ROOTSTIME cd reviews

 

ARCHIEF - JANUARI 2006 - FEBRUARI 2006 - MAART 2006 - APRIL 2006



 

GUY DAVIS
SKUNKMELLO
website : www.guydavis.com
label : Red House Records / Music & Words
info : www.redhouserecords.com
www.musicwords.nl
thomwolke.mgt@pobox.com (Management)

"I guess we need reminding that in a world where the use of the word nigger is so pervasive among black folks and where I've heard white folks calling each other nigger, it's still an ugly word " (Guy Davis)

Verleden jaar was de bijzonder vriendelijke storyteller nog te gast op het Belgium Rhythm & Blues festival te Peer (B) (zie foto by Steven Verhoeven en rev. juni 05) en wist de laatste twijfelaar nog over de streep te trekken ... Guy Davis is 100 % pure blues en met het onlangs verschenen album "Skunkmello" wordt dit gegeven nogmaals in de verf gezet. Een prachtig album dat opgedragen wordt aan F. Samuel Skunkmello, een beruchte kippendief en oprichter van "the lazy Liars and Loafers Club" die begin 1900 netjes werd opgehangen. Een gebeurtenis die door Davis interessant genoeg gevonden werd om er een verhaaltje rond te bouwen ("Skunkmello's Dance of the Chickens") en dat op live optredens wel eens voor hilarische toestanden kan zorgen. Chickens, bad men & love gone wrong ... het zijn de voornaamste thema's die worden aangesneden en door de uitgebreide hulp van Mark Naftalin (piano, orgel), T-Bone Wolk (4-string banjo, accordion), Walt Michael (mandolin, resonator guitar) en John Platania (electric guitar) in een country/blues jasje gestoken worden. "Po' Boy, great long ways from home", de banjo blues in "Shaky Pudding" en "Blackberry Ramble", het schitterende "Going Down Slow" (Jimmy Oden) dat de versies van Clapton, BB. King, Howlin' Wolf, Muddy Waters, Little Walter in de vergeethoek dondert, het meezingertje "the Chocolate Man" zijn daar uitstekende en prima gesmaakte voorbeelden van. Maar het blijft telkens weer een verrassing te moeten vaststellen hoe veelzijdig Davis is en hoe makkelijk de man overschakelt naar 'the blues nothing but the blues toestanden' in "Shooting Star", "It Takes Love to Make a Home", "Blues in the Midnight Hour", "Fonza Curry" en Tommy Johnson's "Maggie Campbell blues". Het leek er op dat de akoestische country/blues de laatste jaren wat in het sukkelstraatje geraakt was maar met "Skunkmello" bewijst Guy Davis dat hij behoort tot de vaandeldragers van het genre en de titel van "modern-day blues & roots music master" terecht op zak mag steken.


 

 

ALLISON MOORER
GETTING SOMEWHERE
www.allisonmoorer.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com

"Getting Somewhere is the sound of Allison Moorer finding her voice, finding her faith, finding her peace. Getting Somewhere means looking inward, confronting the past and forging a glad present and a hopeful future. In the process, she takes her artistry to the next level and revolutionizes her life."

 

Een tijdloos Americana meesterwerk door een gouden koppel? Op het Sugar Hill label wordt op 13 juni het album "Getting Somewhere" van Allison Moorer uitgebracht. Op haar zesde plaat zijn alle tien songs door Allison zelf geschreven. Haar vorige cd’s "Alabama Song" (1998), "The Hardest Part" (2000) en "Miss Fortune" (2002) hadden stuk voor stuk hun sterke momenten, maar neigden te vaak naar de gepolijste Nashville country, dus teveel countrypop en soul gericht. De live-cd "Show" (2003) klonk een stuk minder gepolijst en smaakte naar meer. Na het livedocument maakte Moorer de overstap van Universal South naar de vooral op bluegrass georiënteerde independent Sugar Hill Records en gebruikte de haar geboden vrijheid door veel moois op "The Duel" (2004) te plaatsen, maar dat weer zo goed zou smaken hadden we toch niet verwacht. Op "The Duel" schotelt Allison Moorer ons een onweerstaanbare portie rootsrock voor. Moorer stond altijd wat in de schaduw van haar zus Shelby Lynne, tot ze twee jaar geleden deze briljante "The Duel" afleverde. Voor mij de plaat van het jaar en bovendien één van mijn favoriete alt-country cd's aller tijden. Er zit die overduidelijke neo-klassieke country-feel in die een merendeel van wat onder het makkelijke maar niet toereikende kopje 'Americana' wordt uitgebracht moet ontberen. Sindsdien gaat het Allison Moorer voor de wind en dat is haar na een vreselijke jeugd gegund. Ondanks stapte ze in het huwelijksbootje met niemand minder dan Steve Earle, die "Getting Somwehere" ook produceerde. Wat meteen opvalt is dat deze plaat een geheel andere Allison Moorer laat horen dan die we gewoon zijn, een ander geluid als "The Duel". Ondanks het enorme contrast met haar vorige cd’s heeft "Getting Somwehere" meer een poppy geluid, dus meer rootsrock en pop gericht. De soulvolle stem van Allison past eigenlijk perfect bij de stevigere begeleiding, van o.a. Brady Blade (drums), Brad Jones (bas) en Doug Lancio (gitaren). Maar naast deze voortreffelijke begeleiding treffen we nog wat blazers aan en natuurlijk speelt en zingt Earle op enkele tracks een toontje mee. Resultaat bestaat uit tien liedjes waarin de intelligente Moorer haar rockende kant toont, van country is hier nog nauwelijks sprake. Al blijven haar songs persoonlijk en indringend, we treffen hier meestal wat ruwere liedjes, zoals het openingsnummer "Work To Do" waarmee de trend voor “Getting Somewhere” wordt ingezet. Een zeer radiovriendelijke opener, alsook "If It's For Today" en "Fairweather", met steeds die gruizige gitaren, zoals we die kennen van Earle's laatste cd's. "You’ll Never Know" en "Hallelujah"gedijen wat mij betreft het best met haar vorige werk, al komt haar karakteristieke stem wellicht beter tot zijn rekening in het liefdesliedje "Where You Are", waarop Moorer zelf voor de prachtige tweede stem zorgt. Na afloop ben je er heel stil van. Even wennen met dit nieuwe geluid van Allison Moorer, maar nog altijd heerlijk toegankelijk. "Getting Somewhere" zou best eens één van de belangrijkste releases van het jaar 2006 kunnen zijn.


 

 

FRED J. EAGLESMITH
MILLY'S CAFE
Website : www.fredeaglesmith.com
label : A Major Label
Distr: Sonic Rendezvous
www.sonic.nl

De Canadese roots singer/songwriter Fred J. Eaglesmith, maakt al ruim twintig jaar albums, deze zijn allemaal aan te raden maar dat terzijde. Op zijn vorige solo-album "Dusty" uit 2004, vaarde Eaglesmith een andere koers, nadat hij en de gelegenheidsformatie The Flathead Noodlers op "Balin" (2003), traditionele bluegrass ten gehore brachten. Sinds deze twee cd's is een groeiende schare Americana-liefhebbers de muziek van Fred J. Eaglesmith gaan koesteren en wordt reikhalzend uitgekeken naar nieuwe platen van zijn hand. Het grauwe "Dusty" stak wel degelijk heel anders en veel ingetogener in elkaar. Anders dan de bluegrass van "Balin" en veel anders dan de poprock van bijvoorbeeld "Falling Stars and Broken Hearts" uit 2002. Het nieuwe album "Milly's Cafe" bevat louter luisterliedjes, die door Scott Meritt geproduceerd zijn, hetgeen Eaglesmith zeer goed afgaat, en ons misschien een paar luisterbeurten kost om dat in te zien. Voorganger "Dusty" was nogal sober in opzet, maar voor zijn zestiende album heeft Fred de band weer van stal gehaald met natuurlijk de vertrouwde mandolinespeler Willie P. Bennett als middelpunt. De begeleiding is hier traditioneel met een hoop verschillende snaren en een lekkere jankende steelgitaar en mondharmonica om de menselijke drama’s waar Eaglesmith vaak over zingt, nog eens extra dik aan te zetten. "Milly’s Cafe" is echter niet veel opgetogener dan "Dusty", maar gaat op ontspannen en pakkende wijze over de romantiek des levens en weet in zijn songs eigenlijk het gewone alledaagse leven van een poëtische charme te voorzien. Luister maar naar het warme openende "18 Wheels", waar Eaglesmith je mee neemt naar de snelweg en het innemende "Rocky". Hier draait alles om het liedje en het verhaal en daar hoeft geen extra smaakje aan worden toegevoegd, zeker niet als je op zo’n kundige begeleidingsband kan rekenen. De pedal steel van Roger Marin en ook de dobro die Dan Walsh bespeeld geven extra inhoud aan bijvoorbeeld "Kansas" en de meer up-tempo titeltrack "Milly’s Cafe". Een broeierig maar intiem kroegsfeertje is wat ons op dit album wordt op meegegeven, mede versterkt door de meezinger "Mrs Hank Williams". "Milly’s Cafe" is er dan ook eentje waarmee iedereen zich wel mee kan identificeren en dat is waarom Eaglesmith nu ook al zestien albums lang blijft boeien. Kortweg: In "Milly's Cafe" horen we Fred J. Eaglesmith weer zoals hij op zijn best is, met zijn warme countryliedjes uit het leven gegrepen en zijn vertolkingen met een gebroken snik in zijn stem. Hij is een authentieke muzikant wiens songs uit duizenden herkenbaar zijn. Alle lof dus voor Eaglesmith’s ambachtelijk songschrijven.


 

 

WIL RIDGE
PAINFUL
website: www.wilridge.com/news.htm
label: Jackass Records
info:jackass@jackassrecords.com
jeremy@wilridge.com (Booking)
www.cdbaby.com/cd/wilridge

 

"It's music for both beer tears and blackeyes. So raise
your shot glass, puff that smoke, and let Wil Ridge be the soundtrack to your next booze-fest."
-Matt Kettmann, The Santa Barbara Independent

Op je twaalfde een versie van Bob Dylan's "Tangled up In Blue" neerzetten zonder ooit het originele gehoord te hebben ... de Nederlandse collega's die uitvoerig met het wierooksvat zwaaien richting "newcomer" Wil Ridge ... het lijkt wel of er een nieuwe messias is opgestaan in Santa Ynez, California. Een mid-twintiger die met het album "Painful" een relaas ophangt van al zijn veroveringen en de bijhorende liefdesperikelen. Met de opener "Hell of a Woman", "Scorpio VS. Me" en "Women" lijkt het wel of Wil Ridge een reïncarnatie is van de jonge Bruce Springsteen, met het pareltje "Rooftops" nu al geschiedenis schrijft (al doet dat "it's alright, it's okay" mij verdomd veel aan Bob Dylan's "Don't think Twice" en de hemelse versie van Steve Young denken) en met "Dozen Red Roses", "Devil's Toenail" en het genereuze aanbod "Take My Wife" alle roots/rockregisters opentrekt. Gezonde herrie die met de nochtans flink doorzopen stem van Ridge nergens ontspoort en met de akoestische hoogtepunten "Messed up the Bed Again" en "Dead Before Midnight" duidelijk in zijn kaarten laat kijken. Singer/songwriter pur sang die de knepen van het vak leerde in de rokerige naar verschraald bier ruikende honky tonks & bars, maar met het album "Painful" onder de arm spoedig in de betere etablissementen/concertzalen zijn opwachting mag maken. Het album "Painful" zal ongetwijfeld hoog scoren in de Juni editie van de Euro Americana Chart (http://home.hetnet.nl/~noci48/) en massaal voorkomen in de jaarlijstjes van 2006. "California", "Karina" en de rest van de wereld mag het weten ... Wil Ridge is een topper in wording!


 

 


ELLIOTT BROOD
AMBASSADOR
Website: www.elliottbrood.ca
Label: Six Shooter Records
www.sixshooterrecords.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

Elliot Brood is een bluegrass trio uit Toronto, Canada en spelen donkere, vuige folkmuziek en met whisky doordrenkte stemmen roepen zij beelden op van liefde, verlies en moord, de thema’s die weerklinken op het onlangs verschenen debuutalbum "Ambassador" (opvolger van de EP "Tin Type"). Een album dat getiteld is naar de brug die gelegen over de Detroit River, de Verenigde Staten en Canada met elkaar verbindt. Zelf noemen ze hun muziek ‘Death Country’, wat natuurlijk vooral te maken heeft met het onheil waar ze zich in hebben gestort. Al heeft de ‘Death Country’ iets aangenaam lichtvoetigs, dat voornamelijk komt door het gebruik van banjo, lap steel en een bijna frivole piano. De vaderlandse media onthaalden deze jonge honden inmiddels als de redders van de toch wat ingeslapen alt. country scène, wat alleen maar werd bevestigd door de paar shows die ze reeds deden op het Europese vasteland. Zoals op het jongste Roots Of Heaven-festival, waar ze zo wat de revelatie waren. "Ambassador", hun eerste volwaardige cd, bouwt voort op hetzelfde stramien van Pogues-achtige folk-roots, maar voegt er tegelijkertijd niet zo gek veel aan toe omdat het de liedjes en live-energie mist om de luisteraar ook thuis te raken. Het is muziek van wijdse vlaktes en ijle vertes, die gaandeweg oplossen in woeste stofstormen en wolken gitaargeweld. De beklemmende songs leunen veel meer op een duistere sfeer en hypnotiserende melodieën. Als je houdt van de donkere kant van Neil Young en de onheilstijdingen van Johnny Dowd, dan zit je helemaal goed met deze ijzige ballads over "Second Son", "The Chosen One" en "Wolfgang", die wortel schieten op een ondergrond van verschaalde bluegrass. Kortweg: "Ambassador" is een van de toppers van de huidige contemporary bluegrass bands, mede vanwege hun verfrissende benadering van dit genre door het te combineren met country-rock. Een bijzonder fraai album, dat een beetje het midden houdt tussen Violent Femmes en The Kinks, met volgens sommigen een vleugje 16 Horsepower, maar gelukkig zonder de somber stemmende apocalyptica van David Eugene Edwards, gewoon een gitaarrockgeluid dat veel eerder teruggrijpt op de grijze jaren tachtig, waarvan als je eenmaal bent opgezogen door de adembenemende ambiance, er geen weg terug lijkt en je absoluut meer wilt.


 

 

HAIL THE SIZE
SIDE TWO
website : www.myspace.com/hailthesize
label : Big & Tall Music
info: thisolddrum@aol.com
(Matt North)gooddrummer79@aol.com
www.gooddrummer.com/index.htm

 

Charles Ezell // guitars, vocals, (songwriter & comedian) en drummer Matt North zijn van oorsprong San Francisco comedians die momenteel de omgeving van Los Angeles op stelten zetten met hun live show die ondermeer de draak steekt met alles en nog wat en voornamelijk de lachspieren in werking stelt. Met andere woorden een gezellig duo dat er niet voor terugdeinst om bepaalde personen in hun (figuurlijk) blootje te zetten maar ook nog over fraaie muzikale kwaliteiten lijkt te beschikken. Met dit mini album, slechts vijf songs, en de voorloper is van het full album "Lite Music For Dark People" dat met de kerstmis in de rekken moet liggen, schept het duo Ezell/North erg hoge verwachtingen. Zo is de opener "Booze, Pils, & Her" een pareltje van singer/songwriting dat drijft op een wolkje van hemelse B-3 geluiden (Rob Kendt) en de pedal steel van Sean Caffey (Gina Villalobos) die moeiteloos het commando overneemt in het schitterende "Means Means I Love you". Nog meer van dat moois kan je terugvinden in "the 7/11 Song" en "The Ass Kicking Songs" en het bewijs dat Charles Ezell een begenadigd singer/songwriter is die met dit klein meesterwerkje ons zowaar bijna de zomer doet overslaan en ons nu al doet hunkeren naar de pakjes van eind december. Erg prettige kennismaking met dit duo dat erg gewaardeerde steun kreeg in de studio van ondermeer J'anna Jacoby op viool (Rod Stewart, Glenn Campbell), Kristian Hoffman op piano (Rufus Wainwright, Dave Davies) en het duo Michael Tiger (congas) en Ben Adamson (trompet ) op het bluesy/jazzy "I Can't Hold It in".


 

 

TIM EASTON
AMMUNITION
website: www.timeaston.com
www.myspace.com/timeaston
label: New West Records
www.newwestrecords.com
Distr: Sonic Rendezvous
www.sonic.nl

Met Tim Easton kunnen we na Ryan Adams een andere favoriet toevoegen in de categorie van veelbelovende songwriters, want als alternatieve country-muzikant bouwde hij stilaan een zeer stevige reputatie op. Deze singer-songwriter, afkomstige uit Akron, Ohio, komt oorspronkelijk uit de Haynes Boys. En eerder bracht deze voormalige Haynes Boy al twee soloalbums uit, nl. "The Truth About Us" (2001) en "Break Your Mother’s Heart" (2003), waarop de Dylan-referenties alom aanwezig waren, maar de volstrekt unieke manier waarop Tim Easton het kleine leed vertolkt op deze cd's is van een hoogstaand niveau. Dit waren trouwens cd’s waarop Tim Easton niet alleen excelleerde als singer-songwriter, maar waarop hij bovendien het belang van goede muzikanten en een geschikte producer onderkende. Zo werkte hij op "The Truth About Us" met producer Joe Chiccarelli (Frank Zappa, Clem Snide) en liet hij zich muzikaal bijstaan door het grootste deel van Wilco. Op "Break Your Mother’s Heart" werd John Hanlon (Neil Young) ingehuurd als producer en doken oude rotten als Greg Leisz en Jim Keltner op. Op zijn nieuwe album "Ammunition", ditmaal geproduceerd door Mark Howard (Bob Dylan, Daniel Lanois, Lucinda Williams) en Jayhawk Gary Louris is iedere song weer van een pure en zeldzame schoonheid. Acht van deze dertien songs nam Easton volledig voor eigen rekening. Elders wordt hij bijgestaan door ondermeer Doug Pettibone, Don Heffington, Lucinda Williams en Tift Merritt. Zowel in de sobere ballads als in de meer up-tempo rocksongs laat Tim Easton horen dat hij zich met de besten kan meten. De oorfluisterende "Back To The Pain", het ingetogen "Wish You Well", het countryrockende "Next To You" of het blues getinte "C-Dub", Tim Easton weet overal wel raad mee. Een bescheiden meesterwerk van een enorme belofte, een plaat die zeker zijn verdiende stek in ons eindejaarslijstje van dit jaar zal opeisen.


 

 

CENTRO-MATIC
FORT RECOVERY
website: www.centro-matic.com
Label : Cooking Vinyl
www.cookingvinyl.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

Druk baasje, die Will Johnson. "Fort Recovery" is namelijk alweer de achtste cd in tien jaar tijd. Maar liefst drie jaren zijn verstreken sinds de release van Centro-matic’s "Love You Just The Same" (2003). Een unicum voor een band die bekend staat om haar enorme productiviteit. Stil gezeten heeft voorman Will Johnson natuurlijk niet, want sinds de release van "Love You Just The Same" verschenen twee prachtige cd’s van South San Gabriel en een uitstekende soloplaat. Van de verschillende gedaanten van Will Johnson is Centro-Matic me het dierbaarst; iets wat nog maar eens wordt onderstreept door de nieuwe cd van de band. Op "Fort Recovery" gaat de band uit Denton, Texas, verder waar "Love You Just The Same" drie jaar geleden ophield. Op het eerste gehoor is er niet veel veranderd ten opzichte van al die vorige C-M cd’s. Drummer Matt Pence is weer erg goed en getruckt, Scott Danbom piano, viool en tweede stem plaatsen prachtige accenten, Johnsons gitaarspel is nog feller en zijn beperkte stem blijft een wonder van melancholie. Toch lijkt Johnson de luisteraar de duimschroeven nog iets strakker aan te draaien en voert hij de spanning op in songs die muzikaal zowel in hard als zacht ontroeren en tekstueel orakelen. Vaardig verpakt hij verhalen over bedrog, verlies en liefde in cryptische, quasi-ambtelijke en dus afstandelijke taal. De vijftien nieuwe tracks (waaronder drie bonusnummers voor de Europese markt) zijn ondanks hun directe aantrekkingskracht weer stuk voor stuk kortverhalen waarin naast verwrongen Crazy Horse-gitaren desolate personages de dienst uitmaken waarmee je alleen maar mededogen kan hebben. Songs als "Covered Up In Mines", "Calling Thermatico", "Monument Sails" en "Triggers And Trash Heaps" zijn vintage Centro-Matic, het trage "I See Through You" heeft de South San Gabriel sfeer, terwijl "For New Starts" erg aan Bonnie Prince Billy doet denken en "Nothin' I Ever Seen" de geest van Grandaddy oproept. Kortweg: "Fort Recovery" is een cd met vaak wat duistere, maar bijzonder stemmige, alt-country. Alt-country die bijna verstild kan zijn, maar die ook regelmatig wordt overgoten met een stevige dosis rock. Een ontroerende en intense plaat met een prachtige albumopbouw die klinkt als een grote trip, de muzikale details, de teksten, de effectieve inzet van moderne elektronica, de kwaliteit van de nummers zelf en ook de sobere productie die genoemd mag worden. Will Johnson is één van de productiefste en interessantste songschrijvers van deze tijd, maar er gaat toch niets boven zijn Centro-Matic.


 

 

BERKLEY HART
POCKET CHANGE
website: www.berkleyhart.com
label : PSB Records
info: berkleyhart@cox.net
www.cdbaby.com/cd/berkleyhart4


"two songwriting gurus with a harmony more powerful than moonshine"

Two guys, two guitars, and an occasional harmonica or banjo ... en op die manier meer dan veertig minuten de aandacht op te eisen en gaande houden...Voor het duo Jeff Berkley (guitar & percussie) en Calman Hart (guitar & harmonica) blijkbaar een peulschil en dat is eigenlijk niet verwonderlijk want het duo, afkomstig uit South California heeft al een aardige verzameling van albums op hun konto staan. Met vier schijfjes in een tijdspanne van zeven jaren kan je niet meer spreken van "groentjes" die hun weg in het singer/songwriterswereldje nog moeten zoeken. Zo won Jeff Berkley ondermeer een Award in de vermaarde Kerrville New Folk Songwriters Contest en nestelde zich op die manier in het wel indrukwekkende lijstje van voormalige winnaars (Lyle Lovett, Shawn Colvin, Nancy Griffith, Jerry Jeff Walker) terwijl Calman Hart met zijn debuutalbum "Red- Eyed & Blue" in 1992 een San Diego Music Award in ontvangst mocht nemen als "Best New Artist". Een onderscheiding die hem de mogelijkheden bood om ondermeer Bill Worndick, Stuart Duncan, Jerry Douglas, Roy Husky Jr.en David Grier bereid te vinden om hem een meer dan figuurlijk duwtje in de rug te bezorgen bij de opnames van het album "Train in the Distance". Ondertussen schuimen zij de markt af als duo en met hun album "Pocket Change" kozen zij bewust voor een "back to basics" principe... only using what they can carry ... their guitars & their voices. In zestien uurtjes werd het volledige album ingeblikt en de elf songs geven een perfecte weerspiegeling van wat je kan verwachten als het duo plaatsneemt op het podium. Songs die hun wortels hebben in het bluegrass/folk/country/rock middens en met "Has Anybody Here Seen Hank ?" van Mike Scott (The Waterboys) een tribute to the great Hank Williams offreren. Harmonieuze samenzang die de concurrentie aangaat met CNY, Don & Phil, Brian, Carl & Dennis Wilson en zelfs Loggins & Messina. Nog niet overtuigd? Een voorproefje kan je krijgen als je een blik werpt in deze schatkamer van live - opnames. (http://www.archive.org/details.php?identifier=berkleyhart2003-07-25.shnf&from=browsePopular & http://www.archive.org/details.php?identifier=bhart2004-01-28.at831.shnf&from=browseRecent.) ... en dan als de bliksem naar de platen/cd boer voor het album "Pocket Change".


 

 

AJ CROCE
CANTOS
Website: www.ajcroce.com
Info :roggie@rajiworld.com
Label : Seedling Records/
Eleven Thirty records
www.eleventhirtyrecords.com
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl

A.J. is de zoon van wijlen Jim Croce, die aan het begin van de jaren ’70 uit leek te groeien tot een wereldster maar vervolgens verongelukte. Geen slap aftreksel maar een waardige opvolger van zijn vader. Wat het meeste opvalt, is zijn doorleefde rauwe stemgeluid. Erg bijzonder voor een dertiger. Qua stem gelijkend op die van Joe Cocker maar dan in het kwadraat. In de Verenigde Staten werd A.J. tien jaar geleden warm onthaald, maar in Europa worden zijn cd’s vooral genegeerd. Dat heeft alles te maken met het wisselende niveau van zijn cd’s en het ontbreken van stijlvastheid. Ron Goldstein en Peter Bauman (Private Music) tekenden A.J. eerste contract, goed voor twee albums. Het eerste "A.J. Croce”, geproduceerd door T-Bone Burnett en John Simon en vervolgens “That’s Me In The Bar” (1995), geproduceerd door Jim Keltner met bijdrages van Ry Cooder, David Hidalgo en natuurlijk Keltner zelf. Croce’s derde release “Fit To Serve” was opgenomen in Memphis en de productie was in handen van Jim Gaines (Van Morrison, Santana, The Steve Miller Band). Met zijn vierde album "Transit” kwam hij op een keerpunt waarover hijzelf zegt :” I had been playing blues based music for a long time and I was ready to try something new”. Begin 2005 verscheen zijn vijfde album "Adrian James Croce", deze plaat was meteen een flinke stap terug in de goede richting. Na aalgladde radiopop koos Croce voor klassieke singer-songwriter pop die veelvuldig deed denken aan het vroege solowerk van Paul McCartney, maar ook raakte aan James Taylor en Randy Newman. Het was een knappe en zeer aangename cd die de sfeer van de jaren '70 ademde, maar nergens klonk als overbodige retro. Dit album verscheen op zijn eigen label Seedling Records, hij produceerde het album samen met Michael Vail Blum (Madonna, Pink Floyd) en was een plaat waarop Croce zondermeer liet horen tot de betere singer-songwriters van het ogenblik te mogen worden gerekend. Later 2005 verscheen de verzamelaar, "Early On- The Americana Recordings 1993-1998", met werk uit zijn beginperiode. Mocht u deze vernoemde cd's bezitten dan kunt u nu stoppen met verder lezen. Mocht u echter maar één van deze titels per ongeluk niet bezitten, dan spreken wij nu af dat u zich lichtelijk beschaamd naar de platenboer naar keuze vervoegt om de schade nog enigszins te beperken en ook meteen zijn nieuwe album "Cantos" aan te schaffen, want wat is dit weer een knappe plaat. En ook hier horen we een A.J. met zijn heerlijke gruizige Tom Waits achtige stem en met een broeierige southern swampy, bluesy, jazzy begeleiding, en met een droom aan gastmuzikanten van o.a.: Ben Harper, Brian MacCleod, Greg Leisz, Gregory Page, Michael Bizar, Nick Kirgo, Phil Smith en Steve Poltz. Wij vinden "Cantos", waarvan deze twaalf popliedjes geproduceerd zijn hemzelf en Michael Vail Blum, een aanrader van jewelste! Luister maar even naar de enige cover, Paul McCartney’s "Maybe I’m Amazed", de pianoballade "All I Have" of het jazzy "Play" waarin hij bewijst dat hij zelfs met gitaar een geweldig songsmid is.


 

 

MARK PICKEREL AND HIS PRAYING HANDS
SNAKE IN THE PIANO
Website: www.markpickerel.com
Label: Bloodshot Records
www.bloodshotrecords.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

"Snake In The Radio" is een briljante plaat. Zo, dat heet met de deur in huis vallen. Lang verwacht, toch gekomen! Na The Screaming Trees, twee geweldige cd's van zijn nieuwe band, The Dark Fantastic, en enkele gastoptredens op albums van Mark Lanegan en Neko Case, is er nu het solo-debuut van drummer Mark Pickerel. Na het uiteenvallen van The Screaming Trees, liet Pickerel via de twee cd's van The Dark Fantastic, al horen dat hij meer kan dan een aardig potje drummen. Iets wat hij nu nogmaals bewijst met zijn eerste solo-cd. Herenigd met producer Steve Fisk (die niet alleen bij The Screaming Trees achter de knoppen zat, maar ook bij onder andere Soundgarden, Low, Posies, Nirvana) hebben Mark Pickerel & His Praying Hands een cd gemaakt met duistere, bluesy rocksongs met een vleugje David Lynch. "Snake In The Radio" is een mooie afwisselende plaat met veel goede liederen en gedragen door de bijzonder mooie stem van Pickerel. Eigenlijk kan ik het niet beter omschrijven als de bondige samenvatting die in zijn biografie stond. “This CD is just as weird and beautiful and poetic and magical as a midget in a David Lynch film”. Charmante aanstekelijke liedjes, die zijn voorzien van een country-tintje, soms wat western van het type Ennio Morricone en een Nick Cave-gevoel in zijn liedjes en voordracht. Zoals de rocker "Sin Tax Dance", voorzien van een Motown-loopje of de tragi-ballad "Don’t Look Back". Ook speciale aandacht voor het nummer "Ask The Wind" met background vocals van Margrethe Bjorklund, die ook de pedal steel speelt in andere nummers. Andere muzikanten zijn Jim Sangster (bas), Johnny Sangster (gitaar) en Micah Hulscher (piano, moog, orgel), en voornaamste gast is natuurlijk producer Fisk (moog, arp, mellotron). "Snake In The Piano" ontpopt zich als een bestaanswaardig album, dat stuk voor stuk op zichzelf staande kleurige liedjes kent met een fraaie twist, luister en huiver naar dit geweldig album!


 

 

SLEEPER CAR
SHY ME
website : www.sleepercarband.com
Email: sleepercarband@hotmail.com
label : Subrosa Music
info : subrosagvd@hotmail.com
mikezulu55@aol.com
www.cdbaby.com/cd/sleepercar

Een bandje dat zijn inspiratie zoekt bij Wilco, Iron & Wine, Jeff Buckley, muzikanten telt uit de Detroit rock middens & de Chicago jazz-scène en zijn liefde voor de traditionele folk wereldkundig maakt door middel van zeven songs op dit album ... het wekt ook interesse aan deze kant van de oceaan. Sleeper Car is het geesteskind van drummer Russ Mallord en Mike Musikantow (guitars & vocals) en beide heren mogen, volgens mijn bescheiden mening, de immigratie dienst van de USA op hun blote knietjes danken dat zij Eugene Choi (electric violin) en Tie Dye Charlie (pedal steel), destijds op hun grondgebied hebben toegelaten. Twee klasse muzikanten die in ruime mate verantwoordelijk zijn voor het alt. country gedeelte van dit album en voornamelijk met de titelsong "Shy Me", "Carryall" en "Prettier Ones" onze speciale aandacht opeisen. Wanneer ze bovendien met een song als "Cut It On Out" voor de dag komen die wel op het lijf van Buddy Miller geschreven lijkt dan heb je zowiezo al een streepje voor bij ondergetekende en als zij bovendien als kers op de taart pareltjes tevoorschijn toveren als "Eugene's Lament" en "Ballad in a Minor", R.E.M doen watertanden voor de song "Rain Down" dan worden wij hier tenhuize rootsrocker lichtjes euforisch. Mike Lim (on keyboards)en Kevin Becker (bass) vervolledigen Sleeper Car en onder hun zesjes zijn zij verantwoordelijk voor een leuk stukje muziek dat in de presskit perfect wordt omschreven als : "It's the kind of music that plays in the background during a cool summer boxcar ride from Detroit to Chicago to Okalahoma city" . Wij zijn al tevreden met een tochtje Bree - Antwerpen Kennedy tunnel - De Panne.


