JULI 2004

SEAN CHAMBERS- THE NIMMO BROTHERS - KENNY TRAYLOR- PINETOP PERKINS - DONAL HINELY - RUNRIG - THE MAMMALS- KIERAN KANE & KEVIN WELCH - SHOUT, SISTER, SHOUT!- TODD SNIDER - RAY MASON BAND - REBECCA HALL - JENNIE STEARNS- FRANK CARLIER - RECKLESS KELLY - DARDEN SMITH- VASSAR CLEMENTS - NANCY K. DILLON - MICHAEL CARPENTER- LONESOME BROTHERS - CYNDI BOSTE - CYNDI BOSTE - CYNDI BOSTE- DAN REEDER - TOM FREUND - NELS ANDREWS - DIANA DARBY- WALKER DIVER - MARY Mc BRIDE - ELEANOR McEVOY- RUTHIE FOSTER - BORIS Mc CUTCHEON - JAY FARRAR- SUSAN ANGELETTI - STEVE MAYONE - MUTUAL ADMIRATION SOCIETY- KEVIN MONTGOMERY - PAUL OSCHER - FLETCHER HARRINGTON- RAILROAD EARTH - MOONSHINE REUNION - KIM WILSON- DUKE ROBILLARD - JOE FOURNIER - THE PALADINS- CASH MONIES AND THE JETSETTER - McKAY BROTHERS- RONNY ELLIOTT - SOUTHERN CULTURE ON THE SKIDS- THE FLATLANDERS - LIZ MANDVILLE GREESON - PAUL MAC BONVIN- SVEN ZETTERBERG - DANNY BROOKS - STEVE WHITE - STEPHEN HOGG- LIZZA CONNOR - MARIANNE MURPHY - III rd TYME OUT- GERONIMO TREVINO III & THE GERONIMO BAND - PETER C. JOHNSON- TEX BEAUMONT - SALLY BARRIS - BATTERY LIFE- JEAN PAUL RENA & TERRAWHEEL- DAVE Mc CANN and THE TEN TOED FROGS - BOBBY FLORES- DAWN KINNARD - KEVIN BOWE & THE OKEMAH PROPHETS - WILL WEBB


 


SEAN CHAMBERS
HUMBLE SPIRITS
Website : www.seanchambers.com
Label : Vestige Records
www.vestigerecords.com

 

Zoals de meeste gitaarspelers met een voorliefde voor Blues-Rock, Sean Chambers groeide op met te luisteren naar Johnny Winter, de drie Kings (BB, Freddie, & Albert), Eric Clapton, Jeff Beck, en Billy Gibbons om er een paar te noemen. Chambers liet zich inspireren door de legendarische geluiden van Jimi Hendrix en wat later door Stevie Ray Vaughan. Ondanks zijn vrij jonge leeftijd heeft de heer Chambers al een uitgebreid palmares opgebouwd in Amerika, frontman van de SRV tribute band uit Texas, Austin, als de laatste nieuwe gitaarsensatie verkozen door "Total guitar mag." en tevens ingelijfd bij de Top 50 beste gitaristen door "Guitarist magazine", naast anderen zoals Kenny Wayne Shepherd en Keb Mo. Daarbuiten is hij steeds goed ontvangen buiten de V.S., en in het bijzonder in Europa waar hij zowel met de legendarische Hubert Sumlin als solo heeft gereist. In October 1998, Chambers zijn tweede album "Strong Temptation" was dadelijk goed voor een oplage van 15000 cd's. Was hij op zijn eerste album misschien nog een SVR cloon, met deze tweede plaat had hij dit nu volledig afgeworpen. Chambers heeft diezelfde lijn doorgetrokken in zijn nieuw album "Humble Spirits", waarin zijn muzikale evolutie duidelijk in de verf word gezet. Tien nummers in een geperste smeuige Bluesrock plaat, waarvan zeven eigen brouwsels. Natuurlijk krijgen we al de ingredienten te horen uit het overbekende bluesvaatje, maar laat dit het niet voor u vergallen, deze man is origineel genoeg om u vanaf het eerste nummer reeds in te palmen. Producer is de veteraan Bud Snyder (Allman Brothers / Gov't Mule), maar daarbuiten zijn er nog enkele muzikanten die hun medewerking verleenden aan "Humble Spirits", zoals Bernard Allison, Frankie & Danny Toler (Allman Brothers), Bobby T. Torello (Johnny Winter '74-'81) en Bruce Waibel van de Greg Allman Band. Dit album is tevens opgedragen aan deze Bruce Waibel, want spijtig verdween hij zeer onverwacht. Sean Chambers blijft zijn talenten ontwikkelen, enkele weken geleden trad hij op voor de rockers Lynyrd Skynyrd en staat zijn naam op het grootste bluesfestival in Tampa, het bekende Tampa Bay Blues Festival, en dit met zijn begeleidende band, Tim Blair aan de bas, Paul Broderick aan de drums en Ben Crider. aan de keyboards. Bent u een liefhebber van oude smerige bluesrock, geef dan deze man dan de kans. Kenners beweren immers dat hij de laatste nieuwe sensatie is en u wilt dit toch niet mislopen?



THE NIMMO BROTHERS
LIVE
COTTIERS THEATRE GLASGOW
Label : Armadillo Music Limited
www.bluearmadillo.com
mail@bluearmadillo.com

Sinds de wisseling van bassist en drummer bij de Nimmo Brothers twee jaar geleden was ik heel benieuwd hoe hun muziek klonk. Wel, ik kan direkt melden dat ik er geen moment van had willen missen. De band toerde toen gedurende 2 weken door Belgie en Nederland en ik kan alleen maar hopen dat U die dit leest ook een van die optredens heeft bijgewoond. Welk een gedrevenheid, wat een passie, overweldigend. Geen moment aflatend, wel tijd voor een kwinkslag af en toe, ook aandacht voor het publiek, maar vooral muziek maken, puikbeste muziek. Vette blues met op zijn tijd een beetje funky geluiden erin gemixt, een wah-wah-pedaaltje met korte effektjes, het klinkt allemaal hopeloos mooi. Drummer Mark Barrett moet je, wanneer je de kans hebt, eens in de gaten houden. De man speelt met een gedrevenheid en straalt daarbij een plezier uit, dat het een lust voor het oog is. Tel daarbij op zijn mimiek en realiseer je dat hij gewoon een show binnen de show maakt. Fantastisch, wat kan die man drummen. Pas verschenen is het nieuwe live album van de Nimmo Brothers, opgenomen op zondag 6 mei 2001 tijdens het eerste West End Jazz & Blues Festival in het Cottier's Theatre in Glasgow, Scotland. Deze mannen slagen er telkens weer in om mij met verstomming te slaan, mede door het feit dat ze telkens op de proppen komen met een nieuwe set, je moet het maar doen. Ze kregen niet voor niets de titel “hottest Scottish blues band”, die ze bovendien dubbel en dik verdienen want ook in België en Nederland genieten ze van een sterke aanhang. Ook deze maal brachten ze een set om u tegen te zeggen, met o.a ; “She’s all mine”, “So many Roads” en “Long way from Everthing” werd het publiek opgewarmd. De gebroeders Nimmo zijn op het podium één brok dynamiet zo bewezen ze dit nog maar ééns bij volgende nummers als, “Flat broke” en “I'll be Back Someday”. Enkele covers, waaronder "Help Me" als toegift - galmden uit de speakers. Toen ze begonnen aan dit nummer rekende ik wel op enkele tempowisselingen, zoals in meerdere versies van deze song gehanteerd worden, maar daar deden de Nimmo’s spijtig genoeg niet aan. Een andere, bekende, cover die de band vaak speelt, "The Thrill is gone", is in de loop van de tijd uitgebouwd tot een bijna eindeloos durend nummer, dat toch geen moment verveelt. De solo’s die erin verwerkt zijn maken het een bijna nieuwe song. Als je houdt van gierende, ronkende en perfect op elkaar ingespeelde gitaar solo’s dan ben je bij hen zeker aan het goede adres ze zijn een lust voor oog en oor, zelfs lang uitgerekte nummers vervelen geen moment, ik hoop ze in de toekomst nogmaals terug aan het werk te zien.


 

 


KENNY TRAYLOR
TRIBUTE
Website : www.kennytraylor.com
Email :info@kennytraylor.com
Label : TopCat Records
www.topcatrecords.com

Op het label TopCat Records verscheen eind vorig jaar het tweede album "Tribute" van de Texas blues veteraan Kenny Traylor. Dit album brengt een hulde aan alle grote bluesmeesters die op Kenny zo'n grote invloed hebben gehad, en dat zijn er heel wat, o.a. Elmore James, Big Joe Turner, Muddy Waters, Curtis Mayfield, Jimi Hendrix, Jimmy Smith, Otis Redding, Steve Cropper, Johnny Taylor, Kenny Burrell, B.B. King and James Brown. Kenny Traylor heeft met vele grootheden van de blues gespeeld, zoals ondermeer met Ben E. King, Sam & Dave en Johnnie Taylor, ook staat zijn naam op alle affiches van festivals in het zuidwesten van Amerika. "Tribute" is een prachtalbum en volwaardig opvolger van zijn debuut CD "Somethin’s Gotta Change" dit omwille van Kenny Traylor’s geweldige stem en zijn vlotte manier om de Texas blues te spelen, die aan zijn geïnspireerde songwriting wordt gekoppeld. Kenny word bijgestaan door de "Million Dollar Rhythm Section", bestaande uit John Garza op bas, Doug Swancy aan de drums, Ron Jones op sax and Barry Seelen op de hammond B-3. Kenny Traylor is meer dan een zoveelste bluesman. Vooral zijn eigen werk, nummers zoals "Tall Drink","Highway Angel", "Love Don't Last", "Once Or Twice" en "With Nobody Else", bezitten allen sterke arrangementen vol intensiteit en worden met veel bezieling gebracht. Dit alles resulteert in een prachtig album dat beslist uw aandacht verdient.


 


PINETOP PERKINS
LADIES MAN
Label : MC Records
Website:www.mc-records.com
Email: mc@mc-records.com

Als opvolger van Otis Spann kwam Pinetop Perkins in 1969 in de band van Muddy Waters terecht. Daar werd ook duidelijk dat Perkins één van de allergrootste blues- en boogie pianisten ooit was. Overigens kon Perkins niet alleen goed overweg met het ivoor, ook met de dames. Het is dus niet zo'n gek idee om "Ladies Man" op het label M.C. Records, een plaat met merendeels duetten met zangeressen, uit te brengen. Perkins is over het algemeen de man op de achtergrond, behalve in nummers als "Big Fat Mama", "Kansas City" en "How Long". Schijnbaar achteloos onttrekt hij de meest soepele bluesjes en boogies aan zijn klavier. Een genoegen voor het oor. Maar op de meerderheid van de nummers wordt de zang waargenomen door een keur aan zangeressen. Oudgedienden, zoals Ruth Brown en de ontzagwekkende Odetta, nieuwe sterren als Susan Tedeschi en de al even indrukwekkende Deborah Coleman. De blues op "Ladies Man" is over het algemeen traditioneel, maar wat Perkins op 91-jarige leeftijd nog weet te doen is af en toe imposant. Dat geldt ook voor de de zangeressen, die in sommige gevallen zijn achterkleindochters zouden kunnen zijn. Het had overigens een haar gescheeld of "Ladies Man" was postuum uitgebracht, want tijdens de opnames reed Perkins zijn auto tegen een rijdende trein aan. Hij verwondde zijn arm en kon enige tijd geen piano spelen. "Maar als ik niet speel, zing ik nog beter", wist hij producer Mark Carpentieri te overtuigen. Hetgeen hierbij bewezen is.



DONAL HINELY
WE BUILT A FIRE
Website : www.donalhinely.com
www.pastemusic.com
Label : Scuffletown Records
Info : donroy@mindspring.com

Er valt nog veel te ontdekken, realiseer ik mij de laatste tijd. Donal Hinely uit Denton, Texas, is naast een begenadigd zanger en gitarist ook vooral een liedjesschrijver. Bij het beluisteren van zijn album "We Built A Fire" valt meteen op dat Hinely een uitmuntend verhalen- verteller in de beste Texaanse traditie, die zich kan meten met illustere voorgangers als Townes Van Zandt, Steve Earle of Slaid Cleaves. Net als deze laatste verwerkt Hinely prachtige verhalen in zijn liedjes over mensen die aan de zelfkant van de maatschappij leven. Zo krijgen de liefdesverklaring "Cynthianna" en "Promise Of A Dream" een glijdende cellopartij mee, dit laatste nummer gaat over ene Maria, uitbaatster van een winkel vol troep van het Leger des Heils. Even intrigerend of beter nog hilarisch is de tekst van "Hey Paul Revere", waarin hij de naam van een patriotistische burgerwacht koppelt aan een Amerikaanse historische held. Voor mij is het vreemd dat dit album niet de aandacht heeft weten te trekken van de wat grotere 'independents', want zeker zeven van de dertien composities op dit album zijn raak; ze bevatten of hele herkenbare en catchy refreinen, zoals "Gasoline" en "These Are The Days", of hebben een zeer intrigerende tekst, zoals de liedjes "4225 Wellington Avenue" (dat hij overigens samen schreef met Trent Summer ) en "Hennry Ford" kunnen we daaronder groeperen. Al deze liedjes zijn gegoten in een lekkere mix van folk, americana, alt. country en een drietal rockers, die samen een goed geheel vormen. Jawel rockers, hoewel het wel duurt tot liedje nummer 5 "Take My Heart", voordat de gitaren voor het eerst knetteren. "Long Way Home" halverwege en "Twisted" tegen het eind kunnen we ook onder de noemer countryrock scharen, maar voor de rest schotelt Hinely ons luisterliedjes voor. Levensverhalen en lovestories, soepel en met gevoel voor drama opgeschreven en fraai-gevarieerd toongezet. Bij de opnames van het ambitieuze "We Built A Fire" mocht Hinely , die onder de vakkundige leiding van producer David Henry (o.a. R.E.M, Yo La Tengo, Josh Rouse en The Cowboy Junkies) nogal wat getalenteerde muzikanten begroeten in de studio. De voornaamste van het stel is zeker gitarist Will Kimbrough (Todd Snider, Rodney Crowell), excellerend op elektrische gitaar, Fats Kaplin op viool en steel gitaar, een drietal drummers, waarvan Ken Coomer (ex-Wilco) voor de nodige 'twang' zorgt. Daarnaast lazen we op de bijsluiter ook nog de namen van Kim Richey, Mindy Smith (“Jolene”), Dave Harrison (Edwin McCain), Tommy Williams (Matthew Ryan), het mooie dobrospel van Johnny Bellar en de mandoline van John Wheeler. Donal Hinely, voorzien van een prettige stem en bespeler van de akoestische gitaar is een echte revelatie maar met iets meer karakter in zijn stem zou hij beslist één van de groten kunnen zijn, want pennen kan hij echt wel.



RUNRIG
PROTERRA
Website : www.runrig.co.uk
Label : Ridge Records

 

Runrig is een Schotse band die al heel lang wereldberoemd had moeten zijn. Ze hebben in hun dertigjarige bestaan een indrukwekkende reeks cd's uitgebracht, geven fantastische live-concerten en scoren in Schotland steevast heel goed, maar de rest van de wereld zit nog steeds te slapen. Runrig maakt een soort van keltische folkrock, met een zwaar accent op rock. Ze hebben een zeer geweldige gitarist, Malcolm Jones, die ook rustig een doedelzak oppakt, of een accordeon, en waar je altijd met open mond naar zit te kijken, zo goed is die man. De broers Callum en Rory MacDonald vormen de ritmesectie (bas en drums), maar schrijven ook verreweg het grootste deel van het materiaal voor de band, soms samen met Jones. Dit trio vormt de kern van de band. Dat laatste blijkt onder meer uit het feit dat de band ook na het vertrek van de ijzersterke leadzanger Donnie Munro uitstekende platen bleef maken, nu met de Canadese Bruce Guthro als leadzanger. Meestal is zo'n wisseling van de wacht funest, maar Guthro doet het heel goed, en de samenzang blijft even sterk. Het publiek is de groep dan ook trouw gebleven, en een optreden van de band is een echte belevenis. Op Proterra, hun laatste studio-cd, staat nadrukkelijk vermeld "with Paul Mounsey", en deze keyboardspeler zorgt voor een nog voller, nog rockachtiger geluid, waardoor de groep sterker dan ooit klinkt. Er zitten ook wat mooie ballads tussen, en die brachten ze altijd al heel sterk. Maar zelfs in de hardere nummers houdt de groep altijd iets lyrisch, iets romantisch en melancholisch. En altijd staan er liedjes tussen die je na een paar keer vol overgave staat mee te zingen. Long Distance is een mooie verzamelaar, om de groep te leren kennen, en als je al een fan was maar twijfelde over de nieuwe zanger kun je rustig "Proterra" aanschaffen.


 


THE MAMMALS
ROCK THAT BABE
Website : www.themammals.net
Label : Signature Sounds
www.signaturesounds.com
info@signaturesounds.com

 

Ruth Ungar is de dochter van fiddler Jay Ungar en zangeres Lyn Hardy. Tao Rodriguez is de kleinzoon van Pete Seeger die met zijn opa al de halve wereld heeft rondgetourd toen deze wat muzikale ondersteuning wel kon gebruiken. Het is dus geen wonder dat The Mammals werken in de traditie van Seeger en Guthrie, en dat ze hun linkse boodschap in een eigentijds folkjasje gieten. Michael Merenda completeert de kern van deze band, waar sinds de vorige cd nog een drummer en een bassist aan zijn toegevoegd. Een aanwinst, want deze sterke, alerte ritmesectie versterkt het energieke karakter van de band aanzienlijk. Merenda is de meer ingetogen zanger van de drie, al kan Ungar ook zeer mooi ballads zingen. Maar wat de groep echt interessant maakt is dat ze ook volledig los kunnen gaan. Ruth Ungar gooit al zingend en vioolspelend regelmatig alle remmen los en dat werkt voor dit soort muziek ongehoord bevrijdend. Haar gretigheid en energie lijken de rest van de band ook op te zwepen, waardoor je soms met open mond zit te luisteren. Bovendien durven ze ook instrumentaal te experimenteren, en dat pakt zeer goed en verrassend uit. Als je bijvoorbeeld nog steeds denkt dat de banjo een wat suf muziekinstrument is moet je hier absoluut eens naar luisteren. De combinatie van banjo met de Hammond B3 is op papier misschien saai, maar klinkt hier schitterend, en dat is maar één voorbeeld. Daarnaast is het natuurlijk heerlijk om een Amerikaanse band een zeer kritisch nummer als The Bush Boys te horen zingen. Hou ze in de gaten, deze Mammals, want dit is wat mij betreft de Future of American Folk.


