MEI 2004 - JUNI 2004 - JULI 2004 - AUGUSTUS 2004 - SEPTEMBER 2000
OKTOBER2004
AMAR SUNDY - RED ELVISES - THE CHRIS FITZ BAND - STEVE BROSKY - NICK CURRAN AND THE NITELIFES - BJ BAARTMANS - WAYLAND PATTON - JP DEN TEX- KENT ROSE - CHUCK SUCHY - BEN SUCHY - BARBARA BLUE - JIMMY DAWKINS - GREG PARKER - PATRICK'S HEAD - ROBERT LOCKWOOD , JR. - SMOKIN' JOE KUBEK and BNOIS KING - CHRIS RICHARDS - STEVE JOHNSON - MARIA MULDAUR - KENNY WHITE - DAVID WADDELL - ERIC BIBB, RORY BLOCK & MARIA MULDAUR - AMOS GARRETT - THE WOODYS - SLANT 6 COWBOYS - DAVID MASSEY - JOLLY JUMPER & BIG MOE - FLOYD LEE& HIS MEAN BLUES BAND - JAY GEILS - DUKE ROBILLARD - GERRY BEAUDOIN - ELEVEN HUNDRED SPRINGS - MUSIC THAT MATTERS - WILL DAILEY - VELVETONE- ROBERT BURTON HUBELE - POPA CHUBBY - KEVIN MONTGOMERY - JOHN NEMETH - PO ' GIRL - TRACY O' CONNELL - RAZZOR DIXXON - FIREWOOD REVIVAL - THAT KELLY BOY - ED BURLESON- HAYLEY HUTCHINSON- KENT MC ALISTER & HIS BAND - BILL PERRY - D. LANDRY & THE DIRTY CAJUNS - JAWBONE - DAR WILLIAMS - THE CORNELL HURD BAND -ASYLUM STREET SPANKERS - KAT GOLDMAN - JACKSON TAYLOR BAND - BORIS Mc CUTCHEON - DAVID JACOBS-STRAIN - JANIVA MAGNESS - ERIC ANDERSEN - DUKE ROBILLARD -THE BE GOOD TANYAS - THE GROOVE HOGS - THE BRYSON GROUP - SARASOTA SLIM - RON SEXSMITH - DENNIS SCHÜTZE - BLUE LUNCH- THE CLUMSY LOVERS SUE FOLEY- AYNSLEY LISTER - DUNCAN WALTERS - OTIS GIBBS - RED RIVERS - EVE SELIS- BERNARD ALLISON - INGHAM COUNTY REGULARS- HONEST D AND THE STEEL RESERVE - JON DEE GRAHAM - ALLISON MOORER- THE MELROYS - MOONSHINE SWAY - DOBROJEAN - SWEET DADDY COOL BREEZE - JAKE WILLIAMS - CHRISTINE KANE- SAM BUSH -OVE STOYLEN BOBBY FULLER DRIVE - GREY DE LISLE-TERRI HENDRIX GREG HOBBS - THE DETONATORS -MAURA O'CONNELL- AUSTIN CUNNINGHAM
AMAR
SUNDY
NAJMA
Label : DixieFrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Wat een mengeling van verschillende werelddelen met zich kan meebrengen horen op het nieuwe album "Najma" van Amar Sundy. Dit album is werkelijk een mix van deze Noord - Afrikaanse touareg en de blues. Amar , ontdekte de wereld van de blues van wat minder bekende bluesartiesten maar ééntje heeft hem altijd zeer aan het hart gelegen, Sundy, en met het overlijden van laatstgenoemde, besloot hij om zijn voornaam aan zijn familienaam te koppelen. Vervolgens is de rest slechts literatuur : hij speelde met Otis Rush, Sugar Blue en Jimmi Johnson die hem uitnodigde in Chicago. Hij doorkruiste Europa met Albert Colins, Albert King of James Cotton. Op deze cd staan naast zeven nummers in het Engels, maar ook vier nummers worden in zijn moedertaal gezongen. Deze Mahreb/Blues mix is dan ook lekker exotisch gekruid. Tevens kan deze plaat voor vuurwerk zorgen, dit bewijst het fikse portie smaakvol gitaargeweld in het openingsnummer "I Know". Amar slaagt erin steeds de passende snaar te raken voor de verschillende songs die allemaal afwisselend met andere gevoelens geladen zijn. In "Rahala" primeren eenvoud en subtiliteit, melancholie regeert in " This morning" en "If my baby". De capaciteiten van Amar Sundy als songwriter zijn subliem genoeg om het gepolijste producerwerk van Jeff Grimont te overleven. Zo klinken "Say Hey" en "Now I Know" nog energiek genoeg om de grootste kniesoor aan het dansen te krijgen. Eén nummer springt direct in het gehoor bij een eerste luisterbeurt: "Men in Trouble", een broeierige track en misschien wel de grootste uitschieter. Het bewijst dat "Najma" geen éénzijdig album is, maar ééntje dat trots tussen die drie vorige albums ("Homme Blue" 1998, "Haggar-Chigaco- Paris" 1990 en "Live and Blues" 2001) van Amar Sundy mag staan. Hieruit mogen we besluiten dat "Najma" een zeer gevarieerd album is geworden waaraan de gitaarliefhebber ongetwijfeld evenveel plezier zal beleven als Amar en de zijnen tijdens de opnamen.
RED
ELVISES
LUNATICS & POETS
website : www.redelvises.com
label : Shoobah-Doobah-Records
info : igoryuzov@hotmail.com
"Russian rokenrol revolution". Long awaited new studio release from masters of Rock-N-Roll Vaudeville. Molotov Cocktail of American Rock and Eastern European Music. Inderdaad, een hele mond vol, maar het klinkt nog goed ook, zelfs de tekst van hun carstickers "Kick-Ass Rock & Roll from Siberia". Ondanks de jongens reeds elf (!) cd's op de markt brachten (waaronder eentje in hun moedertaal en een dubbele live-cd, of albums met de veelzeggende titels : "Bedroom Boogie", "Shake your Pelvis", "Better than Sex") komen zij met dit schijfje eigenlijk voor het eerst bij mij in the picture (foei Swa). Sinds hun ontstaan in 1995 zijn Igor Yuzov (vocals, gitaar, bas, banjo) en Oleg Bernov ( vocals,gitaar, percussie) de enige twee originele leden van the Red Elvises. De groepsnaam refereert naar Red, de nationale kleur in Rusland en hun adoratie voor The King. Na verschillende wisselingen in de groepsbezetting en een tournee door hun vaderland staan zij momenteel bijna iedere dag op het podium (zo hebben zij van augustus tot op het eind van het jaar liefst 80 optredens). Niet voor niets verdienen zij dan ook de titel van ' One of the hardest working Bands '. Met zulke groepsnaam kan het niet anders of hun roots liggen bij Elvis, Chuck Berry en zij overgieten hun originele songs dan ook met een Rockabilly sausje, een streepje Reggae, surfgitaren, zelfs Greg Allman organ riffs. Het lijkt mij een groepje dat op ieder festival de tent wel plat kan spelen alleen zit ik met het probleem, welk festival ? Hun happy -upbeat party music is werkelijk van alle markten thuis. Zo begint hun album met de opnames van een ruisende zee inclusief meeuwengekrijs, en sluiten zij het af met een serenade van vogelgekwetter. Vreemde jongens die Russen maar zij beschouwen hun creaties als : 'It's like a kindergarten for adults'. Dancing, going crazy, people dance, party. 'It's very festive atmosphere- its like carnival or something'. Samen met Oleg Schramm (hammond, piano, accordion) en Adam Gust (op drums) en een hele reeks special guests met om. sax, trompet, viool en backing vocals van twee Russische schone.(niet alleen in de tenniswereld zijn ze ten heden dage goed vertegenwoordigd) maken The Red Elvises van dit album een waar dansgenot. Greetings from the Cosmonauts : comrade Oleg Bernov & comrade Igor Yuzov, honered heroes of Soviet Republic of Khriplackhistahn.
THE
CHRIS FITZ BAND
JOURNEY OF HOPE
Website : www.chrisfitzband.com
Email : chrisfitzband88@aol.com
Chris Fitz begon in 1994 in Boston zijn solo-carrière en nu tien jaar later is Fitz een gitarist die zijn eigen stijl heeft ontwikkeld en eigen nummers schrijft. De single “Never Been To Memphis” kreeg in 2003 een nominatie op de International Songwriting Competition en de groep kreeg in 2002 de ‘Outstanding New Blues Act’-award in Boston. Buiten de vele optredens was er wel even tijd voor de opname van 3 CD’s “Just Gettin’ Started” (1998), “This Is My Church” (2000) en “Journey Of Hope” (2002). Deze muziek kan je je zowel perfect voorstellen in een donkere kroeg waar iedereen somber met een whisky zit, als op een festivalweide. Het ene moment spelen ze hevig en agressief, even later spelen ze songs waar men blue (mistroostig, melancholisch, regenachtig...) van wordt. De ingrediënten van deze CD's zijn blues en rock met steeds een fantastiche bezetting. Chris Fitz heeft momenteel twee begeleiders die hem tenvolle steunen in de realisatie van zijn eigen visie op de bluesmuziek. Chris Rivelli (leraar drums aan de Boston Arts Academy) vervoegde de groep in 2002 voor de opname van de laatste CD. Hij zorgt dat de groep naadloos van rhythm&blues over jump naar swing overschakelt. De komst van bassist Greg Silva (ex-Roomful of Blues, maar ook Eric Burdon, Duke Robillard) gaf de band een extra-dimensie. Zijn niet-alledaags basspel (hij speelt ook in jazzgroepen) sluit perfect aan bij de verscheidene drumpatronen van Rivelli. De eerste gitaargeluiden verraden al direct het vervolg op hun laatste album “Journey Of Hope”. Het eerste nummer "Never Been To Menphis" vertrekt van een eenvoudig bluesschema, snel wordt duidelijk dat deze muziek niet naar technische hoogstandjes mikt. De klanken van "That Mess That I Left" en " One More Beer" roepen direct een festivalsfeer op. De bas (twee jaar geleden was dit Justin Meyer) en drum houden de gitaar van Chris Fitz in het gareel terwijl de gitaar langzaam maar zeker hun georchestreerd gevecht beginnen. De CD gaat verder met opzwepende klanken, een gedreven stem en vooral de gitaar met een vette klank. Het swingende ritme dat af en toe te horen is maakt het geheel levendiger. Bij momenten spelen The Chris Fitz Band onvervalste rock, maar dan wel rock die opgebouwd is uit mooi samenklinkende gitaarimprovisaties. Ook voor de rustigere nummers " Midnight in Barcelona", "Decent Man" en "O'Dessa" is plaats gemaakt zodat er voldoende ritmewijzigingen zijn. Chris Fritz laat zich hier van een andere kant zien, meer ingetogen in plaats van het ruige, soms complexe gitaarspel. Mooi blijft het wel, de aandacht voor de muzikale afwerking wordt nooit uit het oog verloren. Overigens een sterk punt op deze “Journey Of Hope” is dat alle nummers werden geschreven door Chris Fitz zelf, op een cover van Robert Johnson na, en dat de band niet vergeten is dat ze mooie muziek moeten maken in plaats van te bewijzen hoe technisch en snel ze wel niet kunnen spelen. Sterkte teksten moet men hier evenwel niet verwachten, "The Chris Fitz Band" willen muzikaal hun ding doen. Verwacht niet de klassieke blues zoals John Lee Hooker hem speelt. Op “Journey Of Hope” hoor je meer verschillende invloeden zoals swing en rock. Vervelen zal deze muziek niet doen omdat de nummers onderling variëren.
STEVE
BROSKY
TROUBLE
Website : www.stevebrosky.com
Email : stevebrosky@enter.net
Label : Eigen Beheer
CD Baby
Over de gebeurtenis op de achtste december 1980 is al veel geschreven, en vele artiesten hebben in de maanden na de de dag dat John Lennon werd vermoord in een veelvoud van benefietconcerten hun verbijstering en afschuw uitgesproken. Een enkeling, Steve Brosky, schreef er zelfs een nummer over, maar de eerlijkheid gebied te zeggen dat dat tot draken van nummers leidde. "The Ballad Of John Lennon" was meteen de eerste studio-opname van de uit Allentown, Pennsylvania, komende rootsrocker. In het recente verleden maakte Steve Brosky al drie mooie, maar weinig succesvolle platen en daarom hoeft het niet te verbazen dat hij nu zijn heil, al dan niet gedwongen, elders is gaan zoeken. Nu stonden die vorige albums, "Hits from Allentown", "Any Minute Now" en "Limestone & James", wel vol met sterke liedjes, stilistisch stuiterden ze alle kanten op en wist Brosky niet of hij nu een folkie, rootsrocker of popzanger wilde zijn, en zo verkoop je natuurlijk geen platen. Blijkens zijn nieuwe album "Trouble" is Brosky nu eindelijk uit zijn dillemma en heeft hij eenduidig gekozen voor rootsrock. Of dat inderdaad de beste keus was, zullen we uiteraard nooit weten, maar gezien de kwaliteit van dit nieuwe album lijkt het er wel op. "Trouble" is namelijk van begin tot eind van hoog, zeer hoog niveau, waarbij Brosky niet alleen als songschrijver maar ook als gitarist zijn talent laat zien. En dat is mede te danken aan de geweldige, zeer hechte band die hij om zich heen heeft verzameld en waarvan je kunt horen dat ze niet zomaar voor deze sessies bij elkaar zijn geplukt. De band bestaat namelijk uit Steve Kimock ( slide gitaar op "Trouble" en zijn prachtig gitaarspel op "Cadillac Radio" en "Borrowed Time") en Craig Kastellnik (hammond B3 en piano op alle tracks). Wayne "Paco" Maura's aan de drums en de riffs van Ken Siftar met zijn Oklahoma blues gitaar. Gastoptreden zijn er op het nummer "Shadez of Blu' n Otis 2" van Kjell Benner (bas), Peter Fluck (saxophone), Bev Conklin, Mary Hawkins and Sarah Ayers (the lady blues choir). Shelagh Maloney's viool brengt wat leven in "Plywood Gypsy" dat samen met het accordeon van Michael Fossa een zigeunerachtige sfeer oproept. Uitschieters zijn meer bepaald de gloeiende opener "Cadillac Radio" à la Springsteen waarin alle ingredienten van gitaren en blazers mooi in elkaar versmelten en de titelsong "Trouble" à la Willy De Ville, die meer de sferen van New Orleans oproept. Toch nog even vermelden dat na het laatste nummer nog twee bonus tracks uit 1989 volgen. Het is mooi om te horen hoe Steve Brodsky sindsdien muzikaal en vocaal gegroeid is.
NICK
CURRAN
AND THE NITELIFES
PLAYER !
Website : nickcurranmusic.com
Label : Blind Pig Records
www.blindpigrecords.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Met "Doctor Velvet" trok de Amerikaanse blueszanger/gitarist Nick Curran de aandacht van de internationale bluespers, en hij ontving dan ook een W.C. Handy Award voor 'Best New Artist Debut'. De cd klonk soms 'authentieker' dan Curran's grote voorbeelden T-Bone Walker, Guitar Slim en Little Richard. Zijn nieuwe album "Player" is een uitstekend vervolg op dit succes geworden. Zo'n vijf jaar geleden werden we, temidden ons geweeklaag dat in de blueswereld behalve een groeiende lijst dode muzikanten er geen nieuws meer te rapen viel, plots van onze sokken geblazen door "Fixin' your head" of het debuutalbum van Nick Curran. Deze plaat bulkte van de rockabilly- en rhythm & bluesinvloeden uit de periode 1945-1960, had een schitterende sound waardoor je zonder verdere informatie de opnames in die periode zou situeren en bovendien bleek Nick Curran ook nog zelf goede songs te kunnen schrijven. Vier jaar en evenveel platen later is er niet zoveel veranderd: Curran schrijft nog steeds uitstekende songs en covert prachtig, getuige bv. de opmerkelijke cover van de Stooges-hit "No Fun". Nog steeds klinken de invloeden van Guitar Slim, Fats Domino, Johnny 'Guitar' Watson en T-Bone Walker en de Fabulous Thunderbirds in Currans muziek door. Alleen krijgt hij nu op zijn platen ook steun van bekende muzikanten, door o.a. mondharmonicaspeler Kim Wilson en saxofonist John Doyle. Opmerkelijk is de jump 'n' jive stijl in Wynonie Harris "Down Boy Down" en de instrumentaal "The Groovy Jam" of in Chicago-blues-stijl van Little Walter's "Crazy Mixed Up World" en "Leavin". En wat dacht ge van zo'n echte klassieke Duke-Peacock rhythm in Bobby Bland's "Honey Bee". Mijn favorite tracks zijn echter de titeltrack, "What About Love", het door Curran geschreven "Good Luck" maar voornamelijk Little Richard's "Heebie Jeebies" als afsluiter waarop Curran's stem het meest tot zijn recht komt. Een vernieuwer is Nick Curran niet, maar het houdt hem duidelijk niet tegen om zelfs zonder het verrassingseffect van zijn vorig album terug met een even sterk album voor de dag te komen. Een echte aanrader voor liefhebbers van non stop hard rockin' rhythm & blues...
BJ
BAARTMANS
WHERE LOVERS GO
Website : www.bjbaartmans.com
Email : bjbaartmans@hetnet.nl
Label : Inbetweens Records
www.inbetweens.com
Info : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
BJ Baartmans optredens met band en akoestisch als singer-songwriter. Veel bezoekers van zijn solo-optredens vragen na afloop of de muziek ook op cd staat. Om aan die vraag te voldoen neemt Baartmans de soloplaat "F Hole Acoustics" op. Samen met bevriende muzikanten JW Roy, Ad Vanderveen, Erwin Nyhoff, Ad van Meurs (The Watchman) en Philip Kroonenberg vormt hij een eigen boekingskantoor. Zijn we toegekomen aan 2004. Groot jaar voor BJ, want naast zijn aandeel bij het uitbrengen van het debuutalbum "Veur Dees Nach" van de Limburgse dialectpopgroep Ongenode Gaste, dewelke door hemzelf geproduceerd werd neemt Baartmans de ingetogen cd "Where Lovers Go" op samen met Mike Roelofs (toetsen) en Leon Bartels (piano). De plaat bevat gastbijdragen van Marjolein van der Klauw (Powderblue) in het soulvolle duet "I Wanna Know", Eric de Vries vocale steun in " Billie J." en Iain Matthews in "What Goes Around". BJ Baartmans laat zich niet makkelijk vastpinnen. Zo is hij naast singer songwriter met een uitgesproken talent voor het schrijven ook een veelzijdig snarenplukker die helemaal thuis is op (slide-)gitaar, mandoline en bas. BJ treedt hiermee meer en meer in de voetsporen van illustere voorgangers als Hank Williams, Townes van Zandt of Steve Earle. Veertien knappe liedjes waarin hij zich zowel qua compositie als qua gitaarspel met gemak kan meten met de zojuist vernoemde Amerikaanse collega's. 'Americana', daar moet de zanger/gitarist ook geplaatst worden, al komt hij uit 't Brabantse dorp Boxmeer en zijn de thema's die hij aansnijdt zo universeel als de liefde zelf. Wroeging en onrust, lust en leed maar ook de lach zonder traan of cynisme, verpakt in heldere en compacte popsongs. Elementen uit blues, folk en country leggen daarin een rijke muzikale traditie bloot. Hij weet zijn nostalgisch aandoend songmateriaal eerder fris dan stoffig te laten klinken. Het moet dan ook gezegd worden dat Baartmans een meer dan begenadigd muzikant is, maar zich desondanks nooit laat verleiden tot oubollige gitaarcapriolen. Het liedje staat voorop. De laatste jaren profileert Baartmans zich meer en meer ook als producer en sessiegitarist. Zo werkte hij met onder andere JW Roy, Arno Adams, Arthur Ebeling.... BJ Baartmans heeft zich door de jaren ontwikkeld tot een begeesterd verteller en klasse gitarist, en met dit aangename album "Where Lovers Go" opgenomen in Leon’s Farm in Boekend dicht bij Venlo, blijkt dat hij tevens ook een zwak heeft voor soul en jazz.
WAYLAND
PATTON
MOTHER OF ALL HEARTACHES
website : www.waylandpatton.com
label : Kudzu Blossom Records
info : Info@waylandpatton.com
Wayland Patton....nooit van gehoord. Dit zullen velen onder ons denken, jammer, want de man zijn songs kan je terugvinden op meer dan veertien miljoen verkochte albums. Bovendien is hij een van de oprichters van een vereniging die zich bezighoud met het organiseren van workshops over songwriting, het uitwisselen van ideeen en discusssieren over hun hobby (beroep). Neem eens een kijkje op hun site www.songwritersforum.com .Vooral zijn medewerking met Ricky Skaggs, vaste songwriter en back-up vocalist in Ricky's band, bracht hem geen windeieren op. Erkenning bleef dan ook niet uit en op een bepaald moment toerde hij rond met "The Nashville Masters" een bandje waar onder meer Jerry Douglas en Mark O'Connor ook van de partij waren. Zijn album "Gulf Stream Dreamin'" verschenen op een major label was het visitekaartje om samen met Don Williams te toeren. Vanaf dat moment ging de carriere van de 45 jarige Texaan met rasse schreden vooruit. In Nashville namen Dwight Yoakam, Dolly Parton, George Strait songs van Wayland op en zelf was Patton te horen op albums van Emmylou Harris, Garth Brooks, Tanya Tucker , Patty Loveless. Kassa ! Maar toch kunnen die songwriters niet aan de lokroep weerstaan om hun eigen songs eens zelf op een album te plaatsen. Vandaar het album "Mother of all Heartaches". Zijn eigen independent release van tien eigen songs, vakkundig gezongen en begeleid door ondermeer Eric Heatherly (electric guitar) en Mark Stacy (accordian) en backing vocals van Neal Coty. Het zal dan ook niet moeilijk zijn om eventuele kandidaten die een of meerdere van zijn songs willen coveren te vinden. Eigenlijk bewijst Wayland dat hij niet alleen een uitstekend songwriter is maar ook een begenadigd singer-songwriter. Hoogtepunten op dit schijfje : "the Dog ate my last Prozac" met een schitterend extra nummer en de songs "It's only Monday", "I don't miss Miami" (leuke accordion),"It's good to know who your real friends are" (voor ieder van ons van toepassing) en "A beer and Nickel Cigar". Klasse album.
JP
DEN TEX
LA JEUNE FILLE AU CHEWING GUM
Website : www.jp-den-tex.com
Email : jp.dentex@chello.nl
Label :Corazong Records
www.corazong.com
info@corazong.com
JP Den Tex is hier in Belgenland wellicht niet zo bekent, maar in Nederland gaat deze troubadour al jaren mee. Daarom even wat gaan informeren op zijn site en daar vond ik de allerbeste beschrijving van deze artistieke artiest . 'Ken je Jacques Brel? Heb je ooit de roman 'On the Road' van Jack Kerouac gelezen? Of Jean-Paul Belmondo en Jean Seberg in Godard’s film 'A bout de souffle'? Voeg daar twee shots van klassieke Amerikaanse popmuziek aan toe en één shot van Spaanse duende, shud dat in de blender voor 30 jaar en je bent dichtbij de smaak van JP’s elegante mix van cosmopolitische ritmes en muzikale disciplines: bitter, zoet en spicy'. Jan Piet Den Tex maakt in de jaren zeventig naam met de bands Tortilla en Attraction. Vanaf 1980 werkt hij solo, met een steeds wisselende begeleidingsband. Aan waardering heeft hij nooit gebrek, commercieel succes blijft echter uit. Eind jaren negentig werkt hij met Jac Biko en Bart van Poppel aan het album "Emotional Nomads"en het album "Hotel Yankee Tango" dat geproduceerd wordt door zijn vaste maat Jac Bico en Sander Janssen. De muziek op de plaat wordt aangevuld met gesproken woord en poëzie. Begin vorig jaar geeft de band van JP en zijn broer Emile een eenmalig concert in De Taverne in Bergen(NL). Het is voor het eerst in dertig jaar dat de broers weer samen het podium delen. Naast de broers Den Tex bestaat de reünieband uit Bart de Ruiter (bas), Leon Klasseen (drums) en Jan Robijns (piano). Nu pas voor zijn debuut bij het Nederlandse label CoraZong verscheen het album "La Jeune Fille Au Chewing Gum". Hierop laat JP den Tex zich door de Amerikaanse en de Franse cultuur inspireren wat zowel ingetogen Engelstalige als Franstalige liedjes oplevert. Den Tex noemt de cd geen soloplaat, maar een 'artistiek duet' samen met muzikant en producer Jac Bico.
KENT
ROSE
DEPOT AND DINER
website : www.kentrose.com
label : eigen beheer
info : kentrose@sbcglobal.net
Swanky and Twangy, traditional-style-country, onder die noemer hoort de muziek van deze 53 jarige postbode thuis. Een genre dat hier in Europa soms als oubollig omschreven word maar wat deze oldtime cowboy singer (steeds met witte hoed en bolo-tie) laat horen op dit slechts vier songs tellend schijfje is toch wel de moeite waard .Al meer dan dertig jaren aktief in het muziekwereldje (ondermeer bij folk-rock bands en de back-up band van Tanya Tucker) besloot Kent om een tijdje geleden zijn eigen songs te schrijven, en met het geluid van zijn muzikale helden als Hank Williams en Jimmmy Rodgers in het achterhoofd, verscheen in 2000 dit kort maar krachtig visitekaartje "Depot and Dinner ". De man versleet zijn kinderschoenen in Glencoe (de hoofdstad van The Hillbilly Sound ), een periode in zijn leven die wel een stempel drukte op zijn latere muziekkeuze. Meestal alleen op het podium (hij verzorgde de openings-acts van ondermeer Wayne "the train" Hancock, Teddy Morgan, The Legendary Shack Shakers, momenteel op tournee door de lage landen) maar op dit schijfje vakkundig begeleid door een band. Ken Rose die door zijn medewerking aan de Buck Owen's tribute concerten de naam kreeg van "The Ever-So-Dapper-Hillbilly Rapper" bewijst eens te meer dat zijn muziek die hij zelf omschrijft als ' I just play simple rhythm and try to make it danceable. I think it's country because of the way I sing more than anything else ' nog steeds recht van bestaan heeft. Meer moet dat niet zijn al mag de man wel een full cd uitbrengen. Still alive Kent ? (the Voice that allways remembers)
CHUCK
SUCHY
EVENING IN PARIS
Website : www.chucksuchy.com
Email : chucksuchy@msn.com
Label : Little Bluestem Records
CD Baby
Thanks to : Eddie Russell
Die Chuck Suchy, die kan wel wat. Zoveel is al meteen vanaf het begin van "Evening in Paris" duidelijk; een plaat die louter wordt bevolkt door prachtliedjes, liedjes met kop, staart, fraaie refreinen en prima teksten, in een stijl die ergens tussen Americana en meer mainstream country en folk in hangt. Dat "Evening in Paris" beslist een topper is, kan u horen in zijn fraaie songs die in feite alle ingrediënten bezitten om dit akoestisch album te plaatsen in de American folk music. Daarbuiten heeft Chuck Suchy zo'n grote persoonlijkheid dat u steenvast op het puntje van je stoel gaat zitten. Suchy zijn inspiratiebron lijkt dus nog niet op te drogen. Sinds jaren brengt hij regelmatig een album uit met folkliedjes. Natuurlijk zijn niet al zijn albums even geslaagd, maar als hij geïnspireerd is kan hij als songschrijver, maar vooral ook als zanger met iedere andere topper in het singer-songwritersgenre wedijveren. Op zijn nieuwste en tevens vijfde album "Evening in Paris" is hij geïnspireerd, dus voegt hij twaalf mooie, ingetogen composities toe aan zijn gestadig groeiende oeuvre. Veel nieuwe fans zal hij er niet mee winnen, want het is niet spectaculair genoeg om veel publiciteit en dus airplay te krijgen. Wie van zijn werk houdt, kan het album blind aanschaffen en het koesteren als een kleinood.
