MEI 2004 - JUNI 2004 - JULI 2004 - AUGUSTUS 2004 -SEPTEMBER 2004 - OKTOBER 2004
NOVEMBER 2004
ALISON KRAUSS & UNION STATION - BILL E SHAW - WADE BOWEN & WEST 84 - BUFFALO NICKEL - THE NADAS - BIG SMITH - IRENE KELLEY - AMY SPEACE - ALLISON MOORER - ANA POPOVIC - LAUREN DILLON - TIM LEE - DOUG MAC LEOD - CANNED HEAT - NITTY GRITTY DIRT BAND - FRED EAGLESMITH - WENDY LE BEAU AND HER BEAUS - DANNY GATTON - CIGAR STORE INDIANS - RECKLESS KELLY - STEVE COFFEY and THE LOKELS - RICHMOND FONTAINE - THE CARBURETORS - ALASTAIR MOOCK - SI KAHN - THE HOYLE BROTHERS - WARE RIVER CLUB - JILL BARBER - NEKO CASE - BILLY DON BURNS - THE CADILLAC HITMEN - DAVID OGILVY - THE FLEA BOPS - ANDY GORWELL - CHRIS STUART & BACKCOUNTRY - RICKY SKAGGS & KENTUCKY THUNDER - ALLEN RAMSEY - HAROLD CROSBY - T J R - RORY JUSTICE - STACY MITCHHART - BILLER & HORTON - THE BLUE SEEDS - BILLYBLUES - BRAVE COMBO - JOSIE KREUZER - MIKE DOWLING - MIKE DOWLING - BUZZWAGON - KURT CRANDALL - BEN HARPER AND THE BLIND BOYS OF ALABAMA - MARKUS RILL - CHRIS BERARDO AND THE DESBERARDOS - THE RACKETEERS - NATHAN - TOM CORBETT - THE SEATSNIFFERS - MELONIE CANNON - THE PAPER HEARTS - WOODS AFIRE - DAVID CHILDERS AND THE MODERN DON JUANS - MARK MCKAY - THE TRAILER PARK TROUBADOURS - JIM WILSON - WILL BRANCH - ANAIS MITCHELL - DAVID OLNEY SPECIAL- JASON RINGENBERG - DOUG WILSHIRE & THE CAPERS - GIN PALACE JESTERS - CHROME DADDIES - KENNY JACOBSON - LACY J. DALTON - REID JAMIESON - HAYWIRE - PAUL REDDICK- R D ROTH & THE ISSUES - WALT WILKINS - THE WANDERING SONS - PROFESSOR " LOUIE " & THE CROWMATIX - JOHN WESLEY HARDING - HOPPED UP - MARTYN JOSEPH - ALBERT CUMMINGS - DALLAS JONES - CHARLIE DON' T SHAKE - PAUL BRILL - MALCOLM HOLCOMBE - DONNA DEAN - JONATHAN BENTLEY - WAILIN ' ELROYS - FUR DIXON AND STEVE WERNER - DELTA MOON - GOOFIN' RECORDS 20TH ANNIVERSARY PARTY - LOUISE HOFFSTEN - THE RED STICK RAMBLERS - THOSE POOR BASTARDS
ALISON
KRAUSS
& UNION STATION
LONELY RUNS UNION STATION
Website : www.alisonkrauss.com
Label : Rounder Europe
www.rounder.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Alison Krauss is al vele jaren de vertegenwoordigster van traditionele bluegrass, en is zeker bij de rootsliefhebbers terecht enorm populair, lang voor de soundtrack film 'O Brother, Where Art Thou?', maar de hele hype rond die cd heeft haar naamsbekendheid nog aanzienlijk vergroot. Haar eerste album kwam uit toen ze 16 was en inmiddels heeft ze al 17 Grammy Awards in haar prijzenkast staan. Al jaren is ze de meest vooraanstaande artiest binnen de wereld van de bluegrass, geroemd om fraaie stem en haar tot in de puntjes verzorgde albums. Dat ze ook live goed uit de voeten kan, heeft iedereen kunnen aanschouwen in de prachtige documentaire "Down From The Mountain". Op het dubbele "Live" uit 2002, komt een fraaie doorsnede van haar inmiddels behoorlijk omvangrijke oeuvre voorbij. De nieuweling van Alison Krauss en haar groep Union Station, die luistert naar de mooie titel "Lonely Runs Both Ways", is bereid volgens beproefd recept en is meteen de opvolger van het zeer succesvolle studioalbum "New Favorite" van drie jaar geleden. Op dit nieuwe album is weer een uitgelezen mix van traditionals en met zorg uitgekozen songs van anderen (zoals Robert Lee Castleman, Jerry Douglas, Mindy Smith,Woody Guthrie, Ron Block en Gillian Welch) te vinden, met veel liefde gespeeld en gezongen. Zo mooi en zo zuiver als Alison klinkt, zijn er nog steeds maar weinig op de wereld en daarnaast kan ze natuurlijk ook nog behoorlijk aardig viool spelen. Met haar vaste kompanen Union Station bestaande uit zo’n beetje de beste bluegrass muzikanten van Nashville en omgeving flikt ze het weer om een prachtige plaat af te leveren die dusdanig van kwaliteit is dat hij het Bluegrass genre ontstijgt. Met andere woorden zelfs bluegrass haters moeten dit ook mooi vinden. De productie werd ditmaal in eigen handen gehouden, waardoor de plaat opvallend warm en helder klinkt. Mijn voorkeur gaat uit naar de door Krauss gezongen nummers, hoewel gitarist Dan Tyminski zeker geen onverdienstelijk zanger is. "Lonely Runs Both Ways" steunt weer op een stuk of acht dromerige ballads waarin Alison de sterren van de hemel zingt. Deze worden hier en daar afgewisseld met onversneden bluegrasssongs waarin het tempo flink wordt opgeschroefd, Dan Tyminski de zang voor zijn rekening neemt, en de leden van Union Station vrijelijk mogen excelleren op hun instrumenten. Bovendien krijgen de vier muzikanten alle speelruimte, zoals te horen op de flitsende instrumental "Unionhouse Branch" van bandlid Jerry Douglas. Alles klopt op deze plaat. Het snijdende spel van Jerry Douglas op dobro contrasteert prachtig met de engelachtige vocalen van de zangeres. Wat een smaak en muzikaal vakmanschap worden hier aan de dag gelegd! Maar het is vooral het sterke songmateriaal dat deze plaat boven eerdere doet uittorenen. De hoogtepunten zijn talrijk. De plaat opent met "Gravity", een stemmige ballad van het soort waarop Alison het patent lijkt te hebben. "Borderline", ergens halverwege de plaat, is van hetzelfde laken een pak. Voorts komen we "Rain Please Go Away" tegen, een staaltje pure bluegrass dat in tempo, stijl en zang (Tyminski) doet denken aan "Man Of Constant Sorrow" uit de film O Brother, Where Art Thou? "Poor Old Heart" laat horen dat Alison ook in een hoger tempo kan zingen, voortgestuwd door een op drift geraakte banjo. De plaat wordt besloten met "A Living Prayer". Slechts begeleid door gitaar en bas zingt de zangeres haar gebed zo betoverend mooi, dat de luisteraar zich in een droom waant. Nogal wat mensen vinden de muziek van Alison Krauss wat te braaf. Dat zullen ze ook van "Lonely Runs Both Ways" vinden, maar terecht is dat niet. Luister een paar keer naar dit album en je hoort muziek van een bijna ongekende schoonheid. Muziek die de sfeer van een ver verleden ademt, maar ook wel degelijk stevig in het heden staat. Kortom : "Lonely Runs Both Ways" is het beste studioalbum van Alison Krauss and Union Station sinds jaren.
BILL
E SHAW
DOUBLE MONKEY TIME
website : www.billeshaw.com
label : eigen beheer
info : dmtinfo@billeshaw.com
Bill E Shaw's "Double Monkey Time," is a shot of Rockin' Rhythm, and Bakersfield blues, recorded in New Orleans.Geboren in Bakersfield en opgegroeid met songs van ondermeer Merle Heggard en, het zal niet anders kunnen in Bakersfield, Buck Owens. Op zijn tiende begon Billy voorzichtig gitaar te spelen en zijn muzikale interesses gingen toen al meer richting Beatles en Stones. En voor zovelen die de Stones leren kennen is de Blues dan niet meer veraf. Freddie, Albert en BB King, het opende een nieuwe wereld voor Billy E Shaw. Via zijn optredens, songwriting en rondhangen in de Los Angeles platenstudio's kreeg hij een aanbod van Leon Russell en Denny Cordell om bij Shelter Records sessiemuzikant te worden. Joe Cocker, Tom Petty deden ondermeer beroep op zijn diensten. Midden jaren ' 80 verhuisde Billy van LA naar Nashville en ging met Merle Heggard, Delbert McClinton en Shelby Lynne op toernee. Momenteel leeft de man in New Orleans en dook hij, na al die jaren op de achtergrond te hebben gestaan, tesamen met Jerry Jumonville (saxophone en blazers), Joe Krown (orgel & piano) Mike Leech (bas), EJ Griffin (drums en percussie) en Alan Linker (trompet) de studio's in om "zijn " album "Double Monkey Time" op te nemen. En het werd "zijn" album want Billy schreef op, eentje na, alle songs en stond samen met Gary J. Edwards ook in voor de produktie. Je kan er donder op zeggen dat de man zijn ogen en oren goed heeft opengehouden want van alle bovenvermelde namen kan je wel iets terugvinden op dit schijfje. Blues, country , rock, pop, niets is te gek voor deze rasmuzikant en zijn collega's. Bovendien beschikt de man over een aardige stem, die hij handig gebruikt in deze uiteenlopende genre's. Ik denk dat hij de geschikte man is voor een gezellig, rustig cluboptreden. (SWA)
WADE
BOWEN & WEST 84
THE BLUE LIGHT LIVE
Website : www.wadebowen.com
Label : eigen beheer
Austin Universal Entertainment
www.universalentertainment.com
chad@universalentertainment.com
De Texaanse band Wade Bowen & West 84 zijn na zijn vorige, ijzersterke cd "Try Not To Listen" (2002) terug met een live album "The Blue Light". Producer Alex Lipsitz die instaat voor de productie van zijn drie albums kreeg op dit album de assistentie van J.R.Rodriguez hetgeen resulteerde in een iets gladdere productie dan de voorganger, maar de kleffe Nashville-sound houdt Wade Bowen gelukkig ver op afstand. Nee, er is weinig mis met dit live album, opgenomen in de Blue Light, Lubbock op 16 November,2002. "The Blue Light" bevat een lekkere mix van pop- en rockgewortelde country, op de juiste momenten jankt de pedal, en dan weer giert een gitaar. De meeste nummers schreef Wade Bowen zelf en de hoogtepunten op dit album zijn het titelnummer van zijn vorig album "Try Not To Listen", het samen met die andere Texaanse up-and-comer Brandon Rhyder gebrachte "Walkin’ Shoes", de bluesy samenwerking met Seth James in "Dong’s Song" en de obligate ballad "Who I Am". Voor de fans is er een leuk extraatje voorzien in de vorm van een soort ghost track lang na het einde van het op het cd-hoesje als laatste nummer aangegeven “Just For You”. Die bewuste avond in Lubbock zouden Wade Bowen en de zijnen na lang aandringen van de fans als encore immers ook nog het van Ryan Adams en Whiskeytown bekende “16 Days” aanheffen. Bowen, wiens typische lekkere rauwe stem soms doet denken aan mede-Texaan Jack Ingram, is met zijn band West 84 goed op weg om één van Texas populairste acts te worden. Wat er dan zo goed is aan Wade Bowen & West 84 ? Ze weten het misschien zelf nog niet, maar in de persoon van Wade Bowen hebben ze een singer-songwriter in hun midden die zich kan meten met het allerbeste wat Alt Country momenteel te bieden heeft. Hoe Bowen zijn eigen leefwereld in dotten van songs weet te vangen getuigt van een uitzonderlijk talent. Zijn nummers bruisen werkelijk van de vitaliteit en de strijdvaardigheid. En het zou dan ook dood- en doodjammer zijn mocht hij niet ook hier een flinke schare fans aan zich weten te binden. Wade Bowen & West 84 gelden als één van de beste live acts die je in Texas en verre omstreken aan het werk kan zien. Hun benadering van wat muzikaal gezien in Texas leeft voor het ogenblik is net dat tikkeltje steviger, heeft net dat ietsje meer power dan wat de concurrentie te bieden heeft. En dan val je op natuurlijk! De grote plas oversteken zou volgens hun bookingsagent Chad Kudelka allicht voor de zomer van volgend jaar zijn . Dus organisators er is werk aan de winkel !!
BUFFALO
NICKEL
NOISE & CONVERSATION
website : www.honknroll.com
label : Plowhandle Records
info brad@honknroll.com
Rock-n-roll + white trash blues + honky tonk + a dash of humor = HONK-N-ROLL. In 2002 lieten zij voor het eerst van zich horen met de cd " Up On Blocks " en scoorden fraai in de Americana charts. HonkyTonk-meets-Rock style,. now armed with an arsenal of classic country licks, pedal-steel guitar, distortion pedals, songs about beautiful girls with bad teeth, and lots of harmony, these one time alt-rockers turned alt-country have opened the floodgates on all that is good in American music with the release of their new album NOISE & CONVERSATION. . . Het is een album geworden dat bol staat van invloeden van The Byrds, The Long Riders, Flying Burrito Brothers,Gram Parsons maar ook van Townes Van Zandt en zelfs Buck Owens ("Family Man" is real Bakerfieldsound) en de tearjercker Out of the Picture kon van George Jones zijn.De sterkste punten van Buffalo Nickel zijn dat de zangpartijen verdeeld worden onder Brad & Chris Clark en Steve Deaton & Clinton Kirby en het arsenaal van instrumenten dat de studios werd binnengesleurd en ook vakkundig worden bespeeld. Electric, acoustic & bass guitars, drums, accordion, banjo, mandolin, harmonica, jaw harp en uiteraard steel guitars die deze cd een speciaal cachet geven. Wanneer Cary Hudson (Blue Mountain ) te samen met Suzy Elkins ook nog een handje komt toesteken kan de pret niet op.This collection of fifteen Americana originals contains the work of six songwriters, including four songs by the late Emily Graham, to whom the CD is dedicated. Emily, gitarist en singer/songwriter van de groep, die jammer genoeg omkwam bij een auto-ongeluk in de periode van het verschijnen van hun debuutcd. Met deze opnames (in de studio van Steve Deaton's Plowhandle Records) brengen Buffalo Nickel een waardige hommage aan hun voormalig groepslid en brengen zij eind 2004 een album op de markt dat hoge ogen gaat gooien. Of zoals Matt Merta van Twangcast beweert : Buffalo Nickel has the tools needed to be a fantastic roots-rock band that everyone can be satisfied with. Klasse !! Met dank aan Brad Clark.
THE
NADAS
TRANSCEIVER
Website : www.thenadas.com
Email : das@thenadas.com
Label : Authentic Records
www.authenticrecordsonline.com
dani@authenticrecordsonline.com
In de Verenigde Staten zijn The Nadas al enige tijd een ware sensatie en terecht. Deze college band vermengen op hun zesde album alle muziek waar ze mee zijn opgegroeid. Dat gaat van rock ’n roll tot The Beatles en van blues tot onvervalste roots. "Transceiver" is meteen hun vierde studioplaat, naast twee live-albums, in een productie van Todd enToby Pipes van Deep Blue Something en mixed door Stuart Sikes (The White Stripes, The Promise Ring). De band bestaat uit Mike Butterworth (vocals, gitaar), Jason Walsmith (vocals, gitaar), Jon Locker (bas) en Tony Bohnenkamp (drums). "Transceiver" is misschien wel hun beste album tot nu toe, hetgeen wel komt door de stuwende krachten van dit gezelschap, m.a.w. Butterworth's rock 'n' roll ingesteldheid en Walsmith's alt-country roots. Het is een cd die uitblinkt door sterke songs, muzikaal vuurwerk en een steeds weer verrassend geluid. Vanaf de opener "Drowning", een nummer samen geschreven door laatst vernoemde heren tot het afsluitende "One More Chance", bevat "Transceiver" veel uptempo nummers, maar ook de nodige tear-jeakers zoals dit laatste nummer hetgeen met volle overgave wordt gezongen. Heel veel verandert is er eigenlijk niet, na al die jaren heeft men het vertrouwde en zo sfeervolle Nadas geluid in ere hersteld en ook de zang van Butterworth en Walsmith zorgen weer als vanouds voor kippenvel. Met deze zesde uitstekende cd van deze bijzondere band, komen we de volgende winterdagen wel mee door.
BIG SMITH
website : www.bigsmithband.com
label : May Apple Records
info : liz@mayapplerecords.com
cousins@bigsmithband.com
Met familie moet je wandelen en niet handelen is een vlaams gezegde en meestal klopt het wel. Maar Big Smith deelt die mening niet : Big Smith is a band from Springfield, Missouri 'composed of five cousins, including two sets of brothers (Mark and Jody Bilyeu, Jay and Mike Williamson, and Rik Thomas.)' en zijn aktief sinds 1996. Begonnen met enkel 'an acoustic guitar, mandolin, bass fiddle and washboard' brengen 'Big Smith live' tegenwoordig een show met wel meer dan twintig instrumenten. Electric guitars, piano and drums, dulcimer, harmonica, tin-whistle, accordion, trumpet, sousaphone, trombone, slide guitar, organ, mouth bow, spoons and bones moeten nu ook in het "remorkske" geladen worden. En dat voertuig moet regelmatig van stal gehaald worden want de jongens mochten al openen voor Emmylou Harris, Doc Watson en the Del McCoury band. Bovendien zijn ze ook nog produktief in de studio : andere cd's : Big Rock, Big Smith Family and Friends Live at Lonestar, From Hay to Zzzzzz: Hillbilly Songs for Kids, Gig . En wat kan je van dit familie bandje verwachten ? Hillbilly van de zuiverste soort die ik in jaren niet meer gehoord heb. Of zoals die Amerikanen zo mooi kunnen zeggen :'Their music is based on energetic and authentic Ozark folk music they learned on their grandpappy's knees and performed by all their large musical family. They have brought it up to date, incorporating more contemporary influences and their own life experiences'. Op deze cd kan je ondermeer hun versies terugvinden van klassiekers als "Long Black Veil", "Pretty Polly" en "Dance Dance Dance" van Neil Young maar ook eigen nummmers als het openingsnummer "Go Away Maggie" en "Barrel Springs". Bijna nooit te horen op de radio en dat vind ik toch wel jammer, al ga ik er vanuit dat je Big Smith live aan het werk moet zien. Wie organiseert er eens een tuinfeest of barbeque en nodigt Big Smith en de arme schapen (niet om op het vuur te gaan liggen) van Rootstime uit ? Een tipje van de zwarte piet en kerstkalkoen van Rootstime : geef de kids eens iets anders dan cd's van K3, Spring, Gert & Samson, de jongens van Big Smith hebben een dubbelcd op de markt " From Hay to Zzzzzz". 'Hillbilly songs for Kids. Back to the Roots! If you love acoustic old-time country and bluegrass, this is a must-have release which captures the spirit of the music of the Ozarks'. Met dank aan Liz Lairmore van May Apple Records.
IRENE
KELLEY
THUNDERBIRD
Website : www.irenekelley.com
Email : Irenie777@aol.com
Rounder Europe
www.rounder.com www.continental.nl
Aan het firmament van de alternatieve country flonkert een nieuwe ster : Irene Kelley. Een paar jaar geleden maakte Irene Kelley een verpletterend debuut met "Simple Path"(1999), dat geheel uit songs van eigen hand bestaat. Haar nieuwe plaat heet "Thunderbird" en ligt muzikaal en tekstueel in het verlengde van zijn voorganger. De muziek van Irene Kelley verdient het predikaat alt-country van de eerste tot de laatste noot en rockt bij vlagen nog stevig ook. De songs zijn stuk voor stuk catchy en vallen op door de gevarieerde begeleiding die afwisselend traditioneel en modern klinkt. Haar songs vonden hun weg naar albums van onder meer Loretta Lynn, Alan Jackson, Rhonda Vincent, Trisha Yearwood en Ricky Scaggs. Samen met een zeskoppige band en een handvol gastzangers, onder wie Rodney Crowell, brengt Irene Kelley op "Thunderbird" elf keurig verzorgde liedjes met country-, folk- en lichte rockinvloeden. Opvallend, je ziet het vaker bij Americana-artiesten, is dat Kelley de meeste liedjes pende met een reeks van onbekende collega´s, zoals Claire Lynch, Mark Irvin en Rand Bischop. Irene Kelley componeert sterke liedjes met catchy melodieën en laat persoonlijke teksten uit haar pen vloeien. De thematiek die ze hanteert omvat het zieleleven van de oorspronkelijke bewoners van haar land, kinderprostitutie, gebroken harten, liefde en scheiding. Uitschieters zijn het met Rodney Crowell samen gezongen "If I Had Any Strength At All", het nummer "Cold All The Time" dat ze samen schreef met Bill Anderson en gaat over zware grieptoestanden, "I Pray" samen geschreven met Bill Yates en gaat over de problemen bij haar scheiding en het mooie nummer over haar dochters "My Sun And Moon". Kelley zingt met zoveel overtuiging dat je geen moment twijfelt aan de waarheid van haar woorden. Een groter compliment kun je een countryzangeres niet maken. De inkleding is royaal genoeg met lekkere melodieuze gitaren, een viool voor de accenten, een banjo met ritme voor een authentiek bluegrassgevoel en op tijd een tweede stem voor extra zeggingskracht. Willen producties binnen de Americana nog wel eens lijden onder eenvormigheid, "Thunderbird" biedt variatie in stijl, tempo en ook begeleiding. Enkele songs neigen naar rock, de meeste zijn countrydeunen met het aangename medium-tempo dat dit genre eigen is. De kwaliteit van de muziek van Irene Kelley staat wat ons betreft niet ter discussie. Maar wat maakt "Thunderbird" nu tot de beste Americanaplaat van het jaar? Niet de songs die zonder uitzondering klinken als een klok en ook niet het vaardige spel op de dobro, de fiddle, de banjo en al die andere instrumenten die deze muziek eigen zijn. Nee, het is de zeldzaam mooie krachtige stem van Irene Kelley die deze plaat zo uitzonderlijk maakt. Een stem die soms snikt en op andere momenten weer overslaat. Een stem die elke noot zingt zoals deze gezongen moet worden. Klasse!
AMY
SPEACE
FABLE
website : www.amyspeace.com
label : Twangirl Music
info : managers@grassyhill.net
Twangy folk-rock-pop with an indie edge, "Amy's songs move beyond the traditional borders of acoustic music...a pixie version of early Tom Waits." The 11 songs weave through rhythms of alt-country, acoustic folk, toe-tapping pop and even a hint of old-time jazz, while winding through stories of love lost and won. Niet zo recent meer deze cd maar toch wel de moeite waard. Zeker nu Amy in de States meer en meer in de belangstelling komt. Tesamen met Erin Sullivan vormde zij het groepje Edith O en brachten zij de cd "Tattoeed Queen" uit (je kon het wat vergelijken met de Indigo Girls) maar hun samenwerking was maar een kort leven beschoren want Erin verkoos samen met man en kind te verhuizen naar LA. Dan maar in mijn eentje dacht Amy en in 2002 verscheen haar solo debuutcd " Fable " en kreeg onmiddelijk goede kritieken :Amy Speace plays sweet, twangy folk music with a clear voice and an innocent vulnerability that makes her music warm and intimate. She sounds authentically Nashville without being too hokey. (Time Out New York.) Ondertussen stond het mooie kind al op het podium met Ricky Skaggs, Steve Forbert, Lucy Kaplansky en Joan Osborne. Een nieuwe singer / songwriter ( vocals, electric & acoustic guitars , piano, all songs written by) die al dadelijk gezelschap kreeg van James Mastro (producer, guitars), John Abbey (bass, dobro, lapsteel, keyboards & vocals), Jagoda (drums, percussie) John Ginty (Hammond B3) en Debby Schwartz & Matt Lindsey (backing vocals) om dit fraais op cd te zetten. Met haar band "The Tearjerks" gaat zij regelmatig op toernee en staat de telefoon roodgloeiend om overal bij te springen als session singer om. op Paul Reisler's laatste cd). Ik kan dan ook de vrouwtjes van "Women Who Rock" gelijk geven : "Poetic, cynical folk-rock with a touch o' twang.” Bovendien is zij niet op haar mondje gevallen gezien haar reactie op de herverkiezing van die son of a bitch in de USA.(click on Innerspeace op haar site)
ALLISON
MOORER
THE DUEL
www.allisonmoorer.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Terwijl alle aandacht naar Lucinda Williams uitging, bleef Allison Moorer gewoon rustig doorwerken, " The Duel " is dan ook met gemak haar beste tot nu toe. Er zit die overduidelijke neo-klassieke country-feel in die een merendeel van wat onder het makkelijke maar niet toereikende kopje 'americana' wordt uitgebracht moet ontberen. Allison Moorer staat tot dusver, in de schaduw van haar oudere zus Shelby Lynne. Dat heeft waarschijnlijk alles te maken met de muziek die Allison maakt. Gek genoeg lijkt Allison op het oudere zusje. De muziek is soms ingetogener, niettegenstaande dat ze een enorm stembereik heeft en ook de band een stevig potje kan laten rocken en swingen, wat toch nergens uit de toon valt, maar een smakelijke afwisseling blijkt. De som der delen levert een doorleefde aandoende plaat op die evenwel perfect geproduceerd is door RS Fields (o.a. bekend van Sonny Landreth en Buddy Guy). Haar vorige cd’s "Alabama Song" (1998), "The Hardest Part" (2000) en "Miss Fortune" (2002) hadden stuk voor stuk hun sterke momenten, maar neigden te vaak naar de gepolijste Nashville country, dus teveel countrypop en soul gericht. De vorig jaar uitgebrachte live-cd "Show" klonk een stuk minder gepolijst en smaakte naar meer. Na het livedocument maakte Moorer de overstap van Universal South naar de vooral op bluegrass georiënteerde independent Sugar Hill Records en gebruikte de haar geboden vrijheid door veel moois op "The Duel" te plaatsen, maar dat weer zo goed zou smaken hadden we toch niet verwacht. Op "The Duel" schotelt Allison Moorer ons een onweerstaanbare portie rootsrock voor. Het lijkt af en toe wel of ze met Neil Young’s Crazy Horse de studio in is gedoken. Ondanks het enorme contrast met haar vorige cd’s klinkt "The Duel" heel natuurlijk. De soulvolle stem van Allison past eigenlijk perfect bij de wat stevigere begeleiding. De songs zijn wederom persoonlijk en indringend, net als zuslief Shelby Lynne moet Allison Moorer nog altijd heel wat van zich af schrijven. Resultaat bestaat uit elf liedjes waarin de intelligente Moorer haar emotionele kant toont. De wat ruwere liedjes, zoals het openingsnummer "I Ain't Giving Up on You", "All Aboard" en "Melancholy Polly" gedijen wat mij betreft het best, al komt haar karakteristieke country-soul stem wellicht beter tot zijn rekening in langzame en mooie ballads als "The Duel" en "Lousie is in the Blue Moon". Met "The Duel" treedt Allison Moorer niet alleen uit de schaduw van haar oudere zus, maar doet ze ook een poging om Lucinda Williams van haar troon te stoten. Gezien de kwaliteit van "The Duel" zou dat best wel eens kunnen lukken.
