MIKE BADER - DAVEE BRYAN - THE WAYBACK MACHINE - WILLIAM "MOJO" COLLINS - ROSAVELT - PAUL BRADY - RON BERRY - CYRIL LANCE - JEF CHANDLER - JIMMI MAYES - SUSAN COWSILL - BIG RAN FEURERS - FLOGGING MOLLY - COLIN HAY - DUSTY 45'S - THE CHRIS STAMEY EXPERIENCE - RAY O' HARA - SEAN COSTELLO - BYRON HILL - PRINCE RODRIGUEZ - HUBBER - GREG AUSTIN - BUDDY MILLER- SPENCER BOHREN - TIM GONZALEZ & FRIENDS - THE RAZORBACKS - RICK HALL & THE BLUES HEALERS - VARGAS BLUES BAND- TRICIA MITCHEL - MEMPHIS MIKE &THE LEGENDARY TREMBLERS BACK FROM THE DEAD THE MIKE GRAY BAND - HANIF - OSCAR JORDAN & THE MIGHTY SONS OF HERCULES - BRYAN STEEL - THE FEVERFEW - SIMPLY MOODY - JOHN PINAMONTI - MOJAVE ROAD - JOANNE REDDING - THE TENNESSEE TWIN - TUCSON SIMPSON - GRAHAM PERRY - KNUT BELL AND THE BLUE COLLARS - RECKLESS KELLY - CHRIS LATERZO - JOHN LESTER - JASON BUIE - RUSTY EVANS AND RING OF FIRE - THE JIMMY BOWSKILL BAND - MICHAEL JOHN & THE BOTTOM LINE - BURRELL - FROG HOLLER - DAVE ARCARI - RADIOTONES - HEATHER WATERS - LAURIE & JOHN - GRANT-LEE PHILLIPS - NATHAN HOLSCHER - CHRIS CHARLES - SISTERS MORALES - DOV HAMMER - FLETCHER HARRINGTON & TOPEKA - OTIS TAYLOR - CHRIS BUSKEY AND THE HIGH LONESOME PLAINS - STEWBOSS - ROMY KAYE - GINA VILLALOBOS - THE TAILDRAGGERS - TOM MANK & SERA JANE SMOLEN - TUNNEY REEVES - CELILO - JAMES COTTON - JERRY KING & THE RIVERTOWN RAMBLERS - JEM CROSSLAND & THE HYPERTONICS - NANCY MCCALLION - BILL SHEFFIELD - NANCY APPLE - STEPHANIE DAVIS - THE SWIFTYS - ATOMIC 7 - JUSTIN CURTIS - PAULINE REESE - SUE PALMER - BOB REA - THE BLUE VOODOO - DAVE GLEASON - BOB COLLUM - THE ROWDYMEN - GRAVEL ROAD - DAVE DESMELIK - ZENO TORNADO & THE BONEY GOOGLE BROTHERS - THE URBAN HILLBILLY QUARTET - CHRISTIANA PEREZ - SEAN NEEDHAM - ONION CREEK CRAWDADDIES - NINA GERBER - LEE QUICK - MATT THE ELECTRICIAN - BOB PYLE


 

MIKE BADER
CLEARCUT CASE OF THE BLUES
Website : www.mikebaderblues.com
Email : mbader@montana.com
Label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/mbader

