ARCHIEF 2004 - JANUARI 2005 - FEBRUARI 2005 - MAART 2005 - APRIL 2005 - MEI 2005
JUNI 2005 - JULI 2005 - AUGUSTUS 2005 - SEPTEMBER 2005
MELANIE - GRAYSON CAPPS - MIKE CULLISON - MARAH - TRISONICS - MARK AMBROSE - RAYBURN ANTHONY - ROGER COTTON & ALAN GLEN - THE HOODOOGANG - JUNEAU - BLUES TRAVELER - CHARLIE "BUTTERFLY" GRACIE - THE ROCKIN DADDIES - MB-BLUZ BAND - MONTI AMUNDSON - SCISSORMEN - X-RATED COWBOYS - JOHNNY NICHOLAS - HOBOTALK - THE GYPSY COWGIRLS - CARLOS GUITARLOS - CHRIS DANIELS & THE KINGS - ERIC TAYLOR - CORY MORROW - KEN CLARK ORGAN TRIO - DELTA MOON - ANGIE STEVENS - MEM SHANNON - THE MARK MICHAEL BAND - TODD THIBAUD - THE JOHN O'LEARY BAND - DEAN REICHERT - PILGRIM - ROGER SALLOOM - THE ROAD HAMMERS - HOWARD GLAZER & THE EL 34s - GUTHRIE KENNARD - HELLDORADO - SIX SHOOTER RECORDS - R.X. BERTOLDI - THE BORDER BAND - SCOTLAND BARR AND THE SLOW DRAGS - NEIL YOUNG - BOB MANOR - THOMAS DYBDAHL - ROB DONAVAN - BILL MAGEE BLUES BAND- THE PHIFER MARSHALL BAND - ERIC ANDERSEN - JD MYERS - MITCH & THE POLECATS - NICKY BURT - KENNY LAVITZ - JAMES STANLEY HOWEN - J.P. McDERMOTT and WESTERN BOP - BOBBY G - CARI LEE AND THE CONTENDERS - BONNIE RAITT - IMAGINARY FREDS - DELBERT MCCLINTON - TOM FREUND & CO - TOM WILSON & BOB LANOIS - CHRIS CASELLO - BILLIE JOYCE - KIP BOARDMAN - THE BLACKHILL RAMBLERS - STEPHEN BRUTON - SOUTH AUSTIN JUG BAND - PAUL MANOUSOS - MARK FOSSON - STEPHEN CHARLES CECIL & THE HOMETOWN HILLBILLIES - PERRY KEYES - JOHN ALLAIRE & THE CAMPISTAS - JEFFERSON PEPPER - BODEANS - THE HEYGOODS - JAMES MCMURTRY - FREAKWATER - LIGHTNIN ' CHARLIE - ONE STAR HOTEL - VARIOUS ARTISTS : XIT - TEN IN TEXAS - HACKENSAW BOYS - DANNY EPPS - THE DREWS - CLAUDE DIAMOND - JOSH LEDERMAN Y LOS DIABLOS - DARRELL SCOTT, DANNY THOMPSON & KENNY MALONE - JIMMY AND THE RACKETS - THE CAP GUN COWBOYS - MACK STARKS
MELANIE
PHOTOGRAPH DOUBLE EXPOSURE
Website: www.melaniemusic.net
Label: Munich Records
www.munichrecords.com
info@munichrecords.com
Melanie is natuurlijk de hippiezangeres die in de jaren ’60 en ’70 verantwoordelijk was voor prachtige liedjes als "Beautiful People" (enige jaren geleden nog succesvol gecoverd door Mathilde Santing), "Look what they've done to my Song" en "Lay Down". "Photograph Double Exposure" is haar nieuwe plaat en een aangename verrassing! Want dit is een een in gelimiteerde oplage (slechts 3500!) verschenen geremasterde versie van haar succesvolle plaat Photograph uit 1976 en met bonus cd met nooit eerder uitgegeven materiaal. In april 2004 bracht ze ook het album "Paled By Dimmer Light" en was volgens mij het meest persoonlijke en briljante van al haar albums in al die jaren. En toch weet ze ons weer te verrassen met haar nieuwe album, niet bepaald een overbodige, maar een aardige, remake van "Photograph", het werk van een idealistische zangeres die nog steeds iets te vertellen heeft en dat kan u zelf beleven op maandag 31/10 in De Lakenhallen te Ieper. Melanie Safka werd geboren in Astoria, een wijk in Queens in New York, als dochter van Fred en Polly Safka-Altamare. Op 5-jarige leeftijd maakt ze haar eerste plaatje, het loepzuivere, à la Shirley Temple gezongen, "Give A Little Kiss".Na de highschool treedt ze met haar gitaar op in coffeehouses in Greenwich Village en gaat overdag naar de American School of Drama. Bij een auditie voor een toneelstuk loopt ze de verkeerde deur in, waar de jonge talentvolle producer Peter Schekeryk haar vraagt wat te zingen. Hij is zo onder de indruk van haar stem en liedjes dat hij haar prompt een contract aanbiedt. In 1968 trouwt ze met hem.Gilbert Becaud haalt Melanie naar Parijs, waar ze tussen de kamelen en revue-danseressen in L'Olympia optreedt. Ze zal hier een liedje over schrijven: "Tuning my guitar". Daarna treedt ze in Nederland op bij Singing Europe en heeft haar eerste successen. Dezelfde zomer speelt ze op het Woodstock-festival (1969) waar het publiek kaarsen aansteekt tijdens haar optreden. Het is de eerste keer dat dit gebeurt. Uiteindelijk wordt het verboden door de brandweer, maar Melanie heeft de traditie in werking gezet.Melanie maakt sindsdien jaarlijks een plaat of CD, zij en Peter Schekeryk, die al haar platen produceert, krijgen drie kinderen die alle drie met Melanie optreden. De laatste jaren wordt ze begeleid door haar zoon, Beau 'Virtuoso' Jarred Schekeryk op gitaar. Melanie werd een icoon van de golden sixties en de flowerpower. En ze blijft muziek maken. Ze reist over de wereld voor concerten en tours. Ze is de wereld rond nog dagelijks op de radio te horen. CC Ieper slaagde erin om Melanie voor een exclusief concert naar België te halen. Op maandag 31oktober kan u in Ieper kennis maken met haar recentere werk en opnieuw genieten van haar grootste successen want CC Ieper slaagde erin om bloemenmeisje Melanie voor een exclusief concert naar België te halen.
GRAYSON CAPPS
IF YOU KNEW MY MIND
Website: www.graysoncapps.com
Label : Hyena Records
www.hyenarecords.com
HyenaRecords@aol.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
We hebben bij Rootstime al een paar jaar een zwak voor singer-songwriter muziek die voorzien is met de nodige rauwe Delta blues invloeden. Een zwak dat vooral werd afgedwongen door de soundtrack van "A Love Song For Bobby Long", enkele songs van Grayson Capps’ eerste soloplaat zijn vertegenwoordigd op deze soundtrack, maar met zijn debuut weten we nu ook dat hij het een hele plaat vol kan houden. Daarom is hij ook zeer goed aangeschreven op alle alt-country sites en staat hij deze maand met "If You Knew My Mind" op N°2 in de Euro Americana Chart (www.euroamericanachart.nl). We keken dus met bijzondere belangstelling uit naar dit nieuwe album en Capps overtreft onze stoutste verwachtingen, dit is eigenlijk de gedroomde rootsplaat uit het diepe zuiden van de VS. Grayson Capps is een een liedjesschrijver en performer van formaat en met zijn nieuwe plaat zet hij voorlopig de kroon op zijn werk, want deze cd belooft dus wel wat voor de volgende plaat. Veel heeft ook te maken met de productie, want voor "If You Knew My Mind" nam niemand minder dan Trina Shoemaker (Whiskeytown, Queens of the Stone Age, Emmylou Harris, Sheryl Crow) plaats achter de knoppen. Het levert een fantastisch geproduceerde plaat op. Shoemaker houdt van een lekker vol geluid, maar overdrijft dit gelukkig nergens. Capps’ mooie liedjes verzuipen daarom niet in een overdadige productie, maar krijgen door precies de juiste accenten net dat beetje extra dat een cd nodig heeft om uit te kunnen groeien tot een meesterwerk. En dat is het, want ook Grayson Capps overtreft zichzelf op "If You Knew My Mind" met een serie fantastische songs. De kracht van zijn muziek schuilt in de eenvoud. Zijn liedjes bestaan uit simpele, catchy melodieën die zich onmiddellijk in je hoofd nestelen. Shoemaker heeft de songs voorzien van een sobere, hechte productie waarin zijn gitaarspel, net als zijn stem, licht schurend de boventoon voeren. Daarnaast komt er af en toe, als aangename accent, een orgeltje, een bluesharp of een diepdonkere gospelstem om de hoek, om de downtempo liedjes even licht op te tillen. En de muzikanten? Luister naar de samenstelling van zijn band en het water loopt je in de mond: Tommy MacLuckie (electric guitar, harmony vocal), Trina Shoemaker (harmony vocal, shaker, backing vocal), Ryan Donohue (bass), Michael Barras (drums), Trevor Brooks (piano, organ), John Milham (drums), Rosalind Gonsalver (harmony vocal), Daron Douglas (violin) en Mike Voelker (drums). Begeleid door deze rockers verhaalt Capps op klassieke wijze over tal van vreemde vogels die het zuiden bevolken, zoals muzikante Washboard Lisa en crazy Bobby Long, hij bezingt dus vooral de zelfkant van de samenleving, onderwerpen van iedereen en van alle tijden. Deze twaalf songs zijn allemaal hoogtepunten. Zoals het soulgeladen "A Love Song For Bobby Long" en de absolute rootsy uitschieter "Mercy" met prima slidegitaar werk van een groot singer/songwriter! Kortweg : Op "If You Knew My Mind" staan songs die diep geworteld zijn in de New Orleans-traditie en daarom in de collectie van geen enkele roots-liefhebber mogen ontbreken, gewoon een super-intense prachtplaat!
MIKE
CULLISON
BAC (Big American Car)
website : www.mikecullison.com
label : Breakin ' Records
(mason.jones@worldnet.att.net)
www.cdbaby.com/cd/mikecullison
" I think music is the highway through life and I'm just rockin' and rollin' down the road." MIke Cullison
Mike Cullison
mag dan al meer dan 25 jaren geleden begonnen zijn de clubs en honky tonks
van Oklahoma City met een bezoekje te vereeren , zijn verhuis naar de omgeving
van Atlanta, het schrijven en het werelwijde succes van the Cajun song "She's
My Little Jalapena", frontman van de groep "Lone Walter",
de samenwerking met Nashville writer Don Goodman, het was jammer genoeg
allemaal niet voldoende om in de belangstelling van Rootstime te komen.
Gelukkig bracht het album "Gun Metal Blue" van Johnny Neel (zie
rev.juli 05) ons op het idee om de nevenactiviteiten van deze ex Allman
Brother eens onder de loepe te nemen en zodoende kwamen wij bij Mike Cullison
uit. Want Johnny is niet alleen producer van dienst op Cullisons album,
maar laat tevens weer en staaltje van zijn klasse op keyboards/harmonica
bewonderen. Bijgevolg de ideale man om Cullison's voorliefde voor rockabilly/Americana
rock in een passend jasje te steken. Resultaat, een stevig Bob Seger rockin
& rollin' soundje in de titeltrack en "Who Turned You Loose",
een scheurende sax die het gezelschap krijgt van een pompende piano in het
honky tonkertje "The Hell I' m Raising now" en Mike's eigen rockertjes
"Baby Doll", "Come Around to Me " en "Devil I Can't
Talk to". Het lijkt wel of de befaamde Sun Records studio's werden
afgehuurd want met "Beyond the Madness" lijkt het wel of Roy Orbison
eventjes langskomt en een prima versie van "the Late Great" Carl
Perkins " Honey Don't " en het eigen "On the Clock"
versterken dat gevoel alleen maar. Natuurlijk kan een leuk country deuntje
niet ontbreken op dit prima album en met "Self Inflicted Wound"
wordt ook aan die verzuchting graag gevolg gegeven. Waar voor je geld zou
ik zeggen want met de hidden track "My Little Feel Good" komt
ook de blues liefhebber aan bod. "Cullison has put the car in gear
and the pedal to the metal for a rockin' ride". Klasse album en een
prima begeleidings band bestaande uit Billy Block (drums), Chris Anderson
(guitar), Dennis Gulley (bass), Doug Jones (harmonica),Joe Mc Glohon (sax)
en Johnny Neel (keyboard, harmonica) . En als surplusje ... een schitterende
electronic press kit met video fragmenten van zijn cd release party en een
droom van een '62 Caddy convertible.
MARAH
IF YOU DIDN'T LAUGH, YOU'D CRY
Website : www.marah-usa.com
Email: muskiemoon@aol.com
Label: Munich Records
www.munichrecords.com
info@munichrecords.com
Marah, de onvervalste rockers uit Philadelphia keren op hun vijfde album terug naar hun oorspronkelijke invloeden: Replacements, Springsteen, oude Stones en een beetje Dylan. En zorgen daarbij voor de nodige meerwaarden: gewaagder arrangementen, veel pop- en soulelementen en net zoveel machtige melodielijnen. Al meer dan acht jaar maakt de band Marah de Amerikaanse oostkust onveilig. De als noisepopact begonnen band rond de broers Serge en Dave Bielanko brak in 1997 door na het uitbrengen van het album "Let’s Cut The Crap And Hook Up". Het geluid van de band wordt voor een belangrijk deel bepaald door de gedreven vocalen van David Bielanko, wiens stem een mooie mix is van Bruce Springsteen en Steve Forbert. De band vermengt zonder enige moeite rythmn & blues met pop en folk. Wat ontstaat zou je powerfolk kunnen noemen, hun stijl wordt door de band zelf omschreven als 'the ultimate folk-punk'. Toen Marah acht jaar geleden begon werden ze nog de hoop van de rootsrock genoemd. Na een desastreuze samenwerking met Oasis-producer Owen Morris op het 3e album, "Float Away With The Friday Night Gods" (2002) werd de band finaal afgeschreven. Hier en daar klonk Marah zelfs een beetje als Oasis en dat kon toch nooit de bedoeling zijn geweest. De rootsinvloeden waren grotendeels verdwenen en juist deze rootsinvloeden gaven Marah het eigen geluid dat hun vorige album "Kids In Philly" (2000) zo mooi maakte. De Amerikanen konden niks met de bombastische britrock. Ondanks het feit dat grootheden als Bruce Springsteen en Steve Earle het voor Marah opnamen kreeg de band weinig krediet van de Amerikaanse pers. Na een periode van rust kwam de inspiratie echter terug en verving de band de bombastische rock voor een meer blues en country-achtig geluid, hetgeen al zeer hoorbaar was op "20,000 Streets Under The Sky" van vorig jaar en wist Marah terug wat zieltjes te winnen, aan beide kanten van de oceaan. Op deze cd waren de roots-invloeden gelukkig weer helemaal terug en klonk Marah weer zoals Marah moet klinken. Dat Marah zich heeft losgemaakt van hun muzikale opvoeding blijkt nu uit het indrukwekkende "If You Didn’t Laugh, You’d Cry", want hier schudden ze met verve het etiket ‘Leuk eclectisch rootspop bandje’ van zich af en beweegt zich een stapje dichter richting de kontrijen ‘Jaarlijstjes’. Het ruw geproduceerde en grotendeels live ingespeelde album heeft alles in zich wat Amerika groot maakt. De band lijkt veel plezier te hebben en komt gedreven en aanstekelijk over. Tevens is de muziek afwisselend genoeg om interessant te blijven, met prachtig gitaarspel en de klanken van de slide-gitaar, dobro en banjo er omheen. David Bielanko beschikt verder over een stem die net rauw genoeg is om het geheel de nodige pit mee te geven. Dat lukt voornamelijk goed in nummers als de gedreven opener "The Closer" en het mooi geschreven "The Dishwasher's Dream", die de uitschieters op deze plaat genoemd mogen worden. Het niveau ligt van de eerste tot de laatste noot torenhoog, de adrenaline giert door je lichaam. Natuurlijk is de rootsrock van Marah niet de meest hippe muziek. Vernieuwend of bijster origineel is het allemaal niet te noemen. Wat Marah echter laat zien, is dat deze muziek wel degelijk fris en aanstekelijk kan klinken.
TRISONICS
ROCK 'N' ROLL REMEDY
website www.trisonics.de/relaunch/swf/index.html
label : Raucous Records
info : info@trisonics.de
www.raucousshop.co.uk
Nog niet
zo lang aktief maar met het album "Rock & Roll Remedy" slagen
Derek Singleton (guitar, vocals, songwriter), Ralf Nickolaus (drums) en
last but no least Barbara Streidl (doghouse bass!) hun plaatsje te veroveren
in het Europees rockabilly wereldje. Prettige rockabilly met een ferme scheut
country/twang uit Duitsland met voornamelijk eigen songs die torenhoog uitsteken
boven de covers van "Dance The Night Away" (Mavericks) en Hank
Williams "Move it on Over". Uit publicitair (commercieel) oogpunt
zijn die songs misschien interessant maar rockertjes als het openingsnummer
"I May Be Wrong", "Move On Out" (met de befaamde Dave
Edmunds kreet "Well") "Gotta Go Lil' Doggy" (met een
ferm stukske harmonica), titelnummer "Rock & Roll Remedy"
geven aan dat The TriSonics heel wat meer in hun mars hebben dan het zoveelste
coverbandje. Een rockabilly versie van Springsteens 'I'm on Fire",
hun blues/harmonica uitvoering van Buddy Holly's "Slippin' and Slidin",
het surfsoundje op "Lullaby" (leuk meefluitertje, overigens) en
"Mystery Lady" (+ prima drums/bas), het honky tonkertje "This
Bird Will Fly" à Domino Kings/The Morells/Two ton Of Steel en
het swingende zigeuner/gitaar/viool geluidje op "Gypsy Eyes" bevestigen
dit met brio. Neo-rockabilly, rock & roll ... "Just like Jerry
Lee Lewis said: "Either be hot or cold. If you are lukewarm, the Lord
will spew you forth from his mouth". Prima bandje en dito schijfje.
Releases
„All I Ever Wanna Do“ EP 2003
„Mystery Lady“ single 2005
„Rock’n’Roll Remedy“ album 2005
MARK
AMBROSE
PUT THE HAMMER DOWN
website: www.markambrose.com
info: Mark@markambrose.com
label : Redbird Records
www.cdbaby.com/cd/markambrose
Avaible : Miles of Music/ CD Baby /
Texas Music Round up / Waterloo Records
"Mark
Ambrose is one of those people you feel like you’ve known all your
life, like you grew up next door to him. That
may have something to do with his success, or it may just be his talent,
which is prodigious. It’s hard to tell." (Jimmy Ash, Hill Country
Sun)
Deze cowboy uit Chicago
(!) kreeg op een vakantiekamp in Oregon, Illinois de smaak van het cowboy/country
leventje te pakken en alhoewel zijn eerste keuze uitging naar een drumtoestel
koos hij uiteindelijk toch voor gitaar. Het schrijven van songs leek aanvankelijk
niet te lukken tot een ontmoeting/jamsession met Bil Monroe hem kon overtuigen
om op de ingeslagen weg verder te gaan. Algauw behoorde hij tot de vriendenkring
van wijlen Townes Van Zandt, Billy Joe Shaver en Scrappy Jud Newcomb die
de produktie van zijn tweede album "Shadow on the Moon" voor zijn
rekening nam. Ondertussen kan je songs van Ambrose terug vinden op albums
van ondermeer Toni Price, Jane Bond en The Weary Boys en kwam hij onlangs
zelf op de proppen met een spiksplinternieuw album dat de titel "Put
The Hammer Down" meekreeg. Momenteel is Austin Texas zijn thuishaven
en net als op de voorganger "Shadow On the Moon" kreeg hij de
bereidwillige hulp van Gillian Welch (bass, vocals en drums) en haar partner
David Rawlings (guitar, piano en vocals). Allicht als tegenprestatie/vriendendienst
voor Ambrose's gitaargepingel op Gillian Welch's album "Soul Journey".
Bovendien kwam David Steele, drummer bij Lucinda Williams, John Prine, Steve
Earle het al illustere gezelschap vervoegen in de befaamde RCA Studio B
(Nashville TN), waar ooit Elvis, the Everly's en Roy Orbison hun opwachting
maakten. Ditmaal werden de twaalf eigen songs van Mark Ambrose gepolijst
door David Rawlings. Prima akoestisch album dat met de opener "Out
of Control" en "My Little Pony" een streep blues voor ons
in petto heeft die Howlin' Wolf ongetwijfeld een knipoogje en goedkeurend
knikje richting Ambrose moeten ontlokken. "Kingville Girl" , "Banks
of Jordan" en "Hallelujah" met een harmonica geluidje dat
Bob Dylan alle kleuren van de regenboog doet uitslaan van jaloezie komen
ongetwijfeld in aanmerking voor mijn "All Favourites" cd. Het
is misschien niet het ideale moment om de koffers te pakken richting New
Orleans maar "Going to New Orleans" en "Uh - Huh" zijn
de enige/prima rockertjes op dit album en kunnen je reisplannen in een wip
doen veranderen. Niet alleen Howlin' Wolf is aan het overwegen om terug
naar moeder aarde te komen want met het aanhoren van het schitterende "Can't
Lie to Mamma" en ander fraais als "Redbirds", "My Little
Girl", de hommaga aan het adres van "Old Willie the Outlaw"
zou Townes Van Zandt ook weleens het eeuwige voor het tijdelijke willen
ruilen. Boeiende storytelling songs van een gedreven Ambrose die op een
sublieme wijze zijn songs kan inkaderen: Mark Ambrose's songs read like
a homemade roadmap of the beautiful and idiotic modern world. These are
songs about songs, about myths, about old-timer love with an unashamed capital
"L", about death and suffering and redemption, about how things--sometimes
thankfully for the better--are not always as they appear. Hallelujah. (
Dave Meeker). Prachtig album van een singer/songwriter/gitarist die in het
verleden een toerneetje met Nathan Hamilton ondernam. (The Lone Star Troubadour
tour) ... wie haalt hem (n) naar de Lage Landen?
RAYBURN
ANTHONY
MY BABY ' S CAR CRAZY
website: www.rayburnanthony.com
info:rayburn@rayburnanthony.com
label: Rhythm Bomb Records
www.rhythmbomb.com
www.lrs-berlin.com
Rayburn
Anthony (1937, Humboldt, Tennessee) beschikt over een stevige staat van
verdienste, ondermeer drie singles op het befaamde Sun Label, Jerry Lee
Lewis, Conway Twitty & Loretta Lynn, Charley Pride, Vern Gosdin, Billy
Walker namen ooit songs van hem op, zelf zat hij een tijdje bij de major
labels Polydor en Mercury Records en was hij geruime tijd "on the road"
met Carl Perkins, Bobby Bare en Carl Mann. Namen die tot de verbeelding
spreken van de iets oudere country/rock & roll liefhebber en met Rayburns
toetreding tot Johnny Cash's Legendary Tennessee Three (WS Holland en Bob
Wootton zijn de overige leden) vond Ralph Braband (drijvende kracht achter
het Rhythm Bomb Records label) het moment aangebroken om de man nog eens
de studio in te sleuren. Net als bij Charlie Gracie's nieuwste album "Just
Hangin' Around" (zie review) werd er weer beroep gedaan op Europa's
beste roots muzikanten: Ike Stoye (acoustic gt), Axel Praefcke (lead gt),
Humpty Kirscht (acoustic & leadgtr), Lucky Lehmann (bass). Veertien
eigen songs in een jaren vijftig sfeertje, de inmiddels bijna zeventigjarige
"rocker" laat met veelzeggende titels als "My Baby's Car
Crazy"," Long Legged Lucy" en "A Little boogie Woogie,
a little rock & roll" de rockabilly hoogtijden herleven. "She's
Mine" en "She's Taken My Heart " zijn van die gezapige rockertjes
waarbij the Mellow Men in de beste Jordinaires stijl de backingvocals verzorgen
en ervoor zorgen dat wij via de "Memory Lane" de vettig haarkuiven
onder de cowboyhoed moeten steken. "Somebody Hurt Her Bad" , "
What's She Doing In My Heart" en "Yesterday Blues" schroeven
het tempo iets terug en serveren ons prima country & western uit lang
vervlogen tijden. Afsluitertje "You're so Easy to Love" kunnen
wij beschouwen als een hommage aan wijlen J. Cash en het iniatief om Rayburn
Anthony opnieuw van onder het stof te halen een prachtig idee van Rhythm
Bomb Records.
ROGER
COTTON & ALAN GLEN
BORN IN BLACK & WHITE
Label : Note-Records
Website : www.note-music.co.uk
Email : info@note-music.co.uk
Deze CD
is gebaseerd op de opnames gemaakt door Blue Note en Chess in de jaren ’50
en ’60. Opgenomen in 3 dagen geheel live als een ode aan de pioniers
van de blues. De bezielers van dit project hebben hun sporen al meer dan
verdiend in de blueswereld. Zo heeft Roger Cotton nog de halve wereld rond
getoerd met de Peter Green’s Splinter Group en was hij studiomuzikant
voor o.a. James Carr, Larry Garner en Otis Rush. Alan Glen is dan weer één
van Engelands beste bluesharpspelers, hij mocht mee de wereld rondreizen
met The Yardbirds. In de studio verleende hij z’n talent aan Nine
Below Zero, Little Axe en z’n eigen band The Barcodes. Alle songs
op deze cd zijn geschreven door beide heren. Ze worden bijgestaan door o.a.
Rob King op zang , Mark Clements en Peter Stroud op basgitaar en Peter Miles
op drums. Al van bij het openingsnummer hoor je dat deze heren talent hebben
op zowel de gitaar, Hammond als bluesharp. Op “Hard Life” nemen
ze even wat gas terug en dit is in mijn ogen een zeer mooie blues-rock ballade
met ook mooie vocale partijen van Rob King. Dat ze van alle markten thuis
zijn bewijzen ze met het nummer “Jam for T” dat een traditioneel
swing nummer is met een hoofdletter S. Dit is voer voor de liefhebber van
lekkere bluesharpklanken en stuwende Hammond partijen. Ik kan hier elk nummer
wel opnoemen want ze zijn allemaal stuk voor stuk pareltjes. Van uptempo
via 12bar blues en dan weer Chicagoblues. Of deze heren ook gaan toeren
is mij een raadsel maar ik hoop van wel. Deze CD hoort thuis in elke CD
bibliotheek van de oprechte bluesliefhebber.
Blueswalker
THE
HOODOOGANG
GO AHEAD 'N' SCRATCH!
BUSTED SESSIONS
Website: www.thehoodoogang.com
E-mail: thehoodoogang@hotmail.com
Label : Eigen beheer
Dat de blues in onze contreien nog steeds springlevend is, bewijzen The Hoodoogang. Limburg heeft op het bluesvlak al goede artiesten gebracht. Het is ook een gezellige provincie met sympathieke inwoners, waaronder ikzelf, om er zo maar ééntje te noemen. Maar ook de frontman, El Grande, van dit viertal is ook een rasechte Limburger die samen met zijn Leuvense bandsleden, tijdens hun explosieve optredens, het publiek steeds een aangename avond weet te bezorgen. In iets meer dan twee jaar slaagden ze erin reeds twee eigen cd’s op de markt te brengen, die enkel en alleen eigen werk bevatten : "Busted Sessions" (2004) en "Go ahead ‘n’ Scratch!" (2005). The Hoodoogang speelt dus eigen werk, maar ook bewerkingen van hun voorbeelden, zoals o.a. BB King, Stevie Ray Vaughn, Albert King, Paul Lamb en Robert Cray, hetgeen u krijgt te horen tijdens hun energieke live concerten. Maar opvallend is het volstrekt eigen geluid dat de band daarbij weet te vinden, waarbij stevige bluesrock wordt afgewisseld met aanstekelijke bluesballads. The Hoodoogang is onstaan begin 2002 uit Blue Gang Quartet en ex-zanger van Bluesteasers. Fernando Neris (gitaar en lapsteel) speelde vroeger in Spanje bij the Hoochie Coochie Men. Met deze band gaf hij af en toe optredens in België waar hij mensen leerden kennen. Na z'n studies besloot hij te verhuizen naar België om hier werk te vinden en een band op te starten met die mensen. Geert Zonderman (5 string-bass) en Zen Fannoy (drums en percussie) waren destijds de ritmesectie van The Mark Marschall Band maar wilden eindelijk eens serieus muziek maken en dit samen met Fernando. Na een tijdje als bluesquartet met een saxofonist te hebben gespeeld kwam het idee een bluesband te starten met een zanger. Die zanger vonden ze in El Grande. Hij had daarvoor al in bands als Blue Buck en Bluesteasers gezongen. Vorige cd "Busted Sessions" kreeg vorig jaar zeer goede reacties op Bobtjes Blues Pages, een debuut dat door toevoeging van tenorsaxofonist Alex van de Meulebroeke de meer jazzy nummers als "Nerisatin''' en "Blue Thinking" tot uitschieters naar boven haalde. Op hun nieuwe album is er aan dynamiek en power geen gebrek. Westcoast blues over traditionals naar enkele mooie lapsteel songs is hun gezamelijke passie, maar dan wel van het vuige soort. En dat dampt maar door! "Go ahead ‘n’ Scratch!" is een spetterend, maar vooral een oprecht album. De boogie en swing wordt achteloos de speaker uitgeknald en de drumkit van Zen grijgt er genadeloos van langs, terwijl zanger El Grande, met zijn diepe en warme stem, de passie er uit weet te persen die het repertoire van hem eist. Gitarist Fernando Neris toont geen medelijden met de snaren en weet alle nummers de hoogte in te stuwen. Zijn stijl grenst aan ranzigheid. Toch gaat hij ook subtiliteit niet uit de weg, zoals blijkt in "You Hooded Me". Zeker in de nummers waar hij de lapsteel bovenhaalt straalt zijn vakmanschap. Laat niemand nu denken dat "Go ahead ‘n’ Scratch!" veel van hetzelfde herbergt. Integendeel, het album biedt een grote variatie aan stijlen en sferen, terwijl het, met de blues als basis, een zeldzame consistentie heeft. Al van bij het openingsnummer "One More Drink", wordt je bij de keel gegrepen, maar in het volgende nummer is al dadelijk spraak van variatie door deze meer jazzy titeltrack of de slowblues in "Never Meant To Hurt You", allemaal zelfgepende nummers, maar ook hebben de vier heren de productie in eigen handen. Kortweg : "Go ahead ‘n’ Scratch!" blijkt kortom een waar tijdsdocument, dat in de collectie van iedere bluesliefhebber niet mag ontbreken.