ANA
POPOVIC
COMFORT TO THE SOUL
Website : www.anapopovic.com
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Het aloude gezegde "wat goed is, komt snel" lijkt bij uitstek van toepassing op Ana Popovic. De nog maar 28-jarige zangeres/gitariste deed in 2001 voor het eerst serieus van zich spreken met het album "Hush!", eerste album voor Ruf Records, en geldt nu als een van de belangrijkste nieuwkomers in de blues. Ze houdt zich ferm staande in dit stoere, veelal door trotse mannen gedomineerde genre. Ana Popovic, die haar wortels in de blues heeft liggen maar ook moderne invloeden en uitstapjes naar rock en funk niet schuwt, werd geboren in Belgrado, Joegoslavië. Tegenwoordig is Nederland de thuisbasis van deze elegante, onafhankelijke muzikante, die door velen als een nieuwe bluesdiva wordt getypeerd. Haar liefde voor de blues ontstond al in haar jeugd. Net 20 jaar oud startte ze in Joegoslavie de band Hush, later Ana Popovic & Hush. In haar thuisland en Griekenland was de groep immens populair. De cd "Hometown" (1998) geeft een goede impressie van Ana's kwaliteiten en talent als zangeres en vooral als gitariste. In 1999 is Ana begonnen aan een muziekstudie (eerst jazz gitaar en daarna world music en pop aan het conservatorium) in Nederland. Vanaf het festivalseizoen 2000 was ze al weer te zien op de grote Europese bluesfestivals, zoals Peer (Belgie), Luzern (Zwitserland) en Bishopstock (Engeland). In Nederland speelde ze op Bospop en in de VS werd ze uitgenodigd voor twee dagen Memphis. Ana Popovic is een verrassing in zeer aantrekkelijke verpakking en doet qua stijl in eerste instantie denken aan Bonnie Raitt en Joanna Connor. Ana brengt op haar nieuwe album "Comfort to the soul" vijf zelf geschreven nummers en frisse bewerkingen van bekende en minder bekende bluesstandaards van o.a.Delbert Mc Clinton, Susan Marshall en Walter Becker. Met "Comfort to the Soul" staat Popovic klaar om haar carrière naar een volgende hoogte te brengen. Werkende met hetzelfde team in de studio als met haar debuut, onder begeleiding van Jim Gaines en David Z, (Buddy Guy, Johnny Lang) heeft Ana weer een diversiteit aan blues, rock, soul en jazz geleverd. Ze noemt het "Terugkeer naar mezelf en alles wat ik voelde in de laatste twee jaar". Dit album draagt ze op aan de muziek en muzikanten die haar geïnspireerd hebben. "Sitting on Top of the World" is een van de nummers die herinnert aan de sessies in haar vaders huis. De bewerkte nummers van Howlin' Wolf en Steely Dan's "Night by Night" zeggen genoeg over haar brede keuze van de Blues. "Dit Steely Dan's nummer voelde altijd bluesy aan, omdat de accordeon en gitaar riffs erg bluesy klinken". Dit album heeft ook een aantal doordachte originele nummers. Het instrumentale nummer "Navajo Moon" was geïnspireerd door een bezoek aan een Navajo reservaat in Californië en de zonsondergang bij de Grand Canyon. Ana heeft het nummer "Jaco" geschreven nadat ze het boek van Jaco Pastorius had gelezen, maar draagt het op aan, wat zij noemt "extreme talenten die geboren waren voor kunst". Mensen zoals Jimi Hendrix. In het snellere nummer "Don't Bear Down on Me" wat ze samen heeft geschreven met Tod Sharpeville, lijkt Ana te zingen over haar problemen in de mannenwereld van de Bluesmuziek. "Soms is het hard. Mensen die je naar beneden willen halen. De boodschap is om zonder hen door te gaan, en het alleen te doen". Het is duidelijk dat Ana Popovic haar muziek serieus neemt. In juli 2004 won ze nog de prestigieuze Franse bluesprijs, Jazz A Juan Revelation 2004 in Juan les Pins. Zij staat hiermee tussen het rijtje van prijswinnaars als Ella Fitzgerald, Duke Ellington en vele andere groten der aarde. De jonge zangeres is gezegend met een prachtig uiterlijk, een 24 karaat bluesy stem en gitaartechniek waar haar mannelijke collega's het benauwd van krijgen. Warm zingend en scherp solerend, meandert ze tussen rock en blues. Kort gezegd : Ana heeft het helemaal: de techniek, het gevoel, the looks en de jeugd.
LAUREN
DILLON
THE COST OF LIVING
website : www.laurendillon.com
label : Sugar Shack Records
info : lauren@laurendillon.com
Thanks to : Eddie Russell
Blues-mama music from Austin,Texas, featuring melodic, original tunes and sultry vocals -- acoustic ballads to electric rockers and all points between "Het" boegbeeld van de Belgische recensiemakers en de man die alles weet over americana, roots, alt. country en noem maar op : Dani Heyvaert, gaf mij de tip om de cd van Lauren Dillon eens te beluisteren. En zoals steeds heeft hij 100 % gelijk. Newcomer Lauren Dillon has something to say. Afkomstig uit West Virginia en Tennessee heeft Lauren duidelijk haar roots in de Nashville muziekbussines. Sinds eind jaren tachtig vormde zij samen met songwriter Marianne Phelps het duo "Two Much Fun" en liet toen als zangeres en leadgitarist de kans niet voorbij gaan om de nodige ervaring op te doen. Zo mocht zij ondertussen als openingsact fungeren voor Billy Joe Shaver en Lou Ann Barton. Maar met deze debuutcd zal het niet lang meer duren of Lauren zal kunnen genieten van de alleen op haar gerichte spotlights. Europa en vooral de lage landen zijn meer dan enthousiast (en terecht) over "The Cost Of Living". Met het openingsnummer "Travel Light" geeft Lauren al onmiddelijk haar visitekaartje af, met begeleiding van Chip Dolan op piano en Barney Sledge op mondharmonica & backingvocals van Mike Cross dompelt zij ons in de delta en country blues. Het volgende pareltje is (al is de hele cd een juweel), en hoe kan het anders met zo een titel "Them Old Blues" met Joe Forlini in een glansrolletje op gitaar. "End Of The Road" kon dan wel op het lijf geschreven zijn van Bonnie Raitt (een van haar voorbeelden). Met Tom Doughty op lapgitaar krijgt en de backing vocals van Merel Bregante krijgt "Whirlwind" en Lauren een extra steuntje in de fraai gevormde rug. Doo Wop kan je herkennen in "In A Heartbeat" met weer dat fijn harmonicaatje en Chip Dolan op piano. "Home Away From Home" is het duidelijkste bewijs van Lauren's kunnen. Alleen op acoustische gitaar en begeleiding van bass, dobro & mandolin van Greg Lowry brengt zij een bloemlezing van haar leven. I've found a home ! Met all songs written by en gezegend met een klasse stem, acoustische gitaar om de mooie hals en zelfs uitblinken op de bottleneck gitaar kan het niet anders of Lauren Dillon is een hele grote prachtige kandidaat voor cluboptredens en festivals in dit kikkerlandje. BRBF 2005, laat de kans niet liggen, nu is ze nog betaalbaar ! A female Lyle Lovette. Meanwhile, catch LIVE at her happy hours at the Vibe, 508 East Sixth Street in Austin of kijk eens naar haar Travel Light video dvd .
TIM
LEE
NO DISCRETION
Website : www.timleemusic.com
Label : the paisley pop label
www.paisleypop.com
info : G Promotions
GPromo@btinternet.com
Na een aantal minder geslaagde solo-cd's van Tim Lee heeft de voormalige voorman van the Windbreakers het wijze besluit genomen om na zijn toch wel betere album "Under The House" uit 2002 ook zijn nieuwe album "No Discretion" dat zopas verscheen op Jim Huie's onvolprezen Paisley Pop Label weer nieuw leven in te blazen. Het resultaat mag er zijn. "No Discretion" is een prima cd met muziek die direct refereert aan Tom Petty of misschien wel de jongere Springsteen. De muziek doet denken aan de cd's die R.E.M in een ver verleden maakten, maar vindt ook aansluiting bij de hedendaagse southern rock waarin ook invloeden te vinden zijn van wat garage en psychedelic. De knappe songs van Tim Lee geven "No Discretion" haar meerwaarde. De dertien melodisch sterke tracks werden op verschillende plekken opgenomen met zes verschillende producers, o.a. Mitch Easter, Todd Steed, Don Coffey Jr., Bruce Watson en Neilson Hubbard. Op dit stevig rockende album zijn "Speak Up Girl" als rocker en "New Hope" als meer ingetogen werk de uitschieters. Tim Lee weet anno 2004 zowel de liefhebbers van gitaarmuziek als liefhebbers van rootsrock te bekoren en dat is knap. Goed in het gehoor liggende popliedjes met flink wat dynamiek en natuurlijk de superstem van Tim Lee, zijn stemgeluid komt achter uit de keel, met een rafelig randje, gladgestreken door de koortjes. Meer is er niet nodig voor het maken van een goede plaat.
DOUG
MAC LEOD
'DUBB'
Website : www.doug-macleod.com
Label :Black & Tan Records
www.black-and-tan.com
booking : www.crossroads.nl
Distr. : Music & Words
www.musicwords.nl
Al jaren is de Amerikaanse gitarist/zanger Doug MacLeod bij veel blueskenners een 'geheimtip'. Zijn fenomenale gitaarspel en zijn vakmanschap in het schrijven van aansprekende songs (o.a. Albert King en Eva Cassidy namen werk van hem op) geven daar ook alle aanleiding toe. Ondanks dat hij de vijftig inmiddels ruim gepasseerd is, blijft MacLeod groeien in zijn rol als authentieke bluesman. Zijn vorige platen uit 2000 "Whose Truth, Whose Lies" en zijn debuut voor Black & Tan Records "A Little Sin" werden zeer goed ontvangen en dat zal voor de opvolger "Dubb" ook zeker gelden. Zijn instrument is de National Resophonic, een gitaar met een kenmerkende metalige klank, die bij uitstek geschikt is voor slide-gitaar werk. Geinspireerd door ontelbare blues-gitaristen, wordt hij nu gewaardeerd door een nieuwe generatie. Daarbij schrijft hij ook nog uitstekende, doorleefde nummers, die hij zingt met zijn gegroefde en herkenbare stem. Op deze nieuwe onderscheidt hij zich opnieuw van de vele middelmatige blues performers. Niet dat de man ook maar iets nieuws brengt, maar vooral als hij de akoestische aanpak kiest, brengt hij dit met een flair en nonchalance alsof hij maar in zijn koffer hoeft te graaien voor een uit het leven gegrepen workingman´s blues. Hij heeft inmiddels al zo een tien platen gemaakt en een bluesman die al decennia lang, het liefst alleen, de wereld rondtrekt om het publiek te laten genieten van zijn muziek. Hij speelt de echte blues, eerlijk en oprecht, het hart centraal. "Dubb" trakteert ons op twaalf indringende prachtsongs waar zo'n individuele klasse vanuit gaat dat het voor een recensent moeilijk is niet meteen te smijten met superlatieven. Ik zeg enkel nog dat u dit album gewoon blind kunt kopen, want zo'n akoestische blues op dit hoog niveau hoort u niet iedere jaar.
CANNED
HEAT
THE BOOGIE HOUSE TAPES
VOL 1 : 1967-1976 (2000)
VOL 2 : 1969-1999 (2004)
Website: www.cannedheatmusic.com
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Herinnert u zich nog het legendarische Woodstock en de gelijknamige film? De film begon met een introductie op de tonen van "Going Up The Country". Dit was één van de eerste succesnummers van Canned Heat, een groep waarvan de naam verwijst naar een soort alcohol en een bluesnummer van Johnson (1928). De groep bestaat nog steeds, maar het noodlot heeft in al die jaren verschillende malen toegeslagen en enkel Adolfo 'Fito' de la Parra kan er zich nog op beroemen quasi van bij het begin deel te hebben uitgemaakt van Canned Heat. Canned Heat werd beschouwd als een groep die boogie-blues speelde (met psychedelische inslag). De groep werd in 1965 opgericht door Bob 'The Bear' Hite en Alan 'Blind Owl' Wilson. In 1966 vervoegden Henry 'Sunflower' Vestine, Frank Cook en Larry Taylor de rangen. De groep liet zich vervolgens opmerken op het Festival van Monterey en kregen de kans om een eerste album op te nemen, die ze simpelweg "Canned Heat" doopten. Het was een album met remakes van bluesklassiekers. De grote doorbraak volgde met het tweede album "Boogie with Canned Heat" met hun bekende versie van "On the Road Again". Ook deze gigantische hit was eigenlijk een remake, deze keer een nummer van Jim Hoden. Frank Cook werd nog voor de concerttour vervangen door Adolfo "Fito" de la Parra. Tijdens deze tour maakte de groep kennis met de legendarische Britse bluesman John Mayall. Deze blueslegende werkte vervolgens mee aan het dubbele album "Living the Blues". Een nummer van deze plaat groeide uit tot een hooglied van de hippies, "Going Up The Country" (het nummer werd ook gebruikt in de originele versie van "Easy Rider", de cultfilm van Dennis Hopper). Verder nog een schitterend nummer op deze plaat : "Let's Work Together". Woodstock betekende voor de groep ongetwijfeld de tijd van hun grootste triomfen. Hierna staken ze de Atlantische Oceaan over om de Europese podia plat te spelen. In september 1970, na de terugkeer in de VS, overleed Alan Wilson aan een overdosis. In 1981 werd hij door Bob Hite vervoegd, die overleed als gevolg van een hartziekte (gerelateerd aan zijn drugsgebruik). In 1997 verwisselde ook Vestine het tijdelijke voor het eeuwige. Een hartaanval werd hem fataal. Op dit moment bestaat de groep nog altijd uit een verzameling uitstekende muzikanten met vreemde bijnamen (The Baron, Dallas, The Gator) en dito referenties. Toch moeten we erop wijzen dat enkel Fito de la Parra nog met de oorspronkelijke bezetting speelde. Al deze voornoemde hits zijn terug tevinden op hun eerste complicatiealbum uit 2000 : "the Boogie House Tapes" 1967-1976. Zopas verscheen hier een vervolg op, een tweede deel van deze collectors choice met opnames van deze seminale bluesband met een reeks outtakes, commercials, rehearsel tapes….uit de periode 1969 – 1999. De 'Boogie-Blues' die Canned Heat brengt heeft de tijd overleefd, sterker nog, ze is geëvolueerd naar steeds rijker wordende muziek. Het is hun verdienste dat het groete publiek de moves van de Country-Blues heeft leren kennen. Ze speelden samen met ondermeer Little Richard, John Mayall en de legendarisch John Lee Hooker. Met hun succesnummers maakten ze commercials voor ondermeer Pepsi, McDonald's en Levi's. Uitschieters op dit vervolg zijn wel "Sloppy Drunk", "Death Bed Blues" en "Blind Melon" waarin de perfecte vibrato stem van Wilson het best tot uiting komt. Het album bevat ook de laatste 'roadhouse recording' van de bandleider Bob "The Bear" Hite opgenomen enkele dagen voor zijn tragische dood. Voor dit verzamelwerk zorgden drummer/producer Fito de la Parra en Walter "Dr. Boogie" de Paduwa die op een stereo cassette recorder twee live shows uit de vroege 90's had opgenomen met het prachtige gitaarspel van Henry "Sunflower" Vestine. Omringt door de vaste hand van de drummer Adolfo Fito De la Parra (sinds 1967 lid van de band) weet Canned Heat de Boogie-Blues tot in de 21ste eeuw te leiden.
NITTY
GRITTY DIRT BAND
WELCOME TO WOODY CREEK
Website : www.nittygritty.com
Label : Dualtone
www.dualtone.com
Distr. : Bertus
www.bertus.nl
The Nitty Gritty Dirt Band ontstaat als country rockgroep in Long Beach, California. Leider van de groep is Jeff Hanna. In de stijl van de Byrds maken ze muziek. In het voorjaar van 1967 hebben ze een eerste hit in de VS met "Buy for me the rain". De groep ondergaat vele personeelswisselingen (zelfs Jackson Browne is nog even lid van de groep) en eind 1970 scoren ze met "Mr. Bojangles" hun enige top 10 hit in de VS. Het succes van "Mr. Bojangles" wordt in de VS voortgezet met zeer bescheiden hits als "House at Pooh Corner" (geschreven door Kenny Loggins van het duo Loggins & Messina), en "Some of Shelly’s blues" (geschreven door Michael Nesmith van the Monkees). In het voorjaar van 1972 wordt "Jambalaya" een kleine hit hier in de Lage Landen en doet het beter dan in de VS. Deze hit kwam uit hun meesterwerk "Will The Circle Be Unbroken", met als gasten alle groten uit de countrywereld in de ruimste zin, en daarmee stond the Nitty Gritty Dirt Band mede aan de wieg van de Californische countryrock. Als eersten sloegen zij een brug tussen traditionele country en bluegrass aan de ene kant en rock aan de andere kant. Maar ze hielden zich meer met het muzikale dan het sociale aspect ervan bezig. Net zoals de generatiegenoten The Byrds dat deden en daarvoor met de eer en roem streken. Maar van al deze country-rock bands draait the Nitty Gritty Dirt Band het langst mee, de leden kennen elkaar van school en hun vriendschap gaat veertig jaar terug. Door toeval kwamen de leden samen op een podium terecht en bleek dat er weer iets moois kon ontstaan. Er werd gekozen af te spreken in het huis van Jimmy Ibbotson in Woody Creek, Colorado, vandaar de titel "Welcome to Woody Creek" en meteen goed voor de dertigste release over een periode van enkele jaren. Het was vast heel gezellig daar hoog in de Rockies, zo valt ook in de booklet te lezen. Alleen de naam Woody Creek al doet je verlangen er een paar dagen te mogen vertoeven. En een mooi werkje is "Welcome to Woody Creek" geworden. Met de opener "Walkin’ in the Sunshine" hoort u mooie samenzang, fijn banjospel en het meeslepende mondharmonica zetten meteen de toon voor wat zal volgen. Op dit album zijn tien nieuwe songs plus twee covers, verrassend mooie versies van Lennon & McCartney’s "Get Back" en Parsons & Ethridge’s "She en Tim Krekels It’s A New Day". Uitschieter is hier wel de rocker "Forever Don’t Last"in het begin van de cd , maar tot het spannende en beeldende instrumentale slotnummer "Midnight at Woody Creek" sluit het evenwichtige album in stijl af. Klasse muzikanten als ze zijn zullen wel nooit een slechte plaat maken, hetgeen ze weer aangetoond hebben met "Welcome to Woody Creek". Kortweg : De veteranen kunnen het nog en moeten nod lang niet met pensioen.
FRED
EAGLESMITH
DUSTY
Website : www.fredeaglesmith.com
Label : A Major Label
info : Sawdust Promotions
sawdust@kwic.com
De Canadese roots singer/songwriter Fred Eaglesmith, maakt al ruim twintig
jaar albums, deze zijn allemaal aan te raden maar dat terzijde. Opvolger van
zijn ruim een jaar geleden verschenen "Balin", is ook weer een pracht.
Eaglesmith vaart hiermee wederom een andere solokoers, nadat hij en gelegenheidsformatie
The Flathead Noodlers op de vorige plaat, traditionele bluegrass ten gehore
brachten. Sindsdien is een groeiende schare Americana-liefhebbers de muziek
van Fred Eaglesmith gaan koesteren en wordt reikhalzend uitgekeken naar nieuwe
platen van zijn hand. Het grauwe "Dusty" steekt heel anders en veel
ingetogener in elkaar. Anders dan de bluegrass van "Balin" en veel
anders dan de poprock van bijvoorbeeld "Falling Stars and Broken Hearts"
uit 2002. Die andersheid heeft helaas nog wel het vluchtige karakter van "Balin",
waardoor "Dusty" mogelijk ook een tussendoortje of slechts een probeersel
is van de eigenzinnige Eaglesmith. Het nieuwe album bevat tien louter luisterliedjes,
die door Scott Meritt geproduceerd zijn, hetgeen Eaglesmith zeer goed afgaat,
en ons misschien een paar luisterbeurten kost om dat in te zien. "Dusty"
is sober en behalve de hulp van multi-instrumentalist/producer Scott Merritt
en wat gasten, stelt de man het alleen met zijn stem en zijn zogehete wurlitzer
"funmaker". Dit instrument en zijn gruizige schurende stem zorgen
voor een boeiende formule, prima uitgebuit op tracks als "Ship"
hetgeen een soulfull tintje krijgt dankzij het orgeltje. "I 75"
is er zo bijvoorbeeld ook eentje, waarin Fred zich begeleid op zijn ritmebox
en een poëtische benadering geeft van het vaak ellendig eenzame leven
op de baan. Sober, maar gewaagd van instrumentatie; drummachines, cello’s,
orgel. Ingetogen en fraai gezongen, simpele en mooie melodieën. Een plaat
die verder nergens mee te vergelijken is. "Dusty" laat de verveling
op geen enkel front inslaan iets wat in deze stijl niet altijd vermeden kan
worden. Hij is een authentieke muzikant wiens songs uit duizenden herkenbaar
zijn. Een muzikant die niet telkens nieuwe wegen hoeft in te slaan om zich
te blijven onderscheiden van de rest. Alle lof dus voor Eaglesmith’s
ambachtelijk songschrijven.
WENDY
LE BEAU AND HER BEAUS
GARDEN OF EDEN
website : www.vinylux.com
label : Vinylux Records
info:info@vinylux.com
Bass player of Rockabilly 4-piece The Flea Bops, Wendy LeBeau shows she's a great Rockin'singer too. ''Garden Of Eden'' is her first album fronting her band The Beaus. There''s some great original songs, plus a song written by Go Cat Go''s Darren Spears, plus covers of Big Mama Thornton, Bonnie Lou and Sparkle Moore. Track Listing : Garden of Eden - Just Like a Dog Barking Up the Wrong Tree - One Track Love - Skull and Crossbones - Speed Limit - Jealous Hearted Me - Lie To Me Baby - Stop'n'Go Boogie - The Coffee Addict - Kiss Me Baby. Het kon natuurlijk niet uitblijven, wanneer je eens mag proberen van de (verboden ?) vrucht ( Skull and Crossbones op de tweede cd van the Flea Bops ( zie recensie op deze site ) dan smaakt dat naar meer. En dat meer is "Garden of Eden" geworden. Met drie eigen songs op je debuutcd (Garden of Eden, Stop 'n' Go Boogie, the Coffee Addict) geeft mooie Wendy onmiddelijk haar visitekaartje af. Dank je wel en dat mag zij ook vertellen tegen haar 'Beaus'.Natuurlijk is de familie met Preston en Lance LeBeau ook weer van de partij maar is naast Ronnie Joyner ook Dave Moore op acoustische gitaar aanwezig. Het mooiste surplus op deze cd komt eigenlijk van pianist Arthur Gerstein die op "Just like a dog barking up the wrong three", "Lie to me Baby" en "Kiss me baby" de witte en zwarte toetsen laat swingen. Ons Wendy (zou Armand Schreurs zeggen) laat hier duidelijk merken dat ze veel meer in haar mars heeft dan wat aan de bassnaren te plukken (al is dat ook al een hele prestatie). Met af en toe een knipoogje (neen Freddy niet naar jou) naar de blues en lekkere stevige rockabilly krijgen de dames Josie Kreuzer, Rosie Flores, Kim Lenz, Marti Brom en Ruthie (& the Wranglers) stevige concurrentie van Wendy LeBeau. Prima debuut.
DANNY
GATTON
UNFINISHED BUSINESS
Website : www.dannygatton.com
info : www.BigMo.com
Label : Powerhouse Records
www.powerhouserecords.com
TomPrincipato@aol.com
Danny Gatton staat bekend als een man die een vrij aanvallende techniek beheerst, gekenmerkt door verblindend fretwerk en zorgvuldig opgebouwde climaxen. Evenzeer is hij een gitarist die de nodige dosis fijngevoeligheid en veelzijdigheid aan de dag weet te leggen. Danny Gatton levert ons hier een album met een mix van roadhouse/honky tonks, American roots music, blazing country, classic swing jazz, 50's style R&B, en tijdloze ballads. Hij deed zijn ervaring op in talrijke bands (waaronder zijn eigen band de legendarische Danny & The Fat Boys, jawel, zijn eerste groepje) en deed zijn doorbraak in de zeventiger jaren, en leverde later op het label Elektra Records schitterende elpees af. Nadien bouwde Danny zijn carrière verder uit als sessiemuzikant en bracht nog veel solowerk uit. Tom Principato aan het hoofd van zijn vernieuwde Powerhouse Records is zeer uitgelaten over deze nieuwe release uit de "Guitarchives" series dat de naam meegreeg "Unfinished Business" dewelke in 1987 uitgebracht werd door NGR Records hetgeen ook meteen zijn laatste studioopname was voor hij bij Elektra Records tekende. Zijn platen en optredens in Amerika worden door kenners en pers de hemel in geprezen. Danny Gatton staan garant voor kwaliteit en originaliteit. Voor de liefhebbers van "Twangy" gitaargeluiden à la Roy Buchanon is deze re-masterde "Unfinished Business" een must. Prima cd zou ik zeggen voor in de late en/of vroege uurtjes in de kroeg.
CIGAR
STORE INDIANS
BUILT OF STONE
website : www.cigarstoreindians.com
label : Overall Records
info : csi@cigarstoreindians.com
In 1995 lieten zij met hun debuutcd een verpletterende indruk op mij. De opvolger "El Baille De La Cobra" ('98) deed er nog een schepje bovenop en toen ik ze twee jaren na mekaar kon aanschouwen op het Moulin Blues festival in Ospel (Nl) lagen de "Cigars" bij mij in de bovenste lade. Ondertussen kwamen zij nog eens te voorschijn met hun live cd "Guest List" en toen niets meer. Toen eind 2003 ook nog leadgitarist Jim "Low Note" Lavender de groep verliet hield ik mijn hart vast. Zou dit het einde betekenen van mijn geliefkoosd groepje ? Want Jim was toch wel een van de bezielers van de Cigars en drukte met zijn Rockabilly gitaarriffs een duidelijke stempel op hun muziek. Maar zie, in Crabapple Georgia waar ooit de doopvont stond van de nu in Atlanta based-band, zochten en vonden zij Jim Sprayberry die de moeilijke opdracht kreeg om Jim te vervangen. Voorwaar niet eenvoudig! Maar, Ladies and Gentlemen : introducing The Cigar Store Indians met hun allernieuwste schijfje (voorlopig nog alleen via hun website en bij optredens te koop ) maar toch al in mijn bezit ( dank je wel Keith Perissi) "BUILT OF STONE" 11 tracks of pure Rock & Roll that satisfies the Soul. Al doet de opener "Hit me", "In a second flat" , "Weight of The World", en "Guinevere" vermoeden dat er weinig verandert is aan de traditionele Cigars sound dan zien wij toch dat met nummers als "Other side of The Pillow", het rockerige "Copycat Season", de storytelling songs "Ballerina Dressed In Black", "Next To You" (met dat vreemd jaren 70 introotje), "Nothing Else Matters" (kon van Paul Mc Cartney zijn) de balans overhelt naar de iets meer Americana, Alt. country stijl. Het is dan ook eventjes wennen maar ondertussen is dit schijfje niet uit mijn cdspeler weg te branden. De huidige groepsbezetting dan : Ben Friedman, the creative force behind Cigar Store Indians, as a songwriter, he is proud of the original music they play. In addition to singing and songwriting, he wails on a Gibson 335 while slinking and convulsing all over the stage.Keith Perissi plays a lot of roles for the band. Besides being a great musician, he's the business end of the band, both promoter and problem solver. Paul Barrie doesn't like to hide behind the drum kit - he's a show all by himself! He may be the man seated in the back, but doesn't take a back seat to anyone! For now, we can call Jeff Sprayberry the new kid on the block, when they call him lead guitar, they mean he can lead! Cigar Store Indians have not lost a beat with this guy in on the music! Hopelijk doen de jongens binnenkort de lage landen (BRBF Peer 2005 ?) nog eens aan en kunnen wij er ons van overtuigen dat The Cigar Store Indians really back in town zijn en wij weer volmondig het volgende kunnen beamen :"Take an aspirin if your head hurts, take in a Cigar Store Indians show if your feelin' down. They possess the power to move you in ways you'd never imagine. It's a toe-tapping, foot-stomping, Waffle-House shuffling, cow-tipping good time". Welcome back ! Tot slot dit berichtje nog van de band zelf : Hey everyone ! You've got a computer, I know because you got this far. The band will be on www.wncw.org for a radio interview and performance. It happens on December 3, 2004 from 3 to 5 pm. WNCW is the fourth most downloaded radio station in the WORLD! Don't miss the show. The band will play 3 songs and have a nice long interview as well. I bet you've got a pc at work so there is not excuse to miss this one.
