JANUARI 2005 - FEBRUARI 2005 - MAART 2005 - APRIL 2005 - MEI 2005


GUY DAVIS - IAN SIEGAL BAND - LITTLE JENNY & THE BLUE BEANS - RUSTY ROOTS - COLIN JAMES - ELLIS HOOKS - ASH GRUNWALD - ROYAL CROWN REVUE - NUBLUES - GUITAR RAY & THE RHYTHM DUKES - THE DETONATORS - BLUES LEE - THE STRIKES - ADMIRAL FREEBEE - DANIEL LANOIS - THE SWAMPTONES - THE HOLLYWOOD BLUE FLAMES - THE KOZ - DOUG JAY & THE BLUE JAYS - THE HARMONY TWO TONES - MITCH KASHMAR - JOSHUA BLACK WILKINS - DWIGHT YOAKAM - LITTLE ARON AND THE EAST SIDE RIVER BOYS - ANGRY JOHNNYAND THE KILLBILLIES - THE MANNISH BOYS - THE SHERRY JONES BAND - MARISSA NADLER - LORRIE SINGER & BRADLEY KOPP - THE SHAMBELLS - TANGLEWEED - SISTER BLUE - RYAN JAMES - EUGENE 'HIDEAWAY' BRIDGES - THE BELIEVERS - RICHIE MILTON & THE LOWDOWN - LIQUID GROOVE MOJO - 601 BLUES - WILLIAM ELLIOTT WHITMORE - JON RONIGER - CATHERINE FEENY - MINOR MAJORITY - LEWI LONGMIRE - GORDIE RENTREES BAND - LINDY DICKERSON - THE BOSSA NOVA BEATNIKS - LISSA SCHNECKENBURGER - ROKIA TRAORE - FAT DANNY & HARD TYMZ BLUES BAND - CARLOS DEL JUNCO - SAM BAKER - JOHN PRINE - TED RUSSELL KAMP - SOUTH OF NOWHERE - MARY THOMPSON - DELTA CHILDREN - PETER SPINK BAND - THE LENNEROCKERS - LESLIE WOODS AND DARK MOUNTAIN ORCHID - SOUKIS - LIL' BIT & THE CUSTOMATICS - BIANCA DELEON - LETTY & GEORGIA - THE CRASHERS - CHRISTOPHER REES - FORTYFIVE RPM - THE ERIC STECKEL BAND - THE CRUZEROS - COREY HARRIS - THE RED STICK RAMBLERS - J . D. HOBSON - GREY DE LISLE - THE UNKNOWN GENTLEMEN - JETHRO EASYFIELDS - JIM AND JENNIE AND THE PINETOPS - LOW RENT - CHIP TAYLOR AND CARRIE RODRIGUEZ - UNITED STEEL WORKERS OF MONTREAL - JW ROY - LIZ TORMES- MOONSHINE HANGOVER - ELIZABETH LEE ' S COZMIC MOJO - THE HOYLE BROTHERS


 


GUY DAVIS
www.guydavis.com

ALBUMS : Stomp Down Rider / Call Down the Thunder /You Don't Know My Mind /Butt Naked Free / Give In Kind / Chocolate to the Bone / Legacy

 

If you like the blues, and like it played the way people would have done so 100 years ago, Guy Davis is your man. The award-winning blues guitarist, banjo and harmonica player brings a powerful, raw energy, and a deep gravelly voice, to blues standards that have been played for years. (David Molpus, Minnesota Public Radio). Een van de leukste muzikale ontdekkingen op het Moulin Blues gebeuren in Ospel (Nl) is voor mij nog steeds de kennismaking met Guy Davis (Edities : 2000 / 2004). Ik geloof niet dat ik nog ooit een publiek zo ademloos en vol bewondering heb zien genieten van een artiest als toen in de befaamde kleine tent. Effenaf schitterend en het werd dan ook tijd dat Guy Davis op de affiche van BRBF Peer staat. Een van s' werelds beste traditionele country / akoestiche blues ambassadeurs die er niet voor terug deinst om wat folk, jazz en zelfs wat pop invloeden te gebruiken. Veel eigen materiaal maar ook covers van Mississippi John Hurt "Pay Day", Skip James "Cypress Groove", Lightning Hopkins ' "Come Back Baby", Sleepy John Estes " Drop Dawn Mama", klassiekers als "See See Rider", "Rolling In My Sweet Baby's Arms", traditionals als "Run Molly Run" en "Hikin' Jerry kan je terugvinden op zijn laatst verschenen album "Legacy" (04). Singer / songwriter Guy Davis geboren en getogen in New York (zijn ouders waren acteurs) kan je op hetzelfde voetstuk plaatsen als Corey Harris en Alvin Youngblood Hart. Respect voor het traditionele werk van Leadbelly, Brownie Mc Gee & Sonny Terry, invloeden van Taj Mahal, Skip James, Howlin' Wolf, Son House, Tom Waits, maken van Guy Davis a storyteller who found his calling in the blues, with six recordings, two W.C. Handy nominations this year. Davis has earned his place within the blues community. No longer just a blues guitarist, Davis is a well respected musician, considered one of the finest contemporary country bluesman and part of the present day country blues revival. (Pamela L. Dow)


 

IAN SIEGAL BAND
MEAT & POTATOES
Website :www.iansiegal.com
Label : Nugene Records
www.nugenerecords.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

De Ian Siegal Band hoeft niet meer geïntroduceerd te worden, toch niet voor wie er bij was tijdens BRBF 2004. De man maakte toen een weergaloze set en mag dan wel revelatie van het 20e BRBF genoemd worden. Maar de liefhebbers van rauwe blues en nu pas horen van 'het Britse buitenbeentje van de blues', de meesterlijke slide-gitarist, maar vooral zijn ongelofelijke zangstrot waarin Howlin' Wolf en Otis Redding tot leven komen moeten beslist verder lezen, want deze 34-jarige, is zonder twijfel de meest getalenteerde muzikant in de Britse bluesscene van de afgelopen jaren. Gitarist/zanger Ian Siegal heeft al wat naam gemaakt als lid van de Lee Sankey Group. Op jonge leeftijd werd hij voor de leeuwen gegooid en bleef vervolgens zonder moeite bovendrijven. Als invloeden noemt hij zelf Little Richard, Elvis en Chuck Berry, maar het was vooral Muddy Waters die het meeste indruk op hem maakte. Na jaren van touren heeft hij de invloeden tot een eigen geluid weten om te smelten. Hij heeft de bravoure van Tom Waits, ook zijn stem doet eraan denken en het broeierige van Dr.John. Als daaraan nog de keltische blues van Van Morrisson wordt toegevoegd, kom je uit bij Ian Siegal. Iemand die daarbuiten nog over een schitterende gitaar techniek beschikt en bovenop nog een begenadigd songschrijver is. Voor zo’n artiesten moet een grote carrière zijn weggelegd. Hij bewees dit al op zijn veel geprezen debuut cd “Standing in the Morning” (2003) en met een container vol aan lovende recensies krijgt hij steeds meer voet aan het vaste land, gewoon omdat 't puur draait om de intensiteit die Siegal met zijn rauwe stem uitstraalt, gekoppeld aan het soort rootsmuziek dat verrekt slim is opgebouwd, maar uit de speakers knalt alsof het door een enthousiaste technicus tijdens repetities spontaan op tape is gezet. Met "Beulah land", een nummer dat sterk doet denken aan The Pogues, opent en sluit de Ian Siegal Band de cd af, en daartussen herinnert de Ian Siegal Band aan Captain Beefheart en bovenal aan de met soul doortrokken swingende rhythm & blues van Dr. John. Ondertussen zijn we ruim een jaar later en lijkt dat "Standing In The Morning" slechts een bescheiden proeve van bekwaamheid was van de Engelsman-met-het-schuurpapieren-stemgeluid. Want sinds enkele weken ligt zijn nieuwe plaat "Meat & Potatoes" in de rekken. Was het vorige album een mengeling van rootsy blues en aan Tom Waits ontleende muziek, op dit nieuwe album gaat Siegal terug naar de wortels van zijn muziek, de blues. Siegal is een groot liefhebber van Muddy Waters, en dat wordt duidelijk op dit album. Niet dat hij Waters slaafs navolgt, een fout die hedendaagse bluesartiesten maar al te gauw maken, maar het bezwerende karakter dat Waters’ muziek kenmerkte, is ook te horen op "Meat & Potatoes". En dat Siegal nog immer niet voor één gat te vangen is, blijkt uit "Drowned My Sorrows (But They Learned How To Swim)", dat zomaar een originele work song zou kunnen zijn, maar wel degelijk door hem geschreven is. Allemaal prachtige nummers op dit album dat door Siegal en Schofield geproduceerd werden, maar de absolute uitschieter is wel "Falling On Down Again", een zelfgeschreven slijper, zowel vocaal als instrumentaal, de Ian Siegal Band op zijn best. Kortweg "Meat & Potatoes", dit broeit, hypnotiseert en betovert! Wat mij betreft geen verrassing dat Ian Siegal ook dit jaar het hoogtepunt was van Moulin Blues, zoals vorig jaar op het Belgian Rhythm & Blues Festival. Z'n nieuw album "Meat & Potatoes" is waarschijnlijk ook meteen blues/roots album van het jaar, want wie kan dat nog gaan overtreffen .... maar gaat dat zien! BRBF 2005.


 


LITTLE JENNY & THE BLUE BEANS

website : www.members.chello.se/littlejenny
www.geocities.com/BourbonStreet/Delta/4707
label : www.scana.st
info : thebluebeans@hotmail.com
ynnej@hotmail.com

 

Litte Jenny & the Blue Beans play blues influenced music based on all from Muddy Waters hits to original songs.

 

Hi, Im Little Jenny, bluesharmonica player, singer, guitarplayer & graphics designer. Hot news!! : Little Jenny & the Blue Beans will be playing at Belgium Rythm 'n' blues festival the 16 of july!! Van harte welkom Jenny en wij kijken reikhalzend uit naar jouw optreden ! Little Jenny : vocal, bluesharp, guitar // Lotta Partapuoli ; plays mean Jimi Hendrix influenced guitar al over her head and knees.// Justina Lakin ; plays beautiful drumsolos and does the shuffle as it should be-Simple, easy and dynamic. // Mia Kempff ; is a very steady bass player with an extraordinary voice and carisma. Waren wij al ongerust over de minieme aanwezigheid van de dames op de affiche dan serveert Wim Vermeyen ons met Little Jenny & the Blue Beans liefst vier Zweedse schonen op het menu van BRBF Peer 2005. In 1997 opgericht en frontlady Little Jenny ging sindsdien al lopen met twee vermaarde Blues Awards. Bovendien werd zij ook al onderscheiden als " Swedens sharpest blues harmonica players". Met het enige album getiteld "Live, Nefertiti Blues Show" dat van deze band verscheen in 2002 krijg je een voorproefje van wat je 16/7 kan verwachten op de terreinen aan de Deusterstraat. Een erg gevarieerd album met humor (N. Lowe's Schting Schtang with great voice of the bass player) and all the shades of blues: raging blues ("Where You've Been So Long"), classic blues (Willie Dixon's" I'm Ready"), soul blues (Koko Taylor's "I'm a Woman"), rock blues (Fogerty's " Penthouse Pauper") en ("Neighbour" & "Autum Blues") slow -burning blues, waarbij harmonica en gitaren een duel aangaan met 'refreshing' drum solo's en Little Jenny met haar sensuele stem de toon aangeeft. Maar niet alleen met haar Blue Beans is Little Jenny aktief want zo heeft zij met de "Monaco Blues Band" (opgericht in 1982) een vijftal cd's opgenomen, een karrevracht optredens in Europa afgewerkt met als hoogtepunten de openingsact voor Stevie Ray Vaughan, Joe Cocker, Johnny Winter, Louisiana Red . Maar of dat nog niet genoeg is gaat zij met haar solo project (Thomas Almqvist: Guitars ,dobro, acoustic, electric, Michael Blair: percussion, Kjell Gustavsson: drums, Björn Lundqvist: upright bass) of als duo met haar levenspartner Björn de (Zweedse) boer op. Met hem brengt zij voornamelijk songs van Big Mama Thornton, Willie Dixon, Robert Johnson. In mei zijn de opnames voor haar solo project afgewerkt en Little Jenny hoopt het album in de zomer op de markt te kunnen brengen. "11 new songs, a personal mixture between blues , ethno and singer songwriter style." Wij zullen het in Peer moeten doen met The Blue Beans uit Stockholm. "In today's ruff bluesworld she is a tuff blueswoman" " Jenny is the enjoyable fast thinking harp player with a swing feeling" (www.bluesup.com/blueswomenB.html).


 

RUSTY ROOTS

website : www.rustyroots.be
info : nico.vanhove@skynet.be
stefan.kelchtermans@tiscali.be
bob.smets@telenet.be


Op zoek naar een nieuwe uitdaging kwamen enkele muzikanten op het idee om Rusty songs uit de schatkelder van de Amerikaanse Roots muziek, met respect evenwel voor het origineel, in een hedendaags jasje te steken. Van meet af aan waren zij echter van plan om niet enkel covers op hun playlist te zetten. En ja ... het werd al vlug duidelijk dat RUSTY ROOTS als geen andere band de feeling had om eigen songs te creëren, die de vergelijking met de tijdloze swingers uit "The Golden Era", moeiteloos doorstaan. Bestaande uit een gitarist die speelt al was hij de zoon van T - Bone Walker, een zanger die met zijn lady killer's look het (vrouwelijk) publiek bespeelt, een saxofonist die zorgt voor de broodnodige doos kippenvel en een gedegen ritmesectie, waarbij de drummer knipoogt naar Fred Below, brengt Rusty Roots aanstekelijke West Coast Swing Roots Blues. Benieuwd hoe boegbeelden als oa. T - Bone Walker, Willie Dixon, Big Joe Turner en Lowell Fulson, op de dag van vandaag zouden klinken ?..... GET OUT AND CHECK RUSTY ROOTS AT ONE OF THEIR LIVE GIGS ! Wij ontvingen een demo (met dank aan Stefan Kelchtermans aka Mr. Body) met een zevental songs, die een voorbode zijn van de opnames die in het najaar op til staan en dan wel om een Full CD. Maar zolang hoeft u niet te wachten. Peer swingt dit jaar niet alleen in augustus maar voornamelijk op 15 juli. Place to be : in voetbaltermen) op eigen plein ... BRBF Peer 19h30 - 20h15.


 

COLIN JAMES


website : www.colinjames.com
label : Warner Music Canada
info : info@colinjames.com
www.warnermusic.ca
Concertbüro Andy Lösche
www.concertbueroloesche.de

 

"The man plays a mean guitar, knows his blues and can swing like no Daddy ain't ever done before". "This Canadian guitarist / singer plays modern - day Blues / rock in the vein of Stevie Ray Vaughan or Kenny Wayne Shepherd". Colin James (17/8/1964) kan beschouwd worden als een van Canada's beste gitaristen die werelwijd meer dan een miljoen albums verkocht en die door wijlen Stevie Ray Vaughan (zijn mentor) midden jaren '80 aangezocht werd om samen een aantal optredens te verzorgen in Amerika. Colin kreeg de (blues) smaak te pakken toen hij verschillende malen concerten bijwoonde van Sonny Terry & Brownie Mc Gee en door het beluisteren van de platenverzameling van zijn ouders (Eric Clapton, Jimmy Hendrixs, John Mayall, Muddy Waters, Howlin' Wolf). Met zijn Little Big Band bracht hij twee Jump Blues / Swing Revival albums op de markt en hij ging met Keith Richards, The Fabulous Thunderbirds, Steve Winwood en Little Feat op toernee. Ook kwamen Kim Wilson, Lenny Kravitz, Terry Evans, Mavis Staples op het album "Bad Habbits", Bonnie Raitt en the Memphis Horns op zijn album "Sudden Stop" (highest US. Chart topper to date & tour with ZZ Top) een handje en mondje toesteken. "National Steel" kreeg een Delta Blues Classic tintje, ondermeer met coverssongs van "Heroes" als Otis Redding, Robert Johnson, Muddy Waters, Willie Dixon, Bukka Whit en Sam Cooke. Een meer soul / funk gericht album "Fuse" liet dan weer een andere zijde van Colin James aanhoren. In 2003 verscheen "Traveler", acht originals (James / Northey / Trott), met een prachige Motown ballad "Make A Mistake", prijsbeest "Know How to Love you" en covers van "I'm Losing you" (John Lennon), Nick Drake's "Black - Eyed Dog" en Jimmy Hendrix's "Rainy Day, Dream Away". Momenteel zijn de opnames achter de rug van het in het najaar te verschijnen album dat songs zou herbergen van Bob Dylan, Van Morrison en waarbij Colin James op deskundige hulp kan rekenen van Jim Keltner (drums), Colin Linden (guitar, slide) en Hutch Hutchenson (bass, Bonnie Raitt). Maar eerst genieten van Colin James "Live" at BRBF Peer 2005.


Discography:

Colin James Traveler
Released: 09/09/2003
Colin James Fuse
Released: 11/14/2000
Colin James Colin James And The Little Big Band II
Released: 01/26/1999
Colin James Bad Habits
Released: 09/19/1995
Colin James Then Again (Best of)
Released: 02/28/1995
Colin James Colin James & The Little Big Band
Released: 02/22/1994
Colin James Sudden Stop
Released: 06/26/1990
Colin James Colin James
Released: 08/09/1989


 

ELLIS HOOKS

Website :www.zanerecords.com
label : Zane Records
info : info@zaneproduktions.demon.co.uk
(Peter Thompson)
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Album : Hand Of God

Personnel: Ellis Hooks (vocals, acoustic guitar); Essra Mohawk (vocals); Jon Tiven (guitar, harmonica, alto saxophone); Duane Jarvis (guitar); Sally Tiven (bass guitar); Omar Hakim, Anton Fig, Billy Block (drums). Recording information: Hormone Studios, Nashville, Tennessee (2003); Studio 900, New York, New York

Album : Undeniable :Personnel : Ellis Hooks (vocals, acoustic guitar),Jon Tiven ( guitar, keyboards, percussion, alto sax), Sally Tiven (bass guitar), Todd Snare (drums, percussion).
Guests:Anton Fig / Simon Kirke/Martin Ditcham (drums), Mason Casey (harp), Marvin Floyd (acoustic piano), Christa Haskett (violin), Eddie Torres (Congas).
Vocals: Nefertili Jones/Prema Lauren/Yuko Ichioka


"I have heard the future of old-time soul music and his name is Ellis Hooks".

Uncomplicated ( Artemis Records) : I haven't heard this guy yet, but a write-up on him in our paper today has me all fired up to hear him. He's a 30-year-old black guitarist, singer-songwriter with a new album called "Uncomplicated". He is influenced by Sam Cooke, Otis Redding, and Wilson Pickett, but the writer says he doesn't imitate and says the songs come across bluesy like Junior Wells, countryish like Delbert McClinton, and rockin' like The Stones.

Up Your Mind : Personnel includes: Ellis Hooks (vocals, acoustic guitar); Freddie Scott (vocals); Jon Tiven (electric guitar, Hammond B-3 organ); Mason Casey (harmonica); Marvin Floyd (piano, organ); Sally Tiven (bass); Todd Snare, Martin Ditcham, Anton Fig, Omar Hakim (drums, percussion); Eddie Torres (congas, percussion). Recorded at Hormone Studios and Studio 900, New York, New York.

Ellis Hooks is de zoon van een Cherokee-moeder en een zwarte Baptistenvader. Als de op drie na jongste telg uit een gezin van maar liefst zestien kinderen, heeft de kleine Ellis geen makkelijke jeugd in zijn geboortedorpje in Alabama. De familie Hooks is streng gelovig, en speelgoed en popmuziek komen in het gezin niet voor. Als de veertienjarige Ellis op de radio r&b- en soulmuziek ontdekt en dat boven het lokale kerkkoor prefereert, wordt hij zonder pardon het ouderlijk huis uitgezet. Ellis zwerft als straatmuzikant door Amerika en belandt in New York. Daar ontmoet hij sterproducer Jon Tiven, onder meer producer van het op dat moment voor een Grammy genomineerde comeback album "It's Harder Now" van Wilson Pickett. Tiven raakt onder de indruk van het gitaarspel en de songschrijverkwaliteiten van de vijfentwintigjarige Ellis Hooks en het door Tiven geproduceerde debuut Undeniable (2002) wordt door velen opgemerkt als een uniek album. Niet alleen doordat Undeniable de oude Memphis Soulglorie van Otis Redding, Sam Cooke en Wilson Pickettt laat herleven, maar doordat het vooral bijzonder eigenzinnig is. Een klassieker in de dop?
(http://www.festivalinfo.nl/artist_detail.php?artist_id=5880)
The best soul album of the year. Hot, steamy and Muscle Shoals styled. Voice - huge, aching and blistered. Ross Fortune. Timeout (UK) Aug. 29, 2002 // Young, gifted and black, one of the strongest debut albums of the year. London Times August 2002 (John Clarke)

Ellis Hooks ‘The Hand Of God’
Singer, Songwriter Ellis Hooks…is back with an epic, genre-busting second album for Zane Records, recorded in NYC and Nashville. Seventeen new, original songs, five tracks mixed by music legend Dan Penn.
The result is an album that sounds, fresh and contemporary, you might call it ‘Rock ‘n Soul’.
Twee jaren geleden speelde de dertigjarige Ellis Hooks nog in de straten van New York, deze zomer op het BRBF te Peer. AANRADER !


 

ASH GRUNWALD
website : www.ashgrunwald.com
info@ashgrunwald.com
label : Head Records
info : www.headrecords.com
(Andrew Walker )
info@headrecords.com


Congratulations to Ash who won '2005 Album of the year' for 'I Don't Believe' at the Australian Blues Awards! // Australian Blues Vocalist of the year (2003). Referenties die kunnen tellen en de aanleiding om Ash Grunwald (Born of an African father and an Australian mother) te contacteren voor BRBF 2005. Misschien niet zo bekend in de Lage Landen maar daar zal gauw verandering in komen. One - Man - band from Melbourne die in 2002 voor het eerst van zich liet horen met het album dat de toepasselijke titel "Introducing " meekreeg. Ash alleen met gitaar en alles opgenomen in een live session, een album dat de aanzet was om in 2004 met de opvolger "I Don't Believe" op de proppen te komen. Veertien songs die bij de kenners onmiddelijk in goede aarde vielen en de kritieken waren dan ook navenant : "I Don't Believe" is a modern blues and roots album, featuring an Oakridge dobro, maton acoustic, Cole Clarke lap steels for the violap & the SK 8 Lap (Peer zal opkijken !), stomp Box, tambourine, pots, hammer, spanners, boss loop station , line 6 pod. Weer de Mississippi Delta blues die blijkbaar jonge mensen aanzet om de blues op hun manier te vertolken, steeds dezelfde namen die terugkomen (Robert Johnson's "Walking Blues"en "Crossroads", Howlin' Wolf 's "How Many More Years", Son House's "Empire State" en "Grinning in Your Face") maar ook met songs van Tom Waits ("Going Out West", "Jesus Gonna Be Here") en natuurlijk ook eigen materiaal. Het "Live At The Corner" album met Ian Collard on harmonica is opgedragen aan al de mensen die Ash Grunwald ontmoette tijdens het toeren en het zijn vooral the hooting, clapping, drinking, staping and dancing toestanden die hem inspireren om van ieder optreden een feest te maken. Natuurlijk heel veel slide (I have two national steel guitars, one lap steel and a big Gibson electric.) en zijn optreden moet niet alleen een lust zijn voor de oren maar ook voor de ogen (Making us laugh, as much as, tap our feet, you could almost mistake him for a comedy act. That is, if it wasn't for the phenomenal and passionate guitar work, age old blues vocals, and the one man show. He makes a lot of noise for one man, sitting on a woodern block which is used as his rhythm source. Tambourine stuck to his foot and a slide stuck to his finger, he uses three guitars during his set). (www.fasterlouder.com.au/reviews). Na Ben Harper ('94), Hans Theesink ('96), Alvin Youngblood Heart ('98), Bjorn Berge ('03) en Richard Johnston ('03 /'04) is het nu de beurt aan de man van "Down Under" : Ash Grunwald !


 

ROYAL CROWN REVUE


website : www.rcr.com
info : info@rcr.com
rcrmgmt@rcr.com

There's a place where swing and soul meet ... where the blues and bop mix ... where rock 'n' roll mingles with jellyroll. That place? Wherever Royal Crown Revue is on the marquee.

The original gangsters of swing, Royal Crown Revue (started life as a rockabilly band, and once the money went out of that craze, they jumped onto the swing bandwagon.) is a seven piece band that was built on original jump swing, blues and jazz (LouisJordan, Cab Calloway, Louis Prima, Duke Ellington, Stan Kenton, Count Basie, Dizzy Gillespie). Decked out in 40's vintage zoot suits, Royal Crown Revue is more that hype. With Royal Crown Revue, you'll only receive tales of lushin' and lovin! Royal Crown Revue got its start in 1989 when vocalist Eddie Nichols, tenor saxman Mando Dorame and guitarist James Achor first met on the bustling Los Angeles music scene. It was a mix that matched their far-flung points of origin, with Nichols hailing from Manhattan, Achor from Ohio and Dorame from Watts. As the group grew, so, too, did the push-pins stuck in the map: drummer Daniel Glass sailed in from Hawaii, baritone saxist Bill Ungerman blew over from Oklahoma, Veikko Lepisto shook off some Twin Cities frost and trumpeter Scott Steen rumbled over from the Bay Area.
Royal Crown Revue is part camp, part nostalgia, and all original.


 

NUBLUES
DREAMS OF A BLUES MAN
Website :www.nublues.port5.com
Email: nublues@ntlworld.com
label : Dixiefrog /
21 st Century Blues Records
www.21cbrecords.com
dixiefrog.pl@dixiefrog.com
teknirecordsltd@yahoo.co.uk

"This really is a new direction" Tony Russell, MOJO en BRBF Peer was er als "Pol Kip" bij om de jongens van Nublues uit te nodigen. Ondekt door Grammy Award - winning artiest Chris Thomas King, momenteel in de belangstelling door zijn acteerprestatie met George Clooney in de film "O Brother, Where Art Thou ", maar bij de bluesliefhebber al jaren een vaste waarde. Zo was hij zelf nog aanwezig op de BRBFeditie van 2000 en slaagde hij erin om het debuutalbum van Nublues op zijn eigen Louisiana based - label "21 st Century blues Records" te laten verschijnen. Het was meer dan twintig jaren geleden dat een Britse band nog een platen / cd contract kon versieren bij een US label. Het was Raymon Goose 'the cream of the UK's emerging blues stars' die samen met Ed Vans op het grandioose idee kwam om een mix te maken van de good old Delta blues (Bukka White, Son house, Robert Johnson), Chicago blues (Muddy Waters, Howlin' Wolf) met de huidige funk / hip -hop loops & grooves. Met zanger en rapper Jay Nicholls en "in- the -pocket" hip-hop drummer Paul Francis (die zijn sporen verdiende bij BB King's band) erbij te halen was de geboorte van NUBLUES een feit. Negen songs op dit prima album die duidelijk maken dat de blues een toekomst heeft die zeker zo boeiend / opwindend is als het roemrijke verleden. Zo kan je ondermeer met de ogen toe John Lee Hoker zien verschijnen in de song "Missy Dee" (het gekraak van de Lp krijg je er gratis bij), dat Robert Johnson eventjes langskomt met zijn slide guitar in "Hold Over Me", "Dreams of a Bluesman" en "Swamp Thang", een song met "Vinyl Scratching van DJ.'sense 'ear T') die na de eerste keer beluisteren voortdurend in je hoofdje blijft zinderen en de tent in Peer gaat doen ontploffen. Kevin Wells komt een stukje smoelschuiverij afleveren tussen de rap section van "Mississippi Rising". Zanger Jay Nicholls (24) heeft een stem die klinkt alsof hij de blueslast van de laatste honderd jaren moet meedragen, of hij grootgebracht werd in de swamps / katoenvelden. Dit gaat een verrassing van formaat worden : "Memories Of A Good Time" ... koester ze ... maar ... "the Dreams of a Blues Man " ... NUBLUES !