Fans van onvervalste 'smokin' barroom blues' halen met dit album een juweeltje in huis. Dave Bader geboren in 1958 in Cedar Rapids, Iowa, liet zich inspireren door zegmaar 'Montana Blues'. Voor de opnames van dit album ging deze veteraan uit Montana namelijk terug naar zijn roots, Cedar Rapids. Het resultaat is dan ook verbluffend te noemen. Reeds bij aanvang "Power Shaft Blues" krijg je het gevoel van waar heb ik dit eerder gehoord. Juist ja want hij wordt bijgestaan door een team van veteranen. Een stevige beat op drums Mike"Butchie" O'Connell , de strakke baspartijen Dave Bader, Tom "T-Bone" Giblin op keyboards en gast Tom Bader op mondharmonica op sommige tracks begeleiden Dave op zijn rauwe en vlijmscherpe gitaar partijen. Zijn songs vertonen invloeden van R & B, jazz, en reggae waaraan hij steeds iets eigenzinnigs weet toe te voegen. In een interview met The Guide in Cedar Rapids, zegt Bader "A lot of the songs are first takes. I wanted to record a CD that's true to what people would get if they saw me play in a club. This is meat and potatoes blues music." In "Auf Wiedersehen Baby" komt Tom Bader voor het eerst op harmonica aanzetten, en valt Dave vocaal uitdrukkelijk op, een stem om van te genieten. Gast gitarist Craig Erickson weet een mooie slidepartij te versieren in "Don't Want to Know". Hoogtepunt is wel de titeltrack van het album "Clearcut Case of the Blues", het bijna negen minuten tellende nummer waarin Dave uitstekend uit de hoek komt, maar tevens ook T-Bone op keyboards dewelke geen onbekende is in de blueswereld. Hij toerde en deed opnamen met Lonnie Brooks gedurende dertien jaar, en speelde met andere bluesgrootheden zoals Mighty Joe Young en Albert Collins. Eerlijk gezegd mijn bewondering kan alleen maar groeien als blijkt dat Dave alle songs zelf geschreven heeft, dus van covers is geen sprake. Dat een hedendaagse blanke bluesman het ook aankan om onvervalste Juke Joint blues te brengen wist ik al langer. Met deze is nog maar ééns het bewijs afgeleverd. Ontdek Mike Bader en overtuig uzelf.


 

DAVEE BRYAN
IS ANYONE DRIVING THIS BUS ?
website: www.daveebryan.com
label : Bloated Dolphin
info : mrdavee@daveebryan.com
www.cdbaby.com/cd/daveebryan

Ik weet niet waar het aan ligt maar blijkbaar vallen de klasse cd's als tsoenamis bij de redactie van Rootstime neer. Alleen ze richten zoveel schade niet aan. Davee Bryan is de naam en de man is al bezig met muziekmaken sinds de jaren 80. Eerst een tijdje met Blues journeyman en B-3 virtuoos Deacon Jones om vervolgens met zijn eigen Davee Bryan band shows te verzorgen met ondermeer Tommy Castro en Coco Montoya. In de jaren '90 verhuisde Davee van San Francisco naar Texas en stond ondertussen geregeld met of als openingsact voor Jerry Jeff Walker, Marcia Ball, Lou Ann Burton, Dale Watson, Pinetop Perkins en Corey Harris op de buhne. In die periode bracht hij ook een lp uit maar die is niet meer leverbaar. Maar de gedachten aan de songs die hij voornamelijk in de jaren '80 en '90 schreef lieten hem niet los. Verscheidene van die songs stonden op de solo live bootleg "Ya Had Ta Be There". Jammer genoeg "out of print". Daarom deze "Is Anyone Driving This Bus". Het begint al onmiddelijk met een van de twee Bottleneck instrumentaaltjes die er op dit album staan. Slechts 1min.42 lang die "Storm Cloud" maar het bewijst dat Davee schitterend overweg kan met de 'electric, resophonic & bottleneck guitars'. "Let It Go" , " One last Compromise" en "Express Lane" zijn songs die John Hiatt graag zelf zou geschreven en gezongen hebben... maar ... ze zijn van Davee ! "Starz" is de favoriete ballad op live optredens (met een lekker accordionneke). "One last One Night Stand" schreef hij bij het overschouwen van Trish Murphy's self - titled cd. (kan ik wel inkomen ...) Track zeven "Take It On The Run" met dat Latin Jazzy soundje en een prachtige pianosolo doet hij mij denken aan Robert Palmer's "Can We Still Be Friends". Het titelnummer "Is Anyone Driving the Bus" is gewoon je ogen sluiten en je denkt dat John Hiatt en Sonny Landreth op het podium staan van BRBF Peer 2005. Maar nee het is revelatie Davee Bryan en je kan moeilijk zeggen dat hij het allemaal gepikt heeft want de meeste van zijn songs zijn al enkele decennia oud. Het country rockertje met dochter Bryan op backing vocals "Hold It In the Road" stamt zelfs uit 1978. Slechts een cover op dit album maar wel een hele mooie van " No Other Baby " ( Bishop / Watson ). Riley Osborne kan je horen schitteren op zijn keyboards in de sleper van jewelste "West Hartford Lady" en Davee laat er geen gras overgroeien: hij is een revelatie als singer/songwriter en gitarist. "It's Getting Late" is het directe antwoord op Tom Wait's song "Better Off Without A Wife" (met weer dat prachtig pianogetokkel en je zou zweren dat je Tom zelf bezig hoort). Dit is voor mij 45 minuten genieten van een nieuwe naam die samen met gabbers als Jack Saunders (electrische bas, baritone en electrische rhythm gitaren), Rick Richards op drums, Riley Osborne (keyboards), Rankin Peters (akoestische stand - up bas), Steve Allison (percussie), Patrick Brennan (Oberheim) en Mr. A. Huff (accordion) en Chad Smalley (backing vocals) een van de beste albums van 2005 gemaakt heeft. Ondertussen was de man ook bezig met een figurantenrol in een film en het schrijven van soundtracks. Mocht het mislukken met dit album (wat ik nauwelijks kan geloven) dan weet ondermeer John Hiatt waar hij songs voor zijn nieuw album kan halen. Klasse !