 


KIERAN KANE & KEVIN WELCH
with FATS KAPLAN
YOU CAN'T SAVE EVERYBODY
Label : Dead Reckoning Records
Compass Records
www.compassrecords.com

Kieran Kane en Kevin Welch hebben al een hele reeks platen gemaakt, solo of met groepen, en die waren altijd de moeite waard. Ze schrijven allebei liedjes die zeer de moeite waard zijn, niet alleen omdat de melodieën blijven hangen, maar ook omdat beide heren intelligente en gevoelige teksten schrijven. Daar komt dan bij dat ze ook nog eens allebei goed en overtuigend zingen en de nodige muziekinstrumenten beheersen. Trio's zijn altijd interessant, omdat het er in een trio heel erg op aankomt. Je kunt niet zitten slapen als je in een trio speelt, alledrie de muzikanten zullen alert moeten zijn en zeer goed naar elkaar moeten luisteren. Als dat goed gaat heb je al snel een enerverend album te pakken, zoals bij het trio hier, want Kane en Welch, die de liedjes schreven, hebben als derde Fats Kaplan erbij gehaald, een musicus die ook al verschillende instrumenten beheerst, en ze spelen, zoals dat zo mooi heet, de sterren van de hemel. Op het cd-hoesje staat "file under folk", maar dit is weer zo'n plaat die eigenlijk alle genres overstijgt. Er wordt gewoon zeer intensief gespeeld en gezongen en het is een beetje als in een rumoerige kroeg waarbij de muzikanten de hele kroeg stilkrijgen door gewoon te gaan spelen. Als deze cd opgezet wordt merk je dat je even later vergeet waar je mee bezig was en echt zit te luisteren, totdat de cd is afgelopen. Een groter compliment kun je een band niet geven, denk ik. Overigens is Kane ook nog een dubbeltalent, want het schilderij op de hoes is van hem, en dat is zeker geen slecht schilderij.


 


SHOUT, SISTER, SHOUT!
A TRIBUTE TO SISTER ROSETTA THARPE
Label :MC Records
www.mc-records.com

Sister Rosetta Tharpe was een opmerkelijke dame, niet alleen omdat ze met zoveel overgave stond te zingen, maar ook omdat ze een buitengewoon gemene partij elektrische gitaar speelde. Dat Muddy Waters onder de indruk van haar was kan ik me heel goed voorstellen. Toch is ze relatief onbekend gebleven, onder meer doordat ze altijd gospels bleef zingen, wat het seculiere publiek wat van haar vervreemdde, maar ook omdat ze ook liedjes als "I want a tall skinny papa" zong, wat het gospelpubliek weer minder kon waarderen. Die laatsten liepen ook over naar het wat beschaafdere geluid van iemand als Mahalia Jackson. Onder muzikanten heeft Rosetta Tharpe nog steeds een grote reputatie, en dat blijkt ook overduidelijk uit de dames die meedoen op de tribute-cd "Shout, Sister, Shout!". Dat zijn voorwaar niet de minsten, en wat nog mooier is, je hebt ze nog nooit zo goed gehoord als hier. Het lijkt wel alsof ze niet voor Sister Rosetta onder willen doen, want ze gaan er stuk voor stuk en allemaal helemaal voluit tegenaan. Dat betekent dat je Maria Muldaur, die goede maar beschaafde bluesplaten heeft gemaakt, hier op haar allerruigst hoort. Het betekent ook dat je Phoebe Snow alle remmen los hoort gooien, waardoor ze beter klinkt dan ooit tevoren. En eigenlijk geldt dat voor allemaal, zelfs Janis Ian heb ik nog nooit zo intens horen zingen. Zelfs Victoria Williams met haar heksenstemmetje komt hier volledig tot haar recht. Dat is onder meer ook te danken aan de geweldige backing band, die met ontzettend veel soul en gedrevenheid speelt. Als toegift staat er ook een filmpje op uit begin jaren zestig van Rosetta Tharpe met groot gospelkoor. Ook hier speelt ze een ongehoord fel stukje elektrische gitaar, en ze zingt "Down By The Riverside" zo, dat je hem onmiddellijk weer van de zwarte lijst zou halen. Zeer indrukwekkend. Het mooie van de cd is dat hij helemaal de geest van Sister Rosetta Tharpe ademt, dus de energie spat eraf, en iedereen geeft zich volledig. Misschien doe je dat wel wat makkelijker als je gospels zingt? Hoe dan ook - een mooiere, opzwepender gospelplaat dan deze zul je niet makkelijk vinden. En ook als je van blues houdt, of van rauwe rock of rhythm & blues, is dit een absolute aanrader.


 

 


TODD SNIDER
EAST NASHVILLE SKYLINE
Website : www.toddsnider.com
Label: OH BOY Records
www.ohboy.com

We hebben weer een absolute aanrader ontvangen van het label 'Oh Boy'. De nieuwe cd van Todd Snider bevestigt voor ons de reputatie die hij al had, want het is weer een heerlijk meesterwerkje geworden. Zo'n plaat die je eigenlijk even aan iedereen wil laten horen omdat hij zo verschrikkelijk goed is. Todd Snider begon ooit als een soort kruising tussen Tom Petty en Jerry Jeff Walker, al had hij ook al in het begin een duidelijk eigen geluid. Na een paar platen had hij zijn draai helemaal gevonden, en bij het label van John Prine zit hij nu perfect op zijn plaats. Liedjesschrijver Todd Snider is wat lastig in te delen. Hij zingt zijn eigen liedjes, en zou daarom in het genre singer/songwriter geplaatst kunnen worden anderzijds zijn er van die zelfgepende liedjes die klinken dan weer als snoeiharde rock. Het interessantste is hij als hij ergens daar tussenin gaat zitten. Dan kom je in een ondefinieerbaar genre met onder meer country-invloeden en jazzy arrangementen. Zijn laatste studioplaat, "New Connection", was een nauwelijks te overtreffen ingetogen meesterwerkje, dat aan John Prine in zijn beste dagen deed denken, met name in de inventieve arrangementen en de schitterende teksten zoals in "Crooked Piece of Time" dat samen met Prine word gezongen. Doordat die plaat juist door die fantastische arrangementen uitblonk was ik benieuwd naar dit nieuwe album. Op de liveplaat die volgde liet hij horen dat zijn directere live-aanpak ook heel goed uitpakte en dat je daar misschien nog wel beter naar zijn teksten ging luisteren. Op deze nieuwe studioplaat "East Nashville Skyline" gaat hij een beetje tussen de twee benaderingen inzitten. Het is een wat steviger plaat geworden met wat minder ingenieuze arrangementen, waardoor de aandacht toch meer naar de liedjes gaat. En die zijn weer goed tot zeer goed. Het steviger geluid sluit geraffineerde arrangementen overigens niet uit. De teksten zijn kritisch, en niet alleen in een nummer als "Conservative Christian", "Right-Wing Republican", "Straight, White", "American Males", maar ook in een klein meesterwerkje als "The Ballad of the Kingsmen". Op het nummer "Enjoy Yourself" staat er ook weer de nodige feel-good muziek, en hij is in veel nummers weer erg grappig. En hoewel deze cd op het eerste gehoor wat simpeler klinkt dan "New Connection" hoor je bij elke draaibeurt weer nieuwe dingen - er zit toch meer gelaagdheid in dan je je in eerste instantie realiseert, terwijl het tegelijkertijd toch als een eerlijke recht-door-zeeplaat aan blijft voelen. Een groeiplaatje, dat steeds beter wordt. En een nummer als "Nashville" zou toch een gigantische countryrockhit moeten worden zou je zeggen. De afwisseling tussen de verschillende stijlen en de interessante teksten zorgen ervoor dat "East Nashville Skyline" een interessante rootsrock plaat is geworden. Als je belangstelling is gewekt moet je zeker eens naar Todd's website gaan, want daar kun je niet alleen een paar nummers beluisteren, je kunt er tevens ook een videoclip bekijken.


 


RAY MASON BAND
IDIOT WISDOM
Website : www.raymason.com
raymasonband@hotmail.com
Label : Captivating Music

Al sinds de vroege jaren tachtig timmert Ray Mason schijnbaar onvermoeibaar aan de rootsweg. En wie kan hem stoppen ? Enkel terugblikken in de laatste zes maanden volstaat om te begrijpen dat Ray een zeer druk persoon is. Ray speelde bas op LLoyd Cole's nieuwe cd " Music In A Foreign Language". Vorige maand is dit album verschenen in Europe op het Sanctuary label. Ray speelde ook bas, gitaar en backing vocals samen met J Mascis op J's versie of NRBQ's " I Want You Bad" op het pas verschenen tribute van NRBQ " The Q People" op SpiritHouse Records. Het nieuwe album van The Lonesome Brothers, "Fences", is nog maar pas op de markt en deze band is al jaren Ray's nevenprojekt waar hij tevens ook de bas ter hand neemt en samen met Jim Armenti de liedjes schrijft. Mag dus wel gezegd worden dat deze zanger / gitarist reeds heel wat ervaring heeft opgedaan. In zijn band samengesteld door Stephen Desaulniers aan de bas , Tom Shea op gitaar, Franck Marsh aan de drums en hij zelf op gitaar en de vocals brengt op zijn album "Idiot Wisdom" muziek waarin u rock, pop, country en soul kan terugvinden. In een productie van Jim Weeks geeft Mason het beste op zijn Silvertone-gitaar en brengt tien eigen composities en een lijzige cover van "Didn’t Want To Have To Do It" van The Lovin’ Spoonful. Muziek die vooral de liefhebbers van mensen als Graham Parker, Marshall Crenshaw, Steve Forbert en wijlen Warren Zevon zou moeten kunnen bekoren. Hoogtepunten zijn het venijnig rockende "Big Ass Balloon", de soulvol twangende opener "Ring-A-Ling" en het superaanstekelijke titelnummer "Idiot Wisdom". Totaal pretentieloze, maar wel héél erg lekkere rootsmuziek!


 

 


REBECCA HALL
SUNDAY AFTERNOON
Website : www.rebeccahall.com
Label : Listen Here ! Records
www.listenhererecords.com

Het is eigenlijk heel simpel allemaal... Een stem, die aan de New Yorkse zangeres Rebecca Hall toebehoort. Rebecca zingt of alles recht uit haar hartje komt. Dit bewees ze al op haar vorig album "Rebecca Hall Sings!", dat in 2001 verscheen, maar nu kunnen we genieten van haar nieuw album, "Sunday Afternoon". Dan nog een virtuoze producer, Ken Anderson, die ook allerlei instrumenten bespeelt zoals bas, harmonica, bells, percussie en orgel en voila, deze beauty van een album is geboren! De vergelijking tussen de stemmen van Rebecca Hall en Linda Thompson of Nanci Griffith is snel gemaakt, maar Rebecca klinkt liever en weet een intiemere sfeer te scheppen. En die stem kan ik alleen maar omschrijven als 'hemels'. In de tien originele en de twee traditionele songs voegt ze een Amerikaans accent toe aan de traditionele Angelsaksische folk. Rebecca Hall vertelt ons persoonlijke liefdesverhaaltjes, die soms weemoedig zijn zoals in "Sculptor’s Song", maar altijd begripvol en barmhartig. Zeer mooi gebracht is het hartverscheurend "Thanks Just The Same". De basis van de akoestische instrumentatie wordt voornamelijk gelegd door gitaar en bas bespeeld door de eerder vernoemde Ken Anderson. Rebecca Hall levert weer een prima album af en ik dank god op de knieën als dit meer mensen mogen ontdekken.



JENNIE STEARNS
SING DESIRE
Website : www.jenniestearns.com
Label : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
Info@luckydice.nl

Slechts zelden wordt je geconfronteerd met pareltjes als "Sing Desire", het album van Jennie Stearns van vorig jaar. Graag wou ik in Rootstime dit album even terug in de kijker plaatsen, want volgens mijn bescheiden mening behoort dit album nog steeds in de top vijf van verleden jaar en een tweede reden is dat we binnenkort een nieuw album van Jennie mogen verwachten, want samen met producer Gurf Morlix is ze al enkele maanden in Austin bezig om haar derde soloalbum klaar te stomen. En als u weet dat die Morlix vroeger werkte met Ray Wylie Hubbard, Slaid Cleeves en Lucinda Williams om er maar een paar te noemen, mogen we weer een super album verwachten. "Sing Desire" vertoont dromerige soms donkere Americana die je eigenlijk pas op waarde kunt beoordelen na keer of drie luisteren, omdat het zich pas dan diep in je ziel gaat nestelen. Wees niet ongerust dat, het dan is want ook daarna groeit dit album door om uiteindelijk te eindigen op ongekende hoogte, die voorheen slechts werd bereikt door dames als Lucinda Williams, Emmylou Harris, Mary Gauthier of Aimee Mann. Met die laatste vertoont ze trouwens ook een opvallende stemverwantschap. Jennie Stearns is op haar best in tragere ballads en walsjes. Alle liedjes werden geschreven door Jennie, behalve "Garden Of Delight" dat werd geschreven door Johnny Dowd, die op dit album ook op gitaar te horen is. De productie van dit album is buitengewoon smaakvol en sfeervol in de vakkundige handen van Chad Crumm. De liedjes op "Sing Desire" klinken sfeervol loom en zijn hier en daar voorzien van hightech momenten, maar ondanks van deze gekke geluidjes blijft alles prachtig in balans. Hartverscheurende songs zijn wel het titelnummer "Sing Desire" met een galmend piano, "Country Road" met mooie banjo begeleiding en "Season of Dreams" met zeer bijzondere harmonieën. "Sing Desire"is een onmisbare pracht en nu maar ongeduldig wachten op het nieuwe album.


 


FRANK CARLIER
HELLBOUND
www/angelfire.com/sc/frankcarlier/
Info:Balbagsong@aol.com
Label :eigen beheer

De robuuste Frank Carlier, 2 m lang, 2 m breed, type Hells Angel, staat liftend met gitaarkoffer afgebeeld op het labeltje van z'n nieuwe album. Samen met de titel van zijn nieuwste werk voorspelt dat niet veel goeds, zult u waarschijnlijk zeggen. Maar Frank Carlier blijkt, ondanks zijn ruige uiterlijk, een hele aardige en gevoelige singer-songwriter te zijn die een groot spectrum van de rootsmuziek beheerst. De wandelende mysterie pakt wederom uit met een verbluffend aangenaam album genaamd "Hellbound". Dit album is de opvolger van "Born Again" (zie recensie maand mei), waarvan de songs invloeden vertoonden van keltische klanken naar folk en vervolgens waait het weer naar bluegrass en roots-rock. Op zijn nieuwe album kunnen we hier nog andere invloeden aan toevoegen zoals country,Tex-Mex, calypso, blues en dixie jazz muziek. We kunnen hieruit besluiten dat Carlier muzikaal gezien vanuit een modern folk standpunt vertrekt en zijn songs met invloeden uit tal van andere genres kruidt telkens wanneer ze daar om vragen. Openingsnummer "Star" wordt zo western roots rock met een subtiel Tex-Mex-pigmentje, het tropische "Jamaican Get Away", "Stompin’ Ground" is pure Dixieland jazz, "Days Behind Me" is een ballad die lijkt te zijn weggelopen uit het repertoire van Randy Newman. "Purgatory" is een sfeervolle bluesy resonator gitaarinstrumental, titelnummer "Hellbound" is hardcore bluegrass, "Miracle in Me" is een akoustische ballade met violen en de afsluiter "The Only Thing I Do" is al even pure rootsy country. Zeer mooi album echter de veelzijdigheid is hier een nadeel.


 


RECKLESS KELLY
UNDER THE TABLE & ABOVE THE SUN
Website : www.recklesskelly.com
Label : Sugar Hill
www.sugarhillrecords.com

Veel mensen hadden het gevoel, als ze het over een nieuwe release van de uit Austin,Texas roots-rock formatie Reckless Kelly spraken, dat Ray Kennedy, Willy Braun en consorten vastgeroest zaten in een muzikaal rootsy harnas. Zelf ben ik altijd een trouwe volger gebleven en ontdekte dat dit stel rootsrockers uit Texas er noch steeds veel plezier aan beleven. Nu ik de nieuwe CD "Under The Table & Above the Sun" al een paar keer heb beluisterd moet ik eerlijk bekennen dat de rockers duidelijk op het goede spoor zitten en hoor ik een gerijpte band, die de genre top heeft bereikt. Het voelt in ieder geval niet anders aan als de vorige albums, maar dit album bevat enkele keiharde rocksongs, zoals we die van Reckless Kelly mogen verwachten, en vormen de liedjes van spil Willy Braun (meiden, autorijden, stadsverhaaltjes en dromen) nog steeds een belangrijke inspiratiebron. Maar er is meer. Braun durft vooral zijn gevoelige kant te laten zien, vertaald in rijk klinkende rootsrocksongs met levensechte teksten. Niet te vergeten: de productie is van Ray Kennedy en dan weten de kenners dat het een knisperend muziekwerk is geworden. Deze rootsrockplaat straalt van veel individuele klasse wat blijkt uit het stevige gitaarwerk, catchy melodietjes, rock drums, meerstemmige zang, virtuoos instrumentaal gepingel, en vooral spelend in Austin Texas … maar uiteraard de perfecte Sugar Hill klank kwaliteit. Als Marah de toekomst is van rock'n roll, dan is Reckless Kelly dat van rootsrock. Klasse gitaarplaat!