The Band : Jay Nicholls - Vocals & Backing Vocals // Ramon Goose - Guitars, Synth,Drum/Sample Programming //Ed Vans - Bass Guitar //Paul Francis - Drums & Backing vocals

DREAMS OF A BLUES MAN: Songs :
# Blues man on the run
# Missy Dee
# Swamp thang
# Mississippi rising
# Conversation breakdown
# Hold over me
# Memories of a good time
# Contradiction
# Dreams of a blues man


 

GUITAR RAY & THE RHYTHM DUKES
LIVE AT THE NIX

website : www.guitarray.com
label : Firesweep Records
info : guitarray@home.nl
www.cdbaby.com/cd/guitarray

 

Rockin', stompin' and swingin' guitar oriented Roots & Blues (CD Baby). Blijkbaar waren de mensen van het BRBF Peer ook op de hoogte van het bestaan van deze" Red Hot Roots & Blues Band" uit Nederland want zij staan 15/7 op de affiche van datzelfde festival. Met ondermeer het uitbrengen van een schitterend live album, lofbetuigingen van Duke Robillard, optredens met Sax Gordon, Mason Casey, Charlie Mc Coy, te gast op North Sea Jazz, is het niet verwonderlijk dat Raymond Nijenhuis (alias Guitar Ray) tesamen met zijn Rhythm Dukes (Hans Molenaar, drums en Jaap van der Sluijs, bas, vocals) deze uitnodiging in hun brievenbus zagen vallen. Nu zal je denken het "zoveelste" bluesgroepje uit Holland maar wat Guitar Ray op dit album laten horen is toch wel van een heel ander niveau. Omschakelen van Rhythm & Blues naar surfrock, swing, swamp en niet te vergeten country guitar pickin'. Het zal niet moeilijk zijn om met "Rock Billy Rock", "Rock On" de massa in Peer naar het podium te krijgen, frieten, hotdogs en pinten aan de kant want het is party time geblazen. Bovendien leunt Guitar Ray met zijn covers van Jerry's Reed "Breakdown" , Link Wray's "The Ramble", "Lonesome Train " (Singleton), zijn eigen songs "Well D-Surfed", "Taco Taco", "Brent New" heel erg dicht bij het american roots gebeuren dat ondergetekende hoog in het vaandel draagt. Maar natuurlijk wordt de echte blues niet vergeten, of wat dacht je van de sleper "Reap What you Sow", het meer dan zeven minuten durend "Chitlins Con Carne" en de jump blues met "Gee I Whish". Het is een staaltje geworden van rockin', stompin' and swinging guitar music that sets his audience on its heels." Peer ..... Wait and See .... GUITAR RAY HAS GOT THE GOODS (Duke Robillard)

Voor de gitaarliefhebbers ....Gitaren: "Een Japanse'57 Fender Strat met Seymour Duncun Antiquity pick-ups. Een Fender Tele van rond circa 1970 met de originele elementen. Fantastische gitaar die ongelofelijk zingt, komt ongetwijfeld door de elzen body. Gebruik ik altijd voor slow Blues ('Reap what you sow') en natuurlijk de fingerpicking en Danny Gatton achtige nummers. Die Surf dingen speel ik op een Gretsch Nashville, met Filtertrons (verder zul je me niet vaak op gitaren met humbuckers zien spelen). De beste Bluesy Swing sound krijg ik met single-coil elementen, vind ik. Ik heb dan ook een DeArmond model 41 element op mijn Gibson ES-175 gezet. Die gitaar gebruik ik op de cd voor 'Gee I Wish'. De amps die ik op 'Live at the Nix' heb gebruikt zijn een Silverface Super Reverb en een Kendrick 212 tweed Bassman met 2 x12. Geweldige versterker die je hier nauwlijks tegenkomt. Voor extra clean boost gebruik ik een Centaur Klon pedaal". (Met dank aan www.gitaarnet.nl )


 

THE DETONATORS
BOMBSHELL
website : www.detonators.com.au
label : Black Market Music
info : info@detonators.com.au



Wat heeft deze jongen nu in de pollekes ? Juist, de vierde cd van de Detonators. Een band die net als Red Rivers uit het verre Australie komt. The Detonators ? Yep, na vier lange jaren wachten, een andere drummer, naamswijziging (jammer!), want zeg nu zelf, een affiche met Rockbottom James and the Detonators (onder die naam verschenen hun vorige cd's) moet toch een droom zijn voor clubeigenaars en festivalorganisators. Niet dat 'Rockbottom' James de groep verlaten heeft maar voortaan gaan ze door het rock & roll leven als The Detonators. Ach, what's a name, hun muziek blijft op het zelfde stramien verder borduren. 'Recorded live direct to tape in two days with the same old vintage guitars, amps & drums'. Veertien lekkere vettige blues, roots, jumpin' rocksongs waaronder twee covers die een duidelijke Detonators stempel krijgen. Omdat hun vorige cd ' The Adventures of ' mij een beetje deed twijfelen aan hun bedoelingen (halve cd-rom), ben ik zeer verheugd dat zij teruggrijpen naar hun eenvoudige, maar toch zo heerlijke dancin',rockin', beer drinking, party & festival music. Dat prachtige harpje van Rockbottom James Moloney, zijn stem die doet denken aan de jonge Kim Wilson, de strakke double bass van Dave Philpots, Paul Bignell op gitaar & backingvocals, en blijkbaar een nieuw lid, George Brugmans op drums, scoren ongetwijfeld met dit album. Luister eens naar 'crazy Heart', je zou zweren dat je The Fabulous Thunderbirds bezig hoort in hun beste dagen. 'My Saving Grace' & 'Evil Knieval' zijn dan pure rock & roll. 'Six o' clock News' kreeg een surfsoundje, en 'Travellin Man' en 'Drinking at Home' een rockabilly jasje. En dat voor de jongens het "On the Road" leven geen geheimen meer heeft, verwoorden zij zelf : 'we' ve had some good times, we' ve had some bad times'.' To stay on the road, we have to juggle jobs, loan repayments, bills and strained relationships. But they love playing together and they love being on the road'. Maar een ding weten ze ook, ondanks hun 800 optredens, ze zullen er nooit rijk van worden. De moed niet opgeven jongens, tenslotte hebben wij vier jaren moeten wachten op "Bombshell" en het was de moeite waard. The Detonators zijn terug en op de affiche van BRBF Peer 2005, en .... als Rockbottom James and the Detonators natuurlijk.


 

BLUES LEE
IN THE CRACK OF THE MAP
website: www.blueslee.com
Email: karelphlix@hotmail.com
Label : Backstab Records

De heren van Blues Lee heb ik reeds eerder live mogen bewonderen en was toen bijzonder gecharmeerd door ondermeer hun vocalen. Dus snel die cd in de speler en luisteren! 'Lay Lo' is wel een heel erg leuk nummer, lekker funkyachtig, met een prima ingevulde toetsenpartij. Alleen de ritmegitaar met een soort van flanger is net iets te druk waardoor hij zo nu en dan de toetsen in de weg zit. Een verrassend goed nummer op de tweede plaats is 'Gotta Go', het swingt als een tierelier. Derde in de top drie is 'The Crime' met hierin een prachtig vervormde harmonicapartij. In het openingsnummer 'Baby King Kong' is de sax er te simpel neer gezet. Over het algemeen vind ik de sax te veel op de tel spelend, dit kan melodieuzer. Hij heeft wel enorme 'ballen' in zijn toon. Verder zit het nummer goed in elkaar met prima ritmevariaties. Zanger Bies doet mij af en toe denken aan Little Feat's zanger, Paul Barrére. Bie is wat puntiger en komt wat 'geknepen' over. Meer ontspannen zingen zou misschien ten goede komen, al is het wel een bijzonder prettige stem om naar te luisteren. Bassist Steven en drummer Yves klinken over de hele linie gedreven en goed op elkaar ingespeeld. Ze vullen de nummers goed in en leggen een prima geoliede basis neer. Ook het kwartet backing vocals klinkt okay. Dit is toch wel een kracht van de band. Opvallend mooi rhythm gitaarwerk krijgen we van Zjang, een mooi voorbeeld is 'Dolphin´s Swing'. Op de jazz, jump en jiveachtige nummers als 'That Thing' en 'If The Phone Don´t Ring' wordt door gitarist Karel lekker weg gesoleerd. Daarentegen is instelling van de wah-wah in 'Cross That Line' te vervormend en klinkt daardoor lelijk. Jammer dat alweer een gitaar is gekozen als item voor het infoboekje, dit had origineler gekund. Niettemin is In The Crack Of The Map een fantastische cd waarin het barst van de originaliteit en creativiteit, zowel tekstueel als muzikaal. Een groot pluspunt is ook dat het allemaal eigen werk is. Dat ze met deze cd een nog groter publiek gaan bereiken staat voor mij al vast! Maar is dit nog wel allemaal blues?
Chris Janssen voor Bobtje Blues (www.bobtjeblues.com)


 

THE STRIKES
BATHROOM ACOUSTICS
Website :www.thestrikes.com
info@thestrikes.com
Label : Coolbuzz Records
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl



Zoals goede bluesartiesten betaamt hebben ook the Strikes een pagina met credits opgenomen in hun cd-booklet en uit deze dankbetuiginkjes kunnen we de muzikale voorkeur van de heren aardig herleiden. Lester Butler scoort hoog, The Paladins, Tino Gonzales en Boyd Small worden ook diverse malen genoemd. Ziehier de voorbeelden van deze jonge band die bestaat uit: "Big Pete" ( Pieter van der Pluijm) zang, harmonica en gitaar, "the Hitter" (Jody van Ooyen) op drums, "Jimmy Stringbreaker" (Sjors Nederlof) gitaar en "Spools" (Roelof Klijn) bas. Gastartiest op deze cd is "The Right Hand" (Bas Janssen) die op drie nummers piano speelt. Zoals gezegd is de stijl van deze heren een eigentijdse mix van swing, harmonieus spel, vuile blues en vette bluesrock, af en toe gescheiden door de pauzes tussen de nummers maar soms ook allemaal in 1 nummer gepropt. Acht van de veertien nummers zijn van eigen makelij en voor de andere tekenen mannen als: Buddy Guy, BB King, Lester Butler, Joe Turner en Arthur Crudup. `Watch Yourself Pretty Baby' is het openingsnummer en dat staat meteen als een huis.`Mean Old Frisco`, een solonummer van Pieter van de Pluijm en `Devil Woman` hebben overduidelijk Lester Butler invloeden, vuil, gemeen en smerig. De eigen nummers `Gibbons` en `So Cold` brengen de broodnodige rust op deze spetterende cd, die blijft swingen. Het geheel is opgenomen in de Yland Studio in Amsterdam met de vakkundige expertise van Evert Katee die samen met "the Strikes"zelf ook voor de productie zorgde. Fris, jong en vernieuwend in het traditionele blueswereldje. Onthouden die naam dus: "The Strikes".
Arie 'Elmo'Rombout voor Bobtje Blues (www.bobtjeblues.com)


 

ADMIRAL FREEBEE
SONGS
www.admiralfreebee.be
Label : Universal Music Belgium
Booking : Pascal Van De Velde
pascalvandevelde@pandora.be

 

Na die 'ultieme' bekroning - de Rockrally 2000 - werd het eigenlijk relatief stil rond Tom Van Laere, de bezieler van Admiral Freebee, die in de studio en op podia regelmatig bijgestaan wordt door drummer Tim Coenen en bassist Yves Van Lommel. Toch zat Van Laere ondertussen niet echt stil. Hij sloot een commerciële deal af met een major, bleef met de regelmaat van een klok optreden en bracht vervolgens twee radiovriendelijke singles uit, "Ever present" en "Rags 'n run". Twee singles, met uitstekende backings van o.a. Nathalie Delcroix (Laïs) en Geert Bettens (K's Choice). Het langverwachte debuut kon niet wegbijven natuurlijk. Want na deze twee singles wil iedereen meer, en hopla, dan volgt het titeloze debuut (2003). Tom Van Laere had er zijn tijd voor genomen en dat was duidelijk te horen. Zijn debuut is een "volwassen", complexloze plaat, die doet denken aan Tom's grote idolen Van Morrison, Tom Waits, Neil Young en Bob Dylan, maar hij weet hun invoeden tot iets heel eigens te kneden. Hij is dan wel geboren in Brasschaat, Antwerpen, maar het had evengoed Brasschaat Kentucky kunnen zijn. En daar zijn we niet rouwig om want de "Americana" die gebracht wordt op deze plaat, horen wij graag. De meeste nummers zijn vrij ingetogen, maar af en toe rockt het stevig. En dat Van Laere uitstekend weet rock en pop te combineren horen we nu weer op zijn nieuwe album "Songs", met zijn uitstekende zangstem en zelf- relativerende teksten zet hij hier een echte Admiral Freebee- sound neer. Na een jaartje studio is hij paraat om zijn publiek opnieuw te entertainen. Het nieuwe album rolt sinds einde maart over de toonbank en zal zijn auteur voor eens en voor altijd een vaste plaats aan het Belgisch rockfirmament bezorgen. Van Laere mocht zijn opvolger opnemen in Los Angeles onder begeleiding van gelouterde sessiemuzikanten en dito producer, nl. John Hanlon (Neil Youngs producer). Hij werd betoverd door het debuutalbum en nam maar al te graag de productie van deze sublieme opvolger "Songs" voor zijn rekening. Voor een singer-songwriter die gitaar heeft leren spelen bij het oeuvre van Bob Dylan en je weet wel... trapt de Admiral op deze nieuwe plaat wel heel erg luidruchtig af. Een man die zijn nieuwste CD opent met een nummer dat " The Worst Is Yet To Come" heet, moet wel intens zwartgallig en treurig zijn, maar in dit nummer walst hij als een tank over de luisteraar heen. In het volgende nummer echoeën de heavy gitaren nog lang na, zodat eerder de gedachte uitgaat naar de gereïncarneerde Pixies dan naar een folky singer-songwriter. Maar gaandeweg is duidelijk merkbaar dat Van Laere het heft in eigen hand neemt, waardoor de liedjes meer karakter krijgen. In midtemposongs als "Boy You Never Found", "Afterglow" en de meesterlijke single "Carry On" klinkt inderdaad een goudeerlijke en weemoedige singer-songwriter door, en het is hierdoor dat de balans op "Songs" naar de positieve kant doorslaat. De twee akoestische ballads die "Songs" afsluiten benadrukken nog eens dat Van Laere een groot talent is. Ondanks het feit dat zijn bandleden werkten met grootheden zoals o.a.gitarist Jesse Tobias (Red Hot Chili Peppers, Morrissey, Alanis Morissette, Twilight Singers), bassist Ric Markmann (Chris Cornell), drummer Dean Butterworth (Morrissey, Ben Harper) en achtergrondvocalist Tommy Funderburk (Toto), weet Van Laere nog altijd zijn eigen kracht tot het maximale te benutten. Het brengt ons van ontroerende country-pop ballades naar grootse stadion-rockers en terug. "Songs" is gevariëerd, maar hier en daar incoherent. "Songs" geeft echter wel vertrouwen voor de toekomst, want zeker is dat Admiral Freebee eens een meesterwerk zal afleveren. Kortweg : Aan de capaciteiten van de Belgische admiraal hoeft niet meer getwijfeld te worden. Hij heeft een bijzonder vlotte en eigenzinnige hand van songschrijven, waarmee hij aan zulke wel wat voor de hand liggende invloeden een mooi, typisch Belgisch, dwarsig tintje geeft. Americana vanuit een eigenwijs Vlaams gezichtspunt dus. Admiral Freebee bewees zijn kunnen reeds op diverse festivals, hetgeen hij zeker deze zomer weer gaat doen op alle grote Belgische festivals.


 

DANIEL LANOIS
BELLADONNA
website : www.daniellanois.com
drlmusic1@aol.com
label : Anti / Epitaph
info : www.anti.com
Distr.: www.pias.be

Na het prachtige "Shine" uit 2003 pakt de vermaarde producer en muzikant Daniel Lanois het op zijn nieuwe album "Belladonna" (Anti/Epitaph) behoorlijk anders aan. Het lijkt er sterk op dat hij teruggrijpt op zijn wortels, de beginperiode van zijn productiewerk, toen hij samen met Brain Eno in de studio aan gewaagde geluidsexperimenten werkte. Op dit volkomen instrumentale album staan dan ook 13 stukken, songs kan men ze niet noemen, die de benaming 'ambient’ ten volle verdienen. Lanois heeft zich op "Belladonna" ter zijde laten staan door een aantal grootheden in de muziek. Gedurende de twee jaar dat Lanois aan dit project gewerkt heeft, kwamen onder meer Brian Blade en Daryl Johnson (van Emmylou Harris’ Spyboy), Brad Mehldau, Malcolm Burn en ex-Master Of Reality Victor Indrizzo langs om een bijdrage te leveren. Het resultaat is divers en interessant. Verschillende 'sferen’ komen langs, zoals in "Agave" dat een broeierig Mexicaans tintje heeft, en "The Deadly Nightshade" dat door dromerige gitaren overheerst wordt. Het geheel is duidelijk minder afwisselend dan "Shine", maar afgezien van het wat wonderlijke sluitstuk "Todos Santos" niet minder intrigerend, al is het cliché 'groeiplaatje’ op Belladonna nadrukkelijk van toepassing. (Dietmar Terpstra www.planet.nl)


Een zeer uitgebreide cd review van Daniel Lanois nieuwste album "Belladonna" kan u terugvinden op : http://www.geocities.com/ddrocker/rockintheblues-cd-reviews-daniellanois-belladonna.html.
Daniel Lanois (born September 19, 1951, Hull, Québec) is a French Canadian producer and musician.
Discography:
* Rockets 2004
* Shine 2003
* Sling Blade 1996
* Lost in Mississippi 1996
* Sweet Angel Mine 1996
* For the Beauty of Wynona 1993
* Acadie 1989
Production credits (samenvating)
# How to Dismantle an Atomic Bomb 2004 - U2 (one track : "Love and Peace or Else")
# All That You Can't Leave Behind 2000 - U2
# Time Out of Mind
# 1997 - Bob Dylan Wrecking Ball 1995 - Emmylou Harris
# Us 1992 - Peter Gabriel
# Achtung Baby 1991 - U2
# Oh Mercy 1989 - Bob Dylan
# Yellow Moon 1989 - Neville Brothers
# The Joshua Tree 1987 - U2
# So 1986 - Peter Gabriel
# Voices 1985 - Roger Eno
# Birdy 1985 - Peter Gabriel
# Thursday Afternoon 1985 - Brian Eno
# The Unforgettable Fire 1984 - U2


 

THE SWAMPTONES
website : www.swamptones.de
label : Eigen Beheer
Contact / Booking : swamptones@swamptones.de
Agent : www.concertschubert.de

The Swamptones sind beim “Belgium Rhythm’n’Blues Festival” 2005 in Peer (B) dabei!

Roots muziek is internationaal. Dat bewijst de Duitse band ‘Swamptones’ met hun tweede plaat “Swamp Fiesta”. Zelf noemt deze groep uit de regio Köln hun muziek ‘Louisiana Party Music’ en daar is niet één woord verkeerd aan. De band bestaat sinds 1999 en heeft al met vele groten uit de Rhythm and Blues, Zydeco en Blues wereld op één podium gestaan. Ze toerden met o.a. Dr John, Chubby Carrier, Buckweat Zydeco en Katie Webster, maar hun grootste inspiratiebron is New Orleans blues en swampartiest Jumpin Johnny Sansone. Op hun in 2001 verschenen debuutplaat “Hot Sauce, Beads & Voodoo Dolls”vertolkten ze het Sansone nummer “Crawfish Walk”, waar Jumpin Johnny Sansone zeer vereerd mee was. Toen hij in 2003 op tournee was in Europa nam hij de uitnodiging daarom ook direct aan toen de Swamptones hem vroegen een bijdrage aan hun nieuwe plaat te willen leveren. Op “Swamp Fiesta” horen we Jumpin Johnny Sansone op vijf van de twaalf nummers als zanger en / of mondharmonikaspeler en worden twee songs van hem gecovered. Het springende, New Orleans blues getinte ‘She Said, You Said, I Said’ met uitstekend scheurend harmonikaspel van Sansone en het ruim zes minuten durende ‘Lost In The Bayou’ een swampblues ballad met afwisselend heerlijk accordeon en harmonikaspel van respectievelijk Heiner Koop en Jumpin Johnny Sansone. Laten we de rest van de band niet vergeten: accordeonist Heiner Koop, gitarist Guido Lehmann, Saxofonist Thomas Feldmann, Chris Keul op rubboard, bassist Jurgen Orzelski en drummer Stefan Lammert maken van “Swamp Fiesta” een echt feest en bewijzen dat ook Europeanen deze muziekstijlen beheersen. Heiner Koop en Guido Lehmann schrijven bovendien zelf originele songs die niet onder doen voor coverversies van oa. Lynn August en Doc Pomus. Uit recensies blijkt dat ze elk festival op de kop weten te zetten en na het beluisteren van “Swamp Fiesta” begrijp je waarom: uitstekende muzikanten die respect tonen voor hun roots en dit op hun eigen originele manier verwerken. Feestband van het Jaar.
Met dank aan Thomas Kaldijk (www.bogdike.nl)
Haal de tappas en Chili con Carne maar boven denk ik bij het horen van het eerste nummer ' 58 Pink Cadillac'. Een heel goed begin voor een cd vol zuiderse klanken. Deze heren brengen je zonder enige moeite naar New Orleans. Van het begin tot het eind kan ik niets aanmerken dat negatief is. Een swingende ritmesectie als ondersteuning van speelse gitaar, accordeon en sax maken elk nummer een streling voor het oor. Ze vragen zich af: 'Who Stole The Hot Sauce?'. Wel voor mij is dit meer dan duidelijk… die zit over elk nummer gegoten. Voeg dan hier en daar nog een Jumpin' Johnny Sansone aan toe en het kan niet meer stuk. Dat deze heren ook zelf kunnen composeren bewijzen ze in nummers als: 'She's Fine' en 'Back In New Orleans'. Zes muzikanten waaronder: zanger/pianist Heinrich Koop die we kennen van o.a. The Big Four en gitarist/zanger Phil Bee ex-Doctor Rhythm (nu met eigen band), die samen negen instrumenten bespelen is ook al uniek. Dat dit alleen maar ten goede komt van de totaalsound zal u wel niet verbazen. Laat je lekker meeslepen op 'Lost In The Bayou' van Meneer Sansone met The Swamptones als begeleiding. Het moet een hele eer zijn geweest voor deze heren om een cd te mogen opnemen met één der grootheden van de Swampblues. Zet deze band samen met Meneer Sansone als afsluiter op een festival en dan kan het volgens mijn bescheiden mening niet meer stuk. "Swamp Fiesta" is zondermeer een geslaagde cd. Volgens mij gaan we hier nog meer van horen.
Met dank aan : El Grande (voor www.bobtjeblues.com)
el_grande65@hotmail.com


 

THE HOLLYWOOD BLUE FLAMES
SOUL SANCTUARY
www.hollywoodblueflames.com
Label : Delta Groove
www.deltagrooveproductions.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Het Delta Groove label is een van de meest belovende nieuwe blues labels op dit moment, hetgeen u ook kan merken aan de recensies van deze maand. Maar ook zijn de cd's nu ook gemakkelijk verkrijgbaar daar ze voor hun Europese distributie hun onderdak vonden bij Munich Records. Zo verschenen vorig jaar reeds de geweldige releases van Kirk Fletcher en The Mannish Boys. En nu dit jaar verrassen ze ons met het album "Soul Sanctuary" van The Hollywood Blue Flames, een samengaan van de legendarische Hollywood Fats Band, en Mitch Kashmar, een gedreven 'harp blower/singer' die momenteel wereldwijd in de belangstelling staat. The Hollywood Blue Flames zijn dus wel degelijk de originele Hollywood Fats Band (Al Blake, Fred Kaplan, Richard Innes, en Larry Taylor) zonder Fats natuurlijk, die zeer tragisch stierf op amper 32 - jarige leeftijd. De originele Hollywood Fats Band LP (1979) is ondertussen een klassieker geworden van de West Coast blues en laat uitbundig de talenten zien van wijlen Hollywood Fats. Plaatsvervanger voor Fats is Kirk Fletcher, één van de jongere generatie spelers, en was reeds te horen op allerlei West Coast platen van o.a. Al Blake, Lynwood Slim, Junior Watson, Jimmy Morello en niet te vergeten, Kim Wilson. Fletcher maakte zijn debuut in 1999 met "I'm Here & I'm Gone" voor het JSP label en vorig jaar verscheen zijn prachtige album, "Shades Of Blue"op het Delta Groove label. "Soul Sanctuary" bestrijkt een groot scala aan bluesstijlen zoals traditionele Chicagoblues, shuffles, boogie, .... gewoon samengevat gedreven West Coast blues. Een korte intro, nl. het swingende instrumentale "Flambed", een boogie die dadelijk al duidelijk maakt dat Fletcher wel degelijk de geknipte gitarist is om in Fats' schoenen te staan. Partytime dus! Maar er is meer moois te ontdekken: "Nit Wit", een voetstampende rockabilly, "The Land of Calio", een rustig nummer met uitstekend harmonicawerk van Al Blake, "Soon Forgotten", een meer gedreven gitaarnummer waarin de solos mooi ingekleurd worden met een piano backing, op "He's A Blues Man", speelt Kaplan in de stijl van Johnnie Johnson, "Jo Angelyn" een instumentaal tussendoortje maar wel met prachtig orgel - en gitaarwerk, op “Black Cat Bone” staan Blakes bezielend harmonicaspel weer centraal en de uitschieter is wel het meer dan zeven minutendurende “Coco Puffin'”, een vlekkeloos bluesnummer. Na deze elf tracks zijn er nog twee bonus tracks, met vooreerst het jazzy instrumentale “Big Foot’s Boogie”, met een uitblinkende Fred Kaplan op zijn boogie woogie piano. Met het afsluitende akoestische “You're Sweet” met als gast Kim Wilson op harmonica zorgt er voor dat verveling geen kans krijgt. Persoonlijk volg ik deze jongens reeds van bij het begin en ik ben ervan overtuigd dat deze band een groot potentieel aan groeikansen heeft. Rest nu alleen nog het geluk aan hun zijde te krijgen en daarvoor zijn ze met hun nieuwe gitarist Kirk Fletcher al een stap in de goede richting.


 

THE KOZ
HARD RIVER BLUES
website : www.thekoz.net/start.html
label : Eigen Beheer
info : rory@thekoz.net
the_music_lady@hotmail.com
(bookings)
www.cdbaby.com/cd/koz


"The Koz celebrate their long awaited debut CD "Hard River Blues”. The Koz, known for their rippin' versions of covers of classic roots rock now adds a collection on rippin' original material to bring to the stage at Don Quixote's. Their style features a combination of rock, country, reggae and blues. The Koz is: Santa Cruz music veteran Rory Koshlaychuk, songwriter, electrifying guitarist with a beautiful voice, jazz/rock drummer Nigel Bates and Marvin Labrie on the big bass." (www.donquixotemusic.com)

Het is Rory "The Koz" Koshlaychuck (2/6/'49) die zo vriendelijk was om dit cd'tje op de post te gooien in Santa Cruz, California. Erg leuk rock & roll album dat veel blues / country / jazzy invloeden in huis heeft. Niet te verwonderen als je al meer dan vijfentwintig jaren bezig bent in het muziekwereldje. Zo vang ik ondermeer flarden op van Steely Dan in songs als "Without Your Love", "Someone to Love", en het schitterende bluesy "Do It Again" (met leuke echootjes). Maar ook de (commerciele ?) blues / rock toestanden à Gary Moore in songs als "Still ain't Got Enough", "My Red Heart is Down" en "What Do You Want." Roots / Americana in de opener en prijsbeesten "Hard River Blues", "Bonnie & Clyde", "Let it Ride" (met blazers). Allemaal eigen materiaal, en de song "My Red Heart Is Down" schreef hij zelfs in samenspraak met zijn vierjarig zoontje Lennon. Dat belooft ! Bovendien "Koz" covers van John Lennon's "Imagine" (op een erg originele reggae wijze) en "Gotta Serve Somebody" van Bob Dylan(met Brian Chester on keyboards) op dit debuutalbum van The Koz. Eerder verschenen er al een drietal solo cd's van Rory Koshlaychuck (Zie www.thekoz.net). Aardige kennismaking!


