SEPTEMBER 2004
ROD PICOTT - NICK LOWE - GERAINT WATKINS - THE BARN BURNERS - MATT BAUER - CAP GUN COWBOYS - SOUTH SIDE SLIM - GINA LEE - LITTLE AXE - THE KINGBEES - JENNIFER GETZ - DULCIE TAYLOR - KEVN KINNEY'S SUN TANGLED ANGEL REVIVAL - BUCKSWORTH - THE CENTRAL STANDARDS - PIERCE PETTIS - THE PRAIRIE DOGS - THE CHEATIN' KIND - SUSAN CAMPTON - CISCO - MIC HARRISON - JULIE LEE - MARK JUNGERS & THE WHISTLING MULES - MICHAEL POWERS - KATE CAMPBELL - BILLY JOE SHAVER - CATHERINE FEENY - DOUG BURR - TOWNES VAN ZANDT - BILLY JOE SHAVER - GINA VILLALOBOS - STEPHEN SIMMONS - JULIEANN BANKS - SEKA "SISTER" VOL.3- RAYNA KAY - JASON HARWELL - DAN MONTGOMERY - MICHAEL LANDGARTEN - BROTHER TRUCKER - RICK SPREITZER - GREG BROWN - GRIFFIN HOUSE - KATE JAMES AND LOST COUNTRY - RAILBENDERS - CHRISSY FLATT - LOOMER - RUTHIE FOSTER - MICHAEL DE JONG - JIM HOEHN - JASON WILBER - CHRIS DANIELS, THE KINGS AND FRIENDS- I SEE HAWKS IN L.A. - RUSTY BONZ - STEVE BICE - OLD CROW MEDICINE SHOW - HENRY BUTLER - SHAWN CAMP - BRANDON JENKINS - DANNY BRITT - LISA HAYES - CHELSEE OAKS - THE DOXIES - MOOT DAVIS - DEBORAH COLEMAN - JAMES COTTON - THE BLAZERS - TONY FURTADO - CHUCK PROPHET - DB HARRIS & HIS MEN OF ACTION - BUCKSKIN STALLION - KIERAN KANE & KEVIN WELCH - ERIC HISAW BAND - RACHEL HARRINGTON - JENNY YATES - MATT SCHOFIELD - 50 CENT HAIRCUT - THE ARLENES - RANDY WAYNE SITZLER - ANDREW JONES AND SPIRITHOUSE - WALT WILKINS - JIMMY LEE WILLIAMS - COWBOY JOHNSON - KRIS KRISTOFFERSON - SHARRIE WILLIAMS & THE WISEGUYS - BLIND DATE - MALIBU STORM - THE WAY IT REALLY IS - STEVIE TOMBSTONE - BILL MONROE AND THE BLUE GRASS BOYS - NUNO MINDELIS - MAMA'S BOYS - CLAY BARTLETT - HONKY TONK HANGOVERS - STOMPY JONES
ROD
PICOTT
GIRL FROM ARKANSAS
Website : www.rodpicott.com
Email : mail@rodpicott.com
Label : Welding Records
Info : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
Info@luckydice.nl
Rod Picott zijn derde album "Girl From Arkansas" bevat een elftal zeer sterke nummers, met liefde gespeeld door getalenteerde muzikanten en zelf heeft hij een doorleefde zangstem en efficiënt gitaarspel. Dit hoort je wel meteen in de arbeidersblues van de ijzersterke titeltrack "Girl from Arkansas" waarmee Picott het startschot van de gelijknamige album geeft. Nog immer dijt de populatie van singer/songwriters is ras tempo uit. De ene talentvolle vertolker van eigen liedjes is nog niet met het nodige trompetgeschal binnengehaald of daar dient de volgende moderne troubadour zich al weer aan, wie ook weer eenzelfde warm onthaal ten deel zal vallen. Sommigen onder hen maken mooie liedjes, anderen onderscheiden zich vooral door hun bijzondere vertolking van liedjes. Rod Picott verenigt beide kwaliteiten in zich: niet alleen schrijft hij zonder overmatige pretenties warme persoonlijke liedjes, ook beschikt hij over een mooie, wat gruizige stem, die veel wegheeft van Bruce Springsteen. Was zijn debuut uit 2001, "Tiger Tom Dixon’s Blues" genaamd, nog wat onevenwichtig, op "Stray Dogs" (2002) viel alles op zijn plek en had Rod zijn stijl definitief gevonden. Het zojuist verschenen "Girl From Arkansas" borduurt voort op zijn voorganger. In de meeste songs ligt het tempo laag en laat de sobere begeleiding Rod alle ruimte voor zijn stem en de kracht van zijn woorden. Thematisch lijkt het album in het teken te staan van de onlangs verbroken relatie met zijn vriendin. Songtitels als "That’s Where My Baby Lives"en "Gone en Last Goodbye" spreken hier boekdelen. De toon is ingetogen met een enkele grimmige toon en het tempo passeert zelden de grens van midtempo. In de meeste liedjes laat Rod zich van zijn kwetsbare zijde zien, in een enkele song toont hij zich stoer, een schijnbare tegenstelling waarmee deze troubadour ons charmeert en voor zich inneemt. De plaat telt tien schitterende 'bedtime stories' en één vreemde instrumental van een minuut, 'Lullaby' geheten. De met cello versierde prachtballad "That´s Were My Baby Lives", het lekker rootsliedje "Gun Shy Dog", het dramaliedje met fraaie gitaarbegeleiding "Down To The Bone", misschien wel het hoogtepunt van dit album en dat donkere slotakkoord "The Last Goodbye" zijn levensliederen die het bloed, zweet en de tranen van de hardwerkende en kansloze Amerikanen weerspiegelen. Op de elf Americana-liedjes, waaronder "Wrecking Ball" samen met zijn vriend Slaid Cleaves is geschreven, laat hij zich begeleiden door enkele vooraanstaande muzikanten onder wie producer David Henry, Paul Griffith en Dave Jacques. Het wordt tijd dat ook Rod Picott zijn weg naar de harten van rootsliefhebbers vindt, want hij profileert zich immers eens te meer met "Girl from Arkansas" als één van de grote aanstormende singer-songwritertalenten in Rootsland.
NICK
LOWE
THE CONVINCER
Website : www.nicklowe.com
label : Proper Records
info : www.propermusic.com
Nick Lowe : (*24/4/1949) Respected songwriter, vocalist, musician, producer begon zijn schitterende carriere in de late jaren 60 als zanger en bassplayer in de band Kippington Lodge. Dit zou evolueren naar de meer bekendere groep Brinsley Schwarz, die ondanks lovende kritieken van pers en muziekliefhebbers, er in 1975 de brui aan gaven. Nick ging zich dan maar toe leggen op het producerswerk oa : het debuutalbum van Graham Parker & The Rumor ( Howling Wind ). Een jaartje later begon hij met het opstarten van Stiff Records, een label dat erg actief was in de toenmalige Punk-Rockexplosie. Het volgende meesterwerkje werd de produktie van Elvis Costello's 'My Aim Is Thrue'. Meerdere albums zouden nog volgen en Nick Lowe schrok er niet voor terug om naast de produktie ook de basgitaar te hanteren. Andere artiesten van de Stiff Records stal deden dan ook graag beroep op zijn kunnen. Zo ondermeer Ian Dury, Wrechless Eric, The Damned en zijn latere maat bij Rockpile, Dave Edmunds. Met zijn overstap naar het Radar label ging hij dan ook wat meer aandacht schenken aan zijn eigen persoontje. Zo zou zijn eerste solo album 'Jesus of Cool' tesamen met de smash hit"I love the sound of breaking glass" het uitgangsbord worden van zijn nieuw label. Van toen af verliep zijn carriere als zanger evenwijdig met die van producer. Eigen materiaal, maar ook voor Carlene Carter ( werd Nick's eega in 1979), Paul Carrack, John Hiatt, The Fabulous Thunderbirds enz. In 1992 vormde hij samen met Ry Cooder, Jim Keltner en John Hiatt de supergroep " Little Village " maar de verwachtingen waren te hoog gespannen en was de band maar een kort leven beschoren. Met zijn album " The Impossible Bird " kwam zijn cariere weer in een stroomversnelling, het werd een verzameling van zijn meeste persoonlijke songs." Dig My Mood " de opvolger, is een prachtige uiting van het betere singer-songwriterswerk. Maar het kon niet op, ook zijn laatste studio-cd " The Convincer " bewijst dat Nick Lowe's wilde jaren voorbij zijn maar meer een richting uitgaat van melodieuze popsongs, zonder afbreuk te doen aan de traditionele Americana muziek van zijn beginjaren. Voorwaar een klasse artiest, deze grijze eminentie verdient dan ook een uitverkochte zaal. " Limburg Allein " laat u van uw beste kant zien en kom genieten van een avondje heerlijke, oprechte, soulvolle avond. . PS; Inmiddels is er een nieuwe live -cd van Nick Lowe op de markt: "Untouched Takeaway" op Yep Records. Smullen en genieten. Met dank aan Roger Kent van Proper Records.
GERAINT
WATKINS
DIAL ' W ' FOR WATKINS
website : zie Google : Geraint Watkins
label : Proper Records
info : www.propermusic.com
Geraint Watkins, geboren in South Wales op 5/2/1951, is reeds meer dan dertig jaren actief bezig in het muziekwereldje. Toch blijft hij een nobele onbekende bij de meeste mensen. Voor hen dan maar een woordje uitleg, want de man is zo een bezige bij dat ik wel een boek kan schrijven over zijn muzikale exploten. Geraint Watkins staat synoniem voor wild cajun, zydeco accordion, swirling organ & fierce rock 'n' roll piano. Samen met Nick Lowe, Dave Edmunds, Bill Wyman, Van Morrison, Paul Mc Cartney staat hij op het podium of kan je hen tegenkomen in de opnamestudios. Dus genoeg referenties om nog niet op pre-pensioen te gaan. Maar voor mij blijft Geraint ( steeds een cigaartje in de mond ) onafscheidelijk verbonden met de 15 jarige periode van "The Balham Alligators". Een geweldige party en festival band ( ooit nog te zien op Cornerrock in Diepenbeek en Moulin Blues Ospel). Met het consumeren van het nodige vocht als leidraad hoog in het vaandel. Een periode die hij dan ook afsluit als volgt : "I think we just got a bit older. You can't carry on like that, can you? You can't be drunk and wild year in year out. You'd just look silly. I mean you'd look silly anyway but if you go on looking silly, you start to look stupid!" Een waarheid als een koe. Dan maar solo, en na "Bold as Love " is er nu de opvolger "Dial 'W' For Watkins". Dit blinkend schijfje ( in een mooi digi packje ) komt de man promoten in het CC van Hasselt op donderdag 4/11/04 aanvang 20h. Want dan staat deze virtuoos in het voorprogramma ( en ik hoop ook in de band ) van Nick Lowe. De splinternieuwe cd is zoals steeds een coctail van verschillende muziekgenres, een stramien waar hij niet van afwijkt en waarom zou hij ? Veertien eigen songs met de hulp van Nick Lowe, Steve Donnely en Robert Trehern mooi netjes afgewerkt. Neem eens een kijkje op de unofficial site van de man en je ogen zullen openvallen van verbazing : een ondergewaardeerd talent bij de massa maar een fantastisch, steengoed muzikant !! See you in Hasselt ( mensen lief, komen jullie eens uit die luie stoel ) Met dank aan Roger Kent van Proper Records.
THE
BARN BURNERS
SHOT DOWN
website : www.thebarnburners.com
label : Atomic Twang
bob@thebarnburners.com
The Barn Burners hebben hun vaste honk in Baltimore, Maryland en sinds hun ontstaan in 1995 verschenen er juist geteld twee cd's : Tobacco Sunburst ('96) en Alibis (2000) beiden op Run Wild Records. Met hun derde album "Shot Down" debuteren zij op het label Atomic Twang. Onder leiding van Bob Kannenberg, lead vocals & rhythm, lead en slide gitaar / harmonica en songwriter van dienst ( acht zelfgepende songs ), slagen de Barn Burners er weer in om honkytonk shuffle's, swamp blues en rockertjes à Berry/ Richards ( luister maar eens naar Rockin' with Viola en Yesterday's Clothes ) zo te doen klinken dat je iedere keer , nou ja, drie cd's in een tijdspanne van acht jaar, uitkijkt naar nieuw materiaal van deze band. Iets waar de zelfde groepsbezetting zeker aan bijdraagt : Paul Thomas, lead, rhythm & 12 strings gitaar, Tony Vittoria, bass & backing vocals en Bonanza D Jones, drums, percussie & backing vocals zijn net als op " Alibis " weer van de partij. Ook producer Dave Nachodsky laat zich weer van zijn beste kant zien : 'nervous guitars and frantic toms', meer moet dat gewoon niet zijn. The Barn Burners deelden reeds de affiche met Dave Alvin, Robbie Fulks, Duane Jarvis en dit deed bij mij een belletje rinkelen : deze jongens stonden ooit op Blue Highways, dus de link is gauw gemaakt : editie 2005 The Barn Burners in Utrecht of Ospel en mocht ik ( maar wie ben ik ? ) het voor het zeggen hebben op BRBF Peer 2005. Aanrader !
MATT
BAUER
NANDINA
website : www.mattbauermusic.com
label : eigen beheer
info : matt@mattbauermusic.com
Banjo based Americana.
Vreemd plaatje, nieuwe naam, geen teksten bijgeleverd (je kan het wel allemaal
terug vinden op de man zijn site). Je hebt zo van die cd's die je opzet en
wanneer je een paar nummers beluisterd hebt moet concluderen : wat moet ik
hiermee ? Nog maar eens beluisteren, om ten laatste tot de slotsom te komen,
het is niet eenvoudig wat Matt Bauer op ons loslaat. High speed banjo in de
echte traditionele country en bluegrasstijl. Zijn voorkeur gaat uit naar de
Stanley Brothers en Texas Gladden maar wil toch zelf een persoonlijk tintje
aan dit genre van muziek toevoegen. Geen retro muziek uit de jaren stillekes.
Zijn songs zijn dan ook de weerspiegelingen van zijn eigen levenservaringen
(de man groeide op tijdens de jaren 70 & 80 in Kentucky maar verblijft
momenteel in San Francisco). De brave man bespeelde bijna al de instrumenten
en de opnames gingen door bij hem aan huis. Mooie debuut cd van een jongen
die ons volstrekt onbekend is. Matt Bauer krijgt lovende perskritieken op
zijn cd "Nandina" maar ik heb het er toch een beetje moeilijk mee,
de cd kabbelt gelijk een rustig beekje, geen enkele stroomversnelling, geen
watervalletje, niets opwindends. Hugo Vogel van Alt. Country (NL) vatte het
uitstekend samen, nl: 'een cd voor alle seizoenen maar ik ben bang dat ik
er voorjaarsmoeheid aan overhoud of in mijn winterslaap geraak'.
CAP
GUN COWBOYS
GIRLS, CARS AND SMOKE-FILLED BARS
website : www.capguncowboys.com
label : Rust Belt Recordings
info : www.rustbeltrecords.com
In de zomer van 2000 werden Greg Yanito, vocals & gitaar en occasioneel accordion, Phil Verhoef, vocals,gitaar & trombone en occasioneel yodel, Mark Loncarevic op bass en occasioneel commentaar, Todd Nelson op drums, percussie en verantwoordelijk voor de niet zo occassionele cigaretten, tesamen vormen zij de Cap Gun Cowboys ( what's a name ), al dadelijk genomineerd voor de beste Americana band in hun geboortestreek Cleveland, Ohio. Nog meer lovends : the best country rock outfits in the area, het podium delen met artiesten als Wayne Hancock, the Sadies en andere Bloodshot Records boegbeelden, het voorprogramma van Sandy & his Fly Rite Boys, Lee Rocker en rockabilly legend Johnny Powers verzorgen : voorwaar gene kattepis ! Je kan hun muziek dan ook omschrijven als beer-spillin', gut-wrenchin', honkytonkin' Americana music. Hier en daar hoor je de invloed van groepen als Uncle Tupelo, Whiskeytown, the Jayhawks, Golden Smog. Hun eerste cd met elf eigen songs kan je moeiteloos dagenlang in je cd speler afspelen, of beter nog , in de auto beluisteren. Ik zie je al meezingen, fluiten en kloppen op het stuur! Mijn voorkeur gaat uit naar de songs "Bad Memory", "I know what I want", "Phone call from Texas". Voor mensen die twijfelen aan de woorden van uw nederige dienaar: 'The Cap Gun Cowboys are an unlikely group of country misfits, stampin' their brand on beer-soaked ditties that range from traditional honky tonk to real rockin' rockabilly, creating a chunky, stick-to-the-ribs stew of alt country' ( whatever that is ). Zeg dat iemand anders dit geschreven heeft ! In de kroeg, thuis, radio, auto, Girls, Cars and Smoke - Filled bars " ..... Let's go Baby !
SOUTH
SIDE SLIM
TROUBLE ON THE SOUTH SIDE
Website : www.southsideslim.com
Info : Manifest Promotion
manifestpromo@aol.com
Sinds het Pocono Blues Festival in 2002 is South Side Slim (AKA Henry Harris) al lang een begrip in het Blues-Rock circuit. Deze gitarist is regelmatig ´on tour´ in Amerika en bewijst met zijn vijfde album "Trouble on the South Side" in zes jaar tijd aan de top te staan bij de nieuwe moderne gitaristen. In begin van dit jaar is de live cd "Live at the Alley" uitgekomen. Deze cd was de eerste opname voor Manifest Promotion en heeft een diepe indruk gemaakt. South Side Slim weet moderne blues te brengen in zijn kenmerkende stijl vol spetterende gitaar solo´s en steeds met eigen composities. Het experimenteren van nieuwe sounds en invloeden en dan toch aan zijn eigen 'bluesmind' vasthouden, dat is wat South Side Slim doet en "Trouble on the South Side" is een plaat waarop hij vele facetten van de blues laat horen. De slow blues van de drie op één volgende nummers "Hell Hounds on my Trail", "Guilty Mind" en "Feelin' Pain" zijn van de klassieke bluessound, maar de rock rifjes ("V-8 Ford) komen veelvuldig voor. Met "Last Man Standing" is het gevoel van de jaren zestig geheel weer terug. Maar met het "Ride with Me"gaat hij lekker tekeer. "Trouble on the South Side" werd in één jaar opgenomen en klinkt typisch Slim's: de goudeerlijke gitarist met het soulvolle stemgeluid die zijn moderne blues brengt. Niets meer, maar ook niets minder. Optimistisch is de toon van de plaat en dynamisch het geluid, zoals we dat doorgaans van South Side Slim gewend zijn. "Trouble on the South Side" is een plaat in de lijn van zijn vorige studioalbum "Raising Hell": ook één van de sterkere South Side Slim-platen.
GINA
LEE
WHERE YA BEEN ?
website : www.ginaleeswings.com
label : Glee Club Recordings
info : glee@ginaleeswings.com
Gina Lee brings Rockabilly to " Rootstime ". The Rocking Hillbilly Gal begon met zingen in 1995 in Omaha NE then Tucson AZ. Met steun van haar band " Honeywagon " werd onmidddelijk de stap gezet naar de originele rockabilly sound. Toen Gina besloot om haar studies verder te zetten werd de band ontbonden. Het weerhield haar niet om actief bezig te blijven in het muziekwereldje en besloot dan maar om naar Austin TX te verhuizen. De volgende stap was dan ook de release van haar full length cd " Where Ya Been " Een meer dan toepasselijke titel ! Austin's beste muzikanten oa. Redd Volkaert op gitaar, Cindy Cashdollar op steelgitaar, Slim Richey take-off gitaar, Floyd Domino op piano, Kevin Smith op bass, slaagden erin om samen met Gina Lee, the Real Texas Spirit over te brengen op deze cd. Met muzikale invloeden van Patsy Cline, Brenda Lee, Bob Wills bewijst Gina dat ze samen met haar band ' The Texas Three ' niet vies is van een heerlij ke Western Swing of Bluegrasstune. Kort om , Gina Lee is ondertussen een frisse verschijning ( zeker geen retro-act ) in het rockin' country swing wereldje. Een serieuze aanwinst à la Wanda Jackson / Janis Martin. Bovendien brengt zij een song op de tribute cd van Wanda Jackson ( verschijnt op Bloodshot Records Oct 26 th ) en steekt zij in 2005 de plas over om in Hemsby iedereen te overtuigen van haar talent. Prachtige stem en met negen eigen songs bewijst Gina dat zij van goede huize komt. Aanrader !
LITTLE
AXE
CHAMPAGNE & GRITS
Label : Real World Records
www.realworldrecords.com
Info: Paperclip Agency
www.paperclip-agency.com
www.conincxpop.nl
hilde@paperclip-agency.com
Het nieuwe album van Bluesmeneer Little Axe heet "Champagne & Grits" en is werkelijk waar fantastisch. Hij maakt al decenia lang muziek en na een lange radiostilte is er eindelijk weer een nieuw album van Little Axe. Skip McDonald (aka Little Axe) is de vijftig gepasseerd en heeft een lange carriere achter de rug. Behalve als bluesgitarist, bouwde hij faam op in de rap (samenwerking met Grandmaster Flash) en de dub (in Tackhead). Little Axe put uit blues, gospel, rock, reggae en funk. Wat dat betreft is "Champagne & Grits" een modern statement met funky grooves gesmolten in zijn country blues. McDonalds vakmanschap is vergelijkbaar met R.L.Burnside maar bezit zo'n moddervette ritmes dat dit album zo uniek maakt. Het resultaat is een kwalitatief hoogstaande album in een productie van Adrean Sherwood en Axe zelf. Ook op dit nieuwe album horen we een aantal typische 'Skip McDonald' songs waarin zijn karakteristieke stem en 'gitar picking' de boventoon voeren, maar naast deze liedjes maakt 'ie een razend vernieuwd album: Blues en Hip Hop in da mix! Luister'n en kopen, nu!
THE
KINGBEES
BIG BOYS 'N' PINK LADIES
Website : www.kingbees.se
Label : Last Buzz Record Co
www.lastbuzz.com
hits@lastbuzz.com
The Kingbees zijn het nieuwe Zweedse combo van Last Buzz Records. Hoorde ik ooit vertellen dat Zweden een koud land is met een koud ras, dan moet ik wel bekennen dat The Kingbees zeker 'hot rockers' zijn . Invloeden gaan we zoeken bij Elvis, Buddy Holly, Lee Rocker tot Lenny Burrell & BB King, dan weet u wat er tewacchten staat. Hun stijl gaat van Rock ‘n Roll tot rockabilly en terug tot Swing ‘n’ Roll. De songs zijn zeer goed zelf gepende rockers of covers met een zeer goed rockin’gevoel. Vier van de dertien nummers zijn covers waaronder twee van Paul Gayten "You Better Believe it" en "For you my love". Van de country zangeres H.Myles krijgen we een versie van "Sweet Little dangerous", als het ware een tribute aan deze lieve dame.Vierde cover is geschreven door J. Anderson en genaamd "Your Letter". Op hun nieuwe album "Big Boys 'n' Pink Ladies" waarvan hun eigen nummers, allemaal geschreven door Lee Ericson, beginnen we met de opener "I’m a big Kingbee", is pure rock ‘n’ roll in de stijl van Jerry Lee Lewis. Rockin’ & pumpin’ muziek, een ware knaller om dit album te beginnen. "That’s the way it is", is een bluesy nummer dat meteen bevestigd dat de piano een grote rol gaat spelen in de rest van dit album. Op "Big Boys ‘n’ Pink Ladies", de titeltrack, hebben ze duidelijk zin in een neo-swing. Swingin’ muziek van jaren terug in een nieuw jasje, maar dat in Zweedse stijl. Grote kwaliteit als u het me vraagt. Met "Love train", denken we even plaats genomen te hebben op een trage trein die ons naar zeer romantische plaatsen brengt, maar veel tijd is er niet om te rusten want de eerste cover is al daar en nodigt ten dans. "You Better believe it" is een klassieke R & B van P. Gayton en brengt u letterlijk op de vloer, en als dit nog niet voldoende is volgt hierna "Stranded", een ander swingend en rockend nummer van the Kingbees. Soul is een ander sleutelwoord van the Kingbees en met "On top of a Roof" bewijzen ze gemakkelijk alle stijlen aan kunnen. De country rocker "Sweet Little Dangerous" verbergt heerlijk, rockend country gitaarspel. "Desire is een trage bluesrock ballade en zeer welkom na al deze dansnummers. "Your Letter" is misschien wat een minder nummer hetgeen niet kan gezegd worden van de volgende zelf geschreven nummers, "Channel No 7" een zeer rockende track en "Cry me a river" een pure blues ballade, en dit voor we aan de laatste cover "For my love" van Paul Gayten komen. "Big Boys 'n' Pink Ladies" is een absolute aanrader van deze Zweedse formatie , the Kingbees.