BEN
SUCHY
HEAD FOR HOME
Website : www.bensuchy.com
Email :ben@bensuchy.com
Label : Eigen Beheer
CD BABY
Thanks to : Eddie Russell
Met het prachtige "Grapefruit Wine" stapte Ben Suchy, jawel de zoon van eerder besproken Chuck Suchy, definitief uit de schaduw van zovele songwriters. Aan de opvolger is deftig gewerkt, maar "Head For Home" is nu verkrijgbaar (www.cdbaby.com of www.towerrecords.com) Iedereen die er aan twijfelt of Ben Suchy het kunstje van "Grapefruit Wine" nog een keer kan flikken kunnen we gerust stellen. Ook "Head For Home" bevat weer een flinke portie zwaar verslavende folk, slide gitaarspel en vooral Blues. Ben Suchy is een geweldig slidegitarist, hoorbaar in zes nummers, maar in tegenstelling tot veel van zijn collega’s verliest hij zich niet in eindeloos gesoleer en geëxperimenteer. Dat betekent niet dat "Head For Home"geen muzikaal vuurwerk bevat, integendeel. De goed in het gehoor liggende songs van Suchy worden gedragen door fantastisch gitaarspel dat de speakers uit knalt. Hij laat in verschillende nummers zoals " Pack Up", "Head For Home", "Evergreen" en de afsluiter "Rain Come Down" zijn kunstjes nog horen, hetgeen dan ook meteen de hoogtepunten van dit album zijn. Doordat Sucky ook beter zingt dan ooit tevoren, geeft deze plaat een hoog kwalitatief gevoel. Al deze ingrediënten maken deze plaat tot een van de aardigste rootsplaten van de laatste maanden waarin we toch al zo verwend zijn. Hulde !
BARBARA
BLUE
MEMPHIS 3RD & BEALE
website : www.barbarablue.com
label : Big Blue Records
info : bblueproductions@aol.com
A classic soul record that even one of Barbara Blue's professed heroes, Etta James, would be proud to have made. Geboren en getogen in Pittsburg, Pa maar verblijvend in Memphis Tennessee, slaat Barbara ons bijna letterlijk met dit derde album rond de oren. Ladies and Gentlemen ....wat een stem, wat een présence. In de bijgesloten nota staat vermeld dat Barbera Blue een independent artieste is maar als er gerechtigheid is in deze wereld zal en MOET dit veranderen. Met uitgekozen covers van Janis Joplin ("One Good Man"), Lucinda Willliams ("Lake Charles") zet BB. de traditie verder want op haar vorige cd "Sell My Jewelry" vonden wij ook nummers van Janis & Lucinda terug. Op dit nieuw album kan je ook een schitterende versie terug vinden van Charlie Rich's "Don't Put no Headstone on my Grave" en ook haar eigen gepende songs of in co-writing met Nancy ' Senorita Muchacha' Apple zijn van hoogstaande kwaliteit. Maar het lekkers blijft duren, zo is er ondermeer "Lie No Better" van Gary Nicholson/ Delbert Mc Clinton, of de openingstrack "24-7-365", en twee beauty's van Bobby Boyd ( "I don't need no man like that & If I had You" ). Dit album,dat werd opgenomen in Los Angeles, is het tweede waarbij the Phantom Blues Band (Taj Mahal) meer dan een handje komt toesteken. Net als op "Sell My Jewelry" steekt Mike Finnigan met zijn B3, piano en zelfs een duetsong (track 13 : "You can't stop my love") er met kop en schouders boven uit. Als dan ook nog de Texicali Horns (Darrell Leonard op trompet en Joe Sublett op saxophone) en backingvocals van Nancy Apple, Julie Delgado & Susan Marshall van de partij zijn dan kan je (en ik nu 100%) er verzekerd van zijn dat Barbera Blue de tent in Beale Street (waar zij al zeven jaar optreedt onder het mom van Human Jukebox) in lichtelaai steekt. Memphis Soul, smooth funky Blues, Ballads...there was attidude, sweet soul sounds & harmonies goin' on, kortom dit is een klasse album met 5 *****. This cd is nothing but pure joy from start to finish. Oh ja, bijna vergeten dat John "Juke" Logan op harmonica ook zijn stempeltje drukte op dit meesterwerkje. Barbara vroeg mij ook te vermelden dat je haar drie cd's kunt aanschaffen voor de prijs van 53 $ via haar website (zie boven). Je kan ze ook apart kopen maar voor die prijs en die kwaliteit moet je het zeker niet laten. Aanschaffen verplicht. MOET naar Moulin Blues Ospel (NL) en zeker naar BRBF(Peer-Belgie) komen.
JIMMY
DAWKINS
TELL ME BABY
Label : Fedora Records
www.jazzdepot.com
Info : Challenge Records Services
Email: info@challenge.nl
Web: www.challenge.nl
Als er zoiets bestaat als een typische bluesveteraan, is Jimmy Dawkins daar zo'n beetje de type van: begenadigd songsschrijver, superieure gitarist, aansprekende zanger, grootse carrière, alom gerespecteerd, maar zelden de aandacht krijgend die hij op grond van zijn kwaliteiten verdient. Zijn vaste schare fans heeft deze plaat natuurlijk allang in huis gehaald, maar voor wie nog twijfelt, onze man steekt hier in uitmuntende vorm op dit tweede album voor het Fedora label. In vergelijking met zijn voorgaande album uit 2002 "West Side Guitar Hero" klinkt zijn nieuw album "Tell Me Baby" duidelijk geïnspireerder en frisser, iets wat nog het opvallendst blijkt uit Dawkins gitaarsolo's die feller zijn dan we in lange tijd van hem hebben gehoord, met als hoogtepunt de zelfgeschreven afsluiter "Hard Life Blues". Toekomst zal het uitwijzen maar volgens ons zit Dawkins niet op zijn plaats bij Fedora. Niettemin moeten we wel meteen concluderen dat het niveau van de beste songs van zijn sterkere albums hier eigenlijk nergens gehaald wordt, al zegt dat meer over de kwaliteiten van dat album dan over de zwakheden van Jimmy Dawkins. Zijn vaak aflatende zang klinkt soms afgezaagd; alle clichés komen voorbij, zowel gitaar-technisch als tekstueel. Afgezien van een paar leuke, puntige solootjes heb ik de opwinding die de heer Dawkins aankondigt niet kunnen ervaren.
GREG
PARKER
ON THE BREAK
Website : www.itsgregparker.com
Label : Eigen beheer
CD Baby
Er is van de jaren tweeduizend een hele waslijst te maken van heren die met mooie, persoonlijke, moderne rootsplaten debuteerden, maar waar we vervolgens nooit meer veel van hoorden. Wat dat betreft zijn de voortekenen Greg Parker heel gunstig gezind. Toch zou het zonde zijn als hij in de vergetelheid zou verdwijnen, want "On The Break" is een bovengemiddeld fraaie plaat geworden van een talentvolle zanger op de grens van o.a. Chris Isaak... Het meest in het oor springend is daarbij zijn broeierige opener "Get in line Caroline", een mengeling van rockabilly en country. Zijn eigen materiaal houdt hierbij prima stand in vijf nummers op deze debuut-EP, enkel kan de eer zondermeer gaan naar Greg zelf maar ook naar z’n vriend Adam Hill die samen met Parker de gedroomde single "Get in line Caroline" schreef en ook gitaar speelt op het rockende "A Heart Is A Terrible Thing To Break". Parker dompelt zijn songs onder in een warm bad van moderne, licht vooruitstrevende, country klanken die de spanning er goed in houden. Of het genoeg zal zijn om de noodzakelijk airplay te genereren voor deze ingetogen, stemmige plaat, moet natuurlijk nog blijken, maar op grond van de kwaliteit van deze "On The Break" zou het zeker verdiend zijn.
PATRICK'S
HEAD
A MILD CASE OF SOMETHING WEIRD
website : www.patrickshead.com
label : eigen beheer
info : patrickshead@excite.com
dmansfield@patrickshead.com
Semi Acoustic Moderne Folk-Pop. John "Tex" Byrne geboren in Dublin (Ierland) gaf al gauw zijn kinderdroom op ( profvoetballer worden in Engeland ) om te proberen een andere droom wel te verwezenlijken, de tweede Bob Dylan worden. Daarom besloot hij te verhuizen naar Philadelphia ( USA ) om daar Patrick " Pancho " Mansfield tegen het lijf te lopen en samen konden zij Scott " Catfish " Wikander overhalen om hun energie en talenten te bundelen in Patick's Head. Met als resultaat hun eerste cd ":Conversation with the Baby" ( zeven songs ) die verscheen in 2001. Een album dat jammer genoeg aan ons voorbij gegaan is maar met hun opvolger " Mild Case" wisten zij ons wel wonen. En daar zijn wij niet rouwig om want an Irishman, a Punk and the Soldier turned Hippie slagen er in om hun respectievelijke invloeden van traditionele Ierse songs en John's grenzeloze bewondering voor Bob Dylan, Patrick's punkverleden en de Southern Rock van Scott te mixen, en hopelijk voor hen, de coctail niet alleen in Patrick's Head te bottelen. Maar de kans daartoe is te verwaarlozen want "Their songs make you want to jump in your car and find a lost love ". Ondanks het minieme gebruik van instrumenten, alleen acoustisc & electric guitars, klinkt dit album goed gevuld, iets waaraan de prachtige stem van John Byrne niet vreemd aan is.De songs zijn stuk voor stuk pareltjes van uitstekend singer-songwritersgehalte en af en toe kan je rustig dat voetje laten meebewegen. Pure down - home Americana met een mix van Ierse Folk, een scheutje rock en een borrel blues. Hey Babe .... a great album.
ROBERT
LOCKWOOD , JR.
THE LEGEND LIVE
Website : www.robertlockwood.com
Label : M.C.Records
www.mc-records.com
E-mail: mc@mc-records.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Robert Lockwood Jr. is bekend voor zijn stijl van gitaarspelen, hetgeen hij geleerd heeft van Robert Johnson, pure onversneden deltablues recht van de bron. Lockwood is een legende daar hij al jarenlang als sessie gitarist in de Chess studio's een opmerkelijke carrière als gitarist wist op te bouwen tijdens de 'golden age of Chicago blues.' Op zijn 89 jaar weet deze grootmeester nog niet van stoppen en verrast ons met zijn nieuwe album, "The Legend live", zijn eerste live-album met geen drums, geen bas, alleen Robert ! Zelden heeft zo’n simpele titel de lading zo goed gedekt. Hij is de enige gitarist die gitaar leerde spelen van Robert Johnson, die in de jaren '30 een tiental jaren de drifting amant was van zijn moeder. In feite is Lockwood de enige wie direct onder Johnson's arm werd genomen en vanwie hij ook de tijdloze songs wist te spelen. De techniek van Lockwood is meer in jazzy swingende blues geëvolueerd, waarvan de roots nog steeds in de delta liggen maar zeer fijngevoelig. In de jaren '50 was hij in Chicago waar hij een zeer gevraagd sessie muzikant was en albums opnam met o.a.Sonny Boy Williamson II, Little Walter, Roosevelt Sykes, Sunnyland Slim, Baby Face Leroy, Eddie Boyd en vele anderen. Op "The Legend Live" hoort u Lockwood voor de eerste keer live en solo in een aantal nummers van vrienden zoals Mance Lipscomb, Roosevelt Sykes, Leroy Carr en natuurlijk Robert Johnson, voor een waardig publiek in de Rhythm Room in Phoenix. Lockwood speelt moeiteloos Johnson's klassiekers zoals "Sweet Home Chicago" (het eerste nummer dat hij leerde spelen), "Love In Vain", "From Four Until Late" en "Ramblin' On My Mind". Allen gebracht met zijn uniek en passionneel gitaarspel en zijn rijke, expressieve stem. Andere fijn gebrachte nummers zijn "Mean Mistreater Mama" en "In The Evening" uit het songbook van Leroy Carr, van wie Lockwood door de jaren vaak een nummer heeft gecoverd. Robert Lockwood Jr. is een zeer aktief bluesgrootheid , die buiten het opnemen van albums nog zeer bedrijvig is in zijn 'hometown', Cleveland. "The Legend Live" is niet alleen een klassiek voorbeeld van de delta-blues, hij laat ons daarbuiten zeer goed horen waar de blues vandaan komt en hoe zij het best wordt vertolkt. Gewoon prachtig !
SMOKIN'
JOE KUBEK and BNOIS KING
SHOW ME THE MONEY
Label : Blind Pig Records
www.blindpigrecords.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Smokin' Joe Kubek and Bnois King's brengen muziek die we klasseren onder :
'old barroom Texas blues'. Hun lyrische songs zullen nooit een prijs winnen,
maar daar Kubek ook zo'n geweldig bluesgitarist is en King een plezierige
stem heeft, kan u in hen nooit een vergelijking zoeken met een ander artiest.
Twaalf originele songs zijn door de heren zelf geschreven. Ja zeker, deze
kerels werken hard! Ik werd weggeblazen door hun laatste CD "Show Me
the Money" en ben even geïmponeerd met de follow-up: Smokin' Joe
Kubek op electrische, akoestische, slide gitaar, Hammond B3 en bas. Bnois
King op electrische gitaar en vocals, Paul Jenkins op bas, Ralph Power op
drums en niet minder als Anson Funderburgh, gastgitarist op "Invitation
Only". Eigenlijk hebben gitarist Smokin'Joe Kubek en zanger/gitarist
Bnois King nog geen slechte plaat gemaakt. 'Roadhouse Research' was een prima
aanschaf voor de liefhebber van rauwe Texaanse blues met een fikse scheut
rock, met name door de vocale bijdrage van Bnois King. Op hun tweede album
voor het Blind Pig label is niet zoveel veranderd want "Show Me the Money"
levert een andere dosis 'roadhouse blues'. Alle nummers zijn zeer uitstekend
voor op een playlist van een radiozender voor te komen, waarvan "My Heart's
in Texas," wel degelijk de echte uitschieter is om op zo'n "new
country" playlist hoog te scoren. De eerste twee tracks, "I Saw
It Coming" en "Burnin' to the Ground," zijn nummers waarin
de combinatie van scheurende vette gitaren, een donkere gruizige stem en een
jagende ritmesectie een prima opening banen op deze plaat dat de rauwe 'hot'
Texaanse blues uitstaalt. 'Show Me The Money' is een aanrader voor de liefhebber
van Stevie Ray Vaughan en The Fabulous Thunderbirds. Aanrader!!!
CHRIS
RICHARDS
TUMBLERS & GRIT
Website : www.chrisrichards.com
E-mail : bob@chrisrichards.com
Label : Lake Effect Records
In kringen van Americana-liefhebbers geniet singer/songwriter Chris Richards uit California nog weinig bekendheid. Hij maakte in 2002 zijn debuut met "Jam The Breez", maar deze plaat is vrijwel onopgemerkt gebleven, al zijn mij een paar wondermooie tracks als de titeltrack, "Why Arizona" en "Someone Else's Blues" nog steeds bij gebleven. De opvolger, het zojuist verschenen "Tumblers & Grit", kan weleens voor een doorbraak gaan zorgen. Chris Richards onderscheidt zich hier als een vaardig schrijver van oorspronkelijke liedjes met soms verrassende wendingen. In zijn songs roert hij bekende thema’s aan, maar vertolkt en verwoordt ze op eigenzinnige wijze. Met zijn wat scherpe, lieflijke stem verleent hij elke song een grote zeggingskracht. De verbindende factor heet R.S. Field (John Prine, Billy Joe Shaver, Buddy Guy.....), die "Tumblers & Grit" produceerde. Verder horen we op drums Shawn Mc Williams, op bas Jared Reynolds, en andere klasseklassemuzikanten als Old Crow Medicine Show-fiddler Ketch Secor, pedal steel- en dobrovirtuoos Lloyd Green, keyboard- en accordeontovenaar Steve Conn en gitaarwonder Kenny Vaughan. Richards klinkt relaxed-melodieus, zelfs op de wat rockerige songs. En zo wieg je vanzelf mee op wondermooie tracks als de country getinte "To Sing The Blues" en "Jam The Breeze", titeltrack van zijn laatste album. De mooie ballads "Crazy Too" en "Hang On To The Moon", maar toch is er één duidelijk de grote uitschieter, met name "Bells Of Odilia", werkelijk een prachtig Americana song. En zo kunnen we contateren dat Chris Richards wel degelijk een aanwinst is voor Americanaland met deze veelzijdige plaat.
STEVE
JOHNSON
BLUESTOONS
Label : DixieFrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
"Blues Toons" is het nieuwe album van New Yorker Steve Johnson,
die veel heeft samengespeeld met Albert Collins als vaste begeleider. Daarnaast
heeft Steve met andere bluesgrootheden gespeeld zoals met Paul Butterfield,
Johnny Copeland, Little Jimmy King, Jaco Pastorius et Popa Chubby. Deze slideman
heeft al vijf albums uitgebracht, waarvan drie voor Virgin France en twee
voor Dixiefrog. Na het goed ontvangen "Blues from The Roadhouse"
album, het debuut van deze bluesman voor Dixiefrog, spelen Johnson en zijn
band weer op overtuigende wijze een aantal eigen songs en covers van onder
meer Sylvester Stewart, Simmonds, Jimmy Thomas, John Barlow Jarvis en S. Doerr.
Steve Johnson is meer dan de zoveelste bluesgitarist. Vooral eigen werk met
sterke arrangementen vol intensiviteit en bezieling gebracht, resulteren in
een prachtig album die beslist uw aandacht verdient. Steve’s stem doet
enigszins denken aan die van Eric Clapton of Peter Green, muzikaal komen herinneringen
aan de oude Allman Brothers Band boven. Albert Collins was onder de indruk
van deze man, er is geen reden dat wij dat niet zouden zijn.
MARIA
MULDAUR
LOVE WANTS TO DANCE
Label : Telarc
www.telarc.com
Info : Challenge Records Services
Email: info@challenge.nl
Web: www.challenge.nl
U vindt deze luistertrip bij de jazz, maar "Love wants to Dance" is niet gemakkelijk in een hokje te passen; singer-songwriter of pop zijn even goede en even inadequate omschrijvingen voor het – ik zeg het maar gewoon – briljante nieuwe album van Maria Muldaur. Zo, dat is eruit. Haar ....album (ben even de tel kwijt) verschijnt op Telarc en klinkt opmerkelijk zeer volwassen en doet denken aan Holly Cole, maar ook aan Madeleine Peyroux ( maar waarom horen we toch niets meer van haar?). Op dit album geen eigen nummers, maar buitengewoon fraai gearrangeerde composities van o.a. Francesca Blumental, Bob Dylan, Brenda Burns en Harold Arlen. De acht begeleidende muzikanten spelen met opvallende souplesse en met groot gevoel voor de subtiele nuances waar elk van de tien songs om vraagt. Achter de knoppen zat niemand minder dan Randy Labbe en de lady zelf. Het is echter vooral de hemelse stem van Maria Muldaur die diepe indruk maakt, met haar zwoele, vleiende stem streelt Maria de trommelvliezen in een programma dat zich muzikaal afspeelt in de ongrijpbare ruimte tussen jazz en blues. "Love wants to Dance" is een prima plaat en terecht, want niet alleen beschikt Muldaur over een prachtige stem, ook haar repertoirekeuze is onberispelijk. Deze schone heeft mijn hart alvast gestolen. Ik ga graag met haar mee, u ook…?
KENNY
WHITE
SYMPHONY IN 16 BARS
Website : www.kennywhite.net
Info :kennywhitenews@aol.com
Label : Eigen beheer
Hoewel Kenny White aan zijn debuut-cd "Testing...1,2" al had bewezen een talentvolle singer-songwriter te zijn, was de snelle doorbraak met zijn tweede cd "Uninvited Guest" bepaald verrassend. "Uninvited Guest" is een pakkende cd met uitstekende songs. Dat hij dat kunstje met zijn derde album, "Symphony in 16 Bars", zou kunnen herhalen, was wellicht te veel gevraagd. Zeker niet! Want "Symphony in 16 Bars" is een pracht album. Spijtig genoeg kwamen zijn twee vorige cd's hier niet uit, maar waren net als deze derde het gevolg van zijn late roeping. De New Yorker schreef voorheen vooral muziek voor commercials en speelde sessies voor ondermeer Shawn Colvin en Peter Wolf, wiens "Fool's Parade" en "Sleepless" hij ook produceerde. Muzikale kennissen uit de kringen rond Paule Cole, Joe Henry, Norah Jones en Bob Dylan speelden mee, onder wie drummer Shawn Pelton en Larry Campbell. Hij speelt hier gitaar. Toetsenist/ gitarist White schrijft net als de in één nummer tweede stem zingende collega-New Yorker Marc Cohn soms swingende rootsy nummers met een soepele melodie, af en toe voorzien van stemmige blazers. Zijn sfeervolle akkoordenreeksen doen incidenteel ook sterk denken aan die van Cohn. Verder deelt hij diens thematiek over modern stadsleven en liefhebben. Kenny hanteert op het eerste gehoor een laconieke toon, die zijn gevoelens lijkt te relativeren. Aandachtig luisteren openbaart echter een persoonlijke, gelaagde en genuanceerde weemoed. White is duidelijk beter in verdriet, spijt en verlangen dan in het daaraan voorbijgaan. Wie al jaren wacht op Cohns vierde, vindt zo troost bij White. Meesterwerkje !
DAVID
WADDELL
LAST ONE TO KNOW
website : www.davidwaddell.net
label : TVZ / Compadre Records
info : info@compadrerecords.com
Singer-Songwriter David Waddell geboren in South Carolina groeide op in een typisch Amerikaans gezin waar the Good Lord, de familie, hard labeur en muziek maken deel uit maken van de dagelijkse beslommeringen. Op zijn negende kocht hij met de opbrengsten van het poetsen van schoenen zijn eerste instrument,( lijkt wel een aflevering van de Waltons). Vijf jaren later was hij de drummer van een bandje dat later de geschiedenis zou ingaan als Alabama en ooit speelde hij trompet bij de Platters. Het kon dan ook niet uitblijven, David werd 'ontdekt' en zijn manager vond het beter dat hij zou verhuizen naar Austin waar hij ondermeer met Johnny Winter het podium deelde. Maar zijn carriere kwam pas in een stroomversnelling toen hij een kijkje ging nemen in Nashville. Op een bepaald ogenblik was hij actief bij drie verschillende bands : Townes Van Zandt, Lonnie Mack, en zijn eigenlijke werkgever Billy Joe Shaver ( 20 jaar bassist bij BJS). Ondertussen toerde hij ook nog met J.J.Cale en speelde ook mee op diens album # 8. Het bezige bijtje dat David Waddell toch wel is, ging dan met zijn broer Leland de Calvin Russel Band versterken en zou bijna vijf jaren in Europa verblijven om alleen de plas over te steken voor opnames in Texas. Maar het kon niet uitblijven, moe van het toeren en het altijd in de schaduw staan van iemand anders, besloot David zijn stoute schoenen aan te trekken en voortaan als solo-act door het leven te gaan. Vandaar dit debuutalbum " Last One To Know ". Gelukkig is David niet de laatste singer-songwriter die wij beter willen leren kennen ( zullen wel andere kandidaten komen ) want dit album mag er zeker zijn. All Songs Written by David Waddell blijft altijd een mooi visitekaartje en zijn warme en donkere stem zal de echte C&W fan zeker beroeren. Traditionele country met lekker veel steelgitaar, fiddle en prachtige back-up vocals van ondermeer Kimmie Rhodes en Sherri Frushay ( luister eens naar Talk of the Town, moet een dijk van een hit kunnen worden in Nashville). Slows afgewisseld met up-tempo nummers, de echte country fans zullen hun hartje kunnen ophalen met dit album. Stone Country t'll the day I died.( track 2)
ERIC
BIBB, RORY BLOCK & MARIA MULDAUR
SISTERS & BROTHERS
Label : Telarc
www.telarc.com
Info : Challenge Records Services
Email : info@challenge.nl
Web: www.challenge.nl
Eric Bibb is niet alleen de meest productieve van zijn generatie countrybluesartiesten, hij doet het de laatste tijd opvallend vaak in combinatie met anderen. Bracht hij vorig jaar al een cd uit met zijn vader, folkzinger Leon Bibb, dit jaar trakteert hij ons op een prachtige trio-cd met Eric Bibb, Rory Block en Maria Muldaur. Hoe de spirit van échte blues opnieuw tot leven komt, laten Eric Bibb, Rory Block en Maria Muldaur horen op hun nieuwe album "Sisters & Brothers". Op dit album hebben rhythm 'n' blues de overhand en is Bibb duidelijk één van de drie. Hij geeft zijn gasten onbaatzuchtig de ruimte en probeert hen nooit te overtroeven. Zo ontstaat een even verrassende als gevarieerde eenheid, waarin Bibbs kwaliteiten alleen maar duideluiker tot uiting komen. Het is nauwelijks te geloven hoe relaxt en onbezonnen deze bluesmensen de strijd aangaan met heersende trends. Zij bestrijden de 'vijand' niet met gelijke wapens, maar als een hedendaagse Reverend Gary Davis creëen zij een rustieke sfeer rondom authentieke deltablues, gospel en folk, hetgeen ze dan brengen in songs vol van emotie, harmonie en muzikale subtiliteit. Bovendien weten deze natuurtalenten veel positieve energie uit te stralen en zijn zij ook nog eens in het bezit van prachtstemmen. Met die perfect getimede stemmen en ijzersterke songteksten zijn Eric Bibb, Rory Block en Maria Muldaur in staat om zowel te ontroeren als tot nadenken aan te zetten. Deze drie doorwinterde bluesvocalisten maakten een authentiek bluesalbum met als hoogtepunten wel sterke covers van Bill Withers' "Lean on Me" en "Gotta Serve Somebody" van Bob Dylan. Je kunt er met volle teugen van genieten wanneer de vocalisten, solistisch of gezamenlijk, teruggaan in de tijd. Met een enorme passie maken Eric, Rory en Maria hun muzikale cd- avontuur tot een fán-tás-tísche belevenis.Via o.a. traditionals, eigen songs, gospels en rhythm & blues. Zolang zij maar geld genoeg hebben om zulke schitterende bluesalbums uit te brengen, maken wij ons absoluut geen zorgen over dit trio. Begeleiding: Chris Burns (toetsen), Michael Ward (bas) en Per Hanson (drums).