RECKLESS
KELLY
MILLICAN
Website : www.recklesskelly.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Werd u vorig jaar ook zo verrast door het sympathieke album "Under The Table And Above The Sun" van Reckless Kelly. Zo ja dan kunt u nu stoppen met lezen en hun debuut album "Millican" uit 1997 blind aanschaffen, want het is fijn plaatje dat even aan een re-release toe was en dit heeft hun label Sugarhill Records ook mooi gezien want begin volgend jaar mogen we ook hun nieuwe album "Wicked Twisted Road" verwachten. Zo dat beloofd. Heeft u daarentegen nog maar weinig over Reckless Kelly gehoord dient u toch maar eens te gaan luisteren naar beide schijfjes want zij grossieren in prettige countryrock die heerlijk kan wegluisteren. Het sympathieke Texaanse gezelschap hebben vroeger getoerd met Robert Earl Keen, dewelke zijn invloed gebruikte om het succes van de band te bevorderen. Willie en Cody Braun zijn vroeger begonnen muziek te spelen met hun vaders legendarische cowboy band, 'Muzzie Braun and the Boys'. Zelfs hebben ze even gespeeld in de "The Tonight Show" van Johnny Carson en later voor Jay Leno. Na negen jaar, Cody en Willie, beslisten dan maar om zelf een band te starten. 'The Braun Brothers' verhuisden naar Austin en kregen de hulp van vaders vriend, Chris Wall. Toen ze in een bar aan het oefenen waren vroeg Cody Braun als er misschien een drummer in de zaal was om mee te jammen op het poduim. Jay Nazz uit Connecticut wilde dadelijk het duo vergezellen, The brothers bezorgden hem de job en zo ontstond Reckless Kelly. Chris Schelske en David Abeyta, bas - en lead gitarist, volgden dan ook een beetje later. Deze band vormde een krachtige combinatie, vaak door middel van hartverscheurende zangpartijen, liefst in duet-vorm, verhaalt men over ellende, armoe, drank en verloren liefdes. Chris Wall die juist een record label had opgestart, zorgde meteen voor hun eerste album "Milican". Reckless Kelly weten zowel de vrolijke als de droevige kant van het leven in hun teksten te verwerken en weten met hun verhalende teksten telkens weer te boeien. Op dit album brengen ze op mandoline, viool, harp en ander snarenwerk de prachtigste ballads en dancefloorrags. Men neemt beurtelings de leadzang maar is op hun sterkst tijdens de messcherpe samenzang. De heren zijn ongemeen veelzijdig maar dat stond al jaren buiten kijf. Als u nog niets van deze kalebassen in huis heeft, weet u wat u te doen staat.
STEVE
COFFEY and THE LOKELS
32 BELOW SESSIONS
website : www.steve-coffey.com
label : eigen beheer
Whoop-de-do records./ cd baby
info :coffeyb@telusplanet.net
Steve Coffey
and his critically acclaimed band "The Lokels" are best described
as; Hard drivin'Western Canadian prairie roots music; foothillbilly stomp
and pic and honky tonk balladry. The Lokels are as Honest as the day is long.
Deze Canadees van geboorte ( Portage La Prairie, Manitoba ) en momenteel verblijvend
in Calgary tesamen met vrouwlief Barbera en dochtertjes Grace en Lydia is
een bezige bij. Niet alleen gekend als singer / songwriter maar ook als een
prachtige kunstenaar. Voor de kunstliefhebbers onder ons, kijk eens op de
site van www.kensingtonfineart.com, en je kan een overzicht krijgen van de
man zijn schilderkunsten.
Bachelor
of Fine Arts degree from the University of Calgary 1988
Masters degree in Fine Arts from the University of Regina 1990
Mooi om te zien maar " 32 Below Sessions " is mooi om naar te luisteren.
De opvolger van " East of East Coulee " ( 02 ) werd live opgenomen
in East Coulee Alberta en Steve werd op deze cd vakkundig bijgestaan door
zijn " Lokels " nl : Lance Loree ( pedal steel ), Stu Mitchell (
drums ), Dave Bauer ( mandolin, bouzouki, accordian, harmony vocal ) Matt
Hearne ( banjo ) Russ Baker ( baritone & electric guitar ) en Steve Relf
( acoustic guitar & harmony vocals ). Steve Coffey, tien van de elf songs
zijn van zijn hand en met de iets stevigere sound op zijn nieuwe cd (maar
voor ons niet gelaten ) brengt eind 2004 een prachtig album op de markt !
Whittled-down roots music steeped in the age-old dirt, dust and memories of
rural Alberta.
RICHMOND
FONTAINE
POST TO WIRE
www.richmondfontaine.com
Email : uk@richmondfontaine.com
Label : El Cortez Records
De uit Portland Oregon afkomstige groep Richmond Fontaine is ontstaan in 1994 op de paardenrenbaan van Portland Meadows, waar Vlautin en Harding elkaar hun gemeenschappelijke 'liefde' betuigden voor acts als Hüsker Dü, Willie Nelson en the Blasters. De term en tevens titel van zijn nieuwe album "Post to Wire" is een aanduiding voor een renpaard dat tijdens een race van kop af aan de leiding neemt en deze tot de meet niet meer afstaat. Het inmiddels vijfde album van de band is een groot succes in het Verenigd Koninkrijk, dat eindelijk de Americana lijkt te hebben ontdekt. Het maakt dat alles op zijn plaats valt: de songs van Vlautin en diens enigszins aan Jeff Tweedy refererende stem (Uncle Tupelo is zeker een invloed) krijgt met de melancholieke klanken van Brainards steel een nog diepere snik. This Is The Land Of Broken Dreams, woorden die met graffiti zijn gespoten op een gammele trailer, ergens in de woestijn geparkeerd. De troosteloze voorstelling siert de hoes van "Post To Wire". Op voorgaande platen "Winnemucca" (2002) en "Lost Son" (1999) was de stemming zeer bedrukt en lag het tempo laag waardoor er meer countryinvloeden waren en ditwel dankzij een tranentrekkende pedal steel van Paul Brainard. Ook nu laten de Portlanders horen dat ze hun voorbeelden zijn voorbijgesneld. De steel en de country zijn wat meer op de achtergond en het totaalgeluid kent veel meer variatie. Kern van het album is het verhaal van een man, Walter, met een zwervend bestaan en veel problemen aan zijn hoofd. Inderdaad, een conceptplaat. In de vorm van een briefwisseling vertelt Vlautin zijn verhaal als een soundtrack dat per draaibeurt groeit. "Two Broken Hearts" en "Allison Johnson" zijn intelligente songs, veelal geschreven door de belezen Vlautin, die een aardige kijk heeft op het maatschappelijke gebeuren in de States. In "Post To Wire" word de tweede stem op een zeer fraaie manier waargenomen door the Damnations' Deborah Kelly. "Montgomery Park" is zo'n nummer dat een beetje de meer punkachtige oorsprong van deze geweldige band aangeeft. Leider en songwriter Willy Vlautin levert zijn beste materiaal hier af en hoogtepunt "Hallway" is werkelijk een topper in het genre. En keer op keer blijkt: Richmond Fontaine beheerst het fenomeen americana tot in de kleinste details.
THE
CARBURETORS
Y'ALL DON'T TELL MY MAMA I WAS HERE
Website : www.thecarburetors.net
Email : thecarburetors@yahoo.com
Label : Chicken-fried Music
www.cdbaby.com
Eerlijk gezegd had ik bij dit album een hoesfoto verwacht van de bandleden rond de opengemaakte motorkap van een sportwagen of trucker. The Carburetors is een viertal uit North Carolina die ons op hun debuut-cd "Y’all Don’t Tell My Mama I Was Here" muziek voorschotelt die uitstekend geschikt is om bij aan je auto te sleutelen. En om daarna, op zaterdagavond, met de smeer nog onder je nagels, de keel bij te smeren. Temidden van dronkelappen zoals u en ik. De participatie honkytonk van "Y'all Don't Tell My Mama I Was Here", spat niet echt in je gezicht, als je deze thuis bij een kopje koffie zit te luisteren. Maar helaas, dat mag niet zo zijn. Maar wie zijn de Carburetors dan wel en hoe klinken ze? Om deze vraag te beantwoorden dient men de website van de band te bezoeken (www.thecarburetors.net), alwaar men verwelkomd wordt op een in North Carolina gevestigd autokerkhof en waar de bandleden Jay Goree, Mark Warwick, Duke Domingue en Billy Munoz je confronteren met een uitspraak van Harlin Howard: "Country music ain't nothin' more than three chords and the truth”. En eerlijk gezegd zo klinkt de cd ook: goudeerlijk en recht voor zijn raap! Verwacht van The Carburetors geen technische hoogstandjes, maar : "Texas Two-steppin' a fine line across Americana, rootsy-folk, rockabilly and high lonesome honky-tonk", gewoonweg simpele en rauwe honky-tonk. Er gaat geen avond voorbij in Austin of ergens speelt wel een bandje als The Carburetors, maar met hun speelplezier en humor staan ze wel garant voor plezierig pretentieloos vermaak.
ALASTAIR
MOOCK
LET IT GO
website : www.moock.com
label : Bad Moock Rising Records
info : music@moock.com
This is one of Boston's best and and most adventurous songwriters. Folk ? Rock ? Roots ? Blues ? Niet zo eenvoudig om deze Alastair Moock in een bepaald hokje te plaatsen. Met zijn doorzopen stem die helemaal niet past bij zijn jongensachtig uiterlijk is dit talent reeds aan zijn vierde cd toe. "Walking Sounds ('97), "Bad Moock Rising" ('99) en "A Life I Never Had" (02) waren de voorlopers van deze "Let It Go" Het wordt alsmaar duidelijker dat Moock meer en meer de Americana / Alt country toer opgaat. Dankzij zijn vele noiminaties en awards vermeldingen is Alastair Moocks stilletjes aan het uitgroeien tot een van de beste singer / songwriters van 2004. Volgens de bijgeleverde bio zou hij iets hebben van John Prine, Steve Forbert en Tom Waits.Maar hij doet mij meer denken aan de jonge Steve Earle, luister maar eens naar "My Famous Leaving Song" ( Mark Erelli op Harmonica ) en "Let it Go". Bij "Red Ribbon Waltz en Standing at Five Corners" met backing vocals van Kris Delmhorst, krijg je eventjes dat Tom Waits sfeertje maar Alastair bewijst met "Death Don't Have no Mercy" dat hij zijn doordrenkte whiskystem op zijn eigen persoonlijke wijze kan gebruiken. Ik kan niet anders besluiten dan positief te antwoorden op zijn vraag "Love Me True" en het gevolg zal niet alleen een "Lovely Day" worden want "When the moon Comes out Tonight " dan is "Everybody's Wondering" waarom dat deze jongeman, die al het podium deelde met oa: Kasey Chambers, Taj Mahal, Slead Cleaves, Ray Bonneville , Mary Gauthier..enz, niet meer in de belanstelling komt. Prachtige produktie van Michel Dinallo (ooit bij de Radio Kings en nu bij de gelegenheidsband The Mercy Brothers aktief). Great songs ( op eentje na allemaal written by AM ) and captivating performances. Inderdaad Benny (ctrl. Alt Country Belgie) een "dikke" kandidaat voor de eindejaarslijstjes. Klasse !!!!!. (SWA ) Met dank aan Desiree Raywood habit@nycap.rr.com (Habit Artist Management)
SI
KAHN
WE'RE STILL HERE
Website : www.sikahn.com
Label : Strictly Country Records
www.strictlycountryrecords
email :scr@pietergroenveld.com
De traditie in Amerika is al oud: De helden zijn: Woody Guthrie, Bob Dylan, Tom T.Hall, Si Kahn, John Prine, Townes Van Zandt, Rodney Crowell, Guy Clark, Si Kahn, en zo kan ik nog wel een even doorgaan....Stuk voor stuk zijn het grootheden op het terrein. Laatst genoemde, Si Kahn, tien tegen een dat je nog nooit van hem gehoord hebt. In een carriere die inmiddels meer dan twintig jaar duurt staat hij borg voor tijdloze kwaliteit, een grote sociale betrokkenheid en een scherpe observatie. Rake teksten, verpakt in vaak mooie melodieen, dat is zijn handelsmerk. Meer dan 200 liedjes schreef hij, en zijn veertiende album "We're Still Here" ging zojuist van de pers. Hartstikke beroemd in eigen kring, dan moet je wel doorgaan natuurlijk. Hoewel zijn naam van deze Amerikaanse activist en singer-songwriter misschien niet bekend is bij het grote publiek is hij iemand die door muzikanten hogelijk gewaardeerd wordt. En zijn liedjes worden vooral in folk en country kringen vaak gespeeld. Zang en tekst staan voorop, dat leerde hij al van zijn vader, die rabbi was in de synagoge. Nogsteeds zingt hij soms wel vijf a capella liedjes per optreden, ook een onderdeel van de Joodse traditie. Die Joodse invloed zorgde er uiteindelijk ook voor dat hij meer tijd besteedt aan vakbondswerk dan aan het optreden. "Liberaal, sociaal voelend en open, dat is de goede kant van het Amerikaanse jodendom. Tegen de slechte kant moeten we ons verzetten". "We're Still Here" is opgenomen in Nederland met een paar gastmuzikanten op verschillende lokaties is de hoofdrol voor Si Kahn en zijn gitaar. Met af en toe bijdragen van een Nederlandse violist en zang van Liz Meyer is het een intieme produktie, die thuishoort in de collecties van alle liefhebbers van oerdegelijk vakmanschap. "We're Still Here" is daarmee een plaat geworden die sfeer uitademt zonder het verleden te vergeten. Het gevolg is dat deze plaat ook een waardig eerbetoon aan hem is geworden maar dan Si Kahn vooral heeft bewezen met een prachtproduct te kunnen komen. In mijn opinie een van de sterkste tijdloze albums van de laatste tien jaar!
THE
HOYLE BROTHERS
BACK TO THE DOOR
website : www.thehoylebrothers.com
label : A Loose Booty Production
info : info@thehoylebrothers.com
'Country swing. Honky tonk. Totally danceable'. -One of the best traditional country band. They play classics by Haggard, Jones, Cash and others. Their originals are so true to form you'd swear they were also penned by the later. They've been at it locally for a year playing every Friday night happy hour at The Empty Bottle. They make the occasional club appearance and should not, I repeat should not be missed. Inderdaad met al die Americana, Roots, Alt. Country, Rockabilly... enz, zou een mens nog vergeten dat er nog zoiets bestaat als gewone, eenvoudige country & western zoals onze noorderburen zo mooi kunnen zeggen. Met twaalf originele songs en een prachtige cover van "No Show" George Jones (Relief's Just a Swallow Away ) zijn de Hoyle Brothers (ondanks de naam toch geen familie van elkaar) aan hun debuut toe. Afkomstig uit Chicago werd deze cd op genomen in Austin Texas en is een getrouwe weergave van traditionele country. A few beerdrinking songs, a pair of two steppers, a couple of barroomshuffles en natuurlijk de truckersongs. Zelfs een tikkeltje Tex Mex krijg je op je bord geschoteld. Jacque Judy ( lead vocals / acoustic guitar en songwriter van dienst) vormt samen met Josh Piet (bass), Lance Helgeson (drums / backingvocals), Steve Doyle (lead & acoustic guitars/ backingvocals ) en Brian Wilkie ( pedalsteel / acoustic guitar & backingvocals ) The Hoyle Brothers. Aardige cd en kunnen wij akkoord gaan met wat onze collega zegt ? :"This IS genuine honky-tonkin' 'cry in your beer' country.(Theo Oldenburg, Alt. Country Cooking, Radio Winschoten, Netherlands). " Zeker en vast.
WARE
RIVER CLUB
CATHEDRAL
website : www.wareriverclub.com
label : Gem Buzz Records
info : info@gembuzz.com
Ware River Club is a five-piece band from Northampton, Massachusetts, built solidly around the vocal and song writing talent of group leader Matt Hebert. The band formed in 1998 from the remnants of several other highly acclaimed New England bands. The first two Ware River Club releases, ("The Bad Side Of Otis Ave" and "Don't Take It Easy" ), have garnered the band critical acclaim for their songwriting, earning them comparisons to such artists as Neil Young and Crazy Horse, Townes Van Zandt, Tom Petty and the Heartbreakers,The Jayhawks, and the Replacements . Their new release combines the best of these and many other influences yet serves up a new and completely unique sound. Matt Herbert (vocals & acoustic guitars), Matt Cullen (acoustic & electric guitars, bass, vocals,piano, keyboards), Bob Hennessy (electric guitars, lapsteel, mandolin), Dn Mc Aulay (drums & percussie) en Scott Helland (bass) vormen de Ware River Club. Met dertien eigen songs is dit een cd geworden van storytelling. Gebeurtenissen die ons dagelijkse leven beheersen. Verhalen van kleine en grote emoties en dat vonden ook Emmylou Harris en The Jayhawks want zij stonden er op om de Ware River Club uit te nodigen voor een gezamelijke toernee. Zij zijn hier te lande nog niet erg bekend maar dat kan spoedig veranderen en voor de mensen die nog moeite hebben om de Ware River Club ergens te situeren , volgende tip : "Take a splash of Robert Earl Keen, a little bit of the Wallflowers and traces of the Jayhawks and you may start to get a feel for the world-weary, ragged splendor of Ware River Club". Met dank aan Rolf Wagner van Gem Buzz Records.
JILL
BARBER
OH HEART
Website : www.jillbarber.com
Email : jill@jillbarber.com
Label : Dependent Music
www.dependentmusic.com
info@dependentmusic.com
Alweer een klein juweeltje uit een schier eindeloze rij van vrouwelijke Canadese singer-songwriters die heel wat in huis hebben. Het vorige album "A Note to Follow So" (2002) van Jill Barber werd in de media goed besproken, maar in tegenstelling tot thuisland Canada verkocht singer-songwriter Jill Barber maar matigjes. Barber verdient het om net zo succesvol te zijn als bijvoorbeeld de uit haar thuisland komende Sarah Harmer. De muziekstijl op haar nieuw album (EP) "Oh Heart" doet me trouwens denken aan de rustige nummers van deze Harmer zoals het nummer "In Perfect Time." Op dit album hoort u akoestische liedjes, meestal in cabaretstijl, die stuk voor stuk meer dan aangenaam in het gehoor liggen. Er wordt hier, traditionele folk met invloeden van bluegrass en jazz gespeeld op topniveau, maar dan meteen ook zo geïnspireerd dat er niet alleen voor puristen veel te genieten valt, maar voor iedereen die van goede muziek houdt. Ze spelen zelfs wat losser dan normaal, maar dat leidt zeker niet tot slordig of nonchalant spel, integendeel, er wordt niet alleen zeer ontspannen, maar vooral ook zeer geconcentreerd gespeeld, waarbij iedereen aan bod komt, en er heel goed naar elkaar geluisterd wordt. Doordat alle leden van haar begeleidingskwartet, the Blue Engine string quartet, aan bod komen is het bovendien een gevarieerd album geworden. Maar wat deze plaat vooral zo bijzonder maakt, is vooral haar klare kinderachtigestem en het hoge niveau van de nummers, vanaf de ingetogen opener "Oh Heart" tot het folky "Somewhere Else"dat de plaat besluit. Eigenlijk heeft het niet veel zin om bepaalde liedjes er extra uit te lichten: er staan namelijk alleen maar mooie liedjes op "Oh Heart". Conclusie: een prachtplaat en een absolute aanrader !
NEKO
CASE
THE TIGERS HAVE SPOKEN
website : www.nekocase.com
the new site is coming soon!
label : Mint Records
label : www.mintrecs.com
Begonnen op haar achttiende als drummer bij verschillende punk / rock bands kwam de Amerikaanse Neko Case in 1997 met haar debuutcd " The Virginian " op de markt. Kon dit album nog beschouwd worden als traditionele country dan kreeg de opvolger "Furnace Room Lullaby"(2000) al meer een alt. country / roots stempeltje. Zij kreeg voor deze schijf lovende kritieken van ondermeer de New York Times. "Blacklisted" verscheen in 02 en was vlees noch vis. Ik had de indruk dat Neko op zoek was naar zich zelf. Blijkbaar heeft ze zich zelf teruggevonden want er verschijnt nu een live cd van haar met de originele titel "The Tigers Have Spoken" Meestal is zo een live cd een compilatie van greatest hits en niet erg aan mij besteed. Neko verrast echter vriend en vijand met nieuw materiaal, selectieve covers en krijgt deskundige hulp van ondermeer The Sadies (If You Know, The Tigers have Spoken), John Rauhouse (pedalsteel) op de Buffie Saint Marie cover "Soulful Shade of Blue" en schitteren Kelly Hogan en Carolyn Mark (waarmee Neko de Corn Sisters vormt) op backingvocals en komen Jim & Jennie and The Pinetops ook eventjes langs. Het is vooral in de ballads dat Neko ons hartje verovert : Favorite, Hex, Blacklisted (titelsong van haar vorige cd) en de knappe afsluiter Wayfaring Stranger. Maar ook het gospelnummertje "This Little Night" met dobro & mandolin, de Loretta Lyn cover " Rated X" en rockertjes als Loretta en Trains from Kancas City geven een indicatie van Neko's prachtige stemcapaciteiten. Prachtig album en het is nu toch stilletjes tijd geworden dat zij eens op de affiche en podium van Blue Highways Utrecht (Nl) komt. If you've seen Neko Case's live show, you'll know the treat you're in for. If you haven't, The Tigers Have Spoken will make quite an introduction. Met dank aan Konrad.
BILLY
DON BURNS
HEROES, FRIENDS
& OTHER TROUBLED SOULS
Website : www.BillyDonBurns.com
Label : IndieMafia Records
www.IndieMafia.com
Thanks to : Martha Moore
martha@somuchmoore.com
Billy Don Burns is een debutant die de oplettende hoesjes lezer wel tegenkwam als songwriter bij o.a. Willie Nelson, Connie Smith, Mel Tillis en Johnny Paycheck, en ook bij opnames van Porter Waggoner en Merle Haggard. Deze namen en de titel van ´s man´s CD "Heroes, Friends & Other Troubled Souls" maken ongetwijfeld duidelijk dat we te maken hebben met een traditional van het zuiverste soort. Niks mis mee, want Billy Don Burns kan zeker een song schrijven en overtuigend brengen ook. De, naar eigen zeggen, invloeden van Johnny Cash haal ik er zo uit, "No Man’s Land" en de ingetogen cover van Cach's "Give My Love To Rose", trouwens, de enige niet-Burns-compositie, zijn echte pareltjes. Andere hoogtepunten zijn o.a. het sterk verhalende "I Was There", de donkere ballade "Dark Side Of The Spoon", de trage honky - tonk in "Patsy" samen gebracht met Willie Nelson en Hank Cochran en "Runnin’ Drugs Out Of Mexico" met weer zo'n geweldig countryverhaal waarin hij toch heel sterk is. Voor de rest blijft het een redelijk commercieel geproduceerd album dat laveert tussen honky-tonk, country rock en de wat rustigere momenten. In het Amerikaanse country aanbod een prettige aanvulling, die geen revolutie zal ontketenen, maar het luisteren zeker waard is. Alle liedjes klinken bij eerste beluistering vertrouwd in de oren en enigszins gewoon, terwijl bij nadere beluistering juist de mix van invloeden iets bijzonders aan de cd geven. Wereldschokkend is het allemaal niet, maar prettig des te meer. "Heroes, Friends & Other Troubled Souls" is een plaatje dat je 's avonds opzet aan de open haard met een Corona binnen handbereik.
THE
CADILLAC HITMEN
TWO IN THE HAT
website : www.cadillachitmen.com
label : Gem Buzz Records
info : info@gembuzz.com
Style: Alternative spaghetti Western punk surf rock. Personnel: Jeff Morris, guitar; Tina Marconi, bass; Steve Toland, drums; Robert Garceau, guitar. Additional Personnel: Chris Elliot, trumpet; Bob Catalano, bass. The Cadillac Hitmen omschrijven hun muziek als " Desert Surf Dragstrip Rock & Roll " in the tradition of artists such as Dick Dale, Link Wray, Ry Cooder en legendarische gitaar groepen als The Ventures en The Shadows.. Elf songs waarvan er vijf live zijn opgenomen. Meer dan 73 minuten instrumentale muziek. Three guys with no past and a gal with no future playing the instrumental soundtrack to their lives... Sounds like heartache and loneliness mixed with tumbleweeds, warm beer and a fistfull of amphetamines blasting from the speakers in your '68 Eldorado as you're tearing through the desert at 90 plus with hot wind in your hair and dust in your teeth... Deze cd zou je eigenlijk in de bioscoop moeten beluisteren, ik krijg de ganse tijd het idee dat ik naar een spaghetti western van Ennio Morricone moet kijken ipv. naar mijn toetsenbord en pc .Gitaarfreaks kunnen hun hartje ophalen met deze derde cd van The Cadillac Hitmen. Eerder verschenen van dit groepje "The Assassin" ('97) en "Tri- State Killing Spree" (2000). Met ondermeer songs van meer dan tien (Cold Sweat) en zelfs achttien minuten (Peyote) is het album "Two In The Heat" ,The Cadillac Hitmen's new CD, easily the best local release in the past year. Met dank aan Europe's most addicted singer/ songwriter Americana label: Gem Buzz Records.
DAVID
OGILVY
MOCKINGBIRD
Website : www.davidogilvy.co.uk
Thanks to : Rob Ellen
www.medicinemusic.co.uk
Collega Rob Ellen zond me deze cd van de voor mij volledig onbekende David Ogilvy. Hij meldde er ook gelijk bij dat "Mockingbird" de laatste tijd tot zijn favorieten behoorde en dat hij de cd dan ook regelmatig draaide in zijn Britse radioprogramma "The Medicine Show". En ja, we kunnen van deze kant van de Noordzee melden dat we het met Rob Ellen eens zijn: "Mockingbird" is een intrigerende plaat van deze schotse singer-songwriter David Ogilvy. Natuurlijk heb ik hier al enthousiast overgedaan, maar nu heb ik hem meerdere malen gehoord, en ik kan je toevertrouwen dat dit naast de nieuwe cd van Ben Harper een van de meest verfijnde cd's is van de afgelopen maanden. Deze David Ogilvy heeft een buitengewoon expressieve country stem waarmee hij op een relexte manier zijn liedjes zingt. Je wordt als het ware door de plaat verrast, voor twaalf van de veertien prachtig gearrangeerde liedjes tekende hij zelf. De overige twee zijn doorleefde covers van Bob Dylan z’n "Tomorrow Is A Long Time" en Townes Van Zandts "White Freight Liner Blues". "Mockingbird" is een geweldige singer-songwriter plaat, en bespeelt op deze tweede cd in eigen productie, ook zelf gitaren, mandoline, tres, pedal steel, dobro, ukelele, whistle en piano’s. Geweldige songs krijgen een geweldige uitvoering en een prachtproductie. Wereldplaat !
VINYLUX
RECORDS
IS THRILLED TO BRING YOU :
THE FLEA BOPS
GIT TO GITTIN '
website : www.vinylux.com
label : Vinylux records
info : info@vinylux.com
The Flea Bops
are a swing/rockabilly unit out of Indian Head, Maryland (just south of Ackokeek!).In
their own words: "This is rockabilly - raw and edgy, just the way we
like it! It'll knock the paint off your walls!" Met hun release van "I'm
Ready" in 2001 staken The Flea Bops voorzichtig hun neusje aan het Rockabilly
venstertje. In true flea Bops fashion, gritty, traditional rockabilly verschijnt
nu de opvolger "Git To Gettin' ". Met hun familie bedrijfje : Wendy
LeBeau : Vocals / Acoustic Bass, Lance LeBeau : drums, Preston LeBeau : Electric
Guitar en vreemde eend in de bijt Ronnie Joyner : Vocals / Acoustic guitar
brengen zij a good collection of covers and hard-hitting originals. Met voor
het eerst een duet cover van Ronnie & Wendy tesamen nl. "You'd Be
Thinking of Me" en natuurlijk een cover van Carl Perkins, ditmaal "I'
m Sorry I'm not Sorry". Zelfs Wendy maakt haar debuut op deze cd als
frontlady met "Skull and Crossbones". Voorts zijn er ook nog covers
van Johnny Horton's "Goodbye Lonesome" en het hilbilly/rocking "Long
blond Hair" van Johnny Powers (titel die onze president zal doen glimlachen).