JUNEAU
website : www.thisisjuneau.com/about.html
label : Eigen Beheer
info : info@thisisjuneau.com
pat@thisisjuneau.com
anthony@thisisjuneau.com
laurie@thisisjuneau.com
www.cdbaby.com/cd/juneaumusic
Three guitars, three voices
Wat bezielt hen, wat motiveert hen om iedere week een stapeltje cd's te beluisteren en in de mate van het mogelijke er iets zinnigs over te vertellen ... nieuwsgierig? Neen, niet naar Jambers kijken maar naar www.rootstime.be . Rijk zullen wij er niet van worden maar albums als dit niet meer zo recente schijfje van Juneau weten je telkens weer te motiveren. Net als het album "Way of Life" van the Gypsy Cowgirls is dit er eentje om in te lijsten. Three guitars, three voices of hoe de familie Juneau onder leiding van producer Jack Saunders erin slaagt om niet alleen de omgeving van Austin & Houston te ontroeren met hun muziek maar ook aan de andere kant van de oceaan de gemoederen weet te beroeren. Een kleine tien jaren bezig met muziek maken resulteerde in dit prachtig (debuut) album. Met "Pretending" krijgen wij een song die al onmiddelijk behoort tot mijn eigen "All Favourites" cd. Van het handje en uit het keeltje van de bevalige Laurie Juneau en een gitaargepingel waar je U tegen zegt. Nog niet bekomen van dit pareltje huilt de pedal/lap steel (Steve Paulosek) zo hemels mooi op "Cold Winter Rain " en krijgen wij een eerste kennismaking van de harmonieuze samenzang van Laurie, Anthony en Patric Juneau. Maar ook afzonderlijk staan zij hun mannetje/vrouwtje wat blijkt uit het ragtime country/bluesy "Galveston Bay", het schitterende "My Prince, turned out to be a cowboy" met prachtig fiddle/mandolinwerk. Erg gevarieerd album dat met de blues rekening houdt in "Wishful Thinking" (met een orgeltje waar je ...inderdaad) en "Dreadfully Wrong" (met een sax waar ...), country swing hanteert in "I'm Falling to You", het bijna perfecte Americana gevoel weet te creëren met "Out Of My Heart" en het hartverscheurende/verschrikkelijke mooie "The Pain". Elf eigen spinsels die meer dan 37 minuten onze oortjes en Americana/alt.country hartje weten te verwennen. Moet het nog duidelijker ... you just can't beat that sibling harmony ... Some people try to hide their insanity, fears, frustration (and fun) ... Juneau puts it all to music songs about life, love and loss and the style is -- rock, country, folk and blues - and it's all got that "Texas-edge." (CD Baby)
Instrumentation :
Patrick - Acoustic, electric, and bass guitars, mandolin, harmonica, (TUBA!),
lead vocals, harmony vocals (kazoo)
Anthony (aka the Soymilk Cowboy) Acoustic, electric and bass guitars, lead
vocals, harmony vocals
Laurie - Acoustic guitar, harmonica, flute, lead vocals, harmony vocals
AND WHEN WE NEED MORE POWER
Jerry - Drums
Lloyd - Bass Guitar
Danny - Electric Guitar
John - Acoustic Guitar
Duane - Steel Guitar
BLUES
TRAVELER
¡BASTARDOS!
Website : www.bluestraveler.com
Email : theband@bluestraveler.com
Label : Vanguard Records
www.vanguardrecords.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
In eigen land verkochten ze miljoenen cd’s en wisten de bluesgiganten van Blues Traveler zelfs een felbegeerde Grammy binnen te halen met de song "Run-Around" (1995), waardoor van het bijbehorende album "Four" ook zomaar even enkele miljoenen exemplaren over de toonbanken gingen. Daarna groeide de band in muzikaal opzicht, maar ging het in commercieel en persoonlijk opzicht bergafwaarts. De verkoopcijfers van de volgende albums vielen tegen, bassist Bob Sheenan overleed, en zanger John Popper kampte met ernstige gezondheidsproblemen. In Europa raken ze hun cd-tjes aan de straatstenen niet kwijt. Dat komt voornamelijk door het opgebouwde imago van een ietwat patriottistische bleekschetenbluesband. Bovendien zijn wij in Europa nooit zo dol geweest op die zogeheten ‘jam bands’ uit het verleden. The Grateful Dead wacht tenslotte ook nog steeds op een overzeese doorbraak. Blues Traveler geeft jaarlijks tijdens Independence Day een optreden in het Red Rocks Theater van Denver. Vorig jaar verscheen een prima registratie van het concert uit 2003 op een dubbele dvd, "Thinnest Of Air", genaamd naar een song van het commercieel weinig succesvolle, maar artistiek geslaagde album "Truth Be Told" van datzelfde jaar. Voor wie niet vies opkijkt van deze vaak behoorlijk uitgesponnen en snoeiharde blanke bluesjams is de nieuwe "¡Bastardos!" van Blues Traveler een mooie aanwinst voor de cd-collectie, waarvan de productie in handen lag van ex-Wilco multi-instrumentalist Jay Bennett. Anno 2005 is Blues Traveler springlevend. Een prima plaat met twaalf goede rocksongs met een rootsy inslag, die soms laten denken aan Steely Dan ("Nail" en "That Which Doesn't Kill You"), aan Chicago ("She And I") en de song "Nefertiti" klinkt als "The Ballad Of Jenny Ledge" van Toy Matinee uit de begin jaren '90. John Popper schrijft meestal een aantal songs, maar de hoogtepunten zijn hier wel degelijk Ben Wilson's "Nail" en "Nefertiti" en Tad Kinchla's "Rubberneck". Het nummer "Amber Awaits" is alvast niet de beste track uit het album, maar is volgens onze mening wel de meest radio vriendelijke song. Toch mis ik op "¡Bastardos!" de meer stevige tracks zoals "Carolina Blues", "Unable To Get Free" en "Stand". Maar niet tegenstaande, Blues Traveler mag dan misschien geen opzienbarende muziek maken, fraai is het zeker wel.
CHARLIE
"BUTTERFLY" GRACIE
JUST HANGIN ' AROUND
website : www.charliegracie.com
label : www.rhythmbomb.com
info : info@rhythmbomb.com
De naam
Charlie Gracie (1936) zal in de geschiedenisboeken steeds opduiken als de
man die samen met Bill Haley & His Comets verantwoordelijk is voor de
invasie van de Amerikaanse rock & roll in Europa . Het bracht hem geen
windeieren op, meer dan 3 miljoen verkochte exemplaren van het nummertje
"Butterfly" (Bernie Lowe and Kal Mann,1957) en songs als "Cool
Baby" (Otis Blackwell) ,"Fabulous", "Ninety Nine Ways",
"Wandrin' Eyes" en "I Love You so Much it Hurts" bestormden
de charts. Lang vervlogen tijden maar de man is nog steeds aktief in het
rock & roll wereldje (met een nog recente toernee door Engeland, voornamelijk
in het clubcircuit) en mag ondermeer Paul Mc Cartney, wijlen George Harrison,
Van Morrison tot zijn bewonderaars rekenen. Maar ook Ralph Braband, de big
boss van het befaamde Rhythm Bomb Records label, heeft wel een boontje voor
deze uit South Philadelphia afkomstige rocker. "You never too old to
rock & roll" is hier treffend van toepassing en oude wijn behoeft
geen krans maar wat de jonge (Duitse) honden van Ike & the Capers en
the Round-Up Boys samen met good old Gracie op dit album laten horen mag
inderdaad ... gehoord worden. Natuurlijk zijn de scherpe kantjes wat weggevijld
maar met rockertjes als "Head Home Honey", "Hey Watcha Gonna
Do", het geld-moet-rollen clublied "You Can't Take It with you
(when you died)", de klassieker "High Heel Sneakers", het
Buddy Holly achtige "Love What You Do", "Rock-A-Beatin' Boogie"
bewijst Charlie dat zijn vervaldatum nog lang niet overschreden is. Ook
al moet hij af en toe wat gas terugnemen met het swingende "Oh Babe"
(met Ike Stoye op sax ) en het country/popdeuntje "Taking a Trip to
a Dreamland", hij kan de (blues) wolven nog doen huilen in "Please
Don't Leave Me" en "Turn on the Heat" laat er geen twijfel
over rijzen... "he is an accomplisched musician and an exceptional
talent ". Goud van oud party!
THE
ROCKIN DADDIES
ALBUM : THE ROCKIN DADDIES
website : www.members.aol.com/rockindaddies
label : Eigen Beheer
info :rockindaddies@aol.com
www.cdbaby.com/cd/rockindaddies
The Rockin
Daddies - the Slippery Chickens - One Eyed Cat , groepjes die zich situeren
in het rockabilly/New Orleans/jump blues milieu en twee dingen gemeen hebben:
frontmannen Mike Olivieri en Jerry Scaringe en hun specifieke retro sound
uit de jaren vijftig. Stevige Rockabilly/rock & roll met de opener "Little
Pig" (A. Mathis/W.M. Kilgore,1958) maar dan krijgen de songs een fraai
blues jasje aangemeten. Zo moet ondermeer de Tex Mex in de klassieker "Wasted
Days, Wasted Nights" (Huey P. Meaux, Sir Douglas, Freddy Fender) plaats
ruimen voor de nadrukkelijke aanwezigheid van het mondharmonica geluidje
van Jerry Scaringe en krijgen de rockertjes "That's Alright, Mama",
"Rip It Up" en "Slippin ' & Slidin'" van hetzelfde
laken een broek aangemeten. Bovendien kan Jerry braaf goed overweg met de
upright bass, beschikken zij met George Morales over een stevige drummer
en kan Mike Olivieri ons wel overtuigen met zijn prima gitaarspel, om: in
de instrumentaaltjes "Jr. Jives" (Brown, Rogers), "Tacos
De Pescado" (Rick Holmstrom) , "Bluto's Bounce" en steekt
hij zijn bewondering voor Link Wray niet onder stoelen of banken. Liefst
drie covers : "Run Chicken Run","Rumble" en "Lillian",
maar kan hij mij maar matig bekoren met zijn zangcapaciteiten. Een lichte
aanpassing dringt zich op want de vlag dekt de lading niet meer, met songs
als "Hey Now Baby" (Roy Byrd & his Blues Jumpers/Professor
Longhair), "Crazy Little Woman", "Baby What you Want Me To
Do" (Jimmy Reed) krijgt de blues stevig de overhand op de rock &
roll, voor ons niet gelaten, maar daarom misschien het volgend album onder
de naam van The Rockin/Blues Daddies?
MB-BLUZ
BAND
DOING MY THANG
Website : mbbluz.netfirms.com/index.htm
Email : mbbluz@yahoo.com
Label: Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/mbbluzband
Het was even schrikken bij het horen van het openingsnummer “No Thanks To You” , ik dacht even met een beginnende band te maken te hebben. Gelukkig heeft het verder beluisteren m’n mening doen herzien. Mark Blake en z’n Bluz Band kunnen wel degelijk een stukje muziek maken. Luister maar eens naar “Can’t Get Home” en “One Click From The Blues”. Hun muziek kan je het best omschrijven als ruw en vol power met een knipoog naar de jaren ’80. Een stevige ritmesectie die blijft doorgaan en snijdende gitaarpartijen van Mark Blake zijn de ingrediënten voor dit trio. Het is wel even wennen aan de monotone stem van Mark maar volgens mij ligt daar de nadruk niet op bij deze band. Of er plaats is in de Benelux en Europa voor deze band durf ik niet te zeggen. Ze doen niets spectaculairs en zoals hen zijn er 13 in een dozijn. Maar voeg Mark toe aan een goede frontman en hij zal zeker brokken maken. Maar dat is mijn bescheiden mening. Toch zeker eens luister als je houdt van knap gitaarwerk en trio blues/rock. Blueswalker
MONTI
AMUNDSON
BIG MONTI
Website : www.montiamundson.com
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/monti
Monti Amundson was een paar jaar geleden nog een soort Jimmy Vaughan look-a-like inclusief vetkuif en strak pak. De jaren "on the road" hebben van hem flink doen uitdijen en hij is nu kogelrond. Zijn muziek ligt zo'n beetje tussen Jimmy en Stevie Ray (Vaughan) in, die twee rekent hij zelf samen met ondermeer B.B. King, Billy Gibbons, Jimi Hendrix en Jeff Beck dan ook tot zijn voornaamste invloeden. Powerblues dus, maar wel met een rock 'n' roll tintje. 2005 is al lang een fantastisch jaar voor de bluesliefhebber met een bijna onophoudelijke stroom prima releases. Monti Amundson uit Portland, Oregon is slechts in kleine kring bekend, (al is hij in Nederland een graag geziene artiest), maar dat moet gaan veranderen met deze cd "Big Monti", want wat is dit goed! Niet gestolen die naam want Monti is een beer van een vent. Dit album staat vol bluesrock van het betere soort. Amundson is een gitarist die zijn eigen stijl heeft ontwikkeld en eigen nummers schrijft. Buiten de vele optredens was er wel even tijd voor de opname van twee cd's "Straight Out!"(1989) en "Prove me Wrong" (1999). Voor deze laatste cd kon hij rekenen op drummer Boyd Small en zijn Nederlandse bluesvrienden Misha Den Haring, Kim Snelton en Jasper Mortier. Het kan dan ook niet anders dat de opnames gebeurden in Amsterdam. Deze muziek kan je je zowel perfect voorstellen in een donkere kroeg waar iedereen somber met een whisky zit, als op een festivalweide. Het ene moment spelen ze hevig en agressief, even later spelen ze songs waar men blue (mistroostig, melancholisch, regenachtig...) van wordt. De ingrediënten van deze cd's zijn blues en rock met steeds een fantastiche bezetting. Amundson heeft voor zijn nieuwe album een zevental begeleiders die hem afwisselend tenvolle steunen in de realisatie van zijn eigen visie op de bluesmuziek. De komst van bassist Willy Barber gaf de band een extra-dimensie. Zijn niet-alledaags basspel sluit perfect aan bij de verscheidene drumpatronen van Cory Burden. De eerste gitaargeluiden verraden al direct het vervolg op hun vorige albums. Het eerste nummer "My American Dreams" vertrekt van een eenvoudig bluesschema, snel wordt duidelijk dat deze muziek niet naar technische hoogstandjes mikt. De klanken van "You Make A Bad Thing Worse" en "When You Love Somebody" roepen direct een festivalsfeer op. De cd gaat verder met opzwepende klanken, een gedreven stem en vooral de gitaar met een vette klank. Het swingende ritme dat af en toe te horen is maakt het geheel levendiger. Bij momenten spelen Monti Amundson en zijn band onvervalste rock, maar dan wel rock die opgebouwd is uit mooi samenklinkende gitaarimprovisaties. Ook voor de rustigere nummers "Still got Her Suitcase" en "Begging For Your Arms" is plaats gemaakt zodat er voldoende ritmewijzigingen zijn. Amundson laat zich hier van een andere kant zien, meer ingetogen in plaats van het ruige, soms complexe gitaarspel. Mooi blijft het wel, de aandacht voor de muzikale afwerking wordt nooit uit het oog verloren. Overigens een sterk punt op deze "Big Monti" is dat alle nummers werden geschreven door Amundson en dat de band niet vergeten is dat ze mooie muziek moeten maken in plaats van te bewijzen hoe technisch en snel ze wel niet kunnen spelen. Sterkte teksten moet men hier evenwel niet verwachten, Monti Amundson wil vooral met zijn band muzikaal zijn ding doen. Met deze cd heeft Amundson zichzelf overtroffen. Ik weet dat het overdreven klinkt, maar toch. De plaat is wat harder en directer opgenomen en het gitaarwerk van Amundson is wat meer naar voren gehaald wat een bijzonder effect geeft hetgeen resulteert tot hoogstaand eigen materiaal waardoor deze muziek zeker niet zal vervelen omdat de nummers onderling variëren.
SCISSORMEN
JINX BREAKERS
Website : www.scissormen.com
Label: Hi-N-Dry
www.hi-n-dry.com
info@hi-n-dry.com
Vraagtekens
rezen bij het zien en lezen van deze CD hoes. Waar heeft de redactie mij
nu weer mee opgezadeld dacht ik in eerste instantie. Een band die bestaat
uit 2 muzikanten nml. Ted Drozdowski (op slide guitar en zang ) en Rob Hulsman
(op drums en xylophone). Nu goed, we zullen eens luisteren wat dat teweeg
brengt. Het openingsnummer “Death Letter” doet met denken aan
George Thorogood maar dan iets meer ingetogen. Wonder boven wonder klinkt
het meer dan behoorlijk zo zonder andere begeleidingsinstrumenten. Deze
CD bevat 5 nummers en is eigelijk hun debuut EP. Volgens ik kan lezen op
hun site zouden er nog 2 extra muzikanten deelnemen aan deze EP maar daar
hoor ik eerlijk gezegd weinig van. Maar geen nood, met hun 2 zorgen ze meer
dan nodig voor een overvolle sound, luister maar eens naar “John The
Revelator”. Mooie drumpartijen van Rob Hulsman dat wel. Het nummer
dat mij het meest kan bekoren is “Jessie Mae”, een lekker ingetogen
12 bar bluessong. Op al de andere songs heb ik de indruk dat de heren te
zeer hun best doen om het te kort aan extra begeleiding te verdoezelen,
dit door alles overvol te doen klinken. Misschien moeten ze toch eens overwegen
om met een complete band te werken in de toekomst.
Blueswalker
X
- RATED COWBOYS
website : www.xratedcowboys.com
label : Eigen Beheer
info : cowboy@xratedcowboys.com
www.cdbaby.com/cd/xratedcowboys3
Niet tevreden ... geld terug ... zo zeker van hun stuk waren de mensen van
het gezaghebbende Miles Of Music toen zij het derde album van de X - Rated
Cowboys verkozen tot hun "100 % Guaranteed" pick of the week.
Het succes van hun vorige albums "Honor Among Thieves" (01) en
"Saddest Day Of The Year" (03) heeft ongetwijfeld een rol gespeeld
bij hun beslissing en het feit dat niemand minder dan Dan Baird, net als
op het album "Saddest Day" opnieuw aangezocht werd om de produktie
in handen te nemen zal ook wel van invloed geweest zijn. Maar net als bij
het voetbal, de match moet nog altijd gespeeld worden, blijft ieder nieuw
album verrassingen inhouden. Want lovende kritieken als "They say we
sound like John Wesley Harding, Elvis Costello and Lynyrd Skynyrd and that
Quinn's vocals are full of bitter and bite" mogen dan wel mooi meegenomen
zijn, zo gemakkelijk kan je de jongens van Rootstime niet beinvloeden. Luisteren
is de boodschap en dan kom je tot het besluit dat net als bij hun eerder
verschenen materiaal, en met iemand als Dan Baird aan het roer is dat logisch,
het gitaargeweld hoogtij viert. Met "Low Self - Esteem & Alcohol",
"Twister in a Trailer Park", "W.S.W.T" en het verborgen
trackje geven de jongens uit Columbus, Ohio aardig van katoen en dat is
eigenlijk een ietsie pietsie jammer want net als bij de bandjes Slobberbone,
Drive By Truckers, 16 Horsepower ... gaat mijn voorkeur uit naar de iets
rustiger nummers. Openingstrack "Passenge Window" streelt bijwijlen
je oortjes, "Happy Hour", "Just Passt the Healights"
en "Shimmer" zijn songs die Costello doen opveren uit zijn luie
stoel en geven aan dat Quinn Fallon (acoustic guitars/vocals), Andy Harrison
(electric guitars, backing vocals), Bob Hite (B3, piano, wurlitzer, accordion),
C. Douglas Wells (drums) en Chris Skrobot (electric gt) de tegenpartij op
de verkeerde voet kunnen zetten... pop/rock/roots/alt.country, het lijkt
wel of ze Rene Vandereycken binnengehaald hebben als coach.
JOHNNY
NICHOLAS
LIVIN’ WITH THE BLUES
Label: TopCat Records
www.topcatrecords.com
info@topcatrecords.com
cdbaby.com/cd/johnnynicholas3
Deze Texaan
is zeker geen beginneling in de blues. Dit is reeds z’n 3de album
voor TopCat Records en hij heeft zich hierop laten omringen door tal van
gastmuzikanten. Enkele daarvan zijn : Cindy Cashdollar op lapsteel, Floyd
Domino op piano en Al Gomez op trompet. 12 songs telt deze CD waarvan 7
eigenhandig geschreven. Niet alleen kan hij prachtig gitaar spelen maar
is hij ook nog goed op de piano. Heerlijke onvervalste blues krijg je te
horen op deze CD. Leuk zijn ook de persoonlijke anekdote’s die Johnny
bij elk nummer vermeld. Zo heeft ie “Hill Top” samen met Cindy
Cashdollar geschreven in z’n eigen wegrestaurant terwijl de klanten
rustig zaten te eten. “Dirty People” is eigelijk een ode aan
z’n vermoorde zoon en vertelt over al het kwade in deze wereld. Ook
heel leuk om te horen is “Need Your Love So Bad” dat hij samen
met Marcia Ball in duet zingt. Johnny steekt het niet onder stoelen of banken
dat hij een grote Marcia Ball fan is. Eén van mijn favoriete nummers
is “Honeydrippin’ Baby”, een lekker lowdown swingsong
met ruimte voor mooi soleerwerk van de trekzak. Deze CD zal zeker geen wereldsucces
worden maar ik vind hem zeker meer dan de moeite. Gewoon al door het feit
dat je tussen de nummers door gewoon kan lezen en voelen wat deze meneer
al allemaal heeft moeten doorstaan in z’n leven. Respect voor deze
man is hier op z’n plaats
Blueswalker
HOBOTALK
NOTES ON SUNSET
Website : www.hobotalk.com
Email: info@hobotalk.com
Label : Glitterhouse Records
www.glitterhouse.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Hobotalk draait rondom de Schotse singer-songwriter Marc Pilley (zang en gitaar), die naar eigen zeggen sterk beïnvloed is door Joni Mitchell en Jimmy Webb. Verder bestaat deze band uit Ali Petrie (keyboards), Alan Cranston (drums) en Nick Houldsworth (elektrische gitaar). Hobotalk maakt net als op hun debuut, "Beauty In Madness" (1999), buitengewoon knap in elkaar zittende akoestische songs. Liedjes die de ene keer ingetogen zijn en de andere keer iets meer uitbundig. Een vleugje America, een vleugje David Crosby, maar ook een folk ondergrond of een wat meer Americana-georiënteerde ondergrond ontbreken niet. Het maakt van "Notes On Sunset" weer een heerlijk gevarieerde cd. Net als op hun debuut weet Pilley en co op "Notes On Sunset" te verrassen en te vermaken. Het is in feite een cd waar we eigenlijk niet al te veel woorden aan vuil zouden moeten maken, want iedere keer dat je hem hoort klinkt hij weer anders en bovendien is de muziek van deze Schotten zo divers dat het toch nauwelijks te omschrijven is. De opener "Little Light" is meteen kenmerkend voor de hele plaat: sfeervolle ingetogen nummers voorzien van subtiele, vrijwel akoestische, begeleiding met intelligente teksten. De stem van Pilley doet ergens denken aan Jim Croce, terwijl een nummer als "Book of Life" niet zou misstaan op een plaat van Tim Hardin. "Notes On Sunset" is een cd die je gewoon moet horen. Nee, vernieuwend is dit absoluut niet, maar door de kracht van de composities is dit zeker een plaatje dat de aandacht verdient. Voor een koude herfst-avond, met een glaasje witte wijn.
THE
GYPSY COWGIRLS
WAY OF LIFE
website : www.gypsycowgirls.com
events@gypsycowgirls.com
label : Eigen Beheer
info : carley@gypsycowgirls.com
www.mytexasmusic.com/gypsycowgirls
Buren die ongerust worden, een vriendin die zich vragen begint te stellen, familieleden die het niet begrijpen .... oorzaak ... het SCHITTEREND album van the Gypsy Cowgirls. In het bezit van een uitgebreide cd collectie en de laatste dagen hoor je tenhuize rootsrocker slechts een album. "Way Of Life" is volgens de bescheiden mening van uw dienaar een klein meesterwerkje dat met ondermeer de pareltjes "Show My Heart How To Say Goodbye" (grandioos!), "Separate Ways" en "Nicky's Song" geschiedenis gaat/moet schrijven. Het duo Carley Pilgrim en Scooter Pearce vormen de spil van de Gypsy Cowgirls (Austin, Texas) en zijn met hun heerlijke stemmetjes en songwriting from the heart verantwoordelijk voor de lichtjes euforische toestanden die zich afspelen in mijn nederig stulpje. Prima honky - tonkin' livin' - lovin - leaving songs ("Closed For Reconstruction",With the Eagles I'll fly", "Honky Tonkin' is a Way Of Live", " Full Rage"), folk ballads ("As long As You Have Faith") , country rockertjes met een bluessausje : "Gettin' Over You", "Acceptance" en "Don't Know Where I'm Goin'". Inderdaad 'even cowgirls get the blues'. Kortom hoe maken zij het ... niet met Gamma maar met een Texas soundje dat je niet onberoerd laat. Prachtige stemmen, een drum, wat percussie, prima gitaarpickers ... ik weet begot niet of the Gypsy Cowgirls met het album "Way Of Life" my "Last Great Romance" zullen zijn maar het bezorgt mij wel een heerlijk vlinders in de buik gevoel en zorgt ervoor dat ik spoorslags op zoek ga naar eerder verschenen materiaal (om : een EP'tje "The first Five"en een songwriter/akoestische cd " In the Raw"). Bandleden op dit album : Alan Stewart (lead guitar), Dan Perkins (bass), Perry Banty (drums en percussie) en een eervolle vermelding voor The Dog. Juist terug van een uitgebreide toernee door Texas, maar voor mij mogen deze dametjes hun koffers meteen pakken om de oversteek naar de lage landen te overwegen. "Have guitar, will travel (Scooter Pearce) KLASSE!
CARLOS
GUITARLOS
HELL CAN WAIT
website : www.carlosguitarlos.com
label : Nomad Records
info : nomadrecords@aol.com
DME4music@aol.com; (Damon Ayala)
www.cdbaby.com/cd/guitarlos2
In het begin
van dit jaar (zie rev.maart 05) was ik bijzonder enthousiast over Carlos
Guitarlos album "Straight From the Heart". Blijkbaar was ik niet
alleen want in Engeland kreeg hij van de BBC radio zelfs terecht de vermelding
van "The discovery of the Year". De man deed mij denken aan de
betreurde Ted Hawkins en die liet op mij een onverwoestbare indruk op het
BRBF festival editie 1987. In augustus kon ik jammer genoeg niet aanwezig
zijn op het enige optreden van Carlos in Belgie (Gevarenwinkel Herselt)
en op mijn zoektocht naar info over zijn concert waren de meningen nogal
verdeeld. Het was dan ook uitkijken naar "Hell Can Wait' dat pas in
januari 2006 zijn release krijgt in de Benelux maar waarvan Rootstime nu
al de primeur kreeg. Negentien eigen songs en aardig wat bekend volk op
dit schijfje, zo kwamen ondermeer levende legendes Gene Taylor (piano //
Blasters, Fabulous Thunderbirds), David Hidalgo (vocals, accordion // Los
Lobos) en Marcy Levy (backup vocals // Eric Clapton) een handje/mondje toesteken.
Bovendien aardig wat blazers op dit album die te pas en onpas opduiken en
u voelt misschien al nattigheid ... dit album roept vraagtekens op. Opener
ragtime/country/blues "Love Me From the Start" gaat nog op het
elan verder van zijn vorig album, prima op zijn eentje en met "Got
No Time" doen de blazertjes voorzichtig maar voortreffelijk hun intrede
en scheuren de gitaartjes nog op een aanvaardbaar niveau. De cajun op "Keep
Me Satisfied" is nog best te pruimen, maar met "Get Back"
en "Save A Dance" schuift Carlos Guitarlos richting Van Morrison
en met "Shake My Blue" (met Hidalgo) geraakt hij in het vaarwater
van Eric Clapton. Het straathoekstemmetje moet meer en meer wijken voor
de commerciële blues en de duet ballad "I Found Someone"
met Marcy Levy (of ... the beauty and the beast) is voor mij nu al "de
miskleun" van het jaar 2005. Maar ook de rockertjes "Say you Love
Me" en "Shake With My Baby" waarbij Gene Taylor zijn knuisten
laat hameren op de piano, en ondanks het het prima harmonicaatje van Vince
Meghrouni op "Woman On My Mind" zijn te hoog gegrepen voor Carlos
en het lijkt verdacht veel op wat een dronken Geraint Watkins ooit uit zijn
botten slaat. "I'm Drinkin' Again"... je zou voor minder aan de
drank geraken en met zijn drugs en alcohol verleden lijkt mij dit nu niet
bepaald een verstandige beslissing. Want dan zou een prima country song
als "Old Dead Body" wel eens rap tot werkelijkheid kunnen komen
en daarvoor is het nog iets te vroeg. Guitarlos bewijst met de songs "Baby's
Coming Back home", "Here I Come", "I Feel Love",
" I've Been Dead Since You've been Gone" en het meezingertje "
Making Better" dat hij het niveau van "Straight From the Heart"
nog kan evenaren. Jammer genoeg is het maar een opflakkering want met "Sure
is Good" en "Hole In My Pocket" zijn wij erg dicht in de
buurt van wat schreeuwerige blues/rock en laat Carlos Guitarlos ons vertwijfeld
achter. Een serieuze domper op mijn enthousiasme voor Carlos Guitarlos ...
maar wij geven hem grootmoedig als wij zijn nog een kans.
CHRIS
DANIELS & THE KINGS
10
Website : www.chrisdaniels.com
cwd444@aol.com
Label : Moon Voyage Records
Thanks to Brad Hunt
Info : www.musicwords.nl
"We will donate 100% of the money we recieve from downloaded songs from this web site, www.chrisdaniels.com, to the American Red Cross until the end of 2005": Chris Daniels
De uit Colorado komende zanger/gitarist Chris Daniels en zijn band The Kings zijn in ons land geen onbekenden meer. Met zijn muziek, een mix van blues, folk, cajun, jazz en rock (om enkele ingrediënten te noemen), heeft Daniels een vaste schare bewonderaars aan zich weten te binden. Het tiende album van Chris Daniels en zijn Kings, kreeg gewoon de naam "10" mee, mischien wel de meest logische benaming, maar deze plaat zal voor zowel fans als nieuwe luisteraars een mooie verrassing zijn. Ondanks het feit dat Chris Daniels en zijn Kings éénentwintig jaar bij elkaar zijn, zijn ze nog steeds even creatief en geïnspireerd. Daniels en de zijnen gaan op dit album terug naar de sound waarmee ze toen zijn begonnen: 'sweet soul en Memphis Horns, Texas drive en New Orleans funk' hetgeen we hier gewoon 'Funky Blues' noemen. Geen wonder dan ook, dat "10" een uitstekend album is geworden en misschien wel zijn beste cd tot nu toe! Op "10" zijn vijf van de tien nummers van zijn eigen hand, naast natuurlijk prachtige songs als "Killing Floor" van de hand van Chester Burnett en de afsluitende Steve Ray Vaughn's "Crossfire". Vanaf de zelfgepende opener “Howlin' At the Moon", een funky met blazers gedreven nummer, is het meteen goed raak. Toch ademt deze plaat soms een unplugged, singer-songwriter-sfeer, luister maar eens naar het prachtige nummer "It's All Good" of naar de 'feel-good' sound in "Come On Sit Down In My Kitchen", waarin Daniels relaxt naar Robert Johnson neigt. En dan hadden we ’t nog niet over Howlin' Wolf's "Killing Floor" versie, die hier zelfs beter klinkt als de klassieke hit van de Electric Flag. Of over een rustiger moment, als daar is "Bluz Cruz", een track die we kunnen omschrijven als :'Keb Mo meets the Memphis horns'. Voor de andere songs gaat de vergelijking : 'Little Feat with horns' het best op.Chris Daniels is al decennia-lang een gevestigde naam in de wereld van de blues en heeft zeer goed ontvangen CDs op zijn naam staan. Hij is een graaggeziene gast op Europese podia waar hij dan ook veelvuldig vertoeft en levert met dit nieuwe album "10" een echt meesterwerkje af. Kortweg: Chris Daniels &The Kings vertolken typische Amerikaanse rootsmuziek met blues, folk, jazz, rock, ragtime en vaudille, en als u de mogelijkheid heeft om hem in een intieme entourage te zien spelen is dit wel echt een buitenkansje.