 

DOUG JAY & THE BLUE JAYS
JACKPOT!
Website :www.dougjay.com
Email : doug@dougjay.com
info@dougjay.com
Label : Crosscut Records
www.crosscut.de
blues@crosscut.de

Zoals de meesten onder ons ontdekte Doug Jay (geboren in 1953 te Pensacola) de Blues in zijn tienerjaren. De muziek van de legendarische Little Walter Jacobs deed hem naar het “mondmuziekske” grijpen en hij besloot er heel goed in te worden. Begin jaren '70 begon Doug Jay zijn professionele carrière en in 1976 sloot hij aan bij The Allstars uit Charlottesville, een van de eerste blues/roots bands van de tweede generatie.Tot die generatie behoorden niet de minsten : Stevie Ray Vaughan, The Fabulous Thinderbirds, The Nighthawks, en George Thorogood, en vele anderen. Er ontstond een doorgedreven kruisbestuiving tussen de verschillende bands en oude glories als Muddy Waters, B.B. King, Sunnyland Slim,… De eerste en enige LP van The Allstars “Tip Your Waitress” (1978), gereleased bij Adelphi Records, werd beloond met een daverende recensie in Rolling Stone Magazine. In 1980 werd hij door de lead-gitarist van de Muddy Waters Band, Bob Margolin, weggeplukt en speelde enkele jaren bij The Bob Margolin Band. In 1990 begon Doug zijn eigen groep, samen met Anthony Paule, waarbij ze indoken op de bluesscene die al vanaf de 80er jaren aan de gang was, de West-Coast blues en de Jump & Swingblues, denk gewoon aan mensen als Robert Cray en William Clarke. Nadien speelde hij een tijd rond Washington, DC en begon eigen nummers te schrijven, wat resulteerde in zijn eerste solo CD “Until We Meet Again” (1993). Het schijfje werd zeer goed onthaald bij de internationale pers en de deuren naar Europa gingen wagenwijd open. Datzelfde jaar tourde hij met de ons zeer bekende Mojo Blues Band. Ze deden Banana Peel aan in de maand september, Bluesfestival Kwadendamme(NL), en later volgden ook tournees in Italië en Duitsland, waarna hij in 1994 weer terug kwam in Washington DC. In 1999 nam Doug uiteindelijk zijn tweede solo project op, het "Get It While It's Hot", met tien eigen nummers en veel stermuzikanten, waaronder Alex Shultz op gitaar en de legendarische doo-wop en rhythm & bluesband the Orioles opgericht in 1930 door Sonny Til. Op het Crosscut label verschijnt deze week zijn nieuwe album "Jackpot!" in een mooi digipak verpakking zoals we dat van dit label gewoon zijn. Maar het is niet de verpakking die telt, Doug Jay & The Blue Jays laten op dit nieuwe album meteen horen dat ze de swampblues tot de diepste sounds van Chicago nog niet vergeten zijn. Veertien nummers in een mix van blues, swing, R&B en elementen uit de '20th-century American music'. Doug Jay bezit een heldere en mooie stem, maar ook op harmonica is hij niet te schatten. Hij blaast, en schuift dat het een lieve lust is, het opgewekte "Giddy-Up", het swingende "It Must Have Been The Devil" en de slow blues in "Half Ain't Been Told" zijn er treffende voorbeelden van. Hij speelt zondermeer zeer verdienstelijk. Bij vlagen zelfs indrukwekkend en gevoelvol, vervolgens soms weer rockend en swingend en ... daarom is "Jackpot" een geweldig album, mondharmonicasolo's geven het gewenste kippenvel hier en daar, en de variatie houd het geheel erg spannend. Eén van de gasten is 'Sax' Gordon Beadle, ontegensprekelijk één van de meest opwindende en gevraagde saxofonisten van het moment. Met virtuoze perfectie gekoppeld aan een tomeloze energie houdt hij de grote traditie van de jazz&blues sax levend. Moeiteloos varieert hij van rock over swing naar keelachtige blues. Daarbuiten treffen we Thomas Feldmann (baritone sax) en Roel Spanjers (piano & orgel) aan op sommige tracks. Doug Jay brengt nu het grootste deel van het jaar door in Duitsland en staat regelmatig bovenaan affiches van festivals en is een graag geziene gast in clubs want met zijn unieke, sensuele en zeer expressieve stijl heeft hij op het podium een enorme uitstraling. Kortweg :Hij heeft een eigen swingende en inventieve stijl ontwikkeld met een pracht van een album als gevolg.

The BAND:
Doug Jay - vocals, harmonica
Jimmy Reiter - guitar / background vocals (3)
Jasper Mortier - acoustic & electric bass
Andre Werkmeister - drums / background vocals (3)

Special Guests:
Chris Rannenberg - piano (3,5,6,7,8,9,11)
'Sax' Gordon Beadle - tenor sax (8,10)
Thomas Feldmann - baritone sax (8,10)
Roel Spanjers - piano (10) & organ (12)


The Tracks :
1. In The Darkest Hour
2. I'll Do Anything For Your Love
3. Jackpot!
4. Giddy-Up
5. Real Bad Girl
6. Ya Hoodoo Me
7. I Jump
8. When I Get Lucky
(Floyd Dixon / El Camino Music Publishing, BMI)
9. It Must Have Been The Devil
(Otis Spann / Prestige Music Co., BMI)
10. Just Say So
11. Half Ain't Been Told
(Otis Spann / unknown)
12. I Know What's Been Goin' On
(C. J. Reiter - Doug Jay / CrossCut Publishing, GEMA)
13. Tumbleweed
(C. J. Reiter - A. Werkmeister / CrossCut Publishing, GEMA)
14. Each & Every Day
(Doug Jay - Jasper Mortier / CrossCut Publishing, GEMA)

Except as noted, all songs written by Doug Jay (CrossCut Publishing, GEMA)
Produced by Doug Jay & The Blue Jays
Recorded & Mixed at Fearfactory (Bad Iburg, Germany) by Marcus Praed


THE HARMONY TWO TONES
website : www.harmonytwotones.com
contact@harmonytwotones.com
label : Cool Buzz
info : www.coolbuzz.nl
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl

Op zoek naar Blues, Jazz, Swing, Ska, Gospel of elke andere soort roots-muziek? En dat uit België & Holland?
Goede zaak dat u The Harmony Two Tones heeft gevonden!

 

Eindelijk is hij er dan, de langverwachte cd van de Belgisch / Nederlands rootsband The Harmony Two Tones. Het kon niet uitblijven, optredens op Moulin Blues, BRBF Peer, Nantes deden de liefhebbers dan ook reikhalzend uitkijken naar het debuutalbum dat nu bij de platenboer te verkrijgen is. Veertien eigen songs en een bloedstollende ode aan Percy Mayfield ("I Need Love So Bad"). Prachtige swingende instrumentale opener ("00.35") die mij aan duistere nachtclubs doet denken maar ook een beetje aan een song van Robert Long, meteen het visitekaartje van deze eigenzinnige combinatie van authenticiteit en originaliteit called "The Harmony Two tones". Blues met een schittterende harmonica (zanger Renaud Lesire) , sax (Jan Boekaerts) in "Unlucky So'N'So", "That's My baby", "True Song", "Don't Be Scared" en de retro - swing / jazz / jump straalt er vanaf in "I'll Be Seeing you", "How Does It Feel", "I Want My Baby" en het effenaf schitterende "Sincerely Blue". Deze zes heren in maatpak amuseren zich kostelijk met authentieke Rhythm & blues, jumps, slowblues, jazzy nummers uit de jaren '40 / '50 inclusief een verdwaald gospelnummertje "Why Are You Afraid", een swingend "Two Tones Hop" en een walsje met "Suzanne". "Some Things" lijkt misschien een reisje met de tijdscapsule maar het is een dynamische afsluiter van een album dat de sfeer / schoonheid uitademt van een moderne film Noir soundtrack. Line up : Renaud Lesire / zang, mondharmonica, Ernesto Zvar / zang en gitaar, Maurice Coumans / gitaar, Jan Boekaerts / saxofoon, Donné la Fontaine / contrabas, Frank Coumans / drums. Inmiddels vernamen wij dat Jan Boekaerts wegens privé redenen de band verlaten heeft. Erg jammer, maar wie zich geroepen voelt om hem eventueel te vervangen kan contact opnemen met "THE HARMONY TWO TONES" Prima album!


 

MITCH KASHMAR
with Jr. Watson
NICKELS & DIMES
Label : Delta Groove
www.deltagrooveproductions.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com


"Mitch was only 19 when I first heard him and he sounded good even then. These days, oh man, is he tough!" - Kim Wilson of the Fabulous Thunderbirds
"Unbelievable. A great singer, and up there with the best harp players I've ever heard. I'm knocked out!" - John Hammond
"Mitch Kashmar is my absolute favourite blues harp player of his generation, and one of my favourites period! He's also a first-class vocalist ---- his singing really knocks me out." - William Clarke
"This guy is like a double-barrelled shotgun, blasting you with both great harp and great singing --- therea/deal." - Jr Watson
"One excellent traditional harmonicist and also a unique chromatic stylist. I¹ve played with some of the best, people like Paul Butterfield and Stevie Wonder, and Mitch is right there!" - Amos Garrett
"When I first saw him coming. He was dressed so sharp I though he was a pimp. Turns out he not only looks good and plays the hell out of the harmonica, but sings great too. A triple threat artist!" - James Harman


Geboren in 1960, Mitch Kashmar was nog op school wanneer hij met enkele vrienden begon te spelen met lokale bands in zijn eigen Santa Barbara. Hij vormde zijn eigen band, The Pontiax, in 1980, maar voor hij verhuisde naar Los Angeles in 1985, speelde hij nog in vele clubs in de streek van Santa Barbara en Ventura, zeg maar het hele zuiden van California. We kennen Mitch Kashmar niet enkel van The Pontiax, maar ook van het Belgium Rhythm & Blues Festival in 1990 waar hij toen wel voor de verrassing zorgde. Mitch en de andere leden van The Pontiax brachten hun eerste album "100 Miles To Go" op de markt op Blue Sting Records hier in Belgie, en dit was meteen goed om op alle blues festivals in de U.S., Canada en Europe een spetterend optreden te bezorgen en dit in alle mogelijke bluesstijlen zoals Chicago harmonica blues, New Orleans piano R&B, West Coast jump blues en swing, boogie woogie, Louisiana swamp funk, Texas guitar blues en straight ahead jazz. Mitch en the Pontiax waren ook een uitstekende backup band, daarmee stonden ze in het verleden op het podium met grote bluesnamen als: Big Joe Turner, Eddie Cleanhead Vinson, Lowell Fulson, Roy Gaines, Jimmy Witherspoon, Charlie Musselwhite, Johnny Adams, John Lee Hooker, Pee Wee Crayton, Luther Tucker, Pinetop Perkins, William Clarke, Kim Wilson, en vele anderen. Zijn eerste soloplaat "Crazy Mixed-Up World" verscheen in 1999, gekoppeld met een tour onder zijn eigen naam. Met zijn opvolger "Nickels & Dimes" laat Kashmar zijn kunsten op harmonica en zijn zangkwaliteiten nog meer tot uiting komen. Kashmar kan voor de begeleiding rekenen op een all-star West Coast band bestaande uit zijn beste vriend gitarist Junior Watson, Richard Innes (drums), Ronnie James Weber (upright & Fender bass) en pianist Bob Welsh. Ook zijn er gastbijdragen van blues legenden Arthur Adams ("Knock 'em Dead") en Abu Talib (beter gekend als Freddy Robinson op "Lizzy Mae"), beiden zijn onweerstaanbare gitaristen en hun zang mag er ook nog best zijn. Pure West Coast blues krijg je voorgeschoteld op deze nieuwe plaat waarin het begeesterende swingende "Dirty Deal" en het meeslepende jazzy "New York Woman" behoren tot de uitschieters. Doch de juweeltjes op dit album zijn ongetwijfeld "Gettin' Drunk", met een buitengewone solo van Watson (heeft ook zo'n West Coast giaarsound, denkende aan T-Bone Walker en Pee Wee Crayton), de rustige 'low-down' blues van "Whiskey Drinkin' Woman" en het gedreven instrumentale "Runnin' Off At The Mouth", met Kashmar als uitblinker. Hartverscheurend mooi! Kashmar speelt en zingt zijn songs zoals hijzelf denkt dat ze horen te klinken… en dit is zijn sterkte. Hij laat je gedachten afdwalen naar de diepste pijnen binnenin je ziel. Je stelt jezelf bloot aan alle aanwezige emoties die op zijn beurt een helende kracht hebben… de kracht van de Chicago- en West Coast blues! Zo draagt Mitch Kashmar er zonder enige twijfel toe bij dat onze waardevolle bluescultuur in de belangstelling blijft.


 

JOSHUA BLACK WILKINS
HELLBENT AND BROKENHEARTED
www. joshuablackwilkins.com
label : Angryson Records
info : blackboots24@hotmail.com
www.cdbaby.com/cd/jbwilkins


De Euro Americana Charts reporters zullen weer in de handjes kunnen wrijven want met het album "Hellbentt and Brokenhearted" de opvolger van het in 2002 verschenen "17 TH & Shelby" zou "Nashville's Alternative Country Bastard " Joshua Black Wilkins (26) wel eens hoog kunnen scoren in de maand / jaarlijstjes. Zijn verzopen wiskey / schuurpapieren stem en zijn uiterlijk verwant met de punk / rockabilly look van Hank Williams III / Shack Shakers/ Kenneth Brian maken van hem een geduchte concurrent in het alt. country / Americana wereldje. Dertien eigen songs en een cover van Whiskeytown's "Pawnshop (Ain't a place for a wedding ring)", begeleiding van (ex) leden van Agent Orange, Tarbox Ramblers, Rosie Flores' band, Bad Livers, Hank III and the Camaros maken van dit album een voltreffer. Zo scheuren de gitaren en blaast Joshua de longen uit zijn lijf op zijn mondharmonicaatje op "In My Time Of Dying", krijgen wij onvervalste en schitterende roots/country met dobro, mandolin, fiddle op "You Don't Want To Be My Gal", " Down by the Waterside", "I Used to Think Twice", "I Don't Give A Damn" en "Back In The Ring Again", het betere singer / songwriterswerk met titelnr. "Hellbent and Brokenhearted", prijsnummers in de categorie akoestische pareltjes "Tell The Devil", en "Shotgun", het schreeuwerige "Barbed Wire" met backingvocals van Debbie Dover, en de wondermooie met steelgitaar (Ron Blakely) overgoten songs "All I Want To Say To You", "Counting Shooting Stars" en "Broken Strings & Promises".Ijzersterk album dat geschiedenis gaat schrijven en bij deze nodig ik Joshua Black Wilkins uit op de 2006 editie van Blue Highways .


 

DWIGHT YOAKAM
BLAME THE VAIN
www.dwightyoakam.com
Label : New West Records
www.newwestrecords.com
Distr: Sonic Rendezvous
info : www.sonic.nl

In de helft van de jaren ’80 kwamen er een nieuwe generatie countyzangers. Dwight Yoakam moest 10 jaar knokken om zich een publiek te verwerven. Yoakam speelde terug de traditionele country. De klassieke “Bakersfieldsongs” kregen een tweede leven. De traditionele klanken van de country moest toegankelijker gemaakt worden voor het hedendaagse publiek. En ondertussen is Yoakam in de countryscène, met wereldwijd meer dan 23 miljoen albums, een grootheid. Met zijn gevoel voor traditie wist hij de ingeslapen country van de nodige impuls te voorzien. Net als jaren daarvoor zijn grote voorbeelden Hank Williams, Buck Owens en Merle Haggard dat deden, gaat Yoakam verder op de pad dat zij legden. Het debuutalbum Guitars, Cadillacs, etc. etc. sloeg in en er ontstond een ”Nieuwe traditionelen“ beweging met verder o.a. George Strait en Randy Travis. Het op zich uitstekende, doch zichzelf herhalende opvolger "Hillbilly Deluxe" was weliswaar succesvol maar deed Yoakams carrière wat stagneren. Daarop volgde het album "Dwight’s Used Records", een album met een collectie rariteiten: het verzameld de nummers die Yoakam voor speciale gelegenheden, verzamelaars en samen met anderen opnam. De duetten op dit album die hij met Deana Carter en Heather Myles doet waren de echte hoogtepunten van deze verzamelaar. Na jaren veel success te hebben gehad in Nashville ging het dus de laatste jaren wat minder met zijn muzikale carriere, maar na zeventien albums in twintig jaar met vaste producer Pete Anderson was de koek wel degelijk op. Ondertussen liep Dwight aan tegen gitarist Keith Gattis en diens typische Telecaster riffs. Hij dacht terug aan begin jaren '80. Toen scoorde hij zijn eerste nummer met "The Streets Of Bakersfield", dat hij opnam met zijn grote voorbeeld Buck Owens. Hij besloot nu terug te gaan naar zijn roots.Yoakam schreef twaalf beauty's van nummers, tekende een contract bij independent New West, waar hem meer artistieke vrijheid wordt gegund, en nam voor zijn 18de album het heft volledig in eigen hand. Het resultaat: een schitterend album met straight-up-country in de opener "Blame The Vain", honky-tonk ("I Wanna Be Loved") en soms een vleugje rock & roll ("Three Good Reasons"), opgenomen in de beste Dwight Yoakam stijl. Dwight’s oude sound is natuurlijk herkenbaar, de snik in zijn stem en het gitaargeluid zijn allen weer aanwezig. In de achtergrond vocalen horen we Jonathan Clark en Timothy B Schmitt. Samen met Keith Gattis (gitaar), Mitch Marine (drums), Tara Prudaniuk (bas) en Skip Edwards (orgel, pedal steel, piano) zorgt hij voor twaalf ijzersterke nummers over liefde en liefdesverdriet. "Blame The Vain" is een typische Dwight Yoakam, een cd waar het plezier van af druipt en waarop tranentrekkers moeiteloos worden afgewisseld met wat steviger werk. Met "Blame The Vain" en Fulks's "Georgia Hard", weten we nu zeker dat anno 2005, er nog steeds fantastische traditionele country wordt gemaakt en daar zijn we heel blij mee.


 

LITTLE ARON
AND THE EAST SIDE RIVER BOYS
WE'RE GONNA ROCK-AND ROLL
website : www.littlearon.com
info : littlearon@littlearon.com
label : Eigen Beheer /
verkrijgbaar Enviken Rec/ Raucous Rec


In december 2004 verscheen bij Rootstime de recensie van het album "Rock & Roll Trio" van de Zweedse rockabillyband "Little Aron & the East River Side Boys". Blijkbaar is ons verslagje in goede orde ontvangen want onze president mocht het nagelnieuwe "We' re Gonna Rock & Roll" ontvangen en was zo aardig om het exemplaar door te schuiven naar deze jongen, weliswaar zonder vetkuif, maar de rockabilly hoog in het vaandel dragend. Net als op het vorige album draait alles rond Anders Tegnér, frontman / guitar & vocals en songwriter van dienst. "Niet minder dan veertien songs van zijn handjes en eentje ("Hey Little Girl") van Carl Jönsson (on slapping bull bass called "Dolly"). Iedereen komt aan zijn trekken met de old wild rock & roll, screamin', shoutin', frantic rockabilly, red hot smokin' blues, good old hillbilly en zelfs een snuifje hard rock. Alles onder het motto: one, two, three, four, five, six , seven , eight , nine, ten ...." WE ' RE GONNA ROCK - AND ROLL."

CARL JÖNSSON : double bass
LARS JOHAN TEGNéR : drums
ANDERS TEGNéR : guitar / vocals

Tracklisting:
We're Gonna Rock-And-Roll / Sweet Caroline / You / I'm So In Love With You / My Baby's Gone / VS Doggy Dog / Don't You Know / Drinking Whiskey And Wine / Sue / Sweet Boppin' Marie / Hey Little Girl / Don't Try / A Night Of Sorrows / I've Got A Girl / I Have To Do Some Time (Again)

"Straight Rockabilly the way it's meant to be. Little Aron has a voice well suited to the Rockabilly style, and the music performed by his band is lively and infectious, with hot guitar and a thumpin' double bass. 15 boppin' tracks" (http://www.raucousshop.co.uk/shop/product.asp?pid=8807) (SWA)


 

ANGRY JOHNNY
AND THE KILLBILLIES
PUTTIN THE VOODOO ON MONROE
website : www.getangry.com
angry@getangry.com
label : Gem Buzz Records
info : www.gembuzz.com
(Rolf Wagner)
www.cdbaby.com/cd/ajkillbillies

"Beer, bullets, bad luck and broken hearts. Angry Johnny and The Killbillies are Norman Rockwell's worst nightmare come to life. Take a trip to a town called Killville where nobody gets out alive and about the best you can hope for is a quick and painless demise."The band plays a particularly warped brand of country music, and dabbles in various other styles ranging from rockabilly to punk. The Killbillies are bad boys with a self-described white trash musical sensiblity and lyrical dark humor. Het klinkt en ziet er allemaal wat angstwekkend uit maar schijn bedriegt. Angry Johnny and the Killbillies ("The most RIP - roarin', butt - kickin', combo yet to bust out of the so - called "no Depression" ranks" (Holley George - Warren, the Village Voice) zijn erin geslaagd om een erg gevarieerd maar prima Americana album af te leveren. Blijkbaar is het fictieve Killville in Massachussets niet zo een aardig dorpje ... er wordt gezopen, gestolen, de lijken vallen er niet alleen uit de kasten, de kogels vliegen in het rond, er wordt meer naar de hoeren gelopen dan naar de kerk, misschien dat er nog plaatsen zijn waar dit allemaal gebeurt maar in Killville is het dagelijkse kost. Het zijn thema's die John Erush als het ware in de schoot geworpen zijn om een erg somber verhaal over one unlucky son of a bitch called Monroe op te hangen. De perfecte soundtrack for a road trip down to hell met hartverscheurende songs like "Body Doing Time" maar ook punkabilly met banjo en mandolin in "I Think I See The Light, my true love said goodbye", "Trains Don't Run", "Baker's Farm", klasse alt.country met "Jerry Lynn", "Lazuri", "Only thing He Said" en songs waarin Ron Shepard de pedal steel laat huilen "Only Thing I Want To Do", "Let's Get Over With It" en "Only thing He Said". Het lijkt wel of Jason Ringenberg zijn Scorchers terug verzameld heeft. Een staaltje mondharmonica van Agry Johnny himself en subliem banjogepingel van Goatis T. Ovenrude kan je tegenkomen in "When I Think Of You". De honky tonk in de "Walpol Prison Blues" moet de pil van de "One Bullet Blues" verzachten. "Lucky Day" en "I Chose the Gun" met fiddle, gitaren, trompetten roepen western taferelen op en met "Waltzing on The Air " inclusief trombone en tuba lijken de Whiskey Priests / Pogues langs te komen.


THE MANNISH BOYS
THAT REPRESENT MAN
www.themannishboys.com
Label : Delta Groove
www.deltagrooveproductions.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com


Dat de hedendaagse West Coast blues scene zeer rijk is aan blues talenten, dan kunnen we die zeker terugvinden in de West Coast super groep die hunzelf The Mannish Boys noemen. En met hun debuut "That Represent Man", brengen ze een van de beste albums van het jaar op de markt. Als u weet dat u in The Mannish Boys de absolute top van de West Coast blues veteranen en de jonge garde spelen, weet u dadelijk wat u te wachten staat. Deze groep bestaat nl. uit : Finis Tasby (vocals), Kirk Fletcher (gitaar), Frank Goldwasser (gitaar), Leon Blue (piano), Ronnie Weber (bas) en June Core (drums), maar ook de 'special guests' zijn niet de minste, o.a. Roy Gaines (vocals & gitaar), Johnny Dyer (vocals & harmonica), Mickey Champion (vocals), Paul Oscher (gitaar) en Randy Chortkoff (harmonica). Finis Tasby is zowat de spil van deze groep, Tasby's stem weet duidelijk de bluessound van de jaren '40 terug te doen herleven en weet daardoor een zekere meerwaarde aan deze plaat te geven. In de beginjaren '60 verhuisde hij van Dallas naar Los Angeles, en in het begin van de jaren '70 vormde hij een band, en mocht dadelijk optreden in het voorprogramma van B.B. King, Percy Mayfield en Big Mama Thornton. Zijn eerste cd werd uitgebracht in 1995 voor Shanachie, gevolgd door het prachtige "Jump Children" voor Evidence in 1998. Tevens zijn Tasby's vocale bijdragen terug te vinden bij opnames van o.a. Kirk Fletcher, Enrico Crivellaro en op zijn meest recente solo projekt "Blues - A Tribute To John Lee Hooker", een album dat vorig jaar op zeer goede recensies kon rekenen. De andere vocale bijdragen komen van de krachtige harmonicablazer Johnny Dyer op twee tracks en één door de legendarische Texas gitarist Roy Gaines, L.A. vocalist Mickey Champion en veteraan pianist Leon Blue (Albert Collins, Ike and Tina Turner Revue). Gitarist Kirk Fletcher is één van jongere generatie spelers en was reeds te horen op allerlei West Coast platen van o.a. Al Blake, Lynwood Slim, Junior Watson, Jimmy Morello en niet te vergeten, Kim Wilson. Fletcher maakte zijn debuut in 1999 met "I'm Here & I'm Gone" voor het JSP label en vorig jaar verscheen zijn prachtige album, "Shades Of Blue". The Mannish Boys spelen hoofdzakelijk covers van artiesten als Smokey Smothers, Little Walter, B.B. King en van de grote West Coast legenden zoals Jimmy Nolan, Jimmy Wilson en Johnny "Guitar" Watson. Tasby heeft een zeer soulvolle stem en in de swamp blues van Jimmy Anderson's openende "Going Crazy Over T.V.", is de toon van dit album meteen ingezet. Op Lazy Lester's "I'm A Lover Not A Fighter" en de opener horen we Randy Chortkoff op harmonica in een geweldige Jimmy Reed stijl, hevige Chicago blues op Smokey Smothers' "Come On Rock Little Girl", Freddie King's rustige klassieker "It's Too Bad" en de cover van B.B.King's "Partin' Time'" met een B.B. gestemde gitaar van Kirk Fletcher behoren tot de uitschieters. En de andere vocalisten? Pianist Leon Blue zingt ook prachtig in de jazzy West Coast swing van Jimmy Nolan's "You Been Goofin'" en Johnny Dyer die niet enkel het vocale voor zich neemt in Little Walter's "Temperature", weet ook die temperatuur op harmonica te behouden zoals in Walter's originele versie. Mijn favoriet is echter de uit L.A. komende zanger Mickey Champion die een prachtige versie van Johnny Watson's "The Eagle Is Back" weet neer te zetten. Hij heeft een stem om blijven naar te luisteren denkende aan de grote Esther Phillips. Champion, wist mij al in 2002 te verrassen met zijn album "What You Want", dit terloops gezegd. Maar goed The Mannish Boys is een all-star groep die covers en bewerkingen mooi laten afwisselen met eigen werk. De opnames zijn van uitstekende kwaliteit wat de songs alleen maar ten goede komt. Voor de productie zorgden Randy Chortkoff & Joshua Temkin, en voor deze Chortkoff doen we ons petje af, want hij is de man achter dit fantastische project. Daar alle leden van dit gezelschap hun eigen band hebben is het maar te hopen dat ze vroeg of laat de tijd vinden om hier een vervolg aan te geven."That Represent Man" is naar mijn idee dan ook puur vakmanschap.



THE SHERRY JONES BAND
RIVER OF LOVE
website : www.sherryleajones.com
label : Eigen Beheer
info sherry@sherryleajones.com
www.cdbaby.com/cd/sherrylea



" I'm not blond and I'm not twenty , and my butt's not high and tight. But I am bright, and warm and funny, and I can rock your world all night . I' m not slim, petite and curvy, and my skin's not quite skintight. But I am soft, sweet and earthy, and I know how to rub you right. "Wat kan een man / vrouw nog meer verwachten .... bovendien heeft ze een stem die klinkt als een klok. Hallelujah ... Jesus Christus, dan hoor je overal vertellen dat er geen zangeressen meer zijn, dat het clubcircuit op zijn gat ligt, dat de festivals vrouwonvriendelijk zijn (kwestie programmatie) dat de kerken leeglopen .... Hier is de oplossing .... "River of Love" is het debuutalbum van de volslanke Sherrry (Lea) Jones en brengt ons gospel ("River of Love" , "That Small Still Voice", "Lift Me Up", "It Feels Wonderful") die Paus Benedictus en zijn discipelen de kleren over de haag doet gooien, doo - wop met het a capella gezongen "Songwriter", een country ballad die je kippenvel doet bezorgen ("You Don't Know"), calypso met country / roots invloeden ("Green Valley Road"), een bluesy / world / rock "Woman's Wisdom" en het funky Rhythm & blues pareltje "I'm not Twenty". "Only Love Is Real" is de afsluiter van dit prachtig album maar voor deze jongen is Sherry's stem / présence / levensfilosofie iets waar veel babe's met hun Kylie maten, hun in de studio getrukeerde stemmetjes een ferm punt aan kunnen zuigen. "This eclectic blend of folk / rock, blues, gospel, country & pop- what Sherry calls "Conscious Music" has been described as "Indigo Girls meets Sweet honey in the Rock meets Bonnie Raitt". Voor mij is dit gewoon een klasse album met tien eigen songs / een geweldige zangeres / prima band en alles doet mij uitkijken naar de cd's "Woman's Wisdom" (Aug. 05) en "In The Company of Angels" (Jan 06).