 

 

HORSE CAVE TRIO
CURB SERVICE
website: www.horsecavetrio.com
label: Embassy Hotel Records
info: www.embassyhotelrecords.com
www.cdbaby.com/cd/horsecavetrio

Een (onbekend) bandje dat de affiche deelt met ondermeer the Cigar Store Indians, Marti Brom, George Thorogood, Deke Dickerson, Big Sandy .... het startsein om het Horse Cave Trio eens onder de loepe te nemen. Het was frontman Ron De Vore (bas & vocals) die besloot zijn hardrock band "Empty Set" op te doeken en zich terug met zijn eerste liefde, in casu rockabilly, bezig te houden. Met de Detroit (muziek) veteranen Lou Simon (gitaar) en Rob Haze (drummer) vond hij de geschikte partners om een deeg bestaande uit rockabilly, blues, country, gospel, hillbilly zodanig te kneden dat het produkt "Blues-fueled Rockabilly" als zoete broodjes over de toonbank moet gaan. Of het gelukt is met hun debuutalbum dat verscheen in 2004 is mij onbekend want de kennismaking met dit bandje greep pas onlangs plaats bij het verschijnen van de opvolger "Curb Service". Een stevig gezelschap dat iets verder kijkt dan hun rockabilly neus lang is en met songs als "Hillbilly Rock * N * Roll", "Rev It Up", "She' s the One" en "Groove Daddy" duidelijk kiest voor een uitstapje in het uitgebreide Americana wereldje. Zelfs een ferme streep "Roadhouse Blues", "Springwell Swing" en "Horse Cave Boogie" staan op de playlist en tonen aan dat hun muziek niet alleen geschikt is voor liefhebbers van "Hotrods, Choppers & Rock - N - Roll" maar de real rootsfanaten met dit album doet watertanden. No "Castle in the Sky" maar keiharde werkelijkheid ... "The disc features 11 brand new original tunes which travel the American lanscape from rockabilly to gospel to country to the blues and all places in between" (CD Baby)


 

 

DEMONSTRATORS
SONGWRITER'S CHOICE
(Songs by Ellen Griffith)
website : www.recallmusic.com
label : Recall Music
info : recallmusic@earthlink.net
www.cdbaby.com/cd/demonstrators


M"I started at the bottom as an itinerant musician, and ended up . . . at the bottom as a starving songwriter." (Ellen Griffith)



Ellen Griffith zou voor mij en het grootste gedeelte van de wereld een nobele onbekende blijven mochten Teresa James, Bob Malone, Roy Zimmerman, James Intveld, John "Juke" Logan en Marty Rifkin niet vermeld staan op het hoesje van het album "Songwriter's Choice". Want eerlijk gezegd de vermelding "Songs by Ellen Griffith" zei mij helemaal niets en dat is ondertussen danig veranderd. Onze zoektocht leidt naar de omgeving van West Los Angeles en de dame in kwestie maakte in haar jeugd deel uit van een bandje dat zich voornamelijk bezig hield met Hank Williams tunes. Niet bepaald een groot succes en geleidelijk aan schakelde Ellen Griffith over naar Dixieland music. De volgende stap was een cursus "hoe leer ik piano spelen" en een geslaagde poging om een graantje mee te pikken van de West Coast traditional jazz revival met haar Costa del Oro Jazz Band. Maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan en haar belangsteling voor blues/roots/rock en honky tonk country nam weer vaste vormen aan en zij schreef een aantal songs waarvan er inmiddels een zeventiental op dit album terecht kwamen. Een fraaie compilatie van de blues/swamp/rock/country bluegrass geschiedenis door de jaren heen met songs die ondermeer zowel maatschappelijke, politieke als historische feiten onder de loepe nemen. Het lijkt mij zeer interessant om bij het beluisteren van dit album gebruik te maken van de uitvoerige uitleg en gepubliceerde teksten op haar website. Luisteren en lezen ... je bent er een bijna een uurtje mee zoet en je leert er nog wat van, of wat dacht u van deze one-liner: "The secret of live is to know how to swim among sharks and not become bait". En zeg nu zelf ... de artiesten die aangezocht werden om de songs van Ellen Griffith te vertolken zijn nu niet bepaald de eerste de beste en het resultaat mag dan ook gezien en vooral gehoord worden. "It's historical and hysterical".


 

 

GARY BENNETT
HUMAN CONDITION
Website: www.garybennettmusic.com
Label : Landslide Records
mrland@mindspring.com
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl


Gary Bennett was kernlid van de succesvolle alt. country band, Br5-49, maar wie nu meteen naar de platenwinkel holt (fietst, rijdt, vliegt, moonwalkt) zal vreemd opkijken als hij straks met "Human Condition" thuiskomt.Terwijl Br5-49 zich erin bekwaamt all things country en aanverwanten als boogie, honky-tonk, rockabilly en rock uit de jaren vijftig in gruzelementen te slaan en vervolgens weer in elkaar te passen, maakt Bennett solo opvallend traditionele countrymuziek, in een kraaknette productie van R.S. Field (Sonny Landreth, Allison Moorer, Webb Wilder) en met zorg en liefde ingekleurd. Bennett verliet samen met bassist "Smilin'"Jay McDowell de groep in 2002, en vanaf toen hebben we niets gehoord van deze pionier in het outlaw-genre en dat zijn comeback op Landslide Records ook nog van hoge kwaliteit is, doet ons meer dan goed. "Human Condition" bevat louter sterke songs met als grootste uitschieter, "Better Than This", een nummer dat hij samen schreef met Todd Snider. Bennett is uitzonderlijk goed bij stem, soms een wat snikkende stem, die wanneer ze een serieuze toon aanslaat, zoals in de liefdesliedjes "Things That Mean a Lot to Me" en "Just Wanne Be With You", deze songs een een dubbele betekenis geeft. Maar ook compositorisch staat "Human Condition" op een eenzaam hoog niveau, zijn zelfgepende songs zijn doorleefd, dynamisch en vaak verrassend qua arrangement. Hoofdmoot vormt over het hele album de soberheid; ieder instrument doet niet meer dan nodig om het liedje en de stem alle ruimte te geven. Soms gaat Bennett de traditie in met meer vrolijke nummers die doen denken aan zijn Br5-49 periode waardoor de songs min of meer gevarieerd zijn en het spelniveau met Kenny Vaughan (Marty Stuart) op gitaar, Jimmy Lester (Webb Wilder, Los Straitjackets) op drums en Mark Winchester (Emmylou Harris) op bas geïnspireerd hoog is. Voegen we daar de 'Special guests' Marty Stuart (mandolin) en de legendarische pedal steel speler Lloyd Green en producer R.S. Field op verschillende instrumenten aan toe, dan is het goed om te constateren dat Gary Bennett de annalen in zal gaan als invloedrijke singer-songwriter die anno nu nog even relevant kan zijn als in zijn begindagen.

 


 

 

SIR DOUGLAS QUINTET
LIVE FROM AUSTIN TX
www.austincitylimitsdvd.com
label: New West Records
www.newwestrecords.com
Distr: Sonic Rendezvous
www.sonic.nl

 

Bij kenners van de muzikaal woelige jaren zestig in Amerika roept de naam Doug Sahm legendarische referenties op. Met nummers zoals "She’s about a Mover" en "Mendocino" zette hij de typische Texaanse muziek op de kaart van de pop- en rockmuziek. Voor heel wat rocklegenden opende het Sir Douglas Quintet een nieuwe wereld, o.a. Chuck Berry, Bob Dylan en Van Morrison, om er maar enkelen te noemen. Dankzij de CD/DVD "Live From Austin,Tx" van New West Records is mijn wens om het Sir Douglas Quintet live te aanhoren al een beetje in vervulling gegaan, en we zullen er meteen duidelijk over zijn: dat was net zo geweldig als we hoopten. Van Sir Douglas en zijn ster-organist Augie Meyers is al eerder een "Live From Austin, Tx" verschenen, maar dan onder de vlag van de Texas Tornados. Sir Douglas, eigenlijk gewoon Doug Sahm, maakt er met zijn Quintet onophoudelijk een vrolijke boel van en ditmaal met meer eigen werk. De reeds vermelde successen worden natuurlijk niet overgeslagen, maar daarnaast ook een paar goeie covers als "96 Tears", "Who’ll Be The Next In Line?" en "Who Were You Thinkin’ Of?". Het optreden dateert uit 1981, toen de formatie net na enkele jaren stilte zich weer heroprichte. Met deze rasmuzikanten, als smaakmakers Doug Sahm (zang en gitaar) en het orgeltje en accordeon van Augie Meyers, treffen we Alvin Crow (gitaar, fiddle), Speedy Sparks (bas), John Perez (drums) en Doug's zoon, Shawn Sahm (gitaar) als gast en ... de aanstekelijke swamp-sound terug. Met deze "Live From Austin,Tx" wordt het nog eens duidelijk waarom Sir Douglas Quintet zo’n belangrijke Tex-Mex groep genoemd mag worden. Deze CD/DVD is niet enkel één groot feest, tevens ook een grote aanrader!


 

 

BIG IN IOWA
GEEZIL PETE!
website : www.biginiowa.com
label : Eigen Beheer
info : engine883@aol.com
www.cdbaby.com/cd/biginiowa

Blijkbaar moet de muzikale koerswijziging van Big In Iowa nog al drastisch verlopen zijn, de kritieken bij de collega's van KindaMuzik en Hanx liegen er niet om ... dronken carnavalsband, moddervette country polonaise, klinkt als redneck stierenstront terwijl de band oorspronkelijk vergeleken werd met the Bottle Rockets en liefst vijf album uitbrachten op het Blue Rose label. In 2001 kwam er een eind aan de samenwerking en ondertusen is bassist Ken Glidewell nog het enige originele bandlid en hij draait er geen doekjes om dat met het album "Geezil Pete" gekozen werd voor een 'change of direction'. De waarheid zal wel ergens in de midden ligt want Big In Iowa is mij volstrekt onbekend en ik moet dan ook tewerk gaan op het onlangs verschenen materiaal. Voor de liefhebbers van de onlangs overleden Buck Owens en zijn befaamde Bakersfield sound en mensen die uit de bol gaan voor de honky-tonk verhaaltjes van George Jones (broken hearts, broken homes, broken bottles, staying up late and drinkin' some) is dit schijfje verplichte aanschaf. Prima eenvoudige country & western die zijn wortels heeft in de glorierijke jaren '60 en '70 en anno 2006 nog steeds over een grote schare fans beschikt. Het grootste gedeelte ervan vertoeft de laatste jaren in het Line Dance wereldje en ondanks de veelal misprijzende blikken/uitlatingen van de alt. country/Americana 'kenners' groeien die clubjes uit de grond als paddestoelen. Een evolutie die nu niet bepaald aan deze jongen is besteed maar het leidt geen twijfel dat dit album bij de doorsnee country liefhebber wel eens aardige verkoopcijfers kon scoren, ondermeer omdat Big In Iowa met Mike Gray een zanger/stem heeft aangetrokken die zich thuisvoelt in dit wereldje en met pedal steel, mandoline, piano en orgel, harmonica & slide guitar iets gedurfder uit de hoek durven komen dan de traditionele country bands.Meteen een geluidje dat de doorsnee country fan herinnert aan zijn iets wildere Southern Rock jeugdliefde(s) .. "I'm gonna party all night until the cows come home" en wie let er dan op de songteksten? Pretentieloos amusement en meer moet dat niet zijn.


 

 

KIERAN KANE KEVIN WELCH & FATS KAPLIN
LOST JOHN DEAN
website : www.deadreckoners.com
label : Dead Reckoning Records // Compass Records
info : talk@deadreckoners.com
www.compassrecords.com

Blue Highways en Roots of Heaven zijn achter de rug, het nieuwe schitterende album van het trio Kane / Welch / Kaplin ligt in de rekken en de zomerfestivals staan voor de deur. Past, present & future en de corryfeeën van het Dead Reckoning label staan nergens op het podium/affiche. Wraakroepend als je ziet wat jaarlijks de oversteek mag maken en ondertussen elke frituur/kebabzaak in de Lage Landen weet te vinden met de ogen dicht. Musicians, songwriters & old friends is de terechte benaming voor dit trio dat met "Lost John Dean" niet alleen een traditional koos als titelsong maar met dit album ook een toekomstige klassieker in huis haalt. Met "Monkey Jump" borduurt Kieran Kane op zijn eigen vertrouwd werk verder en laat banjo, fiddle, accordion uitvoerig aan bod komen om dan een zekere Wim Vermeyen van het BRBF festival te Peer warm te maken voor een lekkere bluesy "Satan's Paradise" en een uitnodiging voor dit festival dat doorgaat op 14/15/16 Juli. Liefst in het gezelschap van "Lost John Dean" en in het programmaboekje een afbeelding van "A Postcard From Mexico" (John Hadley/Dave Olney). Dani Heyvaert, schrijver van dienst, zal geen enkel bezwaar in huis hebben want met songs van dit kaliber geraak je in de zevende (muzikale) hemel ("Heaven Now"). Songs die niet ieder jaar aan de Deusterstraat of aan het Minnewater in Brugge voor het oprapen liggen en wanneer Kieran Kane in samenwerking met Sean Locke en Claudia Scott de good old days van the O'Kanes doet herleven met "I Can't Wait" en "Them Wheels Don't Roll any More" wordt het wel erg gezellig. Jesus Christ, wat zou er toch van Jamie O'Hara geworden zijn. Om hun sollicitatie wat kracht bij te zetten werd er resoluut gekozen voor de "unplugged" country/blues van "To the Harvest Look Ahead", en David Olney's/Claudia Scott's "Mr. Bones". Gezellig onderuit in een tuinstoel, fraai gezelschap en een biertje bij de hand en genieten van de pedal steel, fiddle, accordion op "Clean Getaway" en de banjo op "Mellow Down Easy" van Willie Dixon ... moet toch mogelijk en betaalbaar zijn. Wie?


 

 

ROBERT LOVE
GHOST FLIGHT
website: www.myspace.com/robertlovemusic
Label: One Little Indian Records
www.indian.co.uk
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

De naam Robert Love zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen, maar fans van Alabama3 weten natuurlijk onmiddelijk dat we het over de zanger van deze intrigerende band hebben. Na een aantal onbetwiste, maar helaas niet erg breed opgepikte, meesterwerken van Alabama3, laat Robert Love ons nu kennis maken met zijn solowerk. Solowerk dat aanmerkelijk soberder is dan de muziek van Alabama3. Meer dan zijn schurende stem heeft Robert Love niet nodig om zijn intieme luisterliedjes naar grote hoogten te tillen. Luisterliedjes die vol overwachte wendingen zitten, meestal bittere liedjes vol melancholie, want Love ziet het leven maar zelden door een roze bril. Je moet van hele goede huize komen om met zulke sobere muziek een cd lang te boeien, maar Robert Love doet het op "Ghost Flight" met gemak. Meestal folky, soms met een beetje country, maar altijd getergd en gedreven. Ruim een half uur prachtmuziek van een Brits singer-songwriter die maar weer eens bewijst dat hij behoort tot de beteren van de laatste jaren. Robert Love laat zich op zijn debuut, een plaat die hij maakte op amper zes dagen, begeleiden door Brendan O'Connell (gitaar, vocals), Clifford Slapper (piano), Scott Doran (bas), Caroline Butler (vocals), Johnny Graffham (pedal steel) en Alabama3 drummer Jonny Delafons. "Ghost Flight" is meer dan een cd met prima liedjes. Het is een cd, met jazz- en bluesdoorvlochte muziek, rauwe en vaak wat indringendere songs, waarbij je het gevoel hebt dat je naar iets sensationeels zit te luisteren. Een hele bijzondere cd van een man die met een beetje geluk heel groot kan gaan worden.


 

 

CHERRY CASINO AND THE GAMBLERS
LET ' S PLAY AROUND!
website : www.cherry-casino.de
label: Rhythm Bomb Records
info : www.rhythmbomb.com
cherrycasino@freenet.de
www.lrs-berlin.com
www.cdbaby.com/cd/ccatg

 


"Some bands can play live, but their recordings don't come up to scratch, some bands record well, but live ...hmm. Cherry Casino is the complete package !! "



Het blijft verbazingwekkend hoe Rhythm Bomb Records er in slaagt om de rockabilly/country/Americana/blues liefhebber in de watten te leggen. Een dikke pluim voor Ralph Braband en zijn vrienden die niet alleen een neusje hebben voor aankomend talent maar ook op tijd en stond gevestigde waarden als Charlie Gracie, Rayburn Anthony, Glenn Honeycutt, Hank Ray, Phil Trigwell opnieuw in de belangstelling weten te plaatsen. Bovendien zijn zij erg sterk vertegenwoordigd in het huidige rockabilly wereldje met klasse groepen als the Waylin Elroys, the Crome Daddies, Gin Palace Jesters, Lloyd Tripp, 45PM.... Een unieke prestatie die ook op het konto van Axel Praefcke en Ike Stoye geschreven mag worden want beide heren, die tot het meubilair behoren van het label, vertoeven blijkbaar dag en nacht in de LRS studio's. Niet alleen is het duo van de partij met hun eigen band (Ike & the Capers ) maar hebben zij tevens wel een handje, mondje, voetje in de pap te brokkelen bij de opnames van boven vermelde artiesten. Je kan hen ook aantreffen bij Little Neal & the Blueflames, Doug Wilshire, The Roy Kay Trio, Rockin Roosters, Spo - Dee - O - Dee ... enz. Hun nieuwste project is Cherry Casino & the Gamblers en je moet het de jongens van RBR nageven ... zij blijven spitsvondig in het vinden van nieuwe namen. Onder deze vlag varen, bij nader inzien, de kapiteins Praefcke/Stoye met behulp van de matrozen Markus "Lucky" Lehmann (bas), Michael "Humpty" Kirscht (rhythm gt) en drummer Torsten Poukert (het trio maakt deel uit van the Round Up Boys) een stevige jump blues pleziertocht. Natuurlijk werd het geheel overgoten met een ferme golf rockabilly onder het motto "Gonna Tear Your Playhouse Down". Een kanjer van een song die net als tien andere uit de pen van Axel Praefcke komt en waarmee de man uit Berlijn, die ook de vocals voor zijn rekening neemt, in aanmerking komt voor de ene of andere Music Award. Een onderscheiding die hij ongetwijfeld moet delen met zijn kompaan Ike Stoye die voor deze gelegenheid op de sax toetert alsof zijn leven er van afhangt. A well blended mix of early hot and greasy R & B and furious Rock & Roll. Overtuig jezelf, zij staan ondermeer op de affiche van the Rock & Rollstreet Terschelling Midsland (1/2/3 September 2006, http://members.home.nl/t.bastiaan/).

 


 

JIM MORAY
Website: www.jimmoray.co.uk
Label: Niblick / Giraffe Records
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

Folk? Dan wel zeer Engels en zeer sfeervol genetisch gemanipuleerd! De jonge Brit Jim Moray noemde zijn bijzonder aardige debuutalbum: "Sweet England" (2003). Hij situeert zich hiermee meteen tussen andere gevoelige grootmeesters als Roy Harper, Stephen Duffy en zijn Lilac Time, het beste van Fairport Convention ... tot en met echos van Robert Wyatt en The Beach Boys... Zeg maar dat soort Angelsaksisch talent dat zijn folkrockroots koestert en laat floreren. Jim Moray bespeelt zelf zowat alle instrumenten, is niet vies van subtiele apparatuur, want hij wordt vaak de eerste techno traditionalist genoemd. Hij toerde al met Billy Bragg, en mocht zich al op Dranouter 2003 presenteren. MOJO heeft het hier over: '...debut album by visionary 21 year-old predicted to turn folk on its head 4*'! Het blad Uncut spreekt van het werk van een genie. Jim Moray is een multi-instrumentalist/componist die opgroeide in Macclesfield en Stafford. Via de platencollectie van zijn ouders en bezoek aan het jaarlijkse Sidmouth Folk Festival , maakte hij al op jeugdige leeftijd kennis met folkmuziek. Tijdens zijn studie compositieleer aan het conservatorium van Birmingham raakte hij meer en meer geïnteresseerd in popmuziek. Hij speelde al piano maar leerde in die tijd ook gitaar, bas en drums spelen. Werd frontman van talrijke college-bandjes die geen van allen een lang leven beschoren waren. Via eenvoudige opname-apparatuur (4-track) nam hij demo's op van die bandjes en van zichzelf als solist. Eén van die demo's kwam terecht bij BBC-radio 2 en dat leverde Jim Moray in 2001 een finaleplaats op in the Young Folk Musician of the Year. Een jaar later gevolgd door een nominatie voor de Horizon Award voor beste "nieuwkomer". Met zijn debuut "Sweet England" maakte Moray vooral in Engeland veel indruk, een plaat waarop hij stokoude folk-traditionals voorzag van een eigentijds geluid. Waar dat bij de folktronica nog wel eens gekunsteld klinkt, viel bij Jim Moray direct alles op zijn plaats. Denk aan Rufus Wainwright, maar dan diep geworteld in de tradities van de Britse folk. Op zijn titelloze tweede cd herhaalt Jim Moray het kunstje van "Sweet England" en dit klinkt wederom geweldig. Stokoude Britse folkmuziek getransformeerd naar deze tijd met vooral akoestische instrumenten. Wederom horen we een van de meest vernieuwende folkies van het moment aan het werk. Diep geworteld in de Britse folktradities, maar ook met beide benen in het heden. Opvallend is dat de geest van de oorspronkelijke songs nog steeds rondwaart op deze nieuwe cd, waardoor deze typisch Engelse melancholieke plaat zowel modern klinkt als tijdloos. Kortweg: Jim Moray: ruraal & visionair!

 


 

 

JULIAN SAS
DEDICAT1ON
Website : www.juliansas.com
Management:dbos@xsnow.com
Label :Corazong Records
www.corazong.com
info@corazong.com


In een tijd dat de muziekwereld steeds oppervlakkiger en commerciëler wordt, blijven er gelukkig nog steeds mensen opstaan die voor mijn gevoel echte muziek maken. In Nederland is er gelukkig ook een gitarist, Julian Sas, waar je hart sneller van gaat kloppen, hij wordt nu al vergeleken met Amerikaanse gitaar helden als Johny Winter, Walter Trout en zelfs Jimi Hendrix. Vorig jaar verscheen zijn laatste album "Dedicat10n", en is inmiddels zeer goed ontvangen door de pers. Sas draait al weer enige tijd mee in de muziekwereld en heeft zich een toppositie verworven binnen het bluesrock-wereldje. En dat zijn nogal wat trouwe liefhebbers, want de meestergitarist wist met zijn band in korte tijd uit te groeien tot een ware topattractie in bluesland. Het podium is zijn thuis, dat is waar Sas een geschikte ambiance weet te creëren voor zijn bloedstollende bluesmuziek. Na zovele albums waaronder een fraaie live-plaat, "Delivered", uit 2002 en zijn laatste studio album "Twilight Skies Of Life" van begin 2005 is er nu dus een nieuw werkstuk, en wat voor één. De ingrediënten zijn niet zoveel veranderd en de door de maatschappij en besprekingen van de zojuist aangehaalde gitaargrootheden zijn inderdaad aanwezig maar welke stevige bluesknakker gebruikt deze nu niet. Belangrijker is dat Sas het vermogen bezit om zijn diverse invloeden en stijlelementen tot goede songs te smeden en dat is hem op deze nieuwe live plaat zeker gelukt. Op zaterdag 8 januari 2005 vierde Julian Sas in 013 in Tilburg het tienjarig bestaan van zijn band. Dat resulteerde als vanzelfsprekend in een avond vol slepende blues en lange solo’s die uiteraard niet op één cd pasten. Sterker nog, niet eens op één dvd. En dus wordt het jubileum nu opgeluisterd met een doos die maar liefst twee cd’s en twee dvd’s bevat. Cd’s en dvd’s hebben dezelfde tracklist, maar de dvd bevat als bonus drie akoestische songs, een interview met dj Gerry Jungen en een Behind The Scenes. Vernieuwende muziek hoef je van deze man niet te verwachten, maar hij staat wel altijd garant voor spelplezier, virtuositeit en uitstekende bluesrock. Luister maar naar de stampende opener "Helping Hand" en "The Devil Got My Number" of de slowblues van "I‘m Still Crying" en "Looking For A Friend", met klagende zang en dito jankende gitaar. Zo hoort dit soort muziek gespeeld te worden, vanuit de tenen. Julian Sas speelt zowel beladen en agressief als hartverwarmend subtiel als nooit tevoren, ik kan niet wachten tot dat Sas live ons kikkerlandje lekker gaat opschudden met zijn magnifieke band tijdens het Belgium Rhythm ’n’ Blues Festival in Peer, daarom toch maar even deze "Dedicat10n" aanschaffen. Bluesrock on!


 

 


WILLIE NELSON
LIVE FROM AUSTIN TX
Website: www.willienelson.com
www.austincitylimitsdvd.com
label: New West Records
www.newwestrecords.com
Distr: Sonic Rendezvous
www.sonic.nl

De Amerikaanse zanger en songschrijver Willie Nelson werd in 1933 geboren te Abbott, Texas. Willie Nelson groeide op bij zijn grootouders. Vanaf zijn tiende jaar speelde Willie gitaar in diverse lokale bands. Na een periode bij de luchtmacht had Willie Nelson vele baantjes. Hij verkocht bijvoorbeeld huis aan huis bijbels en encyclopedieën. Met het geld dat hij aan zijn eerste song "Family bible" verdiende reisde Willie Nelson naar Nashville, het hart van de country muziek. Toen in het voorjaar van 1960 Nelson in een roestige Buick Nashville binnenreedt was hij vastbesloten het te gaan maken. Twee jaar later was zijn faam als songschrijver gevestigd middels klassieke hits voor Faron Young, Ray Price en vooral Patsy Cline die van "Crazy" een evergreen maakte. Andere songs uit die periode, dan denken we graag terug aan "Funny how time slips away" (Jimmy Elledge), "Wake me when it's over" (Andy Williams) en "Pretty paper" (Roy Orbison). In 1970 brandde het huis van Nelson in Nashville tot de grond toe af. Hij verhuisde naar Texas. Met Texas als basis tourde Willie Nelson in de jaren zeventig onophoudelijk door de Verenigde Staten van Amerika. In deze periode veranderde zijn stijl in een modernere countrystijl. Na zijn creatieve hoogtepunt aan het begin van die jaren zeventig, zijn alom gewaardeerde meesterwerk "Red Headed Stranger", volgt het legendarische tv-programma Austin City Limits, waar Nelson in 1974 de eerste pilot-aflevering deed. Hij verscheen hierna nog meerdere malen op het podium van Austin City Limits. Zo ook in september 1990, toen met een gedreven en strakke zevenkoppige band en een al even in topvorm verkerende Nelson een enerverende show werd neergezet. Helaas blijft het wat platte geluid van de opnamen hier soms wat bij achter. Het drukt gelukkig de pret niet helemaal, gezien de fraaie versies van eigenlijk wel de meeste nummers, met bijvoorbeeld "Stay A Little Longer", zijn eigen geschreven "On The Road Again" en de medley van "Funny", "Crazy" en "Night Life". Ook collega en vriend Kris Kristofferson wordt geëerd met maar liefst drie songs: "Help Me Make It Through The Night", "Me And Bobby McGee" en "Loving Her Was Easier (Than Anything I’ll Ever Do Again)". Aan het eind van de cd worden we nog getrakteerd met de nummers "Still is still Moving To Me" en "Milk Cow Blues", waarop de toen nog zeer jonge Shelby Lynne (21 jaar destijds) meedoet. Mooie verrassing, mooie afsluiter! Het hele optreden is fris, ongepolijst en klinkt gek genoeg minder gedateerd dan zijn recentere live-albums. Zelden kwam de essentie van Willie Nelson’s muziek zo betoverend naar voren als in de zeventien songs op deze cd. Ouderwets vakmanschap, zoals dat heet. Van een almachtige schoonheid.


 

 

BRAY VISTA
SING MY DARLING
website: www.brayvista.com
label: Sombrero Recordings
info: honkydudes@brayvista.com

Nostalgie is troef bij het beluisteren van het album "Sing My Darling" van de band Bray Vista. Voornamelijk old-time country met classic love songs die je ogen doen tranen, harten doen smelten of zelfs breken, en voor je het beseft opzadelen met een hoop problemen die er in slagen om van de stoere cowboy een hoopje ellende te maken die uiteindelijk zijn troost moet gaan zoeken in de drank of bij de dames van lichte zeden. Het country thema bij uitstek en de negen (!) leden van dit Iers bandje laten dan ook geen moment onbenut om het uitvoerig aan te wenden in hun songs. Neil Tobin, singer/songwriter van dienst en Alison Byrne zijn de spilfiguren van Bray Vista en beschikken beiden over fraai stemgeluidjes die met het aanwenden van banjo, fiddle, harmonica, mandoline ook tot hun recht komen in de up-tempo songs die een bluegrass tintje vertonen. Meteen de gelegenheid voor het uitgebreid gezelschap om nog eens een ouderwets kampvuur of gezellige barbecue te organiseren en de lokale line dance club uit te nodigen voor een demonstratie. Bovendien kan je in de pauze een een kijkje nemen op de parking en een vertederende blik werpen op de Ford Transits, Volkswagen busjes en andere pick-up's. Het lijkt wel of Nashville verhuist is naar Ierland.


 

 

JAMES WESLEY HAYMER
BOOMTOWN
www.jameswesleyhaymer.com
james@jameswesleyhaymer.com
www.cdbaby.com/cd/jwhaymer2

James Wesley Haymer kreeg al lovende woorden over zijn debuut "See You Around" (1998) en zijn opvolger "Field Recordings" van vorig jaar. Deze singer-songwriter uit Thompson Station, een dorpje in het zuiden van Nashville was eerst te horen in de groep Silverspoon op de "Helter Skelter" soundtrack en speelde ook op Keith Moon's solo album "Two Sides of the Moon", maar is vooral een doorbijter. Toen deze groep in de laat zeventig jaren stopte, heeft hij nog wat kleinere projekten gedaan. Inmiddels weten we na beluistering van zijn nieuwe album "Boomtown" dat we hier te maken hebben met een meer dan begenadigd liedjesschrijver die zijn vorige platen overtreft en nu wel degelijk weet hoe hij verder zijn carrière moet uitbouwen. Met elf zelfgepende rockende songs op deze nieuwe plaat, wordt hij niet voor niets wel eens vergeleken met Bob Dylan, zelfs een beetje Lennon en Harrison of een Bruce, maar ook Randy Newman. James Wesley Haymer beschikt niet alleen over een goede stem, maar is ook een uitstekend gitarist. De nummers mogen bij James Wesley meerdere keren vier minuten en langer duren. Voor je het weet zijn ze al afgelopen. Hij weet zich daarmee vast te bijten in vernuftige songteksten met een cynische ondertoon, want qua stijl kiest James Wesley Haymer in zijn eigen gepende songs voor Dylan-achtige folk. "Boomtown" is zeker een heel erg interessant album voor liefhebbers van het songwritergenre, die nu niet meteen een dodelijk zwaarmoedige songwriterplaat zoeken, maar iets luchtiger georiënteerd zijn. Haymer straalt een ongekende zelfverzekerdheid uit met een glansrijk stemgeluid dat knisperend klinkt als een groot kampvuur. Al zijn de vergelijkingen onontkoombaar in deze elf songs, bewijst deze romantische songsmid en storyteller wederom met "Boomtown" dat je met heel weinig een heleboel moois kan maken.


 

 

SANDY DILLON
PULL THE STRINGS
Website: www.sandydillon.com
www.rwin.nl/sandydillon
Label: One Little Indian Records
www.indian.co.uk
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

Sandy Dillon: De muziek van deze ex-bewoonster van het legendarische Chelsea Hotel heeft raakvlakken met de brouwsels van Captain Beefheart, Patti Smith, PJ Harvey en Tom Waits. Op haar eigenzinnige wijze geeft ze de blues een ‘hoekige, tegendraadse Dillon touch’. Op het podium komt ze over als black magic, de vertolkster van duistere poëzie in een blueskleedje. Ik weet niet zeker of het een groot compliment is voor een vrouw, als Sandy Dillon soms in één adem wordt genoemd met deze artiesten. Of die vergelijkingen terecht zijn, kan ik anders wel direct opmaken uit "Pull The Strings", het verrassende zesde studioalbum van Sandy Dillon. Het zegt ongetwijfeld iets over haar eigenzinnigheid als muzikante. Over één ding is iedereen het in ieder geval eens: wie een omschrijving wil van haar muziek komt al gauw met namen als Tom Waits (de melancholische pianomelodieën en de spontane gekte), Tori Amos (de theatrale, kunstzinnige composities), Victoria Williams voor haar haast kinderlijke stemgeluid of zelfs het getormenteerde stemgeluid van Patti Smith. "Pull The Strings" ligt wat in het verlengde van haar vorige album, "Nobody's Sweetheart" uit 2003, waar we ook een compacte mix van jazz, country, blues en avantgardistische punk aantreffen, waarbij haar klassiek getrainde geest continu zorg draagt voor een theatrale omhulling in de juiste doseringen. Als geen ander weet Dillon zo in de huid te kruipen van een liedje. Op "Enter the Flame", waarin Dillons stem vanaf gene zijde van de dodenrivier tot ons komt, waar ze zich verenigd heeft met haar geliefde, is één van die bedwelmende hoogtepunten. Met dit nieuwe album keert Dillon terug naar bekend terrein: bedaarde maar onheilspellende pianonummers met een Fender Rhodes in de hoofdrol zoals in "Play with Ruth", "Broken Promises" en "Wedding Night", afgewisseld met rock en een scheutje blues, als in "I Fell in Love" en "Over My Head". Gastmuzikanten zijn o.a. Ralph Carney (Waits' favoriete blazer), onze eigen Belgische band Troissoeur, de van Alabama 3 bekende zanger Robert Love in het snijdende titelnummer en in "Why?" en Ray Majors op dobro, gitaar en banjo. Kortweg: Dillon is de vrouwelijke Tom Waits. Klasse!