JENNIFER GETZ
MAKIN ' HISTORY
Website : www.jennifergetz.com
jennifergetz@jennifergetz.com
Infogetzsomemusic@earthlink.net
Thanks to : Eddie Russell
Je moet er tegenwoordig steeds harder naar zoeken, maar échte muziek bestaat nog. En dan bedoel ik muziek die je meesleept en waar je nog kippenvel van krijgt. De Amerikaanse singer/songwriter Jennifer Getz is zo’n artiest die je diep weet te raken. Dat doet ze met klassieke akoestische rootsrockliedjes, voorzien van gepassioneerde teksten. En wie denkt met een debutante te maken te hebben, zit ernaast. Vanaf haar twaalf jaar leerde ze reeds gitaar spelen, om wat later in enkele rockbands terecht te komen, maar steeds bleef ze op zoek naar haar eigen sound, haar eigen imago. Nu is de tijd rijp voor het debuutalbum "Makin'History",dat uitgebracht werd in eigen beheer maar geproduceerd werd door de legendarische John Herron. Dat levert een plaat op met elf pakkende, pure rauwe rootsliedjes die je in verschillende buien brengen. Getz ontroert, verblijdt en bezorgt je ook nog een prettig zomergevoel, zolang het zomert in September. Het is de kristalheldere stem die ‘t ‘m doet en die lijkt soms op Nathalie Merchant, en misschien een klein beetje op Sheryl Crow. Maar bovenal is Jennifer Getz een regelrechte verrassing, die het verdient om gehoord te worden.
DULCIE
TAYLOR
MIRRORS AND WINDOWS
Website : www.dulcietaylor.com
dulcietaylor@earthlink.net
Label : Black Iris Records
BlackIrisRecords@yahoo.com
Soms kan het raar lopen met een carrière. Dulcie Taylor brak met haar debuut "Diamond & Glass" (terecht) gelijk door naar een groot publiek, maar vast staat dat ook haar tweede album "Mirrors And Windows" een klasseplaat is. Nog meer dan zijn directe voorganger, is dit een persoonlijke plaat, waarop Taylor op volwassen wijze vooral de schaduwzijde van menselijke relaties bezingt. Toch is deze plaat geen somber album; want de grote stroom vrouwelijke singer-songwriters in de jaren negentig leken alle het patent te hebben op Het Grote Verdriet en verdienden onbeschaamd geld aan hun uitgeraakte relaties door eens lekker de vuile was buiten te hangen. Dulcie Taylor is daarbij altijd een vreemde eend in de bijt gebleven, want in de akoestische afsluiter "Love Like Yours & Mine" bezingt zij op aangrijpende en bijzonder dankbare wijze de liefde van haar leven. Op dit rootsalbum kan ze rekenen op het gezelschap van een hele bende topmuzikanten als John Landau, Duke Levine, Richard Gates, Lorne Entress en Michael Bellar. Door de rijkere arrangementen en kristalheldere productie klinkt de plaat zelfs behoorlijk warm. Hoogtepunten zijn de reeds vernoemde afsluiter maar ook de zeer aantrekkelijke opener "Blackberry Winter", de tracks "Seaboard Train" en "Woman I Used To Be" bezitten respectievelijk rock & roll en blues in de genen. "Mirrors And Windows" bezit vooral akoestische arrangementen en natuurlijk de warme stem van Dulcie Taylor zelf. Kortom: wederom een klein juweeltje.
KEVN
KINNEY'S
SUN TANGLED ANGEL REVIVAL
Website : www.kevnkinney.com
Label : Compadrerecords.com
www.compadrerecords.com
Uit het niets lijkt deze vijfde solo-cd van de Drivin’ ‘n’ Cryin’ frontman te komen. In 2000 verscheen het album "The Flower And The Knife", een pracht van een plaat en in 2002 zijn voorlaatste "Broken Hearts And Auto Parts", zijn site spoort ons immers nog aan tot het kopen van dit album. En nu is er dus "Kevn Kinney’s Sun Tangled Angel Revival". En daarover kunnen we eigenlijk heel kort zijn: dat is gewoon een ijzersterke plaat! De alweer ruim twintig jaar in Atlanta, Georgia gehuisveste Kevn Kinney levert hier zijn voorlopige Magnum Opus af, waarmee hij alles wat hij tot nu toe solo en met Drivin’ N’ Cryin’ gedaan heeft, in de schaduw stelt. Kevns singer/songwriters avonturen zijn dit keer geheel anders verpakt dan zijn andere solowerken. De productie was dan ook in handen van David Barbe (Drive By Truckers, Son Volt). Drummer Dave V. Johnson kennen we nog van Kinney’s band. Met een schuurpapieren stem die er in de loop der jaren alleen maar grover op is geworden, leidt Kinney ons door negen liedjes die allemaal verschillend zijn van stijl, maar toch een geheel vormen. De titeltrack doet warempel weer denken aan die goeie ouwe Drivin’ ‘n’ Cryin’, waarna we al gauw verrast worden met het overigens prachtige "In The Land Of Plenty", een countrygospel-stukje inclusief bijbehorende samenzang. "Fly Your Flag High" is door orgel aangedreven folkrock. Aan "Sun Tangled Angel Revival" zit sowieso al een country-tintje, dankzij behulp van bijvoorbeeld pedal-steel van Adam Musick. De bijna acht minuten van "This Train Don’t Stop At The Millworks Anymore" brengen ons naar Kinney’s geboorteplaats Milwaukee. Waar de textielfabrieken gesloten zijn omdat de productie verplaatst is naar Mexico. Prachtig is ook het soulvolle singer-songwriter nummer "Everything’s So Different Now". Er wordt ook weer stevig gerockt op "Baby I Just Wanna Go Home" en de breekbare stem van Kevn Kinney klink vertrouwd en rustgevend in de oren. Zijn kwaliteiten als song-smit waren ons al duidelijk en de negen uitgebalanceerde songs mogen er dan ook zeker zijn. Kevn Kinney mag ons nog wel eens een keertje verrassen met zo'n heerlijke plaat.
BUCKSWORTH
THE CAJON PASSAGES
Website : bucksworth.rwin.nl
Email :dabucksworth@aol.com
Label : Silent John Records
Liefhebbers van het singer/songwritergenre hebben het niet makkelijk. Niet omdat er niet genoeg mooi werk uitkomt, o nee, het is juist te veel. Neem nu deze Bucksworth, dewelke op hun nieuwe album "The Cajon Passages" in acht nummers overtuigend van zich doen spreken. Singer-songwriter Marc Nemetz maakte eind jaren tachtig deel uit van de poprockformatie Blue Train, maar tegenwoordig leidt hij deze alleraardigste rootsrockband. Nemetz beschikt over een mooie stem, speelt piano en mandolin op luchtige wijze en zoekt het avontuur, voor zover hij dat al doet, in een enkele afwijkende zanglijn. Dit gaat echter nooit ten koste van het liedje, want Nemetz is met zijn voorliefde voor schoonheid en verzorgde arrangementen een singer/songwriter van de oude stempel. Hij zingt een beetje als Van Morrisson, een beetje als Tom Waits, een beetje als Mick Jagger of zelfs een Lowell George . Na het prachtige debuutalbum "Haul Alone" kunnen we evenzeer van deze opvolger gewoon genieten, van de acht nummers en ruim dertig minuten die "The Cajon Passages" telt. Het overgrote deel van de nummers op dit album - met het bluesy "Where’d My Town Go" en het rockende "Drop Me Down" inclusief het lead gitaarspel van Joe Hill als uitschieter - is tijdloos en klinkt hoogst aangenaam. Wat je noemt ouderwets goed.
THE
CENTRAL STANDARDS
REFRAIN
Website : www.centralstandards.com
Email : centralstandards@hotmail.com
Label : Eigen Beheer
CD Baby
Nog voordat ik er erg in heb, draai ik de cd van the Central Standards vaker dan normaal het geval is met nieuwe promo's die onaangekondigd op de deurmat ploffen. Een paar weken later ontdek je opeens dat er ook nog iets over geschreven moet worden. Veel valt er eigenlijk ook niet te vertellen over de uit Memphis afkomstige Jeff Capps en Ted Horell die ieder zeven songs hebben neergepend op hun debuut album "Refrain". Het duo, die in het dagelijks leven les geven, hebben de hulp ingeroepen van een ritmesectie, bestaand uit Marty Christopher aan de drums en Casey Smith aan de bas. Omwille van hun samenzang zijn in ieder geval genoeg tastbare bewijzen voor de vergelijking met de Byrds aan te dragen, maar eerlijk gezegd zijn zij niet meteen de eerste naam die in mij op komt. Waar ik dan wel aan denk? De voortreffelijke songs "Still Away", "Otis Redding Song", Hard to Fall" en "Jay-C's Broken Radio" en nog zo'n tien anderen op "Refrain" brengen goede herinneringen aan The Jayhawks met Mark Olson naar boven dat omwille van de pakkende melodieën, scherpe, vaak meerstemmige vocalen en rinkelende gitaren. Wel, datzelfde jongensachtige en pretentieloze speelplezier rijdt als een stoomlocomotief door de nummers van Jeff Capps en Ted Horell, sprankelende liedjes die je al gauw loopt mee te zingen. Eindconclusie van uw plaatjesbespreker: een cd die je ontelbare keren probleemloos draait, is allerminst een slechte plaat, oftewel "Refrain" van the Central Standards is gewoon een erg goede cd.
PIERCE PETTIS
GREAT BIG WORLD
Website : www.piercepettis.com
Label : Compass Records
www.compassrecords.com
info@compassrecords.com
Voor Pierce Pettis's doen is het de laatste tijd nogal rustig geweest, want het is toch al weer een tijdje geleden dat zijn vorige cd "State of Grace" verscheen. In hoeverre dat echt van invloed op het nieuwe album "Great Big World" is geweest, weet ik niet, maar feit is wel dat het zijn beste plaat sinds pak 'm beet, "Moments", zijn debuut-cd is. Niet dat "Great Big World" met zijn vele ballade-achtige stukken zo heel veel anders is dan zijn andere zeven albums, maar de accenten liggen net op andere plekken, waardoor de melodieën net iets sterker gedefinieerd lijken, terwijl ook de opbouw van de nummers wat dwingender schijnt. Pierce Pettis is een opmerkelijk singer-songwriter. De meeste zingende cowboys zijn gemakkelijk onder te brengen in categorieen als country, folk of rootsrock. Pettis, die al meer dan twintig jaar aan de weg timmert, heeft het verleden in zijn geheel in zich laten wortelen en vertaalt dat in liedjes die behoorlijk van elkaar kunnen verschillen. Op het artwork van de CD staat "a performer with a rocker's heart, a troubadour's soul and a poet's touch". Mooi omschreven want deze troubadour heeft een stemgeluid dat doorleefd en gevoelig is, weliswaar met een beperkt bereik, maar weer daardoor uit duizenden herkenbaar. Pettis heeft niet alleen gevoel voor melodie, die met zijn stem erbij een bepaalde melancholieke sfeer oproept, daarbuiten schrijft hij heel beeldend, want de songs bevatten teksten die doordacht, persoonlijk en spiritueel zijn en dewelke alledaagse gebeurtenissen weerspiegelen. Muzikale bijdragen waren er van een stelletje uitgelezen muzikanten, zoals Allison Brown, Stuart Duncan, Kenny Malone, Danny Thompson, Gary West, Dana Cooper, Dan Dugmore, Tom Britt, e.a. De echte fans hebben hem natuurlijk al in huis, maar voor wie slechts af en toe behoefte heeft aan een plaat van de man, is "Great Big World" een aanrader.
THE
PRAIRIE DOGS
BRAND NEW HEART
www.thetrailerpark.org
evan@thetrailerpark.org
www.cdbaby.com/cd/prairiedogs
Typisch zo'n album waarvan je nieuwgierig denkt, als je het in handen krijgt: Wat zou dit zijn? De grappig klinkende naam The Prairie Dogs had ik wel eens gehoord, maar 't wordt een eerste kennismaking met de muziek. De viermansformatie is afkomstig uit de contreien van Tacoma, Washington en speelden allen een tien jaar terug in allerhande rootsrockbands. Op hun eerste album "Brand New Heart" is het resultaat van deze koerswijziging te beluisteren. Erkwamen invloeden uit country, folk en Americana bij en nu maakt men een inventief soort alt-country. Dit is apart gedaan allemaal, de bijzonder mooie arrangementen zijn veruit het sterkste punt van "Brand New Heart"! Leuke geluidjes en voortreffelijk spel, vaak akoestisch en soms elektrisch in "Kelly", "Brand New Heart" en "Calling My Name". De ontspannen manier van zingen gaat wel lekker samen, zodat Evan Purcell en Michael Shinn hun grenzen vaak kunnen verleggen. De songs zijn, allemaal eigen werk waar twee mannen voor tekenen: natuurlijk Purcell en Shinn. Geen bezwaar tegen als er meer van dit uit Tacoma komt! "Brand New Heart" is inderdaad een warme, intieme plaat geworden, een plaat ook die bij elke draaibeurt weer groeit. Een plaat die de moeite loont om beluisterd te worden.
THE
CHEATIN' KIND
Website : www.thecheatinkind.com
Email:susanclarke@earthlink.net
Op de debuut-ep van het Californische The Cheatin’ Kind laten zij hun country alter-ego los, waarbij de groep haar liefde voor het genre niet meer onder stoelen of banken hoeft te steken. Het experiment ontstond toen de vriendinnen Babs MacDonald (zang) en Susan ‘Daisy’ Clarke (gitaar) een bandje wilde oprichten, om hun leven wat wilder en meeslepender te maken. De song keuze varieert van cowpunk in de opener "Wreckin’ Like Trains" tot een wat goedkope variatie van Loretta Lynns "Don’t Come A-Drinkin’ (With Lovin’ On Your Mind)", hetgeen hier als afsluiter de naam "Don’t Whistle At Me" meekreeg. Naast de bassist Beer Truck zorgen de gitaren van Daisy en Paul Morris voor een stevig honkytonkabillyboogie-geluid. Ach het is ook allemaal niet zo serieus bedoelt dus wat maakt dat uit. Stiekem zijn het bijna allemaal meezingers en dijenkletsers die een onweerstaanbare werking hebben, voor je het weet zit je schaamteloos mee te zingen. En dat is nou precies wat The Cheatin’ Kind alleraardigst maakt.
SUSAN
CAMPTON
THE BRIDE
Website : www.susancampton.com
Email Campsongs@yahoo.com
Label : Campsong Music
CD Baby.com
Thanks to : Eddie Russell
orig jaar is het dat Susan Campton de rootswereld versteld deed staan met "Small Town Girl". Het warme geluid van die plaat, samen met een collectie uitmuntende liedjes leverde een plaat op die zonder meer een droom debuut opleverde. Nu één jaar later is er al een nieuwe studio cd. " The Bride". Net als "Small Town Girl" heeft het met country maar weinig meer te maken. En er zijn meer overeenkomsten. De sound van de twee cd's liggen in elkaars verlengde, invloeden van folk, country, rock-a-billy en gospel zijn terug tevinden op beide albums. Haar echtgenoot Bill is voor beide albums de producer en dat verklaart een hoop. En er is nog een gelijkenis: beide cd's zijn van wereldklasse. Maar er zijn ook verschillen. Op één song na heeft Susan alle songs zelf geschreven. Op dit nieuwe album kan u luisteren naar een mooie cover van een traditioneel Iers nummer "Pretty Saro". Het grootste verschil is het karakter van de songs. "The Bride" vindt z'n schoonheid niet zozeer in de 'liedjes' maar in de poëtische bespiegelingen die op de plaat te horen zijn. De muzikale omlijsting hiervan is betoverend en geheimzinnig en neemt je mee naar plekken waarvan je het bestaan niet wist. "The Bride" is een cd die broeit en groeit en die, zeg maar gerust, prachtig is.
CISCO
7740 VALMONT ST
Website :www.theartistcisco.com
Label : Little Dog Records
www.littledogrecords.com
info@littledogrecords.com
Bekentenis: voor ik '7740 Valmond Street ' in de cd-speler schoof had ik nog nooit van Cisco gehoord. En dat terwijl zijn debuut album "Wishing You Well From The Pink Motel" dateert van zes jaar geleden. Cisco kwam bovendrijven tijdens de door zijn Texaanse collega Steve Earle aangevoerde wederopstanding van de roots en maakte naam met zijn unieke Bakersfieldsound. Dit geluid vinden we wel niet terug op '7740 Valmond Street ', zijn comeback heeft plaatsgemaakt voor melodieuze countryrock met folkinvloeden. En ik had er nog nooit van gehoord... Shame on me, want op dit nieuwe album laat Cisco horen een eersteklas artiest te zijn. Met schijnbare achteloosheid koppelt hij fraai gitaarspel aan pakkende liedjes, terwijl zijn hese stem zorgt voor een aangenaam scherp randje. En dat is mede de verdienste van gitarist/producer Pete Anderson, die er een knisperende productie van heeft gemaakt. Met tien uitstekende liedjes is het een klassieke plaat, met een duidelijke a- en b-kant. Met de stevige startnummers "7740 Valmont St.", "Say A Prayer" en "Miss America" in kant a sluiten we de b kant af met een bijna tien minuten durende tragische lovesong "Long Hard Ride". '7740 Valmond Street ' is een roots/countryalbum met tien pakkende en hoogstaande liedjes lang, waarmee Cisco zich dicht tegen het niveau aanschurkt van een Steve Earle, niets meer en niets minder. Erg, erg mooi plaatje.
MIC
HARRISON
PALLBEARER'S SHOES
Website : www.micharrison.com
Label : Valley Entertainment
www.valley-entertainment.com
In `99, toen hun prachtplaat "Don't Bail" op Lynn Point Records verscheen, leek de doorbraak van Mic Harrison slechts een kwestie van tijd. Die doorbraak kwam niet, en Lynn Point liet hem net zo snel weer vallen. Zo gaat dat nu eenmaal bij zovelen. Zanger-gitarist Mic Harrison en kompanen zijn echter niet bij de pakken neer gaan zitten, maar maakten deze nieuwe plaat onder het motto "When I’m going back to Knoxville / I’ll be alright", hetgeen Harrison zegt in het nummer "Back To Knoxville", want zoals gebruikelijk in Knoxville, Tennessee is de rest van het dorp ook uitgelopen om een muzikaal handje toe te steken. Don Coffey Jr. werd gestrikt als producer, en onder zijn bezielende leiding ontstond "Pallbearer’s Shoes". De ritmesectie op de plaat bestaat uit Paxton Sellers (ex V-Roys, ex-Faults), Don Coffey Jr. (ex-Superdrag), andere gasten zijn V-Roy Scott Miller (backing vocals op "Journey’s End") en Superdrags John Davis (backing vocals op "Shake Your Faith" en pedal steel en gitaar op "Journey’s End"), Todd Steed (gitaar op "Road To Flounders") en Doug Gillard van Guided By Voices (gitaar en backing vocals). De enige pretentie was een verdomd goed rootsrockalbum maken, en daar zijn de heren zeker in geslaagd. In de vele stevige en ronkende nummers "Shake Your Faith", "Still Waiting" en "Hole In My Heart" vliegen invloeden van de V-Roys-stijl voorbij, en ook voor rustpuntjes is gezorgd middels de ballads "Madame", "Hazel’s Walking"en "All At Once". U begrijpt het al: dit is gewoon een van de betere rootsrockalbums van de afgelopen maanden. En nu maar hopen dat Mic Harrison bij zijn nieuw label Valley Entertainment van een grote doorbraak kan genieten.
JULIE
LEE
STILLHOUSE ROAD
Website : www.julielee.org
Label : Compadrerecords.com
www.compadrerecords.com
Julie Lee is een Amerikaanse zangeres, die met haar debuutalbum "Stillhouse Road" een bijzonder sterke plaat heeft gemaakt, die de vergelijking met Alison Krauss zonder problemen kan doorstaan, zij is het meest voor de hand liggende vergelijkingsmateriaal omdat Krauss ook van de partij is op dit fraaie debuut. Krauss is niet de enige bekende artiest op de plaat. We horen ook Vince Gill (zang), Rob Ickes (dobro) en Larry Franklin (viool) bijvoorbeeld. Ook Julie Lee weet immers country, folk, bluegrass en een beetje jazz te vermengen tot een aangenaam en eigentijds eigen geluid. "Stillhouse Road" staat vol mooie stemmige liedjes die door de crème de la crème van de Nashville-scene van passende en zeer smaakvolle muzikale begeleiding zijn voorzien. Die kwaliteit levert twaalf gevarieerde liedjes op, stralend gespeeld en gezongen met een stem vol van emotie, want deze zuivere stem staat wel heel centraal op deze plaat. Het is vol in dit segment van de muziekindustrie, maar dat Julie Lee zich met dit uitstekende debuut een plekje in de absolute top gaat verschaffen is wat ons betreft zeker. De cd is opgenomen in Nashville, maar voor zoetsappige country ben je bij Julie Lee aan het verkeerde adres. Een openbaring!
MARK
JUNGERS & THE WHISTLING MULES
Website : www.markjungers.com
Email elist@markjungers.com
Label : American Rural Records
Ik weet het, wat Mark Jungers doet is honderd keer en nog veel vaker al gedaan. Van de andere kant: een goed liedje kan telkens opnieuw worden uitgevonden, nietwaar? En dat doet deze singer-songwriter dan ook op zijn vijfde album "One for the Crow". Op de maar liefst veertien tracks schotelt deze begaafde zanger en gitaartokkelaar de luisteraar een voornamelijk akoestisch rootsgeluid voor, met af en toe een elektrisch scheur-uitstapje van de gitaar. Zijn rurale roots, zijn tijd on the road en zijn levenservaringen vormen daarbij vaak de ruggengraat voor zijn songs. Bluegrass, blues, pop en rock smelten samen. Hij toont zich een storyteller, een observant en een gevoelige geest, de typische eigenschappen van een lonesome liedjesmaker, gewoonweg zeer overtuigende staaltjes storytelling. Dat doet Jungers gewoon goed, mede dankzij een geoliede band om hem heen, genaamd The Whistling Mules. Ja, ja, de geest van Bob Dylan, Steve Earle, Townes van Zandt, Robert Earl Keen en Hank Williams is nadrukkelijk aanwezig in zijn folkmuziek die soms neigt naar country, maar ook duidelijk rock- en bluegrassinvloeden vertoont, die gewoon lekker in het gehoor ligt. "One for the Crow" is verreweg de sterkste cd die ons recentelijk uit Texas bereikte!
MICHAEL
POWERS
ONYX ROOT
www.michaelpowersfrequency.com
Email :powerswithin@aol.com
Label : Baryon Records
www.baryonrecords.com
Info : Crows Feet Productions
betsie@crowsfeet.biz
www.crowsfeet.biz
Michael Powers was geboren in Bayonne, New Jersey, in 1952. Zijn vader had North Carolina roots en zijn moeder een voorliefde voor de platen van Lightnin' Hopkins, John Lee Hooker en Muddy Waters. Tijdens zijn schooltijd was hij al zeer professioneel bezig met zijn gitaarwerk bij sommige bands zoals The Adlibs en James Cotton, maar ook zijn eigen band, The Moonbeams. Op zijn nieuw album "Onyx Root", wordt Powers bijgestaan door bassist Neil Jason en drummer Steve Jordan. Covers zoals " Can't Quit You Baby" van Willie Dixon, "She's About A Mover" van het Sir Douglas Quintet, "Psychotic Reaction" van Count Five en "Another Man Done Gone" van Vera Hall maken van dit debuut een evenwichtig geheel waarbij het gitaarwerk centraal staat. Daarbuiten zijn er zes originele Powers nummers ( wel op naam van Michael Murchison; Powers is de naam van de moeder) waarin wel duidelijk de invloeden van Hooker naar boven komen in het nummer "Successful Son", de latin-jazz toestanden in "Workout Night In Madrid", wat James Brown funk in "Shimmy Up" en een beetje Hendrix gevoel in "Graffiti". Dankzij de verschillende stijlen , kan je bij meermaals beluisteren van dit album steeds nieuwe hoogtepunten ontdekken. Dit is één van de weinige CD's die de eerste maal de wenkbrauwen doet fronsen maar dan na enige luisterbeurten verschrikkelijk verslavend blijkt te zijn. Normaal worden dit klassiekers genoemd, de tijd zal het uitwijzen voor deze "Onyx Root". Ondertussen kan men dit product categoriseren onder de noemer 'voor de meerwaarde luisteraar'......waaronder U.