AMOS
GARRETT
MICHIGAN WATER BLUES
www.melmusic.com/amos_garrett
Email: amosg@telus.net
Label : Stony Plain Records
DixieFrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal www.parsifal.be
Vooraleer hij zich in 1980 in Canada ging vestigen om zijn solocarrière te starten, werkte de uit Detroit afkomstige Amos Garrett met de grootste namen als veelgevraagde studiogitarist. Zijn unieke gitaarstijl heeft talloze befaamde artiesten beïnvloed. Vraag het Mark Knopfler of Chet Atkins; vraag het Richard Thompson of Bonnie Raitt; vraag het Colin James of gewoon Guitar Magazine. Al is hij vooral bekend van zijn opnamen met Maria Muldaur (luister eens naar zijn klassiek geworden solo op "Midnight At The Oasis"), Amos Garrett heeft gewerkt en opgenomen met o.a. Paul Butterfield, Jesse Winchester, Geoff Muldaur, Elvin Bishop, K.D. Lang, Bonnie Raitt, Emmylou Harris, Rodney Crowell en Stevie Wonder; ze kunnen allemaal getuigen over hun samenwerking met deze Amos Garrett. Behalve zijn puntig, vloeiend en elegant gitaarspel bezit Amos Garrett een onwezenlijk doorvoelde diepe stem, Volgens Spider Robinson, een befaamde schrijver van science fiction, heeft Amos "a voice like melted chocolate" en speelt hij gitaar als "God when He’s drunk". Amos Garrett heeft zopas zijn tiende cd "Michigan Water Blues" uit bij Stony Plain Records, en is daarbij zijn eerste akoestische opname in 25 jaar, een lange wachttijd, maar het was het wachten waard. Garrett gaat op een nostalgische trip naar de Gouden Dagen van de blues. Acht jaar na zijn vorige album, is hij nog levend als een Mississippi-otter en geeft hints van Ry Cooder en de laidback stijl van J.J. Cale. Een aantal klassiekers en obscure blues songs uit de jaren '30 en '40 krijgen de acoustic Amos behandeling, waarin hij zijn typische gitaarstijl in optima forma demonstreert. Garrett komt met dit album terug naar zijn grote liefde :' old-fashioned finger picking on the six and twelve strings'. Tussen de vele covers vinden we twee uitstekende versies van Hoagy Carmichael nl. "Small Fry" en "Hong Kong Blues". "Sam's Song" is een nummer dat ons laat denken aan Bing and Gary Crosby van de vroege jaren '50. Oude vrienden zoals Chris Whiteley, Ken Whiteley, Bucky Berger en Victor Bateman zorgen voor de nodige begeleiding. Ik ben wel totaal gefascineerd door "Michigan Water Blues", een prachtig bluesnummer door Amos zelf werd geschreven. De talentvolle Whiteley Brothers staan in voor drie songs, waaronder Ken's semi-autobiografische "Always Got Your Hands On That Guitar." Een ander Garrett's nummer "Beverly Hill Requiem", is een sterk instrumentaal nummer met Chris Whiteley op trompet. "Grasshoppers On My Pillow" was reeds eerder te horen op Garrett's 'Off The Floor Live' album van 1996. Laat je mee nemen naar een lang vervlogen tijd met "Michigan Water Blues."
THE
WOODYS
TELLURIDE TO TENNESSEE
website : www.thewoodysmusic.com
label : Rocade Records
info : www.rocade-records.no
This is the sound of two hearts beating in time. Strong romantic songwriting with warm Everlys-style vocals. Whether its lust or heartbreak, the Woodys make you feel it. Wat kan deze jongen daar nog aan toe voegen ? Dat we verwend worden in Europa zeker en vast, want dit derde album van the Woodys verschijnt eerst in Europa en pas volgend jaar in hun thuisland Amerika. Dankzij Rocade Records uit Noorwegen viel dit prachtig album bij ondergetekende in de bus. En zo iets laten wij niet koud worden, onmiddelijk in de cd speler en genieten. De weinige haarsprieten die ik nog bezit komen overeind bij het aanhoren van dit dertien songs tellend meesterwerkje. From cajun to California, mountain bluegrass to hard core Texas honky tonk, alles kan je verwachten en tegenkomen met telkens die fantastische classic two-part harmony vocals. Je komt het niet veel meer tegen, man en vrouw die samen zingen in de stijl van Porter en Dolly, George en Tammy, Conway en Loretta. Maar mijn voorkeur gaat meer uit richting wat Rodney Crowell en Emmylou Harris vroeger op plaat vastlegden. Waarom " Telluride to Tennessee " mij zo enthousiast maakt ? Kregen de Woodys op hun vorige cd's de al niet geringe medewerking van ondermeer Al Perkins, Emmylou en Albert Lee dan staan op dit album only " A-list players " het echtpaar ter zijde. Overloop het rijtje maar eens : Gretchen Peters, Ronnie Mc Coury, Pat Flynn, Scott Vestal, Al Perkins, Dave Pomeroy, Larry Atamanuik, Tammy Rodgers, Fats Kaplin, Allison Prestwood, en last but no least Herb Pederson & Chris Hillman. Het is dan ook een festival geworden van fiddle, banjo, mandolin, dobro, harmonica, accordion, kortom een acoustische vertoning die ik al jaren niet meer gehoord heb. En dan die stemmen... Dyann en Michael Woody, van origine uit Colorado maar al jaren verblijvend in Nashville, slagen erin om na hun debuutalbum en de opvolger Teardrops & Diamonds op de markt te komen met een cd die niet weg te branden is uit mijn cdspeler. Verbluffend wat zij uit hum mouw schudden, prachtige songs( de meeste zelf gepend ) perfecte keuze van muzikanten, zelf de produktie in handen genomen, ja mensen, " Telluride To Tennessee " gaat heeeeeeeeeeeel hoog geraken in mijn jaarlijstje. Ze zullen van goede huize moeten zijn om dit grandioos album te evenaren en overtreffen lijkt mij onbestaande. It feels good,it feels right and it feels real. Of met de woorden van John Lomax III te besluiten : This is prime stuff! Ps. Michael Woody bracht ook een solo cd uit nl."Listen to me" en the Woodys kan je ook terug vinden op The Gram Parsons Notebook " The Last Whippoorwill "
SLANT
6 COWBOYS
www.slant6cowboys
95 North Recording Corporation
www.95NORTHrecords.com
chris_wood@95northrecords.com
Niet alle alt countrybands zijn leuk. Slant 6 Cowboys zijn dat wel. Hun mengeling van honky tonk, western swing, bluegrass en, country blues werkt zeer aanstekelijk. Met hun titelloze debuutalbum gaan deze cowboys zeker een doorbraak betekenen in de wereld van alt country. De band heeft in Don Whitcher een ijzersterke songschrijver en vocalist die de plaat twaalf nummers lang boeiend weten te houden. Met een line-up van drums, akoestische en slide gitaren en staande bas aangevuld met dobro, mandolin en banjo werken ze zich vlot door deze zelfgepende songs. Ik kan me best voorstellen dat wie ooit de band live aan het werk zal zien de drie eerste nummers van dit album "Badlands", Driftin'," en "Hard Times" het goed zullen doen bij het publiek. Natuurlijk, liedjes over het harde arbeidersbestaan, uitgestrekte vlakten en verlaten plattelandsdorpjes kennen we onderhand wel. Maar zodra deze groep rondom zanger en briljante liedjesschrijver Don Whitcher met deze drie nummers van start gaan, begrijpen we meteen waar de aantrekkingskracht van dit debuutalbum schuilt. In deze twaalf nummertjes druipt het speelplezier er vanaf, waarbij de slimme songteksten van Whitcher de countryblues getinte songs nog eens naar een hoger platform tillen. De songs gaan stapvoets vooruit, maar de band schrikt er ook niet voor terug om wat meer vaart en gitaar- geweld in een song te stoppen, zoals in "Hearts Break", "Last Shot" en Your Man". Hier krijgen we dus niet snel genoeg van. Er zijn wel vergelijkingen te maken met de muziek van andere cowboys in dit genre van alternatieve country, maar de Slant 6 Cowboys weten toch vooral hun eigen sound neer te zetten. Daarbij is het eigenlijk onbegrijpelijk dat vier jonge gastjes bij het label 95 North Records met zo’n bijna tijdloos debuut op de proppen komen. Slant 6 Cowboys is een plaat die met een prachtig melancholieke sound rechtstreeks het hart raakt. De cd is daarom al enige tijd niet meer uit mijn cd- speler te branden.
DAVID
MASSEY
BLISSFUL STATE OF BLUE
website : www.davemasseymusic.com
label : eigen beheer
info : dave@davemasseymusic.com
David Massey's songs zijn een mix van traditionele country, met wat rock en folk, zelfs een streepje bluegrass. Voor mij een onbekende naam die David Massey, het is dan ook zijn debuutalbum, maar ik verwacht veel van deze nieuwe singer-songwriter ( ze groeien daar wel aan de bomen ?) Jammer genoeg zeer weinig info op de man zijn website ( dringend iets aan doen, David ) maar wat hij laat horen op dit album is dan wel de moeite waard. Bijgestaan door de créme van Washington DC.'s muzikanten met name : Mika Auldridge op dobro, Stephen Wade op banjo, Zan Mc Leod op guitars, mandolin en percussie en tevens producer van dit schijfje, Bill Starks op Hammond B 3 organ en prachtige backing vocals van Emily & Susan Hsu en bluegrasssinger Sally Love, slaat David Massey met zijn storytelling de weg in die" grootheden " als John Prine, James Mc Murtry, Tod Snider en anderen hem al zijn voorgegaan. Want er staan juweeltjes van songs op: zo is er het verhaal over de dood van een oude man ( Just an Old Dog ), The Drunken Letter over de brief die een Amerikaans soldaat schrijft naar aanleiding van de melding van de geboorte van zijn zoon, de smeekbede aan Jesus en Mohammed om onze kinderen te beschermen ( Angeline ), en mischien wel het mooiste nummer op dit meesterwerkje, The Loneliness I've Known. Wat mij ook opviel, maar dit zal wel heel persoonlijk zijn, is track 5 ' Pretty Summer day' het doet mij een beetje denken aan die Italiaanse troebadoer Angelo Branduardi. Met andere woorden, David Massey gaat met dit schijfje hoge ogen gooien en is een sterke kandidaat om in mijn jaarlijstje bovenaan te eindigen. Ter afsluiting kan ik melden dat het schijfje in een mooi digi-packje zit en voor de mensen die mij niet geloven, mogen gerust eens een kijkje nemen op www.cdbaby.com/cd/dmassey. Je kan er samples horen van dit album, maar nog beter is het album kopen want David geeft de helft van de opbrengsten weg aan twee organisaties. Klasse album !
JOLLY
JUMPER & BIG MOE
ROOSTER SOUP
www.jollyjumperandbigmoe.
com
Info : hellbook@online.no
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Jolly Jumper & Big Moe is een duo dat reeds bestaat sinds 1995 en muziek brengen die teruggaat naar de jaren '20, '30 & '40. Zij spelen steeds in verschillende stijlen zoals : ' the Mississippi slide or harp style or the sweet Piedmont way of guitarpicking'. Samen spelen ze vele instrumenten zoals 'the harps, 6 & 12 string guitars, national steel, the mandolin, footstomp', zeg gerust maar alle instrumenten waarop snaren aanwezig zijn. We kunnen in hun muziek invloeden vinden van o.a. Blind Blake, Mississippi John Hurt, Bo Carter, Lightning Hopkins, Blind Willie McTell, Bukka White, Muddy Waters, Little Walter en nog meer 'old-timers'. Jolly Jumper is geboren in 1965, en speelt al jaren harmonica waarin zijn blaasstijl laat denken aan Little Walter, Sonny Boy en James Cotten, tevens doet zijn gitaarspelen denken aan Blind Boy Fuller. Big Moe is geboren in 1950, en speelt de bluesgitaar sinds einde jaren '60, op dat ogenblik beïnvloed door Buddy Guy en Freddy King. Later begon hij meer en meer de akoestische gitaar te spelen waardoor invloeden van Lightning Hopkins, Mississippi John Hurt en John Jackson hoorbaar werden. Moe speelt ook de mandolin en de slide steel gitaar. In tegenstelling tot hun vorige album "Bootleggers Blues" is het nieuwe album "Rooster Soup" meer country blues, waarin ze teruggaan naar de akoestische blues traditie. Aldus de vier heren die allen afkomstig zijn uit Hell, Noorwegen. Het is een schot in de roos, deze tweede release. Het leunt wat zwaarder tegen de countryblues en het heeft een uiterst prettige soort aanwezigheid waar je niet omheen kunt. De sound en composities klinken zeer vertrouwd en zullen veel roots-liefhebbers bekoren. Tegelijkertijd straalt de band zo veel spontaniteit, enthousiasme en speelplezier uit dat we te maken hebben een bovengemiddelde uitgave. Vast en zeker een van de beste releases van 2004 in het genre, country blues, waarvan ik in ieder geval geen genoeg kan krijgen. En natuurlijk willen we ze volgend jaar live zien op de festivals in ons land.
FLOYD
LEE
& HIS MEAN BLUES BAND
FULL MOON LIGHTNIN'
Website : www.floydlee.com
Label : Amogla Records
www.amoglarecords.com
booking@amoglarecords.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Floyd Lee beschouw ik als één van die weinigen bluesmuzikanten die regelmatig nog eens spannend uit de hoek komen, zoals het met deze cd alweer het geval is. Floyd is opgegroeid in Mississippi. In de clubs van Memphis ging hij kijken naar zijn vader die muzikant was bij Guitar Slim. Zelf begeleidde hij later Jimmy Reed en Wilson Pickett. Het is Floyd Lee die als ritmegitarist te horen is op Reed klassieker "Honest I Do". Zevenentwintig jaar was hij portier van een hotel in New York. Als hij pas achtenzestig is, komt zijn cd "Mean Blues" uit. Meteen goed voor beste debuut van dat jaar 2001. Vorig jaar verscheen het album "Ain't Doin' Nothin' Wrong", een album dat nog meer indrukwekkender was als zijn debuut. Deze plaat is oude beproefde kwaliteit waarin Lee gitaar speelt, een beetje harmonica, maar vooral vertolkt hij de blues met een eerbaar purisme. Voor de opnamen van zijn derde album trok Floyd Lee naar zijn geboortedorp Lamar en naar de heilige grond van Clarksdale. Zeg maar back to the roots, de delta van Mississippi. De opnames gebeurde op 20 okt. van vorig jaar in de Delta Avenue, Clarksdale, in een oud WROX gebouw waarin DJ Early Wright muzikanten als Robert Night Hawk, Houston Stackhouse, Sonny Boy Williamson 1& 2, Robert Jr. Lockwood, BB King, Elvis Presley en Ike Turner te gast had. Floyd Lee and His Mean Blues Band brengen hier authentieke, tijdloze blues, want waarom mag de traditionele blues zijn eigenheid niet bewaren. Lee is een goddelijke, gloedvolle zanger die elk nummer doet schroeien. Zijn doorleefde, gekwelde stem die in concurrentie gaat met Howlin' Wolf's schreeuw, geeft het nummer "Don't Answer The Door" van James Johnson nog meer ellende mee. De reptielse gitaar van producer-labelbaas Joel Poluck kronkelt zich hier met grote klasse door zijn eigen gepende openings- en titeltrack "Full Moon Lightnin'" en "Lights Out". Verrassende arrangementen, onvoorziene wendingen zoals "Mean Ol' Frisco", hier weet hij zo'n versie neer te potelen dat het heel anders overkomt als het origineel van Arthur Crudup. Dit zijn maar drie nummers van de elf covers, waarin we nog andere grote namen terugvinden zoals o.a. Tampa Red, John Lee Hooker, Ray Charles, Willie Dixon, Blind Boy Fuller en natuurlijk Jimmy Reed, maar steeds worden deze songs gedragen door die imponerende, granieten stem van Lee waaruit bij momenten de vonken der waanzin spatten. Een hebbeding !
JAY
GEILS - DUKE ROBILLARD -
GERRY BEAUDOIN
NEW GUITAR SUMMIT
Label : Stony Plain Records
www.stonyplainrecords.com
info@stonyplainrecords.com
Munich Records
www.munichrecords.com
Heel bijzonder is "New Guitar Summit" , de nieuwe cd van Jay Geils (stichter van the J. Geils band), Duke Robillard (twee jaren achter elkaar, 2000 en 2001, de W.C. Handy Award die hem als 'Best Blues Guitarist' benoemt.) en Gerry Beaudoin (Eddie "Cleanhead" Vinson, David Grisman). Na enkele jaren zeer aktief te zijn op solo gebied hebben de heren de koppen bij elkaar gestoken, en het resultaat van hun vernieuwde samenwerking mag er meer dan zijn. Muziek zonder hokje - 'kamerjazz' is wellicht de minst beroerde omschrijving. De muziek op "New Guitar Summit" is moderne fusion, gespeeld door musici die hun virtuositeit in dienst stellen van de composities. De prachtig opgenomen cd bevat een mooie mix van sfeervolle ballads en inventieve up-tempo stukken, voornamelijk composities van de hand van G. Beaudoin buiten andere covers van o.a. Benny Goodman, George Gershwin, Eddie"Cleanhead" Vinson en Jack Wilson. Nu is ook een groot gedeelte van de muziek uitgeschreven, maar er is ruimte genoeg voor improvisaties. De overgangen tussen gecomponeerd en geïmproviseerd klinken volkomen natuurlijk en vloeiend, het blijft steeds een eenheid. Muziek maken op deze manier kan alleen met musici van zeer hoog niveau die elkaar door en door kennen, zoals hier. Het mooie van deze 'New England' vrienden is dat, jazz/blues na een periode van ongebreideld experimenteren, een generatie is opgestaan die speelt vanuit de Amerikaanse traditie, maar daarin wel een flinke dosis eigenzinnigheid heeft toegevoegt. Persoonlijk mis ik een echt 'klein', breekbaar liedje, of zo af en toe een lekker vette,'foute' noot; ze hadden de plaat iets luchtiger gemaakt. Desalniettemin bewijzen Jay Geils, Duke Robillard en Gerry Beaudoin gitaristen buiten categorie te zijn, van wie we nog veel moois kunnen verwachten.
ELEVEN
HUNDRED SPRINGS
BANDWAGON
website : www.1100springs.com
label : Palo Duro Records
info : www.palodurorecords.com
This sound is Texas Music deeply roted in traditional 'old school' Country. Ontstaan uit de resten van Rockabilly band "Lone Star Trio" timmeren de jongens van 1100 Springs, sinds 1998, rustig verder aan hun inmiddels wel geplaveide weg. De band die ooit haar naam ontleende aan een biermerk bewijst met dit album, dat ondanks de verhuis naar Palo Duro Records in Nashville, zij wel degelijk een "Real Texas Music Band" blijven. De Redneck-items zijn dan ook weer van de partij : Thunderbird Will Do Just Fine, Hank Williams wouldn't make it now in NT, Long Haired Tattood Hippie Freaks zijn dan ook regelrechte aanvallen op het commercieele Nashville ( of hun nieuwe platenbonzen daar blij mee zullen zijn ? ). Band leader & vocalist Matt Hilleyer ( zijn stem lijkt verdacht veel op die van de jonge Rodney Crowell, luister maar eens naar "Gina from San Jose") en bassist Steve Berg, gitarist Chris Claridy, drummer Mark Reznicek en steelgitarist Aaron Wynne laten op dit album duidelijk merken dat zij een boontje hebben voor The Great Dough Sahm ( tiens, Ed Burleson heeft dat ook en die gasten zitten allemaal op hetzelfde label, vreemd ?) Zo is het openingsnummer "Northside Blues " ( tevens een videoclip op deze cd ) een ode aan hem en het houd nog niet op, "Why You Been Gone So Long" een traditional van Mickey Newberry is dan een pure hommage aan de " Blonde Bomber " Rockabilly legende Ronnie Dawson. Dankzij de techniek werd Ronnie's stem overgeheveld naar dit album ( de originele opname dateert van 1993 ) om er samen met Matt Hillyer een duetsong van te maken. Ik dank onze lieve heer nog iedere avond dat ik Ronnie Dawson ooit heb mogen aanschouwen op het Hemsby festival want jammer genoeg verloor hij het gevecht tegen keelkanker op 31 september 2003. Een groot verlies voor het Rockabilly wereldje. Maar genoeg getreurd, 1100 Springs begeeft zich met dit album op glad ijs, je schopt Nashville niet onbestraft tegen de schenen, gelukkig is Texas wild van dit groepje. De tijd zal uitwijzen hoe het verder zal evolueren met Eleven Hundred Springs, van mij mogen zij zo verder doen ( hou wel een beetje van schenenschopperij )
MUSIC
THAT MATTERS
Label :Corazong Records
www.corazong.com
info@corazong.com
Info : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
info@luckydice.nl
Een nostalgisch verlangen naar muzikale traditie, terwijl men tegelijkertijd die muziek naar de huidige tijd vertaalt. Zo zou je het label Corazong kunnen vertalen. Op "Music That Matters" is een dwarsdoorsnede van de recente catalogus te horen van wat het label te bieden heeft. En daar zit heel wat moois bij. Da’s mooi gezegd, maar wat krijg je ervoor? Een niet altijd even logische line-up van flink wat gevestigde namen met nummers van onmiskenbare kwaliteit. Singer- songwriters zijn goed vertegenwoordigd op "Music That Matters", met songs van Jeff Talmadge en David Olney als uitschieters. Maar er is ook te genieten van de Americana van Burrito Deluxe, de blues van Julian Sas en Jean Paul Rena & Terrawheel, de rootsrock van John Coinman en Kevin Bowe & The Okemah Prophets en de knappe single "Traeme Paz" van Patricia Vonne. Corazong is gevestigd in het oer-Hollandse Beverwijk en nummers van JP den Tex en Michael de Jong zijn hier dan ook op hun plaats. De inbreng "Private Interlude", zeer mooi nummer van Michael De Jong komt uit zijn laatste album "Imaginary Conversation" maar is ook terug te vinden in een live versie op het album "23, Rue Boyer". De samenstellers geven een overzicht van hun label en hebben gekozen voor nieuw materiaal, waartussen we bekende spullen aantreffen, maar toch zijn er steeds wat artiesten die je op een prettige manier kunnen verrassen. De kwaliteit van het gebodene is zonder meer prima, en daarom zal deze verzamelaar ook uitstekend kunnen dienen als introductie op een wat vaag gedefinieerd, maar prachtige muziek voortbrengend, genre. Wetend dat u deze rootsgeoriënteerde verzameling voor een prikje kan aanschaffen is "Music That Matters" beslist een aanrader.
WILL
DAILEY
GOODBYEREDBULLET
website : www.willdailey.com
label : Wheelkickrecords
info : will@willdailey.com
Progressieve Folk Rock. Zo kan je de muziek van het tweede album van Will Dailey wel rangschikken. Zijn eerst cd ( slechts zes songs)"Will Dailey and the Medecine Ball" verscheen in 1999. Met de opvolger "Goodbye Red Bullet" wil Will ( !!) een duidelijk boegbeeld zijn voor de Independent Artists die het zo moeiljk hebben om hun ( financiele) hoofd boven water te houden. En je moet er iets voor over hebben: want de titel van dit album verwijst naar de verkoop van Will's Honda Civic ( Red Bullet ) om met de opbrengst ervan de opnames en produktiekosten van deze cd te betalen. "Sacrifice Everything". Will Dailey, ooit lid van the band Mappari, wordt in Amerika vergeleken met artiesten als Nick Drake, Jeff Buckley en krijgt zelfs de eervolle vermelding als young - non - grumpy Van Morrison. Het heeft hem allemaal geen windeieren opgeleverd want ondertussen is hij eigenaar van zijn eigen Record label "WheelkickRecords" en verkocht hij meer dan 10.000 cd's op zijn toernees door Amerika en Canada. Tot wat de verkoop van een auto kan leiden. Alhoewel het niet echt mijn geliefkoosd genre is dit album eentje dat je moet leren beluisteren, het zit allemaal prachtig in mekaar, super intelligente songs, eenvoudige harmonieuze begeleiding , de stem van Will die inderdaad raakpunten heeft met bovengenoemde collega's singer-songwriters, ik denk dat Will Dailey met zijn talent, alle songs zijn van zijn hand, en zijn radicale instelling wel eens kon uitgroeien tot een hele grote meneer ! In de gaten houden dat ventje.