 

MARISSA NADLER
THE SAGA OF MAYFLOWER MAY
Website : www.marissanadler.com
Label : Beautiful Happiness
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Marissa Nadler is afkomstig uit New York en bespeelt de instrumenten grotendeels zelf. Zo is er de akoestische gitaar, het orgel, de banjo, cello en ukulele. Dit instrumentarium bij de wat vlakke songs zorgt ervoor dat de songs een wat voorspelbaar karakter hebben. Haar treurige liedjes, in een soort ballad-achtige folkpop gegoten, vertellen over dood en veroordeelde liefde en zijn ongewoon mooi. Haar vorige cd "Ballads Of Living And Dying" werd vorig jaar al eens in eigen beheer uitgebracht, maar kwam begin dit jaar dan toch op de markt. Dit album was meteen een bijzonder aangename verrassing, want "Ballads Of Living And Dying" is een hele mooie cd hetgeen we ook kunnen zeggen van de elf semi-akoestische folksongs van de opvolger "The Saga Of Mayflower May". Een cd die ballads bevat, songs die voor het overgrote deel donker zijn en overlopen van melancholie, maar incidenteel ook zorgeloos en opgewekt kunnen klinken. Haar dromerige, verstilde singer/songwritermuziek komt keihard aan, omdat het zo intens en zo droefgeestig is. En toch zo intiem, om dicht tegen je aan te drukken. De instrumentatie is uiterst sober maar smaakvol en geeft Marissa Nadler’s bijzondere stem alle ruimte. Soms haalt Nadler er een orgel (Brian Mc Tear) bij of gooit ze het met een banjo over een andere boeg maar steeds komt ze tot introverte folkliedjes die je adem doen stokken. Maar wat vooral opvalt is de hoge stem van Marissa Nadler. Een stem met sopraankwaliteiten die zo af en toe behoorlijk sacraal klinkt, maar gelukkig ook de warmbloedigheid niet ontbeert. Traditionele folk staat centraal op "The Saga Of Mayflower May", maar Marissa Nadler is ook niet vies van blues, country of psychedelica. Het resultaat is een ingetogen werk, een hypnotiserende prachtplaat die liefhebbers van folky singer-songwriters zeer aangenaam zal verrassen. Soms is het net of Joanna Newsom je toezingt, of een Josephine Foster. Op andere momenten lijkt ze de vrouwelijke evenknie van Mazzy Star’s Hope Sandoval en Chan Marshall, maar dat komt met name door het akoestische gitaarwerk. Binnenkort komt ze overigens naar Europa. Je kan haar ondermeer op zaterdag 18 juni gaan bekijken in de Bunker te Brussel alwaar ze met Ariel Pink en Lawrence Wasser ten dans speelt.


 

LORRIE SINGER & BRADLEY KOPP
WALK TALL

website: www.lorriesinger.com
info : lorriesinger@aol.com
bradleykopp@aol.com
label : Redboot Records
www.cdbaby.com/cd/singerkopp

Oude liefde roest niet en in het geval van Lorrie Singer en Bradley Kopp lijkt het sprookje als nog een happy end te krijgen. Beiden ontmoeten elkaar ergens eind jaren '70 in Boulder, Colorado en verloren mekaar een tijdje later uit het oog. Het zou duren tot 1996 eer de draad werd opgenomen en een jaar later luiden de bruiloftsklokken. Ondertussen hadden beiden op muzikaal gebied niet stilgezeten, zo verdiende Bradley de kost ondermeer als gitarist bij Alejandro Escovedo, Charlie Robison, Jimmie Dale Gilmore, Jimmy LaFave, als producer was hij betrokken bij de opnames van Fairport Convention's Iain Matthews, Jeff Talmadge, Omar & the Howlers en stak hij ook een handje toe bij het materiaal van Joe Ely, Ray Wylie Hubbard, Tish Hinojosa. Lorrie heeft ondermeer haar eigen Lorrie Singer band / is leadvocaliste bij de band Reunion en is zelfs te horen op een duetsingel met John Denver en harmony / backingvocals bij Jeff Talmadge, Ian Matthews, Shakin' Apostles, Sue Young. Ondertussen was de tijd rijp voor een eigen album en met "Walk Tall" werd de vriendenkring van het echtpaar Singer / Kopp aangesproken om een aantal songs ter beschikking te stellen. Met een songs van Gretchen Peters, Julie Miller ("Rachel"), Michael Woody & co - writing, "I Know A Goodbye", "I start Hurting All Over Again", "As Far As You're Memory goes" (The Woodys zie rev. Okt. 04), Robert Mc Entee (gt. on "River Don't Rise") and last but no least Greg Trooper ("Hannah's Dreams", zie rev.Mei 05) kan je bijna spreken van een greatest hits album. Nashville hit - writers die het gezelschap kregen van de Austin hot - players: drummer Tommy Taylor (Eric Johnson), bassist Mark Andes (Spirit, Heart, Stevie Nicks, Firefall), keyboards en pedal steel door Patterson Barrett (Jerry Jeff Walker, Partners In Crime) en Chip Dolan (accordion). Het gevolg kan je raden .... de schitterende stem van Lorrie (hearing echoes of Mary Chapin Carpenter, Patty Loveless, Karla Bonoff or even Bonnie Raitt in the robust vocals and eclectic, ear-tugging arrangements) met het sublieme gitaarspel / harmony & backingvocals van Bradley Kopp (aka Old Redboot, Bradley had been wearing red boots since the eighties) ..... PRACHTIG !


THE SHAMBELLS
EXIT WOUNDS
website : www.theshambells.com
label : Maxi Records MR - 01
info :petekanaras@boo.net
www.cdbaby.com/cd/shambells

 

"The Shambells are a DC All Star band with a unique sound and approach to Roots Rock. For one, while many rock bands can lay claim to a a blues based sound, The Shambells have real blues and roots music backgrounds that run very deep indeed." Niet te verwonderen als je de biografie van de leden doorneemt. Zo was gitarist Pete Kanaras jarenlang lid van The Nighthawks en speelde hij in de band van harmonica virtuoos Steve Guyger. Drummer Clark Matthews verdiende de kost bij ondermeer Carey Bell, Bob Margolin, Tom Principato. Bassist Tommy Hannigan ging met Keith Ferguson de boer op en het duo Dave Goodfriend (guitar) en lead vocalist Russ Becker maakten decennia deel uit van de band Goin' Goin' Gone en the Original Sinners (hun cover van "No Other Girl" kan je terugvinden op het album "Blastered" a tribute to the Blasters). Al dat moois heeft zich nu verzameld bij The Shambells en brengen met "Exit Wounds" een DIJK van een album uit. Roots / rock / blues van een groepje "veteranen " die naast eigen materiaal, de rock / pop van "Evidence of Faith", "Exit Wounds" de ballad "Maureen" met het accordionneke van Chris Watling, de blues met "Hard Way"en "Explain It" er niet voor terugschrikken om een aantal obscure covers op ons los te laten. Ondermeer Jamie James "My Mistake" (with the Kingbees) die in 2000 het schitterende album "Crossroads" uitbracht, het rockertje "You'll Never get Me Up" de B side van een singeltje (Name Rank and serial number 7) van Fist , het kippenvel veroorzakend "Two Angels" van Peter Case (met background vocals van David Kitchen en Cleveland Wehle on organ). Recorded in glorious analog sound by Philip Stevenson and mastered by the legendary Bob Olhsson of Motown Records fame, Conclusie : "A Fool Like you" and me moesten nu al op weg zijn naar de platenboer ... Verplichte aanschaf voor iedere roots / rock / bluesliefhebber.


TANGLEWEED
JUST A SPOONFUL
website : www.tangleweed.org
label : Squatney Records 45000
info :info@tangleweed.org
www.cdbaby.com/cd/tangleweed

JUST A SPOONFUL, and other folksongs of Rural Cook County.
Tangleweed is a five-person acoustic band from Chicago, Illinois.

Ryan Fisher (banjo), Paul Wargaski (upright bass) and Billy Oh (fiddle) zijn de stichters van Tumbleweed. Samen met Kenneth Rainey (mandolin, veteran of Chicago’s Kennett Brothers ) en Scott Judd (acoustic guitarist ) brengen zij een mix van akoestische Americana (Old - time or string bandmusic / blues / rock / jazz / bluegrass / country) met heel veel respect voor de traditionele fiddle tunes. Zo kan je ondermeer hun versies terugvinden van de "Orange Blossom Special", "Banjo In The Holler" van the Dillards, en veel traditionals als "Train 45", "Spoonful", "Cindy", "Old Joe Clark, "Katy Kline" en "Ragged But Right". Songs die bij de liefhebbers van deze muziek zeker een lichtje doen branden. Dit is hun debuutalbum dat live werd opgenomen in true field-recording fashion, with Bob Weston at the helm of the two-track tape recorder with vintage microphones and mixer. There are no overdubs. You can hear floorboards creak between takes. You can hear feet stomping. You can hear voices crack to be heard above the din of five instruments. It is a flawed record, but also a very human one. Meer moet dat niet zijn !


 

SISTER BLUE
LUST, PAIN, AND OTHER TEMPTATIONS
website : www.sisterblueband.com
label : Eigen Beheer
info : sisterblue@msn.com
www.cdbaby.com/cd/sisterblue2

"This lady sings the blues!!!"// When Sister Blue's got the blues-it's all good."//A small woman with a big enough voice to fill the room with amplification." ( CD Baby)


People are surprised ..... "I'm not black, I'm so small "... maar een stem die door merg en been snijdt. Janis Joplin meets Bonnie Raitt....result ....Nanette Arndts aka Sister Blue die ook wegens haar zwarte outfit ook wel eens de female J.Cash genoemd wordt. In 2002 verscheen haar album "Red, White and Sister Blue" dat kon doorgaan als een een mix van Chicago style blues / akoestische blues / soul en ragtime. Maar momenteel gaat alle aandacht naar het onlangs verschenen album "Lust, Pain and other Temptations" van deze uit Philadelphia afkomstige blues/ singer - songwriter, gitariste. Begin jaren '80 al aktief in haar thuisbasis is Sister Blue, die een enorme bewondering heeft voor Etta James / Koko Taylor / Bessie Smith, de drijvende kracht achter haar eigen Sister Blue Band maar treedt zij ook als duo / solo op. Optreden (John Hammond, BB.King, Fabulous Thunderbirds, Taj Mahal, Buddy Guy...etc) is haar lust en leven en zelf omschrijft zij het als volgend : Performing is like spiritual sex, but you don't wake up pregnant in the morning". Interessant, net als haar schitterend album dat een uitstekende gelegenheid moet zijn om deze dame eens naar Europa te halen. Want je krijgt waar voor je hard verdiende eurootjes met zestien eigen songs, een strot waar je U tegen zegt, en een extra vermelding voor Mark Furman (guitars,banjo), Marky B (harmonica) en Ronney Carroll (slide guitar) en Lee Shusterman (organ on "Out of Luck"). Chicago Blues met "Nasty Man", "Get Over It", "Stop Messin With Me", "Monologue of Crap", country / roots met "Train to Memphis", "Let My Sweat Baptize You" met mandoline incluis, en natuurlijk kan de gospel met de toepasselijke titel "I'll Be Saved" niet achterblijven. Maar prijsbeest is het kippenvel / soul moment "You'll Always Have Me" op dit erg gevarieerd album dat ook wat ragtime in huis heeft met "The Other Side Of Town", "Hot Tamale Man" (met een leuk pianoriedeltje). "A Woman's Way To Be"... Sister Blue is op goede weg !



RYAN JAMES
BACK TO THE WIND
website:www.ryanjames.com
label : Hightail Records
info : jim@ryanjames.com
(Management)
www.cdbaby.com/cd/rjames

"What Ryan says about his influences: '...I'll say this with a touch of sarcasm - I have been compared to Pat Green, Jackson Browne, Chris Isaak, and one lady even said George Strait. Personally, I think it's all crazy talk because not one of those artists has anything in common with the next - except that they are all men. So, that's good at least.' I will add that I listen to a lot of the typicals - Merle, Willie, Cash, and Jones. But more than that, I like Buddy Miller, Darrell Scott, and most of the current Texas artists. For a more spiritual experience, I go to the inger/songwriter types like Slaid Cleaves, Guy Clark, Ray Hubbard, and Sam Baker. (the list is ridiculously long).
Blijkbaar een massa interessante invloeden en nog meer leuke vooruit zichten. Net als bij het prachtig album "Mercy" van Sam Baker is dit debuutalbum "Back to the Wind" van nieuwkomer / singer / songwriter - Texas Troubadour Ryan James een produktie van Walt Wilkins. En hij is er in geslaagd om de ideale mix te vinden in het singer / songwriterswerk van Ryan James (tien eigen songs) en het "net" niet afglijden naar de mainstream Texas brol. Songs die overal raakpunten hebben, zo zouden "How Long" en "Stay With Me Awhile" wel eens op de playlist van Buddy Miller kunnen geraken, "Goodbye Carolina " en "A Broken Heart" zijn iets voor Steve Earle, zijn "Take Your Time", "I Pray For You My friend" songs waarmee iedere singer / songwriter liefhebber vrede mee kan nemen. De "Rambling Man" van Ray Pennington (al is de uitvoering van wijlen Waylon Jennings onovertrefbaar) komt even langs en weet Ryan James, ook al is hij nog maar 26, nu al dat "Everything that Glitters Is Not Gold" (Dan Seals/Bob Mc. Dill). Een verwittigd man is er twee waard ... Ryan James brengt een aardig album op de markt .... en zal zijn weg wel vinden in het Lone Star Texas muziekwereldje.


 

EUGENE 'HIDEAWAY' BRIDGES
COMING HOME


Label : Armadillo Music
www.bluearmadillo.com
mail@bluearmadillo.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Dat de uit Texas afkomstige Eugene ’Hideaway’ Bridges van alle markten thuis is was einde mei reeds te horen tijdens zijn optreden op het Springblues festval in Ecaussinnes. Een optreden van gospel over soul naar blues, niets is voor hem een probleem. Net als wij vaststelden op zijn in 2000 uitgebrachte cd "Man Without A Home" is Eugene Bridges een nomadische muzikant. Hij brengt zijn leven door op de weg, zijn huis is waar zijn volgend optreden plaatsvindt. Elk jaar is dat vanuit Amerika, door Europa, naar Australië en Nieuw Zeeland, met veel stops onderweg en Ecaussinnes was daar ééntje van. Geboren in 1963, Eugene is de zoon van bluesartiest Hideaway Slim, en zijn moeder is van de Bullock familie, dezelfde als Anna Mae Bullock, beter gekend als Tina Turner. Op zijn vijfde speelde hij reeds in zijn vaders band in Louisiana en toen hij dertien was, had hij zijn eerste eigen bluesband, The Five Stars. Na zijn diensttijd in Texas ontstond de eerste Eugene Bridges Band. Na midden jaren negentig, een jaar deel te hebben uitgemaakt van Big Joe Turner’s Memphis Blues Caravan, besloot hij toch weer een eigen band te beginnen. Met zijn nieuw album "Coming Home", is Eugene 'Hideaway' Bridges nu op zijn best. Hij wordt niet met de minsten vergeleken: hij speelt gitaar als B.B. King en heeft een stem als Sam Cooke. Dit is een album geworden om te ontdekken, twaalf eigen nummers die variëren van straight blues tot verfijnde uptempo soul. In deze gladde productie hebben dan ook de soulnummers "In Your Arms", "You're The One" en "How Can You Win" de mooiste arrangementen. Hoewel dat wij met "Give Up On Love", prijsbeest van deze plaat, konden genieten van een stevig potje Texas blues. "Coming Home" resulteert in een hecht en professioneel groepsgeluid waartegen weinig of niets in te brengen is. Normaal gezien vind ik meer mijn gading in gitarenblues, maar dit nieuwe album van Eugene ’Hideaway’ Bridges (waar de soulblues het geluid grotendeels bepaalt), heeft mij van het begin tot het eind weten te boeien… een aanrader van formaat!


 

THE BELIEVERS
CRASHYERTOWN
Website : www.thebelieversusa.com
Email : info@thebelieversusa.com
Label :Bona Fide Recordings
www.cdbaby.com/cd/believers2
www.the-medicineshow.co.uk
rob@medicinemusic.co.uk

 

Hebben we er weer eentje? Gaan we een revival meemaken van countryduo´s? Nieuwe versies van Emmylou Harris en Gram Parsons? Sarah Lee Guthrie en Johnny Irion is wellicht het bekendste hedendaagse voorbeeld en niet te vergeten Buddy en Julie Miller. En nu zijn er dan The Believers uit Seattle, ofwel Cynthia Frazzini en Craig Aspen, aangevuld met Stevie Adamek (drums, orgel), Garey Shelton (bas), Nova Devonie (accordeon) en Dan Tyack (pedalgitaar). "Row" (2003) heette hun debuut-cd en stond vol van ongeslepen countryliedjes met de bekende thema´s: lovesongs gekoppeld aan dramatiek. Pure countrymuziek, zonder foefjes en toevoegingen opgenomen. De wisselwerking tussen deze twee artiesten was meteen raak, ofwel de geladen stem van Frazzini gekoppeld aan de licht nasaal en ruw klinkende mannelijke wederhelft, want de meeste liedjes zingen ze samen. Daarmee kunnen ze veel kanten uit, hetgeen ze ook weer laten horen op hun nieuw album, "Crashyertown”. En dat hun tweede plaat hun debuut gaat overtreffen is nu al zeker. Lees maar even alle lofbetuigingen aangebracht op een sticker op het hoesje: "The Believers sing with heart & conviction" (Jim Lauderdale) , "Crashyertown" is Great - Everything About It" (Buddy Miller) en "Tough With rock & Twang .Certain to crash your town & steal your ears" zijn de belovende woorden van Steve Earle-producer Ray Kennedy. En als u dan nog weet dat "Crashyertown”, deze maand N° 1 staat in Euro Americana Chart (www.euroamericanachart.nl), weet u meteen wat u te wachten staat : superieure Americana. Als de twee gaan harmoniëren dan levert dat vrijwel zonder uitzondering grote momenten op zoals in "Good Days", "That’s Alright” en “Nobody’s Business”. Maar ook de andere songs op "Crashyertown” zijn niet alleen gevarieerd, maar bovendien van zeer hoog niveau. "Row" was gewoon een droom van een debuut en "Crashyertown” een droom van een plaat. Het is misschien wat vroeg om over jaarlijstjes te beginnen, maar dat The Believers ook dit jaar weer meedoen om de prijzen in de categorieën "beste cd" en "beste Americana cd" lijkt ons na beluistering van "Crashyertown” zeker. Huiveringwekkend mooi !



 

RICHIE MILTON & THE LOWDOWN
BLUESIQUE
Website:www.richiemilton.co.uk
richiemilton@ntlworld.com
Label : Note Records
www.note-music.co.uk
bluseique@note-music.co.uk

British Blues associeert men soms wel eens met fifties, jump, rock-'n-roll, jazz, soul, funk en blues. Toch verstaan frontman Richie Milton en zijn Lowdown perfect de kunst om dit alles op een verpletterende manier te brengen. Richie Milton luisterde als tiener zeer aandachtig naar Herbie Goins and the Nighttimers en Zoot Money's Big Roll Band, zowat de eerste generatie Britten die R&B en soul nummers in hun muziek wisten te brengen, en dit terwijl andere leeftijdsgenoten luisterden naar Elvis en Pat Boone. Hevig beïnvloed door deze R&B begon hij een soulcarrière en creëerde een eigen originele sound. Het pas uitgebrachte album "Bluesique" is een perfecte illustratie van hoe het kan en eigenlijk hoort. Luister maar eens naar een pracht van een rock-'n-rollnummer "Takes 2 To R&R" en ook "Nothing Can Stop Me", een alom swingend, met prachtig blaaswerk gedreven nummer. "My Confession", een track die de '50 jaren laat herleven, brengen zij met een zo'n wonderbaarlijk enthousiasme dat het mij onmogelijk lijkt hier niet aan toe te kunnen geven. Alle muzikanten zijn heel professioneel, o.a. Phil ‘The Rock’ Lucas(bas), Dave Lennox (Hammond orgel), Paul Atkinson (drums), maar toch zijn het de blazers Steve King (tenor, alto en baritone sax) en ‘Slick’ Dick Hanson (trompet) die het geluid van het album bepalen. Invloeden van mambo en Caribbean mixen de muzikanten in soul en rock-'n-rollsongs zoals in "If Love Is A Crime" en het afsluitende "Goodbye Song", zodat gebrek aan originaliteit absoluut uit den boze is. Van de veertien nummers is er één cover, nl. Huey 'Piano" Smith's "Don't You Just Know It", en dit is wat men noemt een ware killer. De andere songs zijn door Richie Milton zelf neergepend, waarop hij op het New Orleans-getinte "Tip of My Tongue" en in de slow blues van "Life Is Strange" vocaal wordt bijgestaan door de helder klinkkende Linda Hall. Dat zelfs blues voor dit explosief sextet geen geheimen heeft, bewijzen ze zo maar eventjes in "Life Is Strange". Men beweert wel eens dat men met het ouder worden de goede dingen gaat appreciëren, "Bluesique" is er alvast het goede voorbeeld van. Wie van meer dan alleen maar pure blues houdt, is bij deze gewaarschuwd!


 

LIQUID GROOVE MOJO
CRADLE TO THE GRAVE
Website www.liquidgroovemojo.com
Email : mystical@cebridge.net
Label : Miracle-Records
www.miracle-records.com
www.cdbaby.com/cd/lgmojo

Dat er zo tegen het begin van de zomermaanden van enig jaar minder, in elk geval minder aansprekende, cd’s verschijnen kan dan misschien wel kloppen, maar dat er toch nog toppertjes zijn te noteren is dan ook weer waar. Voorbeeld: de nieuwe John Hiatt ! of Liquid Groove Mojo. En dat dit laatste viertal meer aandacht verdient staat voor mij vast na het beluisteren van "Cradle To The Grave". Met dit debuut, welke ik tot mijn schande weken onaangeroerd heb laten liggen, gaat deze telg van de Joe Pitts clang me onverwachts toch nog een prettige vakantie bezorgen. Vanaf track één, het lang uitgesponnen "Long Walk", tot aan de laatste flarden van "AcesHigh/Deuces Low" is het genieten geblazen. Genieten van soms heftige gitaren, van Joe Pitts en Darrell Davis, gitaren die vervolgens ook weer fraai ingehouden kunnen klinken. De drum van Bryan Blankenship en de basgitaar van Al Hagood, het maakt van "Cradle To The Grave" een lekker geheel. Sommige nummers worden gelardeerd met solide gitaarsoli, en andere glijden rustig voorbij. Groot was mijn verbazing toen ik constateerde dat de mixing van deze plaat gebeurde door Jeff Brocaw (Robert Cray, BB King) en voor de mastering stond niemand minder als Greg Calbi achter de knoppen in de Sterling Sound Studios in NYC. Dit jaar alleen al heeft deze opnamestudio Sterling Sound, maar liefst drieenzestig nominaties op hun naam staan. Het is dus ook niet te verwonderen dat dit album door zijn handen een "Gov't Mule/Allman Brothers sound" meekreeg. De opnames gebeurden in de Lonesome Oak Studio, in Hardin Arkansas, over een periode van zes maanden. Het schrijversduo Pitts en Davis hebben goed geluisterd naar Gov'T Mule, Allman Brothers en Black Crowes, om maar eens een paar namen te noemen, en zijn hoorbaar bekend met een groot deel van de catalogus van alle Southern labels. Al die invloeden verwerken ze in hun muziek. Muziek die direct vertrouwd klinkt. Southern, blues, jam en rock spelen de hoofdrol op dit album en dat klinkt ontzettend mooi. Mooi laidback met alle ruimte voor lekker gitaarspel. Soms sloom en dromerig, soms fel en stevig. Heerlijk bluesy gitaarspel, lekkere lome zang en een geluid dat zowel tijdloos als eigentijds klinkt. Liquid Groove Mojo kent zijn klassiekers, maar weet ook wat er anno 2005 leeft. Heel veel pretenties hebben de heren van Liquid Groove Mojo niet. Ze willen gewoon lekkere muziek maken en daar zijn ze wat ons betreft uitstekend in geslaagd. Een zeer aangename verrassing!


 

601 BLUES
NOT GOOD LOOKIN'
www.cdbaby.com/cd/601blues
tru_bla@msn.com
Label : Blue Rat Productions


Original hard edge blues, mixed with alternative and rock

De muziek van 601 Blues is moeilijk te categoriseren. Als je zegt dat het blues is heb je voor een klein deel gelijk, want zijn muziek heeft duidelijk zijn wortels in de blues. Toch ontstijgt hij het genre met gemak. Je kunt het deltablues noemen, en dan kom je al wat dichter in de buurt. 601 Blues moet het niet hebben van volume of ruigheid. Zijn muziek maakt een zeer ontspannen indruk, maar als je "Not Good Lookin'" (2003) draait, merk je dat je toch steeds op het puntje van je stoel zit te luisteren, omdat de muziek weliswaar relaxed overkomt, maar ondertussen ook ongehoord spannend is. Het is jammer als de plaat is afgelopen. 601 Blues schreef voor deze plaat vrijwel alle nummers zelf en dat geeft de plaat, een behoorlijke meerwaarde. Sommige nummers lijken op het eerste gehoor rustig door te kabbelen, maar toch blijft de boog in de meeste nummers goed gespannen. Voor mij had hij die spanning nog best wat langer vol mogen houden en net als in de titeltrack "Not Good Lookin'", een nummer dat ruim zeven minuten duurt, verveelt me nog lang niet als het afgelopen is. "Not Good Lookin'" is een soloplaat van de in Mississippi wonende Ron (601 BLUES), waarbij zijn gitaarwerk alle kans krijgt te schitteren, terwijl er tegelijkertijd zeer overtuigend door hem gezongen wordt. Sinds zijn veertien jaar speelt Ron reeds gitaar en bewijst met deze cd dat hij tot de absolute top behoort, want hij maakt er een echte 601 Bluesplaat van. Dat betekent om te beginnen dat er ingetogen maar toch heel scherp gespeeld wordt, op zo'n manier dat je af en toe je adem inhoudt, zo spannend weet hij het te maken. Tegelijkertijd klinkt het allemaal buitengewoon laid-back. Ron is een fenomenaal goede gitarist, maar pakt tevens met alle andere instrumenten zelf uit op deze plaat. Het is daardoor een soloplaat geworden, maar zo klinkt het niet, mede dankzij de accenten die op de juiste momenten worden toegevoegd, daardoor worden de nummers alleen maar sterker. En wat de cd vooral zo goed maakt is dat hij met een bijzonder gevarieerd repertoire toch een cd heeft weten te maken die een eenheid vormt. Een absolute aanrader, die als elke echt goede plaat, bij iedere draaibeurt beter wordt.


 

WILLIAM ELLIOTT WHITMORE
ASHES TO DUST
Label : www.southern.com
Email: info@southern.com
Distr.: Bang! Music
www.bangdistribution.com


William Elliott Whitmore (26) groeide op in Lee County, twee uur ten zuiden van Iowa-City aan de oever van de Mississippi, de plek waar de familieboerderij ligt en zijn ouders paarden fokten. Zijn enige muzikale invloed was de platenverzameling van zijn grootvader en de avondlijke veranda-concerten van vader op de gitaar en grootvader op de banjo.Tot op Williams zestiende zijn vader overleed aan kanker. Twee jaar later kwam zijn moeder om bij een motorongeluk op dezelfde plek waar ze ooit haar man voor het eerst zag. Toen werd het erg stil op de boerderij. Het is dan ook geen toeval dat Whitmore grossiert in ouderwetse bluesmuziek van het treurige soort. En daar leent zijn instrumentarium van stem, banjo, of gitaar met slechts hier en daar wat verlegen percussie of een schuchtere slide-gitaar zich uitstekend voor. Met een stem die klinkt als Tom Waits of als hij al honderd jaar katoen heeft geplukt in het zuiden van de VS, heeft Whitmore inmiddels een indrukwekkend oeuvretje gewrocht van diep-melancholieke, om niet te zeggen inktzwarte liedjes. En zo klinkt Whitmore ook weer op zijn derde album, "Ashes to Dust", alsof hij al een leven aan zich voorbij heeft zien trekken. Oude eiken kraken en langs de kant van de weg hangt een bloem, in de knop gebroken. En onderwijl wordt er alom gestorven. Verder vertelt hij verhalen over het leven in het zuiden van de USA, over de tegenslagen en over alcohol. Maar in zijn leven is ook plaats voor liefde, zoals blijkt uit het wonderschone "When Push Comes to Love". Kortweg : Whitmore’s stem en donkere verhalen staan centraal, de minimale begeleiding met gitaar, banjo en wat rammelende percussie is slechts bijzaak. De oerkracht van de stem en de songs van Whitmore kunnen je niet onberoerd laten.


