texaan een haast perfecte kruising tussen gitaarrockers
als Jimi Hendrix en Van Halen is. Deze veteraan is al bezig vanaf midden jaren
zestig en zou na alle lof en prijzen die hem dus ten deel zijn gevallen lekker
op zijn lauweren kunnen rusten bij de barbecue. Niet dus. Al is het maar om
Billy Gibbons van ZZ Top niet teleur te stellen, want Billy is Vans grootste
fan. "Running From Ghosts" zal er bij liefhebbers van luide bluesrock
in gaan als koek. Van Wilks’ stijl van spelen is stevig beïnvloed
door de Britse variant van bluesrock die hij in zijn jeugd oppikte (Cream,
Peter Green, Jeff Beck), wat wil zeggen: hard, fel en een tikje psychedelisch.
De songs op "Running From Ghosts" pakken vooral prettig uit voor
de aanhang van Stevie Ray Vaughan en de ouwe ZZ Top. Op deze plaat staan weer
een paar solide juweeltjes waarin de bluesman doorgaans heerlijk te keer gaat.
Hoewel dit alles niet zo heel origineel is, maakt Van Wilks met vertrouwde
songs als het ZZ Top-achtige "No More Wishes In Your Wishing Well",
de Van Halen -achtige "Watchin' the World Go By" en "1959",
de Lynyrd Skynyrd -achtige "The Low Spark of High Heeled Boys" en
Tim Rose's "Morning Dew" opnieuw vrienden. De bonte combinatie van
stijlen geven het album een heel bijzonder karakter. Van Wilks’ stem
laat zich vergelijken met die van Billy Gibbons. Achter Wilks staat een band
van topmusici, want ook daarmee is Austin overbevolkt, die Wilks de vrijheid
geven om zijn skills uit te leven. Kortweg : In Texas lopen nog al wat bekwame
gitaarspelers rond en Van Wilks is van hen zeker niet de minste!
WINK
KEZIAH
DELUX MOTEL
website:www.winkkeziah.com
label : Eigen Beheer
info : wink@winkkeziah.com
www.cdbaby.com/cd/winkkeziah
"It started with a
kiss" zong Hot Chocolate ooit maar bij Wink Keziah begon het met een
"Sears Silverstone guitar" en een copie van "Learn To Play
with Mel Bay". Met zijn album "Delux Motel" heeft hij moeten
kiezen uit een 250 songs die hij in de loop der jaren bijeen gepend heeft.
Het is dan ook een allegaartje geworden van prima honky tonkin' met de opener
"Hill - Billy Saturday Night" en "Somebody Call It" ...
inderdaad Honky Tonk, Southern country / rock met "Time Slips Away",
country met "Lookin' For What I Can' t Find at Home" en een hoofdrol
voor fiddle (Gene Alexander), mandolin (Michael Orlando), pedalsteel in "I
Wanna thank You ". "Dancin' All Alone" zou nog een prima song
zijn voor het nieuwe album van Bob Seger (Still Alive?). Voor zover niets
aan de hand maar dan komt het zeemzoete "Why Don't You Come Back Home"
enigszins wat roet in het eten gooien en krijgen wij een soort country dat
ons telkens weer serieuze maagoprispingen bezorgd. Dan liever de pedal steel
(Joe Smith) op het voorzichtige rootsertje "Tryin' to Call Home",
het bluesy / funky "Cold Rain" en het bluegrassvraagje "Where's
My Baby" (zou dat die Linda Lou zijn waarmee Wink Keziah in de openingssong
'some hootchiekoochie -koo' mee wou doen?). Een bijna geslaagd album en met
zijn band the Rollin' Tumbleweeds lijkt Wink Keziah zijn weg te vinden in
het wereldje van "twist and turns, ups and downs, highlights and heartaches
in a unique collection of stories for the soul ".