 

 

SAM LAPIDES
GHOST IN ME
website: www.samlapides.com
label : PMF Records
info : samlap@msn.com
www.cdbaby.com/cd/lapides

Sam Lapides met of zonder Ghosthouse ... het blijft een unieke belevenis. Zo verscheen hij enkele jaren geleden nog ten tonele in het cafetaria van CC. de Werft te Geel (B) en besloot hij in 2003 zijn ouwe gabbers van Ghosthouse nog eens te verzamelen om het album "Devotion" (Rev. Juni 04) op de markt te brengen. Een reunie van korte duur die in schril contrast stond met de glorierijke jaren negentig waarbij albums als "Ghosthouse", "Thing Called Life"en "Everything is Fine" er de oorzaak van waren dat het gezelschap redelijk hoog scoorden en regelmatig te gast waren in Europa. In1997 kwam er een einde aan die samenwerking en leek het er op dat Sam Lapides voortaan solo door het muzikale landschap kuierde met de albums "Wake Up from the Wasteland" ('98) en "We've Walked these Streets ('02, Inbetweens Rec.) als stille getuige. Groot was dan ook mijn verwondering dat de singer/songwriter uit Los Angeles onlangs op de proppen kwam met een album dat liefst tien covers bevat. Een verzameling van songs die hem al bijna zijn ganse leven achtervolgen en die vooral bij live-concerten de weg naar het eigen werk iets vlugger toegankelijker maken voor de (toevallige) luisteraar die niet zo vertrouwd is met Sam's doen en laten. Maar ook liedjes die hem in zijn levensonderhoud moesten voorzien toen hij nog aktief was als straatmuzikant in Boston of hiermee gewillig inging op de "populaire" verzoekjes van clubuitbaters. "Let It Be" van the Beatles, "Sitting on a Fence" van het duo Jagger/Richards, een fraaie akoestische versie van U2's "One", "Runaway Train" (Dave Pirner & Soul Asylum) en "Wild World" van Cat Stevens horen thuis in die categorie. Maar ook minder voor de hand liggende songs als "Hallelujah" van L. Cohen, "I Hope that I Don't Fall in Love with You" van Tom Waits, "Skyaway (Paul Westerberg & the Replacements) en het schitterende "Goodnight Elizabeth" (en nu eens voor de gelegenheid niet Irene die een slaapkusje verdient) van The Counting Crows zijn van de partij. Fraaie covers die onder de noemer van Lapides eigen werk," just me & my guitar, and the song - the way they're usually played - raw, true, stark and simple", al een tijdje meegaan en op dit album sporadisch ondersteund worden door de keyboards van John Treanor. Een prima album bestaande uit een aantal songs die beschouwd kunnen worden als een uitstekende bondgenoot bij live optredens en een aardig thuisgezelschap in de zoektocht naar nieuwe songs.


 

 

ERIC LINDELL
CHANGE IN THE WEATHER
website: www.ericlindellband.com
Label: Alligator Records
www.alligator.com
info@allig.com
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com


In California en New Orleans wordt singer/songwriter/vocalist Eric Lindell gerekend tot de grootste beloften voor de toekomst. Na het horen van zijn debuutalbum "Change In The Weather" bij Alligator Records kunnen we eigenlijk alleen maar concluderen dat roots rocker Lindell deze belofte inmiddels volledig heeft ingelost. "Stellar, sublime blue-eyed soul and romping New Orleans R&B, played at the same intersection of soul, blues and roots rock as Van Morrison." zo luidt de aanbeveling van de New Orleans Times. Deze ex-skate punker verliet een aantal jaren geleden San Mateo, California, waar hij was geboren in 1969, om zich, via New York (1998), zich een jaar later in New Orleans te vestigen. Na jaren van touren heeft hij zijn muzikale de invloeden tot een eigen geluid weten om te smelten en heeft deze gitarist/zanger reeds al wat naam gemaakt, maar is zonder twijfel de meest getalenteerde muzikant in de New Orleans muziekscène van de afgelopen jaren. Soul vormt de basis voor deze prachtige plaat, maar ook invloeden uit de blues, jazz, funk, raggae, ska, punk, en rock ’n roll bepalen de sfeer op "Change In The Weather". Hij is daarbuiten iemand die nog over een schitterende gitaar techniek beschikt (wel nooit geen solowerk, enkel Lindell's rhythme gitaar bepaalt hier de sound), en bovenop nog een begenadigd songschrijver is. Voor zo’n artiesten moet een grote carrière zijn weggelegd. Met een container vol aan lovende recensies krijgt hij nu steeds meer voet aan land, gewoon omdat 't puur draait om de intensiteit die Lindell met zijn soulvolle stem uitstraalt, gekoppeld aan het soort swingende muziek dat verrekt slim is opgebouwd, maar uit de speakers knalt alsof het door een enthousiaste technicus tijdens repetities spontaan op tape is gezet. De opnames gebeurden echter in meerdere studios in California en New Orleans, waarna de mastering gebeurde door Dan Stout, Lindell zelf, Bruce Iglauer en Tim Kolleth in de Colossal Mastering te Chicago. Lindell schreef twaalf songs, die stuk voor stuk uit kunnen groeien tot hits. Allemaal prachtige nummers op dit album dat door Lindell zelf geproduceerd werd, zonder schroom borduurt hij op deze plaat voort op de 1970-sound van Van Morrison en Bruce Springsteen waarin ook invloeden van Stevie Wonder, Curtis Mayfield, Ray Charles en Sly and the Family Stone terug te vinden zijn in het meer originele werk, maar gedateerd klinkt de muziek geenszins en dat is een grote verdienste. De meeste songs voltrekken zich in een strak en energiek tempo, met aan Delbert McClinton herinnerende stem van Lindell en de geweldige band, die een authentiek soulgeluid weet te combineren met een meer eigentijdse sound, doen de rest. In de zeer uitgebreide begeleidingsband vinden we o.a. War drummer Harold Brown, Ivan Neville, en Galactic’s Stanton Moore terug. "Change In The Weather" klinkt zo aanstekelijk en overtuigend want de liedjes als de uitvoering ervan zijn van grote klasse. Luister maar even naar het met blaaswerk overladen Stax-getinte "All Alone" en de Caribbean groove in "It Won't Be Long" en daarmee kunnen we de New Orleans Times zeker niet tegenspreken, want dit is een verfijnd soulalbum dat ons de laatste maanden ter ore kwam. Kortweg "Change In The Weather", is waarschijnlijk ook meteen het album met de beste West Coast-getinte soul van het jaar, want wie kan dat nog gaan overtreffen ....dit broeit, hypnotiseert en betovert!


 

 


TAB BENOIT
BROTHER TO THE BLUES
Website: www.tabbenoit.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Distr. : Codaex
Email: be@codaex.com

Tab Benoit, cajun blues master, riep in het begin van vorig jaar enkele bevriende muzikanten uit Louisiana bijeen om een plaat te maken die het bewustzijn moest verhogen van de penibele situatie van de waterwering en de Wetlands van New Orleans. En toen sloeg Katrina genadeloos toe. Deze plaat, "Voice Of The Wetlands" is niet te min een lekkere solide blues- en cajunplaat, met die kenmerkende, luie New Orleans feel. Enkele maanden later verscheen "Fever for the Bayou" van deze 38-jarige bluesgitaarvirtuoos, met als gastmuzikanten Cyril Neville en Big Chief Monk Boudreaux. Steeds wanneer ik een cd van Tab Benoit beluister, de in Baton Rouge geboren muzikant, denk ik 'nice and warm'. Dat was de titel van zijn eerste cd en sindsdien is dat de rode snaar die in al zijn cd's doorklinkt. Kunnen metalige schorre gitaarklanken warm klinken? Ja dus, want Tab Benoit verft zijn songs in roestig oranje en met korrelig New Orleanszand, in zoverre ... Dit is ook zo in zijn immiddels tiende solo-cd "Brother To The Blues". De blues van Benoit dobbert hortend of ritmisch gestaag met af en toe een stroomversnelling. Drie nummers zijn zelfgepend en de overige tien covers zijn overtuigend gebracht en geweldig begeleid door het cult blues/R&B/rock combo Louisiaina LeRoux, bestaande uit Tony Haselden (guitars, banjo, back-up vocal), Nelson Blanchard (B3, piano, Wurlitzer, back-up vocal), Leon Medica (bass, back-up vocal) en David Peters (drums, percussion, back-up vocal). Gast optredens zijn er van country-songwriter Billy Joe Shaver, Americana pioneer Jim Lauderdale en cajun fiddler Waylon Thibodeaux. De meeste songs leunen aan bij de swampblues of krijgen een cajuninjectie zoals in Billy Joe Shaver's "Comin' On Strong", een track waarin het cajun/country gehalte hoog wordt gehouden door Benoit’s pedal steel en Thibodeaux’s suprieure vioolspel. Het album begint met het swampy "Pack It Up", een midtempo R&B, waarin Benoit’s solide gitaarspel en zijn prachtige stem centraal staan om hiermee ook dadelijk over te gaan in Sam Cooke's soul klassieker "Bring It On Home To Me." Enkele tragere nummers, zoals Jimmy Davis/Hank Williams prison ballade "I Heard That Lonesome Whistle", doorbreken het bluesy Louisianaritme, maar even verder wervelt de blues weer opwaarts in het turbulente "If You Love Me Like You Say", een funky blues geschreven door Little Johnny Taylor, waarin Blanchard’s Hammond B3 wel degelijk tot het uiterste gaat. Andere uitblinkers zijn het rockende "So High" en het vocaal sterke "Grace'song", dit nummer geschreven door Jim Lauderdale is waarschijnlijk het minst bluesy, maar de passie die dit nummer teweeg brengt geeft Benoit's muziek zoveel zeggingsschap. Na het afsluitende "Can’t Do One More Two-Step", een zwaar gitaar gedragen bayou backbeat, haal je gewoon nog een biertje en zet je de cd nog eens op, want Tab Benoit zingt zelf diep en dragend, kriebelt en verleidt zijn gitaar op "Brother To The Blues".


 

 

MALCOLM HOLCOMBE
NOT FORGOTTEN
website : www.malcolmholcombe.com
http://www.myspace.com/malcolmholcombe
malcolm@malcolmholcombe.com
label : Gypsy Eyes Music
www.villagerecords.com

"Not Forgotten" luidt de titel van de nieuwe cd van singer-songwriter Malcolm Holcombe. Hij produceerde de plaat samen met Aaron Price en liet de boel mixen door Bill Reynolds en remasteren door Ray Kennedy in de Collapseable Studios in Asheville, NC. De voorganger "I Never Heard You Knockin'" nam Holcombe volledig akoestisch en live in the studio op, waardoor het geheel behoorlijk dichtbij een live-performance kwam waar we nu op deze nieuwe plaat meer ruimte is voor een elektrische gitaar, lap steel en een orgel. Maar goed, Holcombe moet zowat Amerika’s allerbest bewaarde singer-songwriter-geheim zijn. Sinds zijn debuut met “A Far Cry From Here” (’94) ging op professioneel vlak dan ook zowat alles voor ‘m fout wat maar fout kon gaan. Culminerend in het wrange lot dat zijn meesterwerkje “A Hundred Lies” ('96), beschoren was. Die plaat zou oorspronkelijk kort na zijn overgang naar het Geffen Records label ook daar hebben moeten verschijnen. Enkele dagen voor de geplande releasedatum werd Geffen echter ingelijfd door Universal Music en Holcombe’s plaat verdween volkomen ten onrechte in de vergeethoek. In 1999 kwam de plaat opnieuw uit, op Hip-O records, en werd bedolven onder lovende recensies. Vier jaar later is hij terug met "Another Wisdom" (Purple Girl Music), met opnieuw Don Tolle achter de knoppen. Wederom een werkelijk verbluffende schoonheid, een rijke Americanaplaat, die bij de fijnproevers beslist in de smaak viel. Tot dusver bleken zijn albums stuk voor stuk de moeite waard. Maar ook zijn nieuw album "Not Forgotten" is werkelijk een juweeltje. Geboren (2/9/55) en getogen in de Blue Ridge Mountains van North Carolina is deze troubadour er verstandig aan gedaan zijn in blues, country en folk gewortelde donkere luisterliedjes te verfraaien met meer elektrische instrumenten, waarbij een uitstekende rol is weggelegd voor Jared Tyler op lap steel en dobro, maar het resultaat mag er best zijn: twaalf uitstekende songs waarbij dynamiek wordt afgewisseld met subtiele ballads met als meest uitschietende nummer "Yesterday’s Clothes" met verdere begeleiding van Bill Reynolds (bas), Aaron Price (orgel, piano) en Brian Landrum (drums). Daardoor is "Not Forgotten" zelfs een memorabele luisterplaat geworden. Holcombe is een singer-songwriter met een eigen stijl. Alleen zijn stem al; licht bluesy baritonstem met veel gruis. Daarmee doet hij meer dan de geijkte paden van de folk- en countryblues bewandelen. Holcombe, een storyteller pur sang, speelt met akkoorden en instrumenten waardoor ieder liedje weer anders klinkt. Niet alleen muzikaal pakt hij het breed aan, hetzelfde geldt voor zijn teksten. Holcombe kan donkere verhaaltjes vertellen, over allerlei onderwerpen, maar meestal over relaties en schildert deze teksten als het ware over pakkende melodieën. Het resultaat zijn muzikale portretten die gehoord mogen worden. Kortweg : Malcolm Holcombe hoort thuis in het rijtje Townes Van Zandt, John Prine, John Hiatt, Calvin Russell, Guy Clark, ... De man heeft een prachtige stem en het moet een lust voor oog en oor zijn om hem bezig te zien. Je doet jezelf ernstig tekort als je "Not Forgotten" niet op zijn minst een luisterbeurt gunt, dat zou namelijk moeten volstaan om je van Holcombe’s enorme kwaliteiten te overtuigen!


 

TJ Mc FARLAND
ROSENBUM 'S GIN
website : www.tjmcfarland.com
label : Explosive Records
info : http://store.milesofmusic.com/Compact_Discs/TJ_McFarland/34459.html

Het zou niet de eerste keer zijn dat de vermelding van een aantal "grote" namen op het hoesje ons met hoopvolle verwachtingen opzadelt en dat wij achteraf moeten vaststellen dat het niet altijd garant staat voor kwaliteit. Wat het album "Rosenbum's Gin" van Oklahoma bard Tj Mc Farland betreft kan je op beide oortjes slapen .... IT'S A CRACKER. Niemand minder dan Doug Pettibone, Skip Edwards, Keith Gattis, Waddy Wachtel,Taras Prodaniuk zijn van de partij en dat zijn krijgers waarmee je naar eender welke (muzikale) oorlog kan gaan. West Coast country is de boodschap en songs als "Wherever's After Crazy" en "Ride This Train" horen thuis in dat wereldje. Bovendien weet Mc Farland zijn songs zodanig in te kleuren dat vergelijkingen met Bob Dylan ("Sweet Little Melody Jane", "You Loved Me When"), de erg prille Stones/J. Geils band ("Bullhorns on a Cadillac") vanzelfsprekend zijn. Inderdaad, fraaie referenties en Mc Farland doet er zelfs nog een schepje boven op. Zo grijpen titelnummer "Rosenbum's Gin" en de songs "Out of The Blue" , "Marilyn's Eyes" en "Getaway" je stevig bij je (Americana) nekvel en overtuigen mij in mijn bedenkingen dat Tj wel eens in de voetsporen van James Mc Murtry of John Prine kon geraken. Een ding staat vast ... de jongen heeft talent zat en mocht hij aktief zijn in dat idiote spelletje met die lederen bal, zijn goedbelegde boterham in de Premier League of de Primera Division Uno zou verdienen. Voorlopig doet hij dat in Los Angeles en beschouwt hij "Heartbreaker" van Ryan Adams tot een van zijn favoriete albums. Niet alleen talent maar ook nog kennis van zaken ... dit moet goed komen!


 

 

MONTI AMUNDSON
featuring Boyd Small

SOMEBODY'S HAPPENED TO OUR LOVE
Website : www.montiamundson.com
Label : ME&MY RECORDS / Rounder
www.roundereurope.com
Munich Records / www.munichrecords.com


Monti Amundson was een paar jaar geleden nog een soort Jimmy Vaughan look-a-like inclusief vetkuif en strak pak. De jaren "on the road" hebben van hem flink doen uitdijen en hij is nu kogelrond. Zijn muziek ligt zo'n beetje tussen Jimmy en Stevie Ray (Vaughan) in, die twee rekent hij zelf samen met ondermeer B.B. King, Billy Gibbons, Jimi Hendrix en Jeff Beck dan ook tot zijn voornaamste invloeden. Powerblues dus, maar wel met een rock 'n' roll tintje. 2006 is al lang een fantastisch jaar voor de bluesliefhebber met een bijna onophoudelijke stroom prima releases. Monti Amundson uit Portland, Oregon is slechts in kleine kring bekend, (al is hij in Nederland een graag geziene artiest, getuige ook deze maand zijn veelvuldige optredens), maar dat moet gaan veranderen met deze cd "Somebody's Happened To Our Love", want wat is dit goed! Dit album staat vol bluesrock van het betere soort. Amundson is een gitarist die zijn eigen stijl heeft ontwikkeld en veel eigen nummers schrijft. Buiten de vele optredens was er wel even tijd voor de opname van drie cd's "Straight Out!"(1989), "Prove me Wrong" (1999) en "Big Monti" van vorig jaar. Voor "Somebody's Happened To Our Love", kon hij rekenen op drummer Boyd Small, Bart Kamp (bas), Danny De Vijlder (gitaar) en gast George Reithoffer (harmonica en backing vocals) in het afsluitend rockende "Thinking About Crying". Zoals de opnames van zijn vorig album ook in Nederland gebeurden, trok men nu naar de New Road Studios in Wijchen in november van vorig jaar. Deze muziek kan je je zowel perfect voorstellen in een donkere kroeg waar iedereen somber met een whisky zit, als op een festivalweide. Het ene moment spelen ze hevig en agressief, even later spelen ze songs waar men blue (mistroostig, melancholisch, regenachtig...) van wordt. De ingrediënten van deze cd's zijn blues en rock met een fantastiche bezetting. De eerste gitaargeluiden verraden al direct het vervolg op hun vorige albums. Het eerste nummer "Hello Sundown" vertrekt van een eenvoudig bluesschema, snel wordt duidelijk dat deze muziek niet naar technische hoogstandjes mikt. De klanken van "Let Me Know" en "Six Shots" roepen direct een festivalsfeer op. De cd gaat verder met opzwepende klanken, een gedreven stem en vooral de gitaar met een vette klank. Het swingende ritme dat af en toe te horen is maakt het geheel levendiger. Bij momenten spelen Monti Amundson en zijn band onvervalste rock, maar dan wel rock die opgebouwd is uit mooi samenklinkende gitaarimprovisaties. Ook voor de rustigere nummers "Plain As Day" en de titeltrack is plaats gemaakt zodat er voldoende ritmewijzigingen zijn. Amundson laat zich hier van een andere kant zien, meer ingetogen in plaats van het ruige, soms complexe gitaarspel. Mooi blijft het wel, de aandacht voor de muzikale afwerking wordt nooit uit het oog verloren. Overigens een sterk punt op deze "Somebody's Happened To Our Love" is dat vier nummers werden geschreven door Amundson, vier andere door co-producer Boyd Small, en dat de band niet vergeten is dat ze mooie muziek moeten maken in plaats van te bewijzen hoe technisch en snel ze wel niet kunnen spelen. Sterkke teksten moet men hier evenwel niet verwachten, Monti Amundson wil vooral met zijn band muzikaal zijn ding doen. Met deze cd heeft Amundson zichzelf overtroffen. Ik weet dat het overdreven klinkt, maar toch. De plaat is wat harder en directer opgenomen en het gitaarwerk van Amundson is wat meer naar voren gehaald wat een bijzonder effect geeft hetgeen resulteert tot hoogstaand eigen materiaal waardoor deze muziek zeker niet zal vervelen omdat de nummers onderling variëren. Kortweg: Monti Amundson met zijn Stratocaster en zijn uit 1959 stammende Fender Bassman versterker heeft een geheel eigen stijl, en samen met kameraad Boyd Small nam hij weer een echte karakteristieke Monti plaat op. De blues van Amundson komt recht uit het hart, snijdt in je ziel en is net zo echt als het maar kan zijn. De fans weten genoeg, the blues, the whole blues and nothing but the blues....


 


 

THE JW-JONES BLUES BAND
KISSING IN 29 DAYS
Website : www.jw-jones.com
Label: Nothern Blues Music /
Crosscut Records
www.crosscut.de
Distr.: Bertus / www.bertus.nl

In 1998 is the JW-Jones Blues Band opgericht, en al snel voorzien van een demo die bestond uit studio opnames, live opnames, en zelfs thuis opgenomen nummers. In 1999 versterkt door Southside Steve, vlak nadat hij de Blues Harp Blow-Off gewonnen had. Ondersteund door Nathan "Doghouse" Morris op contrabas, en Matt Sobb op drums, is dit een van de beste blues bands uit Canada. JW-Jones kreeg bekendheid door zijn eerste CD "Defibrillatin'", waaraan onder andere werd meegewerkt door de toen 17 jaar oude Southside Steve op harmonica. De band kreeg pas echt succes in 2001, na de nominatie voor de Mable Blues Awards en een energieke show met Junior Watson, een gast optreden van de Fabulous Thunderbirds met Kirk Fletcher, en een show met Little Charlie & The Nightcats & Rusty Zinn. In 2002 krijgt de band maar liefst 2 nominaties voor de Maple Blues Awards en mag de band voor 2 avonden de back-up zijn van Kim Wilson, die ook als gast meespeelt op "Bogart's Bounce", tweede album uit 2002. Op dit opmerkelijke album, waarbij hij ook naast Kim een gastbijdragen van niemand minder dan Gene Taylor kon rekenen, op basis van die cd zou je hem zonder meer willen plaatsen in het rijtje Rusty Zinn, Nick Curran en Rick Holstrom. In 2004 bracht Jones het album "My Kind of Evil" uit, en kon daarvoor weer op de steun van Kim Wilson rekenen. Het lag voorhanden dat Kim dit nieuw album ging produceren. Kim ergens in 2001 over JW: "JW heeft de potentie om zeer zeer goed te worden, hij speelt al echt ongelofelijk voor zijn leeftijd en kan alleen nog maar groeien". We zitten nu in 2006, hij is nu 26, en heeft ondertussen samengespeeld met The Fabulous Thunderbirds, Junior Watson, Little Charlie & The Nightcats, Rusty Zinn, Rick Holmstrom, Rod Piazza & The Mighty Flyers, Anson Funderburgh & The Rockets om er maar enkele te noemen en jawel zijn vierde album "Kissing In 29 Days" bij NorthernBlues ligt nu bij de platenboer. Opvallend is noch steeds JW’s gitaarspel, zijn puntig uithalen die hij in langgerekte soli verpakt en in hoog tempo uit zijn Stratocaster doet rollen. Een vleugje cool jazz is hem niet vreemd, maar vooral kun je BB King en T-Bone Walker als meest aantoonbare invloeden in zijn spel aanwijzen, zonder dat je hem kunt betrappen op het schaamteloos naspelen van zijn helden. Hij weet zich te omringen door een stel competente begeleiders, nl. The Wind-Chill Factor Horns als blazers, Nathan Morris aan de bas, Artie Makris aan de drums en Geoff Daye aan de toetsen. De grootste verrassing op deze plaat is de special guest, nl. de legendarische High Note artist, David "Fathead" Newman op tenor sax, die jaren geleden gedurende twaalf volle jaren sax speelde in de band van Ray Charles en nu te horen is in de songs "Parasomnia", "Here She Comes" en natuurlijk in de cover van Ray Charles "Hallelujah I Love Her So". The JW-Jones Blues Band bewijst op "Kissing In 29 Days" dat de formule van drums, gitaren, harmonica, contrabas, piano, en zang nog steeds een lekker swingend geluid geeft, deze muziek laat zich het best omschrijven als swingende West Coast blues, gekenmerkt door messcherpe gitaaruithalen en een scheurende sax. Alle swingende nummers zijn van gelijk hoog niveau, waarbij elf van de veertien songs door Jones zelf zijn neergepend met als hoogtepunten de nummers "Fly To You","Got Me Chasin" en "No Love" naast de reeds vernoemde cover van Ray Charles. Kortweg: Het is heel duidelijk waar JW-Jones de mosterd heeft gehaald. De cd baadt in een 'Roomful of Blues'-sound, en fans van bijvoorbeeld Rod Piazza zullen deze cd zeker smaken.


 

 

TEDDY THOMPSON
SEPARATE WAYS
Website: www.teddythompson.com
Label: Verve Forecast
Distr.: Universal Music
www.umusic.com

Vier jaar na zijn middelmatige debuut, de door Joe Henry geproduceerde cd, is Teddy Thompson een veel rijpere zanger geworden. Een debuut waarop Teddy hoorbaar was beïnvloedt door zijn vader, maar uiteindelijk dicht bij Elliott Smith uit wist te komen. Een prachtplaat die niet de aandacht kreeg die hij verdiende, iets wat waarschijnlijk alles te maken had met de afkomst van Teddy Thompson. Misschien heeft het ermee te maken dat hij relationele problemen gehad heeft, wat een drietal songs en de albumtitel opleverde? Maar veel belangrijker is dat hij veel betere songs schrijft en omringd wordt door een bijzonder fijn stel muzikanten. We zullen het maar meteen vertellen: Teddy Thompson is de zoon van Richard en Linda Thompson (o.a. Fairport Convention). Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, want Teddy treedt in de voetsporen van zijn ouders. Nu is hij weer terug en naast de groep geroutineerde muzikanten, die ook al op de voorganger actief waren, nam hij ook een nieuw productieteam in dienst. Tezamen werkten zij aan "Separate Ways", een plaat waarop we een groot singer-songwriter aan het werk horen. Iemand die niet alleen knappe songs weet te schrijven, maar ze ook nog eens met heel veel beleving en gevoel weet te zingen. Thompson krijgt de hulp van deze vertrouwde en gelouterde gastmuzikanten, zoals in de opener "Shine So Bright" waarin Martha en Rufus Wainwright hun ondersteunende vocalen lenen. Ook voor ouders Richard en Linda zijn gastrollen weggelegd op deze prachtplaat. Richard’s gitaarwerk is te horen in het pittige "I should get Up" en rockende "That’s enough out of you" verenigen vader en zoon hun gitaarkunstjes, terwijl Linda met Teddy een duet doet op de bonustrack "Take A Message to Mary", een klassieker van The Everly Brothers. Mocht je die niet kennen, dan zou je zweren dat het om een Amerikaanse folk traditional ging. De twee stemmen, enkel begeleid op akoestische gitaar, vullen elkaar feilloos en gevoelig aan. Ook naar de keel grijpende zang horen we in het intieme klein gehouden "Sorry to see me go", of Bono-achtige geëxaleerde zang in "You made it". Allemaal nummers van nauwelijks drie minuten met hitpotentie. Maar wat mij betreft zijn de bijna twee keer zo lange titelsong en "No Way To Be" de 'hits' van dit album. Met name het vertwijfelde "No Way To Be", over relationele sores ontwikkelt zich tot een hoogtepunt door het lang uitgesponnen pakkende instrumentale outro. Thompson’s stijl is niet goed in een hokje te vangen: soms klinkt hij pop, folk, rock en ook alt.country. Een zeer gevarieerde plaat dus die niet snel gaat vervelen. Kortweg: Teddy kan het prima zelf. De folky singer/songwriter is een veelzijdig zanger en zingt net zo gemakkelijk gekwelde liefdesliedjes als luchtige electropop. Op het eerste gehoor weinig spannend en doodsimpel, maar meerdere luisterbeurten wijzen uit dat de nummers na langere tijd winnen aan kracht. “Separate ways”, bevestigt ons vermoeden na het debuut: hier schuilt een veelbelovende singer–songwriter met een betoverende stem!


 

 


RYAN T BRIGGS
LET IT ROLL
website: www.ryantbriggs.com
label : Sunset Records
info: ryan@ryantbriggs.com
www.cdbaby.com/cd/ryantbriggs

Lubbock, Texas ... het is en blijft een vruchtbare bodem voor artiesten. Ondermeer Buddy Holly, Waylon Jennings, Kimmie Rhodes, Delbert Mc Clinton, Joe Ely, Cary Swinney hebben iets met dit stadje en ook "newcomer" Ryan T Briggs, oorspronkelijk van Katy, Houston en zelfs een vijftal jaren woonachtig in Engeland, hield er met zijn band "the Texas Armadillos" enkele jaren halt. Momenteel verblijft de man in Austin Texas en voor zijn debuutalbum "Let It Roll" deed hij ondermeer beroep op Austin Telecaster legend Redd Volkaert, Eddie Rivers, pedal steel (Asleep At The Wheel), Colin Brooks, lap steel & dobro, Warren Hood, fiddle en mandolin. Goed volk ... moet Briggs gedacht hebben en hij heeft nog gelijk gekregen ook, want de heren maken er een gezellig potje van. Natuurlijk een ferme dosis Lone Star Texas country ("Clay Henry", "Let It Roll", "Redneck Hippie") maar ook een deel Americana with some bluegrass, some blues.("Las Vegas, West Texas", "Fly" , "More Than Lover", "Sunset Watchin' Cowgirl"). Negen van de elf songs zijn originals en dat alleen al maakt het album interessant, bovendien covert Briggs op een fraaie manier Fred Eaglesmith's "Freight Train" en zet hij samen met zijn vader, die de vocals voor zijn rekening neemt, een indrukwekkende versie van Michael Elwood's "One To Many Questions" op poten. Een aangename kennismaking met een jonge artiest die er in geslaagd is om een erg vlot album in mekaar te boksen onder het motto: "I think one strong point of the record (in addition to a great sound) is that each song is different " (but not too different). Meer moet dat niet zijn om hoopvol naar de toekomst te staren en daar kan zelfs "The Bitch Next Door" niks aan veranderen.


 

 

SCOTT MCCLATCHY
BURN THIS
Website: www.scottmcclatchy.com
Info: LIB Recordings
librecs@aol.com
www.milesofmusic.com

Scott McClatchy was een van de grote verrassingen van de laatste jaren. De verwachtingen waren dan ook zeer hoog toen we hoorden dat hij een nieuwe cd op zijn eigen LIB records zou releasen. Zijn vorige albums "Blue Moon Revisited" en "Redemption" waren reeds om te smullen en met zijn nieuwste "Burn This" is het niet anders. Deze nieuwe plaat gaat vrolijk verder waar "Redemption" (2002) ophield, en moet zeker niet onder doen voor het beste werk van Peter Case, John Hiatt, John Mellencamp en de latere Springsteen. In de eerste plaats speelt McClatchy fantastisch akoestische gitaar, en dat is nooit zo duidelijk geweest als op de vorige platen. In de tweede plaats is en blijft hij een meer dan voortreffelijk zanger, en in de derde plaats schrijft hij geweldige liedjes die ik ongemerkt de hele dag door loop te zingen en te fluiten. Deze singer-songwriter, afkomstig uit Philadelphia, (tegenwoordig in New York wonend), heeft bovendien een onmiskenbaar eigen geluid, en zeer, zeer sterke liedjes. Liedjes waar andere songwriters waarschijnlijk jaloers naar zullen luisteren. Zijn eigen elf songs op "Burn This" zijn reeds een perfect staaltje van waar de man op tekstueel gebied toe in staat is. Zeker zo sterk als de enige cover op dit album, "One For Bud", het omgedoopte Springsteen-cover "No Surrender", een eerbetoon aan een overleden vriend. Het nummer is in deze uitvoering nog beter geworden dan het al was. Scott McClatchy heeft met "Burn This" een album gemaakt dat scherp is, en dat tegelijkertijd ontspannen klinkt. Bovendien kan ik na tien keer draaien constateren dat de muziek nog steeds beter wordt, en dat de cd eigenlijk behoorlijk verslavend is, je blijft hem draaien en geniet eigenlijk steeds meer. De songs zijn ijzersterk, van melancholieke ingetogen nummers als "Unspoken Love" en "Take A Walk With Me" tot folkrockers als "Someday" en de titeltrack. De arrangementen zijn deels akoestisch, er op vele tracks wordt er bij momenten ook stevig gerockt waardoor u van het ene pure genietmoment in het andere glijdt want dit voorzichtig ingebouwd rockelement zorgt voor het beruchte tikkeltje extra. Deze twaalf rootsliedjes met rock- en folkinvloeden van Scott McClatchy en zijn band, met als nieuwkomers Nancy Polstein (percussie) en Pat Tucker (horns), krijgen daardoor iets onweerstaanbaars over zich. Iedereen speelt de sterren van de hemel en McClatchy zingt met een aangenaam gruizige stem zijn prachtige liedjes met precies de juiste understatement. Jawel, dit is een grote verrassing en een absolute aanrader. Scott McClatchy moet met zijn nieuwe album "Burn This" er maar eens echt mee doorbreken. Dat verdient hij nu wel, want Scott McClatchy is echt een gigantisch talent!


 


 

MICHAEL LADEROUTE
A RIVER I KNOW
website : www.mtladeroute.com
label : Eigen Beheer
info : michael.laderoute@sympatico.ca
www.cdbaby.com/cd/laderoute

 

"His warm welcoming voice is a perfect match for the charm of his lyrics." (Greg Hobbs)

Singer / songwriters..... het blijft een volkje apart. De meesten onder hen zijn jaarlijks met een nieuw album van de partij. Uitzondering op deze regel is troubadour Michael Laderoute uit Toronto, Canada die er meer dan 23 jaren overdeed om met dit werkelijk sublieme album voor de dag te komen. Meteen komt de brave man in aanmerking voor de titel "One of Canada's best kept secrets." Laderoute creëert met zijn tien zelf gepende songs een behaaglijk sfeertje waar collega's als Guy Clark, John Prine, Townes Van Zandt, Joe Ely, Ray Wilie Hubbard, Will Webb een patent op hebben. Ook hier kan je alles rangschikken onder de noemer : de juiste man/vrouw op de juiste plaats met het juiste instrument. Fiddle, dobro, mandoline, akoestisch gitaargepingel, upright bass en schitterende harmony vocals van Krista Ellis en vriend voor het leven Greg Hobbs.(zie rev.album "Threats & Promises" Oktober 04). Een album dat erg behoorlijke verkoopcijfers haalt en in het gezaghebbende Americana Uk een uitstekende recensie meekreeg. Meer dan terecht want Michael weet op een sublieme wijze de levenservaringen die hij opdeed bij de talrijke concerten in de coffee-shops & honky-tonks ("broken bottles and too tall barstools") van Toronto, Quebec, Nashville, Dallas, Austin en Los Angeles te verwoorden in zijn songs. Met dit album komt Laderoute niet alleen tegemoet aan de verzuchtingen van zovele concertbezoekers die maar bleven zeuren om zijn songs op een blinkend schijfje te plaatsen, hij gaat bovendien erg hoog scoren in mijn eindejaarslijstje.