VELVETONE
SWITCHBACK RIDE
website : www.velvetone.de
label : Crosscut Records
info : blues@crosscut.de
Welcome to the dark side of Rockabilly. Velvetone, sound sultry and swampy, sinfully sexy, dusty, slick and smart-in short : Supercool. Eindelijk nog eens een leuke onorthodoxe mixing van Country-Chick-A-Boom, Diddley beat, Rockabilly and Rhythm & Blues. Het is reeds de derde cd van de Duitse groep Velvetone en de jongens gaan met dit album " Switchback Ride " weer de concurrentie aan met groepen uit het hoge noorden en de USA. Het feit dat ze in Duitsland worden vergeleken met Link Wray, Fabulous Thunderbirds, Screamin' Jay Hawkins en zelfs the Blasters ( dit klopt niet: van de broertjes Alvin blijf je af, of je krijgt met mij te doen...je mag je vergelijken met iedereen maar The Blasters dat is buitenaardse klasse), bewijst dat Velvetone geen ordinair covergroepje is. Integendeel zelfs, want wat RayDeVaryo (vocals), Tammo Luers ( guitars), Andy Merck( Fender bass & upright bass & backing vocals) en Lars Kôster (drums& percussie) op deze cd laten horen is geen reply-act uit de jaren stillekes. Eigen songs afgewisselt met enkele goed uitgekozen covers ( ondermeer Just To Satisfy You van Waylon en vooral Steve Young, de man was ooit te gast in Bree (Belgie) en zorgde toen in zijn eentje voor een memorabel concert) rechtvaardigen dat Velvetone het podium deelden met The Paladins, Willy de Ville, James Intveld en zelfs als backingband van good old Wanda Jackson mochten figureren. Wij kunnen er dan ook van uit gaan dat Velvetone Germany's best Rock & Roll band is. Vettige Rockabilly,Twang, Country, Surf, Cajun, Swamp, je kan het terugvinden in bijna elke song van dit album. Met uitschieters als Number Nine Train, Rosalee, Allons A Lafayette, What Did I Do, verdienen groepen als Velvetone en eigenlijk het hele Rockabilly genre veel meer aandacht. De jongens waren ooit te gast in Belgie ( Handzame blues festival en in Gierle) maar mogen van mij de toch niet zo verre verplaatsing van Duitsland naar ons rijkelijk met festivals gezegend landje regelmatig maken.
ROBERT
BURTON HUBELE
THREE LITTLE WORDS
www.hubele-arts.com
Info@hubele-arts.com
Label : eigen beheer
Na zijn mooie semi-akoestische en intense album "The Human Heart" uit 2001 heeft Robert Burton Hubele bijna drie jaar intensief getourd. Robert weet namelijk als geen ander zijn emoties treffend in pakkende songs te vangen, de ene keer rauw en explosief, dan weer ingetogen en gelaten. Je moet hem live gezien hebben om deze intensiteit mee te beleven, zo was hij in november 2002 in Nieuw Beerta, Nederland op het Big Barrel Blues Festival aanwezig en waren vele liefhebbers getuige van dit uitzonderlijk talent. De uit Alberta, Canada afkomstige Blues troubadour Robert Burton Hubele brengt met jazz, folk en country verweven bluesnummers. Op zijn nieuwe album "Three Little Words" bewandeld hij alle stijlen van deze muziek met ook nog invloeden van bluegrass, blues en rock. Roberts instrumenten zijn een National Steel slide gitaar(1965) en een akoestische folkgitaar, dit vergezeld van krachtige en intrigerende vocalen. Hij heeft een eigen stijl ontwikkeld enerzijds geïnspireerd door Hank Williams en anderzijds door Muddy Waters. Een stijl apart dat wel, maar Robert wordt niet voor niets in zijn eigen land "De blues troubadour" genoemd. Dat hij een groot songschrijver is bewijst hij ten volste met "The only One", andere uitschieters zijn "She brings him Coffee" en "Too Many Kisses" waarop we ook Amos Garrett horen met zijn prachtige gitaarspel. Je vraagt je af hoeveel van dit soort opnames Garrett nog heeft liggen, gezien het gemak waarmee hij met slechts zijn dobro en indringende stem authentiek klinkende countyblues voorschotelt. Niet langer alleen maar steunend op zijn nog steeds zeer intense, maar wat meer naar de achtergrond verdwenen gitaarspel, is dit een lekker wegluisterend plaatje, wat niet wil zeggen dat het lichte kost is. De manier waarop Eric Boseman de trommels zacht met brushes behandelt geeft veel nummers bovendien iets jazzy’s, wat prima combineert met de minimalistische aanpak. "Three Little Words" is een plaat die per luisterbeurt toeneemt aan intensiteit. Uiteindelijk is het kippenvel wat rest.
POPA
CHUBBY
PEACE, LOVE & RESPECT
Website : www.popachubby.com
Label : DixieFrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Ted Horowitz is de zoon van een snoepwinkeleigenaar. Hij is beter bekend onder het pseudoniem Popa Chubby, het bluesbeest uit New York. Weliswaar is hij met zijn imposante verschijning vaker op de bühne te vinden dan in de studio, maar Popa Chubby is allerminst een luie donder als het op plaatjes maken aankomt. Popa Chubby is daarom een druk baasje. Hij laat de ene na de andere cd het daglicht zien. Niet dat ‘ie er ook maar een kilootje van afvalt. Tussen de wereldtournees en de opnames door weet hij nog tijd te creëren om een rasechte bluesplaat " Peace, Love & Respect" op te nemen. Maar voor fans van blues een roots is hij waarschijnlijk geen onbekende. Popa Chubby is maatschappijkritisch en Amerikaan. Dit houdt in dat de huidige gang van zaken in de Amerikaanse samenleving onder de loep wordt genomen. "George Bush got together with Jaques Chirac, they started counting oil wells and splitting up Irak". Zo'n zin zegt meer dan duizend woorden, toch? Popa is niet bang voor George W. Bush en kornuiten en spuwt zijn gal. Een man als Popa stelt namelijk nooit teleur en levert een album af wat je kunt verwachten. Daarbij is de muzikale bijdrage ook nog een keer erg goed te pruimen. De omvangrijke Popa werkt zich door alle bluesclichés heen en doet dat op zijn eigen, herkenbare wijze. Soms is daar ineens weer een leuke vondst zoals "The Man On The News" dat klassieke blues met een reggaeritmegitaar combineert. Tekstueel maakt Popa zich zorgen over de wereld. In de openings shuffle "Un-American Blues" is precies wat de naam doet vermoeden, een lekker anti-bluesnummer met een klinkend orgeltje en als kers op de taart de wereldse gitaarsolo's van Popa. Niet alleen over oorlogen en ellende, maar ook over zeurende rocksterren in "Life Is A Beat Down" en een gitaarmelodietje dat doet denken aan R.E.M. in "Young Men". Andere hoogtepunten zijn "The Top Ten Reasons Why I Can't Sleep At Night", de stuwende rock-'n-rollgitaren in de hard rock versie van de Carter Family klassieker "Keep On The Sunny Side of Life" en een prachtig ingetogen meesterwerkje "Sweet Release". Wat overblijft is een goed in het gehoor liggende, stevig rockende, bluesplaat die dicht aanligt tegen de aanpak van wijlen Stevie Ray Vaughan. Hoewel een totaal andere stijl van gitaarspelen hanterend dan de SRV-man, onderscheidt de in de Bronx geboren/Brooklyn wonende Chubby zich op de zelfde voortvarende wijze van veel bluesrecyclingpraktijken van zijn hedendaagse collega's. "Je moet de zelfkant gezien hebben om goede blues te spelen" hoorde ik ooit een bluesman vertellen en na beluistering van "Peace, Love & Respect" weet je dat Popa van de zelfkant genoten heeft. Zeer toegankelijke blues voor de massa en geniet daarom van zijn korte tournee door ons land.
KEVIN
MONTGOMERY
"2:30 AM"
www.kevinmontgomery.com
Label : Syren Records www.syrenrecords.com
Carol@syrenrecords.com
Kevin Montgomery is zoon van de legendarische Bob Montgomery, in de jaren vijftig muzikale duopartner van Buddy Holly en ook nog een tijdje achtergrondzanger bij Elvis Presley. De legendarische snarenvirtuoos Al Perkins is ook prominent aanwezig op de nieuwste plaat van Kevin Montgomery "2:30 AM", opvolger van het veel besproken "Another Long Story"- album verschenen in augustus van 2003. Behalve Al Perkins zijn er verdere hoofdrollen weggelegd voor Trisha Yearwood ("Tenessee Girl"), Lee Ann Womack ("I Can’t Drive You From My Mind") en Robert Reynolds en Paul Deakin, respectievelijk bassist en drummer van The Mavericks. De laatste twee deden, samen met Kevin Montgomery, het grootste deel van het productiewerk. Drie nummers ("I Want You", "Red-Blooded American Boy" en "Fear Nothing") verschenen reeds op een van de vijf voorgaande cd’s en ook de meeste andere nummers stammen uit het verleden. Toch is de plaat zeker geen 'Rest Off' geworden. In tegendeel; de muziek ligt in het verlengde van coryfeeën als Rodney Crowell en Jackson Browne en de enige cover op de plaat, het Bruce Springsteen nummer "No Surrender" sluit daar naadloos bij aan. De meeste nummers zijn midtempo en luisteren heerlijk weg op een lange herfst / winteravond. Vader Bob kan trots zijn op zoon Kevin Montgomery: "2:30 AM" is opnieuw een aanrader in de grote stroom roots releases van de laatste tijd.
JOHN
NEMETH
COME AND GET IT
Website : www.johnnemethblues.com
fatjohnnemeth@yahoo.com
Zo nu en dan
kom je een blues cd tegen die je compleet verrast. De laatste keer dat me
dat overkwam was met de cd van Little George Sueref. John Németh slaagt
net als Sueref erin het authentieke vijftiger jaren Rhythm and Blues geluid
te transformeren naar het heden. Nergens klinkt de plaat geforceerd modern
en de soepele soulvolle zangstijl van Németh versterkt het 'ouderwets'
geluid. Er worden zelfs vergelijkingen gemaakt met Ray Charles, Junior Parker
en Fats Domino. John Németh zit zo’n tien jaar in het vak en
speelde een tijd in de band van West Coast R&B gitaar legende Junior Watson,
en dit voornamelijk in de U.S., Canada en de Skandinavische landen. Németh
heeft daarbuiten ook het podium gedeeld met Tommy Castro, Curtis Salgado,
Phillip Walker, Johnny Rawls, Lloyd Jones, Steady Rollin' Bob Margolin, Paul
deLay, Rusty Zinn, Rick Estrin, Steve Freund, Mark Hummel en R.J. Mischo.
The Cascade Blues Association selecteerde Németh als de 'crowd favorite'
op het 'Portland Waterfront Blues Festival' in 2002, en de Washington Blues
Society noemde hem de 'show stealer' op het 'Winthrop Rhythm and Blues Festival'
in 2003. Hoewel hij op eigen benen staat wordt hij nog steeds gesteund door
Watson, want op "Come and Get It" wordt Németh begeleid door
de band van Junior Watson. Op de plaat staan o.a. covers van Magic Sam, Fred
Carter, Fats Domino, W.C Handy en Charlie Parker! Zelf schreef Németh
vier nummers die qua sound en arrangement in het verlengde liggen van de covers.
Ook de soul en rhythm and blues komen volledig aan hun trekken op deze heerlijke
cd, die van de New Orleans stijl van Fats Domino net zo gemakkelijk overgaat
in de Chigago sound van Magic Sam en weer in Louisiana eindigt met het Excello
geluid van Jay Miller in Crowley. Soul, blues en rhythm and blues liefhebbers
die een authentiek geluid, een soulvolle stem en prachtig mondharmonika spel
waarderen zitten bij John Németh aan het juiste adres. Komt vast en
zeker terug in de lijst met beste blues cd’s van 2004.
Recensie: Thomas Kaldijk "Blueprint" www.rtv-parkstad.nl
www.realrootscafe.com
www.bogdike.nl
PO
' GIRL
VAGABOND LULLABIES
Label : Nettwerk Productions
Website : www.pogirl.net
www.nettwerk.com
info : sara@nettwerk.com
Po'girl is een trio, gevormd door Trish Klein (een derde van het country-trio Be Good Tanyas), Allison Russell en Diona Davies. Samen zingen ze dertien songs die een bluesbasis hebben, maar ritmisch naar jazz toe gearrangeerd zijn. Het recept van Norah Jones dus, maar deze plaat klinkt niet zo licht. Klein zingt een stuk gedrevener, met een donkerder timbre, en de begeleiding is soberder, met vooral gitaren, banjo en klarinet. Heel basic, maar in combinatie met de degelijke liedjes ook erg krachtig. Het is bovendien de ideale basis voor de teksten van het drietal over het leven, en dan vooral de keerzijde ervan. Dat ze daarmee een album lang zowel tekstueel als muzikaal weten te boeien is een compliment waard. Po'girl weet waar haar kracht ligt, en wel in ingetogen akoestische bluesliedjes zonder opsmuk. De titel van de plaat verwijst naar New Orleans, waar een ,,po'boy'' een soort sandwich is. Muzikaal kun je de plaat beschouwen als een vrouwelijker versie van New Orleans-roots, maar evengoed kun je dit een huwelijk noemen tussen de vibes van de crescent city en de folk van de Appalachen. Verder kun je het vergelijken met de Indigo Girls en soms met Ani DiFranco, maar Po'Girl klinkt vooral ook relaxed, ambachtelijk, en bedrieglijk simpel.Het klinkt allemaal bekend, maar het is niet nostalgisch. Als soul tegenwoordig heruitgevonden wordt als ,,urban'', dan moet er ook plaats zijn voor dit soort frisse herbronning. Dit nieuwe album "Vagabond Lullabies" staat voor top Americana pop : soulful roots, murder ballads, jazzy country grooves, inner-city blues en old school banjo folk tunes.
TRACY
O' CONNELL
DURANGO RED
Website : www.tracyoconnell.com
Email : bluesong@gis.net
Label : eigen beheer
Voor een jonge vrouwelijke singer/songwriter valt het tegenwoordig niet mee op te vallen. Tracy O´Connell is een countryzangeres uit Boston met een plezierige stem, ze zingt vrij gemakkelijk, heeft een aardige band om zich heen verzameld die af en toe verrassend uit de hoek komt, schrijft ook nog eens heel aardige liedjes, en toch heb je het gevoel dat je het al honderd keer eerder gehoord hebt allemaal. De liedjes zijn aardig, maar niet meer dan dat, en na afloop ben je dit plaatje meteen weer vergeten. Nog maar eens draaien dan, want we weten allemaal dat sommige muziek pas na een tijdje zijn geheimen prijsgeeft, en dat geldt vooral ook voor dit type onnadrukkelijke muziek. En jawel, Tracy O´Connell is een dame die de country een beetje verder op weg willen helpen door te vernieuwen. De nummers heeft zij zelf geschreven, en ze zweven ergens tussen traditionele old-time country, folk en bluegrass. De muzikale inkleuring is akoestisch en zwierig met dobro, gitaren en een opvallend royale rol voor de viool die de liedjes zowel treurige als feestelijke accenten geeft. Het debuut "Durango Red" van Tracy O'Connell laat zowel vocaal als muzikaal een verzorgd en beheerst geluid horen op een plaat waar de tragiek overheerst, met het gevaar dat het af en toe wat te gezapig wordt. Alles bij elkaar geen wereldschokkende maar wel een aangename countryplaat.
RAZZOR
DIXXON
Website :www.RazzorDixxon.com
Label : Wild Oats Records
www.wildoatsrecords.com
Info@wildoatsrecords.com
Thanks to : Eddie Russell
Het was rootsmuziek-en Texaskenner Eddie Russell die ons attent maakte op het talent van Razzor Dixxon. Deze band is vrij en heft de touwtjes zelf in handen. Dit leverde zopas tot een nieuw studioalbum en meteen ook het debuut waarvan de productie is in handen van Steve Haggard. De luxe van een eigen label heeft tot gevolg dat Razzor Dixxon artistiek ook kan doen en laten wat het wil. Bij de eerste luisterbeurt valt gelijk op dat het songmateriaal van begin tot eind sterk opvalt. Dale Lepiarz en Doug Smith zijn meesters in songwriting, songs waarin alle invloeden van country, folk en rock naar voren komen. Eindelijk zit er een goede lijn in deze debuut cd van Razzor Dixxon. Alles akoestisch op hier en daar een elektrisch- of slidepartijtje na en dat pakt eigenlijk overal goed uit en geeft veelal een prettige draai aan de nummers. Dale Lepiarz en Doug Smith zijn werkelijk fantastisch op hun instrumenten terwijl ook John Kears de sterren van de hemel speelt op zijn slidegitaar. Dat beide heren daarbij nog eens over een werkelijk prachtige stem beschikken, luister dan maar eens naar de hoogtepunten zoals "Burnin' Up The Tracks", "Last Call For Demons", "Out Of My League" en "Went Down Swinging". De opnamen stralen een losheid en ongedwongenheid uit waardoor het spelplezier erg opvalt. Dat is ook te merken aan de ritmesectie die alsvanouds strak speelt. Dit titelloze album is daarmee een hele fraaie en complete plaat geworden en wat ons betreft : een zeer grote verassing!!
FIREWOOD
REVIVAL
PEEP SHOW
Website : www.firewoodrevival.com
Label : Rock is Dead Records
www.rid.com
CD Baby
In 2002 werd ik zo verrast door het sympathieke debuut "Sucker Punched" van Ben Eaton? Zo ja dan kunt u nu stoppen met lezen en het album "Peep Show" van Firewood Revival blind aanschaffen, want het is weer een heel fijn plaatje geworden. Zo nee dient u toch maar een te gaan luisteren naar beide schijfjes want de band Firewood Revival grossieren in prettige countryrock die tijdens de komende winteravonden heerlijk zal wegluisteren. Firewood Revival word sterk beïnvloed door vroege country die prachtig werd uitgebracht op dit pas verschenen album. Sinds de oprichting in 1996 hebben reeds verschillende personen deel uitgemaakt van het gezelschap uit Iowa City. Deze bandleden kwamen meestal uit andere Iowa City Bands zoals : Low Gravity Band, Eric Straumanis and the Douglas Leaders, Ben Eaton and the Dirt Cheap Band, Butter, The Bean Angels, What Cheer, Obelisk, The Mad River Band, Shoe Money, High, en Lonesome. Momenteel telt de groep leden in negen Amerikaanse staten en twee landen, die een paar keer per jaar bij elkaar komen om op te treden, in hun welbekende hoeve, 'Rancho Relaxo'. "Peep Show" bevat veertien favoriete nummers van de eerder verschenen cd’s van deze Hillbilly Big Band : zeven van "Gundog" (1998), vijf van "From Here To There" (2000) en twee van "Record Time" (2002). Honky-Tonk Swing is misschien wel de beste omschrijving voor de muziek die dit ensemble ten beste geeft: traditionele muziek op akoestische basis. Met vleugen country, bluegrass, folk, hillbilly, honkytonk, countryrock en noem maar op. Met de instrumenten die je daarbij verwacht: fiddle, banjo, mandoline, pedal steel, accordeon, toetsen, elektrische en akoestische gitaar, bas, drums. Deze folksongs worden meestal gebracht door middel van hartverscheurende zangpartijen, liefst in duet-vorm, verhaalt men over ellende, armoe, drank en verloren liefdes. De perfecte ingrediënten die ook in de kookpot van deze band, Firewood Revival, zitten. Vrijwel geheel akoestisch brengt men op banjo's, mandolines en ander snarenwerk de prachtigste ballads en dancefloorrags. Men neemt beurtelings de leadzang, waaronder Ben Eaton, maar is op hun sterkst tijdens de messcherpe samenzang. "New York Bastard", "Vegas Time" en "It Ain't the Whiskey" zijn slechts een drietal nummers van de vele hoogtepunten op deze cd waarin dit achttal van "Firewood Revival" bijna bewijzen tot de top van de huidige countryrock te horen.
THAT
KELLY BOY
LONELY LAKE
Website : www.thatkellyboy.com
Label : Copperspine Records
www.copperspine.com
Singer/songwriter Chris Kelly streeft ernaar de pijn terug te brengen in de country. Een doel dat hij op "Lonely Lake" onderstreept met melancholische countryliedjes over verbroken liefdes, hekel aan werken, eenzaamheid en de (on)zin van het leven. Wat daarbij opvalt is de gelijkenis die hij vertoont met Ron Sexsmith en Willie Nelson, dit lees je althans op de website van That Kelly Boy, en als dat zo is laat aan de luisteraar over. Niet alleen vocaal, met een stemgeluid dat vooral in een nummer als " Tuesday" angstaanjagend dicht in de buurt komt, maar ook muzikaal in de eenvoudige, tijdloze popliedjes. Een vrijbrief voor een geslaagd album is het echter niet, daarvoor klinkt "Lonely Lake" te eenzijdig. En dan met name de composities, die maar niet spannend worden. Opener "Andy" is nog een aardig popnummer, opvolgers "Kristofferson" en "An Underarchiever's Anthem" zijn dermate voorspelbaar dat ze klinken als achtergrondmuziek. En dat is jammer, want That Kelly Boy klinkt soepel, de stem doorleefd en de liedjes...die willen maar niet blijven hangen.
ED
BURLESON
THE COLD HARD TRUTH
website : www.edburleson.com
label : PaloDuro Records
info : www.palodurorecords.com
Niet voor niets heet dit album " The Cold Hard Truth ". Het is vallen en opstaan, en in de beste countrytraditie geldt dit momenteel ook voor Ed Burleson. In 1999 verloor hij zijn mentor, manager en producer de legendarische Dough Sahm. Door het overlijden van deze Texas Tornado, het opdoeken van Sahm's eigen recordlabel ( Burleson was het uithangbord van dit label ), de scheiding van zijn echtgenote kwam Ed Burleson serieus in de problemen. Maar deze Texaan vocht terug en met behulp van zijn nieuwe producer "old" Tommy Alverson ligt momenteel zijn nieuwe cd bij de platenboer. Het is een uitdrukking geworden van de persoonlijke en profesionele vriendschap met de man die ooit deel uit maakte van het Sir Douglas Quintet, the Texas Tornados, The Real Last Texas Blues Band en betrokken was bij zovele andere muzikale produkties en releases. Een echte hommage met als hoogtepunt op dit album track 14 " Heart Break Highway " waar Dough Sahm een optreden van Ed Burleson aankondigt. Ed werd geboren in 1969 en groeide op in het rodeo circuit ( was zelfs een tijdje bezig als volleerde prof ). Maar het was zijn andere passie, het singer-songwriting, dat hem deed kennismaken met Dough Sahm en hem deed besluiten om de paarden op stal te zetten en voortaan als muzikant door het leven te gaan. Sinds " Live at Three Teardrops " en de opvolger " Comin' Around " leek de toekomst van Ed er schitterend uit te zien. Maar met " Perfect World " ( what's in a name ?) sloeg het noodlot toe. Dough Sahm overleed twee weken na de release van dit album en Ed verloor niet alleen zijn mentor en toeverlaat maar ook door huwelijksproblemen kwam Ed's carriere in een neerwaartse spiraal. Maar door blijven op te treden en met behulp van zijn trouwe schare fans, een nieuw record label, de steun van Tommy Alverson, ziet Ed weer licht aan de horizon verschijnen. Met dit roadhouse honky-tonk album is Ed Burleson weer volledig terug en het kan zijn nieuwe relatie alleen maar ten goede komen. Enkele hoogtepunten op deze cd zijn " All Bucked Up " een tribute aan de Bakersfield sound van good old Buck Owens, de Texas swing versie van Loudon Wainwright's " Dead Skunk " en natuurlijk " Heart Break Highway ". Hoe kan ik beter afsluiten dan met Dough's eigen woorden : You just can't live in Texas if you don't got a lot of soul ! Welcome back Ed Burleson.
HAYLEY
HUTCHINSON
INDEPENDENTLY BLUE
Website : www.hayleyhutchinson.co.uk
Label : HaYLo Media
www.rnrmusic.com
Het boekje en de cover zijn voorzien van prachtige (door John Massey gemaakte) foto´s van Hayley Hutchinson. Met haar debuut "Independently Blue" is Hayley uitgegroeid van het lieve drieentwintigjarige meisje dat mooie typisch countrygeoriënteerde muziek maakt tot een zangeres die haar eigen songs schrijft die we gerust kunnen plaatsen naast een Nancy Griffith of Jewel. Haar heldere stem deed vermoeden dat het album niet echt anders zou klinken dan laatst genoemde dames. Niets is echter minder waar. Op "Independently Blue" laat Hutchinson zich van een aantal verrassende andere kanten horen, zoals op de opener "Deadman" is een zeer radiogevoelig nummer met handgeklap en mooi slide gitaarspel. Ook de overige nummers klinken aangenaam anders, steeds zijn die pop invloeden aanwezig. Betere nummers zijn op dit album zijn : "I have To Say I Love You" en "Fall Down" waarvan de productie in handen is van ex-Shed Seven, Fraser Smith, die haar begeleid samen met een uitstekende band op piano en orgel. "Independently Blue", er kan maar één conclusie getrokken worden: het is gewoon het perfecte debuut album van een dame die er niet voor kiest om door te gaan op de meest voor de hand liggende manier maar die zeker nog sterk gaat groeien. Het is te hopen dat dit nog lang door mag gaan want dan kunnen we in de toekomst nog prachtige platen van onze Yorkse Hayley Hutchinson verwachten!
KENT
MC ALISTER & HIS BAND
MEMORY REPLACER
Website : www.kentmcalister.com
Label : Copperspine Records
www.copperspine.com
Het hoesje van "Memory Replacer" is uitgevoerd in van die ouderwetse sepiatinten. Alsof je een oude foto in handen hebt. Op de cover zien we zo'n aantal vooroorlogse foto's op dit debuut van Kent Mc Alister and his Band. Kent heeft hij zijn voorliefde voor verschillende muziekstijlen nooit onder stoelen of banken geschoven. Country en roots vermengt Kent Mc Alister met akoestische instrumenten zoals gitaar, bas, dobro en lapsteel. Het komt daardoor een beetje als een verrassing dat Kent Mc Alister's debuut zich tot één genre beperkt: country. Dat pakt evenwel zeer goed uit, want "Memory Replacer" is een prima plaat met 26 minuten alternatieve countrymuziek. De luisteraar moet het doen met slechts acht songs, hetgeen wel weinig is voor deze Canadese singer-songwriter. Wellicht dat de move naar het befaamde Copperspine Records hem geïnspireerd heeft, want vanaf de eerste klanken van "Things You Say" is het prijs, het rustige "Memory Replacer" en het licht-jazzy "Blue Oktober" staan allemaal voor heerlijke nummers met sterke teksten, vakkundig gespeeld en lekker direct opgenomen. "Memory Replacer" is een plaat van jawel acht nummers waarin de snellere en langzamere liedjes elkaar blijvend afwisselen. Wat wil een mens nog meer?