Alleen covers zullen de meesten zich afvragen? Integendeel, met acht songs
van frontman Ronnie Joyner en eentje van Lance LeBeau moet het originele repertoire
niet onderdoen voor de covers van de oude glorieen. Ontstaan in 1992 geraken
The Flea Bops langzaam maar zeker, maar zeker langzaam (twee cd's op al die
jaren) aan de top van de rockabilly hemel. Zo waren zij ondermeer al te gast
op Viva Las Vegas (Het Rockabilly gebeuren in de wereld) en wij kunnen dit
beschouwen als meer dan verdiend.
The Washington Post wrote: "The Flea Bops, they had a guy playing snare
drum with brushes. A woman on stand-up double bass. A guitarist with the sweetest
'54 Gretsch you'd ever seen or heard. The sound was spare, tight, authentic,
joyful." Voila , zo hoort u het ook eens van iemand anders.
ANDY
GORWELL
UPROOTED
Website :
www.geocities.com/andygorwell
Email : summit61@bigpond.com
Label : AG Music
CD Universe, Tower, Amazon
www.cdbaby.com
Al maanden prijkte het album "Uprooted"(2002) op mijn lijstje van nog dringend te beluisteren cd's. Want wat ik over Andy Gorwells album had gelezen loog er niet om . Enthousiaste recencies vielen hem in de afgelopen jaren in de internationale pers ten deel en uiteraard wilde ik nu wel eens weten in hoeverre dit schijfje ook mijn oren zou weten te strelen. En ja, ik schaar me volledig achter de scribenten die reeds eerder hun liefde verklaarden aan de countryroots van Gorwell. In tien songs , waarvan er negen door hem zelf werden geschreven, roept Gorwell herrinneringen op aan de Parsons/Hillman countryrock, maar evenzeer aan Wilco (Take You Home Tonight) of - en dat zal voor een belangrijk deel worden veroorzaakt door Andy's op Jagger gelijkende stemgeluid- de Rolling Stones. En om die laatste link nog eens kracht bij te zetten, covert deze in Melbourne geboren singer-songwriter op "Uprooted" de Jagger / Richards - compositie "No Expectations". "Uprooted" bevat niet de eerste opnames van Gorwell. Enkele jaren geleden nam hij namelijk al een 7-tracks tellend werkje op, getiteld "Wrong Side of The Town". Of dat net zo'n aanstekelijk geheel was als "Uprooted" weet ik niet, maar ik durf dat debuutschijfje op basis van de heerlijke fingerpicking, twanging, bottleneck roots die op "Uprooted" wordt geserveerd blind aan te schaffen. Ik zou namelijk niets uit het oeuvre van dit aanstormend talent willen missen. Een ster in wording, die bovendien nog eens duidelijk maakt dat Australië voor liefhebbers van rootsmuziek één van de meest interessante en nog verder te ontginnen muziekdomeinen van dit moment is. Hopelijk moeten we ook niet meer lang wachten voor een opvolger van dit prachtige album "Uprooted"
CHRIS
STUART & BACKCOUNTRY
MOJAVE RIVER
website : www.chrisstuart.com
label : eigen beheer
info : chris@chrisstuart.com
Original bluegrass and Americana music with echoes of Alison Krauss, Nickel Creek and Townes Van Zandt , featuring classic vocals, guitar, banjo, resonator guitar, and upright bass. Originally from Jacksonville, Florida, Chris now lives in San Diego. California. In 1993 Chris won first place in both bluegrass and gospel at the Merlefest Chris Austin songwriting contest. En zeggen dat het allemaal begon met de thema song van de serie "Bonanza", het eerste liedje dat Chris met behulp van zijn zus onder de knie kreeg. Naderhand kwam de interesse in Pete Seeger en de liefde / haat verhouding met old time banjo en bluegrass banjo. Dit was de start van een muzikale medewerking bij verschillende bands oa de groep Cornerstone (waarmee Chris drie albums op de markt bracht). In 2002 kwam de man met zijn solo album op de markt (Angels of Mineral Springs) en voor de opvolger "Saint & Strangers"(03) kreeg Chris Stuart versterking van Janet Beazley (banjo, lead & harmony vocals), Ivan Rosenberg (resonator guitar / clawhammer banjo) en Dean Knight (upright bass). Deze bezetting vinden wij ook terug bij hun onlangs verschenen cd "Mojave River" (enkel Dean werd vervangen door Mason Tuttle, mandolin, bass & harmony vocals) die buitengewoon goed ontvangen word in Europa. En zoals de instrumenten al aan geven dit is pure Bluegrass.Dit album opent schitterend met "Dollar Bill Blues" van Townes Van Zandt , de enige cover die je kan terugvinden, de overige elf songs zijn van de hand van Chris Stuart & BackCountry leden. Het is een schitterend voorbeeld van hoe Bluegrass moet klinken, meestal hou ik het na een paar nummertjes wel voor bekeken maar zij verpersoonlijken de verschillende stromingen in de Bluegrass op een effenaf hemelse manier. Vooral de close harmony vocals en natuurlijk de briljante begeleiding maken van dit album een voltreffer. Ps. Inmiddels heeft Ivan Rosenberg de groep verlaten en wordt hij bij optredens voorlopig vervangen door Eric Uglum.
RICKY
SKAGGS
& KENTUCKY THUNDER
BRAND NEW STRINGS
Label : Skaggs Family Records
www.skaggsfamilyrecords.com
Als er iemand van kinds af aan country in zijn bloed heeft, dan moet het Ricky Skaggs zijn. Geboren in Kentucky speelt hij als 7-jarige mee met bluegrass legendes Flatt & Scruggs en wordt op vijftienjarige leeftijd professioneel in de band van Ralph Stanley en maakte later ook deel uit van o.a. de Statler Brothers en Country Gentlemen. Al snel virtuoos op mandoline, fiddle, akoestisch gitaar en banjo snelt hij zijn reputatie vooruit. Zodoende kwam multi-instrumentalist Ricky Skaggs voor het eerst in het nieuws als begeleider van Emmylou Harris, maar al snel bleek hij veel meer in zijn mars te hebben. In Emmylou Harris' Hot Band wordt zijn naam voorgoed gevestigd en maakt hij indruk op Harris' bluegrass-classic "Roses In The Snow". Als Skaggs in '80 besluit een solocarrière aan te vangen is hij direct succesvol. Skaggs komt met prachtige platen, zoals "Sweet Temptation", "Waitin", "History of the Future", "Ancient Tones", "Soldier of the Cross" en "Weapon of Prayer". Op deze platen klinkt de invloed van de bluegrass duidelijk door. Diverse nummer één noteringen en prestigieuze prijzen volgen en nu is hij wel één van de grootste sterren in de country wereld. Ook op zijn nieuwste plaat "Brand New Strings" is heerlijke, traditioneel georiënteerde country te horen. Ricky Skaggs is wel één die altijd vast is blijven houden aan de traditionele countrymuziek, dat toch commercieel zeer succesvol kan zijn. Skaggs heeft een wat dunne, doch sympathieke hoge stem met een jong geluid. Het zijn met name de instrumentale breaks die, ongeacht welk snareninstrument Skaggs ook kiest, smaakvol en indrukwekkend zijn. Op deze plaat zijn misschien wel de meerdere covers het sterkst zoals het door Harley Allen geschreven "Spread A Little Love Around", "Sis'Draper" van Guy Clark, "Lonesome And Dry As A Bone" van Shawn Camp en Doug Kershaw's "Sally Jo". Uiterlijk de ideale schoonzoon is hij voor de modale countryrocker misschien wat te braaf, maar op "Brand New Strings" bewijst hij zijn rol in de Bluegrassmuziek ten overvloede. Mooie comeback !
ALLEN
RAMSEY
website: www.allenramsey.com
label: Wooden Pickle Records
info : allen@allenramsey.com
www.cdbaby.com
This self-titled debut walks the line between roots rock, americana, and alt-country blending well-crafted songwriting, a unique vocal, and superb production. Produced by Byron Hill on Wooden Pickle Records. Debuut cd van de onbekende Allen Ramsey, maar dit zal niet lang meer duren. Want wat deze jongen (elf songs written or co - written) laat horen op dit schijfje verdient ieders aandacht. Singer / songwriter pur sang. Lang geleden dat ik van een debuutcd zo 'gepakt' ben. Het begint al wondermooi met "Be that way again "en"Happy" kreeg een Traveling Wilbury stempeltje. "Stop, listen, love" en "I'd still find a way" drijven op dat prachtige dobro geluidje, terwijl "Tear in my eye" en "Drunk Again" bewijzen dat Allen Ramsey ook een stukje mondharmonica kan spelen en het levende bewijs zijn van beer drinking, bar sing - along songs. Dit is een klein meesterwerkje met ondermeer hemels mooie begeleiding van steel, mandolin, fiddle, piano..enz. A new star is born en zeg dat Swa het gezegd heeft. This is classic troubadour stuff - what the Grammys call “contemporary folk,” - but with a dandy, roots-rock sonic bed under an earnest vocal and ultra-catchy melody. I’m certain of one thing: This is staying right next to the stereo for the next few weeks.” I really like this guy a lot.( From Robert Oermann, Music Row Magazine).
HAROLD
CROSBY
THE TRADITIONAL TRAIN
website : www.crosslink.net
label : Traveler Records /
Cooter Bug Music ( BMI )
info : cros_1@excite.com
"Just because you write, sing or play, it doesn't mean you will be a star. Music, as any other venture, has pitfalls. Song sharks, graft, payola, and big companies who contract interests other than music, and sometimes the artist gets lost in the shuffle." Wijze woorden van deze Vietnam veteraan en president van zijn eigen recordlabel (behaalde in 1992 een award voor het record label of the year). De brave man heeft er ondertussen al een hele carriere opzitten. Zo was hij ondermeer actief bij the Pine Three Boys, The Travelers en The Drifters en verschenen zijn opnames bij acht verschillende maatschappijen. Geen groentje dus. Harold stond ondermeer op het podium met Buck Owens, Dick Curless en Yodlin Slim Clark. Het is dan ook in die buurt dat je de muziek van Crosby moet gaan situeren. De echte ouderwetse country and western met de traditionele instrumenten (fiddle, steel) en de onafscheidelijke vrouwelijke backingvocals. Op dit schijfje kan je enkele live opnames terugvinden ("Born too loose", "Folsom Prison Blues", "Old Slowfoot" ) en het geheel geeft een indruk van nostalgie : een juke box in een klein cafeetje, tevreden ,eenvoudige mensen die op een zaterdagavond een pintje komen drinken en een dansje wagen. Pretentieloze muziek en de mensen die zich geroepen voelen om een ritje te maken met deze "Traditional Train" kunnen gerust opstappen.
T
J R
MIXED EMOTIONS
website : www.tjrmusic.com
label : eigen beheer
info : tjrmusic@hotmail.com
Onder het motto van Bringing Rock & Roll Back To The People kreeg ik van Timothy John Ramirez (zijn echte naam), alias TJR , de opvolger van zijn in 2000 verschenen debuutcd "Rip Roarin' Rock'n' Rol" opgestuurd. " Mixed Emotions " heet het nieuwe schijfje en is voor zover als het kan een two - sided cd. Part een (tracks 1 - 5) is een rockin' electric Blues feeling met ondermeer een cover van de klassieker "Hot Rod Lincoln" terwijl part twee (tracks 6 -10) meer de acoustische toer opgaat. Het is dan ook niet alleen een cd met mixed emotions maar ook een mix van verschillende muziekstijlen. Blues, rockabilly, country, roots allemaal genres die TJR door de loop van jaren onder de knie gekregen heeft. Want het verhaal van TJR is dat van de side -man. Als gitarist aktief in verschillende bands met de meest uiteenlopende muziekstijlen (metal, pop, rap, folk, funk) besloot hij om op eigen benen te staan, en met de herinneringen in het achterhoofd aan Bill Haley, Chuck Berry, Eddie Cochran en blueslegenden als BB.King, John Lee Hooker, Bo Diddley terug te keren naar de rootsmusic. Samen met Eddie Jones (rhythm guitar & vocals), Billy Ray (bass), Bobby Albright (drums) en Robin Nivens en Andrew Ferrara (backing vocals) op part een, en solo op het acoustisch luikje, laat hij duidelijk merken waar hij de mostert haalt. Het heeft dan ook iets weg van "The jumping rhythms and humorous lyrics of Chuck Berry, the darker introspection of J. Cash en de guitar wailings of Stevie Ray & Jimmy Page". Nieuwe naam en zeker iemand om in de gaten te houden.
RORY
JUSTICE
THE ROCKABILLY KID
website : www.therockabillykid.com
label : Golly Gee Records
info : crash@therockabillykid.com
Wild, Loud and Out-of-Control Rockabilly by the youngest cat in the rockabilly scene - Rory Justice "The Rockabilly Kid". Nog maar vijftien lentes jong (13/6/1989) en reeds openingsact voor Billy Lee Riley, Robert Gordon, Big Sandy, Ray Campi, je moet het maar doen ! Maar ja, de appel valt niet ver van de boom want zowel grootvader Robert Lee Justice (honky - tonker in the ' 50) als vader Kenneth "Crash" Justice (met zijn eigen band "Rockaholics") gaven het goede voorbeeld. Met 15 songs (waaronder twee eigen gepende songs met daddy Kenneth, die zowel muzikaal als vocaal aanwezig is op dit album van zoontje lief) opgenomen in de vermaarde Electro - Vox studios in Hollywood California geeft Rory hier serieus van jetje. Covers van onder meer "Tear it up", "Tongue Tied Jill"," Fairlane Rock", "Rebound", "Come on Little Mama", "I'm Ready" laten horen dat dit meer is als Teenage Rockabilly from the USA. Hij heeft dan miscchien nog niet die snikkende, doorleefde real rock & roll stem, maar het komt er toch heel sterk bij aanleunen. Maar met de nodige ondersteuning van oa : Rip Carson (lead guitar, 6 string bass, upright bass) Luis Ramos (lead & rhythm guitar) levert Rory Justice (vocals, acoustic & electric guitars) een puik cdtje af. Momenteel schuimt hij de wereld af met zijn nieuwe groep "Rory Justice and his Rhythm Chasers" met ondermeer Rockin' Ryan aan de rhythm gitaar en brachten zij onlangs nog een 45 toeren singeltje uit : "Sugar Mama / I Wonder if You Wonder". Keep your eyes and ears out for this young man !
STACY MITCHHART
MIDNIGHT BREEZE
website : www.stacymitchhart.com
email band@stacymitchhart.com
label : Dr. Sam Records
Nashville lijkt een onwaarschijnlijke plaats om één van de beste country’s blues /R&B te huisvesten. Na jaren in LA en New York, verhuist Stacy Mitchhart naar Tennessee in 1996. Met een backing van acht bandleden bracht hij zijn nieuw album "Midnight Breeze" uit op het label Dr.Sam Records en bevat twaalf tracks met invloeden van eigentijdse jazz tot de Southern soul. Acht van deze songs zijn originals. Stacy Mitchhart is een 'R&B' man in hart en nieren hetgeen zich weerspiegeld in "Homewrecker." "The funky groove, the thundering horns, the harmonizing background singers, the "morning" lyrics, the raspy voice and the sensual arrangement all live and breathe jook joint". Van "I’ll Play The Blues For You" zijn al zovele covers, maar de manier waarop deze inwoner van Cincinnati dit doet is werkelijk prachtig. "Every Time I Roll The Dice" is misschien wel het hoogtepunt van dit album met een groot rock gehalte. "I Apologize" is zeer emotioneel en komt recht uit het hart. Zijn liefdevolle teksten bevatten woorden die wel iedere vrouw graag wil horen. De verfijnde sax weergalmt solo de emoties van de songs en brengen u tot tranens toe. "Midnight Breeze" is niet uitsluitend een bluesalbum, de prachtige songwriting, de vaardigheden en de grote verscheidenheid van deze 'southern gentleman' geven aan dit album meer dan één uur bluesplezier. Hoewel Michhart's naam en faam grotendeels is gebaseerd op zijn unieke gitaarspel, zijn deze albums niet alleen maar geschikt voor gitaarfreaks. Op dit nieuwe album is te horen dat hij ook een prima zanger is, dat hij virtuoos uit de hoek kan komen maar ook dat hij kan ontroeren en provoceren. Mitchhart is eigenlijk altijd een complete muzikant geweest, die geniet van elke noot die hij speelt. Dat het publiek hem niet of nauwelijks kent, is zeer bizar als je weet dat "Midnight Breeze" weer zijn zesde album is. Het feit dat er prima muzikanten deel uitmaken van zijn begeleidingsband speelt hierbij zeker een rol, maar het is toch vooral de imposante stem van Stacy Mitchhart die "Midnight Breeze" naar een hoger plan tilt. Een stem die nog krachtiger, warmer, soulvoller en sensueler klinkt dan op zijn vorige cd's. Klasse !
VINYLUX
RECORDS
is pleased to announce
BILLER & HORTON
TEXOTICA
website: www.vinylux.com
label : Vinylux Records
info :info@vinylux.com
'Bobby Horton and Dave Leroy Biller are well known and well respected musicians around Texas and way beyond. The list of artists that they have played with reads like a who's who of contemporary American Rockin' Roots music (Deke Dickerson, The Bellfuries, Dave Stuckey, Wayne Hancock, Biller & Wakefield, Cave Catt Sammy, Dale Watson, Nick Curran and The Horton Brothers is just a few). On 'Texotica' the musical talents of Biller & Horton compliment each other the the very maximum. This all instrumentals album mixes guitar instrumentals and steel-guitar tunes, with shades of Speedy West, Jimmy Bryant, Santo & Johnny, Les Paul and lots more'. Deze twee muziekveteranen leveren hier een prachtig staaltje van hun kunnen af. Beide grootheden hebben de krachten gebundeld en Vinylux Records was maar al te blij om een deal af te sluiten met hen. Het resultaat "Texotica" mag er dan ook zijn. Het klinkt een beetje bekend in de oren en toch zijn alle songs origineel van het duo Biller /Horton. Voor de muzikanten onder ons moet dit schijfje iets zijn om vingers en duimen van af te likken. De andere helft van the Horton Brothers (Billy, upright bass) is constant aanwezig op dit album en zelfs Erik Hokkanen komt even langs (fiddle). Dertien knappe instrumentale songs gebracht door twee "helden" van Austin Texas.
THE
BLUE SEEDS
THE BLUE SEEDS EP
Website : www.theblueseeds.com
Email : info@theblueseeds.com
www.cdbaby.com
Het is een mogelijkheid die ik niet onbenut wil laten, mijn grootste ontdekking van de afgelopen week zijn The Blue Seeds. Een band in de stijl van the Cowboy Junkies en Jesse Sykes. Na al het singer-songwriters en het folkgedoe eindelijk weer eens een gezonde stevige en ook zeker subtiele country noir plaat. Met wat optellen en aftrekken een prachtige prima rock plaat met een hoog rock gehalte, zoals we dat zo graag horen. The Blue Seeds zijn inmiddels uitgegroeid tot een volwaardige Canadese groep en de band blinkt soms uit in verstilde country-noir dat door Amélie Laflamme's stem, een mysterieuze lading krijgt. De kwaliteit van de songs is zeer hoog op dit amper vijf tracks tellende EP'tje. Alle songs zijn geschreven door François Dufault die trouwens zeer indringend gitaar speelt op het uitschietende stevige nummer "Amphetamines And Coffee". De sfeer is melancholiek, maar tegelijkertijd mysterieus en rustgevend. De ruimtelijke gitaarlijnen van Mark Goodwin en Dufault bepalen het geluid van deze groep, maar ook het accordeon van Laflamme in "A Quick Killing in Art" verdient een eervolle vermelding. En dan hebben we het nog niets eens gehad over haar stem waarvan ze tenvolste gebruik maakt in dat toch bijzondere nummer "Amphetamines And Coffee" en daarmee garant staat voor ons het nodige kippenvel te bezorgen. Het is misschien dan wel verstandig van ons om deze band maar de Kampioen van de Week te maken.
BILLYBLUES
THIRD SHOT
Website : www.billyblues.org
Email : possum@billyblues
Label : eigen beheer
"Third Shot" is het derde album van Billyblues en bevat originele akoestische blues en covers van klassiekers als John Lee Hooker's "Dimples" and Little Walter's "My Babe". Voor de mensen die graag luisteren naar een trio met rustige bluesmuziek met aangepaste instrumenten als harmonica, slide gitaar en blues mandolin is dit wel een must. De basis van dit album is wel degelijk de blues, maar tevens zijn invloeden van muzikale genres gaande van bluegrass tot rockabilly hoorbaar. De songs die mooi in het booklet voorkomen zijn soms grappig, soms droevig en soms een mix van deze twee. De teksten gaan meestal over liefde en whiskey hetgeen wel zorgt voor bepaalde veranderingen zoals "she was as gone as the roses under three feet of snow" in "Gravel This Road", ook een zin als "I'm all up in the air in a funnel cloud of dreams " in "Blown Away" en de jacht inbeelding "I saw my dead father and I shook his dead hand, he gave me a picture of the promised land " in "High Winds and Hailstones". Buiten de covers zijn de songs geschreven door Mark Lucas en Mike Morris, ze zijn formidabel talenten, zowel tekstueel als muzikaal, bezitten ze samen met Colin Raitiere over prachtige stemmen. Het is ook zo dat deze talenten bijna té gemakkelijk de hoge registers van je emotioneel incasseringsvermogen aanspreken. Deze fraaie composities maken van "Third Shot" een indrukwekkende plaat voor de bluesliefhebbers die ook wat Americana music gericht zijn.
BRAVE
COMBO
LET' S KISS
website : www.brave.com/bo
label : eigen beheer
info : office@brave.com
The New Wave Polka Band.Congratulations ! 2004 is Brave's Combo 25 th year. The Grammy winners for 1999 album, Polkasonic (uit Denton Texas afkomstig) vieren hun zilveren jubileum en hoe kan dat beter gevierd worden dan met een cd die een overzicht geeft van hun succesvolle carriere. Hoe kan je hun muziek het beste omschrijven ? Wel, lees dit maar eens :Brave Combo's musical palette, one can describe them as a groundbreaking world music act, a hot jazz quintet, a rollicking rock'n'roll bar band, a Tex-Mex conjunto, a sizzling blues band, a saucy cocktail combo, a deadly serious novelty act, a Latin orchestra, and one of America's dance bands par excellence. It's all in a night's music for Brave Combo, often in a synergistic fashion that includes everything from klezmer surf rock to rocking cha cha to what The Washington Post calls "mosh pit polka," as well as to the hokey pokey and the chicken dance. And zyedeco, acid rock, Muzak, bubblegum, cumbia, classical, and the twist, to still not exhaust the list. Niet om het mij gemakkelijk te maken maar treffender dan wat hierboven geschreven staat kan deze jongen niet uit zijn mouw schudden. Jeffrey Barnes (clarinet, alto, tenor & bass sax and tambourine), Aian Emert (drums), Carl Finch (accordion, guitar, keyboards and sang) Bubba Hernandez (Bass, tuba, guitar & sang) en Danny O' Brien (trompet) vormen deze Texas polka band. Er staan verschillende klassiekers op dit album : "Red River Valley" , "Let 's Kiss" (ook hier in de lage landen in de jaren stillekes een dikke hit en op bruiloftfeesten nog steeds een gegeerd ambiance nummer), "Cherry Pink and Apple Blossom White", "Dutch Hornpipe", de thema song van "The Simpsons" en "Wilkommen Oktoberfest" (mocht zeker niet ontbreken). Twirl your girl, Swirl in the glow. This is happy tent music. Go round up the neighbors and make them dance . Music for Polka Lovers. Perfect for Dancing. Op naar goud !
JOSIE
KREUZER
BEGGIN ' ME BACK
website : www.josiekreuzer.com
label : She Devil Records
info : shedevil@cox.net
The Hot Rod Queen Josie Kreuzer gives Rockabilly a new twang. The female Hank Williams werd geboren in Buffalo (NY) en ontdekte de rockabilly toen haar een job werd aangeboden in een filiaal van Tower Records. The Collin Kids, Wanda Jackson en Janis Martin (the female Elvis) lieten een onvergetelijke indruk op haar en Josie besloot dan ook om op eigen houtje gitaar te leren spelen. Een songbook van Hank Williams was haar enige hulp als studiemateriaal. Met de oprichting van de band Whistle Bait kon zij de nodige ervaring opdoen (jammer genoeg is er nooit iets officieel verschenen van die opnames) om in 1996 haar eigen Record label op te richten (She Devil Records). In ' 97 verscheen haar eerste cd "Hot Rod Girl" en kreeg net als de opvolger "As Is" (' 99) lovende kritieken. A new star was born in het rockabilly wereldje en zelf omschrijft zij het als volgt : Rockabilly is basically hopped - up blues with a twang and an energetic, raw, savage beat. Rockabilly honky-tonk with a switchblade beat. Think Reverend Horton Heat, with a feminine edge. In 2002 kwam zij met "Beggin' Me Back" op de proppen. Twaalf zelf geschreven songs en een stem die ongetwijfeld doet denken aan de jonge Wanda Jackson, maar Josie heeft inmiddels al lang bewezen dat zij bij de top hoort en samen met Mark Neill (electric & acoustic guitar , vocals), Jeff Graves (upright bass) en Graig Packham on drums bewijzen zij dat the one thing about rockabilly is the simplicity of the melody and the raw, driving beat. If you get to the roots of all music, that's what's there. Net als Wayne "the train" Hancock en Kim Lenz geeft Josie Kreuzer dat country - styled roots rock tintje aan rockabilly. Rockabilly lives on with Josie Kreuzer ! Luister eens naar haar versie van "Red Rose" op de cd "Blastered" (een hommage aan The Blasters) verschenen in 1998. Not Your Ordinary Pussycat ! Klasse.
MIKE
DOWLING
BEATS WORKIN'
Website : www.mikedowling.com
Email : jdowling@wyoming.com
Label : Strictly Country Records
www.strictlycountryrecords
email :scr@pietergroenveld.com
Voor de echte liefhebber van rootsmuziek is Mike Dowling al lang een bekende. Ondertussen heeft onze vriend al zes albums, waarvan zijn eerste twee op het Nederlandse label Strictly Country Records respectievelijk uit 1991 en 1995 zijn verschenen. Zijn eerste plaat "Beats Workin' ", opgenomen in Nashville, stond in verrassend veel jaarlijstjes als betere plaat van het jaar. Maar eens voorzichtig luisteren dus. Maar, dat "voorzichtig" kun je snel weglaten, want Mike Dowling maakt dampende, stevige muziek waarbij je de volumeknop automatisch harder zet. Fantastisch, wat een muziek. Van genres trekt Dowling zich niks aan. Je hoort country, je hoort blues, je hoort swing, een beetje bluegrass, en meestal in een unieke eigen Mike Dowling mix. Deze plaat bleef ik maar draaien, en steeds weer op andere manieren. Het door hemzelf geschreven nummer "Jan's Song" vind ik bijvoorbeeld veel te kort (1:42), dat moet gewoon nog minstens een tiental minuten doordenderen, dus dat werd op herhalen gezet. En hoe vaker je het dan hoort, hoe beter je ook hoort hoe geraffineerd en subtiel het allemaal in elkaar zit. En dat zonder ook maar iets aan kracht te verliezen. Een gitaaraccent wordt bijvoorbeeld aangevuld door het vioolspel van Vassar Clements in de openingstrack "Police dog Blues", "The train that carried my girl from town", "Ace in the Hole" en "Louis Collins", en daaronder zit dan weer een andere gitaarlick die de boel weer versterkt of juist licht ontwricht. Onvoorstelbaar prachtig. En dan die relaxte stem van Dowling. Mooi mooi. Tot op heden heeft hij al een reeks prachtplaten gemaakt. Verbijsterende prachtplaten, mag ik wel zeggen, want ik heb tot nu toe, zeker op dit album, geen slecht nummer kunnen ontdekken. Het verbijsterende zit hem onder meer ook in het feit dat hij nummers van anderen oppakt waar niemand zich ooit eerder aan gewaagd had, omdat het erop leek dat de definitieve versies al gemaakt waren. Maar hij flikt het hem. Echt waar. Je moet het horen om het te kunnen geloven, maar hij doet het: hij maakt een nummer net een tikje ruiger waar dat moet, of een beetje dieper, of met net wat meer power, en je vergeet het origineel. Je kunt ook naar zijn site gaan om daar een paar nummers te luisteren. Maar wees gewaarschuwd: een ernstige verslaving kan het gevolg zijn...