 

JON RONIGER
MY WORLD
ADDICTED
Website : www.jonroniger.com
Email : doc@jonroniger.com
Label : Eigen beheer.
www.cdbaby.com/cd/roniger
www.cdbaby.com/cd/roniger2

Light hearted songs about life, love and loss served up in a stew of Rock & Roll, Americana and Blues.


Jon Roniger is eigenlijk een eenmansproject van ene artiest met New Orleans roots maar al jaren aktief is in de rootsscène van San Francisco. Zijn debuut "Addicted" kwam vorig jaar uit het niets, maar wat was het een mooie plaat. Diep geworteld in folk en rock, maar tegelijkertijd heerlijk toegankelijk en met een band die af en toe deed denken aan Fleetwood Mac in haar beste dagen. Na zo'n sterk debuut kan de opvolger eigenlijk alleen maar tegenvallen, maar "My World" doet dat gelukkig niet. "My World" trekt de lijn van "Addicted" op alle fronten door, maar laat ook op alle fronten groei horen. Het leven "on the road" inspireerde Roniger tot een aantal indrukwekkende 'love' songs. Songs die fraai worden neergezet door zijn inmiddels uitstekend ingespeelde band bestaande uit Rico Mastrodonato (gitaar), Eamonn Flynn (piano) en percussionist Mark Abbott, en mooi geproduceerd door Roniger zelf en Joel Jaffe. Maar uiteindelijk draait natuurlijk alles om Jon Roniger. Wanneer we hem horen zingen, weten we precies wat we het afgelopen jaar zo gemist hebben. Aan mannelijke singer-songwriters geen gebrek, maar er zijn er niet al teveel met de warmte en het talent van deze artiest. Het overtreffen van "Addicted" was een bij voorbaat hopeloze missie, maar nu we "My World" een paar keer gehoord hebben, beginnen we toch te geloven dat het Roniger wel degelijk gelukt is. "My World" valt niet alleen op door het enorme plezier waarmee deze heren muziek maken, maar ook door de kwaliteit en de diversiteit. Om met het laatste te beginnen:"My World" gaat echt alle kanten op. Het begint met een finger-picking gitaarspel in "Not My Life", en zo'n heerlijk gitaarklanken horen we terug in "Deston Eve". Daar tegenover horen we boogie en blues in het piano gedreven "Medicine Man". Jeanette McNamara (backing vocal) weet met haar warme stem in samanzang met Roniger in songs als "Maybe" en "Heart Like Ice" de muziek van de Mamas & Papas te doen herleven. Rock & Roll, Americana en blues, het wordt allemaal vermengd tot een buitengewoon aanstekelijk geheel. Een geheel dat nog een stuk aantrekkelijker wordt door de hoge kwaliteit van deze akoestische songs, want het zijn buitengewoon aanstekelijke popliedjes die Jon Roniger ons voorschotelt. "My World" is hetgeen dat je krijgt wanneer een aantal muzikanten in hart en nieren de studio in duiken en gewoon doen waar ze zin in hebben. Iets dat door de bemoeienissen van mensen die er verstand van denken te hebben helaas veel te weinig gebeurd tegenwoordig. Het resultaat is een cd waarvan liefhebbers van goede popmuziek met een rootsrandje heel erg vrolijk worden. Met platen als deze gaan we graag de zomer in. Geweldige cd!


 

CATHERINE FEENY
Website : www.catherinefeeny.com
www.cdbaby.com/cd/feeny
contact Belgie:
Boogietown@swing.be
Emmanuel.braff@brutele.be
Distr.: Bang! Music
www.bangdistribution.com

Moody folk/alt. country with sweet, understated vocals, poignant lyrics and sparse production.

Vorig jaar was de uit Los Angeles wonende singer/songwriter Catherine Feeny in ons kleine landje tijdens het Highway to Hills festival in Lessines."A voice you may never forget - music and lyrics tainted with sweet melancoly...", zo omschrijft Music Connection deze Amerikaanse zangeres. Haar debuut album bevat elf persoonlijke liedjes waarin ze of zichzelf begeleidt op akoestische gitaar, of wordt begeleid door producer Joe Purdy die piano en nog een paar andere instrumenten bespeelt, en zelf ook een uitstekend singer-songwriter is. Overal staat haar stem centraal in de liedjes. Een stem die momenteel het meest associaties oproept met die van Sarah McLachlan. Maar in de manier van zingen en in de stijl hoor je ook duidelijk invloeden van Joni Mitchell, Suzanne Vega, Jolie Holland, Gillian Welch en Rickie Lee Jones. Met enkel maar haar warme stem en een akoestische gitaar verricht Catherine wonderen. Ze schrijft zelf haar muziek, die nauw aanleunt bij folk en blues. Ze brengt haar nummers op een uiterst natuurlijke en gedreven manier. Feeny kan de meest troosteloze liedjes pennen, maar ook de meest opgewekte, vertolkt met een eenvoudige maar tevens verbluffend rake pen. De onderwerpen die ze bezingt: releaties, portretten, verlangens en maatschappijkritiek. Bijzonder zijn de ademende refreintjes die hemelse gevoelens oproepen, mede door de fraaie invulling van multi-instrumentalist Purdy. "Beltloops & Bluejeans" laat een verliefde Feeny horen, en die liefde wordt teruggevonden in "Please Don´t Leave Me In Winter", een song verpakt in de vier jaargetijden. In het nummer "Maggie", is Purdy sterk aanwezig met zijn gitaarspel. Hierna volgt de tragische lovesong "Leave You On The Pavement" en het anti-oorlogslied "Unsteady Ground". De rest van de nummers liggen in dezelfde lijn, maar laat me stellen dat alle liefhebbers van eerder genoemde dames ik de cd van Catherine Feeny van harte wil aanbevelen. Juist in de eenvoudige begeleiding en productie zit ook meteen de schoonheid van haar muziek. Zodat deze cd wel degelijk iets heel bijzonders is. Een singer/songwriter om in het oog te houden!


 

MINOR MAJORITY
UP FOR YOU & I
Website :www.minormajority.no
Label : Big Dipper Records
www.bigdipper.no
Glitterhouse Records
www.glitterhouse.com

Noorwegen hobbelde altijd wat achter de andere Scandinavische landen aan wanneer het ging om kwalitatief goede popmuziek, maar de laatste jaren lopen de Noren deze achterstand razendsnel in. De volgende Noorse troef is Minor Majority, een band die in eigen land bijna de sterrenstatus heeft bereikt en het nu eens in de rest van Europa gaat proberen. Grote kans dat dit gaat lukken, want dit album "Up For You & I" is een hele mooie. Minor Majority maakt van die typisch Scandinavische popliedjes, van die songs, waarvan ze in Noorwegen, net als in buurland Zweden ware Americana-pop weten te waarderen. Een beetje in de trant van hun landgenoten van Midnight Choir, misschien wel hun grote voorbeelden, maar ook horen we wel iets herkenbaars van R.E.M. Meest in het oor springende element van de muziek van Minor Majority is de stem van zanger/gitarist Pal Angelskar, die tevens alle songs van deze plaat heeft gecomponeerd. Door het toevoegen van viool, banjo, piano, harmonica, fluit en akkordeon heeft de muziek van Minor Majority iets bijzonders. Iets dat nog eens wordt versterkt door de invloeden uit de alt-country en folk die onder het zoete suikerlaagje van Minor Majority popliedjes zijn verstopt. Elf liedjes in nauwelijks drie kwartier en stuk voor stuk klinken ze volstrekt tijdloos en vallen ze op door onweerstaanbare melodieën en door de eigenzinnigheid die popmuziek soms zo leuk maakt. Uitschieters zijn het openende "Think I’m Up For You & I" en "Take It In". En de lentezon doet de rest (waar is die zon!), want kan popmuziek soms toch leuk zijn! Liefhebbers van inventieve, onbevangen, melancholische Americana kunnen geen seconde om deze cd heen, maar eigenlijk moet iedereen met een muziekhart deze cd eens horen. Een cd die bij eerste beluistering al een zeer aangenaam popplaatje is blijkt hierdoor ook nog eens over de nodige groeipotentie te beschikken.

In een woord briljant !


 

LEWI LONGMIRE
IF I LIVE TO BE 100
Website : www.lewilongmire.com
Email : lewi@aracnet.com
Label : Number One Records
www.numberonerecords.com
www.cdbaby.com/cd/lewilongmire


'Americana roots rock and roll with a touch of old country blues. Born in New Mexico, living in Portland, Oregon'.


Ik hou van Americana, ik hou ook van stevige muziek maar ik hou vooral van… echte liedjes. Sinds het ontvangen van "If I Live To Be 100" van Lewi Longmire ben ik dan ook een gelukkig mens. Op deze plaat staan enkel Echte Liedjes. Een tiental zelfgeschreven songs, bestaande uit country-, folk- en bluesnummers. Vooral deze laatste groep, zoals de opener "When Your Time Comes A-Callin'" en de afsluiter "Find Me A Woman" zijn zeer sterk, en behoren dadelijk tot mijn favoriete nummers. Het blijft natuurlijk niet bij deze twee nummers, een ander hoogtepunt is "Alberta", een countrysong met het mooie pedalsteelspel van Paul Brainard (the Sadies, Richmond Fontaine). Lewi Longmire woont in Portland (Oregon), en voor deze plaat kon hij rekenen op vele vrienden uit de rootsscène van aldaar. Buiten de reeds vermelde Brainard kon hij rekenen op Jenny Conlee (the Decemberists) en de welbekende harmonicaspeler David Lipkind (I Can Lick Any SOB In The House, the Supersuckers). Longmire kreeg ondertussen de naam van : "Portland's hired gun utility outfielder". De laatste jaren was hij één van de meest gevraagde artiesten om in meestal locale bands zoals Michael Hurley, Jackie O-Motherfucker, Hazeldine, Kevin 'Bingo' Richey, James Low, Little Sue en the Freak Mountain Ramblers zijn bijdrage te leveren op gitaar, bas, piano of orgel. "If I Live To Be 100" is een plaat geworden waarbij ik op sommige momenten spontaan mijn ogen sluit om er nog meer van te genieten. Goede nummers hebben geen toeters en bellen nodig. Een stem, een gitaar, af en toe een riedeltje van een slide gitaar. Dat is reeds genoeg om een plaat te maken met veel speelplezier. "If I Live To Be 100" behoort tot het beste dat jonge singer-songwriters in het Roots-segment momenteel te bieden hebben. Veel en veel te mooi om te laten liggen dus. En mogelijk de voorbode van een ware klassieker. Het zou ons niet verbazen, want Lewi Longmire heeft het in zich.


 

GORDIE RENTREES BAND
29 LOADS OF FREIGHT
Website: www.tentrees.ca
Email: tentrees74@hotmail.com

Dat in Canada uitstekende alt-country wordt gemaakt is inmiddels geen nieuws meer, maar toch zijn we zeer aangenaam verrast door “29 Loads of Freight” van de uit Yukon komende Gordie Tentrees Band. Een debuut dat opvalt door mooie ingetogen alt-country songs. Songs met sterke melodieën, een zeer smaakvolle instrumentatie en vooral zeer intense zang van de frontman/zanger Gordie Tentrees. Zijn Gordie Tentrees Band maakt muziek die blijft hangen en die je bovendien weet te raken en dat zijn de twee hoofdbestanddelen voor een goede cd. We wisten het direct! Dit is zo'n cd waarvoor we het allemaal doen. Een cd die op het eerste gehoor terug lijkt te grijpen in de tijd en soms wel wat doet denken aan Fred Eaglesmith.Volstrekt tijdloze muziek die stevig is verankerd in de tradities van de country-rock, maar ook niet vies is van een dampende portie rockabilly. Wanneer je “29 Loads of Freight” wat vaker hoort valt op dat songwriter Gordie Tentrees, niet alleen zijn klassiekers kent, maar ook met beide benen in het heden staat. De muziek van de band uit het verre Canada, klinkt bij vlagen misschien wat traditioneel, maar onderhouds broeit de muziek van het heden. Een brug tussen heden en verleden die tot dusver alleen door de allergrootsten gebouwd kon worden. Uncle Tupelo deed het, Whiskeytown deed het, Richmond Fontaine doet het en ook Gordie Tentrees Band slaagt er op “29 Loads of Freight". De vijf stevig gebouwde heren die reeds het podium deelden met Aylie Sparkes, Blackie and The Rodeo Kings, George Leach, Old Reliable, Fred Eaglesmith, Carolyn Mark en Paul Reddick & The Sidemen, spelen hun eigen, lekker ritmisch ondersteunde roots-blues en schuwen de rijke instrumentatie niet, ze hebben zelfs een trombone, zingende zaag, kokosnoot en verfblikken paraat ... De teksten gaan over treinen, maar meestal over hard werken, daarna is er tijd voor trouwe vriendschappen, vrouwen en ander vertier. “29 Loads of Freight" is een cd waar we eigenlijk niet al te veel woorden aan vuil zouden moeten maken, want iedere keer dat je hem hoort klinkt hij weer anders en bovendien is de muziek van de Gordie Tentrees Band zo divers dat het toch nauwelijks te omschrijven is. “29 Loads of Freight” is een cd die je gewoon moet horen. Grote kans dat deze cd je vervolgens voorlopig niet meer los laat.


 

LINDY DICKERSON
CARRY ME AWAY
Website :www.lindydickerson.com
Email : lindy@lindydickerson.com
www.cdbaby.com/cd/lindydickerson
Label : Eigen Beheer

‘American folk rock with a touch of blues’.

Lindy Dickerson brengt met "Carry me Away" zijn eerste solo album. Meteen zijn eigen sound weergevend. Hij komt van een band waar hij samen met zijn broers speelden. Ze hadden niet een muziekstijl maar alles door elkaar, Lindy verzorgde de gitaarsolo’s. Wat op deze plaat snel duidelijk wordt dat een grote passie is. "Carry me Away" is een gevarieerd album dat zowel speelt met akoestisch als met gemixed en elektronisch vervormd zoals op "Think Twice".
"Carry me Away" is een dromerig nummer en neemt je zoals de tekst zegt mee naar tijden van vroeger. Naar mijn gevoel zou ik hem live prefereren dan in de studio, hij is een rasartiest die beter op zijn plaats is op een podium. In het nummer "Think Twice" leeft Lindy zich uit op zijn elektrische gitaar en barst het geheel open met drums en backing vocals die elektronisch vervormd zijn. Hij eindigt samen met zijn grote liefde de elektrische gitaar, en je gedachten dwalen af, naar andere oorden. De cd bouwt zijn eigen wereld op en tijdens het beluisteren word je in Lindy’s wereld getrokken, hij neemt je mee, vertelt zijn verhaal en laat je dromend achter. Voor een debuut zijn de negen songs veilig gekozen maar zeker een goeie introductie. Dat beloofd voor een opvolger.
(Vicky De Jonghe)


 

THE BOSSA NOVA BEATNIKS
MOONLIT
Website : www.bnbeatniks.com
Email : tom@bnbeatniks.com
www.bnbeatniks.com/siteframe.html
Label : Gould/Free Four Music

 

'Romantic music with dreamy melodies and lush harmonies and just enough New York edge to stir the passions and encourage love'.

Voor diegene die houden van zwoele zomeravonden, dicht tegen elkaar, de ideale cd. Je moet je oortjes af en toe stoppen voor enkele valse nootjes maar de eigenheid van de combinatie Bossa Nova en Beatniks muziek vraagt het nu eenmaal. Wat jammer is aan de nummers is dat ze goed beginnen, maar worden zwak naar het einde toe. Op “Cool Babies” geeft trompettist Pam Flemming een knap staaltje van improvisatie. Tim Stapleton is een meester op de bongo’s deze lopen als een rode draad door de cd. Een mix van experiment en klassieke schema’s omschrijft deze tweede studioplaat het beste. Tip: luister er in stukjes naar, niet in zijn geheel.
(Vicky De Jonghe)


 

LISSA SCHNECKENBURGER
Website :www.lissafiddle.com
Email : lissafiddle@yahoo.com
Label : Footprint Records
www.cdbaby.com/cd/lissafiddle2

‘Lissa's newest release, hot off the press for 2005. It's a rich and cohesive mix of traditional and original acoustic music, brought together by the warm tones of the fiddle and sweet vocals throughout’.

De cd wordt ingezet met een sterk muzikaal nummer waar de viool de hoofdtoon zet. Verder krijgen we vocale nummers afgewisseld met muzikale nummers. Folk op de spits gedreven met een saus van jeugdigheid. Niet alleen haar vioolspel van deze jonge dame uit New Engeland (VS) maar ook haar stem is dragend. De songs die op haar derde cd zijn te beluisteren zijn allemaal muzikaal gebaseerd op traditionels, enkele teksten zijn van de hand van Lissa. Een gevarieerde cd voor mensen die graag folk horen.

Lissa Schneckenburger (fiddle, vocals), Corey DiMario (double bass), Eric Merrill (viola, harmony vocals), Keith Murphy (guitar, mandolin), Matt Heaton (electric guitar), Natalie Haas (cello), Shannon Heaton (flute), Stefan Amidon (percussion), Ted Davis (guitar)
(Vicky De Jonghe)


 

ROKIA TRAORE
BOWMBOI
Website : www.rokiatraore.net
Label : Label Blue
www.label-blue.com
contact@label-blue.com
Distr.: Bang! Music
www.bangdistribution.com

We kennen Oumou Sangare als een van de grootste Afrikaanse talenten van de afgelopen tien jaar, maar zij is slechts het topje van de ijsberg, want in Mali wemelt het namelijk van de natuurtalenten. Denk maar aan de Diabate's en de andere Traore's: Boubacar en Lobi, die beiden overigens geen directe familie schijnen te zijn. Ze werd dus geboren in Mali in 1974, luisterde in haar jeugd veel naar jazz en blues en haar stem werd ontdekt door Ali Farka Toure. Ze leeft nu in Frankrijk en geeft veel optredens. Rokia Traore maakte al veel indruk op het in 1998 verschenen debuut "Mouneïssa". Een tintelend album van grote schoonheid. Op haar tweede album "Wanita" gaat ze uiteraard gewoon verder met haar akoestische interpretatie van de traditionele Bamanan stijl. Na deze met juichende recensies ontvangen albums, is "Bowmboï" het derde album van deze nog jonge Malinese zangeres. Met "Bowmboï" breekt echter voor haar een nieuwe periode aan. Ze heeft inmiddels wat meer van de wereld gezien en kennisgemaakt met andere muziekvormen, zoals die van het beroemde Kronos Quartet, een Amerikaans strijkkwartet dat hedendaags klassiek speelt. Die hadden al eerder iets met Afrikaanse muziek gedaan en het klikte dan ook bijna onmiddellijk. De twee stukken die ze samen doen zijn atmosferisch en sereen, met een minimum aan percussie. Ze gaan over de kindertijd en het belang van een goede start voor een rijk leven. Haar liederen gaan veelal over de positie van de vrouw in de Afrikaanse maatschappij. Rokia is een sterke vrouw en staat waarvoor zij staat: gelijke rechten en gelijke kansen, maar ook het behoud van de eigen identiteit van de Afrikaanse vrouw, die in haar ogen teveel naar het westerse rolmodel kijkt. Met haar inmiddels verder geschoolde stemgeluid reikt Rokia Traore op "Bowmboï" tot grote hoogte en houdt gelijke tred met haar landgenote Oumou Sangare. Bij haar optredens bezorgt Rokia kippenvel bij de toehoorders. Ze laat zie dat ze niet alleen goed kan zingen, maar ook dansen.


 

FAT DANNY & HARD TYMZ BLUES BAND


LIFE BEHIND THE 8 BALL
Website : www.fatdanny.net
Label : Jack's Blues Shack
www.JacksBluesShack.com
HT@JacksBluesShack.com
www.cdbaby.com/cd/fdhardtymz

Fat Danny Bennett speelt Rhythm and Blues op zijn akoestische, elektrische en slide gitaar en is in de West Coast Bluesscene een zeer geziene muzikant. Hij is zowel thuis in de West-Coast blues als in de tradionele blues zoals die vertolkt word door mensen als Johnny "Guitar" Watson, Link Wray, Freddy, Albert en B.B.King . Hij is beïnvloedt door deze artiesten, maar ook door The Allman Brothers, die af en toe om de hoek komen kijken, zoals in "Little Rock". Fat Danny Bennett heeft zich een geheel eigen stijl ontwikkeld die met name in zijn eigen nummers naar voren komt. Daarnaast heeft Fat Danny geheel eigen composities gemaakt waarin hij in tien tracks laat zien wat voor kwaliteiten hij wel degelijk in huis heeft. Ook blijkt dan wat deze man aan niveau in huis heeft. Hij deelde podia met vele grootheden uit de blueswereld en heeft inmiddels twee CD’s, en zijn nieuwe plaat "Life behind the 8 Ball" uitgebracht bij Jack's Blues Shack Records is nu op de markt. Fat Danny tourt met zijn legendarische Hard Tymz Blues Band door het club en festival circuit van de gehele USA. Blues rock uit California ? Hard Tymz begonnen in de jaren '70 en met toevoeging van Fat Danny, spreken we inderdaad niet van een bluesbandje, maar een bluesorkest : naast Fat Danny (vocals) bestaat de band Mike Burnes (drums), Doyle Smith (Hammond organ), Eric Brown (harp) en Greg Greenfield (bass, background vocals). Voor dit album kon de band rekenen op twee special guest artists: Jacquie Sullivan (vocal arrangements, background vocals) en Eddie Theriault (spoons). Deze plaat klinkt zeer professioneel en zal zeker goed ontvangen worden door mensen die houden van een doorgedreven studio-behandeling. Deze opnames gebeurden dan ook in the Sound Asylum in Downtown Canoga Park, California. De zang komt behoorlijk uit de verf en Fat Danny schrijft nog goede teksten ook. Wat ons zeer sterk is bijgebleven is "Pocketful of Blues", de krachtige hard-rockin' up tempo blues-opener. "Insurance Song" heeft de trage country shuffle gevoel van een Jimmy Reed klassieker. In "Payin' for My Sins" zet Eric Brown zijn kunsten op mondharmonica volledig in de verf, en laat hierbij een gevoel achter denkende aan een klassieker van de Duke-Peacock recordings uit de late 50's. De titeltrack "Life Behind the 8 Ball" brengt een levensverhaal : "I Grew up in a tough neighborhood in Northeast Los Angelos called Frogtown. My folks came from Little Rock Arkansas. Daddy got drunk on the weekends. I learned the Blues the hard way. Listen closely as I tell about my life behind the 8 ball". Maar ook de voorlaatste track "Can I Count On Your Love?" is zo'n red-hot shuffle die we kennen uit de jaren '20 en '30. Het is deze groep gelukt om eigenzinnige muziek te maken, niet de blues rock van zovelen, maar in deze stijl is dit een degelijk product , hetgeen we zeker aanbevelen. Kortweg : Voor mensen die een gevarieerde West Coast Blues cd willen horen zijn Fat Danny and the Hard Tymz Blues Band zeker het zien en horen waard.


 

CARLOS DEL JUNCO
BLUES MONGREL
www.carlosdeljunco.com
cdj@carlosdeljunco.com
Label : Northern Blues
www.northernblues.com
Distr.: Parsifal
www.parsifal.be


De blues is nog behoorlijk levend. Het levend houden van de blues gebeurt op verschillende manieren. Zo zijn er gasten die zweren bij een puristische aanpak - de blues moet simpel zijn, het gevoel dat eruit spreekt moet een oergevoel zijn. Die aanpak levert soms schitterende platen op, kijk maar naar de oerblues van Paul Oscher. Je zou bijna vergeten dat er ook nog een andere aanpak mogelijk is, een wat meer gedreven aanpak misschien! Ook die aanpak levert regelmatig meesterwerkjes op, zoals het Canadese platenlabel Northern Blues regelmatig bewijst. Ook de laatste drie cd's van het label zijn weer ijzersterke bewijzen dat ook de blues overtuigend en gedreven gebracht kan worden, en dat levert dat zeer indringende muziek op. Zo verschenen op dit label "I'm From Phunkville" van Mem Shannon, "Rise" van Eddie Turner en "Blues Mongrel" van Carlos del Junco, een geweldig mondharmonicaspeler en een uitstekende blueszanger. Carlos del Junco is de man achter het 10-hole diatonic harmonica en won daarmee het wereldkampioenschap in Duitsland tijdens de 'Hohner World Harmonica'. Carlos kan op zijn nieuwe plaat rekenen op veelzijdige gitarist Kevin Breit, die voor o.a. Cassandra Wilson, Holly Cole, Janis Ian en Norah Jones speelde. Maar ook zijn eigen band John and the Sisters, waar we zijn vernieuwende manier van gitaarspelen konden horen. Maar ook op deze plaat zoals in "Plain Old (Down Home) Blues", waarbij hij het duel met het mondharmonica van Carlos naar de spits drijft. In deze twaalf nummers hebben de twee elkaar gevonden: ze kruisen blues en folk met jazz en country,en een forse dosis singer-songwriter. Breits virtuoze solo’s op allerlei snareninstrumenten en Carlos' eigen stuwende spel zorgen voor swingende melodieën, die tegelijk rootsy en meeslepend zijn. In de instrumentale nummers dagen de twee elkaar uit en tasten ze elkaar af. Daarbij is zoeken wel eens belangrijker dan vinden, maar in de songs valt het gedreven, precieze spel op waarmee de twee Breit’ teksten en andere covers ondersteunen. Zo komt vanuit deze mix van invloeden een heel gretig en persoonlijk geluid tot stand. Breit heeft ook een flink aantal van de nummers geschreven en hij heeft duidelijk hoorbaar een zwaar stempel op deze opnames gezet, waardoor dit een vernieuwende bluesplaat is geworden die van begin tot eind razend spannend is. Dat is ook te danken aan de andere musici, waaronder drummer (Jorn Juul Anderson) die de kans ziet je telkens weer op het verkeerde been te zetten, en die de zaak in sommige nummers heel prettig opjaagt. De oprichter van Northern Blues zegt het zelf zo: "I don't want just another shuffle - I want originality, I want crossover, I want exciting, I want different, and I want every NorthernBlues Music CD to be exceptional". Dat is met deze geweldige plaat in ieder geval ruimschoots gelukt. Het overkomt mij zelden dat ik zo in de ban raak van zo'n plaat. "Blues Mongrel" is een verbluffend mooi album dat echter wel is weggelegd voor iemand die van meer dan alleen maar bluesmuziek houdt.