KATE
CAMPBELL
THE PORTABLE KATE CAMPBELL
SING ME OUT
Website : www.katecampbell.com
Label : Compadrerecords.com
www.compadrerecords.com
De overstap naar een nieuw label, Compadre Records, levert in een klap maar liefst twee albums van Kate Campbell op. Kate is gezegend met een aangenaam warme stem, en zingt vanaf haar kinderjaren al baptist hymns. Op de radio luisterde zij naar country, folk, pop, soul en blues. De nieuwe albums "The Portable Kate Campbell" en "Sing Me Out" bevatten nieuwe versies van de favoriete songs van Campbell en haar fans. "The Portable Kate Campbell" geeft ruim baan aan muzikale vrienden, terwijl "Sing Me Out" uitgeklede, ingetogen akoestische versies van hoogtepunten uit Kate Campbell’s oeuvre laat horen. Op beide cd´s stoft ze met een nieuwe band en producer-muzikant Will Kimbrough een kleine dertig nummers af van haar vervolgplaten "Moonpie Dreams", "Visions Of Plenty" en "Rosaryville", daarbij een enkele keer bijgestaan door gastmuzikanten. Zo komt Rodney Crowell indrukwekkend voorbij op "A Perfect World", zingt Nancy Griffith mee op "Galaxy 500" en Kim Richey op "See Rock City". "Sing Me Out" heeft daarnaast één nieuw lied te bieden, "Would You Be A Parson". Opnieuw ingeblikt en tegelijk verfrist met nieuwe instrumentaties valt op dat storyteller en een beetje plechtig zingende Campbell al heel wat americana-klassiekers met blues- en gospelinvloeden op haar naam heeft staan over het leven in het zuiden. Twee cd’s dus, die samen de perfecte kennismaking vormen tot het werk van deze helaas wat ondergewaardeerde singer-songwriter. Van beide albums kan men zeggen dat de meeste nummers eigenlijk in één van twee categorieën passen : funky countryrockers en folky ballades, waarbij ze zich meer dan ooit ontpopt als de frissere, vrouwelijke tegenhanger van bewonderaar Guy Clark want tot haar fans mag ze buiten Clark, ook nog op Emmylou Harris en Buddy Miller rekenen, en dat heeft volgens mij alles te maken met de puurheid die Campbell uitstraalt. Ze heeft een krachtige, heldere stem, ietwat bruin getint en met een meer dan acceptabel bereik. En daarmee maakt ze van deze albums een sterk geheel. Liefhebbers van Gillian Welch en Nancy Griffith moeten hier zeker eens naar luisteren, maar ook fans van Emmylou Harris zullen aangenaam verrast zijn door hetgeen dat Kate Campbell te bieden heeft.
BILLY
JOE SHAVER
FREEDOM'S CHILD
website : www.billyjoeshaver.com
Label : Compadrerecords.com
www.compadrerecords.com
Eerste plaat van outlaw Billy Joe Shaver op de Texaanse independent label, Compadre Records, met dertien tracks en bonus track geproduceerd door R.S. Field en met een band die zich losjes een weg pickt en shuffelt door Shavers klassieke songs. Billy Joe Shaver maakt geen slechte platen. Rijk is hij er tenslotte nooit van geworden, dus dan kan je beter mooie dingen maken waar je eventueel later nog iets aan hebt. Voor Billy Joe Shaver staat muziek maken voor overleven. Maar het gaat bij Billy Joe Shaver vooral om overleven in de spirituele zin, om datgene van hem af te schrijven dat hem dwars zit. Dat is nogal wat, zoals we op zijn album "The Earth Rolls On" mochten waarnemen. Billy Joe leverde met zoon Eddy in 2001 dit harde en intense meesterwerk af. Na Eddy’s dood door overdosis, enkele hartoperaties en een vreemde wereldtour kwam Billy Joe terug met het album "Freedom’s Child". Tot zijn voorganger vinden we hier minder felle gitaren en expressiviteit, meer warmte en zeker zo persoonlijk. Ondanks dat Billy Joe al tijden langs de afgrond van het leven wandelt en zijn geliefden beneden liggen, danst-ie soms nog vrolijk de honky tonk, maar deze zelfverklaard beste songschrijver ter wereld is en blijft een onaantastbare figuur. "Freedom’s Child" laat een gelukkiger Billy Joe Shaver horen. Het verleden is niet vergeten. Zo horen wij op de spookachtige verborgen track de laatste blueskreet "Neccessary Evil" van zoon Eddy. De overige tracks laten zonder uitzondering steengoede countryrock horen, zoals je niet anders zou verwachten van iemand als Billy Joe Shaver. "Freedom’s Child" is een aangrijpende en vermakelijke rootsplaat.
CATHERINE
FEENY
Website : www.catherinefeeny.com
www.cdbaby.com/cd/feeny
Vorig weekend was het zover Catherine feeny was terug in ons kleine landje tijdens het Highway to Hills festival in Lessines. Voor de uit Los Angeles wonende singer/songwriter was dit niet haar eerste optreden dit jaar, op 30 en 31 juli van dit jaar was ze tegast in respectievelijk Brussel en Chaudfontaine. "A voice you may never forget - music and lyrics tainted with sweet melancoly...", zo omschrijft Music Connection deze Amerikaanse zangeres. Haar debuut album bevat elf persoonlijke liedjes waarin ze of zichzelf begeleidt op akoestische gitaar, of wordt begeleid door producer Joe Purdy die piano en nog een paar andere instrumenten bespeelt, en zelf ook een uitstekend singer-songwriter is. Overal staat haar stem centraal in de liedjes. Een stem die momenteel het meest associaties oproept met die van Sarah McLachlan. Maar in de manier van zingen en in de stijl hoor je ook duidelijk invloeden van Joni Mitchell, Suzanne Vega, Jolie Holland, Gillian Welch en Rickie Lee Jones. Met enkel maar haar warme stem en een akoestische gitaar verricht Catherine wonderen. Ze schrijft zelf haar muziek, die nauw aanleunt bij folk en blues. Ze brengt haar nummers op een uiterst natuurlijke en gedreven manier. Feeny kan de meest troosteloze liedjes pennen, maar ook de meest opgewekte, vertolkt met een eenvoudige maar tevens verbluffend rake pen. De onderwerpen die ze bezingt: releaties, portretten, verlangens en maatschappijkritiek. Bijzonder zijn de ademende refreintjes die hemelse gevoelens oproepen, mede door de fraaie invulling van multi-instrumentalist Purdy. "Beltloops & Bluejeans" laat een verliefde Feeny horen, en die liefde wordt teruggevonden in "Please Don´t Leave Me In Winter", een song verpakt in de vier jaargetijden. In het nummer "Maggie", is Purdy sterk aanwezig met zijn gitaarspel. Hierna volgt de tragische lovesong "Leave You On The Pavement" en het anti-oorlogslied "Unsteady Ground". De rest van de nummers liggen in dezelfde lijn, maar laat me stellen dat alle liefhebbers van eerder genoemde dames ik de cd van Catherine Feeny van harte wil aanbevelen. Juist in de eenvoudige begeleiding en productie zit ook meteen de schoonheid van haar muziek. Zodat deze eenvoudig uitgegeven cd wel degelijk iets heel bijzonders is. Een singer/songwriter om in het oog te houden!
DOUG
BURR
THE SICKLE & THE SHEAVES
Website : www.dougburr.com
Email :doug@dougburr.com
Frontman van de Roots-rock formatie The Lonelies, Doug Burr, won enkele maanden terug de International Songwriting Competition, in de categorie Roots en Americana. Deze uit Denton, Texas afkomstige songwriter timmert al meer dan twaalf jaar aan de weg. Zijn sfeervolle debuut album "The Sickle & The Sheaves zweeft" bevat gospel dat normalerwijze niet direct ons ding is, maar verpakt zoals dat hier het geval is, kan ik er niet aan weerstaan. Doug Burr klinkt muzikaal gezien als de evenknie van Daniel Lanois, en tevens heeft zijn prettig aanvoelende stem veel weg van Ryan Adams. Het winnende liedje "Dark as the Night", met backing vocaliste Ramsey Shick, kabbelt heerlijk langs. Het album opent echter meteen het messcherpe "Meet You In The Sunrise". Burr zong dat liedje op de begrafenis van één van zijn vrienden. Andere religieus geïnspireerde songs zijn "Friend Of Sinners", het reeds vernoemde "Dark As The Night" en het donkere slotakkoord "Get Up Out Of My Grave". "The Sickle & The Sheaves" heeft pop aroma met een humeurige smaak en is daarom voor iedere doorsnee Americana-liefhebber een aanrader.
TOWNES
VAN ZANDT
IN DE BEGINNING
Website : www.townesvanzandt.com
Label : Compadrerecords.com
www.compadrerecords.com
Op 1 januari 1997 overleed Townes Van Zandt. Zijn lichaam kon zijn bewogen leven niet langer dragen. Zijn geest leeft echter onverminderd voort. Na zijn dood verschenen waarschijnlijk meer CD’s dan tijdens zijn leven. Nu nog geen zeven jaar na zijn voortijdige dood heeft de faam van Townes van Zandt haast mythische proporties aangenomen. Deze Texaanse troubadour wordt alom erkend als ‘s werelds grootste songer/songwriter, diverse albums en songs zijn reeds aan hem opgedragen, en weinig singer/songwriters van deze tijd nemen geen song van Townes in hun setlist op. Geen wonder dan ook dat de muzikale erfenis van deze legende tot de allerlaatste noot wordt uitgemolken. Nadat eerder Tomato, Rhino, Charly en Corazong zijn studio-albums opnieuw hadden uitgegeven, slaat nu Compadre Records zijn slag met "In de Beginning". Van Zandt begon zijn carrière in de locale clubs van Texas en het was in een van die honky tonks dat Mickey Newbury hem zag optreden. Townes had op dat moment al een flinke lading songs geschreven en Newbury spoorde hem aan er een demo van te maken. Aangevuld met Jay Boyette neemt het tweetal een tiental songs op die nu voor het eerst zijn uitgebracht. De opnames laten Townes veelal in zijn eentje met akoestische gitaar horen; een setting die hem het beste ligt. Zijn jong klinkende stem verraad dat het nog maar 1966 is, de songs klinken volwassen en de teksten herbergen al staaltjes van genialiteit. De meeste songs laveren tussen country en folk, een enkele keer duikt een onvervalste bluessong op. Het zijn dan mede deze opnames die de interesse wekken van producer Jack Clement die net heeft ontdekt dat er met publishing flink valt te verdienen. Clement zal uiteindelijk in 1968 het echte debuut van Townes produceren onder de titel "For The Sake Of The Song". Deze demo’s lagen lange tijd verborgen in de kluizen van Clement en het was Townes zelf die er voor zijn dood op aandrong ze te vinden. We prijzen ons gelukkig dat dat gelukt is.Geen minnaar van het genre kan zich veroorloven "In de Beginning" links te laten liggen.
BILLY
JOE SHAVER
BILLY AND THE KID
website : www.Billyjoeshaver.com
Label : Compadrerecords.com
www.compadrerecords.com
Billy Joe Shaver heeft met wat restmateriaal een nieuw album gefabriceerd, en wat voor één ! Met "Billy and the Kid" dacht de oude Shaver er verstandig aan te doen om het archief van zoon Eddy af te stoffen want dit album, dat voor een groot deel bestaat uit nagelaten opnamen van de veertigjarige singer-songwriter, die bovendien een groot gitarist bleek te zijn. Voor de 65-jarige Billy is het leven niet altijd zo gemakkelijk geweest, voor de man die er na een onstuimig leven rond voor uit komt dat hij het graag nog eens over en dan anders zou doen. Zijn vrouw (ze trouwden drie keer) stierf in 1999 aan kanker, z'n enige zoon Eddy op oudejaarsavond 2000 aan een overdosis. Alles wat Shaver sindsdien doet lijkt vooral ter nagedachtenis aan vrouw en kind. Zo ook dit nieuwe album, "Billy and the Kid". Het staat op zijn naam, maar Billy Joe voltooide vooral tracks die zijn zoon naliet. Eddy Shaver, die op achtendertigjarige leeftijd door een overdosis drugs in een hotelkamer om het leven kwam, kon namelijk een aardige potje gitaar spelen. En nadat zijn vader in het openingsnummer "Fame", eenzaam en alleen naar de sterren heeft gekeken en zich afgevraagd heeft waar zoonlief is gebleven, komt Eddy met "Lighting a Torch" om de hoek kijken. Andere sterke tracks zijn onder meer het sferische "Baptism Of Fire", het aangrijpende "Eagle On The Ground" en het dreunende "If It Don’t Kill You", het ultieme rock ’n roll-junkie anthem. Anders dan zijn papa koos Eddy het pad met stevige rock en gierende gitaren. Hoogtepunten blijven wel het eerder genoemde "Fame" en "Window Rock", maar dat zijn nu juist de nummers waarin Billy Joe Shaver het grootste aandeel heeft. Deze plaat is een poging de allerlaatste muziek die Eddie opnam tot haar recht te laten komen. Met keiharde bluesrock van Eddie, virtuoze riedels waar Billy Joe tegenaan treurt en achteraf bespiegelende dramasongs van de oude meester. "Billy And The Kid" bevat geen enkel zwak punt en het is dan ook één van de meest aangrijpende country-rockalbums die schrijver dezes in lange tijd gehoord heeft.
GINA
VILLALOBOS
ROCK 'N' ROLL PONY
Website : www.ginavillalobos.com
Email : Two70music@aol.com
Label : Kick Music Recordings
Volgens mij is Gina Villalobos een van de meest onderschatte country-zangeressen. Hoewel het labeltje?country-zangeres? doet Gina niet helemaal recht, want zij is veel allrounder. Het doet ons dan ook zeer veel deugd dat er ein-de-lijk een nieuw album, "Rock 'N' Roll Pony", van haar verschenen is. De songs completeren het hoogst fascinerende beeld dat Villalobos van zichzelf ophangt op deze opvolger van haar in 2002 verschenen debuut "Beg For Me". Eén beluistering van dit zelf geproduceerde en ook grotendeels zelf bij elkaar gepende geheel volstonden alvast om te weten dat dit een juweeltje van een rootsplaat is geworden, een plaat waarin we kunnen genieten van twaalf nieuwe Villalobos-songs. Het merendeel van de nummers is mid- en uptempo rootsrock, en gesteund door Kevin Haaland op gitaar en Sean Caffey aan het pedal-steelwerk, weet Villalobos zich best te manifesteren met haar wat gruizige stem, die het volume van de muziek met gemak aankan, zonder zich te hoeven overschreeuwen. Met haar elf eigen nummers en een knappe Americana-versie van World Party’s "Put The Message In The Box" weet Gina Villalobos duidelijk in hetzelfde schuitje te varen als een Lucinda Williams en ook Anne McCue, dewelke banjo speelt op de meezingers " I’m Alright" en "What I’d Give". Toch blijft Villalobos en haar songs centraal staan op dit prachtige album. Luister maar eens naar de zeer rockende nummers "Why" en "Fooling Around", het volledig akoestische "Trying To Find You" en het met gevoelige Wurlitzer-accentjes van Ben Pringle versierde "We Got It Slow", allemaal nummers waar ik mijn hoed voor af doe. "Rock 'N' Roll Pony" is tot nu toe het beste, wat Gina Villalobos tot nu toe uitbracht. Prachtige rootsrock muziek dus, die zelfs nog een beetje vernieuwend is.
STEPHEN SIMMONS
LAST CALL
www.stephensimmonsmusic.com
Info@stephensimmonsmusic.com
Label : Locke Creek Records
Af en toe belandt er in de brievenbus een plaatje waar je niet zo'n zin in hebt. Zo'n plaatje verpakt in van dat hoe-krijg-ik-het-in-godsnaam-los plastic, met een vel gekleurde voorkant. Het blijken vaak de mooiste te zijn. "Last Call" van de in Woodbury, TN, opgegroeide en inmiddels in Nashville woonachtige singer/songwriter Stephen Simmons, voldoet precies aan de criteria. Hij slingerde dan ook al een poosje rond voor ik 'em toch maar eens opzette. En hij liet daarna ook niet meer los. Zestien prachtige Americana-liedjes staan erop variërend van vrolijk en up-tempo tot traag en meeslepend. Wat "Last Call" naast de knappe liedjes en arrangementen echter vooral tot een mooie plaat maakt is het stemgeluid van Stephen. Soms is het opgewekt, dan weer gekweld of rauw, maar ontroeren doet het altijd. "Last Call" is een album met de nodige religieuze uitingen en tintjes, maar daarbuiten weet hij ook andere 'waarheden' in zijn verhalen te verwerken. Met hulp van onder anderen Kevin Vaughn op de gitaar, Dave Jacques op de bass en David Henry op cello is dit album dan ook een goed verteerbaar werkstuk geworden. De zestien tracks tellende cd geven hier zeker blijk van. Na de fraaie opener "The Good Life", over materialisme, is de titeltrack "Last Call", een van de nummers die het geloof aan de kaak stelt. Muziek met religieuze uitingen en tintjes klinkt al gauw prekerig en op den duur heel gedateerd. Waardoor de kwaliteit van de muziek zelf dus heel belangrijk wordt. Gelukkig is Stephen Simmons ook op dit gebied in vorm, zodat zijn gloeiende Americana ook zonder de teksten boeit. De andere nummers bestaan allemaal uit goede staaltjes songwriting, voornamelijk mooie verhalen met nogal wat twijfel, spijt en schuldgevoelens. Het bijna zeven minuten durende "Loserville" is een song over hoe verveling en baldadigheid een foute wending kunnen nemen, en is slechts een van de vele voorbeelden hiervan. Een tip voor liefhebbers van het betere Americana en singer/songwriterwerk: gaat dit horen. Dan beloof ik dat ik me nooit meer zal laten misleiden door de felle kleuren van cd-hoesjes. Top!
JULIEANN
BANKS
MAGAZINE AND RACE
Website :www.julieannbanks.com
Email : JAnnBanks@aol.com
Label : Eigen Beheer
Niet veel country, was de boodschap die het nieuwe studioalbum "Magazine And Race" van Julieann Banks vooruitsnelde. Nou dat klopt zeker. Maar de vrees dat ze daarmee meer poppy zou klinken, blijkt ongegrond, hoewel de foto op de cover aanvankelijk anders deed vermoeden. Julieann blijkt Austin echter verlaten te hebben om af te zakken naar haar geboortegrond Shreveport, Lousiana, en zelfs nog verder naar het Zuiden om te putten uit de diverse stijlen (zoals soul en blues) die daar overheersen. Het resultaat is een broeierige plaat, waarop Julieann alle teksten zelf heeft geschreven, wat deze plaat veel persoonlijker maakt. "Magazine And Race" werdt opgenomen in de befaamde Fame Studio in Muscle Shoals, Alabama. Daarbij werdt ze bijgestaan door een keur van studiocats zoals David Hood (bas), Reese Wynans (keyboards) en Larry Byrom en Jeff King op gitaar en door niemand minder dan producer Jimmy Nutt. Dit album bevat intelligente liedjes als deze, waarin elementen uit gospel, folk, rock en country op wonderbaarlijke wijze tot iets unieks samenvallen. Zo zingt ze in bijvoorbeeld het titelnummer "Magazine and Race" over de buurt in New Orleans waar de wereldse verleidingen groot zijn. Andere uitschieters is het soulvolle, americana nummer,"The Danger Of Thinking" en het wonderschone "Arizona Lonely". Ook op de wat ingetogener nummers als "Solid Ground", "No Such Thing As Love" en "Waltzing On Water" is een werkelijk indrukwekkend staaltje van americana-vakmanschap. Voor de gemiddelde fan zal dat wellicht even wennen zijn, maar met deze buitengewoon indrukwekkende plaat, bewijst Julieann eindelijk dat ze zich op het artistieke vlak echt kan meten met de allergrootsten, ze zal zeker geen slecht figuur slaan tussen zangeressen als Lucinda Williams en Allison Moorer en vele anderen. Petje af.
SEKA "SISTER" VOL.3
Info Seka : www.seka-hh.de
Label : Twah!
www.twah.com
info@twah.com
Maar liefst negentien 'outsiders' van het country/Americana-genre vinden we op deze fijne fantastische verzameling. Seka "Sister" vol.3 is een complicatie waarvan de opbrengsten gaan naar een goed doel (Seka Recreation House for Women and Children). Dit album is een nostalgisch verlangen naar muzikale traditie, terwijl men tegelijkertijd die muziek naar de huidige tijd vertaalt. Da’s mooi gezegd, maar wat krijg je ervoor? Een niet altijd even logische line-up van flink wat gevestigde namen (Shawn Sahm, Lonesome Bob, Two Dollar Pistols....), afgewisseld met wat, relatief gezien, nieuwkomers als One Bar Town, Equation, Andy White.... De twee grootste namen zijn ongetwijfeld Tom Freund en Michael Weston King. De meeste uitvoeringen zijn zeer geschikt voor in de auto en dient prima als aanvulling voor ieder roots/country verzameling. "Seka" bevat bijna een uur aan muziek en maar liefst tien van de negentien nummers zijn bijzondere versies! De rest komt van recente albums en is ook zeker de moeite waard. Lonesome Bob opent indrukwekkend met "In The Time I Have Left", van de nieuwkomers was ik wel verrast door de Australische groep Naked Raven, zij brengen het nummer "Anything", met zoetgevooisde zangeres, viool en cello. Even verderop vind ik Jerry Joseph & The Jackmormons, deze Jerry bezit een interessante stem met rafelig randje. Kevin Salem heeft een boeiende stijl van zingen en muziek maken, net als Tom Freund: mooie, vrij hoge stem en zijn "Rebecca" is een lang nummer met mysterieus klinkend arrangement. Amy Rigby levert een fraaie uitschieter met een live-opname van haar ontroerende "Don't Ever Change". Michael Weston King doet het ook live en heel erg mooi met "I Fall Behind". Namen als Two Dollar Pistols en The Brooklyn Cowboys passeren ook de revue en maken van dit album een prachtige compilatie. We kunnen er uren over discussieren of de opzet geslaagd is, maar dit plaatje is overduidelijk met kennis van zaken gemaakt en de constante hoge kwaliteit garandeert een zeer tevreden luisteraar.
RAYNA KAY
MOONDUST IN MY HAND
Website : www.raynakay.com
Info : raynie@raynakay.com
Label : R Kay Records
Soms kan het raar lopen met een carrière. Rayna Kay brak met haar debuut, het uit 2002 daterende "Moondust In My Hand" gelijk door naar een groot publiek. Want het inmiddels alweer twee jaar geleden verschenen album is een miskend meesterwerkje. Er werdt met verve gemusiceerd, de songs kwamen gelijk 'plezierig' over en de bijzondere stem van Rayna viel meteen op. Wat de reden is dat we moeten wachten op een opvolger weet ik niet, maar vast staat dat "Moondust In My Hand" een klasseplaat is. Het is met name de warme, karakteristieke stem van Kay die hier in hoge mate verantwoordelijk is, en de begeleiding door the Vagrant Saints, met gitarist Michael Saint-Leon voorop, sluit prima aan bij Rayna’s stem. Terwijl ook de soms toegevoegde saxofoon en fluit van Robert Keith het geheel wat extra’s geeft. Dit een persoonlijke plaat, waarop Rayna Kay op volwassen wijze vooral de schaduwzijde van menselijke relaties bezingt zoals verloren liefdes en eenzaamheid, samen spelen de vakbekwame Vagrant Saints een kruising tussen rock en americana. Toch is dit zeker geen door en door somber album, want er is ook ruimte voor een hartverwarmend nummer als de titelsong, hetgeen de inspiratie was voor het knap getekende hoesje. Sfeervolle nummers zijn "When I Roam October" en de liefdevolle afsluiter "Wax And Ashes". Door de rijkere arrangementen en kristalheldere productie van Rayna Kay and The Vagrant Saints zelf klinkt de plaat zelfs behoorlijk warm. Kortom: een klein juweeltje.