MIKE
DOWLING
SWAMP DOG BLUES
Website : www.mikedowling.com
Email : jdowling@wyoming.com
Label : Strictly Country Records
www.strictlycountryrecords
email :scr@pietergroenveld.com
Van verslaving geproken !! Ook op het tweede album "Swamp Dog Blues" van Mike Dowling moet ik bekennen dat ik nog steeds onder de indruk ben van deze performer, gitarist, zanger en songwriter; hoewel hij al een indrukwekkende reeks platen heeft gemaakt, solo en met anderen. Hier hoor je Mike Dowling in zijn eentje, en buiten een fantastisch bottleneckgitarist is hij ook een uitstekend fingerpicker, flatpicker en slide gitarist. Bovendien zingt hij zoals je de blues hoort te zingen. Het titelnummer van de plaat, dat door hemzelf werd geschreven is meteen een staaltje van zijn kunnen, want hij doet dat zo dat je het gevoel hebt dat je in een kleine bruine kroeg naar hem zit te luisteren. Dat gevoel heb je wel vaker op deze plaat, zeker als hij zingt en gitaarspeelt. Ouderwets klinkende akoestische blues, maar wel prachtig gespeeld en gezongen. De rauwe rand is overal hoorbaar, zoals dat ook hoort in de blues. En soms heb je het gevoel dat je een oerversie van een nummer hoort terwijl dat niet zo is - als Mike Dowling nummers zingt van Big Bill Broonzy, Mississippi John Hurt of Wynonie Harris denkt u wel dat je een oudere versie van het nummer hoort. Kortom - Mike Dowling speelt pure oerblues. Een bijzondere plaat, omdat hier een vorm van deep blues nieuw leven wordt ingeblazen die al lang door iedereen dood is verklaard. Mike Dowling is dan ook een gouden tip, als het ware. Tim O' Brien schreef over hem : “How can a guy who is so in control, who plays with such a beautiful sound, display such excitement and fire? He plays the living daylights out of the guitar.Good job, Mike.”
BUZZWAGON
BREEZY HILL ROAD
www.blindrecordings.net/buzzwagon/
buzzwagon@blindrecordings.net
Label : Blind Recordings
Email : info@blindrecordings.net
De eerste kennismaking vindt een klein jaar terug plaats. Het debuut cd EP "Friends and Future Enemies" van Buzzwagon verschijnt en landt zachtjes in mijn brievenbus. In de weken die volgen, kruipt de muziek langzaam mijn oren in. Hun rootsachtige gitaarmuziek klinkt op het eerste gehoor weinig verrassend. Maar dankzij de melodieën blijf ik luisteren. En zo ontvouwt zich de rijke muzikale begeleiding, die de songs warmte meegeeft. Nu is hun eerste cd "Breezy Hill Road" uit en onderga ik hetzelfde proces. Wederom is er tegenwerking. De uit het Zuid-Engelse Farnborough komende Buzzwagon spelen Americana/rootsrock, een genre dat het niet van vernieuwing moet hebben. Vandaar mijn eerste oordeel ('wat een duffe muziek'). De ervaring leert me door te luisteren. De Engelsmannen zijn trots op hun afkomst, al weten ze ook niet meer precies wat er aan de hand is. De derde song "First weekend" gaat over een persoon die met zijn geliefde door de Californische woestijn rijdt, terwijl uit de radio Buffalo Springfield en Creedence Clearwater Revival schallen, maar is in tekst universeel genoeg om het in de USA goed te doen, want ze maken muziek die rechtstreeks uit de VS lijkt te komen en kunnen zich met gemak meten aan het betere gitaar en rootswerk uit de States. Op enkele aardige vondsten na, moeten Buzzwagon het echter niet van hun teksten hebben. Het leven van alledag komt alledaags voorbij. De muziek van Buzzwagon ligt ergens tussen gitaarrock en folkrock en maakt zich herkenbaar dankzij een fijnzinnig opgebouwde warme sound. Verantwoordelijk daarvoor is Dave Webb, die de vrolijke en melancholieke songs van vocals voorziet. Hoofdverantwoordelijk zijn ook de andere instrumenten; naast de geijkte gitaren zorgen de mandoline en banjo (zoals in de titeltrack) en Mark Peachey aan de bas en keyboards dat de songs mooi vol geraken. Geen instant succes maar een groeiplaat uit Farnborough. "Breezy Hill Road" heeft de potentie om een groot publiek aan te spreken.
KURT
CRANDALL
TRUE STORY
Website : www.kurtcrandall.com
Email : kurt@kurtcrandall.com
Label : Relevant Records
Kurt Crandall begroet Bangor, Maine en wordt getipt om een grote naam te worden onder de 'harp-toting Bluesmen'. Crandall behaalde in 1991 zijn diploma, maar wist daarbuiten al een stevige reputatie op te bouwen omwille van zijn zeer behendige stijl van mondharmonica spelen. Als inwoner van Atlanta, GA en psycholoog van beroep, weet Kurt acht nummers van de elf neer te pennen op zijn debuutalbum "True Story". Zijn stijl van songwriting is levensecht en doet denken aan Fats Waller & Louis Jordan met 'hippity-hoppity-bippity-boppity' getinte liedjesverhalen. 'Chicago grind, westcoast swing, late-club cool & Kansas City Jump' zijn de meest voorkomende stijlen die aanwezig zijn op dit prachtige album waarin hij word bijgestaan door een uitermate bedreven begeleidingsband, voornamelijk de gitaristen Karl Angerer en Pete Kanaras die elkaar zeer succesvol afwisselen. Op "True Story" concentreert Kurt zich voornamelijk op zijn bluesharp . Maar vergis je niet, Hij kan ook zeer gedreven zingen. De plaat is een hommage aan de klassieke blues uit de jaren vijftig. We horen duidelijke West-Coast en Kansas City invloeden. Bovendien past in zo'n ingetogen, dampige "we feel like shit and we love it" plaat een ode aan de blues van Chicago. Met behulp van voornoemde gitaristen, is dit de plaat geworden die Kurt Crandall, altijd al had willen maken. Nou, het werd hoog tijd, Kurt! "True Story" dient regelmatig gedraaid te worden en wordt bij elk draaibeurt beter. Gegarandeerd! Het resultaat is broeierige mondharmonicamuziek, doorleefd, eerlijk en intens swingend en hopelijk blijft het niet met deze debuutplaat, maar voorlopig zullen we deze koesteren en waarderen als het juweeltje dat het is.
BEN
HARPER AND THE BLIND BOYS
OF ALABAMA
THERE WILL BE A LIGHT
website : www.benharper.net
& www.blindboys.com
Label : Virgin Records/ EMI
www.virginrecords.com
Een sociaal bewogen singer/songwriter zo kunnen we Ben Harper best omschrijven. Hij speelt louter akoestische snaarinstrumenten (dobro, bottle-neck), maar dat wil niet zeggen dat het ook alleen maar akoestisch klinkt... Nee ook Ben Harper heeft de effect- en distorsionpedalen ontdekt en die gebruikt hij ook! Zijn stijl is geworteld in country-blues en folk en herinnert beurtelings aan zijn helden Ry Cooder en Taj Mahal. Herinnert ja.... Harper is niet zo'n copycat: hij heeft een eigen stijl die duidelijk te herkennen is en daarom is een nieuw album van Ben Harper meer een feit dan een must. In de 10 jaar dat hij nu platen uitbrengt is er niet veel veranderd, het zijn mooie platen, maar niet schokkend. Echter, dit nieuwe album is de uitzondering die de regel bevestigd! De nieuwe cd van Ben Harper samen met de Blind Boys is wel een absolute must. Ben Harper & The Blind Boys Of Alabama (drie, what’s in a name, blinde zeventigers die al in de business zitten sinds 1939.) Op papier een gouden combinatie, op cd nog oneindig veel mooier. Het idee voor deze samenwerking ontstond toen de Blind Boys het voorprogramma verzorgden voor Harper in Parijs. Aanvankelijk was het de bedoeling dat Ben Harper mee zou werken aan de nieuwe plaat van de Blind Boys, maar de opnamen verliepen zo goed dat "There Will Be A Light" het resultaat is. In acht dagen tijd hebben ze dit album opgenomen waarin een synergie tot uiting komt, die duidelijk maakt dat dit een groot feest moet zijn geweest. De bassen van de Blind Boys, Clarence Fountain en George Scott trekken de zachte emotionele hoge stem van Harper mee naar een bijzonder niveau. Hoewel de meeste songs van de hand van Harper zijn, is dit geen Ben Harper plaat, maar een echte synthese. De bassen van de Blind Boys, Clarence Fountain en George Scott trekken de zachte emotionele hoge stem van Harper mee naar een bijzonder niveau. Harpers band, The Innocent Criminals, wordt door dit prachtige geweld opgetrokken tot een band van wereldformaat. Het meer dan uitstekende materiaal laveert tussen soul, gospel en blues en is tegerlijkertijd eigentijds en tijdloos. Een album dat geen moment inzakt, nummer voor nummer blijft boeien en duidelijk maakt dat Harper‘s werelds beste liedjesschijver is, hetgeen we meteen aanvoelen in de uptempo discoblues openingsnummers "Take My Hand" en "Wicked Man". De eerste climax krijgen we bij "Where Could I Go" waarin hij Al Green in herinnering roept en aantoont een zeer begenadigd zanger te zijn. "Well, Well, Well" is een nummer dat hoort bij het beste en meest intense dat Harper de laatste jaren maakte. Songs als "Church House Steps" en "Church On Time" swingen de pan uit en de magistrale titelsong, de energie die, in al zijn ingetogenheid, uitgaat van dit nummer is grenzeloos. "There Will Be A Light" is een adembenemend mooie plaat en een hoogtepunt in zowel het oeuvre van Ben Harper als dat van The Blind Boys Of Alabama. Dit is het beste album dat Ben Harper heeft uitgebracht en een must voor iedereen die van blues, gospel, Solomon Burke of Al Green houdt.
MARKUS
RILL
HOBO DREAM
website:www.markusrill.net
label : Blue Rose
info : www.bluerose-records.com
Der Deutsche Troubadour aus Wûrzburg, maar alles aan hem ruikt en smaakt naar Texas. Met zijn vierde album (producer Duane Jarvis, ook als muzikant aanwezig op dit Blue Rose album, om. : slide, electic guitar, tambourine en harmony vocals) bewijst "schuurpapier" Markus dat hij zeker niet moet onderdoen voor zijn collega's singer / songwriters uit Amerika. "Hobo Dream" is dan ook een afwisselend album geworden met tien rockin' roots songs (à la John Mellencamp) en drie songs die een meer country tintje, en harmony vocals van Karen Poston kregen. (meisje,wanneer kom jij nog eens met nieuw materiaal op de proppen ?). De 34 jarige Rill kreeg nog meer goed volk over de studiovloer want ondermeer Jim Stringer, Steve Conn, Rick Plant en Billy Block kwamen Markus een handje toesteken. Respectievelijk met gitaar, keyboards & accordion, bass, en drums. Zelfs zijn vriend en landgenoot Dennis Schuetze (zie review oktober album "2174" ) liet zich niet onbetuigd om eventjes langs te komen (dobro). De mensen, die cd's beluisteren tot aan het gaatje, worden extra beloond want Markus doet er nog een solo/acoustisch bonusnummer bovenop (Cyber Space Love Song). De man is momenteel met Rachel Harrington (zie review september) op toernee door Duitsland maar gaat begin 2005 deze cd promoten in Nashville en Seattle met de begeleiding van muzikanten die ook te horen zijn op "Hobo Dream". Het zal daar smullen en genieten worden. Prachtig album !
CHRIS
BERARDO
AND THE DESBERARDOS
PURE FAITH
Website : www.desberardo.com
Label : Lamon Records
www.lamonrecords.com
We hadden al wel het een en ander over deze cd gelezen, maar waren toch stomverbaasd toen we hem voor het eerst uit de speakers hoorden knallen. Chris Berardo and the DesBerardos klinken op "Pure Faith" als het beste van The Eagles, maar heeft ook iets eigenzinnigs. Dit is eindelijk weer eens een band die de kunst van het schrijven van perfecte popliedjes weet te combineren met het maken van uit de tenen komende alt-country songs. Het levert muziek van wereldklasse op. Mooie harmonieën, prachtige pedal steel en een werkelijk fantastische zanger à la John Mellencamp houden de aandacht in twaalf nummers die de gouden middenweg bewandelt tussen pop, rock, country en Americana, lang moeiteloos vast. Uitschieters zijn alvast het popnummer "The Big Show", de rockende titeltrack"Pure faith", de country in "You’ll Know It’s Me" en als laatste genre de Americana in "Dance In The Moonlight". Als deze singer-songwriter uit Silvermine binnenkort niet wereldberoemd is weten wij het ook niet meer.
THE
RACKETEERS
EXIT HELLSVILLE
Website : www.theracketeers.com
Email : eamonndowd@eircom.net
Label : eigen beheer
Info : Claddagh Records
www.claddaghrecords.com
The Racketeers werden in 1997 opgericht en bestaan uit bassist Brian O’Toole, drummer Chris Teusner en songschrijver, zanger en multi-instrumentalist Eamonn Dowd. Hier in Belgie en Nederland is hun vorige cd gewoon aan ons voorbij gegaan, maar dit zal zeker niet gebeuren met hun derde cd "Exit Hellsville" van deze Ierse band. Nu was hun vorig album uit 1999 "Long Time gone" al geen misselijke cd, maar "Exit Hellsville" is nog een klasse beter. Misschien zelfs wel twee klassen beter. "Exit Hellsville" kunnen we omschrijven als met hart en ziel gespeelde rootsrock vol passie die doet denken aan het beste van The Band. The Racketeers hebben sinds hun debuut "By Hook a By Crook" uit 1997 eindeloos getourd en hebben inmiddels een enorme live reputatie opgebouwd. Dat is goed te horen. "Exit Hellsville" is nog strakker, energieker en heftiger dan het debuut. Productie is in handen van Paul Thomas, zeker geen onbekende in het circuit rond Dublin, omwille van zijn vorig werk met Thin Lizzy en de vroegere U2. Hoogtepunt is één van de twaalf nummers "Never Did Never Will" waarin de prachtige stem van Eamonn Dowd echt tot zijn recht komt, nummers die allen door hem werden neergepend en waaraan een accent aan het groepsgeluid werdt toegevoegd door middel van lap steel, fiddle, mandoline, banjo en Hammond. Instrumenten die bespeeld worden door gastmuzikanten zoals Fiachra Shanks, Swifty Swift, Foxy Murphy en Vinnie O'Connor. Liefhebbers van steengoede rootsrock en voor iedereen die toch één van hun vorige albums in huis hebben, kunnen geen seconde om deze fantastische opvolger heen.
NATHAN
JIMSON WEED
Website : www.nathanmusic.ca
email:info@nathanmusic.ca
Label : Nettwerk Productions
www.nettwerk.com
info : sara@nettwerk.com
Met hun vorige cd "Stranger" brak Nathan definitief door in Canada, de Lage Landen en daarbuiten. Volkomen terecht want de old-timey stuff die door de getalenteerde zingende songwriters Keri McTighe en Shelly Marshall ons op deze cd voorschotelde was van internationale allure. De band heeft de afgelopen jaren enorm veel opgetreden en dat is te horen. Op "Jimson Weed" maakt dit vijftal een hechte en uitstekend ingespeelde indruk. Ook in muzikaal opzicht is de band gegroeid. "Jimson Weed" is volwassener dan haar voorganger en is in staat om alle genres te overstijgen zonder dat dit ten koste gaat van hun unieke geluid. Onlangs las ik het volgende over deze nieuwe plaat : "If David Lynch had directed O Brother Where Art Thou, Nathan's music would be the soundtrack". Meer dan genoeg om onze interesse te wekken en gelukkig heeft Nathan ons geen seconde teleurgesteld. Nathan maakt muziek die wel wat lijkt op die van landgenoten The Be Good Tanyas (zie recensie okt.) en misschien nog wel meer op die van het hieruit voortgevloeide hobbyproject Po’ Girl (zie recensie okt.). Traditioneel klinkende muziek die opvalt door onweerstaanbare harmonieën en een lekker eigenwijze instrumentatie. Misschien nog wel eigenwijzer dan bij Po’ Girl, want naast dobro en pedal steel worden ook tuba en trompet niet geschuwd. Traditionele folk ("Sunset Chaser") vormt de basis van de muziek van Nathan, maar ook invloeden uit de country ("Emelina"), zijn zeer dominant aanwezig. "Jimson Weed" klinkt enerzijds traditioneel, maar heeft toch ook iets moderns ("I Left My Station"). En voor iedereen die zich afvraagt waar de link met David Lynch vandaan komt: de sfeer op "Jimson Weed" is lekker donker. Klasse!
TOM
CORBETT
CLOUDLESS BLUE SKY
website : www.tomcorbett.net
label : Roundhole Records
info : lig2@earthlink.net
Na jaren van 'in de schaduw' te staan van andere artiesten besloot Tom om in 2001 de spotlights op zichzelf te richten. Als mandolinist / gitaar speler en gezegend met een stem die perfect past in het folk, rock, bluegrass wereldje. Met het uitbrengen van zijn eerste cd "Upstairs at Charlie" kon hij zoveel 'goodwill' verzamelen dat op de opvolger "Cloudless Blue Sky" bekende artiesten hun ding kwamen doen. Of wat moet je zeggen als ondermeer multi - instrumentalist Greg Leisz, David Hidalgo (Los Lobos), the master himself Herb Pedersen, Robin & Linda Williams, Tom Ball, Bill Bryson hun opwachting komen maken. Met zoveel klasse en instrumenten in de studio (voor de freaks: neem eens een kijkje op de inlay) kan het niet anders of je kan dit allemaal moeilijk in een vakje stoppen. Folk, acousting swing (fishin'), bluegrass ("Let my pony run", "When I get my wheels" , met dat leuk accordionneke van David Hidalgo, reggae ("Island calypso") blues ("Something ' bout the blues", met een prachtige slide van Greg Leisz, Tom Ball op harmonica, jongens wat een pareltje) het prachtige instrumentale "Mary' s Kissin' the Quaker" met alleen Tom op gitaar, mandolin en tenor banjo. Een dikke pluim op de hoed van Tom Corbett, want niet alleen schreef hij bijna al de songs, met een speciale vermelding voor Hello Dad (een mooie hommage aan zijn overleden vader) maar was hij ook van dienst als producer. Hear it for yourself ! Klasse !
THE
SEATSNIFFERS
LET ' S BURN DOWN THE CORNFIELD
website :
www.twinstreet-bookings.com
label : Sonic Rendezvous
info@twinstreet-bookings.com
Het lijkt wel of november het maandje van de Rockabilly gaat worden. Deze maand al reviews van Rhythm Bomb Recordlabelartiesten, Haywire, Trailer Park Troubadours en dan kan Belgisch hoop in bange dagen niet achter blijven. Over wie ik het heb....? THE SEATSNIFFERS natuurlijk. Met dit zelf gekocht exemplaar (op het optreden van Red Rivers & the Seatsniffers in Antwerpen, zie extra support op deze site ) van "Let' s Burn Down the Cornfield" zijn de jongens uit Antwerpen reeds al aan hun zevende cd toe. Voorwaar een hele prestatie in dit apenland. Net als de voorgaande albums is het weer party-time. Rock & Roll, Rhythm and Blues, Rockabilly, Country en zelfs wat ska zijn de ingredienten van de Seatsnifferssoep. Een goeie tip : heet opdienen. Maar eigenlijk zijn de Seatsniffers vooral een live -band die er telkens weer in slagen om die onvervalste 50's sfeer te doen herleven. Met frontman Walter Broes (vocals & guitars), Roel Jacobs (tenor & baritone sax), Piet de Houwer (drums en vocals), Luc Houben (double bass & Fenderbass) beschikt Belgie over een groep die niet alleen in eigen land maar ook in het buitenland regelmatig de pannen van het dak spelen. Misschien daarom zelden of nooit in het sportpaleis van hun stad. Op "Let's Burn Down The Cornfield" (titel refereert naar een song van Randy Newman) brengt Walter samen met Nathalie Delcroix "It'll never come to light", een pracht van een duet met een lekker steelgeluidje van René van Barneveld. Ook de Bluegrass Boogiemen komen even langs op "Depression's got me again". Niet te veel country hoor ik daar al roepen, wees gerust (voor mij mag het wel) ook de pure rock & roll ("Make like a rocket and fly", "I want to know", "Get high") ontbreekt niet, net als de meezingertjes ("Crush", "Gimme Gimme"). Ik ga dan ook volledig akkoord met song 13 (hopelijk brengt het geen ongeluk ) nl : You got It All Mixed Up !
MELONIE
CANNON
Website : www.meloniecannon.com
Label : Skaggs Family Records
www.skaggsfamilyrecords.com
Miles Of Music
Het debuut van nieuweling Melonie Cannon, is bereid volgens beproefd recept van Alison Krauss en soortgenoten. De plaat steunt op een stuk of tien dromerige ballads waarin Melonie de sterren van de hemel zingt. Deze worden hier en daar afgewisseld met onversneden bluegrasssongs waarin het tempo flink wordt opgeschroefd. Dan Tyminski en Ronnie Bowman nemen de backing vocals voor hun rekening, en hun begeleiders zijn niet de minsten, Alison Krauss’ Union Station levert voornoemde Dan Tyminski (gitaar, mandoline), Jerry Douglas (dobro) en Barry Bales (bas). Daar komen onder anderen bij Rob Ickes (dobro), Stuart Duncan (fiddle) en Robbie McCoury (banjo) die vrijelijk mogen excelleren op hun instrumenten. De muzikanten soleren er om beurten lekker op los en spreiden daarnaast een fluwelen bedje voor Cannons verrukkelijke alt. Alles klopt op deze plaat. Het snijdende spel van Jerry Douglas op dobro contrasteert prachtig met de engelachtige vocalen van de zangeres. Wat een smaak en muzikaal vakmanschap worden hier aan de dag gelegd! Maar het is vooral het sterke gekozen songmateriaal dat deze plaat boven andere doet uittorenen. De hoogtepunten zijn talrijk. De plaat opent met het dansbare "Nothing To Lose" : een stemmige song van het soort waarop Cannon op dit album het patent lijkt te hebben. De 'train song': "Westbound Trains", ergens halverwege de plaat, is van hetzelfde laken een pak, een zeer mooi uptempo nummer. Voorts komen we de ballades "Tennessee Roads, "I Feel You Everywhere", "What Took You So Long" en "Sweeter Than Sugarcane" tegen, staaltjes ingetogen werk met veel liefde gespeeld en gezongen. De plaat wordt besloten met "Nobody Hops A Train Anymore" waarop Melonie laat horen horen dat ze ook in een hoger tempo kan zingen, voortgestuwd door een op drift geraakte banjo. Het maakt Cannon klaarblijkelijk allemaal niet zo heel veel uit. Ze zingt hier gewoon voortdurend de sterren van de hemel in de nummers die geschreven werden door haar vader, Buddy Cannon, Matraca Berg, Jim Photoglo, Bill Anderson, Jon Randall, Harley Allen, Leslie Satcher, John Scott Sherrill en Ronnie Bowman. Een prachtige plaat, zowel vocaal als instrumentaal.
THE
PAPER HEARTS
HARD TO SMILE
Website : www.thepaperhearts.com
Label : Heartshape Records
www.heartshaperecords.com
info@heartshaperecords.com
Korte CD, korte bespreking, .......Vijf nummers telt "Hard to Smille", opvolger van het uitstekende debuut "Plans For The Past" van The Paper Hearts. Veel plannen waren er echt niet voor de toekomst want meningsverschillen maakten een eind aan The Paper Hearts, net op het moment dat hun debuut-cd verscheen. De band uit Fayetteville, Arkansas, net zoals Woods Afire (zie volgende recensie), delen ook samen de stal van het label Heartshape Records, telde namelijk drie liedjesschrijvers en zangers: Todd Gill (gitaar, zang), Michelle Obana (gitaar, viool en zang) en Aaron Weidner (gitaar, zang). Todd Gill maakte in de tussentijd deel uit van Lucero, maar heeft die band inmiddels weer verlaten. Aaron Weidner formeerde the New Tragedies in Kansas City en keerde terug naar Fayetteville. Weidner schreef drie van de vijf nummers op "Hard To Smile" waarvan het countryachtige "One Last" duidelijk de uitschieter is omwille van de mooie samenzang van Weidner en Obana. Gill schreef de rocker "Circles" met Dan Holopoff op gitaar en de heldere lead zang van Obana in haar eigen "Tearing Me Apart" is letterlijk hartverscheurend. Deze ep is countryrock van hoge kwaliteit met een goede songkeuze die natuurlijk naar meer verlangt. De aftrap "Hard to Smile" is lekker pittig met veel vaart. Dan gaan tempo en power een tijdje omlaag, waarna de frisse energie van het begin weer opduikt, om sfeervol-rustig te eindigen in "In The Way". En mag ik concluderen: deze vijf nummers zijn meer dan goed en "Hard to Smille" doet uitzien naar een volledige cd, die begin 2005 aangekondigd wordt. Potentieel genoeg dus. Nu alleen nog wat royaler bevestigen. Uitstekende comeback !!
WOODS
AFIRE
AND STILL THERE IS NO SIGN
Website : www.woodsafire.com
Label : Heartshape Records
www.heartshaperecords.com
info@heartshaperecords.com
Woods Afire is niet over één nacht ijs gegaan, aan dit debuut "And Still There is No Sign" is heel lang gewerkt. En dat terwijl de leden van Woods Afire toch geen groentjes zijn. Twee leden zijn zowat de spil van dit zestal, één van de betere, maar tegelijkertijd ook één van de meest ondergewaardeerde bands die Fayetteville, Arkansas ooit heeft gehad. De groep telt twee liedjesschrijvers en lead zangers: Meredith Martin en Bryan Moats, zij schrijven songs die veel weg hebben van literaire korte verhalen. De zowel traditionele (mandoline, viool, banjo, harmonica) als minder traditionele (trompet) instrumenten dragen bij aan deze donkere sfeer. Woods Afire heeft dus de tijd genomen voor het debuut en dat is te horen. Het debuut van deze band is een bijna perfecte plaat met sterke catchy songs met een wat melancholieke inslag. Woods Afire behoort tot de groep jonge Amerikaanse bands die zich niet schamen voor het maken van ambachtelijke muziek die veel frisheid en puurheid uitstaalt. Een deel van deze nummers zijn folkmuziek met een serene akoestische geluid en het andere deel kiest voor een modernere, meer popgerichte aanpak waarbij ik vaak aan the Be Good Tanyas moet denken. Hun breekbare folkliedjes klinken enerzijds traditioneel en ambachtelijk, maar hebben aan de andere kant ook iets fris en eigentijds. Het is een combinatie die prima uitpakt want "And Still There is No Sign" is een cd die vele malen warmer is dan de titel doet vermoeden en zal snel uitgroeien tot een van de favoriete cd's van het moment. Warm aanbevolen.