DARDEN SMITH
CIRCO
Website : www.dardensmith.com
Label : Dualtone
www.dualtone.com
Thanks to : EssentialMusic,London

Darden Smith uit Texas heeft iets John Hiatt-achtigs. Hij weet heel veel oprechte emotie in z'n helende stemgeluid te verwerken en daarmee zo'n beetje alle aandacht naar zich toe te trekken. Darden is zo’n songwriter die zonder echt op te vallen de mooiste dingen maakt. "Sunflower" bijvoorbeeld, een cd die nog altijd fris en sterk klinkt. Maar met "Circo", zijn tweede CD voor Dualtone, heeft Darden zijn ‘magnus opus’ gemaakt. Circo is een plaat zonder toeters en bellen die uitblinkt in zijn subtiliteit. De songs hebben een relaxte sfeer en zijn ijzersterk. De sound is aangekleed met strijkers, een orgel of een steelguitar van wie anders dan Lloyd Maines. Maar de basis is toch de stem van Smith, zijn gitaar en een bescheiden ritmesectie Vocaal wordt Smith bijgestaan door Jim Lauderdale, Kim Richey, Suzzy Roche, Shawn Colvin en Boo Hewerdine, de zanger van The Bible met wie Smith ooit de cd "Evidence maakte". Hoewel sommige nummers vermomd zijn als sfeerrijke pop en de gelaagde melodieën als een zomerbriesje de oren van de luisteraar strelen, voorspelt Darden Smith veel onheil in zijn teksten en zorgt hij met z'n getroebleerde jongensstem voor het nodige tegengewicht. Zoals het prikkeldraad en de dreigende wolken op de sobere hoes zich aftekenen tegen een donkere horizon weet singer-songwriter Smith zijn liedjes bijna iets apocalyptisch mee te geven. Werkelijk prachtig zijn de bijdragen van Shawn Colvin in "Late Train To London" en "Hands On The Wheel" en Kim Richey in "Make Love So Hard". "Circo" is dan ook typisch zo’n album, dat je voorzichtig voortkabbelend bij elke beluistering wat meer inpalmt. Waar het eerst eigenlijk maar heel gewoontjes lijkt, nodigt het vervolgens uit tot keer op keer opnieuw beluisteren en wordt het zelfs een bijzonder graag geziene gast in de late uurtjes. Laten we er niet omheen draaien: "Circo" is een fantastische en hemelse luisterplaat met groeipotentie.


 


VASSAR CLEMENTS
LIVIN' WITH THE BLUES
Label : Acoustic Disc
www.acousticdisc.com

Acoustic Disc zal op 24 augustus van dit jaar "Livin' With The Blues" uitbrengen, dit is het eerste bluesalbum van de award winnaar, fiddlespeler Vassar Clements. Gedurende zijn meer dan vijftigjarige carrière in de folk- en bluegrasswereld, Vassar heeft een enorme reputatie verdiend als één van de grootste Amerikaanse folk musici en als één van de architecten van de bluegrassmuziek. Vassar speelt altijd wat blues in zijn bluegrass. Zijn fiddle-bijdragen kan u horen op platen van ondermeer Bill Monroe, Earl Scruggs, John Hartford, de Grateful Dead, Bonnie Raitt, Paul McCartney, Linda Ronstadt en de Allman Brothers Band. Maar het is nu slechts met zijn nieuwe album "Livin' With The Blues" dat Clements de fiddle en de blues zo laat uitblinken, dat dit album in een productie van mandolinspeler David Grisman en harmonicaspeler Norton Buffalo,behoord tot één van de betere bluesplaten van dit jaar. Reden hiervoor is dat hij op "Livin’ With The Blues" zelf zeer nadrukkelijk op het voorplan treedt. De gastenlijst puilt met namen als Elvin Bishop, Bob Brozman, Norton Buffalo, Bobby Cochran, Ruth Davies, Dave Mathews, Maria Muldaur, Charlie Musselwhite, Roy Rogers, Marc Silber en David Jacob-Strain erop. Freaks die op zoek zijn naar minder bekend, maar bovendrijvend talent, hier is uw kans!


 

 

NANCY K. DILLON
JUST LET ME DREAM
Website : www.nancykdillon.net
Label : Rose Rock Records
tallgrassgirl@nancykdillon.net

Singer-songwriter Nancy K. Dillon trok mijn aandacht, omdat ik haar naam zag prijken op haar vorige band de 'Nancy Brothers' waarin ook Michael Hill zijn weg had gevonden. Meteen schoten mij bandjes als Ranch Romance en The Airstreams naar binnen waarin onze frontvrouw ook een patent op had. Tot nu kan dus wel gezegd worden dat ze een behoorlijk gevuld muzikaal verleden heeft. De mix van bluegrass en folkgrass met een vleugje americana op "Just Let Me Dream" is heel goed te pruimen en erg gevarieerd, in een productie van Dillon zelf en de eerder vernoemde Michael Hill. Daarbij komt dat Nancy K. Dillon, beschikt over een lekkere stem; niet donker, niet licht, warm en met voldoende elasticiteit, hoewel het af en toe wel wat krachtiger kan. Ze zet alle ingredienten in om americana in te kleuren; de dobro, de accordeon en de viool. De ene keer ligt het accent op bluegrass de andere keer op folk, country of americana. Er spelen meer bekenden mee op deze cd, om aan te geven hoe zeer ze op handen wordt gedragen door collega's. Wat te denken van het bluegrass-getinte "Almost To Idaho" met de sprankelende mandoline (John Reischman), fiddle (Paul Elliott) en dobro (Stacy Phillips). Het best te pruimen zijn nog de ballad "Nothing In Texas" en de Jimmy Lafave-cover "Give Your Sweet Love To Me", een wel erg mooie rootsy ballade. Nancy verwoordt het op haar typische alt countrywijze of de okie roots originals zoals ze ’t zelf noemt. Meestal lichtelijk ingetogen, maar op "Till The Music Dies" rockt ze er even driftig op los,met fraai gitaarwerk van Hill, hetgeen ze van mij best vaker zou mogen doen. Voor het overige, laat Nancy K. Dillon maar eens goed op je inwerken.


 


MICHAEL CARPENTER
ROLLING BALL
Website : www.mcarp.com
Label : Laughing Outlaw Records
www.laughingoutlaw.com.au
laughingoutlaw@talk21.com

Daar het alternatieve countrygenre de laatste jaren een enorme opwaardering heeft gekregen door zeldzaam fris werk van vaandeldragers als Will Oldham, Centro-matic en Ryan Adams wordt het moeilijk dergelijke artiesten te evenaren of zelfs te overtreffen. Michael Carpenter probeert dat met zijn nieuwe plaat "Rollin Ball" dan ook niet. De Australische producer doet gewoon waar hij eerder zijn sporen in verdiend heeft en maakt melodieuze rechttoe rechtaan rock waar country invloeden en Byrds harmonieën doorheen sijpelen. Een vergelijking die meer ter zake doet is dan ook bijvoorbeeld die met Tom Petty. "Rollin Ball" is de opvolger van het album "Kingsrdworks" dat eveneens op het label Laughing Outlaw Records vorig jaar verscheen, en door de media goed onthaald werd. Het nieuwe album zal allicht ook tot de favorieten van de power pop behoren. De nummers op "Rollin Ball" zouden, de een nog meer dan de ander, niet misstaan op de radio, het soort van volmaakte deuntjes die ons toch probleemloos nog jaren blijven boeien. Stuk voor stuk liggen de liedjes lekker in het gehoor maar nergens dreigt het ook maar essentieel te worden. In zijn eigen land heeft Carpenter ondertussen een stevige reputatie als producer naar zijn normen voor één keer ruimschoots de tijd voor het schrijven en inblikken van een nieuwe vracht perfecte popliedjes en dat hij duidelijk een vakman is blijkt uit heupwiegende nummers als de titelsong "Rollin Ball" en "Emily Says" of de wat tragere nummers "Let Down" en "Good Enough", het klinkt allemaal even lekker!



LONESOME BROTHERS
FENCES
Website : www.lonesomebrothers.com
Label : SpiritHouse Records
www.spirithouserecords.com

 

"Fences" is de vijfde heerlijke plaat van de Lonesome Brothers met fantastisch gespeelde traditionele alt country. Ray Mason laat zich niet uit het veld slaan,als hoofdman van de band gaat hij gewoon door met wat hij al enkele decennia doet. Liedjes schrijven, samen met compaan Jim Armenti, en als ze er een hoopje bij elkaar hebben, dan stapt het trio (Tom Shea op drums is er ook nog) wederom vrolijk een studio binnen. Ook al weten ze dat roem niet voor ze zal zijn weggelegd. De rootsmuziek van Lonesome Brothers is sterk geworteld in de jaren zestig en zeventig, maar klinkt geen enkel moment nostalgisch of uit de tijd. Armenti en Mason zijn de songschrijvers en ze doen weinig voor elkaar onder. Armanti heeft meer countrybloed in zich, terwijl Mason meer de ruwere, oude Neil Young vertolkt. Die kenmerken zorgen er voor dat "Fences" een afwisselende plaat is, met als uitschieters de relaxte rootssong "Come to the Window", het weemoedige "Church of Nicotine", de country-rock van "Reconstruct the Boat" en de prachtige opener "Move Along". Fabelachtig is de souplesse waarmee deze klinkende songs, teksten en instrumentatie tot volstrekt nieuwe nummers leiden. Gekmakend en jaloersmakend voor lui die al zolang hetzelfde kunstje onder de knie proberen te krijgen. Lonesome Brothers'songs beklijven en zijn zo authentiek dat het voelt alsof je naar de sixties gekatapulteerd wordt. En zo is "Fences" een van de betere cd's van Lonesome Brothers. Keep going Ray, keep going...


 


CYNDI BOSTE
SCRAMBLED EGGS
Website : www.cyndiboste.com.au
cynwarrior@hotmail.com
Label : eigen beheer
Info : Sound Vault Records

Een introductie over wie eigenlijk de uit Australie afkomstige Cyndi Boste lijkt bij de Rootstime muziekkenners overbodig. (zie ook volgende twee recencies). Toch wil ik, met het schrijven van deze recensie, proberen de ook niet gelouterde lezer te interesseren voor deze markante dame, dewelke u in het najaar in Belgie en Nederland kan bewonderen. Ja, u leest het goed, Cyndi is dat niet alleen maar is bovendien ook nog eens een zeer geavanceerde singer-songwriter waarvan er maar een paar over deze wereld rondlopen. Op haar vorige Cd's " Home Truths" en " Push Comes To Shove" waren de songs erg dicht bij haar lijf geschreven, nu maakt ze op haar nieuwe cd "Scrambled Eggs" ruimte om deze wat verder van zich af te zetten, en daarom besloot zij om wat liedjes van bevriende songwriters op te nemen. Zo stoten we hier bijvoorbeeld op pennenvruchten van Vikki Simpson van The Waifs ("Compan"), Barb Waters ("My Brother’s First Girlfriend"), Suzannah Espie van het fantastische Git ("Car Outside The Bar") Nicole Brophy en Jodi Moore van Dirty Lucy ("Ride"), Tiffany Eckhart ("Think About You") en nog een aantal onbekendere artiesten zoals de bluesy opener "Oh My Country" van Dave Steel, "Never Look Back" van Andy Cowan, dat extra zeggingskracht krijgt door de elektrische gitaar van Mia Dyson en het tempoliedje met blues- en gospelgevoel "Jesus On The Mainland" van Maurice Frawley. Buiten deze tien favoriete songs voegt zij daar als bonus een bewerkt eigen liedje aan toe, het tragische countrygetinte "No Way Out", plus twee live-nummers uit haar oeuvre, "Holy Waters" en "Roller", vorig jaar live ingeblikt op het Port Fairy Folk Festival. "Scrambled Eggs" is een goede plaat, samen met haar semi-akoestisch combo heeft ze hier een album afgeleverd in een bluesy rootsstijl, en bewijst Cyndi Boste weer dat ze bruist van zelfvertrouwen.



CYNDI BOSTE
PUSH COMES TO SHOVE
Website : www.cyndiboste.com.au
cynwarrior@hotmail.com
Label : eigen beheer
Info : Black Market Music
www.blackmarketmusic.com

Twee jaar geleden maakte de uit Melbourne, Australië afkomstige Alt Country singersongwriter Cyndi Boste al indruk met haar solo debuut "Home Truths"1999 (zie volgende recensie). De inmiddels veertigjarige veterane, in de Melbourne muziek scène, kreeg lovende kritieken maar wat heeft het opgeleverd? Ik wet zelfs dat de meest van u nog nooit van haar hebben gehoord! Wat mij direct opviel, bij het beluisteren van haar CD "Push Comes To Shove", is dat Boste zich niet bezig houd met wat je noemt het typische meisjes gedoe. Zo staat het niet alleen in haar CD profiel maar het is doodgewoon ook zo. Omdat duidelijk te maken moet ik u verwijzen naar de zeer uiteenlopende songs op haar nieuwe CD" Push Comes To Shove". De opener" Holy Waters" sluipt je huiskamer binnen en is een kanjer van een rootsrocktrage, waarin Boste terugblikt op een stukgelopen relatie, terwijl bij het up-tempo "Take My Hand" daarna, met indrukwekkend slide werk van de hand van gitaar en producer legende Kerryn Tolhurst, de voetjes van de grond gaan. Het plofte bij mij pas echt toen het soulvolle "Same Things" klonk. Ik leg de link naar een van mijn idolen Toni Price. De rootsy country blues pakt me van alle kanten en ik blijf met interesse luisteren. Telkens weer duiken nieuwe dingetjes op. "Suffer Me One More Day", een prachtige country ballade, word weer prima opgevolgd door het Fleetwood Mac aanhorende "Living In The Neighbourhood". Cyndi Boste wordt overigens ondersteund door een prima uitgebalanceerde band bestaande uit Dave Steel, Andy Swan, Paul Hester, Andy en Rory Cowan. Ik begrijp niet waarom Cyndi Boste, helemaal vanuit down-under, het helemaal in haar eentje mag uitzoeken en nog geen deal heeft in Europa. Onverklaarbaar en vol onbegrip neem ik kennis van de dingen !!!


 


CYNDI BOSTE
HOME TRUTHS
Website : www.cyndiboste.com.au
cynwarrior@hotmail.com
Label : eigen beheer
Info : Black Market Music
www.blackmarketmusic.com

Een lichtjes hese stem in een sober desolaat klinkende setting dat staat voor deze "Home Truths" van Cyndi boste. Zo'n plaatje dat in de late uurtjes het best tot zijn recht komt. Zoals eerder vermeld, klinkt deze cd vrij sober. Nergens wordt hier overbodig gesoleerd. Boste wil zich liever profileren als Lucinda Williams, alhoewel ze zelf Janis Joplin als voorbeeld citeert. Hoe dan ook, beide dames dienen alleszins hoger getaxeerd te worden dan Boste. Ondanks de redelijk soliede songs, komt deze "Home Truths" niet echt van de grond. Haar teksten zijn niet echt van cliché-matige rijmelarij. Nergens wordt er dan ook een extra dimensie toegevoegd aan de vrij traditionele opbouw van de songs, op dit toch wel sfeervol en degelijk gespeeld album. Wat resteert in een cd vol met sfeervolle dobro's, tremelo-gitaren en een groot laid-back karakter. Boste schotelt de luisteraar elf zelfgeschreven ruwe briljantjes voor, waarin ze het leven niet bepaald als een lolletje voorstelt. Zo zingt ze meteen op de sinistere opener: "I'm gonna take a long night ride, under moonlit skies. And let all my trouble lay down" Ook op de andere tracks is ze zoekende "Find My Way Home", blikt ze terug op turbulente gebeurtenissen "Daddy Comes Home", is ze de weg compleet kwijt "Now Way Out" en overpeinst ze haar liefdesverdriet, de gospelsong "If I see You". Kortom, herkenbaar voor iedereen. Dus haal je troost uit deze prachtig door Boste en haar formidabele band toongezette cd.


 

DAN REEDER
Label : Oh Boy Records
www.ohboy.com

 

De uit Louisiana folk, blues, soul, rootsrock, gospel, field hollers, work songs-gitarist en schilder Dan Reeder, werd vorig jaar met zijn titelloze debuut, goed ontvangen in de media. Ondanks lovende kritieken in gerenommeerde popbladen, hebben toch maar weinig mensen van deze 'old home made' gitarist gehoord. Iets wat mij een beetje prikkelt, want het verhaal achter de liedjes is minstens zo interessant als de liedjes zelf. Dan Reeder opereert tegenwoordig toch vanuit het Duitse Nurnberg door zijn huwelijk. 'Sommige dingen kun je niet schilderen', aldus Reeder. Wat dan soms wel kan, is er een liedje over maken. Achttien van die niet schilderbare liedjes zijn verzameld op deze plaat. Reeder zingt en speelt niet alleen alles zelf, maar knutselde ook een deel van de instrumenten en de opnameapparauur zelf in elkaar. In de booklet zijn ze afgebeeld: de 'trash guitars', 'trash ukelele', 'trash bass' en het 'drumstel' gemaakt van verfemmers. Plus de 'Pleasant company amplifier' (er was geen geld om een echte te kopen), en de in een gestripte koelkast geplaatste PC. De liedjes klinken zoals te verwachten is: ongepolijst. Reeder laat horen de Amerikaanse muziekhistorie te kennen. John Prine schreef over Dan Reeder: "Tijdens de afgelopen jaren heb ik vele tapes e.d. ontvangen en beluisterd. De meesten willen dat je hen hoort en advies geeft, meestal gebeurt dat. Echter, de meeste producten zijn slecht, afgrijselijk soms. Mensen die denken dat ze talent hebben en graag horen wat anderen ervan vinden Het ergst is het als ze een John Prine song vertolken. Waar ik op zoek naar ben is iemand die zichzelf kan boeien en dat doorgeven aan anderen. Dat heb ik 35 jaar geleden ook geprobeerd: mezelf boeien met mijn songs en dan hopen op de kans dat anderen het ook leuk vinden. Dit was het wat ik hoorde toen ik voor het eerst naar een CD van Dan Reeder luisterde. Dit is een man die zichzelf weet te amuseren, met de hoop dat hij dit met mij kon delen. Dat lukte, dit is een fantastisch album. Deze man speelt met woorden en muziek en als wisselwerking hoor ik dat met plezier aan".. Dat zijn toch mooie woorden van een man die tot de besten onder de songwriters gerekend kan worden. Dan Reeder is een doe het zelver. Hij schrijft en zingt zijn songs, speelt op diverse instrumenten, gitaren, bas, slide. Productie en ontwerp (art) zijn van hemzelf. Slechts bij de eindafwerking kreeg hij hulp van buitenaf. Als je dit kunt en wordt opgemerkt door John Prine, dan ben je een artiest. Ja, Dan Reeder heeft gelijk 'blues hoeft niet altijd gemeen en vies te zijn. Het kan honing zijn, zodat u de scherpzinnigheid en het vernuft ervan kunt proeven'. Hoe vinden jullie die?