 

THE WAYBACK MACHINE
BARRIO JAM
website : www.waybackmachineband.com
label : Eigen Beheer
info : info@waybackmachineband.com
www.cdbaby.com/cd/wayback

Leuk digi - packje en op de foto een vijftiental mensen met nog meer instrumenten, wat heeft The Wayback Machine voor ons in petto ? Nieuwe naam dus, eventjes wat Googlen, en dan kom je uit op de prachtige website van deze uit Tucson Arizona afkomstige band. Met de vaste leden : Tom Woolley(vocals, akoestische gitaar en elektrische12 string gitaar, bas), Jim Lipson (vocals, harmonica,percussie), Beverly Seckinger, (lead & harmony vocals, akoestische gitaren, bas) en gaste Shanti Foster (harmony vocals, mandolin, violin) is dit groepje uitgegroeid tot een van de beste jam en coverbands in Amerika. Country, blues, old hippie rock, folk,latin, ska, funk, New Orleans, je kan het niet verzinnen of het moet nog uitgevonden worden : The Wayback Machine spelen alles. Dertien covers op dit album en het enige minpuntje aan dit album zou kunnen zijn dat je hun versie onmiddelijk met het originele gaat vergelijken. Een goede raad : niet doen ! Beluister de cd verschillende malen en je zult horen dat hun benadering van de songs meestal niet moet onderdoen voor het originele. Een bewijs dat ze van goede huize afkomstig zijn is het feit dat zij zich wagen aan "Mohammad's Radio" van Warren Zevon, "Late in the Evening" van Paul Simon, "Arms of Mexico" van Cathy Rivers, "Nullarbor" van Kacey Chambers,"Go Home Girl" van Arthur Alexander, de "Honky Tonk Moon" van Rosie Flores of de prachtige compositie van John Coinman (speelt mee op deze versie)/James Intveldt "I Came All the Way to Memphis" is niet iedereen gegeven. Mooi uitgekozen nummertjes en live moet dit een hele belevenis zijn, want je weet nooit wie er buiten de vaste groepsleden het podium opgestormd komt. Net als in de studio kan er versterking komen van pedal steel, fiddle, banjo, keyboards of sax. Maar ja , dat heb je ook nodig als je meer dan 130 songs op je repertoire hebt staan. "Barrio Jam" ranges from folk and folk-rock to country blues, honky-tonk and country rock, to the border rock sound of the southwest and the latino rhythms of the Buena Vista Social Club. (cd baby) Eventjes doen of je Arnold Rijpens originals niet kent en je kan zorgeloos genieten van dit fraai album van "The Wayback Machine". Zij genieten ondertussen van hun "Tammie" (Tucson Area Music Award) for best cover band . Congratulations van de redactie van Rootstime.