 


GARRISON STARR
THE SOUND OF YOU AND ME
Website: www.garrisonstarr.com
Label: Vanguard Records
www.vanguardrecords.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Hoewel de jonge in Mississippi geboren Amerikaanse Garrison Starr nog geen dertig is, begon ze tien jaar geleden toen ze afstudeerde met het maken en opnemen van liedjes, hetgeen resulteerde in uitstekende cd's. Cd's die zeker niet misstaan tussen die van de betere vrouwelijke singer-songwriters en die haar in de persoon van Steve Earle minstens één beroemde fan opleverden. Door haar talent in zowel intieme als rockende nummers, trok zij de aandacht van Earle. Deze liet haar in zijn voorprogramma opdraven en begeleidt haar ook met raad en daad. Garrisson Starr heeft namelijk veel te bieden, hetgeen al te horen was op de voorganger "Airstreams & Satellites" uit 2004. Ze starte eerst met haar eigen gitaar als begeleiding en later met een echte band. In 1997 volgde haar volwaardige debuut en haar laatstverschenen album "The Sound of You and Me", met de uit Nashville komende producer Brad Jones achter de knoppen, is inmiddels haar vijfde. Ze schrijft goed in het gehoor liggende rootsliedjes, beschikt over een mooie stem en schroomt niet om haar privé-leven op tafel te gooien, wat intense en emotievolle songs oplevert. Met "Pretending", "Let Me In" en "No Man’s Land" schreef Garrison uitstekende songs die lekker wegluisteren. "Beautiful in Los Angeles" lijkt op maat te zijn gemaakt voor de soundtrack van een romantische komedie. Garrison Star is een vakvrouw en een uitstekende zangeres die zich omringt met vakmannen als Neilson Hubbard (co-productie, gitaar, toetsen), Matthew Ryan (vocals), Pat Buchanan (gitaar, mandoline), Ross Rice (toetsen), Pat Sansone (gitaar, piano), David Henry (cello), Ken Coomer (drums) en Al Perkins (pedal steel). Kortweg: Songs die haar tussen een meer roots-georiënteerde singer-songwriter als Patty Griffin, Mary Chapin- Carpenter, Shawn Colvin en meer pop-georiënteerde singer-songwriters als Aimee Mann en Sheryl Crow plaatst. Een bijzondere vrouw die veel meer waardering verdient dan ze de afgelopen jaren heeft gekregen. De liefhebbers van doorleefde, ambachtelijke muziek weten nu genoeg en kunnen na een nader onderzoek deze talentvolle singer-songwriter aan hun verzameling toevoegen, waar Garrison hun zal verblijden met haar levenswijsheid en prettig in het gehoor liggende muziek.


 

 

THE KICKBACKS
MOTEL STARS
Website: www.thekickbacks.com
Email: TheKickbacks@hotmail.com
Label : Peeled Label records
www.cdbaby.com/cd/kickbacks4

Volgens mij is de muziek van The Kickbacks één van de meest onderschatte Americana/rootsbands. Hoewel het labeltje? Americana/rootsband? doet The Kickbacks niet helemaal recht, want zij zijn veel allrounder. Het doet ons dan ook zeer veel deugd dat er ein-de-lijk een nieuw album, "Motel Stars", van hun verschenen is. De band uit Boston is geformeerd rondom de grootste aankomende singer-songwriter talenten van het ogenblik en laat het beste uit genres als rock, pop, indie, folk en Americana verenigd uitmonden in puntgave songs. Deze songs completeren het hoogst fascinerende beeld dat Tad Overbaugh van zichzelf ophangt op deze opvolger van hun in 2002 verschenen "Blindside View". Eerder verschenen "Longitude" (1998) en "Blue Man's Collar" EP (2000). Eén beluistering van dit zelf geproduceerde en ook zelf bij elkaar gepende geheel volstonden alvast om te weten dat dit een juweeltje van een rootsplaat is geworden, een plaat waarin we kunnen genieten van tien nieuwe liedjes. Het merendeel van de nummers is mid- en uptempo rootsrock, en gesteund door producer Steve Scott (gitaar), Matt Arnold (bas) en Perry James (ex-Hedwig & The Angry Inch, Rasputina, Janet LaValley) op drums weten de The Kickbacks zich best te manifesteren met Overbaugh's prachtige stem, een stem die het volume van de muziek met gemak aankan, zonder zich te hoeven overschreeuwen. Dit album bevat uitstekend materiaal, als er van dit album een hit getrokken zou moeten worden zou dat, naar mijn mening, de ballad “Fixed To Be Broken" mogen zijn. De verzameling songs buiten deze uitschieter moeten bijna niet onderdoen voor dit nummer, want ook in deze songs legt Tad Overbaugh tien keer zijn songwriterziel bloot. Songs over goede en kwade dagen, het leven on the road en de liefde worden op zo’n soulvolle manier gebracht. Luister maar eens naar de rockende nummers "Collect Calling For You", "Answers Coming Soon" en "Lazy Eye” of de meer Americana getinte nummers "Answers Coming Soon" en "Jealous Of The Stars", allemaal nummers waar ik mijn hoed voor af doe. "Motel Stars" is tot nu toe het beste, wat The Kickbacks tot nu toe uitbrachten. Prachtige melodieuze rootsrock/Americana muziek dus, waarin de gitaren lekker twangend hun gang mogen gaan, muziek die zelfs nog een beetje vernieuwend is.


 

 

THE MILROYS
website : www.themilroys.com
info : admin@themilroys.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/milroys


In 2004 besloten CJ & John Milroy een einde te maken aan de samenwerking met the Tangerine Trousers. Met de albums "Far Above Rubies" (01) en "Dressed For Succes"(03) en optredens met om. Charlie Sexton, Ruthie Foster, Brave Combo, Donna the Buffalo als herinnering besloot het echtpaar Milroy het muzikale Americana landschap voortaan onder hun tweetjes te verkennen. De eerste kennismaking, in eigen beheer uitgebracht, ligt nu bij de platen/cd boer en het duo mocht in de studio's van John Keane (REM, Uncle Tupelo, Indigo Girls, Warren Zevon) rekenen op de bereidwillige medewerking van ex-Whiskeytown-er Caitlin Cary, Thad Cockrell, levende legende Al Perkins (pedal steel & dobro), Sally Van Meter (dobro), Annie & Rod Capps (vocals, banjo, bass,mandolin, guitar), Jerry Lawson (the Persuasions), Railroad Earth (bluegrass/newgrass). Aardig gezelschap dat in ruime mate verantwoordelijk is voor de aangename omkadering van a musical journey through a darker America. Met het zeemzoete "My Favourite Heartache", dat al meteen in aanmerking komt voor de geschiedenisboeken als country klassieker die in 2006 het levenslicht zag, het virtuoos dobro geluidje van Sally van Meter op "The Marryin' Kind", met "Silver Bullet" het relaas brengt van hoe een ongeneeslijke ziekte en een mislukt huwelijk kunnen leiden tot een wel erg radicale oplossing, kan je al spreken van een aantal songs die thuishoren in het betere singer/songwriterswerk. Meteen de gelegenheid om de accordion, fiddle, mandolin, hammond organ van onder het stof te halen en tijd te maken voor een uurtje "Good News Gospel". De "Hallelujah Time" kreten zijn dan ook niet uit de lucht en misschien is het wel een doodzonde om dan de beentjes te strekken in onvervalste "Outlaw Way" met het leuke country deuntje "I'm not going to the Jailhouse over you" (inclusief de mariachi trompet). Dan maar rustig terug rond het kampvuur om te genieten van the storytelling songs "The Heart of Johnnie Bellefontaine" en "Nancy Derringer". Songs die baden in een bluegrass/cowboy sfeertje en die de nadruk leggen op de harmonieuze samenzang. Meteen het bewijs dat het duo Milroy met dit album terecht hun plaatsje mogen opeisen in het Americana wereldje. "From Raleigh to Rapid City, from Big Bay to Boston." Welkom.


 

 


ERIC ANDERSEN
WAVES
'Great American Song Series Vol. 2'
Website : www.ericandersen.com
Label :Appleseed Recordings / www.appleseedrec.com
Thanks to : Alan Edwards
Joevinyl@aol.com
Distr.: Music & Words / www.musicwords.nl


Eric Andersen gaat al zo'n beetje mijn hele leven mee. Ik ontdekte hem in de vroegere jaren in een tweedehandszaak in Nederland. De shop waarvan ik de naam vergeten ben had een kelder met tweedehands langspeelplaten. De plaat die ik hier van Andersen vond was "A Country Dream" en ik was meteen verkocht. Deze elpee heb ik volledig grijsgedraaid en al snel ging ik op zoek naar andere platen van deze man. Ik heb er op een vrij omslachtige manier zelfs een paar in Amerika besteld. Want ik wou alles van deze Eric Andersen hebben. Later was er een dip in mijn belangstelling voor zijn muziek, onder meer omdat hij een paar mindere platen maakte. Daarna werd het alleen maar beter, en de platen die hij de laatste jaren maakt, zijn steeds bijzonder goed. Beroemd is hij nog steeds niet helaas, maar wel bekend en geliefd bij een kleine groep liefhebbers. Eric Anderson is al minstens zo lang actief als Bob Dylan, met wie hij in het begin van de jaren '60 Greenwich Village deelde. Net als Dylan begon hij als folkie en ontwikkelde hij gaandeweg een geheel eigen stijl. In 1963 lift Andersen naar Francisco en begint daar in de coffeehouses eigen songs te vertolken. Via "zijn ontdekker" Tom Paxton belandt Eric in '64 in New York en wordt daar vlug opgenomen in het Greenwich Village folkcircuit. Zijn 1ste show is het voorprogramma voor John Lee Hooker en Eric begint veel naar blues-helden te luisteren. Het debuutalbum "Today Is The Highway" (op het Vanguard-label) komt uit in '65, maar het is vooral met zijn 2de LP "'Bout Changes And Things" ('66) dat Eric naam maakt als gedreven songwriter. Een hele reeks albums volgt en andere artiesten nemen ook songs van hem op. Hij ontmoet Joni Mitchell, voegt zich later even bij Bob Dylans Rolling Thunder Revue en maakt ook kennis met Patti Smith. In 1972 komt op een nieuw label Columbia de LP "Blue River" uit, waarmee Eric ook zijn doorbraak kent. Eind jaren '80 maakt Eric ook de muziek voor de film "Istanbul" van Marc Didden. In 2003 verscheen een dubbel-cd met als opmerkelijkste nummer het halfgesproken, bijna een half uur durende "Beat Avenue", hetgeen ook de titelnaam is van dit duidelijk elektrisch album. Er zat een behoorlijk grote afstand tussen de eerste, echte folkplaat van Eric Andersen, en deze "Beat Avenue", en je hebt het gevoel dat hij nog best door kan groeien. Dit bewees hij vorig jaar, want hij nam voor de "Great American Song Series Vol.1", de cd "The Street Was Always There" op, met songs van grote Amerikaanse songwriters uit de jaren '60, zoals de protestliederen van o.a. Dylan, Phil Ochs en Tim Hardin. Z'n nieuwste album "Waves", die de subtitel "Great American Song Series Vol. 2" draagt, is natuurlijk de opvolger van "The Street Was Always There", en wederom bekende songs uit de jaren zestig, waaronder liederen van hemzelf en o.a. Tom Paxton, Lou Reed, Bob Dylan en Phil Ochs. Hij wordt op dit album begeleid door o.a. Pete Kennedy (gitaar, slide), Happy Traum (gitaar) en Robert Aaron (bas, keyboards, sax en piano) die samen met Andersen de basis vormen van dit best bijzondere tweede project. De prachtige, warme stem en de fraaie songs zijn de enige vaste waarden op de plaat. De wijze waarop deze "afgestofte" versies van de groten van weleer in een wat ander jasje zijn gehesen kunnen er zeker mee door. Toch klinkt de plaat als een eenheid, want alle tracks hebben een zelfde sfeer, waardoor dit album moeiteloos uitstijgt boven al die andere goede singer-songwriter-platen. Niet te min is "Waves" een opvallend en zeer sterk singer-songwriteralbum van Andersen, die zo uitgeblust klonk in de jaren '90, maar het oude vuur gelukkig weer helemaal heeft terug gevonden. "Waves", valt op door sterke songs en doorleefde zang, maar vooral door de gedrevenheid waarmee Eric Andersen anno 2005 aan het werk is. "Waves" laat een muzikant in hart en nieren horen. Een muzikant die misschien niet laat zien dat hij er nog verschrikkelijk veel plezier in heeft, maar dat wel degelijk laat horen.

 


 


 

THE CHARLES WALKER BLUES BAND
HOTEL ROOM BLUES
website : www.walkerblues.com/index.htm
label : Ehlona Records
info : charles@cwalkerbluesband.com
www.cdbaby.com/cd/cwalkerbb1

Band leader, tenor sax, keyboards, songwriter Aaron Charles Walker (niet te verwarren met de Nashville veteraan Charles Walker) die wij nog kennen van zijn periode dat hij bij Muddy Blue (album : "Low Down Dirty Blues") de lakens uitdeelde is ondertussen al een tijdje on the road met zijn eigen blues band. De man uit Wisconsin steekt zijn bewondering voor Stan Getz, Lester Young, Dexter Gordon, Charlie Parker en John Coltrane niet onder stoelen en banken en het zal de aandachtige lezer dan ook niet ontgaan dat wij ons met Charles Walker in het tenor sax wereldje begeven. Walker (zie foto) genoot een jazz opleiding en die ervaring komt hem anno 2006 nog steeds van pas nu hij overgeschakelt is naar het Rhythm & Blues, Blues en Soul gebeuren. Op het podium is de man niet verlegen om een aantal covers te brengen van BB. King, Ray Charles, Muddy Waters maar met het album "Hotel Room Blues" bewijst de man dat hij ook aardig uit de hoek kan komen als songwriter. Liefst tien songs die vocaal gedragen worden door Queen Nadine Neal (zie foto) die blijkbaar van alle markten thuis is. From Gospel to R & B to Blues .... she's really ridden the soul train! Koko Taylor, Billie Holiday, Aretha Franklin, Ella Fitzgerald behoren tot haar major influences en samen met Emre "Turkish Sensation" Alp (lead guitar), Donnie Mac (bas) en Ben Jacoby (drums) vormen zij de ruggegraat van the Charles Walker Blues band. Een dynamische energieke band die drijft op het professionalisme van de leden maar die het voornaamste kenmerk van muziek maken niet uit het oog verliezen ... fun, fun, fun. Met een goed gevulde agenda als bewijs is het duidelijk dat dit bandje in staat moet zijn om ook in Europa vaste voet aan de grond te krijgen .... "That band (Charles Walker) is the bomb ... They were smoking hot - all night! (Lisa Monroe, Fox news )


 

 


LESLIE WEST
GOT BLOOZE
Label : Provogue Records/
Mascot Records
www.mascotrecords.com
Distr.: Bertus / www.bertus.nl

Als zanger/gitarist van de groep Mountain was Leslie West een van de pioniers van de (op de blues geënte) hardrock. Die groep is dan misschien niet zo bekend als Led Zeppelin, Cream of Jimi Hendrix, hun albums “Nantucket Sleighride” en “Mountain Climbing” verdienen gerust een plaatsje tussen de klassiekers van die bands. Als gitarist heeft Leslie West o.a. Michael Schenker, Eddie Van Halen en Bon Jovi’s Richie Sambora beïnvloed. Maar tegenwoordig brengt West wel weer eens een soloplaat uit en na het goede "Blues To Die For" uit 2003, "Got Blooze" van vorig jaar, is er nu "Blue Me" een plaat die qua eenheid sterker is dan eerder genoemden. "Blue Me" is een plaat geproduceerd door Mike Varney, en dat is te horen. Geen standaard werkjes met een leuk en lief gitaarloopje, neen, gewoon hakken en rammen op alle tracks. Voor de liefhebber van de powerblues absoluut een aanrader. Je moet niet op zoek gaan naar nuances en prachtige dynamische effecten, die zij er gewoon niet. Leslie West, bassist en drummer Ainsley Dunbar (ooit John Mayall) weigeren, zoals reeds op de voorganger te horen was, om een tandje lager te gaan. Maar het valt niet te ontkennen dat West's schurend stemgeluid en zijn soulvol gitaarspel wonderlijk klinken op dit album. Het album is mooi, maar hard! Als je een plaat koopt van West, dan weet je wat je kan verwachten: powerblues, ja want maatje Aynsley Dunbar (alles tussen Zappa en Whitesnake) is dus ook weer van de partij, dus gaspedaal ingedrukt, ramen open en scheuren! De tracklist bevat alleen maar klassiekers, blues-rock covers in de typische West-style. Met soulful bluesy gitaarspel en ‘vocals from the gut’ worden o.a. Muddy Waters, Creedence Clearwater Revival, Humble Pie en Montrose in een nieuwe jas gestoken. Het is allemaal volgas met prima slidewerk en zelfs de zang is dit keer niet naar de vaantjes gemixed door Varney. Voor de liefhebber een prima CD, die hij kan beschouwen als een waardige hulde aan de groten van de blues. Kortweg : Er zijn er veel meer die coverplaten doen maar er zijn er weinig die er zou bedreven in zijn als West, ze werken zich hier gewoon door een aantal bluesklassiekers heen en doen dat met verve. Alle nummers krijgen de onmiskenbare Leslie West signatuur: log, zwaar en heavy. Het heeft tot gevolg dat "Blue Me" een prettige plaat geworden is met een vette uitstraling.


 

 

LIZZIE WEST & THE WHITE BUFFALO
I PLEDGE ALLEGIANCE TO MYSELF
Website: www.lizziewestlife.com
Label :Appleseed Recordings
www.appleseedrec.com
Thanks to : Alan Edwards
Joevinyl@aol.com
Distr.: Music & Words
www.musicwords.nl
www.cdbaby.com/cd/lizziewest2

 

“Her music is rooted and comfortable, but her best songs have a restless promise.” – The New York Times
“She’s Marianne Faithfull, Grace Jones and PJ Harvey rolled into one…” – Hits Magazine

Lizzie West lijkt de laatste jaren op zoek naar nieuwe muzikale wegen, en voor haar nieuwste album "I Pledge Allegiance To Myself" werkte zij samen met levensgezel Anthony Kieraldo (a.k.a. the White Buffalo). De grote verschillen in stijl, arrangement en instrumentarium tussen de verschillende nummers levert een (om dat modewoord maar eens van stal te halen, maar het is hier wel heel erg op z’n plaats) eclectisch geheel op. Dat kan gemakkelijk tot een wat al te gefragmenteerd album leiden, maar de kracht van de verschillende nummers maakt dat "I Pledge Allegiance To Myself" blijft boeien en verbazen. De opnames gebeurden in New York, Nashville en Jamaica, waardoor een veelheid aan stijlen op deze plaat zijn ondergebracht, zoals reggae, gospel en Americana naast haar gebruikelijke folk/roots gerichtheid. "Take These Demons" de korte opener is een dreigend en neurotisch liedje op deze ijzersterke nieuwe cd, zoals alleen Lizzie West ze kan schrijven. Ook het volgende nummer, het met jaloezie doordrengde "God Damn That Man" is ook zo'n nummer. Na het derde nummer, het verleidelijke reggae-getinte "Rope Me In And Smoke Me" is duidelijk dat Lizzie West op deze nieuwe plaat, de perfecte balans heeft gevonden tussen "Holy Road: Freedom Songs" uit 2003 en haar limited edition EP "Something Good Has Begun" uit 2004. Hierdoor is "I Pledge Allegiance To Myself" een van haar meest afwisselendste platen geworden: een breekbaar nummer als "Portrait Of An Artist As A Young Woman (Thank You)", wordt gevolgd door het stevige Dylan-eske "19 Miles To Baghdad", en het fraai gebrachte Bob Marley’s "Get Up, Stand Up". Doordat Lizzie West meer akoestische gitaar speelt dan op haar vorige platen, klinkt de cd wat rauwer, waardoor haar stem nog beter tot zijn recht komt. Ook tekstueel valt er weer buitengewoon veel te genieten, zodat ik onomwonden durf te stellen dat "I Pledge Allegiance To Myself" een nieuw meesterwerk is. Grote klasse!


 

 

CEDRIC WATSON & COREY LEDET
GOIN ' DOWN TO LOUISIANA
website: www.coreyledet.com
label : Valcour Records
info :www.coreyledet.com
www.valcourrecords.com/wp/
www.cdbaby.com/cd/cedriccorey



Cajun en zydeco optredens in de Lage Landen kan je makkelijk op een hand tellen. Het jaarlijks festival in Raamsdonksveer (NL, www.zydecozity.com/festival2006.html 16/17/18/ juni 06) uitgezonderd, is het armoe troef geworden en blijkbaar zijn de meeste blues en roots festivals niet van plan hierin verandering te brengen. Bijzonder jammer want fiddler Cedric Watson die ook deel uit maakt van the Pine Leaf Boys en Corey "Lil Pop" Ledet op accordion (cd : "3Years 2 Late") hebben in South/West Louisiana de handen in mekaar geslaan om met het album "Goin' Down To Louisiana" een nieuwe impuls te geven aan de van oorsprong Afro/Amerikaanse voornamelijk franstalige muziek. Enigszins verwonderlijk want beide heren zijn inwijkelingen, Ledet van Houston Texas en Watson van Sealy, Texas. Twee snotneuzen die "the Old Time Zydeco" nieuw leven inblazen en hierbij dankbaar gebruik maken van songs die tot het oeuvre behoren van Clifton Chenier, John Delafosse, Canray Fontenot, Bebe Carriere en klassiekers als "Let The Good Times Roll", "Colinda" en "Valse De Cherokee". Met dit album brengen beide heren een hommage aan het rijke verleden maar laten geen enkel moment onbenut om ons te overtuigen dat er ook in de toekomst nog plaats is voor Cajun, Creole, Zydeco. Gelukkig heeft het nieuwe label "Valcour Records" wel belangstelling voor the virtuoso piano key accordian playing van Corey Ledet en the warm blues-laden Creole fiddling from Watson en zijn zij erin geslaagd om ons en hopelijk ook u te overtuigen dat er met het duo Watson & Ledet nog wel degelijk hoop is in moeilijke cajun & zydeco dagen.


 


ROBIN DEAN SALMON
GASOLINE
www.robindeansalmon.com
Email:robindeansalmon@hotmail.com
label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/rdsalmon

De naam Robin Dean Salmon zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen. Dat is jammer, want met "Gasoline" leverde de in Durban, Zuid-Afrika geboren singer-songwriter enkele maanden geleden een geweldige cd af. Voor het uitbrengen van dit album gingen wat bewogen jaren vooraf. Omwille van het apartheidsregime, emigreren zijn ouders naar Amerika, en dit is meteen de start in zijn muzikale loopbaan. In al die jaren speelde hij veel stijlen, beginnende met de beginnende post-punk gerichte muziek in New York langs de band See No Evil in Austin tot zijn power-pop periode als frontman in de Christopher Robin band. Maar dan is hij een hele tijd uit de running wegens een zwaar motorongeluk dat hij ternauwernood overleeft. Maar gelukkig is er nu zijn nieuwste album, immiddels zijn zevende "Gasoline" waarop Robin Dean Salmon kiest voor een sound bestaande uit een mix van country, Americana en Texas-rock hetgeen neerkomt op: "Americana at its best." Each song is solidly written and performed, all the ingredients are there. Miles better than the normal ‘big-hat’ crap.” David Cowling – Americana uk. Zijn liedjes, meestal liefdesliedjes, zijn knap en inventief, de uitvoering altijd bevlogen en emotievol. Het resultaat is een cd die nu al tot mijn favorieten mag gerekend worden omwille van zijn verfijnd gitaarspel maar ook door de inbreng van enkele speciale gastmuzikanten waaronder Kenny Vaughn (gitaar), Stuart Duncan (viool) en Al Perkins (steel gitaar, dobro). Het meest uitschietende nummer is natuurlijk het hoopvolle "Maybe I Do" waarin Rodney Crowell de backing vocals voor zich neemt samen met de zangeres Carmella Ramsey (Crowell, Patty Loveless, Maura O`Connell). Andere sterke tracks zijn "When You Have it All", waar fiddle en pedal steel mooi samengaan en Salmon's stem even een John Prine tintje heeft. Maar ook de meer country gerichte songs zoals "Draw the Line", "Plane, Train" en "Still in Love with You" zijn mooi verpakt. Country en rock gaan op deze cd een verbond aan, Americana vormt het noodzakelijke bindmiddel. Het is heerlijk om zulke goede muzikanten aan het werk te horen (met name het gitaarwerk is geweldig) en ook de zang is van een enorm hoog niveau. Niet hip of trendy, maar zo ongelooflijk goed dat we vinden dat iedere liefhebber van traditionele alt-country deze cd in huis moet hebben. Nog altijd een grote belofte deze Robin Dean Salmon, al kun je hem met "Gasoline" ook best een heel groot talent noemen.


 

 

 

J.D. KROESKE PRESENTS AMERICANA
website: www.universalmusic.nl/artist/kilimanjaro
label : Universal Music / Kilimanjaro Records
info : www.universalmusic.nl/artist/kilimanjaro

JD. Kroeske (49) is voornamelijk bekend als die gozer van de 2 meter sessies, een radio programma dat als ik mij niet vergis destijds bij de Vara werd uitgezonden. Zovele jaartjes later staat de man aan het hoofd van zijn eigen produktie maatschappij Double 2 en in die hoedanigheid vatte hij het plan op om samen met het Universal Music label een dubbel album op de markt te brengen dat een overzicht moet bieden van de belangrijkste stromingen in het Americana gebeuren. Meteen de geboorte van het Kilimanjaro label en een "binnenkomer" die meer dan stof doet opwaaien in Nederlandse Alt. country middens. Zo werd er, in voetbaltermen uitgedrukt, onmiddelijk meer de man geviseerd dan de bal en bepaalde uitlatingen/recensies verschenen op het internet hadden een erg wrange nasmaak. Bijzonder jammer want ten eerste heeft de hedendaagse / toevallige of toekomstige Americana liefhebber geen boodschap aan die vuilspuiterij en ten tweede is dit een aardig initiatief dat niet alleen respect verdient maar bovendien erg welkom is. Over namen, songs, waarom die wel en die niet zal wel eeuwig gediscussieerd worden maar met ondermeer Rodney Crowell, Los Lobos, The Yayhawks, Eric Anderson, Guy Clark, Randy Newman, John Hiatt, Chip Taylor, Ryan Adams, Cowboy Junkies, Whskeytown, Poco, Crosby & Nash,JJ. Cale, Steve Forbert, Bruce Cockburn. Lucinda Williams en Allisson Kraus krijgt de al iets oudere liefhebber (en de voornamelijke doelgroep) waar voor zijn zuurverdiende centjes. De meesten zullen het materiaal wel allemaal in huis hebben maar met deze werd alles keurig op een dubbelalbum geplaatst en dat is erg mooi meegenomen. Bij de iets meer recentere artiesten werd er de nodige aandacht geschonken om "newcomers" als Ad Van Der Veen (erg knap), Calexico, Josh Rouse, Tift Merritt, Mary Gauthier, Kathleen Edwards, Lambchop in de schijnwerpers te plaatsen. Een fraaie mix van prima afgeborstelde opnames en de ietwat meer ruwe live klanken van de 2 meter sessies. Het duo Roy Teysse en Jan Dauwe Kroeske is er met glans in geslaagd om een compilatie op de markt te brengen die representatief is voor de ontwikkelingen in het "Americana" gebeuren. Een gat in de markt ... ? Alleszins creëert het verwachtingen naar een Vol 2. Oh ja .... mijn eeuwige dank aan het duo om voor Ted Hawkins (" All I Have to Offer you Is Me") een plaatsje te voorzien op deze dubbelaar.


 

 


EDWIN MCCAIN
LOST IN AMERICA
Website: www.edwin.com
Label: Vanguard Records
www.vanguardrecords.com
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com

Edwin McCain is een singer/songwriter uit Charleston, South Carolina. Hij richt in 1992 de Edwin McCain Band op. De band verzorgt het voorprogramma van Hootie & The Blowfish en dat levert de heren een platendeal met Atlantic op. In 1995 scoort McCain zijn eerste kleine hitje. De single "Solitude" haalt nummer 72 in de Billboard Hot 100 en het album "Honor Among Thieves" piekt op 107 in The Billboard 200, de Amerikaanse albumlijst. "Misguided Roses" uit 1998 doet het nog een paar tandjes beter en schopt het tot een 73e plaats. Het daarvan afkomstige "I'll Be" wordt een vette hit en weet eind 1998 de 5e plek in de Billboard Hot 100 te halen. "Messenger" volgt in 1999 met als succesnummer wederom een liefdesong "I Could Not Ask For More"; daarna verschijnt "Far From Over", waaruit de single "Hearts Fall" verscheen. Dit was ook meteen zijn laatste album voor Atlantic. Vervolgens verschenen in 2003, "The Austin Sessions" en "Scream Whisper" in 2004 met respectievelijk "I Want it All" en "Say Anything" als singles. Als er iemand de boeken in mag als 'constructeur van klassieke pop', dan is het Edwin McCain wel. Want in de afgelopen tien jaar bracht de goede man zes albums plus in 2004 een live DVD "Tinsel and Tap Shoes: Live at the House of Blues" uit. Allemaal popmuziek uit het boekje: liedjes met kop en staart, coupletten, refreinen, solo en bovenal hemelse melodieën. In de VS heeft McCain in de loop van de tijd een bescheiden, maar trouwe aanhang opgebouwd, maar in Europa wilde het eigenlijk nooit zo lukken. Misschien is het daarom goed eens te luisteren naar het nieuwe album, "Lost In America", want we blijven hoe dan ook hopen, dat deze nieuwe plaat zijn weg naar de liefhebbers van pop/ singer-songwriter weet te vinden, zodat Edwin McCain ook hier eindelijk de aandacht gaat krijgen die hij verdient. Als vanouds brengt McCain ons weer prachtige popsongs, al dan niet zelfgeschreven of met de hulp van o.a. Maia Sharp, Stan Lynch, Kevn Kinney, Billy Chapin, Larry Chaney en Pete Riley. McCain neemt, zoals gewoonlijk alle vocalen en akoestische gitaar voor zijn rekening. Mooie ingetogen pareltjes worden afgewisseld met meer gitaarondersteunde stevige songs, voorzien van de typische McCain vocalen. De melodieën graven zich vast in je hoofd en wederom blijkt hij een meester is in het schrijven van geweldige popsongs. De highlight is er inderdaad uitgepikt, zijnde de opener "Gramercy Park Hotel", maar er staan ook nog twee lang niet gekke songs op, nl. het ingetogen "Losing Tonight" en de titeltrack. Mocht men na deze plaat zijn talent nog steeds onkennen, verhuist hij, getuige "Lost In America".


 

 


BARBARA DEX

BLUE EYED GIRL
website: www.barbaradex.be
Label : Tibur
promotie & verdeling : CNR
Marc Dex /dex@pandora.be
Vinkendreef 3
2360 Oud - Turnhout


Het blijft een eigenaardig gegeven dat iemand al erg vroeg een etiket opgeplakt kan krijgen. Neem nu Barbara Dex, dochter van, en al een tijdje erg vlotjes meedraaiend in onze Vlaamse showbusiness. Behorend tot een van de beste zangeressen in ons kikkerlandje zal zij voor eeuwig en altijd bij de grote massa geassociëerd worden met de ietwat ongelukkige jurkkeuze ten tijde van haar deelname aan het Eurovisie songfestival in Ierland ('93). Voor de muziekliefhebbers een fait-diver want ondertussen heeft Barbara met de albums "Iemand" ('93), "Waiting for A New Moon" ('94), "Tender Touch" ('96), "Strong" ('98), "Timeless" (01), "Enjoy" (03) al een aardige staat van verdienste opgebouwd. Als prille dertiger (22/1/'74), moeder van twee zoontjes Wout & Kobe en bijzonder fraai uithangbord van alle "wel" geslaagde diëeten is er maar een ding dat onveranderd gebleven is in al die jaren. Inderdaad, een stem waar je U tegen zegt en die met haar nieuwste album "Blue Eyed Girl" nog aan volume, schoonheid, présence gewonnen heeft. Een niet onbelangrijk gegeven dat succesvol aangewend wordt om een richting in te slaan die ook de Rootstime lezer zal plezieren. Al heeft Barbara haar liefde voor country, gospel nooit onder stoelen en banken gestoken (merkte haar ooit op bij een optreden van the Jenny Kerr band) dan is het met dit album wel erg duidelijk geworden dat zij niet moet onderdoen voor het betere countrywerk uit Nashville, Austin Texas. Integendeel zelfs, want onder leiding van good old Marty Townsend (remember de betreurde Luke Walter Jr. & Blue Blot 22/11/'47 - 18/6/'96) , de hulp van koorknapen Kevin Mulligan, Geert Maesschalck, Didier Deruyter, Marcus Weymare en de backingvocals van Helena Fontyn komt Barbara erg stevig uit de hoek met songs als "Crazy" , "You Can't Run" , "Only A Fool", "Come On Up And See Me Sometime", "A Fool's Bet". Prima up-tempo country met duidelijke rock invloeden die vooral live erg swingend voor de dag moet komen. Maar ook de ballads "No One to Hurt Me", "If You Ever" en vooral "This is My Life" zijn erg overtuigend en het akoestische pareltje "Anywhere But Here" is de perfecte weerspiegeling van "het goed in mijn vel gevoel" dat de Kempendochter momenteel uitstraalt. Internationale klasse die nog een extra Vlaams accentje krijgt met "Follow the Way" dat geschreven werd door het trio Sabine Tiels, Karen Verresen en Dirk Schreurs. Een prima country/roots album dat je normaliter hier in Belgie niet aan de straatstenen kwijt geraakt ... Barbara Dex wil daar verandering in brengen en wij van Rootstime willen daar ook wel een handje bij toesteken. Blue eyes crying in the rain ?... maar dan wel van geluk en trots. Klasse!