 

TOM FREUND
COPPER MOON
Website : www.tomfreund.com
Label : Surf Road Records
Info: The Baker/Northrop Media group
cary@babernorthrop.com

 

Tom Freund staat bekend als een echte "story-teller", iemand die in een nummer een heel verhaal kan neerzetten als in de aloude folktraditie. Tom Freund gaat al een heel tijdje mee. Hij maakte ooit deel uit van The Silos, tourde met Graham Parker en maakte begin jaren negentig nog een cd met Ben Harper die nu pas goed aan het doorbreken is. Freund staat dus bekend als een anonieme singer-songwriter, iemand die in een nummer een heel verhaal kan neerzetten als in de aloude folktraditie, en is een ambitieus songsmid die op het eerste oor genoegen neemt met drie akkoordensongs, maar daar allerlei fraais aan toevoegt. Het is geen rock en het is geen country, maar iets daar tussenin. Zo ging zijn vorig album " Sympathico" in 2001 niet zomaar aan ons voorbij, en betekende meteen zijn doorbraak als multi-instrumentalist/ singer-songwriter. Al met al levert het een prachtige plaat op met duidelijke invloeden van americana, de muziek uit het nieuwe "Copper Moon"-album. En het is een mooi album geworden. Hij hoeft zich ook met deze plaat geen grote commericële illusies te maken, daarvoor is hij een te eigenzinnig artiest. Nee, Freund doet wat hij wil en zoekt het daarbij zowel in de breedte als in de diepte. De opener, en titelsong, "Copper Moon", spreekt wat dat betreft boekdelen. We horen de akoestische en elektrische lap steel van Ben Peeler met daar overheen de poppy stem van Freund zelf. Het lome Babysitter (I´ll Watch Them) met zoemende hammond is een prachtig Americana-voorbeeld. Zo zingt hij vrolijk op "Mercury", en laat hij zien dat hij tevens ook een potje kan rocken. In het rootsy "Run Like That" laat Freund zien dat hij de sfeer in een liedje goed kan weergeven. Beste nummer is de hemelse afsluiter "New Moon Of The 7th Sun" met piano en de nodige strijkers. Concluderend kunnen we zeggen dat "Copper Moon" een cd is met prachtige kleine verhaaltjes van een evenwichtig niveau. Waarlijk Tom Freund beste plaat ooit.


 

NELS ANDREWS
SUNDAY SHOES
Website : www.nelsandrews.com
nels@nelsandrews.com
Label : Little Kiss Records
www.littlekissrecords.com

Nels Andrews, een singer-songwriter met een heel eigen benadering van de muziek, iemand die oprecht meent wat hij zingt. Daar hou ik wel van! Hij profileert zich samen met zijn begeleidingsband The El Paso Eyepatch in de stad Albuquerque in New Mexico. Onder die laatste, hoogst interessant klinkende naam vinden we overigens op gitaar Jeffrey Richards, in een vorig muzikaal leven gitarist van Hazeldine en Vic Chesnutt. Nels klinkt op zijn nieuw album "Sunday Shoes" meer alt-country dan folk, met een beetje americana erbij doet soms aan Rod Picott denken, ook omdat zijn songs vaak over herinneringen gaan, liefhebbers van Picotts "Stray Dogs" zullen "Sunday Shoes" dan ook zeker kunnen waarderen. Andrews zingt zijn liedjes met een prettige, warme en licht hese stem. Liedjes die lijken te zinderen van de warmte van de woestijn en die ook nauwelijks mid-tempo genoemd mogen worden. Bandlid Michelle Collins verzorgt de prettige tweede stem, terwijl er een hoofdrol is weggelegd voor de al eerder genoemde Richards op elektrische gitaar en banjo. Nels speelt zelf ook akoestische gitaar, verder horen we onder meer Jason Daniello op lap steel en mandoline en David Guttierez op pedal steel. Sarah Kramer levert mooi trompetwerk af in "Lilli Marlene", een liedje over de Zuidwest-Amerikaanse legende van La Llorona, de sirene van de rivierenzoon. Hoogtepunt is wel het nummer " Jesse's Mom", waarin Brett Sparks van de Handsome Family ook nog een stukje accordeon mee speelt. Het hele album lang zijn voorbeelden van fraai spel, goed gespeelde semi-akoestische alt-country, te horen, waarin mandoline, lap- en pedal-steel en trompet zich bescheiden op de achtergrond houden.


 

DIANA DARBY
FANTASIA BALL
Website : www.dianadarby.com
Label Delmore Recording Society
www.delmoreerecordings.com
delmores@comcast.net

In 2002 verscheen van Diana Darby solide debuutalbum "Naked Time", waarop acht aangename fluisterliedjes werden verstoord door één luidruchtige eend in de bijt. Ondanks een ietwat korte speelduur en die ene uitbundige rocksong temidden van een achttal rustpuntjes is "Naked Time" uiterst genietbaar met een nodige hoeveelheid antidepressiva. Dat het vervolgens eventjes heeft geduurd totdat deze nieuw album "Fantasia Ball" aan de horizon verscheen, had als voornaamste oorzaak dat Diana Darby drukdoende was met een tournee in haar thuisland. In diezelfde tussentijd leverde ze – net als o.a. Calexico, Richard Bucker en Grandaddy - een bijdrage aan "Nothing Left To Lose" – a Tribute to Kris Kristofferson. Op dit gezamenlijke eerbetoon aan de countrylegende was ze te horen met een machtig mooie vertolking van "Jesus Was A Capricon". Daarnaast dook haar naam regelmatig samen op met M.Ward en Mark Eitzel, die net als Diana Darby te horen waren op een compilatie van het Spaanse platenlabel Acaurela. Stilzitten was er daarom niet bij voor haar. Darby beraadde zich op "Fantasia Ball". Het gaat op het introverte "Fantasia Ball" vooral om breekbare liedjes, die bij wijze van spreken met een cassetterecordertje en een akoestische gitaar op het toilet zijn gefabriceerd en toont aan dat ze toch meer in de country en American folk scène opereert. Darby legde de basis van de elf nummers (stem, akoestische en elektrische gitaar en drums) thuis vast op een viersporenrecorder. Soms horen we dan ook het zoemen van de koelkast. Later werd in de studio her en der wat percussie toegevoegd. Je hoort heel af en toe een triangel op de achtergrond. In "Falling Down" verschuilt David Henry zich achter basgitaar en orgel, terwijl J.Z. Barrell eveneens een bijdrage levert. Maar is toch vooral het oorgefluister van Diana Darby en haar akoestische gitaartje na zonsondergang. Ze redt het in haar eentje prima. Fantasia Ball is zodoende een bijzonder fraai cd-tje voor fijnproevers van het luisterlied. Het introverte aan die minimalistische singer/songwritermuziek van Diana Darby zorgt ervoor dat je bijna gedwongen wordt om naar haar stem te luisteren. Dat haar snikloze stemgeluid niet alle toonhoogten haalt is jammer, maar zeker niet storend. "Fantasia Ball" klinkt volwassen en als een cd waarvan de houdbaarheidsdatum onbeperkt lijkt. Ik ben benieuwd hoe ze verder gaat evolueren, ze heeft een mooie stem en weet goede nummers te schrijven. En in sommige tracks komt al een leuke kruisbestuiving tussen de traditionele Amerikaanse genres naar boven.


 

WALKER DIVER
WHITE KNUCKLE RIDE
Website : www.walkerdiver.com
Info@walkerdiver.com
Label : Fount Music Benelux
www.fountmusic.nl
info@fountmusic.nl

 

Walker Diver is het nieuwe project van Stefan ’t Hooft, voormalig zanger/gitarist van de band Mitch. Het officiële debuut van het Utrechtse Walker doet verlangen naar de zomer, al doet die ook op zich wachten dit jaar. Bij het beluisteren van dit nieuwe album "White Knuckle Ride", overigens wel in een prachtig hoesje gestoken, is de zomer dan wel niet ver weg, want op deze plaat zijn twaalf songs die uitwaaieren naar warme en melancholieke gevoelens over verlaten stranden en andere paradijsjes. Stefan 't Hooft is iemand die de kunst van het liedjesschrijven tot in de puntjes beheerst. Hij schrijft catchy melodieën en is als geen ander in staat lekker lopende Engelse teksten neer te pennen. Walker Diver laat me denken aan de Counting Crows, R.E.M of Dave Matthews, omwille van de prachtige stem van zanger Stefan 't Hooft, in de tragere nummers neigt de band zelfs naar americana, variërend van Johnny Cash-achtige honky-tonk in "Take a look around" tot meer introverte singer-songwriter gerichte liedje "The civilized way". In de nummers "Greener Grass" en "First Waltz" zijn de melodieën en effectieve muzikale invulling dik in orde en bij vlagen van uitzonderlijke klasse. Een van de beste nummers is het adembenemend stille, singer-songwriterachtige "How Long Forgotten". "White Knuckle Ride" heeft een eigen uniek geluid op dit album dat deels is opgenomen met 't Hoofts ex-band Mitch en deels met de band bestaande uit Michel van der Westen (bas), Jelmer de Haas (drums) en Mathijs Peeters (gitaar) die we kennen van Sandusky en The Gasoline Brothers. Maar kwaliteit is er voldoende en de twaalf songs op dit uitstekend opgenomen debuut verraden veel talent.



MARY Mc BRIDE
BY ANY OTHER NAME
Website : www.marymcbride.com
Label : Reality Entertainment
www.reality-entertainment.com
Info : Amosspromo@aol.com
www.amosspromotion.com

Mary Mc Bride is in de roots rock scene van New York al lang geen onbekende meer, dankzij haar debuutalbum in 2002 "Everything Seemed Alright", geproduceerd door Lou Whitney, de Skeleton-man, was zij dadelijk klaar voor de rest van de wereld. McBride beschikt over een bijzonder krachtige stem, te situeren ergens in het driehoekje Lucinda Williams – Bonnie Raitt – Janis Joplin. Op haar nieuwe plaat " By any Other Name" toont ze hier op overtuigende wijze de meest uiteenlopende stijlen de baas te kunnen en bevestigd ze opnieuw dertien nummers lang één van de interessantste vrouwelijke rootsrockers van het moment te zijn. Lou Whitney is er nog steeds bij als producer en voor enkele songs ging ze in zee met Dan Baird als gitaarbeul en vooral Steve Wynn. Mary heeft een stem die zowel soul als power herbergt, lieflijk in de tragere songs, gebald in de meer rockende songs. En dat is meteen wat deze plaat zo entertainend maakt, Mary is een ongecompliceerd rockertje dat zich zeer goed thuis voelt op een bedje van gitaren. Er wordt op deze "By Any Other Name" dan ook geregeld van jetje gegeven op de snaren, al meteen met de nodige twang in de soulvolle openingstrack "Weathervane", samen geschreven met Steve Wynn, waarin Baird de weg plaveit voor het machtige stemgeluid van McBride. Helemaal uit de bol gaat ze in het met Baird in diens bekende stijl geschreven "Coming Up Empty" en het uitermate boogiënde "I Got Everyrhing" waarop ze de hulp krijgt van Delbert McClinton, op zang zowel als op harp. De enige twee covers op de plaat zijn trouwens - allicht niet geheel toevallig - ook van de hand van Wynn en Baird. Wynns "One Eyed Dog" zit de ruiggevooisde McBride werkelijk als gegoten en ook Bairds bluesy "Bottle & A Bible". Het slot akkoord "Semi-Star" is daar wederom het onomstotelijke bewijs dat Mary Mc Bride naar mijn menig definitief uit de anonimiteit stapt met haar tweede album "By any Other Name" en maakt me vooral benieuwd naar het vervolg, waarop ze dan hopelijk haar eigen gezicht weet te versterken.


 

ELEANOR McEVOY
EARLY HOURS
Website:www.eleanormcevoy.net
Label : MARKET SQUARE MUSIC
www.marketsquarerecords.co.uk
Thanks to : PAT TYNAN MEDIA

Op het laatste album "Yola" uit 2001 zien we dat Eleanor McEvoy meer de richting ingaat van de elektrische pop rock dan het meer rootsy en akoestische werk hetgeen we van haar gewoon zijn. Het was een wijs besluit, zowel artistiek als commercieel, het succes van dat album "Yola" opende de weg voor een geheel nieuw publiek voor de in Wexford wonende singer-songwriter. "Early Hours" het nieuwe album, gaat in het verlengde verder, alhoewel met veel meer sterkere jazz invloeden dan zijn voorganger. Dicht samenwerkend met haar toetsenman Brian Connor, zijn er daarbuiten ook nog wat oudere muzikanten op deze plaat te horen zoals Calum McColl, Liam Bradley en Nicky Scott. De opener "You'll Hear Better Songs (Than This)" geeft meteen aan wat u verder mag verwachten op dit album. Deze 'late night' muziek word verder gezet op een geïnspireerde interpretatie van Chuck Berry's "Memphis Tennesssee", de piano en bas- arrangementen doen me denken aan een track uit Miles Davis' "Kind Of Blue" album. Toch komt er wat meer beweging in de meer mid-tempo pop-nummers, "I'll Be Willing" is de recente single en in traditionele intrumental, "Driving Home From Butlers", demonstreert zij haar fiddle kunsten. Een versie van Bert Jansch's "Where Did My Life Go?", is een brave keuze en tevens een zeer mooi nummer. Het absolute hoogtepunt is het nummer "Make Mine A Small One", een song die niet alleen omwille van zijn mooie melodie,zo mooi is,het is gewoon een hartverscheurend nummer. "Early Hours" is uitgegeven op een "multi-channel Super Audio CD", beter bekend als SACD. Deze surround SACD zorgt natuurlijk voor het perfecte geluid op dit nieuwe pronkstuk, Eleanor mcEvoy's beste album.


RUTHIE FOSTER
RUNAWAY SOUL
Website : www.ruthiefoster.com
Label : Blue Corn Music
www.bluecornmusic.com
Info : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
info@luckydice.nl

Of seksuele voorkeur er toedoet bij muziek? Ach, natuurlijk niet zegt de ratio in mij. Maar muziek is gevoel. En mijn gevoel bij Ruthie Foster is toch bevooroordeeld als ik weet dat ze openlijk lesbisch is en gospel maakt. Dat vind ik bij voorbaat al stoer in het homofobe Texas, waar de zangeres vandaan komt. "Runaway soul" is een down-to-earth-plaat, waarbij het positieve overheerst. Een beetje als de hoes, op de achterkant staan de tien liedjes op deze derde cd van deze Texaanse omschreven als ' hymnes' en op de voorkant zitten Foster en partner op een kerkhof, in de zon. Ruthie Foster ! Wat een stem ! Je denkt af en toe Aretha Franklin en Ella Fitzgerald op hetzelfde moment te horen, maar het is echt Ruthie Foster, een jonge Amerikaanse muzikante die niet alleen over een geweldige soulstem beschikt, maar haar met folk, blues en gospel doordrenkte songs ook nog eens weet te verpakken in een luchtig en toegankelijk popjasje. Het levert een cd op die zowel liefhebbers van authentieke blues en folk als liefhebbers van Tracy Chapman en Melissa Etheridge achtige pop zeer zal aanspreken. Foster word geassisteerd door haar muzikale partner Cyd Cassone (voor zang en percussie). Andere prominente gasten zijn duiveltje-doet-al Lloyd Maines, bassist Glenn Fukanaga, organist Riley Osborn, Gary Primich op zijn harmonica en Terri Hendrix voor wat vocale bijstand. Muzikaal gezien maakt Foster op "Runaway soul" gospel vermengd met blues. Nergens duikt een kerkkoor op en ook klinken nergens cliché bluesgitaren. En toch is het overduidelijk gospel en overduidelijk blues. Tekstueel gezien zoekt Ruthie ook het midden. Zo wordt nergens God overdreven bejubeld en ook nergens de fles. Vreemd genoeg handelt de titelsong niet over een afgedwaalde ziel, maar juist over een teruggekeerde ziel. Diezelfde ziel vindt haar thuis in "Home", maar in "Hole in my pocket" is ze weer wanhopig op zoek naar een middel om de weglekkende ziel te behouden. Foster pende de meeste liedjes zelf en waagt zich verder aan een enkele traditional en covers van Brownie McGhee en Terri Hendrix. Met de klinkende vertolking van "Hole In My Pocket" van laatstegenoemde slaat Foster zowaar een brug naar Americana. Ondanks dat ze tekstueel wat jojoot tussen persoonlijke hoogte- en dieptepunten zijn "Home" en "Hole in my pocket" wel potentiële mainstream hits. Absolute topklasse van een zangeres die ik een gouden toekomst voorspel. Ze gaat het helemaal maken. In september komt ze voor enkele concerten naar Nederland… niet te missen, en we hopen dat ook iemand hier in België de goedheid zal hebben van een concertje te organiseren !!