JASON HARWELL
ALIVE IN THE FALL
Website : www.jasonharwell.com
Email : info@jasonharwell.com
Label : Rebuilt Records
www.rebuiltrecords.com
Met zijn derde album, het uit 2001 stammende EP’tje "Photo / Album", bewees hij zich al op bescheiden schaal. Opvolger "Building A Better Me" uit 2002 bracht daar verandering in en mag best als een van de betere cd’s van dat jaar aangemerkt worden. Het was dus uitkijken naar een vervolg. Met "Alive In The Fall" bevestigt de amper vijfentwintigjarige Jason Harwell zijn talent. Na slechts een enkele luisterbeurt kan de kwalificatie 'fantastisch' al geponeerd worden. De uit Athens afkomstige Harwell, die samen met zijn vrouw verhuisde naar Californië, om daar hun eigen platenlabel Rebuilt Records op te richten, doet zijn verslag over deze verhuis in de countrygetinte opener "California", en bewijst met zijn nieuwe album "Alive In The Fall" een grootheid te zijn. Het album bevat twaalf pop-, rock- en folkliedjes met een vleugje americana die blaken van de oprechte levenslust. Gezongen met een fluwelen stem die wordt omringd met bakken akoestische en elektrische gitaren en keyboards in een goede productie van the Glitter Twins: Daniel Wilson en Blurr van de relirockband 'Rock ‘N’ Roll Worship Circus'. Er wordt heel losjes gemusiceerd, en in vrijwel ieder liedje heeft Harwell een tekstuele vondst die je bijblijft, hetgeen samen garant staat voor kwaliteit. Diepzinnige teksten over verdraaide herinneringen , puntgave melodieën, en al even fraaie arrangementen. Uitschieters, ofwel songs die slechts een fractie boven het uitzonderlijk hoge niveau uitkomen, zijn het reeds vernoemde "California", het stevige "Color Outside The Lines", het heerlijke "Declaration Song", waarin een ontspannen fluitende Harwell het leven te lijf gaat en de zomerse rockliedjes "How Can You Hear?" en "All The Right Places". "Alive In The Fall" is er dan ook een 'fantastisch' Americana-album waarin alle elementen uit dat genre, folk, pop, rock en alt. country versmelten tot een onweerstaanbaar muzikaal geheel.
DAN
MONTGOMERY
MAN FROM OUT OF STATE
Website hometown.aol.com/fantasticyes
Email : fantasticyes@aol.com
Label : fantastic yes records
"Man From Out Of State" is dus niet een geheel nieuw product wat we hier onder ogen krijgen, maar een goede staalkaart van het kunnen van Dan Montgomery. En over man's kwaliteiten hoeven we niet te klagen: Montgomery, een begenadigd verhalenverteller, bezit een aangenaam stemgeluid, schrijft bovendien bovenmodale liedjes en heeft ook nog de kwaliteit om zeer kundige muzikanten om zich heen te verzamelen. Want een begeleiding met beroemde namen als Ben Vaughn aan de toetsen en gitaar en Amy Farris (viool, mandoline en zang) kan iedereen niet voorleggen. Kan niet kapot, alles klinkt mooi, clean en vooral braaf. De scherpe randjes zijn vakkundig weggelaten en bijna alles is zo geproduceerd dat het vooral toegankelijk moet zijn voor singer-songwriter-radioformaat. Jammer, want juist waar Montgomery's composities buiten dit geeffende pad treden wordt het interessant. Na opener "Long Time Ago" is het de titeltrack die aanspreekt. Vervolgens glijdt het ene na het andere nummer op een prettige wijze voorbij, met "Need Me", "The Seventies" en het slotnummer "Always" als de meest in het oor springende nummers. Jammer is wel dat "Man From Out Of State" met maar ruim 36 minuten door het leven moet gaan, anders had ik de CD zeker hoger gewaardeerd.
MICHAEL
LANDGARTEN
DIFFERENT GIRL
Website : www.michaellandgarten.com
Email : mlandgarte@aol.com
Label : Eigen Beheer
Precies twee jaar na het magistrale "Sooner or Later" verrast Michael Landgarten ons met zijn derde album "Different Girl". Michael Landgarten was van 1996 tot 1998 voorman van the Zeftrons, na het uiteenvallen van de groep ging hij verder op het solopad. Na twee jaar wachten rijst dus de vraag of dit een haastklus is. Als ik de cd beluister lijkt het dat ik de vraag positief moet beantwoorden. Ik vermoed dat Michael Landgarten nog een aantal nummers uit zijn "Sooner or Later" -periode had liggen en deze nu uitbrengt. De muziek op deze cd valt te omschrijven als rootsrock met bluesaccenten. Gedrevenheid en integriteit kunnen Michael daarbij niet ontzegd worden, maar door de beperkte thematiek ligt herhaling op de loer. Met name tekstueel wordt dit album daardoor wat voorspelbaar. "Different Girl" is met hulp van Rob Gourlay aan de bas, Jamie Decato aan de drums en Chris Decato op de gitaar en orgel, opgenomen in de zelfgebouwde studio in de schuur van Michael in Eliot, Maine. De plaat begint met een wat obligate rocker, de titeltrack. Pas in het derde nummer, "I Dreamed (You Were Up Above)", komen Michael en zijn maten op stoom en daarna dieselen ze flink door tot we na elf prachtige liedjes aan het einde zijn gekomen. Vooral "Take Away My Baby", het rustige "Leave Your Father At The Door" en het met cello aangeklede "What If I Lie" zijn zeer de moeite waard. Voor de'nieuwkomers' van Michael Landgarten is het misschien wel één van zijn meest toegankelijke cd’s.
BROTHER TRUCKER
SOMETHING SIMPLE
www.brother-trucker.com
Email : brotruckerband@aol.com
Label : Trailer Records
www.trailer-records.com
info@trailer-records.com
Trailer Records is een klein label uit Ohio dat ons de roots rock band Brother Trucker brengt. De vijf jongens van deze band zijn nog jong, te horen aan de energie die ze spenderen op hun derde cd " Brother Trucker". Spil van de band Andy Fleming is een typische storyteller, die op één na alle nummers schreef en de uitstekende vocalen verzorgt en heeft het talent om de dingen die hij om zich heen ziet en die hij meemaakt om te zetten in prachtige songteksten. Tevens weet hij zich omringd door een prima gitarist, Mike Fitzpatrick. Laatstgenoemde zorgt er met zijn dwingende, korte riffs voor dat de melodieuze liedjes goed blijven hangen. Brother Trucker is een band uit Des Moines, Iowa, die rechttoe-rechtaan americana maakt zonder pretenties en met oog voor traditie. Niet vergeten te noemen moet ik Dave Zollo die de productie deed en die regelmatig van zich doet spreken op sfeervolle toetsen. En de aanwezigheid van good old Bo Ramsey op twee tracks (de zompige trucksong "Burning", en de dramaballad met donker randje "Jimmy") zal de verkoopcijfers beslist geen kwaad doen. Zo is "Harold's Barber & Beauty" een mooie verhalende song over dagelijkse gebeurtenissen in een kapsalon. "For J" is zo bijvoorbeeld een volop aan Bruce Springsteens rustiger werk refererende ballade. En bij het beluisteren van het gloedvolle "15 Dollars" (van de hand van Zollo) of het ingetogen "St. Jude" moest ik denken aan traditionele country met veel invloeden van rudimentaire rock. Jammer dat de teksten niet zijn bijgevoegd. Fleming heeft een prima band achter zich waar hij op kan steunen en waarbij vooral het uitstekende gitaarspel van Mike Fitzpatrick opvalt. Dave Zollo, zelf een interessant muzikant en eigenaar van het label waar "Something Simple" werd uitgebracht, deed de productie van de cd en speelde op een aantal nummers mee op keyboards. Brother Trucker heeft op haar derde cd gekozen voor een aanpak zonder toeters en bellen, en dat pakt goed uit, want zo komen de niet geringe talenten van Andy Fleming het beste tot hun recht. Onweerstaanbare roots rock plaat die je met elke beluistering weer een beetje meer inpalmt.
RICK SPREITZER
DIRT TRACKS
Website : www.rickspreitzer.com
Email : Rspreitzer@bellsouth.net
Label : eigen beheer
Singer-songwriters zijn er tegenwoordig in overvloed, echter niet altijd van
even grote kwaliteit. Rick Spreitzer is er weer zo eentje met talent en kwaliteit
in overvloed. Zijn teksten zijn qua stijl en niveau vergelijkbaar met die
van David Childers, dewelke hier ook een gastbijdrage (" Panhandler’s
Stomp") levert op Rick's tweede CD "Dirt Tracks", beide heren
zijn dan ook nog toevallig samen woonachtig in Charlotte, North Carolina.
Qua stem zou je Rick eigenlijk wel ergens kunnen plaatsen naast een T-Bone
Burnett. Soms een lichte snik, vrij monotone, timide en vooral very southern
stemgeluid. De instrumentatie op dit album is zoals dat hoort op de betere
singer-songwriter plaatjes weer om te smullen. Akoestische gitaren, mandolines
en af en toe een elektrische of steel gitaar. Zijn teksten gaan veelal over
liefde, haat, spijt en veel herinneringen (goede en slechte uit heden en ver
verleden). De verhalen die Rick Spreitzer in zijn liedjes verteld zijn prachtig
onder woorden gebracht en met veel gevoel gebracht. De veelvuldige vocale
ondersteuning van Jill Lurie maakt van deze plaat een echte must voor liefhebbers
van dit genre, een singer-songwriterplaat om van te smullen ! Mijn vriend
Eddie Russell weet het te omschrijven als : "Music with generous grit
and unsupervised emotional release...a good workhorse with energetic gait
that makes the picture come alive".
GREG BROWN
IN THE HILLS OF CALIFORNIA,
LIVE FROM THE KATE WOLF MUSIC FESTIVAL
Website : www.gregbrown.org
Label : Red White 'n Blues
Info : www.musicwords.nl
info@musicwords.nl
Greg Brown is wat men noemt een troubadour in de klassieke betekenis van het woord. In een twintigjarig bestaan als reizende muzikant is hij nauwelijks van het rechte pad afgeweken, zodoende lukte het de Amerikaanse folkzanger om een niet gering aantal trouwe volgelingen om zich heen te kweken. De vele langspeelplaten die op zijn naam staan, worden telkens weer gebrandmerkt door het donkerbruine stemgeluid, zo donkerbruin als whisky van een goed jaar. Het spaarzame geluid van zijn vingers die langzaam maar uiterst behendig over de snaren van een mahoniehouten westerngitaar bewegen, is verder het enige gezelschap in het donkerste van de nacht. Greg Brown is wat men noemt een troubadour in de klassieke betekenis van het woord. In een twintigjarig bestaan als reizende muzikant is hij nauwelijks van het rechte pad afgeweken, zodoende lukte het de Amerikaanse folkzanger om een niet gering aantal trouwe volgelingen om zich heen te kweken. De vele langspeelplaten die op zijn naam staan, worden telkens weer gebrandmerkt door het donkerbruine stemgeluid, zo donkerbruin als whisky van een goed jaar. Het spaarzame geluid van zijn vingers die langzaam maar uiterst behendig over de snaren van een mahoniehouten westerngitaar bewegen, is verder het enige gezelschap in het donkerste van de nacht. Wij zijn de tel inmiddels een beetje kwijtgeraakt, maar zijn allernieuwste verzameling van troubadoursongs, is een live dubbel-cd "In The Hills Of California, Live From The Kate Wolf Music Festival" getiteld, waarvan de opbrengst deels naar een goed doel gaat. Gregg Brown treedt jaarlijks op tijdens het Kate Wolf Music Festival, genoemd naar de gelijknamige folkzangeres die in 1986 overleed. Met een stem die doet denken aan JJ Cale en Mark Knopfler en met uitstekend gitaarspel overtreft Brown zichzelf, we horen Brown in zijn eentje op akoestische gitaar, af en toe begeleid door een tweede gitaar, harmonica, mandoline, percussie en één keer een tweede stem van Shawn Colvin op "Say A Little Prayer". Het album telt meer dan twee dozijn tracks, waarvan er negen niet eerder zijn opgenomen. Waar nodig wordt Brown bijgestaan door collega's uit het vak. Zo komen niemand minder als Nina Gerber, Garnet Rogers, Pete Heitzman, Karen Savoca, Bill Griffin, Dave Moore en de al eerder vernoemde Shawn Colvin voorbij in deze verzameling folksongs. Hoewel folk domineert horen we ook duidelijk bluesinvloeden, met "Kind Hearted Blues" van Robert Johnson als duidelijkste voorbeeld. Luister naar "In The Hills Of California, Live From The Kate Wolf Music Festival" en je bent verkocht.
GRIFFIN
HOUSE
LOST & FOUND
Website : www.griffinhousemusic.com
Email : griffinhousemusic@hotmail.com
Info : Nettwerk Productions
Nettwerk Management
janet@nettwerk.com
Het tweede album "Lost & Found" van de 24-jarige Griffin House, die momenteel in Nashville woont, kan tot één van de vele goede nieuwe singer/songwriter-platen van deze maand worden gerekend. Deze jonge Amerikaan is afkomstig uit Springfield, Ohio en speelt zelf gitaar en liedjes schrijven kan hij als de beste, zo laat "Lost & Found" horen. De songs zijn een mix van pop, folk en roots, met duidelijke invloeden van o.a. een Jeff Buckley, Leonard Cohen en U2. Griffin House weet zich te omringen door een zeer uitstekende band met Ian Fitchuk aan de keyboards, akoestische en elektrische gitaren en steel gitaar zijn voor rekening van Paul Moak en Will Sayles verzorgd de drums. Justin Loucks heeft een deel van de mix voor zijn rekening genomen, terwijl de plaat gemasterd is door Richard Dodd. Zowaar niet de minsten. Ondanks deze grote namen blijft de muziek zelf natuurlijk het belangrijkste en die is ? zoals gezegd ? van een prima niveau. De elf nummers zijn prachtige nummers met intelligente teksten, dewelke vocaal als instrumentaal met veel overtuiging worden gebracht. De stem van Griffin House komt zowel in de rustige als in de stevige songs erg goed tot zijn recht. Voor de nieuwsgierig geworden lezers blijft er maar één manier om te ontdekken wat voor juweeltje Griffin House heeft afgeleverd : luisteren.
KATE JAMES AND LOST COUNTRY
HOMEWRECKER, HEARTBREAKER
website : www.katejames.com
label : Hayden's Ferry
info : info@haydensferry.com
'This is the
voice of Lost Country'. 'The new voice of country some called Americana'.
'It's the Atlanta based : KATE JAMES'. Hun debuut cd " Homewrecker, heartbreaker
" combineert de sound van de oude glories, Merle Haggard, Patsy Cline
met het vernuft van de hedendaagse songwriters. Alle elf songs zijn van de
hand van Kate en Bill Brooks, groepslid en verantwoordelijk voor vocals, lead
& rhythm gitaar. Alhoewel de band nog maar enkele jaren actief is, begonnen
ooit in de Atlanta rockabilly scene, klinkt dit groepje alsof ze reeds decennia
real twang en honky tonk uit hun hoed (stetson ?) toveren. Vooral de krachtige
stem van Kate in combinatie met het prachtige steelgeluid van Mark Van Allen
en de bluesy gitaar geluiden van Bill Brooks maken van deze cd een waar luisterplezier.
Niet voor niets werden in 2003 Kate James & Lost Country verkozen tot
beste band van Atlanta . Van een bandje dat oorspronkelijk alleen songs bracht
à la Patsy Cline of Loretta Lynn is het nu een hechte groep met respect
voor het verleden, maar bewijst met dit pareltje dat traditionele country
nog steeds eerlijk en hartverwarmend kan zijn. Kate James bewijst hiermee
dat zij thuishoort in het rijtje van vrouwelijke honky tonkers. Prima debuut
!
Andere bandleden : Chuck Kelly : drums & vocals. Joe Fleming : bass.
RAILBENDERS
SEGUNDO
website : www.railbenders.com
Label : Big Bender Records
www.BigBender.net
Info : Hapi Skratch Entertainment
mbeegle@hapiskratch.com
www.hapiskratch.com
Je kan hun muziek het beste omschrijven als hard core,' hell raising honky tonk and they sing songs about boozin', lovin' and losin', livin' hard & partyin' en natuurlijk trains'. Invloeden : J.Cash, Haggard, Waylon & Willie. Zij deelden reeds de affiche met BR 549, the Derailers, Willie Nelson, Pat Green enz. " Segundo " de opvolger van het eerder verschenen album " Southbound " (2001) is een stevig honky tonkend album met elf songs waaronder twee covers. Tevens de twee duetnummers die de jongens brengen met Eddie Spaghetti ( van de legendarische Supersuckers ) Frontman Jim Dalton ( zijn stem lijkt verrassend sterk op die van de jonge Cash ) is een briljant gitarist en zijn songs drijven op een rock-style drumbeat vergezeld van een schreeuwerige, huilende gitaar. Het album is: "a trilling collection of tough, catchy, against-the-mainstream country music". "Breakups, heartaches, loneliness, too much drinking, it' s all in here.They know about it firsthand, so they sing about it". Dus hier is sprake van typische barroommusic. The Railbenders zijn sinds hun ontstaan in 2000 een van de meest succesvolle bands geworden in Colorado en verdienen zeker ook hun plaatsje hier in de lage landen. Zeg nu zelf : thema's over drinken, gebroken harten, levenswijsheden als " One Foot In The Grave " ( track 8 ) een rokerige naar zweet ruikende kroeg, liters bier, jongens ( en girls ?) .... een mens begint er van te dromen om nog eens lekker door te zakken.
CHRISSY
FLATT
WALK WITH KINGS
website : www.chrissyflatt.com
label : eigen beheer
info : singsongmountain@earthlink.net
'There are
rock stars that are made, and there are rock stars that are born'. Chrissy
Flatt ( girlfriend van Eric Hisaw : good choise Eric ! ) is a born rock star.
Net als haar idolen Chrissie Hynde, Mick Jagger, Ronnie Spector en zelfs 'the
good old Buddy Holly, she's got the raw talent, the hooks, the looks, the
drive and above all the tell- tale, true rock star habit of always walking
unafraid outside the lines of convention'. Knappe omschrijving ( maar niet
van deze jongen ). Van San Antonio afkomstig verbaasde zij ons in 2002 met
haar debuut album " Wings of a Butterfly ". Een cd die regelmatig
flirtte met de klassieke vorm van country, het resultaat van de beginperiode
van Chrissy's songwriting met de onderliggende gedachte aan het overlijden
van haar vader en het naar de dierenhemel vertrekken van haar 19 jarige oude
poes. Chrissy is een hevige dierenactiviste. Het album werd dan ook in Amerika
uitgeroepen als beste debuut album van een onbekende singer -songwriter. Het
werd zelfs vergeleken met " Car Wheels on a Gravel Road " van Lucinda
Williams, voorwaar gene kattepis. ( sorry Chrissy ). Toch ondervindt zij met
haar opvolger " Walk With Kings " veel meer druk op haar mooie schoudertjes,
ook al omdat bij haar eerste cd niets moest en zij nu wel kiest voor een iets
andere richting : "I like loud guitars and soft cellos. I wanted the
songs on this record to sound raw and palatial, kind of like the Rolling Stones
: that classic sound where being a hippie and being royalty meet". "
Walk With Kings " bevat dan ook twaalf songs waarvan eentje een cover
is van " I' m not like Everybody else " van the Kinks en "
She ain't waiting for You " van tafel en bedgenoot Eric Hisaw. Het album
is dan ook een allegaartje geworden van folk, rock en pop en een weerspiegeling
van Chrissy's persoonlijkheid. Songs van eenvoud, pure schoonheid, onbeantwoorde
liefdes, thema' s van verliezen en verdwijnen met de noorderzon, dood en depressie's.
Alhoewel de " Dark side of Live " overheerst op de liefde ( toch
het belangrijkste in ons leventje ) op dit album, is het een getrouwe weergave
van ons doen en laten op deze aardbol. Pure klasse !!!
info :Ron Flynt on bass.
Stephen Belans on drums.
Brian Standefer on cello
Eric Hisaw on guitar and producer
gastmuzikanten : Paul Pearcy , Darcie Deaville, Erik Hokkanen and Michael
" Cornbread " Traylor
LOOMER
LOVE IS A DULL INSTRUMENT
Website : www.loomeronline.com
Label : Newtone Records
Al jaren rommelden de leden van de Canadese band Loomer in de regionale marge en waren ze naarstig op zoek naar een eigen geluid. In 2000 zouden ze hun eerste gezamenlijke show spelen. En na een ruim tweeënhalf jaar aanslepend creatief proces zag zopas hun debuutalbum "Love Is A Dull Instrument" het daglicht en van een doorbraak gesproken. Loomer's bezetting is het resultaat van het samengaan van wat oud-leden van de The Saddletramps - Andrew Lindsay (elektrische & akoustische gitaar), Brian Duguay (elektrische gitaar & mandoline) en John DeHaas (basgitaar) - met oud-Quasi Hands-lid Mike Taylor (keyboards) en singer-songrwriter Scott Loomer. Een unieke combinatie van country en rock, uiteraard zwaar onder invloed van Loomer die met zijn licht hese stem voor een herkenbaar element zorgt in hun muziek, waarvan we het genre dat we nu met gemak aanduiden als alt. country. Vergelijkingen met Jay Farrar zijn eerder gemaakt en dat is natuurlijk geen verkeerde referentie. Muzikaal gezien kunnen we Loomer in het verlengde van grote voorbeelden als The Jayhawks, Whiskeytown, Uncle Tupelo of Son Volt thuisbrengen, d.w.z. een flinke dosis country geïnjecteerde rock. "Love is a Dull Instrument" bevat twaalf sterke songs met als hoogtepunten het radiovriendelijke "Company Store" met een sterk pedal-steel gitaar spel van gast Jim Whitford, het mooi geschreven "St. Christopher", het melancholische "Buddy", de rocker "Imperial Parkette" en het aan de Beatles denkende nummer "Barroom Lullaby". Het ongepolijste en spontane karakter van de opnames spreekt ook nu nog tot de verbeelding en de chemie tussen de bandleden van Loomer is hier in zijn meest oorspronkelijke vorm te horen, mochten alle debuutalbums van dit niveau zijn als "Love Is a Dull Instrument", dan zijn we ver van uitgepraat.
RUTHIE FOSTER
STAGES
Website : www.ruthiefoster.com
Label : Blue Corn Music
www.bluecornmusic.com
Info : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
info@luckydice.nl
Er zijn van die stemmen die alles lijken te kunnen en die niemand onberoerd laten. Die van Ella Fitzgerald bijvoorbeeld of Aretha Franklin of, meer recentelijk, Eva Cassidy. Ruthie Foster heeft ook zo’n stem en haar naam wint dan ook snel aan bekendheid. Eerder dit jaar (juli) werd haar cd "Runaway Soul" juichend besproken in Rootstime en nu is daar dan "Stages", dat is samengesteld uit een verzameling live-opnames. Ruthie Foster hoort gewoon thuis in het diepe zuiden van Amerika. Dat hoor je in een stem die borrelt als de moerassen van Louisiana en waarin de echo van gospelkoortjes uit haar jeugdjaren weerklinkt. Een hemels en hartverwarmend stemgeluid waarmee ze moeiteloos de muzikale erfenis van de Amerikaanse geschiedenis blootlegt. Of ze nu gospel, soul, reggae, blues, country, folk, pop of rock als achtergronddecor kiest, die onwaarschijnlijk krachtige stem van Ruthie Foster torent overal bovenuit en doet allerlei muziekstijlen en genres met elkaar verbroederen. De rijke stem van die jonge, zwarte lesbienne is zonder meer het belangrijkste instrument. Haar stem laat je de hele plaat lang jubelend door de kamer springen en laat op deze liveplaat horen dat ze een unieke, warme persoonlijkheid is. De Afro-Amerikaanse zangeres put uit diverse traditionele stijlen, zoals gospel en blues en een deel van de liedjes is opgenomen in St. David’s Episcopal Church in Austin, Texas, waar haar muziek zeer op zijn plek is. Daar horen natuurlijk nummers als 'Prayin' for Rain' en 'Church' thuis. "Stages" werd opgenomen tijdens drie concerten in Texas (twee) en Massachussetts, twee optredens met combo en verder wordt ze nog bijgestaan door haar blanke vaste vriendin, Cyd Cassone op percussie en achtergrondvocalen. Samen brengen ze onder meer een mooie en lange vertolking van een Billie Holiday-nummer "God Bless the Child". Andere mooie nummers zijn o.a."Oh Susannah" bijvoorbeeld, dit keer in een langzaam,bijna slepend arrangement, het reggaenummer "Real love"en het Sam Cooke-achtige "Another Rain Song". Absolute hoogtepunt van deze plaat is het laatste nummer "Full Circle", dat in zijn zes en een halve minuut naar een geweldig intens kookpunt werkt waarop het kippenvel over je rug schiet. Maar of ze nu een traditional of een van de vele nummers uit het Foster-repertoire zingen en spelen, om die stem van gastvrouw Ruthie Foster kun je niet heen. Een indrukwekkend album van een prima muzikante en een groots zangeres, van wie we hopelijk nog heel veel gaan horen de komende jaren.