ERIC
TAYLOR
THE GREAT DIVIDE
Website : www.erictaylor.com
Blue Ruby Music & Records
www.bluerubymusic.com
info@bluerubymusic.com
Eric Taylor maakte in het begin van de jaren zeventig uit van een groep singer-songwriters in Houston, samen met Townes Van Zandt en Guy Clark. In die tijd was hij een van de grote voorbeelden van Steve Earle, maar het zou tot 1981 duren voordat Eric Taylor zijn eerste plaat opnam. Hoewel de plaat door de critici goed ontvangen werd, trok Taylor zich kort daarna terug uit de muziekwereld, al verscheen hij van tijd tot tijd op platen van Lyle Lovett, Nanci Griffith en Robert Earl Keen die ook songs van Eric opnamen (net zoals Joan Baez en June Tabor). In '81 komt zijn eerste album "Shameless Love" uit, maar kort daarna stapt hij plotseling uit de muziekbusiness. Zijn 'comebackplaat' ("Eric Taylor"), uit 1995 werd met een aantal prestigieuze awards onderscheiden, en ook "Resurrect" (1998) werd goed ontvangen. Op zijn vierde album "Scuffletown" (2001) staan voor het eerst twee songs van een andere songwriter, zijnde zijn goede vriend en mentor Townes Van Zandt. Nummers die tevens prima aansluiten bij Taylor's eigen composities. In 2003 was er de cd "The Kerrville Tapes", een album met tien songs die Taylor bij drie verschillende edities van het prestigieuze Kerrville Folk Festival speelde. En nu, 2 jaar later, is er weer een nieuwe cd met als titel "The Great Divide". Deze plaat opnomen in Romano's Red Shack te Houston tussen april en juli dit jaar bevat elf songs, voornamelijk eigen werk, maar bevat ook een tweetal covers, nl. "Brand New Companion / Lulu’s Back In Town / Dirty Dirty" van respectievelijk Townes Van Zandt, Al Dubin & Harry Warren en Mike Sumler en "Ain’t But One Thing Give A Man The Blues" van Arthur Jackson alias "Peg Leg Sam". Eric Taylor beschikt over een wat rokerige stem die in de loop der jaren steeds meer scheurtjes is gaan vertonen. Zijn zang past echter goed bij de delicate melodieën die hij uit zijn gitaar laat vloeien. Weinig singer/songwriters leggen in hun gitaarspel zoveel techniek en vindingrijkheid aan de dag als Taylor. Fijnbesnaard is de kwalificatie die misschien nog het meeste recht doet aan zijn muziek en teksten. Sommige singer/songwriters maken muziek die in een solobezetting het meest trefzeker is. Een rijke instrumentatie ontneemt de liedjes maar hun kracht. Deze muzikanten zijn de ware troubadours onder de singer/songwriters. Eric Taylor is er een van!
CORY
MORROW
NOTHING LEFT TO HIDE
Website : www.corymorrow.com
Email: info@corymorrow.com
Management: Virginia Davis
Virginia@mediaroompr.com
Booking: Chad Kudelka
Austin Universal Entertainment Inc.
E-Mail: chad@universalentertainment.com
Label :Write On Records
De regelrechte stortvloed aan releases afkomstig uit de Lone Star State, die de jongste jaren over ons heen gutste, ligt hier voor de florerende Texaanse muziekscène eigenlijk aan de basis van een soort averechts effect. Als je het goed gewend bent, wil je immers altijd maar beter en beter. En tegen die hoge verwachtingen blijken al lang niet meer alle Texaanse producten opgewassen. Geen probleem echter voor de in Houston geboren Corry Morrow! Diens laatst verschenen album "Nothing Left To Hide" betekent in vergelijking met zijn vorige verschenen albums een gigantische sprong voorwaarts. Sinds de periode tussen zijn grote doorbraak met het album "Outside the Lines" (2002) en de opvolgers daarvan, zowel met betrekking tot zijn composities, als ook de uitvoering daarvan, heeft hij echt een enorme vooruitgang geboekt. "Nothing Left To Hide" is dan ook een verrassing van de allerzuiverste soort. Liefhebbers van zijn muzikale spitsbroeder Pat Green zullen met deze nieuwe cd van Corry Morrow hun pret niet op kunnen. Het album bulkt immers van de prettig in het gehoor liggende Texaanse country-rock- en singer-songwriterdeuntjes, waarhij hij bij het schrijven van deze elf songs, op hulp kon rekenen van producer Keith Gattis (Dwight Yoakam en Waylon Payne), Ray Wylie Hubbard, Radney Foster, Patrick Davis, Frank Jackson en Walt Wilkins. Ook voor de muzikale begeleiding kon hij rekenen op zeer professionele steun van o.a. Taras Prodaniuk (bas), Glenn Shankle (steel), Rami Jaffee (piano, orgel) en vocale hulp van o.a. Waylon Payne, Andy Tubman en Walt Wilkins. Met zijn wat gruizige stem neemt Morrow ons mee op een muzikale trip langs melodieuze countryrock "Heart Of Fire", akoestische ballades (“My Way Home”), typisch Texaans singersongwritermateriaal zoals de eerste single, "Beat of Your Heart" en "Good Intentions” allen voorzien van de nodige romantische teksten. Als Cory Morrow in de komende maanden aan dit tempo blijft verder groeien, zal hij binnen de kortste keren probleemloos doorstoten tot de hogere regionen van de momenteel actieve lichting Texaanse singer-songwriters, hetgeen we niet kunnen zeggen van onze Rode Duivels na hun pas opgelopen nederlaag tegen Spanje. Kortweg: "Nothing Left To Hide" is één van de betere cd's van Corry Morrow en wat ons betreft één van de betere cd's die 2005 in het genre West Coast country tot dusver heeft opgeleverd.
KEN
CLARK ORGAN TRIO
MUTUAL RESPECT
Website : www.kcot.net
Email : ken@kcot.net
Label : Severn Records
www.severnrecords.com
Disr.: Rounder Europe
www.roundereurope.com
Munich Records
www.munichrecords.com
Er was een tijd dat deplatenboer jazz en blues in hetzelfde rek klasseerde. Deze opvolger van "Eternal Funk" uit 2003 van het uit New England komende Ken Clark Organ Trio, een trio van geroutineerde muzikanten, verklaart waarom. Nee deze bluesjazz-veteranen brengen geen jazzy versies van bluespatroontjes die s'nachts middels Radio 2 voor enig antislaapgeruis zorgen in de auto. Deze cd bevat niet fanatieke blues met een jazzy klankkleur. 'Jazz' gitaar betekent hier dus: afwijkend van de noten en akkoorden binnen clichématige bluesschema's, en een licht afwijkende speelwijze. 'Jazz' betekent hier verder vooral een prominentere rol voor de Hammond B-3. Met zijn nieuwe cd, "Mutual Respect", heeft toetsenman Ken Clark, met naast hemzelf, Mike Mele op gitaar en Steve Chaggaris op drums, alweer een fantastische plaat afgeleverd waarop het trio hongerig en zeer geïnspireerd overkomt. Uitbundig en inventief zijn de voornaamste karakteristieken. Alsof Ken Clark en de zijnen zich nog moeten bewijzen. Het gebodene is gecompliceerd maar omdat er veel 'lucht' tussen de piano, drums en gitaar blijft, is het geen opgave om "Mutual Respect" uit te zitten. Deze plaat waarop traditionele jazz, funk, soul en blues een vrij ruw, maar daardoor juist heel authentiek klinkend huwelijk aangingen, ver verwijderd van de gestroomlijnde fake-jazz, brengen hier herinneringen naar boven van de groten, zoals Jimmy Smith, Larry Clark en Don Patterson, met hun albums uit de jaren '50 en '60. "Mutual Respect", met zijn elf tellende nummers doet nog het meest denken aan een filmsoundtrack, met heerlijk weemoedige, pakkende thema's, waarin met name Ken Clark op Hammond B-3, elektrisch piano en vocals een hoofdrol voor zich opeist. Prachtig!
DELTA
MOON
HOWLIN'
Website : www.deltamoon.com
Email:the band@deltamoon.com
Info: Brilliant Productions
Nancy Lewis-Pegel
npegel@mindspring.com
Label : Delta Moon Records
Wat maakt Delta Moon tot een echte "no-nonsense" bluesband die je gezien en gehoord moet hebben? De naam zegt wat de liefhebbers al weten: de stijl die gespeeld wordt is blues. Ofschoon de band en hun stijl moeilijk in een hokje te plaatsen is, kan men de stijl van deze award winnende band van Atlanta het best omschrijven als: swampy, southern-getint, delta-billy rootsmuziek met een Americana/soul-gevoel. Delta Moon werd gevormd op het laatste van de jaren '90. Gina Leigh, Mark Johnson, en Tom Gray leefden allen in de buurt van het Atlanta's Inman Park. Ons trio kwam regelmatig samen in de woonkamer van Mark om arrangementen uit te werken, gaande van blues tot originele songs voor twee slidegitaren en evenveel stemmen. Spoedig volgden een bassist, een drummer en een percussionist, en natuurlijk optredens in nachtclubs en festivals in Atlanta en omstreken. De debuut-cd werd in eigen beheer uitgegeven in 2002. Opvolger "Live", maar vooral het album "Goin' Down South" van vorig jaar kon op een grote verkoop rekenen. Hun met passie gebrachte muziek is altijd hoor- en zichtbaar tijdens hun energieke optredens in Amerka en Europa. Op hun nieuwe album "Howlin'", op hun eigen Delta Moon Records label, zijn de nummers gedomineerd door eigen werk: originele, vernieuwende en stuwende blues in een mix van Delta blues, R & B, boogie-woogie, blues rock en gospel. De band was opgericht als een trio, maar ondertussen zijn er in het laatste jaar wat veranderingen gekomen. Nieuwkomers zijn Kristin Markiton (Kodac Harrison, Bill Sheffield, Mike Geier) en Phil Skipper (Gracie Moon, Michelle Malone, Cast Iron Filter). Zodat de volledige line-up er nu uitziet als : Kristin Markiton (vocals), Scott Callison (drums), Phil Skipper (bas), Mark Johnson (bottleneck gitaar) en Tom Gray (lap- en slide gitaar, piano & vocals). Inspiratie komt uit ervaring, de vele onmisbare positieve reacties tijdens de live optredens, interviews en recensies in de pers. Door voortdurende vernieuwing van het repertoire en een flinke dosis live improvisatie, zal een concert van de band nooit hetzelfde zijn en kijken we ernaar uit ze hier in de Lage Landen op tour te zien. Opvallend aan deze sterke plaat zijn niet alleen de negen totaal eigengemaakte nummers of de twee cover's (Frank Edwards "Put your Arms Around Me" en Jessie Mae Hemphill's "Lovin' in the Moonlight"), maar de opener "You Don't Have to Go" en "Blue Highway", nummers die wel degelijk lijken op het lijf van Kristin Markiton geschreven te zijn. Delta Moon vereinigen roots, blues, southern en Delta rock in "Howlin'" en mag dan ook gezien worden als een plaat waarvan ik gehoopt had dat die nog gemaakt zou worden! Delta Moon speelt vitaal en stijlvol hun rootsy nummers. De vijf hebben er hoorbaar plezier in. Hopelijk zijn zij niet de enigen.
ANGIE
STEVENS
I'M OKAY
Website : www.angiestevens.com
Info: Suzanne Lainson
Words and Music
pr@angiestevens.com
www.cdbaby.com/cd/stevensangie
Angie
Stevens groeide op in Denver. "I picked up a guitar when I was ten,
fascinated by how something made of wood could understand my depressed brother
more than any person I knew. I was drawn to it, but after he committed suicide
the next year at age 21, I didn't go back to it until I was sixteen. I had
his Fender Stratocaster (my mom gave away his acoustic, and we still kick
ourselves for that) and I began to play to accompany my poetry. The words
I wrote for the hard life I had lived. The words I wrote for him."
Op vroege leeftijd volgden drie albums, uitgebracht in zelf beheer, elkaar
snel op, en dan verdween ze plots van het toneel. Dit gebeurt wel vaker
bij singer-songwriters, maar nu op 25-jarige leeftijd staat ze er terug
met "I'm Okay", en met deze nieuwe plaat gaat Angie Stevens beslist
heel veel indruk maken, want "I'm Okay" is een geweldige cd. Allereerst
vanwege de zang die voor heel wat kippenvel zal gaan zorgen de komende tijd.
Angie Stevens beschikt over een krachtige stem die in de nummers met veel
countryinvloeden dicht tegen die van Mindy Smith en Kasey Chambers aanzit,
maar in de nummers met meer popinvloeden ook regelmatig doet denken aan
die van Janis Joplin en zelfs Grace Slick. "I'm Okay" valt niet
alleen op door de geweldige zang, maar ook door de hoge kwaliteit van de
songs. Liedjes die voor het overgrote deel vallen in de categorie folk-pop,
wat uitstapjes richting country daar gelaten. De muzikale begeleiding varieert
van uitbundig tot zeer sober, wat van "I'm Okay" een afwisselende
cd maakt. Twaalf sterke, eigen composities staan er op de plaat, met het
bluegrass getinte "Little Things", het titelnummer, het rockende
"Heaven Knows" en het emotievolle "This Soul, These Hands"
als uitschieters. Country, blues, rootsrock, bluegrass en honky-tonk, Angie
Stevens combineert het weer tot een fraai geheel. Angie Stevens schrijft
tenslotte mooie, intieme liedjes die een sterk autobiografisch karakter
hebben. Hieronder veel tranentrekkers, maar ondanks al het leed is "I'm
Okay" een optimistische cd. Alles bij elkaar kunnen we "I'm Okay"
alleen maar bestempelen als een mooie tweede start, waarin de dragende factor
nog altijd de bijzondere stem van Angie Stevens is. Soms wat meisjesachtig,
soms met een snik, maar altijd warm, krachtig en overtuigend. Warm aanbevolen
voor liefhebbers van onder andere Melissa Etheridge, om nog maar ééntje
te noemen. Onthouden dus die naam: Angie Stevens.
MEM
SHANNON
I’M FROM PHUNKVILLE
Website : www.memshannon.com
Email : adam@sloatentertainment.com
Label :Northern Blues Music
Website : www.northernblues.com
info@northernblues.com
Distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Blues,
funk, soul en zelfs rock krijg je te horen op deze CD van Mem Shannon. Ik
vind het allemaal meer dan prima zoveel variatie, zeker als dit overtuigend
gebracht wordt. Dit alles steekt dan ook nog eens in een zeer mooi en afgewerkte
hoes voorzien van alle teksten. Bij het openingsnummer “The Reason”
krijg je al dadelijk te horen dat Mem Shannon de wereldproblematiek niet
schuwt. Muzikaal zeker een geslaagde opener die lekker funkt met zeer mooi
blazerspartijen. Ook het 2de nummer “Swing Tiger Swing” doet
wat het moet doen, swingen als een big band. Ik stel me deze man voor “live
on stage” en krijg dan de indruk dat hij voor een aardig lekker feestje
kan zorgen. Hij laat ook ruimte voor het komische aspect in een nummer als
“I’ ll Kiss A Pitbull”, luister maar eens naar die tekst
hhhahaahah. Mem Shannon kan aardig overweg met de gitaar en z’n stem
klinkt lekker diep en warm en doet met momenten zelfs denken aan wijlen
Luke Walter Jr. Lekker swingen in de echte West Coast stijl doet hij op
het nummer “Sweet Potatoe” met lekker veel ruimte voor mooi
gitaarwerk. Verder verrast hij ons nog met een mooi herwerkte versie van
“Eleanor Rigby” beter bekend van The Beatles. Voor de liefhebbers
van variatie in het straatje van roots-muziek is deze CD zeker een aanrader.
Ik koester hem in elk geval en hoop deze band ooit aan het werkt te mogen
zien in België.
Blueswalker
THE
MARK MICHAEL BAND
STEPPIN’ OUT
Label : Note-Records
Website : www.note-music.co.uk
Email : info@note-music.co.uk
Dit
is het eerste solo album van deze meneer. Doch hij is geen nieuwkomer, al
jaren doen muzikanten beroep op hem om voor een bepaalde gitaarklank te
zorgen op hun cd’s. Via deze weg wil Mark zelf eens in de spotlights
staan zodat hij een breder publiek kan bereiken met z’n speciaal talent.
Alle nummers zijn van zijn hand behalve “Got The Blues”, dit
is van de band van Mickey Baker. Een bluesgitarist die ook meer bekend is
als rechterhand van andere bluesgroten. De muziek van Mark Michael klinkt
zeker niet slecht en leunt meer aan bij popblues dan traditionele blues.
Hij weet lekker om te gaan met de WahWah pedaal en z’n solo’s
doen dikwijls denken aan die andere meneer uit Engeland nml. Gary Moore.
Luister maar eens naar nummers als “All Messed up” en “Bad
Things” waar zelfs z’n stem veel weg heeft van Gary Moore. Persoonlijk
hoor ik hem het liefst in deze meer uptempo rockachtige nummers want pas
dan komt het klasse gitaarwerk tot z’n recht. Volgens mij ligt ook
dit genre hem het beste te oordelen aan hoe hij zich geeft. Dus volgende
keer een oerdegelijke meer Engelse bluesgerichte CD uitbrengen is de boodschap.
Blueswalker
TODD
THIBAUD
NORTHERN SKIES
Website: www.toddthibaud.com
Email: toddmail99@aol.com
Thanks to: LizWinchester
Red Haired Girl Publicity
LizWinchester@earthlink.net
Label :95North Recording Corporation
Distr.: Blue Rose Records/SonicRendezVous ( www.sonic.nl)
Vier solo-albums heeft de in Boston woonachtige Todd Thibaud inmiddels op zijn naam staan. Albums die goede kritieken ontvingen en de aandacht trokken van een kleine groep liefhebbers. Het vierde studio-album "Northern Skies" (2004) van deze singer-songwriter is weer een duidelijke stap voorwaarts. "Little Mystery" uit 1999 liet al een volwassen rootsrocker horen met een poppy randje. "Squash" uit 2000 trok die lijn door, en deed hier en daar denken aan Matthew Sweet. Ondanks lovende recensies, bleef een doorbraak in Amerika uit. Thibaud is echter een uitstekend singer-songwriter, in het verlengde van Tom Petty, Freedy Johnston en John Hiatt, en beschikt over een aangename warme stem. Dankzij een hoogoplopende ruzie met zijn Amerikaanse distributeur ‘vluchtte’ Thibaud samen met gelijkgestemde songwriters Chris Burroughs, Terry Lee Hale en Joseph Parsons in de gelegenheidsband Hardpan. Die ervaring heeft Thibaud duidelijk goed gedaan, want "Northern Skies" is minder poppy, al zijn de ijzersterke melodieën nooit ver te zoeken, en meer America-gericht. Dat resulteert in een dertiental prima nummers, variërend van stevig rockend tot aangenaam ingetogen. Het gitaarspel is gedegen, charmant, maar niet uitzonderlijk. Nee, de kracht zit hem behalve die frisse stem vooral in de sterke melodielijnen die de meer rootsy gerichte popsongs als "Three Words", "Let It Slide", "Long Way Down" en "Ways To Leave" laten vlinderen. Je gaat vanzelf denken: wanneer krijgt Todd Thibaud de roem die hij verdient? Misschien met het pas verschenen "Best Of" zal misschien toch wat gaan veranderen. Aan de kwaliteit van het gebodene zal het zeker niet liggen want op "Northern Skies" komt deze kwaliteit nog maar eens duidelijk naar voren. Een plaatje voor de liefhebbers.
THE
JOHN O'LEARY BAND
SINS
www.johnolearyband.com
info@johnolearyband.com
Label : eigen beheer
John O’Leary is een geweldige mondharmonicaspeler en een uitstekende blueszanger. Laten we daar maar gewoon even mee beginnen. Deze bluesman is mede-oprichter van Savoy brown, de onmisbare schakel in de John Drummer Band en de Brunning Hall Sunflower Band, en de man die met Champion jack Dupree een album opnam. Na zijn eerste bejubelde album "As Blue as I Can Be" (2003) is er nu de opvolger "Sins". O'Leary's specialiteit: Chicagoblues-harmonica in de traditie van James Cotton of Junoir Wells. Zoals zijn helden, heeft hij er een handje van weg om de harmonica tot opperinstrument te bevorderen zonder het groepsgeluid onrecht aan te doen. Maar wat deze cd, die in eigen beheer is uitgebracht, een werkelijk verbijsterend goede plaat maakt is de inzet van gitarist Jules Fothergill. Deze Britse gitarist zijn naam komen we de laatste tijd wel vaker tegen, onder meer ook als gitarist in de band Roadhouse. Hier, bij John O’Leary, laat hij horen dat hij ook op een spectaculaire vernieuwende manier gitaar kan spelen. Luister maar eens naar het bijtende slidegitaarspel op "Move Away", waarbij zijn gitaar soms bijna als de rauw scheurende mondharmonica van O’Leary klinkt. Dat maakt het gitaar/mondharmonicaduel hier extra enerverend en spannend. Fothergill heeft ook een flink aantal van de nummers geschreven, waarvan enkele in co-writing met O’Leary, en hij heeft duidelijk als producer hoorbaar een zwaar stempel op deze opnames gezet, waardoor dit een vernieuwende bluesplaat is geworden die van begin tot eind razend spannend is. Dat is ook te danken aan de andere musici, waaronder de Duitse Joachim Greve op drums, een drummer die kans ziet je telkens weer op het verkeerde been te zetten, en die de zaak in sommige nummers heel prettig opjaagt. Ook vinden we op deze plaat, die werd opgenomen in de The Hampton Hill Playhouse in Londen, onze eigen Dominique Vantomme op keys terug. Naast een paar traditionels als de opener "Early in de Morning" en covers van ondermeer Wells en Burnett, serveert O'Leary originals van eigen makerij met soms wat funk - en jazzritmes. Het niveau van de muzikanten is dermate hoog dat dit een uiterst aangename plaat is geworden. Het gitaarwerk van Fothergill en ook het schitterende hammond/pianowerk van Vantomme zijn van een zeldzame klasse. Soms wordt er binnen een nummer vijf keer van tempo gewisseld zonder dat het ook maar één moment rommelig gaat klinken. De arrangementen zijn overal even spannend en geraffineerd, terwijl ook de juiste rauwe blues-"feel" overal in doorklinkt. Voor de fans van Cotton of Wells lijkt ons deze cd een leuk hebbedingetje, maar misschien ook weer niet, want de hardboiled Cotton en Wells verslaafden zullen het gepresenteerde materiaal al wel lang on huis hebben, zeker? Een absolute topplaat!
DEAN
REICHERT
MISTY'S JOINT
website : www.deanreichert.com
Email:dean@deanreichert.com
www.cdbaby.com/cd/reichert
Label : NHM Records
De Pacific Northwest lijkt een onwaarschijnlijke plaats om één van de beste blues /R&B gitaristen te huisvesten. Na jaren in Portland en Seattle, verhuist Dean Reichert naar de Pacific Northwest. Deze regio van groene westkust- en rocky mountain staten, uitlopend tot de prairies van de oostkant van de Dakota’s, is de laatste jaren sterk aan populariteit aan het winnen en zeker in de bluesscène. Met een backing van vele gastmuzikanten bracht Dean Reichert zijn nieuw album "Misty's Joint". Deze plaat bevat elf tracks met invloeden van eigentijdse R&B, blues, rock, funk en soul. Tien van deze songs zijn originals, enkel "Body & Fender Man" is een cover van Duke Robillard. Dean Reichert is een 'R&B' man in hart en nieren hetgeen zich weerspiegeld in "Opportunity". Hoogtepunten zijn de nummers met het meeste rock gehalte, zoals "The Way You Look", "Movin'" en "Let The Groove" waarin Reichert op gitaar het sterkst uit hoek komt. Het zes minuten durende "Bad Day" is zeer emotioneel en komt recht uit het hart. Zijn liefdevolle teksten bevatten woorden die wel iedere vrouw graag wil horen. De verfijnde sax weergalmt solo de emoties van de songs en brengen u tot tranens toe in het afsluitende "Just Won't Stop". "Misty's Joint" is niet uitsluitend een bluesalbum, de prachtige songwriting, de vaardigheden en de grote verscheidenheid van deze singer-songwriter, producer en gitarist geven aan dit album meer dan één uur bluesplezier. Hoewel Reichert's naam en faam grotendeels is gebaseerd op zijn unieke gitaarspel, zijn deze albums niet alleen maar geschikt voor gitaarfreaks. Op dit nieuwe album is te horen dat hij ook een prima zanger is, dat hij virtuoos uit de hoek kan komen maar ook dat hij kan ontroeren en provoceren. Zijn stijl doet denken aan een mix van Delbert Mc Clinton, BB King en Robben Ford, maar ook zijn er wat jazz-invloeden te bespeuren. Dit is natuurlijk niet vreemd als u weet dat hij in de jaren '80 met Jeff Lorber, Chick Corea en Joe Farrell meermaals in de studio dook. Reichert is eigenlijk altijd een complete muzikant geweest, die geniet van elke noot die hij speelt. Dat het publiek hem niet of nauwelijks kent, is zeer bizar als je weet dat hij opnames en optredens deed met o.a. Larry Correll, Nokie Edwards, Jerry Miller, Tim "Too Slim" Langford, "Little Bill" Engelhart, Kenny G, Tom Grant, DK Stewart, The Wailers, Seattle Women, The Blues Power Revue, Butterbean en Kathy Hart. Het feit dat er prima muzikanten deel uitmaken van zijn begeleidingsband speelt hierbij zeker een rol, maar het is toch vooral de imposante stem van Dean Reichert die "Misty's Joint" naar een hoger plan tilt. Klasse!
PILGRIM
Website: www.pilgrimcountryband.com
Email: info@pilgrimcountryband.com
www.dustyrecords.se/dustcd19.html
Label : Dusty Records
www.dustyrecords.se
Zelfs als je ergens in het hoge Noorden woont ligt de wereld, onder meer dankzij internet, voor je open. De spil van de band Pilgrim, zijn de zusjes Karin en Maria Forsman, zij runnen een drankgelegenheid, genaamd KoM, in Gothenburg, waar veel country gerichte optredens plaats vinden en zo ontstond dan ook de band Pilgrim. Hun officiële debuutalbum komt uit op het Zweedse Dusty Records, bij wie platenbaas Jan Andersson reeds een plaatsje voorzag op zijn "Rockin’ At The Barn, Vol. 4". Deze titelloze plaat is geproduceerd door niemand minder dan Tommy Sahlin en snarentovenaar Tomas Larsson die de elektrische- en akoestishe gitaar, mandolin, tres en mandola voor zijn rekening neemt, en tevens vier zelfgepende nummers aanbrengt op deze heerlijke cd. We hebben hier namelijk te maken met een fantastische band die bestaat uit vijf zeer getalenteerde musici, Tomas Larsson, Marcus Svensson (dobro, slide), Peter Grahn (gitaar, banjo), Christian Kullberg (upright bas) en Martin Fürst (drums), die de zusjes begeleiden in hun eigen songs, maar vooral in prachtige covers, zoals op "Cry Cry Cry" van Johnny Cash, "Tiger By The Tail" van Buck Owens, "Single Girl, Married Girl" van The Carter Family , "Honky Tonk Merry Go Round" en "I Love You Honey" van Patsy Cline, "If I Could Only Win Your Love" van The Louvin Brothers, "Love Bug" van George Jones en "Oh Lord If You’re Out There" van Tommy Sahlin. Als mede-producer moest hij toch ook zijn steentje bijdragen, niet! en met succes. De meeste nummers accelereren zo snel mogelijk naar de vierde versnelling, en vaak weten ze de 'vijf' ook snel te vinden. Karin en Maria Forsman kunnen heel goed samen zingen, de stemmen "pakken" heel fraai bij elkaar. De muziek die ze maken is onder één noemer te vangen. Country en honky tonk, ja, het klinkt bij vlagen zeer traditioneel, maar ook soms heel modern, moderne country waar je heel vrolijk van wordt. Ze hebben er bovendien behoorlijk veel zin in, en laten met dit debuut horen wat ze allemaal kunnen. Dat is niet alleen indrukwekkend, maar vooral ook heerlijk voor de luisteraar die al snel de smaak te pakken heeft. Ik durf dan ook rustig te voorspellen dat deze Zweedse band een grote toekomst heeft. Een heerlijke plaat!
ROGER
SALLOOM
EVENTUALLY
Website : www.rogersalloom.com
Email : leold@comcast.net
Info : Big Noise
E-mail: al@bignoisenow.com
Website: www.bignoisenow.com
Label :Florence Records
De
uit Massachusetts komende Roger Salloom heeft niet echt een kop, of de leeftijd,
om beroemd te worden, al zou dat vanwege zijn muziek eigenlijk wel moeten.
Alhoewel... Roger Salloom maakt heel intieme muziek, die je het gevoel geeft
dat hij met een paar vrienden in je huiskamer alleen voor jou muziek zit
te maken, en dat soort muziek wil je natuurlijk eigenlijk niet met al te
veel mensen delen. Knusmuziek in optima forma. Voordat je nu denkt dat Roger
Salloom een soort tussen-de-schuifdeurenkwaliteit heeft moeten we wel even
duidelijk maken dat we hier te maken hebben met een van de mooiste cd's
die we het afgelopen half jaar in handen hebben gekregen, en dat wil wat
zeggen. Salloom zingt liedjes, waarbij hij zichzelf op de gitaar begeleidt
en verder heeft hij wat gasten om zich heen, zoals Hal benoit (gitaar) en
Jeff Dostal (bas) die beiden ook wat backing vocals verzorgen op enkele
nummers. Naast de drummers Billy Klock en Jeff Hinrichs zorgt Mark Alan
Miller voor de percusie, maar is ook tevens verantwoordelijk voor de productie
van deze prachtige plaat. Alles heel ingetogen, maar toch stevig. Prachtig
gitaarspel, een mooie zangstem waarmee hij heel makkelijk zingt en een repertoire
dat uit fraaie eigen liedjes bestaat. Lilly weet de sfeer van de jaren '70
zo goed te pakken dat zijn songs, tijdlose liedjes worden. Maar ook hier
geldt dat het absoluut niet gaat om suffige retromuziek, maar juist om iemand
die met liefde ingetogen muziek staat te maken waarbij je eigenlijk steeds
op het puntje van je stoel zit en waarbij de sound van Paul Mc Cartney nooit
niet ver weg is. Andere vergelijkingen van deze rootsy folky singer-songwriter
doen ons ook wel denken in de richting van Steve Forbert, Keith Sykes en
Loudon Wainwright III. Ballads, treurige liedjes, vrolijke liedjes en gewoon
mooie liedjes wisselen elkaar af, en na afloop merk je dat je met een brede
grijns op je gezicht hebt zitten genieten. Roger Salloom is al behoorlijk
lang actief in de muziek, als frontman van Salloom, Sinclair and Mother
Bear speelde hij in de jaren '60 samen met o.a. Santana, Van Morrison, BB
King en Procol Harum. In Nashville kwam hij in contact met Guy Clark, Rodney
Crowell en Richard Dobbins. Terug in San Francisco werdt hij onder de arm
genomen door de manager van de Creedence Clearwater Revival, Jake Rohrer,
en CCR's frontman, Stu Cook. Hij bleef verder optredens doen en speelde
met andere grote namen uit de muziekwereld, zoals The Band, John Prine,
Jerry Jeff Walker, Rick Danko, The Bodeans, Joan Armatrading en Leon Russell
om een paar namen te noemen. Vorig jaar verscheen zijn lang verwachte soloalbum
"Eventually" en is meteen een aanrader voor alle liefhebbers van
ballads, rockabilly, swing , Americana en ... Paul Mc Cartney. We hebben
het er hier eerder over gehad dat kleine onafhankelijke platenlabels veel
goed werk verrichten, maar soms gaat het nog veel simpeler. Roger Salloom
heeft zijn cd gewoon in eigen beheer uitgebracht. Een reden te meer om een
cd bij de man te bestellen, vinden wij. (www.rogersalloom.com/store.html).
Je zult er geen spijt van hebben.