 

WILLIAM "MOJO" COLLINS
WORLD FULL OF STRANGE
website : www.mojocollins.com
label : JOMO Records
info : mojocollins@mindspring.com
www.cdbaby.com/cd/mojocollins3

Deze US AIR Force veteraan (geboren in 1944) kan een visitekaartje afgeven waar menig artiest een puntje aan kan zuigen. Want wie kan zeggen dat hij op het podium stond met Fleedwood Mac, Janis Joplin, Steve Miller, Santana, Ike & Tina, Muddy Waters en Stevie Ray Vaughn. Deze North Carolina Music legende schreef meer dan 300 verschillende songs, heeft een eigen record label, bracht drie singels, liefst achttien platen/cd's en een video op de markt. Chapeau ! Mojo Collins die over een fraaie snor beschikt kan je moeilijk in een vakje stoppen. Blues, rock, folk, pop, country zelfs gospel is de man niet vreemd. De man die zijn vader beschouwt als zijn grote leermeester heeft een aangename storytelling stem en bespeelt ondermeer gitaar, bas, slide gitaar, drums, keyboards, harmonica, percussie, mandolin. Verantwoordelijk voor de twaalf songs, produktie en alle instrumenten op dit schijfje krijgt deze singer/songwriter en uitstekend gitarist wel vocale ondersteunig van Kat Jackson. Mojo Collins die in zijn thuishaven overladen werd met allerlei Awards en andere muzikale onderscheidingen begon in 1966 met het uitbrengen van een singeltje en kan nu in 2005 terugkijken op een zeer rijk gevulde carrière. Met dit album laat hij ons werkelijk meegenieten van de diverse muziekstromingen die hij allen tot in de puntjes beheerst en op zijn eenvoudige rustige manier ten gehore brengt. Mojo Collins "Child of the Blues" brengt prachtige songs, is een klasse muzikant en zou de kleine tent van Moulin Blues Ospel (Nl) kunnen platspelen !


 

ROSAVELT
THE STORY OF GASOLINE
Website : www.rosavelt.com
Email : information@rosavelt.com
Management : NorthStar Entertainment
sheryl@bakernorthrop.com
Label : Gaff Music
www.gaffmusic.com

Enkele maanden terug was deze gitaarband Rosavelt samen met Tim Easton te gast in Belgie en Nederland voor een paar concerten. Daar ze zo'n goede indruk achter lieten ben ik even op zoek gegaan achter hun laatste album, dat ook op het laatst van vorig verscheen in een produktie van Don Dixon. Deze oudgediende weet keer op keer met zijn producties het authentieke geluid van een band in ere te houden, zijn bekendheid heeft hij dan ook in de jaren tachtig verworven met diverse gitaarrockbands als o.a. the Smithereens, R.E.M., ........het zijn er ook zovelen. Dus beste lezers hun derde album "The Story of Gasoline" is een stevige rockende plaat geworden, hetgeen ze tijdens hun optreden lieten horen : simpel maar doeltreffend rocken. Rosavelt is een jonge band uit Cleveland, Ohio en levert met dit gitaaralbum een waardige opvolger na "Carp and Bones" uit 1997 en "Transistor Blues" uit 1999. De plaat draait lekker weg en wordt met iedere draaibeurt beter. Al spoedig komt het songschrijvertalent van Christopher Allen naar voren. Allen weet de gevoelige snaar te raken met zijn melancholieke stem en zijn prachtige composities die een zeer hoog niveau halen. Maar ook Jesse Brysons puntige gitaarsolo’s brengen de nodige accenten aan. De band raakt steeds ingespeelder en gaat het experiment steeds minder uit de weg. Op "The Story of Gasoline" is voor het eerst sprake van, om toch maar een vergelijking te maken, nl.het klassieke Replacements-geluid: een muur van gitaren op een lome basis die hier dan wordt gedragen door Christopher Allen lichthese vocalen. In "The Story of Gasoline" zorgen de harmonies voor een warm randje en nummers als "The Last Heartache" en "A Little Bit Of Trouble" mogen best alle dagen op de radio te horen zijn . Aanrader !