 


BACK ALLEY BLUES BAND
BOXCAR TOURISTS
website: www.backalleybluesband.tripod.com
label : Eigen Beheer
info: backalleyblues@hotmail.com
www.cdbaby.com/cd/backalleybb

The Back Alley Blues Band zag door toedoen van Franc Robert (electric & acoustic guitars, lead vocals) en "Smokin" Joe Sadowsky (harmonica & vocals) in 1996 het levenslicht en hun muziek kon in de aanvangsfase omschreven worden als een mix van Chicago Blues (Muddy Waters, Buddy Guy, Junior Wells, Little Walter) en de Texas/Louisiana style (The Fabulous Thunderbirds, SRV,Slim Walker, T - Bone Walker). In 2004 verscheen hun eerste album en dat werd blijkbaar niet zo goed ontvangen want onze zoektocht naar meer info leverde niets op. Jammer, want met de opvolger "Boxcar Tourists" halen de jongens uit Florida een acceptabel niveau. Een album dat met "My Baby Caught The Train" een lekkere Texas shuffle in huis heeft, met "Oh Well" moeiteloos overschakelt naar een ferme streep rockabilly en met "Even Angels get The Blues" in de swamps terechtkomt. Met "Queen of Hearts" zou good old Bo Diddly zijn hartje nog eens kunnen ophalen en met de traditional "Mississippi Blues", het akoestische pareltje "Chihuahua Blues" en de funky rockin blues van "Yur Blues" en "Right or Wrong" geraakt de meest verwende bluesliefhebber wel in zijn nopjes. Mijn voorkeur gaat uit naar "Call Me The Robber" en "Joe Blow", twee gitaar/harp duels op het scherp van de snede en die aangeven dat The Back Alley Blues band niet alleen borg staan voor een portie traditionele blues, maar ook aantonen dat de jongens niet vastgeroest zijn in the same old shuffles. Frontman Franc Robert nam het merendeel van de songs voor zijn rekening en is in ruime mate verantwoordelijk voor mijn besluit ... this band can move the blues on people in more ways than one!


 

 

RHETT MILLER
THE BELIEVER
Label : Verve Forecast
www.verveforecast.com
Distr.: Universal Music
www.umusic.com

Rhett Miller is de zanger van de met name in de Verenigde Staten behoorlijk populaire alt-country band The Old 97's, maar een jaar of vier geleden deed hij ook van zich spreken met zijn uitstekende solo-album "The Instigator". Een door de geniale Jon Brion geproduceerde plaat die Miller vooral de vergelijking met Ryan Adams opleverde. Rhett Miller is nu terug met "The Believer" en ook dit is een uitstekende plaat. Een plaat die in eerste instantie opvalt door de imposante gastenlijst, waarop naast producer George Drakoulias (The Jayhawks, The Black Crowes, The Jayhawks, Tom Petty) ook de namen prijken van onder andere Jayhawk Gary Louris, Rachel Yamagata, Lyle Workman (Sheryl Crow, Beck), drummer Matt Chamberlain (Pearl Jam, Tori Amos, David Bowie), multi-intsrumentalist Jon Brion (Kanye West, Fiona Apple) en keyboardist Patrick Warren (Aimee Mann). Uiteindelijk draait alles echter om de lekker in het gehoor liggende popliedjes van Rhett Miller. Popliedjes met een vleugje powerpop en een beetje roots. Ryan Adams horen we er niet meer in, maar dat spreekt eigenlijk alleen maar in Rhet Miller's voordeel. Miller beschrijft zijn tweede album, en eerste voor Verve Forecast, als "Before going into the studio, I thought I'd be making a punk rock Ziggy Stardust, but I wound up with George Gershwin does T. Rex's The Slider." Gewoon: "een album vol sex, oorlog, liefde en de dood ... maar dan toch meer over sex!". In ieder nummer geeft Rhett Miller zich bloot als een herboren muzikant die door middel van doorleefde songs zijn demonen heeft weten te verdrijven. Het heeft een bijzonder volwassen album tot resultaat dat geen slecht nummer kent. "The Believer" kent een grote diversiteit waarin pop, country en rock de voornaamste elementen zijn. "The Believer" gaat veel verder dan de grenzen van de countryrock, deze vervreemdende productie maakt wel degelijk het album eigen. Kortweg: (H)eerlijke nummers komen voorbij in de lijn van rocky Jayhawks en gewoon Rhett Miller. Wat ons betreft een zeer aangename verrassing!


 


VARIOUS ARTISTS:
35X35
35 SONGS, 35 YEARS OF GENUINE HOUSEROCKIN' MUSIC
Label: Alligator Records
www.alligator.com
info@allig.com
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com


Muzikaal werd Chicago vooral bekend omwille van de elektrische blues. Sinds de jaren dertig werden er meer bluesgrootheden geproduceerd dan in eender welke andere stad in de USA. Grondleggers in de jaren dertig: Big Bill Broonzy, Memphis Minnie en Arthur Crudup. Na W.O.II kwamen er anderen: Muddy Waters, Little Walter, Howlin' Wolf. Het onafhankelijke platenlabel Chess was naast Sun Records in Memphis wellicht een van de invloedrijkst in de blues en rock 'n roll geschiedenis. Andere labels in Chicago werkten met Jimmy Reed, Elmore James en Otis Rush. Chuck Berry en Bo Diddley ontketenden de gekte die rock 'n roll heette, anderen als Buddy Guy, Junior Wells en Magic Sam deden het met hun zangerskwaliteiten of door hun instrumentenbeheersing. Alligator Records is tot op vandaag een trendsetter die de Chicago blues alive & kicking houdt. Bruce Iglauer, de oprichter van dit fameuze label haalde Hound Dog Taylor in 1971 uit de kroeg en pootte hem in een studio neer waar hij hem een lekkere vettige bluesplaat liet opnemen. Dat was de start van een lange reeks releases die tot op vandaag blijven doorgaan: Son Seals, Fenton Robinson, Jimmy Johnson, Koko Taylor, Carey Bell, Eddy Clearwater e.v.a. werden ingeblikt. De sound van Chess werd nooit geëvenaard maar Alligator verkocht wel meer platen dan eender welk ander onafhankelijk label. Chicago is vandaag een van de weinige plaatsen waar je nog iedere avond minstens zes of zeven verschillende bluesbands kan gaan beluisteren en bekijken. Wat veranderde is niet alleen de blues uit de jaren dertig en veertig, maar ook en vooral het publiek dat nu meer blank dan zwart is. Het publiek van vroeger waren harde werkers die de blues als "A way of life" zagen. De performers hadden hetzelfde meegemaakt als al die werkers die een beter leven zochten in de grote stad. Die tijden zijn voorbij, maar de blues is er nog steeds, Chicago blues! "35 Songs, 35 Years of Genuine Houserockin' Music" is een dubbelcd die werd uitgebracht ter gelegenheid van de vijfendertigste verjaardag van dit Amerikaanse blueslabel, dat zich het grootste label ter wereld mag noemen, en biedt een bloemlezing van wat er in die 35 jaar opgenomen. De keuze viel op 35 songs uit 2800, uiteraard beginnend met de onvolprezen Hound Dog Taylor, maar ook met Albert Collins, Coco Montoya, Mavis Staples, Johnny Winter en veel meer. Hopelijk bereiken Bruce Iglauer en zijn medewerkers het beoogde doel: het aantrekken van nieuw winkelend publiek. Doorgewinterde bluesliefhebbers zullen "35 Songs, 35 Years of Genuine Houserockin' Music" aanschaffen vanwege de lage prijs (2 cd's voor de prijs van 1) of omdat het wel handig is om onderweg een paar cd's met veel variatie in het bakje te hebben. Kortom, ideaal voor als je van goede blues houdt maar niet weet wat je moet draaien.

TRACKS:
1) Hound Dog Taylor -- She’s Gone (3:50)
2) Big Walter Horton -- Have A Good Time (3:46)
3) Son Seals -- Your Love Is Like A Cancer (4:33)
4) Fenton Robinson -- Texas Flood (4:19)
5) Koko Taylor -- I Got What It Takes (3:42)
6) Albert Collins -- Honey Hush (4:27)
7) Lonnie Brooks -- Voodoo Daddy (4:43)
8) Professor Longhair -- In The Wee Wee Hours (3:23)
9) Buddy Guy -- Are You Losing Your Mind? (6:34)
10) Johnny Winter -- Don’t Take Advantage Of Me (5:23)
11) James Cotton -- High Compression (2:41)
12) Lonnie Mack -- Satisfy Suzie (4:30)
13) Roy Buchanan -- When A Guitar Plays The Blues (6:37)
14) Lil’ Ed & the Blues Imperials -- Pride and Joy (3:42)
15) Clarence “Gatemouth” Brown -- She Winked Her Eye (5:16)
16) Little Charlie & the Nightcats -- Poor Tarzan (4:15)
17) Tinsley Ellis -- Can’t You Lie (3:52)
18) DISC TWO Katie Webster -- Lord, I Wonder (4:03)
19) Elvin Bishop -- Don’t Lie To Me (3:06)
20) William Clarke -- Lollipop Mama (3:48)
21) Saffire-the Uppity Blues Women -- Wild Women Don’t Have The Blues (2:42)
22) Charlie Musselwhite -- River Hip Mama (4:09)
23) Dave Hole -- Short Fuse Blues (5:15)
24) Carey Bell -- Lonesome Stranger (4:03)
25) Luther Allison -- Bad Love (6:24)
26) C.J. Chenier & the Red Hot Louisiana Band -- Bad Luck (4:08)
27) Corey Harris -- Keep Your Lamp Trimmed And Burning (2:55)
28) Shemekia Copeland -- Salt In My Wounds (4:10)
29) Coco Montoya -- I Need Your Love In My Life (4:04)
30) Michael Burks -- Mean Old Lady (4:25)
31) The Holmes Brothers -- Speaking In Tongues (4:06)
32) Marcia Ball -- Let The Tears Roll Down (5:43)
33) Roomful of Blues -- That’s Right! (2:25)
34) Guitar Shorty -- Old School (3:59)
35) Mavis Staples -- A Dying Man’s Plea (3:50)


 

 

PHANTOMS
WHO ' S THE PHANTOM
website : www.tcy-records.com
label TCY - Records
info : hDiane Bodmer di.bodmer@bluewin.ch
www.dj-surprise.com
http://stores.ebay.de/tcy-records

Rockabilly from St. Petersburg, Russia ....? Moet kunnen, want als ik mij niet vergis komen The Red Elvises (zie rev. Okt.04) oorspronkelijk ook uit die omgeving. Met jaarlijks meer dan 250 optredens liggen Ilyj Pechenkin (acoustic gt), Alexander Karnazov (bass & vocals) en Oleg Hoodkin (lead gt & backvocals) en drummer Dmitry Dolinskiy alias the Phantoms erg goed in de rockabilly markt. Hun debuutalbum is verschenen op TCY Records, een label dat in oktober 2004 werd opgericht door het echtpaar Diane en Christian Bodmer en met the Beat Devils en the Nena River Rockets nog meer Russisch talent onder de pannen hebben. Bovendien hebben zij een uitgebreide cd shop: Rockabilly / hillbilly / Psychobilly / C & W / Blues / R & B / Surf (met erg lovende feedback! - http://feedback.ebay.nl/ws/eBayISAPI.dll?ViewFeedback&userid=tcy-records). Natuurlijk dat de jongens uit St. Petersburg niet gewacht hebben op het slopen van de Berlijnse muur om hun muzikale blikken richting Europa en voornamelijk Amerika te wenden. Zij zijn blijkbaar goed op de hoogte van het bestaan van artiesten als Vernon Taylor, Harlan "Perry" Howard, Carl Perkins, Cordell Miller, Eddie Cochran, Jack Earls, G. Troutman en Don Gibson, want er wordt duchtig op los gecoverd op "Who's the Phantom". Een ganse reeks klassiekers en de ideale voedingsbodem voor iedere rockabilly band. Bovendien zijn de jongens erg vlug van begrip want als je hoort hoe hun zelfgepende song "She Said Goodbye" evolueert van een degelijke demo naar een fraai uitgewerkt rockabilly pareltje dan moeten de jongens in staat zijn om in de toekomst hun werkgevers in Zwitserland te overtuigen met eigen materiaal.

TCY Records
Im Haufland 23
CH - 8627 Grüningen


 


VARIOUS ARTISTS:
COOL DADDY
The Central Avenue Scene 1951-1957 Vol. 3
Label: Ace Records
www.acerecords.co.uk
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Volgens de Ace website zit er nog veel meer in de pijplijn: zo'n 20 cd's vol met Combo materiaal. Dat klinkt prachtig, maar eerlijk gezegd zal "Cool Daddy" straks gewoon worden bijgeschoven in het vak verzamel-cd's om daar waarschijnlijk nooit meer vandaan te komen, tenzij daarvoor aanleiding is: een artikel in een tijdschrift, een nummer op de radio of een gesprek met iemand. Niet dat dit een slechte complicatie is, maar volgens mij is dit label Combo voor een dergelijke massieve aanpak niet interessant genoeg. De romantische geschiedenis van het label, kleine studio in de kelder van een woonhuis in Watts, ....ten spijt. Op dit album krijg je typische vroege jaren '50 rhythm & blues voorgeschoteld, de muziek die aan de westkust van de Verenigde Staten in die jaren welig tierde. Vooral in de omgeving van Los Angeles was sprake van een bruisende muziekscène waarin dit label van labelbaas Vernon ‘Jake’ Porter actief was. Met de reeks "The Central Avenue Scene" worden de rijke archieven van dit label voor ons ontsloten. Nadat eerder "Straight To Watts" en "Central Rocks" verschenen, is "Cool Daddy" het derde deel uit deze reeks, met wederom een gevarieerde selectie van kruidige rhythm & blues-songs uit die dagen. Vanzelfsprekend is hier labeleigenaar Jake Porter met zijn combo aanwezig, maar ook hard honkende saxofonisten als Chuck Higgins, Jack McVea en Joe Houston draven hier met hun orkest op. Soms spelen ze een instrumental, in andere nummers begeleiden ze zangers en zangeressen die zonder uitzondering over monumentale stemmen beschikken. Luister maar eens naar de machtige uitvoering van "Hoo Doo You Baby" door Christine Chatman onder begeleiding van het orkest van Jack McVea. Gene Phillips geeft ons gitaarles in "Steelin’ The Blues" en Margie Williams geeft met haar vertolking van "A Woman’s Answer" een staaltje rap avant la lettre ten beste. Natuurlijk is dit een echt Ace product, gemaakt volgens de bekende deugdelijke kwaliteitsprincipes. Speelduur goed, boekje meer dan voortreffelijk en veel authentieke foto's. Kortweg: de muziek van deze verzamelaar is misschien iets te weinig origineel, daar deze wat teveel is afgeleid van de grote namen van dat moment, maar niet tegenstaande blijft "Cool Daddy" een mooi tijdsdocument voor de liefhebbers van deze vroege jaren '50 rhythm & blues muziek.

 


 

 


CHUCK HIGGINS
BLOWS HIS WIG!
Label: Ace Records
www.acerecords.co.uk
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 

Loud & greasy 50’s r&b saxophony.

Een ander Combo/Ace release is meer een best of Professor Higgin's Combo sides. Chuck Higgins (1924 /1999) is een saxofonist, ook uit deze vroege jaren '50 rhythm & blues-periode. De eerste West Coast rhythm & blues releases vielen samen met de opkomst van de platenindustrie. Met hetzelfde enthousiasme waarmee rhythm & blues werd gemaakt, werd het destijds op de band vastgelegd. Er moeten miljoenen tapes liggen opgeslagen in afgelegen loodsen en pakhuizen. Voor menigeen is het onverteerbaar dat er de nodige juweeltjes tussen die vergeten opnames moeten zitten. Gelukkig hebben we Ace Records, dat zich de afgelopen drie decennia heeft toegelegd op het opnieuw uitbrengen van die moeilijk te vinden curiosa. "Blows his Wig!" is in ieder geval een heerlijk plaatje met 24 superaanstekelijke nummers (waaronder een aantal previously unissued nummer) die stuk voor stuk hits hadden kunnen zijn maar het nooit werden. Voor liefhebbers van het harde saxofoon geweld uit deze vroege jaren, is deze "Best of- "Blows his Wig!" van Chuck Higgins de perfecte introductie tot de schatkamer van dit onbetaalbare label.


 

 

DAN PENN & SPOONER OLDHAM
MOMENTS FROM THIS THEATRE
Label : Proper Records U.K.
Proper American Recordings
www.properamerican.com
Distr.: Ryko

Singer-songwriter Dan Penn (geboren in 1941) is een bijzonder geval. Hij is vooral bekend als songschrijver. Al in 1960 werd een country song van hem een hit. Na zijn album uit 1973 verdween hij uit het zicht maar in1994 maakt hij een nieuw album en een glorieuze come-back. Penn en Spooner Oldham, zijn muzikale partner, (geen familie van Will), die in de jaren zestig met menig Memphissoul- artiest heeft samengespeeld, bouwden een stevige reputatie op als twee van de drijvende krachten achter het fameuze Muscle Shoals, de opnamestudio die een centrale rol speelde in de ontwikkeling van de Southern Soul. Ze lieten zowel als muzikant, producer en songwriter van zich horen en drukten hun stempel op het hitsucces van zowel James Carr, Solomon Burke, Percy Sledge, Wilson Picket, Aretha Franklin als op The Box Tops ("The Letter") en Janis Joplin ("A Woman Left Alone"). Nummers als "I'm You Puppet", "Do Right Woman", "The Dark End of The Street", "Cry Like a Baby" en "You Left the Water Running" zijn standards in het genre en maakten Penn & Oldham tot alom gerespecteerde songwriters. Oldham hielp naderhand als muzikant ook het mooie weer maken bij onder meer Jackson Browne, Flying Burrito Brothers en Neil Young (o.a. "Harvest"). Begin juli komt dit legendarische duo naar London om er een Lifetime Achievement Award van het tijdschrift Mojo in ontvangst te nemen. In het zog hiervan doen ze ook Belgie en Nederland aan voor enkele concerten. Het album "Moments From This Theatre" (1999) verscheen al weer ruim zeven jaar geleden voor de eerste keer en maakte op menig rootsliefhebber diepe indruk. Het waren dan ook niet de eerste de besten die live hun sterkste songs brachten. Dit album was even niet meer leverbaar, maar dankzij de Europese tour van dit tweetal, is een reissue meer dan gerechtvaardigd. Want zij schreven samen nummers als "I Met Her In Church" en "Cry Like A Baby" bekend van The Box Tops. Penn schreef samen met Chips Moman "At The Dark End Of The Street" dat o.a. bekend werd door James Carr. "Do Right Woman, Do Right Man" dat even hemeltergend gezongen werd door William Bell als Aretha Franklin maar in de uitvoering van Gram Parsons uitgroeide tot een echte Americana klassieker en natuurlijk het schreiende "It Tears Me Up" dat Percy Sledge tot Southern Soul klassieker zong. Al deze nummers aangevuld met andere door hun zelf (soms samen met anderen) geschreven songs op diverse locaties in 1998 in de U.K. en Ierland, zijn dus opgenomen om op dit album "Moments From This Theatre": Live te verschijnen. Kortweg: Door het sterke country- en soulsongmateriaal is "Moments From This Theatre" een sterke liveplaat van deze twee oude krasse knarren die de oude tijden weer kunnen doen herleven. Deze 'Lifetime Achievement Award Tour' is daarom een prima aanbeveling van Rootstime.


 

 

BLUES LEE
HOME
website : www.blueslee.com
label: Backstab Records
info: karelphlix@hotmail.com

Een tijdje geleden was blues/rootskenner Ben Vanhoegaerden (MazzMuzikas) nog zo vriendelijk om onze Nederlandse vrienden in de waan te laten dat zij bij het verschijnen van de nieuwe albums van the Electrophonics en de Ruben Hoeke Band met een geruststellende 2 - 0 voorsprong de kleedkamers mochten opzoeken. Blijkbaar had Ben het schitterende debuutalbum van Rusty Roots over het hoofd gezien, de live cd van the Electric Kings nog niet beluisterd, en was hij niet op de hoogte van de te verschijnen nieuwste creaties van ondermeer the Hoodoogang en Blues Lee. Ondertussen is het reeds derde album van Bies Biesmans (lead vocals, tenor&soprano sax, harmonica), Karel Phlix (elect, & acoust. guitars, resonator, backing vocals), Jan Corthouts (electric 'wah' & acoust. guitars, backing vocals), Jan Ieven (elect. bass, double bass, tuba, percussie) en Ives Bosmans (drums & backing vocals) volop verkrijgbaar in de betere platenzaken en regelmatig te beluisteren bij PiliPili, Cucamonga, Shuffle, Eldorado (Radio1). Niet verwonderlijk want met "Home" zijn de jongens uit ons dierbaar groen eikenhout Limburg na een jarenlange zoektocht/veroveringstocht door het blues en roots landschap eindelijk "Thuis" gekomen. Meteen zitten zij met een levensgroot probleem want na het veelvuldig beluisteren van de twaalf zelfgepende songs op dit album zal er mijn inziens een aanpassing moeten komen in de groepsnaam. Wat dit pareltje biedt veel meer dan blues alleen ... Het volledige Amerikaanse rootslandschap wordt met een bezoekje vereerd en ondertussen kan je genieten van een vijftig minuten soul, rock & roll, doowop, country, boogie en swing. Opener "Honey Please Don't" heeft zijn wortels in New Orleans en met de toevoeging van sax, tuba, harmonica laat niets uitschijnen dat Blues Lee de vertrouwde (blues)paden heeft verlaten. Ook de Texas shuffle van "Lazy Ways" een traditionele (live) uitnodiging voor footstompin', headnoddin' & asswigglin' laat nog niets vermoeden maar de funky groove van "Liar", de lichtjes sexuele/erotische verwijzigingen in "For a Ride" verpakt in een heerlijk jaren zeventig jasje, inclusief echte violen, zwoele sax en een schitterende percussie, en de volledige muzikale ommezwaai naar "Hillbilly Joe" en "Blind Bold & Barefooted" zullen de vertrouwde "Blues" Lee fans met de ogen doen knipperen. Voor ons niet gelaten want bij hillbilly/country horen fiddle & lap steel en guest Nils de Caster bewijst met zijn deelname aan dit "ROOTS" album dat hij meer dan thuis is in "ons" wereldje. Een wereldje die met open oogjes/oortjes kan genieten van de prima acoustic blues op "Peaceful Soul" en het met een heerlijk slide sausje overgoten "Destination Hell", pareltjes die ondermeer Hans Theesink, Tony Joe White groen doen uitslaan van jaloezie en de schrijver van dienst, Karel Phlix, in de toekomst wel eens een aardige cent aan royalties kunnen opleveren. Om de muzikale verwarring nog iets groter en leuker te maken schakelen de jongens probleemloos over met "Nicole" naar een rootsrockertje in de beste Bob Seeger traditie, inclusief piano (Patrick Cuyvers), gaan surfgitaar, soprano sax en de strijkstok (h)eerlijk op de vuist in het vreemde, dreigende, rockende "Seven Days" en worden tafels en stoelen aan de kant geschoven voor een hoogstandje instrumentale "Shovin" swing uit de roemrijke jaren '50. "Home" ... is een album dat moeilijk samen te vatten is in één zin, niet voldoende heeft aan één luisterbeurt, voorzien is van teksten die wel iets verder gaan dan de traditionele rozengeur en maneschijn in de liefde, maar nu al beschouwd kan worden als "het" beste album van Blues (Roots) Lee. Enjoy and don't forget .... Blues Lee is een band die je LIVE moet bezig zien ... en ondertussen de stand bracht op Belgium Blues - Holland Blues 5 - 2.


 

 

JEFF HEALEY & THE JAZZ WIZARDS
IT'S TIGHT LIKE THAT
Website : www.jeffhealey.com
Email: info@jeffhealey.com
Info: rflohil@sympatico.ca
Label : Stony Plain Records / www.stonyplainrecords.com
Dist.: Rounder Europe / www.roundereurope.com
Munich Records / www.munichrecords.com

In 1985 was daar plots de Jeff Healey Band met als leden Jeff Healey (zang en gitaar), Joe Rockman (bas) en Tom Stephen (drums). De cd "See The Light" kreeg aandacht omdat de gitarist blind was en met de gitaar op z'n knieëen speelde, maar ook omdat hij voor zo'n jochie heel volwassen blues maakte. Na die eerste cd leek de onbevangenheid en zelfs de interesse in het opnemen van cd's snel te verdwijnen bij Jeff Healey. In 1995 was de vierde cd bij gebrek aan materiaal al een weinig geïnspireerde covers-cd en de volgende twee cd's waren zelfs verzamelaars. In 2000 volgde eindelijk weer nieuw werk maar sindsdien is zelfs de bandsite al niet meer bijgewerkt! De laatste platen van Healey waren dus niet echt om over naar huis te schrijven en hij is bij zichzelf te rade gegaan. Meer aandacht lijkt Healey te hebben voor zijn eigen bluesclub, waar hij wekelijks optreedt, maar ook naar zijn echte passie, de jazz roots en populaire muziek uit de jaren '30 en '40. Op "It's Tight Like That" speelt hij samen met de legendarische jazz trombonist Chris Barber, de vader van de Britse traditionale jazz & blues scène, zijn favoriete nummers. Door Barber te horen op drie tracks is er een prima muzikant bij, die ook mag laten horen dat hij nog kan. En toch, de band lijkt zich erg bewust van het feit dat er live-opnamen gemaakt worden en speelt vaak net iets te braaf. Met als gevolg dat dit een goede live-cd is zonder dat de vonken er vanaf spatten. Het hele album werd namelijk live opgenomen in de Hugh's Room, in Toronto op 23/8/05. Er valt op "It's Tight Like That" echter wel veel te genieten, want Jeff geeft zich helemaal op trompet en gitaar, bijgestaan door een zeventallig combo, getalenteerde muzikanten uit Toronto die samen the Jazz Wizards vormen. Vocaliste Terra Hazleton is ook te horen op één track, maar het zijn in het bijzonder Healeys kunsten op gitaar, trompet en valve trombone die hier de show stelen waarvan de invloeden te zoeken zijn bij o.a. Louis Armstrong, Bix Beiderbecke, Charlie Christian, en zoveel andere jazz grootheden. Hoogtepunten? Jazeker, meteen met de in New Orleans stijl gebrachte opener, Red Allen’s "Bugle Call Rag". Het door Chris Barber vocaal geintroduceerde “Basin Street Blues” en het licht swingende "Someday Sweetheart" met Healey's mooie intro op gitaar. Maar daar tegenover brengt het meer up-swingende "Sheik of Araby" u recht naar 'the deep south'. Het droevige "Going Up the River" geeft meer een Fats Domino gevoel, waar Healey’s prachtige stem, zijn gitaarspel en Barber’s trombone u echt weten te ontroeren. Mensen die Healey nog steeds zien als een bluesgitarist moeten deze plaat links laten liggen. Maar wie houdt van lekkere dixieland en swing klassiekers, zeg maar gezellige 'feel-good music' kan hier wel eens een fijn plaatje aan overhouden.


 

 

IRMA THOMAS
STRAIGHT FROM THE SOUL
Website: www.irmathomas.com
Label : Rounder Europe
www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Dat muziekstad New Orleans niet alleen goed geluimde muziek heeft voortgebracht, bewijzen de vroege opnamen van soulzangeres Irma Thomas. Deze onbetwiste koningin van de soul uit The Big Easy maakte in de eerste helft van de jaren zestig naam met een reeks songs waarin gevoelens van verdriet, spijt en melancholie de boventoon voerden. Hoe blue Thomas zich in deze songs ook toont, deep soul kun je haar muziek niet noemen. Hiervoor mist deze zangeres het venijn en de hartverscheurende wanhoop die vertolkers uit dit segment van de soul zo kenmerken. Irma Thomas charmeert ons eerder met haar krachtige warme vocalen en de kwetsbaarheid die zij in haar songs aan de dag legt. Het was dan ook in het jaar 1960, dat Irma Thomas als tienermeisje de vermaarde studio van Cosimo Matassa betrad en vertolkte zij "You Can Have My Husband (But Please Don’t Mess With My Man)". Haar naam was van de ene op de andere dag gevestigd. Niet snel daarna ontfermde producer Allen Toussaint zich over de zangeres en onder zijn vaardige begeleiding maakte zij in de eerste helft van de jaren een aantal legendarische opnamen. Songs als "It’s Raining", "Ruler Of My Heart" en "Time Is On My Side" dateren van deze periode en deden haar uitgroeien tot de koningin van de soul uit New Orleans. Deze artistieke en commerciële successen voor Minit/Imperial Records hebben lange tijd het zicht ontnomen op het prachtige werk van de zangeres in het volgende decennium, want later in de jaren zeventig werd de zangeres gepaard aan de fenomenale songschrijver Dan Penn. Deze samenwerking resulteerde in een aantal nieuwe songs alsook nieuwe interpretaties van enkele voorheen opgenomen nummers. Ondertussen heeft de onschuld en het naïeve optimisme die de jeugd nu eenmaal aankleven, inmiddels plaats gemaakt voor wijsheid, berusting en hoop. "After The Rain" heet de nieuwe plaat van de zangeres en meer dan ooit overheerst hier de blues, zowel muzikaal als in woorden. Irma Thomas zingt over overspel, verlaten worden en de eenzaamheid die hierop volgt. De plaat opent met het rustig voortkabbelende "In The Middle Of It All" van Arthur Alexander met niemand minder dan Sonny Landreth op slidegitaar. Het grootste deel van de plaat bestaat uit bluesvertolkingen, soul getinte nummers zijn ondermeer, het van The Drifters bekende "I Count The Tears","If You Knew How Much" en "Till I Can’t Take It Anymore". De resterende songs zijn dus meer bluesy, zoals het nummer "Soul Of A Man" van Blind Willie Johnson en de traditional "Make Me A Pallet On The Floor". Hoewel "After The Rain" al vóór de orkaan in New Orleans in de maak was, hangt de schaduw van deze natuurramp onmiskenbaar over de plaat. Het later opgenomen "Another Man Done Gone" gaat over inwoners van The Big Easy die op de vlucht zijn voor het water, op andere plaatsen zijn er toevallige verwijzingen naar de orkaan. Haar eerdere platen op Rounder waren de moeite waard, maar deze is het hoogtepunt van haar carrière. Soul-Queen Irma Thomas kiest gewoon voor zeer gevarieerde nummers op dit prachtige album waarop buiten Sonny Landreth ook Corey Harris te gast is.