THE
ROAD HAMMERS
Website : www.theroadhammers.com
Email:hammer1@theroadhammers.com
Management: Ron Kitchener
RGK Entertainment Group: www.rgk.ca
Label : Open Road Recordings
www.openroadrecordings.com
sara.mclaren@openroadrecordings.com
www.maplemusic.com
Eén van de betere platen van 2005 is ongetwijfeld het titelloze album van The Road Hammers. Dit Canadese trio debuteerde met dit album en levert daarmee een prachtig, overtuigend CD'tje af. Deze driemansformatie bestaat uit Jason McCoy (2004 Canadian Country Music Association Male Vocalist Of The Year), Clayton Bellamy en Chris Byrne. Het is meteen duidelijk dat de The Road Hammers op doeltreffende wijze een nieuwe draai geven aan het dan allang uitgestorven fenomeen southern rock, dat bruggen vormde tussen de dampende hardrock, blues en country uit de jaren zeventig. Southern rock: toch niet echt een synoniem voor welopgevoede zoetgevooisdheid. Eerder toonbeeld van al jaren identieke rauwdouwerrock over de vrouwtjes en drank. En bij het zien van het in trucker-achtige sferen getekende hoesje voor dit debuut, verwacht je dan ook niets meer dan weer dezelfde soort rechttoe-rechtaan rock voor de nationalistische boerenklassen van Canada en de VS. Niet dat dit vooroordeel helemaal naast de waarheid is trouwens, maar The Road Hammers tappen toch uit een interessant vaatje. Want tussen de ronkende en rokende gitaar-riffs die het ritme bepalen, smeult het vuur van een ander warm sfeertje. Dat van de stonerrock. Log, zwaar op de hand en swingjammend rammen The Road Hammers door met stevig drumwerk, ruige zangpartijen, loeiende gitaren ... Furieus uit de startblokken knallend met een paar volvette dampende stampers en zonder enig gas terug te nemen, schreeuwbeuken The Road Hammers de speakers uit. Vele '70s grootheden worden in de mix gegooid en er passeren covers als “Girl On The Billboard” (Del Reeves), “East Bound And Down” (Jerry Reed), “The Hammer Goin’ Down” (Chris Knight) en “Willin’” (Little Feat) de revue. Deze nummers worden volledig in een nieuw kleedje gestoken en daar slagen ze ook met brio in. Erg vernieuwend is het niet, maar het levert wel een groovend album op, waarvan country, rock en blues de ingrediënten zijn. En dan zijn The Road Hammers opvallend genoeg slechts een trio; wat trouwens niet af te horen is aan de hoeveelheid lawaai dat deze mannen weten te produceren. En is het tekstmateriaal een stuk gevarieerder dan je zou verwachten bij een southern rockact. Verlies van een vriend, het leven van een zwaar toerende band; het is niet alleen maar de billenknijpende drinkebroerskoek die hier geserveerd wordt. Kortom: een apart bandje. Voor een southern rock groep kijken The Road Hammers verder dan de barbecue lang en het bierglas diep is. Dat maakt de band en zeker hun debuut ook interessant voor iedereen die normaal, angstvallig uit de buurt van dit genre blijft. Misschien zouden de nummers waarin de bands rauwe kracht in vrije jams wordt losgelaten nog wat langer mogen duren, maar dan komt de ware stonerrock wel gevaarlijk dichtbij. Ergens op het grensvlak tussen de genres blijft de spanning nu ook al veertien nummers lang levensgevaarlijk hoog. Nergens gecompliceerd, maar ook geen muziek voor de compleet doorgezopen hersendoden onder ons. The Road Hammers zijn in het bekende platgereden paden genre een aanwinst te noemen. Hopelijk mogen we dat in onze Lage Landen ook eens live aanschouwen; liefst zonder al teveel rondvliegend bier en een overdosis aan overgeile houthakkershemden.
HOWARD
GLAZER & THE EL 34s
BROWN PAPER BAG
Website : www.howardglazer.com
Email : howardglazer13@aol.com
Label: Random Chance Records
www.randomchancerecords.com
info@RandomChanceRecords.com
Distr.: parsifal
www.parsifal.be
Aangenaam verrast was
ik door 1 de eenvoudige lay-out van dit album en 2 door de opener en tevens
titeltrack van deze CD. Vettige blues gebracht zonder franjes en/of tierlantijntjes.
Howard Glazer weet hoe z’n gitaar te bespelen, of dat nu met een bottleneck
of met een plectrum is. Zelfs op akoestische gitaar kan hij z’n mannetje
staan. Ook leuk is hoe hij op sommige nummers de wah wah hanteert. Het merendeel
van de nummers zingt hij niet echt maar brengt hij meer uit een 'talk &
tell' positie. Enkele mooie uitschieters zijn de titeltrack, "Going
to Chicago" en "Radioactive woman". Op "Going To Chicago"
krijgt hij dan ook nog eens de mooie vocale steun van Maggie McCabe. Howard
Glazer levert hier nog maar eens het bewijs dat een eenvoudige 3 mansbezetting
toch ook wel garant kan staan voor een CD met goede muziek. Je hoort bij
momenten SRV, Jimmy Hendrix en zelfs Buddy Guy. Dit is muziek om in een
bruine kroeg te brengen waar ik er zeker van ben dat ie de boel plat speelt.
Blueswalker
GUTHRIE
KENNARD
RANCH ROAD 12
www.bluearmadillo.com/pages/artists/guthrie_kennard.shtml
Label : Armadillo Music
www.bluearmadillo.com
mail@bluearmadillo.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Het muzikale genre van de singer-songwiters floreert, zeker ook hier in ons land, als nooit tevoren. Terwijl we volgende weken nog met volle teugen gaan kunnen genieten van de muziek van Eric Taylor, Shane Alexander, Martyn Joseph, om er eens paar te noemen, dienen zich al weer nieuwe talenten als Guthrie Kennard aan. Al deze nieuwelingen zouden ons haast het zicht ontnemen op de grote Texaanse liedjesschrijvers die hun de weg hebben gewezen. Townes van Zandt, Guy Clark, David Olney, en ook Ray Wylie Hubbard die het debuut "Ranch Road 12" van Guthrie Kennard ook geproduceerd heeft en zijn talenten op gitaar, mandoline, harmonica en dobro ten beste geeft op een viertal tracks. Kennard timmert al jaren aan de weg, hij is dan ook een 50 plusser, maar zijn leeftijd heeft zeker aan inspiratie nog niets ingeboet. De songs op "Ranch Road 12" zijn geworteld in de blues en hebben een rauwheid en venijn die de oorspronkelijke countryblues zo kenmerkten. De productie is sober maar stevig. Op sommige songs domineert de elektrische - of akoestische gitaar ("Juan’s Lament & Johnny Dallas"), op andere bepaalt het uitstekende slide-spel ("Country Town") van Brett Reid de toon. Kennard heeft geen bijzondere stem. Een gruizige stem in een mix van Bob Dylan en Ray Wylie Hubbard. Zijn zang is vrij vlak en dient vooral als medium voor het overdragen van zijn scherpe, altijd originele teksten over de dood, bloed .... Het eerste nummer "My Third Dream" zet meteen de toon, een prachtig nummer waarop Jessica Walker vocale bijstand verleent en deze dame horen we terug in een duet, "Hummingbird". Met Kennard's, licht geschuurde stem, verzorgt hij een countryblues in tracks als "Somewhere In France" en "Preacher". Wie Kennard een beetje kent, niet veel dus, weet dat deze zanger/gitarist ook country ("Pourin’ Rain") niet schuwt, wat vaak ten koste gaat van zijn prima bluesgeluid. De afsluitende nummers:"Totterdown", "River on The Rise" en "Mother" voorzien de plaat van een Dylan getint einde. Prachtig debuut!
Guthrie Kennard was ook
te horen bij de volgende albums:
'Take Your Best Shot' - Smokin' Joe Kubek - Bullseye
'Something's Gotta Change' - Kenny Traylor - Topcat Records
'Pillowcase Blues' - Eddie Martin & the Texas Blues Kings - Blueblood
'Jump the Joint' - Eugene "Hideaway" Bridges - Armadillo
'Without Further Adieu' - Paul Byrd - Bluestone
'I'm Not Saying I'm Just Saying' - Dynamo Rhythm Aces
'The Hippie Dogs' - The Hippie Dogs
'Miracle' -The Rocky Athas Group - Armadillo
'Live at the Crossroads' - Jack Morgan
Voodoo Moon' - The Rocky Athas Group - Armadillo
'Coming Home' - Eugene "Hideaway" Bridges - Armadillo
HELLDORADO
THE BALLAD OF NORA LEE
Website: www.helldorado.no
Email :hans@helldorado.no
Label: Glitterhouse Records
www.glitterhouse.com
info@glitterhouse.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Als Quentin Tarantino een Noor was geweest, had hij Helldorado gevraagd om al zijn films van muziek te voorzien. Als de Noorse fjorden in de buurt van de woestijn van Arizona had gelegen, was Helldorado allang wereldberoemd geweest. Als de Vikingen in Amerika waren gebleven, was Americana op hetzelfde neergekomen als Noorwegiana en was het Noors de voertaal geweest aan de overzijde van de grote plas. Helldorado doet er alles aan om die loop van de geschiedenis te corrigeren met zondoorstoofde fjordenwoestijnrock, vol indietrekjes links en surftwangs rechts. Deze band ontstond in 2001 in het Noorse Stavanger en laat een mix van Americana, country, Mexicaanse trompetten en desert rock horen. David Eugene Edwards van 16 Horsepower op een surfplank, dat is ongeveer het beeld dat we krijgen bij "The Ballad Of Nora Lee", het titelnummer van de nieuwe plaat waarmee de Noorse groep Helldorado aftrapt. De mystieke zang en de surfgitaren zijn slechts een voorbode voor wat gaat komen. Twee solo gitaristen peren er af en toe flink op los terwijl de strakke rhythm sectie de doorgaans doorleefde melodieën keurig in het gareel houden. Tel daar bovenop nog maar eens het bezwerende stemgeluid van vocalist Dag Vagle en voilà de Helldorado équipe is kompleet. Bijna volledig want verderop passeren zingende zagen, gierende orgeltjes, verleidelijke violen en godvrezende banjo's om de gelijkenis met het populaire 16 Horsepower compleet te maken, maar ook vleermuis Nick Cave komt soms om de hoek kijken. Je moet het Helldorado nageven: hun "The Ballad Of Nora Lee" is een behoorlijk onheilspellend album dat bol staat van energie en spanning en zijn met dit album reeds aan hun derde plaat toe. In Scandinavië kunnen ze al op enorme bijval rekenen en nu nog de verovering van de rest van de wereld want met "The Ballad Of Nora Lee" mogen ze best trots zijn.
Tracklist:
1. The Ballad Of Nora Lee
2. Just Like Fire
3. Helltown
4. The Black Winds
5. Down To The Water
6. Guitar Noir
7. Rock Your Soul
8. So Long Ago
9. Honky Tonk Aliens
10. A Drinking Song
11. The Devil's Kiss
12. Waiting Around To Die
SIX SHOOTER
RECORDS
Website: www.sixshooterrecords.com
Email: fire@sixshooterrecords.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
Uit Canada komen natuurlijk Alanis Morissette, Nickelback en niet te vergeten Bryan Adams. Maar ook The Arcade Fire, White Cowbell Oklahoma en Hot Hot Heat om maar eens wat namen van de nieuwe lichting te noemen. "Het gaat erg goed met de Canadese muziek, alleen denken veel mensen dat zo'n band uit de Verenigde Staten komt. Dat is vervelend. Canada is een heel soeverein land dat trots is op haar artiesten. De talenten van Canadese musici komen tot uiting in alle muzieksoorten. De Canadese popartiesten Bryan Adams, Céline Dion, Sarah McLachlan, Shania Twain, Leonard Cohen, Roch Voisine en Daniel Lanoie zijn wereldberoemd. Het alom bekende jaarlijkse jazzfestival van Montreal is een must in de agenda van iedere liefhebber. Groepen als UZEB hebben hun plaats te midden van de meest gevierde jazzensembles ter wereld gevonden. Oscar Peterson wordt beschouwd als een van de beste jazzmusici aller tijden, terwijl anderen, zoals Lorraine Desmarais, Oliver Jones, Karen Young, Michel Donato, Diana Krall en Ed Bickert hard op weg zijn om even beroemd te worden. Op het gebied van de roots-muziek zijn er een aantal kleinere labels die dit genre behoorlijk levend houden. Het levend houden van de roots gebeurt op verschillende manieren. Zo zijn er gasten die zweren bij een puristische aanpak - de rootsmuziek moet simpel zijn, het gevoel dat eruit spreekt moet een oergevoel zijn. Die aanpak levert soms schitterende platen op, kijk maar naar de roots-blues van Paul Oscher. Je zou bijna vergeten dat er ook nog een andere aanpak mogelijk is, een wat intelligentere aanpak misschien, maar in ieder geval subtieler en geraffineerder. Ook die aanpak levert regelmatig meesterwerkjes op, zoals het Canadese platenlabel Six Shooter Records regelmatig bewijst. Ook de laatste cd's van het label zijn weer ijzersterke bewijzen dat ook de rootsmuziek subtiel gebracht kan worden, en als dat maar overtuigend en gedreven genoeg gebeurt levert dat zeer indringende muziek op. Wie wel eens één van de compilatie-sampler-cd's van Six Shooter heeft beluisterd, zal moeten beamen dat Six Shooter staat voor een wijds spectrum artiesten, want hun keuze op hun laatste complicatie "More Large Than Earth (We Will Warn The Stars)" ziet er zeer aantrekkelijk uit als je van singer/songwriters en rootsmuziek houdt. Met namen lopend van Captain Tractor, Justin Rutledge, Luke Doucet, Martin Tielli, Michael Philip Wojewoda, Rheostatics, Veal, The Weakerthans tot een hele bende nieuwkomers, mag Six Shooter Records trots zijn op wat het in huis heeft. Luke Doucet is overigens een naam die je veel tegenkomt bij Six Shooter releases.Veal is zijn 'rock outfit' en hij produceerde o.a."Hanging The Battle-Scarred Pinata" van NQ Arbuckle. Hieronder een overzicht van recente releases van het label, buiten Luke Doucet's "Aloha, Manitoba", zijn de albums nooit eerder in deze contreien verschenen, maar de Nederlandse distributeur Bertus zorgt er nu voor dat al dit moois gewoon in de platenzaken te koop is. Een uitgelezen mogelijkheid dus om eens te zien wat het label te bieden heeft.
SIX SHOOTER
RECORDS COMPILATION
More Large Than Earth (We Will Warn The Stars)
2005
LUKE DOUCET
OUTLOWS (Live & Unreleased)
2004
Website: www.lukedoucet.com
LUKE DOUCET
ALOHA, MANITOBA
2001
Website: www.lukedoucet.com
CHRISTINE
FELLOWS
THE LAST ONE STANDING
2002.
Website: www.christinefellows.com
NQ ARBUCKLE
HANGING THE BATTLE - SCARRED PINATA
2002
Website: www.nqarbuckle.com
VEAL
THE EMBATTLED HEARTS
2003
R.X.
BERTOLDI
STRONGER NOT BITTER
Website: www.broadjam.com/artists/artistindex.asp?artistID=20552
www.cdbaby.com/cd/rxbertoldi
Label : eigen beheer
A great mix of powerful lyrics with soulful tunes and vocals makes these
bluesy and rootsy acoustic songs both catchy and memorable.
R.X.Bertoldi is een singer/songwriter met een warme stem en intieme liedjes. Hij zingt met passie over de liefde, en in het bijzonder de liefde voor zijn vrouw Tina. Bovendien is hij een uitstekend akoestisch gitarist, en heeft hij hier, op zijn cd "Stronger not Bitter", een prima vriendenkring achter zich om hem te steunen met zijn debuutalbum. Het merkwaardige met dit soort albums is dat er vaak niet veel meer over te zeggen valt dan "prima singer/songwriter, prima liedjes, prima uitvoering". Als je van goede liedjes houdt is dat vaak als aanbeveling al voldoende, maar "gewoon heel goed" blijft toch een wat suffe manier van aanbevelen. "Gewoon heel goed" betekent hier wel dat je bij een opener als "Black Coffee in the Mornin'" (goed voor een 'Runner Up Award' in John Lennon Song Contest, 1999 - 'Honorable Mention Award' in de R&B/Blues categorie van de Billboard Contest, 1999) dadelijk de smaak te pakken krijgt, terwijl je bij één van zijn liefdesliedjes met een brok in de keel blijft zitten. En dat is toch wel bijzonder. R.X.Bertoldi is geboren en opgetogen in Washington State. Hij leerde al wat hij weet door te luisteren naar songwriters uit zijn jeugd. De meeste invloeden in zijn muziek zijn dan ook wel te zoeken bij o.a. Robert Johnson, Lightnin' Hopkins, Little Walter, Bob Dylan, The Rolling Stones, en Tom Waits, om er maar wat te noemen. Door deze kennis maakt hij de rootsmuziek mooi, en lijkt het dat het meer beschaafd en gearrangeerd klinkt. Daardoor hoor je pas na een aantal keren luisteren hoe goed hij eigenlijk is. R.X.Bertoldi schrijft teksten die gaan over dagelijkse zaken, maar hij weet er toch een universele draai aan te geven terwijl de liedjes tegelijkertijd licht blijven, en je regelmatig moet glimlachen. Warme muziek. Maar het zijn niet alleen de teksten die indruk maken, het is ook de muziek, die wat betreft diepgang en ingenieuze aanpak perfect bij de teksten past. Een zeer mooie cd.
THE
BORDER BAND
HARD WEST
Website: www.borderband.com
Email: mlitton@sunflower.com
Label: eigen beheer
"Hard West" both names the music and depicts the sound, this is Rawhide Rock, fresh-skinned, still drippin' blood -- 26 songs of high times and hard work, wrong turns and wronged hearts, of love, lust, murder and war, and few thrown in for the sheer fun.
Waar komt die mooie muziek toch allemaal vandaan, vraag ik me soms wel eens af? Vooral Rootstime heeft een neusje voor het steeds populairder wordende roots-Americana-genre. Nu wil ik hiermee niet zeggen dat de inmiddels alweer derde release van The Border Band een typische Americana plaat is. Nee, de in Canada geboren en getogen maar in Lawrence, Kansas woonachtige Melvin Litton en zijn band maken meer dan dat alleen. De vaste kern van The Border Band bestaat uit de reeds vernoemde Melvin "Lightnin' LeRoy" Litton (vocals, gitaar), Robb Popp, "Pope"op bas, Dave "Youngblood" Melody op drums en Roger "The Razor" Holden op lead gitaar brengen op hun nieuwe cd "Hard West" een ruwe mix van rock, folk, country en blues, hetgeen ze zelf "Rawhide Rock" noemen. In 2001 verscheen hun debuut "Rootless Seed" en in 2003 volgde "Magdalene" en sinds toen heeft The Border Band in de States een aardige fanbase opgebouwd. Melvin Litton mag dan wel van origine een Canadees zijn maar zijn muziek klinkt dan ook zo Amerikaans als het maar kan."Hard West" is opgenomen in de Chubby Smith's Tractor Shed Studio in de Kaw River Valley, Lawrence, Kansas, en is vooral een melodieus album met aanstekende rhythm die variëren van up-tempo liedjes tot en met het pakkende geluid. Die vergelijking gaat weer voor een deel helemaal mank als "Hombre" door mijn speakers dondert. Hier en daar steekt de Coast to Coast ritmiek de kop op in "Jam In Nam" en dan weer pakken ze stevig uit met de roots rock ballade "Quittin'You". Het traditionele rustpuntje vinden we bij "Same Ol' Song". Dat The Border Band uit diverse invloeden put mag duidelijk zijn, maar dat men ook een duidelijk link heeft met blues "Red Rose Blues" mag ik opmerkelijk noemen. De combinatie en de afwisseling met het slotcomplot "Champagne In The Saddle" alleen al is een vinding van echte professionals. Producent Colin Mahoney wist als geen ander het instrumentarium van The Border Band samen te smeden tot een heerlijk swingend geheel. Op de 26 tracks tellende dubbel-CD vinden we twee covers terug, "Meet Me In the Morning" van Bob Dylan en "In the Jailhouse Now" van Jimmie rodgers, en natuurlijk de grote traditionel "St james Infirm'ry" mocht niet ontbreken, de resterende songs zijn allemaal geschreven en gezongen door Litton die zich voor zijn roots doordrenkte teksten liet inspireren door o.a. Leadbelly, Jimmy Rogers, Bob Dylan en The Band. Ze geven mij het gevoel alsof ik als het ware in hypnose word gebracht. De hitte in Lawrence, de Rockies en de Badlands trosterend, bundelden de mannen hun talenten en ideeën en hebben waarschijnlijk hiermee het beste singer-songwriteralbum aller tijden gemaakt. De muziek is er een van uitzonderlijke klasse. "Hard West" is een waardevolle aanvulling in uw CD collectie. Nogmaals geen Americana plaat wel weer een juweeltje, die beslist zijn weg zal vinden via CD-Baby bij u in de CD speler.
Hard West,
scarred by Dakota winds and dead-end roads
where hundred-car freights of loaded coal pass
ghost farms, graves and pasture bones
where a redhead mourns her road-killed man in
midnight bars with one-night stands
and an hombre rides alone at night
in answer to el coyote's cry
where the blues still hatch them
old refrains of murder, lust
and winter rains.
Hard West,
beneath the dust, ocean rock, and above the land
endless sky, where shadows labor to the sun
in thirst for water, oil or love
till even a damn fool's gotta know he's
been fishin' in the wrong hole
But hit town at sundown and cast regret away
on whiskey, bets and naked sweat
in chance for a better day
as night deepens, cars wreck,
lives too in haste and ruin
with bare hands you grip the
wheel on a rutted road to the distant hills
where all is given and all is blest
face another sunrise in the
Hard West...
SCOTLAND
BARR AND THE SLOW DRAGS
LEGIONNAIRES DISEASE
website : www.scotlandbarr.com
label : Eigen Beheer // Monkey Barr Music
Email: scotlandbarr@msn.com
www.cdbaby.com/cd/scotlandbarr
Americana/Alt
country en Portland, Oregon... twee handen op een buik, want als ik mij
niet vergis komen ondermeer Moonshine Hangover, James Sasser (kwamen al
aan de beurt in Rootstime) ook uit die buurt, en het gezelschap van Mr.
Scotland Barr en zijn Slow Drags vormen daar geen uitzondering op. Met hun
debuutalbum "Legionnaires Disgease" geven zij een fraai visitekaartje
af, zo zijn het titel/album nummer met een hemels steelgeluidje en "Bruised
Tattoo" al onmiddelijk voltreffers die Steve Earle groen doen uitslaan
van jaloezie. Maar het verre muzikale verleden moet indruk gemaakt hebben
op Scotland Barr want op "Sun Years" lijkt het wel of de plaatselijke
scouts lustig fluitend uit het '60/'70 landschap tevoorschijn komen. Harmonica
.... en dan spitsen wij de oren "Saving Grace", "Spanish
Dust" ... Jayhawks, Uncle Tupelo, Drive By Truckers ... de vergelijkingen
zullen weer niet uit de lucht zijn maar voor deze jongen zijn Scotland Barr
en zijn vriendjes Mick Nucci (bass), Charley Adams (lead Guitar, vocals,
harmonica), Chris Hubbard (keyboards, vocals), Matt Nicely (drums) voor
immer in mijn geheugen gegrift met de meesterwerkjes "When You Cried",
"Always Cherry", "A Woman's Way", "the Distance".
De gevoelige (steel) snaar geraakt en dan zijn wij uit dankbaar erg gul
met complimentjes. Als de fiddle ook nog tevoorschijn getoverd wordt kan
de pret niet meer op ... jongens "Count On Me" om in de Euro Americana
Chart te geraken of verkiezen jullie liever nog een tijdje in Nashville
te verblijven ("5 Years in Nashville"). Zou erg spijtig zijn want
met dertien ijzersterke songs die de vertrouwde Americana thema's behandelen
(beauty, love, hate, hope, addiction, and shattered dreams are explored
with a sympathetic yet cynically brutal heart. Songs that look at a glass
that is neither half empty nor half full.... but both! The lyrics take you
not only through the experience but through the world, CD Baby) solliciteren
zij wel erg gemotiveerd voor een toerneetje door de lage landen. Wij kijken
er naar uit!
NEIL
YOUNG
PRAIRIE WIND
www.neilyoung.com
Label : Reprise Records
www.repriserecords.com
www.repriserec.com/neilyoung
Distr.: Warner Bros Records
www.warnerbrosrecords.com
Halverwege de jaren '60 van de vorige eeuw richtte Neil Young de formatie Buffalo Springfield op, samen met Stephen Stills. Vervolgens maakte hij eind jaren ’60 zijn eerste naamloze soloalbum. Young voegt zich niet veel later bij de inmiddels opgerichte band van Stills, David Crosby en Graham Nash. Crosby, Stills & Nash (and Young) of CSNY is een feit. Deze band maakt een aantal legendarisch albums, waarvan "Déjà Vu" waarschijnlijk het bekendst is geworden. Naast de activiteiten in CSNY werkt Young ook aan zijn solocarrière. Met zijn begeleidingsband Crazy Horse neemt hij "Everybody Knows This Is Nowhere" op. In 1972 verschijnt het album "Harvest" met daarop de wereldhit "Heart Of Gold". Young is uitermate productief en gedurende de volgend jaren volgen nog vele albums. Maar tot de dag van vandaag is het zijn bestverkochte plaat dat ondanks een bijzondere productie en een aantal klassieke songs toch echt niet zijn beste is. Daarover zullen de meningen verdeeld zijn en Young is zelf de laatste om zich hier iets van aan te trekken. Toch maakte hij in 1992 het vervolg "Harvest Moon" dat qua klankkleur en soort songs poogde de oude glorie te laten herleven. Nu zijn dit soort initiatieven gedoemd te mislukken en ook "Harvest Moon" kon nooit wedijveren met de status van "Harvest". Ruim tien jaar later doet Young het echter gewoon weer! "Prairie Moon", volledig akoestisch opgenomen in de studio waar Roy Orbison altijd werkte, moet volgens de berichten het derde deel uit de serie worden, al heeft deze plaat op het eerste gehoor evenveel gemeen met de countryplaat "Old Ways". Da’s niet vreemd, want "Prairie Wind" is een eerbetoon aan het aloude Nashville. De nieuwe plaat is over de hele lijn erg relaxt voor Young zijn doen en zeer ontspannen werkt hij zich door het repertoire heen. Liefhebbers van Youngs gitaargeweld zullen dit op "Prairie Wind" moeten missen: er wordt ingetogen gemusiceerd en gezongen en vliegt nergens uit de bocht. Dat is gezien de tekstuele inhoud soms jammer, want hier laat Young zich af en toe van een behoorlijk persoonlijke kant zien. Bedenkingen over vrienden en familie in Canada, ("Far From Home") en de muziek van toen ("He Was The King" – een grappige ode aan Elvis), bepalen de teneur van het album dat soms ook pijnlijk in het heden staat getuige het politieke "No Wonder". Toch is "Prairie Wind" een goede plaat uit het wispelturige oeuvre van Young. De dood van zijn vader inspireerde hem twee keer (o.a. in "Here For You") en zijn dochter leidde hem naar "The Painter", een sfeervolle track, die allen thuishoren in het rijtje klassieke Neil Young tracks. Neil Young-fans herkennen een aantal oude getrouwen (Ben Keith, Spooner Oldham, Wayne Jackson van de Memphis Horns) en ze horen Emmylou Harris in het ingetogen "This Old Guitar". Sommige nummers kunnen zelfs echt bekoren. Wie aan de muziek niet genoeg heeft, schaft zich de versie met dvd aan. Daarop valt ook te zien hoe Young met groep de cd opneemt. Zo relevant als in de roemruchte seventies zal het wel niet meer worden, maar dat hebben we hem al lang vergeven. Kortweg : De songs klinken eerst zo simpel, dat je ze maar niets vindt. Blijf je ze draaien, dan slijten ze er verdorie toch weer in.
BOB
MANOR
GHOSTS OF YESTERDAY
website : www.bobmanor.com
Email : bobmanor@gmail.com
label : Eigen Beheer // Uvulittle Records
www.cdbaby.com/cd/manorb2
Afkomstig
uit Madison, Wisconsin en met "Ghosts of Yesterday" reeds aan
zijn derde album toe. In 2002 verscheen "Blue Sky Falling" en
verleden jaar had hij wel een erg origineel cadeau ter gelegenheid van het
40 jarig huwelijk van zijn ouders. Een old time country gospel album, "That
Gospel Line" featuring rollicking piano, lap steel, organ, and acoustic
guitars met ondermeer twee originele gospel tunes en traditionals als "Amazing
Grace" en "Old Rugged Cross". Met zijn band "The Getaway
Drivers", Ellie Erickson (lap steel, mandolin), Ken Keeley(bas) Steve
Pingry (cello), en Peter Fee (drums) tapt singer/songwriter Bob Manor uit
een heel ander vaatje op "Ghosts of Yesterday". "Acoustic
Rock with folk and country flavors thrown in for good measure" // The
writing style and instrumentation are reminiscent of Mellencamp, Springsteen,
Tom Petty and Steve Earle. // (CD Baby). Wij keken dan ook erg benieuwd
uit naar dit onlangs verschenen album. Met het akoestische "Bad Addiction",
"Wrecking Ball", de pareltjes "River's Run Dry" (met
een meesterlijk cello en dobro geluidje) en "Stuck" (mondharmonica,
mandolin), het iets pittiger van slide gitaar voorziene "John Baker's
Toil", niet Mien maar Ellie op de mandoline op "the Sweetness"
en het banjo gepingel op "Sun Beat Down" krijgen wij al een eerste
voorproefje van Manor's manier van singer/songwriting. Storytelling songs
die een niveau halen dat moeiteloos kan wedijveren met het materiaal van
de hier boven vermelde namen. Het iets vlottere country twang nummertje
"Don't Walk on Me" en "Out Of Dodge" verdienen een VRT
1 radio hit te worden en het pop/rock/nummertje "Nobody But You"
met piano/cello/mellotron is het enige vreemde eendje in de bijt . Blijkbaar
was dat gospel gedoe met het vorige album in erg vruchtbare grond gevallen
(Praise the Lord) .... "Why Shouldn't It" zal Bob gedacht hebben
en waarom het niet nog eens overdoen met een leuk pompend pianootje als
surplusje. Met een extra bedankje voor vriendje Jeff Knight en de melding
dat hij niet voor bruiloftfeesten/personeelsfeestjes maar wel voor Take
Root - Blue Highways - Roots of Heaven te boeken is, sluit "nieuwkomer"
Bob Manor dit prachtig album af. "These are songs from the Heartland
we like to call Americana"
THOMAS
DYBDAHL
STRAY DOGS
Website: www.thomasdybdahl.com
Label : Glitterhouse Records
www.glitterhouse.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
De troubadour Thomas Dybdahl had in zijn thuisland Noorwegen met zijn debuut "...That Great October Sound" drie jaar geleden al veel succes. Hij is inmiddels twee albums verder, maar in Belgie en Nederland krijgen we het album "Stray Dogs" dat vooreerst in 2003 verscheen bij Dime Recordings, maar nu heruitgebracht is bij Glitterhouse Records pas te horen. Dat zijn potentiële publiek verder reikt dan Noorwegen alleen is op deze plaat al dadelijk hoorbaar. Het is een toegankelijk album waarop gecompliceerde composities en diepe gevoelens elkaar in evenwicht houden. En wat voor een singer-songwriter. Thomas Dybdahl heeft veel gevoel voor Americana, maar het is wel duidelijk dat hij niet opgroeide op de prairie maar in de buurt van de Noorse fjorden. Niettemin werd het grootste deel van zijn albums "…That Great October Sound" en "Stray Dogs" in elkaar gezet te New York. Ook andere plekken op de aardbol leverden inspiratie, want voor een 21ste eeuwse singer-songwriter is heel de wereld zijn honk en in plaats van prairies of fjorden is het eerder de bovenkant van een wolkendek of het blauw van cyberspace waar hij op uitkijkt. En dan toch de tradities van het muzikantenschap in ere houden, dat is knap. Het leverde hem al gouden platen en felbegeerde onderscheidingen op. Zo won deze 25 jarige muzikant diverse Grammy awards in eigen land en verkocht naar zegge maar liefst 50.000 exemplaren van "...That Great October Sound". Op deze cd klinkt Dybdahl een beetje als een Noorse versie van Jeff Buckley. Inmiddels ligt dus ook "Stray Dogs" in de winkel, zijn tweede album dat wat minder lichtvoetig uitvalt dan zijn debuut. De invloeden van Buckley zijn minder prominent en er is ook minder afwisseling, waardoor het vrij lang duurt voordat het centje valt. Maar dat de melancholicus indringende liedjes kan schrijven, bewijst hij opnieuw. Zijn zachte, onnadrukkelijke liedjes roepen vaak een loom zondagochtendgevoel op. Ze zijn stuk voor stuk romatisch, gracieus en smaakvol gearrangeerd. De traditionele Noorse fluit en viool hangen bijna in de wilgen en maken plaats voor een nieuwe Noorse stroming, het best te omschrijven als rootspop. Hoewel het nog te vroeg is om te spreken van een complete invasie, klinkt deze nieuwe lichting van singer-songwriters overtuigend. Thomas Dybdahl is één van die trekpaarden van deze stroming die dit tenvolle bewijst met zijn tweede album "Stray Dogs". Een album dat 11 songs omvat en dat praktisch helemaal geschreven, geproduceerd, gespeeld en opgenomen is door de Noor zelf. Hij verzorgt de zang, speelt gitaar, bas, orgel en harmonica. Kortweg : Thomas Dybdahl is een volbloed romanticus, een gepassioneerd crooner met een timbre dat het midden houdt tussen dat van Tim Buckley en het expressieve gemompel van John Martyn. Zijn stem is een soepel instrument waarmee hij zich recht in het hart van de luisteraar boort. In Noorwegen is het al een grote, Belgie en Nederland zullen uiteindelijk ook wel voor hem smelten, want de goeie liedjes zijn zeker aanwezig bij deze Noor.