 

BORIS Mc CUTCHEON
WHEN WE WERE BIG
Website www.borismccutcheon.com
Label : Cactusman Records
Info : Lucky Dice Music
www.luckydicemusic.com
info@luckydice.nl

 

Om het ideale alt. countrygevoel te creëren, trok debutant Boris McCutcheon de woestijnij van Tucson, Arizona in voor de opname van zijn eerste plaat, "When We Were Big" geheten. De boerenzoon is na een verblijf in New Mexico en Californie terug op zijn oude nest, en verdient de kost als biologische boer. Daarnaast schrijft hij liedjes, mooie liedjes, zoals te horen op zijn nieuw album. Samen met een aantal ervaren muzikanten en cultproducer Pete Weiss nam hij zijn intrek in de befaamde Wavelab Studios, waar eerder onder andere Giant Sand, Calexico, Steve Wynn, Neko Case en Evan Dando vertoefden. Een betere ambiance is nauwelijks denkbaar. Van de openingstrack "Hitch a Ride" tot en met de mysterieuze vogelgeluiden in de verborgen track - na officiële afsluiter "Diablo Waltz" - laat Boris horen dat hij een prima singer-songwriter is. En halverwege zingt hij ineens het heerlijke soulliedje" Santa Rosa plums". Zonder de andere liedjes tekort te willen doen; dit is het beste gedeelte van de plaat. Op dat moment realiseer je je pas goed wat voor een groot talent deze Boris McCutcheon wel niet is. De stem vertoont lenige stembanden met enige sleet of die voldoende rook en whiskey te verwerken hebben gekregen, een zware whiskystem die slechts in één adem goede herinneringen van een jonge Springsteen, Bob Dylan, John Hiatt en Steve Earle naar boven haalt. Muzikaal zoekt McCutcheon zijn geluk in de donkerste uithoeken van bluegrass, rock en traditionele folk en country dewelke elkaar af wisselen of elkaar aan vullen binnen de donkere, macabere liedjes vol weemoed, die telkens weer anders ingekleurd worden. De compacte mix van deze rauwe folkrock resulteert in een prachtige verzameling van twaalf songs van rond de vier minuten. Als "When We Were Big" inderdaad nog maar de debuutplaat van Boris McCutcheon is, hebben wij in ieder geval iets om reikhalzend naar uit te kijken.
Boris McCutcheon LIVE in Nederland 2004 : zie extra support


 

JAY FARRAR
STONE, STEEL & BRIGHT LIGHTS
Website : www.jayfarrar.net
www.transmitsound.com
www.artemisrecords.com
Info : info@blackrecords.co.uk
info@shellshock.co.uk

 

Als medestichter van Uncle Tupelo, opgericht in 1987 en de belangrijkste spil van Son Volt kent Jay Farrar een rijk repertoire, maar is vaak genoeg het slachtoffer geweest van zijn eigenzinnige creativiteit. De relaties met recordlabels verliepen lang niet altijd soepel. In 2001 werd het keurslijf van het groepsleven hem te veel en bracht hij met "Sebastopol" zijn eerste product onder eigen naam uit, overigens een geweldige plaat, waarbij Farrar de vrijheid nam te experimenteren met instrumenten die niet bepaald gemeengoed waren binnen de americana. Vorig jaar verscheen opvolger "Terroir Blues", deze plaat klonk sober, ontoegankelijk en melancholisch. Maar niet te min een mooi album waarin de kracht schuilt naast de soberheid in het geniale en jazzy gitaarwerk van Jay Farrar en Mark Spencer. Op "Terroir Blues" zijn beide heren zo bedreven dat het onnodige geëxperimenteer op slechts een handjevol tracks nauwelijks opweegt tegen de briljante vondsten van songs op dit album. De depressiviteit, die gedurende een uur is uitgestrooid over vierentwintig tracks is na een paar songs zeker niet iets teveel van het goede in gevoegde geluidsfragmenten. Dit jaar kan de Jay Farrar-liefhebber kiezen uit maar liefst drie liveproducten: op Jay Farrar website worden respectievelijk een 6 nummers tellende live-EP, de hier besproken dubbelaar "Stone Steel & Bright Lights" en een 15 nummers tellende meer akoestische getinte live-CD, die luistert naar de titel "Live in Seattle July 24, 2003", aangeboden. Overigens is "Live in Seattle" alleen verkrijgbaar door hem direct van Jay Farrar site te downloaden. Alleen al de elf tracks tellende dvd als extraatje, "Live at Slim's" getiteld, is een heel goede reden voor de aanschaf van "Stone, Steel & Bright Lights". Op die dvd is duidelijk te zien dat optreden voor Jay Farrar geen feest is. Zelfs als de vijfkoppige band Neil Youngs "Like a Hurricane" speelt en iedereen in de zaal volledig uit hun dak gaat, staat de schuchtere en zwijgzame zanger vrijwel bewegingloos op het podium. Dat Farrar "Like a Hurricane" covert, ligt natuurlijk erg voor de hand. "Lucifer Sam" van Syd Barrett ligt weer net iets minder voor de hand. Behalve deze twee herkenbare covers geeft zowel de audioschijf als de dvd een goede dwarsdoorsnede van zijn solorepertoire. Van de miniplaat uit 2002, "ThirdShiftGrottoSlack", komen de eerste twee songs voorbij, "Greenwich Time" en "Damn Shamn". Van zijn solodebuut, "Sebastopol", staan er onder andere prachtige uitvoeringen van "Voodoo Candle", "Feel Free" en "Clear Day Thunder" op het programma. "California"en "No Rolling Back" zijn afkomstig van het vorig jaar verschenen meesterstuk, "Terroir Blues". In totaal staan er maar liefst negentien tracks op deze cd, opgenomen op verschillende locaties in de Verenigde Staten. Canyon, de begeleidingsband, is een vijfkoppig gezelschap uit Washington D.C. met een drietal albums uit, waarvan het laatste studio-album "Empty Rooms" (2002) zeer genietbaar is. Canyon voegt met hun psychedelisch aandoende alt. country, waarbij instrumenten als steel- en slidegitaar en orgel een voorname rol spelen, net dat beetje ruwheid aan Jay's ingetogen liedjes toe, zodat het geheel naar een hoger niveau wordt getild.


 

SUSAN ANGELETTI
BITTERSWEET
Websit :www.susanangeletti.com
Emailsusanangeletti@hotmail.com
Label : Got Sole Records

 

Susan Angeletti bewijst op haar tweede album "Bittersweet" dat enigszins uiteenlopende genres als soul en blues op magistrale wijze kunnen samensmelten, 't Is dan ook genieten met een hoofdletter. Susan steekt van wal met een vurige nummer "Don't Want Your Love", één van de vier nummers die door Suzan zelf werden neergepend en brengt me meteen in de juiste stemming. Susan beschikt over een ijzersterke en warme soul stem, laat hier geen twijfel over bestaan, ook klinkt ze vakkundig in de heerlijke ballade "Piece of My Heart", de zwoele vocalen spreken tot de verbeelding in en dit nummer is meteen een ode aan Janis Joplin. Andere inspiratiebronnen waren o.a. Etta James, Otis Redding, Nina Simone, Aretha Franklin en vele anderen. "Go To Hell" en "The Other Side of the River" zijn blues-rock nummers met Tony Harrell op piano en doet me denken aan de Rolling Stones in de laat jaren '70. De titeltrack, "Bittersweat", "Love Doctor" en "Love is a A Dangerous Thing" brengen zoveel energie naar voor dat het hier zeer duidelijk wordt : dit is blues op hoog niveau. Susan's verleden als soul- & blues zangeres komt hier volop bovendrijven, want in het jaar 1999 deed zij het voorprogramma van Johnny Winter's tour. De wonderbaarlijke stem van Susan Angeletti maakt van dit album een vurig bluesfeest.


 

STEVE MAYONE
BEDROOM ROCKSTAR
Website : www.stevemayone.com
Email steve@stevemayonne.com
info :publicity@stevemayone.com
Label : Umver Records

Steve Mayone is al sinds 1977 een bekend songwriter en is met name bekend om zijn muziekbijdragen in bands zoals Hummer, The Blenders en Sticky. Mayone is al lang niet meer aan zijn proefstuk toe. Deze songsmid kan ondertussen al op een twintigtal 'self made' albums bestrijkend parcours terugblikken. En zijn rootsy & americana pop songs bleken tot op heden steeds van excellente kwaliteit. Een traditie waar hij op zijn eerste officiële cd "Bedroom Rockstar", voor het label Umver, naadloos bij aanknoopt. Vooral ingetogen americana-momentjes als "Deeper in The Well", met een eenzame banjo en schrijnende viool, getuigt wat een talent Mayonne wel is. Zo weet hij in de andere nummers ernst en ironie prettig met elkaar af te wisselen. In de " The Sweetest Thing" kon hij mij ook erg bekoren, want dat soort van tekstuele spitsvondigheden houden je ook wat dat betreft voortdurend bij de les. De licht elektrisch aangezette rootsy-rock van Steve Mayone heeft als kenmerk dat ze heerlijk wegluistert, melodisch is en goede teksten bevat. Zijn muziek is licht verteerbaar en in principe voor een groter publiek weggelegd. Met de steun van Umver Records is het te hopen Steve Mayone aandacht krijgt die hij verdient. "Bedroom Rockstar" is een heerlijke kennismaking met de americanafolk van deze singersongwriter uit Boston en ik durf hem dan ook met een gerust gemoed een mooie toekomst te voorspellen. Prachtig hoesje ook by the way, dat een perfecte illustratie vormt bij zijn album.


 

MUTUAL ADMIRATION SOCIETY
www.mutual-admiration-society.com
www.nickelcreek.com
www.sugarhillrecords.com

 

Mutual Admiration Society is een opmerkelijk album. Opvallend is het hechte samenspel met geraffineerde ingangen en overgangen en de vloeiende klank die we kennen van Glen Phillips en Nickel Creek. Mas, hun laatste project ontstond uit hun samenwerking gedurende de laatste maanden. Phillips had zo'n interesse in het akoestisch werk van Nickel Creek dat hij deze bluegrass-band, die in 2003 een Grammy wonnen voor hun plaat "This Side", mee op tournee had gevraagd. Het verschil van dit samenwerkingsprojekt met hun andere CD's is dat hier het akoestische meer doorklinkt, en spelen hoef je Sara Watkins (fiddle), Chris Thile (mandoline, banjo) en Sean Watkins (gitaar) niet te leren . De vocalen zijn zeer keurig gebracht en in combinatie met de klaaglijke stem van Phillips, weten ze de elf nummers zo naar voor te brengen dat de groepsklank samen met de instumenten zoals fiddle, gitaar, mandoline, bas, orgel, piano en accordeon er voor zorgen dat we hier knappe popdeuntjes voorgeschotelt krijgen. Meteen aan het begin begeeft zich de groep in heerlijk deinende golven van "Comes A Time", akoestische song die de luisteraar opent voor meer klankavontuur. Op het eind worden we verrast door een versie van Harry Nilssons "Think About Your Troubles". "Mutual Admiration Society" geproduceerd door Ethan Johns en vrijwel geheel live opgenomen in de garage van Phillips smaakt naar meer, maar misschien de volgende keer wat super gaan tanken want het is toch allemaal zo netjes en kalm.


 

KEVIN MONTGOMERY
"2:30 AM"

www.kevinmontgomery.com
Label : Syren Records www.syrenrecords.com
Mail@syrenrecords.com

 

Kevin Montgomery is zoon van de legendarische Bob Montgomery, in de jaren vijftig muzikale duopartner van Buddy Holly en ook nog een tijdje achtergrondzanger bij Elvis Presley. De legendarische snarenvirtuoos Al Perkins is ook prominent aanwezig op de nieuwste plaat van Kevin Montgomery "2:30 AM", opvolger van het veel besproken "Another Long Story"- album verschenen in augustus van 2003. Behalve Al Perkins zijn er verdere hoofdrollen weggelegd voor Trisha Yearwood ("Tenessee Girl"), Lee Ann Womack ("I Can’t Drive You From My Mind") en Robert Reynolds en Paul Deakin, respectievelijk bassist en drummer van The Mavericks. De laatste twee deden, samen met Kevin Montgomery, het grootste deel van het productiewerk. Drie nummers ("I Want You", "Red-Blooded American Boy" en "Fear Nothing") verschenen reeds op een van de vijf voorgaande cd’s en ook de meeste andere nummers stammen uit het verleden. Toch is de plaat zeker geen 'Rest Off' geworden. In tegendeel; de muziek ligt in het verlengde van coryfeeën als Rodney Crowell en Jackson Browne en de enige cover op de plaat, het Bruce Springsteen nummer "No Surrender" sluit daar naadloos bij aan. De meeste nummers zijn midtempo en luisteren heerlijk weg op een lange herfst / winteravond. Vader Bob kan trots zijn op zoon Kevin Montgomery: "2:30 AM" is opnieuw een aanrader in de grote stroom roots releases van de laatste tijd.


 

PAUL OSCHER
ALONE WITH THE BLUES
Website : www.pauloscher.com
Label : Electro-Fi Records
www.electrofi.com
info@electrofi.com

"Alone with the Blues" is het nieuwe album van blueslegende Paul Oscher, voormalig lid van de Muddy Waters' band. Dit was in de jaren zestig, de goede tijd om veel te leren en dat deed hij ook . Hij leerde niet enkel de slidegitaar hanteren door veel met Muddy rond te toeren, hij kreeg ook de eerste kennis van piano spelen door grootmeester Otis Spann. Door de jaren kennen we Paul Oscher als bluessinger/songwriter, als multi-instrumentalist (harmonica, gitaar, piano, melodica en accordion), dit zowel als solo artiest maar het meest nog als gelegenheids-, voornamelijk harmonicaspeler, in allerlei bluesopnames zoals bij Otis Spann, Johnny Young, John Lee Hooker, Earl Hooker, Fred McDowell, T-Bone Walker, Magic Sam, Big Mama Thornton, Big Walter Horton, Jimmy Rogers Luther "Georgia Boy" Snake Johnson, Johnny Copeland, Louisiana Red, Victoria Spivey, Hubert Sumlin, Levon Helm, Keith Richards, Eric Clapton en de lijst gaat maar steelds verder. De vorige albums "The Deep Blues of Paul Oscher" en "Knockin on the Devil’s Door" zijn ondertussen grote klassiekers geworden, dit niet alleen om zijn geweldig schrijftalent maar vooral om zijn hartverscheurend harmonicaspel. Ook op zijn nieuw album "Alone with the Blues" staan buiten tien traditionele bluessongs ook zeven nummers die Paul zelf heeft neergepend, waaronder " Standing at the Crossroads" even laat terugdenken aan John Lee Hooker, niet alleen op gitaar, maar ook de stem laat ons denken aan deze blueslegende. De opener "Walkin" uit het repertoire van Miles Davis is een harmonica-instrumentaal gebracht nummer in Chicago-bluesstijl. Het volgende nummer "That's Alright", geschreven door James A. Lane (Jimmy Rogers), laat Paul zijn akoestische harp prachtig te keer gaan. "Alone with the Blues" , de titeltrack, is een instrumentaal nummer dat reeds te vinden was op "Knockin on the Devil’s Door", maar als je hoort hoe Paul dit speelt, in combinatie met allerhande harmonica's en zijn swingende melodica, dan blijf ik wel even stil, tevens ook in " Giving Thanks" haalt hij dat mooie melodica weer boven. Ook de traditionele spirituals als "Glory,Glory" en "Old ship Of zion" zijn zeer geslaagde versies waarin we de deep-blues van Paul Oscher kunnen terugvinden. Dit album zou ondertiteld kunnen worden als 'more real folk blues', niet tegenstaande dat het soms aanvoelt dat Muddy nog in hem leeft, luister enkel maar naar het gitaarspel op "Anna Lee". Zeer aanbevolen is dit album met al zijn echte traditionele geinspireerde bluessongs.


 

FLETCHER HARRINGTON
THE GHOST IN THE CHOIR
Website : www..lopie.com
Email : howdy@lopie.com
Info: amy@lopie.com

Fletcher Harrington is afkomstig uit Orange County in Californië en als aanvoerder van Cowboy Buddha maakte hij al twee platen vol aangename rootspop zoals we die kennen van Uncle Tupelo. Zijn eerste album "Eyes On Fire & Knuckles Sore" kreeg een redelijke waardering van de critici in 2001. Nu is er dan "The Ghost In The Choir", dit album heeft ook zijn weg hierheen gevonden. Hoewel deze niet al veel verschilt van het werk met zijn band, klinkt het logischerwijze wel persoonlijker en intiemer. Weinig elektrische en veel akoestische gitaren, veel downtempo en weinig rockers, en veel ruimte voor Harrington zelf. Zijn stem laat denken aan Neil Young maar dan zonder het wat onvaste en onzuivere element dat Young er vaak in heeft zitten. De leadvocal is heel erg mooi dus en daar komen dan nog twee zangeressen bij, Patti Pannell en Tanya Gallardon, deze vocalen moesten het in de mix afleggen tegen de heer des huizes. In het nummer "Private Joke" komt er ook nog een trompetje langs en er onstaat er iets moois, en samen met het aparte percussiewerk, denken we even terug aan zijn bejubelde solodebuut. Andere uitschieters van de twaalf songs door Fletcher zelf geschreven "Texas Sixed Mistake" en "Big Dumb Luck" bevallen me nog het meest, omdat Harrington daarin wat ruimte laat voor de muziek. De geest is vanuit het koor met de muziek mee gaan doen, zullen we maar zeggen. De man mag dan altijd getooid gaan met een hoge cowboyhoed, muzikaal gezien is zijn nieuwe album "The Ghost in the Choir" zeer smaakvol, melodieuze Americana in de traditie van Whiskeytown, Uncle Tupelo of Wilco.


 

RAILROAD EARTH
THE GOOD LIFE
Website : www.railroadearth.com
Label : www.sugarhillrecords.com
info:management@railroadearth
mollyn@sugarhillrecords.com

"The Good Life" is het nieuwe album van het bluesgrasscombo Railroad Earth. De band is samengesteld uit muzikanten van verschillende bands uit Pennsylvania en New Jersey en ontstond uit de live sessions van de Pocono Bluegrass Society in New Jersey. Drie jaar later is het zestal onder leiding van zanger/songwriter Todd Sheaffer al toe aan zijn derde cd, meteen de opvolger van de albums "The Black Bear Sessions" en "Bird In A House". Uit hun drie platen hoor je dat de zes jongelui bluegrass naar een groter publiek willen brengen door aan het spectaculaire muziekspel poptonen toe te voegen. De band klutst nogal wat stijlen bij elkaar : bluegrass, folk, pop, rock, jazz en country, aangevuld met behoorlijk wat Keltische invloeden. En doet dat met nog meer instrumenten: gitaren, dobro, madoline, ukele, saxofoon, fluit, accordeon, viool, piano en harmonium. Naar dit soort muziek luister ik het liefste als de toon pittig is en het tempo hoog. En op "The Good Life" vind je veel up-tempo werk dat over het algemeen lekker in het gehoor ligt, vooral de eerste vijf liedjes hakken er lekker in. Misschien geeft het achtste nummer "Goat" het beste voorbeeld van wat de muziek van Railroad Earth inhoudt:hoog zingend houdt zanger Sheaffer stand, terwiijl de overige vijf leden (John Skehan, Tim Carbone, Carey Harmon, Andy Goessling en Johnny Grubb) in een dwingende drive hun talenten tonen op diverse instrumenten. De rustige momenten laten soms wel een kitscherig romantische indruk na, maar daar tegenover staat dat als ze het op hun heupen krijgen dan zijn ze verrekt goed. Zeker wanneer ook uiterst dansbare folkelementen uit Ierland toegevoegd worden. Dat maakt van "The Good Life" een vreemde ervaring; enerzijds voel je ergernis, anderzijds springerige vrolijkheid. Nietemin omwille van dit volstekt uniek geluid, profileert Raiload Earth zich hier als een exponent van de nieuwe bluegrass-lichting.




MOONSHINE REUNION
Website : www.moonshinereunion.com
Info : info@moonschinereunion.com
Demo-CD




Of u zich nu bevind ergens in Amerika, Europa, Azië, of waar ter wereld dan ook… overal heeft de roots zich verspreid. Maar zo ver hoeft u niet te zoeken. De uit Mechelen afkomstige rootsrockband Moonshine Reunion ontstond uit de voormalige Fabulous Frankies dewelke we kennen van vele optredens hier in Belgenland, tevens in Nederland en Duitsland waren deze heren ook van de party. Een ijzersterke ritmesectie met Clark op bas en drummer Joris Govers vangt gitaristen Wan en Bart ( ex-Swampdolls) bijzonder goed op.Voeg daar nog het opwindend harmonicawerk van Eric Nobels aan toe, en kan men spreken van een band om u tegen te zeggen. De band luistert naar de naam Moonshine Reunion ( wel zeer toepasselijk !!), en vind zijn gading in het brengen van country, rockabilly, rock 'n roll, boogie en blues. Zij produceren uitsluitend eigen werk, dat op deze demo bestaande uit zes nummers zeer verdienstelijk is, ware het dan niet dat nogal wat van deze nummers erg bekend in de oren klinken. Maar al bij al kan je stellen dat dit vijftal hun huiswerk kennen, en dat ze er bij momenten stevig tegenaan gaan. Met de bluesy opener "Boogie Time" is het meteen raak: kleurrijke harmonicalijnen, bezielde vocalen en rake gitaarsolo’s maken me echt benieuwd naar het verdere verloop. De begeesterd gebrachte nummers "I'm All Alone" en "Moonschine" kon ik me ongelooflijk in vinden, ze vormen meer een cross-over tussen country en rock, ... muzikaal erg mooi. De bluesnummers "Ain't got a Nickle" en "Unknown Territory" zijn zo'n mooie, energieke songs, dat het mij onmogelijk lijkt hier niet aan toe te geven. Niet dat deze muzikanten nu meteen tot de grote bluesmeesters der aarde behoren, maar hun nooit aflatend enthousiasme en hun ware liefde voor rootsrock en roadhouse 60's is wel grensverleggend te noemen. Hun demo brengen zij met zoveel geestdrift, energie en toewijding dat het mij onmogelijk lijkt dit geen kans te geven. Organisatoren in Belgie… er is werk aan de winkel!!