BILL
PERRY
RAW DEAL
Website : www.billperry.com
Label : Blind Pig Records
www.blindpigrecords.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Kwaliteit is meer dan voldoende aanwezig op het zesde album van bluesgitarist Bill Perry. Helaas blijft hij in de schaduw van zijn grote voorbeelden zoals Jimi Hendrix, Stevie Ray Vaughan, Johnny Winter en Freddie King. Bill Perry is een moderne bluestraditionalist, en is met zijn nieuwe album aan zijn zoveelste label toe. Dat betekent niet dat zijn muziek slecht is: hij schrijft nummers met vaak swingende melodieën die gemakkelijk blijven hangen, hij zingt met een krachtige stem inclusief aangename grom en soleert bekwaam en enthousiast. Bovendien wordt hij in de rug gedekt door een capabele band. Op deze cd probeert hij de kloof tussen blues en rock te overbruggen. Enkele gasten als Popa Chubby, Dave Keyes en Galea komen een handje toesteken. Het aantrekken van gitarist Popa Chubby heeft wel tot gevolg dat 'Raw Deal' het stevigste en meest volwassen album van Perry is geworden, dat voor de liefhebber van goed en stevig gitaarwerk zeker een aanrader genoemd mag worden. Chubby produceerde "Raw Deal", en zijn gitaarspel is ook op "Going Down to Memphis" en "Paper Dragons" te horen. Mensen die van subtiliteit houden, kunnen nu dus beter weg wezen, want deze muziek klasseren we onder traditionele stoere-mannenblues, stereotiep aan dit genre . Perry toont zich een volleerd notenpoeper, met en zonder slide. Zijn stem blaast als een misthoorn boven het geluid van zijn viermansband uit. Gast Dave Keyes voegt op vijf van de elf nummers een Hammond toe. Naast acht Perry-originals telt het album het eerder vernoemde Popa Chubby-liedje "Paper Dragons" en covers van Tom Waits "Til The Money Runs Out" en de Dylan-gospel "Gotta Serve Somebody". En ook die ontkomen niet aan Perry’s notendiarree. Voor de mensen met een sterke maag dus. New Yorker Bill Perry brengt pittige bluesrock, al heeft producer Popa Chubby voor deze plaat meer nadruk gelegd op Perry's zang, zonder zijn stevige gitaarspel te vergeten.
D.
LANDRY & THE DIRTY CAJUNS
KEEP WHAT'S LEFT
Website : www.pailhorse.com
Email : drew@pailhorse.com
Jaarlijks worden vele cd's gemaakt. Het merendeel verkoopt voor geen meter. Talentvolle bands zien dromen in rook opgaan. Vraag is: hoe kun je je als band toch profileren? Misschien met een originele cd-verpakking dachten D. Landry & The Dirty Cajuns. Daarom werdt hun nieuwe cd "Keep What’s Left" volgens mij wel in één van de meest innovatieve verpakking gedaan die ik in de laatste jaren heb gezien. Als je de cd in handen krijgt, begin dan in ieder geval niet meteen de plakbandjes los te peuteren! Drew Landry is thuis in Lafayette, zijn liedjes zijn diep geworteld in de omringende swamps. De cd bevat een pittige gumbo, met ingrediënten als country, country blues, cajun, bluegrass, roadhouse blues en folk. De gedreven countryfolkband uit Louisiana rond zanger/gitarist Drew Landry is meer alternatieve country dan folk. Samen met zijn band, The Dirty Cajuns, brengt Drew een onmiskenbare countrysound van weleer, aangevuld met af en toe een mandoline en pedal steel, die zorgen voor een hip, crunchy alt country tintje. Je kunt in "Keep What’s Left" horen wat je maar wil: Woody Guthrie, Bob Dylan en Fred Eaglesmith. De ene keer horen we een countryshuffle als "7 Years", dan weer tempert ze het volume voor een gevoelige ballad, zoals op het prachtige "Moe Brown". Drew Landry beschikt over de juiste countryvoice, heeft de historie van de rootsmuziek op zeer verdienstelijke wijze vertaald, maar staat kritisch ten opzichte van veranderingen. D. Landry & The Dirty Cajuns volgen hun gevoel, met respect voor de muze. Dit debuut roept dan ook om meer.
JAWBONE
DANG BLUES
Website : www.dangblues.com
Email : jawbone@dangblues.com
label : Loose Music
www.loosemusic.com
distr : Munich Records
www.munichrecords.com
Het lijkt er op dat alles wat nu nog uit Detroit komt, meteen met the White Stripes moet worden vergeleken. Jawbone heeft echter alleen, een vergelijkbare voorliefde voor de "primitieve" blues. Je kunt "Dang Blues" al gauw als primitief bestempelen, gezien Jawbone een eenmans-bluesband is. Dit geheel in de lijn met alweer zo'n dertig jaar geleden overleden legende, Jesse Fuller en de heel wat recenter opererende Bob Log III. Bob Zabor of Jawbone bespeelt harmonica en de loszittende snaren van zijn halfgare slidegitaar, terwijl hij op een ingenieuze manier met zijn voeten de pedalen van een zelfontworpen drumstel indrukt. Stampend, rusteloos, hijgerig, en rommelde ritmes. We krijgen een lekkere sompige moderne variant op deze nog maar zelden voorkomende eenmans-formule. Je hoort dat het menens is op "Dang Blues". De liefde voor oude bluesmuziek roept het overbekende beeld op van katoenvelden en rokerige honky-tonks. Twee nummers waarmee Jawbone een eerbetoon brengt aan de oertijd van rock-'n-roll zijn stoffige covers van Fred McDowell "You Got to Move" en Ellias McDaniel, alias Bo Diddley, "I'm a Man". Jawbone wist er tijdens een uitstapje naar London, een live-sessie bij John Peel en Mary Ann Hobbs uit te halen. Hierna werden er in de Britse indie-platenzaken met enige regelmatig, exemplaren van "Dang Blues" uit Amerika geimporteerd. Importeren is voor ons nu echter niet meer nodig, want het aantrekkelijke Loose label, levert nu ook dit album. Zo hoeven we in ieder geval niet lang te wachten op deze ongepolijste diamant want wie met identieke, karige middelen de blues opnieuw weet uit te vinden zoals Jawbone doet, is een ware kunstenaar.
DAR
WILLIAMS
THE BEAUTY OF RAIN
Website : www.darwilliams.com
Label : Razor & Tie
www.razorandtie.com
Info : RF Entertainment
www.rfent.com
Alle cd’s die de Amerikaanse singer-songwriter Dar Williams heeft gemaakt zijn cd’s om verliefd op te worden. Vier meesterwerken heeft ze inmiddels op haar naam staan (het wat overbodige live-album uit 2001 niet meegerekend), maar helaas zijn er maar weinig mensen die iets van Dar Williams in huis hebben. Of dat met "The Beauty Of Rain" gaat veranderen is maar de vraag, maar het zou wel terecht zijn. Ook "The Beauty Of Rain" is immers weer een prachtige cd. Net als op haar vorige cd, "The Green World", heeft Dar Williams op "The Beauty Of Rain" een uitgelezen groep muzikanten om zich heen verzameld, terwijl zij zelf een heerlijke stem heeft die wel iets wegheeft van een andere favoriet van mij: Shawn Colvin. Dit gaat ten koste van de intimiteit van haar eerdere cd’s, maar met begeleiders als Alison Krauss en banjo-speler Bela Fleck is er niet veel reden tot klagen. Ook muzikaal doen de nummers op haar nieuwe album aan Colvin denken, maar ook aan bijvoorbeeld Sarah McLachlan. Maar nog belangrijker dan de stem en de muzikanten zijn de liedjes, en die zijn stuk voor stuk erg goed. Intelligente teksten, spannende melodielijnen en vernuftige arrangementen maken dat ieder nummer prijs is. En dat ligt dan niet eens zozeer aan het feit dat zij, zoals het een singer-songwriter betaamt, prachtige ballades brengt, maar juist in het meer uptempo-materiaal zowel muzikaal als instrumentaal voortdurend interessante nieuwe invalshoeken bedenkt. Dar Williams schrijft nog altijd prachtige liedjes en beschikt over een bijzondere stem, die geregeld voor kippenvel zorgt. "The Beauty Of Rain" is misschien wat minder folky dan Dar’s vorige cd’s, maar biedt nog altijd de kwaliteit die we van Dar Williams gewend zijn, zodat haar status als een van de getalenteerdste New Yorkse zangeressen en liedjesschrijvers met deze "The Beauty Of Rain" alleen maar verder versterkt wordt. Meesterwerk nummer 5 dus.
THE
CORNELL HURD BAND
CEN-TEX SERENADE
website : www.cornellhurdband.com
label : Behemoth records
info : cornell@cornellhurdband.com
Je kan er niet omheen, je kan je klok er op juist zetten, ieder jaar verschijnt er een nieuwe cd van the Cornell Hurd Band. Ik vraag mij dan ook af hoe ze er in slagen om het op dit moment tien leden tellend gezelschap gelijktijdig in de studio te verzamelen. Bovendien heb je op deze cd nog gastoptredens van om. Justin Trevino, Conni Hancock, Dee Lannon. Een gezellige drukte van een band die na al die jaren ( begonnen in de zomer van 1977 onder hun huidige naam ) niet van hun vertrouwd pad afwijkt. Zij hebben momenteel een repertoire van zo een 700 songs, gaande van Western Swing, Honky-Tonk music, South Austin country and Rock and roll. Met hun tienen, iedere donderdagavond op het podium van club "Jovina's", slagen zij er zeker in om de boel op stelten te zetten. Met het beluisteren van deze cd "Cen-Tex Serenade" kan je overwegen of ze de moeite waard zijn om eens een trip naar South Austin te wagen. Liefst 28 songs, met covers van om. "Spanish Harlem", "From a Jack to a king", een muzikale begeleiding van steel guitar, fiddle, piano, organ, baritone sax, trumpet, tenor sax, electric, bass & acoustic guitars, drums etc. Kosten noch moeite werden gespaard om je toch weer een bijna 70 minuten durend typisch Amerikaans C&W gevoel te bezorgen.
ASYLUM
STREET SPANKERS
MERCURIAL (CD)
SIDESHOW FEZ (DVD)
Website : www.asylumstreetspankers.com
Email : info@asylumstreetspankers.com
Label : Spanks-a-Lot Records (CD)
www.buffalo-records.com (DVD)
Het is een feest om de Asylum Street Spankers live te zien, dit kan ik vaststellen na het bekijken van hun vorig jaar verschenen "Sideshow Fez" -dvd. Dit optreden werd opgenomen in Augustus in de Fez Ballroom in Portland, Oregon, en in deze concertfilm laten Christina, Wammo, Stanley, Korey, Paul, Shane, Nevada en Garreth zich van hun beste kant zien op dit uitverkochte concert. Je lacht je kapot met deze meesterlijke grapjassen. Daarbuiten is er ook nog een "Sideshow Japan," een dertig minuten durende relaas over hun tour in Japan, juni van vorig jaar. Maar het lukt ze ook uitstekend die sfeer over te brengen op cd. Dat was zo bij hun vorige cd's als "Spanker Madness" en "My Favorite Record". Het begon op een feestje ergens in Texas in 1994. Enkele muzikanten met een voorliefde voor oeroude jazz en blues startten een band, in feite is deze swingband begonnen als een hobbygroep rond o.a. Guy Forsyth. En dat zegt eigenlijk al genoeg. Deze live band bij uitstek brengt in ieder geval een ode aan traditionele muziek. De vaste leden van Asylum Street Spankers zijn Christina Marrs (zang, gitaar, banjo, zingende zaag en ukelele), Wammo (zang, wasbord, drums), Stanley Smith (zang, gitaar, klarinet), Leroy Biller (gitaar, banjo) en een paar vrienden. Op hun nieuwe album "Mercurial" gooien de Spankers alle stijlen als ragtime, vaudeville, blues en country bij elkaar en halen daar een heel eigen sound uit. Zangeres Christina Marrs schreef en zingt een aantal nummers en zij lijkt met iedere Spankers- release beter te worden. De andere zanger en schrijver bij de band is Wammo, die in zijn teksten ook nu weer snel onder onder de gordel terecht komt. En laten we vooral klarinetist Stanley Smith niet vergeten, die op een lekker relaxte manier "Since I met you Baby" en "Going up to the country, paint my mailbox blue" zingt. Bij de Spankers valt ook nu weer volop te genieten. Op "Mercurial" moet de melancholie regelmatig wijken voor een schaamteloze meligheid, maar desalniettemin weten de Asylum Street Spankers voor een aangename afwisseling te zorgen in een genre dat overheerst wordt door jammerende troubadours, hetgeen ons vooral brengt tot een met plezier en enthousiasme gemaakte feestplaat.
KAT
GOLDMAN
THE GREAT DISAPPEARING ACT
Website : www.katgoldman.com
kat_goldman@yahoo.com
Info : RF Entertainment
www.rfent.com
Soms liggen de dingen die u zoekt juist onder uw neus. Dat is het geval met de origineel klinkende Kat Goldman uit Toronto. Het is afgezaagd om haar talenten te willen beschrijven, maar als ik andere zangeressen opnoem zoals Jane Siberry, Kate Bush, Shawn Colvin, Tori Amos of Suzanne Vega dan weet iedereen dat we haar genre van muziek moeten klasseren onder de noemer rock-pop-folk. Kwetsbaar en persoonlijk zijn de pientere lyrische gedichten op haar buitengewoon debuut " The Great Disappearing Act". Haar beste songs zijn de eenvoudigste, als de bedwelmende "Balloon" en het scherpe "Annabel". Een nummer als " La La La Paradise " heeft zoveel creativiteit waarmee ze zeker naar een groter publiek zal doorbreken. In feite, door deze CD wat meer te spelen komen deze parels van nummers wel op uwe persoonlijke ' playlist '. Het humoristische " Everyone’s Getting Married " laat zien dat Kat iedere muzikale situatie aankan. Het is een vrolijke plaat, maar voor het eind heeft deze talentvolle nieuwkomer je gegrepen, omdat ze groeit gedurende de rit die wat tekort is. Voor de liefhebbers van net een tikkeltje anders is Kat Goldman your lady.
JACKSON
TAYLOR BAND
GOIN ' DOWN SWINGIN '
website : www.jacksontaylorband.com
label : Gaske Records
info : taylorleejackson@yahoo.com
Jackson Taylor is een produktief baasje, want na "Humboldt County" een cd opgedragen aan zijn overleden broer, en de opvolgers "Gypsies & Drifters" & "Hollow Eyed & Wasted" verscheen nu"Goin' Down Swingin'" En weer kan hij niet ontkennen dat zijn vader hem vroeger meenam naar concerten van Waylon, Willie, Billy Joe Shaver enz. De indruk die de oude outlaws (want zo werden zij genoemd) op hem gemaakt hebben weerspiegelt zich nog steeds in zijn recent album. De man kwam vroeger aan de kost als broodschrijver in Nashville, (ganse dag liedjes schrijven voor andere artiesten en hopen dat een van hun songs een wereldhit wordt) maar zag al gauw in dat hij beter zijn eigen materiaal op cd kon uitbrengen. Nashville zit niet te wachten op roadhouse en honky-tonk music. Veel te luid, en die beerdrinking en hardcore countrysongs zijn van het goede iets teveel in mainstream Nashville. Maar in Texas lusten ze er wel pap (bier) van en Jackson Taylor besloot dan ook om terug te keren naar Texas (where he belongs: writing & producing). The New Outlaw laat het niet aan zijn hartje komen en laat op dit album al zijn duivels weer los. Whiskey & Women, Goin' Down Swingin', Ragged old Truck, Mama, Jesus & The Devil, Broken, u ziet het mensen, al de thema's van een avondje lekker doorzakken in een ballroom tent komen aan bod en worden door de band van Jackson Taylor uitvoerig begeleid met lead, rhythm & bass guitars, piano, organ, harmonica en drums.Met af en toe een ferme scheut rock and roll er bij is het dan ook moeilijk om op je luie stoel te blijven zitten. Jackson is een fervent liefhebber van Waylon Jennings en zijn stem roept dan ook veel herinneringen op aan de voormalige Texas Outlaw. De lofbetuigingen zijn dan ook niet min : "Jackson's the only real outlaw in Texas music, he would make David Allan Coe blush or Looks like James Dean, sings like Waylon", writes like Billy Joe Shaver. Voorwaar ik zeg het u, waar ik mee akkoord kan gaan is het slotnummer van dit album "the only things that daddy likes & that's TITTIES and BEER".
BORIS
Mc CUTCHEON
MOTHER DITCH
Website www.borismccutcheon.com
Label : Cactusman Records
Info : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
info@luckydice.nl
Gisteren, zondag 10 oktober, was ik op het in Nederland zo bekend "Roots of Heaven" festival en werd daar in de vroege uren reeds warm gemaakt door een fantastisch optreden van Boris Mc Cutcheon & the Salt Licks. Daar ik zo onder de indruk was van zijn optreden, waarin hij tenvolle werd geruggesteund door zijn band, ben ik dadelijk na afloop even naar de stand van Lucky Dice gelopen om me daar ook zijn vorige album aan te schaffen. Want vorig jaar verraste Boris McCutcheon met zijn sfeervolle album "When We Were Big" waarop flink wat woestijnzand in de groefjes knarst. Een mooi album vonden wij. (zie recensie maand juli). Wisten wij veel. Mother Ditch is echter het ware debuut van deze Jean Jacques Rousseau onder de singer/songwriters. En dit keer vormt de natuur van New Mexico en Massachusetts het decor voor tien persoonlijke liedjes die op deze kleine, maar bijzonder fijne plaat vertellen verhalen over echte mensen in en rondom echte plaatsen als New Mexico en Cape Codd in Massachusetts. Net als met "When We Were Big" is het Pete Weiss die als producer achter de knoppen is gedoken."Mother Ditch" klinkt toch niet helemaal hetzelfde als de eerder verschenen opvolger. Het gekozen decor is net iets folkier en bluesier. Ondanks die simplistische opzet weet McCutcheon vlekkeloos voor de nodige afwisseling te zorgen. Zo is "Eden's Brow" een authentieke countrywaltz en met het exotische "Surfball" is het bijna tijd voor een voorzichtig feestje in Zuid-Amerikaanse stijl. Maar McCutcheon, die telkens op het randje van country en folk balanceert, is vooral op zijn best in een sentimenteel familienummer als "Choppin' Wood", waarin hij oude herinneringen ophaalt aan die dagen dat hij het bos inging met zijn vader om hout te hakken. "Mother Ditch" is een sober geïnstrumenteerde rootsplaat, misschien wat minder sterk dan "When We Were Big", maar nog steeds aangrijpend door zijn eenvoud en zeggingskracht. Met meer dan uitstekende songteksten en een ijzersterk zangtalent trekt folkavonturier McCutcheon in "Mother Ditch" de laatste twijfelaars over de streep.
DAVID
JACOBS-STRAIN
OCEAN OR A TEARDROP
www.davidjacobs-strain.com
Label : NorthernBlues Music
www.northernrecords.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Op zijn éénentwintig is deze David Jacobs - Strain, geboren in Connecticut, opgegroeid in Oregon, afgestudeerd aan de Universiteit van Stanford, al een oudgediende en staat hij in hoog aanzien als akoestisch gitarist. Z'n invloeden gaan van Brozman tot Otis Taylor, die zo'n beetje z'n beschermheer is en waarvan hij op deze vierde, door Kenny Passarelli geproduceerde cd als opener "Kokomo Blues" van Fred Mc Dowell covert, met hemzelf op resonator, en er inslaagt het karakter van het origineel te evenaren. Dat David een schittterend gitarist is , staat buiten kijf en wordt benadrukt in "Girl I Love" waarin hij solo zijn talent laat zien. Blind Willie Johnson's "Soul of a Man" krijgt hier zo'n nieuwe bewerking mee waarin zijn vocale gevoelige stem mooi naar voren komt. "Shoot the Devil" is een zelfgepend nummer dat zeker niet moet onderdoen naast de twee juist voornoemde covers. Het is namelijk zo dat David een even brede kijk heeft als ex-labelgenoot Harry Manx of een Otis Taylor en verweeft bijgevolg ook Afrikaanse en Aziatische klanken in z'n blues. Op dit nieuwe album "Ocean or a Teardrop" wordt Jacobs - Strain bijgestaan door producer Kenny Passarelli aan de bas, Kendrick Freeman en Mark Clark op drums, Joe Filisko op harmonica, Danny Click op gitaar en Joe Craven op mandolin. "Ocean or a Teardrop" is een fraai akoestisch stukje singer-songwriter album met de tijpische bottleneck-slide geluiden van Jacobs - Strain in kombinatie met de geluiden van de wereld, hetgeen neerkomt op zuivere ruwe Americana.
JANIVA
MAGNESS
BURY HIM AT THE CROSSROADS
Website : www.janivamagness.com
janiva@janivamagness.com
Label : NorthernBlues Music
www.northernrecords.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Janiva Magness is afkomstig uit Detroit, Michigan, waar ze op jonge leeftijd reeds beïnvloed werd door blues, R&B en soulmuziek die ze op de radio hoorde. Als tiener liep ze van huis weg, ze trok naar Californië en begon naar clubs te gaan en toen kreeg de bluesmicrobe haar te pakken. Ze speelde met enkele muzikanten samen, er ontstonden bands die daarna weer overgingen in andere bands, ze werkte samen met bekende en minder bekende goden zoals Kid Ramos, Rick L.A.Holmes, Steve Mugalian,… tot ze begin de jaren 90 Jeff Turmes ontmoette. Jeff bezorgde haar zelfgeschreven songs op cassette want alhoewel Janiva graag origineel materiaal brengt, schrijft ze zelf haast niets. In 1994 werd Turmes bassist bij Janiva's vaste band en een jaar later trouwden ze. The Janiva Magness Band staat garant voor retroswing en -jump, shuffles en R&B-grooves. Daarenboven heeft Janiva een aanzienlijk stembereik. Met haar vocale prestaties bewijst ze dat ze stemtechnisch heel wat vaardigheid bezit. Dat deze dame boven de middelmaat zou uitstijgen stond van in het begin vast. Vanaf haar eerste stappen in de drukke Los Angeles muziek-scene kreeg ze ronduit fantastische recensies in de gespecialiseerde pers. Met haar zesde en voor haar debuut album "Bury him at the Crossroads" bij Northern Records levert la Magness beslist ook haar beste album tot op heden af. Heel minutieus koos ze niet voor de handliggende covers, van o.a. JB Lenoir, DelbertMc Clinton, Sam Maghett, Jeff Turmes en Colin Linden. Aan deze namen alleen , kunt u merken dat ook Janiva's stijlkeuze heel uitlopend is. Maar elke song geeft ze een eigen bewerking, waarin haar soulvolle stem en meestal ook de saxofoon van echtgenoot Jeff een prominente rol vertolken. "Bury him at the Crossroads" is geproduceerd door haarzelf en Colin Linden die ook zeer vakkundig alle gitaarpartijen inspeelt. Verdere begeleiding is er van Stephen Hodges en Richard Bell op deze dertien songs opgenomen in de Dusty Wakeman’s beroemde Mad Dog Studios in Burbank, Calif. Dat la Magness alle stijlen aankan hoort u best uit de betere nummers zoals de 'Motor City R&B' in "One More Heartache", de schilderachtige folk in "A Woman Knows" en de romantische soul of Sam Cooke's "Lost & Looking" waarin Janiva haar stem laat slepen zoals alleen de allergrootste vocalisten dat kunnen. Klasse!
ERIC
ANDERSEN
THE STREET WAS ALWAYS THERE
Website : www.ericandersen.com
Label : Appleseed Recordings
www.appleseedrec.com
info@appleseedrec.com
Eric Andersen gaat al zo'n beetje mijn hele leven mee. Ik ontdekte hem in de vroegere jaren in een tweedehandszaak in Nederland. De shop waarvan ik de naam vergeten ben had een kelder met tweedehands langspeelplaten. De plaat die ik hier van Andersen vond was "A Country Dream" en ik was meteen verkocht. Deze elpee heb ik volledig grijsgedraaid en al snel ging ik op zoek naar andere platen van deze man. Ik heb er op een vrij omslachtige manier zelfs een paar in Amerika besteld. Want ik wou alles van deze Eric Andersen hebben. Later was er een dip in mijn belangstelling voor zijn muziek, onder meer omdat hij een paar mindere platen maakte. Daarna werd het alleen maar beter, en de platen die hij de laatste jaren maakt, zijn steeds bijzonder goed. Beroemd is hij nog steeds niet helaas, maar wel bekend en geliefd bij een kleine groep liefhebbers. Eric Anderson is al minstens zo lang actief als Bob Dylan, met wie hij in het begin van de jaren '60 Greenwich Village deelde. Net als Dylan begon hij als folkie en ontwikkelde hij gaandeweg een geheel eigen stijl. Hij nam enkele jaren terug ook zijn geheel akoestische album "Bout Changes And Things" opnieuw op met elektrische instrumenten. Sinds de zeventiger jaren neemt hij met grote tussenpozen platen op, die steeds weer weten te overtuigen. Vorig jaar verscheen een dubbel-cd met als opmerkelijkste nummer het halfgesproken, bijna een half uur durende Beat Avenue, hetgeen ook de titelnaam is van dit duidelijk elektrisch album. Er zat een behoorlijk grote afstand tussen de eerste, echte folkplaat van Eric Andersen, en deze Beat Avenue, en je hebt het gevoel dat hij nog best door kan groeien. Dit bewijst Andersen meteen op zijn nieuwste album, " The Street Was Always There"; Zijn nieuwe cd, die de subtitel "Great American Song Series Vol. 1"draagt, bevat bekende songs uit de jaren zestig, waaronder protestliederen van o.a. Dylan en Phil Ochs wiens "White Boots Marching In A Yellow Land" door de bemoeienis van Wyclef Jean naar de huidige 'toestand in de wereld' wordt getrokken. De romantische kant is vertegenwoordigd door werk van o.a. Tim Hardin. Eigenlijk zijn de prachtige, warme stem en de fraaie songs de enige vaste waarden op de plaat. De wijze waarop deze "afgestofte" versies van de groten van weleer in een wat ander jasje zijn gehesen kunnen er zeker mee door. Ofschoon dit wel enige draaitijd vergde. Met dit project start Andersen dus een serie, die nog een vervolg zal krijgen. Van begeleiding vinden we hier de Lovin' Spoonful-voorman John Sebastian, die harmonica speelt in de titeltrack. Overige bijdragen, zijn er van de hip hop rapper Wyclef Jean (bas, gitaar, vocals), Pete Kennedy (gitaar, slide), Happy Traum (gitaar) en Robert Aaron ( bas, keyboards, sax en piano) die samen met Eric Andersen de basis vormen van dit best bijzondere project. Hoogtepunten zijn het Paul Siebels "Louise" en het fraaie "These 23 Days In September" van David Blue. Toch klinkt de plaat als een eenheid, want alle tracks hebben een zelfde sfeer, waardoor dit album moeiteloos uitstijgt boven al die andere goede singer-songwriter-platen. Niet te min is " The Street Was Always There" een opvallend en zeer sterk singer-songwriteralbum die ons vooral ook nieuwsgierig maakt naar de volgende, want het is duidelijk dat hij weer eens in een golf van inspiratie zit, die hopelijk voorlopig niet opdroogt.