 

SAM BAKER
MERCY
website :
www.sambakermusic.com
label : Eigen Beheer
info : sambakermusic@aol.com
www.cdbaby.com/cd/sambaker

"everyone is at the mercy of another one's dream" (Song : Angels)

Het was ondermeer Walt Wilkins (prachtig album "Mustang Island" op Corazong Records, zie rec. Sept 04) die ons wees op het bestaan van singer / songwriter / storyteller Sam Baker uit Austin. Het feit dat Walt werd aangesproken om Sam's debuutalbum "Mercy" te producen en een gastrol (vocals, guitar) te vertolken zal ook wel een rol gespeeld hebben in de blijkbaar nieuwe Amerikaanse sport, nl. bloempjes gooien naar ... Sam Baker may be the best songwriter I’ve ever heard … He’s extraordinary.” (Walt Wilkins) Maar ondertussen ging Sammetje ook lopen met vijf paardjes bij de collega's van Alt.country Nl. en dus werd het schijfje met meer dan gewone belangstelling beluisterd. Twaalf prachtige songs op dit album die iets verder reiken dan de mainstream "I love you / cheating / drinkin' / on the road" thema's van Jantje Modaal. In fact, "Mercy" is a novella : a tightly structured collection of songs chronicling the lies we go to bed with and the truths we wake up to - without sentimentality or apology - just a searing intensity. (Lone Star Music). Baker is a vivd storyteller both in terms of what he chooses to write about and the brevity with which he brings his storie to life. Among the people who populate his songs are a husband who's lost his wife off fifty years (" Waves"), a wayward daughter heading home ("Truale"), a single mom overwhelmed in a drive - trough window (, "Thursday, it's like a country song, but it feels a lot sadder than what the radio plays.) " and other folks with hard lives looking for soft places to land.( Review :Tony Peyser) De vergelijkingen met Woody Guthrie, John Prine, Townes Van Zandt, Guy Clark en good old Bob Dylan (vooral als het mondharmonicaatje te pas komt) zijn dan ook niet te ontkennen. Bovendien veel en schitterende pedal steel en dobro (Mike Daly), violen en mandolin (Tim Lorsch), banjo (Tim Carter) en de aanwezigheid / vocals van Jessi Colter (echtgenote van Waylon Jennings), Kevin Welch, Joy Lynn White, Tina Mitchell Wilkins, Britt Savage, Randy Wayne Sitzler. "With the sound of rain on the roof and firecrackers across the valley " (CD Baby), lijkt mij een uitstekende omgeving om te genieten van dit album, maar ten huize rootsrocker kan je dit cdeetje tegenwoordig constant beluisteren bij de dagelijkse beslommeringen van opstaan, wassen , plassen, eten, poetsen, krant lezen, slapen gaan. Niet zo dagelijks maar zeker bij de romantische momenten ook van tel ....." When love was a Mexican pony ...You and I would ride , From the desert , in the dark ,cross the river to the other side". In a music world riddled with deadwood, Sam Baker is a redwood ! (Tony Peyser)


 

JOHN PRINE
FAIR & SQUARE
label : Oh Boy Records
www.ohboy.com
Proper Records
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Als je als singer-songwriter eenmaal de stempel 'Bob Dylan-kloon' hebt, valt het niet mee je daar aan te ontworstelen. Het lukte John Prine, die in '71 niet onverdienstelijk debuteerde onder de hoede van Kris Kristofferson. In de jaren die volgden, genoot Prine vooral respect als songschrijver en verliep zijn eigen muzikale carrière minder succesvol. De kentering kwam in '92 met het album "The Missing Years", eindelijk erkenning middels een Grammy en succesvolle optredens samen met Cowboy Junkies en Bonnie Raitt. In 1995 verscheen het zeer bejubelde “Lost Dogs & Mixed Blessings”, en dat was meteen zijn laatste album met eigen nummers. Vier jaar later verscheen “In Spite Of Ourselves”, een album met enkel covers met gevulde duetten en in 2000 een Best Of-collectie “Souvenirs”. We mogen John Prine dus best een veteraan in de muziekwereld noemen. In die lange carrière, flirtte hij met country, folk en rockabilly en maakte hij tientallen platen, veelal uitgebracht op zijn eigen Oh Boy! label. Grote hits scoorde hij niet maar hij wordt bewonderd door vakbroeders en een kleine maar trouwe aanhang. Zijn nieuwe album "Fair & Square" verschijnt na een minder vruchtbare periode van bijna een decennium die volgde nadat Prine werd gediagnosticeerd met kanker. We hebben er lang op moeten wachten maar eindelijk is er dan toch dit nieuw studioalbum van grootmeester John Prine. Inmiddels weer genezen laat John Prine zich op "Fair & Square" in een bespiegelende bui horen. De liedjes hebben vrijwel zonder uitzondering een melancholieke inslag, eenvoudige pure liedjes waarom John al jaren bekend staat. Teksten vrijwel allen van John's hand variëren in onderwerp, maar gaan veelal over allerdaagse dingen. Zoals over de schoonheid van het leven, een mooie herinnering en de liefde. Maar tevens ook over wat er allemaal mis is en mis kan gaan in de wereld. Over het geheel is "Fair & Square" een positieve plaat dus het lijkt erop dat het de heer Prine momenteel redelijk goed gaat. Toch zijn er natuurlijk wel dingen die John dwars zitten samen met zo ongeveer de helft van de rest van alle Amerikanen en de rest van wereld. Daar heeft John op subtiele wijze ook een liedje over geschreven genaamd "Some Humans Ain't Human (some humans ain't kind)", meteen het meest melancholische nummer en hoogtepunt van deze plaat. Naast deze uitschieter zijn het licht bluesy “Morning Train” en “Taking A Walk” met het mooie gitaar- en steelwerk van respectievelijk Wilber en Dugmore ook heerlijke nummers. Nog niet overtuigd? Luister dan eens naar de buitengewoon indrukwekkende versie van de Texaanse Blaze Foley's "Clay Pigeons", ook één van de hoogtepunten van een cd die wederom zal behoren tot de meest imponerende Americana-cd's van het jaar. Uiteraard zijn voor dit album de beste sessiemuzikanten zoals Pat McLaughlin (gitaar, mandoline, keyboards), Paul Griffith (drums), Dave Jacques (bas), Jason Wilber (gitaar), Kenny Malone (percussie), Shawn Camp (gitaar), Dan Dugmore (steelgitaar), Phil Parlapiano (piano, Hammond B3, accordeon) en Jerry Douglas (dobro) ingeschakeld en klinkt het overal als een klok tevens vinden we in de achtergrondvocalen o.a. Alison Krausss, Mindy Smith en Dan Tyminski. "Fair & Square" is wederom verplichte kost voor de Americana liefhebber! Klasse!


 

TED RUSSELL KAMP
NORTHSOUTH
website : www.tedrussellkamp.com
label : POMO / Eigen Beheer
info : tedkamp@hotmail.com
bill@highmountainlaw.com
www.cdbaby.com/cd/tedkamp2

Blijkbaar zijn niet alleen gods wegen ondoorgrondelijk maar ook die van Ted Russell Kamp. In 1996 kwam hij op de pinnen met een cool acoustic jazz album " Dedications" dat richting Blue Note at the 50's ging, iets like Miles Davis, Dave Brubeck. Niet bepaald mijn ding en daarom is dit album dan ook aan mij voorbij gegaan. Ook het volgende station op Ted's muzikale uitstapjes nl. zijn samenwerking met Chris Murphy (violist) en dat resulteeerde in het groepje Ponticello heb ik gemist. Vier albums (te verkrijgen bij CD Baby) op hun konto en Ted was zo vriendelijk om mij een compilatie album "The Ponticello Years" (een soort greatest hits) op te sturen tesamen met zijn huidig ei, het schitterende album "NorthSouth". Ik moet mij sterk vergissen maar ik ga er vanuit dat Ted nu zijn real "Home" gevonden heeft.Tussen al de beslommeringen met zijn eigen groep Union Pacific, de groep Kane, en gastoptredens bij Candye Kane, Wilson Philips, Kevin Banford & the Bakerfield Boys, en zijn rol in de begeleidingsband van Shooter Jennings (zoon van Waylon & Jessi Colter) heeft hij toch nog de tijd gevonden om een album op de markt te gooien. En wat voor eentje? Country / rock die met songs als "Blue Eyed Soul", "Won't Be Long", "Steady at The Wheel" de jaren '70 met the Burrito's, Byrds, the Band, Gram Parsons doen herleven en alt. country / Americana van a modern full band singer songwriter sound somewhere between rock, country, soul, Memphis, New York, and Nashville. Retro maar toch origineel want "Whiskey Row", "One Addiction" doen aan de jonge Steve Earle denken, "Still Can't Say" aan the golden boys uit Liverpool en prijsbeest "The Arms of a Stranger" en "This One Horse Town" doen Gram Parsons uit de doden verrijzen en met een song als "High Time " zouden John Hiatt / Sonny Landreth nog al in hun pollekes wrijven. "One more Chance (part 1) doet mij wat kijken richting Canned Heat's "On the Road again" terwijl part 2 zelfs REM plezier zou doen. Multi - instrumentalist Ted Russell Kamp hanteert naast het Hammond orgel en de Wurlitzer piano in de beste Booker T &MG's soul traditie nog een ganse trits instrumenten : trompet, trombone, bass, electric & acoustic guitar, baritone guitar. Bovendien komt Eric Heywood zijn duit in het zakje doen en nogmaals bewijzen dat hij een van de beste pedal steel players is, zijn er gastrollen (vocals) weggelegd voor Shooter Jennings, Gia Giambotti, Johnny Kaplan en is de slide guitar nooit ver weg uit de buurt.


 

SOUTH OF NOWHERE
78016
www.southofnowhereband.com
butchcook@sbcglobal.net
Label : Burnt Boot Music
www. cdbaby.com/cd/southofnowhere


Texas blend of southern blues-rock with hint of country including fiddle, steel and mandolin.

Butch Cook, Pat Bourcier, Layne Bales, en Mario Cassiano zijn geboren met muziek in hun bloed en zijn zeker niet bij de pakken neer gaan zitten, maar maakten deze nieuwe plaat onder het motto 'Texas blend of southern blues-rock with hint of country including fiddle, steel and mandolin'. Ron Knuth werd gestrikt als producer, en onder zijn bezielende leiding ontstond "78016". Deze cijfers staan voor de zip code van het kleine South Texas stadje, Devine, de thuishaven van deze Southern-rock band, South Of Nowhere. De pretentie was een verdomd goed rockalbum maken, en daar zijn de heren zeker in geslaagd. In de vele stevige en ronkende nummers vliegen invloeden van de Willie Nelson, Joe Ely en Stevie Ray Vaughan voorbij, en ook voor rustpuntjes is gezorgd middels "Two Flags", "It makes No Difference" en "Fair Share of Days". De lijst van de gast artiesten op dit album is enorm. U kan het voorwoorden als "Who's Who" of Texas music- met de legendarische Augie Meyers (organ) op het reeds vernoemde afsluitende "Fair Share of Days." Zo is er ook Mike Kennedy (van George Strait's 'Ace in the Hole' band) op drums; Ron Knuth op viool en mandolin; Randy Reinhard op steel gitaar en Wade Parker op piano, keyboards en elektrische gitaar. Ook moeten we de backing vocals van Sybilla Irwin en Ginger Leigh, zeker vermelden want hun vocale tussenkomst maken de songs volledig af. Songs die meestal gaan over verloren liefdes, verloren kansen, verloren gedachten en zelfs verloren levens. Sterker nog, het zijn vaak zeer deprimendere verhalen. Verhalen vol drank, ontrouw ... Verhalen vol wanhoop en ellende. Het mogen misschien sombere verhalen zijn, maar wat zijn ze prachtig verpakt. "78016" is een aangrijpende plaat die je vrijwel onmiddelijk bij de strot grijpt en je misschien wel nooit meer los laat. "78016" is een buitengewoon indrukwekkende cd die uit zeer eenvoudige middelen maximaal rendement haalt. Het is misschien wat vroeg in het jaar om over jaarlijstjes te beginnen, maar dat South Of Nowhere dit jaar met dit prachtig debuut meedoet om de prijzen in de categorie "beste roots-rock cd" lijkt ons na beluistering van "78016" zeker. U begrijpt het al: dit is gewoon een van de betere (roots)rockalbums van de afgelopen maanden.


 

MARY THOMPSON - DELTA CHILDREN


SPIRIT OF THE DEAD BLUESMEN
www.cdbaby.com/cd/marytdelta
www.community-2.webtv.net/deltaqueenmaryt/QUEENOFTHEDELTA
label : Eigen Beheer
info : deltaqueenmaryt@webtv.net


The blues is fighting for life and winning. The blues is looking marrying three men you trust, then finding they like to beat you up. The blues is having relatives who tell you : "you made your bed hard, now you must lie in it". The blues is having so many burdens on your shoulder, that you need physical therapy to stand up tall. The blues .... nothing but the blues..., een clichè zo groot als het festivalterrein aan de Deusterstraat in Peer maar Mary Thompson, "The Queen of the Delta blues " (al vind ik persoonlijk dat die titel behoort aan Memphis Minnie) heeft "The Blues" aan de lijve ondervonden en dat kan je horen op dit album. Tien songs die op een perfecte manier het volgende weergeven :"What does the blues mean to me. It means being eighteen years old and finding your first child dead, it means driving a taxi cab in l967 and having a cop tell you to park it because the city is buring,It means marrying three men who want you to be beautiful, working, smart, and dumb. It means changing bandages, and cleaning up the blood, but having the boss say : you didn't do enought. It means almost being killed three times by people you trusted. It means forgiving a family that stops speaking to you because a cult told them you were evil. It means having pain so bad you think you will never walk again, but being to proud to tell anyone. A true blues woman dosen't just say "look at me", she says feel some of what i feel, and maybe we can help each other. Blues is more than about my own selfesh little problems, it is the problems of the world. Samen met haar partner Cleo (op bas) vormt Mary Luckey Thompson het Delta Children Duet en zijn zij uitgeroepen tot een van Michigan's best bands in roots style blues. "She never sings the same song the same way" en dat is een verdienste die kan tellen. She doesn't have to jump on tables, or take her clothes off to get her message accross, she is not a great guitar player, great singer, or superwoman. She is real. Some people like the music, some people don't, it don't matter, cause she is a songwriter. Mary Thompson is the blues without having to make up any stories. She's a story teller in the tradition of the great blues people like Lightning Hopkins and Leroy Carr. She's an ORIGINAL!


 

PETER SPINK BAND

ROAD SHOW
ALL THERE IS
www.peterspink.com
peter@peterspink.com
label : In The News Records
www.cdbaby.com/cd/spink

Sinds zijn verschijning op het Woodstock festival in 94, heeft Peter Spink en zijn band niet stil gezeten. Met ongeveer jaarlijks 150 optredens zijn ze de laatste tien jaren gaan touren van Minnesota tot Washington DC. In 1994, verscheen het debuut "Won't Be Denied" een album waarvan de productie lag in handen van bassist/pianist Scott Petito. Een album met elf folksongs, waaronder een versie van Paul Simon's "Song for the Asking." Voor de begeleiding kon hij rekenen op Leslie Ritter (backing vocals); Jay Ungar (fiddle, mandolin) en Randy Ciarlanti (drums). Door het grote succes van "Won't Be Denied", maakte Spink deel uit van de Woodstock Reunion '94, waardoor hij sinds toen de podia deelde met artiesten zoals John Prine, Anne Murray, John Gorka, The Bobs, Iris Demente, Richard Shindell, Katie Curtis, Dan Bern, Bare Naked Ladies, Vance Gilbert, Lucy Kaplansky, Cheryl Wheeler en David Wilcox tijdens de vele concerten in the mid-west en the east coast. In 1997 bracht hij zijn tweede album "All There Is" op de markt en kon hij rekenen op gastoptredens van vrienden als Ellis Paul, Cathie Ryan en Annie Burns. Over de songs van deze plaat zegt Peter : "tell of lives at the crossroads, of people wrestling with their demons or regrets". Ondertussen is ook zijn derde album "Road Show" (2003) reeds een tijdje verschenen en staan vele songs van deze plaat op radio playlists in Europe, Japan, Canada en natuurlijk over heel Amerika. The New York Times schreef over de "Road Show": "infused with optimism and the excitement of striking out upon new territory, new experiences. . . .'Road Show' is an impressive compilation. Peter Spink maakt samen met zijn band wonderlijke, maar zeer mooie muziek. Ze spelen, hoe vreemd dat ook mag klinken, traditionele folkmuziek, met eigen composities hetgeen we reeds gewoon waren van hun vorige cd's, waarbij we eerlijk moeten zeggen dat naar mijn smaak deze net een tikkeltje te braaf en te traditioneel waren, liedjes die door hun toch wel overtuigende uitvoering allemaal bij elkaar leken te horen. Maar "Road Show", meteen bij het eerste nummer "Nora, Softly" is het voor mij zeer duidelijk. Springerig gitaarspel, hakkerig vioolspel, rare breaks, vreemde sprongen, en samen klinkt het meer dan prachtig. Melodieus? Zeker, maar je moet soms goed luisteren. Spannende muziek is het ook zeker geworden. Achtergrondmuziek is het zeker niet, daarvoor moet je je kop er net te veel bijhouden. Maar als je iemand bent die bereid is echt goed naar muziek te luisteren is dat eigenlijk geen bezwaar. Kortom - je moet er even voor gaan zitten, maar dan word je ook ruim beloond met heel bijzondere muziek, met precies het goede ruwe randje, waar je toch wat vaker naar moet luisteren voordat je alles ook echt goed gehoord hebt. Ze hebben er bovendien behoorlijk veel zin in, en laten horen wat ze allemaal kunnen. Dat is niet alleen indrukwekkend, maar vooral ook heerlijk voor de luisteraar die al snel de smaak te pakken heeft. Ik durf dan ook rustig te voorspellen dat deze band een grote toekomst heeft.


 

THE LENNEROCKERS


SIMPLE BEAUTIFUL
website : www.lennerockers.de
label : Eigen Beheer
info : info@lennerockers.de
sisteringe@t-online.de



Zaterdag 2 Juli 2005 zullen ze aan de Lutselusstraat in Diepenbeek niet gauw vergeten want The Lennerockers uit Hohenlimburg (Westfalen, DL) zijn weer van de partij op het jaarlijks Hookrock festival (zie Extra Support). Veertien eigen songs (Stefan Koch/ Michael Ele Koch/ Frank Butgereit) op dit album dat reeds verscheen in 2000 en bol staat van pure rock & roll, leuke country deuntjes, dixie en wat blues. "It Could Be Worse" , "Barrelhouse 'n' Boogie " en titelnummer "Simply Beautiful" drijven op een lekker honky tonk pianootje en de rockabilly is niet uit de lucht met de "Pin Up Girl", " Bouncing Betty " (met een streepje surf), "Book with Seven Seals" (lijkt wat op Sonny George &the Planet Rockers), hillbilly komt om de hoek kijken met "The Unknown Picture" inclusief het washboard. Trombone, trompet, saxophone, klarinet .... Lord have "Mercy" with the Lennerockers. De rockertjes "The Girl In My Dreams"en" Rock Bottom Blues" doen de heupen en andere lichaamsdelen wat draaien en keren, country à the Domino Kings / Two Tons Of Steel krijg je op je (plastieken) bord geschoteld met "Hometown Heartbreak" en "The Way I Feel Tonight". Prima band die in 1986 voor het eerst van zich lieten horen met de lp "Keep Cool" maar ondertussen een negental cd's en zelfs een dvd (Rockin' On A Sea Cruise) uitbrachten. The Lennerockers zijn niet meer weg te denken in het huidige rockabilly / roots / country gebeuren in Europa en U zal met sterke argumenten voor de dag moeten komen om uw afwezigheid op Hookrock Diepenbeek te rechtvaardigen.


 

LESLIE WOODS
AND DARK MOUNTAIN ORCHID
THE LUXURY OF SIN
website :
www.lesliewoodsmusic.com
Label :County Line Music /
Glitterhouse Records
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

"Velvet Sky"(2002) was het debuut van Leslie Woods uit Knoxville, Tennessee. Met acht tracks zat dit schijfje tussen een mini- en een gewone cd. Net of ze toen wou zeggen: voor het echte grote werk ben ik nog niet klaar. "Velvet Sky" is geen vrolijke plaat; duidelijk is dat de zangeres de demonen van zich af heeft willen schrijven. Een cd in productie van Tom Backus, op wie ze trouwens opnieuw kon rekenen voor haar tweede album "The Luxury Of Sin". Ook hier weer weet ze de lezer breekbare liedjes voor te schotelen, veelal akoestisch en alt country, ver weg van Nashville in ieder geval, met hier en daar wat old-time en bluegrass. Al van bij het eerste nummer "Train" vallen de dreigende sfeer en de prachtige stem van Leslie Woods op. Als een Americana-versie van een jonge Marianne Faithful zingt Leslie Woods zich met haar hese stem een plaat bij elkaar over valse, verloren en hopeloze liefde. De teksten op zich zijn niet zo bijzonder inventief, maar de passie waarmee ze worden gezongen is pakkend. De stijlvolle begeleiding van Dark Mountain Orchid is een mengeling van traditionele en elektrische instrumenten. De groep, bestaande uit Tom Backus (percussionist), Sean O’Connell (mandoline, banjo, harmonica), Bob Deck (gitaren, piano) en Jeff Woods (upright bass) weten een spannend klanktapijt neer te leggen tussen blues, folk en country, waardoor ze in de nummers een dreigende sfeer weten te scheppen die de zang van Woods naar een hoger niveau tilt. Vergelijkingen met Kelly Hogan en Neko Case zijn eerder al gemaakt wat niet zozeer duidt op overeenkomsten in stemgeluid, maar veel meer op de eigenzinnige wijze van liedjes pennen. Qua geluid - folky-desolaat - neigt Woods eerder richting Gillian Welch. De ware ster is natuurlijk Leslie Woods zelf, die elf pareltjes uit haar bevallige mouw schudt. Als bonus krijg je er van haar platenstal, Glitterhouse, zelfs de debuut-cd van Leslie Woods And Dark Mountain Orchid bij. Iedereen die liefhebber is van de muziek van Sixteen Horsepower of PJ Harvey moeten absoluut naar deze prachtplaat luisteren, maar ook liefhebbers van meer eigentijdse alt-country zullen deze geweldige cd snel in hun harten sluiten. "The Luxury Of Sin" van Leslie Woods And Dark Mountain Orchid is een bijzonder aangename verrassing. Wij zijn er diep van onder de indruk en moeten ons best doen om zo af en toe ook nog eens wat anders op te zetten. Wonderschoon!


 

SOUKIS
TRANSBLUES
Website:www.soukisblues.com
Email: spiros@soukisblues.com
Label : Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/soukis

"...blues-rock with Greek soul"

Dat er in Griekenland prima bluesrockmuzikanten zijn mag best eens onder de aandacht gebracht worden. De momenteel in New York City wonende Spiros Soukis bewijst met zijn tweede studioalbum "Transblues" ook hier zijn klasse. Zijn zelf geproduceerd album "Fota Tou Iliggou" (Lights of Vertigo), dat in 1996 verscheen kon toen reeds op goede recensies rekenen. Soukis schrijft uitstekende nummers en hij heeft in Jeff Stewart productions de perfecte producer gevonden om zijn werk vast te leggen. Heerlijk naturel opgetekend met puike begeleiders waaronder Bernice "Boom Boom" Brooks (drums), Ivan "Funkboy" Bodley (bassist) en Jeff "Breathtaker" Stewart (harmonica). Met het geluid van deze band heeft het gitaarspel van Soukis een nieuwe dimensie gekregen.Toch heb ik ondanks al die kwaliteiten niet echt aan "Transblues" kunnen wennen. De reden: het stemgeluid van Soukis. Dat is namelijk alleszins uniek te noemen. Er wilden mij ook geen vergelijkingen te binnen schieten. Het heeft vooral in de hogere regionen een huilend geluid waar ik niet mee uit de voeten kan. Als hij de lagere gebieden van zijn bereik aanspreekt is het beter te hebben. De lezer moet vooral zelf naar deze cd gaan luisteren en zijn eigen mening vormen, want het is jammer om dit absoluut briljante gitaarspel van Soukis te missen vanwege deze subjectieve ergernis. Sterke nummers schrijven gaat Soukis blijkbaar gemakkelijk af, getuige het constant hoge niveau van de tien nummers bestaande uit een mix van blues en energieke funk. Vijf nummers werden opgenomen in New York City, drie in Athene en twee gedreven bluescovers van Willie Dixon en Junior Wells werden live opgenomen in het hartje van Manhattan. Zijn begeleiders zorgen ook op zijn tijd voor het juiste scherpe randje. Verder niets dan lof dus, alleen even afwachten hoe ú die stem vindt…


 

LIL' BIT & THE CUSTOMATICS


HEADIN ' ON
website : www.thecustomatics.com
label :Lil ' Bit o' Trouble Records
info : thecustomatics@yahoo.com
booking@thecustomatics.com
www.myspace.com/customatics

Heartbreakin' Honky Tonk-a-billy!
MY TEXAS MUSIC'S 2004 GROUP OF THE YEAR NOMINATION
!
San Antonio,Texas en dan kan je met je ellebogen aanvoelen waar wij naar toe gaan ..."They're a hot little rockabilly band, I think you're gonna like ' em ...if you like good, fun rockabily and country sounding music, you can't go wrong with their cd ( Bill Conner) en Swa. Prima bandje dat in 2003 het rockabilly wereldje verbaasde met hun debuutalbum "Short & Sweet" (Papa's Poorhouse Records). De opvolger "Headin' On" heeft ervoor gezorgd dat er rekening moet gehouden worden met That Little Gal Jen "Lil' Bit " Adams en the Customatics ;Tomcat Miller (ex Be Bops en gast gitarist bij Guy Forsyth en Gina Lee (zie rev. Sept. 04) ; doghouse bass, vocals, Brian Duarte ; lead guitar, Dave Crisci ; acoustic guitar. Geen drummer en dat is hoogst ongebruikelijk bij een rockabillyband, maar dat kan de pret niet drukken. Met een strotje à la Wanda Jackson, Patsy Cline, Kitty Wells, is "Lil' Bit" uitgegroeid tot lead vocalist / band leader en met gastoptredens bij Two Tons Of Steel, Dale Watson, the Crawdaddies heeft zij ondertussen een heartbrakin' honky tonk - a - billy reputatie opgebouwd. Netjes verdeeld met vijf songs van Tomcat Miller en vijf van Lil Bit op "Headin' On", krijg je ondermeer pure onvervalste beautiful but blue honky tonk "Bringin' Me Down" in de beste Hank Williams traditie, een jazzy "Now That You've Gone Away", lekker veel slap - bass in "de opener "I Don't Take Much", "Just Because You Think You So Pretty / Hot" en de country boogie "Headin' On", vervolgens een cover van "Step It Up & Go" dat wij ook nog kennen van the Maddox Brothers & Rose en de Tennessee Rhythm Riders, honky tonk rock met "Drink You On My Mind" (vocals Tomcat), het met een prima leadguitar swingend "Paintin' the Town", het meer country gerichte "Careful What You're Wishing For" en "I Liked You Better, (when you're mine)" en afsluiter "The Ramblin' Kind". Rockabilly en deep roots country, met dit schijfje verzekert Lil' Bit & the Customers zich vlot een plaatsje tussen Josie Kreuzer, Li'l Mo & the Monicats, Kim Lenz, Nancy Apple, Gail & the Tricksters, Dawn Shipley & the Sharp Shooters en heel erg dicht in de buurt van Wanda Jackson. En dat Rockabilly nog "Still Alive" is bewijst deze affiche. Mocht je in de buurt zijn ...


 

BIANCA DELEON


THE LONG SLOW DECLINE OF CARMELITA
LIVE : FROM HELL TO HELSINKI
Website :www.biancamusic.com
BIANCAMUSIC@aol.com
Lonesome Highway Music

Bianca DeLeon is hoorbaar geïnspireerd door de grote Texaanse artiesten zoals Townes Van Zandt en Guy Clark, met wie ze trouwens de knepen van het vak heeft geleerd. Aan de andere kant klinkt Bianca DeLeon ook behoorlijk country en folky. ''With Joe Ely'' staat pontificaal op het hoesje te lezen van haar debuut "Outlaws & Lovers" en enkele aanbevelingen van onder andere Guy Clark en Eric Taylor. In 2002 verscheen haar tweede album, "Live:From Hell To Helsinki" with John Permenter, een akoestisch album live opgenomen voor de Finse radio tijdens haar Europese tour. Tijdens deze tour kon ze rekenen op de romantische viooltonen van J. Permenter. Ook dit album, zoals haar debuut kreeg overal in de pers zeer goede recensies. Die mix van Texas-country met een vleugje Mexicaanse zwierigheid is weer te horen op haar derde album "The Long Slow Decline of Carmelita", muziek die heel goed te pruimen valt en erg gevarieerd klinkt. Daarbij komt dat Bianca De Leon, beschikt over een lekkere stem; niet donker, niet licht, warm en met voldoende elasticiteit. Ze zet alle ingredienten in om Americana in te kleuren; de pedalsteel, de accordeon en de viool. De ene keer ligt het accent op country de andere keer op rock, folk, tex-mex, swing of Flamenco. Wat me terugbrengt bij het begin. Er spelen weer bekenden mee op deze cd, om aan te geven hoe zeer ze op handen wordt gedragen door collega's. 'With Grammy winner Flaco Jimenez' staat op het hoesje te lezen. Bianca DeLeon heeft me wederom verrast op deze plaat en ik ben er nog blij om ook. De sfeer op dit album is vooral ingetogen. De songs van Bianca DeLeon liggen heel lekker in het gehoor - puur genieten. Een cd waarop het 's ochtends vroeg lekker wakker worden is en waar je 's avond laat bij wegdroomt. Zet hem hard op en je hoort pas hoe goed het allemaal in elkaar zit. Een plaat die bij elke luisterbeurt beter wordt, een werkelijk ijzersterke plaat van deze Texaanse zangeres uit de kring van intimi van wijlen Townes van Zandt.