KIM WILSON
LOOKIN' FOR TROUBLE
Label : M.C.- Records
Label : www.mc-records.com

Kim Wilson is één van de belangrijkste Amerikaanse fakkeldragers van de authentieke bluesmuziek. Geboren in 1951 in Detroit, groeit hij op in Californië en wordt eind zestiger jaren tot de blues aangetrokken en geïnspireerd door mensen als George Smith, Luther Tucker en Peewee Crayton. Na een kort verblijf in Minneapolis, vertrekt hij halverwege de zeventiger jaren naar Austin en richt daar met Jimmy Vaughn The Fabulous Thunderbirds op. De groep wordt de huisband van “Antone’s”, de legendarische bluesclub van platenbaas Clifford Antone. Hier begeleiden ze alle grote blues coryfeeën – Muddy Waters, Jimmy Rodgers, Buddy Guy enz. Het mooiste compliment krijgt Kim Wilson van zijn idool Muddy Waters, die hem “The greatest harmonica player to come along since Little Walter” noemt. Nog steeds is Kim Wilson de inspirerende voorman van The Fabulous Thunderbirds, maar sinds de zeventiger jaren zijn er vele personeelswisselingen geweest. De laatste jaren is Kim Wilson ook als solo artiest zeer actief en is hij een graag geziene gast bij platensessies. Bonnie Raitt, Paul Simon en Carlos Santana hebben van zijn talenten gebruik gemaakt. Zijn nieuwste soloplaat "Lookin’ For Trouble" is zijn eerste studioplaat sinds 6 jaar. Met name op zijn soloplaten eert hij zijn voorbeelden door nummers van hen te coveren. Van de vijftien songs zijn er negen door hem zelf geschreven en krijgen we covers te horen van nummers van Jimmy Rodgers, Snooky Pryor, Dave Bartholomew, Don Robey en L.C. McKinley. Kim Wilson beheerst alle bluesstijlen: van Chigagoblues tot swingin jump blues en New Orleans Rhythm and Blues. Het geluid is mooi “ouderwets” gehouden en je waant je met deze muziek in het Chigago van de vijftiger jaren. De echte bluesliefhebber weet dan genoeg – uitstekende bluesplaat



DUKE ROBILLARD
EXALTED LOVER
Label : Dixiefrog
www.dixiefrog.com

Duke Robillard is een blueslegende in Amerika. Geboren op 4 oktober 1948, Woonsocket, Rhode Island, richt hij in 1967 de legendarische swingbluesband Roomful Of Blues op. Tot 1979 blijft hij bij de groep, die zijn tijd ver vooruit is met de swing bluesvorm zoals ze die creëert. Na zijn vertrek richt hij een eigen band op: The Pleasure Kings. Ook werkt hij samen met rockabillyster Robert Gordon en maakt hij twee platen met The Legendary Blues Band (met voormalige leden van de Muddy Water’s Band) en vervangt hij in 1990 Jimmy Vaughn bij The Fabulous Thunderbirds. In 1993 wordt hij gecontracteerd door het Canadese Stony Plain label, dat in Europa vertegenwoordigd wordt door de Franse platenmaatschappij Dixiefrog. Vorig jaar verscheen zijn plaat, "Exalted Lover", opnieuw uitgebracht door Dixiefrog. In dit album "Exalted Lover" treft u stijlen zoals jazz, country, rock and roll, blues en rhythm and blues, dewelke hij zijn hele loopbaan gespeeld heeft. De cd opent met een drietal ijzersterke nummers. "Real Live Wire" en "Love Made A Liar Out Of Me" swingen de pan uit , terwijl "Deep Inside" de slowblueskant van Duke Robillard toont. Het titelnummer "Exalted Lover" is weer sterk jazzy met fraai blazerswerk. Twee nummers zijn nog het vermelden waard. Het jazzy swingnummer"I’ll Never Be Free", dat een sterk vijftigerjaren sfeer oproept is een duet met countryzangeres Pam Tillis. Blueszangeres en gitariste Debbie Harris vervult een hoofdrol in het bluesy "How Long Has It Been". Met deze afwisselend plaat laat Duke Robillard zien dat hij tot de top behoort in de hedendaagse bluesscene in Amerika. Niet voor niets kreeg hij de laatste jaren drie WC Handy Awards voor beste bluesgitarist en noemde BB King hem "One Of The Great Players".



JOE FOURNIER
WHISKEY STARS
Label : Dusty Records
www.dustyrecords.com

Joe Fournier is een Canadees die net zijn tweede cd "Whiskey Stars" heeft uitgebracht op het Zweedse Dusty Records label. Hij maakt een mix van country en roots rock, soms overgoten met een rockabilly of blues saus. Hoewel hij al op negentien jarige leeftijd zijn eerste plaat opnam, is Joe Fournier een laatbloeier. Een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken; hij was beurshandelaar, pizzabezorger, platenproducer, kok, discjockey ,meubelmaker, maar heeft nu zijn weg in de muziekbusiness blijkbaar gevonden. Joe komt uit een muzikale omgeving: zijn ouders bezaten een muziekcafé en hij werd beïnvloed door de vele bands die bij hem ‘thuis’ speelden en door de klanken van Merle Haggard en Creedence ClearWater Revival die uit de jukebox schalden. In de biografie worden vergelijkingen gemaakt met Tom Petty, Dave Edmunds en Ronnie Elliott, maar bij nadere beluistering schieten me ook de namen van Elvis Costello, John Hiatt en Nick Lowe door het hoofd. Voorwaar geen lijstje om je voor te schamen en de afwisseling aan roots stijlen en de kwaliteit van de nummers maken "Whiskey Stars" tot een van de betere roots platen van de laatste tijd.


 

THE PALADINS
EL MATADOR
www.thepaladins.com
Label : Lux Records

Samen met The Blasters en The Fabulous Thunderbirds, behoren The Paladins tot de belangrijkste inspiratiebronnen voor vele hedendaagse bands met country / rockabilly en blues in hun bagage. De band werd in 1987 opgericht in San Diego door gitarist Dave Gonzales en bassist Thomas Yearsly. Gonzales groeide op met de blues en countryplaten van zijn vader, terwijl zijn moeder meer een rock and roll fan was. Zelf noemt hij gitaristen als Otis Rush, Buddy Guy en Jimmy Hendrix als zijn idolen, maar ook jazz giganten als Wes Montgomery en Charlie Christian hebben zijn muzikale ontwikkeling bepaald. De debuutplaat van The Paladins, "Years Since Yesterday” verscheen in 1988 op het befaamde ‘Alligator’ blueslabel, evenals opvolger "Let’s Buzz" uit 1990. De platen laten het ‘live’ gevoel horen dat zo kenmerkend is voor The Paladins: niets ontziende blues en rockabilly, droog en hard geproduceerd. Overal waar ze komen laat de band een verpletterende live indruk achter. Het recentere werk laat meer de rockabilly en rock and roll kant van The Paladins zien. "El Matador" is daarop geen uitzondering. Wat opvalt is dat er van de vijftien nummers vijf instrumentals opstaan, wat mij betreft iets teveel van het goede. Voor de rest bevat het heerlijke vertrouwde kost: rechttoe rechtaan rock and roll ("Don’t Come Callin", "Lookin’ For A Girl Like You"), zo nu en dan afgewisseld met nummers die in de verte aan de The Everly Brothers ("You’re So Fine") of Jonathan Richman ("Midnight Liner") doen denken. Ook voor The Paladins beginnen na 15 jaar keihard werken de jaren te tellen en moeten ze zo nu en dan wat gas terug nemen. Dat neemt niet weg dat "El Matador"weer een ouderwets klinkende goede roots plaat is geworden.


 

CASH MONIES AND THE JETSETTER
THINKIN ' OUT LOUD
Label : Blue Buffalo Records
www.blue-buffalo.com
Email : Info@blue-buffalo.com

Het nieuwe album van Cash Monies and The Jetsetter uit Boston is een lekkere melodieuze southern countryrockplaat In Europa is de plaat uitgebracht door het Duitse label Blue Buffalo (o.a. Duane Jarvis). De leden komen uit verschillende delen van Amerika (zanger / gitarist Jim Gaddis komt uit Mississippi) en laten zien dat de southern rock geen grenzen kent. De cd "Thinkin’Out Loud" werd geproduceerd door de befaamde Dan Baird (Georgia Satellites) en dan weten de kenners dat de gitaar een belangrijke rol speelt. De nummers zijn beslist niet eenvormig: een aantal boogiende songs ("Worth A Damn" en "Here With Me"), gevoelige ballads ("Someday" en "Broken Glass") en nummers die meer naar de pure country / bluegrass neigen ("Cemetary Hill" en "Out Of My Reach"). Een aantal namen die te binnen schieten bij het beluisteren zijn The Eagles, Steve Earle en Lynyrd Skynyrd. Zelf doen ze tamelijk pretentieloos over de songs: "there’s more songs about gettin’ kicked in the gut by different women and hard drinkin’ traveling songs". Pretentieloos, maar wel goede ouderwetse southern countryrock uit het oosten van Amerika.


 

 

McKAY BROTHERS
McKAY BROTHERS
Label : Texas Archipelago Records

De broers Noel en Hollin McKay groeiden op in Bandera, Texas. Hun grootvader, die zelf een radiostation opzette, had een grote muzikale invloed op hun carrière. Via hem kwamen ze in aanraking met country artiesten zoals Jimmy Rodgers, Ernest Tubb en Kitty Wells en dit maakte een onuitwisbare indruk op de broers. Na dertien jaar samen spelen onder verschillende namen besloten ze vorig jaar voor het eerst onder eigen naam een plaat op te nemen. Met befaamde producer Gurf Morlix (Lucinda Williams, Mary Gauthier en Slead Cleaves) achter de knoppen en met medewerking van onder meer accordeonist Joel Guzman en organist Ian McLagan werden 11 nummers opgenomen, waaronder twee covers van Guy Clark en Steve Jordan. Met name accordeonist Joel Guzman speelt een imponerende rol op deze plaat, die sterk Tex – Mex en Mexicaans aandoet. In het Guy Clark nummer "The South Coast Of Texas", "Mi San Antonio", "Las Olas" en "A Pretty Bay Mare" zijn de Tex – Mex invloeden het duidelijkst hoorbaar. Maar ook andere rootsstijlen zoals Americana ("Great Big Oldsmobile" en "Hey Old Man") en country rock ("Put Your Money Where Your Mouth Is") komen ruimschoots aan bod. Dat ze in het voorprogramma van Willie Nelson, Pat Green en Ray Willie Hubbard hebben gestaan, onderstreept des te meer het feit dat we met een duo te maken hebben waar we nog veel van zullen horen. Een bijzondere prettige verrassing, deze plaat van de McKayBrothers.



RONNY ELLIOTT
HEP
Website : www.ronnyelliott.com
Label : Blue Heart Records

 

Geboren in Birmingham , Alabama groeide Ronny Elliott op bij zijn grootmoeder. Op zes jarige leeftijd verhuisde hij naar Tampa, Florida, nu nog steeds zijn thuisbasis. In de zestiger jaren speelde hij in allerlei bandjes en met de groep "Your Local Bear" speelde hij zelfs in het voorprogramma van Jimmy Hendrix. Met een volgende groep "Duchbutter" begeleidde Ronny legendes zoals Chuck Berry en Gene Vincent. Tevens maakte Elliot even deel uit van de bekende countryrockgroep "The Outlaws". Het duurde tot de negentiger jaren alvorens hij het solopad opging. De stem van Ronny Elliott doet denken aan die van Johnny Cash en Leonard Cohen. De stijl is een mix van country en folk, waarbij Elliott de teksten meer declameert dan zingt. Zijn begeleidingsgroep "The Nationals" leggen een gedegen ondergrond met prachtige klankkleuren die met de gitaren worden ingevuld. Zijn muziek zal nooit bij een groot publiek doorbreken, maar bij insiders en collega’s is Ronny Elliott een legende. Vergelijkingen met Townes van Zandt en Guy Clark zeggen genoeg. De muziek van Ronny Elliott is moeilijk te definiëren; je moet het ondergaan en de kans is zeer groot dat het je bij je nekvel pakt. Zijn nieuw album is dan ook een klasseplaat.


 

SOUTHERN CULTURE ON THE SKIDS
MOJO BOX
Label: Yep Roc Records
www.yeproc.com

Draai" Mojo Box" met de versterker wijd open en de kans is bijzonder groot dat de depressiviteit bij dit slechte zomerweer of andere kwaaltjes acuut verdwijnen. Zelfs na twintig jaar klinkt Southern Culture On The Skids nog steeds fris en verrassend. "Mojo Box" is hun eerste plaat (achtste in totaal) voor een nieuw label, vier jaar na hun laatste plaat "Liquored Up and Lacquered Down". De bestanddelen zijn nog steeds hetzelfde: garagerock, hillbilly surf, rockabilly en swamprock, alles met veel energie opgediend. Oprichter / gitarist Rick Miller, drummer Dave Hartman en bassiste Mary Huff klinken hecht als nooit te voren en de dertien nummers zijn heerlijk live geproduceerd. Alleen in "I Want A Love" en "Where Is The Moon" wordt even gas teruggenomen, maar voor de rest is het dampen en stampen van een van de beste garage/surf/rockabilly groepen van het moment. Niet teveel erover praten of schrijven; gewoon draaien.Wereldplaat.


 

THE FLATLANDERS
WHEELS OF FORTUNE
LABEL : New West Records
www.newwestrecords.com

The Flatlanders bestaan uit drie grote coryfeeën uit de Amerikaanse rootsmuziek: Joe Ely, Jimmy Dale Gilmore en Butch Hancock hebben alle drie reeds een imposante solo carrière achter de rug. Hun debuutplaat verscheen reeds in 1972, in 1990 onder de naam "More A Legend Than A Band" heruitgebracht. In 1998 kwamen ze voor het eerst na al die jaren weer bij elkaar voor de medewerking aan de soundtrack van de film "The Horse Whisperer" van Robert Redford. Dit smaakte naar meer en zodoende verscheen in 2002, dertig jaar na hun gezamenlijk debuut, de cd "Now Again". De plaat kreeg geweldige kritieken van de pers, verbleef 17 weken aan de top in de Americana lijsten en 21 weken in de Billboard Country hitlijst. Ze gingen als ‘band’ op tournee en besloten niet te lang met de derde plaat te wachten. Twee jaar na "Now Again" ligt dus nu reeds hun derde plaat "Wheels Of Fortune" in de winkel. Opnieuw laten ze een staalkaart van hun kunnen zien: Butch Hancock als de singer songwriter, Jimmy Dale Gilmore de countryzanger met zijn typische klagende stem en Joe Ely als de countryrocker. De meeste nummers zijn in het verleden reeds op de verschillende solo cd’s verschenen, nu zijn te horen in een nieuw fris arrangement en meestal gezongen door een andere uitvoerende. Ballads, country rock, blues, tex mex (hoofdrol voor accordeonist Joel Guzman) wisselen elkaar af op deze door Joe Ely geproduceerde cd. Beter kan roots country niet klinken.



LIZ MANDVILLE GREESON
BACK IN LOVE AGAIN
LABEL : Earwig Records
www.earwigrecords.com

"Back In Love Again" is het nieuwe album van de uit Chigago komende soul en blues zangeres Liz Mandville Greeson. Het is haar derde cd voor Earwig Records uit Chigago, na haar vorige platen "Look At Me "en "Just Get Ready To Cheat". De cd gaat van start met een prachtige soulslijper in de beste zuidelijke traditie "Soul Tender". Dit wordt gevolgd door het Janis Joplin achtige "Juicehead Man", een bluesschuiver met mondharmonicawerk van Billy Branch. De plaat zakt dan iets weg, maar komt halverwege sterk terug met het rockende "For Real", de bluesshuffle "Johnny and Me" en het swamppopnummer "All My Love". Aan het eind laat Liz horen dat ze ook gospel kan zingen en bewijst ze een van de nieuwe toonaangevende blueszangeressen uit Chigago te zijn. Zelf noemt ze de plaat haar songwriter’s plaat, een songcraft album / "this album is not for sissies". Vorig jaar stelden we reeds zangeres Janiva Magness uit Los Angeles voor. Deze is genomineerd voor de Handy Award voor beste blueszangeres 2003. Liz Mandville Greeson doet niets voor haar onder. Wat mij betreft is ze bij deze kanshebster voor de beste blueszangeres van dit jaar. Houd haar in de gaten.


 


PAUL MAC BONVIN
AINSI VA LA VIE
Label : PMB Records / Disctrade

 

Roots muziek wordt steeds internationaler. Dat Amerikaanse artiesten niet het alleenrecht op hun culturele muzikale erfgoed hebben weten we al sinds The Beatles en The Stones. Dat in Zwitserland ook uitstekende roots muziek gemaakt wordt weten we sinds niet al te lange tijd door mensen als Coal en Reto Burrell. Zwitser Paul Mac Bonvin, deze zanger, gitarist, pianist, accordeonist heeft er al een lange carrière opzitten, die reeds in de zestiger jaren begon. Hij komt in contact met befaamde mensen als Jim Lauderdale en Albert Lee en treedt op met Jo El Sonnier, Sonny Landreth en Flaco Jimenez. "Ainsi Va La Vie" is de negende plaat van Bonvin en werd grotendeels opgenomen in Montreal en Burbank / Los Angeles. In deze laatste stad werden de nummers grotendeels ingespeeld door de band van Albert Lee, die zelf ook een belangrijke rol vervult op deze uitstekende rootsplaat. Paul Mac Bonvin mixt country, cajun en rock and roll tot een heerlijke roots spice en verloochent zijn afkomst niet door zes van de elf nummers in het Frans te vertolken. Verder vinden we op de plaat covers van Jerry Lee Lewis, Jim Lauderdale en het overbekende "Jambalaya" van Hank Williams. De plaat sluit af met een gloedvolle vertolking van het nummer "Kentucky", ooit op de plaat gezet door The Everly Brothers. Bonvin en Albert Lee brengen tweestemmig een ode aan de broers, voor wie gitarist Albert Lee lange tijd als gitarist gediend heeft in hun begeleidingsband. Een waardige afsluiter van deze verrassende roots plaat uit Zwitsreland.