MICHAEL DE JONG
IMAGINARY CONVERSATION
Label :Corazong Records
www.corazong.com
info@corazong.com
Op de nieuwe CD "Imaginary Conversation" is Michael de Jong op zijn best: alleen de man en z’n gitaar. Hartverscheurend, hartverwarmend, eigenzinnig, diep, intens en menselijk. De diepste zielenroerselen van een man die diepe dalen kende, een man die écht en intens geleefd heeft. Geboren uit een Friese vader en een Spaanse moeder groeit De Jong op in Grand Rapids, USA. Vanaf zijn dertiende speelt hij gitaar. Hij speelt op achtienjarige leeftijd in zijn eerste band (The Nightwalkers). Wonend in steden als Detroit, New Orleans en San Francisco treedt regelmatig op met diverse blues-grootheden zoals : Jimmy Reed, Jerry Garcia, Albert Collins en John Lee Hooker. Na rondzwervingen door Europa (Duitsland, Frankrijk, Denemarken en Zweden) keert hij in 1994 terug naar zijn Nederlandse roots. Verloren tussen drie culturen leerde hij het leven op genadeloze wijze kennen, maar maakten hem als muzikant des te meer gedreven, doorleefd en authentiek. Hij leefde een leven vol drank en drugs, verbleef in de gevangenis, was dakloos, flirtte met de dood, kickte af… en toen constateerden de artsen aids. Geen bestaan om jaloers op te zijn, maar wat een inspiratie! Michael schreef er prachtige liedjes over. De gitarist brengt in 1996 zijn debuutalbum "Who's Foolin' Who?" uit. Hij zingt hierop met doorrookte stem over de schaduwzijde van een veelbewogen leven. De plaat vol sober akoustisch gitaarspel brengt het balletje voor De Jong aan het rollen. Hij maakt hierna enkele goed ontvangen albums. Omdat De Jong alle nummers solo en volledig akoestisch speelt, is "Imaginary Conversation" misschien wel het allerbeste, meest indrukwekkende album, en dat zegt wat, want hij hééft me daar een paar prachtalbums gemaakt. Michael de Jong's ster is nog lang niet uitgeschitterd want zijn nieuw album laat de Jong op zijn best horen. Zijn handelsmerk is pure muzikale eenvoud gekoppeld aan een broos en emotioneel stemgeluid met ijzersterke autobiografische teksten. De Jong is geen vingervlug gitaarwonder, maar juist een muzikant die ziel en zaligheid in een nummer weet te leggen en daarmee heel wat respect en bewondering weet af te dwingen. En terecht, want De Jong is een groot muzikant, inmiddels verworden tot een icoon in de singer-songwriter wereld en weet ver over de landsgrenzen de harten te beroeren. Muziek voor liefhebbers van americana, blues en andere recht-uit-het-hart-muziek
JIM HOEHN
DEADLINE PENITENTIARY
Website:www.jimhoehn.com
Email: hanetunez@wi.rr.com
Label :Boatfolk Records
Ik leerde Jim Hoehn pas kennen met het het bekroonde boek "The Father’s Guide To Birth, Babies and Loud Children", maar sindsdien kijk ik altijd uit naar nieuw werk van deze formidabele schrijver die in het dagelijkse leven journalist is van de Milwaukee Journal Sentinel, geen wonder dus dat hij prachtige songteksten schrijft. En nu levert Hoehn gewoon een heel mooie album, zijn vierde welliswaar, "Deadline Penitentiary" geheten, en deze nieuwe plaat el is er een om je vingers bij af te likken. Als je tenminste van de betere armericana houdt. Zijn songs gaan over misdaad, de overvallen toerist en de jonge crimineel die slecht aan z'n eind komt, terwijl familieleden de levensverzekering opstrijken. Ze gaan ook, uiterst herkenbaar, over het werk bij de krant, met veel gevoel en respekt vertelt Jim over oudere werklozen en veteranen in "Yesterday's News" of over de hoogbejaarde danseres in "Maggie And The Singin Cowboy Show". Hoogtepunt is vooral het nummer "Kings Of Black Velvet", conversatie tussen de portretten van Jezus en Elvis, die elke dag naast elkaar tegen het busje van een straatkoopman leunen. In "Small Town Bad" neigt het wat naar rock, terwijl het overige materiaal in een meer beheerst jasje is vervat; tropische klanken zijn nooit ver weg. Tekstueel zoekt Hoehn het op het door John Inmon geproduceerde en in Port Aransas, Texas opgenomen album met name in schetsen van het leven van alledag want Hoehn is speciaal van Wisconsin naar Texas gegaan om het album op te nemen met John Inmon (gitaar), Bob Livingston (bas, harmony vocals), Floyd Domino (piano) en Zack Taylor (drums, percussie). "Deadline Penitentiary" is zeer professioneel, veelal aangenaam rockend en daarbij zingt Jim ook nog best aardig. Voor zij die houden van Tom Russell, Jerry Jeff Walker, Robert Earl Keen of Ray Wylie Hubbard is Jim Hoehn topklasse in de Americana stijl.
JASON WILBER
KING FOR A DAY
Website : www.jasonwilber.com
Email : jason@jasonwilber.com
Label : Wilber Tone
Jason Wilber bleef gelukkig doorschrijven na zijn debuut album "Behind The Midway" uit 2000 en het resultaat mag er deze keer ook best wezen. Het nieuwe album "King For A Day" zal zijn reputatie ten goede komen want het is een waar juweeltje dat niet onderdoet voor het reguliere werk van een Todd Snider of Greg Trooper. Onze singer-songwriter uit Bloomington, Indiana, leerde de kneepjes wel van vernoemde heren, maar maakte vooral naam als sideman van John Prine, Iris DeMent en Hal Ketchum. "King For A Day" is een plaat in een traditionele mix van country, rock, blues en folk. Prachtige melancholieke songstructuren worden door Jason gezongen met een perfecte snik. Deze akoesische cd bevat vier covers en zes eigen nummers waarin Jason zo diep in in zijn gevoelens graaft dat je je regelmatig afvraagt of het nog wel goed komt met die jongen. Ook al gebeurt er niet altijd even veel; de spanning ebt niet weg. Buiten de eigen composities zijn er onderandere covers van Elvis Presley, een prachtige versie van "Don’t Be Cruel" met David Steele op lap steel en slide ukulele. De cover van de Snakes "Pay Bo Diddley" is een schitterende versie omwille van Wilber's fraaie dobro en mandoline spel. Natuurlijk is er ook een cover van John Prine, "Sabu Visits The Twin Cities Alone". Maar bovenal is mijn favorite nummer zijn eigen gepende "Talk About 69", een bluesy nummer over de aanleg van een autostrade in zijn geboorteland, Indiana. "King For A Day" gaat veel verder dan de grenzen van de country, zijn rake songs en een vervreemdende productie maken het album eigen. Het authentieke geluid en de uitstekende songs verzachten het wachten op een nieuw album, maar dat zal niet voor morgen zijn . Klasse plaat.
CHRIS DANIELS,
THE KINGS AND FRIENDS
THE SPARK
Website : www.chrisdaniels.com
Label : Red White 'n Blues
Info : www.musicwords.nl
info@musicwords.nl
De Amerikaanse zanger/gitarist Chris Daniels en zijn band The Kings zijn in ons land geen onbekenden meer. Met zijn muziek, een mix van blues, folk, cajun, jazz en rock (om enkele ingrediënten te noemen), heeft Daniels een vaste schare bewonderaars aan zich weten te binden. "The Spark" is het negende album van Chris Daniels en zijn Kings, en het zal voor zowel fans als nieuwe luisteraars een mooie verrassing zijn. Ondanks het feit dat Chris Daniels en zijn Kings alweer bijna twintig jaar bij elkaar zijn, zijn ze nog steeds even creatief en geïnspireerd. Daniels en de zijnen bevinden zich voor hun jongste worp in werkelijk excellent gezelschap. Slidegitarist Sonny Landreth, Tony Furtado, pianist Bill Payne van Little Feat, zanger/gitarist Richie Furay (o.a. Buffalo Springfield en Poco), bluegrass-legende Sam Bush, Mollie O’Brien, Steve Conn uit de band van Bonnie Raitt, accordeonist Steve Riley en nog wat anderen, ze waren allemaal van de partij om hun steentje eraan bij te dragen. Geen wonder dan ook, dat "The Spark" een uitstekend album is geworden en misschien wel zijn beste cd tot nu toe! Op ‘The Spark' heeft Daniels zijn stratocaster ingeruild voor een akoestische gitaar, die hij tot nu toe eigenlijk niet gebruikte op zijn platen. Een aantal songs op deze cd zijn van zijn eigen hand, naast natuurlijk prachtige nummers van Dave Steen (songwriter voor Coco Montoya) en Gary Nicholson (songwriter voor Delbert McClinton, Bonnie Raitt e.a.) Vanaf de met een fraaie slide-partij van Sonny Landreth opgeluisterde opener “50/50” is het meteen goed raak. En ook het aansluitende titelnummer weet onmiddellijk te bekoren. Met alweer een opvallende slide-bijdrage, ditmaal van Tony Furtado, terwijl Sam Bush hem serieus van jetje geeft op zowel de mandoline, als de fiddle. Wat daarbij uit de bus komt is heel erg fraaie roots rock. Toch ademt deze plaat een unplugged, singer-songwriter-sfeer, luister maar eens naar het prachtige nummer "Biggest Heartache on the Block", waarin Daniels met wat vocale bijstand van Mollie O’Brien relaxt swingend naar New Orleans neigt. Iets wat hij wat verderop trouwens nog een paar keer herhaalt in met name "In The Night"en "Tuesday Man" En dan hadden we ’t nog niet over het door Dave Steen geschreven "Jump" dat zijn titel echt alle eer aandoet en over het zomerse rootsdeuntje "Kelly Jean" waarin Sam Bush zich nog eens lekker speels mag laten gaan op de mandoline. Of over een paar rustigere momenten, als daar zijn "At Last" of "If I’d Only Taken You Dancing". Chris Daniels is al decennia-lang een gevestigde naam in de wereld van de blues en heeft zeer goed ontvangen CDs op zijn naam staan. Hij is een graaggeziene gast op Europese podia waar hij dan ook veelvuldig vertoeft en levert met dit nieuwe album "The Spark" een echt meesterwerkje af, dus als u de mogelijkheid heeft om hem in een intieme entourage te zien spelen is dit wel echt een buitenkansje.
I
SEE HAWKS IN L.A.
GRAPEVINE
Website : www.iseehawks.com
Info : info@iseehawks.com
Label : Western Seeds
I See Hawks In L.A., nooit van gehoord? Op hun tweede album "Grapevine" willen deze countryrockers uit Los Angelos de luisteraar via hun teksten wijzen op de ook rondom Los Angeles nog altijd aanwezige natuur en dat is natuurlijk een zeer loffelijk streven. Dit zestal komt met deze nieuwe plaat als opvolger van het titelloze debuut uit 2001 en brengt gelijk de hoogtijdagen van The Flying Burrito Brothers in herinnering met melodieuze country-rock met veel aandacht voor de samenzang en een dominante rol voor gitarist Paul Lacques (ook steel en dobro). De band heeft verder een opvallende fiddler in Brantley Kearns en een sterke zanger in frontman Robert Rex Waller, die zowel in het ruigere werk als in de Gram Parsonsachtige ballads goed zijn weg weet te vinden. Het speelplezier en de enorme muzikale drive van het gezelschap spatten er in de meeste nummers ruim vanaf, want ze zijn op hun sterkst als ze een beetje loskomen van het obligate country-rock pad en de wat ruigere kant van hun muziek opgaan zoals in het sterke "Humboldt" of in "Libre Road". Ook mooi zijn het instrumentale "What's Done Is Done", bluegrass, waarin ook de Flying Burrito Brothers zich zo goed in thuis voelden, deze bluegrass vinden we terug in "The Salesman", maar ook het op medium tempo uitgevoerde "Hitchhiker" springen er uit. Absolute hoogtepunt is echter het folkachtige "Harvest". Aan stijlen dus wel geen gebrek. Aardig plaatje, "Grapevine" is zeker het beluisteren waard; zeker voor de ware liefhebbers van dit genre, al zouden I See Hawks in L.A.voor mij wat meer mogen rocken maar de intensiteit van de opnames maakt veel goed.
RUSTY
BONZ
website :www.RustyBonz.net
label : eigen beheer
info : mjacob@selu.edu
Hoi folks, ogen en oren open voor dit nieuw bandje uit the Northshore ( of Lake Pontchartrain ) Rusty Bonz a three-piece funk-a billy, punk-country swamp rock band with an upright bass. "They have a new sound, colored by innumerable influences and driven like a chopper on back roads: gravel-heard, but cool and comfortable". Voila, mooi gepikt maar eerlijk ! Frontman Truman Holland en dan komt het : uit Ponchatoula Louisiana, en zeg nu zelf, dit klinkt toch stukken beter dan Brussel-Halle-Vilvoorde of Boom, Paal of Reppel, gaat zingend en fluitend door het leven onder het motto " nergens bang voor ". Hij is verantwoordelijk voor de leadvocals, electric,acoustic and slide guitar. Zijn grote voorbeeld is " Lightning Hopkins " en zijn interesses gaan uit naar zijn dochter, muziek en vrouwen en dit in deze volgorde. Vandaar zijn 'bright crazy eyes' ? Bassist / vocalist Scott Icenogle is een wandelende muziekencyclopedie ( heeft een vinylcollectie van 20.000 titels ) en speelt de 'stand-up bass'. Hij gebruikt daarbij 'a right-handed technique' en kan vervolgens bij uw dienaar geen kwaad meer doen. Drummer Jamie Landry speelt eenvoudig zijn setje maar geeft het geluid van Rusty Bonz een 'heavy John Bonham- like foot and a jazzy snapping snare'. Zoals in de inleiding vermeld is hun muziek een mixing van de goede Louisiana keuken. Diepe roots, indicaties uit het verleden maar met een schitterende toekomst. Top cd met uitschieters als "Down on the Bajou" ( nu al een ballroom classic ), "Deep inside your soul" en "Bye-Bye Baby" en het prijsnummer ( volgens mijn bescheiden mening ) "Nashville Tonight". Rusty Bonz is een bandje met pit en zou niet mogen ontbreken op de podia van de vele festivals die ons arm landje rijk is. Wie niet waagt blijft maagd....Welke organisator durft ? (SWA) Met dank aan Melissa A.Jacob.
STEVE
BICE
SIXTY MINUTES OF SIN
website : www.stevebice.com
label : Sin Citizen Records
Info : sbice@core.com
Classic old time country honky-tonk with a touch of rockabilly. Zo kan je het beste de muziek omschrijven die Steve Bice, geboren in Niagara Falls, NY, op zijn tweede cd brengt. Zijn vorige cd " The Sin Citizen Sessions " werd wereldwijd goed ontvangen. Niet verwonderlijk als je weet dat niemand minder dan Al Perkins ( pedalsteel monument en original Flying Burrito Brother ) bereid gevonden werd om een handje toe te steken bij de opnames. Voor de opvolger " Sixty Minutes of Sin " kon Steve rekenen op de steun van Tom Russels' kompanen nl. : Andrew Hardin & Fats Kaplin. We'll remember the good old days : Tom en Andrew, die verschillende malen een concert gaven in Bree op uitnodiging van vzw. Troubadour. Voor de leken de volgende info : Andrew Hardin speelt acoustisch en electrisch gitaar en Fats Kaplin is een genie op pedalsteel, fiddle, banjo, mandolin & accordion. De vocale ondersteuning komt onder meer van pulp country lady Kristi Rose, Lorrie Singer en harmony vocals van Erin Maloney en Bradley Kopp. Vooral de duet songs " Till I found you " & "Twenty years from Now " met Kristi en haar lead vocal on " Colorado " zijn de hoogtepunten van deze cd. Fifty-two minutes of music and Sixty Minutes of Sin bewijzen dat Steve Bice the real country in het hart draagt. "Steve Bice uses the favorite Nashville songwriting taboos ( drinkin', cheatin', dying ) to remind us what REAL country music sounds like". Muzikale invloeden van Emmylou Harris, Johnny Cash and Marty Robbins zijn daar niet vreemd aan.
OLD CROW MEDICINE SHOW
O.C.M.S.
Website : www.crowmedicine.com
Email :crowmedicine@yahoo.com
Label :norm@aconyrecords.com
Info : monica@nettwerk.com
"O.C.M.S." de vierde plaat van rootsband Old Crow Medicine Show, is een zeer gedreven plaat die net zo goed in de jaren dertig of veertig gemaakt had kunnen zijn, maar die door de drift van dit stel boordevol adrenaline eigentijds-brutaal klinkt. David Rawlings is de mannelijke helft van het duo Gillian Welch. In dat duo is hij altijd iets op de achtergrond, maar zeer nadrukkelijk positief aanwezig. Rawlings heeft nu de nieuwe cd van de Old Crow Medicine Show geproduceerd, en de kenner weet dan wel ongeveer wat hij kan verwachten. Als je luistert zonder naar de hoesfoto's te kijken is het net of je een kleine honderd jaar teruggaat in de tijd. Met veel energie en verve worden traditioneel klinkende liedjes gezongen, die op akoestische instrumenten worden begeleid (gitaren, banjo, mandoline en viool). Als je goed luistert is er toch iets meer aan de hand, want deze band brengt een eigenaardige mengeling van jugband, stringband, hillbilly en bluegrass, terwijl de onderwerpen vaak zeer van deze tijd zijn zoals spannende liedjes over cocaïne, Vietnam, armoede, hartenpijn, tussendoor en andere levensverhalen. Plus een cover van "CC Rider" van Ray Charles, zoals het hoort bij zo'n nummer is de productie bijna kaal te noemen, waardoor de sterke kanten extra naar voren springen. De vraag is dan, hoe komen ze bijvoorbeeld weg met een doodgezongen nummer als CC Rider? En dan zie je de echte kwaliteit. Het nummer wordt door twee mannen schurend samenzingend gebracht, waardoor het een intensiteit krijgt die we zelden eerder hoorden. Dan nog een ouderwets scheurende mondharmonica erbij en je hebt muziek die je te pakken heeft. En dat geldt eigenlijk voor de hele cd "O.C.M.S.", van dit bijzonder aangenaam gezelschap uit Nashville.
HENRY
BUTLER
HOMELAND
Website : www.henrybutler.com
Label : Basin Street Records
www.basinstreetrecords.com
Info : Challenge Records Services
Email: info@challenge.nl
Web: www.challenge.nl
Op zijn tweede cd voor Basin Street maakt Butler een grote stap voorwaarts. De zwarte, blinde rhythm & blues-pianist lost de belofte van zijn wisselvallige voorganger "The Game Has Just Begun" uit 2002 voor het label Basin Steet Records voor een groot gedeelte in. Hij is dan ook niet de zoveelste cliché-bluesman, maar een in New Orleans opgegroeid ex-wonderkind, dat vanzelfsprekend grote bewondering heeft voor Professor Longhair. Van de twaalf nummers op dit album zijn er dan ook vele waarin Butler de invloed van Fess verwerkt. Met gitarist Vasti Jackson, bassist Nick Daniels III en drummer Raymond Weber richt hij in twaalf nummers vaak een feest aan dat loopt van het met rockelementen gelardeerde titelnummer "Homeland", via een variatie op de klassieker "Some, Iko" tot de liefdevolle "Ode To Fess". Butler’s songs kennen invloeden uit second line, (rhythm ‘n’) blues, boogie woogie, stride piano, jazz en soul. Hoewel zijn piano en zang daarbij centraal staan, krijgen zijn muzikanten volop de kans om het beeld enthousiast mee te bepalen. Opvallend genoeg laat die muzikaliteit hen in de steek in twee ballads. Hoewel één geschreven werd met de ook van Little Feat bekende co-writer Martin Kibbee, leveren ze niet meer op dan anonieme confectie-elementen die samen duidelijk niet meer zijn dan de som der delen. Ze bewijzen opnieuw dat veel New Orleaneans met langzame nummers niet uit de voeten kunnen, gewend als zij zijn vanaf het eerste moment te swingen. Gelukkig doen Butler en zijn begeleiders dat de andere tien keer wel. Henry Butler is niets minder dan een levende legende, dat valt niet te ontkennen, en op de juist verschenen cd "Homeland" bewijst dat Henry inderdaad een levende legende is. Bovendien blijkt Butler over een prima bluesstem te beschikken, getuige de twaalf nummers die deze cd rijk is.( we vergeten even die twee ballads!). In de begeleidingsband treffen we dus prima muzikanten en samen met deze moderne traditionalist staan ze samen garant voor een prima New Orleans bluesalbum!
SHAWN CAMP
LIVE AT THE STATION INN
Website : www.Shawncamp.com
Label : Oh Boy Records
www.ohboy.com
Email : ohboy(at)ohboy(dot)com
Geboren in Perryville, Arkansas, singer-songwriter Shawn Camp verhuist op twintigjarige leeftijd naar Nashville in 1987, om aldaar een professionele muzikant te worden. Na vier jaar als backing vocals te fungeren met zowat de grootste country muzikanten zoals Jerry Reed, Alan Jackson, Suzy Boggus, and Trisha Yearwood, begon Camp zijn solo debuut met de single, "Fallin' Never Felt So Good," en belandde hiermee in de country Top 40. In dat zelfde jaar, october 1993, vinden we zijn tweede single "Confessin' My Love," ook terug in diezelfdeTop 40. Later, juist na het uitbrengen van zijn tweede album werd ook zijn contract met zijn label Reprise beëindigd. Camp keerde terug naar meer sessie werk, en verschijnt op albums van ondermeer John Prine, Garth Brooks, Nancy Griffith, Guy Clark, en nog vele anderen. Hij kende veel succes als songwriter, evenals 'co-writing' nummers die opgenomen werden door Diamond Rio, Kenny Chesney, Guy Clark, Jim Lauderdale, Billy Burnette en Randy Travis. Sommige Camp's songs die hij samen schreef, zoals bij Garth Brooks "Two Pina Coladas," en samen met Brooks & Dunn "How Long Gone," werden grote hits in 1998. Ook artiesten als George Straitt en Patty Loveless namen liedjes van hem op. Na deze periode was het voor Camp terug tijd om eigen materiaal op te nemen hetgeen resulteerde in het album "Lucky Silver Dollar" in July 2001. Nu drie jaar later verschijnt op het label Oh Boy, platenstal van John Prine, het album "Live At The Station Inn", een album met twaalf nummers bluegrass en swingende folk. In The Station Inn in Nashville werden twee sessies opgenomen, met nagenoeg dezelfde muzikanten op mandoline, viool, banjo, bas en extra gitaar. Op die akoestische speelavonden zijn heel wat liedjes de revue gepasseerd, waarvan er twaalf een plekje hebben gekregen op deze plaat. Deze songkeuze is zeer afwisselend en maakt van "Live At The Station Inn", een prachtige plaat en tevens een aangename kennismaking met Shawn Camp.