 

LETTY & GEORGIA
PLAIN & SIMPLE
website :
www.lettyandgeorgia.com
label : Eigen Beheer
info : plainandsimple@tvn.net
www.cdbaby.com/cd/lettygeorgia

"Letty and Georgia's harmonies are as sweet as Georgia's peaches" ( B. Block Nashville)

Letty Stoneman Smith en Georgia Pollock zijn met "Plain & Simple" aan hun derde album toe. Tien originals en covers van Delbert Mc Clinton's "Two More Bottles of Wine" en Carly Simon's "Anticipation" kan je terugvinden op dit schijfje dat begin Mei zijn Amerikaanse release kreeg. Blijkbaar is er een lichte muzikale koerswijziging gaande van dit Chattanooga's "country music" duo dat wij kennen van hun debuutalbum "Letty & Georgia" en "8 Second Ride" (2000) naar de meer roots music à la Gillian Welsh en Patty Griffith. Ergens tussen rock, country, bluegrass, folk, from Emmylou to Bonnie Raitt kan je momenteel de muziek van Letty & Georgia situeren. Met ondermeer hulp van banjo & gitaar (Brian Sutton), cello (John Catchings), dobro ( Randy Kohrs), mandoline & fiddle (Aubry Haynie) maar vooral de prachtige harmony vocals van de draagmoeders zorgen ervoor dat "Plain & Simple" een perfekte baby geworden is. "Songs of substance delivered with maximum vocal energy". Verhaaltjes die teruggrijpen naar de roots van de Southern Culture en de Sand Mountain family history's en waarbij duidelijk gemaakt wordt dat mannelijk gezelschap blijkbaar niet erg gewaardeerd wordt ten huize Letty & Georgia : Horses don't sulk and horses don't whine, horses don't need you most of the time, horses aren't jealous and they don't misunderstand .... What do I need with a man ? Wij zullen het maar als een faits divers beschouwen want de overige songs zijn van zulke hemelse mooie kwaliteit (luister eens naar "Home Again", cause when you hold me in your arms I'm surrounded, it's like a warm bath on a cold day , the rainbow at the end of a long, hard rain and when you hold me I'm home again. !) en toch zo "Plain & Simple". Prima album met ijzersterke songs in een fraai akoestisch kader . "Rustic and raw , timeless in feel , affecting and passionately rendered, "Plain & Simple" is simply outstanding .


 

THE CRASHERS
LOVE SCHOOL
www.crashersmusic.com
Jerkin ' Crocus (UK) Records
mick@brown54.fsbusiness.co.uk
www.jerkincrocus.com
www.cdbaby.com/cd/crashersmusic
garyjh@charter.net

"Blues / Rock with backbone " (CD Baby). A dance band at heart, playing original, great songs throught the ages, and of course to keep playing, popular dance songs-as long as it fits our format and isn't completely stupid. (Sonicbids)

Jennifer Deprez (Singer-some percussion), Mauro Magellan (Drummer-no percussion), Gary Hendrickson (Guitar/Vocals), John Wartenweiler (Fender Bass/ occational upright). Bij de meeste muziekliefhebbers zou nu een lichtje moeten gaan branden want Mauro was meer dan dertien jaren de drummer van Dain Baird's Georgia Satelites en verschillende malen in ons landje te gast (Aarschot ,Herselt, Peer, Verviers) en Gary Hendrickson is reeds decennia lang een uitstekend blues / rock gitarist die om den brode een tijdje aktief was in het polka circuit. Maar blikvanger van the Crashers is het halve trouwboek ten huize Hendrickson nl : Jennifer Deprez. Frele verschijning maar een stem die klinkt als een klok. Mensen lief, je zou denken dat Georgia Satelites uit hun as zijn verrezen maar dan met de Susan Tedeshi - style vocals van Jennifer als extraatje. Bijzonder swingend / rockend album en dat komt niet in het minst door gast en Madison veteraan Jimmy Voegeli (piano, Hammond organ) en Dan Baird die bereid gevonden werd om dit in 2004 verschenen album te producen. Maar ook drijvende kracht achter the Crashers, Mauro Magellan en John Wartenweiler vormen een rhythm sectie waar je U tegen zegt. Met een gitaar / keyboard duel in het rockertje "Make Him Mine", slepers van jewelste in de beste Etta James / Bessie Smith traditie met "Let's Stay" (met een glansrol voor gitarist Hendrickson) en "What Do I See", het erg originele bluesrock vraag en antwoord spelletje "You Want My Love Honey .... Say it With Your Knees", het naar cajun en zydeco ruikend accordeonneke in "Too Little Too Late", blues met "My Lovin' Baby", "I Could Do Better" en de old fashioned rock & roll van "Tonight", "Love School", "Love Life". Slechts 10 songs (Hendrickson en co - writing met Magellan), maar 36 minuten luisterplezier en dat roept inderdaad naar meer. Dat 'meer' kan er komen want the Crashers staan te springen om naar Europa te komen ...“They’re the best,” Magellan said of Europe’s music fans. “The beauty of it is those people are there to see you. They have a smashing good time. They rock. ”In Europe, they’re something special,” he said, adding European music fans are picky about their music and its ingredients and they appreciate where the music originates. “We fill the bill as authentic, the genuine article and they appreciate it. They treat you like an artist. That’s why a lot of people go there. You’re highly respected,” he said. Voila nu hoort en leest U het eens van "Iemand " anders. Prima band , prima zangeres, klasse album !


 

CHRISTOPHER REES
ALONE ON A MOUNTAIN TOP
(The Ty Bach Twt Sessions)
Website :
www.christopherrees.co.uk
Label : Redeye Music
www.redeyemusic.co.uk
Info:www.medicinemusic.co.uk


Rob Ellen (www.medicinemusic.co.uk) tipte me Christopher Rees, een tamelijk geniale singer-songwriter met rootsinvloeden. "Alone On A Mountain Top" (The Ty Bach Twt Sessions), heet zijn tweede cd, boordevol catchy songs met een hoog popgehalte. Vorig jaar verscheen zijn debuut-cd "The Sweet Ache", die ons muziekliefhebbers erop attent maakte met welk een talent we te maken hadden. En laten we eerlijk zijn: "Alone On A Mountain Top" is een zeldzaam indrukwekkende plaat die fris en krachtig klinkt. Christopher Rees is emotioneel, oprecht en heftig in zijn twaalf gepende songs waarin invloeden van zijn geliefde blues en country artiesten zoals Skip James, Son House, Townes Van Zandt, Johnny Cash en Elvis Presley terug te vinden zijn. Voor zijn sneller dan verwachte nieuwe plaat trok Rees zich terug in een klein huisje in de bergen van In Ty Bach Twt (Wales), een 200 jaar oud dorp vlak boven Aberystwyth. Met een dieet van aardappelen, sardienen en Jack Daniels neemt hij in zes dagen twaalf liedjes op. Deze songs waarin hij lijkt te zoeken naar de zin van het leven, neemt hij op met al zijn meegebrachte instrumenten (akoestische en elektrische gitaren, banjo, resonator slide, bas, drums, percussie, harmonica en kazoo), ... Alone On A Mountain Top. De stem van Rees is krachtig, kruidig en soepel, denk aan Jeff Buckley met ietsjes meer twang, of aan Bruce Springsteen's Nebraska in "The Will To Live", aan Leonard Cohen in "Hold Me Down", aan Son House in "Haitian Cannonball" of aan "Bob Dylan" in het dramatische maar bijzonder doeltreffende openingsnummer "Hold Off Goodbye". "Lord Find Me Home" is opgedragen aan Johnny Cash, maar ook de countryblues in het optimistische "The Will To Live" geven aan hoe gevarieerd dit album klinkt. "Alone On A Mountain" is hetgeen dat je krijgt wanneer een muzikant in hart en nieren het gebergte intrekt en gewoon doet waar hij zin in heeft. Het resultaat is een cd waarvan liefhebbers van goede popmuziek met een rootsrandje heel erg vrolijk worden. Met platen als deze gaan we graag de zomer in en laat de herfst en winter vervolgens ook maar komen! Geweldige cd!


TRACKS:
. Hold Off Goodbye
. Hope Springs
. Wasted Life
. Not A Word
. Fair-weather Friend
. Lord Find Me A Home
. Worn Out Crutches
. The Will To Live
. A Heartbeat or Two
. Haitian Cannonball
. Hold Me Down
. Hush Now Be Still


 

FORTYFIVE RPM
website : www.fortyfiverpm.de
info@fortyfiverpm.de
label : Rhythm Bomb Records
info : www.rhythmbomb.com
info@rhythmbomb.com
(Ralph Braband)


Ralph Braband van Rhythm Bomb Records heeft een neusje voor lekkere rockabilly en hij was er dan ook als de kippen bij om Sandra en haar boys van fortyfive rpm te overtuigen om hun debuutalbum "Spin That 45" op zijn label te laten verschijnen. Het resultaat ligt nu bij de platenboer en het album mag wedijveren met de betere produkties die wij uit Rockabilly Duitsland hebben ontvangen. Liefst zestien tracks op dit schijfje en samen met Jürgen Berger (double bass), Torsten Langner (guitar), beiden maakten deel uit van de '80 neorockabilly band the Javes, en Jörn (drums) laat Sandra (vocals, rhythm guitar) er geen gras overgroeien. Met covers van ondermeer "Yeah Baby" (Betty Smith), Tennesse Zip (Kenny Parchman) ook terug te vinden op de cd van Brian Setzer's "Tribute to Sun Records", Janis Martin's "My Boy Elvis", "Why Don't You Haul Off " van Porter Wagoner & Dolly Parton, "This Little Girl's Gone Rockin'" van Ruth Brown. Bovendien extra aandacht voor Patsy Cline's "Stop, Look & Listen", "I Love You Honey", "Stop Whistlin' Wolf" van the Maddox Brothers & Rose. Bovendien een rockabilly versie van "Perfect" (Fairground Attraction) en een prachtige "Move It On Over" female cover (Hank Williams). Natuurlijk ook eigen materiaal met opener "C'mon Little Baby", "Devil's Poem" en "Two Hearts", songs die niet moeten onderdoen voor de covers. Prima bandje, een zangeres die gezien en gehoord mag worden, perfecte sound (Recorded at The Twilight Tone). Aanrader !

songlist :1. Cmon Little Baby / 2. Tennessee Zip / 3. Yeah Baby / 4. I Love You Honey / 5. Two Hearts / 6. Perfect / 7. Move It On Over / 8. He Will come Back / 9. Here Comes That Feeling Again / 10. My Little Baby / 11. Devils Poem / 12. Why Dont You Haul Off / 13. This Little Girl Gone Rockin / 14. Stop, Look And Listen / 15. My Boy Elvis / 16. Stop Listening Wolf.


 

THE ERIC STECKEL BAND
HIGH ACTION
www.ericsteckel.com
gigs@ericsteckel.com
Label : Rounder Europe
www.rounder-europe.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

De absolute bluessensatie van 2005! Dat talentvolle jongeren niet alleen in de klassieke wereld worden ontdekt bewijst dit 14-jarige supertalent uit Allentown Pennsylvania, waar hij bekend werd door gastoptredens bij de beste muzikanten uit de streek. Terwijl leeftijdsgenoten klooien met de nieuwste computergames volleert deze kindartiest zijn talenten op gitaar. Zijn eerste muzikale invloeden leidden hem naar zijn eerste Fender Stratocastor toen hij negen jaar oud was. Verwachtingsvol dichten de kenners hem een toekomst toe in de categorie Jimi Hendrix, Stevie Ray Vaughan en Freddie King. Hij heeft ondertussen een grote schare fans achter zich en iedereen die hem voor het eerst ziet blijft achter met een gevoel dat ze iets "speciaals" hebben meegemaakt. Het verbaasd dan ook niet dat hij al met de grootste namen uit de blueswereld wordt vergeleken. Zijn enorme passie voor de Blues zorgde ervoor dat hij al snel de grote podia deelde met artiesten als Bob Margolin, Debbie Davis, James Armstrong, Steve Guyger, Kenny Neal, Chris Beard, Tommy Castro, Joe Kubek en Solomon Burke. En dat Eric Steckel een begenadigd gitarist is, blijkt wel uit het feit dat niemand minder dan de legendarische John Mayall hem mee nam op diens Europese tournee gedurende de zomer van 2004. Op 11-jarige leeftijd verscheen zijn eerste cd "A Few Degrees Warmer" (werd live opgenomen in april 2002) die hoog noteerde in de bluescharts. In 2003 ontving hij "The Lehigh Valley Music Award" voor zijn uitzonderlijk electrisch gitaarspel en speelde hij op het Sarasota Bluesfestival en werd hét gespreksonderwerp van de dag hoewel ook Coco Montoya, John Mayall en Solomon Burke hier op de affiche stonden. Na algemeen verzoek van het publiek stond hij in 2004 terug op hetzelfde festival. En nu zijn tweede cd "High Action" waarop hij zijn talenten verder uitbouwt, een cd die werd opgenomen tijdens de winter van 2003-2004. Hierop staat naast Eric een zeer soliede rhythm-sectie met Wayne Smith (drums) en Nick Francklok (bas). Met een stijl die aan de grootsten doet denken, combineert hij verschillende invloeden maar toont vooral dat "the real thing" uit hart en ziel moet komen.Voor zijn leeftijd is hij extreem getalenteerd en alleen de zang detoneert. Dat schijnen meer mensen te vinden en hij schreef er als antwoord een nummer over. De helft van de plaat is instrumentaal en hij gaat behoorlijk tekeer, vele licks om je vingers bij af te likken. Er is zowel eigen materiaal, het geweldige "Espirita" bijvoorbeeld, als covers, die soms helaas wat standaard zijn, maar zo een jongen vergeef je zijn jeugdzonden toch? Nog wel. De Eric Steckel Band heeft overal in de States het publiek met verstomming geslagen met hun krachtige gitaargerichte bluesoptredens. Daarom geven we de raad aan alle bezoekers van het derde Bugaboos Bluesfestival :"Mis deze openingsact zeker niet!", want dit 14-jaar jong super-gitaartalent is dé toekomst van de Blues. Het is zijn tweede bezoek aan Europa en zijn eerste eigen Europese tour. Naast enkele optredens in Nederland (van 2 tot 12 juni) zal zijn show in Mol de enige zijn in België. Voor gitaarliefhebbers een must! Door de strenge wet op de kinderarbeid (jaha…) vindt dit concert plaats vanaf 17.00 uur. Zorg dat je er vooral tijdig bij bent!


 

 

THE CRUZEROS
SCANDALOSA
website : www.cruzeros.com
label : Cruzaroo Music Corp
info : cruzeros@shaw.ca
barry@cruzeros.com
Bookings:curtis@cruzeros.com

Als je vlug bent kan je er nog bij zijn .... want op 28 mei geven de The Cruzeros, een roots / country gezelschap uit Kelowna, British Columbia, een cd release party ter gelegenheid van het verschijnen van hun spiksplinternieuw album. Een album dat er al een tijdje zat aan te komen maar door allerlei omstandigheden nu pas het levenslicht ziet. Meteen de opvolger van de cd 's "The Cruzeros" ('96) en " El Nino" dat in 2001 verkozen werd tot Canadian Independent album of the year. Onder de deskundige leiding van producer Joe Hardy, bekend van zijn werk met om: Steve Earle, ZZ Top, The Georgia Satelites zijn frontman, singer / songwriter Barry Mathers (guitars, mandolin), Curtis Tulman (12 string, harmonica, saxophone, vocals), Jim "Pa" Ryan (keyboards, vocals), Jay Terrence (drums) en Mike Jervis (bass) erin geslaagd om een dijk van een album af te leveren. Opener en titelnummer "Scandalosa" en "The Way You're Lookin' to Me" zijn vlotte en vrolijke Tex Mex songs die de beentjes losgooien en een beetje refereren naar Los Lobos, de almachtige Dough Sahm. Ambiance en party nummers die gezelschap krijgen van de twee enige covers op dit schijfje nl. "Wooly Bully" (jaren '60 hit van Sam the Sham & the Pharaohs) en het nummertje "Cowboy Boots" (met Dan Baird , guitar & vocals) dat wij ook kennen van The Backsliders (verscheen op hun album "Throwin' Rocks At The Moon"). Niet alleen leute en plezier op dit schijfje want met "Don't Drink The Water" slagen the Cruzeros er zelfs in om een vingertje in de lucht te steken aangaande de milieuverontreiniging wereldwijd. Natuurlijk kunnen "de ledevede" toestanden ook niet achterblijven en zijn songs als "Helplessly" (met een schitterende steel gitaar), "Rosalita", "Lucky" (met Joe Henry on dobro) en een ietwat verborgen liefdesverklaring als extraatje "I Love you Honey But I Hate You At The Moment" (track 13?) prijsbeesten buiten categorie. Meesterwerkjes die Springsteen, Warren Zevon, Townes Van Zandt doen watertanden maar op het konto van Barry Mathers staan. Erg gevarieerd album dat met "Load Me Up" een truckersoundje meekreeg, en met de song "November 11th" een ietwat Iers / Keltisch eerbetoon brengt aan al "The Soldiers Like Him ". Een snuifje swing met een scheurende slide,trompetten en trombone op "Stuck With It" geven aan dat The Cruzeros met assistentie van Greg Morrow (drums), Richard Bennet (guitar), Dan Dugmore (!) pedal steel niet voor niets recht hebben op deze lofbetuigingen : “The Cruzeros are the best band I have heard in 10 years. Very good songwriters and great performers!”... Fred Eaglesmith ." The Cruzeros blend an infectious combination of 70's style country rock and Texas Tornados-flavored country sounds - think Nitty Gritty Dirt Band with a little more dirt and a good shot of south of the border hot sauce thrown in for good measure... Larry Johns, True West Magazine, Arizona" Klasse album!


 

COREY HARRIS
DAILY BREAD
www.coreyharrismusic.com
Label : Rounder Records
Rounder Europe
www.rounder-europe.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Corey Harris speelde enkele jaren geleden op de straten van New Orleans. Hem overkwam hetzelfde als blueszanger Ted Hawkins. Beiden werden opgepuikt door een platenstal en met succes aan het publiek gepresenteerd. Hawkins is inmiddels overleden, collega Harris is springlevend, getuige zijn nieuwe cd "Daily Bread". Het is een bruisend schijfje met allerhande muziekstijlen. Het is vooral dankzij de enorme mix van stijlen dat "Daily Bread" van begin tot eind blijft boeien. En gitaarspelen, dat kan Harris nog altijd als de beste. Ook op zijn vorige albums mixte Harris Afrikaanse en Caribische invloeden met de muziek uit Louisiana en Mississippi: belangstelling voor dat continent had de afgestudeerde antropoloog al als student toen hij er de linguïstiek van Afrikaanse talen bestudeerde. In deze dertien nummers eert hij overigens die Afrikaans-Amerikaanse bronnen explicieter dan wanneer hij er zijn eigen stoofpot van brouwt. Nadat Martin Scorsese opnamen van hem had gemaakt voor zijn documentaireproject The Blues werd Harris zo geïnspireerd, dat hij op zoek ging naar de bluesroots in Afrika. Dit was al duidelijk te horen op zijn "Mississippi To Mali"-cd. (2003). Voor zijn dit album reisde hij naar Mali, om zijn blues te toetsen aan de muziek van Ali Farka Toure, 'de Afrikaanse John Lee Hooker'. Ali zorgde voor de begeleiding, en gezamenlijk wisten ze een zeer authentieke sound neer te leggen, die de band tussen de Afrikaanse woestijnblues en de Mississippi Deltablues bloot legt. Voor "Daily Bread" maakt Harris een rondreisje Afrika, Cariben, New Orleans, Chicago en de spirituele hoofdstad Jeruzalem. Een veelheid van stijlen is dan ook te horen op deze mooie plaat. Reggae (“Lamb’s Bread”), ska (“Got To Be A Better Way”), samba (“Khaira”), dub (“The Bush Is Burning”), ’70 soul-blues (“More Precious Than Gold”, “Harder They Come”), Afro-blues (“Mami Wata”) en zelfs Malinees en nog zo wat, dat zich allemaal laat vangen onder de noemer 'rootsmuziek’. Harris brengt het als vanouds op een vriendelijke, laid back manier, die nergens prekerig wordt, ondanks het verinnerlijkte karakter van sommige van zijn teksten. Harris speelt zijn muziek onnadrukkelijk, op het nonchalante af, maar nergens gemakzuchtig. "Daily Bread" is daarom een typisch instapmoment voor wie Harris nog niet kent, en een spannend vervolg op zijn progressieve oeuvre, voor zover mogelijk in de wereldblues natuurlijk. Harris bewandelt derhalve vele zijwegen, die de zogenaamde oubolligheid van die goeie ouwe blues zo goed als uitwissen en ‘m weer eens tijdloos doen blijken. Kortweg : Een veelzijdig album van een even veelzijdig artiest.


 

 

THE RED STICK RAMBLERS
RIGHT KEY, WRONG KEYHOLE
www.redstickramblers.com
Memphis International Records
www.memphisinternational.com
info@memphisinternational.com
redstickbooking@hotmail.com
www.cdbaby.com/cd/redstickramblers2


Iets meer dan een half jaar geleden (recensie Nov. 04 ) plaatsten wij het album "Bring It On Down" van the Red Stick Ramblers in de schijnwerpers en konden wij de woorden van Linda Ronstadt beamen : 'The Red Stick Ramblers are pure joy. They're a great band, crafty songwriters and faithful interpreters of the most authentic Cajun traditions'. En met de opvolger "Right Key, Wrong Keyhole", inmiddels hun derde album, zijn wij niet geneigd om aan die stellingname iets te wijzigen. Met hun mélange van cajun, western swing, gypsy jazz, blues, folk, country en bluegrass zullen zij ongetwijfeld een van de hoogtepunten van het jaarlijks New Orleans Jazz & Heritage festival geweest zijn.Twaalf songs die de sfeer van de Louisiana hoogdagen perfect in beeld en geluid brengen, voorwaar een ferme prestatie. Blijkbaar zijn er enkele wijzigingen doorgevoerd in de groepsbezetting want van Josh Caffery (zakenwereld), Joel Savoy (verhuis naar Canada), Ricky Rees (rockabilly) is geen sprake meer. Hun plaatsen werden ingenomen door Eric Frey (bass, vocals), Kevin Wimmer (fiddle, vocals) en samen met de originele leden Linzay Young (fiddle, lead vocals), Chas Justus (guitar, vocals) en Glenn Fields (drums) zorgen zij er voor dat gelukkig aan hun doelstellingen niets werd gewijzigd. From Baton Rouge to Lafayette and beyond, Louisianna roots music, New Orleans - style swing , honky tonk, zydeco .... het is er nog allemaal op dit prima album. Vier eigen songs, met het leuke "La Valse de Chaoui", prijsbeesten "It's Too Late , baby for us now", "Closing Time blues", die zeker niet moeten onderdoen voor hun covers van ondermeer "Hard To Love Somebody" (Clifton Chenier), "Sweet and Slow" (Fats Waller), "That's What I Like Abouth the South" (Bob Wills), titelnummer "Right Key, Wrong Keyhole" (jazz legende Clarence Williams), "Grand Texas" (Michael Louis Doucet) ook bekend in de versie van Chuck Guillory en inspiratie bron voor Hank Williams "Jambalaya".


 

J . D. HOBSON
DESERT ROAD
website : www.jdhobson.com
label : Eigen Beheer
info : jd@jdhobson.com
www.cdbaby.com/cd/jdhobson


J.D. is proud to announce the arrival of his self-released, debut album, " Desert Road". Met recht en reden want wij zijn behoorlijk onder de indruk van dit traditionele blues / Americana / roots schijfje. In de stijl van Son House ("Jinx Blues"), Skip James ("Illinois Blues"), and Blind Willie McTell. ("East St. Louis Blues"), Mississippi John Hurt (" Make Me A Pallet") maar ook met invloeden van Hank Williams ("Wealth Won't Save your Soul"), Willie Nelson, Kelly Joe Phelps, Paul Burch. Geboren en getogen in Seattle zou deze akoestische / singer / songwriter en bluesman J.D. Hobson wel eens in de voetsporen van mensen als Alvin Youngblood Heart, Keb 'Mo', Richard Johnston, Harry Manx, Terry Garland, Guy Davis, Ash Grunwald kunnen treden, en staan deze laatsten niet op het Belgium Rhythm & Blues Festival 2005 ? Met zijn new-old blues songs sound like they just bubbled up from the Delta is nieuwkomer Hobson misschien wel een van de mensen waar wij rekening mee moeten houden in ons lijstje voor de optredens / festivals volgend jaar. Iet wat rokerige, doorleefde tenor stem, prima 12 string - gitarist, die bovendien vlot overweg kan met harmonica, lap style dobro, stomp box en er niet voor terug schrikt om naast bovenvermelde covers met maar liefst vijf eigen songs op de proppen te komen. This album is for him a new take on many older themes : traditional and country blues, cassic and alt. country, traditional folk, all made by his own. Bijzonder leuke verrassing is het nummertje "Hard times Come Again No More " (Stephen C Foster) dat ons vertrouwd in de oortjes klinkt, bij nader inzien bleek het ook terug te vinden op het album "Troubadour" ('94) van Hugh Moffatt (ereburger van Bree, maar inmiddels de gitaar aan de wilgen gehangen). In Amerika hebben ze het ondertussen al begrepen, want zeg nu zelf, van zulke affiche kunnen wij hier maar van dromen : 30/5/2005 Jazzbones , Tacoma WA : Rachel Harrington // Anne Weiss // Marcus Rill // Anna Coogan // J.D. Hobson ... gelukkig kan je de recensies van hun albums terugvinden op Rootstime. J.D. Hobson ... een gastje om in de gaten te houden!



 

GREY DE LISLE
IRON FLOWERS
Website : www.greydelisle.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com

Misschien heb je, zonder het te realiseren, wel eens iets van Grey DeLisle gehoord. Naast haar muzikanten-bestaan doet ze namelijk ook stemmetjes voor cartoons als Rugrats, Scooby Doo en de Powerpuff Girls. Op haar cd’s beperkt ze zich vocaal gelukkig tot een flinke 'twang'. Zoals de vorige albums is de productie in handen van Marvin Etzioni, de banjoman die ooit in Lone Justice zat. Grey de Lisle is getrouwd met Murry Hammond, bassist van de Old ‘97s, dus hij is ook van de partij. Ze lijkt op ieder album te verrassen, met haar tweede album "Homewrecker" (2002) brak ze hier in de Lage Landen al een beetje door. Dan verscheen er nog een live-registratie, "Bootlegger" (2003), die ook daadwerkelijk een natuurgetrouw kijkje gaf op haar optredens zowel als op haar veelzijdige vocale kunnen. Het album "The Graceful Ghost" (2004) was een ingetogen diamantje, een album waarin DeLisle erin slaagde om haar old-time country gerichte muziek een meer nieuwer, actueler kleedje aan te passen. Daar waar "Homewrecker" nog wel eens wilde verzanden in een te grote variëteit aan stijlen was dit album juist een eenheid. De Lisle klinkt eigenlijk op haar nieuwe, vijfde album "Iron Flowers”, nog meer naar zichzelf. Ze is bovendien trouw gebleven aan het schrijven en bezingen van in oud getinte country traditie liedjes die op een moderne manier opgesmukt worden. Luister maar eens goed naar het herwerkte Queen’s “Bohemian Rhapsody", meteen een prachtige country aanvoelende opener en de klepperende castanetten geven de tweede track “Joanna” een beklemmend Phil Spector/Wall of Sound gevoel .... en u weet meteen wat ik daarmee bedoel. “Blue Heart” was live opgenomen met de garage band van de zoon van producer Marvin Etzioni, Americana op zijn gekst! “Right Now” is dan weer zo'n traag popliedje waarin we best Marc Bolan-achtige gitaarriffs kunnen herkennen. Rockabilly in “Who Made You King” en de Rev. Charlie Jackson cover “God’s Got It” brengen halverwege de plaat wat rock & roll in de tent om dan meer met country gerichte nummers te eindigen. Deze laatste songs, "Sweet Little Bluebird” en “Inside Texas”, springen juist eruit omdat het tempo wordt teruggeschroefd, akoestische instrumenten het klankbeeld bepalen en de melancholie overheerst. Grey DeLisle heeft het nodige in haar mars, ze heeft een prachtige stem vol power, schrijft mooie songs en weet aardig wat variatie in haar cd’s te brengen. Als dat geen aanbeveling is ... Ja, ik mag dat wel, die klankkleur veranderingen, en voor de bloednodige variatie in het genre kan ik deze ook gerust aan u aanbevelen.