 

SVEN ZETTERBERG
MOVING IN THE RIGHT DIRECTION
Label : Last Buzz Records
www.lastbuzz.com
Info@lastbuzz.com

 

Soul is in. Ellis Hooks bewijst dat keer op keer en nu blijkt dat er in Scandinavië ook geweldige ‘blue eyed’ soul talenten rondlopen. Sven Zetterberg is een Zweed die in 1952 werd geboren in Skarblacka. Op veertienjarige leeftijd leert hij de kneepjes van het mondharmonika vak en zijn mensen als Sonny Boy Williamson en Big Walter Horton zijn grote voorbeelden. Hij speelt o.a. in een Noorse band ‘The Four Roosters’ en via de gitarist komt hij voor het eerst in aanraking met de deep southern soul. Hoewel hij in het begin weinig voelt voor deze muziekstijl, wordt southern soul een paar jaar later het belangrijkste bestanddeel in zijn band ‘The Chigao Express’. Deze band bestaat tot 1996 en maakt vier platen; o.a. met Sunnyland Slim in de Chess studio in Chigago. Momenteel afficheert Sven Zetterberg zich als soloartiest en treedt hij vaak op met één van de beste Zweedse bluesbands ‘KnockOut Greg and Blue Weather’. Zijn muzikale ontwikkeling lijkt wel wat op die van Delbert McClinton. Op Last Buzz Records uit Gothenburg is onlangs zijn debuutplaat verschenen: “Moving In The Right Direction”. Liefhebbers van de bekende Ace / Kent soul rereleases kunnen deze plaat blindelings aanschaffen. De cd bevat 16 stukken: twaalf originelen en vier covers van o.a. William Bell, Oliver Sain, Bobby Patterson en Paul Butterfield / Mike Bloomfield. De stijlen variëren van funky Memphis soul (denk aan O.V. Wright) , de prachtige Muscle Shoals sound (deep soul ballads in de stijl van James Carr) tot de soulblues stijl van b.v. BB King en Bobby Bland. Medecomponist, producer en gitarist Anders Léwen neemt een belangrijke rol in op de plaat die grotendeels in september 2003 werd opgenomen in de Real Music Studio in Bromma Zweden. De plaat is een geheel Zweedse aangelegenheid en bewijst nogmaals dat Scandinavië een broeinest is van soul en blues talent.



DANNY BROOKS
& THE ROCKIN' REVELATORS
SOULSVILLE- SOULED OUT 'N SANCTIFIED
Website : www.dannybrooks.com
Label : His House Records
Hishouse@dannybrooksrecords.com

Zeer toevallig kwam ik de naam Danny Brooks op een Amerikaanse blues site tegen en na een nadere kennismaking kan ik zeggen dat hij een grootheid is op het gebied van gospel-, soul-, blues- en zelfs mountain muziek. Deze blanke Canadees (Toronto), met ‘black soul’ in zijn genen zit al drie decenia in het vak. Opgegroeid in een gelovig gezin, werd hij meteen gepakt door soul, blues en gospel grootheden als Solomon Burke, Bobby Bland, Joe Tex, The Soul Stirrers (Sam Cooke) en The Blind Boys Of Alabama. Helaas hadden verderfelijke zaken als drugs en alcohol ook vat op de jonge Danny Brooks en hij belandde zelfs in de gevangenis. Daar kwam hij tot inkeer en bekeerde zich volledig tot het Geloof. Jim Dickinson, de bekend producer en muzikant uit Memphis zei het als volgt: “Danny’s voice tells you he’s been through the pain of experience and the promise of hope. His songs say it all”. Op zijn nieuwe, fantastische plaat "Souled Out ’n Sanctified" belijdt hij in dertien eigen stukken zijn trouw aan het geloof en predikt hij ‘the good news’. Qua stem doet Danny Brooks denken aan Eddie Hinton, Willy de Ville en Delbert McClinton en dat geldt ook voor het muziekrepertoire. Gospel, soul, blues en Americana? (duetten met zangeres Esther Kessler) vullen deze gevarieerde rootsplaat die zo in de zestiger jaren in een kerk in Alabama had kunnen worden opgenomen. De plaat werd geproduceerd door Richard Bell (Janis Joplin, The Band) die zelf ook de keyboards hanteert. Datzelfde wordt ook gedaan door Michael Fonfara (Lou Reed), terwijl de geweldige Colin Linden (Blackie and The Rodeo Kings) allerlei gitaarinstrumenten bespeelt. Met ondersteuning van het gospeltrio 'The Rockin’ Revelators' (The Fabulous Levy Sisters en Hiram Joseph) is "Souled Out’n Sanctified" voor mij een openbaring, mits je je niet teveel stoort aan het hoge 'He, Him, The Lord en Jesus' gehalte. Maar is dat niet inherent aan de gospelmuziek?



STEVE WHITE
BRAND NEW WORLD
Website : www.stevewhiteblues.com
Info: Sales@stevewhiteblues.com
Label : Eigen Beheer

 

Steve White is geboren in Brooklyn New York. Hij groeide op in Thailand, Cambodja en Laos, waar zijn vader films voor het United States Information Agency produceerde. Als tweede jongste van vier kinderen koos hij reeds een artistieke carrière op de leeftijd van zeven, dit was wel een beetje onder de invloed van zijn oom die als zanger zijn brood verdiende met optredens in Europa en Amerika. Steve volgde een kunstopleiding aan de Universiteit van Philadelphia, en aan de The Nova Scotia College of Art and Design, maar stopte na enkele jaren om zich volledig op muziek te concentreren. Zijn muzikale invloeden variëren van country, folk en blues. Met zijn one-man-band bewijst hij dat een laag gestemde gitaar, een harmonica en voetpercussie voor een uniek geluid kunnen zorgen. Zijn songs komen uit het hart en verhalen zijn ervaringen uit zijn leven zoals iedere vuile baan die beschikbaar was in de bouw of het leegmaken van graafmachines of het ophalen van het huisvuil tijdens zijn wereldreizen. Steve speelt akoestische gitaar en zoekt zijn vertier in folk, country en blues op zijn album "Brand New World". White is ook de bezitter van een prachtige volle en ervaren stem die je gevoel meteen inpakt. Tevens is hij een prima instrumentalist op zijn akoestische gitaar en harmonica. Met andere woorden, het is op en top gevoel in elke noot wanneer Steve zijn gitaar beroert, genoeg om tot deze veelzijdige muzikale bluesprestatie te komen. Alle songs zijn volledig eigen werk , de opener "Nothing" begint al met een pakkend ritme en een indringende zangpartij. De prachtige slepende nummers zijn "Christmas Season Blues", " Extravaganza" en "Tears are all You Own", waarin een subtiel gespeeld harmonica te horen is. Probeer verder maar eens stil te blijven zitten bij "Mud Wrestling Team" en "Uke Le Le". Met een uit het leven gegrepen tekst in de titelsong " Brand New World" gaan we verder naar het rustige akoestische werk "Instr". De nummers " Chicken Bone Express" , "So Long" en "Long Way Home" zijn zeer ingetogen gevoelige songs en maken deze cd heel gevarieerd. Het enige dat opvalt is dat ambities van singer-songwriter Steve White verder reiken dan hij ooit kan waarmaken op slechts een akoestische gitaar, maar desalniettemin komt hij een heel eind met dit overtuigende album.


STEPHEN HOGG
DIRTY ROTTEN SHAME
Label : AML Records
Info : Sawdust Promotions
sawdust@kwic.com


In de bijna tien jaar die zijn oeuvre overspant heeft de uit Canada afkomstige songsmid Stephen Hogg al heel wat watertjes doorzwommen. Van pure singer-songwriter stuff over country en de alt.-variant daarvan tot folk en rootspop, de man bleek door de jaren heen een echte draaikont, rusteloos op zoek naar een goed zittend jasje voor zijn schrijfsels. Van 1994 tot 1998 heeft hij drie platen ( " Stinkin' Town", "Cordin' to me", en "The Talkin' Stick"), opgenomen voor het label Stinkin' Records, maar daarin lijkt nu stilaan verandering te komen want zijn vierde CD "Dirty Rotten Shame" is nog maar enkele maanden oud of hij belooft tegen september van dit jaar reeds een nieuw album uit te brengen op hetzelfde label , AML records. Op "Dirty Rotten Shame", tapt hij immers gezapig verder uit het al met voorgangers aangeboorde vaatje. Hij schrijft nummers met vaak swingende melodieën, zoals " Riata", die gemakkelijk blijven hangen, hij zingt met een krachtige stem inclusief aangename grom en soleert bekwaam en enthousiast op zijn akoestische en hi-string gitaar. Bovendien wordt hij in de rug gedekt door een capabele vijfmans band en gesteund door Fred Eaglesmith voorwie hij vorige zomer gedurende een maand het voorprogramma verzorgde. Op deze CD probeert hij de kloof tussen country en folk te overbruggen en dat levert de eerste helft van de cd geslaagde, afwisselende kruisbestuivingen op, gespeeld met veel effectieve inzet. De laatste nummers zijn echter voorbeelden van de traditionele roots. Deze songs maken duidelijk dat Stephen Hogg het blijkbaar gemakkelijk vindt de grenzen van het genre te doorbreken, en zo een album af te leveren dat meer licht country, getint folk-pop-materiaal uitstraalt. Om maar te zeggen, een hele grote meneer, die Stephen Hogg . Misschien dat "Dirty Rotten Shame" eindelijk ook hier wat meer mensen tot dat inzicht kan laten komen. Het zou verdomme hoog tijd worden…


 

LIZZA CONNOR
RUNAWAY
Website : www.lizzaconnor.com
Lizza@lizzaconnor.com
Label: Eigen beheer

De verrassende debuutplaat "Runaway" van de uit Nashville komende singer-songwriter Lizza Connor is omwille van zijn geraffineerde folk-pop-songs die dankzij een subtiele bluegrassinjectie vaak uitgroeien tot prachtige miniatuurtjes waarin ze haar uit het leven gegrepen teksten probleemloos kwijt kan, een aanrader van formaat. De ingrediënten voor deze prachtige nummers hebben de invloeden van o.a. Neil Young, Bob Dylan, Nanci Griffith en Emmylou Harris. In een Amerikaans tijdschrift las ik :"This is a first-class project from start to finish. It's one of very few debuts that makes the cut first time around!" En de start heeft ze zeker niet gemist met de opener "Runaway", waarin Connor sfeervol een vertrek uit het bikkelharde Oklahoma verslaat. Erg mooi hoe bluegrass en roots elkaar in dat deuntje ontmoeten, misschien wel het allermooiste liedje van dit album. Afsluiter daarentegen "New Mexico Romance", is beslist ook een hoogtepunt, het is tevens het enige niet-Connor-nummer op deze plaat, een door haar muzikale mentor Dennis Dunn geschreven nummer. Een ander in het oog springend nummer is "Arlington" waarin harmonica en pedal steel prima de in de tekst verscholen gevoelens vertalen, die gepaard gaan met het tragische einde van een soldaat. De eigen composities zijn ijzersterk en het karakteristieke stemgeluid van Lizza Connor maken van "Runway" een rootsplaatje om zeker aan te schaffen.



MARIANNE MURPHY
NO LONGER BLUE
Label : Two Good Reasons Records
www.twogoodreasons.com

Wel, af en toe heb je een kruiwagen nodig. Neem Marianne Murphy, een hier totaal onbekende singer-songwriter uit Detroit. Tot dat Al Hurschman en Robert Richmond de productie waarnamen van haar tweede album "No Longer Blue". Haar stem doet denken aan? Nanci Griffith? Een beetje. Mary Gauthier? Nee dus. Ook deze vergelijking snijdt weinig hout. Marianne Murphy klinkt gewoon als Marianne Murphy, en dat vergeet je niet meer zodra u de voortreffelijke eerste single van het album, "Irish Whiskey On The Side", heeft gehoord. Marianne ze pende ruim de helft van de doorgaans ingetogen tot mid-tempo variërende liedjes, het merendeel van deze liedjes zijn ingetogen folkballades, nu eens met een lichte blues-inslag in "No Longer Blue" en dan weer eerder country in "Empty Stage". En zo schakelt Marianne Murphy, gesteund door uitmuntende muzikanten, telkens binnen de grenzen van de ingetogen folkbalades. In "No Longer Blue" laat deze moderne folkartieste u aanvoelen, dat ze liever de donkere kant dan de lichtere kant van het leven bezingt, met teksten die je doen opveren. De hidden track "Psychotherapy Man" is geheimzinnig zoals het hoort, maar ik ga niet alles verklappen, proef zelf maar!



III rd TYME OUT
THE BEST DURN RIDE
Website :www.iiirdtymeout.com
Label : Chateau Music Group
www.chateaumusic.com

Fans zijn door de jaren gewoon om goede albums van IIIrd Tyme Out te verwachten. Het is niet voor niets dat deze band tot zeven maal toe de titel verkreeg van : 'Best vocal group of the year' door de International Bluegrass Music Association (IBMA). En Russell Moore heeft als mannelijke vocalist de eer tweemaal mogen ontvangen .Tien albums in hun carrière, de kerels van IIIrd Tyme Out stellen ons zeker niet teleur. Toen deze Russell Moore samen met Ray Deaton in 1991 Doyle Lawson & Quicksilver de rug toekeerden om samen met Wayne Benson (van Livewire), Steve Dilling (van de Lonesome River Band) en Greg Luck (van JD Crowe & The New South), IIIrd Tyme Out op te richten, waren ze klaar om één van de succesvolste bluegrass acts van het laatste decennium van de vorige eeuw te worden. "The Best Durn Ride" is een van hun beste albums met een stel van eigen songs afgewisseld met materiaal van ondermeer David Norris, Bill Monroe, Don Reno en Honi Deaton. Als u denkt dat dit enkel een vocale bluegrass band is, moet zeker even luisteren naar de instrumentale nummers : Bill Monroe's "Blue Grass Special" en Benson-Moore's "Tennessee Thunder." Als u dan nog twijfelt aan hun capaciteiten, luister dan maar naar hun acapella versie van de traditionele gospel, "Wade in the Water". Deze afsluiter is niet voor niets tot het laatste gehouden, vanaf het sprankelende openingsnummer "What True Love Is" tot het acapella nummer vinden we prachtige harmonieën dewelke worden gekoppeld aan al even excellente staaltjes van picking. Lichtvoetig en speels vinden banjo, mandoline, fiddle, gitaar en bas steeds weer de kans om onopvallend op te vallen tussen al die stemmenpracht. Dat maakt van “The Best Durn Ride” een echt hartverwarmend album.


 

GERONIMO TREVINO III
& THE GERONIMO BAND
www.geronimotrevino.com
geronimo@txdirect.net
Label : Half Breed Records

Alweer een nieuwe Geronimo Trevino III ? Jazeker. Het label Half Breed Records heeft weer de smaak te pakken. Bij zijn vorig uitstekend album "Conjunto con Padres" dat in 1999 werd opgenomen wil ik wel even wat verhaal kwijt. Geboren in Laredo, Texas, waar Geronimo later zijn diploma behaalde aan de A & M universiteit, besliste hij van geen carrière na te streven maar zich volledig op muziek te concentreren. Gedurende enkele jaren heeft hij samen met zijn vader en zijn ooms de nodige ervaring opgedaan in een boerderij daar in Zuid-Texas. Deze invloeden aldaar opgedaan waren meteen de reden om een hulde te brengen aan zijn familie op dit "Conjunto con Padres"-album. En nu ligt de opvolger "Loves' Lost & Found" alweer klaar. Het titelnummer is niet alleen een kwinkslag naar verloren liefdes, het geeft ook een mooie beschrijving van Geronimo's muzikale gezindheid. De alt.country van "Loves' Lost & Found" maakt hier dan ook plaats voor een iets traditioneler echte country, met invloeden van de honky-tonk, zelfs een beetje latin muziek. Deze mix hoeft geen bezwaar te zijn: de muziek komt recht uit het hart en wordt met verve vertolkt. Geronimo Trevino III & The Geronimo Band staan al enkele jaren bekend als veelbelovend, als u weet dat ze samen optraden met de grootste country legenden zoals Ray Priced, Willie Nelson en Ronnie Milsap; tevens ook gastoptredens deden bij de beste muzikanten van Texas waaronder Augie Meyers, Ray Wylie Hubbard, Flaco Jimenez en Robert Earl Keen. Hij heeft een voortreffelijke stem en zijn talent is onmiskenbaar in deze oude western stijl.


 

PETER C. JOHNSON
SOUL SHERPA petercjohnson@comcast.net
Label : CoraZong
www.corazong.com

Ergens in mijn platenkast staat een LP van Peter C. Johnson uit 1978, inmiddels met een flinke laag stof bedekt. Snel na die LP en de daarbij horende tour verdween Johnson uit het zicht. Hij had problemen met drugs, kickte af en bracht in 2001 voor het eerst in 23 jaar weer een cd uit. En nu is er dan "Soul Sherpa", een plaat waarop Johnson zijn kijk op de wereld niet onder stoelen of banken schuift. "Soul Sherpa" is dus het vervolg op het moeilijk verkrijgbare "Bloodshot" album, dat binnenkort door platenlabel Corazong opnieuw in de roulatie wordt gebracht. Johnson begeleide ooit als lid van The Manic Depressives niemand minder dan Bonnie Raitt. Bonnie doet nu Peter een gunst door de vocalen te doen in het openingsnummer "Lower Power". Johnson heeft een goede smaak als het om achtergrondzangeressen gaat, want ook Laurie Sargent, bekend van de Twinemen, en Kris Delmhorst zijn aanwezig. Deze dames zijn afkomstig uit de Boston- scene en dat geldt voor bijna alle muzikanten zoals John Payne, Asa Brebner en Paul Rishell; maar de rode draad in het verhaal is ongetwijfeld de doorleefde stem van de man zelf, een stem die wat wegheeft van Bob Dylan, Leonard Cohen of J.J. Cale. Wie iets bijzonders wil horen waar ook normaal naar te luisteren valt, raad ik een doordeweekse rocksong aan als bijvoorbeeld "Good Luck Girl", iets bijzonders apart of excentriek is de luisterbare vertolking van Tim Hardins "Black Sheep Boy".
Peter C. Johnson is weer terug met sfeervolle muziek en ..... deze keer hopelijk 'to stay'.