DAVID
CHILDERS
AND THE MODERN DON JUANS
ROOM #23
Website : www.davidchilders.com
Label : Silver Meteor Records
Info : ramseurrecords@aol.com
Distr. : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
David Childers behoort tot het selecte groepje van volstrekt ten onrechte vreselijk genegeerde singer-songwriters. Deze advocaat uit North Carolina levert met "Room #23 " zijn zesde plaat af en werd geproduceerd door Don Dixon. De plaat laat een heerlijke mix van countryrock, rockabilly en americana horen, waarbij Childers op voortreffelijke wijze begeleid wordt door zoon Robert Childers (drums) , Penn Dameron (bas), Eric Lovell (gitaar) en producer Don Dixon zelf (keyboard, back up vocals).In een begeleidend schrijven is te lezen dat bassist Penn Dameron (drukke werkzaamheden als rechter) en gitarist Eric Lovell (voor zichzelf begonnen) de band inmiddels hebben verlaten.Vanaf het beginnummer heb je direct in de gaten dat je met een topproductie te maken hebt. Bij het nader beluisteren schieten de namen van Billy Joe Shaver, Sleepy Labeef en Calvin Russell door mijn hoofd en als de band terugtreedt en David Childers meer akoestisch naar voren treedt worden herinneringen aan Steve Earle en Townes van Zandt naar boven gehaald. Met deze verwijzingen wordt niet gesuggereerd dat we met een kloon te maken hebben. IVan bij de samen met Jill Davis gepende opener “I Was The One” is dat trouwens ook meteen duidelijk. Da’s namelijk onweerstaanbare, tot meestampen uitnodigende roots rock zoals we die recentelijk bijvoorbeeld ook nog door Joe Fournier geserveerd kregen. Vervolgens is er het al even aanstekelijke “38th Street” dat in de één of andere berookte bar ver na middernacht het levenslicht lijkt te hebben gezien. Prima rootsy stuff! En dan is er het springerig twangende “Her Side Of The Story” over “haar” en over hoe ze enkel de narigheid uit hun verleden samen onthield: “All she remembers is the way I made her cry…”Titelnummer “Room #23 (Culpepper Virginia)” is pakkende, beklijvend opgebouwde roots rock en in “Hardwood Killing Floor” komt Childers uit de hoek als een country-uitvoering van Don Dixon. De mooiste nummers van de plaat vonden wij in het tweetal “The Prettiest Thing” en “Lucky Stranger”. Het ene een prachtige Americana love-gone-wrong-song, het andere het schitterende, verstilde slotakkoord van dit uitstekende album. Vooral “The Prettiest Thing” met opnieuw een instrumentale hoofdrol voor Eric Lovell waart al enkele dagen ononderbroken in ons hoofd rond. "Room #23" kan zich meten met het beste werk van bovenstaande coryfeeën en dit voortreffelijk album heeft hopelijk zijn naam in rootsland definitief gevestigd.
MARK
MCKAY
SHIMMER
Website : www.markmckay.com
dionysus@markmckay.com
Label : Toadfish
www.toadfish.org
www.cdbaby.com
Wellicht dat jullie Mark McKay nog kennen als zanger/gitarist van rootsrockband Sixty Acres. Tegenwoordig is hij solo. "Live At The Memory Hotel" is zijn vorig album hetgeen de opvolger was van zijn debuut album "Nothing Personal" uit 2001. Deze vorige albums waren hoofdzakelijk akoestisch getint met steun van de band June Star en Kris Delmhorst die de backing vocals voor haar rekening neemt hetgeen ze ook op dit nieuwe album "Shimmer" doet op het sfeervolle "Sweet Temptation" en "U - Eye". Naast een ingetogen liedje als "Nashville", hoor je een krachtige, spetterende rocksong in de opener "Rain (Like A Hallelujah)". Je krijgt nooit het gevoel van dat je overvoert raakt. McCay pende tien van de elf liedjes zelf en coverde enkel op een toch bijzondere manier "Side Of The Road" van Lucinda Williams. De knappe songs van Mark McKay geven "Shimmer" haar meerwaarde en als u weet dat dit album geproduceerd werd door Steve Earle sideman Eric 'Roscoe' Ambel en meestal terug te vinden is in al zijn glorie op deze songs.... En dan weet je wel, hé. De elektrische gitaar wordt ditmaal inderdaad niet langer gespaard. "Shimmer" weet anno 2004 zowel de liefhebbers van gitaarmuziek als liefhebbers van Americana te bekoren en dat is knap. Hij staat op de kaart. Anders gezegd: ik kijk nu al uit naar zijn nieuwe studioplaat
THE
TRAILER PARK TROUBADOURS
UNHITCHED
LIVING IN ALUMINUM
www.unhitched.com
label : Rugburn Records
info : www.unhitched.com
'Woody Guthrie sang about trains. Red Sovine sang about trucks. We sing about trailers'. 'Like a rolling home', inderdaad bij de neefjes Flem (harmony vocals, acoustic & slide guitars) en Antsy Mc Clain (lead and harmony vocals, acoustic guitar & harmonica) draait alles om trailers. Hun groepsnaam danken ze zelfs aan de Sammy Kershaw's hit uit 1993 "Queen of My Double Wide Trailer". Je kan het beschouwen als een uit de hand gelopen hobby maar het is ondertussen uitgegroeid naar zes albums op tien jaar tijd. Country with a traditional rock edge en de humor blijft niet achterwege. Het is een mix van the big comedy uit de jaren ' 80 en de rock & roll tunes uit de 70's. Op tournee en in de studio worden zij meestal bijgestaan door a three - piece back - up outfit called The Sons of Hitches Band en op "Unhitched"(2003) zijn dat Richie "Rimshot" Allbright (percussie), Bee "Dan" Spears (bassguitar ) en Jeff "The guitarist formerly known as Prince" King (guitars). Zelf beschouwen de jongens hun muziek als : 'we are playing a style of music they call "Folkabilly". In ieder geval, ik ga er van uit dat waar de Trailer Park Troubadours op de affiche staan er niet alleen een show is van allerhande trailers, mobilhomes enz, maar dat er ook een serieus feestje wordt gebouwd. The Troubs zouden de oversteek eens moeten doen naar de lage landen. Luister eens naar hun live cd "Living in Aluminum "(2003)....the Smothers Brothers meet the Blues Brothers. 'There's a party going on' !!! Having a good time Tonight !!! And don't forget : It Ain't A Home T'il You Take The Wheels Off. (SWA)
JIM
WILSON
SIMPLE THINGS
website : www.jimwilson.wormypeachmusic.com
label : eigen beheer
info : jim@wormypeachmusic.com
'Rockin' modern country with heart -stirring male vocals'. Niet zo recent dit cd'tje van onze brave vriend Jim, maar toch de moeite waard om eens onder de loep te nemen. Jim Wilson was er vroeg bij want op zijn tiende levensjaar hing hij de gitaar om de buik om in een bandje te gaan spelen met gasten die verschillende jaren ouder waren. Maar met kijken naar en luisteren naar kan je veel opsteken en Jim was dan ook danig onder de invloed van mensen als Steve Earle, The Boss, John Prine, Jackson Browne. Bovendien ging zijn interesse uit naar old Motown en Sax stuff, pure lonesome hillbilly, songs van Merle Heggard, George Jones, Emmylou Harris. Met de verhuis van zijn geboorteplaats Northeast Arkansas naar Austin en Memphis, waar de man tegenwoordig verblijft, kon Jim al die invloeden bundelen om zelf songs te schrijven. Met als resultaat "Simple Things", 'most of the songs are about everyday life...friends, family, love, eldery mentors...' dingen die voor ieder van ons wel iets betekenen en waarin de meesten zich ook hier en daar wel in zullen herkennen. Zo is er de prachtige song "Lost without your Love" dat eigenlijk een weerspiegeling is van het sfeertje op deze cd. Melodieuze en romantische zielen zullen in "Simple Things" hun gading vinden. Bovendien krijgt Jim Wilson muzikale ondersteuning van een hele reeks gasten die ondermeer bij de Dixie Chicks, Willie Nelson, John Prine en the Mavericks van de partij zijn. Sfeervol album voor bij de openhaard in deze herfst en winterperiode. Songwriting and Storytelling.
WILL
BRANCH
PRESS ON
Website : www.willbranch.com
Email : willrbranch@yahoo.com
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com
2004 is al lang een fantastisch jaar voor de rootsliefhebber met een bijna onophoudelijke stroom prima releases. Will Branch is slechts in kleine kring bekend, maar dat moet gaan veranderen met deze cd "Press On", want wat is dit goed ! Dit album staat vol akoestische blues met een vleugje country gaande van old timey music tot american roots music. Muziek die de sfeer van het platteland in het zuiden van de Verenigde Staten ademt. Muziek die doet terugdenken aan Mississippi John Hurt en andere fingerpickers. Muziek die je weet te raken zoals alleen roots/blues dat kan. Een gitaarvirtuoos is Will Branch niet, een briljant zanger ook niet,maar op een of andere manier valt alles op zijn plaats. Al jaren een belofte, maar nu toch definitief een van de rootssensaties. Hij is al bijna een jaar uit maar toch kom ik er op terug want de plaat die ik blijf draaien is deze betoverende plaat die je niet meer uit je speler krijgt als je hem eenmaal hebt gedraaid. Will Branch verkeert op deze plaat in bloedvorm, waarbij hij wordt ondersteund door een indrukwekkende gastenlijst: Ken Haferman (banjo), Dave Fox (fiddle, washboard), John Nicholson (Frogwater / slidegitaar), Susan Jeske-Dermody (eveneens Frogwater / fiddle) en Lil’ Rev (mandoline). Met deze cd heeft Will Branch zichzelf overtroffen. Ik weet dat het overdreven klinkt, maar toch. De plaat is wat harder en directer opgenomen en de gitaarwerk van Branch is wat meer naar voren gehaald wat een bijzonder effect geeft hetgeen resulteert tot hoogstaand eigen materiaal in een mix van old-timey blues en roots. Eerste klas aanrader!
ANAIS
MITCHELL
HYMNS FOR THE EXILED
website : www.anaismitchell.com
Email : anais@anaismitchell.com
Label : Waterbug
www.waterbug.com/mitchell.html
Anaïs Mitchell is afkomstig is uit de Amerikaanse staat New England, een staat die bekend staat om haar vele vrouwelijke singer-songwriters in het folkgenre. Het was dan ook niet makkelijk voor Anaïs Mitchell om een plekje te veroveren in de muziek-scene, maar uiteindelijk is dat wel gelukt. Dat is niet zo vreemd, want hetgeen dat Mitchell ons op haar tweede album "Hymns For The Exiled" voorschotelt is van zeer hoge kwaliteit. Op het gerenommeerde "Kerrville Folk Festival" won ze vorig jaar de "New Folk Award". De muziek van Mitchell bevat elementen uit folk en een weinig country, waardoor ze zeker niet een ééntonig album heeft afgeleverd. "Hymns For The Exiled" bevat ingetogen folksongs met teksten die persoonlijk als politiek getint kunnen zijn . De steeds weer verrassende arrangementen zijn de ene keer sober en de andere keer juist zeer uitbundig. Het enige dat gelijk blijft is de hoge kwaliteit van de songs van Anaïs songs waarvan de teksten trouwens beschikbaar zijn op haar homepage. Dit is zo'n cd waar je niet te snel over moet oordelen. Luister even snel naar een of twee nummers en de kans is groot dat je het wat te gewoontjes of te braaf vindt. Na een tijdje kroop deze cd onder onze huid en inmiddels zijn we er stiekem aan verknocht. Moeilijk te zeggen waar dat nou aan ligt. Mitchell zingt op een hele bijzondere manier en haar liedjes hebben iets ouderwets. Tijdloos is misschien een beter woord. Mitchell draai je laat op de avond en ontspant, maar tegelijkertijd is het toch ook een spannende plaat. Geef je over aan deze cd en je vindt het prachtig of je vindt het helemaal niks. In het eerste geval heb je een cd om de herfst en winter mee door te komen, in het tweede geval vindt je vast wel iemand die je er heel blij mee kunt maken. Voor ons is "Hymns For The Exiled" een uitstekende cd waarmee Anaïs Mitchell zich in een keer tot de top van de hedendaagse singer-songwriters mag rekenen.
Naar aanleiding van de tour van David Olney in Nederland volgen hier recensies van zijn meest recente studio-album, aangevuld met drie live-albums zodat U zeker gedurende deze tiendaagse tour een plaats wil bekomen om deze singer-songwriter aan het werk te zien. De 55-jarige Amerikaanse Olney werd in New Hampshire geboren en begon, beïnvloed door de folkmuziek van zijn tijd, rond zijn 13e levensjaar met gitaarspelen en zingen. Inmiddels woont hij in Nashville en heeft een indrukwekkende discografie op zijn naam staan. Daarop begeeft hij zich op de grensvlakken van de Amerikaanse folk. Zijn meest recentealbum "The Wheel" kwam uit in 2003 en kreeg lovende kritieken. Door zijn muzikale collega Townes van Zandt (zelf een icoon op folkgebied) werd David Olney terecht "one of the best songwriters I've ever heard" genoemd. Zijn werk bereikte een groot publiek doordat artiesten als Emmylou Harris en Linda Ronstadt nummers van hem opnamen. Zelf heeft Olney zich altijd min of meer in de muzikale onderstroom begeven en dat bevalt hem goed. Hij zegt hierover: "When you're 20 years old, you just want to be famous so badly, and I think it can be a real disaster artistically. There's a certain freedom in working in the fields of obscurity that I really enjoy." Zijn platen zijn enorm veelzijdig en wat betreft live-optredens heeft hij een grote staat van dienst. Ook in Nederland trad hij regelmatig op. Zo stond hij vorig jaar nog op het Take Roots festival in Assen. David Olney live zien en horen is een indrukwekkende gebeurtenis. Met een sobere, maar intense podiumverschijning brengt hij zijn nummers vol overtuiging. Afwisselend gevoelig, dan weer rauw en expressief. Zijn muzikale oeuvre bevat verhalende nummers naar aanleiding van historische gebeurtenissen, geschreven met een groot inlevingsvermogen, maar ook veel persoonlijke nummers en de nodige gevoelige liefdesliedjes. Tijdens de concerten van 17 nov. tot 27 nov zal David Olney worden vergezeld door gitarist Thomm Jutz.
DAVID
OLNEY
THE WHEEL
www.davidolney.com
Label : Loudhouse Records
www.loudhousemusic.com
Booking : Musemix
www.musemix.com
joanna@musemix.com
David Olney imponeerde in 1995 met het album "High, Wide and Lonesome", waaraan een keur aan Grote Namen meedeed. Wat te denken van Rick Danko, bijvoorbeeld, of Flying Burrito’s Sneaky Pete Kleinow, om maar een greep te doen. "Border Crossing" werd oorspronkelijk in 1992 uitgebracht, maar was slechts een beperkte tijd verkrijgbaar. Het is dan ook het meest gezochte album in het omvangrijke oeuvre van David Olney, hierin toont hij zich als een fijnzinnig singer-songwriter, die een breed scala aan stijlen tot in de puntjes beheerst. Deze moderne troubadour heeft met zijn nieuwe album "The Weel" bewezen dat hij nog steeds een antieke conceptplaat kan afleveren waarin hij de onvermoeibare, vaak geniale schrijver is van afzonderlijke liedjes. Door de soberheid en eenvormigheid van hun muziek willen platen van sommige singer-songwriters nogal eens onderling inwisselbaar zijn. Voor deze moderne troubadours is een plaat niet meer dan de som van de individuele songs die hiervan deel uitmaken. Olney vormt hierop een uitzondering. De constante kwaliteit van zijn songs (muziek en teksten), de variatie in stijlen en de thematische inslag van zijn platen maken dat elke volgende plaat zich onderscheidt van alle vorige en een zelfstandige plaats in zijn oeuvre inneemt. Neem nu zijn nieuwe studioalbum "The Wheel". Het is zijn zoveelste plaat, maar zeker niet de dertiende in een dozijn. Tien songs van eigen hand zijn hier gegroepeerd rond het thema 'wiel' en vormen ondanks de afwisseling in stijlen een sterke eenheid. De plaat is gelardeerd met korte songfragmenten waarvan sommige door anderen worden gezongen. Dromerige ballads als "Now And Forever" overtuigt Olney ons het meest. Melodie, tekst en zang vormen hier een perfecte eenheid. De stem van Olney lijkt geschapen voor het zingen van zijn eigen ballads. En hoe bedroevend mooi vertolkt David zo’n liedje toch! Voortjagende en onstuimige rocker "Big Cadillac", midtempo-song "Voices On The Water" en een rustig walsje "Stonewall" trekken hier aan de luisteraar voorbij. Heeft Olney in zijn rocksongs nogal eens de neiging zijn stem te forceren en zich te overschreeuwen, zijn ballads zingt hij daarentegen prachtig en welhaast onovertroffen. David Olney heeft vele mooie liefdesliedjes geschreven, maar "Now And Forever" en "The Girl I Love" zijn de meest lyrische en ontroerende songs en bezorgen de luisteraar kippenvel. Klasse !
DAVID
OLNEY
WOMEN ACROSS THE RIVER
www.davidolney.com
Label : Strictly Country Records
www.strictlycountryrecords
email :scr@pietergroenveld.com
David Olney is een singer-songwriter van het allereerste uur en kan slechts weinigen in dit genre zijn gelijke noemen. (Hier gaan de gedachten onwillekeurig naar zijn overleden vriend Townes van Zandt uit.) In de loop der jaren heeft David Olney een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd met het uitbrengen van vele studioalbums. In 2002 verscheen het live album "Women Across The River" en waar het cliché wil dat muzikanten een live-plaat uitbrengen om een periode van creatieve armoede te overbruggen, gaat dit wel voor veel singer-songwriters niet op. Singer-songwriters zijn de troubadours van deze tijd en komen het best tot hun recht wanneer zij het podium niet hoeven te delen met anderen en zijn aangewezen op hun stem en gitaar. Laten zij zich in de studio nog wel eens spaarzaam begeleiden door andere muzikanten, live spelen de meesten van hen – al dan niet uit financiële nood – solo. Voor David Olney geldt dit bij uitstek. Zijn warme luisterliedjes gedijen het best in een intieme setting. Bovendien beschikt hij over een goede, krachtige stem die geen al te prominente instrumentale begeleiding verdraagt. Daarom is "Women Across The River" geen overbodig tussendoortje, maar een volwaardige plaat waarop de beste songs van David Olney in de best denkbare uitvoering zijn verenigd. Het album telt veertien songs van eigen hand, die bij verschillende gelegenheden in Nederland zijn opgenomen in de periode 1996-2001. De meeste hiervan zijn rustig en verhalend van toon. Hoogtepunten hieronder zijn "Saturday Night And Sunday Morning", "I’ll Fall In Love Again" en "Solid Gone". Deze songs worden afgewisseld met een enkele rocker als "Bathsheba’s Blues" en "If I’d Have Known I Couldn’t Do It". Met "Women Across The River" heeft David Olney een nieuwe diamant aan zijn kroon toegevoegd.
DAVID
OLNEY
ILLEGAL CARGO
www.davidolney.com
Label : Strictly Country Records
www.strictlycountryrecords
email :scr@pietergroenveld.com
Weinig singer/songwriters zijn zo productief als David Olney. Bijna elk jaar brengt hij een nieuwe studioplaat uit en deze gestage stroom wordt zo nu en dan slechts onderbroken door een live-album. Niet zelden lijdt kwaliteit onder kwantiteit, maar David Olney beschikt over en schier onuitputtelijke inspiratie. Deze moderne troubadour heeft nog nooit een slechte plaat gemaakt. "Illegal Cargo"(2004) telt 14 songs die de afgelopen jaren bij verschillende gelegenheden in Nederland zijn opgenomen. De plaat vormt zo een welkome aanvulling op zijn vorige live-album "Women Across The River", dat uit dezelfde periode opnamen putte. Met zijn verhalende liedjes, mooie melodieën, sobere gitaarspel en zijn prachtige stem weet David Olney ons hier andermaal te raken. "Illegal Cargo" kent verschillende hoogtepunten. Olney heeft vele mooie liefdesliedjes geschreven, maar "If My Eyes Were Blind" is zijn meest lyrische en ontroerende. In Lean And Hungry Years" laat Olney zich vergezellen door onze eigen Ad Vanderveen en samen bezorgen zij de luisteraar kippenvel. Ook de titelsong en het intieme "All Of The Love" dingen om de gunst van de luisteraar. "Illegal Cargo" eindigt met "Snowin’ On Raton" van Townes van Zandt. Waardiger dan met dit eerbetoon aan de grootmeester had deze plaat niet kunnen besluiten.
DAVID
OLNEY
LIVE IN HOLLAND
www.davidolney.com
Label : Strictly Country Records
www.strictlycountryrecords
email :scr@pietergroenveld.com
"Illegal Cargo" is pas dit jaar verschenen en nu dient zich warempel weer een heruitgave van zijn eerste live-plaat uit 1994 aan tevens ook op het Nederlandse label Strictly country Records. "Live In Holland" luidt de titel van dit album.Veel onderscheid maakt deze titel niet, want bijna al zijn live-albums zijn in Nederland opgenomen. "Live In Holland" bevat de registratie van een optreden van onze favoriete singer/songwriter in The Stonevalley Country Club in Lichtenvoorde in het najaar van 1993. Die avond speelde Olney, slechts vergezeld van zijn gitaar, mooie intieme liedjes als "Poor Clothing", "That’s Why She’s With Me" en "What Would I DoWithout Your Love". Ook vertokte hij verschillende songs die inmiddels zijn uitgegroeid tot ware klassiekers in het genre: "Jerusalem Tomorrow" en "Vincent’s Blues". Niemand minder dan Steve Young stond David Olney die avond terzijde in het nummer Rose Tattoo. David Olney staat in een muzikale traditie waarin Townes van Zandt hem voorafging en hem tot voorbeeld diende. Zelden of nooit laat David Olney na tijdens zijn optreden eer te betonen aan deze troubadour. Met zijn uitvoering van het door Townes geschreven "Rex’s Blues" bezorgde hij het publiek die avond in de herfst van 1993 koude rillingen. Wij zijn blij dat we er met deze heruitgave van "Live In Holland"getuige van mogen zijn.
JASON
RINGENBERG
EMPIRE BUILDERS
www.jasonringenberg.com
Label : Courageous Chicken Music
Shoeshine Records
Thanks to : Rob Ellen
www.medicinemusic.co.uk
De Amerikaanse groep Jason and the Scorchers werd omstreeks 1981 opgericht in Nashville, Tennessee. De band bouwde snel een goede live-reputatie op. In het midden van de jaren tachtig werd Jason and the Scorchers als een van de belangrijkste cow-punk bands beschouwd. De groep speelde een muziekstijl, waarin country en rock and roll een belangrijke rol speelden. De op een boerderij opgegroeide Jason Ringenberg (zang en gitaar) was het middelpunt van Jason and the Scorchers. In zijn jeugd legden folk, bluegrass en countrymuziek de basis voor zijn muzikantschap. Na zijn verhuizing naar Nashville begin jaren tachtig ontmoette Ringenberg Hodges, Johnson, en Bags. Als Jason and the Scorchers werd een eerste ep opgenomen. Dankzij een tournee waarin de groep in het voorprogramma van R.E.M. speelde, brak zij door. Het eerste album van Jason and the Scorchers verscheen in 1983. Op "Fervor" zong Michael Stipe (R.E.M.) enkele achtergrondpartijen en droeg bovendien "Both sides of the line" bij. Het enige nadeel van dit prachtige country-rock album is het feit, dat hij te kort duurt. "Lost and found" wordt door velen als het beste album van Jason and the Scorchers beschouwd. Dat kwaliteit niet automatisch hoge verkoopcijfers tot gevolg heeft, onderstreepten ook de volgende albums van deze band. Na een tournee met Bob Dylan ontbond Jason Ringenberg Jason and the Scorchers en begon aan een solocarrière. Niet dat Ringenberg zijn verleden helemaal weggooide, hij bracht er alleen meer vuur in. Maar toch...acht platen en drie solo cd's verder keert hij terug naar zijn roots. Er gebeurt niks revolutionairs, maar het is zo'n plaatje waar je met een glimlach naar luistert, zeker na enkele luisterbeurten. Daar waar zijn Scorchers immer stevig door rockten, neemt lonesome cowboy Jason Ringenberg flink gas terug op zijn nu al vierde solo-album en levert hiermee een sterk en gewichtig album af. En dat kan soms even wennen zijn, want waar zang eerder minder belangrijk leek, moet hij het er nu juist van hebben. Gelukkig blijkt hij er een onweerstaanbaar aandoenlijke stemgeluid aan over te houden. De stem en de songs zijn dan ook voor elkaar bestemd. "Yes I Am An American From Normandy To Vietnam", scandeert Jason in het cd-boekje. Net als ieder ander helder denkend mens, is hij niet gelukkig met de huidige politiek die Bush op dit moment voert. Omdat hij gekleed in cowboy-outfit, tijdens de tournees een duidelijk doelwit was voor de Europeaanse bevolking, die Ringenberg maar wat graag op het Amerikaanse beleid wilde aanspreken, is deze cd dan maar zijn antwoord geworden. Wij zijn tenslotte zijn Europese neven en nichten! Met "Empire Builders" laat hij zien dat Amerika toch ook nog creatieve, vooruitstrevende en menswaardige daden kan doen. Het album slaat grotendeels op Amerika uit pioniersoogpunt, zoals bijvoorbeeld zijn eigen achter-grootouders uit Vlaanderen vertrokken om in de negentiende eeuw, overzees een nieuw leven te beginnen. Ze gaven onderdak en hielpen daarna op hun beurt de nieuwe immigranten in dat land. Hij laat zien wat goed was en vraagt af wat niet. "Empire Builders" opent met "American Question", een korte song waarin Ringenberg zich afvraagt in hoeverre de Amerikaanse politiek leidt tot isolement van het land. Het album sluit af met "American Reprieve", waarop Ringenberg een nagenoeg vergelijkbare, bittere tekst voordraagt op het dwingende ritme van een Indiaanse chant. Tussendoor verbaast de man zich over het feit dat er midden in Duitsland plotseling een vlag van de Confederatie opduikt, een herinnering aan de burgeroorlog die het zelfs in zijn thuisstaat Tennessee liever niet ziet. Hij maakt zich vrolijk in Melre Haggard’s "Rainbow Stew", neemt het op voor de kleine lui in "Tuskegee Pride" en schrijft een pracht van een love ballad met "She Hung The Moon (Until It Died)". Vooral "Half the Man" is geslaagd songschrijverschap, terwijl hij op twee stukken nog even lijkt voort te borduren op zijn vorige album "A DAY at The Farm With Farmer Jason" waarop Jason het leven op de boerderij voor kinderen aanschouwelijk maakte (en dat op uiterst geestige wijze deed, moet erbij gezegd worden). Conclusie, Jason Ringenberg heeft weer een parel aan zijn inmiddels indrukwekkende oeuvre weten toe te voegen, en dat hij hard op weg is zich een plaats te verwerven in de eregalerij der groten van het Amerikaanse levenslied, tussen Cash, Haggard, Woody Guthrie en Hank Williams in.
RHYTHM
BOMB RECORDS PRESENTS :
DOUG WILSHIRE & THE CAPERS
LOVE IN DISGUISE
website : www.dougwilshire.com
label : Rhythm Bomb Records
info : info@rhythmbomb.com
Iemand die een beetje thuis is in het Rockabilly wereldje kent ongetwijfeld "Diamond" Doug Wilshire. De frontman en singer/songwriter van The Chrome Daddies (zie review cd Cow Skull). Dat god's wegen ondoorgrondelijk zijn bewijst deze op zijn zeventiende levensjaar naar Australie uitgeweken Canadees, om nu voor het vermaarde Rhythm Bomb Records in Berlijn zijn eerste solo te gaan opnemen. Samen met Duitsland 's trots op rockabilly gebied Ike & the Capers. Twee weken waren voldoende om zijn veertien zelf gepende songs op cd te zetten. 'And here it is : the first solo effort from "Diamond" Doug Wilshire'. Zoals wij gewend zijn van zijn werk voor de Chrome Daddies, up - tempo nummers ( "Mopar Man", "Thought a little bi"t, "Right here right now", "Tempted" (met een stem die doet denken aan de jonge Elvis) maar ook met hillbilly songs zoals "Long gone baby & Feel like fallin' for you" en rustige slepers als "Love is a game", "All", "Dance with him"," Drag on me". Het is en blijft Doug Wilshire, maar ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat zijn samenwerking met de "Chrome Daddies" iets steviger en wat meer rockin ' & rollin' er aan toe gaat. Maar ja, dat zal wel de persoonlijke mening en voorkeur zijn van deze jongen. Hopelijk is dit niet de voorbode van een verhaal lijk The Hollisters en Mark Barfield....wij horen van beiden niets meer. Niet doemdenken Swa. 'Keep on Rockin' from Australia, Canada & Germany and support Independent Music'.