The Band:
Murry Hammond–Kay Electric Bass, Acoustic Guitar
Sheldon Gomberg–Stand-up Bass
Dave Mattacks–Drums, Percussion
Don Heffington–Drums
Marvin Etzioni–Mandolins & Guitars, Marxophone, Casio
Greg Leisz–Pedal steel, Electric Guitar


 

THE UNKNOWN GENTLEMEN
LOVE WAIT ' S FOR NO ONE
(BUT BABY I WILL WAIT FOR YOU)
www.unknowngentlemen.com
label : Eigen Beheer
info : cyberbands@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/unknowngents4



Misschien een beetje laat dat wij het nu pas berichten maar de Unknown Gentlemen lieten de release van hun vierde album doorgaan op 14/2 ... en dat is ook in Amerika Valentijnsdag. De Unknown Gentlemen ? Onbekend maar niet onbemind want met dit album gaan Paul Carden en Tom Hood alleen maar goede punten scoren. Inderdaad slechts een duo al lijkt het of er een ganse band heeft plaatsgenomen in de studio. Een album dat volledig is opgedragen aan de liefde in al zijn facetten. Maar natuurlijk is het ook niet altijd rozengeur en maneschijn maar je kan er niet onderuit ; het is en blijft een boeiend schouwspel. Songs met een lach en een traan ... cheating ("I Don't Care About Love"), rejection ("Why Do They Run?"), unavoidable jealousy ("Those Other Men") and divorce ("Terms and Conditions"), involved in the flip side of love as well: loving someone despite their faults ("Drive a Man Insane"), learning from mistakes ("She's Gone Away"), love as peace ("Love is All Around") and, in the end, salvaging a relationship (title track). Slotsom ... Only Love Can Break Your Hart ! (Kevin Hopkin). Prachtige songs die kaderen in een omgeving van blues, country, folk, rock & roll, bluegrass, gospel, alt.country, soul, cowboy music, Appalachian. Maar Paul en Tommy zien het allemaal veel eenvoudiger; influences ... iedere song vanaf 1955. Niet verwonderlijk dat je dan songs op je bord krijgt die een Tex Mex kleedje dragen "Why Do They Run", een Everly Brothers jasje aangemeten krijgen ("Good Week for Girls") een Bob Dylan/the Band strikje dragen ("Half My Body Died", "Those Other Men"). Maar ook swamprock met "Terms & Conditions", een tikkeltje soul met "You Made Me Fall" dat mij wat doet denken aan "If I Were a Carpenter", de sixties / seventies met "She's Gone Away", "I Don't Care About Love", songs die erg dicht aanleunen bij de Britisch folk ("Drive A Man Insame", "Far Away"), alt. country / bluegrass met "Love Is All Around " en prijsbeest "Love Wait's for No One". Twaalf eigen songs die ieder op hun manier een stukje muziekgeschiedenis weergeven en dit allemaal onder het motto LOVE! Klasse!


 

JETHRO EASYFIELDS


RAW GRASS
ON THE HORIZON
MOONSTUCK
website : www.jethroeasyfields.com
label : Eigen Beheer
info : easyfields@yahoo.com
www.myspace.com/jethroeasyfields


Sounds Like A coyote in a chicken coop!

Folk, blues, country, rockabilly, punk ... heden tendage valt alles onder de noemer roots en dat maakt het voor deze jongen wat eenvoudiger. Jethro Easyfields is a one - man band with intense flat - picking, foot - stomping, guitar peg strums and howling vocals and harmonica. Blijkbaar een zeer veelzijdig iemand die intensief bezig is met his love for music. Dat intensieve uit zich in het volgende : Jethro puts true meaning into every note and every liric. He is a renaissance man, he's not rehassing the classic blues - folk roots - rock. He's inventing it. Twaalf jobs en dertien ongelukken, de verhuiswagen nooit ver weg is Jethro de laatste jaren full time bezig in zijn geboortestreek Indiana, Indianapolis. Met meer dan 1000 eigen songs en betrokken bij 30 albums, zijn soul searchin style of Red and Blues : "Reds" is the heart of the song, the heat built around an easy-feeling composition. "Blues" is the soul frequency, the cool, conviction of a performance" is Jethro Easyfields een singer / songwriter in hart en nieren. Invloeden van Bob Dylan, Blind Willie Mc Tell, Bukka White, John Lee Hoker, J.Cash, Tex Ritter, Buddy Holly, Neil Young zijn vanzelfsprekend in het ouvre van een muzikant die echt werk maakt van zijn optredens : In a live performance, I make each song worthy with every breath and guitar note. A mountain of images glow through my mind when I'm on stage. I hope to evoke the same for those who are listening closely..." Waar vind je ze nog ? Bij Rootstime natuurlijk en wij zijn razend benieuwd naar nieuw materiaal dat er blijkbaar schijnt aan te komen. Excellent guitarist and unique singer!


 

JIM AND JENNIE
AND THE PINETOPS
RIVERS ROLL ON BY
Website : www.jimandjennie.com
Label : Bloodshot Records
www.bloodshotrecords.com
Distr. : Bertus
www.bertus.nl

"From the lysergic sidewalks of Haight-Ashbury to the homebrew-stoked hollers of Kentucky and campsites of Bull Run, to the rum-soaked high seas, Jim & Jennie make you feel like they're your traveling companions through the past and into what is to be. Weaving together Southern rock and folk idioms, the Pinetops ease into an alluring and shadowy new space that is an irresistible match between the Harry Smith creak of our American musical backwaters and the easy-on-the-way-down psychedelic vibe of the Fairport Convention and Buffalo Springfield".

Oude stringbandmuziek blijft een grote aantrekkingskracht op muzikanten van nu uitoefenen. Sommigen zetten de traditie naar hun hand en schrijven zelf liedjes in een traditionele stijl, anderen nemen de oude liedjes en spelen ze in de traditionele stijl die bij die liedjes hoort. Is dat niet mooi? Ja, dat is heelmooi, vooral als het maar goed gebeurt, met enthousiasme en een zeker gebrek aan eerbied. Jim Krewson en Jennie Benford zijn echte liefhebber van oude muziek, maar ook van akoestische instrumenten (violen, banjo’s, mandolines, bassen, ukeleles en washboards) die zij op een traditionele, maar ook inventieve manier bespelen. Op "Rivers Roll On By" kun je goed horen dat Jim en Jennie old school country en bluegrass - muziek nieuw leven in kunnen blazen. Zij hebben bovendien een groepje topmusici om zich heen verzameld, beter bekend als The Pinetops. Jim Krewson en Jennie Benford brengen dertien liedjes met een akoestische topband waarin Brad Hutchison, het klaar speelt om zowel het geluid van een pedal steel als dat van een orgel of een elektrische gitaar op te roepen. Dat lijkt wel een garantie voor kwaliteit, want dit is ook weer een energieke, enthousiaste plaat waar het speelplezier overal te horen is. Dat gecombineerd met musici die behoorlijk wat in hun mars hebben, en je hebt een frisse cd met old-time music op topniveau. Het gaat dus toch steeds weer om de kwaliteit van de muzikanten. "Rivers Roll On By", dit is echt klasse, ook al omdat de band heel mooi hecht klinkt. Stevig geankerd in de traditie, maar je kunt tegelijk duidelijk horen dat de muziek nu gemaakt wordt. Mooi en knus.


 

LOW RENT
WHAT CAN ' T BE SAID
website : www.lowrentmusic.com
label : Dubble - O - Records
info : info@lowrentmusic.com
www.cdbaby.com/cd/lowrent
www.garageband.com/artist/lowrent


Straight-up Rock fused with the flavors of Country and Alternative. Blijkbaar heeft de wijziging in het groepsbestand geen veranderingen teweeg gebracht in de sound van de band Low Rent (Chicago, Illinois), die in 2001 voor het eerst van zich lieten horen met het album "Can't Win If You Lose" (from rock to country to folk to blues). Lijkt mij ook moeilijk als je beinvloed wordt door de muziek van The Pixies, Rolling Stones, Neil Young, Merle Haggard, Talking Heads, Pavement, Wilco, and Guided By Voices. Twaalf nieuwe songs en blijkbaar zijn alle bruggen met de ex leden niet opgeblazen want voormalig lid en lead singer/bass player Brendan Fitzpatrick, die de overstap deed naar Clem Snide (cd "End Of Love"), werd bereid gevonden om de opvolger "What Can't Be Said" te mixen, producen, backing vocals te verzorgen en de banjo ter hand te nemen (op "Sideways Living"). De 'originals' Scott Tracey (guitar) en Erik Friedman (harmonica, guitar, lap steel), kregen versterking van Nathan Chew (vocals), John Hayes (bass) en Jeff Eberhard (drums) en aarzelen niet om er stevig de beuk in te zetten. "Maybe You're Right" is een gezegde dat ten huize deze jongen dagelijkse kost geworden is (grapje), maar bovendien net als "Hello Reno" songs zijn die radio 1 // Pili Pili klasse hebben. Liefhebbers van roots / rock / Americana zullen hun vingertjes aflikken met songs als "All I Am", "You Are Mine" en "They Say We're the Same". Hun "Song about Hope" met de "Oeh Oeh" smeekbede à Mick Jagger zal verhoord worden. Want ik verwacht dat de definitieve doorbraak voor Low Rent met dit album niet meer lang op zich zal laten wachten. Stevige rockertjes als "Austin Al Sunrise" en "Drivin" lijken op het lijf geschreven van Wilco, Drive by Truckers, Slobberbone, Son Volt. Maar de hoogtpunten van dit werkelijk schitterend album moeten nog komen .... "No One Loves you (When you're Down) mag dan vanzelf sprekend zijn, het is samen met afsluiter en prijsbeest "Backward Kind of Time" een waardige apotheose van een schijfje dat geschiedenis gaat schrijven.


 

CHIP TAYLOR
AND CARRIE RODRIGUEZ
RED DOG TRACKS
Label : Train Wreck Records
www.trainwreckrecords.com
info@trainwreckrecords.com
Label : Rounder Europe
www.rounder-europe.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com

Veteraan singer-songwriter Chip Taylor (1944) hoorde de jonge violiste Carrie Rodriguez voor het eerst tijdens het South By Southwest festival en was meteen zo onder de indruk dat hij haar vroeg met hem op te treden. Chip Taylor is bekender door de songs die hij voor anderen schreef dan door zijn eigen carrière als uitvoerend artiest. Wie kent niet "Wild Thing" (Troggs, Jimi Hendrix) en "Angel Of The Morning" (Merrilee Rush)? Maar een solocarrière wilde maar niet vlotten. Genezen van enkele decennia gokken op de renbaan vroeg hij Carrie Rodriguez ook een aantal nummers mee te zingen en die samenwerking beviel zo dat ze besloten een duetalbum op te nemen: "Let’s Leave This Town". Het resultaat is een cd die prima countrymuziek bevat, echte good time music. Amper een jaar na dit verrassende album dook het duo opnieuw de studio in. En gelukkig maar, want ook "Trouble With Humans" was weer een charmante mengelmoes van folk, country, Texas swing en bluegrass. De doorleefde stem van Taylor past uitstekend bij die van Rodriguez, terwijl haar vioolspel de akoestische arrangementen van spannende accenten voorziet. Net als op "Let's Leave This Town" overheersen hier ook de langzame nummers, de meer up-tempo nummers zorgen daarbij voor de nodige afwisseling. Maar goed, voor de derde maal doet Chip Taylor het met Carrie Rodriguez, met ditmaal in de begeleidingsband bovendien meestergitarist Bill Frisell. Verder is er medewerking van bassist Jim Whitney, drummer Kenny Wollesen en banjospeler Richie Stearns. "Red Dog Tracks" heet het derde studioalbum van dit onvolprezen duo die voor de opgenames naar New York trokken. En we geven de oude snoeper geen ongelijk, want niet alleen bezit de jonge schoonheid een prachtige stem, zij kan bovendien zeer verdienstelijk met de viool overweg hetgeen ze al bewees op de vorige albums. Weliswaar is de door haar gearrangeerde traditional "Elzick’s Farewell" te lang, maar verder voorziet zij de ingetogen nummers van Taylor van precies de juiste accenten. De plaat begint sterk met "Must Be The Whiskey" en het uptempo "Keep Your Hat On Jenny". Muzikaal balanceert het duo tussen folkrock en country, waarbij de vocalen van Taylor en Rodrigues een sterke twee-eenheid vormen. Zoals In "Big Moon Shinin'", waarin de tweestemmige zanglijnen en ingetogen begeleiding zorgen voor een breekbare sfeer, maar ook het titelnummer "Red Dog Tracks" behoord tot de uitschieters waarin Taylor en Rodriguez tot grote hoogten stijgen. In plaats van vertrouwd klinkende luisterliedjes duiken om beurten bluegrass, country, swing en lichte jazz op. Doordat ditmaal nog duidelijker de texmex-wortels aan bod komen, is "Red Dog Tracks" afwisselender dan zijn voorgangers. Zelfs de Hank Williams-cover "I Can’t Help It (If I’m Still In Love With You)" misstaat niet op dit uiterst sympathieke rootsalbum, waardoor dit album gerekend moet worden tot een van de betere rootsplaten van de laatste maanden. Kortweg : De stem van Rodriguez heeft wel iets weg van die van Stacey Earle en past wonderwel bij het warme geluid van Chip Taylor, hetgeen resulteert in dertien stemmige luisterliedjes, niet altijd even puntig en verrassend, maar geloofwaardig van begin tot eind. Gewoon een geweldig Americana-duo.


 

UNITED STEEL WORKERS OF MONTREAL
BROKEN TRUCKS AND BOTTLES
website : www.uswm.ca
label : Eigen Beheer
info : gern@uswm.ca
contact@uswm.ca
www.cdbaby.com/cd/uswom



USWM's spirited bluegrass and old-timey twang are hard to resist (Jordan Zivitz, The Montreal Gazette). "This collective of countrified Montrealers seem to be hopped up on the lighter side of Lefty Frizzell, Bill Monroe, Hank Williams, Doc Watson and the cowpunk of Blood on the Saddle... " zijn recensies die er geen doekjes om draaien, dit lijkt ons een gezond principe dat wij bij Rootstime ook zoveel mogelijk proberen te hanteren. Begonnen als The Congregates waren de leden eventjes in vertwijfeling : een vakbond oprichten, of verder gaan met muziek maken? Een Belgisch compromis kwam uit de bus : de naam van de vakbond werd als groepsnaam gekozen om verder te gaan met hun old - time musical sensibilities. Aangenaam groepje dat onder leiding van Gern F. (lead vovals, rhythm guitar, harmonica) en Felicity Hamer (lead vocals) een album op de markt brengen dat een mix is van bluegrass, folk, swing, blues & fuckin' rock. Maar ook de overige Steel Workers laten zich niet onbetuigd, met ondermeer mandolin, banjo, accordion, double bass, telecaster krijgen wij een erg gevarieerd akoestisch album voorgeschoteld. Met de opener "Place St. Henri" wordt nog eens verwezen naar de plaats van hun optredens in het verleden en met de verwijzing naar Hank Williams (he never had a sweetheart that made him sing his bleeding hart , like the girl that I met when I found you) krijgt de song nog een amouristisch, nostalgisch tintje. De restanten van hun cowboy / punk verleden kan je nog terugvinden in de songs "Life Bearable in Texas" ,"The Promise", "Goddamn the CPR" (cover van een folksong over de aanleg van de CPR railroad). Gern F. beschikt over een stem die wat raakpunten heeft met die van Tom Waits, John Hiatt en met songs als "Where the Green Grass Grows" (met een schitterend harmonicaatje), "Number 4" en "77 - 87" wordt die indruk nog versterkt. In de songs "Wandering Eye"(!), "Trigger" , "Lay Me Down Father", "You Left Me Lefty" (!) kan zangeres Felicity Hamer haar hartje ophalen in de meer soft yet husky sweet melodies. Prettige kennismaking met USWM.


 

JW ROY
LAAGSTRAAT 443
Website: www.jwroy.nl
www.monkeyman.nl
info@monkeyman.nl
Marketing & Distributie
Munich Records
www.munichrecords.com

Jan Willem Roy start zijn muzikale loopbaan op veertienjarige leeftijd met dorpsvrienden in de rockgroep Sez You. Hij is zanger/gitarist van een heel scala aan bands voordat hij begin jaren negentig Le Roi formeert met de latere drummer van K's Choice. Halverwege de jaren negentig treedt de Brabander voor het eerst nationaal voor het voetlicht als finalist van een singer-songwriters-competitie in het radioprogramma KRO's Country Time. Samen met toetsenist Roel Spanjers en bassist Kees Spruijt begint Roy in 1996 The One Night Band, die verder bestaat uit gitarist Richard van Bergen en drummer J.J. Goossens. Een jaar later verschijnt het debuut "Round Here", dat wordt onthaald als een rootsplaat van Amerikaanse klasse. Het album staat maandenlang in de Moordlijst en na een 2 Meter Sessie en diverse andere tv-optredens is zijn naam gevestigd. Met zijn One Night Band treedt Roy veelvuldig in het land op. Begin 1999 verschijnt "Deeper Shades", dat net als het debuut lovend wordt ontvangen. Begin 2001 besluit The One Night Band er na vijf jaar een punt achter te zetten. Roy concentreert zich op het schrijven van nieuw repertoire en zoekt daarbij naar een rauwere sound. In BJ Baartmans vindt hij de geschikte co-producer, terwijl JB Meyers (bekend van studiowerk voor o.a. De Dijk en Tröckener Kecks) de eindmix voor zijn rekening neemt. Het stevig rockende resultaat heet "Keep It Coming" ligt voorjaar 2003 in de winkels. Roy wordt op "Keep It Coming" ondersteund door gitaristen Ruud van den Boogaard (ex-Sez You!) en Eric van Dijsseldonk (voorman van de Smalltown Romeos), bassist Nico Heilijgers en drummer Gabriël Peeters, aangevuld met Roel Spanjers. In 2003 wordt Roy uitgenodigd voor het South By South West-festival in Austin. Eenmaal terug in Nederland begint hij ideeën voor een volgend album uit te werken en "Kitchen Table Blues" (2004) is meteen zijn vierde album, een overwegend akoestisch album waarop Roy’s melancholische stem centraal staat. Roy krijgt op dit album hulp van niemand minder dan Chuck Leavell, die al een kwart eeuw de vaste pianist/organist van de Stones is. Ook leent Carrie Rodriguez (momenteel vormt zij een duo met de legendarische sing/songwriter Chip Taylor, zie ook volgende recensie) haar strijkstok. Onrust, passie, schuld en twijfel vormen de rode draad in deze herfstkleurige verzameling verhalen uit het echte leven. Voor "Kitchen Table Blues" ging JW Roy anders dan voorheen niet met een volledige band de studio in, maar begon hij alleen met producers Gabriël Peeters en Kees Spruit. En nu, half 2005, verschijnt het nieuwste album van Jan-Willem Roy getiteld: "Laagstraat 443". Die naam is ontleend aan het adres van de studio waar JW Roy’s nieuwste album is opgenomen. Niet een gewone studio maar het huis van jeugdvriend en gitarist Ruud van den Boogaard dat twee maanden lang omgebouwd was tot opnameruimte. Zo kon er in alle rust en zonder tijdsdruk gewerkt worden. Roy en van den Boogaard puzzelden zo twaalf songs in elkaar die onder leiding van producer Gabriël Peeters verder uitgewerkt en opgenomen werden. Zang, akoestische gitaar en drums zijn voor alle nummers in één take opgenomen. De slechts sporadisch gebruikte elektrische gitaar, Fender Rhodes en basgitaar zijn later ingespeeld. Hoe kleiner de bezetting hoe beter Roy uit de verf lijkt te komen. Op dit album kruipt hij zo ongeveer bij je op schoot zonder te vervallen in verstilde luisterliedjes. De spanning is soms inderdaad om te snijden. De invulling van Van den Boogaard en ook Rhodesspeler Mike Roelofs getuigt van creativiteit. Belangrijk verschil met de vorige albums is dat JW zich op dit album niet in de Engelse taal verwoord maar in heel verstaanbaar Brabants! Eén keer luisteren is dus al genoeg om de teksten te begrijpen en Roy komt door deze taalverandering los van zijn Americana roots en kan in het vervolg alle kanten op. Zoals op zijn vorig album kiest Roy nadrukkelijk weer voor een meer akoestische aanpak. "Laagstraat 443" is een verbluffend mooie collectie liedjes, waarop opnieuw Roys schuurpapieren melancholische stem in het middelpunt van de belangstelling staat. De songs zijn vol van melodie en melancholie en dat past perfect bij de prachtige stem van JW Roy. Muzikaal is het wederom genieten zoals in het nummer "Tijd Um Te Verdoen", gebaseerd op het gedicht "Water Zacht Als Bloemenpracht" van Kees Spruit. Na de laatste noten van het meesterlijk gearrangeerde "443" kun je niet anders dan met een gevoel van verbazing terug gaan naar het begin om al dit moois nog eens tot je door te laten dringen. Twaalf liedjes maken van “Laagstraat 443” andermaal een bijzonder aangename luisterervaring. Als extra cadeau is er aan de cd een bundel met korte verhalen toegevoegd. 'Penningmeester van de parochie' heet deze beschrijving van het leven van Jan-Willem.


 

LIZ TORMES
LIMELIGHT
website : www.liztormes.com
label : Eigen Beheer
info : liz@liztormes.com
Booking :
sarah@roadworkmusic.com
www.MilesOfMusic.com



Een album van een nieuwkomer dat met lofbetuigingen overgoten wordt bij het gerespecteerde Miles Of Music trekt natuurlijk de aandacht van deze jongen. Liz Tormes is de naam van deze New Yorkse schone en in Amerika beschrijft men haar muziek als Gothic Americana, beautiful, yet slighthly dark. Tja, het beestje moet natuurlijk een naam hebben maar laat het ons voorzichtig houden op roots pop tunes / folk / indie rock songs die in een akoestisch sausje gegoten worden. Singer / songwriter en gitarist Tormes is de stille getuige van hoe een dubbeltje rollen kan : "Liz Tormes' music career started by accident. She was recruited by a New York opry for her sense of time, and not knowing how to play guitar, she stuck a playing card between the neck and strings of her guitar, so it would produce a muted backbeat that didn't require her to know how to play." Now she knows how to play, and does it well. Her acoustic songs are quietly happy, and sometimes mild yet sad. Either way, she's perfect for anyone who loves a nice acoustic guitar sound." Ergens tussen Neko Case en Kathleen Edwards, in de buurt van Sam Philips, Cat Power, Dayna Kurtz , Eleni Mandell, Laura Cantrell kunnen wij Liz Tormes situeren. Met ondermeer Ken Coomer (of Wilco fame) en Jeff Johnson als producer, in de studio het gezelschap van special guests Teddy Thompson en Ollabelle's Amy Helm (Levon's daughter!), levert Liz Tormes een sterk album af dat ook in de lage landen wel eens gensters kan slaan. Luisteren is de boodschap want het album nodigt niet bepaald uit tot dansen, bijwijlen klinkt het wat zwaarmoedig en deprimerend, vooral de herinneringen aan misgelopen relaties en de daarbij horende verontschuldigingen krijgen wel eens de bovenhand op dit album. Gelukkig brengen gitaar en pedalsteel ietwat vaart en afwisseling in al die dagelijkse mijmeringen en kunnen wij spreken van een warm, intiem debuutalbum.


 

MOONSHINE HANGOVER
THICKET
website : www.moonshinehangover.com
label : Eigen Beheer
info : will@moonshinehangover.com
(Will Johnson : Booking)
www.myspace.com/moonshinehangover
www.cdbaby.com/cd/moonshinehangover2

Hey all! Moonshine Hangover is the artist of the month over on Twangcast.com. Sounds Like :Drive-By Truckers, The Bottle Rockets, Marshall Tucker Band, Lynyrd Skynyrd, Supersuckers, The Gourds, Waylon Jennings


Moonshine Hangover plays countrified rock with reckless abandon and drunken whimsy. YD Henning (Vocals & Guitars), Kris Stuart (Lead & Slide Guitars & Vocals), Will Johnson (Bass & Vocals), Greg Montplaisir (Drums) zijn de leden van het bandje Moonshine Hangover (Portland, Oregon). Een album dat, God en klein Pierke weten waarom, nu pas aan de beurt komt. Met "sound like" maakt My Space het wel iets eenvoudiger voor mij en de collega's. Called it Alt. country, Southern rock of Outlaw country feit is dat het een leuke kennismaking met deze bar band (Twangy Rock For Beer Drinkers & Hell Raisers). Opener "Spinning", "Down Home" in twee verschillende versies op dit schijfje maar hemels mooi, met Paul Brainard (Richmond Fontaine) op steel gitaar (he puts the pedal to the metal), "Song For Early" doen je denken aan de eerste lp's van the Marshall Tucker band. Met dit tweede album van een band die met Marilee Horde op fiddle ("Isaac Parker"), de mandolin - banjo - dobro instrumental "Cold Water Breakdown", a fiery roadburner ("WWJDD" David Lipkind on harmonica) in de beste Charlie Daniels Band traditie, de walsjes en prijsbeesten "Sunday Best", "Shallow Grave" de jaren zeventig doen herleven. Maar het is zeker geen retro album geworden want met "Lucy's Lament " krijg je een bluegrassje op speed, met "20 Blue Line", "Georgia Moon" vrolijke country / rock deuntjes. Natuurlijk is het voor Moonshine Hangover spelen op een vertrouwd afgebakend terrein en zijn de vergelijkingen niet echt ver te zoeken toch kan je dit album vergelijken met a party on a saturday night that you should leave with a Hangover that you won't mind having. Dertien hard rockin', twang - laden sincerity, smart songs, slechts een cover, top tien in de verkoopcijfers van Miles Of Music, lovende kritieken, track 13 met een verborgen synthesizer slotje . We want more!


 

ELIZABETH LEE ' S COZMIC MOJO
HARDCORE DELTA
www.elizabethleecozmicmojo.com
label : Eigen Beheer
www.lucagallina.com/cozmic_mojo_en.html
www.lucagallina.com/concerts.html
Route66-LA@web.de
www.jambkitchen.com


Second difficult album for Italian trash punk blues band Cosmic Mojo featuring Taxas born singer Elizabeth Lee. Hier heb ik het enorm moeilijk mee, ik weet ook niet hoe dit album bij mij beland is, al heb ik wel een vermoeden, blijkbaar heeft Elizabeth Lee in een vorig leven iets meer naar Rootstime gerichte muziek uitgebracht. Met country / rock albums die verschenen begin jaren '90 ("Try a Little Harder", "Texas Bound"), in die periode was zij met haar band ondermeer op toernee in ons landje, een album op het Taxim Records label (You Got That Right" 02) en de opvolger "Cozmic Mojo" (03) dat voornamelijk bestond uit covers (Jumpin' Jack Flash , You Never Can Tell, Summertime Blues, That's Alright etc.) Met het vorig album "Longhorns and Chinamen " op ZYX Music, en "Hardcore Delta" sloeg Elizabeth Lee en haar nieuwe band Cozmic Mojo bestaande uit Luca Gallina (guitars), Luca Manenti (baritone guitar & backing vocals), Beppe Facchetti (drums, percussie, backing vocals) een ietwat andere richting in. Voornamelijk een mix van Chemical Brothers, R.L. Burnside, Janis Joplin die uitloopt in crazy dirty blues rock / alternatieve Texas rock / Fat Possum oriented trash punk / blues. Elf eigen songs (met tussendoor het gerammel van tassen, bestek, het doortrekken van een wc) waarmee zij hopen een van Europe's top sellers te worden. Lowdown blues ... ? Forget it het lijkt mij meer 22nd Century Schizoid Blues en de song "Drivin ' Licence Bob" zou nog iets zijn voor de the Legandary Shack Shakers. Ondertussen stonden zij op het podium met Eric Sardinas (Bugaboos Festival Mol 6 juni), Poppa Chubby, Nine Below Zero, Rick Vito en toerden zij de maand mei nog door Duitsland. Voor de liefhebbers.


 

THE HOYLE BROTHERS
BACK TO THE DOOR
website :
www.thehoylebrothers.com
info@thehoylebrothers.com
Info : www.medicinemusic.co.uk
www.medicinemusic.co.uk


'Country swing. Honky tonk. Totally danceable'. -One of the best traditional country band. They play classics by Haggard, Jones, Cash and others. Their originals are so true to form you'd swear they were also penned by the later. They've been at it locally for a year playing every Friday night happy hour at The Empty Bottle. They make the occasional club appearance and should not, I repeat should not be missed. Inderdaad met al die Americana, Roots, Alt. Country, Rockabilly... enz, zou een mens nog vergeten dat er nog zoiets bestaat als gewone, eenvoudige country & western zoals onze noorderburen zo mooi kunnen zeggen. Met twaalf originele songs en een prachtige cover van "No Show" George Jones (Relief's Just a Swallow Away ) zijn de Hoyle Brothers (ondanks de naam toch geen familie van elkaar) aan hun debuut toe. Afkomstig uit Chicago werd deze cd op genomen in Austin Texas en is een getrouwe weergave van traditionele country. A few beerdrinking songs, a pair of two steppers, a couple of barroomshuffles en natuurlijk de truckersongs. Zelfs een tikkeltje Tex Mex krijg je op je bord geschoteld. Jacque Judy ( lead vocals / acoustic guitar en songwriter van dienst) vormt samen met Josh Piet (bass), Lance Helgeson (drums / backingvocals), Steve Doyle (lead & acoustic guitars/ backingvocals ) en Brian Wilkie ( pedalsteel / acoustic guitar & backingvocals ) The Hoyle Brothers. Aardige cd en kunnen wij akkoord gaan met wat onze collega zegt ? :"This IS genuine honky-tonkin' 'cry in your beer' country.(Theo Oldenburg, Alt. Country Cooking, Radio Winschoten, Netherlands)." Zeker en vast.