 

TEX BEAUMONT
ROSE TATTOO
texbeaumont@comcast.net
Label : Heartbreak Records
heartbreakrecords@comcast.net

Het nieuwe album van Tex Beaumont, "Rose Tattoo" is een zonderlinge hulde aan de vroegere countrymuziek. De dertien nummers, allemaal door Tex zelf geschreven, bieden een verscheidenheid aan countryrockertjes in al zijn verscheidenheid. De belofte die in de vroegere werken van Tex wordt gezien,"One Eyed Jacks" uitgegeven bij Elvis Costello's Demon records, en "Restless Heart" geproduceerd door grammy winnaar Bill Botrell, is in vervulling gegaan met zijn derde album "Rose Tattoo". Aangenaam countryluistervoer, prachtig geproduceerd door gitaar legende Johnny Lee Schell. De muzikanten omvatten Lacy Doug,Mike Finnegan, Tony Braunagel, Hutch Hutchinson, Joe Sublett, Doug Livingston en Deborah Dobson. Minnesota Diva en Laura LaBine zijn de backing vocals op sommige nummers. Beaumont, die met zijn stem het beste overweg kan met pure, snedige country, benadert het genre met een ingesteldheid een weinig verwant aan die van de pubrockers van de jaren zeventig. Mengelmoes van invloeden gaande van soulvolle rootsrock tot Tex-Mex, en van tear in your beer country tot het zuivere singer-songmateriaal. Niet spetterend, maar muzikaal en productietechnisch scoren ze een voldoende. Anders gezegd: Tex Beaumont serveert een schaaltje vol met verschillende soorten countrybrokjes, die redelijk te pruimen zijn.



SALLY BARRIS
LITTLE VOICE
Website : www.sallybarris.com
Label : Roll Tape & Sing Records

 

De geliefde tederheid en de kwetsbaarheid in haar stem zijn het lokmiddel dat u krijgt bij het beluisteren van het tweede album "Little Voice" van de uit Chaska, Minnesota afkomstige Sally Barris. Maar de sterkte van haar songwriting is wat u daar houdt, haar vooral sterke gevoel voor melodie, en de woorden die zonder inspanning in dat kanaal stromen. Haar passie voor het schrijven van liedjes deed haar dan ook al betrekkelijk snel naar Nashville verhuizen, en het duurde niet lang of haar songs werden ondermeer opgenomen door gevestigde waarden als Lee Ann Womack, Martina McBride en John Michael Montgomery. Het onder de vakbekwame leiding van de dezer dagen wel erg actieve Canadese bluesgitaarvirtuoos Colin Linden opgenomen "Little Voice" is een overwegend romantische aangelegenheid. De ongegeneerd weer naar het bluegrass-genre lonkende plaat werd live in de studio ingeblikt met volop ruimte voor zalig snarenplezier op respectievelijk dobro, mandoline, viool en slide gitaar. En schoon volk als een Bryan Sutton, een Andrea Zonn, een Jon Randall, een Kami Lyle en een Jessi Alexander werd bereid gevonden Barris daarbij een flinke hand te komen toesteken. Colin bracht de grote Richard Bell op piano, hijzelf speelt elektrisch en slidegitaar en enkele Nashville muzikanten zoals Steven Sheehan, John Mock, Alison Prestwood, Mark Jordan, John Gardner, Bryan Owings en Russ Pahl maken van dit album de ideale voedingsbodem voor de engelachtige stem van Sally. Vanaf het zeer mooie openingsnummer "The Song You Know By Heart" bent u dadelijk in de sfeer van dit akoestisch album, kortom een album dat bijzonder aangenaam wegluistert.


 

BATTERY LIFE
SHOTGUN LOUDMOUTH
Label : Avebury Records
www.AveburyRecords.com

 

Punkrockband aan de alt-country tour : geen slecht uitgangspunt. Het komt niet vaak voor dat Rootstime een uitstapje maakt naar het pop-punkgenre. Deze keer konden we echter niet om de nieuwe CD "Shotgun Loudmouth" van de poprock formatie Battery Life. Wat deze drie mannen in de punkmachine vermalen is meer twangy country dan punk. Je zou er Battery Life onmiddellijk om willen prijzen, ergens op zijn best ergens tussen Buddy Holly en The Jesus and the Mary Chain en op mindere momenten herinnerend aan Social Distortion met invloeden van Blues Traveler. Sympathiek in zijn eenvoud en doe-het-zelf-mentaliteit, knullig ambitieus literaire werken bevlogen door een oprecht sociaal-activisme. Ze spelen ruige country, al hoort de luisteraar eigenlijk meer rock of noem het punk. Herriemakers dus, die af en toe een rustige noot en huppelende countrytune inbouwen voor de afwisseling. De opener "Stay Cool in the dark in the Summer" is een nummer waar het zweet vanaf gutst en is daarom ook zeer hitgevoelig. Halfweg de CD vinden we het nummer "Besides who Said", dat best wel op een Americana plaat kan teruggevonden worden. Ook de ingetogen afsluiter "Somewhere in the Night" overtuigt, het harmonica speelt hierin wel een belangrijke rol. De klagerige zang, fraaie gitaarlijntjes, dreinerige drumpatronen. Alles klopt.



JEAN PAUL RENA
& TERRAWHEEL
INTRODUCING
Website : www.jprena.com
Label : CoraZong
www.corazong.com

 

Jean Paul Rena is opgegroeid in artistieke omgeving met veel muziek en kunst. Afrikaanse chants, Jazz, Rock en Rock 'n Roll gemixed met Bob Dylan waren de eerste muzikale invloeden die JP Rena thuis te horen kreeg. Omdat destijds de zogenaamde "Black Music" nog behoorlijk nieuw en niet van deze wereld was in Nederland en dus "cool and happening", waren deze invloeden juist voor Jean Paul een extra stimulans muziek verder te ontdekken. Dit leidde hem via de kortste weg naar de Bluesrock. JP Rena schreeuwde vroeger bij windkracht 9 de schepen in zijn Hollandse geboortedorpje de haven in, vandaar dat hij zo’n orkaan van geluid kan voortbrengen. Daarna speelde hij in The Bluesscatters, en gitaarsgewijs zou hij zomaar in de leer geweest kunnen zijn bij Stevie Ray Vaughan of Albert King. In Nederland is de bluesrock met een revival bezig, en dit laat onze Haagse gitarist en zijn formidabele band Terrawheel, op zijn voortreffelijke debuutplaat “Introducing” beslist horen . Ik citeer het begeleidend schrijven: "Luister naar het album met je ogen dicht en je waant je in een Juke Joint in de Mississippi Delta, een blueskroeg in Chigago, op een veranda in Alabama of in een maffiatent van twijfelachtige allure in New York". Behalve zanger, gitarist Jean Paul Rena bestaat de band uit harmonika speler Bas Kleine, drummer Rolf Caron en bassist Ruben Byther. Noem het Roadhouse blues, deze stevige mengelmoes van Chicagoblues, roots en met hier en daar een vleugje Texasblues. Naast bluesrockgitarist Julian Sas heeft het Nederlandse label CoraZong opnieuw een geweldig bluestalent in huis. Dit is blues dat je live moet ondergaan. Uitstekende bluesplaat !!



DAVE Mc CANN
and THE TEN TOED FROGS
Website : www.davemccann.com
daviemccann@hotmail.com
Label : Eigen beheer

De uit Calgary,Canada, komende troubadour Dave McCann is met een tweede pittige productie voor de dag gekomen. Na "Woodland Tea" uit 2001 is zijn tweede countryrockplaat nu op de markt met aangrijpende liedjes over het leven. Een singer-songwriter zoals Neil Young, Fred Eaglesmith en Wyckham Porteous, zij pennen hun liedjes zo dat ik altijd meen de weidsheid van het land te herkennen en snuif ik dan altijd de sneeuw, de meren en de bergen op. Dat heb ik ook bij Woodland Tea en zeker met zijn nieuwe plaat "Country Medicine", de cd die McCann samen volspeelt met zijn ruige band met de bizarre naam The Ten Toed Frogs. McCann wisselt rootsrock af met country en folk, zoals op de titelsong met de scherpe gitaren, denkt u meteen aan Crazy Horse in betere dagen. "Timber Road" is een sterke countrysong met voldoende twang. "Cocaine Stole Her Brain", "Brokewing Bird" en "Sticks And Stones" liggen lekker in het gehoor en brengen countryrock met de nodige scheurgitaren. "Lookayonder Blue" is puik folkwerk en hierin komt zijn talent als singer-songwriter naar boven hetgeen ook blijkt in zijn tragere nummers zoals "Leaving This Town" en "Sleeping With Gold". Hoogtepunt op deze "Country Medicine"-CD is het herwerkte Jethro Tull's "Locomotive Breath", driftige bluegrass-rootsversie zoals alleen Dave Mc Cann dat kan.


 

BOBBY FLORES
FESTIVAL FAVORITES
Website : www.bobbyflores.com
Label : Yellow Rose Records
www.yellowroserecords.com


Vorig jaar verscheen het album "Just For The Record" van de Texaanse countryzanger en fiddlevirtuoos Bobby Flores. Nu negen maanden later staat hij er al terug met zijn nieuwe plaat, "Festival Favorites" voor het zelfde label Yellow Rose Records. Het muzikale c.v. van Bobby Flores liegt er bepaald niet om. We troffen zijn naam in het verleden ondermeer al aan op platen van Ray Price & Willie Nelson, Doug Sahm, Freddie Fender, Johnny Bush, Clay Blaker, Justin Trevino, Ed Burleson en Rodney Hayden, om er maar een paar te noemen. En met deze twee albums achter zijn naam bewijst hij nu ook volop op eigen benen te kunnen staan. Country en western swing wisselen elkaar af op tien liedjes met Flores overtuigend als zanger en instrumentalist. De steelgitaar laat hij dit keer over aan Randy Reinhard en Dickey Overbey. Verder horen we Jim Loesberg op drums, dezelfde Randy Reinhard op piano en John Schattenberg die de tweede viool beroert. Zoals de titel al aangeeft heeft Flores dit keer gekozen voor een selectie van zijn favoriete liedjes uit de oude doos en dat levert een fraaie mix van covers op van grootheden als Bob Wills, Carter Family en Ray Price om er een paar te noemen. En daarbij gaat Flores dus ver terug in de tijd met songs gaande van opgewekte Western swing en voorzichtige shuffles tot klassiek honky-tonkverdriet en zelfs een jazzy instrumental. Zeer mooi is zijn vertolking van het overbekende "South Of The Border", toongezet met een lichte shuffle. "Festival Favorites" is een album die de liefhebbers van oude, traditionele countrymuziek beslist goed zal doen. Real country, inderdaad!


 

DAWN KINNARD
Website: www.dawnkinnard.com
Info : dawn@thepresshouse.com
Label : Rusted Rose Music
www.rustedrose.com

 

De uit Pennsylvania afkomstige singer-songwriter Dawn Kinnard nam dit titelloze album op in de kerk van haar vader. Voor minder dan tweeduizend dollar is dit album uit haar handen geglipt, en het moet alvast gezegd worden, het resultaat klinkt dermate sfeervol en pakkend dat een klein label in Pennsylvania de acht songs meteen op waarde schat en durft uit te brengen. Wat een zegen is, want hoewel moeilijk te zeggen is hoe groot Dawn Kinnard gaat worden, staat vast dat we straks zoet omzien naar dit perfecte debuut. Een plaat van een half uurtje waarop ingehouden bespeelde instrumenten als een Wurlitzer orgel, banjo, piano, staande bas en drums prachtig ruimte creëren voor de bedwelmende zang van Kinnard, een stem die veel weg heeft van Lucinda Williams. Zeven van de acht liedjes schreef zij zelf, eentje leende ze van de Carter Family, "Will the Circle Be Unbroken", waarin ze wel een zeer bijzonder sombere vertolking van deze traditional ten beste geeft. De overpeinzingen van Dawn zijn namelijk overgoten met een zeer origineel blues-gospel sausje die je een country-folk gevoel meegeven. Het album komt traag opgang met de opener "Blue Rain" met die bekende tekstsnede "the next train to Memphis", kennelijk ging ze toen al met de trein. In het weemoedige "Mexico" laat ene Tyne Repogle zijn banjo heerlijk de vrije loop. Muziek en stem smelten ineen in het enige up-tempo nummer op de plaat "Like I Said". We hebben weer een multi-instrumentalist ontdekt zijn naam is Mason Neely. Neely produceerde overigens dit album en in hem heeft Kinnard iemand gevonden die net even die extra drive geeft aan de melancholische Americana nummers "Wires In The Sky" en "Pictures". Het geheel zal behalve de puristen ook de alt.country-georiënteerde muziekliefhebbers aanspreken. Er kan van alles gaan gebeuren met de ruwe diamant Dawn Kinnard. Zal ze uitglijden over de traditionele Nashville-sound of ontwikkelt ze haar persoonlijke stijl verder, wellicht in de richting van Lucinda Williams zoals het slotnummer "Fire on the Back Door" lijkt te beloven? Laten we voorlopig genieten van deze liedjes over treinen naar Memphis, vluchten naar Mexico en meer van dit soort onbestemde verlangens. Soms komt er iemand langs die gevoelens in je wakker zingt waarvan je niet wist dat je ze had. Dawn Kinnard wordt een hele grote! En zo heel erg lang gaat dat niet meer duren ook…


 

KEVIN BOWE
& THE OKEMAH PROPHETS
ANGELS ON THE FREEWAY
(CROSSES ON THE ROAD)
Website : www.kevinbowe.com
Label : Corazong
www.corazong.com

Het is alweer drie jaar geleden dat het debuut album van Kevin Bowe & the Okemah Prophets,"Restoration", uitkwam op het independent label The Orchard. Bowe's strakke Roots-rock composities, in de trend van Steve Earle, The Replacements, en The Byrds gingen voor een groot deel aan ons land voorbij. Dit zal met "Angels On The Freeway" denk ik niet gauw gebeuren, daar ook het label Corazong besloot om hun debuut uit te brengen. De eigenzinnige Okeman Prophets, bestaande uit Andy Dee (lap steel), Marv Gohman (mandoline) John Haga (drums) klinken uitermate Amerikaans op dit album. Kevin Bowe en zijn profeten vermengen blues, folk en een hele hoop americana. Het klinkt best wel aardig en dit schijfje heeft alleszins een tijdloos karakter. Je wordt in de richting geduwd van weidse landschappen en verlaten snelwegen. Inderdaad, deze plaat klinkt als een soundtrack bij een bescheiden roadmovie die je kennis laat maken met wat er leeft in het landelijke zuiden van Amerika. De up-tempo opener "Sault Ste. Marie" blijkt zo een waarlijk gedroomde single, met een heerlijke mondharmonica. En wat ingetogener songs als "The Land Of Cain" of "Leaving To Stay" zouden de liefhebbers van pakweg een John Hiatt of het rustigere werk van The Replacements wel eens erg kunnen bevallen. Het samen met Shannon Curfman gepende "No Riders" is dan weer lekkere bluesy stuff en is de absolute uitschieter: jachtig, gedreven met een fantastische tweede stem. Het heerlijk swingende "Coulda Shoulda Woulda", met Peter Case geschreven voor diens album Flying Saucer Blues en "Soon Enough", dat Bowe pende samen met supertalent Gwil Owen, zijn gewoon perfecte roots rock liedjes. Kevin Bowe kan liedjes schrijven, zijn bijdragen hielpen albums van Kenny Wayne Shepherd en Jonny Lang hoge verkoopcijfers halen. "Leaving To Stay" was het prijsnummer op Langs cd "Wander This World". Bowe is dus een excellente songsmid, maar ook een begenadigde zanger op de koop toe. Met die lekkere rauwe hese stem van ‘m laveert hij hier voortdurend heen en weer tussen twangy roots pop en enigszins heftigere bluesescapades. Vakkundig gebruikte mondharmonica en slidegitaar maken van "Angels on the Freeway" een plaat die uitermate vertrouwd in de oren klinkt. Traditionele,alternatieve country zoals die altijd zal blijven bestaan. Warm aanbevolen!


 

WILL WEBB
NAME OF THE TRAIN
Website : www.willwebb.com
Label : Bonnie June Records
Info : Lorriebjr@aol.com

Ja, ik mag de enthousiaste, hardwerkende songwriters graag aanmoedigen! Hier is er weer een, Will Webb, die met zijn eerlijkheid, eenvoud en onmiskenbaar talent het verwende publiek in Nashville en omstreken voor zich won. Toch is het precies dat, dat we met zijn debuutalbum "Name Of The Train" voorgeschoteld krijgen: de eersteling van een man die zijn leven tot op heden grotendeels in het teken van het schrijven van poëzie en liedjes stelde. Deze plaat groeide in het bijzijn van Jeff Finlin achter de drums en gitarist Kenny Vaughn uit tot een erg fraaie plaat, waarop treinen als vanzelfsprekend een centrale thematische rol spelen. Hoewel Will zingt in de gedreven blues van openingsnummer "Gospel Train Blues" tot het akoestische folkdeuntje "Goodnight Annie Hall" helemaal aan het einde van het album slaagt de man erin ons steeds te verbazen. Will's voorbeelden blijken - uiteraard - John Prine en Guy Clark te zijn, hij doet mij af en toe, misschien ook door het accentje, heel sterk aan Bob Dylan denken. Will's stem is warm en soepel, met een hees randje, in Nashville houden ze ook wel van zo'n timbre met voorzichtige snik! De twaalf songs zijn meest traditionele countryballads met mooie melodietjes en teksten over het leven in Nashville met al z'n ups & downs. "Little Miss Born To Lose" is zo'n fraai country story song die hij samen met producer Wade Curtis schreef. Eén van de absolute highlights is het erg sixties aandoende "Ballad Of A Diamond Street Vendor". Het klassieke verhaal van een amoureuze botsing tussen arm en rijk. Zeer briljant is verder ook het ingetogen, bluesy aandoende "Drivin’ Willie", een heel sereen liedje over een ondertussen overleden medemens met een passie voor rijden met de wagen. Het rootsy huwelijksaanzoek "Bonnie June" geeft een mooie sfeertekening, zowel de banjo als het mondharmonica komen mooi tot uiting in dit nummer. Al bij al een plaat die je al van bij een eerste beluistering volledig overrompelt en die qua authenticiteit een vergelijking met ruim een halve eeuw oudere soortgenoten moeiteloos doorstaat. Prachtig !