 

 

BOB DELEVANTE
COLUMBUS AND THE COLOSSAL MISTAKE
A Collection Of Songs And Photographs
website : www.bobdelevante.com
label : Relay Records
info :info@relaystation.tv

Hoe een dubbeltje rollen kan ... midden jaren negentig stonden de broertjes Delevantes ietwat onwennig op het podium van het eerste en meteen laatste singer/songwriters festival in Opitter (Bree). Een optreden dat bij de niet zo talrijke aanwezigen het beste deed verhopen voor het festival en de carrière van het sympathieke duo uit Hoboken, New Jersey. Jammer genoeg was het festival een kort leven beschoren maar met the Delevantes ging het steeds maar beter. De albums "Long About that Time" ('95) en "Postcards From Along the Way" ('97) verkochten als zoete broodjes in de Lage Landen en het was dan ook een verrassing dat Bob Delevante in1999 met het solo-album "Porchlight" voor de dag kwam. Daarna leek het wel of er een rustpauze werd ingelegd, zo kwamen wij Bob nog sporadisch tegen als producer van ondermeer Greg Trooper, Duane Jarvis, werd hij vriend ten huize Emmylou Harris, Buddy Miller, John Prine, Allison Krauss, Steve Earle en onze goede vriend Markus Rill, en lijkt broertje Mike wel van de aardbodem verdwenen. Met het verschijnen van het album "Columbus and the Colossal Mistake" werd het meteen duidelijk waarmee Bob Delevante zijn dagen zinvol gevuld krijgt. Ondertussen is hij niet alleen een hoog aangeschreven singer/songwriter met prima recensies die verschenen zijn in The New York Times en No Depression maar komt hij bovendien goed aan de kost als een erg gewaardeerd photographer/graphic designer. Zo kan je zijn meesterwerkjes bewonderen als gratis bijlage voor dit album (liefst vijf stuks), in het B & W magazine, book covers voor Farm Aid, album covers voor Ricky Skaggs, Rod Picott, Markus Rill's nieuwste album "The Price Of Sin" (rev. April 06) en Compadre Records. Voldoende om al zijn creatieve exploten onder te brengen in een studio/vennootschap die de naam Relay Station meekreeg. Zeven jaren na het verschijnen van "Porchlight" bleek de tijd rijp om met een nieuw album op de proppen te komen en het is dan ook niet verwonderlijk dat good old Emmylou Harris, Buddy Miller, Gary Tallent, Phil Madeira, Bryan Owings, Fats Kaplin, David Henry, Kenny Vaughn, southside Johnny hun vriendje een handje kwamen toesteken bij de opnames. Zoals het hoort bij de crème van het singer/songwriters genootschap liefst twaalf eigen songs waarvan "Texarkana State Of Mind" een leuke Jawharp mix meekreeg als bonusnummer. Een album dat met de titelsong en Fats Kaplin onmiddelijk in een glansrol op pedal steel, "Circles Round Me" met Jody Nardone op Hammond B 3 & piano, "Fly Home to" en "Like a Meadowlark Blues" met Buddy Miller op lead gitaar en "The Garden Wall", het typische Delevantes geluidje meekrijgt. Met "Paint My House" (Danny Clinch, harmonica) en "Texarkana State Of Mind" (Kenny Vaughn, lead guitars) gooit Bob wat olie op het rootsrock vuurtje, laat hij David Henry op cello in "Old Picture of You", veruit de mooiste song op dit album, grandioos schitteren, zorgt Southside Johnny met zijn deel smoelschuiverij voor een vreemd angstig sfeertje op "Venice is Sinking" en zorgen de ladies Harris/Marybeth Cysewski voor prima backingvocals en last but no least covert meester Bob "Blitzkrieg Bop" van the Ramones. "I Close My Eyes"... en haal the Delevantes opnieuw voor de geest op dat memorabel concert in Opitter, een dorpje dat jaren later wereldbelangstelling kreeg als de woonplaats van Kim Clijsters.


 

 

SUE FOLEY
NEW USED CAR
Website : www.suefoley.com
www.guitarwoman.com
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Het nieuwe album van de Amerikaanse Sue Foley heet "New Used Car". Sue Foley maakt muziek die in de categorie blanke - behoorlijk folky - blues kan worden ondergebracht. Ze heeft al een aardig aantal albums op haar naam staan en wie ooit een optreden van haar heeft bezocht, zoals de Bluescaravan Ladies Night, de speciale avond die het Duitse label Ruf-records vorig jaar in het leven geroepen had, weet dat dit een intense ervaring is. En alweer het tiende album van de deze Canadese zangeres/gitariste en wederom een prima plaat. Ze heeft inmiddels een indrukwekkende staat van dienst. Ze maakte negen albums en is twintig jaar aktief. In die jaren won ze al zo een beetje alles wat ze maar kon winnen aan muziekprijzen. Na een aantal platen op het Shanachie en daarvoor het Antones label nu na haar tweede album "New Used Car" voor het Ruf Records label waar ze vorig jaar ons al wist te verrassen met "Change", een album met een mooi akoestisch geluid en werkelijk fantastisch gitaarspel. Sue Foley maakt bluesrock die regelmatig doet denken aan Bonnie Raitt en Susan Tedeschi. Haar nieuwe album dat werd opgenomen in de Planet Studios in Montreal, heeft wederom een mooi elektrisch en akoestisch gitaarspel. "New Used Car" bevat twaalf songs waarop Sue Foley laat horen dat ze zowel in de populair klinkende nummers, zoals de Led Zeppelin getinte blues-rock in de titeltrack of het Stones gerichte "Do It Again" tot de folk-blues "Baby Let Me Follow You Down", bijzonder goed voor de dag kan komen. Tot de uitschieters behoren echter "Make It Real" waarin ze met haar prachtig gitaarspel misschien wel het meest uitblinkt, Terry Gillespie's “When I Come Back to Ya”, de enige cover op deze cd en het soulvolle "Absolution". Vooral haar stem is meeslepend en lijkt uit haar tenen te komen. Het gekke is: Foley beschikt niet echt over een bluesstem, geen gruis, maar klinkt toch zoals moderne blues behoort te klinken: ruig. Ze is in topvorm en de begeleiding met Mike Tirenn aan de bas, Tom Boina aan de drums, Corey Macfadyen aan de percusie en Graham Guest aan de toetsen heeft er zin in. Foley is al een aantal maal uitgeroepen tot de beste vrouwelijke bluesgitarist en "New Used Car" laat horen dat dit meer dan terecht is. Op "New Used Car" valt nog veel meer te genieten, de zang is prima, de kwaliteit van de songs ligt hoog. Dat dames ook kunnen scheuren op een gitaar is Sue het levende bewijs en dat ook zij een strot op kan zetten wordt onderstreept door de vele prijzen welke zij in de USA (onder meer de W.C. Handy Award) reeds heeft weten te vergaren. Onze favoriete vrouwelijke 'blues guitar hero' heeft gewoon met "New Used Car" een van de beste vrouwelijke bluesplaten van dit jaar gemaakt.

 


 

 

B.B.KING
B.B. KING SINGS SPIRITUALS
Label: Ace Records
www.acerecords.co.uk
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 

B.B. King is de artiestennaam van Riley B. King, op 16 september van dit jaar werd B.B. King 80 en aan stoppen denkt de bluesheld niet. Deze bekende bluesgitarist is geboren op een plantage in Itta Bene, Mississippi en zijn bekendste hit is waarschijnlijk: "The Thrill Is Gone" uit 1970. King spendeerde een groot deel van zijn jeugd samen met zijn moeder en grootmoeder werkend als een sharecropper en raakte al vroeg in de ban van zwarten als T-Bone Walker en Lonnie Johnson, en jazzartiesten zoals Charlie Christian en Django Reinhardt. Snel ontwikkelde King zijn eigen muzikale vaardigheden in de kerk bij het zingen van gospel. In 1946 verhuisde B.B. King naar Memphis, Tennessee, waar hij zijn gitaartechnieken verfijnde, met de hulp van zijn neef, country bluesgitarist Bukka White. In 1949 begon King songs op te nemen onder contract met RPM Records. Veel van zijn vroege opnames werden geproduced door Sam Phillips, die later het legendarische Sun Records zou stichten. In de jaren 1950 werd B.B. een van de belangrijkste namen in R&B muziek, met een imposante lijst van hits. Hoewel B.B. King tot op de dag van vandaag commerciële successen viert, ligt de kern van zijn werk in deze jaren, de jaren '50 en de eerste helft van de jaren '60. Het was de tijd waarin de jonge B.B. met songs als "You Know I Love You", "Woke Up This Morning", "Please Love Me", "When My Heart Beats Like a Hammer", "Whole Lotta' Love", "You Upset Me Baby", "Every Day I Have The Blues", "Sneakin' Around", "Ten Long Years", "Bad Luck", "Sweet Little Angel", "On My Word of Honor" en "Please Accept My Love" de ene hit na de andere scoorde. De bezieling en inventiviteit die hij in deze vroege opnamen voor RPM en Kent aan de dag legde zou hij in latere jaren nog maar zelden evenaren. Gelukkig rust de muzikale nalatenschap van deze King Of The Blues bij Ace Records in goede handen. Het afgelopen decennium heeft al menige compilatie het licht gezien, nu is Ace bezig de originele LP’s die destijds verschenen in een reeks van 11cd’s uit te brengen. "B.B. King Sings SpiritualsThe Blues" is de laatste cd in deze bijzondere reeks, en bevat tien gospels en getuigt hij hiermee zijn muzikale wortels. Naast deze tien songs van de LP die in 1959 verscheen bevat de cd een achttal bonustracks. In plaats van zijn vertrouwde gitaar ondersteunen piano en orgel de bezielde vocalen van B.B. King. In sommige nummers staan The Charioteers de zanger terzijde, in andere The Southern California Community Choir. Nadien zou B.B. King zich nooit meer wagen aan religieuze liederen, maar tot op de dag van vandaag klinkt in zijn vertolking van bluessongs de invloed van de gospelmuziek door. Kortweg: "B.B. King Sings SpiritualsThe Blues" is op zijn eigen manier wel even spannend en aantrekkelijk als zijn meer recente cd's.


 

 

JIMMY'S SUTTON'S FOUR CHARMS
TRISKAIDEKAPHOBIA !
Website : www.fourcharms.com
Email: jimmysutton1@comcast.net
label : Hi - Style Enterprices

"Call them swing, call them rockabilly, call them jump rhythm - and - blues, call them jazz ...just don't call them before noon ! "


Liefhebbers van Chicago boogie, rockabilly, late 40/early '50 jump-jazz & jive zijn ongetwijfeld op de hoogte van het bestaan van doghouse bass gitarist Jimmy Sutton. Zo kan je hem ondermeer terug vinden bij opnames van Deke Dickerson, Ronnie Dawson, Willie "Big Eyes" Smith. Als mede-oprichter van the Chicago's Mighty Blue Kings, (retro swing blues) en voormalig lid van het rockabilly bandje The Moondogs besloot hij op nieuwjaarsavond 1998 tot de oprichting van the Four Charms. Met Jonathan "Nappy" Doyle (Asylum Street Spankers), tenor & baritone sax, Jim Barclay, drums (the Federales) en Joel Patterson, guitars & vocals (Joel Paterson's Blues Round - Up, Devil in a Woodpile, Steve Dawson) vond hij geschikte kandidaten om zijn droom te verwezenlijken. Een logisch gevolg was dan ook het verschijnen van hun album "Flatland Boogie" (2000) dat liefst 5000 x over de toonbank ging. Aardige start van een bandje dat ondertussen reeds met Wanda Jackson, Billy Lee Riley, Vernon Taylor, Jimmy Mc Cracklin, The Calvanes op het podium stond. De opvolger met de moeilijke naam "tris - ky - dek - uh - FOH - bee - uh" verscheen onlangs op Sutton's eigen label Hi-Style en straalt een enthousiasme uit dat erg aanstekelijk werkt. Voornamelijk omdat er beroep gedaan werd op songs die uitnodigen tot meer dan alleen maar wat heupwiegen. Of wat dacht je van "Lonesome Tears in my Eyes" (the Burnettes), "She Likes To Boogie"(Louis Jordan), "Quiet Whiskey " (from, but not written by Wynonie Harris), Ike Turner's "Cubano Jump", de klassieker "On The Sunny Side of the Streets" van Jimmy Mc Hugh/D. Fields en Casey Mc Donough on boogie piano, of de jazz standard "That's a Plenty". Bovendien komt Sutton met "I Gotta Get Another Girl", "Up Jumped the Devil" (R. Brown) en de instrumental "6 String Boogie" erg dicht in de buurt van dat rock & roll soundje dat de jaren '50 beheerste, laat hij met de driving jump blues van "Don't Make Me Beg" en titelsong "Triskaidekaphobia" zien en horen waarom hij tot een van the best bass players in Chicago behoort. "Scotchin' with the soda" ... "Quiet Whiskey" de ideale drankjes om een feestje te bouwen en je kan er deel van uitmaken als je op 26/5 in de Warande, Turnhout of op 27/5 een bezoekje brengt aan het "Duvelblues" festival te Ruisbroek (Antwerpen) waar Jimmy Sutton & the Four Charms op het podium zullen staan. (http://users.pandora.be/gustmeeus/index.htm)


 

 

SPENCER WIGGINS
THE GOLDWAX YEARS
Label: Kent soul / Ace Records
www.acerecords.co.uk
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com


Na de succesvolle re-issues van soul legende James Carr en The Ovations brengt het Kent label nu een album van een ander zanger die uitkwam op het Goldwax label: Spencer Wiggins. Slechts O.V. Wright, Aretha Franklin, Al Green en Same Cooke zouden zich kunnen meten met deze formidabele vocalist uit de hoogtijdagen van de soul, van wie zijn muzikale wortels, als van zo veel soulmuzikanten van zijn tijd, in de kerk van zijn jeugd liggen. "The Goldwax Years" verenigt alle opnamen die Spencer Wiggins in de tweede helft (1965 en '68) van de jaren zestig voor het legendarische soullabel uit Memphis maakte. De kracht van deze opnamen schuilt in de combinatie van drie kwaliteiten. Wiggins kon putten uit een songrepertoire van een zeldzaam hoog kaliber. Niet verwonderlijk, want behalve de vaste labelproducer Quinton Claunch voorzagen vermaarde liedjesschrijvers als Dan Penn, Spooner Oldham, Isaac Hayes en George Jackson de soulzanger van songs. Voorts dragen de opnamen het typische geluid van Goldwax-producties, een geluid waarvan dampende blazerspartijen, een zuigend orgeltje en het trefzekere gitaarspel van Quinton Claunch de belangrijkste bestanddelen vormen. Maar boven alles verlenen de superbe vocalen van Spencer Wiggins zelf de muziek haar overrompelende kracht. Zijn stem is wat hoger dan die van James Carr, maar daardoor niet minder hartverscheurend. Bovendien laat hij zijn stem regelmatig overslaan tot een mooie falset om uiting te geven aan zijn niet geringe gevoelens. Veel variatie in stijlen is terug te vinden op deze editie, waarvan alle songs mooi geproduceerd en remasterd zijn. De blues van "Sweet Sixteen" en "Lover's Crime", de country soul van "Once In A While", de R&B van "Soul City USA", de deep soul van "That’s How Much I Love You" en natuurlijk zijn gospel invloeden in "Once In A While" en "The Kind Of Woman Who's Got No Heart". Mijn lievelingstrack, het blues getinte "Who's Been Warming My Oven", over wederzijdse ongelovigheid vertolkt Wiggins met zoveel passie die geen andere zanger in het genre gegeven is. Kortom: Spencer Wiggins is tot de dag van vandaag het best bewaarde geheim uit de deep soul en daarom is dit album een prachtige re-issue – voor alle Dave Godin fans!

Track Listing:

1. Anything You Do Is All Right
2. He's Too Old
3. I Never Loved A Woman (The Way I Love You)
4. I'll Be True To You Baby
5. I'm A Poor Man's Son
6. Walking Out On You
7. Lonely Man
8. Lover's Crime
9. My Love Is Real
10. Old Friend (You Ask If I Miss Her)
11. Once In A While (Is Better Than Never)
12. Soul City U.S.A.
13. Sweet Sixteen
14. Take Me Just As I Am
15. That's How Much I Love You
16. The Kind Of Woman That's Got No Heart
17. The Power Of A Woman
18. Up Tight Good Woman
19. What Do You Think About My Baby
20. Who's Been Warming My Oven
21. I Never Loved A Woman (The Way I Love You) (Alt)
22. I'm A Poor Man's Son (Remix)
23. That's How Much I Love You (Remix)


 

 

THE COWLICKS
PSYCHEDELIC SERVICE STATION
website : www.thecowlicks.com
label : Tres Payasos Records
info : moo@thecowlicks.com
www.cdbaby.com/cd/cowlicks2
http://jasonz.smugmug.com/gallery/291947

Concertpromotor, public relationsman van recordlabels, manager van een opnamestudio, werkzaam in record-stores, ex lid van Ronald Koal & the Trillionaires, the Dragsters en the Shramms, het zijn en waren maar een aantal facetten van Todd Novak's aktiviteiten. Maar ze hebben een ding gemeen ... "music was his first love and it will be his last". Momenteel kan de man zijn ei kwijt in The Cowlicks en dat lijkt mij op het eerste zicht een aangename bezigheid. In December 2004 waren wij bij Rootstime erg onder de indruk van hun album "CWA" (Cowboys With Attitude) en met de opvolger "Psychedelic Service Station" doen Novak/songwriter (guitars, vocals), Mike Anderson (bass, vocals) en ex lid van Big Blue Hearts, Michael Hanna (guitar, mandolin, banjo, vocals), Peter Tucker (drums) en ex lid van the Waybacks, Dave Zirbel (dobro, pedal steel - Buckeye, I See Hawks in LA) er nog een schepje boven op. Alt. country die zijn roots heeft in California en dan is de link naar the Byrds, Gram Parsons vlug gemaakt. Twangy retro country music met wat skiffle, bluegrass en Beatles invloeden .... roots music op zijn best en dat allemaal wordt vertaald in een vijftiental aangename songs. Enkel Alanis Morrissette's "Hand in My Pocket" en "Sexy Sadie" van The Beatles krijgen een coverjasje aangemeten en zijn de stille getuige van Todd Novak uitstekend singer/songwriterschap. Het zou deze jongen niet vewonderen dat The Cowlicks met dit album onder de arm aan de poort kloppen van de bekende roots/alt. country festivals en eindelijk eens komaf maken van weer eens Slobberbone, Drive By Truckers, the Gourds ..etc. Luisteren en huiveren zal dan veranderen in aanhoren en genieten!


 

 

BJ BAARTMANS
VERPAND
Website: www.bjbaartmans.com
Email: bjbaartmans@hetnet.nl
Label: Inbetweens Records
www.inbetweens.com

BJ Baartmans is ‘s Neerlands grootste Americana singer/songwriter en kan zich muzikaal meten met zijn collega’s uit Austin en omstreken. Veel bezoekers van zijn solo-optredens vragen na afloop of de muziek ook op cd staat. Om aan die vraag te voldoen neemt Baartmans de soloplaat "F Hole Acoustics" op. Samen met bevriende muzikanten JW Roy, Ad Vanderveen, Erwin Nyhoff, Ad van Meurs (The Watchman) en Philip Kroonenberg vormt hij een eigen boekingskantoor. Zijn we toegekomen aan 2004. Groot jaar voor BJ, want naast zijn aandeel bij het uitbrengen van het debuutalbum "Veur Dees Nach" van de Limburgse dialectpopgroep Ongenode Gaste, dewelke door hemzelf geproduceerd werd neemt Baartmans de ingetogen cd "Where Lovers Go" op samen met Mike Roelofs (toetsen) en Leon Bartels (piano). Maar na zes prachtige platen in het Engels verrast BJ Baartmans ons nu wel een beetje met een album met liedjes in zijn eigen Brabantse taal. BJ Baartmans zingt hier liedjes die in al hun eenvoud ontwapenen en bij tijd en wijle ontroeren. De zoektocht naar schoonheid is een van de hoofdthema’s in de liedjes op BJ Baartmans’ nieuwe album "Verpand". De schoonheid van taal, melodie, liefde of lijfelijkheid maar ook die van de verhullende melancholie, de verlokkingen van de zelfkant. Liedjes over het verlangen naar die ander, liedjes over de liefde "Vrije Val", liedjes over hypotheek en pensioen "Laatste Dag" ... kortom, BJ Baartmans zingt over het leven zelf. Maar "Verpand" biedt meer dan alleen persoonlijke liedjes. Zo is "Land Waar Alles Overwaait", leuke titel trouwens, een song over de hypocrisie van de maatschappij waarin we leven? en verdere zorgen horen we in "Schuldbekentenis". Dertien knappe liedjes waarin hij zich zowel qua compositie als qua gitaarspel met gemak kan meten met zijn Amerikaanse collega's. 'Americana', daar moet de zanger/gitarist ook geplaatst worden, al komt hij uit 't Brabantse dorp Boxmeer en zijn de thema's die hij aansnijdt zo universeel als de liefde zelf. Wroeging en onrust, lust en leed maar ook de lach zonder traan of cynisme, verpakt in heldere en compacte popsongs. Elementen uit blues, folk en country leggen daarin een rijke muzikale traditie bloot. Hij weet zijn nostalgisch aandoend songmateriaal eerder fris dan stoffig te laten klinken. Het moet dan ook gezegd worden dat Baartmans een meer dan begenadigd muzikant is, maar zich desondanks nooit laat verleiden tot oubollige gitaarcapriolen. Het liedje staat voorop. BJ Baartmans en zijn medemuzikanten hebben de intieme liedjes voorzien van een sobere, merendeels akoestische begeleiding. De plaat bevat gastbijdragen van Marjolein van der Klauw (Powderblue) zoals in de titeltrack, Wouter Planteijdt op elektrische gitaar in "Schuldbekentenis" en het Gustav Klimt Strijkkwartet. BJ Baartmans laat zich niet makkelijk vastpinnen. Zo is hij naast singer songwriter met een uitgesproken talent voor het schrijven ook een veelzijdig snarenplukker die helemaal thuis is op gitaar, mandoline, banjo en bas. De laatste jaren profileert Baartmans zich meer en meer ook als producer en sessiegitarist. Zo werkte hij met onder andere JW Roy, Arno Adams, Arthur Ebeling, Iain Matthews en Rod Picott. BJ Baartmans heeft zich door de jaren ontwikkeld tot een begeesterd verteller en klasse gitarist, en met dit aangename album "Verpand" opgenomen in Leon’s Farm in Boekend dicht bij Venlo, blijkt dat hij tevens ook een zwak heeft voor het Nederlandstalige rootslied.

Op de CD 'Verpand' werkt BJ Baartmans met een aantal Nederlandse topmusici: drummer Sjoerd van Bommel (Bots, Fat Cat, Frederique Spigt), toetsenist Mike Roelofs (Arno Adams, Mo Jones, JW Roy, Mike Roelofs Quartet), bassist Gerco Aerts (Ellen ten Damme, Hotel Bukowski), gastgitaristen Jan Hendriks (Doe Maar, Boudewijn de Groot) en Wouter Planteijdt (Sjako!, Hans Dulfer, Bob Fosko), zangeres Marjolein van der Klauw (Powderblue, Nits), arrangeur/pianist Jakob Klaasse (Bram Vermeulen, Boudewijn de Groot, Magnificent 7, Houseband), opnametechnicus Léon Bartels en een strijkers sectie van het Metropole Orkest.

 


 

 

MACON GREYSON
TRANSLATE
Website: www.macongreyson.com
Email : theband@macongreyson.com
Label: Fat Caddy Records
www.fatcaddyrecords.com
www.cdbaby.com/cd/macongreyson2

 

Als er een cd'tje zoals deze "Translate" van Buddy Huffmans groepje Macon Greyson uit Texas in onze bus valt, zijn de verwachtingen meer dan hoog gespannen, mede door het feit dat het door Ray Wylie Hubbard geproducete en erg rootsy getinte debuut "Miles From Here" uit 2000 en de opvolger, het album "Uneasy" (2002), echte parels waren, het zeer moeilijk zou zijn om het niveau van deze platen te evenaren. Dat Huffman het gezicht van Macon Greyson helemaal bepaalt, blijkt uit het feit dat van de oorpronkelijke bezetting enkel drummer Pete Falcone (Johnny Reno, The Dishes en Ray Wylie Hubbard) overblijft. De anderen leden zijn bassist Badger Vass en Harley Husbands (leadgitaar, banjo en backings). De reden van de groepsherschikking ligt hem waarschijnlijk in het feit dat Buddy terug naar zijn roots, zijnde alternative country met een Son Volt inslag, is teruggekeerd en hiervoor co-producer Erik Herbst onder de arm nam, die ook op lead gitaar te horen was op zijn vorig album. Hij werkt zich met bravoure door deze nieuwe uitdaging en schotelt ons elf eigen songs en één cover "My Brain Is Hanging Upside Down" van Dee Dee & Joey Ramone voor. Titels opsommen uit deze cd, die opgenomen is in Denton, TX. in The Panhandle House, is uit den boze want de plaat vomt een hecht geheel. Al is het begin zeer stevig, de volgend songs omvatten vele stijlen, waarin de geest van groepen als the Smithereens, Green on Red, Slobberbone, Wilco en vooral The Jayhawks spookt. Een speciale vermelding verdient ook gastmuzikant Tommy Young die heerlijke klanken uit zijn hammond tovert en Todd Pertil op steel gitaar. Kortom, deze "Translate" is een uitstekend alt.country/roots rock/Americana album dat moeiteloos het niveau haalt van parels van de reeds eerder vermelde groepen. "Translate" is voor mij zondermeer één van de betere cd's van dit moment; grijp je kans!


 

 

THE NOB HILL BILLYS
DANG
website : www.nobhillbillys.com
label : Rockabilly Nation Records
info : www.rockabillynation.com
rockabillynation@lycos.com
www.cdbaby.com/cd/nobhillbillys

Ben je ook min of meer uitgekeken op de vertrouwde namen die ons de laatste jaren werden opgedrongen in het Americana/Alt. country wereldje. Meestal bandjes die door sommige collega's de hemel worden ingeschreven maar op de festivals er de oorzaak van zijn dat de ietwat oudere liefhebbers massaal afhaken en zich richting uitgang begeven. De ideale oplossing om de brave huisvader toch op een respectabel uur bij moeder de vrouw te doen belanden. Met The Nob Hill Billys op de affiche zou daar wel eens verandering in kunnen komen. Dit bandje met bezieler en frontman David Lear aan het roer brengt een aanstekelijke, ruime, beschaafde mix van hillbilly rock, alt. country, cowpunk, jump blues en western swing. Austin Texas is hun thuishaven en met hun debuutalbum "Dang" meteen een vrij aardige indruk laten. De covertjes "Jackson" (Cash/Carter, Nancy/Lee), "Blue Moon Of Kentucky" (Bill Monroe), "His Latest Flame" (Doc Pomus) & "The World's a Mess" (Exene Cervenka/ John Doe van the Knitters!) zijn mijn inziens bedoeld als "publiektrekkertjes" want met hun eigen leuke deuntjes komen zij ook erg sterk voor de dag. "The Barn Door Swing" en "3 X 7" in de stijl van Big Sandy, "Thrift Town", "Old ABQ" en "Them Hillbilly Fucks Are Gonna Pay" op het lijf geschreven van Two Tons Of Steel, het effenaf schitterende "99 Years" dat met een Bob Dylan introotje van start gaat en het bluegrass/gospel pareltje "Papa's Broken Still" zijn daar prima voorbeelden van. Bovendien krijgt het viertal David Lear (vocals, guitar, washboard), Heidi Weeks (vocals, chicken shaker), Brad Lewis (guitar, banjo, dobro, mandolin, vocals) en Rick Wright (drums) op dit album uitvoerige en erg gewaardeerde hulp van Slim Latimer (pedal steel) en Chris Murphy (fiddle). Dit alles leidt tot prima amusement .... twangin' guitars, twistin' vocals, footstompin'skins and heartslappin' bass maar ook naar een aantal interessante pareltjes van singer/songwriting. "Slow Year For the Corn" en "Bepop Baby" geven aan dat The Nob Hill Billys niet alleen de ideale band zijn om de "modale" rootsliefhebbers onder ons een aangename avondje uit te bezorgen maar je ook thuis kunnen beroeren met hun songs. "So kick of your shoes,shake your torso,bang your head,and give yourself to the beat".


 

 

BLUE HOUSE WITH THE RENT TO OWN HORNS
SHAKE YOUR BUTT!
Website: www.bluehouseblues.com
Email: wink@bluehouseblues.com
Label : eigen beheer
www. cdbaby.com/cd/bhouse

Als je als band bestaat uit 5 muzikanten waarvan er 3 een blaasinstrument bespelen, de andere 2 net zoals die blazers voortreffelijk hun instrument beheersen, dan krijg je een product om U tegen te zeggen. “Shake Your Butt” van Blue House With The Rent To Own Horns is zo’n product. Het verbaasd me dat niemand tot noch toe deze bende naar België heeft gehaald. Maar wat niet is kan hopelijk nog komen in de nabije toekomst. Deze CD staat vol pareltjes van swing tot Chicagoblues, van rock tot swampblues. Maar liefst 15 nummers en één verborgen song en dit allemaal geschreven door de heren zelf. Vanaf de opener word je bij de strot gegrepen door een stevig scheurende gitaar en vocals met effecten aan toegevoegd. Maar als je denkt dat de hele CD in die trend verder gaat kom je bedrogen uit. Luister maar naar “Black Stockings” dat een lekker funky groove bevat met heerlijke arrangementen van de blazers. Op “Bad Boy” wordt dan weer terug gekeken naar de meer traditionele blues. Elk nummer verrast je keer op keer door de frisheid en het enthousiasme dat eruit springt. Links en rechts een grappig tekst en vlotte meezingrefreintjes maken het geheel af. Dit is een CD die wat mij betreft mag meedingen naar CD van het jaar 2006. Nog één tip aan alle organisatoren: get those boys to Belgium!
Blueswalker.


 

 

CROOKED ROADS
HEARTBREAK SAMPLER
Website: www.heartbreaksampler.com
www.crookedroadsband.com
Email: crookedroadsband@aol.com
label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/crookedroads2

De vorige cd "Love, Again" (2003) van de frontman van Crooked Roads, Chris Dingman, uit Lyme, New Hampshire (maar tegenwoordig opererend vanuit het in muzikaal opzicht wat bruisendere Californië), kreeg in de Lage Landen wel enige aandacht, maar niet voldoende om "Heartbreak Sampler" de waardering te geven die deze cd verdiende. "Heartbreak Sampler" is een logische opvolger van "Love, Again", maar is nog net wat beter. Centraal op "Heartbreak Sampler" staat niet de muziek, maar de teksten die wederom vol literaire hoogstandjes zitten. Ook in muzikaal opzicht valt er gelukkig weinig te klagen. Crooked Roads maken folk/country die soms wel wat doet denken aan Merle Haggard en Woody Guthrie, wat betreft deze folk en country, maar ook aan songwriters als Neil Young of Gram Parsons. Vrolijkheid en melancholie wisselen elkaar af op deze cd die werd geproduceerd door Margrit Eichler en Dingman zelf. De hoogtepunten op deze cd (zoals het prachtige "Goddamn Wonderful World") geven hun schoonheid onmiddellijk prijs, maar ook de songs die je niet direct weten te raken blijken bij herhaalde beluistering pareltjes. Een hele mooie cd van de band die muziek brengt die fris genoeg klinkt om vandaag de dag nog relevant te zijn. Wat voor "Love, Again" gold, geldt in nog sterkere mate voor "Heartbreak Sampler", want Chris Dingman is de afgelopen jaren flink gegroeid. Chris Dingman laat zich nog altijd flink inspireren door de folk van Nick Drake, maar zijn intieme luisterliedjes hebben op "Heartbreak Sampler" ook iets eigentijds. En iets aardedonkers; iets dat ons af en toe aan deze Nick Drake doet denken. De productie is wederom sober en het instrumentarium karig, maar dat past perfect bij de gevoelige stem van Chris Dingman. Er zijn heel veel zangers die muziek maken als Chris Dingman, maar "Heartbreak Sampler" hoort wat ons betreft tot de positieve uitschieters in het genre. Een hele mooie cd, die veel meer aandacht verdient dan de al zo overtuigende voorganger.


 

 

IZALINE CALISTER
KANTA HELELE
Website : www.izalinecalister.com
Email: info@izalinecalister.com
Label : Network Medien GMBH
www.networkmedien.de
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Op Curaçao werd zij geboren, maar vanuit Groningen verovert ze de wereld. Izaline Calister is een vocaal talent waar onze Nederlanders trots op mogen zijn, want deze exotisch ogende dame heeft veel noten op haar zang. Ze was zangeres van de vooral in Duitsland populaire groep Pili Pili en later ook van het vermaarde Dissidenten. Hiermee trad ze o.m. op tijdens het jazzfestival van Montreux en op Roskilde. Maar het allerliefst maakt ze muziek met haar eilandgenoten: Eric Calmes van Grupo Zamanakitoki en de Antilliaanse folkloregroep Grupo Trichera. Latin ligt haar namelijk toch het beste en dat laat ze horen op haar vierde solo-CD "Kanta Hélele", verschenen bij het fameuze Network label. Calister is inmiddels uitgegroeid tot een soort ambassadrice van de Antilliaanse muziek, getuige haar eerste drie solo albums, waarmee ze inmiddels een behoorlijke naam voor haar zelf opgebouwd heeft in zowel Europa als Midden- en Zuid Amerika. De plaat werd met vele gasten opgenomen en geeft een gevarieerd beeld van haar kunnen. Je hoort haar even gemakkelijk switchen van jazzballads naar dampende Antilliaanse danza-funk en latinjazz met pittige salsa. Maar het zijn vooral haar zelf geschreven nummers die getuigen van haar grote zangkwaliteiten. Andere toppers zijn de prachtige Curaçaose opener, "Mi So Den Boso", de salsa in "Dia Bo Pagami" en de oogstdans, "Ban Wap’E (Let's Dance the Seu)" waarop een typisch Antilliaans instrument te horen is, te weten de kachu (koehoorn). Hier komt Izaline dicht bij de bron en haar muzikale wortels. Kortweg: Calisto's stem is dan ingetogen, dan uitbundig. Het album zit goed in elkaar: het bevat luisterliedjes en dansnummers. Maar haar stem draagt het album. Het is een stem waarin liefde voor muziek en liefde voor haar land doorklinkt. Zoals ze zelf zegt : "'Kanta Helélé' is mijn uitdrukking van mijn zin in het leven, mijn optimisme, mijn humor en mijn grote liefde voor alles wat melancholiek en ritmisch is en direct uit het hart komt." Izaline Calister is gewoon een vrouw naar mijn hart.