 

PAUL BRADY
THE PAUL BRADY SONGBOOK
Website : www.paulbrady.com
Label : Compass Records
www.compassrecords.com
info@compassrecords.com



De Ierse Paul Brady is sinds midden jaren zestig aktief. Eerst in soul- en rockbands en daarna vervulde hij belangrijke rollen in zowel de legendarische folkband the Johnstons. In 1974 stapte hij over voor een kortstondig verblijf in de groep Planxty. In 1976 maakte hij een schitterende lp met Andy Irvine en in 1978 bracht hij zijn laatste folkalbum uit, het mooie "Welcome Here Kind Stranger". Na zijn vertrek uit Planxty begon hij een solo-carrière, als singer-songwriter met popgetint materiaal, een carrière die nog steeds voortduurt. Het eerste resultaat was "Hard Station" uit 1983, een album met een paar goede songs. Daarna volgden een stuk of elf albums met mainstream pop.Veel artiesten, onder wie Joe Cocker, Bonnie Raitt en Mary Black, namen songs van hem op, waarmee zijn naam als songschrijver werd gevestigd. In 2002 benaderde de Ierse televisiemaatschappij RTE, Brady voor een documentaire over zijn leven en werk. Het zou een serie van zes programma's worden en "The Paul Brady Songbook"(2002) is een verzameling van de hoogtepunten, zijnde twaalf live songs, die veel weg hebben van het werk van Chris de Burgh. Het album werd opgenomen in een landhuis, dat speciaal werd omgetoverd tot studio en waar enkele speciale gasten, zoals Mary Black, Curtis Stigers en Lesley Dowdall (bekend van In Tua Nua) hem kwamen helpen om van de toch al bovengemiddelde nummers iets onvergetelijks te maken. De nummers werden live opgenomen en het resultaat is een schitterend album met een geweldige zanger, een album dat tevens een eerbetoon is aan deze levende legende.


 

RON BERRY
I WANT YOU
( Recordings From 1957 to 2003 )
website : www.cdbaby.com
label : NBT Records
info : nbtoys@verizon.net
Ber7rona@aol.com ( bookings )
www.cdbaby.com/cd/ronberry

"Vintage rock & roll rock-a-billy and country rock and 50's ballads." (CD Baby) Enkele jaren geleden bracht ik eens bezoekje aan "het" Rockabilly weekend in Hemsby en was verbaasd over hoe sommigen meestal minder bekende rock & roll artiesten van gezegende leeftijd nog vitaal uit de hoek konden komen.Ik ga er vanuit dat Ron Berry geboren op 12/10/1939 en nog steeds actief in het wereldje met zijn Rock Creek Band tot die categorie behoort. Dit album geeft ons een overzicht van zijn rijk gevulde carriere. Hij behoort tot dezelfde generatie van de meer bekendere rock & roll , country artiesten als Jerry Lee Lewis, Roy Orbison, Elvis en Hank Williams. In 1957 dook hij voor het eerst de studio in en deze songs (om : "I Want You" , "My Only Love") kan je terugvinden op dit verleden jaar verschenen album . In de jaren zestig verschenen van Ron Berry opnamen op verschillende kleine labels (Pixie, Wildwood, Ken - H Records). Natuurlijk niet te vergelijken met de huidige mogelijkheden op technisch en muzikaal gebied, af en toe klinkt het of de opnames in een kelder of onder water zijn opgenomen, maar wat mij het meeste opvalt is dat Ron Berry's stem naarmate hij ouder werd veel meer bij rock & roll aanleunt dan in de jaren '50. Songs als "Time Was A Book" (1991), "Your Rag Doll" (1999), "Sweet Sweet Lies" (2000) en de recente opnamen van het jaar 2003 kunnen op het repertoire staan van Sonny Burgess & Dave Alvin van The Blasters (cd Tennessee Border). De man swingt en rockt nu hij bijna met een been in het graf staat (grapje) meer dan in zijn beschaafde softy rock en roll songs en country ballads van de jaren 50 en 60. Voor de liefhebbers een must, je krijgt 55 minuten luisterplezier (20 tracks en twee bonustracks waaronder een schitterende versie van "Just Remember Me ... I Love You" (met het gepikt begin van Elvis "One Night With You"). Zullen wij zeker doen Ron.