ROB
DONAVAN
"SHE' S GOT SOUL"
website : www.robdonavan.com
info : rob@robdonavan.com
label : Eigen Beheer
cdbaby.com/cd/robdonavan2
"MUSIC IS A CELEBRATION OF LIVE ", "LET'S JUST MAKE A RECORD"
Prima gitaarblues en dan is de link naar Texas niet veraf. (Rob Donavan
lives, loves, works, plays, prays, thinks, drinks & does his thing in
Dallas TX).Voor zijn debuutalbum "Donavan's Riff" kreeg hij van
het gezaghebbende South West Blues Magazine erg lovende kritieken en met
de onlangs verschenen opvolger "She's Got Soul" zal de (blues)
klok niet anders luiden. Het instrumentaaltje "Pretty Polly" doet
mij denken aan het openings/soundchecknummertje dat er steevast op concerten
bijhoort en ook de opvolging van de songs op dit album geeft een getrouwe
indicatie van de playlist. Het tempo wordt onmiddelijk de hoogte ingejaagd
en naast het uitstekende stemgeluid/gitaarspel van Donavan zelf komt Bill
Johnston meer dan zijn duit in het zakje doen met een schitterend staaltje
mondharmonica op "Leaving Just the Same". Blues .... dan kunnen
de vrouwen en drank nooit veraf zijn .... "Good Girl Blues" en
"My Name is Drink" bevestigen het traditionele "I Woke Up
this Morning".... gevoel. Kater verwerkt ... een ezel stoot zich nooit
tweemaal aan dezelfde steen ... maar toch ... "Fool me once Twice"
en dan zijn wij niet ver meer af van het al even traditionele zelfbeklag,
ook al wordt het in een swing jasje gestoken,"I don't need for nothin"
en "When will I Be Whole". Blues ... nothing but the blues ...
"Every Hour of Every Day" het lijkt wel drie dagen BRBF Peer (Belgium)
met "Old Time Friends" en het jaarlijks afscheid met het "Like,
Love, Leave " gevoel. Maar met "North Side Baby" (à
Bo Diddley) wordt de pijn enigszins verzacht en krijgt de "Bad Blues"
geen kans .... Rob Donavan komt met dit album in het vaarwater van zovele
andere prima singer/songwriters/gitaristen maar met een album dat meer dan
"Soul" herbergt, maakt hij een dikke kans om bij de eersten de
(blues) haven van festivals, clubconcerten binnen te varen. Prima album
met een extra vermelding voor Bill Johnston op harmonica en de rhythm sectie
Ron Franklin op drums en Jerry DeCicco op bas.
BILL
MAGEE BLUES BAND
LOW DOWN , DIRTY BLUES
website : www.billmageeblues.com
nfo@billmageeblues.com
label : Eigen Beheer
info : coeyjblues@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/bmageebb
Geen
groentje meer deze sympatieke BB King fan. Meer dan veertig jaren aktief
in het blueswereldje, begonnen in de band van King Curtis en daar Jimmy
James tegen het lijf gelopen, die later door het (kortstondige) leven zou
gaan als Jimmy Hendrix. Optredens met zijn eigen band "the Kansas City
Playboys"(1969), het podium delen met BB. King, Otis Redding, Wilson
Picket, Bo Diddley, Muddy Waters, Howlin' Wolf, Jimmy Reed, John Lee Hooker,
jarenlang het voorprogramma gedaan van James Brown, toernees door Amerika,
Europa, Japan, Rusland. In 1987 viel Bill "Willie" Magee (born
in Collins, the back woods of Mississippi in 1943), ten prooi aan een burn
out, de blues verkocht niet meer/optredens kon je op een hand tellen, verstikken
in de grootstad New York en verhuis naar San Diego, de geboorte van zijn
vierde kind deden hem besluiten om dan maar een 9 to 5 job aan te nemen.
Goodby ... so long with the blues maar in 1993 begon het weer te kriebelen
... voorzichtig met wat optredens in de local coffee shops en het gevolg
kan je raden.... "Voted the Best Blues Band in San Diego in 2004/2005
en opnieuw de studio in met de albums "Steppin' Out" 2002 en "Low
Down, Dirty Blues" ('05) als logische gevolg. Met covers van "Walked
All Night Long" (Albert King), "Johnny B. Good" (Chuck Berry)
met een schitterend orgeltje/piano van Larry Logan, "Further On up
the Road" (Bobby Bland), "Blues ain't Nothing" (Taj Mahal),
"Oh Mary Anne" (Ray Charles), "Walking the Dog" (R.
Thomas) en "Something On your Mind" (C. Willis) bouwt Bill rustig
verder op bestaande fundamenten die al heel wat (blues) oorlogen hebben
doorstaan . Maar ook met zijn prima Chicago blues in de eigen nummertjes
"Here I come" (coming back for your love) , "You got Me Talking,
talking to myself " (oppassen daarmee Bill!), "Worry Worry, Worry"
en titelnummer "Low Down Dirty Blues" kan hij ons overtuigen ...
he's really back in town! Bovendien krijgt hij meer dan welgekomen hulp
van klasse muzikanten als Larry Logan! (organ, electric piano, sax), Mike
"Sandlewood" jones (bass) en Dwane Hathorn op drums. Klasse album
van een prima blues zanger/gitarist die nog lang niet uitgeblust is en de
valstrikken van de showbussines wist te omzeilen ... "Looking back
over the musicians he played with over the years, Magee is grateful for
one thing that set him apart from most of them.I was a country boy,"
he said. "I was born in a cotton field. I never did drugs. I don't
even drink. I think that's why I'm around today and in good health."
THE
PHIFER MARSHALL BAND
POWERHOUSE BLUES
Website : www.phifermarshallband.com
Email : cowpalace@erols.com
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/pmarshallband
The Phifer Marshall Band. Bij het uitkomen van hun debuutcd "Powerhouse Blues" kwamen de dames en heren van de schrijvende pers in de States woorden tekort om deze cd aan te prijzen. Eigenlijk is alles dus al eens gezegd en kan ik slechts in herhaling vallen. Maar goed, voor die Belgen en Hollanders welke de cd nog niet in huis hebben. The Phifer Marshall Band omschrijven, welaan dan: "veelbelovend, smerige blues, swingende jump, zompige R&B, een belofte, gevestigde naam in bluesland, geniaal gitaarwerk, authentieke roots, gedreven zang, elementair en doeltreffend, rauwe onderbuikblues". De basis van deze formatie is vooreerst vocaliste Mattie Phifer die op onnavolgbare wijze de gitaar en het harmonica bespeelt. In het verleden deelde ze reeds het podium met o.a. Koko Taylor, Brownie McGee, Anson Funderburgh & Sam Meyers, Louisiana legende Tabby Thomas en de uit South Carolina komende bluesgrootheden Drink Small en Nappy Brown. Deze band, uit Richmond, Virginia, bestaat verder uit gitarist Rick Marshall, Greg Willard op bas en Dave McNeer op drums kon, en kon onlangs op het podium nog beroep doen op Virginia's eigen, Deborah Coleman. De meeste van de acht songs zijn geschreven door Phifer en Marshall. In het openingsnummer "Don't Do That No Mo" worden meteen al alle registers opgetrokken, zoals ook in het gedreven rock-getinte "Please Call Daddy" voorzien van de nodige gitaarriffs van Marshall. Het kristalheldere "Mill Hill Midge" klinkt bijna breekbaar en "You Don’t Know What I Want" is dan meer een jazzy getinte track. The Phifer Marshall Band is een band die de blues recht uit hun hart spelen maar je ook van de rock, jazz en swamp doen proeven. De stem Phifer en het gitaarspel van Marshall komen tijdens de rustiger nummers het meest tot hun recht. Naar het einde toe verzwakt de cd een beetje, maar daar staat als afsluiter mijn absolute favoriet tegenover: "After The Party", dit is een majestueuse bluesballade, die enkel gespeeld kan worden door mensen met enorm veel stijl. Het is dan ook geen wonder dat festivalorganisatoren in de rij staan om deze band te boeken. Proficiat dame en jongens, doe zo verder! We shall meet, don't know where, don't know when.
ERIC
ANDERSEN
WAVES
'Great American Song Series Vol. 2'
Website : www.ericandersen.com
Label :Appleseed Recordings
www.appleseedrec.com
Joevinyl@aol.com
Distr.: Music & Words
www.musicwords.nl
Thanks to : Alan Edwards
Eric Andersen gaat al zo'n beetje mijn hele leven mee. Ik ontdekte hem in de vroegere jaren in een tweedehandszaak in Nederland. De shop waarvan ik de naam vergeten ben had een kelder met tweedehands langspeelplaten. De plaat die ik hier van Andersen vond was "A Country Dream" en ik was meteen verkocht. Deze elpee heb ik volledig grijsgedraaid en al snel ging ik op zoek naar andere platen van deze man. Ik heb er op een vrij omslachtige manier zelfs een paar in Amerika besteld. Want ik wou alles van deze Eric Andersen hebben. Later was er een dip in mijn belangstelling voor zijn muziek, onder meer omdat hij een paar mindere platen maakte. Daarna werd het alleen maar beter, en de platen die hij de laatste jaren maakt, zijn steeds bijzonder goed. Beroemd is hij nog steeds niet helaas, maar wel bekend en geliefd bij een kleine groep liefhebbers. Eric Anderson is al minstens zo lang actief als Bob Dylan, met wie hij in het begin van de jaren '60 Greenwich Village deelde. Net als Dylan begon hij als folkie en ontwikkelde hij gaandeweg een geheel eigen stijl. In 1963 lift Andersen naar Francisco en begint daar in de coffeehouses eigen songs te vertolken. Via "zijn ontdekker" Tom Paxton belandt Eric in '64 in New York en wordt daar vlug opgenomen in het Greenwich Village folkcircuit. Zijn 1ste show is het voorprogramma voor John Lee Hooker en Eric begint veel naar blues-helden te luisteren. Het debuutalbum "Today Is The Highway" (op het Vanguard-label) komt uit in '65, maar het is vooral met zijn 2de LP "'Bout Changes And Things" ('66) dat Eric naam maakt als gedreven songwriter. Een hele reeks albums volgt en andere artiesten nemen ook songs van hem op. Hij ontmoet Joni Mitchell, voegt zich later even bij Bob Dylans Rolling Thunder Revue en maakt ook kennis met Patti Smith. In 1972 komt op een nieuw label Columbia de LP "Blue River" uit, waarmee Eric ook zijn doorbraak kent. Eind jaren '80 maakt Eric ook de muziek voor de film "Istanbul" van Marc Didden. In 2003 verscheen een dubbel-cd met als opmerkelijkste nummer het halfgesproken, bijna een half uur durende "Beat Avenue", hetgeen ook de titelnaam is van dit duidelijk elektrisch album. Er zat een behoorlijk grote afstand tussen de eerste, echte folkplaat van Eric Andersen, en deze "Beat Avenue", en je hebt het gevoel dat hij nog best door kan groeien. Dit bewees hij vorig jaar, want hij nam voor de "Great American Song Series Vol.1", de cd "The Street Was Always There" op, met songs van grote Amerikaanse songwriters uit de jaren '60, zoals de protestliederen van o.a. Dylan, Phil Ochs en Tim Hardin. Z'n nieuwste album "Waves", die de subtitel "Great American Song Series Vol. 2" draagt, is natuurlijk de opvolger van "The Street Was Always There", en wederom bekende songs uit de jaren zestig, waaronder liederen van hemzelf en o.a. Tom Paxton, Lou Reed, Bob Dylan en Phil Ochs. Hij wordt op dit album begeleid door o.a. Pete Kennedy (gitaar, slide), Happy Traum (gitaar) en Robert Aaron (bas, keyboards, sax en piano) die samen met Andersen de basis vormen van dit best bijzondere tweede project. De prachtige, warme stem en de fraaie songs zijn de enige vaste waarden op de plaat. De wijze waarop deze "afgestofte" versies van de groten van weleer in een wat ander jasje zijn gehesen kunnen er zeker mee door. Toch klinkt de plaat als een eenheid, want alle tracks hebben een zelfde sfeer, waardoor dit album moeiteloos uitstijgt boven al die andere goede singer-songwriter-platen. Niet te min is "Waves" een opvallend en zeer sterk singer-songwriteralbum van Andersen, die zo uitgeblust klonk in de jaren '90, maar het oude vuur gelukkig weer helemaal heeft terug gevonden. "Waves", valt op door sterke songs en doorleefde zang, maar vooral door de gedrevenheid waarmee Eric Andersen anno 2005 aan het werk is. "Waves" laat een muzikant in hart en nieren horen. Een muzikant die misschien niet laat zien dat hij er nog verschrikkelijk veel plezier in heeft, maar dat wel degelijk laat horen.
JD
MYERS
HARD TIMES
website : www.jdmyerscountry.com
info : waymore44@yahoo.com
label : Eigen Beheer // Twangabilly Music
info : waymore44@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/jdmyers2
Met het
album "Like A Train" (1997) leek JD Myers broodje gebakken ....
major label, James Burton, Hargus "Pig" Robbins, Russ Pahl die
een handje toesteken in de studio, regelmatig een videoclipje op CMT, knap
uiterlijk. De verwachtingen te hoog gespannen ... who knows... feit is dat
het van geen kanten liep en JD Myers dankzij familie en enkele vrienden
kon overleven. "Hard Times" ... inderdaad en met de wijze woorden
van Waylon Jennings in het achterhoofd (Waylon Jennings once told me that
above everything else, I have to be true to myself. I've never forgotten
that.") en het besef dat Nashville eigenlijk toch niet zijn ding is
(It's the Nashville way. You play their game or you don't play. I'm not
the first to learn that the hard way and I sure won't be the last.) probeert
hij met dit album zijn carriere een nieuwe impuls te geven. Ach denk je
dan, de zoveelste in de rij, tot ons oog viel op de medewerking van Michael
Woody (the Woodys) op het album "Hard Times". Liefst vier songs
in co-writing met JD Meyers zijn voldoende om dit schijfje aan een nader
onderzoek te onderwerpen. West-coast country, the outlaw sound, een voorzichtig
uitstapje naar wat rockabilly met de song "Big Highway" ... kortom
eigenlijk niets nieuws onder de zon, en de covers van "Marie's the
name, His Latest Flame" ( Pomus/Shuman), Lauderdale's "Sometimes"
of John Hartford's "Hopelessly Yours" zullen daar weinig aan veranderen.
"If love was like a train" en "Meet Me in Memhis" met
prima keyboards en songs van het duo Myers/Woody lijken mij beter tot hun
recht te komen met het iets ruwere keeltje van Buddy Miller, terwijl "But
She Didn't It" en "In Too Deep" richting Dwight Yoakam gaan.
De overige songs hebben een traditioneel country soundje met ondermeer veel
steelgitaar en leveren het bewijs dat JD. Myers een aardige stem heeft,
een prima gitarist is, zelfs met de country rockertjes "Hard Times"
en "I'm On A Roll" behoorlijk uit de voeten kan. Maar de vonk
echt doen overslaan ... daarvoor zijn de ballads "A Thousand Miles
Away", "Anything For You", "This Train Keeps Passing
Me By", "Paint the Town Blue" iets te "Nashville ".
Het is Myers keuze (It may take a little longer doing it my way, trying
to do my own thing, but I'll have no regrets) en of het tot (commercieel)
succes zal leiden ... wait and see.
MITCH
& THE POLECATS
WHAT ' S NOT TO LOVE
website : www.cdbaby.com/cd/mitchpolecats
info : thehounddog@att.net
label : Eigen Beheer
Erg karig
met info, geen website, maar gelukkig spreekt dit schijfje voor zichzelf.
"Wake Up in the Morning", "Soul Stealin' Woman", "I
Been Walking"... met zulke titels kan het niet anders of ... inderdaad
."I Got The Blues". Voor de liefhebbers van harmonica blues is
dit album een must. Onbekend is onbemind, maar daar gaat met dit album verandering
in komen, frontman Mitch Mathena (harmonica, vocals), Mike Michalak (guitars,
vocals), John Reditsch (bass, vocals) en John Deasy (drums) brengen op een
verbluffende manier een snelcursus van hoe (blues)smoelschuiverij kan/moet
klinken in slechts acht songs. Traditionele Delta blues afgewisseld met
leuke pop/rockertjes "I Lost My Baby, Last Night", "Life
Don't Change" een prima cover van "Polk Salad Annie" (Tony
Joe White") en een pareltje van 12 bar Blues met "I Got The Blues".
Geen overdubs, geen moeilijke studio toestanden, wat je hoort op dit album
mag je ook live verwachten ... lijkt mij de moeite waard!
NICKY
BURT
A GOOD DREAM GONE BAD
website : www.povertyhillrecording.com
label : Eigen Beheer / Poverty Hill Recording
info : nicky@povertyhillrecording.com
www.cdbaby.com/cd/nickyburt
"This is blues music from the heart and for the occasion, from the ones with the most musical pallet, to the guy that just wants to listen to good music." (CD Baby)
A good dream gone bad ... je linkerhand bijna volledig verliezen door een
werkongeval is geen lachertje en wanneer je hobby gitaar spelen is wordt
het fysisch en psychisch nog pijnlijker. Gelukkig kon de schade nog een
beetje hersteld worden maar Nicky Burt had toch een twaalftal jaren nodig
om het allemaal te verwerken. Op aandringen van een goede vriend besloot
hij om op een dag de gitaar van zolder te halen en zich opnieuw te verdiepen
in "Playing the Blues". Het resultaat mag er zijn ... het album
"A Good Dream Gone Bad" opgenomen in zijn eigen Poverty Hill studio
laat ons genieten van tien zelf gepende songs, "the Devil's Sister",
"Nobody Cares When a Bad Girl Cries", "Ballad of Cleophus"
en "Cruisin'" die allen een beetje in de lijn liggen van wat Tony
Joe White en onze eigen Luke Walter Jr. Gezapige swamp/Southern/blues die
een beetje vaart krijgt met "Kick Back Relax" en "Back Roads
Highway" waarin Nicky Burt met prima gitaar getokkel bewijst dat zijn
volgehouden inspanningen resultaat hebben. Ook mentaal moet de man sterker
uit de gebeurtenissen gekomen zijn want met het schitterende "I Can
't Get The Blues" maakt hij komaf met die nare periode en kan er zelfs
een streepje humor vanaf .... "Put a Little Money on the Credit Card"
en "Satan in Church" (I'm married with your sister). De man verontschuldigt
zich uitvoerig mocht je hier en daar een valse noot waarnemen ... "I'm
only playing with three fingers" maar dat valt reuze mee. Burt lijkt
mij soms meer moeilijkheden te hebben om zijn stem in de juiste toon te
houden ondermeer in het titelnummer en de song "Back Roads Hideaway".Toch
een ferme prestatie samen met The Pandemonium Parlor Band.
KENNY
LAVITZ
TOO MANY HATS
Website : www.kennylavitz.com
Email:kenny@kennylavitz.com
www.cdbaby.com/cd/kennylavitz
Fans
van onvervalste 'BluesJam/FunkJazz' halen met dit album een juweeltje in
huis. Kenny Lavitz groeide op in het muzikale ghetto van New Jersey en New
York. In Miami ging hij verder muziek studeren en kreeg aldaar een mix van
Latin rythmes, jazz en blues getinte lessen onder de knie. Verdere gitaar
bedrevenheid kreeg hij in Los Angeles van de grootste meesters van de wereld.
Voor de opnames van dit album "Too Many Hats"ging deze veteraan
naar Portland, Oregon. Het resultaat is dan ook verbluffend te noemen. Reeds
bij aanvang "Down in the Bayou" krijg je het gevoel van waar heb
ik dit eerder gehoord. Juist ja want hij wordt bijgestaan door een team
van veteranen. Een stevige beat op drums Rudy Battjes, de strakke baspartijen
Jon Hughes, Tim Bly op sax en gast Paul deLay op mondharmonica op sommige
tracks begeleiden Lavitz op zijn rauwe en vlijmscherpe gitaar partijen.
Zijn songs vertonen invloeden van R & B, jazz en gospel waaraan hij
steeds iets eigenzinnigs weet toe te voegen. Hoogtepunt is wel "Religion
of the Rhythm, een nummer waarin Kenny op slidegitaar uitstekend uit de
hoek komt, maar tevens ook Pam Baker dewelke hier voor de nodige backingvocals
zorgt. Maar ook weet hij zonder twijfel te boeien op zijn andere gitaargerichte
songs. Bij het horen van de songs, de rustige tracks "Stumblin"
en "Thru The Night", dacht ik even dat ik naar het beter werk
van Sonny Landreth aan het luisteren was. Hemels! Dat betekent niet dat
"Too Many Hats" geen muzikaal vuurwerk bevat, integendeel. De
goed in het gehoor liggende en zelfgepende songs van Lavitz worden gedragen
door fantastisch gitaarspel dat de speakers uit knalt. Lavitz laat zijn
gitaarkunsten nooit domineren boven zijn songs en hun soulvolle arrangementen.
Het zijn voornamelijk blues, R&B en jazz-invloeden die zijn songs zo
geweldig maken. Deze bluesveteraan heeft reeds heel wat bewezen in de hedendaagse
bluescultuur en op zijn nieuwe album brengt hij bluessongs van een heel
hoog niveau en ben ik zeker dat de definitieve doorbraak voor de deur staat.
Al deze ingrediënten maken deze plaat tot een van de aardigste rootsplaten
van de laatste maanden waarin we toch al zo verwend zijn. Hulde!
JAMES
STANLEY HOWEN
SIDE BY SIDE
website : www.jamesstanleyhowen.com
jimmyhowen@hotmail.com
label : Songbirds Recodings
www.cdbaby.com/cd/jshowen
Blijkbaar
een wat timide jongen die James Stanley Howen. Jimmy, voor de vrienden,
had er helemaal geen moeite mee om zoals de meeste basgitaristen wat in
de schaduw te staan. Toen hij in 1971 overschakelde om de rhythm gitaar
te hanteren en naar het voorbeeld van zijn "idool" John Prine
begon met zingen en het componeren van songs stond hij van de ene dag op
de andere in de schijnwerpers en dat leverde hem een massa plankenkoorts
op. Maar op dit country album is daar niets van te merken en lijkt het wel
of de brave man nooit iets anders gedaan heeft. Als writer/co-writer van
de elf songs weet Howen op een aangename manier de traditionele country
te mixen met een vleugje Southern rock ("Slow To Change") en een
snuifje Americana. Opener "Where the Mighty River Meet" krijgt
een voorzichtig folky "Whiskey in the Jar" introotje dat met toevoeging
van banjo, dobro en fiddle uitgroeit tot een waar pareltje. Wanneer het
steel gitaartje van Jory Simmons erbij gehaald wordt kunnen de truckers
hun honky tonk hartje boven halen en het gaspedaal wat verder intrappen
of hun 18 wheeler aan de kant te zetten om een dansje te wagen met de plaatselijke
schone ("We'll Dance"). "Side by Side", "Lowe It
all to you" met lead vocals van Howen & Lisa Hannon en "What
Grandpa Said" zijn pure country & western songs die heel erg vertrouwd
in de oortjes klinken maar geen moment platvloers worden. "Beside Myself"
krijgt zelfs een harmonicaatje mee en het accordionneke mag ook meedoen
op ... "Some Guys" (have all the luck). Inderdaad, met "the
Has - Been (that never was) en het schitterende "Too Late" (to
say I love you) lijkt John Prine wel om het hoekje te loeren. Prima album
met degelijke country/folk/Americana songs.
J.P.
McDERMOTT and WESTERN BOP
LAST FOOL HERE
website : www.westernbop.com
label : Shower - Tone Records
info : www.showertone.com
www.cdbaby.com/cd/jpmcdermott
info@westernbop.com
Red-hot
Rockabilly and Vintage Honky Tonk". Een top 5 notering in het lijstje
van meest gedownloade songs, nr°2 in de Iuma Rockabilly Charts en een
onderscheiding die kan tellen ... Country Vocalist of the Year 2004 (Wama),
het lijkt wel of J.P. McDermott met het album "Last Fool Here"
de hoofdvogel heeft afgeschoten. En zolang hij op het rockabilly pad blijft
is dit volkomen terecht, eigen spinsels "Could Shoulda Woulda",
"My Damn Baby" (mag dan wel wat lijken op "My Girl's Red
Hot") zorgen samen met "Do I Love You " voor een spetterende
rock & roll aanvang. Ook zijn cover van J. Cash's "Cry Cry Cry"
is nog te pruimen maar dan geraakt hij het noorden een beetje kwijt. "Blue
Days, Black Nights" en "Lucky Stars" zijn van die Buddy Holly
imitaties die mij maagzuur bezorgen en met "Not Enough Of You"
en titelnummer "Last Fool Here" wordt het dieptepunt bereikt ...Gelukkig
ontspoort de trein niet volledig en kan J.P. McDermott met de rockertjes
"Sixteen Chicks", "Go Cat Go" en "That Ain't Nothin'
Butt Right " de wagonnetjes terug op de rails krijgen en met Harlon
Howards klassieker "Heartaches For a Dime " rustig het stationneke
Rootstime binnenrijden. Samen met de Washington DC rockabilly gitarist Bob
Newscaster (Tex Rubinowitz, Billy Hancock), Andy Rutherford op lead gitaren,
een legertje van upright bass spelers en een viertal verschillende drummers
kan J.P. McDermott mij maar gedeeltelijk overtuigen. Prima high-energy rockabilly
and hell-raising honky tonk, maar in godsnaam ... laat die tear-in-your-beer
ballads achterwege.
BOBBY
G
SMOKEY MOUNTAIN BLUES
Website : www.bobbyguitar.com/home.html
Email : bobby_guitar@bellsouth.net
Label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/bobbygblues
Op
twaalfjarige leeftijd leerde gitarist Bobby Gilbert, a.k.a. Bobby G., zichzelf
gitaar spelen, en is door de jaren heen uitgegroeid tot een heel getalenteerd
bluesartiest. Hij was medestichter van de uit Michigan komende rock band
Frigid Pink, die een zeer grote hit hadden met een 'heavy' versie van The
Animals' "The House of the Rising Son". Met zijn pas uitgebracht
soloalbum "Smokey Mountain Blues", slaagt Bobby G. er moeiteloos
in, om met zijn ongecompliceerde elektrische blues uit vervlogen tijden
mijn gevoelige snaar te raken. Zichzelf volledig begeleidend op dit album
creërt hij een sound zonder overdubs, multitracking of andere goocheltoestanden
bij de opnames. Dit is gewoon voortreffelijk gebrachte elektrische blues,
eerlijk en recht uit het hart. Vocaal behoort hij misschien niet tot het
kruim, maar dit doet geen afbreuk aan het geheel. De teksten zijn soms echt
prettig gestoord, meestal songs gaande over verloren liefdes, verloren vrienden,
spijt ... typische bluessongs waarin u als luisteraar een perfect beeld
krijgt waar deze gitarist voor staat. Hij put uit het hardere genre in de
bluesfamilie, met invloeden van onder meer Carlos Santana en J.J. Cale.
Bluesrock dus, maar dan wel van het soort dat nog genoeg aanleunt bij de
meer funky blues om ook de meer modale bluesfan te boeien. Alle negen tracks
zijn eigen composities. Sommige klinken vrij herkenbaar, bij andere is het
duidelijk dat Bobby G. naar een eigen identiteit streeft. Vocaal mist hij
dus nog wat diepgang, maar zijn gitaarwerk is uitstekend vooral in het instrumentale
"Alone With My Guitar". Explosieve solo's om vervolgens even de
zachte toer op te gaan in een slow blues nummer. U waant zich in Chicago,
dan Detroit, om dan te eindigen in Memphis en Atlanta ... een mooie muzikale
reis voor de bluesliefhebber, waarin invloeden van rock, jazz, en soul het
geheel boeiend en variërend houden. Meteen is dit een mooi visitekaartje!
CARI
LEE AND THE CONTENDERS
SCORCHED
website : www.thecontenders.info
label : Star Tone Records
info : www.thecontenders.info
www.saddle-ites.com
www.oldtimey.net
misstrish@chickrockentertainment.com
"Cari
Lee's vocals are full are rich as a dark cup of coffee and smooth as new
asphalt road."
-Vintage Guitar Magazine-
Geen sprake
van om eventjes op adem komen na een uitgebreide toernee door Europa bij
Cari Lee die bij Rootstime met haar band the Saddle - Ites in de bovenste
schuif ligt. Prima hillbilly en rockabilly deuntjes/een erg leuke verschijning
... moet er nog zand zijn? Met het album "Scorched" slaat Miss
Cari Lee een gans andere richting in. Sexy, swingende rockin'50 style Rhythm
& Blues in de stijl van Ruth Brown, voornamelijk met eigen songs als
"Think about you", "Fine Fine Man" (met een leuk videoclipje),
"Don't Be a Fool", en een begeleidingsband die met recht en reden
"tevreden" mogen zijn. The Contenders bestaan uit Tjarrod Bonta
op piano (door collega's in Austin beschouwd als het achtste muzikale wereldwonder),
Steve Merritt (guitar), Dan Torosian (Marcia Ball, Irma Thomas, Ted Roddy,
Tish Hinojosa) op saxophone, Ryan Gould (bas) en Damien Llanes (Nick Curran)
op drums, je kan er niet naast kijken en luisteren ... pure klasse. Rhythm
& blues à volonte met sublieme versies van "The Lover's
Curse", Mike Pendecin's ontbijtje "Burnt toast and Black Coffee"
en het jazzy "How Come" met weer die hemelse sax/piano streling
voor het oor. Toch zijn er openingen gelaten voor de rockabilly deuntjes
als het eigen "Now I'm Gonna Roll", het titelnummer "Scorched"
(Dillon/Mack) en "You Shock Me" (Appleby). Producer Billy Hornton
(Horton Brothers) weet bovendien enkele fraaie bluespareltjes uit zijn hoed
te toveren ... "I'm a Little Mixed up" (Betty James), "Litlle
Red Rooster" (Griffin Brothers) ... het blijft genieten! "The
whole album possesses a great sound and a positive energy that's thrilling
and captivating. Don't miss out on this soon-to-be classic! it's a pleasure
from start to finish!" (Blue Suede News). Festival/clubs op zoek naar
een prima R&B/hillbilly/rockabilly act ... CARI LEE & THE CONTENDERS!