BRANDON JENKINS
DOWN IN FLAMES
Website: www.brandonjenkins.com
Label : Western Soul Records
www.westernsoul.com
Info : jenkinsmusic@yahoo.com
Brandon Jenkins is afkomstig uit Tulsa, Oklahoma en speelt zo lang als hij zich kan herinneren de typische 'Red Dirt' muziek uit de Dustbowl van Oklahoma. Dat wil zeggen, te folky voor Nashville en te country voor de Folkscene, simpelweg country-rock met bluesy tintjes. Zijn repertoire bestaat grotendeels uit origineel materiaal maar zoals iedere doorgewinterde performer uit de USA kan hij, indien gewenst, een lade met covers opentrekken, varierend van Pink Floyd tot Bruce Springsteen. Op zijn zesde cd, "Down In Flames" weet hij tien nummers lang onze aandacht te trekken door zijn verrassend mooie, heldere stem. In alle tracks heeft hij zelf, al dan niet in samenwerking met anderen, zoals Stoney LaRue, zijn ‘pen’ zitten. Songs over gebeurtenissen van alledag, uit het leven gegrepen teksten. Hoogtepunten zijn vooreerst het ingetogen "Red Dirt Town", is zonder meer een prettig in het gehoor liggende track te noemen. Dit nummer is geschreven met John Cooper en Brad Piccolo van de Red Dirt Rangers, waarin hij de geleidelijke overgang van aanvankelijke opwinding naar flinke ontgoocheling en heimwee na zijn eerste stappen weg van thuis bezingt. Na dit nummer volgt het zeer soulvolle "After All This Time", waarin Jenkins even stil staat bij de gedachte dat je je eerste grote liefde eigenlijk nooit echt achter je kan laten. De songs die hierop volgen zijn allemaal best te verteren, spijtig dat de cd ternauwernood een speelduur van 36 minuten telt. Dat is op zich jammer, daar het gebodene goed te verteren. "Down In Flames" is een knappe plaat met een mix van rock, folk, blues en country, en zo vervaarlijk als hij eruit ziet, zo aardig is hij.
DANNY
BRITT
THE OTHER SITE
www.reddawgmusic.com
label : Red Dawg Music
info : reddawgmusic@aol.com
Sorry folks, maar ik kan het niet laten, dit juweeltje verdient ieders aandacht, daarom opnieuw in the picture. Danny Britt is the name, hij groeide op in South Central Kentucky en draait er zijn pollekes niet voor om zowel Bluegrass, Country als klassieke Rock and Roll te spelen en dit in verschillende bands. Met zijn verhuis naar Texas, begin jaren 80, ging hij de boer op als roadmanager van Jerry Jeff Walker om enkele jaren later het heft in eigen handen te nemen. Als singer-songwriter begon hij regelmatig op te treden, niet met Janneke en Mieke, maar met om. Chris Smither, Greg Trooper, Bruce Robison. Staat mooi op je cv. Zijn eerste cd "Danny Britt & Red Dawg Texas Stuff" verscheen in april 2001 en geeft een overzicht van Danny's favoriete originele songs. Producer van dienst Marvin Dykhuis, met als resultaat een uniek acoustisch soundje. De opvolger " Danny Britt The Other Site" klinkt min of meer fantastisch. Elf songs met ieder hun verhaaltje, elk opgedragen aan een persoon, gebeurtenis, tijdperk enz. Dit alles met hulp van vrienden en weer niet Lieske of Jefke maar in goed gezelschap van Marvin Dykhuis , ditmaal op slide guitar, Chip Dolan op piano en Wurlizer en tevens co-producer van deze cd en harmony vocals van Christine Albert en het echtpaar Robison - Kellis. Voor de kenners (en dat zijn er wat in dit landje ) een aanbeveling van ondergetekende :"THE OTHER SITE " verdient regelmatig in de cd speler aangetroffen te worden en voor de anderen (als die er nog zijn ) verplicht aanschaffen!! PS. Ik vond het antwoord op mijn jarenlange gedachtenkronkel : track 10 'How long is Forever' Thanks Danny, God blessYou.
LISA HAYES
SWEET FORGIVENESS
www.lisahayesmusic.com
label :Gracye Records
management :
kushinickmgt@sbcglobal.net
Lisa Hayes, a grass roots musician, was vroeger actief bij "The Violets" een band uit de buurt van Oregon. Met redelijk wat succes, want een verkoop van 5000 stuks van hun eerste cd en optredens op SXSW in Austin zijn niet voor iedereen weggelegd. Maar de overstap naar een major label was zoals voor zovelen het begin van het voorlopige einde, de firma de fles op en The Violets gesplit. Dan maar op mijn eentje dacht het mooie kind en besloot wat songs te componeren. "It was just my guitars and me " Maar zie, Ken Kushnick ( altijd al een neusje gehad voor nieuw talent ) aarzelde niet om Lisa onmiddelijk onder contract te plaatsen. Hij contacteerde producer David Kitay, die er niet voor terugschrok om mensen als Will Sexton, Chuck Bramlet, Michael Thompson ( you can hand the guy any instrument : guitar, lap steel, banjo, accordion, hammond : he plays everything beautifully :dixit Lisa ) en Al Garth op fiddle warm te maken om samen met Lisa de studio in te duikelen. Omdat zij haar lesje geleerd had om met major labels in zee te gaan besloot zij om haar eigen indie label " GRACYE RECORDS "uit de grond te stampen. Met als resultaat "Sweet Forgiveness" een altcountry / countryrocksound, 10 eigen nummmers, kostprijs 700 dollars ( iets waar vele pseudo vedetten oa. in Belgie een puntje aan kunnen zuigen). Tenslotte verhuisde zij naar het mekka van de songwriters : Austin. Optredens met Will Sexton en de laatste vijf nrs. van haar cd geproduceerd door Mark Hallman (Jimmie Dale Gilmore, Eliza Gilkyson) waren dit de kersen op de lekkere taart die deze cd wel is. Hopelijk kan zij dit recept en haar muzikaal keukentje behouden en kan het sprookje opnieuw beginnen. In 2005 op tournee, mmmm.....heerlijk!
CHELSEE
OAKS
A LIFE LESS ORDINARY
website: www.chelseeoaks.com
label :Curb Records Nashville TN.
"Michigan's
Rising Star" Chelsee Oaks komt nog maar pas kijken en toch is ze haar
hele leventje bezig met muziek. Op haar elfde won ze reeds een crochetwedstijd
op school met haar versie van Celine Dion's "My heart will go on".
Vervolgens kreeg ze de leadingrol in de theatermusical "ANNIE".
Na wat locale optredens met behulp van background karaoketracks besloot haar
omgeving dat ze op haar dertiende (sic) de stap kon zetten naar een vaste
begeleidingsband. Haar verschijningen op
meerdere festivals resulteerde in het opnemen van haar eerste cd "Taking
the Narrow Road " een compilatie van acht covers, waaronder drie van
Martina Mc Bride ( een van Chelsee's idolen.) In 2003 was haar ontmoeting
met Gilles Godard, producer van Curb Records, de aanleiding om haar tweede
cd "A life less Ordinary " in zijn studio' s op te nemen. Met behulp
van studiomuzikanten, die regelmatig van de partij zijn bij opnames van Brooks
and Dunn, Shania, Reba, Faith Hill enz..doet zij een verwoede poging om op
haar zeventien, en U leest het goed, de country grootheden van hun ivoren
torentje te stoten. Persoonlijke mening : Amerika lust er pap van maar voor
mij iets te soft, iets te glad, iets te mainstream Nashville gedoe. Toch een
uitzondering voor "Heart Shaped Tattoo" en "I'm the only one"
van de hand van Melissa Ethridge. Bovendien dankt zij in haar inlay uitvoerig
"the Lord" maar de volgende keer mag voor mij de duivel iets meer
van de partij zijn. Iets meer vuur graag!
THE DOXIES
TINDERBOX TRAGEDY
Website : www.thedoxies.com
Info :
doxies@emergencyumbrella.com
The Doxies is een rootsrockgezelschap uit Columbia, Missouri, dat op zijn tweede CD "Tinderbox Tragedy" tekent voor tien nummers, waarvan vier nummers werden geschreven door Tim Lloyd en de overige door Brent Maness. Maar het gaat wel om de muziek van dit vijftal natuurlijk en die klinkt lekker aanstekelijk. Melodieus, met goede vocalen van deze Tim en Brent, die ook de enige songschrijvers zijn trouwens, plus fraai gelaagde harmonietjes. Poppy, meestal up-tempo, af en toe stevig rockend met krachtige akkoorden, maar vooral enthousiast. Gevoel voor humor hebben de heren uit de Midwest ook. Het hele sfeertje doet mij denken aan groepen als Slobberbone en Uncle Tupelo en de liefhebber weet er nu zonder enig nadenken een paar namen aan toe te voegen. Er staan best wel enkele mooie, rustigere momenten op zoals de country getinte nummers "Clouded by The Bottle", "Carry Me Home" en "Trolley Square". De andere songs bevatten een opvallende overdaad aan gitaren, die nu eens heerlijk melancholisch tegen je aan komen kruipen, om vervolgens weer lekker potig uit de bol te gaan. "Tinderbox Tragedy" brengt Alt. country waarvoor we de versterker met plezier eens goed voor open gooien!
MOOT
DAVIS
Website : www.mootdavis.com
Label : Little Dog Records
www.littledogrecords.com
Wat kan je van Moot Davis, afkomstig uit Trenton, New Jersey, maar via een ommetje langs Nashville in Californië beland verwachten? Moot Davis brengt zijn eersteling uit bij het label Little Dog Records en zal zo menig een countryhart al vlug een paar slagen sneller doen slaan. Daarbij vakbekwaam bijgestaan door zijn mentor Pete Anderson baant hij zich een weg doorheen tien heerlijke honky tonk liedjes, die het muzikale erfgoed van gerespecteerde voorgangers als pakweg een Ray Price met veel bravoure de eenentwintigste eeuw binnensmokkelen. Voor de rest blijft het een redelijk commercieel geproduceerd album dat laveert tussen honky-tonk, country rock en de wat rustigere momenten. In het Amerikaanse country aanbod een prettige aanvulling, die geen revolutie zal ontketenen, maar het luisteren zeker waard is, ik genoot althans al enkele dagen met volle teugen van dit werkelijk fenomenale debuut! Dus: draai die deur van je slaapkamer goed op slot en laat je wegvoeren naar het mistroostige Wilde Westen van Moot Davis.
DEBORAH COLEMAN
WHAT ABOUT LOVE ?
www.deborahcoleman.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Info : Challenge Records Services
Email: info@challenge.nl
Web: www.challenge.nl
Dit is alweer het zesde album van gitariste Deborah Coleman, door USA Today omschreven als 'one of the music's most exciting young talents'. Het nieuwe album "What about Love?" is geproduceerd door Randy Labbe en dat bleek perfect voor de weg die Deborah ingeslagen heeft: een vruchtbare combinatie van blues en rock, die nu eens niet verdrinkt in veel gitaargeweld, maar het moet hebben van knappe solo's en goede arrangementen. De naam Deborah Coleman zal buiten blueskringen waarschijnlijk weinig bellen doen rinkelen, al heeft de zangeres/gitariste met wortels in Virginia een serie albums op haar naam. Begonnen op jonge leeftijd met muziek, trad Coleman toen ze vijftien was als bassiste toe tot haar eerste band. Na het horen van Jimi Hendrix koos ze voor de leadgitaar en ontdekte ze via namen als Led Zeppelin, Yardbirds en Cream de blues. Maar een huwelijk en een dochter stonden een muzikale loopbaan in de weg. Begin jaren negentig koos Coleman uiteindelijk toch voor de muziek. Dankzij het winnen van een talentenjacht op het bluesfestival van Charleston kon ze de opnamestudio in met platencontracten als gevolg. "What About Love?" is haar eerste album voor Telarc. Daarvoor maakte ze deel uit van de Blind Pig-stal. Op het album wordt Coleman begeleid door een hecht spelende band : Hiromasa Suzuki (gitaar), Noel Neal (bas), Per Hanson (drums) en de toetsenman Ken Clark brengt op zijn Hammond B3 fraaie versieringen aan bij het spectaculaire slide-gitaarspel van Coleman. Ook haar eigen composities, met teksten vooral over voor- en tegenspoed in de liefde, zijn net als haar stem even pakkend. Coleman voert tevens arrangementen van anderen uit zoals een nummer van rijzende soulbluesster Ellis Hooks en de Everly Brothers-klassieker "When Will I Be Loved". Het album kan best omschreven worden als een bijzondere plaat, en tevens moeten liefhebbers van Bonnie Raitt en Susan Tedeschi hier toch veel van hun gading aantreffen. Een van de beste bluesrockplaten die we recentelijk gehoord hebben!
JAMES COTTON
BABY, DON'T YOU TEAR MY CLOTHES
www.jamescottonsuperharp.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Info : Challenge Records Services
Email: info@challenge.nl
Web: www.challenge.nl
Dat James Cotton een select clubje vrienden heeft van muzikaal topniveau is nu een feit, zeker als je zijn laatste cd "Baby, Don't you Tear My Clothes" beluistert. Liefst negen zangers leveren daarop een bijdrage, en dan nog zonder de allround muzikanten meegerekend. Op het eerste gezicht is het allemaal veelbelovend. Bluesveteraan omringt zich met gasten van naam en neemt met hen een album op waarop niets hoeft en alles mag, zolang het maar leuk blijft. Mondharmonicaspeler James Cotton uit Tunica, Mississippi verdient natuurlijk ieders respect voor een lange en dienstbare loopbaan in de muziek. Die voerde hem van Sonny Boy Williamson via een eigen band naar Muddy Waters. Daar trad hij in de voetsporen van collega-smoelschuivers Junior Wells en Little Walter. In de jaren zestig ging 'Mr. Superharp' onder eigen naam verder en de hippiescene haalde hem als held binnen. Het leidde tot samenwerkingen met onder anderen Janis Joplin en Grateful Dead. Todd Rundgren produceerde een van zijn platen en Steve Miller mocht graag een potje met hem jammen. Zingen deed Cotton ook, tot keelkanker dat onmogelijk maakte. Op dit album worden de vocalen dan ook verzorgd door bekende namen uit de Amerikaanse rootsmuziek als Jim Lauderdale, Peter Rowan en Odetta. Het repertoire omvat werk van onder anderen Robert Johnson, Sam Cooke, Lightnin’ Hopkins, Bill Broonzy, Jimmie Rodgers en James Moore maar ook drie eigen nummers. Alleen Dave Alvin, C.J. Chenier en Rory Block laten de boel nog een beetje spetteren. Met name laatstgenoemde gaat even flink tekeer op de slide in Bill Broonzy’s "Mississippi Blues". Daarna mag het middelpunt van de belangstelling nog even zijn partner in het zonnetje zetten en wordt iedereen bedankt voor de medewerking. "Baby, Don't you Tear My Clothes" is mooi ingelijst door een veelheid aan instrumenten en zangstijlen, met in de kern James Cotton die als kenner-blues-veteraan hier een klasse, maar tevens gezellig album afleverd.
THE BLAZERS
SEVENTEEN JEWELS
Label : Little Dog Records
www.littledogrecords.com
Wie fan is van Los Lobos, moet eens gaan luisteren naar het nieuwste album van The Blazers. Ook zij komen uit East L.A. en zijn altijd een beetje in de schaduw gebleven van hun veel succesvollere opponenten, maar met hun vijfde album "Seventeen Jewels" weten ze hun Mexicaans-Amerikaanse cultuur op een zeer aanstekelijke manier uit te dragen en leggen daarmee hun pure roots bloot. The Blazers zijn ondertussen herleid tot een duo bestaande uit Manuel Gonzales en Ruben Guaderrama , tevens veranderde het label naar Little Dog Records van producer Pete Anderson. "Seventeen Jewels" is een ronduit verbluffend Americana-album, waarop de The Blazers een meer dan gezonde belangstelling etaleren voor alles wat met Texas en nog net iets zuidelijker gelegen streken te maken heeft. Van Tex-Mex tot pure country, van heerlijke ballads tot Americana, bluegrass of country rock, het gezelschap rond songschrijvend goudhaantje Manuel Gonzales draait nergens de hand voor om. Hun Latino roots rock klonk nooit beter dan hier. In de openingstrack van het album, "And I Feel It" groeit in een veld van zacht wiegende gitaren uit tot een zomerse meezinger van jewelste, tot de afsluiter "Ven Mi Vida", een fraai Latino rockertje waarin de geesten van Doug Sahm en een vroege uitvoering van Los Lobos rondwaren. "Seventeen Jewels" nodigt uit tot volop meezingen op dit lekker feestelijk album, want veel sterker als dit worden ze echt niet veel gemaakt!
TONY FURTADO
THESE CHAINS
Email :TFhepcat@aol.com
Label : Funzalo Records
contact@funzalorecords.com
www.funzalorecords.com
Info : cary@conqueroo.com
www.conqueroo.com
Je hebt van die plaatjes die eigenlijk typisch muzikantenplaten zijn. Er wordt virtuoos op gemusiceerd, op zodanige wijze dat voor collega-snarenwonders het allemaal nog wel te pruimen valt, maar waarbij de gemiddelde muziekliefhebber na tien minuten luid snurkend terzijde stort. Tony Furtado is echter een begenadigd muzikant, die zijn luisteraars niet verveelt met gepriegel, maar de lol die hij zelf uitstraalt wil delen met zijn publiek. Dat valt tenminste op te maken uit zijn nieuwste album "These Chains". Dit prachtige album is een nieuwe stap in Furtado’s muzikale liefdesleven: hij manifesteert zich voor het eerst als songwriter en als zanger, buiten zijn voorliefde voor de slide gitaar. Want de op slide en banjo excellerende Amerikaan balanceert op het snijvlak van blues, rock en fusion, en pikt van alle genres het beste mee. Van de dertien tracks op dit album schreef Furtado er tien zelf, waarvan drie coproducties met respectievelijk Jules Shear, Al Anderson en Jim Lauderdale. Covers zijn Dylans "One Too Many Mornings" en het ooit door Waylon Jennings opgenomen "Brand New Goodbye Song" van Chips Moman en Reggie Young. Het geheel is echt voor liefhebbers van banjo en slide gitaar, ook door de aanwezigheid van Doug Pettibone die op gitaar en pedal steel behoorlijk tekeergaat. Maar wat de songs aaneensmeedt is de virtuositeit, het spelplezier en de ongeëvenaarde kracht die dit album doorstroomt. Aanrader
CHUCK
PROPHET
AGE OF MIRACLES
www.chuckprophet.com
Label : New West Records
www.newwestrecords.com
Info: Paperclip Agency
www.paperclip-agency.com
www.conincxpop.nl
hilde@paperclip-agency.com
Wij zullen geen gelegenheid voorbij laten gaan om de loftrompet te blazen over Chuck Prophet. Dat de man de een na de andere mooie plaat maakt, maakt dat dan ook wel gemakkelijk. Met zijn nieuwste album "Age of Miracles" presteert Chuck Prophet het steeds om zich constant te verbeteren zonder in herhalingen te vallen. Dat leidde zelfs tot enig commercieel succes met het meesterwerk "No Other Love". Reden om voor de opvolger groots uit te pakken. Als één van de weinige overlevenden uit de US gitaarscene van de jaren tachtig, blijft Chuck Prophet behoorlijk met zijn tijd meegaan, zonder compleet te vervreemden van z’n roots, hetgeen een grote invloed had op de hele americana-beweging. Hoewel vaak gezien als exponent van deze americana scene, is hij goedbeschouwd uitgegroeid tot één van de meest eclectische muzikanten die de USA kent. Soul, blues, funk, pop, zelfs een vleug hip hop lijken de man moeiteloos af te gaan. Zonder concessies, is ook de radio vriendelijkheid weer aanwezig, hoewel het poppy "West Memphis Moon" qua thematiek een stuk zwaarder is dan de bijna-zomerhit "Summertime Thing" van de voorganger. De rocker "Monkey In The Middle" en het met Dan Penn geschreven "Heavy Duty" zijn slechts enkele van de andere hoogtepunten. Dit alles met een verbluffend resultaat overigens, want de plaat blijft van begin tot eind ongemeen boeien en is zonder twijfel een welkome aanvulling op `s mans inmiddels indrukwekkende oeuvre. Chuck Prophet levert met "Age of Miracles" een prachtplaat af. Alweer.
DB
HARRIS
& HIS MEN OF ACTION
CONTAGIOUS HEARTACHE
Label : Nighttime Records
db@nighttime.com
www.nighttimeman.com
Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
Uit muziekmekka Austin, Texas is weer een nieuwe, snelrijzende ster opgedoken. Hoewel D.B. Harris is geboren in Alabama, is hij (net als velen voor hem) naar Texas verhuisd om daar aan zijn muziek te werken. Iedereen die vorig jaar aangenaam was verrast door "Can I Return These Flowers?" waarop we hem rockabilly horen versmelten met country, kan nu blind in de geldbeugel tasten voor "Contagious Heartache" van D.B. Harris And His Men Of Action. En iedereen die de Texaan vorig jaar links heeft laten liggen moet nu zeker eens gaan luisteren. D.B. Harris is namelijk gegroeid en niet zo’n klein beetje ook. Vorig jaar vergeleken we hem nog met Chris Isaak, Merle Haggard, Raul Malo en Dwight Yoakam, na "Contagious Heartache" is een vergelijking met Roy Orbison meer op zijn plaats, want Harris heeft wat van Orbison in de aderen, zoveel is zeker. Misschien dat D.B. Harris wederom een geweldige band om zich heen heeft verzameld. Of dat het muzikale palet nog een stuk breder is dan op het al zo veelzijdige debuut. Na lang wachten is hier eindelijk de opvolger. DB had echter een goede reden, hij was namelijk druk aan het studeren. Na lang ploeteren is hij nu een zeer bekwame arts in het bestrijden van de zogenaamde "Contagious Heartache" (zeg maar besmettelijk hardzeer). In 11 tracks beschrijft hij de kenmerken ervan en geeft hij de ultieme remedie. Daar er vele soorten hartzeer zijn, heeft onze dokter wel diep in het medicijnkastje moeten graven. Dit om ervoor te zorgen dat er voor ieders specifieke aandoening een probaat middel wordt toegediend. Vandaar dat dit album een stuk veelzijdiger is dan zijn voorgaande. Zo vinden we hier uiteraard een mix van country, rock& roll en popinvloeden. Maar ook wat geheime snufjes die dit geheel onweerstaanbaar maken zoals : surfgitaren, shuffle en mersey beats, spookachtige orgeltjes, vibrato, bajo sexto, trompetjes, 12 snarige stemmingsveranderingen en sixties stijl vrouwelijke achtergrondkoortjes. Tien eigen songs, waaronder co-writes met ondermeer Brad Fordham, Brian Hofeldt van de Derailers, surfgitaarbeul Teisco Del Rey en de onvolprezen Monte Warden, en een cover van John T. Loudermilks "Torture" krijgen we opgedist. "Love Don’t Run" is een op bijna smekende toon gebrachte ballade met mooi harmonieerwerk van songbird Susanna Van Tassel. Zeer pittig is de opener "Girls Gone Wild" gebracht in een Buddy Holly stijl en onthult een heel apart sfeertje. Dit zijn maar een paar hoogtepunten uit zijn album, de andere zijn zeker volstrekt onweerstaanbaar. Dokter DB heeft naast zijn begeleidingsband 'Men Of Action', ook nog wat hulp ingeroepen van een aantal specialisten, namelijk Ricky Davis op pedal steel, surfdokter Teisco Del Rey en de rock & roll ritmesectie van bassist Brad Fordham en drumster Lisa Pankratz. Als kalmerend element tijdens de behandeling zijn ook nog de zwoele stemmen van zangeressen Caroline Casey, Susanna Van Tassel en Karen Poston toegevoegd. Alle patienten, zelfs degene met zeer ernstige vormen van de ziekte die "Contagious Heartache" heet, zijn na voldoende blootstelling aan deze muzikale medicijn weer geheel genezen verklaard. Zij lopen dansend en springend de behandelkamer uit en zijn zelfs niet bang meer om potentiele gevaarlijke situaties aan te gaan. Met de cd van DB Harris en The Men Of Action binnen handbereik valt er niets meer te vrezen. Enige minpunt is de speelduur. Net een half uur, maar wel een half uur van een geweldig niveau.