 

CYRIL LANCE
LIVE FROM THE OUTKIRTS
Website : www.dogtalkmusic.com
booking :booking@dogtalkmusic.com
email :Cyril@dogtalkmusic.com
Label : Dog Talk Music


"Stranger in My House" (2002) was het eerste soloproject van Mel Melton & the wicked Mojo's gitarist Cyril Lance en was meteen één van de betere bluesplaten van dat jaar. Zoals op zijn debuut neemt hij op zijn nieuwe album "Live from the Outskirts" hier ook alle gitaarpartijen (elektische, akoestische en lap steel) voor zijn rekening. Voor de zang heeft hij zijn goede vriend Johnny Neel (piano en B3), u allen bekend van The Allman Brothers, Gov't Mule, Grease Factor en Warren Haynes, en die kwijt zich uitstekend van z'n taak. Plaats daarachter een pompende Hammond en een degelijke ritmesectie met o.a. Kelly Pace (drums), Chris Carroll (bass), Matt Jenson (B3) en Dave McCracken (B3) en de Southern groove druipt van het plaatje af. Van stevige gitaarblues over soulgetinte R&B, country en Delta blues, tot jazzy swingende New Orleans music. Slechts zes songs, maar vier nummers hebben reeds een tijdsduur van tien minuten en meer. Bij het beluisteren moest ik dadelijk aan die grote live albums denken van de 60's en 70's, zoals the Allman Brother's 'live in Filmore East', Little Feat's 'Waiting for Columbus' of Jimi Hendrix's 'Live in Monterey'. De opnames gebeurde in drie nachten in drie verschillende steden, maar die heerlijke Delta blues is weer terug te vinden in zijn eigen nummers als in de covers. De opener "I Want the Real Thing" is een rocker in de stijl van Little Feat/Sonny Landreth, het elf minuten durende "I Went Down" is dan meer soulvol met de krachtige stem van Johnny Neel en Lance's gitaarwerk hetgeen terug doet denken aan de glorieperiode van Hendrix of Clapton's Cream. Dit herhaald zich terug in "Blues Ain't Nothing", Neel zingt hier een prachtige intro, waarna Lance en band echt hun instrumentale krachten tonen. Om af te sluiten krijgen we een mooie bewerking van Willie Dixon's "Same Thing" en John Scofield's funky "Chank". Kortweg : Cyril Lance is de 'Missing Link' tussen Johnny Winter en The Allman Brothers. Voor de fans van Little Feat en .... Just Rock My Blues


 

JEF CHANDLER

EVERYTHING GOOD IS
ON THE HIGHWAY
TALKING OUT THE FIRE
Website :www.jefshandler.com
Email :Justonef@aol.com
Label : 1 F Records
http://www.cdbaby.com/cd/jef
http://www.cdbaby.com/cd/jef2