BONNIE
RAITT
SOULS ALIKE
Website : www.bonnieraitt.com
Label : Capitol Records
Distr.: EMI
www.emigroup.com
Bonnie Raitt is een getalenteerd vertolkster van rhythm & bluesnummers en begenadigd songwriter voorzien van een expressief, soulvol stemgeluid. Bovendien wordt roodharige Bonnie beschouwd als een van de meest virtuoze gitaarmadammen op deze planeet. Haar carrière spant reeds meer dan dertig jaar en zestien albums de kroon, met ondertussen negen Grammy Awards en een plaatsje in de Rock & Roll Hall of Fame op haar palmares. Het duet met John Lee Hooker ("I'm in the Mood") en nummers als "Have a Heart" en "Something to Talk About" behoren tot het collectieve rockgeheugen. Raitt maakte in de jaren ’70 een aantal onovertroffen platen, waarop ze werd bijgestaan door leden van Little Feat. "Give It Up" en "Takin’My Time" zijn klassiekers. Ze viel toen ook op door haar repertoirekeuze. Na een paar minder opvallende albums brak ze in 1989 door met het album "Nick Of Time", waarvan het titelnummer van haar eigen hand is. Nadien maakte ze met wisselende tussenpozen nieuwe platen, die niet konden beklijven. Maar op het zojuist verschenen "Souls Alike" maakt Bonnie eindelijk weer indruk. Bijgestaan door producer Tchad Blake en muzikaal gesteund door o.a. Mitchell Froom, John Cleary en Ricky Fataar laat ze weer iets van haar oude glorie herleven. Het is enkel jammer dat ondanks een rustperiode van drie jaar, waarin er een hoop is gebeurd in het leven van deze bluesmuzikante, dat ze toch heeft gekozen voor een hele plaat met liedjes van anderen. Je zou toch zeggen dat een verbroken relatie, de dood van haar vader en de toestand in de wereld haar genoeg stof tot schrijven zou moeten brengen. Het zijn op zich niet de minste van wie ze haar liedjes voor Souls Alike ontleent zoals Randall Bramblett, Lee Clayton, Emory Joseph, Pat Mclaughlin en John Cleary, al enige jaren haar vaste toetsenist afkomstig uit New Orleans, die ook het nummer "Love On One Condition" voor haar schreef, waarop ze haar slide even bovenhaalt. Op "Souls Alike" ligt de nadruk echter op de blues. Het ene moment zeer ingetogen, het volgende moment stevig rockend en niet veel later diep verankerd in de moerasblues uit het Zuiden van de Verenigde Staten. Toch kent "Souls Alike" dezelfde makke als vrijwel alle andere Raitt-platen: er zijn altijd een paar nummers die er heel erg uitspringen en een paar nummers die gewoon wat minder zijn. Toch zijn de sterke nummers zo goed dat ze het de aanschaf van het album waard zijn. Zo valt het experimentele "Deep Water" een beetje uit de toon. Maar de Maia Sharp-composities "I Don’t Want Anything To Change" en "The Bed I Made" maken dit meer dan goed. Mijn persoonlijke prijsnummers zijn "So Close", een zalige soulvolle ballade waarin Bonnie's stem je weer tot op het bot weet te raken en het funky "Two Lights In The Nighttime". Kortweg: Het heeft dan wel even geduurd voor dat we weer een nieuw studio album van Bonnie Raitt konden verwachten, maar "Souls Alike" klinkt weer als vanouds en is het wachten wel degelijk waard geweest. Uiteraard is nog altijd die heerlijke zwoele stem en die zalige slidegitaar te horen, maar graag hadden we iets intensere liedjes gehoord die recht uit het hart komen en haar op het lijf geschreven zijn. Desondanks is "Souls Alike" een uitstekend album van een terecht gelauwerd artieste.
IMAGINARY
FREDS
NEAR LIFE EXPERIENCE
website : www.imaginaryfreds.com/links.html
label : Flaming Lawnmower Records
info : balhat@earthlink.net (Jim
Romanow)
www.cdbaby.com/cd/imaginaryfreds
Het heeft bloed, zweet en tranen gekost ... met een zucht van verlichting
kunnen de leden van the ultimate garage band "Imaginary Freds",
na vier jaren studio arbeid, de geboorte melden van hun eersteling "Near
Life Experience". Blijkbaar waren er andere prioriteiten voor Jack
Collins en de overige bandleden Robin Lake, Bob Pierre, Penny Balocki en
Jim Romanow dan fulltime muziek maken, (While other bands were relentlessly
trying to "make it" during the same period,The Freds were relentlessly
trying to make mortgage payments, raise kids and deal with day jobs")
het resultaat van hun noeste arbeid mag er wezen. Met een serieuze koerswending,
van garage rock naar een mix van pop, folk, rock, blues, country is het
eventjes wennen aan de nieuwe sound van dit vijftal. Openingstrack "See
you Again" blijft mij intrigeren met dat heerlijk gepikt introotje
dat ik maar niet kan thuiswijzen ... en komt net als het funky "Too
Many Questions" in aanmerking voor de playlist van Radio 1 programma's
als Pili Pili, Eldorado, Shuffle. Verscheidenheid troef en dat komt voornamelijk
door het feit dat "Imaginary Freds" beschikken over vijf prima
keeltjes waarvan een viertal eigenaars het songwriten ook nog perfect onder
de knie hebben. Met "Close Your Eyes" en "Beautiful child"
komt Lucinda Williams in het vizier en met de songs "Love Song"
en "George" geraakt zangeres Penny Balocki erg dicht in de buurt
van Joan Baez, Annie Mosher (zie rev. sept.05) en Mary Gauthier (rev. feb.
05) zouden met het prijsbeest "Mama's Got Wings" ook wel uit de
voeten kunnen, terwijl met "Remember That" de gitaren en het soundje
referen naar Kelly Paardekooper, Teddy Morgan en Al Anderson. "Restless"
kon op het lijf geschreven zijn van John Lee Hooker, George Thorogood en
The B 52 zouden onze lieve heer op hun blote knietjes bedanken voor een
juweeltje als "Alter My Genes". Bijzonder veel raakpunten/verwijzigingen
naar andere artiesten maar dat maakt het juist zo boeiend voor de leden
van "Imaginary Freds" om toch weer nieuwe accenten te leggen en
met hun groot arsenaal van gitaren (Fender, Gibson, Martin, Danelectro,
Rickenbacker, Santa Cruz, EBow, Dobro en National) en hun sterke vocale
kwaliteiten een meer dan aangenaam soundje te creëren. "Back to
Where I Started again", het heeft bloed, zweet en tranen gekost en
"What Kind of Love" er ook gebruikt werd .... dit album is een
"Beautiful Child"!
DELBERT
MCCLINTON
COST OF LIVING
Website :www.delbert.com
Label : New West Records
www.newwestrecords.com
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl
Delbert McClinton, opgegroeid in de conservatieve cowboystad Fort Worth, Texas, is een begrip voor met name Texaanse muzikanten. Al ruim dertig jaar maakt hij platen, die doorgaans zeer constant van kwaliteit zijn. Hij is een formidabele mondharmonicaspeler van origine, maar hij speelde ook op de harp voor blueslegendes als Jimmy Reed, Howlin' Wolf, Bobby 'Blue' Bland en Sonny Boy Williamson. Zelfs een jonge John Lennon leerde hij harp spelen. In de jaren '70 concentreerde hij zich op de countryrock (Emmylou Harris coverde zijn "Two More Bottles of Wine"). Pas veel later, toen hij een duet opnam met Bonnie Raitt in 1991, kwam de waardering van het grote publiek. Hij kreeg niet één Grammy, maar meerdere, waarna McClinton samenwerkte met onder andere Tom Petty, Tanya Tucker, Vince Gill, John Prince, Lyle Lovett, B.B. King en Melissa Etheridge. En nu, nu is er na zijn geweldige live plaat van vorig jaar, deze prachtige, nieuwe CD "Cost Of Living", waarop McClinton en naasten laten horen dat hij nog steeds goed bij stem is, zij het natuurlijk dat, net als goede wijn, zijn Texaanse honky-tonk-blues overduidelijk gerijpt is. Muziek maakt hij sinds de jaren zestig en dit is zijn eerste studio-album in drie jaar. Hij schreef behalve Jimmy Reed’s "I'll Change My Style" na alles en heeft een stijl, waarin blues, jazz, rock, country en western swing naast soul een plaatsje vinden. Op "Cost Of Living" combineert McClinton op vertrouwde deze stijlen tot een soepel swingend amalgaam, waar de levensvreugde van afspat. Van genres trekt Delbert zich weinig aan, meestal hoor je zijn unieke eigen Delbert McClintonmix. Deze plaat bleef ik maar draaien, en steeds weer op andere manieren. En hoe vaker je het dan hoort, hoe beter je ook hoort hoe geraffineerd en subtiel het allemaal in elkaar zit. En dat zonder ook maar iets aan kracht te verliezen. Vanaf de schuivende opener "One Of The Fortunate Few" tot en met de jazzy blues "Allright By Me" is dit album een bijzonder smakelijke rootsplaat, een veteraan in de Texaanse muziek waardig. Andere uitschietende composities van een constant hoog niveau zijn de soul blues ballade "Your Memory, Me, And The Blues", de zwoele story song "Down Into Mexico" en de Honky Tonk meezinger "Midnight Communion". Af en toe denk je dat je Bill Payne piano hoort spelen, maar het is Kevin McKendree, die werkelijk het ivoor van zijn toetsen staat te spelen. Verder is gitarist Rob McNelly natuurlijk een grootheid, en zijn ook Stuart Duncan (fiddle), en de akoestische gitaristen James Pennebaker, Al Anderson en Gary Nicholson tegast op deze nieuwe plaat waarop het schuurpapieren stemgeluid van de baas alles mooi afmaakt. Dat gevoegd bij het feit dat de band met hoorbaar plezier staat te musiceren, maakt dit tot een album, waarbij nog vocale bijdragen van Russell Smith, Jeffrey Steele, Bekka Bramlett, Crystal Talifaro en Tom Hambridge vallen te noteren, een plaat die de liefhebbers van goeie ouwe bluesrock zullen waarderen. Kortweg : Zijn carriere bestrijkt al bijna 50 jaar maar van slijtage is in het geheel nog geen sprake. Sterker nog Delbert’s stem is nog altijd even soepel en deze cd klinkt sprankelender dan ooit. Luisteren naar Delbert McClinton is dan ook luisteren naar alles wat Amerika te bieden heeft en hij heeft een volstrekt eigen plaats verworven. Deze man is de vleesgeworden Americana.
TOM
FREUND & CO
SWEET AFFECTION
Website : www.tomfreund.com
Email : tom@tomfreund.com
Label : Surf Road Records / Candy Tangerine
www.sweetrelief.org
info@sweetrelief.org
Roots rock music in a live and studio setting.
Complete with wah wah mandolin and bowed upright bass
Niet al Tom Freund’s albums zijn even makkelijk aan te komen. Zijn eerste twee, "North American Long Weekend" (1998) en "Sympatico" (2001) zijn, vooralsnog, alleen via Amerikaanse import te verkrijgen. En zijn zeer gelimiteerde album "Pleasure And Pain" met Ben Harper is helemaal verdwenen. Gelukkig was "Copper Moon" (2004) van vorig jaar wel overal verkrijgbaar in onze lage landen. Want dat deze Amerikaanse singer-songwriter weinig bekendheid geniet is onbegrijpelijk. Ondanks een groot aantal minder en meer bekende bewonderaars - onder de laatsten de onvolprezen Victoria Williams die zo’n tien jaar geleden een fonds oprichte om ziekelijke artiesten te beschermen, is zowat de aanleiding voor zijn vierde album “Sweet Affection”, waarop buiten drie prachtige nieuwe studionummers ook vijf live-nummers voorkomen opgenomen in 2003 tijdens een Sweet Relief-benefiet in Santa Monica. Freund etaleert het soort vakmanschap dat we kennen van Joe Henry, en zelfs soms Tom Waits. Samen met Ben Peeler van The Wallflowers op de lapsteel, en drummer Michael Jerome, klinken deze vijf live nummers, zijnde "Copper Moon" en "Sympatico", de titeltracks van zijn vorige cd's en "Old N’ In The Way" en "Francie" geheel Freundiaans. Dus veelal akoestische weemoedige popsongs en Americana, met een vleugje jazz. Het afsluitende "Can’t Cry Hard Enough", een duet met Victoria Williams klinkt helemaal anders, maar ik laat het aan u om dit te ontdekken. Freund moet het hebben van zijn lijzige stem en subtiele liedjes met tekstuele zeggingskracht waarin Freund’s contrabasspel wederom bepalend is. Getuige zijn studioopnames: de gruizige, pop-getinte opener "Sweet Affection", de ballade "Gentleman Of The Shade", wederom een duet met Williams en vanachter de piano schotelt de hippe troubadour je het hartverscheurende "The Duration" voor. Freund’s nasale stem klinkt heerlijk desolaat, als hij zijn hartzeer weer eens op tafel gooit. Maar met zijn sterke en soms grappige teksten verdrinkt hij geen moment in valse pathos. Deze New Yorker is met het uitbrengen van cd's niet echt een snelle songschrijver. Er zijn artiesten die er langer overdoen. Maar laten we hopen dat nieuw materiaal, sneller komt van deze muzikale duizendpoot.
TOM
WILSON & BOB LANOIS
THE SHACK RECORDINGS VOLUME ONE
website : www.theshackrecordings.ca
Info : www.divineindustries.com
theshack@divineindustries.com
Label : Shack Recordings
www.cdbaby.com/cd/wilsonlanois
Tom Wilson and Bob Lanois come together to create
the cosmic campfire. This album is made of wood and earth. Recorded out
at Bob's shack in the woods.
Tom Wilson en Bob Lanois vormen een onvergelijkbaar Americanaduo. Als je alleen al ziet met wat een liefde ze hun instrumenten bespelen, en hoe goed ze dat doen, dan sla je steil achterover. Tom Wilson genoot zijn naambekendheid van o.a. Junkhouse en Blackie & The Rodeo Kings, die jaren in de belangstelling stonden in de Canadese roots scène, en weet vooral op akoestisch gitaar te schitteren op deze rootsplaat. Bob Lanois, jawel broer van Daniel Lanois, stelde zijn huis in de omgeving van Hamilton, Ontario, ter beschikking om Wilson op negen tracks te begeleiden op mondharmonica en wat vocaal te ondersteunen. Nu is virtuositeit niet alles, want vooral in dit genre moet je ook in staat zijn de luisteraar in het hart te raken. Met de indringende zang van Tom Wilson lukt dat bijzonder goed. Hij heeft een machtige, rustige, klinkende stem waarmee hij u keer op keer weet te raken. Er wordt op deze geweldige cd zowel akoestisch als elektrisch gespeeld, met als uitsmijter een geweldige versie van Dylans "Girl From The North Country", maar ook de opener, het samen met Stephen Fearing gepende "That’s How I Walk" behoord tot de uitschieters van deze plaat. De eigen composities passen er naadloos tussen. Wat deze plaat verder bijzonder maakt zijn de arrangementen. Luister bijvoorbeeld eens naar het adembenemende "Fennell Square", waarin Bob Lanois voluit laat horen wat hij in zijn mars heeft, met subtiele verwijzingen naar andere mondharmonicagroten. Wilson speelt overigens op momenten echt verbijsterend goed gitaar, maar dan wel zo, dat het heel gewoon en natuurlijk klinkt. En dan zingt hij er ook nog bij. Af en toe worden er ook wat vrienden bijgehaald, zoals Russel Wilson (bas, percusie, backing vocals), Rich Moore (upright bass) en Ray Farruggia (percusie) en ook dat levert verrassende sfeervolle Americana op, die bij sommige nummers meer een sombere weerklank geeft. De hele cd is eigenlijk één grote ontdekkingstocht als je dacht dat Americana een simpele muzieksoort was. Dat niet alleen, de kern van de Americana, het stukje dat echt bij je binnendringt, blijft ook inderdaad steeds de kern. Klasse!
CHRIS
CASELLO
DONE MOVED ON
website : www.starlightdrifters.com
label : Dyna Electro Recordings
info : chris@starlightdrifters.com
www.rockabillyuprising.com/big_b/starlight_d.html
Het waren
Cris Casello (vocals, guitars, steel), Bill Alton (vocals) die in 1997 samen
met Kenny Bruce (bas, fidlle) en Chris Neel (acoustic gt) op het gezegende
idee kwamen om The Starlight Drifters (The group's name is a tribute to
Doug Poindexter's Starlight Wranglers, an obscure Sun Records act that spawned
Elvis cohorts Scotty Moore and Bill Black and Hank Williams' Drifting Cowboys.)
boven de doopvont te houden. Inmiddels zijn er van dit rockabilly/Western
Swing/honky tonk bandje uit de omgeving van Detroit een drietal prima albums
op de markt verschenen. Maar
toch vond Chris Casello het moment gekomen om met een solo album op de proppen
te komen en ons te overtuigen van zijn kunde. Mensen lief ... als fervent
steel liefhebber kan ik alleen maar concluderen ... "swinging guitar
and vocal selections from America's most charismatic picker." Met zijn
"Chris' Guitar Boogie"geeft de man onmiddelijk zijn visitekaartje
af ... in de beste Deke Dickerson stijl en lap steel/triple neck console
steel/pedal steel om je vingers en duimen vanaf te likken. Rockabilly met
"All Messed Up", "Rockin' Daddy" (Sonny Fisher), "Juke
Joint Johnny" (met Steve Nardella on piano!), "Kiss Me Baby"
(Ray Charles), western swing/hillbilly bop met "Shame On You",
"My Window Faces the South" (mandolin/Guthrie Trapp) en de klassiekers
"Cannon Ball Rag", en "So Round, So firm So Fully Packed"
(Merle Travis), country/honky tonk deuntjes met Kenneth Brian als gewaardeerde
gast on "Before You Lost your Mind" en "Mr Wrong" een
surfinstrumentaaltje dat je romantisch doet hunkeren naar "the Moonlights
on the Bayou". Samen met Mike King, Mark Robertson (Legandary Shack
Shakers) en Scott Mc Ewen op upright bass en Mike "hit Man" Kissick,
JJ. Murphy en John Mc Tigue op drums geeft 'veteraan' Chris Casello (funky
r&b for the Urbations, neo-rockabilly with The Untouchables, surf with
the Prodigals and classic country with Driving Sideways) aan dat hij met
glans thuishoort in het wereldje van Ray Condo, het Big Barn Combo, Deke
Dickerson, Billy Bacon & the Forbidden Pigs, Asleep at the Wheel, Big
Sandy & His Fly - Rite Boys, Spade Cooley & Tex Williams.
BILLIE
JOYCE
ONE WILLING HEART
Website :www.billiejoyce.com
Label : G.I.G. Records
Distr.: Inbetweens Records
www.inbetweens.com
jos@inbetweens.com
Soulful americana. Smoky vocals, wrought with real life experience. One Willing heart is an honest glimpse, into the past three years of this womans life...
Onze voorliefde voor vrouwelijke singer-songwriters kost ons handenvol tijd, want ieder vrij uurtje wordt besteed aan het opsporen van nieuw talent. Dat is niet alleen een tijdrovende maar ook vaak een zeer frustrerende bezigheid, want meer dan eens horen we meer van hetzelfde en dat is nou net hetgeen waarnaar we niet op zoek zijn. Aan de andere kant is er niets prettiger dan het gevoel dat je krijgt bij het beluisteren van een cd die het predikaat "ontdekking" wel verdient. "One Willing Heart" van Billie Joyce is zo'n cd. Joyce was enkele jaren terug nog een gevangenisbewaakster in een mannen gevangenis en begeleidster in een blijf van mijn lijf huis in Thunder Bay Ontario Canada. Joyce groeide echter op ergens in de prairies van Kamsack Saskatchewan, Canada. De nu vanuit Nashville, Tennessee opererende singer-songwriter schrijft en zingt over het echte leven, haar leven. Joyce heeft de zelfkant van het leven van heel dichtbij meegemaakt en dat hoorden we reeds onherroepelijk terug op het met soul, swampy blues en roots rock doorspekte debuut "Love Tone". Ook op haar nieuwe cd "One Willing Heart" gaat ze haar persoonlijke problemen in songs verwoorden in haar typische rootsaanpak, want de soul zit deze pikante uitziende dame diep in de aderen. Muziek die diep is geworteld in de folk van Joni Mitchell's "Blue album", om maar een vergelijking te maken, maar ook aansluiting vind bij de bijzondere muziek van de door ons zeer bewonderde Bonnie Raitt. Net als Bonnie Raitt maakt Joyce behoorlijk rootsmuziek waarin de voornaamste ingrediënten, rock, pop, soul en blues zijn. Joyce weet zich bovendien te onderscheiden met haar opvallende teksten, de opvallende manier van zingen en boven alles de door haar elf zelfgepende, knappe rootsliedjes die prachtig gearrangeerd en geproduceerd zijn door ons aller bekende BJ Baartmans. In 'Léon’s Farm' in het Nederlandse Boekend zorgde Baartmans voor een geweldige begeleidingsband, die hij vond in het backing zingende collectief Songwriters United (je weet wel...Louis Van Empel, Eric van Dijsseldonk en Eric Devries), maar ook Stephan van der Meijden (drums, percussie), Gerald van Beuningen (elektrische en akoestische bas), Mike Roelofs (piano, Hammond) en Shelly Miller-Kerwin (vocals) halen alles uit de kast van de openende ballade "Season For Being Alone" tot het afsluitende "Goodbye Joeie". De andere nummers zitten bovendien vol onverwachte wendingen, maar ik laat het aan u voor deze te ontdekken. Ik geef me over en denk dat "One Willing Heart" zijn weg beslist zal vinden. Prachtplaat!
KIP
BOARDMAN
HELLO, I MUST BE...
Website : www.kipboardman.com
info@kipboardman.com
Label : Mesmer Records
www.mesmerrecords.com
info@mesmerrecords.com
Twee jaar geleden werden we zeer aangenaam verrast door het debuut "Upon
The Stars" van Kip Boardman, een singer-songwriter waarvan we tot op
dat moment de naam wel kenden, maar nog geen noot muziek hadden gehoord.
Dat bleek een gemis, want op dit debuut manifesteerde Boardman zich als
een uitstekend en buitengewoon veelzijdig singer-songwriter. Folk, rootsrock,
country, het kwam allemaal voorbij en het was allemaal even mooi. Boardman
dompelt je van bij de eerste noten onder in een wel zeer bekend sopje. De
jaren zeventig lijken nooit aan de man voorbij te zijn gegaan. Zijn warme
countryrockgeluid is dan ook een ware zegen voor liefhebbers van rustigere
Americana. Heel af en toe moesten wij denken aan The Band, The Jayhawks
of Neil Young. Op "Hello, I Must Be…" demonstreert Boardman
nogmaals zijn veelzijdigheid en vergrijpt zich zelfs aan big band, soul,
jazz en old-time muziek. En ook dit zijn genres die hij tot in de finesses
beheerst. Boardman (zang, bas, piano, Wurlitzer, banjo) kreeg bij het tot
stand brengen van al dit fraais ondermeer bijstand van drummer Don Heffington
(Jayhawks, Lucinda Williams, Victoria Williams) en gitarist Tony Gilkyson
(Lone Justice, X). Bijgestaan door een waslijst gastmuzikanten tovert Boardman
het ene na het andere prachtliedje uit de hoge hoed. Zo horen we o.a. Kristin
Mooney in de mooie ballade "What Are Clouds?" en Beth Hart in
het rockende "Good Place To Hide". De seventies ten voeten uit
in Steely Dan's "Dirty Work", één nummer waar Tom
Freund de staande bas ter hand neemt, hetgeen hij overdoet in de mooie countrypopballade
"The Wheel". "Hello, I Must Be…" is een cd waarvan
het recept inmiddels bekend is, maar zo lang je de kwaliteit van de afzonderlijke
ingrediënten kunt verbeteren zal het eindresultaat iedere keer weer
beter smaken. En dat is dus wederom het geval. Iedereen die Kip Boardman
kent hoeft geen seconde na te denken over de aanschaf van deze cd. Iedereen
die hem niet kent is, maar wel van Americana/Westcoastpop houdt, moet deze
cd, met het zeer fraaie arrangeerwerk van de grote Van Dyke Parks, zo snel
mogelijk gaan beluisteren. Wonderschoon!
THE
BLACKHILL RAMBLERS
RAMBLER TRACKS
website : www.theblackhillramblers.com
info : blackhillramblers@optusnet.com.au
label : Eigen Beheer
From Melbourne, Australie ... en onmiddelijk de link leggen naar Rockbottom
James & the Detonators, Red Rivers, Red Hot Poker Dots, Chrome Daddies,
The Diddley Daddies, The Flying Saucers, Toe Sucking Cowgirls, The Re-Mains,
Louis King ... het lijkt wel of Rootstime verbroederd is met "Down
Under". Voor ons niet gelaten want met dit album dat live opgenomen
werd afgelopen juli (en nu al in ons bezit) mogen the Blackhill Ramblers
met vlag en wimpel toetreden tot boven vermeld select gezelschap. Weinig
eigen materiaal maar met covers die voor het originele niet moeten onderdoen.
Integendeel zelfs, want "I'm Blue, I'm Lonesome" van Bill Monroe
en the "California Blues" van Yodelin 'Jimmie Rodgers krijgen
hier een leuk nieuw rockabilly jasje aangemeten en hun versie van J. Cash's
"Folsom Prison blues" zal de "man in black" niet in
zijn graf doen omdraaien. Net zo min zal het duo Vince Gill/Kostas meewarig
neerkijken op T B R want ten eerste brengt hun "Ridin' the Rodeo"
royalties op en is de cover best te pruimen. Ook Eddy Cohran zal vanuit
de rock & roll hemel goedkeurend toekijken op the Blackhill Ramblers
versie van "Twenty Flight Rock" en Wayne Hancock zou maar al te
graag eens het podium bestormen om zijn "No Lovin' Tonight" (hoofdpijn
meisje?) te samen met dit viertal te kunnen brengen. The Barnshakers overwegen
hetzelfde te doen met hun "Heartbreak Train" en het zou wel eens
kunnen escaleren in een grote gezellige rockabilly party met liters "wine,
whiskey, all alcohol". Bovendien zou ik dan Sonny George uitnodigen
want met "Parramatta Hot Rod Man" en "Honey I Do" zou
hij zijn rockabilly hartje nog eens kunnen ophalen. Maar Shane Connors (lead
vocals, guitar), Steve Perrett (lead guitar, vocals), Rodney Sheehan (drums
& vocals) en Simon Stuart 'Mr. Double Bass' himself (heeft ondertussen
de band verlaten) hebben eigenlijk geen hulp nodig want het swingt en rockt
als de pest en is volgens deze "Little Old Wine Drinker" een van
de beste rockabilly/country schijfjes van het jaar 2005. Klasse!
STEPHEN
BRUTON
FROM THE FIVE
Website : www.stephenbruton.com
Email : tsbruton@stephenbruton.com
Label : New West Records
www.newwestrecords.com
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl
Hoewel de naam Stephen Bruton niet bij iedereen meteen een belletje zal doen rinkelen, is hij al dertig jaar een veelgevraagd muzikant. Zo speelde hij jaren lang in de band van drinkebroer Kris Kristofferson, was hij de lead gitarist tijdens twee grote tournees van Bonnie Riatt begin jaren negentig, en speelde ook voor Bob Dylan, Delbert McClinton, T-Bone Burnett, Elvis Costello, Sonny Landreth, Peter Case, Ray Wylie Hubbard en vele anderen. Ook deed hij acteerwerk in o.a."Man Of The House", "A Star Is Born", "Convoy", "Miss Congeniality", "The Alamo" en "Sweet Thing" als hij werd gevraagd. Ook produceerde hij voor anderen, zoals Jimmie Dale Gilmore, Marcia Ball, Chris Smither, Hal Ketchumen en Alejandro Escovedo. In 1993 debuteerde hij als een solo artiest met "What It Is". Op zijn eigen cd's is Bruton echter zeker geen archetypische gitarist, die te pas en onpas de nummers doorspekt met staaltjes van zijn gitaarkunsten, integendeel zelfs. "A good sideman is a hallowed thing," zegt hij over zijn werk in dienst van anderen, "A guy who can serve the song behind the singer without ego, he's always gonna have a job." En hetzelfde geldt voor de twaalf nummers op zijn vijfde cd, "From The Five" waarbij hij op muzikale steun kon rekenen van Randy Jacobs, Al Anderson, Steve Ferrone (Tom Petty & The Heartbreakers), Bill Payne (Little Feat), John Kilzer, Yoggie Musgrove, Dillon O’Brian en Stephen Barber (Little Feat). Tevens zijn er vocale bijdragen van Glen Clark, Dillon O’Brian en Theresa James. Bruton speelt nadrukkelijk in dienst van het nummer en combineert rock met blues, country en R&B. Zijn stem is een warme variant op Tom Petty. Het songmateriaal is van hoog niveau, beginnend met de bluesy rocker "Bigger Wheel" tot de typische afsluiter "In the Wind". Meer introspectief zijn "Walk By Faith", de pianoballade "Fading Man" en het funky "The Clock". Het Memphis gekruide "Put Me Out Of Your Misery" heeft zo’n lekkere groove dat Joe Tex of Solomon Burke zich meteen thuis zouden voelen. De nummers zijn echter stuk voor stuk van hoog niveau en de afwisseling tussen ruiger en meer ingetogen werk maakt dat Bruton zo'n typisch ‘musicians musician’ is die onder collega-muzikanten hooglijk wordt gewaardeerd, maar bij een breder publiek volslagen onbekend is. En dat is jammer zoals ook weer blijkt na beluistering van "From The Five", een album geproduceerd door Ross Hogarth (Gov’t Mule, R.E.M., John Fogerty, Melissa Etheridge, John Mellencamp). Het is absoluut tijd voor de doorbraak van deze Texaan want "From The Five" is dan ook weer zo'n prachtige groovy plaat!
SOUTH
AUSTIN JUG BAND
DARK AND WEARY WORLD
Website: www.southaustinjugband.com
Email :band@southaustinjugband.com
Management :Todd "Aggie" Gardner
aggie@southaustinjugband.com
Label : Blue Corn Music
Label & distr.: Lucky Dice
www.luckydice.nl
bluegrass, newgrass, neo-Jug, acoustic country-folk, Texas roots unplugged, swinging Lone Star beatnik country, young traditionalists.