BUCKSKIN
STALLION
BLUE RIBBON BUZZ
www.buckskinstallionmusic.org
Label : Big Bender Records
www.BigBender.net
Info : Hapi Skratch Entertainment
mbeegle@hapiskratch.com
www.hapiskratch.com
Voor Buckskin Stallion dienen we af te zakken naar Boulder in de Amerikaanse staat Colorado. Buckskin Stallion heeft zichzelf vernoemd naar Townes Van Zandts Buckskin Stallion Blues. Als je dit debuut album "Blue Ribbon Buzz" hebt gehoord, is het niet moeilijk andere invloeden aan te wijzen als Merle Haggard, Waylon Jennings, Woody Guthrie en Gram Parsons. De spilfiguur is zanger Troy Schoenfelder, die met elf eigen bijdragen ook het merendeel van de songs aandroeg, hij tapt uit verschillende muzikale vaatjes zoals country rock, alt. country en mountain music. Door deze aanstekelijke mix is "Blue Ribbon Buzz" een afwisselende plaat geworden. Zo horen we onder meer zydeco op "Christ On A Crutch" en blijkt daardoor zo'n zomerse accordeongestuurde roots rock, bluegrass op "Home In The Pines", gitaarrock op het knappe heartland "New Town", drinking songs tot pure country op "Writing On The Wall" en folk op de traditionals "Jack Of Diamonds" en "Pretty Peggy-O". Opvallendste liedjes van de plaat zijn wat mij betreft "W.W.W.D." oftewel "What Would Woody Guthrie Do?", speelse roots rock met een gastrol voor Vince Herman van Leftover Salmon Naast Schoenfelder bestaat Buckskin Stallion uit (steel) gitarist Lee Johnson, bassist James Young en drummer Andy Sweetser. Op vrijwel ieder nummer roept de band de hulp in van gastmuzikanten, die zonder uitzondering van hoog niveau zijn. Producer Greg Schochet excelleert op akoestische en elektrische gitaar. Verder horen we onder meer de keyboards van Eric Moon, de fiddle van Ben Lively, de pedal steel van Brett Billings en de Weissenborn van Sally Van Meter. "Blue Ribbon Buzz" is een onberispelijke altcountry-album, die niet voor niets genoemd is naar een biermerk. Want Buckskin Stallion lijkt een ideale festivalband die de boel zo halverwege de avond, als de vermoeidheid even toeslaat en de aandacht dreigt te verslappen, lekker op kan schudden.
KIERAN
KANE & KEVIN WELCH
with FATS KAPLAN
YOU CAN'T SAVE EVERYBODY
Label : Dead Reckoning Records
Compass Records
www.compassrecords.com
info@compassrecords.com
Kieran Kane en Kevin Welch hebben al een hele reeks platen gemaakt, solo of met groepen, en die waren altijd de moeite waard. Ze schrijven allebei liedjes die zeer de moeite waard zijn, niet alleen omdat de melodieën blijven hangen, maar ook omdat beide heren intelligente en gevoelige teksten schrijven. Daar komt dan bij dat ze ook nog eens allebei goed en overtuigend zingen en de nodige muziekinstrumenten beheersen. Trio's zijn altijd interessant, omdat het er in een trio heel erg op aankomt. Je kunt niet zitten slapen als je in een trio speelt, alledrie de muzikanten zullen alert moeten zijn en zeer goed naar elkaar moeten luisteren. Als dat goed gaat heb je al snel een enerverend album te pakken, zoals bij het trio hier, want Kane en Welch, die de liedjes schreven, hebben als derde Fats Kaplan erbij gehaald, een musicus die ook al verschillende instrumenten beheerst, en ze spelen, zoals dat zo mooi heet, de sterren van de hemel. Op het cd-hoesje staat "file under folk", maar dit is weer zo'n plaat die eigenlijk alle genres overstijgt. Er wordt gewoon zeer intensief gespeeld en gezongen en het is een beetje als in een rumoerige kroeg waarbij de muzikanten de hele kroeg stilkrijgen door gewoon te gaan spelen. Als deze cd opgezet wordt merk je dat je even later vergeet waar je mee bezig was en echt zit te luisteren, totdat de cd is afgelopen. Een groter compliment kun je een band niet geven, denk ik. Overigens is Kane ook nog een dubbeltalent, want het schilderij op de hoes is van hem, en dat is zeker geen slecht schilderij.
ERIC
HISAW BAND
ANOTHER GREAT DREAM OF YOU
www.river-bottom.com/hisaw
info :Laura Thomas at Comboplate
Eric Hisaw
ooit actief bij Blue Diamond Shine en de Heymakers, debuteerde in 2000 met
een op rockabilly en honky tonk gebaseerde cd 'Things about Trains'. De
opvolger 'Never could walk the Line' (2002) bracht hem op de plaats waar hij
al meer dan 14 jaren op zoek is nl. : in Austin, waar de betere singer-songwriters
gevestigd
zijn. Sindsdien vertoeft hij in het illustere gezelschap van "The Outlaw
Poets" als RW Hubbard, Steve Earle etc. Ook voor JJ Cale en Dave Alvin
heeft hij een boontje
(net als uw dienaar.) Eric Hisaw afkomstig van Las Cruces, New Mexico, werkte
het afgelopen anderhalf jaar zeer hard aan het promoten van zijn cd "Never
could.... "
In afwachting van zijn nieuwe cd kon hij het niet laten om samen met de band
waarmee hij op tournee gaat nl. : Larry Tracy op pedal steel gitaar, Jeremy
Bowe op drums
en Carl Cooley op bas, enkele songs die hij on the road componeerde op een
EP-tje te zetten. 5 songs met ieder een verhaaltje. Ondermeer het titelnr.
dat refereert naar
de vorig jaar overleden Gary Stewart, "Gypsy Davy" dat voortkomt
uit de versie van Woody Guthrie, en een pleidooi om kinderen te behoeden voor
vreemde mannen (Kindness). 'Great Americana music, Hisaw writes songs that
need to be heard, about characters we've all seen but few of us have noticed'
(Jim Beal Jr. San Antonio
Express news). Zou zeker niet misstaan op Blue Highways 2005 in Utrecht of
zijn er soms kandidaten om hem eens naar Belgie te halen.
RACHEL
HARRINGTON
HALLOWEEN LEAVES
website : www.rachelharrington.net
label : eigen beheer
info :rachel@rachelharrington.net
Beter laat dan nooit. Een van de leukste ontdekkingen van afgelopen jaar was wel Rachel Harrington. Waarom nu pas die bemerking? Omdat het mooie kind volop bezig is met haar eerste fulltime cd. Zij verbaasde ons met haar, in eigen beheer, opgenomen demo-EP. Slechts vier nummers, maar jongens ( en girls: zijn er wel meiden die Rootstime lezen ?) waaronder een eigen song en covers van Gillian Welch, Gram Parsons, en "that's how strong my love is" (ook bekend van Buddy Miller ). Resultaat : 'If Harrigton's passion for music is half as strong as the quality of music brought forth on this EP, hers is a name the alt-country scene will be hearing a lot more of for years to come' (TEXAS TROUBADOURS). Wat kan deze eenvoudige boerenjongen daar meer aan toevoegen. Alleen dit : de bekentenis dat de song ' Goodbye' van Steve Earle een keerpunt was in haar nog jong leventje. Mooi toch...niet. Acheraf leerde zij dan ook nog Townes Van Zandt, Gillian Welch en Mississippi John Hurt ontdekken. Kortom : vol spanning kijken wij uit naar de eersteling van Rachel Harrington.
JENNY
YATES
OUT OF THE BLUE
website : www.jennyyates.com
label : eigen beheer
info : jennyyates@aol.com
verkrijgbaar :cd.baby
Moeilijke bevalling de recensie van de eerstgeborene van Jenny Yates. De cd-inlay staat bol van grote namen : co-writing met Garth Brooks, Keb "Mo" muzikaal gezelschap van guitar hero Johnny Lee Schell, bekend van zijn werk met Bonnie Raitt, John Fogerty. Engineer Ron ' Snake' Reynolds ( Ray Charles) en harmony-vocals van Andrew Gold, Trisha Yearwood, Garth Brooks. Zelf is Jenny sinds haar veertiende jaar bezig met muziek, eerst in haar geboortestreek Phoenix Arizona, naderhand in Nashville, waar ze de knepen van het songwritersvak onder de knie kreeg. Het werd een fulltime job van maandag tot vrijdag, van 9h tot 17h. Toch duurde het tot 2003 eer ze besloot om 14 van haar eigen songs op het blinkende schijfje vast te leggen om alzo als singer-songwriter verder door het leven te gaan. Het is een mengeling geworden van Country, Folk, Americana en wat blues en zij omschrijft haar creaties als volgt : 'I love every song on this record-and am pleased when I hear from people that everyone has a different favorite. And, each of the tunes have been someone's favorite. I like that'. De cd " OUT OF THE BLUE " word in Amerika vergeleken met materiaal van Emmylou, Mary Chapin Carpenter en de jonge Linda Ronstadt. Persoonlijk vind ik het een mooie cd maar.... je moet ze een aantal keren beluisteren om dan tot ontdekking te komen dat al die grote namen toch wel bijdragen om haar doelstellingen te verwezenlijken nl : haar eigen liedjes een lang en mooi leven te bezorgen en daarom is deze debuut cd.favoriete tijdstip om 'Out of the Blue ' te beluisteren.... a rainy night in Belgium, dus binnenkort elke dag.
MATT
SCHOFIELD
THE TRIO, LIVE
Website : www.mattschofield.com
Label : Nugene Records
www.nugenerecords.com
Email : mail@nugenerecords.com
Het nieuwe album van het Matt Schofield "The Trio, Live" straalt veel energie uit, doordat de heren Schofield, Henderson en Jenkins vorig jaar tijdens het opgenomen optreden in de Bishops Blues Club in Engeland alles ten beste gaven. Gitarist en zanger Matt Schofield word in Engeland beschreven als de fijnste nieuwe bluesgitarist van deze generatie. Onder invloeden van Albert Collins, de drie blues Kings (Albert, Freddie and BB) en Robben Ford, heeft Matt zich ontwikkelt tot een gitarist met zijn eigen stijl. Deze mid-twintiger heeft al een nominatie op zak als bluesgitarist van het jaar in Engeland. Naast zijn eigen succesvolle trio begeleidt hij regelmatig o.a. bluesrevelatie Ian Siegel, maar ook Dana Gillespie en Lee Sankey. Organist Jonny Henderson brengt dat heerlijke Hammond geluid. Reeds op drieëntwintig leeftijd heeft Jonny zich reeds ingewerkt in de international arena. Een jaar met Otis Grand’s band op tour, dewelke hem zag spelen met een hele reeks artiesten , waaronder Texas Blues sterren Anson Funderburg en Kim Wilson, en de Stax soul legende Steve Cropper. Evan Jenkins aan de drums vult het trio aan, veel ervaring heeft Evan door zijn jazzopleiding, maar zeker door mee op tour te gaan met Ronnie Scott en Mornington Lockett, The Western Australia Symphony Orchestra, en in sommige rockbands. In de laatste jaren heeft hij zich volledig ingewerkt in de blues hetgeen ook optredens met zich mee bracht met verschillende internationale artiesten zoals Big Bill Morganfield en Larry Garner. Momenteel is het Matt Schofield Trio een van de meest dynamische bands in de Engelse blues scene. Hun debuut CD, "The Trio, live" brengt een selectie van hun favoriete nummers dewelke men kan beschrijven als 'upbeat blues' en 'funky stuff'.
50
CENT HAIRCUT
BROOD OF CHANGE
Website : www.50centhaircut.com
Email : info@50centhaircut.com
Label : Eigen Beheer
Goeie plaat, die nieuwe van 50 Cent Haircut ! "Brood Or Change" kan je plaatsen in een serie waarin zoveel mogelijk stijlen uit de jaren zeventig op een hoop worden gesmeten. Country, rock en gitarenpop : de vijfmansband uit Los Angeles beheerst al deze stijlen tot in de puntjes. Hier is een slidegitaar te horen, daar weer een mondharmonica, dus mogen we het geheel onder de noemer americana schuiven. Invloeden die goed hoorbaar zijn zijn natuurlijk The Beatles en The Kinks. Als we de verschillen moeten zoeken tussen een gitarenbandje van nu en 50 Cent Haircut, dan valt ons op dat de jongens rondom zanger en voorman Jay Souza hun muziek een stuk hechter, geconcentreerder en op sommige onbewaakte ogenblikken zelfs minder rommelig klinken. De ratjetoe aan subgenres in de popmuziek lijkt zich ditmaal meer op geestverruimende gitaarrock te focussen, best hoorbaar in het beste nummer "Bring Me The Head Of A Backstreet Boy", waain Jay de gemakzuchtige levensstijl van McDonald’s aanklaagt. Af en toe komt daar natuurlijk ook een weinigzeggende track door heen surfen, en daarom blijft ook "Brood Or Change" een onevenwichtige plaat. Maar op de een of andere manier, waarschijnlijk door een iets compactere en een stuk minder melige sound, hebben 50 Cent Haircut het voor elkaar gekregen om van "Brood Or Change" gewoon een goeie plaat te maken, al zullen ze live altijd beter klinken.
THE
ARLENES
GOING TO CALIFORNIA
Website : www.thearlenes.com
Label : Loose Music
www.loosemusic.com
Munich Records
www.munichrecords.com
De Arlenes zijn een Londens duo bestaande uit Big Steve Arlene en Stephanie Arlene en op hun nieuwe CD "Going To California" maken ze country met zo nu en dan een alternatief randje.Het echtpaar Arlene wist met hun debuutplaat "Stuck On Love" de nodige deuken in de boter te slaan om te kunnen spreken van een lichte sensatie en bevestigt eigenlijk alleen maar al het goede wat we toen al in hen meenden te mogen horen. Want alt. Country hoort toch eigenlijk per definitie niet uit Engeland te komen. Toch is Big Steve op en top Brit en samen met de Amerikaanse (dus toch!) Stephanie vormt hij de kern van The Arlenes. In Engeland werden ze overladen met goede kritieken en wisten ze zelfs de charts te halen, toch wilden ze hun horizon verbreden. Ze besloten te gaan verhuizen naar Californie om daar verder te werken aan hun versie van de roots. "Going To California" verwijst zodoende naar de emigratie van het duo van Camden naar Californië. Knappe liedjes, twee uitstekende stemmen, prachtige samenzang, bij momenten heerlijk rinkelende gitaartjes, een gevarieerd instrumentarium, een cleane productie, alle ingrediënten om van een geslaagde americanaplaat te mogen spreken. Ze wisten zich daarbij gesteund door diverse Gourdsleden en Jon Dee Graham in de band van begeleiders en met Mike Stewart (ook van The Gourds) achter de knoppen is dat is goed te horen. "Going To California" is dan ook de toepasselijke titel van de nieuwe plaat die zich als een forse stap voorwaarts laat horen. De liedjes zijn allen van grote klasse zoals de opener "Smallville 336", het rockende titelnummer met zijn felle gitaarsolo, desert-gitaren in "What Am I Waiting For?", typische Gourds roots in "Baby Brother", Mexicana in "Love Her Like A Demon" en "What´s My Name". Met een flinke dosis live ervaring is het duo duidelijk gegroeid en de band, waarin gitarist Al Christie nog steeds een plekje heeft, is gewoon een ingespeelde groep klasse muzikanten. Het album verhaalt over de verhuizing en alle aspecten rondom deze grote beslissing. Het duo weet als een moderne Gram & Emmylou hun stemmen te smeden (zoals in het absolute hoogtepunt "Travelling Song") tot een hartverscheurend geheel dat ook hier weer tot het bot weet te ontroeren, en de Arlenes laten horen wat ze werkelijk kunnen en begeven ze zich vaak buiten de betreden countrypaden. Gelukkig wordt er ook een potje gerockt en dat maakt dit album tot een prettig afwisselende plaat en bewijst nogmaals dat we in de toekomst wellicht rekening moeten gaan houden met de Arlenes.
RANDY
WAYNE SITZLER
PONTIAC TRAIL
Dalton Thomas Music
www.daltonthomasmusic.com
Label : Highway 29 Records
www.highway29records.com
info@highway29records.com
Het is nauwelijks te geloven wat voor kwaliteit er tegenwoordig allemaal op
singer/songwriter-gebied uitkomt. Ook Randy Wayne Sitzler nieuwe album "Pontiac
Trail" valt in deze categorie. Over hemzelf is weinig bekend. Van het
boekje dat bij Sitzler zit kan worden afgeleid dat hij waarschijnlijk uit
Detroit in de VS komt. Hij heeft alle songs zelf ge-schreven, zingt en bespeelt
de akoestische gitaar. "Pontiac Trail" is een rustige typische singer/songwriter-plaat
waarop zijn gitaarspel een hoofdrol vervult. Het zeer fraaie, samen met Walt
Wilkins gebrachte openingsnummer "Got My Feet On The Ground" is
een pittig nummer met prachtig akoestisch gitaarspel en mooie percussie. Op
"One Of These Days" blikt hij vooruit naar de dag waarop hij zijn
leven nu eens eindelijk zal gaan beginnen te beteren. Ook de overige negen
songs gaan over het leven van alledag, met alle mogelijke vragen die daar
bij horen, zoals vragen over werk, liefde en geluk. Randy Wayne Sitzler noemt
zelf Johnny Cash, Lennon & McCartney, Merle Haggard en John Mellencamp
als zijn grote voorbeelden op zijn tweede album "Pontiac Trail"
waarvan Walt Wilkins en Tim Lorsch de productie in handen hebben. Een album
bestaande uit singer-songwriter stuff met invloeden van country en americana
waarmee Randy Wayne Sitzler het zeker verdient om bij een groter publiek bekend
te raken. Nieuwsgierig geworden? Gewoon even luisteren en je bent verkocht!
ANDREW
JONES
AND SPIRITHOUSE
Label : SpiritHouse Records
www.spirithouserecords.com
Na een aantal albums waaronder "Cat Island Sessions", "Cadillac heaven" en "Spirit house" heeft Andrew Jones and Spirithouse zopas zijn vierde klaar die de naam draagt : "Plenty plenty Love" en ligt zowat in het verlengde van zijn vorige albums al heeft Andrew Jones het wijze besluit genomen om dit album wat meer leven in te blazen. Het resultaat mag er zijn. "Plenty plenty Love" is een prima cd met muziek die direct refereert aan de muziek van de Bahamas, want Andrew is een singer-songwriter van Nassau, die deze invloeden van de Caribische gebieden weet te koppelen met rock & roll roots van de muzikanten die hem vergezellen op dit album. De knappe songs van Andrew Jones geven "Plenty plenty Love" haar meerwaarde. Andrew Jones and Spirithouse weet anno 2004 zowel de liefhebbers van rock & roll als liefhebbers van Caribische muziek te bekoren en dat is knap.
WALT
WILKINS
MUSTANG ISLAND
Website : www.waltwilkins.com
Label : Highway 29 Records
www.highway29records.com
info@highway29records.com
Info : Debbie Green Promotions
debbie@BGMnetwork.com
In kringen van Nashville geniet singer/songwriter Walt Wilkins nog weinig bekendheid. Met zijn vorige plaat "Rivertown" is daar wel verandering in gekomen, dat succes ligt nu ook zeker weg voor zijn nieuw album "Mustang Island". Walt Wilkins onderscheidt zich hier als een vaardig schrijver van oorspronkelijke liedjes met soms verrassende wendingen. In zijn songs roert hij bekende thema’s aan, maar hij vertolkt en verwoordt ze op eigenzinnige wijze. Met zijn bijzonder warme, van emotie doordrongen stem verleent hij elke song een grote zeggingskracht, een song waarin hij steeds iets te vertellen heeft. Bijna alle liedjes gaan over ijdele hoop en verwachtingen die niet ingelost worden. De plaat is gedompeld in een sfeer van doem en somberheid. De meeste songs zijn stemmig getoonzet en gearrangeerd, enkele klinken verraderlijk opgewekt. Zo staat de vrolijke en heerlijke countrylied "I Chose This Road", meteen ook de single van de plaat, waain Wilkins op doorleefde wijze te kennen geeft absoluut geen spijt te hebben van de keuzes die hij in zijn leven tot dusver maakte, in schril contrast tot de vertelling over een leven waarin dromen slijten en plaats maken voor desillusies. "Mustang Island" kent verschillende hoogtepunten. Tussen zijn vele co-schrijvers vinden we Pat Green met "Wrapped," heeft hier wel een ander einde dan de originele versie van Green zelf, en Danny Flowers (Don Williams' gitarist en schrijver van "Tulsa Time") met "Tonight I Might." Flowers speelt ook een wah-wah gitaar op een cover van Texaan Michael Nesmith's "Grand Ennui." Verder zijn Billy Montana, Jamie Richards, Kimmie Rhodes, Jon Randall, Jim McBride, Liz Rose, Davis Raines en Naoise Sheridan ook op zijn verzoek in gegaan om samen wat neer te pennen. Met het zeven minuten durende "Tonight I Might" besluit zij een mooie, veelzijdige plaat.
JIMMY
LEE WILLIAMS
HOOT YOUR BELLY
Label : Fat Possum/Epitaph
www.fatpossum.com
Munich Records
www.munichrecords.com
Het Amerikaanse platenlabel Fat Possum (Solomon Burke en R.L. Burnside) is bezig met een zeer lovenswaardige reeks releases met opnames, gemaakt door George Mitchell, die opnamen maakte van onder anderen Fred McDowell en Furry Lewis. Het is een beetje vergelijkbaar met het veldwerk van Alan Lomax, alleen ontrukt Mitchell geen Amerikaanse folkklassiekers aan de vergetelheid, maar volstrekt onbekende blueszangers van het Amerikaanse platteland. Jimmy Lee Wiliams was een arme soja-, pinda- en watermeloenenkweker, die in zijn vrije tijd op feestjes speelde voor een paar borrels. In 1977 en in 1982 stond Williams voor Mitchell's microfoon met niets meer dan een gitaar, een bottleneck en een prachtige stem. Type verhaal dat al duizend maal verteld is. Wie niet echt ingevoerd is, zal deze bluesman ternauwernood van een ander kunnen onderscheiden. Dit zijn tevens de enige opnames die van hem bekend zijn. Met deze zeer primitieve apparatuur, klinken de dertien nummers stoffig en authentiek. Fijnproevers daarentegen krijgen een plaat met vooral een sterke eerste helft voorgeschoteld, waarin Williams gepassioneerd zingt en gromt terwijl zijn gitaar gedreven door stompt. Zijn zogenaamde "Field recordings", allemaal traditionals, maar ze klinken alsof Williams ze ter plekke heeft gemaakt, gaan over onderwerpen van dicht bij huis zoals zijn liefde van grootpa, voor grootmoeder, perziken, dode en levende vrouwen. Ook als het album tegen het einde wat traditioneler en eenvormiger wordt, is het allemaal nog goed te genieten, een gitaar en veel soul, meer moet dat niet zijn voor een zwarte boer uit Georgia. "Hoot Your Belly" is een interessant countryblues-album van deze Jimmy Lee Wiliams.
COWBOY
JOHNSON
A GRAIN OF SAND
Website : www.cowboyjohnson.com
Label : Moonhouse Records
www.moonhouserecords.com
"A Grain of Sand" van Cowboy Johnson is een erg sober plaatje. Een cd die je snel naast je neer legt wanneer je er met een half oor naar hebt geluisterd aan het eind van een lange dag. Wanneer je echter de tijd neemt voor de debuut-cd van deze zanger voor het label Moonhouse Records, blijkt "A Grain of Sand" een prachtplaat. Dit album bestaat uit een verzameling liedjes van Mickey Newbury, een naam die veel onder u niet veel zal zeggen daar hij reeds op vroege leeftijd is gestorven, maar waar Cowboy Johnson hem met dit album even uit de vergetelheid wil halen. Naast de stem van Mickey zijn er bijdragen van MoonHouse-collega Chris Gage, die de nodige gitaren en dobro voor zijn rekening neemt, Glenn Fukunaga ( die we kennen van o.a. Eliza Gilkyson) op bas, de steelgitaar van Scott Walls en Eddie Cantu op drums. Het door Chris Gage geproduceerde album is misschien geen makkelijke cd, maar het is wel een cd die je vast kan grijpen en vervolgens niet meer loslaat. Bij iedere draaibeurt hoor je weer wat nieuws in de twaalf covers van Johnson, en bij iedere draaibeurt wordt ie mooier. Neem de tijd voor deze cd, je zult er geen spijt van krijgen.