 

ALBERT AND GAGE
CRY LOVE
website : www.albertandgage.com
label : MoonHouse Records
info : albgage@austin.rr.com
www.cdbaby.com/cd/albertgage5

 

"The Royal Couple of the Austin Folk Scene"

" I Don't love Politics ...But I Love you "



Met het duo Christine Albert & Chris Gage kan je moeilijk spreken van nieuwkomers in het Austin Folk/country wereldje. Christine, met nog al wat Europese roots in haar familie, had al een vijftal solo-albums op haar erelijstje staan toen ze in 1997 besloot met Chris Gage, de voormalige bandleader van Jimmie Dale Gilmore, een duo te vormen. Met het album "Cry Love" zijn zij ondertussen ook al aan hun vijfde duetalbum geraakt dat verscheen op hun eigen Moonhouse Records label. Een album dat mijn aandacht trok door de niet zo voor de hand liggende cover van John Hiatt's "Cry Love" en meteen fungeerde als titelsong. Het behoort met Mickey Newsbury's "I Still Love You" en Michael Austin's "Before I Go" tot het spaarzame geleende materiaal. De overige songs komen netjes van het duo zelf en variëren van het naar the Eagles refererend "Comin' Home", over een rockend met slide-gitaar "But I Love you" naar een swingend "In the Morning" zonder niet eerst stil gestaan hebben bij een leuk akoestisch blues intermezzo ("What'sThe Big Idea"), een accordion walsje (" Elisabeth"), laten zij de folk/rock liefhebbers met "Rocky Shore" niet in de kou staan en kunnen de bluegrass fans hun hartje ophalen met "Before I Go". Bovendien lijkt het er op dat de planeet "Venus" een meer dan gewone inspiratiebron betekent voor het duo. Alles wordt duidelijker als je beseft dat het voornamelijk de liefde is in al haar facetten die als rode leidraad loopt door de storytelling songs van Christine Albert & Chris Gage. Van een opgroeiend kind dat op een bepaald moment het ouderlijk huis verlaat ("Far as You Can See") het alles op een rijtje zetten in erg verwarrende relatieproblemen ("I Don't want to own you, but I need to know you're mine") tot het waardig ouder worden ("Elisabeth"). Een prima album met harmonieuze vocals en prachtig werk van multi-instrumentalist Cage die naast vrouwtje Christine (acoustic rhythm gt.) enkel beroep deed op "de" Lisa Pankratz (drums) en Brad Fordham (bas) in de studio. Klasse!


 

 

BRUCE DONNOLA
VAUDEVILLE
website : www.cdbaby.com/cd/donnola
info : donnola@iname.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/donnola


"I can't tell you much about singer-songwriter Bruce Donnola except that he writes pretty damn good songs. " Mick Skidmore, Relix Magazine


"Het is moeilijk bescheiden te blijven" zong Peter Blanker vroeger en hij sloeg de nagel op de kop. Maar Bruce Donnola is gelukkig een uitzondering op de regel. Het gaat zelfs zover dat de singer/songwriter uit New York blijkbaar de publiciteit schuwt, de man beschikt zelfs niet over een eigen website. Zijn laatst verschenen album "Vaudeville" dateert al vanaf 1998 en werd onlangs door Cd Baby terug in de schijnwerpers geplaatst. Terechte beslissing want de man is onlangs met producer Jono Manson, die ook tekende voor dit album, opnieuw de studio ingeduikelt en hij is zo vriendelijk om ons binnenkort een advance kopie te bezorgen van zijn noeste arbeid. Tot zolang moeten wij het doen met "Vaudeville" en heimelijk hopen wij dat Donnola rustig verder borduurt op de veertien songs die je kan terugvinden op dit album dat ondertussen is uitgegroeid tot een collectors item. Verantwoordelijk voor dit succes zijn ondermeer de songs "Towards Alberta" waarbij Bruce beroep doet op Neil Thomas (mandolin) en Steve Lindsay (accordion) en het radio 1 hitje "Cafe Vertigo" waarmee hij erg dicht in de buurt komt van James Taylor gekweel. Maar er zijn meer vergelijkingen van toepassing want zo zou the Band met Bruce's "Definition" wel eens de kriebels voelen om een come back te overwegen, lijkt het cajun/zydeco rootsrockertje "Pop13" erg veel op "The Midnight Special", krijgen wij met "Fedora" een streepje country/bluegrass waarbij de Celtic invloeden van goede huize zijn. De man heeft zijn ogen en oren goed de kost gegeven en dat resulteert dan ook in pareltjes van songwriting ... "Joe Sawyer", "Tomorrow We live", "No strings", de meesterlijke country rockertjes "Longitude" en "Gratitude" met david Hamburger op dobro en bottleneck gitaar van de meester zelf. Eigen materiaal dat moeiteloos kan wedijveren met het betere werk van zijn idolen Dylan, Young, Gordon Lightfoot en James Taylor. Met hulp van Jono Mason, enkele leden van the Chinese Brothers, Ian Wallace (Dylan, Stills), Joe Flood is dit een album om te koesteren maar toch kijken wij met meer dan ruime belangstelling uit naar nieuw materiaal.


 

 

STEF WHITE & KERSTEN DE LIGNY
Website: www.sk-management.nl
Email: skmanagement@xs4all.nl
Label: Inbetweens Records
www.inbetweens.com

Stef White & Kersten de Ligny. De samensmelting van zijn liefde voor country en Rhythm & Blues en haar liefde voor folk, jazz en melodische songs, ademt een eigen sfeer en geluid op hun debuutalbum (Inbetweens Records), want na vijf jaar van veelvuldig optreden, en ook de veelvuldige vraag van het publiek naar geluidsmateriaal was de tijd rijp voor dit titelloze debuut. Kersten de Ligny en Stef White zijn begonnen als akoestisch duo in 2000. Hun muziekstijl wordt gerangschikt onder de noemer 'Americana', maar zij laten zich niet beinvloeden door wat men onder deze stijl verstaat. Op veertienjarige leeftijd stelde Stef White zijn eerste band samen. In 1999 kwam er een eind aan zijn laatste (Stef White &) band, waarmee hij drie jaar in Nederland heeft rond getourd. Tijdens één van zijn optredens heeft hij Kersten de Ligny ontmoet. Kersten is zich gaan concentreren op het schrijven van haar eigen songs en gedichten, nadat ze de Academie voor Lichte Muziek in Hilversum had afgerond. Op deze nieuwe plaat met zijn harmonieuze luisterliedjes, ligt de nadruk voornamelijk op samenzang, zeggingskracht en eenvoud. Het duo wordt ondermeer ook versterkt met de gitarist Martin Van Helden, die de folky/bluesy gitaarakkoorden van Stef op virtuoze wijze inkleurt. De liedjes schrijven ze onafhankelijk van elkaar als ook in samenwerking met elkaar. De teksten zijn voornamelijk door Kersten geschreven. Naast onderwerpen als liefde, vriendschap en afscheid komen de inspiratiebronnen vanuit een sterk sociaal bewogen gevoel voor de samenleving. Zoals de mooie opener "A Million Cries", opgedragen aan de vermoorde Theo Van Gogh, waarin ook de zoetgevooisde stem van Kersten dadelijk tot zijn recht komt. Ook "Peter", opgedragen aan de buurjongen van de zangeres, gaat door merg en been. Eén van de uitschieters is de prachtige cover van Townes Van Zandts "Brand New Compagnion", met het dromerige getokkel van beide gitaristen. Andere opmerkelijke song is het duet "Days Getting Longer". De bezieling in deze liedjes wordt fraai omlijst door contrabas, viool, lap steel, elektrisch gitaar, mandoline en hier en daar een shaker. Er is bewust gekozen om een bepaalde eenvoud en stilte in de liedjes te behouden, waardoor het niet ver van de live performance af staat. Woodstocksfeertje! Kortom : Stef White laat zien en horen hoe je het gevoel dat je wilt overbrengen kunt delen door erin te kruipen. Met zijn liefde voor melodie, samenzang en samenspel creëert hij een intieme en warme sfeer. Kersten de Ligny zet zichzelf neer als singer/songwriter met een heel eigen visie op haar leven en de wereld. Ze schrijft vanuit haar hart en verteld over haar leven op een beeldende wijze. Haar nummers hebben een heel eigen sfeer, zeggingskracht en geluid. Samen brengen ze hun muziek waarin je invloeden uit onder meer country, Americana en jazz kunt herkennen.


 

 

ROBIN TROWER
LIVING OUT OF TIME
Website : www.trowerpower.com
Label : Ruf Records
www.rufrecords.de
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Robin Trower viert nu op 9 maart zijn 59ste verjaardag. Vorig jaar dezelfde dag had hij echter niet veel tijd om dat te vieren, want die dag trad hij voor het Duitse Rockpalast op in de Harmonie te Bonn. Op de resulterende cd "Living Out Of Time" horen we dat Trower, nog steeds een uitmuntend bluesrockgitarist is. Het is fijn om te weten, dat sommige dingen constant zijn. Als Robin Trower een nieuwe plaat maakt, weet je dat er weer hoge kwaliteit geleverd wordt. Sinds zijn tijd bij Procol Harum was hij in de jaren zeventig en tachtig vooral in Amerika heel populair, met zijn sterk door Jimi Hendrix beinvloede muziek. Alleen is de Brit veel dromeriger. Melancholie en drama zijn wel aan hem besteed en iemand als Jack Bruce werkt graag met hem samen. Trower bleef sinds zijn hoogtijdagen platen maken en een aantal zijn te krijgen op cd. Luister vooral ook eens naar: "Living Out Of Time". Op deze laatste cd, een live optreden waarvan tevens ook een dvd bij Ruf Records verschenen is, stelt hij niet teleur. En met zoveel klassieke platen achter zijn naam is dat een hele prestatie. Zijn carrière sleept zich nu al zo'n veertig jaar voort. En voorlopig denkt hij er niet over om met pensioen te gaan.Trower heeft succes gekend, en hoewel het momenteel geen goede dagen voor Britse bluesrockers zijn, vind je altijd wel een handjevol verstokte fans die een toepasselijk getitelde plaat als "Living Out of Time" op waarde weten te schatten. Voor die groep mensen zijn de ouderwetse, fatsoenlijke en soms luchtige bluesklanken die Trower uit zijn felrode Stratocaster wringt een feest van herkenning en onuitputtelijke bron van degelijkheid. Die luisteraars weten ook precies wat goede muziek is en denken graag terug aan de hoogtijdagen, de jaren zeventig, de jaren die zijn Jimi Hendrix-achtige, lichtpsychedelische gitaarsound bepaalden. Trower is een bluesrockgitarist, die ook nog eens enkele zeer memorable songs op zijn naam heeft staan, zoals het ook hier vertolkte epos "Bridge Of Sighs". Trower’s veel te vroeg overleden zanger James Dewar heeft mijn voorkeur, maar de Schot Davey Pattison beschikt ook over een uitstekende strot, dus met de ogen dicht is dit een prachtplaat.


 

 

MR. BOOGIE WOOGIE & ANNA WARR
LIVE AT THE DUKE
Website : www.mrboogiewoogie.nl
Email : mrboogiewoogie@planet.nl
Label : Firesweep Records
www.firesweeprecords.com

Pianist en zanger Mr. Boogie Woogie (Eric-Jan Overbeek) kreeg als kind klassiek pianoles, maar werd op dertienjarige leeftijd gegrepen door de Boogie Woogie na het horen van Fats Domino's "Swanee River Hop". Geïnspireerd door zijn boogie-maatjes Rob Hoeke en André Valkering, ontwikkelde hij zich zeer snel tot de meest opvallende en energieke Boogie Woogie pianist van Nederland. In 1988 won hij het bluesconcours van het Middelsea Jazztreffen in Leeuwarden, waarna hij in 1990 de band Mr. Boogie Woogie & the Firesweep Bluesband oprichtte. Tot 2001 nooit in de USA geweest, besloot hij daar maar eens verandering in te brengen en reisde binnen één jaar vijf keer naar Amerika om te spelen in o.a. New York, Clarkdale, Chicago, Baton Rouge, New Orleans, Memphis, Phoenix en zijn favoriete DS city: Tucson, Arizona. Daar nam hij het album "Boogie Woogie Baby"(2003) op met zijn partner in crime, zangeres/pianiste Lisa Otey. Na het verschijnen in 2004 van het album "They're wings....they're hot!", was het tijd om in 2005/6 met zijn favoriete muziekmaatjes, bassist Steve Grams en slidegitarist Danny Krieger, voor volle zalen te spelen in Belgie en Nederland. Het was dan ook eind januari van dit jaar dat ze samen in de Banana Peel Bluesclub, Ruiselede hun tour als de Juke Joint All Stars veelbelovend konden afsluiten, getuige ook het album "No, You!" van Grams & Krieger waar naast o.a. Ralph Gilmore (drums), Juke Joint John Strasser (harmonica), Hurricane Carla Brownlee (sax, clarinet), Ab Dekker (drums) en Ed DeLucia (gitaar), Mr. Boogie Woogie niet kon ontbreken. Feit is dat Eric-Jan Overbeek ook buiten zijn eigen landsgrenzen, met zijn Firesweep Bluesband, een veelgevraagde en graaggehoorde gast is, getuige wederom zijn succesvolle optredens op de festivals van Peer (Belgie) en in Gaildorf (Duitsland), om er maar enkele te noemen. Boogie Woogie is voor sommigen een totaal onbekend begrip, anderen associëren het met popmuziek en nog anderen kunnen het min of meer thuiswijzen als zijnde piano-blues, maar dan heel rap. Slechts weinigen weten waar boogie woogie eigenlijk voor staat. Het is een muziekvorm die rechtstreeks inwerkt op het centrale zenuwstelsel. Eigenlijk is deze dansmuziek afkomstig uit de zwarte getto’s van Amerika tijdens de depressie, zo’n zeventig jaar terug. Aanvankelijk een zeer rudimentaire ritmische pianostijl rechtstreeks afgeleid van de Afrikaanse roots, evolueerde op zeer korte tijd tot een ware kunstvorm. Ideeën werden uitgewisseld tijdens zogenaamde 'House-rend party’s'. Er werd geëxperimenteerd met cross-rhythms, treingeluiden werden nagebootst, muzikale hoogstandjes ... Jammer eigenlijk dat dit fantastisch stukje muzikaal erfgoed zo in de vergetelheid is geraakt, maar toch zijn er een aantal pianisten die zich de boogie woogie stijl eigen gemaakt hebben. Eén van deze Die-Hard’s is wel Mr. Boogie Woogie, swingend en volledig in zijn spel opgaand en begeleid door zijn vaste begeleiders speelt hij “The Boogie” op zijn ruigst op zijn nieuwe album "Live At The Duke" waarvan de opnames gebeurden in de maand juli van vorig jaar in het Jazzcafé, The Duke, te Leiden. Voor vocale begeleiding kon Mr. Boogie Woogie rekenen op niemand minder dan Anna Ward, en in zijn Firesweep Bluesband werkt hij samen met ervaren muzikanten, waaronder de bekende Nederlandse gitarist Dicky Greenwood. Op deze liveplaat horen we veertien covers van o.a. Eddie Floyd, Willie Mae Thorton, Ike Turner en zo kan u bijna een uur volop genieten van spetterende piano battles, hartverscheurende duetten en blues songs. Mr.Boogie Woogie laat gewoon zijn piano geen seconde met rust, razend snelle figuren, adembenemend, per noot betaald zou hij schatrijk zijn. Kortom: "Live At The Duke" staat voor tijdloze muziek die de mensen altijd in beweging krijgt. Mr. Boogie Woogie vermengt rhythm & blues en boogie-woogie tot een eigentijdse muzikale show vol vuur en virtuositeit.


Bluesin'& Cruisin - 1991 - Firesweep Records
Boogie Woogie Special - 1993 - Down South Records (available)
Boogie Time! - 1994 - Firesweep Records
Boogie Trap - 1995 - CNR/Telstar
Boogie Trap (single) - 1996 - CNR/Telstar
Boogie Woogie pour Adeline (single) - 1996 - CNR/Telstar
Live at the Pub - 1997 - Rockhouse/Firesweep Records
Holy Boogie (single) - 1998 - Rockhouse/Firesweep Records
Three Pound Fist - 2000 - Firesweep Records (available)
Hot enough for ya? (maxi single) - 2003 - Firesweep Records
Boogie Woogie Baby (feat. Lisa Otey) - 2003 - Firesweep Records
"They're wings....they're hot!" - 2004 - Firesweep Records
Live at the Duke (feat. Anna Warr)- 2006 - Firesweep Records

 


 

 

THE BE GOOD TANYAS
CHINATOWN
Website : www.begoodtanyas.com
Label : Nettwerk Productions
www.nettwerk.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Eén van de uitschieters op het Blue Highways Festival in Vredenburg van 22 april laatstlede, was het Nederlandse podiumdebuut van de The Be Good Tanya's, die in de grote zaal het meest succes hadden. Drie zangeressen met fijnbesnaarde samenzang, die klonken als de sirenen uit O Brother Where Art Thou? En een repertoire dat van country en folk uitwaaierde naar pop en rock. Hun eerste optreden was in Vancouver aan het eind van de jaren 1990. In 2000 gingen ze op tour door Noord-Amerika, tot in New Orleans, waarna ze hun eerste album opnamen, "Blue Horse", naar verluidt in een schuurtje. De plaat, met daarop zowel standards als "Oh Susannah" en "The Lakes of Pontchartrain", als zelfgeschreven liedjes zoals "The Littlest Birds (sing the prettiest songs)," werd warm ontvangen in de folkwereld en hoog geprezen om de kwaliteit van de harmonievocalen en de mix van nieuw en traditioneel in de instrumentatie. Geholpen door de populariteit van Americana in die tijd behaalde het zelfs enig succes als crossover in de Amerikaanse college radio. Hun tweede album, "Chinatown", volgde in 2003. Nu weer goed verkrijgbaar is dit fraaie album, met extra tracks en videos. Dit damestrio uit Vancouver (Canada) bestaande uit Samantha Parton (gitaar, vocals, mandoline, banjo), Frazey Ford (gitaar, vocals) en Trish Klein (elektrische gitaar, banjo, vocals) vullen hun liedjes met hun instrumenten en hun voorbeeldige samenzang. Mij deden ze op hun debuut-cd "Blue Horse" denken aan Gillian Welch vanwege het oergevoel dat de muziek uitstraalt dewelke we terugvonden in klassiekers zoals "Rain and Snow" en "The Coo Coo Bird" en de boven reeds vermelde songs. Noem het alt country, maar net zo goed kunnen we zeggen een mix van folk, country, blues en een vleugje jazz. Maar de muzikale formule van The Be Good Tanyas blijft werken. "Chinatown", de opvolger van het luid bejubelde debuut, bevat versmeltende harmonieen en ongepolijste soulzang, banjo's en gitaren, vermengd met melodieuze harmonica's. Vorige album was meer een folkalbum met hier en daar een beetje alt-country. Hun nieuwe plaat is een wat toegankelijkere cd van deze drie dames, die wat doet denken aan de Cowboy Junkies al klinken de Be Good Tanyas een stuk authentieker. "Chinatown" telt veertien gezongen wiegeliedjes, met emotionele samenzang, waarvan een deel is gepend door het damestrio, aangevuld met een paar covers en traditionals zoals o.a. "House Of The Rising Sun". "Chinatown" staat voor originele, wonderschone liedjes met een grote mate van emotionaliteit of The Be Good Tanyas staan voor melacholieke Americana. Kortom: "Chinatown" staat voor engelachtige samenzang van dit damestrio waarvan in juni op Nettwerk de nieuwe CD verschijnt.


 

 

MEL BROWN & THE HOMEWRECKERS
Blues - A BEAUTIFUL THING
Label: Electro-Fi Records
www.electrofi.com
Distr.: parsifal
www.parsifal.be

 

De muzikale richting van gitarist/pianist Mel Brown op deze vijfde Elektro-fi zal niemand verrassen. Al hebben we meer dan vijf jaar mogen wachten. Want zijn vorige cd's "Can’t Stop Blowin" Snooky Pryor with special guest Mel Brown (1998), "Neck Bones & Caviar" (1999), "Double Shot!" Snooky Pryor and Mel Brown (2000) en "Homewreckin’ Done Live" Mel Brown and The Homewreckers (2001) lieten horen dat hij zich behoorlijk kan uitleven na vele jaren te spelen als sideman van o.a. B.B.King, Albert Collins, James Cotton, Lightnin’ Hopkins, John Lee Hooker, Jimmy McGriff, Doug Sahm, Earl Hooker, Charles Brown en T-Bone Walker. Geboren 1939 in Jackson, Mississippi, kunnen we dus gerust zeggen dat onze bluesveteraan al weer ruim een halve eeuw mee gaat in de muziekwereld. Zevenenzestig is de man inmiddels, maar hij heeft er nog steeds plezier in, getuige zijn nieuwe album "Blues - A Beautiful Thing". De van oorsprong bluesman heeft zich in de loop der jaren vele stijlen eigen gemaakt en in "Blues - A Beautiful Thing" brengt hij er diverse. De onverstoorbaar in Eddie Taylor-traditie choppende Brown is op zijn best in het nummer "Red Cross Store", maar ook in één van de twee covers, Stevie Wonders "Master Blaster" horen we een Brown op een spectaculair niveau. Ook in de instrumentals, het shufflende "Snap", het jazzy "Sundown", de titeltrack en in de afsluiter "Karansa’s Boogie" laat hij bovendien horen altijd een begenadigd gitarist te zijn. Zijn zingen gaat nog, al verraadt hij onmiskenbaar zijn leeftijd wel een beetje. Alleen op gitaar is hij de bescheiden vakman die hij altijd is geweest, al is het nummer "Make Love To Your Mind" wanneer hij achter de piano zit, een prachtsong. In het gezelschap van zijn Homewreckers maakt hij de titel van de cd volledig waar, en is "Blues - A Beautiful Thing" wederom een welkome aanvulling op ’s mans immer uitdijende discografie.


 

 

JOHN D. HALE BAND
ONE OF A KIND
Website: www.johndhaleband.com / Email: john@johndhaleband.com
Info : Mary Sack Management / MusicSack@comcast.net

Al eens van The John D. Hale Band uit Jackson, Missouri gehoord? Misschien wel, misschien niet! Nee, dat zou op korte termijn snel wel eens kunnen veranderen. Want we zijn we zeer aangenaam verrast door "One Of A Kind" van deze John D. Hale Band. John D. Hale (vocals, songwriter), Smooth Roose (vocals, lead gitaar, banjo, mandolin), Jay Cagle (drums) en Cody Phillips (bas) zijn mooi in houthakkershemden met cowboyhoed gestoken en leerden elkaar toevallig kennen, daar ze allen voor hun job betrokken zijn met exotische vogels. Maar feit is dat dit viertal met deze plaat, een prima Americanaplaat heeft gepresenteerd. John D. Hale schreef de twaalf songs zelf, songs waarin voornamelijk invloeden te horen zijn van Texas singers/songwriters Robert Earl Keen, Willie Nelson en Jack Ingram. maar tevens ook bluegrass invloeden van o.a. The Del McCoury Band, Larry Sparks, Lou Reid, en dan weet je wel zo ongeveer hoe ze klinken op "One Of A Kind". Maar daar nu pas hun debuutalbum uit is gekomen zou het wel eens kunnen zijn dat The John D. Hale Band de state borders van Missouri snel gaan overschrijden. Dit werk is het best te vangen onder de noemer alternatieve countryrock en het is verdraaid goed gemaakt ook! John D. Hale heeft een aansprekende stem en gooit de onontbeerlijke emotie in zijn zang. Hij maakt zich in ieder geval niet makkelijk van de teksten af, dat zijn complete verhalen, zoals de story-telling-tracks "Jedd Black" en "Rebel Soldier". Andere tracks als de bluegrass sound in "Face Down Dead", de tempo upbeat in "I'm Gonna Leave You", het sentimentele "Lake Elizabeth", de country soul in "Why" en de zeer gevoelige titeltrack "One of a Kind", springen er ook direct uit. Als ik zo'n sympathiek, in eigen beheer uitgebracht album in handen krijg, smelt ik altijd een beetje. Het harde werk, het bij elkaar geschraapte spaargeld, hulp van de hele familie en vriendenkring, dat straalt er allemaal van af. En van vriendekring gesproken. De inzet van gasten, zoals Jimmy Hale, Vicki Lantz, Pam Phillips, Kurt M. Tietz en Dwayne Waller, dat komt de afwisseling alleen maar ten goede. The John D. Hale Band klinken even aanstekelijk als melancholisch in hun songs, maar heeft ook iets eigenzinnigs. Dit is eindelijk weer eens een band die de kunst van het schrijven van perfecte Americana-liedjes weet te combineren met het maken van uit de tenen komende alt-country songs. Het levert muziek van wereldklasse op. "One of a Kind" is een cd waar we eigenlijk niet al te veel woorden aan vuil zouden moeten maken, want iedere keer dat je hem hoort klinkt hij weer anders en bovendien is de muziek van de The John D. Hale Band zo divers dat het toch nauwelijks te omschrijven is. "One of a Kind" is een cd die je gewoon moet horen. Als deze countryrockers binnenkort niet meer bekend zijn dan weten wij het ook niet meer. Het muzikaal vaatje in de Missouri is zo te horen nog lang niet leeg en The John D. Hale Band smaakt naar meer. Dus ik zou zeggen trek aan de bel en doe me nog maar een rondje. En voor de platenbazen: wie grijpt de kans om deze getalenteerde band vast te leggen?


 

 

SWEET WEDNESDAY
WHEREVER YOU GO
Website: www.sweetwednesday.com
Email : info@sweetwednesday.com
label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/sweetwednesday

Anders dan je misschien zou verwachten als je het hoesje bekijkt is de cd "Wherever You Go" van Sweet Wednesday geen klassieke plaat. De cd geeft je wel het gevoel van een liveplaat. Je hebt bijna het idee dat je bij de songwriters Dave Falk en Lisa Housmande op de veranda zit in een houten schommelstoel, uitkijkend op een uitgestrekt veld maïs, en dat ze speciaal voor jou hun favoriete liedjes spelen, waarbij ze zelf steeds enthousiaster en feller gaan spelen. Dave Falk speelt gitaar en harmonica, Lisa Housman, gitaar, mandolin en kazoo, en beiden zingen. De liedjes zijn allemaal zelfgeschreven. Daarin wordt onder andere gezongen over alle mogelijke plaatsen en toestanden tussen Half Moon Bay, CA tot Winter Hill, MA.- we hebben hier dus te maken met musici in hart en nieren. Ze zingen samen en spelen samen op een manier die je doet constateren dat dit duo echt iets bijzonders met elkaar hebben. De liefde straalt eraf, als het ware, en dan bedoelen we niet alleen de liefde voor het muziekmaken. Er gebeurt iets magisch - de twee spelen zo intens samen, en vullen elkaars spel zo fantastisch aan dat je er onder meer bijzonder vrolijk van wordt. De lol van het samen muziek maken spat er af, en omdat ze allebei ook nog eens heel goed zijn krijg je iets heel speciaals. Het is allemaal akoestisch wat ze doen, en het is een fraaie mengeling van folk en rock. De twee zingen niet alleen adembenemend mooi samen, ieder voor zich zingen ze ook geweldig, en altijd in dienst van het liedje - zonder dramatisch te doen weten ze ervoor te zorgen dat een liedje je recht in het hart raakt. De liedjes van Lisa zijn zeer sterk, die van Dave zijn even goed, en de liedjes die ze samen schreven idem dito. Daarbij spelen nog eens wat lokale muzikanten uit de Boston scène, o.a. leden van de Swinging Steaks als Andy Plaisted, Paul Kochanski, Jamie Walker, Steve Sadler en Jim Gambino mee op deze fijne plaat. Andere bijdragen zijn er van o.a. Steve Mayone op lap steel, mandolin en lead gitaar, en Seth Connelly horen we op gitaar, mandolin en bas. Vitale rootsmuziek van de allerbeste soort.

 


 

 

KEVIN BARBER & MARK TAYLOR

LATELY
LET THE MYSTERY BE
Website: www.barber-taylor.co.uk
Email: kevbar50@hotmail.com
Label: KBMT records

Het is ongelooflijk hoeveel prachtige cd's er in eigen beheer of op kleine labels worden uitgebracht. Meesterwerken in de dop die maar moeten hopen dat iemand ze oppikt. Wij pikken deze week van het Engelse KBMT records label, het album "Lately" (2005), van de singer-songwriters Kevin Barber en Mark Taylor op, een duo uit Brighton die bijna sinds hun geboorte samen muziek maken en voornamelijk spelen. "Lately" is een cd die als volgt werd aangeprezen: "Simple in concept and delivery, 2 men, 2 guitars, 2 microphones, set up and play acoustic Americana... If there were more originals there’d be a more compelling reason to give a higher mark - you’d never guess it was made in Brighton." Geen gekke omschrijving trouwens, want de songs van Kevin Barber en Mark Taylor doen inderdaad regelmatig aan vele bluegrassy Americana-artiesten denken. Wij vinden dit duo op zijn best in de wat meer ingetogen songs. Songs die overlopen van emotie, de melancholische Americana songs, zoals de opener "My Old Friend The Moon", het meer Kieran Halpin-getinte "The Price Of Freedom" en "Lighthouse", juist toevallig drie composities van Kevin Barber, waarin zijn stem de juiste snaar keer op keer weet te raken. Ook de wat stevigere songs blijven echter moeiteloos overeind via uitstekend gitaarspel, mooie harmoniën en catchy refreinen. Bijna een uur muziek, veel eigen werk met als uitschieters de reeds vermelde songs, maar ook enkele covers van o.a. Albert E. Brumley, Woody Guthrie, Paul Simon en Robert McCreedy. Vergeleken met hun vorig studiowerk, de cd "Let The Mystery Be", bevat deze cd meer Americana en folk invloeden. Kevin Barber en Mark Taylor hebben gewoon een erg mooie roots-cd gemaakt. Een cd die het van de eerste tot de laatste noot verdiend om gehoord te worden.


 

 

JOLIE HOLLAND
SPRINGTIME CAN KILL YOU
Website: www.jolieholland.com
Label : Anti
www.anti.com
Distr.: PIAS
www.pias.be

Op 8 mei zal op Anti Records het nieuwe album van Jolie Holland, getiteld "Springtime Can Kill You", verschijnen. Twaalf nieuwe songs met de zacht elastische stem van Holland, die kan klinken als een klein meisje en een doorleefde vrouw, soms bijna tegelijk. Met "Catalpa" maakte Holland haar debuut maakt aan het platenfront, maar ze was voor ons geen onbekende. Zij verleende haar medewerking aan de eerste twee albums van The Be Good Tanyas en vaste lezers van Rootstime weten dat wij deze damesgroep op handen dragen. De muziek van Jolie Holland ligt in het verlengde van die van haar muzikale vriendinnen, maar is kaler en nog meer down-to-earth. "Catalpa" ademt voortdurend een sfeer van dreigend onheil en houdt de luisteraar van begin tot eind in zijn greep. De songs lijken op spontane improvisaties, gespeeld op de veranda van het huis van de muzikante, die pardoes door een meelopende taperecorder zijn vastgelegd, feitelijk ruwe demo’s die nooit voor uitgave waren bedoeld. "Escondia", haar tweede album, maakt nog meer indruk dan zijn voorganger. Want met welke muziekstijl de zangeres op deze plaat ook flirt, op elke song drukt zij haar eigen unieke stempel en gaat zij alle clichés uit de weg. "Escondida" is een zeldzaam rijke plaat waarop Holland de muzikale tradities van haar land in ere houdt en een plaats in deze tijd geeft. Haar nieuwe album "Springtime Can Kill You" bestaat uit een aantal verschillende bedrijven in de vorm van liedjes die tezamen een verhaal vertellen. En het spreekt vanzelf dat de uit San Francisco komende Holland, die altijd een voorkeur heeft gehad voor het pennen van liedjes met een donkere boodschap, hierin de hoofdrol opeist. Niet alleen heeft zij bijna alle songs zelf geschreven, ook leunen de vertolkingen op haar breekbare stem die voortdurend knaagt en krabt aan het gemoed van de luisteraar. De lente mag dan het jaargetijde van de opbloeiende liefde zijn, maar met de liefde komen ook de pijn en de eenzaamheid op je weg. Rond dit thema draaien de twaalf songs van "Springtime Can Kill You". Muzikaal treedt Jolie Holland steeds meer in de voetsporen van haar illustere labelgenoot Tom Waits, die zich tevens vleiend over haar uit liet. Ook Nick Cave, Will Oldham en Victoria Williams konden Waits mening delen. Haar liedjes laveren tussen folk, country, blues, gospel, jazz, en pop en zijn voorzien van spaarzame arrangementen. Piano en gitaar leggen het fundament, en extra accenten horen we soms in de vorm van een viool of accordeon. De charme van de muziek van Holland schuilt vooral in de ongekunsteldheid ervan. Sommige liedjes kronkelen zich voort en hebben zo een hypnotiserend effect, zoals het over zeven minuten uitgesponnen "Nothing To Do But Dream". Jolie Holland smeedt gewoon songs waarvan er geen twaalf in een dozijn gaan!