Het titelloze debuut van South Austin Jug Band is al twee jaar oud, maar met de populariteit van de Bluegrass in het achterhoofd proberen deze heren het wereldwijd, want door Lucky Dice is deze cd nu ook verkrijgbaar in de Benelux evenals hun nieuwe album "Dark and Weary World". Hun inspiratie komt van old-timers als Bill Monroe, Bob Wills, Walter Hyatt, Ernest Tubb maar naast deze heren hebben ze op hun debuut ook liedjes van Jerry Garcia, Townes Van Zandt en zelfs Jimi Hendrix onder handen genomen. Bluegrass zei ik, of liever gezegd de Newgrass, want de meest traditionele aller stijlen wordt hier ongeneerd gemixt met pop, rock en met name blues, onderstreept door de cover van Jimi Hendrix’s "Little Wing". Of het nu gaat om eigen nummers of bewerkte traditionals, deze jonge rasmuzikanten, James Hyland (zang, gitaar), Matt (The Slush) Slusher (zang, mandoline, gitaar) Willie Pipkin (zang, lead gitaar) en Will Dupuy (zang, plukbas) maken er iets geweldigs van. De band speelt volledig akoestisch, maar wat klinkt het energiek en opwindend. Op zijn best zijn ze wanneer het gaspedaal flink wordt ingetrapt, zoals al reeds bij de opener " Long Journey Home", maar bij herhaalde beluistering weten ook de wat meer ingetogen nummers zonder meer te overtuigen. Niet op de vaker gehoorde melige manier, maar wel degelijk bloedserieus, en met een verbluffend resultaat. Hun tweede album "Dark and Weary World", volgt reeds in korte tijd, maar aangezien de eerste naar meer smaakte is dat geen probleem. De band, versterkt met twee nieuwkomers Brian Beken (fiddle, mandolin, zang) en Dennis Ludiker (mandolin, fiddle, gitaar, zang), gebruikt nog steeds de bluegrass traditie van Bill Monroe als uitvalbasis naar diverse andere stijlen, maar opent een stuk donkerder dan we gewend waren met het bluesy titelnummer. De liedjes komen van de twee schrijvers in de band: gitarist James Hyland en bassist Will Dupuy, vanwie ook zojuist een soloplaat is uitgekomen. Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel en wordt in "Overdrivin The Mic" bewezen dat ze met de besten in het bluegrass genre meekunnen als het aankomt op instrumentbeheersing. Met een fraaie versie van George & Ira Gershwin "Lady Be Good", gezongen door gast Warren Hood, bewijzen ze hun gevoel voor traditie. Op "Dark and Weary World" staan liedjes in een opzwepend mengsel van bluegrass, folk, country, zigeuner, jazz en zelfs een beetje Iers en blues. Een volwassener en beter album dan hun toch al prima debuut! De, naar verluid uit punkbandjes afkomstige, leden beheersen hun typische bluegrass instrumenten tot in de puntjes en weten zo de juiste down-home-country sfeer neer te leggen voor hun muzikale experimenten. De productie voor hun debuut was in handen van legende Lloyd Maines en voor hun nieuwe cd zorgde Marvin Dykhuis. Dit zijn de perfecte cd's om zelfs de meest verstokte bluegrass puristen de 21e eeuw binnen te trekken, en het bewijs dat deze muziek nog steeds springlevend is.
PAUL
MANOUSOS
FOR BETTER OR WORSE
Website: www.paulmanousos.com
Email : info@paulmanousos.com
Label : Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/manousos
Soms is singer-songwriter-muziek bloedsaai. Een eenzame man die een beetje op zijn gitaar pingelt. Soms klinkt het eerste liedje als het tweede als het derde enzovoort. Maar Paul Manousos’ solo debuut "For Better or Worse" is een verrassende uitzondering. Ik had van hem tot voor kort nog nooit gehoord, terwijl zijn naam al enige tijd ergens in mijn gedachten rondwaarde, als de frontman en lead singer van Power 13. Paul Manousos is geboren en getogen in San Francisco en zingt heel intieme en betoverende twaalf liedjes op zijn debuut geproduceerd door Steve Fisk (Nirvana, Soundgarden) en voor de mastering zorgde Greg Calbi (John Lennon, Bob Dylan). Hij weet te boeien met heel erg weinig middelen. En, hij blijft afwisselend. Wat daarbij overigens helpt is dat er af en toe een cello (Lori Goldston) en een trompet (Jeff Mcgraph) worden ingezet. De sessies voor dit album starten in de Robert Lang Recording studio's in Richmond Beach,WA, waar hij kon rekenen op steun van Johnny Sangster op bas, Joe LoBue op drums, maar ook Steve Fisk weet zich in enkele nummers bruikbaar te maken. Maar Manousos en zijn akoestische gitaar spelen wel de centrale rol op deze plaat. CD-baby schrijft over Manousos : "Stylistically equal parts heartfelt singer/songwriter, snarling rock 'n' roller and anthemic balladeer." Daar kan ik me redelijk in vinden, want bij Manousos is er een soort van emotionele klik en die emotie mis ik bij vele andere singer-songwriters. De popgerichte songs van Manousos liggen goed in het gehoor, puur genieten. Een cd waarop het 's ochtends vroeg lekker wakker worden is en waar je 's avond laat lekker bij wegdroomt. Zet hem lekker hard op en je hoort pas hoe goed het allemaal in elkaar zit. Een plaat die bij elke luisterbeurt beter wordt, een werkelijk ijzersterk debuut! Met de juiste promotie kan Paul Manousos wel eens heel groot worden, maar gezien het bereik van zijn in eigen beheer uitgebrachte cd zal hij wel genoegen moeten blijven nemen met een bestaan in de marge. Een bestaan dat misschien ook wel beter past bij de muziek die deze doorleefde muzikant maakt.
MARK
FOSSON
JESUS ON A GREYHOUND
Website : www.markfosson.com
mail : mkfosson@yahoo.com
Label : Big Otis Records
www.cdbaby.com/cd/fosson
Acoustic country/folk with well-crafted lyrics, strong memorable melodies, fine finger picking guitar and overall excellent musicianship.
In een genre waarin de ‘veelbelovende’ debuutplaten elkaar in
hoog tempo opvolgen is singer/songwiter Mark Fosson een betrekkelijke laatbloeier.
In een kleine dertig jaar schreef hij vele songs voor tal van artiesten,
maar ook liedjes voor op soundtracks, in o.a. films van Allison Anders en
Twenty-Nine Palms. In al die jaren groeide hij uit tot wat hij nu is: een
liedjesschrijver in de stijl van Greg Trooper, Guy Clark, John Prine, Slaid
Cleaves of een Marc Cohn. Zijn debuutalbum "Jesus On A Greyhound"
bevat dertien songs die laveren tussen country, folk, soul, gospel en blues.
De kracht van zijn muziek schuilt in de eenvoud. Zijn liedjes bestaan uit
simpele, catchy melodieën die zich onmiddellijk in je hoofd nestelen.
Producer Edward Tree heeft de songs voorzien van een sobere, hechte productie
waarin vooral de gitaren de boventoon voeren. Hier en daar klinkt een harmonica
of een dobro (Edward Tree) om de wanhoop van de zanger te onderstrepen.
Voor de verdere begeleiding kon hij rekenen op grote namen uit de L.A. Americana
scène, zoals bassist Bob Glaub (Jackson Browne), bassist/accordionist
David Jackson (Dave Alvin, Peter Case), fiddler Gabe Witcher (Laurel Canyon
Ramblers, Willie Nelson, Jerry Douglas), drummer Dave Beyer (Debra Davis,
Melissa Etheridge) en de back-up vocalisten Lisa O'Kane en Sarah Coleman
(Ladytown). In zijn songs maakt Mark Fosson ons deelgenoot van zijn verlangens,
verdriet, hoop en wanhoop. Tanende liefde, onbeantwoorde liefde, de roes
van verliefdheid, gebroken harten – het zijn onderwerpen van iedereen
en van alle tijden, die het meest tot uiting komen in "Old River Road",
"The Day The Earth Stood Still", "Waiting For The Sheriff"
en "History Of The World". Fosson gebruikt kleine woorden om grote
gevoelens te vertolken, en in die mix van stijlen met een akoestische-folk-country
omlijsting zijn er soms wenken naar het werk van JJ Cale of Mark Knopfler,
maar ook de warmte in Mark's stem doet ons denken aan Gordon Lightfoot,
zoals het nummer "Wrap Me Up", hierin schrijft hij een ode aan
zijn lief, maar deze song laat ons voornamelijk denken aan het vocale van
Lightfoot met een getinte JJ Cale stijl backing. Andere songs laten dan
weer een Allman's "Ramblin' Man" - gevoel achter. Van JJ Cale-achtige
rockers tot melancholische midtempo nummers, van country tot aanstekelijke
meer bluesachtige nummers en de ingetogen folky afsluiter "Hang My
Picture" bewijst Marc Fosson een formidabel singer-songwriter te zijn.
Of je het nu Americana, alt.country, rock of folk noemt, Marc Fosson schrijft
rake songs. Kortweg: Op zijn eerste plaat in eigen beheer uitgebracht doet
hij zijn faam eer aan, al kan het niet lang meer duren voordat hij geen
geheime aanrader meer is.
"Jesus On A Greyhound" is nu ook verkrijgbaar via Lucky Dice- www.luckydice.nl
STEPHEN
CHARLES CECIL & THE HOMETOWN HILLBILLIES
TOWING THE HEART
Website : www.broadjam.com/artists/artistindex.asp?artistID=18789
Label: Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/sccthh/from/broadjam
Slow Cooked Country Blues with a Splash of Hot Sauce
Het is inmiddels bewezen dat het maken van goede country-rock niet exclusief is voorbestemd aan rockers afkomstig uit het zuiden van de States. Inmiddels vind je ze overal ter wereld. Ach ja, prut aan je laarzen kun je ook overal opdoen of je nou hebt gewerkt op een trekker in mijn provincie Limburg, op een kangoeroefarm in Australië, op de fjorden in Skandinavië of zelfs wanneer je door een Antwerpse bouwput wandelt kun je dat oplopen. Zo verbaast het ons niet meer wanneer we terug een goed countryrock plaatje uit de States, meer bepaald Baltimore, Maryland van de formatie Stephen Charles Cecil & The Hometown Hillbillies in onze handen krijgen. Deze band is overigens opgericht door Stephen Charles Cecilde, een toetsenist en songwriter in de rootsrock, jazz en blues traditie. Met een ervaring van 20 jaar als 'road musician' met artiesten als Bobby Parker, Sherman Robertson, Little Jimmy King, Little Ray, TT Tucker en Paul Orta was hij aanwezig op vele festivals, zoals het Montreux Jazz Festival in Zwitserland, Chicago Blues Festival, San Fransico Blues Festival, het International Montreal Jazz Festival, International Vancouver Jazz Festival en het Vredenhurg Utrecht Blues festival. Ook zijn begeleidingsband (zie onderaan de recensie) zijn goed opgevoed met blues, country, rock n' roll, big band en zelfs een beetje folk en wat southern rock en dat hebben ze allemaal verwerkt in dit plaatje. Lekkere rootsy instrumenten, akoestisch maar ook electrisch, harp, banjo, pedalsteel, ... alle elementen zijn aanwezig. Zo is "Towing The Heart" dus geen standaard pop/rock plaat geworden maar een intense broeierige plaat met confronterend elf oprechte songs. Intrigerend plaatje waarvoor volgens de liner notes elf jaar aan dit ‘project’ is gewerkt!
Roy "Hip
Cat" Jr. - vocals (tracks 2,3,5,7 & 11) and harp
Mike Miller - Vocal (tracks 6 & 10)
Alix Southwick - Vocal (track 8)
Park Townsend - Vocal (track 9)
T.T. Tucker - Vocal (tracks 1 & 4)
Stephen Charles Cecil - Piano, Organ, Clavinet (track 8) & Bass (track
9)
Jamie Wilson - Drums (all tracks)
Don Peyton - Upright and Electric Bass (all tracks but 8 & 9)
Al Steel - Guitar, Banjo (track 6), Acoustic Guitar (tracks 2,4 & 5)
Ronnie Edwards - Guitar (tracks 1,3, & 11), Harmony Vocals
Jim Horton - Pedal Steel Guitar, Acoustic Guitar (track 6)
Little Ray Y'Barra - Guitar (tracks 8 & 9)
Walter Cosby - Bass (track 8)
Jeff Sarli - Upright Bass (track 9)
Baruti - Additional Drum Kit (track 8)
PERRY
KEYES
METER
Website : www.perrykeyes.com
Email : lustforlife@bigpond.com
Label : Laughing Outlaw Records
www.laughingoutlaw.com.au
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
Sommigen zijn al lang moe van al die nieuwe bandjes van tegenwoordig, allemaal pittige gitaarbandjes die allemaal in het afgelopen jaar hun debuut hebben uitgebracht. Met de komst van "Meter" van de Australische band Perry Keyes, kun je denken: alweer een? Maar in een poging de plaat toch op waarde te schatten en niet meteen als de zoveelste rootsrockband aan de kant te schuiven, heb ik ook dit debuut meermaals beluisterd. En hij is blijven hangen. Perry Keyes (lead vocals, gitaren) en zijn begeleidingsband, Bek-Jean Stewart (drums, vocals, percussie), Edmond Kairouz (gitaren, accordion, vocals) en Phil Blatch (bas, vocals) doen denken aan de muziek van de eind jaren zeventig. Vooral Hiatt en soms ook Springsteen hoor ik terug in deze dubbel-cd. Perry Keyes maakt energieke gitaarmuziek. De liedjes zijn ongecompliceerd in de zin dat er (op het gehoor althans) geen ingewikkelde capriolen worden uitgehaald. Het is recht toe recht aan, zonder virtuoze solo’s, ingenieuze akkoordenschema’s of innovatieve ritmes. De muziek is duidelijk beïnvloed door rock, pop en country, maar is de meeste tijd wel melodieus. Opvallend aan de liedjes is dat de teksten allen een zelfde sfeer uitstralen. En dat is geen sfeer om vrolijk van te worden. De meeste liedjes gaan over de zinloosheid en de doelloosheid van het dagelijkse leven. Keyes is in het dagelijkse leven taxichauffeur en weet zijn ervaringen (zoals mensen die plezier hebben in voortdurend uitgaan en dronken worden, doorwaakte nachten....) te verhalen in zijn zelfgepende achtien liedjes. En al deze somberheid is dan wel weer verpakt in pakkende, energieke liedjes. Op een zodanig ongecompliceerde manier dat je bij Perry Keyes absoluut niet het gevoel hebt dat ze bewust aan een bepaalde muziekhype meedoen. Het zijn hele knappe popliedjes die Perry Keyes ons voorschotelt. Popliedjes die heerlijk in het gehoor liggen en je slechte humeur onmiddellijk verdrijven, maar die tegelijkertijd weten te verbazen en te verrassen; een zeldzame combinatie.
JOHN
ALLAIRE & THE CAMPISTAS
THANK YOU WAITRESS!
Website : www.johnallaire.com
Email : john@johnallaire.com
Label : Cryersong Publications
Flat & Black Records
www.flatandblackrecords.com
www.cdbaby.com/cd/flatandblack
Alt-country roots rock with folky blues influences.
Het tweede album van de Ottawa folk-rocker John Allaire, doet denken aan
klassieke albums van Neil Young of Buffalo Tom. Van pure country tot rockers,
van sfeervolle folk via een knipoog naar uitspattingen à la Wilco.
En dat begeleid door afwisselend een enkele gitaar, een blazersectie of
sterk vervormde gitaren; "Thank You Waitress!" heeft het allemaal.
Eclectisch is een understatement, inderdaad. Op het eerste gehoor klinkt
de plaat vrolijker dan zijn voorganger "Crime And Punishment"
(2003), maar wie goed luistert, ontdekt dat John Allaire nog altijd genoeg
demonen achter zich aan heeft. De cow-punk-county-rock invloeden zijn natuurlijk
gebleven, en Allaire's stem doet nog steeds regelmatig aan die van Paul
Westerberg denken, maar verder valt deze plaat absoluut niet in een enkel
hokje onder te brengen. Of dat zou het hokje folk/country zijn, maar dit
album heeft zoveel stijlen, jazz in de sax, rock en blues in het harmonica
en de gitaren, country in de slide, enz... Na het beluisteren van de dertien
nummers stond onze mond wijd open van verbazing en ontzag, en wilden wij
het wel van de daken schreeuwen: dit is godsgruwelijk mooi. Wij wisten wel
dat John Allaire, die zijn muzikale carrière begon in1984, een groot
talent was, maar dat hij het op zo'n overtuigende en overrompelende wijze
waar zou maken, nee. Daarbij kan hij rekenen op The Campistas, een zeer
gedreven band bestaande uit Tony Dunn (toetsen en sax), Glenn Torresan (slidegitaar),
Jeff Tanguay (bas), Tom Simpson (percusie) en Zeke Smythe (drums). Luister
maar eens naar bijvoorbeeld de opener "Punkrocktown", de titeltrack
of het meer punk-getinte nummer "Shut Your Mouth". Allemaal songs
over punk rock toeristen, toerende muzikanten ("Halton Country Inn")
en dodelijke jobs. U begrijpt het, "Thank You Waitress!" is een
meer dan waardige opvolger van "Crime And Punishment" en voorlopig
niet meer uit mijn cd-speler weg te krijgen. John Allaire and The Campistas
kunnen wel eens heel groot gaan worden.
JEFFERSON PEPPER
CHRISTMAS IN FALLUJAH
website : www.americanfallout.com/jefferson_pepper.html
label : American Fallout Records
info : jeff@americanfallout.com
(Jeff Lebo)
www.sonicbids.com/epk/epk.asp?epk_id=41253
Crisis,
inflatie, geen investeringen meer, te hoge personeelskosten ... bulshit
voor Jeff Lebo (Pennsylvania) want de brave man deinst er niet voor terug
om een gloednieuw independent label uit de grond te stampen. "American
Fallout Records" en het gaat zich speciaal toeleggen op ... juist ...
Americana, Roots, Cowpunk, Alt. country , Progressieve Bluegrass , Contemporary
Folk ... laat de bazuinen schallen! "For artists who make music on
their own therms " en hopelijk gaat het hem geen windeieren opleveren.
'Nieuwkomer'Jefferson Pepper mag de spits afbijten met zijn erg politiek
en sociaal geladen album "Christmas in Fallujah". Of men daar
in zijn conservatieve thuisland op zat te wachten zal de toekomst moeten
uitwijzen want met songs die verwijzen naar Irak, Osama Bin Laden, het terecht
aanklagen van het zinloze oorlogvoeren, de uitbreiding van wapenarsenalen
en de daaraan verbonden kosten, de vlucht naar de lage loonlanden, het zijn
thema's die niet alleen in Amerika de gevoelige snaar raken. Geen lichte
kost op ons bord, het lijkt wel of de geschiedenis zich herhaalt en het
nodigt ook niet bepaald uit tot vrolijk wezen. Als zelfs de vertrouwde Americana/roots/alt.country
geplogenheden in casu liefde en zelfs de vredige (commerciële) toestanden
rond kerstmis een "dark side of the American ladscape" weerspiegelen
kan je alleen maar hopen dat de kalkoen goed zal smaken en dat wij morgen
weer gezond en wel mogen opstaan. Geluk bij een ongeluk ... Jefferson Pepper
combineert zijn zwaarwichtige boodschappen met een iets meer toegankelijke
mix van rock, country, punk, folk en bluegrass. Met toevoeging van mandoline,
fiddle, pedal/lapsteel, John Farmer op dobro en banjo, Pat Bowman, keyboards
en het prima stemgeluid/gitaar getokkel van Pepper zelf mag American Fallout
Records van een geslaagd ietwat "zwaar op de maag liggend" album
gewaren. Jefferson Pepper strooit ons geen zand in de ogen en gelukkig ook
geen peperspray maar brengt een perfect relaas van Bush's huidige "This
Land is Your Land". Of singer/songwriter Guthrie er mee akkoord kan
gaan ....?
Als extraatje ontvingen wij van hetzelfde label een sampler
met niet minder dan zeventien tracks. Erg gevarieerd gezelschap dat thuishoort
of hun weg nog moet zoeken in het wijdse Americana landschap. Wij kijken
benieuwd uit naar de nieuwe releases van American Fallout Records.
BODEANS
HOMEBREWED-LIVE FROM THE PABST
Website : www.bodeans.com
Label : Back Porch Records/ Virgin
www.backporchrecords.com
Distr.: EMI
www.emigroup.com
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar het resultaat mag er zijn.
Met de release van "Homebrewed" heeft BoDeans zijn grootste identiteitscrisis
bezworen. Dat leidt tot een gelouterd geluid, dat meer dan ooit als BoDeans
klinkt. Maar "Homebrewed" is weerbarstiger dan de toegankelijke
popplaat die er her en der van gemaakt wordt. Ze vraagt met enige zin voor
overdrijving evenveel toewijding van de fans als van de groepsleden. Nu
heeft BoDeans het geluk dat hun publiek onvoorwaardelijk fan is en hun platen
net zoveel tijd geeft tot ze mee de soundtrack van hun leven vormen. Maar
vele anderen zullen dat niet doen, en ook daar zal de groep als de hype
wat is gaan liggen mee moeten leren leven. Het is bijna twintig jaar geleden
dat BoDeans de rootsrockwereld versteld deden staan met hun debuut-cd, "Love
& Hope & Sex & Dreams". De grote doorbraak leek een kwestie
van tijd, zeker toen de band uit Wisconsin mocht aantreden in het voorprogramma
van U2. Maar met de volgende platen ging het af en aan zoals "Back
and White" (1991) meer een tegenvaller was, waarna twee jaar later
wraak werd genomen met "Go Slow Down". Daarna ebde de aandacht
snel weg, blijvend leek het, want jarenlang hoorden we niks meer. Maar vorig
jaar, na acht jaar, waren ze terug met het album "Resolution"
van wat nog een trio is: de schrijvers en eeuwige schoolvrienden Kurt Neumann
(vocals, elektrische gitaar), Sam Llanas (vocals, akoestische gitaar) en
bassist Bob Griffin. "Resolution" was een album met een aardige
hoeveelheid ballads, weliswaar met een vol en heavy gitaargeluid. Een van
de sterke kanten van "Resolution" is de samenzang, waarbij de
stemmen van de twee frontmannen Llanas en Nuemann, elkaar treffend aanvullen.
Datzelfde jaar (2004) op oudejaarsavond, staan deze heren op de planken
van het Pabst Theater in Milwaukee,WI, en bevestigen deze rockers dat ze
in topvorm verkeren en dat ze na al die jaren helemaal terug zijn. Met de
gastmuzikanten Bukka Allen (keyboards, accordeon) en Kenny Aronoff (drums)
toveren ze18 nummers, waarvan we bijna de helft kunnen terugvinden op "Resolution",
om in een rockend geluid dat in combinatie gebracht wordt met Amerikaanse
roots. "Texas Ride Song" is na enkele luisterbeurten de vertrouwde
feestopener, met al de typische BoDeans-ingrediënten. Daarnaast is
er bijvoorbeeld de ballade "If It Makes You", opgeluisterd met
accordeonspel van Bukka Allen, waardoor er ook nog een Tex-Mex randje aan
deze liveplaat zit. Dit is ook te horen op het meeslepende, met zuidelijke
klanken doordrenkte "Two Souls", met hier zelfs een ronkende hardrock-solo.
Er giert heel wat energie door je luidsprekers, maar de BoDeans hebben hun
songs prima en aantrekkelijk weten te verweven. "Homebrewed" is
vooruitgang met een knipoog naar hun verleden en zal de oude fan zeker bekoren
en mogelijk nieuwe aanboren. Kortweg: Het ene moment sober en intiem, het
volgende moment groots en meeslepend. "Homebrewed" voldoet moeiteloos
aan de hooggespannen verwachtingen, de hype rond de band is zeker nog niet
gaan liggen. "Homebrewed" zal niet alleen de fans van de band,
maar ook iedereen die zich de laatste tijd kritisch over de band heeft uitgelaten
zeeraangenaam verrassen. Een grootse cd van een hele grote band.
THE
HEYGOODS
FLEETWOOD SKYNYRD
website : www.heygoods.com
david13@rcn.com
label : HI - N - DRY
www.hi-n-dry.com
info@hi-n-dry.com
Mijnheer en Mevrouw David/Katie Champagne (Boston) kunnen de flessen ontkurken want hun Album "Fleetwood Skynyrd" zag onlangs het levenslicht en ik ben benieuwd of hun muziek dezelfde euforische reacties kan doen opborrelen als het nuttigen van het brouwsel dat hun naam draagt. Beiden zijn al een hele poos bezig met muziek maken, zo was Dave de oprichter van de bandjes "Treat Her Right", " the Shane-Champagne Band" en " the Jazz Popes" terwijl vrouwtje lief de frontlady was van de bluegrass groep "Great Atomic Power". Met de country/twang deuntjes "Come Around", "Doghouse" en "A Good Nite's Steep" op dit album kunnen wij best leven en Katie zorgt met haar zoet gevooisde stem dat door de pareltjes "Turn You On", "Why Can't I Say" en "The Coming Attractions" The Heygoods een bevoorrecht plaatsje mogen innemen in mijn Americana wereldje. Jammer dat de begeleiding wat magertjes klinkt, twee gitaren en Kimon Kurk op upright bass ... het mocht iets meer zijn en dan zou een prachtige song als "Desirable" nog beter tot zijn recht komen. Oude liefde roest niet en dat vertaalt zich ondermeer in "Too Good , to be True"(het lijkt wel of Sonny & Cher uit de doden en plastische chirurgie zijn opgestaan), en hun liefde voor bluegrass met "Homegrown" en de twee verborgen trackjes. Prima album/prachtige vocals ... en eerlijk gezegd: ik ben niet zo een liefhebber van het edele vocht, voor mij liever een bruine Leffe, een Kasteelbiertje of een donkere Grimbergen maar deze "champagne" vind ik wel lekker!
JAMES
MCMURTRY
CHILDISH THINGS
Website: www.jamesmcmurtry.com
Label : Compadre Records
www.compadrerecords.com
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl
De in Austin wonende James McMurtry is er zo één. Een singer-songwriter
met een karakteristieke stem, erg nasaal en niet de meest sterke. Op zijn
laatste album “Childish Things”, opgenomen in zijn favoriete
verblijfplaats, Austin in Texas, staat hij echter zijn mannetje. Bijgestaan
door zijn vaste vakkundige begeleiders Ronnie Johnson (bas), Daren Hess
(drums), David Grissom (leadgitaar) schotelt hij sompige countryrock voor,
vergelijkbaar met de muziek van Eric ‘Roscoe’ Ambel. Op zijn
nieuwe plaat staan nu eens geen ingewikkelde arrangementen, maar goed in
het gehoor liggende twang met teksten die zich voor de afwisseling eens
niet in poëtische of cryptische bochten wringen, maar die ons vertellen
waar het op staat - dat is de countryrock die ik graag mag horen. En voordat
McMurtry, die eind jaren tachtig via John Mellencamp in de muziek terecht
kwam, met zijn dodelijke lessen in het donker afsluitende "Holiday"
de plaat beëindigd, krijgen we niets minder dan elf prachtige songs
van de Texaanse troubadour voorgeschoteld. Ach, het voegt allemaal nauwelijks
iets toe aan het oeuvre van McMurtry, maar toch is "Childish Things"
typisch zo'n plaat die je op ieder willekeurig moment kan draaien. Zoals
gewoonte nam McMurtry hier ook zelf de honneurs van producer waar. En, eerlijk
is eerlijk, hij heeft zich meer dan behoorlijk van die taak gekweten. Zo
zit de uitgestrektheid dat het protestlied "We Can’t Make It
Here" wordt aangemeten, het nummer bijvoorbeeld als gegoten. Deze song
was vorig jaar tijdens de verkiezingen gratis te downloaden en is nu terug
te vinden in ongecensureerde versie op deze nieuwe plaat. Een eerste subtiel
hoogtepuntje zodoende, maar zeker niet het laatste! Stephen King beschreef
de song als "stark and wrenchingly direct, this may be the best American
protest song since (Bob Dylan's) "Masters of War'", en over McMurtry
zei King : "the truest, fiercest songwriter of his generation."
In het schrijven van eigenzinnige verhalende liedjes verdiend McMurtry zeker
zijn plaats in het rijtje: Robert Earl Keen Jr, Dave Alvin en Ray Wylie
Hubbard. Andere uitschieters zijn de in Chuck Berry-style, rockende cover
van Peter Case's "Old Part Of Town", het in duet met Joe Ely gebrachte
"Slew Foot" en de accordeonbijdrage van Bukka Allen in "Charlemagne’s
Home Town". En dan vielen wij tenslotte ook nog voor het bekoorlijke
tweetal, "We Can't Make It Here" en "Six Year Drought",
de sociale bekommerheid van McMurtry, héél straf dus! Sterke
plaat trouwens in haar geheel van een grote meneer, die eindelijk z’n
juiste draai lijkt te hebben gevonden. "Childish Things" is een
briljante plaat die geen enkele rootsliefhebber over het hoofd mag zien.
FREAKWATER
THINKING OF YOU...
Website: www.freakwater.net
Label : Thrill Jockey
www.thrilljockey.com
Distr.: Bang!
www.bangdistribution.com
Wanneer je ons vraagt naar onze favoriete alt-country band zouden we best wel eens met Freakwater op de proppen kunnen komen. De band behoort tot de alt-country pioniers en maakte tussen 1989 en 1999 zes briljante cd's. Freakwater is de band van Janet Beveridge Bean en Catherine Ann Iwin. Janet Beveridge Bean zit daarnaast ook in de band Eleventh Dream Day. Op deze cd's maakt Freakwater country met een 'twist', country met een flinke dosis pop en bluegrass. De vocalen van Bean en Irwin zijn het sterkste punt van Freakwater. Deze 'harmonies' zijn sterk beïnvloed door de Appalachian folk van bijvoorbeeld de Carter Family. De stemmen van Irwin en Bean zijn zo op elkaar ingesteld dat er in de vocalen prachtige dingen gebeuren. Na het uiteenvallen van de band kwam zowel Janet Beveridge Bean ("Dragging Wonder Lake") als Catherine Ann Irwin ("Cut Yourself A Switch") met een fantastische soloplaat en net nu we ons beginnen af te vragen of deze solodebuten nog een opvolger krijgen, ligt er een nieuwe cd van Freakwater in de winkel. "Thinking Of You" gaat verder waar "End Time" zes jaar geleden ophield en laat wederom een prachtige mix van traditionele en moderne muziek horen. "Thinking Of You" ligt werkelijk in het verlengde van "End Time", een plaat waarin de band in zekere zin een andere koers had gezet. De songs zijn wat complexer en de instrumentatie uitgebreider dan op hun vorige werk. Zo horen we bijvoorbeeld, in het hartverscheurend "Cathy Ann", een song over de tragische dood van één van Woody Guthrie’s dochters, zowaar strijkers. Op "Thinking Of You" is veel te genieten, maar het slepende "Double Clutch" en "Sap" met enkel piano en de dames in topvorm, mogen niet ongenoemd blijven. Freakwater brengt muziek die uitblinkt door het smaakvolle gebruik van traditionele instrumenten, door wonderschone harmonieën, door songs van een bijna ongekende schoonheid en door de prachtige bijdragen van de band Califone (de band van producer Tim Rutili). Ondanks een "rootsy" aanpak, slagen Bean en Irwin en hun maatjes Dave Gay (bas) en Jon Spiegel (pedal steel) erin op een bijzonder fraaie wijze traditionele country en folk van een eigenzinnig jasje te voorzien. Daarbij weten ze zich ondermeer verzekerd van gewaardeerde hand- en spandiensten van Graeme Gibson (orgel), Evelyn Weston (zingende zaag), Jacob Smith (piano) en James Elkington (elektrische gitaar). Kortweg: "Thinking Of You" is een volgend hoogtepunt in het oeuvre van deze fantastische band, die daarmee één van de meest interessante bands aan de 'randen' van de country blijft.