RHYTHM
BOMB RECORDS PRESENTS :
GIN PALACE JESTERS
HONKYTONK FOOLS
website : www.ginpalacejesters.com
label : Rhythm Bomb Records
info : info@rhythmbomb.com
Chicago's original honky-tonk fools. En wat serveren de jongens ons ? Wel, op het menu staan ondermeer Hillbilly, Honky-Tonk, Country Boogie & Western Swing. Een vier gangen menu met hartfelt love songs, honky-tonk weepers, drinking songs and love ballads. Muziek die je dan automatisch doet denken aan oude glorieen als Hank Williams, Ray Price, Lefty Frizell, Faron Young of aan hun modernere opvolgers BR5-49, Ray Condo & his Ricochets of Dale Watson. Maar de Gin Palace Jesters, onder leiding van "Pennsylvania" Dave Sisson, electric and acoustic guitars, vocals (ooit nog frontman en songwriter van the Three Blue Teardrops) bestaan nog maar een jaar in deze bezetting. Met de hulp van Kevin "Buddy" Carter, pedal steel & vocals, Casey Stockdon "the Barefoot Boy" upright bass, vocals en Mike "the Mechanic" Medina on drums, percussie, vocals slagen de jongens er in om van hun debuut cd een traditioneel Amerikaans country /cowboy album te maken. Geen copie van, maar originele songs van het duo Sisson / Carter. Het album werd opgenomen in Nashville en Chicago en de bandleden kregen voor deze gelegenheid onder meer de steun van Rosie Flores ( track 5: "Lover not a fighter") en Jason Carter (Del McCoury band). Zelfs Conway Twitty komt posthuum meedoen op de afsluiter Nashville Penny. Leuk album met een prima pedal steel en prachtige vocal harmony. Met dank aan Ralph Braband van Rhythm Bomb Records.
RHYTHM
BOMB RECORDS PRESENTS :
CHROME DADDIES
COW SKULL
website : www.chromedaddies.com
label : Rhythm Bomb Records
info : chromedaddies@bigpond.com
The Chrome Daddies - 'authentic brilliant Australian Rockabilly'. Net als Red Rivers en Rockbottom James & the Detonators (zie reviews oktober) uit "Down Under" en hun antwoord op BR5-49. Sinds hun ontstaan eind ' 98 zijn de Chrome Daddies een van de produktiefste bandjes die ik ken, vijf cd's in een periode van vijf jaren, je moet het maar doen. Al een tijdje op het Rhythm Bomb Records label en met deze gloednieuwe cd "Cow Skull" laten de jongens van Doug Wilshire er weer geen gras over groeien. Zij zijn dan ook het excellente voorbeeld van Rockabilly, Western Swing, Roots and Blues-a-billy & good ol ' New Country. In de huidige bezetting : Doug Wilshire (lead vocals, guitar, steel, banjo), Peter Edwards (lead guitars & backingvocals), Antonio "Chico" Borzelleg'a (double bass) en Geoff Townsley (drums, vocals) zetten zij met het openingsnummer "Cowgirl Mama" de stoelen en de banken onmiddelijk aan de kant en maken er een gezellige party van. 'If you can't dance, smile or nurse a breaking heart to this music (liefst alles tegelijk) your probely dead and seeking medical advice is a serious option'. Met acht originele songs van de hand van Doug Wilshire (om: het swingend "Gympie on my mind" (leuke banjo), "Raise your Glass" (accordionneke) en rockertjes als "Maried Man" en "4 Broken hearts" (piano), of "Gonna Hurt You" (lekker ska riffle met sax en trompet) en covers van George Jones ("Window up Above") het meer bekendere "Brand New Cadillac" ( Vince "the black leather Rebel" Taylor) en "Lonesome Train" (Glen Moore). Zoals de meeste van deze bands zijn ze verzot op het spelen op festivals (waren ooit te gast op Sjockfestival 2003) en het consumeren van de nodige liters bier. Allee dan, wie haalt deze jongens nog eens naar de lage landen ? 'Wang Dang , sweet poontang, The Chrome Daddies are here to raise the roof and blow your socks off' !!! . Klasse.
KENNY
JACOBSON
TAKE EVERYTHING I EVER WANTED
Website : www.kennyjacobson.com
Email :k_jacobso@hotmail.com
Soms kan muziek als een loutering werken. "Take Everything I Ever Wanted" is zo’n album. Op dit album komt al het talent dat Kenny Jacobson bezit naar voren en culmineert in een waar alt. country-meesterwerk. "Picture This" kon in 1994 op grote bijval rekenen, ook onder collega musici. De oprichting van het nieuwe kwaliteitslabel Orange Loam Music zorgde ervoor dat nu zijn tweede album "Take Everything I Ever Wanted" verscheen. Eerder dit jaar kwam dit gevarieerd album eindelijk uit en loste iedere hooggespannen verwachting in. In de elf nummers geeft Jacobson zich bloot als een herboren muzikant die door middel van doorleefde songs zijn demonen heeft weten te verdrijven. Het heeft een bijzonder volwassen album tot resultaat dat geen slecht nummer kent. "Take Everything I Ever Wanted" kent een grote diversiteit waarin alle elementen zitten gaande van 'Holistic-Alternative-Acoustic-Folk-Funk'. Het openingsnummer "Love You More" zet je nog even op het verkeerde been, maar al snel brengt Jacobson ons naar het land waar Gram Parsons zijn inspiratie vond. Prachtige melancholieke songstructuren worden door Jacobson gezongen met een perfecte snik. Hij graaft daarbij zo diep in zijn gevoelens dat je je regelmatig afvraagt of het nog wel goed komt met die jongen. Dit album gaat veel verder dan de grenzen van de alt. country, nummers als het met Diana Rose gebrachte "Nasville" en " Licking My Wounds", en het met Coraly Serrano prachtige gebrachte nummer "Least Of All Me" en een vervreemdende productie maken het album eigen. Het authentieke geluid en de uitstekende songs hebben het wachten op "Take Everything I Ever Wanted" verzacht. Wees gerust, met Kenny Jacobson zal het wel goedkomen en hopelijk moeten we geen tien jaar weer wachten.
LACY
J. DALTON
THE LAST WILD PLACE
website : www.lacyjdalton.com
label : Song Dog Records
information@lacyjdalton.com
Het leek wel of zij van de aardbodem verdwenen was, maar zie, na vijf lange jaren wachten is Jill Lynne Byrem (haar echte naam), maar natuurlijk beter bekend als Country Diva Lacy J. Dalton, terug onder de mensen. Mischien dat haar vertrek uit Nashville (naar Reno), maar zeker haar medewerking aan een stichting voor de bescherming van wilde paarden hier iets voor tussen zit. Maar het belet haar niet om terug te keren naar haar singer/songwriting roots. Met dit nieuwe album en op een ander label "Song Dog Records" bewijst Lacy J. Dalton dat ze terug is, en hoe ! Met een stem die je herkent uit de duizenden en die acoustische Americana / Folk music, waarop zij duidelijk terug een patent heeft opgenomen. Want in de jaren tachtig had deze Country Diva wel verschillende top 20 hits (om. "Crazy blue Eyes", "Tennessee Waltz", "Hillbilly girl with the blues") maar geleidelijk aan ging haar voorkeur meer uit naar Rock, Blues & Bluegrass getinte songs. Geboren op 13/10/48 in Bloomsburg Pennsylvania en opgegroeid in een muzikale familie (zowel vader als moeder speelden verschillende instrumenten en schreven en zongen hun eigen songs) valt de spreekwoordelijke appel hier niet ver van de boom. Met invloeden van Joan Baez en Bob Dylan (die je op dit nieuwe album terug duidelijk kan merken) en de vakkundige hulp van Aaron Anderson (ondertussen al meer dan twintig jaar haar partner) bij de studio-opnames, kan van "The Last Wild Places" opnieuw beweerd worden dat luisteren naar Lacy J. Dalton hetzelfde gevoel geeft alsof je een brief leest van een oude vriend. 'The name Lacy J. Dalton is synonymous with quality, originality and integrity'. Luister eens naar haar ode aan haar zoon Adam ("Little boy Blue") en de ontroerende belangstelling voor moeder natuur ("Listen to the Wind", "The Alaska Song" , "The last Wild Place", "Boundless Skies") en voor de dierenwereld ("Old Dog Blue", "She Could Run"). Welcome back Lacy J. Dalton.
REID
JAMIESON
THE UNAVOIDABLE TRUTH
Website : www.reidjamieson.com
Email :info@reidjamieson
Label : Eigen Beheer
Info : www.maplemusic.com
Reid Jamieson maakte vorig jaar grote indruk met zijn Ep cd "The Noise in My Chest". En dan is het altijd even afwachten of iemand niet onderuit gaat met de opvolger. Nou, dat valt wel mee. Ook "The Unavoidable Truth" is weer een erg sterk album, al kostte het een paar draaibeurten voordat alles op zijn plaats viel. Jamieson wijkt weinig af van de koers die hij op zijn vorig album heeft uitgezet. Hij heeft gekozen voor een ingetogen aanpak waar alle aandacht gaat naar de uitstekende songs. Want mooi zijn die songs zeker. "The Sum Of Your Parts" bijvoorbeeld. Een nummer waarin de Canadees ook durft schaamteloos, sentimenteel en romantisch te zijn: als hij wakker wordt van de stem van zijn vriendin, veranderen nachtmerries in sprookjes. "The Unavoidable Truth" is een indrukwekkend album van een artiest die zich kan meten met de groten in het genre. Jamieson schrijft volwassen songs in de traditie van de Amerikaanse countryfolk. Je kent het wel. Zo’n eenvoudig opgenomen album met vooral mooie liedjes. Wat opvalt is de nonchalante manier van zingen en musiceren. Dit maakt het album soms wat stoffig. Gelukkig maakt de variatie in het repertoire veel goed. Waar stijlgenoot Ryan Adams naar de country neigt, kiest Jamieson voor een meer folky benadering. Op "The Unavoidable Truth" presenteert hij zich als de ideale echtgenoot. Vol begrip voor zijn partner, en met de wens de ander te behagen. Jamieson wil niet slechts zijn partner behagen, maar ook de luisteraar en maakt daardoor een warm en ongecompliceerd album. Reid Jamieson is een talentvolle singer-songwriter met het hart op de juiste plaats en laat zich op deze folkliedjes begeleiden door Mia Sheard, Sarah Harmer in "Holding Out", pedal steel (Bob Egan), piano (Michael Johnston), viool (Karen Graves) en banjo (Jayme Stone). Voor de liefhebbers van dit genre is een luisterbeurt zeker aan te raden.
HAYWIRE
MOVIN '
website : www.haywirerocks.com
label : eigen beheer
info : dapbay@yahoo.com
'We're a Rockabilly / Roots-Rock Band'. 'That's fresh, fun and smoothly Rocking'. Met de veelzeggende titel "Movin'" laten Dennis Petti (lead vocals, lead and rhythm electric guitar) Cathy Jo Petti (harmony vocals & acoustic rhythm guitar en lead vocals on " Bad Bad Baby") en Rick Santon (upright bass, percussion en backing vocal on "Rock & Roll Ruby") er geen gras overgroeien. Onmiddelijk de beuk erin. Oppassen voor flitspalen en snelheidscontroles is dan ook de boodschap als je overweegt om dit cdtje in de auto af te spelen. Ondanks dat negen van de veertien songs covers zijn is dit een fris debuutalbum van de uit Ohio afkomstige groep Haywire. Maar wie zich waagt aan "Sweet Sweet Girl" (Don Gibson), "Maybe Baby" (bekend geworden in de versie van Buddy Holly), "Rock & Roll Ruby" (van J. Cash in zijn Sun periode), "Pointed Toe Shoes" (Carl Perkins), "Nothin' Shakin'" (Eddie Fontaine) moet van goede huize zijn. En het wordt nog meer in de verf gezet als je de eigen songs beluistert, oa. "I'm Movin'", "I' ll Be There", "Bad Bad Baby", "Don' t Be Kind" of de prachtige instrumentale afsluiter "Haywire" met een leuk surf soundje. Het is een album geworden dat ruikt naar nostalgie en liefhebbers van Buddy Holly (je ogen sluiten en luisteren naar Dennis Petti, je zou zweren dat Buddy uit de doden is herrezen), Carl Perkins, Warren Smith moesten al op weg zijn om dit album aan te schaffen. Pop it in, hit the play button...and GO CAT GO. Rockabilly gone Haywire. Prima debuut !
PAUL
REDDICK
VILLANELLE
Website : www.thesidemen.com
Label : NorthernBlues Music
www.northernblues.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
Thanks to : Richard Flohil
Iedereen weet dat Paul Reddick één van de meest prominente en productieve figuren in de wereld van harmonica-blues is. Hij zingt, hij schrijft en hij kan een goed potje harmonicapelen. En zoals bijvoorbeeld iemand als John lee Hooker een volledig genre op zich is, kan ook van Paul Reddick gezegd worden dat hij wars is van alle trends en rustig zijn eigen gangetje gaat. Dat lang niet alles even geslaagd is, lijkt haast vanzelfsprekend. Maar of hij nu een album opneemt met zijn voormalige groep The Sideman of zoals hij nu doet een sprankelende plaat opneemt, dat kan eigenlijk allemaal bij Paul Reddick, zolang hij maar blues en country op zijn herkenbare manier kan interpreteren. Soms is dat goed voor een Grammy, zoals met de plaat "Rattlebag" (2002). Reddick kennen we meestal wel van zijn harde blues waarmee hij vroeger de tent op zijn kop kon zetten. Hij is een mondharpist die toerde met Buddy Guy, Colin James, en die verder speelde met B.B.King, James Cotton en Koko Taylor. Hij werd in '99, in Canada, uitgeroepen als beste harp player. Het nieuwe conceptuele album "Villanelle" is zijn meest persoonlijke plaat tot dusver, waarin hij op een zeer originele manier zijn kijk brengt op 'pre-war blues' en Americana music. Reddick en de gitarist Colin Linden schreven de songs op "Villanelle". Samen, weten zij vroegere beelden van het dagelijkse leven uit de arbeidersklasse af te schilderen, gaande van de pioniers, de zwervers, de zwervende cowboys tot de migrerende arbeiders. De gedachten van deze mensen gedurende hun werkdag of tijdens hun rustperiodes laten Reddick en Linden terug herleven tijdens deze tijdloze thema's die eveneens vandaag nog van toepassing kunnen zijn. In hun songkeuze hoort u invloeden van schrijvers als William Blake, Kenneth Rexroth, William Carlos Williams alsook de muziek van Sleepy John Estes, Fred McDowell en the Alan Lomax field recordings. Waar velen hun stijl deden aanpassen aan de normen van de tijd, bleef Reddick deze keer trouw aan de vooroorlogse blues die hij al jaren beoefende en dat is eigenlijk maar goed ook. De vijftien gedreven, soms hypnotiserende uitvoeringen behoren dan ook tot de beste. We horen Reddick in bloedstollende uitvoeringen zoals de titeltrack met het mooie vioolspel van Kathleen Edwards, de mooie bluesballade "Round This Time of Year", de boogie stampende "Six Was the Six" en "Dog Catcher" waarin we het oudste thema van de traditionale blues terugvinden: vrijheid en gemoedsrust. Dit alles maakt "Villanelle" zo meeslepend en aangrijpend, tevens het warme geluid, de ruwe stem en de prachtige verhaaltjes komen op deze plaat perfect over. Het is des te meer opmerkelijk dat er zo weinig bekende helden meedoen, toch vinden we hier buiten Paul Reddick (harmonica, vocals), de producer Colin Linden op gitaar en bas, Bryan Owings op drums, Gary Craig op drums en percussie, Larry Taylor op bas en Richard Bell op piano terug. Dit is weer zo'n plaat voor de echte bluespuristen. Het moet gezegd worden: hij brengt het er heel goed van af. "Villanelle" is niet minder dan topplaat!
R
D ROTH & THE ISSUES
FEAR NOT THE BREAKDOWN
website : www.rdroth.com
Label : Floating Moon Music
R.D. Roth & The Issues maakten met "From The Ears Down", een van de mooiste cd's van 2002. Opvolger "Fear Not The Breakdown" trekt de lijn van "From The Ears Down" gewoon door en is daarom misschien wat minder verrassend dan het geweldige debuut. Omdat de kwaliteit van de songs nog hoger is en R.D. Roth bovendien indringender is gaan zingen, zal dit nieuwe album echter snel net zo dierbaar zijn als zijn debuutalbum. Ook op "Fear Not The Breakdown" maken R.D. Roth & The Issues country-noir met invloeden uit de folk, blues en rock. De sfeer is wederom spookachtig en melancholiek, maar tegelijkertijd mysterieus en rustgevend, waarbij een vervreemdend effect, mede door het gebruik van diverse samples, nooit helemaal weg is. De ruimtelijke gitaarlijnen van Roth zelf en Gregg Ostrom, bepalen wederom het geluid van R.D. Roth & The Issues, maar ook Heidi Meredith op bas en drummer Jerry King verdienen een eervolle vermelding. En dan hebben we het nog niets eens gehad over de stem van R.D. Roth, een stem die afwisselend herinneringen oproept aan Grant Lee Buffalo en garant staat voor 50 minuten kippenvel. Rockmuziek overheerst evenwel, maar er is ook ruimte voor een country-duet in "When I Left" met Freakwater’s Janet Beveridge Bean en voor soulelementen op het radiogenieke "Love in the Alley". Af en toe doet deze plaat je ook denken aan Lambchop; niet geheel vreemd want de klankkleur van een aantal nummers wordt voor een deel bepaald door Deanna Varagona's bariton-sax en die laatste kennen we natuurlijk van Lambchop. "Urbane roots music" noemt singer-songwriter R.D. Roth het, stevig geworteld in de Amerikaanse muziektraditie. Zijn teksten beschrijft hij als donker, zie ook de CD-titel, maar er is toch altijd hoop aan de horizon voor deze uit de buurt van Chicago (Evanston) afkomstige muzikant. "Fear Not The Breakdown is een schijfje voor liefhebbers van "country noir", liefhebbers van singer-songwritermateriaal waarop niet zo alledaagse paden worden bewandeld. R.D. Roth & The Issues hebben gewoon weer een meesterwerk afgeleverd.
WALT
WILKINS
MUSTANG ISLAND
Website : www.waltwilkins.com
Label :Corazong Records
www.corazong.com
info@corazong.com
In kringen van Nashville geniet singer/songwriter Walt Wilkins nog weinig bekendheid. Met zijn vorige plaat "Rivertown" is daar wel verandering in gekomen, dat succes ligt nu ook zeker weg voor zijn nieuw album "Mustang Island". Walt Wilkins onderscheidt zich hier als een vaardig schrijver van oorspronkelijke liedjes met soms verrassende wendingen. In zijn songs roert hij bekende thema’s aan, maar hij vertolkt en verwoordt ze op eigenzinnige wijze. Met zijn bijzonder warme, van emotie doordrongen stem verleent hij elke song een grote zeggingskracht, een song waarin hij steeds iets te vertellen heeft. Bijna alle liedjes gaan over ijdele hoop en verwachtingen die niet ingelost worden. De plaat is gedompeld in een sfeer van doem en somberheid. De meeste songs zijn stemmig getoonzet en gearrangeerd, enkele klinken verraderlijk opgewekt. Zo staat de vrolijke en heerlijke countrylied "I Chose This Road", meteen ook de single van de plaat, waain Wilkins op doorleefde wijze te kennen geeft absoluut geen spijt te hebben van de keuzes die hij in zijn leven tot dusver maakte, in schril contrast tot de vertelling over een leven waarin dromen slijten en plaats maken voor desillusies. "Mustang Island" kent verschillende hoogtepunten. Tussen zijn vele co-schrijvers vinden we Pat Green met "Wrapped," heeft hier wel een ander einde dan de originele versie van Green zelf, en Danny Flowers (Don Williams' gitarist en schrijver van "Tulsa Time") met "Tonight I Might." Flowers speelt ook een wah-wah gitaar op een cover van Texaan Michael Nesmith's "Grand Ennui." Verder zijn Billy Montana, Jamie Richards, Kimmie Rhodes, Jon Randall, Jim McBride, Liz Rose, Davis Raines en Naoise Sheridan ook op zijn verzoek in gegaan om samen wat neer te pennen. Met het zeven minuten durende "Tonight I Might" besluit zij een mooie, veelzijdige plaat. Release datum : 22 november 2004
THE
WANDERING SONS
AGAIN FROM THE BEGINNING
Website : www.thewanderingsons.com
info : jaypollard@bellsouth.net
Label : Wish List
www.wishlistmusic.com
Misschien is het een afwijking, maar soms hebben we opeens een onbedwingbare behoefte aan pure rootsrock. Muziek die de sfeer van het zuiden van de Verenigde Staten ademt en je bloed onmiddellijk sneller laat stromen en je hart sneller doet kloppen. The Wandering Sons beheersen het maken van deze muziek als geen ander. "Again From The Beginning" is een ongelooflijk prachtig album waarop hun jong independant label Wish List wel fier mag zijn. Een plaat met heerlijk rootsy gitaarwerk, zeer aansprekende songs en een ritmesectie die zorgt voor de onmisbare swing. De uptempo nummers zijn onweerstaanbaar, maar ook de wat meer ingetogen nummers weten ons door de doorleefde zang flink te raken. Wanneer je er gevoelig voor bent is dit zo'n cd die maanden in de cd-speler in de auto zit en die je desondanks nooit teleurstelt. Na beluistering van deze cd stond onze mond wijd open van verbazing en ontzag, en wilden wij het wel van de daken schreeuwen: dit is godsgruwelijk mooi. De aanstekelijke opener "River Card" zet meteen de toon voor de rest van dit album: gitaren vliegen je om de oren in een melodie die het midden houdt tussen de Neil Young, Tom Petty en Whiskeytown. Wij wisten wel dat The Wandering Sons een groot talent zijn, maar dat zij het met dit nieuwe album "Again From The Beginning" op zo'n overtuigende en overrompelende wijze waar zou maken, nee. Deze heren kunnen wel eens heel groot gaan worden.Geweldig !
PROFESSOR
" LOUIE " & THE CROWMATIX
CENTURY OF THE BLUES
website : www.woodstockrecords.com
label : Woodstockrecords
info : woodstkrds@aol.com
Aaron Professor "Louie"Hurwitz is een bezige bij. De afgelopen vijf jaar was hij samen met zijn band The Crowmatix constant aan het toeren en in de jaren negentig was hij betrokken als producer van ondermeer The Band en Bandleden Rick Danko en Levon Helm. Het belette hem niet om met zijn vierde studio cd te voorschijn te komen. Afkomstig uit Woodstock (New York) blijft Prof."Louie" getrouw aan zijn Americana roots. Op de talloze live shows barst dat duiveltje-doet-alles los in hem : rock&roll, soul, blues, country, folk, alles onder het motto : U vraagt ...wij spelen. Met deze 'Century of the Blues' een cd die zij zelf bechouwen als hun meest bluesy album laten zij een mix horen van originele songs, met die typische blues opbouw, en hun interpretatie van bluesklassiekers als "One more day", "Shake your Moneymaker", "Ain't no fun to Me" (Al Green). 44 minuten van hoogstaand muzikaal genot met als extra troef dat de vocals verdeeld worden onder Prof "Louie" en Miss Marie (Marie Spinoza), luister eens naar haar versie van die klassieker van Bessie Smith "Sitting in My House", fantastisch ! Wie ook een pluimpje verdient is Tom "Bones" Malone die verantwoordelijk is voor de blazersarrangementen en zelf ook lustig meetoetert, ondermeer trombone, trompet, baritone en tenorsax. Wanneer onze professor dan zijn keeltje schraapt, de heupen doet wiegelen met zijn accordion, de handjes en de voetjes laat bewegen met zijn piano en Hammond orgeltje dan kan je er van op aan ..it's party time. 'This is a group of incredibly talented musicians'.
JOHN
WESLEY HARDING
IT HAPPENED ONE NIGHT &
IT NEVER HAPPENED AT ALL
Website : www.johnwesleyharding.com
Label : Appleseed Recordings
www.appleseedrec.com
Distr : Music & Words
www.musicwords.nl
John Wesley Harding, genoemd naar één van de vergeten Dylan platen, is vooralsnog een nobele onbekende bij het grote publiek. De in Seattle wonende Engelsman heeft met de re-release van het live-album (en tevens debuut) "It Happened One Night" nu eindelijk met de twee ontbrekende nummers "Three Legged Man" en "Every Sunrise is Another Sunset" van dit concert uit 1988, plus de eerste studio-opnames uit 1989 reeds zijn zoveelste album afgeleverd. Waar andere critici hem bij latere platen nog afschreven als een Costello-epigoon heeft John Wesley Harding (echte naam Wesley Harding Stace) bij zijn laatste albums echt wel de moeite genomen om die vergelijking van hem af te schudden. "It Happened One Night & It Never Happened At All" is een mooie en gevarieerde soloplaat geworden met 19 live tracks. Op de tweede plaat staan 14 onuitgegeven tracks uit 1989, die hij samen heeft opgenomen met namen als Steve Nieve, Bruce en Pete Thomas (allen Elvis Costello & The Attractions), Geraint Watkins en Julian Dawson. Hij weet zijn muzikale partners dus zeer goed te kiezen en dat hoor je aan de plaat. Stevige en heldere productie en niet te vergeten een knap en warm stemgeluid. Maar dat alles wordt naar mijn smaak overklast door het eenvoudige feit dat er op de plaat niet een zwakke song staat. John Wesley Harding blijk van groot talent in de categorie de betere melodie en is een echte vakman in het schrijven van songs in de stijl van Graham Parker of Billy Bragg. Ook de arrangementen van deze plaat blijken te groeien met iedere draaibeurt. De fans van de Engelse singer/songwriter John Wesley Harding zullen blij zijn met de re-release van dit live-album "It Happened One Night & It Never Happened At All", met zijn wel erg knappe collectie sterke nummers. Hoog tijd voor een doorbraak en een breder publiek.