 

 

R.J. MISCHO
HE CAME TO PLAY
Website: www.rjblues.com
Email: rjmischo1@aol.com
Label: CrossCut Records
www.crosscut.de

Op 16-jarige leeftijd sloop hij binnen tijdens een concert van blueslegende Muddy Waters. Van toen af wist hij dat blues zijn leven zou bepalen en in 1978 startte hij zijn professionele muzikale carrière. R.J. trad reeds op in vele clubs en op grote festivals in veertien verschillende landen en wordt warm aanbevolen door 'Hohner', de producenten van de wereldvermaarde harmonica's. Hij werd meermaals genomineerd door de 'Minnesota Music Awards' en won de titel van de beste harmonicaspeler en de beste bluesband. R.J. Mischo die zowat in het rijtje hoort van mijn andere favorieten zoals o.a. Rick Estrin (Little Charlie and the Nightcats), Mark Hummel, en Gary Smith, schreef voor zijn vierde en nieuwe cd de meeste nummers zelf, en werden opgenomen in de Wally Sound Studios in Oakland in september van 2004. We zijn gewend van R.J. dat hij overwegend fiftiesstijl blues brengt zoals de jumpy opener "The Train", "Mojo Lounge", over een kleine blues club dichtbij San Francisco en de funky instrumentaal "The Pull", maar er zitten uitzonderingen tussen. R.J. doet enkele nummers akoestisch, en wel op een originele manier. "RJ Come and Get It" is er zo ééntje. Hier blaast R.J. op een akoestische harp en slaagt volledig in zijn opzet. Favorieten? Zijn zelf neergepende "Telephone Driver (Hang Up and Drive)", De down home blues in "Bluebird Blues", een cover van Sonny Boy en de meer klassieke blues in "20% Alcohol" is een cover van JB Hutto. Voor de begeleiding kan deze harpspeler uit Minneapolis rekenen op niemand minder dan drummer Jude Core (Little Charlie) en gitarist Frank Goldwasser (Paris Slim). Samen met gastgitarist Chris'Kid' Andersen brengen ze een rauwe, rockende blues afkomstig uit de zuidkant van Chicago.

 


 

 

BERNARD ALLISON
ENERGIZED LIVE IN EUROPE
Website : www.bernardallison.com
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Bernard Allison is de zoon van de in 1997 overleden blues-legende Luther Allison en deze jonge bluesmuzikant weet natuurlijk hoe de blues gespeeld moet worden. Dit is hem namelijk door zijn leermeester Luther met de paplepel ingegoten. Al op zijn 13e stond Bernard op het podium met zijn vader. Bernard Allison zegt hierover het volgende: "It's just a big pleasure for me to continue my father's legacy, but you know I don't go out and try to be Luther Allison. I just go and do what I've learned from my Dad and the likes of Koko Taylor, or Stevie Ray Vaughan or Albert King. So, I'm trying to keep the blues alive Bernard Allison style." Hetgeen dus ook gebeurde want het was natuurlijk tijd om op eigen benen te staan en Allison tourt nu zeer regelmatig het continent rond en timmert al die jaren aan de weg met uitstekende blues-cd’s. Zijn nieuwe album voor Ruf Records "Energized-Live in Europe" wijkt niet al teveel af van zijn vorige platen. Het gitaarwerk is weer fantastisch, de stem van Allison lekker soulvol en de mix van blues, funk, boogie is nog zeer aanstekelijk. Het doet allemaal wat aan Robert Cray denken, maar de muziek van Allison is een stuk authentieker. "Energized" is een dubbel cd geworden, live opgenomen in de Musa te Göttingen/Germany op 20 October 2005. De boodschap die hij in zijn nummers brengt wil Bernard net als Lister overbrengen op jongere kids om zich ook voor deze muziekstroming te interesseren. Ook op deze liveplaat staan weer nummers van zijn vader nl. "Bad Love", "Too Many Women", A Change Must Come" en het prachtige "Into My Life" uit zijn vorig studioalbum "Higher Power" (2004). Natuurlijk ook zelf geschreven songs en covers, maar daarnaast zijn er maar liefst vijf instrumentale nummers, allemaal bluesy songs met invloeden van soul, funk en stevige rock. Niks mis dus met de nieuwe cd en het muzikale vakmanschap van Allison. Critici zullen ongetwijfeld zeggen dat de cd niet veel toevoegt aan zijn vorige cd’s of de cd's van vergelijkbare blues-artiesten en dat is misschien ook wel zo. "Energized" laat horen dat Allison een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt; hij heeft zich laten beïnvloeden door vele legendes uit de blues en rock, maar heeft ook een eigen geluid ontwikkeld, dat goed past in deze tijd. Het gitaarspel van Allison is agressief en er zit vaart in. Iedereen die nog niets van Allison in de kast heeft doet met "Energized-Live in Europe" echter een prima aankoop wetende dat u voor de prijs van een enkele deze dubbel cd in huis haalt van deze blues-rock-gitaar-slinger. Bernard Allison is een van huidige musici die tot de top op bluesgebied horen!


 

 

DAVID WOLFENBERGER
PORTRAIT OF NARCISSUS
Website: www.bluejordan.com/david
Label: Blue Jordan Records / Fundamental
dave@bluejordan.com

 

David Wolfenberger speelde zich met zijn vorige albums "Tales From Thom Scarecrow" en "The World Of The Satisfy’n Place" behoorlijk in de kijker. Vergelijkingen met Ron Sexsmith (vanwege de gevoelige en intieme insteek) en Jackson Browne (vanwege de goudeerlijke liedjes) werden veelvuldig gehanteerd om deze sympathieke songsmid uit Cincinnati, Ohio in de Verenigde Staten te karakteriseren. Je kunt je voorstellen dat je als jonge songschrijver nogal moe wordt van de vergelijkingen met deze grootheden, maar een paar jaar geleden was hij als Creekdipper op pad met Victoria Williams en Mark Olson, en muzikaal doet zijn muziek ook best denken aan deze Creekdippers, maar zeker is dat Wolfenberger een ietwat andere muzikale route volgt. Warme liedjes maken doet Wolfenberger weliswaar nog steeds, maar de insteek is anders. Het is eerder muziek voor de 'working man', dan voor verloren zielen. Meer Ron Sexsmith dan Jackson Browne, om het zo maar eens te zeggen. Ten dele wordt dit veroorzaakt door de teksten, waarin Wolfenberger zich, zoals het de ware Americana-muzikant betaamt, toespitst op de lyrische kracht achter deze nummers. Ook het frequentere gebruik van elektrische gitaren en het veelvuldig gebruik van piano of de Wurlitzer zijn hier debet aan. Het totaalgeluid op "Portrait Of Narcissus" komt minder breekbaar over. Zo is "See The Evening Star " een stevige countryrocker en het bijna vijf minuten durende "When Everything Is Over" kent een duistere, weemoedige sfeer die we nog niet eerder van de zanger hoorde. Het mooiste bewaart Wolfenberger tot het laatst. Afsluiter "Sad, Lonely, Rotten World" is een prachtig, akoestisch liedje dat je niet vaak genoeg kunt horen. Maar tot de top drie behoren zeker de opener "Something’s Gotta Give" en "Parking Lot Martyrs", waarin Victoria Williams en Michelle Shocked voor vocaal vuurwerk zorgen en zijn sterke songwriting het meest tot uiting komen. David Wolfenberger doet niets nieuws op zijn derde solo album, maar wat hij doet straalt warmte en oprecht plezier uit. Juist dat maakt "Portrait Of Narcissus" tot wat het is: een oprechte, mooie countryrockplaat verenigt met veel Americana.


 

 

JAY Mc SHANN
HOOTIE BLUES
Website: www.jaymcshann.com
Label : Stony Plain Records / www.stonyplainrecords.com
Dist.: Rounder Europe / www.roundereurope.com
Munich Records / www.munichrecords.com

Nostalgische blues, progressieve blues en rauwe, donkere blues. Laat u niet wijsmaken dat de blues dood is. In "Hootie Blues" worden nieuwe en oude aspecten van de blues gepresenteerd, het bewijs dat dit genre nog springlevend is. De Kansas City piano legende Jay McShann (‘Hootie’) is al die jaren stevig in het zadel blijven zitten. Of de blues nu dood is verklaard of niet, McShann is de toetsen van zijn piano blijven beroeren en erbij blijven zingen. Hij is inmiddels 90 jaar en met recht een levend monument. Alleen al zijn ongetwijfeld prachtige verhalen maken het zeer de moeite waard deze nieuwe cd, die live werd opgenomen in Toronto's Montreal Bistro in februari 2004, te beluisteren. Onder het motto ‘Hootie Blues’ brengt de rasechte bluesman, wiens muziek gedurende de jaren dertig in Kansas City begon te bloeien, een mengeling van klassieke jazz en bluesmuziek op hoog niveau. Talloze actuele blues- en swingpianisten bewonderen Mc Shann en B.B.King noemt hem één van de meest ondergewaardeerde bluesartiesten. Maar gezien zijn uiterst gezegende leeftijd, horen we op deze liveplaat dat hij toch nog kan swingen, hetzij solo aan de piano of met de medewerking van enkele kompanen zoals Jim Galloway (sax), Rosemary Galloway (bas) en Don Vickery (drums). Jay krijgt het voor mekaar om nog altijd een grote indruk te maken. Dankzij Holger Peterson kunnen we Jay Mc Shann nog op een bijzondere manier beluisteren, middels een bonustrack met een twintig minuten durend interview waarin Jay ronduit vertelt over de beginperiode met zijn eigen orkest in 1941. Het zijn gezellige anekdotes bij hem thuis aan de piano, over de muzikanten van toen. Eén van de mooiste wapenfeiten blijft het gegeven dat Charlie Parkers nog ongepolijste talent zich in McShann’s swing band kon ontwikkelen, en alhoewel Parker een icoon werd van de jazz, kunnen we nu rustig stellen dat Jay Mc Shann een icoon is en blijft voor pianoliefhebbers.


 

 

OMAR & THE HOWLERS
BAMBOOZLED
www.omarandthehowlers.com
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com

Als 13-jarig broekventje trad Omar al op in zwarte bluesclubs van Mississippi. Inmiddels is zijn bluesband Omar & The Howlers uitgegroeid tot absolute wereldklasse. Zijn rauwe southern-style brengt zelfs de bluesleek meteen van slag. De in Texas woonachtige gitarist Omar Kent Dykes speelt met zijn Howlers reeds jarenlang met veel succes in Europa. De gitarist werd geboren in McComb (MS), ook de geboorteplaats van Bo Diddley. Halverwege de jaren '70 verhuist Omar naar Austin Texas, waar helden als Stevie Ray Vaughan de blues-scene op z'n kop zetten. Daar ontstond uiteindelijk zijn band Omar & the Howlers en met grote regelmaat kwamen er prima albums van de band uit. De solide livereputatie van de Omar & the Howlers zorgde ervoor dat hij naar Europa kon komen om te spelen en sindsdien is deze boomlange, cowboyboots dragende en archetype Texaan niet meer weg te slaan van onze podia. En terecht, want Omar speelt de blues nog altijd met net zoveel passie en vuur als in de begindagen met zijn kenmerkende donkere stem, schor schurend en krachtig, meer parlando dan zang. Zijn nieuwe album "Bamboozled" is live opgenomen op 20 october 2005, in een kleine club, The Musa in Göttingen, Duitsland, en verbergt 15 prima songs, een mooie dwarsdoorsnede uit het oeuvre van Omar: een lekkere, stevige portie Amerikaanse blanke blues en roots. Wat hem onderscheidt van pakweg de doorsnee bluesrock groep van over de grote plas is het feit dat zijn roots wel degelijk aan de Mississippi liggen. De Delta is altijd al een grote kweekvijver geweest voor bluestalenten. Denken we maar aan John Lee Hooker, BB King, ...enfin, het lijstje is eindeloos. Zijn blues is dan ook stevig verankerd in de zwarte traditie. De begeleidende muziek, met, naast het rudimentaire en typische gitaarwerk van de meester zelve, vinden we Jon Hahn op drums en Barry Bihm op bas. Hoogtepunt is toch wel de vijfminuten tellende "Boogie Man", titeltrack uit zijn vorig studioalbum, dat ons laat herinneren aan John Lee Hooker. "Bamboozled" is daarmee wel een mooi tussendoortje in zijn volledige repertoire hetgeen me alvast nieuwsgierig maakt naar de eerstvolgende doortocht van Omar & the Howlers door de Lage Landen, maar u kan in afwachting misschien ook de dvd van dit optreden aanschaffen.

Tracklist

1. Shake For Me
2. Mississippi Hoo Doo Man
3. Bamboozled
4. East Side Blues
5. Magic Man
6. South Congress Blues
7. Boogie Man
8. Muddy Springs Road
9. That's Just My Life
10. Snake Oil Doctor
11. Bad Seed
12. Wall Of Pride
13. Hard Times In The Land Of Plenty
14. Monkey Land
15. Rock n' Roll Ball


 

 

GOOD TIME CHARLIE
IT'S ALRIGHT
Website: www.goodtimecharlie.no
Email: fokusgaa@frisurf.no
Label: Good Time Music

Ze bestaan inmiddels ruim twintigjaar, maar de afgelopen jaren is het betrekkelijk stil geweest rond Good Time Charlie; een band die haar oude niveau sinds hun debuut "Coming Down With The Blues" van tien jaar geleden eigenlijk nooit meer heeft weten te halen. Al hollen deze leden in thuisland Noorwegen van het ene podium naar het andere; binnen hun genre van de R&B kunnen ze ondertussen aanzien worden als de godfathers. Op "It's Alright" maken Good Time Charlie een herboren indruk en leveren ze zeker hun beste cd af. Veel veranderd is er niet in al die jaren. Good Time Charlie maken zoals hun grote voorbeeld The Fabulous Thunderbirds nog altijd muziek die kan omschreven worden als een energieke en meedogenloze mix van vooral blues en rock ’n roll. Een mix waarin ook plaats is voor invloeden uit de rockabilly, rocking blues en soul. Dit schijfje herbergt songs die bol staan van 'good time music': Chicago-blues, Texas-blues, West Coast jump, Sun- en Chess geluiden, je vindt het hier allemaal. Singer/song-writer/mondharmonicaman Arle Hjelmeland is als stichter van de band nog het enige oorspronkelijke groepslid. Drummer Per Fredriksen is al bij de band sinds 1992, maar door de inbreng van twee nieuwe leden gitarist Steinar Karlsen en bassist Øystein Lydvo lijkt het deze juke joint band aardig te lukken, want wat kunnen deze twee nieuwe heren spelen. Het geweldige gitaarwerk heeft ook zijn invloed op de rest van de band. De ritmesectie is strakker dan ooit en ook zanger Arle Hjelmeland doet er nog een schepje bovenop met zijn apart stemgeluid. Qua songkeuze dringt zich een vergelijking met de early T-Birds zich op. Naast de zelfgepende songs is de titeltrack "It's Alright" een obscure R&B/gospel rocker geschreven door Art Lassiter (Ike Turners Rhythm Kings) en herbergt Art Neville's klassieker "Cha-dooky-doo" een origineel Carribean Voodoo gevoel. Het resultaat is een cd die zich met gemak kan meten met de beste cd’s van The Fabulous Thunderbirds, puike electric juke joint band, die 50-er jaren R&B koppelt aan zwarte rock ’n roll, jump en partymuziek. Wim Vermeijen heeft dit geweten want Good Time Charlie behoort momenteel tot een van de hoogtepunten binnen het huidige aanbod van bluesy rock ’n roll en staan daarom dit jaar op de affiche van BRBF Blues Peer.


 

 

VARIOUS ARTISTS:
SAIL AWAY: THE SONGS OF RANDY NEWMAN
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

 

Voor Randy Newman als zanger bekend werd had hij als arrangeur en componist al enige faam. Al op 17-jarige leeftijd werd hij in 1960 schrijver voor uitgeverijen. Zijn eerste succes kwam in 1965 toen "Just one smile" een hit werd in de uitvoering van Gene Pitney. Ook Dusty Springfield ("I don’t want to hear it anymore") en Judy Collins ("I think it’s gonna rain today") namen een nummer van Randy op. 1967 was een goed jaar voor Randy. "Simon Smith and the Amazing dancing bear" werd een hit in Engeland in de uitvoering van Alan Price. Voor de groep Harpers Bizarre schreef en arrangeerde hij meer nummers ("Happyland", "the debutante’s ball"). Larry Waronker produceerde het album van Harpers Bizarre en was een goede vriend van Randy geworden. Hij gaf Randy een platencontract en zou samen met Russ Titleman zorg dragen voor de productie van de albums van Randy. Hoewel de critici lovend waren over de muziek van Randy flopten de eerste twee albums. Randy trad veel op en een in 1971 uitgebracht live-album bracht het tot een bescheiden notering in de Amerikaanse albumlijst. Zijn arrangement van het nummer “Is that all there is” van Peggy Lee uit 1969 leverde hem ook groot respect op en zijn compositie "Mama told me not to come" werd in de versie van Three Dog Night nummer 1 in de V.S. Zijn in 1972 uitgebrachte LP "Sail away" werd vooral in de Lage Landen goed verkocht en ook in America werd het album goed ontvangen. Randy Newman is dus naast uitvoerend musicus ook een zeer succesvol liedjesschrijver voor anderen, anders gezegd kunnen zijn composities heel wat aan. Aan covers in de vreemdste stijlen ontbreekt het dan ook niet, en hoe veelzijdig dat kan bewijst de verzameling "Sail Away - The Songs Of Randy Newman" uitgebracht bij het Amerikaanse label Sugar Hill Records in een productie van niemand minder als Steve Fishell (The Mavericks, The Dixie chicks, Nitty Gritty Dirt Band). Da’s vreemd, een van de grootste muzikanten die de aardbol kent is met zijn solowerk nog nooit geëerd met een tribute. Tot nu dan, want met "Sail Away - The Songs Of Randy Newman" is er eindelijk een eerbetoon aan de geweldige songs die Randy Newman schreef. Aan vrijwel alle uitvoeringen valt direct op hoe de artiesten allemaal een heel eigen bewerking aan de nummers meegeven zonder aan de song zelf veel te verprutsen. Niet iedereen heeft de stem in huis om Randy Newman te vertolken, maar er staan toch een aantal heel aardige pogingen op. Van het mooie Americana getinte "Sail Away" van Tim O’Brien tot het afsluitende, misschien wel het meest ontroerende "Texas Girl At The Funeral Of Her Father" door Kim Richey passeren op deze verzameling een aantal artiesten uit eigen stal en buitenstaanders die elk op hun eigen manier hulde brengen aan één van de allerbeste Amerikaanse singer-songwriters ooit, waardoor "Sail Away - The Songs Of Randy Newman" een leuke tribute is geworden met een serie tijdloze songs.


TRACKLIST:

1. Tim O’Brien, Sail Away

2. Sonny Landreth, Louisiana 1927

3. The Del McCoury Band, Birmingham

4. Reckless Kelly & Joe Ely, Rider In The Rain

5. Allison Moorer, Marie

6. Steve Earle, Rednecks

7. Béla Fleck , Burn On

8. Sam Bush, Mr. President (Have Pity On The Working Man)

9. Guster, Memo To My Son

10. The Duhks, Political Science

11. Marc Broussard, You Can Leave Your Hat On

12. Kim Richey, Texas Girl At The Funeral Of Her Father

 


 


 

DREW LANDRY & THE DIRTY CAJUNS
TAILGATEN RELIEF & HURRICANE COMPAGNON EP
Website: www.dirtycajuns.com
Email :drew@dirtycajuns.com
Label : Eigen beheer

Jaarlijks worden vele cd's gemaakt. Het merendeel verkoopt voor geen meter. Talentvolle bands zien dromen in rook opgaan. Vraag is: hoe kun je je als band toch profileren? Misschien met een originele cd-verpakking dachten Drew Landry & The Dirty Cajuns. Daarom werdt hun debuut cd "Keep What’s Left" (2004) volgens mij wel in één van de meest innovatieve verpakking gedaan die ik in de laatste jaren heb gezien. Als je de cd in handen krijgt, begin dan in ieder geval niet meteen de plakbandjes los te peuteren! Zijn nieuwe EP "Tailgaten Relief & Hurricane Compagnon", laat het meteen vermoeden bij het horen van deze titel, deze EP is opgedragen aan de overledenen in de stormen die dit jaar zijn thuisregio Louisiana teisterden, want Drew Landry is thuis in Lafayette, zijn liedjes zijn diep geworteld in de omringende swamps. Hij zelf bestempelt deze EP als een tussendoortje voor zijn in de zomer te verschijnen driedubbele! Zoals hun debuut bevat ook deze EP een pittige gumbo, met ingrediënten als country, country blues, cajun, bluegrass, roadhouse blues en folk. De gedreven countryfolkband uit Louisiana rond zanger/gitarist Landry is meer alternatieve country dan folk. Samen met zijn band, The Dirty Cajuns, brengt Drew een onmiskenbare countrysound van weleer, aangevuld met af en toe een mandoline en pedal steel, die zorgen voor een hip, crunchy alt country tintje. Je kunt in "Category Five" horen wat je maar wil: Woody Guthrie, Bob Dylan en Fred Eaglesmith. De ene keer horen we een cajun getinte song "Land Of The Dead Giants ", dan weer tempert ze het volume voor een gevoelige akoestische song, zoals het prachtige "Shotguns & Beer". Uitschieters zijn volgens mij de opener "Grosbec (Game Warden Song)" een gevangenis song met prachtig slidewerk, hetgeen terug te horen is in de hidden track, "Hear The Jukebox Play", en vergezeld van harmonica, levert dit wel een geweldige afsluiter op. Drew Landry beschikt over de juiste countryvoice, heeft de toestanden in Louisiana op zeer verdienstelijke wijze vertaald, en staat hier zeer kritisch tegenover. Drew Landry & The Dirty Cajuns volgen hun gevoel, met respect voor de muze. Deze EP roept dan ook om meer.


 

 

SHERMAN ROBERTSON & BLUESMOVE
GUITAR MAN - LIVE
Website: www.shermanrobertsonblues.com
http://www.movinmusic.co.uk/sherman_robertson.htm
Label : Movinmusic records
Distr.: CrossCut records / www.crosscut.de

 

Texas and Louisiana have always been hotbeds of blues talent. T-Bone Walker, Gatemouth Brown, Guitar Slim, Lightnin' Hopkins, Clifton Chenier are just a few of the region's early blues heroes. Guitarist./Vocalist Sherman Robertson, often called "the new kid from the old school," can be added to that list of heros

Gitarist-zanger en uitstekend live perfomer, Sherman Robertson uit Beaux Bridge Louisiana, staat al jaren op de verlanglijst van de organisatoren van festivals. De power en gedrevenheid op het podium doet denken aan Johnny Copeland en Luther Allison, muziekanten waarmee Sherman Robertson dan ook vaak het podium deelde. De nu in Houston Texas woonachtige Robertson omschrijft zijn muziek zelf als, 'Hard swingin Texas electric blues, Rhythm &Blues en Swampy Louisiana Blues'. Sherman had al drie cd's uit, "I'm the Man" ('94), "Here and Now" ('96) en "Going Back Home" ('98) en eindelijk na het optreden van Robertson op het Kwadendamme Bluesfestival op 14 mei 2005, dat zo succesvol was, besloot het manegment van Sherman dit optreden uit te brengen op een live cd : "Guitar Man". Fans van onvervalste stevige en melodieuze blues halen met dit album een juweeltje in huis. Sherman Robertson liet zich inspireren door zegmaar de superbe talenten als T-Bone Walker, Gatemouth Brown, Guitar Slim, Lightnin' Hopkins en Clifton Chenier om maar de voornaamsten te noemen. Het resultaat is dan ook verbluffend te noemen. Reeds bij aanvang "Out Of Sight Out Of Mind" krijg je het gevoel van waar heb ik dit eerder gehoord. Juist ja want hij wordt bijgestaan door een team van veteranen. Een stevige beat op drums Mike Hellier, de strakke baspartijen John Moloney en Julian Grudgings op keyboards vormen the Bluesmove, zijn allen afkomstig uit de UK, en begeleiden Robertson op zijn rauwe en vlijmscherpe gitaar partijen. Zijn songs vertonen invloeden van R & B, funk, swamp en soul waaraan hij steeds iets eigenzinnigs weet toe te voegen. Hoogtepunten zijn de zelfgepende songs, zijnde de titeltrack van het album "Guitar Man", en het meer dan zeven minuten durende "Long Way From Home" waarin Robertson uitstekend uit de hoek komt, maar tevens ook 'Jools' Grudgings op keyboards dewelke geen onbekende is in de blueswereld. Eerlijk gezegd mijn bewondering kan alleen maar groeien bij het horen van enkele covers, zoals de prachtige herbewerkte versie van het meer dan elf minuten durende en afsluitende "Tin Pan Alley" van Curtis Jones. Klasse! Dat een hedendaagse bluesman het ook aankan om onvervalste explosieve blues te brengen wist ik al langer. Met deze is nog maar ééns het bewijs afgeleverd. Sherman Robertson speelde zowat op alle grote festivals door heel de wereld: Ontdek Sherman Robertson & The BluesMove en overtuig uzelf.


 

 

KEVIN BROWN
TIN CHURCH
Website: http://members.aol.com/thekevinbrown/
www.thekevinbrown.com
Email: thekevinbrown@aol.com
Label: Doodah records
www.cdbaby.com/cd/kevinbrown05

Een paar maanden geleden werden we al getipt over deze cd, maar nu is hij bij Rootstime aangekomen en gelukkig maar, want wat is dit een mooie plaat. Kevin Brown is geboren in Preston, een Engels bluesmuzikant aldus, met de slidegitaar als handelsmerk. Bij het grote publiek onbekend, maar door collega's, als Mark Knopfler bijvoorbeeld, al jaren bejubeld. Op zijn vorig akoestisch soloalbum "Mojave Dust" (2001) etaleerde hij reeds zijn kunnen en dat is tamelijk indrukwekkend. Op zijn nieuwe plaat "Tin Churh" manifesteert Kevin Brown zich nog steeds als een briljant slide-gitarist, maar hij is meer dan dat. We horen een gitarist die de pannen van het dak kan spelen, maar die ook de kunst van het weglaten beheerst en bovendien in vele stijlen uit de voeten kan. Blues doordrenkt met roots en rock en ... werkelijk fenomenaal gitaarwerk. Op de twaalf bluesliedjes begeleidt hij zichzelf op gitaar, en zijn hoge stem klinkt hees en gevoelig, met voldoende expressie om een hele cd in zijn eentje te kunnen dragen. Dat is, dunkt me, een hele kunst. In de openingstrack "Lancashire Blood On A Texas Floor" gaan zijn prachtig gitaarspel en zijn songwriting werkelijk hand in hand. Kevin schreef en speelt alle nummers zelf en laat de luisteraar denken aan Ry Cooder/Colin Linden/Keb Mo land. In "The Ballad Of Jesse Owens" weet hij best zijn Lancashire afkomst te verwerken: "I was born in Alabama, nothing but a dream"... people in a hurry, no water in the can, that's how it was back then in the promised land," een zeer mooi geschreven Jesse Owens' verhaal van Alabama tot Duitsland en terug naar Alabama. Kevin Brown vertolkt met zijn indringende stem en zijn herkenbare bluesgetinte gitaarspel de nummers op zo'n intense en beklemmende manier dat deze direkte aanpak een breekbare dreigende sfeer wordt opgewekt, waarin Brown op pad gaat door de blues/roots-geschiedenis. Een ware lekkernij voor de echte fijnproever!


 


 

ROLAND CHADWICK
NATIVE TONGUE
Website: www.rolandchadwick.com
Email: rroland@rolandchadwick.com
Label: HomeFront Records
www.cdbaby.com/cd/rolandc4

 

Blues meets Artrock meets Little Feet

Roland Chadwick speelt klassieke, akoestische en elektische gitaar, dobro en mandoline. Vanaf 1979 werkte hij als gitarist/componist in Sydney, Australië. In 1997 verhuisde hij naar Los Angeles om dan zich even later van het zelfde jaar defenitief in West-Londen te vestigen. Roland Chadwick maakt muziek die zijn basis in de blues heeft liggen. Die basis wordt op zijn nieuwe cd "Native Tongue" nadrukkelijk bezocht. Het is een soloplaat van Chadwick, waarbij zijn gitaarwerk alle kans krijgt te schitteren. Wat deze cd, die op het HomeFront Records label is verschenen, een werkelijk verbijsterend goede plaat maakt is de inzet van drummer Barriemore Barlow (Jethro Tull, Jimi Page, Robert Plant). Alle nummers zijn door Chadwick zelf geschreven, behalve "Baby Don’t Bring the Law (Down on Me)", "Tango" en "Do You Remember" schreef hij samen met Barriemore Barlow. Op "Native Tongue" wordt vooral ingetogen maar toch heel scherp gespeeld, op zo'n manier dat je af en toe je adem inhoudt, zo spannend weet hij het te maken. Tegelijkertijd klinkt het allemaal buitengewoon laid-back. Chadwick is een fenomenaal goede gitarist, maar pakt net zo makkelijk de dobro of de mandoline op. Het is vooral een soloplaat geworden, maar zo klinkt het niet, mede dankzij de accenten die op de juiste momenten worden toegevoegd door voornamelijk Barriemore Barlow, maar ook Andy Lafone op bas, Matt Empson op keyboards en Graham Pike op harmonica maakt de nummers alleen maar sterker. De arrangementen zijn overal even spannend en geraffineerd, terwijl ook hier, net zoals bij Northern Bluesplaten, de juiste rauwe blues-"feel" overal in doorklinkt. En wat de cd vooral zo goed maakt is dat hij met een bijzonder gevarieerd repertoire toch een cd heeft weten te maken die een eenheid vormt. Een absolute topplaat!


 

 

ERNEST LANE
THE BLUES IS BACK
Label : Acoustic Music GmbH & Co. KG
www.Acoustic-Music.de
www.cdbaby.com/cd/ernestlane

Het gebeurt regelmatig dat een 'sideman' na een tijdje een eigen project uitwerkt. Bij de in 1931 in Clarksdale, Mississippi geboren pianist en blues-veteraan Ernest Lane, is het zeker geen egotripperij geworden. Kwaliteit is zijn handelsmerk. Als zanger/pianist, en met een stevige ritme en blazersectie, waaronder Big Jay McNeely, vormt deze gewezen truckdriver en autoverkoper een mooie bluesband. De jonge Ernest groeide op met de blues en met de piano. Papa was barrelhousepianist en Pinetop Perkins was een vriend aan huis. Het palmares van activiteiten als begeleider van o.m. Ike & tina Turner en Canned Heat ( "Halleluja" van 1968, "Future Blues" van 1970 en "Historical Figures and Ancient Heads" van 1972) en bij Eddie C. Campbell laten er geen twijfel over bestaan: Ernest Lane is een bluesman. Met dit debuut wil hij een spectrum van Chicago-blues, boogie en funk vertolken wat hem zeker een plaats op de internationale podia kan garanderen. Ongetwijfeld als innemend blueszanger, maar ook met deze zeer gestroomlijnde band die bestaat uit HervorMack Johnson (trompet), Derrick B. Edmondson (sax), Leo Dombecki (sax), Wali Ali (gitaar), Steve Gannon (gitaar), Rick Jones (bas) en James Gadson (drums). "The Blues is Back" (2004) in een productie van Chris Rannenberg, klinkt erg professioneel met als uitsschieters de meest gevarieerde songs als "Lane Shuffle", "Boogiein' at Leon's Place", "What Kind of Love", "Baby Please", "Blue And Lonesome" en "Feelin' Kind Of Lonely". Het moet een droom zijn voor de jong gepensioneerde, deze vijfenzeventig jarige pianist, om nu hij veel tijd heeft, erg veel te kunnen toeren en daar gaan we zeker naar uitkijken.


 

 

CASEY DRIESSEN
3D
Website: www.caseydriessen.com
Email: fiddledude@caseydriessen.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Mijn favoriete bluegrassplaat van de laatste jaren was "Real Time" van Darrell Scott en Tim O’Brien, twee fabelachtige instrumentalisten die ook nog eens allebei de mooiste liedjes schrijven. O’Brien is natuurlijk al langer een lieveling van het bluegrasspubliek, maar een nieuwe naam die we vanaf nu mogen toevoegen is Casey Driessen. Deze zeventwintigjarige fiddler uit Chicago, is een sideman die vaak te horen was bij o.a. Chris Jones, Judith Edelman, Abigail Washburn maar ook bij Tim O’Brien en Darrell Scott. Niet verwonderlijk dat deze laatste twee heren respectievelijk op bouzouki en elektische gitaar hun bijdrage leverden op het debuut "3D" van Casey Driessen. Zo vinden we ook nog in het nummer "Gaptooth" niet minder als Béla Fleck (banjo), Viktor Krauss (bas) en Jamey Haddad (percussie) terug en geeft Jerry Douglas een mooie dobrobegeleiding in het ingetogen "2 A.M." Verder is het niet meer dan een parapluterm voor nieuwe liedjes die inhoudelijk niet zo veel met elkaar te maken hebben, elf nummers bestaande uit meestal eigen werk, traditionals en covers van o.a. Bill Monroe (het zo mooie "Jerusalem Ridge") en Tim O´Brien. De pret is er niet minder om. Casey Driessen wordt bijgestaan door deze goede muzikanten, en als wel vaker in dit genre zijn de up-tempo nummers het best. De medley "Sugarfoot Rag / Freedom Jazz Dance" heeft een intensiteit die associaties oproept met de betere jazz- en swingmuziek. Bluegrass wordt in de VS ook wel 'old time music' genoemd, maar Casey Driessen laat horen dat het genre, zich goed leent voor vernieuwing en zeker niet in een museum thuishoort. Naast Driessen's prachtig vioolspel is er ook veel aandacht voor drums en percussie. Net als bij de blues is het een kwestie van continuïteit: de fakkel wordt van generatie op generatie overgedragen.