LIGHTNIN
' CHARLIE
A NEW LEAF
website : www.lightnincharlie.com
info :lc@lightnincharlie.com
label : Blue Chip Records
Blijkbaar
is het mode verschijnsel van "De Nieuwe Man" ook doorgedrongen
in Amerika want "Lightnin' Charlie" (Walter Dolinger 20/3/1962)
kan met veel kans op slagen zijn kandidatuur stellen voor de titel van "Mister
Mom". Zeg nu zelf ... overdag neemt hij de opvoeding van zijn twee
zoontjes ter hand (zijn vrouw oefent een fulltime job als physical therapist),
s'avonds en in de weekends gaat hij de boer op met zijn band "The Upsetters"
en als lid van "The Grace Baptist Church" zit hij samen met vrouwtje
Beth in het gospelkoor "Charisma". Mocht hij ondanks al zijn bezigheden
niet in aanmerking komen hij blijft een man naar mijn en "Harmonica"
Todd Levines hart . "He is a man that does what he says and says what
he means. Unlike many entertainers today, he has a belief that what he is
doing still matters and it shows every times he take the stage" Je
kan hem beschouwen als a genuine American original met zijn grote Stetson
en zijn Fender Stratocaster om de lenden en wat het meest in het oog/oor
springt .... Lightnin' Charlie brengt met "A New Leaf" een FANTASTISCH
album op de markt. Om met de deur in huis te vallen, een cover van Dave
Alvin's "Marie, Marie" die eindelijk mijn goedkeuring kan vinden,
prima versie's van klassiekers als "Just Your Fool" (met Todd
Levine op harmonica!), "You Don't Love Me" (Samuel Maghett), "Just
a Little bit" (Rosco Gordon), "Boppin' the Blues" (Carl Perkins),
"Takin' Care of Bussiness" ( Freddy King) maar ook een trits eigen
meesterwerkjes als het titelnummer "A New Leaf", "Miami Tammi,
'Im a boy from Tennessee, come and go with me" en "Obviously".
Chicago blues met een prima stelletje blazers
en gitaar gepingel van de meester zelf die met "the Blues Are to Blame,
I'm a blues man ... Lightnin' Charlie is my name, well I am what I am, the
blues don't make me lonesome, the blues don't make me sad, the blues is
my best friend that I ever had, the blues is my life "... zijn opwachting
moet maken op.BRBF PEER (B), MOULIN BLUES OSPEL (NL) 2006. Bovendien kan
hij dan vrouwtje lief en zijn zoontjes laten hallelujahen met de blues/gospels
"Down in the Alley" (Jesse Stone), "Come On in This House"
(Melvin London) en de traditional "Come By Here". "Friend"
Lightnin' Charlie .... GREAT ALBUM! * * * *
Eerder verschenen albums : CD: "Don't Touch That Dial!" 1997 // CD: "Lightnin' Charlie and the Upsetters" 1994
ONE
STAR HOTEL
GOOD MORNING, WEST GORDON (2004)
ONE STAR HOTEL (2003)
Website : www.onestarhotel.net
Email :booking@onestarhotel.net
Label : Stereo Field Recordings
stereofieldrecords@yahoo.com
Distr.:Lucky Dice
www.luckydicemusic.com
We hebben
het al vaker uitgeroepen: sinds Uncle Tupelo niet meer is, krijgen we tweemaal
zo vaak prachtige platen. Nu is het de beurt aan "Good Morning, West
Gordon", de tweede cd van het uit Philadelphia afkomstige viertal One
Star Hotel. Op het eerste gehoor klinkt de plaat vrolijker dan zijn voorganger
het 'self titled album' van 2003, maar wie goed luistert, ontdekt dat zanger-gitarist
Steve Yutzy-Burkey nog altijd genoeg demonen achter zich aan heeft. De aanstekelijke
opener "Frustrated and Free" zet meteen de toon voor de rest van
dit album: reed &pipe orgels, pedal steel, lap steel en gitaren vliegen
je om de oren in een melodie die het midden houdt tussen Wilco, Gingersol
en Ryan Adams. Maar het zijn toch vooral invloeden van Wilco ten tijde van
A.M. die blijven hangen. One Star Hotel kan rocken à la Teenage Fanclub,
zoals in "Frustrated and Free", maar de band schrikt ook niet
terug voor een ballad als het heerlijke "Two and Four" of het
mooi opgebouwde "Same Town". Gelukkig staan er weer typische Yutzy-Burkey
juweeltjes op het album. Buiten het melodieuze "Falling Down",
het radiogenieke "Can’t Be Trusted" en vooral de langzaam
open bloeiende titeltrack vormt een hoogtepunt, want voor mij is dit nummer
één van de grote kanshebbers voor de titel, song van het jaar.
Hoewel meteen volgt "In The Spring", dat zich kan meten met het
beste van eh. tja, van wie niet eigenlijk? Voor dit album "Good Morning,
West Gordon" zat er echter nog een ander plaatje en dat wordt nu opnieuw
uitgebracht bij platenlabel/distributeur Lucky Dice. Heel slim, want 'Good
Morning' smaakte al naar meer. Het titelloze debuut van zanger Steve Yutzy-Burkey
en zijn mannen stamt uit 2003 en bevat dezelfde mix van rijkelijk gearrangeerde
popliedjes met twangy inslag die verhalen over een jongeman die opgroeit
in Pennsylvania. Wars van alle trends en hypes vaart One Star Hotel haar
eigen koers, met een onvoorwaardelijke liefde voor zowel Americana als de
betere indiepop. Ook op dit album blijkt zanger/gitarist Steve Yutzy-Burkey,
een bijzonder getalenteerd songwriter te zijn in de negen zelf gepende songs.
Alhoewel subtiel en ingetogen verrijkt Yutzy-Burkey zijn melancholische
meesterwerkjes met fraaie arrangementen bestaande uit strijkers, blazers,
pedalsteels, traporgels en meer. De productie van "One Star Hotel"
was overigens in handen van Mike "Slo-Mo" Brenner, die met zijn
steel-inbreng geregeld is terug te vinden. Wat maakt dat dit debuut en "Good
Morning, West Gordon" zo verschrikkelijk goed in elkaar zitten, dat
deze cd's uitgegroeid zijn tot onze favoriete cd's, en dat wil wel wat zeggen.
Iedereen die op de eerste cd van One Star Hotel iets miste moet eens naar
"Good Morning, West Gordon" luisteren, want wat One Star Hotel
op deze plaat laat horen getuigt wederom van grote klasse.
XIT - TEN IN TEXAS
•
Ten New Recordings
• Ten Great Texas Artists
• Ten Original Texas Songwriters
Ruthie Foster ~ Texas Cookin’ - (Guy Clark) // Carolyn Wonderland ~ Honky Tonk Heroes - (Billy Joe Shaver) // Aaron Watson ~ True Love Ways - (Buddy Holly) // Joe Ely ~ Sunday Morning Coming Down (Kris Kristofferson) // Gary P.Nunn ~ Lone Star Beer And Bob Wills Music - (Red Steagall) // Asleep At The Wheel ~ The Other Woman - (Rollins) // Terri Hendrix ~ Cowboy - (Betty Elders) // Dale Watson ~ The Grand Tour - (G. Richey, N. Wilson, C. Taylor) // Johnny Bush /Cornell Hurd ~ There’s A Little Bit Of Everything In Texas - (Ernest Tubb) // Willie Nelson ~ Mamas Don’t Let Your Babies Grow Up To Be Cowboys - (Ed Bruce)
" TEXANS SING TEXAS "
Het is allemaal Texas wat de klok slaat op dit album dat verscheen op het Icehouse Music label, onder leiding van producer Ray Benson (Asleep At The Wheel ) en multi-instrumentalist Lloyd Maines. Zowel singers als songwriters hebben een ding gemeen ... iedereen heeft links of rechts wel iets te maken met Texas. Pioniers als Willie Nelson, Jerry Jeff Walker, Billy Joe Shaver, Kris Kristofferson, zij fungeerden in de jaren zeventig als "het" uithangsbord van Texas, in combinatie met nieuwkomers (alhoewel): Ruthie Foster, Carolyn Wonderland, Terry Hendrix, Aaron Watson. Traditional country, retro & Americana music, sommigen meer dan veertig jaren oud die op "Ten In Texas" in een nieuw kleedje gestoken worden. Een swingende barrelhouse/funk versie van "Texas Cookin'" door Ruthie Foster met James Polk op piano en B3 organ, een schitterende jazzy/swing uitvoering van "the Honky Tonk Heroes" door Carolyn Wonderland (met om. : sax, trompet, clarinet, dobro, fiddle) en het wondermooie "Cowboy" (met mandoline, accordion, fiddle) van de al even mooie Terry Hendrix en het fantastisch steel geluidje van de meester himself aka Lloyd Maines in "the Grand tour" (hier in de uitvoering van Dale Watson) zijn de sprekende voorbeelden dat Lone Star's music anno 2005 nog best te pruimen is. Enige uitzondering is de niet zo frisse live uitvoering van Ed Bruce's "Mama Don't Let your " door Willie Nelson maar je kan nu eenmaal niet Texas in de schijnwerpers zetten zonder de "Outlaw" eventjes langs te laten komen. Al missen wij eigenlijk op dit schijfje een bijdrage van zijn gabber van destijds ... Waylon Jennings. Fraai album met een schitterend informatieboekje van Icehouse Music (www.icehousemusic.com) met dank aan Music City News (KATwood@musiccitynews.com)
HACKENSAW
BOYS
LOVE WHAT YOU DO
Website : www.hackensawboys.com
Email : band@hackensawboys.com
Label : Nettwerk
www.nettwerk.com
Distr.: EMI
www.emigroup.com
Charlottesville, Virginia is een leuke studentenstad aan de voet van de Blue Ridge Mountains. De combinatie van de bergen en hun historie samen met het studentikoze levert mooie dingen op. Zoals de Hackensaw Boys, acht artistieke boerenpummels, die zich in een bezetting van mandoline, banjo, gitaar, contrabas, fiddle en percussie (dwz. wasborden en soepblikken) rond de microfoon scharen en met de inzet van een punkband de longen uit het lijf zingen. Het ziet er allemaal uit of ze zo zijn weggelopen uit O Brother Where Art Thou, alleen klinken ze nog beter. De Hackensaw Boys ontwikkelden dat eigen geluid door eindeloos te touren en veel op te treden. Niet alleen op bluegrassfestivals, maar ook als voorprogramma van bands als de Flaming Lips en stadsgenoten Cake. Na het uitbrengen van een live-album verkreeg dit zestal vorig jaar met opvolger "Keep It Simple" ook succes buiten Amerika. "Keep it Simple" wist hier toch wel wat verrassend door te breken, denken we even terug aan de prijsnummers van dit album :de meezinger "Ruby Pearl", met prachtig diepe vocalen en het intrigerende "Keep Me Lord", met zijn gospel- boodschap. Opvallend was overigens ook de afwisseling tussen de opzwepende nummers en de meer ingetogen songs. Daarna volgde een reeks van vele succesvolle en aansprekende optredens. Hun opgevoerde bluegrass bleek zo aan te slaan dat de platenbonzen van EMI zich er mee zijn gaan bemoeien. Bovendien werd voor opvolger "Love What You Do" de huiskamer als opnamelocatie vaarwel gezegd en werd een heuse studio betreden. En dan word je toch een beetje bang. Je hoopt eigenlijk van ganser harte dat de grote platenmaatschappijen met hun tengels van dit soort bandjes afblijven. Juist het enthousiasme en het allesoverheersende plezier maakt deze muziek zo mooi. Als je daar vervolgens een major op los laat... Gelukkig blijkt die angst grotendeels onterecht. "Love What You Do" is immers wederom een plaat geworden die bol staat van het spelplezier en Lowery verzorgt hier overigens nog op twee tracks de productie. De prettig ongepolijste akoestische potten-en-pannen bluegrass is ter geruststelling nagenoeg hetzelfde gebleven. Wel is er meer ruimte gemaakt voor de ballad. Een keuze die niet op alle fronten succesvol genoemd kan worden. Op één enkele prachtsong na als de opener "Sun’s Work Undone", kunnen de hese karaktervolle stemmen, zoals op de rootsy ballade "Bordertown", soms ronduit vals genoemd worden. Het hoeft niet perse als ergelijk opgenomen te worden, maar in een genre als deze mag dit wel degelijk als minpunt worden gerekend. De grote voorbeelden als de Louvin Brothers, waren immers een toonbeeld van voortreffelijke vocalen. Ook generatie- en stijlgenoten als de Chatham County Line en de South Austin Jug Band, hebben wat dat betreft een streepje voor. Echter in het toch redelijk brede bluegrass-aanbod zijn er maar weinig formaties die zulke prettige songs en al even prettige albums weten te maken. Op hun best zijn The Hackensaw Boys in de snelle nummers als de live-favorieten "Cannonball", "Mecklenburg County" en het strijdlied "We Are Many". Ook de liedjes waarin het klein wordt gehouden, zoals "Alabama Shamrock" of "High Faller" en de Americana in "Parking Lot Song" en "Fiddle My Blues Away", roepen echter bewondering op. Bewondering omdat de muziek zo uitstekend in elkaar zit en met een nonchalant raffinement wordt gebracht. Kortweg:Iedereen die "Keep It Simple" vorig jaar in zijn of haar hart sloot zal ook "Love What You Do" omarmen. Wel klinkt de muziek wat meer glad getrokken dan op zijn voorganger. Net iets minder bluegrass op lichtsnelheid en net wat meer ballads. Maar de muziek klinkt wel wat meer uitgebalanceerd en soms net iets beter doordacht. De Hackensaw Boys zijn vast het best in een broeierige concertzaal, maar desondanks is "Love What You Do" een cd die de weg naar de cd-speler heel vaak zal weten te vinden.
DANNY
EPPS
RUMORS OF THE TRUTH
website : www.penstarmusic.com
label : StarPlay Records / Mudcreek Music
info : warren@penstarmusic.com
www.cdbaby.com/cd/epps
Oude liefde roest niet en ex Columbia/Crazy Cajun Records artiest Danny
Epps besloot na een inactiviteit van vijftien jaren de gitaar uit de wilgen
te halen en ons lichtjes te verbazen met dit schitterende "Rumors of
the Truth ". Niemand minder dan Mickey Newbury omschreef Danny Epps
als "another Texas songwriter from the mold of Willie Nelson, Kris
Kristofferson,Townes Van Zandt, Dennis Linde, and Gene Thomas" In de
jaren '60/'70 was hij ondermeer betrokken bij opnames van Bobby Bare, Kris
Kristofferson, Doak Snead en werden zijn songs opgenomen door Freddy Fender,
Don Gibson, Brenda Lee en Roger Miller. Anno 2005 komt Danny Epps terug
door de grote poort met zijn elf zelf gepende songs die thuishoren in het
jargon blues, country en folk. Dat er in al die jaren nog niet veel veranderd
is bewijst de song "the Beast"... Vietnam in de jaren zestig,
brandend actueel in Irak en net als "Desperate Moves" op het lijf
geschreven van de jonge Bob Dylan. De vertrouwde blues taferelen herhalen
zich met "I Need A Bad Woman Bad" en "Stone Alone Blues".
Met "Red River Rose", "Home Is Only a Dream", "I
Danced on the Moon" en prijsbeest "Tears From the Heart"
doen de fiddle (Steve Snoe) en cello (Dave Zeeger) hun intrede en lijkt
het wel of Bily Joe Shaver de vocals heeft overgenomen. Eventjes komt de
gedachte bij mij op dat mij een onuitgegeven album van Billy in de handjes
gevallen is, maar bij het nogmaals checken blijkt het wel degelijk te gaan
om nieuwe songs en het stemmetje van Danny Epps. Prima singer/songwriter
die met de song "It's Over" een vervroegd Sinterklaas of kerstcadeau
kan bezorgen aan Steve Young en dan is het circeltje rond ... Billy Joe
Shaver, Bob Dylan, Steve Young ... Welcome back Danny Epps!
THE
DREWS
THE SINS OF OTHERS
website : www.wearethedrews.com
label :Eigen Beheer
info : RKelley283@aol.com (Press
contact)
www.rightnowrecords.com
www.cdbaby.com/cd/drews
Mocht je alleen te werk
gaan op het hoesje van dit album, twee ruimtewezens die je devoot aanlijken,
dan verwacht je dit schijfje niet bepaald in het alt.country/Americana/folk
bakje bij je lokale platen/cd boer. Het is een erg gevarieerd album geworden
van Andrew Di Martino (guitars, vocals) en Jen Di Martino (bass, vocals,
keyboards, bongo's) die mekaar in Seattle (1992) tegen het lijf liepen en
sindsdien als koppel door het leven gaan. Elf songs van eigen huis, opener
"Not so Near To Here" en "Space and Time" zijn prima
country/rock deuntjes die een duidelijk Dave Alvin stempeltje dragen en
dat is altijd mooi meegenomen. Net als de humor op het old country/swing
niemandalletje "Nasty Girls" dat mij doet denken aan mijn KSA/kampvuur
jaren waarin de haarkam en de sigarettenpapiertjes (vloeitjes) voor enige
instrument/geluid moest doorgaan. Bovendien hebben verschillende songs ("God's
Green Room" en "Dutch Flowers") een stevig folk fundament
en dat verstevigt dat retro gevoel alleen maar. Dat Jen de upright bass
perfect onder/boven de knie heeft en gemaal Andrew meer dan een gewoon gitaristje
is kan je uitvoerig vaststellen op de instrumental "Black Skimmer"
en de country/blues pareltjes "Make Me Scream", "Bones At
Eleven" en "The Sins Of Others" (slide!). Af en toe waait
de geest van the B-52's rond en komen songs als "Jimmy Do" en
"Necrodity" in aanmerking als soundtrack voor een klassiek tekenfilmpje.
"Americana with twisted roots" volgens Cd Baby, wij gaan er van
uit dat dit niet alledaags maar zeker interessant koppel, samen met old
friend Chris Adams (drums, percussie) en hun mix van folk/country/blues/rock,
hun aparte benadering van dit alles dringend de oversteek naar de lage landen
nog eens moeten overwegen. "Your feet will be tapping and your heart
will flutter, this is music that reaches down and pulls your stomach inside
out, and you get a few laughs along the way too." (Keith "MuzikMan"
Hannaleck ).
Eerder verschenen album : "Strategically Interrupted Silence" (2001) "Silly songs about sex and death; good for what ails ya" (Right Now Records)
CLAUDE
DIAMOND
HIGHWAY OF LIFE
Label : Vettset Music
www.vettsetmusic.com
vettsetmusic@aol.com
www.cdbaby.com/clauded2
In meerdere opzichten doet Claude Diamond denken aan zijn Amerikaanse landgenoot John Prine en leeftijdgenoot Billy Joe Shaver. Zijn stem lijkt op die van Prine en net als de grote zanger laat Diamond spitsvondige humor doorklinken in zijn liedjes. Deze singer/songwriter uit het zuiden van de VS, bracht vorig jaar pas zijn debuut "Diamond Dust" op de markt, een countryfolkplaat die zeer positief werd ontvangen in de media. Dat geldt wat minder voor zijn tweede cd "Highway of Life" waarin een weloverwogen mixture van verschillende stijlen zoals: cajun, bluegrass, country en blues zijn muziekstijl bepalen. Deze verschillende muziek stijlen ondersteunen ieder op hun wijze de gezongen teksten in de liedjes van Diamond. "Highway of Life" verhoudt zich tot voorganger "Diamond Dust": minder pakkende composities en expressiviteit, meer warmte en zeker zo persoonlijk. "Highway of Life" is dus de tweede plaat van deze bijzondere cultartiest op het Vettset Music label met tien tracks en een bonus track "Bluesy Blues", opgenomen bij Reveal Audio Services, Marietta, GA. Met een band die zich losjes een weg pickt en shuffelt door Diamond's zelfgepende songs. "Highway of Life" is een vermakelijke rootsplaat van Claude Diamond, voorwie ik toch erg veel bewondering heb, een man die op zijn 65e de eerste cd opnam en deze een jaar later laat opvolgen door een tweede.
JOSH
LEDERMAN Y LOS DIABLOS
LET 'S WASTE ANOTHER EVENING
website : www.coffeestainmusic.com
label : Nine Mile Records
info : www.ninemilerecords.com
booking@ninemilerecords.com.
www.cdbaby.com/cd/lederman5
"Josh Lederman, leader of Los Diablos, writes old-fashioned songs. The kind you get drunk to, get married to, get divorced to and request to have played at your funeral. They're tales of down-'n-outers. They offer the minute details that often tell you more about a character than the grand, sweeping gestures. Perhaps most importantly, they have the good sense to enter the room briskly, make their point and then get the heck out of the way, leaving you enough time to go to the bar for another beer before they launch into another one."
De beweegredenen
om het als muzikant te wagen waren vrij duidelijk bij singer/songwriter
Josh Lederman "to meet women & get free beer", Een combinatie
van drinken en zingen zag hij wel zitten en blijkbaar weet hij zijn dagen
van "s'middags word ik wakker met een houten kop" perfect te doseren.
Of zou hij de vrouw van zijn leven ontmoet hebben, iemand die een oogje
in het zeil houdt/of heeft hij zijn buikje vol van het vrouwelijk geslacht,
wat het ook moge zijn ... van zijn beweegredenen blijft momenteel alleen
het "just satisfied with beer" over. Het belet hem in ieder geval
niet om met "Let's Waste Another Evening" zijn vijfde album in
acht jaren tijd op de markt te gooien. Folk, blues, bluegrass, zydeco, celtic
en cajun beter zingend dan zuipschuit Shane Mc Gowan heb ik de indruk dat
Lederman Y Los Diablos dichter aanleunt bij the Gourds en the Waterboys.
Opener "Another Lonely June" met een voortreffelijk accordionneke
van John Buczkowski en guest Damon Leibert op fiddle in ondermeer "Rain's
Keep Falling", "Sunday Morning" en "Will I Miss The
City" zorgen samen met Pete Varga (mandolin, slide & electric guitars)
voor een prima Americana geluidje dat uitnodigt tot een leuk cajun/polka
dansje met "The Waltzing Ladies" op het instrumentaaltje "Te
Porki Tancuja". Met een song die als titel "Chinatown" draagt
wordt het tempo begrijpelijk iets opgetrokken maar het blijft binnen de
perken. Titelsong "Let's Waste Another Evening" en pareltje "My
Sweet Caroline" sterken mij in mijn mening dat Josh Lederman Y Los
Diablos met dit album een optie genomen hebben om niet alleen Boston en
omgeving 'onveilig' te maken. "When it comes to a Jewish guy with a
Spanish band name playing Irish-sounding music to roomfuls of drunkwen Wasps,
it doesn't get any better than this." Catch him before the men in white
suits do. Laat het niet zo ver komen ... ideaal bandje voor festivals in
de lage landen. Klasse!
DARRELL
SCOTT, DANNY THOMPSON & KENNY MALONE
LIVE IN NC
www.darrellscott.com
www.dannythompson.co.uk
Label : Full Light Records
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl
This live folk/rock/jazz/americana CD captures singer/songwriter/guitarist Darrell Scott (Guy Clark, Steve Earle, Sam Bush) performing electrically and acoustically with legendary upright bassist Danny Thompson (Richard Thompson, Kate Bush, J. Lee Hooker)
Darrell Scott schreef "Theatre Of The Unheard" tussen 1986 en 1990 en bij het verschijnen van dit album zo'n goed anderhalf jaar geleden waren vriend en vijand werkelijk verrast. Geen wonder, want die cd heeft alles in zich om naast het singer-songwriterpubliek ook liefhebbers van wat steviger rootsrock te bekoren. Tel daarbij op dat Scott meesterlijke songs schrijft, een geweldige zanger is en een subliem gitarist (zowel elektrisch als akoestisch) en het is duidelijk dat de verwachtingen hooggespannen waren toen we zijn "Live in NC" hoorden. Live opgenomen met oude rot Kenny Malone op drums en niemand minder dan Danny Thompson (Pentangle, John Martyn, Richard Thompson etc.) op staande bas. Ruim een uur muziek, veel eigen werk met als uitschieters "You’ll Never Leave Harlan Alive”, “Miracle Of Living" en "River Take Me" en enkele covers, zoals Folsom Prison (Johnny Cash) en White Freightliner Blues (Townes van Zandt). De laatste twee (samengesmolten) songs zijn misschien wel de minste van de cd, wat nog eens duidelijk maakt welk niveau songschrijver Scott (midden veertig is hij nu) heeft bereikt. Vergeleken met "Theatre Of The Unheard" of zijn andere studiowerk bevatten deze live-uitvoeringen meer funk, jazz, blues, Americana en rock invloeden. Darrell Scott staat bekend als iemand die alles bespeelt wat je in zijn buurt durft neer te leggen, maar toch vooral om zijn begaafdheid waar het hanteren van de gitaar, de dobro en de mandoline betreft. "Live in NC" is een prachtplaat, die liefhebbers van Steve Earle (de countryrock) en Little Feat (de southern soul) moet aanspreken. Er zit bombast in nogal wat liedjes over eenzame lieden en dat mogen ze hebben, want de vette accenten, zoals hier en daar een vette gitaarsolo blijven overeind op deze uitstekende productie. Ondanks de obligate drumsolo is dit de beste live-cd die we in jaren hebben gehoord.
JIMMY
AND THE RACKETS
LIVE ' N ' ROCKING
(Rare live and studio recordings)
website :www.rackets.ch
label : Euro Song Music
info : jimmy@rackets.ch
www.duncombe.ch
Meer
dan 40 jaren aktief in het rock & roll wereldje, meer dan een miljoen
platen verkocht (klassiekers als "Pretend", "Skinny Minnie",
"Mona Lisa", "My Soul"), bovendien naast Jimmy &
the Rackets ook nog aktief bij the Miriam Dee band / the band Supercountry
en betrokken bij allerhande produktie en andere studio toestanden ... moet
er nog "meer"Jim Duncombe zijn? Inderdaad deze Engelsman van geboorte
leidt een erg druk leventje in Zwitserland en met dit album "Live 'N'
Rocking" wordt een overzicht geboden van wat je kan verwachten wanneer
zij er live de beuk ingooien. Met songs als "Rip It Up", "Whola
Lotta Shaking", "Let's Have A Party", "Be Bop A Lula"
worden de traditionele rockertjes tevoorschijn getoverd. Prima eigen werkjes
"Yes No Stop Go", "Annemarie", "Big Mouth Blues"
(keyboards!), "Rock & Roll Will Never Die" (à la Bo
Diddley) geven aan dat Duncombe al die jaren zijn oogjes en oortjes niet
in zijn zakken gestoken heeft. Bovendien laten Ralf Peter (keyboards, vocals),
Jerry "Sax", Patrick Bürli (drums) en Miriam Dee (Fender
bass, vocals) zich niet onbetuigd om hun frontman terzijde te staan. Rock
& roll party's/optredens in de sixties met The Who, The Kinks, the Beatles
en volgens hun presskit slaagden zij er zelfs in om The Rolling Stones van
het befaamde kastje naar het muurtje te spelen. Dat zal dan wel niet gebeurd
zijn met hun medley van "Blueberry Hill" (ondanks een prima sax),
miskleun "Only You", "I'm Sorry" en een ondermaatse
live versie van "House Of The Rising Sun", want dan waren er zeker
rotte tomaten en eieren bij te pas gekomen. Een ongelukkig gekozen intermezzo
op dit album waarmee het betere rock & roll niveau overgaat in amateuristisch
platvloers amusement. Erg jammer want met de overige/eigen songs nummers
weten Jimmy & The Rackets ons te overtuigen dat "ROCK & ROLL
WILL NEVER DIE". Baby Let's Boogie!
THE
CAP GUN COWBOYS
ATOMIC HORSEPOWER
Website : www.capguncowboys.com
Label : Rust Belt Recordings
www.rustbeltrecordings.com
info@rustbeltrecordings.com
www.cdbaby.com/cd/capgun2
Cow-tippin' honky tonkin' rock 'n' roll.
Vorig jaar, ongeveer deze tijd schreef onze SWA een aardige recensie over het debuutalbum "Girls, Cars and Smoke - Filled Bas" (zie sept. 2004) van de uit Cleveland komende Cap Gun Cowboys, een band die hij omschreef als: 'The Cap Gun Cowboys are an unlikely group of country misfits, stampin' their brand on beer-soaked ditties that range from traditional honky tonk to real rockin' rockabilly, creating a chunky, stick-to-the-ribs stew of alt country'. Deze band bestaande uit Greg Yanito (vocals & gitaar en occasioneel accordion), Phil Verhoef (vocals,gitaar & trombone en occasioneel yodel), Mark Loncarevic (op bas en occasioneel commentaar) en Todd Nelson (op drums, percussie) waren al dadelijk genomineerd voor de beste Americana band in hun geboortestreek Cleveland, Ohio. Nog meer lovends: 'the best country rock outfits in the area', het podium delen met artiesten als Wayne Hancock, the Sadies en andere Bloodshot Records boegbeelden, het voorprogramma van Sandy & his Fly Rite Boys, Lee Rocker en rockabilly legend Johnny Powers verzorgen. Je moet het maar doen! Je kan hun muziek dan ook omschrijven als beer-spillin', gut-wrenchin', honkytonkin' Americana music. Hier en daar hoor je de invloed van groepen als Uncle Tupelo, Whiskeytown en the Jayhawks. Hun tweede cd "Atomic Horsepower", met 12 van de 14 eigen songs, kan je zoals hun debuutalbum moeiteloos dagenlang in je cd speler afspelen. Het enige verschil met dit debuut is dat er nu een trombone is aan toegevoegd, hetgeen hun muziek toch wel een beetje anders maakt dan al die andere barroom bands. En voor de rest twijfel ik niet aan de woorden die SWA neerpende: een donkere bar...veel bier...honky tonk a gogo...Let's have a party!
MACK
STARKS
BLIND SPOT
Website : www.mackstarks.com
Email: mackstarks@gmail.com
Label : eigen beheer
MANAGEMENT:Alicia Bequette
mail@aliciabequette.com
Mack Starks maakte deel uit van het alternatieve en miskende countrygezelschap Farmer Not So John. Na twee ronduit prachtige albums, het titelloze debuut en het bejubelde "Receiver", raakten de alternatieve countryrockers in de vergetelheid. Geen onbekend verhaal. Zijn vlekkeloze solodebuut "Elsewhere", vertoonde veel overeenkomsten met het werk van Ryan Adams, een debuut waarop Starks een meer popgeoriënteerde sound liet horen, enigszins ook vergelijkbaar met het werk van Freedy Johnston of Josh Rouse om nog een paar vergelijkingen te maken. Op zijn nieuwe plaat "Blind Spot" wordt hij begeleid door Brian Bequette (bas, vocals), Kirk Yoquelet (drums, percusie) en Neilson Hubbard (vocals, gitaar en toetsen), die de plaat ook heeft geproduceerd. Maar ook zijn vroegere bandgenoot Richard McLaurin (gitaar en mandoline) is van de partij op enkele tracks. Relaties lijken het centrale thema te vormen in zijn liedjes, en in vrijwel ieder nummer duiken de woorden ‘you’ en ‘I’ op. De tien songs zijn stuk voor stuk erg toegankelijk, scoren allemaal een ruime voldoende en leveren tezamen een uiterst genietbare plaat op. De cd spreekt onmiddellijk aan en blijkt na enkele draaibeurten zelfs nog te zijn gegroeid. "Blind Spot" bevat veel glansheldere popmelodieën en een welbewogen zangtechniek, zoals Starks al liet horen bij zijn vorige werkgever Farmer No So John, om hier een vergelijking te zoeken, denk ik meteen aan de stem van Jeff Tweedy. Op de beste momenten gaan de liedjes door merg en been, op een paar mindere momenten klinkt het volwassen en poprockgetinte "Blind Spot" verder vrij onschuldig. Starks schudt immers met een aan het onwaarschijnlijke grenzend gemak de ene aanstekelijke melodie na de andere uit de mouw. Songs die zich buitengewoon catchy aandienen, zonder zich daarvoor aan overdreven veel toegevingen te buiten te gaan. Er is ook een song co-written met David Knopfler en een cover van Neil Young's "Depression Blues". "Blind Spot" is een zeer aangename cd die opvalt door afwisselende en zonder uitzondering inventieve popliedjes. Popliedjes die direct vermaken, maar bovendien blijven verrassen. "Blind Spot" is hierdoor een van de betere singer-songwriter platen van deze warme nazomer.