RHYTHM
BOMB RECORDS PRESENTS :
HOPPED UP
GET GONE
website : www.hoppedup.com
label : Rhythm Bomb Records
info : hoppedup@hoppedup.com
'Look out for Hopped UP ! A northern California (Santa Rosa ) 5-piece serving up high-octane rockabilly guaranteed to bust a hole in your boppin' shoes. Four talented fellos and one swell chick'. Inderdaad, Roots-Rockabilly with a twist. Slechts twee jaren bezig en reeds op het podium als supportingsact voor The Paladins, Wayne "the train" Hancock, Deke Dickerson enz. Het kan dan ook niet uitblijven...."Get Gone" hun debuutcd en wat voor eentje ! Onder de deskundige leiding van natuurtalent Scotty "Mc Boozy alias Poopy alias Butterball" Shanks-Bruemmer (the female singer, reeds meer dan twintig jaren actief in het muziekwereldje ) en met de hulp van Ralp Rodriguez ( vocals & rhythm guitar), Shawn Burrell (bass), Justin Barr (lead guitar) en Gary Daly on drums is dit een cd geworden om van te snoepen. Originele songs (Old cars, Bop house, Bad girl boogie, Drinkin' that gin, Hot car girls) worden afgewisseld met ondermeer een cover van Carl Perkins ' That don't move me' en een instrumentaaltje' Hopped up '. Two guitars, upright bass, drums en de vocals verdeeld onder Scotty en Ralph. Heel eenvoudig opgenomen (eight- track) en de band omschrijft hun muziek als Hillbilly Rhythm & Blues, Rock / Roll , Country and a little bit of Jazz, some Honky - Tonk, een golfje Surf en een snuifje Swing. Our sound is louder and faster than traditional Rockabilly. Vooral de echte liefhebbers zullen smullen van dit geluidje (ondermeer Dawghouse Bass, Gretsch 6120, 53 Gibson ES-295 en 1968 Slingerland drums). Maar het uithangsbord van Hopped Up is toch zonder meer zangeres Scotty die duidelijk laat horen waar ze de mosterd gehaald heeft (Wanda, Janis, Patsy Cline, Rose Maddox) en in 2005 ( 24/3-27/3) op de affiche staat van Viva Las Vegas, het Amerikaanse Hemsby Rockabilly Weekend. 'Step back when she steps up' !!! Klasse. Met dank aan Ralph Braband ( Rhythm Bomb Records)
MARTYN
JOSEPH
WHOEVER IT WAS THAT BROUGHT ME HERE WILL HAVE TO TAKE ME HOME
Website : www.martynjoseph.com
Label : Appleseed Recordings
www.appleseedrec.com
Distr : Music & Words
www.musicwords.nl
"Some musicians want to move your feet, some just want to move you. Martyn Joseph wants to move heaven and earth". Dit staat te lezen op de website van singer-songwriter Martyn Joseph uit Wales en is ook hetgene wat hij wil overbrengen op zijn nieuwe album met al een even lange titel : "Whoever it was that brought me here will have to take me home". Op 20 februari 2004 ontving Martyn Joseph de Award voor 'Best Male Solo Artist' op de Welsh Music Awards. Het is een mooie bekroning voor iemand die er twintig jaar carrière opzitten heeft met een indrukwekkend palmares als gevolg. Joseph toerde met artiesten als Suzanne Vega, Joan Armatrading, Chris De Burgh, Art Garfunkel, Janis Ian of Celine Dion. Begin jaren '90 maakte hij naam met twee opvallende albums op Epic en een vijftal singles dat de Britse lijsten haalde met songs als "Dolphins Make Me Cry", "Working Mother" of "Let’s Talk About It In The Morning". Daarna bleef hij opnemen voor independent labels, en zijn nieuwste album wordt wereldwijd uitgebracht door Appleseed. Na 20 jaar in het vak is hij nog steeds gedreven en geïnspireerd. Poëtische muziek, krachtige teksten en een impressionistische begeleiding. Joseph is een begenadigd akoestisch gitarist en een aangenaam verteller, die tijdens zijn optredens het publiek vlot laat meegenieten van de passie in zijn songs en de humor in zijn bindteksten. Door zijn instrumentale eenvoud komen de briljante songteksten volledig tot hun recht. Misschien wel door de puurheid een aanwinst voor je collectie. Dit album bevat weer die subtiele, poetische snoepjes die je tot tranen kunnen dwingen, gezongen met een stem die we kunnen omschrijven als 'one of acoustic music's most original voices.' Een absoluut pareltje.
ALBERT
CUMMINGS
TRUE TO YOURSELF
Website : www.albertcummings.com
Label : Blind Pig Records
www.blindpigrecords.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
De nieuwe Stevie Ray Vaughan? Na beluistering van het nieuw album "True To Yourself" kunnen we alleen maar concluderen dat de uit New England, USA afkomstige gitarist Albert Cummings genoeg talent in huis heeft om een hele grote te worden. Op zijn vorige en eerste solo album, "From the Heart", kon de 36 jarige gitarist beroep doen op 'Stevie Ray Vaughan's full Double Trouble lineup' met o.a. Chris Layton, Tommy Shannon en Reese Winans. Op zijn nieuw album kon Cummings terug rekenen op de steun van zijn buddy Tommy Shannon op bas, Austin session kingpins Riley Osborne op de toetsen en B. E. Frosty Smith op drums. Met de hulp van Jim Gaines (Santana, Luther Allison, Stevie Ray Vaughan, Albert Collins ...) heeft Cummings een intens explosief album afgeleverd. Buiten zijn persoonlijke band met Double Trouble, heeft Albert ook het respect gewonnen van vele andere artiesten, zo was hij regelmatig te zien bij Buddy Guy, Charlie Musselwhite, John Hammond, Susan Tedeschi, Tommy Castro, Chris Duarte, Bernard Allison, the Neville Brothers, the Fabulous Thunderbirds, Sheryl Crow, Duke Robillard en heeft hij wel negentien keer het voorprogramma van B.B. King gedaan. Reeds van bij het éérste nummer "Man on Your Mind" valt mij op hoe Cummings streeft naar kwaliteit en vooral de luisteraar het naar zijn zin wil maken, om dan met het heel ritmische "Work it Out" de dansspieren los te maken. Ja natuurlijk, mijn keuze is gemaakt dit is pure fun, swingend, dansbaar, gedreven en vooral met passie, juist zoals ik die wil horen, dit wordt nog maar ééns bewezen in de slow blues nummers "Sleep" en het meer dan zeven minuten tellende nummer "Lonely Bed". De muziek van Stevie Ray Vaughan kunnen we gemakkelijk herkennen op nummers als "Separately" en de afsluiter "Follow your Soul" waarin de gitaarriffs van Cummings een prominente rol spelen. "True To Yourself" staat dan ook bol van meeslepend gitaarwerk. De zelf geschreven songs zijn daarnaast ook prima verzorgt in een warme no-nonsense productie. Bluesrock van de bovenste plank !
DALLAS
JONES
WHEREVER YOU ROAM
website : www.mayapplerecords.com
label : Mayapple Records
info:www.mayapplerecords.com
Net als Jonathan Bentley op het Mayapple Records label en eveneens van Missouri is deze gitaar playing singer/songwriter. Met zijn prachtige stem en dat fantastische harmonica soundje slaagt Dallas Jones er in om met dit album de verwachtingen in te lossen die hij met de voorganger "The Morlock Sessions"schiep. Hij steekt zijn bewondering voor Bob Dylan niet onder stoelen of banken en dat kan je er duidelijk aan horen. Niet dat hij de meester copieeert (verre van zelfs) want samen met Brandon Moore (acoustic bass, fiddle, mandolin), Molly Healy (violin) en Mark Biljeu (lead gitaar), alle drie ook behulpzaam met de harmony vocals, kan Dallas Jones mij grandioos overtuigen van zijn eigen talenten. Folk gitaar, 'rock lyrics', 'tuneful melodies' en met ondertussen twee schitterende albums op zijn palmares is de man op weg om een hele grote te worden. Jammer dat de songteksten niet vermeld staan op het hoesje, het enige minpuntje, voor de rest is dit een album waarvan alle nummers zo op radio 1 kunnen gedraaid worden. Luisteren en genieten. 'I love this record and hope you do as well'. Met dank aan Liz Lairmore. (SWA)
CHARLIE
DON' T SHAKE
THE SOUTH WILL TAKE YOUR BLUES AWAY
website : www.charliedontshake.com
label : Rexroderecords
charliedontshake@rexroderecords.com
Charlie Don' t Shake are rock & roll fingerpainters. Country, Blues and old school R & B songs, zo proberen Craig Schmidt (vocals) en Jeremy Whitwam (guitars) hun muziek te verkopen. Zij zijn de bezielers van dit groepje met de wel originele naam. Op dit album krijgen ze versterking van de leden van Flatfoot en Rosetta, groepen die ook tot het Rexroderecords label behoren. Met ondermeer drums, piano, Hammond, pedal steel en zelfs conga's (op vier nummers). Blijkbaar spelen de jaren 80 nog volop mee bij het duo Schmidt/Whitwam de songwriters van dienst, want de gitaarklanken en vooral de keyboards met de daarbij horende space-echo's zijn in ruime mate aanwezig op dit schijfje. Het groepje werd opgericht in 2000 en toert momenteel in de omgeving van de Midwest. Het album werd in de States goed ontvangen en hopelijk zal dit in Europa ook zo zijn.
PAUL
BRILL
NEW PAGAN LOVE SONG
Website : www.paulbrill.com
Label : Scarlet Shame Records
www.scarletshamerecords.com
mail@scarletshamerecords.com
Naar aanleiding van zijn debuut-cd "Halve The Light" (2001) omschreef Paul Brill zijn muziek als 'post-country heartache'. Op zijn volgende album "Sisters" was de zielenpijn nog volop aanwezig, maar de country was nog meer naar de achtergrond gedrongen. Flink wat airplay en uitstekende recensies vielen hem te beurt. Het vroeg enige extra luisterbeurten om beide albums te kunnen doorgronden; dat bleek echter geenszins verspilde energie. En nu is er dus de opvolger "New Pagan Love Song" waarin het gebruik van elektronica nog meer in zwang is dan op "Sisters". Electronica/Americana, kan al ergens als omschrijving voor "New Pagan Love Song" opgetekend worden. Brill is een man die weet wat hij wil en kan, dan mag alvast duidelijk gesteld worden. Zelden tref je een dergelijk uit gemusiceerd album aan. Ik denk ook dat nagenoeg geen instrument ontbreekt als ik naar "New Pagan Love Song" luister. Ik kan geen vergelijk maken met de voorgangers maar een ding is zeker mensen die van Chuck Prophet houden kunnen niet om de nieuwe Paul Brill heen. Terwijl Brill in alle rust de liedjes schreef liet hij daarbuiten zijn oog vallen op een gewaagde instrumentenkeuze en een al even gevarieerd aanbod aan moods. Popachtige songs met behoorlijk wat rootsinvloeden maken van dit album een prachtige plaat. Luister maar eens naar het heerlijk kabbelende, walsachtige "Everything I Believe In", de titettrack "New Pagan Love Song" en het verblindende "Weekday bender". Sommige nummers laten je vanaf de eerste beluistering niet meer los, terwijl de andere helft van het aangeboden repertoire slechts heel langzaam zijn geheimen prijsgeeft. Wij zijn daarom erg in onze nopjes met het gebodene: 'ouderwetse' instrumenten en innoverende elektronica. Wie zijn muziek niet al té eenvoudig prefereert heeft hier een geweldige kluif aan! Paul Brill is namelijk een singer-songwriter die het absoluut verdiend om door een heel ruim publiek gehoord te worden.
MALCOLM
HOLCOMBE
A HUNDRED LIES
website : www.malcolmholcombe.com
label : Hip O records
malcolm@malcolmholcombe.com
Met reviews in No Depression, Rolling Stone, Rockzilla World enz, is het verdomd moeilijk om nog iets toe te voegen aan de lovende kritieken die Malcolm kreeg voor dit album dat reeds in 1999 verscheen. Maar de jongen zat toen bij major label Geffen Records (oei, John Fogerty zit ook op dat label ) en die verzuimde om de nodige publiciteit te verzorgen voor dit schitterend album. Gevolg : in de koopjesbakken. Gelukkig is gerechtigheid geschied en komt "A Hundred Lies" opnieuw op de markt. Geboren (2/9/55) en getogen in de Blue Ridge Mountains van North Carolina is deze singer/songwriter, die ooit vergeleken word met Tom Waits en John Prine, reeds meer dan 25 jaren bezig met muziek maken. 'Not quite country, somewhere beyond folk, Holcombe's music is a kind of blues in motion, mapping backwoods corners of the heart'.( Rolling Stone ). Met zijn songs (all written by Malcolm) en de akoestische begeleiding van upright bas, Greg L. op dobro, gitaar & steelgitaar, en op sommige nummers de eenvoudige hulp van wat drums, mandolin, accordion (Van Dyke Parks) en harmony vocals bewijst Malcolm Holcombe dat hij thuishoort in het rijtje Townes Van Zandt, Guy Clark, Bob Dylan. De man heeft een prachtige stem en het moet een lust voor oog en oor zijn om hem bezig te zien :'he wrestles with his guitar, plying its strings with all five fingers, his foot stomping out a constant beat. He mutters and barks, slurs and spits'. De man staat dan ook bekend voor zijn legendarische optredens en zijn trouwe aanhang kan daar alleen maar van genieten. 'Malcolm Holcombe may just be one of the best American songwriters you never heard.... or heard of'. Lucinda Williams vertelde aan het magazine Rolling Stone het volgende : 'If I had a record label, I'd sign him !'
DONNA
DEAN
MONEY
THE EXTENDED VERSION
Website : www.donnadean.com
Email : ddonnadean@hotmail.com
Label : Southbound Records
www.southboundrecords.com
De Nieuw-Zeelandse Donna Dean levert met "Money" haar vijfde album af sinds haar eerste album "Destination Life" uit 1998. In 1999 verscheen "Between You & Me" en in 2000 "A Little Faith". Twee jaar later krijgen we de eerste versie van "Money", ook voor de eerste keer een opname uit Nashville. Haar vorige albums waren oorspronkelijk opgenomen in Auckland en Londen. Maar goed nu is ze er weer met 'the extended version' van haar laatste album "Money". Een cd die in Nieuw-Zeeland is bekroond met de Tui Award 2004. Deze uitgebreide versie is goed voor 19 tracks, de betere nummers van de drie laatste albums en als sluitstuk een drietal prachtige 'solo acoustic' nummers. Steeds heeft Donna een eigenzinnige koers gevaren in het wereldje van de countrymuziek: zij blijft haar country invalshoek trouw, zingt steeds vrij aangename, warme en met ingetogen stem en haar teksten blijven doordrongen van romantiek, niettegenstaande de ruime interpretatie van dit begrip. Op haar albums wordt Donna steeds begeleid door prima muzikanten (the Amazing Rhythm Aces) al blijft het country karakter behouden net als de intensiteit en de diepgang van haar verhalen. Haar songs stralen rust uit maar zijn tegelijkertijd dynamisch en 'pakkend'. Hoogtepunten zijn wel het nummer "Listening to Angels" hetgeen ze samen schreef met Kylie Harris en "Big Moon" en zeker niet te vergeten de titeltrack "Money" en "He Deserves Somebody" waarop we vocale bijdrage horen van Russell Smith, die samen met Jeff 'Stick' Davis op bass, Billy Earheart op orgel en Barry 'Byrd' Burtonop gitaar hier wel klassewerk afleveren. "Money" is wellicht haar beste album : boeiend en een uithangbord van de verworven muzikale maturiteit. Een aanrader !!
JONATHAN
BENTLEY
ESTUARY
website : www.mayapplerecords.com
label : Mayapplerecords
info : jb@mayapplerecords.com
Nieuwe naam en een cd die als een heel onconventioneel folk album kan beschouwd worden. Een vreemde keuze van instrumenten (steel string gitaar,nylon string gitaar, twee violen, een klarinet, banjo en percussie), de opnames gingen door in de living van een farmhouse in de countryside east of Springfield, Missouri, met behulp van slechts twee microphones en geen overdubs. Voorwaar een hele prestatie. A lo-fi, no pretense marvel ( The Philadelphia Weekly ). De meeste van de 18 songs zijn van de hand van Jonathan zelf en in de States omschrijft men zijn muziek als gypsy hillbilly music. Jonathan Richman op de folky toer, in die richting kan ik Jonathan Bentley ergens situeren. Het is een soort Alt -Country met heel wat Americana invloeden en blijkbaar is de markt voor dit soort muziek in de USA in volle ontwikkeling. Je moet er van (leren ?) houden en is Europa er misschien nog niet rijp voor maar ik geef hem een kans.
RHYTHM
BOMB RECORDS PRESENTS
WAILIN ' ELROYS
CHEAP MOTEL
website : www.wailinelroys.com
label : Rhythm Bomb Records
info : bram@wailinelroys.com
The Wailin' Elroys are a juke joint hillbilly - rockabilly trio of Athens, Ohio (USA) formed in 2002 by Bram Riddlebarger, vocals and flat top guitar and Justin Rayner , doghouse bass fiddle. The Elroys also feature the amazing talents of "Preacher" Zeb Dewar on take-off lead guitar and non - pedal steel guitar whiz Johnny Borchard. Onder leiding van Bram Riddlebarger (10 songs written by), en net zoals bij Hopped up, geen tirlantijntjes bij de opnames. Recorded live in de living van Bram met vier microphones en een versterker. Aub ! (voor hen die maanden parkeren in hun studio). Het is de traditionele trio - sound (twee gitaren en een slap bass), charming en very real rockin ' hillbilly, en de jongens van Wailin ' Elroys moeten zich daarmee thuisvoelen in de Rockabilly (early fifties style) en Alt.Country scene. Eerder verscheen van hen de self-titled Ep "Wailin ' Elroys" maar met deze full cd, en onder dak bij een van de belangrijkste Record labels, ziet de toekomst er veel belovend uit voor Bram en zijn kornuiten. Al zal zijn stemgeluid eeuwig en altijd vergeleken worden met dat van gasten als Wayne Hancock, Hank Williams Sr. en kleinzoon III. Maar met de sympathie van David Childers and the Modern Don Juans, van deze jongen, en de collega's van Euro Americana chart (zie feb. 04 ) kan het alleen maar upstairs gaan voor the Wailin ' Elroys. Prima cdtje.
FUR
DIXON AND STEVE WERNER
LIVE ON THE NIXON TAPES
http:// furandsteve.com
label : eigen beheer
FurDixon:
furball11@sbcglobal.net
SteveWerner:
folksinger666@hotmail.com
Singing for Supper. Het muzikantenleven is niet altijd rozengeur en maneschijn. Fur & Steve weten er alles van. Fur Dixon ging ooit door het leven als punk cowgirl. Als bassiste bij de psycho - hillbilly - surf groep "The Cramps" liep zij voorop in de toenmalige L A 's roots en punkmiddens. Maar na het hele land en zelfs de halve wereld gezien te hebben besloot de getalenteerde, angel - voiced singer/songwriter om terug te keren naar Los Angeles en moest zij, om te overleven, zingen op braderieen, markten enz... Maar toen liep zij de 'tattooed, Harley-riding, guitar-banging rowdy' Steve Werner tegen het mooie lijf. Steve, die al meer dan twintig jaren "on the road" is, ondermeer als hard traveling folksinger en als bandleader en gitarist bij de rockabilly singers uit de jaren 50 nl.: Ray Campi, Sonny Burgess, Johnny Legend enz... Maar daar bleef het niet bij, zo was hij eens de openings-act voor Bob Dylan en met zijn heroes Woody Guthrie en Ramblin' Jack Elliot als voorbeelden, was het voor hem niet zo moeilijk om de traditionele folk aan de man te brengen. Maar waarom alleen als het met twee leuker is dacht het jonge koppel en yep, here's their record. Het in eigen beheer opgenomen " Live on the Nixon Tapes " is het eerste resultaat van hun samenwerking. 'Their songs are peopled by colorful, often wisecracking hobos, ghosts, hard travelers and whores'. Of je in de bioscoop zit te kijken naar een Amerikaanse road movie maar dan wel met een steengoede soundtrack. Slechts acht songs op dit debuut cdtje maar het geeft toch al aan dat wij in de toekomst nieuw materiaal (en zij zijn er aan bezig) met open armen en gekuiste oortjes zullen ontvangen. "Their honest, inspiring vocal blend begs for more than one listen" Klasse !
DELTA
MOON
GOING DOWN SOUTH
Website : www.deltamoon.com
Label : Delta Moon Records
Deep Rush Records
www.deeprush.com
Email: the band@deltamoon.com
Delta Moon werd gevormd op het laatste van de jaren '90. Gina Leigh, Mark Johnson, en Tom Gray leefden allen in de buurt van het Atlanta's Inman Park. Ons trio kwam regelmatig samen in de woonkamer van Mark om arrangementen uit te werken van blues en originele songs voor twee slidegitaren en evenveel stemmen. Spoedig volgden een bassist, een drummer en een percussionist, en natuurlijk optredens in nachtclubs en festivals in Atlanta en omstreken. De debuut-cd werd in eigen beheer uitgegeven in 2002. De band kon verder nog over een permanente rhythme section genieten bestaande uit Jon Schwenke en Scott Callison. Twee jaar verder en pas verscheen hun derde album "Goin' down South" op hun eigen label Delta Moon Records, gezien er nog een distributieovereenkomst was met Deep Rush Records, zie je een dubbele vermelding op het wel fraaie hoesje ontworpen door Flournoy Holmes. Voor hun album mochten ze voor twee nummers nog rekenen op Mike Auldridge op dobro en Vassar Clements op fiddle. Drie van de nummers werden geschreven door R. L. Burnside, Gina's geweldige versie van J.B. Lenoir's "I Want to go", en de David Bowie/Iggy Pop "Nightclubbing". In de J. B. Lenoir track hoort u rockende gitaren tussen het gewone Delta Moon slide geluid, met daarbij de mooie stem van Gina Leigh. In het zelf gepende nummer "Stone Cold Man", laat Tom Gray zijn talent als songwriter zeker gelden want dit nummer bevat ongewone beeldspraak, ik vond dat Vassar Clements' fiddle op dit mooie nummer veel weg had van Bob Dylan's "Desire" op desbetreffend album. Fans van Delta Moon zullen horen dat de band ook andere muzikale wegen betreden. "Poplar Grove" is een instrumentaal nummer dat feitelijk geen echt begin heeft, het is een folk/hillbilly getint nummer waar Mark Johnson's mando gitaar zachte muzikale regendruppels tevoorschijn tovert. Delta Moon speelt vitaal en stijlvol hun rootsy nummers. De vijf hebben er hoorbaar plezier in. Hopelijk zijn zij niet de enigen.
GOOFIN'
RECORDS
20TH ANNIVERSARY PARTY
website : www.goofinrecords.com
label : Goofin' Records
info : info@goofinrecords.com
Van "Goofin' Records" ontving ik deze sampler die ter gelegenheid van het 20 jarig bestaan van dit uitstekend Rockabilly label uit Helsinki (Finland) en de daarbij horende verjaardagsparty wordt uitgegeven. Inderdaad in 1984 besloot Pete Hakonen om zijn eigen small indie label en de iets grotere record shop op te richten. 200 albums en twintig jaren later kan Pete vol trots verkondigen : "The unreal dream has became true - I 'm making my living from music!" De sampler brengt nummers van de bands die uitgenodigd zijn om er een reuze party van te maken. Onder andere High Noon, Marti Brom, the Barnshakers, the Go Getters, Ranch Riot zijn van de partij. Voor mensen die houden van Rock & Roll, Rockabilly, Country, Jump & Jive, Western Swing, Rhythm and Blues en die op de hoogte willen blijven van wat er in dit misschien wat extravagant maar o zo gezellig wereldje verschijnt, neem eens een kijkje op hun site : www.goofinrecords.com en je kan ervaren dat Rock & Roll nog lang niet dood is. Integendeel ! 29 & 30 oktober 2004 in de Tavastia Club In Helsinki (Sold Out) 'There 's a party going on' . Congratulations Pete en nog 20 jaren erbij.
LOUISE
HOFFSTEN
KNÄCKEBRÖD BLUES
website : www.hoffsten.com
label : Memphis International Records
info : info@memphisinternational.com
Louise Hoffsten, van Zweedse origine, is in haar thuisland bedolven met goud en platina voor zowel Pop, Folk als Jazz albums. Toch is Louise met haar Mississippi Delta Blues roots (vreemd voor iemand uit het hoge Noorden) een rasechte bluesartieste. Met dit album met de "lekkere" titel slaagt Louise er in, om voor de tweede maal de wereld te verbazen met het verwerken van gebeurtenissen in haar nog jonge leventje ( 6/9/1965). Op het hoogtepunt van haar succes kreeg Louise te horen dat zij aan MS leed en als extraatje besloot haar man het na vier jaren huwelijk al voor bekeken te houden. Het verwerken van deze twee uppercuts, zowel emotioneel als physisch, lukte met het schrijven van een boek met de toepasselijke titel "Blues". Het boek werd de start van een nieuwe periode in haar leven, geen zelfbeklag of schuldgevoelens maar op een humoristiche manier, vol nieuwe ideeen, schreef zij in twaalf thema's (naar analogie van de 12 bar structure van haar muziek) een literair meesterwerkje dat Louise tot boegbeeld maakte in de strijd en het omgaan met MS. Voor de meer dan 15.000 Zweedse MS patienten werd haar boek een doorbraak in de publieke en medische beeldvorming van die vreselijke ziekte. Toen zij in contact kwam met de mensen van Memphis International Records werd het idee geopperd om al haar ervaringen nu eens op cd te zetten. Met haar voorliefde voor de blues kon het dan ook niet uitblijven, zij duikelde de studio's in (al is dit misschien ongelukkig uitgedrukt ) en met steun van gitaar,bass, drums & percussie slaagde Louise er in om met covers van ondermeer Willie Dixon ("I just wanna make love to You"), Lightnin' Hopkins, Memphis Slim, John Lee Hooker een album op de markt te brengen dat een "Real"overzicht is van haar talenten. Luister eens naar haar versie van "Darling do you remember Me", of het op haar lijf geschreven "The Seduction of Sweet Louise" (Frankie Miller). Ook haar eigen "Belly up Blues" misstaat niet tussen al die goed uitgezochte covers en Louise bewijst dat zij niet alleen kan zingen maar ook een stukje met de harmonica kan omgaan. Lofbetuigingen van Marcia Ball en Bonnie Raitt vervolledigen dit prachtig album. "The blues is a universal language, understood by everybody with thoughts and feelings". (Louise Hoffsten). Haar boek (alleen in het Zweeds) verscheen in 1998 tesamen met de cd "The Blues", maar de cd is nu op de Amerikaanse markt verschenen onder de titel "KNÄCKEBRÖD BLUES". Mooi !
THE
RED STICK RAMBLERS
BRING IT ON DOWN
website : www.redstickramblers.com
label : Memphis International Records
info : redstickbooking@hotmail.com
Authentic Cajun Gypsy Swing. The Red Stick Ramblers spelen een mix van Cajun Fiddler tunes, Western Swing, traditionele Jazz uit de jaren 20 & 30 en je kan ze vergelijken met groepen als Hot Club Of Cowtown, Balfa Toujours en A Sleep At The Weel. De zeskoppige band uit Southern Louisiana (Baton Rouge LA) bracht in 2002 hun debuutcd op de markt en dat album werd uitgeroepen tot een van de beste Louisiana albums van dat jaar. Andere prijzen die zij in de wacht sleepten waren the Best Emerging Cajun Band at the 2002 Offbeat Music Awards. Verleden jaar deden zij een uitgebreide toernee door Noord Amerika, French Canada en Frankrijk. Met hun nieuw album " Bring It On Down " grijpt de jonge rootsband (hun leeftijd schommelt tussen de dertig en veertig jaar, wat uitzonderlijk jong is voor een band die dit genre van muziek brengt) terug naar de essentie van cajun : franstalige songs, bluegrass, songs van fiddlers als Dennis Mc Gee en Dewey Balfa, country swing van Bob Wills & Django Reinhardt . Je kan op dit album naast covers van Sixteen Tons, Dinah ook originele songs (Main Street Blues & What Do I Do) aantreffen, zelfs Steve Riley komt eventjes langs met zijn accordeonneke. Het is een band die de muziek en de sfeer van de kleine tent optredens op het Moulin Blues festival oproept. 'Danceable rhythm and strong elegant memories' of zoals Linda Ronstadt het uitdrukt : 'The Red Stick Ramblers are pure joy. They're a great band, crafty songwriters and faithful interpreters of the most authentic Cajun traditions'. Voila, zeg dat Linda het gezegd heeft.
THOSE
POOR BASTARDS
COUNTRY BULLSHIT
website : www.thosepoorbastards.com
label : Lonesome Wyatt records
info:
poorbastard@thosepoorbastards.com
"The best Gothic
Country Y have heard to this day" Hank Williams |||. Wat Lonesome Wyatt
(gitaar & vocals) en The Minister (van wansmaak?) op banjo & bass
proberen te bereiken zal alleen god de vader te weten komen. Met dit debuut
en hopenlijk ook laatste album doen zij de titel van hun album alle eer
aan. "Country Bullshit" 'They play it raw and they play it mean'
en het zou moeten doorgaan voor primitieve country/ punk/ bluesmusic.