TOMMY
Z
UNIVERSAL LOVE
Website:www.tommyzband.com
info@tommyz.info
Label : South Blossom Records
www.cdbaby.com/cd/tommyz
Zoals op het album ChuZ (Chu Nero en Tommy Z.) te horen is, ontwikkelde The
Tommy Z Band zich in korte tijd van een blues-georiënteerde band tot
groep met een geheel eigen geluid. Nog voor de release van hun debuut album
was Tommy Z op vele podia met o.a. B.B. King, Buddy Guy, Johnny Winter, The
Fabulous Thunderbirds, Jeff Healey, Colin James, Roomful of Blues, Blues Traveler,
Derek Trucks, Joe Bonamassa, Peter Frampton .... alwaar de band een onuitwisbare
indruk achterliet. Alle verwachtingen werden ingelost met het in een prachtige,
getekende hoes gestoken debuutalbum "Universal Love" waarvan de
productie in handen lag van Nick Blagona, die we kennen voor zijn werk met
the Bee Gees, Nazareth, the Moody Blues, Deep Purple, Rainbow, the Police,
Chicago en vele anderen. Blagona zorgt op dit album ook voor een zuivere heerlijk
volle productie en biedt volop ruimte voor de muzikale uitstapjes waarin vooral
de blazers (The Salvation Horns met Jazz legende Chu Nero) en de keyboards
een dominante rol spelen. Beste voorbeeld is "Watered Down Love",
dit nummer klinkt meer als een bluesklassieker met een boogie-woogie keyboard
en scheurende gitaar riffs. Tevens is Tommy Z zijn songwriting het sterkst
in deze track waardoor het volgens mij de uitschieter is van de elf tracks
die allemmal door hemzelf zijn neergepend. We horen op deze plaat een prachtige
mix van Rock, R&B, Jazz, Blues, Funk, en Swing; de gitaar en de stem van
Tommy Z, de toetsen van Chu Nero, de drums van Paul Campanella, de bas van
Rodney Appleby en de percussie van Nick Blagona. Nu is de muziek van The Tommy
Z Band ook wel typisch Amerikaans, maar typisch Amerikaans wil nog niet zeggen
dat The Tommy Z Band van die afgrijselijk, aalgladde, rockmuziek maakt, zoals
een band als REO Speedwagon (wie kent ze nog?) die in een ver verleden maakte.
Sterker nog; de muziek van Tommy Z zit behoorlijk complex in elkaar, is absoluut
niet conventioneel en is bovendien niet vies van een lekker potje jammen.
Met zijn anderhalf jaar verleden verschenen cd als het duo ChuZ bewees Tommy
Z bovendien dat hij buitengewoon gevoelige en tegelijkertijd hele knappe songs
kan schrijven. Kwaliteiten die allemaal samen komen op "Universal Love".
Wederom een verrassende cd, want ondanks het feit dat de songs van Tommy Z
weer bijzonder aangenaam in het gehoor liggen, gebeurt er weer van alles.
"Universal Love" is een essentiële plaat die ook weer veel
in mijn speler te vinden zal zijn.
BUFFALO
CREEK
PAINT BY NUMBERS
website :
www.buffalocreekmusic.com
label:Eigen Beheer/Atlantic records
info : nick@buffalocreekmusic.com
(Nick Bearden)
www.cdbaby.com/cd/buffalo2
De jongens van Buffalo Creek deden er juist geteld negen maanden over om slechts
acht songs (met track 8 als hidden track) op hun derde album geplaatst te
krijgen. Niet bepaald een voorbeeld van produktiviteit maar gezien het feit
dat de bandleden nog al ver uit mekaar wonen zal niet vreemd zijn aan deze
situatie. Enkel bassist Germar woont nog in hun voormalige thuishaven Chico,
California. Wat ons meer tegen de borst stuit is dat zij blijkbaar hun voeling
met de country / Americana / aan het verliezen zijn. Immers hun six song debuut
album was pure country rock en de opvolger "Signal To Noise" (03)
kreeg al een wat meer rock geluidje maar was best nog te pruimen. De evolutie
richting 'down and dirty rock & roll ' zet zich verder op "Paint
by Numbers" en frontman / singer / songwriter Bryn Loosley heeft er ook
geen moeite mee gezien zijn uitlatingen in de verschillende mediakanalen en
dat vinden wij erg jammer. Songs als "Happy to Be Here", "Maybe"
en "Northern California" doen de hoop eventjes oplaaien en bewijzen
wel degelijk dat Loosley, Nick Bearden (drums & guitars), August Germar
(bass), Ryan O 'Donovan (orgel, Wurlitzer, piano) en Marc Stafford (guitar,
vocals) hun plaatsje in het Americana wereldje hebben. Maar met "Barroom
Queens" en "It's Me" komen ze erg dicht in de buurt van Lynyrd
Skynyrd en met "Indecision" ben je blij dat er zo iets bestaat als
een fast play knop op je cd player. Classic rock en de country twang die meer
en meer op de achtergrond komt ...spijtig !