DUKE
ROBILLARD
BLUE MOOD
Label : Stony Plain Records
Dixiefrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Ondanks het feit dat Duke Robillard al wat ouder aan het worden is, dat zie je aan het zilver dat in bruine haar opduikt en aan het grijze baardje, is hij nog steeds een vaste gast in de bluesscene. Hij begon ooit met Roomful Of Blues, ging toen solo, zat nog even in The Fabulous Thunderbirds, maar ging uiteindelijk toch zijn eigen weg. Met zijn nieuwe album "Blue mood" biedt hij ons weer blues in de beste Duke-traditie. Dat wil zeggen: blues vermengt met jazz en rock & roll en kompleet met blazers. Niet een ingewikkeld jazzy blues album, maar een herkenbaar recht tot recht aan aan de witte blues verwant album. "Blue mood" is een dubbelaar geworden waarvan CD1 een eerbetoon aan T. Bone Walker is. Duke heeft altijd in het achterhoofd gehad nog eens een tribute te maken voor zijn mentor, de vader van de elektrische bluesgitaar. Neem daarbij de bonus CD waarop een uurtje akoestisch blues de revue passeert met covers van o.a.: Jimmie Rogers en Tampa Red. Duke noemt T. Bone Walker "The Father Of The Blues Guitar" en vond het derhalve ook logisch dat hij ooit een tribute ging opnemen, en had toevallig op dit moment wel een dusdanig goede band om zich heen verzameld dat hij daar nu de tijd rijp voor achtte. En wie zijn wij om dat tegen te spreken? Juist. Daar is dan ook geen enkele reden toe. Enkele blazers erbij, en inderdaad wordt het geluid van T-Bone ernstig eng benaderd op dit eerste hoofdstuk waarin twaalf oude werken worden gedreven opgepoetst met gitaren, piano en vooral veel blazers. Wat eveneens opvalt is een aantal flirts met New Orleans, wat eigenlijk geheel op het conto van de touch van pianist Matt McCabe mag worden geschreven. Pas bij nadere oplettende beluistering valt het meestentijds – maar wees toch op uw hoede!- zeer subtiele spel van The Duke op, dat als een soort van dirigent dienst lijkt te doen. En zo verzint Robillard dus steeds weer iets nieuws wat ons blijft verbazen over zijn geweldige heer-in-het- verkeer blues waarin hij zich nu eenmaal gespecialiseerd heeft tot in het absurde, wat ook in het als bonus bestempelde supplement gebeurt, waarop zijn 'secret dream' gerealiseerd schijnt te worden: akoestische vertolkingen van enkele zelfgeschreven werkjes afgewisseld met covers van Sleepy John Estes, Jimmie Rodgers, Big Bill Broonzy en Tampa Red in de gevraagde setting. En die bonus klinkt net zo goed als het schijfje waar het eigenlijk om draait. "Blue mood" in een album met stemmige huiskamerblues, weliswaar met wat puntig gitaarspel, omringd door een geolied gezelschap waarvan saxofonist/ klarinettist Billy Novick wel een eervolle vermelding verdient. Al met al toch net weer even wat anders, en we zijn dan ook benieuwd hoe snel The Duke weer met wat nieuws komt en dan vooral met wat.
THE
BE GOOD TANYAS
CHINATOWN
Website : www.begoodtanyas.com
Label : Nettwerk Productions
www.nettwerk.com
info : sara@nettwerk.com
Een van de vele albums die er doorheen dreigden te glippen vorig jaar, net op het moment dat er al zoveel uitkomt en voordat je het weet ben je ze vergeten: The Be Good Tanyas. Goed dat iemand mij eraan herinnerde aan dit damestrio uit Vancouver (Canada), opgericht in 1999. Samantha Parton (gitaar, vocals, mandoline, banjo) Frazey Ford (gitaar, vocals) en Trish Klein (elektrische gitaar, banjo, vocals) vullen hun liedjes met hun instrumenten en hun voorbeeldige samenzang. Mij doen ze op hun debuut-cd "Blue Horse" denken aan Gillian Welch vanwege het oergevoel dat de muziek uitstraalt dewelke we terugvonden in klassiekers zoals "Rain and Snow", "Oh Susanna", "Lakes of Pontchartrain" en "The Coo Coo Bird". Noem het alt country, maar net zo goed kunnen we zeggen een mix van folk, country, blues en een vleugje jazz. Maar de muzikale formule van The Be Good Tanyas blijft werken. "Chinatown", de opvolger van het luid bejubelde debuut, bevat versmeltende harmonieen en ongepolijste soulzang, banjo's en gitaren, vermengd met melodieuze harmonica's. Vorige album was meer een folkalbum met hier en daar een beetje alt-country. Hun nieuwe plaat is een wat toegankelijkere cd van deze drie dames, die wat doet denken aan de Cowboy Junkies al klinken de Be Good Tanyas een stuk authentieker. "Chinatown" telt veertien gezongen wiegeliedjes, met emotionele samenzang, waarvan een deel is gepend door het damestrio, aangevuld met een paar covers en traditionals zoals o.a. "House Of The Rising Sun". "Chinatown" staat voor originele, wonderschone liedjes met een grote mate van emotionaliteit of The Be Good Tanyas staan voor melacholieke Americana.
THE
GROOVE HOGS
BLUE RHYTHMS WHITE LIES
website : www.groovehogs.com
label : Pixel Max Entertainment
info : info@groovehogs.com
'10 piece band mixes Blues with hooky Rock'n soul vocals, horns and big guitars'. Begonnen in 1994, in de traditionele bluesgroepsbezetting, brachten de Groove Hogs eigen gepende songs die zij afwisselden met covers van BB King, Albert Collins, Robin Ford, Delbert Mc Clinton. In 1996 besloten zij om de groep te versterken met een four-piece horn section en een trombonist en het succes liet niet op zich wachten. Optredens met George Thorogood, Edgar Winter, Blues Traveler, tevens kwam Ron ' Handley' Hanson (blues & soul vocalist) de groep aanvullen en bracht The Groove Hogs naar hun geliefkoosde Blues branded Rock & Soul geluid. In 2000 verscheen hun cd " No Small Feat " en werd door Blues Bytes Magazine uitgeroepen tot beste Indie release van het jaar. De opvolger "The Wrong Site of the Street" verscheen in 2002 en liet duidelijk verstaan dat de groep, nog steeds bezield door het heilig vuur, niet op hun lauweren rusten maar erg gedreven verder werken aan hun carriere. Inmiddels verscheen dan hun recente cd "Blue Rhytms & White lies" met een verrasing van formaat, frontman Ron Hanson hing na vijf jaren Groove Hogs en vijfendertig jaren showbussines de micro aan de wilgen en werd vervangen door Adam Enevoldsen. Adam was al een tijdje op zoek naar een bestaande blues groep met een blazersselectie en een repertoire waarin hij zich kon terugvinden (zijn voorbeelden zijn oa. Otis Redding, Sam Cooke, Steve Winwood). Ook de groep zag het wel zitten met hem, een nieuwe dimensie, kortom, eind goed al goed of wie zoekt die vindt. Dit album (producer Jim Gaines) is een mengeling van soul, gospel, blues en bij iedere song krijg je het gevoel van : heb ik dit niet eerder gehoord, Adam's stem doet mij een beetje denken aan de piepjonge Robert Cray en de soulgeluiden zijn, en dat is zachtjes uigedrukt, 'gepikt' van zijn grote voorbeelden. Het zijn de blazers (met een grote pluim voor Steve Cooper, tenorsax en backingvocals) en het Hammondorgeltje van Brian Gruselle die "Blue Rhythms & White Lies" op een aanvaardbaar niveau brengen. Het zal wat wennen worden maar hopelijk kan Adam Enevoldsen bij de volgende opnames zijn eigen stem(pel) op The Groove Hogs drukken. Hoogtepunten : "Too Little Too Late", "Soul Infatuation", "How wrong can you be ?" Goed maar ook niet meer.
THE
BRYSON GROUP
DRY
website : www.thebrysongroup.com
info : brysongroup1@aol.com
label : Kay-Wal Music
Wally Bryson ooit gitarist bij de Raspberries een van Amerika's first " Pop Power bands " en zoon Jesse vormen samen de Bryson Group. Niet alleen vaders muziek speelde een rol in Jesse's muzikale ontwikkeling, ook de Beatles, Badfinger en zelfs Stevie Wonder waren voor hem van tel. Net als bij Julian Lennon en Jakob Dylan valt de appel niet ver van de boom. In 2000 debuteerde Jesse met de band Ouasi Qua en zorgde met de cd " Shaking Hands with the Governor " voor een locaal succes. Verleden jaar verliet hij deze band om dan lid te worden van een andere North Coast band " Rosavelt " (momenteel op tournee met Tim Easton in de lage landen). Maar toch bleef die droom om ooit iets samen met zijn vader op cd (plaat) te zetten en zie hier het resultaat. Dit zeer recent album bevat dertien songs en drie bonus track's. Allemaal van de hand van Jesse : eenvoudige popsongs, harmonieus, met teksten die je nog kan begrijpen, en mooi in samenzang met daddy Wally. Niet te verwisselen met onze (nou ja) Vlaamse Eddy Wally. Voor dit album kregen zij uitgebreide steun van vrienden muzikanten die ondermeer de slidegitaar & viool hanteren en ook gebruik maken van piano, keyboards , drums, 'electric, acoustic en bass guitars'. Wat mij vooral opviel aan dit album is de stem van Jesse, de Beatles invloeden zijn op dit album ruim aanwezig en misschien dat daardoor zijn stem verdacht veel lijkt op die van de jonge John Lennon. Van generatiekloof kan je op dit album niet gewagen, de 23 jarige Jesse heeft veel respect voor zijn vader en vaderlief (54 jaar) toont bewondering voor wat zijn zoon momenteel uitricht. Lijkt wel een sprookje (traantje wegpinken). Het album "DRY" is dan ook een mengeling geworden van Beatles-styles en Stones goodtime Rock&Roll. De jaren 60 zijn niet ver weg op dit familie-album. Voila, deze droom is verwezenlijkt en nu kan Jesse aan zijn volgende doelstelling beginnen: op het podium geraken van het S&W festival in Austin Texas. Good Luck !
SARASOTA
SLIM
BONEY FINGERS
Website : www.sarasotaslim.com
Label : Possum Phono -Graphics
www.mp3.com/sarasotaslim
Natuurlijk zijn de vooroordelen mij bekend. Maar heeft Sarasota Slim ook niet eigenhandig de waakvlam die de blues ten tijde was, doen opflakkeren met zijn debuut? Weliswaar dus iets te keurig, maar toch. En inderdaad, voor de 'gewone' muziekliefhebber die niet al te diep graaft. Want wij weten dat de blues, ook in de jaren tachtig, nooit is weggeweest. Dit soort gedachten had ik bij het onlangs toegestuurde album "Boney Fingers" van deze gitarist Sarasota Slim aka Gene Hardage. Dit album uit 2001 wijkt eigenlijk nauwelijks af van zijn vorige albums, zijnde zijn eerste vier releases op het label Appaloosa en zijn vorig album "Snook Fishin'" (1999) dat evenals "Boney Fingers" werden uitgegeven op zijn eigen label Possum Phono-Graphics. Nog meer vakmanschap door het vele spelen, met dien verstaande dat u dit niet dient te lezen als zijnde nog gepolijster. Integendeel, het eerste dat opvalt is het mooie (clean) gitaarspel en de mooie stem. Hardage is een prima gitarist die niet in egotripperij vervalt. Elf songs die erg gevarieerd klinken maar toch tot een geheel gesmeed worden. Degelijke songs die we gewend zijn, die al na één draaibeurt blijven hangen. Mensen die van 'powerblues' houden zullen dit niet zo'n spectaculaire plaat vinden, maar wie een wat bredere bluesblik heeft, zal zeker hier een aardige plaat aan hebben. Sarasota Slim die al 25 jaar in de blueswereld zit en vroeger het podium deelde met o.a. Johnny Winter, Etta James en de Bobby Blue Bland, brengt met "Boney Fingers" een album dat buitengewoon opgewekt en geïnspireerd klinkt en doet vermoeden dat deze gitarist nog jaren mee kan.
RON
SEXSMITH
RETRIEVER
Website : www.ronsexsmith.com
Label : Nettwerk Productions
www.nettwerk.com
info : sara@nettwerk.com
Een nieuw album van "Golden Voice" Ron Sexsmith is altijd iets om naar uit te kijken. Gelukkig is zijn productiviteit groot en dus het wachten op nieuw werk van deze Canadese singer-songwriter is nooit lang. "Retriever" is Sexsmith’s achtste en het is wederom een fantastische plaat. Zijn debuut uit 1991 heb ik nooit gehoord maar een artiest met acht uitstekende albums, is een heel groot artiest. En dat is ie. De Canadees met de babyface weet andermaal te ontroeren met een album vol ongecompliceerde akoestische liedjes. Voor zijn nieuw album, daar hij een beetje hoorbaar uitgekeken was op de aangezette producties van vorige platen, koos Sexsmith voor Martin Terefe achter de knoppen. Een bij voorbaat gescoord punt natuurlijk. Behalve de kracht van de eenvoud in zijn zelfgepende songs is Sexsmith's sterkste troef zijn voordracht. Zijn nonchalante vocalen doen sommigen misschien vermoeden dat er van doping sprake is. Niets is minder waar, we hebben hier namelijk te maken met soul. Je weet wel, recht vanuit het hart en zo. Ron Sexsmith zingt met een onvervalste snik en een natuurlijk vibrato. Vaak wordt hij, niet onterecht overigens, geplaatst in het rijtje van Tim Hardin, Townes van Zandt en Elvis Costello maar wat mij betreft kan daar evengoed Marvin Gaye, Bill Withers of Chet Baker aan toegevoegd worden. In zijn begeleidingsband vinden we Ed Harcourt, maar ook enkele leden van Travis. Wellicht dat nummers als "Wishing Wells" en "Hard Bargain" daardoor uiterst toegankelijk klinken zonder voorspelbaar te zijn. Daarvoor is het melodisch talent van Sexsmith te groot. Ook schaamteloze liefdesliedjes als "Tomorrow In Her Eyes" en "How On Earth" blijven na vele malen beluisteren boeien, terwijl de Bill Withers-tribute "Whatever It Takes" zo uit de pen van de meester zelf had kunnen komen. "Retriever" laat zich beluisteren als een warme afwisselende popplaat en doordat in vergelijking met zijn voorgangers meer up-tempo nummers bevat en Sexsmith naar eigen zeggen 'finally figured out how to write a chorus' is de verleiding groot om te schrijven dat Sexsmith met deze plaat wel eens het grote publiek zou kunnen bereiken. Dat hij dit verdient, staat buiten kijf, maar of het nu wel gaat lukken...Niet te min is "Retriever"is een echte Ron Sexsmith plaat geworden.
DENNIS
SCHÜTZE
2174
wewsite:www.dennisschuetze.de
label : eigen beheer
info : info@dennisschuetze.de
Singer-Songwriter, zo kan Dennis in de toekomst genoemd worden.Geboren in Elmshorn (25/7/1972) en opgegroeid in Munchen, kreeg hij via de vinylcollectie van zijn vader de kriebels om al op jonge leeftijd "iets" te gaan doen met muziek. Via konservatorium en muziekhogeschool studeerde hij af aan de universiteit muziekwetenschappen. Dennis gaat nu door het leven als gediplomeerd muziekleraar, die buiten lesgeven, ook betrokken was bij de produktie van een zestal cd's, gaande van folkblues, rockabilly( Will Handsome) tot een instrumentale tribute cd to jazz gitarist Charlie Christian. Ondertussen had de brave man een aantal songs die in de kast waren blijven liggen heropgevist, en na twee jaren lang uitproberen, besloot hij om zijn gedachtenkronkels eindelijk op cd te zetten. "2174", een vreemde titel voor een album, maar buiten dit akkefietje, is het een album geworden dat moeiteloos de concurrentie kan aangaan met zijn companen in Amerika. Twaalf eigen songs die een nieuwe Dennis laten horen. Van Folk-Rock to Country-steel, Roots-Rock to Blues, een allegaartje van genres, maar hij slaagt er in om op zijn eigen manier van outlaw -storytelling de echte liefhebber van singer-songwriters enthousiast te maken. Met de hulp van een selecte begeleidingsgroep ( kontra-bass, steel, organ, electric en acoustic gitaar ), mooie harmonyvocals ( om. Markus Rill ) en mooie luisterijke songs, die geen zoveelste copie zijn van bestaande liedjes, kan Dennis ons overtuigen dat er ook in Duitsland talent aanwezig is in het Americana - Folk genre. ' I'm a poor boy and I'm a long way from home, I don't know where this 'll lead me. I don't know where to go' ( track 12) Dennis ...you are on the right way ! Klasse .
BLUE
LUNCH
BIG SOUND BLUES
Website : www.bluelunch.com
Email : bfrank53@bluelunch.com
Label : Wilberts Records
wilbertspromo@yahoo.com
In de jaren ? '40 begin jaren '50 ontstond in Amerika een nieuwe muzikale stroming, die western swing werd genoemd. Hoewel de western swing-orkesten voornamelijk voor een blank publiek optraden, leenden zij veel elementen van dixieland, blues en jazz. Western swing is eigenlijk de country-variant op de van de jazz bekende big bands. De western swing-orkesten hadden meestal ook een leider en een aantal vocalisten. Deze orkesten verzorgden dance-avonden of radio-programma's. (die veelvuldig werden gesponsord door wasmiddelen-, lampenkappen- en andere fabrieken). Hier is dan eindelijk de nieuwe cd van de in de hepcat scene bekende swing/western/blues band Blue Lunch. Dit is een Amerikaanse band, uit Cleveland,Ohio die dit jaar zijn twintig jaar bestaan viert met het verschijnen van het nieuwe en vierde album " Big Sound Blues", bij het label Wilberts Records dat na vier jaar terug een prachtig album afleverd. Bij het beluisteren van deze feestelijke schijf viel het me op dat het, zoals het behoort, zeer authentiek klinkt. Op dit werkje staan ook vier zelfgeschreven nummers, waarvan twee zeker bij de betere songs behoren. "You Got to Dance the Cha Cha With Me", geschreven door Bob Frank, de zanger en gitarist, is een zeer pakkend plaatje met goed gitaarwerk en doet ons meteen denken aan het beter werk van Roomful of Blues. "I Do, I Do, Ido" is een cover geschreven door Lowman Pauling, en is wat mij betreft de song die we wel vaker zullen horen. Ook staan er een flink aantal andere covers op zoals "Little Boy Blue" van Robert Lockwood Jr. Komen we bij de hoes, die mijn aandacht meteen trok, want wat mij steeds meer opvalt is dat de hoezen van dit soort bandjes ook steeds meer op de lp-hoezen gaan lijken uit de tijd van waaruit de muziek stamt. Dus mensen, als geheel is dit schijfje meer dan beluisteren waard.
THE
CLUMSY LOVERS
AFTER THE FLOOD
Website :www.clumsylovers.com
Email : info@clumsylovers.com
Label : Nettwerk Productions
www.nettwerk.com
info : sara@nettwerk.com
Ontegenzeggelijk zijn The Clumsy Lovers de meest rootsrockende band aller rootsrockers. "After The Flood" is een weliswaar nauwelijks te overtreffen werkstuk, weliswaar geholpen door de schrijftalenten van Chris Jonat en Andrea Lewis. The Clumsy Lovers is een vijftal uit Canada dat folk speelt in de Celtic-traditie. Ze noemen hetzelf hun "Raging Celtic Bluegrass Rock": bluegrass, roots rock met Ierse folkinvloeden. Ontdaan van de meeste toch nuttige tierelantijnen, scheuren zij harder dan ooit maar toch met een dosis melodische subtiliteit menigmaal door de bocht. Met als ingelaste rustpunten de ballades "Mercy", "After The Flood" en de ingetogen afsluiter "Rest" nodigen de andere nummers uit tot feesten want met zo'n energiek spel ontstaat er zowaar een rock 'n' rollgevoel. Het samenspel is voorbeeldig en opzwepend. Luister maar eens naar een swingende tune als "Groove Set", met banjo van Jason Homey en viool Andrea Lewis in een heus duel gewikkeld. Prijsnummers zijn het wulpse "Scarce" en "Everything’s Okay". Ga deze beste kroegband ter wereld zeker beluisteren als ze op tour zijn want hierna schaft u "After The Flood" gegarandeerd aan. Een feest van een plaat gewoon!
SUE
FOLEY
CHANGE
Website : www.suefoley.com
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Alweer het negende album van de Canadese zangeres en gitariste Sue Foley en wederom een prima plaat. Op"Change" horen we de bluesdiva live, solo en met band, helemaal akoestisch. Ze heeft inmiddels een indrukwekkende staat van dienst. Ze maakte acht albums en is twintig jaar aktief. In die jaren won ze al zo een beetje alles wat ze maar kon winnen aan muziekprijzen. Na een aantal platen op het Shanachie en daarvoor het Antones label nu het debuut op het Ruf Records label van onze favoriete vrouwelijke 'blues guitar hero'. Sue Foley maakt bluesrock die regelmatig doet denken aan Bonnie Raitt en Susan Tedeschi. Haar nieuwe album "Change" dat werd opgenomen in een enkele dag in een club, Hugh's Room in Toronto, heeft een mooi akoestisch geluid en werkelijk fantastisch gitaarspel. Ze zocht wat nummers uit, die ze al langer leuk vond, wat eigen, nieuwe nummers en wat covers van songs als Memphis Minnie, Bessie Smith en een prachtige versie van "Here Comes The Sun" van George Harrison. Vooral haar stem is meeslepend en lijkt uit haar tenen te komen. Het gekke is: Foley beschikt niet echt over een bluesstem, geen gruis, maar klinkt toch zoals moderne blues behoort te klinken: ruig. Ze is in topvorm en de begeleiding met Mike Tirenn aan de bas, Tom Boina aan de drums en Graham Guest aan de toetsen heeft er zin in. Foley is al een aantal maal uitgeroepen tot de beste vrouwelijke bluesgitarist en "Change" laat horen dat dit meer dan terecht is. Op "Change" valt nog veel meer te genieten, de zang is prima, de kwaliteit van de songs ligt hoog. Dat dames ook kunnen scheuren op een gitaar is Sue het levende bewijs en dat ook zij een strot op kan zetten wordt onderstreept door de vele prijzen welke zij in de USA (onder meer de W.C. Handy Award) reeds heeft weten te vergaren. Sue Foley heeft met "Change" een van de beste bluesplaten van dit jaar gemaakt.
AYNSLEY
LISTER
LIVE !
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr. :Munich Records
www.munichrecords.com
Opgroeien naast vaders platencollectie kan vruchten afwerpen. Lister leerde op zijn achtste spelen op het gehoor en had zijn eerste optreden vast op zijn dertiende. Vijf jaar later had hij bij verschillende bands gespeeld en vond de tijd rijp om zijn eigen driemansformatie bijeen te zoeken en eigen nummers te schrijven. Hoofdbobo van Ruf Records, Thomas Ruf, vond dat deze jonge man potentieel had en bood hem in 1998 een contract aan. De eerste CD, met een duet met Walter Trout, werd uitgebracht in Europa en gaf hem de kans gedurende twee jaar de podia alhier te verkennen in het gezelschap van o.a. Buddy Guy, Robert Cray en John Mayall. In 2000 waren de Verenigde Staten aan de beurt. Ook aan de overkant van de grote plas waren ze onder de indruk van deze jonge Engelse gitaarvirtuoos die de blues speelt als weinige anderen van zijn leeftijd. Zijn stem kan rauw en gevoelig klinken en is een goede aanvulling op zijn handelsmerk, het aan ongelooflijkheid grenzende gitaarspel wat hij op de juiste manier in deze stijl weet te initiëren. De blues zal altijd de hoofdmoot blijven bij Aynsley, maar op dit album kun je bijzonder goed horen dat de jonge garde verder kijkt dan het drie-akkoordenschema. De band bestaat verder uit de jonge drummer Sarah Jones en James Townend aan de bas. Op het album dat op 23 maart van dit jaar in Duitsland voor het zeer bekende TV-programma Rockpalast werd opgenomen, horen we een variatie aan stijlen. Naast zijn overbekende nummers "Angel'O'Mine" en "Soundman", hardrock in "Balls of Steel", de mooie ballade "Sometimes It Gets 2 Me" zijn er ook nog een aantal nieuwe prachtige nummers. Als je zijn nieuwe "live !"- CD beluistert hoor je een kerel die verliefd is op de muziek die hij speelt en bewijst dat hij constant verder wil zoeken naar zijn limieten. Aynley Lister ontgroeit met dit album definitief zijn status van grote belofte en mag stilaan als een vaste waarde binnen het genre worden aanzien. Afgaande op dit album durven we stellen dat Lister op dit ogenblik wellicht zelfs de prominentste Britse bluesrockgitarist van zijn generatie is. Een aanrader voor alle blues-gitaarfanaten.
DUNCAN
WALTERS
NORTHERN RAIN
website : www.duncanwalters.com
label : Spent Round Records
Een nieuwkomer op de singer-songwritersmarkt, en wat voor een eentje. Duncan
Walters, gezegend met een zachte baritonstem, is een natuurtalent. Zijn debuutalbum
" Northern Rain " drijft op thema's als love and loss, struggles
and triumphs, hij gebruikt de traditionele country instrumenten als banjo,
fiddle, gitaar en piano en laat duidelijk merken dat hij zijn inspiratie en
de mosterd haalt bij zowel Bluegrass als oldtime Country music. Het album
gaat dan ook leuk van start, het titelnummer is een gezellig honky-tonkertje
met een fris accordeonneke, " Dancers on the Heart " laat de slide
van Randy Kohrs en de dobro van Larry Paxton tot hun recht komen (een echte
country-shuffle). " Asunder " kon dan op het lijf van George ' No
Show' Jones geschreven zijn, " Moral Fiber " is dan meer Western
Swing waarbij de " jee-ha's " niet uit de lucht te krijgen zijn.
" Deep River Blues " doet zijn naam dan weer eer aan. U ziet het
en hopelijk aanhoort u (aanschaffen die cd) het bewijs dat Duncan Walters
zijn warme stem optimaal laat renderen. Vol vertrouwen en met dat special
real country feeling dat alleen de allergrootsten bezitten, klopt Duncan bij
ons aan de deur. Wij zullen hem graag verwelkomen in de lage landen. Prachtige
stem, uitstekende begeleiding en luister eens naar die backingvocals op "
Blind Lullaby " kortom, een dijk van een plaat. I like to listen to countrymusic
(ondanks een recente studie bewees dat hoe meer country op de radio hoe meer
zelfmoorden) " Northern Rain" is voor mij een voltreffer : lekker
bij de openhaard, goed glaasje wijn, charmant gezelschap en laat Duncan dan
zijn verhaaltjes maar vertellen. Genieten!