KRIS KRISTOFFERSON
REPOSSESSED &
THIRD WORLD WARRIOR
Label : OHBOY Records
www.ohboy.com
Regelmatig melden er zich acteurs aan die zowel een succesvolle acteercarrière als zangcarrière ambiëren. Slechts een enkeling slaagt er echter in uit te groeien tot een waar succes. Kris Kristofferson mag zich als een van de gelukkigen beschouwen. Hij heeft zijn naam gevestigd als talentvol zanger en heeft als acteur menig toeschouwer ontroerd. Hij werd op 22 juni 1936 geboren in Brownsville en bleek later een uitstekend student. Tijdens zijn opleiding aan Oxford begint hij zijn muzikale talenten op professionele wijze ten gehore te brengen en doet dit onder de naam Kris Carson. Na zijn opleiding aan Oxford keert hij terug naar zijn geboorteland Amerika. Hier wordt hij opgeroepen voor militaire dienst. Als helicopterpiloot wordt hij gestationeerd in Duitsland. Na vijf jaar houdt hij het voor gezien. Kristofferson keert terug naar Amerika, zwerft wat rond en vestigt zich uiteindelijk in Nashville. Hier weet hij een reputatie op te bouwen als veelbelovend zanger en songwriter. Hij groeit uit tot een befaamd songwriter en schrijft nummers voor onder andere Johnny Cash en Janis Joplin. Zoals Dylan met zijn songs en teksten de popmuziek veranderde, deed Kris Kristofferson precies hetzelfde met de country. De man mag dan misschien niet dezelfde bekendheid genieten, tenminste vier van zijn songs kent iedereen, al is het dan in een van de vele coverversies, zoals : "Me & Bobby McGee", "For The Good Times", "Help Me Make It Through The Night" en "Sunday Morning Coming Down". Liedjes die ondertussen uitgegroeid zijn tot evergreens. Kris Kristofferson hoort thuis in het rijtje van geniale liedjesschrijvers, die hun kunststukjes bij voorkeur beter niet zelf zouden moeten zingen. Deze nieuwe plaat verscheen bij het label OhBoy Records en bevat twee eerder reeds verschenen albums, "Repossessed" en "Third World Warrior". "Repossessed", Kris'elfde solo album uit het jaar 1986, een periode met vele politieke onrust, denkend aan El Salvador, was reden genoeg om dit over te brengen in het nummer "What About Me". Andere liedjes als "Shipwrecked in the Eighties," "They Killed Him," en "Anthem '84" gaan voornamelijk over politiek en oorlog. Het andere album "Third World Warrior" is ook politiek getint en gaat over het bevrijden van Mandela in de opener "The Eagle and the Bear", terwijl de afsluiter "Sandinista" een steunverklaring is aan de Nicaraguaanse rebellen. Een prachtige dubbel CD die Kristofferson’s kwaliteiten als songwriter weer eens onder onze aandacht brengt en bevestigt dat Kris Kristofferson behoord tot één van de grondleggers van het Outlawgenre.
SHARRIE
WILLIAMS
& THE WISEGUYS
HARD DRIVIN' WOMAN
Website : www.sharriewilliams.com
Label : CrossCut Records
www.crosscut.de
Als de Amerikanen ergens goed in zijn is het omschrijven van een artiest in een regel: "Princess of the Rockin Gospel Blues". Zo'n omschrijving wekt natuurlijk hoge verwachtingen... Zoals meer zwarte artiesten begon Sharrie haar carrière in het plaatselijke kerkkoor. Haar heldere en diep doorleefde zang bleef niet onopgemerkt. In Europa is Sharrie Williams nog niet zo bekend, maar in de regio rond Chicago, bluesgebied bij uitstek, wordt ze uiterst hoog ingeschat. Ook staat ze regelmatig in ‘Legends', de bluesclub van Buddy Guy in Chicago, waar ze ook altijd de show mag openen als de 'legend' Buddy Guy er zelf optreedt. In 1996 vormde ze haar band The Wiseguys met de energieke gitarist James Owen, funky bassist Marco Franco en de stuwende drummer Sterling Lee Brooks die haar perfect ondersteunen. Na enkele zeer gesmaakte concerten op o.a. BRBF in Peer, Spring Blues en de Blues Estafette in Utrecht en in enkele clubs vorig jaar verscheen op het Crosscut label deze uit Michigan afkomstige "Princess" met haar nieuwe album "Hard Drivin Woman". Een donkere periode, inclusief slechte vent, drank en andere drugs, vertaalt zij nu in haar teksten en songs. Sharrie heeft een stem die de rauwheid en kracht combineert van haar voorbeelden Koko Taylor, Etta James en Aretha Franklin, en vanaf de eerste noot alle aandacht opeist,'a real woman with a real strong voice'. Samen met haar energieke band "The Wiseguys", gasten die weldegelijk beter dan wie ook weten waar ze mee bezig zijn : een moddervette, funky bodem, stevig gitaarwerk en spitsvondige keyboards ten dienste stellen van Sharrie, zorgt onze "Princess" voor een album met een mix van soul, funk en R&B, een album dat de pan uit swingt.
BLIND
DATE
RESTLESS
website :www.blinddateband.com
label :Shadows end music
Het regent (alhoewel het volop zomert ) debuutcd's. Maar met exemplaren als deze van de vierkoppige band uit SouthWest Pennsylvania willen wij kletsnat worden. Je kan deze muziek moeilijk in een vakje plaatsen : het is een mengeling van klassieke en hedendaagse country, wat southernrock, een snuifje blues, kortom Steve Earle meets Dwight Yoakam en de Rolling Stones. Dit bandje is ontstaan in 1999 en bestaat uit leden die allemaal hun sporen verdienden in de locale, regionale en nationale muziekscene. Spil van de groep is wel David Ursenbach, naast gitaar, vocals, dobro en mandoline is hij songwriter van dienst. In zijn uppie componeerde hij alle songs van deze cd "Restless". Bovendien nam hij het jobje van producer er ook maar bij. Als je toch bezig bent... Het zijn vooral de rustige songs ( oa. "I remember you", "Step inside, thinking about you" ) die in ruime mate aanwezig zijn op dit debuutschijfje, het niveau op een meer dan behoorlijk peil brengen. Uitschieter vind ik persoonlijk "Goodbye's enough". Voorwaar 10 songs van klasse. Smaakt naar nog!
MALIBU
STORM
Website : www.malibustorm.com
Label : Rounder Records
www.roundereurope.com
Munich Records
www.munichrecords.com
Bluegrass in een modern jasje is enorm populair in de Verenigde Staten. De Dixie Chicks en Nickel Creek deden de kassa’s flink rinkelen de afgelopen jaren, maar aan Belgie ging het grotendeels voorbij. Niet helemaal terecht, want met name de cd’s van Nickel Creek zijn zeker de moeite waard en zullen de liefhebber van de betere Roots-muziek zeer aanspreken. Het trio Malibu Storm, dat de roemruchte Ralph Stanley als een van haar grootste fans heeft, zit ergens tussen Nickel Creek en de Dixie Chicks in. De zang van de tweelingzusjes Dana en Lauren heeft een hoog Dixie Chicks gehalte, terwijl de bijdragen van broer Michael het trio weer wat meer richting Nickel Creek trekken. Een andere vergelijking is met de Corr's, want het verschil tussen Malibu Storm en de Ierse formatie The Corrs is opmerkelijk: een familieband met – in het geval van Malibu Storm – een tweeling die samen met hun broer muziek maakt. Met het enige verschil dat Malibu Storm in de country-hoek zit en The Corrs meer in de richting van de Ierse folk. Wie nu Malibu Storm niet kan plaatsen,kan misschien terug van vooraf beginnen te lezen! Malibu Storm maakt op hun titelloze debuutalbum, bluegrass in een radiovriendelijk jasje. Het trio doet dit op zeer overtuigende wijze en bovendien op een manier die ook ons Europeanen moet aanspreken. De zang van de twee zusjes is geweldig en ook de manier waarop ze samen met broerlief tekeer gaan op banjo en fiddle maakt veel indruk. Kosten noch moeite zijn gespaard bij de opnames van dit debuut dat werkelijk fantastisch klinkt. De Nashville-productie is soms misschien net wat te gelikt, net wat over the top, voor onze Europese oren, maar desondanks is het op buitengewoon knappe wijze gedaan. Twaalf liedjes staan er op deze plaat van het Amerikaanse drietal, waarvan elf covers. De liedjes liggen stuk voor stuk goed in het gehoor, alleen is de productie veel te glad en gepolijst. Dat is waarschijnlijk gedaan om de commercie extra te verhogen. Commerciële pop sells, dat weten we allemaal. Malibu Storm bezit geweldige vocale harmonieën, veel muzikaal vuurwerk op de banjo en fiddle en boven alles een perfecte balans tussen traditionele bluegrass en radiovriendelijke roots-muziek. Liefhebbers van eigentijdse bluegrass weten genoeg
THE
WAY IT REALLY IS
Website : www.lisaloeb.com
Label : Zoe Records/ Rounder
Munich Records
www.munichrecords.com
Na een album vol met kinderliedjes,"Hello Lisa'', volgt gelukkig weer een regulier album van de zangeres die uit het niets tien jaar geleden een flinke wereldhit scoorde met Stay (mede dankzij het succes van de film Reality Bites in de VS). Dat succes heeft ze niet meer kunnen evenaren, ondanks zeker niet onaardige albums. Wie naar de hoes van Loeb’s vijfde album Te Way It Really Is" kijkt ziet dat de artieste terug is van waar ze eens begon: een gebrild meisje met een gitaar, dat haar folkliedjes brengt voor een ieder die dat wil horen. En dat zijn voornamelijk liedjes met liefde en leven als thema. "The Way It Really Is" zal daar geen verandering in brengen. Folky popliedjes voeren de boventoon, smaakvol gearrangeerd en uitstekend gezongen. Af en toe gaat het er wel wat steviger aan toe, zoals in "Diamonds", maar Loeb schiet nergens uit de bocht en dat is eigenlijk wel jammer, want Loeb onderscheidt zich zo nauwelijks van vele andere singer-songwriters. Goed, maar bovenal degelijk.
STEVIE
TOMBSTONE
7:30 a.m.
label : www.saustexmedia.com
info : www.stevietombstone.com
Austin Texas: blijkbaar groeien er de singer-songwriters aan de bomen. Met ieder jaar een rijke oogst. Dit exemplaar (keurlabel ***** ) bewijst nog maar eens hoe eenvoudig muziek kan en moet klinken. Alle songs zelf gecomponeerd en een prachtige begeleiding van drums, guitars, fiddle en een rustig pedalsteeltje. Ook mooi het back-vocal stemmetje van Karen Jo Vennes.eboren en getogen in Georgia, maar onlangs verhuist naar Austin Texas, is Stevie geévolueert naar een uitstekend singer-songwriter. Samen met zijn begeleidingsband the Tombstones concerteerde hij al op verscheidene plaatsen in California, Texas en de Midwest. Je kon hem ook al aan het werk zien in Europa als openingsact van Jason & the Scorchers. Tombstone'roots liggen in de postpunk en country music van de eind jaren 80. Als leider van de toenmalige Tombstones (een van Atlanta's meest rocking bands ) is hij nu al een legende in de local music scene. Maar hij knoopte het oude gezegde "Go west young man" goed in zijn oortjes en zijn tweede poging om zijn doel te bereiken in Austin Texas was bingo. Het resultaat "7:30 a.m." ligt nu in de betere platenzaken (zie onze site). Met de hulp van een nieuwe manager en een label met perfecte distributie, krijgt zijn debuut cd volop airplay in Texas. Hopelijk volgen de lage landen ook. Je kan zijn cd omschrijven als lekker fris, zijn teksten zijn uit het leven gegrepen, kortom een stevige aanrader. Stevie's voorkeurnummers gaan uit naar het titelnummer en "Can't go back to yesterday", kan het alleen maar volmondig beamen maar de overige songs moeten zeker niet onderdoen.
BILL
MONROE
AND THE BLUE GRASS BOYS
LIVE AT MECHANICS HALL
Label : Acoustic Disc
Website : www.acousticdisc.com
Bill Monroe (13 september 1911 - 9 september 1996) ontwikkelde de muziekstijl bekend als bluegrass, die genoemd is naar zijn begeleidingsband the Blue Grass Boys, op hun beurt weer genoemd naar zijn geboortestaat Kentucky. Monroes actieve carrière omspande zestig jaar als zanger, instrumentalist, componist en bandleider. Zijn muzikale loopbaan begon in de dertiger jaren toen hij samen met zijn oudere broer Charlie begon op te treden als duet, the Monroe Brothers. Nadat de broers in 1939 uit elkaar waren gegaan formeerde Bill als snel de eerste editie van the Blue Grass Boys op en in datzelfde jaar werd hij een regelmatige gast in de Grand Ole Opry. Als mandolinespeler bracht Monroe een virtuositeit in country music die daarvoor ongekend was. In 1945 nam hij Earl Scruggs aan die hetzelfde deed voor de banjo. Deze groep, waarvan ook zanger/gitarist Lester Flatt deel uitmaakte, wordt beschouwd als de eerste echte bluegrass band. Meer dan 150 muzikanten maakten over de jaren deel uit van the Blue Grass Boys. Velen hiervan werden later sterren op eigen kracht, waaronder: Mac Wiseman, Sonny Osborne, Jimmy Martin, Don Reno, en Carter Stanley. Bill Monroe werd in 1971 opgenomen in de Country Music Hall of Fame, in 1989 in de IBMA Hall of Honor en in 1997 in de Rock and Roll Hall of Fame. Hij is de enige artiest die al deze drie eren te beurt viel. Dus pas in de vijftiger jaren kreeg de muziek een naam: bluegrass. Roots van bluegrass komen uit een combinatie van Europese en Amerikaanse invloeden: Keltische songs, ragtime, blues, jazz en gospel samen met de tokkeltechnieken uit Afrika vormen de basis. Dat de muziek louter op akoestische instrumenten als gitaar, banjo, mandoline en fiddle gespeeld wordt, geeft het een extra authentiek gevoel. Instrumentale virtuositeit is een van de hoofdkenmerken van de musici. De vader van de bluegrass is Bill Monroe, in 1963 trad hij samen met zijn Blue Grass Boys op in de Mechanic Hall. Dit optreden werd vastgelegd op tape en is nu uitgebracht door Acoustic Disc. Zijn geest is echter overal aanwezig en zijn songs gelukkig ook. Op dit live optreden vind je een bonte collectie muziek uit het verleden bestaande uit traditionals en covers waarin vele hoogtepunten te bespeuren zijn, zoals "Rawhide" en "Blue Moon of Kentucky". Dit album " Live at Mechanics Hall" is dan ook bij uitstek geschikt voor de liefhebber van pure en akoestische muziek.
NUNO
MINDELIS
TWELVE HOURS
Website : www.nunomindelis.com
Label / FNM / Beast Music
Taxim Records
www.taxim.com
Boeking : swappingblues@yahoo.com
Als men ons meldt dat er een nieuwe Stevie Ray Vaughan op komst is, houden wij ons hart vast, want van al die kerels hebben wij nog geen kippevel gekregen. Dit omdat SRV uniek was. Sommigen denken dat sound en techniek nabootsen genoeg is, maar deze kerel had de muziek in zich. Laat dat goed begrepen zijn. Een kerel uit de Amazone-delta (Brazilie), die Texas blues speelt, dat is zoals hier gasten Chicago blues spelen. Wat na beluisteren van het nieuwe en meteen het zesde album "Twelve Hours" van Nuno Mindelis opvalt, is dat hij gekozen heeft voor een eigen sound en zich niet heeft laten verleiden tot kopiëren. Soms heeft de techniek weg van SRV, maar ondanks de deelname van Double Trouble, vinden wij hem apart genoeg. Enkel op de sound verder gaan , horen wij zowel SRV, J.Winter, Thackery of Cray : wat normaal is in een wereld vol invloeden. Dat dit album de naam "Twelve Hours" heeft mee gekregen heeft wel een reden. Waarschijnlijk is het omdat Nuno, Andrei Ivanovic (bas) en Richard Montaño (drums) in deze korte periode alle ritmesecties en gitaartunes in een studio werden opgenomen. Thiago Cerveira (harmonica en tweede gitaar) en Flávio Naves (keyboards) voegden later hun instrumenten toe aan deze opnames. Later heeft Nuno al de tijd genomen om de productie op punt te stellen, reden genoeg om dit album uit te roepen tot zijn beste album. Met zijn vorige albums had hij nooit de kans om grondig zijn opnames af te werken zoals "Texas Bound" was opgenomen en mixed in twee tot drie dagen en "Blues on the Outside" in zeven dagen. De opnames zijn subliem, waarvan negen nummers geschreven zijn door Nuno zelf en twee door Paul Orta. Met deze "Twelve Hours" levert Nono Mindelis een uitstekend cd af die niet enkel de gitaarfanaten zal aanspreken.
MAMA'S
BOYS
CHICKEN & WAFFLES
Website : www.themamasboys.com
Info : Dominique Cranshoff
swappingblues@yahoo.com
Iets meer dan dertig jaar intens muziek beluisteren, begint momenteel z'n
sporen na te laten bij deze jongen. Zo moet ik eerlijk toegeven dat ik bij
het recente bluesaanbod, wel eens de neiging vertoon, om het nuttige aan het
aangename te koppelen. Het overkomt me dan ook wel eens de laatste maanden,
dat mijn hoofdtelefoon het enige obstakel op deze aardkloot is , dat mij weerhoudt
van een zalige siesta. Met groot genoegen kan ik dan ook stellen zeer tevreden
te zijn met het in de bus vallen van het tweede album van the Mama's Boys
"Chicken & Waffles". Deze vijfkoppige formatie uit Long Beach,
California, is zonder twijfel één van de betere releases in
het bluesgenre die ik de afgelopen jaren kreeg te horen. Frontman en tevens
componist van de meeste nummers is harmonica-speler Johnny Mastro, die mij
vokaal aan een betere bij stem zijnde Lester Butler doet denken. Vanaf de
opener "You'd Better Be Sure" tot het afsluitende "Blues for
late Summer", wordt de luisteraar getracteerd op een gevarieerde en energieke
plaat, waarbij je eventjes het gevoel krijgt naar onuitgegeven werk van The
Red Devils te luisteren. Het enthousiasme van Mastro, het soliede ritme-trio
Jeff 'Slick Daddy' Henry (bas ), Dave Melton (Gitaar) en Jim Goodall (drums),
bieden een uitstekende fundatie voor gast gitarist Kirk Fletcher om er méér
dan geinspireerd tegenaan te gaan, en de band een eigen 'smoel' te geven.
Over gans de lijn is dit wat men warm en ouderwets genieten noemt. Dominique
Cranshoff van Swapping Music heeft er voor gezorgd om deze jongens dit jaar
over de plas te halen .
CLAY
BARTLETT
FIXIN' TO BREAK DOWN
Website : www.claybartlatt.com
Email : claybartlett2@earthlink.net
Label : Lu Belle Records
Honing en zout. Het gaat bij veel songwriters om die tegenstrijdigheden in
het leven. De hele week keihard werken voor een karige boterham en zaterdag
met je dronken kop iets stoms uithalen, zodat je zondag met een hard hoofd
mag biechten in de kerk. Clay Bartlett kan er over meepraten. Of zingen dan,
zoals hij dat voortreffelijk kan in alle zelfverzekerdheid. Om maar gelijk
alle twijfels weg te nemen, want de godvrezende songteksten op "Fixin'
To Break Down" doen soms anders geloven, maar Clay Bartlett is beslist
geen heiligboontje. Met een fanbase die sterk groeiende is, waaronder Steve
Earle ( ooit toerde Steve met the Supersuckers waarin Clay de bas bespeelde
), settelt Clay Bartlett zich als een wijs man op zijn debuut album "Fixin'
To Break Down". Dit album is een fenomenaal singer/songwriteralbum in
de allerbeste Townes Van Zandt-traditie, een mengeling van country, folk,
blues en bluegrass en die heel soms zachtjes in je oren fluistert, maar vooral
weten te ontroeren. Eigenlijk zijn de prachtige, warme stem, de fraaie songs
(slechts acht nummers) en de lap steel en resonator gitaar van Allen Terhune
de enige vaste waarden op de plaat. Toch klinkt de plaat als een eenheid,
want alle tracks hebben een zelfde sfeer, waardoor dit album moeiteloos uitstijgt
boven al die andere goede singer-songwriter-platen.
HONKY
TONK HANGOVERS
GIANT COUNTRY
www.honkytonkhangovers.com
Info :rgrdave@msn.com
Label : Big Bender Records
www.BigBender.net
Info : Hapi Skratch Entertainment
mbeegle@hapiskratch.com
www.hapiskratch.com
Ja,ja, overal waar de Honky Tonk Hangovers kwamen stond de Jaegermeister koud. Want deze huisband die volgens onze bescheiden mening thuishoort in een berookte bar is een feestband rond zanger-leadgitarist Dave Hall, te vergelijken met de Derailers, BR549 of Wayne Hancock. Hun vorige cd!, "Every Little Honky Tonk" was ook een erg aanstekelijke plaat, hetgeen nu ook mag gezegd worden van hun nieuw album "Giant Country". Als je puur op de productie afgaat is dat vreemd, want het betreft een eenvoudig, zonder opsmuk, opgenomen album, maar dit is misschien wel de reden dat sommige nummers uitnodigen tot meezingen. Maar Dave Hall (zang. gitaar), Jeff Yeary (gitaar), Donnie Jerome (bas) en Gary LaDuke (drums) maken er zo'n feest van dat je ze meteen zou willen boeken voor je plaatselijke kroeg. Want dit is de sfeer van dikke rook en verschraald bier in een zweterige honky tonk. Recht voor zijn raap, met veel power en met nog meer plezier neergezet. Veertien tracks, geschreven arrangementen van Dave Hall naast een paar covers, ofwel een kleine 60 minuten muziek, bevat That's All. Stevige countryrock met de nodige invloeden. Op "Giant Country" horen we de covers van Marty Robbins’ "Begging To You" en van Red Sovine "Girl On The Billboard". "Uno Mas Beso" is een vrolijke meezing hillbillytune met Tex-Mex invloeden en "The Kissing Song" zegt denk ik iedereen wel genoeg, zeker het meest zwierige honky-tonk nummer op dit retro honky-tonk album van het allerzuiverste kaliber.
STOMPY
JONES
Website : www.stompyjones.com
Email: theswingsession@aol.com
Label : Jewel Records
Info :Booking@oldtimey.net
www.oldtimey.net
Op het laatst verschenen album van Jewel Records, brengt Stompy Jones op zijn titelloze album de swing van de jaren '30 tot '50 terug in leven, gaande van Fletcher Henderson, Lucky Millinder, Joe Liggins, Earl Hines, John Kirby, tot Louis Jordan, Roy Milton, en Louis Prima. Aan deze elf covers heeft Stompy Jones zelf nog zes originele nummers toegevoegd die zeker niet moeten onderdoen voor de covers. Deze swingende sessie wordt gebracht door een combo bestaande uit Tim Hyland aan de trompet, Erv Ervin aan de sax, Scott Lawrence aan de piano, en de super-swingin' rhythm sectie met Bowen Brown aan de drums en Little David op bas. Stompy Jones is een band die twee opmerkelijke leden heeft die maken dat de muziek boven de rest uitsteekt. Zanger Peter Walsh heeft een mooie, donkere, tikkeltje ruwe stem die perfect is voor de oude swing die de band het liefste speelt. Toch zou hij in zijn eentje niet echt vreselijk opvallen. De mannen die dit obscure bandje zijn grootste meerwaarde geeft zijn de blazerssectie, Tim en Erv, die alle blaasinstrumenten voor hun rekening nemen. De muziek van Stompy Jones bestaat voornamelijk uit oude, vergeten bluesjes uit de jaren dertig tot vijftig die hier niet alleen afgestoft worden, maar ook volledig in ere hersteld. Ze krijgen een uitvoering die ergens tussen jumpin', hard shufflin' blues en de traditionele geluiden van een kleine big band in zitten, met een hoop swing. Muziek die best vergeleken mag worden met bands van toen zoals : Louis Jordan and the Tympani Five, Joe Liggins and the Honeydrippers, en Roy Milton and the Solid Senders. Maar zoals gezegd, het zijn vooral de bijzondere swingende arrangementen van Stompy Jones zelf die ervoor zorgen dat je het album van het gezelschap blijft draaien. Muziek om een goed humeur van te krijgen.