OTIS
GIBBS
ONE DAY OUR WHISPERS
website : www.otisgibbs.com
label : Benchmark records
info : jb@benchmarkrecords.com
Otis Gibbs ( Indianapolis IN, USA ) is ondertussen reeds aan zijn derde album toe. In de jaren ' 90 kreeg onze vriend en zijn groep " The Lost Highway " hun tijd om met optredens en studiowerk. In zijn geboortestreek kreeg hij dan ook al vlug de titel van ' Mid West Legend ' wereldverbeteraar Otis Gibbs, die ieder album beschouwt als een reis met een tijdscapsule, met songs die een perfecte weergave zijn van zijn gemoedstoestand en van bepaalde periodes in zijn nogal hectisch leven die het aanklagen van politieke en sociale mistoestanden rechtvaardigen. Kortom, met zijn rauwe stem en dito uitzicht ( je zou hem eerder een verloren gereden trucker wanen ) laat hij op dit album duidelijk blijken dat je hem moeilijk in een enkel muzikaal kastje kan stoppen. Bluegrass, gospel, Bakerfieldsound, een prachtig duet met Amy Lashley, alles komt aan bod. Solo, met zijn acoustische gitaar als bondgenoot, zo kan je deze moderne troebadoer overal tegenkomen op zijn (hopeloze ?) zoektocht naar een betere wereld. Op zijn cd " One Day Our Whispers " krijgt hij de steun van onder meer pedalsteel, mandolin, banjo en backingvocals. Dit resulteert in een album dat Otis zelf bekijkt als : ' This is a collection of songs of everyday people.' En aangezien ik behoor tot het gewone klootjesvolk kan ik dit alleen maar beamen. Wat ik ook weet is dat Otis er in geslaagd is om in korte tijd (drie albums) een vaste voet te veroveren in het lokaal " Masters of Singer-Songwriters." Otis was definitily Americana before Americana was cool ( Steve Hayes). Zonder meer klasse ! Eerder verschenen albums : "49th and Melancholy " en " Once I Dreamed of Christmas " Ps : Otis, You can find goot root beer in Belgium !
RED
RIVERS
NO PLACE TO CRUISE 96 to 00
website : www.redrivers.com
label : Autone Records
info : raysmith@pacific.net.au
Naar aanleiding van het gelegenheidstoerneetje van Red Rivers met onze eigen Belgische trots The Seatsniffers, verscheen een verzameling cd van Aussie Red Rivers, met eerder verschenen materiaal, van hem op de markt. Het is dan ook een overzicht geworden van special songs ( periode '96 tot 2000), en als toemaatje twee songs van de ' Twang ' sessions. Red Rivers, ondertussen geen onbekende meer in Belgie, was reeds verschillende malen in ons kikkerlandje met onder meer optredens in het clubcircuit, BRBF 03, Beersel, en (Ge) Varenwinkel. Steeds met kortgeknipte haren, grote cowboy hoed op het hoofd en bolo-tie om zijn nek ( info voor de vrouwelijke fans) slaagt Red erin om met zijn grote Gretsch gitaar en die enorme galm ons te verbazen. Een sound die refereert naar swingende, country-rockabilly met dat unieke stempeltje van hem. Om je vingers bij af te likken. Red's carriere begon in de band van Don Walker, maar besloot om in 1996 het heft ( of de Gretsch) in eigen handen te nemen en scoorde dan ook onmiddelijk met zijn debuutalbum " Hillbilly Heart ". Een album dat in Australie bekroond werd met een award of Australian Independent Country en een nominatie voor de 'Tamworth Golden Guitar'. Met de opvolgers " Quarter Mile Down " ('98) en " Low Down Twang " ('99), met ondermeer ' Roadtrain' co-written met Dale Watson, bewijst Red Rivers nogmaals wat wij al langer wisten: "he's the real deal, one hot rockin' hard bopping looming legend !" Het is dan ook een compilatie geworden van songs uit deze drie vernoemde albums. In 2001 verscheen van hem nog het album " Wishbone " op Compass Brother Records met om. een mooi duet met Anne Kirkpatrick ( You' ve got no heart ). Red Rivers, simpathieke gast en een klasse muzikant , mag van ons regelmatig de plas oversteken. ( info swappingblues@yahoo.com) Ps: Wij konden van hem vernemen, ter gelegenheid van zijn optreden in het Ter Rivieren Hof te Antwerpen, dat hij de laatste tijd veel bezig was met de produktie van de cd van 'Carol The Crooning Cowgirl ' ( Red's levensgezellin) en aan het schrijven van eigen materiaal.
EVE
SELIS
NOTHING BUT THE THRUTH
website : www.eveselis.com
info : eve@selis.com eve@selis.com
label : Proper records
www.propermusic.com
Mooie dame die Eve Selis, niet alleen gezegend met een prachtig lichaam ( aanschouw de booklet maar eens ), maar ook met een stem die door de critici in de USA omschreven word als passionate, melodic, rapsy and sweet, fiery & emotional. Nu we toch bezig zijn, haar muziek krijgt de stempel van popmelodieen, hard hitting rock & roll en alternatieve country twang. Voorwaar een hele mond vol. En nu mag deze jongen zijn zegje doen. Haar vierde album " Nothing but the Thruth " begint uitermate sterk met een compositie van Kim Patton en Ann Reeves nl. "Heart Shaped Tattoo"(ook terug te vinden op Chelsee Oaks nieuwe cd, zie review september). Kanjer van een song met de moraal : 'Sometimes we can forgive but never forget !'. Ook de volgende songs lossen de verwachtingen in, maar dan komt de ommekeer, Eve's zo bewierookte stem krijgt het moeilijk om nog boven het geluid van de band uit te komen. Ligt het aan de band, toch uitstekende muzikanten, of aan de producer Kim Patton-Johnston (uitstekende songwriter?). 'I don't know', want slecht naar het einde van de cd toe, komt de stem van Eve terug tot haar recht. Daarom mijn twijfels. Alles is voorradig om van dit album een meesterwerkje te maken : Eve's krachtige hese stem, songs met pit, ondermeer covers van Kim Richey en Tom Petty, a powerhouse live band, vocale ondersteuning van Kim Patton, Harry Stinson, Jim Lauderdale, en zelfs good old Lynn Anderson is van de partij. Het zal wel aan mij liggen (comme d'habitude), want de uit San Diego California afkomstige zangeres bewees in het verleden reeds heel wat in haar mars te hebben. Zij werd niet voor niets bedolven met nominaties allerhande en haar succes bij MP3 websites is ook mooi meegenomen. Daarom krijgt Eve Selis ( ondermeer actief in een organisatie voor mishandelde vrouwen en kinderen) het voordeel van de twijfel. Nothing but the Thruth ! ( SWA ) Met dank aan Roger Kent van Proper Records.
BERNARD
ALLISON
HIGHER POWER
Website : www.bernardallison.com
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Bernard Allison is de zoon van de in 1997 overleden blues-legende Luther Allison en deze jonge bluesmuzikant weet natuurlijk hoe de blues gespeeld moet worden. Dit is hem namelijk door zijn leermeester Luther met de paplepel ingegoten. Al op zijn 13e stond Bernard op het podium met zijn vader. Maar later werd het natuurlijk tijd om op eigen benen te staan en Bernard Allison tourt zeer regelmatig het continent rond en timmert al die jaren aan de weg met uitstekende blues-cd’s. Zijn nieuwe album voor Ruf Records "Higher Power" wijkt niet al teveel af van zijn vorige platen. Het gitaarwerk is weer fantastisch, de stem van Allison lekker soulvol en de mix van blues, funk, boogie is nog zeer aanstekelijk. Het doet allemaal wat aan Robert Cray denken, maar de muziek van Allison is een stuk authentieker. Bernard Allison zegt het volgende over zijn nieuwe album : "Musically and lyrically this is definitely a mature effort. I’ve been through a lot since the passing of my father. I’m married and I have started my own family. This music comes from everyday responsibility and lifestyle. I’m calling the album "Higher Power" because there were times when I had to pray to my own higher power to help me through. Immediately after my father’s death I was still touring, I wanted to continue because that was what he wanted me to do. I feel that with his presence, he’s still, even today, with me everywhere I go, and the help of my higher power, there’s no going wrong. That is the message in many of these songs." De boodschap die hij in zijn nummers brengt wil Bernard net als Lister overbrengen op jongere kids om zich ook voor deze muziekstroming te interesseren. Ook op dit album weer twee nummers van zijn vader nl. "Raggedy and Dirty" en " Into My Life", zeven zelf geschreven songs en vier covers, allemaal bluesy songs met invloeden van soul, funk en stevige rock. Niks mis dus met de nieuwe cd en het muzikale vakmanschap van Bernard Allison. Critici zullen ongetwijfeld zeggen dat de cd niet veel toevoegt aan zijn vorige cd’s of de cd's van vergelijkbare blues-artiesten en dat is misschien ook wel zo. Iedereen die nog niets van Allison in de kast heeft doet met "Higher Power" echter een prima aankoop.
INGHAM
COUNTY REGULARS
Self - Titled Album
Website www.inghamcountyregulars.com
label : Ghetto records Detroit MI
Email: info@inghamcountyregulars.com
Lansing',Michigan's Ingham County Regulars are a country band, but ' they don't play that crap you hear on the radio'. Inderdaad, niet de goedkope country brol uit NT maar Rockin' Alt Country-Tonk met invloeden van J.Cash, Steve Earle en Hank Williams Sr. The Ingham County Regulars bestaan uit de broertjes Marty Portier ( vocals/guitar & songwriter van tien songs op dit album ), Jason Portier ( bass/vocals), Jesse Soriano ( drums/vocals ) en Chris Diener ( leadguitar/vocals ). Deze jongens, jaren actief in de lokale rockscene, bundelen de kracht die van rock & roll uitgaat met de emoties van " real " onvervalste country. From slows, melodic, acoustic ballads to fast -paced rock driven, twang-laden numbers. Zelf omschrijven zij hun muziek als volgt :" These days, alt.country is one of rock and roll's hideouts" Prachtig uitgedrukt ! Dit debuutalbum kan moeiteloos de concurrentie aangaan met de muziek van groepen als Domino Kings, Two Tons Of Steel, The Hollisters, Hilbilly Voodoo Dolls etc. Volgens mijn bescheiden mening had de cd gerust naar het slotnummer genoemd mogen worden nl : " Rock and Roll Machine " De band werd pas in 2002 opgericht maar hun muziek klinkt alsof ze reeds jaren meedraaien in het circuit van " Grap your best boots and hat and go out drinkin' all night ". Ijzersterk debuut van een nieuwe band met voor mij, als bijzonder extraatje, die Telecaster van Chris Diener. The best of old country and what modern country could and ought to be ! There's a party going on. Meer moet dat niet zijn !
HONEST
D AND THE STEEL RESERVE
HORSERADISCH RAG AND OTHER SONGS OF MUSIC
website : www.honestd.com
label : Aknife Records honestdandsteelreserve@hotmail.com
Traditional Honky-Tonk and Western Swing Music...dat etiket kan je plaatsen op het debuutalbum van Honest D and the Steel Reserve. 'The line up : Danny' Jim' Amori on drums, Joe Bakaitis on stand-up bass & fiddle, Jeremy Rapp on electric guitar & backing vocals and Derek ( Honest D ) Smith, lead vocals & guitars'. Vier jonge mannen uit Lansing MI die, ondanks hun band nog maar een jaartje bestaat, er in geslaagd zijn om in twee dagen tijd een veertiental eigen songs ( Smith & Rapp ) op cd te zetten. Zonder ook maar een muzieknoot hulp van het Nashville etablissement. Je moet het maar doen. De songs, meestal niet langer durend dan drie minuten, nodigen uit om een leuk dansje ( bij mij : wat vingergetrommel en voetbeweging, ik word ouder papa ) of om een stevige pint te pakken ( voel mij weer 18 jaar ). " Lot's of hot guitar as well as some fine ballads " De groep gaat er prat op de best geklede band te zijn en maken van hun live shows een mini Grand Ole Opry revue. Zij brengen naast hun eigen materiaal ook de klassieke countrysongs van grootheden als George Jones, Hank Williams, Johnny Horton enz. Met hun sound en originele outfit ( Stetson, Bolo-tie, cowboyboots, en verzorgde, fijn gestreken hemden ) wanen wij ons zelf terug in de jaren 40. Ik zou dan ook wel eens een bezoekje willen brengen aan de Temple Club in Lansing waar Honest D en zijn groep regelmatig te gast zijn, samen met hun kornuiten van de Ingham County Regulars ( zie vorige review ), the Gentleman Callers, Steppin In It. Het moet daar duidelijk een " Swinging, Dancing Honky-tonk Heaven " zijn. En niet te vergeten...there are some honk-tonk angels waiting for a rambling man to take them to the dance floor. ( Zou ik dan toch nog danslessen moeten gaan volgen )
JON
DEE GRAHAM
THE GREAT BATTLE
Website : www.jondeegraham.com
Email :jondeeco@earthlink.net
Label www.newwestrecords.com
info : Traci@newwestrecords.com
Lange tijd hoorden we maar weinig van de vroegere Alejandro Escovedo-kompaan John Dee Graham, maar de laatste jaren verschijnen met regelmaat fraaie solo-albums van deze met een formidabele stem gezegende rootsrocker. John Dee Graham maakte samen met Alejandro en Javier Escovedo naam als songschrijver van de True Believers, maar opereert sinds 1997 solo, aanvankelijk voor Glitterhouse, maar nu al drie albums lang voor New West, waaronder die steengoede platen als "Hooray for the Moon" en "Summerland". Graham maakte al americana voor het woord bedacht was, en hoewel hij misschien wat minder bekend is bij het grote publiek, draagt een trouwe schare bewonderaars hem al jaren op handen. En terecht, zo bewijst ook "The Great Battle". Graham maakt rootsrock van het steviger soort, met een raspende stem die enigszins doet denken aan Tom Waits in zijn beginjaren, laat Jon Dee Graham op dit album niet na indruk te maken, met name op de vele langzamere tracks die ongeveer laten horen hoe Tom Waits zou hebben geklonken als hij zich in een countryachtige richting zou hebben ontwikkeld. En hoewel we daarmee niet willen beweren dat Grahams liedjes de vergelijking met die van Waits zouden kunnen doorstaan. Ook Graham’s vierde soloplaat bevat een remake van een True-believers nummer, ditmaal "Sleep Enough To Dream", en een verrassende cover van Neil Young’s "Harvest". Een nummer dat je maar beter met rust kunt later, maar Graham komt er prima mee weg. Ook de traditional "Lonesome Valley" wordt op een energieke manier uitgevoerd. Hoogtepunten zijn het samen met Patty Griffin geschreven titelnummer, het stevig rockende "Twilight" en de wrange ballad "Robot Moving". En zo kunnen we elk nummer van dit fantastische album wel langs gaan, maar goede wijn behoeft geen krans. Het dozijn songs op "The Great Battle" is toch ook typisch Graham en een stuk relevanter dan de gelegenheidsgroep The Resentments, waarin Graham samen met Stephen Bruton en Jud Newcomb opereert. Eigenlijk is "The Great Battle" simpelweg de beste plaat van Graham tot dusver. Momenteel speelt Graham in Amerika in het voorprogramma van John Hiatt, maar zijn laatste plaat overtreft de laatste van Hiatt met gemak. Dat zegt wat over Hiatt, maar nog veel meer over de kwaliteiten van John Dee Graham.
ALLISON
MOORER
THE DUEL
www.allisonmoorer.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Terwijl alle aandacht naar Lucinda Williams uitging, bleef Allison Moorer gewoon rustig doorwerken, " The Duel " is dan ook met gemak haar beste tot nu toe. Er zit die overduidelijke neo-klassieke country-feel in die een merendeel van wat onder het makkelijke maar niet toereikende kopje 'americana' wordt uitgebracht moet ontberen. Allison Moorer staat tot dusver, in de schaduw van haar oudere zus Shelby Lynne. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de muziek die Allison maakt. Gek genoeg lijkt Allison op het oudere zusje. De muziek is soms ingetogener, niettegenstaande dat ze een enorm stembereik heeft en ook de band een stevig potje kan laten rocken en swingen, wat toch nergens uit de toon valt, maar een smakelijke afwisseling blijkt. De som der delen levert een doorleefde aandoende plaat op die evenwel perfect geproduceerd is door RS Fields (o.a. bekend van Sonny Landreth en Buddy Guy). Haar vorige cd’s "Alabama Song" (1998), "The Hardest Part" (2000) en "Miss Fortune" (2002) hadden stuk voor stuk hun sterke momenten, maar neigden te vaak naar de gepolijste Nashville country, dus teveel countrypop en soul gericht. De vorig jaar uitgebrachte live-cd "Show" klonk een stuk minder gepolijst en smaakte naar meer. Na het livedocument maakte Moorer de overstap van Universal South naar de vooral op bluegrass georiënteerde independent Sugar Hill Records en gebruikte de haar geboden vrijheid door veel moois op "The Duel" te plaatsen, maar dat weer zo goed zou smaken hadden we toch niet verwacht. Op "The Duel" schotelt Allison Moorer ons een onweerstaanbare portie rootsrock voor. Het lijkt af en toe wel of ze met Neil Young’s Crazy Horse de studio in is gedoken. Ondanks het enorme contrast met haar vorige cd’s klinkt "The Duel" heel natuurlijk. De soulvolle stem van Allison past eigenlijk perfect bij de wat stevigere begeleiding. De songs zijn wederom persoonlijk en indringend, net als zuslief Shelby Lynne moet Allison Moorer nog altijd heel wat van zich af schrijven. Resultaat bestaat uit elf liedjes waarin de intelligente Moorer haar emotionele kant toont. De wat ruwere liedjes, zoals het openingsnummer "I Ain't Giving Up on You", "All Aboard" en "Melancholy Polly" gedijen wat mij betreft het best, al komt haar karakteristieke country-soul stem wellicht beter tot zijn rekening in langzame en mooie ballads als "The Duel" en "Lousie is in the Blue Moon". Met "The Duel" treedt Allison Moorer niet alleen uit de schaduw van haar oudere zus, maar doet ze ook een poging om Lucinda Williams van haar troon te stoten. Gezien de kwaliteit van "The Duel" zou dat best wel eens kunnen lukken.
THE
MELROYS
Website : www.themelroys.com
TheMelroys@TheMelroys.com
95 North Recording Corporation
www.95NORTHrecords.com
chris_wood@95northrecords.com
Hij lag al een tijdje op de stapel, maar ik vond eenvoudig geen tijd om hem in de cd-machine te stoppen. Zo bleven The Melroys op hun titelloze album me een tijdje aankijken, en dan bedoel ik dus vanaf het hoesje waarop dit viertal, zo te zien niet meer van de jongere generatie zijn. Zo dus ook een paar weken geleden. Stapeltje cd's uit de kast gehaald, met wederom van de partij The Melroys. En dit keer dus wel de machine in. En meteen het opgewonden gevoel van iets bijzonders ontdekt te hebben. The Melroys bleven die avond de toon voeren en heeft sinds die week regelmatig van zich doen laten horen. Countryrock gaat nooit verloren. Altijd weer staat er ergens een bandje om het geluid van de zeventiger jaren verder in de tijd te brengen. Nu is het de beurt aan The Melroys, een band uit St. Louis, Missouri die op hun debuut de muziek uit hun jeugd wilden spelen met veel rock ’n’ roll, rockabilly, pop en country. Ik moest meteen denken aan de Everly Brothers, Dave Edmunds....toen ik de stem hoorde van Randy Leiner, want deze frontman weet wel degelijk zijn liedjes te schrijven. Elf van de twaalf songs werden door Leiner neergepend op één cover na, de uit de jaren zeventig-hit "Lover Please" van Billy Swan, waarin we scheurende saxofoon horen. Hun harmonies sprankelen met veel scherpe gitaren, en een solide ritmesectie die avontuurlijk speelt. En dat allemaal verzorgd door Randy Leiner (zang. gitaar), Gregg Hopkins (zang, bas), Jordan Leiner (zang, gitaar) en Mike Enderle (drums). Gasten Scott 'Jelly' Blackwell en John Horton springen waar nodig bij, respectievelijk op toetsen en diverse gitaren. Bij retro muziek horen ook echte rockers, met welgeschreven teksten, die tevens gevoelig en levensecht zijn, met tevens meezingrefreintjes, zoals op de opener "I Don’t Care (What They Say)", "I Can’t Forget" met zijn Orbison's-achtige sha-la-la-la, sha-la-la-la-koortjes en het rockende "Laverne". Heel gevoelig is het nummer "When I Get Over You" een perfect nummer in de stijl van de heren Everly. The Melroys is een zeer sympathieke band die in de komende tijd ongetwijfeld nog zal groeien. Hou ze in de gaten: The Melroys .
MOONSHINE
SWAY
SEVEN YEARS
Website : www.moonshinesway.com
Email moonshinesway@moonshinesway.com
Moonshine Sway is een jonge band uit ilwaukee,Wisconsin al komen de vier bandleden daar oorspronkelijk niet allemaal vandaan. De band die nu trouwens twee jaar bestaat leveren hun debuut -cd af genaamd "Seven Years" waarvan we het genre ommiddelijk kunnen klasseren onder de noemer rootsrock. Ze spelen een catchy soort altcountry- of rootsrock die liefhebbers van Uncle Yupelo, Slobberbone en the Bottlerockets beslist zal aanspreken. Tom Vollman heeft de perfecte stem voor dit muziek, en dan doel ik op die korrel op zijn stembanden van wie hij trouwens veel eist, getuige enige heesheid. Chris Dorch levert de stevige gitaarpartijen die altijd melodisch zijn, maar hij mocht best met iets meer souplesse zijn solowerk afleveren. De ritmesectie - Scott Snarski (drums) en Bob Berry (bas) - is solide en met volop kracht. Samen verzorgen ze de veertien liedjes op hun album "Seven Years" (eigen beheer), een mix van midtempo en uptempo gitaarliedjes met regelmatig onweerstaanbare refreintjes waarvan u de invloeden kan zoeken in de old-time country, punk en alternatieve rock. Met Vollman die het arbeidersbestaan en drankproblemen bezingt koppelt daar storytelling en de liefde aan toe op deze niet onaardige composities. Zoals gezegd domineren de elektrische gitaren van Dorch en Vollman, echter het baswerk van Berry is merkwaardig ver naar voren gemixt, in deze door Chuck Frkovich geproduceerd album.
DOBROJEAN
'BOUT TIME
Website : www.dobrojean.com
Email : jean@dobrojean.com
Label : Via Records
Jan Oelbrandt, alias Dobrojean, maakte vijf jaar geleden met zijn bluesy pop - of poppy blues, kies zelf maar - zijn eerste album "'bout Time", daarmee ook de nodige furore in Belgen- en buitenland. Deze rasmuzikant is zeker niet van de minste, in twee jaar tijd speelde hij ruim 120 solo-optredens, eveneens speelde hij de voorprogramma’s van Bill Wyman en Richard Thompson. "'bout Time" is een album vol van Amerikaans klinkende roots- en blues-muziek, want hij vertolkt hier vijftien nummers in de geest van Robert Johnson, net zoals de pioniers uit vervlogen tijden gebruikt hij een bottleneck om de blues te vertolken. Op dit debuut krijgt hij bovendien de hulp van uitstekend volk als Patrick Riguelle, Wigbert, Pascale Michiels en 'Roland' Van Campenhout, die zijn muziek optimaal kunnen inkleuren. De countryblues op '''bout Time' ademt volledig de juiste stoffige sfeer uit die we kunnen terugvinden op het beter werk van een John Hammond, een Chris Whitley of een Daniel Lanois. Hoogtepunten zijn "All Pain & No Gain", "As Long As I Get Mine", "Better than Before" en "Big & Open World", dit laatste nummer kan de vergelijking met het werk van een Mississippi John Hurt zeker doorstaan, echt prachtig ! Al bij al een verdienstelijk debuut van een gitarist die ons meeneemt in zijn songs voor een reisje door de Mississipidelta in het diepe zuiden van de States en tevens de herinnering aan de bijna uitgestorven folkbluesgoden zoals, J.L. Hooker en Lightin' Hopkins levendig houdt.
DOBROJEAN
' D CAPITAL J '
Website : www.dobrojean.com
Email : jean@dobrojean.com
Label : Culture Records
In vergelijking met zijn eerste album "'bout Time" uit 1999 is zijn muziek op zijn opvolger "D Capital J" uit 2001 duidelijk geëvolueerd. De muziek is completer en gevarieerder geworden. Waar we in zijn vorige album meer de duidelijke invloeden uit de blues zeker, maar ook elementen uit het pop-genre terugvonden heeft Dobrojean naast zijn singer/songwriter werk meer de grondtoon gelegd op zijn fantastische dobro-spel, waardoor het lijkt dat hij wel degelijk uit het echte blueshout is gesneden. Hetgeen zich laat verstaan in zijn sterk spitsvondige teksten, de juiste zang, zijn intonatie, en het perfecte virtuoos gitaarspel dat aan zijn liedjes de juiste touch geeft die u nog enkel kan vinden bij de oude country- en blues-legenden. Op zijn debuut album waren o.a. Patrick Riguelle, Roland en Wigbert van de partij, voor de begeleiding op dit album kon hij rekenen op o.a. Krewcial, Luc Vanderstock en Cindy Barg. Voor een top drie van uitspringende songs van dit veertien nummers tellende album valt mijn keuze op "Split Nail Blues", "If you turn around" en de titeltrack "D Capital J", allemaal prachtige staaltjes van zijn speelkunst. Juist niet op het podium is het tweede nummer "Capital "T" " waar DobroJean laat aanvoelen wat zijn essentie voor de muziek betekent. Zeker weten, DobroJean is meer dan een man met een gitaar, zijn stijl is misschien wat omstreden, niet blues genoeg voor de echte freaks, te bluesy om pop te zijn. Maar op "D Capital J" horen we technische snufjes met goed uitgewerkte arrangementen en mixing waardoor zijn unieke muziek een extra dimensie en een vollere klank krijgt. DobroJean vertolkt zijn eigengepende songs met een passie en gedrevenheid die nauwelijks een gelijke vindt in de Lage Landen. Kortom deze blanke ziel uit Vlaanderen is een echte aanrader, zowel voor bluesfreaks als de muziekliefhebber in het algemeen en een aanrader om deze eigenzinnige muzikant aan het werk te zien.
SWEET
DADDY COOL BREEZE
BACK FOR MORE
Website : clik.to/sweetdaddy
Email : wclyons@ix.netcom.com
Wally "SweetDaddy" Greaney is de voorman en oprichter van de Sweet Daddy Cool Breeze . Deze band, die begon als een rechtgeaarde bluesband, ontwikkelde zich vanaf Mark Easton toetrad tot de band die nu eigenlijk alle muziekstijlen beheerst. Wally Greany, a.k.a 'Sweet Daddy Cool Breeze' gaat op zijn vierde album terug naar zijn bluesroots en weer met zo een stampende, harmonica-blues plaat. We weten van hem dat hij een gedreven zanger en expert op de bluesharp is. Op zijn nieuwe album, sinds tien jaar terug een studioplaat, zijn alle nummers door hemzelf en Easton geschreven, gaande van swinging boogie's "Big Sea of the Blues" en "Tho High To Drive", gedreven 'city' blues "Come Love Me Shoes", trage ballades "No More Tears", Lighten Up" en "You Gonna Miss Me"en zelfs goede oude rock 'n' roll "Let's Rock". Bovendien wordt hij op deze cd bijgestaan door een uitermate bedreven begeleidingsband. Als je het cd'tje uit het hoesje haalt, brand je al zowat je handen. De cd is gevuld met vlammende, rokende, broeierige delta-blues. Het hoesje van de cd verklapt eigenlijk alles. We zien een lange rij aanschuiven voor een concert, en zo is dat al tien jaar, ook hier in Europa waar Wally regelmatig vertoeft. Met zijn nieuwe album " Back for More " is hij zeker terug om meer zijn pure kant te ontwikkelen op bluesgebied en zijn vorderingen een keer of driehonderd per jaar live te evangeliseren 'all around the world'. Als dat geen blues is! Sweet Daddy Cool Breeze laat met "Back for More", zijn beste plaat tot op heden en met afstand de lekkerste van het jaar tot nader order weer een heel peloton gedesillusioneerde blazers achter zich.
JAKE
WILLIAMS
BLUE HEAD , BLUE HEART
website : www.jakewilliams.net
label : eigen beheer
info: jakewilliamsmusician@comcast.net
Jake Williams, van Denton TX , maar momenteel verblijvend in Seattle, studeerde klassieke gitaar aan de universiteit van North Texas. Dit belette hem niet om een mateloze interesse te tonen voor Americana / Rock music. Zijn eerste voetstappen in het 'fancy pancy guitar playing and back-up singin' songtwistin' zette hij bij de groepen Poor Bastard Sons ( nu Baptist Generals ) en 12lb.Test. In die band was hij actief met Michael Hill ( zie recensie cd 'The New World' augustus ). Toch vond hij hier zijn gading niet en besloot dan maar om in zijn uppie zelf een album vol te pennen en de produktie ook maar in eigen handen te nemen. Met de hulp van Steve Hill, drummer bij de Baptist generals, Aric Isaacs op upright bas, Charles Stephenson op percusie, slaagt Jake Williams er in om van zijn twaalf songs tellend album een voltreffer te maken. De meeste tracks hebben dat rustig acoustisch blues tintje, goed ondersteund door het subliem gitaarspel en dat klagend harmonicageluidje van de meester himself. De songs behandelen thema's als 'Love, Death, Wanting and Loss'. Zo is " Headbanger " een beschrijving van het vlinders in de buik gevoel, maar het kan verkeren zie Bredero " Dumped "...inderdaad. Ook sarcasme is Jake niet vreemd : track 12 "Bluebird" ( the Bluebirds they sang when you left ) Ik kan dan ook besluiten dat net als Michael Hill, Jake Williams er in geslaagd is om een prima debuut album af te leveren. " Blue Head, Blue Heart " Klasse !
CHRISTINE
KANE
RIGHT OUTTA NOWHERE
Website : www.christinekane.com
Label : Firepink Music
www.firepink.com
rachel@firepink.com
Info : Big Fat Music
info@bigfatmusicinc.com
Op haar vorige album "Rain & Mud & Wind & Green", dat nog door de gerenommeerde Ben Wish werd geproduceerd toonde Christine Kane zich als een zangeres met een aangename stemgeluid, maar kon met dit album nog niet echt overtuigen. Voor haar nieuwe en vijfde album "Right Outta Nowhere" heeft Christine deze keer ook op dit vlak het heft meer in eigen hand genomen en dit samen met bassist Dave Pomeroy, maar wel terug op haar eigen label Firepink music. Ze kiest voor een veelzijdig repertoire, dat ze een sound meegeeft, die varieert van folk tot singer-songwriter momenten. Christine Kane wordt ondersteund door uitmuntende instrumentalisten, naast Pomeroy is er Kenny Malone op drums en Michael Spriggs op gitaar. Kane komt met verrassende traditionale songs allemaal geschreven door de dame uit Asheville, North Carolina. Hoewel hier en daar lekker swingend wordt uitgepakt, bestaat de grote constante op dit album toch uit subtiliteit, eenvoud en ingetogenheid. Toch klinkt het geheel eerder lichtvoetig dan zwaar op de hand. Het album bevat nogal wat traditioneel materiaal, maar dan wel op een eigengereide manier bewerkt. Van opener "Right Outta Nowhere" tot track tien "The Good You Do" is het rustig genieten geblazen. Vooral de hoogtepunten van dit album "Whole Other World" en het fraaie "Made Of Steel" bezorgen mij het meestste plezier.
SAM
BUSH
KING OF MY WORLD
Website : www.sambush.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Bluegrass maakt ontegensprekelijk deel uit van de roots van de Amerikaanse muziek omwille van de songs, het experimentele aspect en de gehanteerde beeldspraak. Samen met jazz, country en blues is dit genre als het ware "ingeboren" bij de Amerikaanse bevolking. Je kan wellicht bluegrass het best omschrijven als "mountain soul music" waar zangsolo’s als prachtige harmonieën elkaar afwisselen, dit alles begeleid door akoestische violen, een banjo, een gitaar, een mandoline en een opstaande bas. Bij de instrumentale nummers zorgen de snaarinstrumenten voor de opzwepende ritmes en de geschikte sfeer. Sam Bush behoort tot diegenen die graag de grenzen van het bluegrass-genre verkennen. Ooit zei iemand tegen hem: "Who in the hell y'all think y'all are? The Mahavishnu Mountain Boys or someting?", refererend aan de in de zeventiger jaren bekende jazz-fusion muziek van bandleider John McLaughlin, hetgeen aanleiding was om op zijn vijfde album "King of the World" het instrumentale nummer "The Mahavishnu Mountain Boys" te brengen. Deze rasartiest, meester op mandoline en viool, is ook een gerespecteerd side-man van Emmylou Harris, Bela Flack en Keb Mo. De elf songs op "King of the World" passen prima in het hokje van conservatieve bluegrass. Wat gewoontjes en weinig spectaculair zijn de technisch goed gespeelde songs van Sam Bush soms toch ook. Hoogtepunten zijn het bluesy "A Better Man", de cover van Jeff Black's "They're Gonna Miss Me When I'm Gone" en de jazzy afsluiter "The Wizzard of Oz". "King of the World" reflecteert de essentie, de norm en de grote thema’s waaronder uiteraard liefde, van deze muziek.
OVE
STOYLEN
DUSTY BOOTS
website : www.ovestoylen.com
label : kulturogspetakkel.com
info : www.cdbaby.com/ovestylen
Er zijn geen waarden meer in het leven maar ook geen muzikale landgrenzen meer. Dat Amerika al langer het mekka niet meer is van goede country music, wisten wij al geruime tijd, maar country uit Noorwegen deed ons toch wel eventjes met de ogen knipperen. Maar wat Ove Stoylen laat horen op zijn debuutalbum " Dusty Boots " doet onze ogen meer dan knipperen. Ogen openen en oren spitsen ! Ove, die samen met vrouw lief en drie kinderen, ergens in een klein boerderijtje woont in het zuiden van Noorwegen, kreeg de smaak van country te pakken toen hij een jaar in de USA was als student ( uitwisselingsproject ). Hij besloot dan ook om zijn twaalf eigen gepende songs op cd te plaatsen. Resultaat : een fris modern country album met invloeden van Rock, Bluegrass, Honky tonk. Alhoewel ik zelf maar een houterig ( dans ) type ben, kan ik mij voorstellen dat " Dusty Boots " door zijn dansbare rhythms flink kan scoren bij de liefhebbers van het iets commerciele country. Niet dat dit wat afdoet aan de kwaliteit van dit album, integendeel zelfs, Ove beschikt over een prachtige stem, een uitstekende begeleidingsband ( lekkere steelguitar ). De professionele produktie bewijst dat dit album gerust kan wedijveren met materiaal uit Nashville . Ik ben dan ook volledig akkoord met Alex Pinjen ( BRTO radio Nl ) : "This is the best cd I ever heard from an European Country Music Artist". Typisch een album voor " In de Countryclub " VRT Radio 2 op donderdagavond 22h10 .
BOBBY
FULLER DRIVE
BREAKIN ROCKS
with I Fought the Law
Website : www.bobbyfullerdrive.com
Email :bfd@bobbyfullerdrive.com
Bobby Fuller
zette het onafgemaakte werk van Buddy Holy voort en op voorbeeldige wijze.
Hij kwam eveneens uit Texas en was een echte jongen van de straat. In feite
was Bobby de laatste rock'n'roll-held oude stijl. Zijn voorbeelden zijn allemaal
al in boxjes terechtgekomen, maar nu is het de beurt aan Bobby Fuller Drive.
Ik veronderstel dat de meeste lezers Bobby Fuller nog wel kennen daar hij
de Sonny Curtis rocker "I fought the Law" bekendheid verschafte,
maar het meest als de man die in zeer geheimzinnige omstandigheden in een
geparkeerde auto in Hollywood stierf. De bel zal wel zeker gaan rinkelen als
u de voldende klassiekers hoort : "Let Her Dance," "Another
Sad and Lonely Night," "My True Love," "Never to Be Forgotten,"
"Fool of Love," en "The Magic Touch." Alvorens naar Hollywood
te gaan als Bobby Fuller Four, speelden Bobby en zijn broer Randy samen met
Larry Thompson en Billy Webb in de band The Fanatics. Deze drie vrienden zijn
nu weer samen om te doen wat ze zeer graag doen nl. muziek maken, hetgeen
hun dan ook duidelijk gelukt is, zo te horen op hun nieuwe album "Breakin
Rocks". Dit album heeft twee tracks geschreven door Billy Webb "It
happened in El Paso" en "The lobby", een reeks covers zoals
een betere versie van "Nervous break down", dan ooit gecoverd door
Bobby Fuller Four, of "Not fade away" en natuurlijk enkele Bobby
Fuller songs. Bobby Fuller Drive, genaamd naar een straat in El Paso, brengen
misschien wel rock & roll met Bobby in hun gedachten, maar is wel duidelijk
het geluid van een band uit de sixties maar dan nu wel veertig jaar later.
Hetgeen zich ook verhaalt op "Breakin Rocks", want een nummer als
"It happened in El Paso" doet ons dadelijk aan die vroegere jaren
denken, daar tegenover een nummer als "Not Fade Away", is een geweldige
cover, maar straalt zoveel frisheid uit als een nieuwe song. Ben je dus op
zoek naar een album van de sixties met een uitstraling van het nieuwe millennium,
dan bent u met Bobby Fuller Drive aan het goede adres.
GREY
DE LISLE
THE GRACEFUL GHOST
Website : www.greydelisle.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Misschien heb je, zonder het te realiseren, wel eens iets van Grey de Lisle gehoord. Naast haar muzikanten-bestaan doet ze namelijk ook stemmetjes voor cartoons als Rugrats, Scooby Doo en de Powerpuff Girls. Op haar cd’s beperkt ze zich vocaal gelukkig tot een flinke 'twang'. Zoals de vorige albums is de productie in handen van Marvin Etzioni, de banjoman die ooit in Lone Justice zat. Grey de Lisle is getrouwd met Murry Hammond, bassist van de Old ‘97s, dus hij is ook van de partij. Ze lijkt op ieder album te verrassen, met haar tweede album "Homewrecker" brak ze hier in de Lage Landen al een beetje door. Vorig jaar verscheen er nog een live-registratie, "Bootlegger", die ook daadwerkelijk een natuurgetrouw kijkje gaf op haar optredens zowel als op haar veelzijdige vocale kunnen. "The Graceful Ghost" is een ingetogen diamantje geworden. Daar waar "Homewrecker" nog wel eens wilde verzanden in een te grote variëteit aan stijlen is dit album juist een eenheid. De Lisle klinkt eigenlijk op haar nieuwe album nog meer naar zichzelf. Ze is bovendien trouw gebleven aan het schrijven en bezingen van in oud getinte country traditie liedjes die op een moderne manier opgesmukt worden. Luister maar eens goed naar het beklemmende "Katy Allan" en de bonustrack "Sawyer" en u weet meteen wat ik daarmee bedoel. Met openingssong "The Jewel of Abilene" lijk je door de wonderschone zang en de door haar gebruikte Autoharp in hogere sferen te zijn beland. Ook in het daarop volgende nummer "Sweet Savior's Arms" wordt deze tendens doorgezet. Met "Sharecroppin’ Man" gaat nog even het gas erop, maar de stemmige samenzang van "Tell Me True" met haar man Murry Hammond begint het duidelijk te worden dat Grey De Lisle’s stijl ditmaal meer de kant van die van Gillian Welch op gaat. Op deze intieme en traditionele wijze laat ze merken niets op te hebben met moderne hulpmiddelen als pro-tools en wordt imperfectie bejubeld. Al lijkt dit voor ons haar album juist perfect te maken. Als je bedenkt dat Grey De Lisle dit album opnam in haar, tot studio omgebouwde, huiskamer heeft producer Etzioni een meesterwerkje samen geknutseld. Zo zit je het twaalf track tellenden en ruim 36 minuten durende "The Graceful Ghost"-album met het grootste gemak uit. Grey de Lisle heeft het nodige in haar mars, ze heeft een prachtige stem vol power, schrijft mooie songs en weet aardig wat variatie in haar cd’s te brengen. Als dat geen aanbeveling is..
TERRI
HENDRIX
THE ART OF REMOVING WALLPAPER
Website : www.terrihendrix.com
terri@terrihendrix.com
Label : Wilory Records
wilory@corridor.net
Distr. : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
Liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters zijn de afgelopen maanden al flink aan hun trekken gekomen. Deze maanden van overvloed moeten een keer omslaan in maanden van schaarste, maar vooralsnog zijn de magere maanden gelukkig niet aangebroken. In Texas heeft zangeres en songschrijfster Terri Hendrix inmiddels een aardige reputatie opgebouwd en bijna elk jaar komt ze met een nieuwe cd. Helaas komen niet al haar albums ook aan deze kant van de oceaan uit waardoor liefhebbers soms wat verder moeten zoeken om hun collectie compleet te houden. In de loop der jaren is Terri Hendrix enorm gegroeit . Haar stem gaat dieper en ook haar liedjes zijn veel beter geworden. Ook "The Art of Removing Wallpaper" is immers weer haar zevende en tevens een prima cd van deze vrouwelijke singer-songwriter, en dat Terri uit Texas komt is goed te horen in de mix van country, folk, blues, bluegrass en americana die ze ons op haar nieuw album voorschotelt. Nog steeds zit er in haar teksten humor en een vette knipoog maar ze gaan wel degelijk soms over wereldse thema’s. Zo is daar bijvoorbeeld een betoog tegen grote machtige bedrijven in "Monopoly" en het verhaal over een eenzame vrouw van middelbare leeftijd in "One Night Stand". Naast eigen liedjes heeft Terri het lef om een wel heel gedurfde cover uit te voeren, namelijk LL Cool J’s hit uit de jaren tachtig "I Need Love" en wat denk je? Het werkt ook nog. Al sinds jaren worden Terri’s platen geproduceerd door de grote Lloyd Maines die ook tekent voor flink wat van het snarengepluk op dit album. Ook horen we nog Ruthie Foster en Cyd Cassone in de achtergrondvocalen van het licht gospeleske "Judgement day" en het een beetje aan de popgrass van de Dixie Chicks verwante "Monopoly". Prima muzikanten, pakkende songs en een overtuigende stem, het zijn de ingrediënten voor een uitstekend album. Heel vernieuwend is het misschien niet, maar wie zit er op iets nieuws te wachten wanneer het vertrouwde nog zo goed smaakt? En laat het duidelijk zijn, "The Art of Removing Wallpaper"smaakt uitstekend en bovendien naar meer. In 2000 stond ze op de affiche van het prestigieuze Blue Highways-festival in Utrecht en dus misschien wel weer tijd om haar nog eens naar de Lage Landen te halen !!
GREG
HOBBS
THREATS & PROMISES
website : www.greghobbs.com
label : Puddle Thief Music
info : info@greghobbs.com
'This is stunning stuff...if you like roots music you can't miss this one'. ( Matthew Crosier CBC radio ). Inderdaad, prachtig, beautiful, great, hemels mooi, woorden schieten mij te kort om te beschrijven wat Greg Hobbs ( a Toronto based singer-songwriter ) hier op zijn vierde cd uit zijn hoed tovert. De man die opgroeide in een erg muzikale familie is reeds sinds zijn vierde levensjaar bezig met muziek. Vroeg begonnen is half gewonnen ! De afgelopen vier jaren was hij een graaggeziene gast in alle clubs en op festivals in zijn huidige woonplaats Toronto ( Canada ). Hij kreeg dan ook terecht de titel van " Local Must Sees " Zijn album brengt dat verfrissend, poetisch, lyrisch tintje aan zijn folk-roots-country genre. Een album dat bestaat uit songs die verscheidene thema's aanroeren ; alcohol als een dreigend obstakel tussen love & heartbreak, gevoelige eerlijke verzuchtingen " I won't always be smiling ", het verhaal van een one-night stand, wel en wee in relaties allerhande. Toch is " Threats & Promises " een optimistisch album, Greg bekijkt alles met een knipoogje en zijn twaalf eigen songs zijn een weerspiegeling van het werkelijke leven. Greg Hobbs werd op dit werkelijk schitterend album vakkundig bijgestaan door een hechte vaste band, maar luister eens naar dat subliem orgeltje en pedalsteel. Dit alles in combinatie met de sfeervolle backingvocals van Nicole Duech, zorgt ervoor dat dit album mag beschouwd worden als een van de mooiste releases van 2004. Ik zou het zonder moeite 5 ***** kunnen geven alleen al om de live track " Beautiful Girls " dat bevestigt wat ik ook al jaren beweer: waarom vallen die mooie vrouwen altijd op etters & arrogante mannen ? The answer is blowing in the wind. Klasse !
THE
DETONATORS
BOMBSHELL
website : www.detonators.com.au
label : Black Market Music
info : info@detonators.com.au
Wat heeft deze jongen nu in de pollekes ? Juist, de vierde cd van de Detonators.
Een band die net als Red Rivers uit het verre Australie komt. The Detonators
? Yep, na vier lange jaren wachten, een andere drummer, naamswijziging ( jammer
!! ), want zeg nu zelf, een affiche met Rockbottom James and the Detonators
( onder die naam verschenen hun vorige cd's ) moet toch een droom zijn voor
clubeigenaars en festivalorganisators. Niet dat ' Rockbottom ' James de groep
verlaten heeft maar voortaan gaan ze door het rock & roll leven als The
Detonators. Ach, what's a name, hun muziek blijft op het zelfde stramien verder
borduren. 'Recorded live direct to tape in two days with the same old vintage
guitars, amps & drums'. Veertien lekkere vettige blues, roots, jumpin'
rocksongs waaronder twee covers die een duidelijke Detonators stempel krijgen.
Omdat hun vorige cd ' The Adventures of ' mij een beetje deed twijfelen aan
hun bedoelingen ( halve cd-rom ), ben ik zeer verheugd dat zij teruggrijpen
naar hun eenvoudige, maar toch zo heerlijke dancin',rockin', beer drinking,
party & festival music. Dat prachtige harpje van Rockbottom James Moloney,
zijn stem die doet denken aan de jonge Kim Wilson, de strakke double bass
van Dave Philpots, Paul Bignell op gitaar & backingvocals, en blijkbaar
een nieuw lid, George Brugmans op drums, scoren ongetwijfeld met dit album.
Luister eens naar ' crazy Heart ', je zou zweren dat je The Fabulous Thunderbirds
bezig hoort in hun beste dagen. ' My Saving Grace' & ' Evil Knieval '
zijn dan pure rock & roll. ' Six o' clock News ' kreeg een surfsoundje,
en ' Travellin Man' en ' Drinking at Home ' een rockabilly jasje. En dat voor
de jongens het " On the Road " leven geen geheimen meer heeft, verwoorden
zij zelf : 'we' ve had some good times, we' ve had some bad times'.' To stay
on the road, we have to juggle jobs, loan repayments, bills and strained relationships.
But they love playing together and they love being on the road'. Maar een
ding weten ze ook , ondanks hun 800 optredens, ze zullen er nooit rijk van
worden. De moed niet opgeven jongens , tenslotte hebben wij vier jaren moeten
wachten op " Bombshell " en het was de moeite waard. The Detonators
zijn terug en en hopelijk wagen zij de oversteek eens naar de lage landen.
Moulin Blues Ospel, BRBF Peer, waar wachten jullie op ? Klasse!
MAURA
O'CONNELL
DON'T I KNOW
Website : www.mauraoconnell.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Hoe uitgestrekt de oceaan ook is die Ierland en Amerika scheidt, Maura O’Connell overbrugt de afstand in muzikaal opzicht moeiteloos. De Ierse County Clare geboren zangeres woont nu al zo'n achttien jaar in het Mekka van de Amerikaanse country, t.w. de stad Nashville in de staat Tennessee. Aldaar vond ze de muzikanten en de liedjes voor haar tweede cd voor Sugar Hill Records. Een paar jaar geleden maakte ze een absolute topper toen ze voor één album "Wandering Home" echt terugkeerde naar haar Ierse roots, maar haar volgende plaat werd geproduceerd door Ray Kennedy en was meer doorsnee country. Maura O’Connell laveert tussen de folk uit Ierland en country en folk bluegrass aan de andere zijde van de oceaan en smeedt uit deze rijke tradities haar eigen stijl. "Don’t I Know" is het zevende album van O’Connell en ligt in het verlengde van zijn voorgangers. De zangeres schrijft zelf nauwelijks songs en ook speelt zij geen instrument. Zij drijft op haar prachtige, wat lage stem, waarin verlangen, weemoed en treurnis beurtelings doorklinken. Daarnaast heeft zij een goede hand van songs kiezen. Aan haar nieuwe album heeft zij zelf één nummer bijgedragen, de andere songs zijn van de hand van onder meer Jim Lauderdale, Clare Burson, Jenny Orenstein, Mindy Smith, Kim Richey, Tim Krekel, Hillary Lindsey, Patty Griffin, Tim O'Brien en een aantal anderen. Evenals op haar vorige platen laat O’Connell zich ook bij deze gelegenheid weer omringen door grote muzikanten uit Nashville, zoals Bryan Sutton en Jonathan Trebing op akoestische en elektrische gitaren, Viktor Krauss op basgitaar en Shannon Forest op drums. Jerry Douglas heeft de plaat geproduceerd en speelt zelf ook weer mee, maar opmerkelijk genoeg niet op de dobro, maar op de lapsteel. En dat geeft meteen een heel ander, meer mainstream countrygeluid. De plaat opent sterk met "Trip Around The Sun": een popsong met een catchy refrein en mooi spel op lapsteel. In het vervolg springen juist die songs eruit waarin het tempo wordt teruggeschroefd, akoestische instrumenten het klankbeeld bepalen en de melancholie overheerst. "Going Down In Flames" is een mooie, droevige ballad, zo ook "Up And Flying". Hoogtepunten zijn het Iers klinkende "There's a Good Day For Dying" en de song waarmee de plaat eindigt, het stemmige "Time To Learn" waar O’Connell zingt over het verscheiden van een dierbare en de aanvaarding hiervan. Ik mag dat wel, die klankkleur veranderingen, en voor de bloednodige variatie in het genre kan ik deze ook gerust aan u aanbevelen.Adembenemend!
AUSTIN
CUNNINGHAM
MUSIC IN THE MONEY BIZ
www.austincunningham.com
Label : Senior Partner Records
Austin Cunningham is misschien wel samen met Townes Van Zandt en Guy Clark
de belangrijkste singer/songwriter die Texas door de jaren voortbracht en
samen wisten zij een hele generatie te beïnvloeden in een genre dat anno
'04 een opleving als nooit tevoren kent. De afgelopen circa vijftien jaar
verschenen nummers van zijn hand op cd’s van onder anderen The Judds,
Hal Ketchum, Dolly Parton, Kathy Mattea, Tanya Tucker, Kenny Rodgers, Pam
Tillis, SheDaisy, Tracy Byrd, Wynonna, Martina McBride, Coley McCabe, Jennifer
Paige, Jason Sellers, Reba McEntire, Tanya Tucker, Faith Hill, LeAnn Rimes,
Trisha Yearwood, The Del McCoury Band en Chris Knight. Lijkt wel op de hele
country side van Nashville, maar daar tegenover staat hier een veel interessantere
Texaan, want de muziek op Cunninghams derde album is allesbehalve mainstream
Nashville. In Nashville verdient hij zijn geld als liedjesschrijver en muzikant,
anderzijds in Texas woont hij, treedt hij op en neemt hij zijn eigen platen
op. Texaanse rootsmuziek best vergelijkbaar met eerder vernoemde namen, waaraan
u Jerry Jeff Walker, Willie Nelson en Robert Earl Keen nog kan aan toevoegen.
Op "Music In The Money Biz" vond Cunningham de ideale wijze waarop
zijn songs het best tot zijn recht komen: een kleine setting, en alle aandacht
uit laten gaan naar het liedje en het verhaal. Cunningham mag dan in zijn
bekende idioom opereren, met zijn doorleefde en integere aanpak boeit hij
in alle songs met een prettige variëteit aan stijlen : de smeuïge
blues opener "Doin’ Pretty Good", Bakersfield country "Music
In The Money Biz", countryrock "Kind Heart Cruel", folk "Yankee
Farm In Texas", sereen en gevoelig "Always In My Heart", snuif
Tex-Mex "The Whole Enchilada", stevig rockend "Killing Jesus
Again", country blues "Lost And Weary Traveler" en de typisch
Texaanse rootsrock van "Texas Trip". Nu eens horen we Cunningham
alleen met zijn gitaar en soms kan hij rekenen op Greg Morrow aan de drums,
Pat Buchanan aan de gitaar en Mickey Raphael op het harmonica. "Music
In The Money Biz" is een sterk album geworden en alleen een dwaas laat
zoiets aan zich voorbijgaan. Blind aanschaffen dus.