Singer-songwriter Jef Chandler grijpt met zijn tweede album "Everything Good is on the Highway" terug naar zijn debuutalbum "Talking Out the Fire" (1999), beiden uitgebracht op Chandler's eigen label, 1F Records. Op dit nieuwe album neemt hij meteen terug de draad op sinds zijn debuut, hij nam wel duidelijk de tijd om tussen 2000 en 2004, opnames te doen voor zijn nieuwe album. Gesteund door gitarist Charles Hedgepath, bassist Mark Dye en percussionist Jeff Holland (the Work), gitarist Matt Morgan (the Lackies, the Black Lungs) en vele anderen toont deze troubadour die al vele jaren in Greenville, South Carolina woont, een duidelijke krent in de pap van hedendaagse singer/songwriters is. Jef Chandler stond al langer bekend als een uitstekend liedjesschrijver hetgeen hij weet te verhalen in zijn songs die u gerust kan omschrijven als een elektrische mix van Americana, Pop, Rock, en roots muziek gaande van country tot funky rock. Dit succes lijkt hem zelf nu ook ten deel te vallen, want het heerlijk in het gehoor liggende openingsnummer "Empire Of Idle Thoughts" doet ons meteen aan Tom Petty denken. De instrumentale jam "Open Door" heeft dan weer weg van the Allman Brothers. De gitaarhelden Matt Morgan en John Atkins weten samen het Bo-Diddlyachtige "Smashed Penny Earrings" naar een hoger niveau te brengen door een jam te vertolken vol van blues en rock. "Turn" is dan weer een meer pop gericht nummer, dat stopt met een prachtige solo van Atkins in de stijl van Mark Knopler. Zeker een fraaie start met deze meer rock georiënteerde muziek maar tevens zijn volgende pakkende liedjes zijn fraai uitgearrangeerd. Het zijn beschrijvingen van het leven van alledag; hij schildert het desolate landschap van de zuidelijke Amerikaanse staten vanuit zijn persoonlijke belevingswereld. Zoals in "Roll Me Over" met het mooie pedal steel gitaarwerk van Mike Bagwell, zingt Chandler "We had a double wide and an acre/I had a baby on my knee/Babe, you walked around in curlers/I was watching Boss Hog on TV." Het is zeker een vrolijke plaat, en met een zeer warme stem gezongen. Hij schreef het merendeel van de liedjes zelf of met anderen, waaronder ook de laatste vijf akoestische songs, beginnende met de bluegrassachtige titeltrack waar nu Mike Bagwell's dobro en Charles Hedgepath's mandolin de bovenhand halen, hetgeen laat denken aan het duel van onze gitaristen, vroeger in het album. De ballade "Jordan" is zeer spiritueel geschreven en gaat over Moses die zijn volk ziet komen naar het beloofde land. Opvallend in dit nieuwe album "Everything Good is on the Highway", is het relaxte, spontane geluid: er was dan ook ruim vier jaar gewerkt aan deze verzameling liedjes. Deze plaat heeft een zeer hoog niveau Americana, wat aangeeft dat we nog veel plezier aan Jef Chandler kunnen gaan beleven.


 

JIMMI MAYES
MESSIN ' WITH THE KID
website : www.cdbaby.com
label : Depo Records
www.cdbaby.com/cd/jimmimayes

Chicago blues van deze veteraan die al sinds mensenheugenis actief is in het blueswereldje. 'What Jimi Hendrix was to guitar, Little Walter was to the amplified harmonica. What Marvin Gaye was to Motown, James Brown was to Funk. What Jimmi Mayes was to them all was a trusted collaborator and musical thinker' (cd baby). De man die zijn carrière begon als drummer bij Joe Dee & The Starliters was in die dagen in het gezelschap van niemand minder dan Jimmy Hendrix die ook deel uitmaakte van dit groepje. De man was ook betrokken bij de eerste opnames van Jimmy en latere produkties van ondermeer Marvin Gaye, James Brown, the Shirelles, Jimmy Reed, Elmore James en Martha Reeves. Met dit album komt Jimmi Mayes weer eventjes in de belangstelling. Het is een compilatie geworden van oudere en nieuwe songs en opnames met McKinley Mitchell . De songs "All Of A Sudden" en "I Need To See You" zijn tevens de laatste recordings van M. Mitchell. (de man overleed op 18/1/1986). Het openingsnummer en titelsong van dit album is de Mel London klassieker en Tommy Hunt schreef speciaal "Love Trap" voor Jimmi. Met The Double J Band en backingvocals van Jimmi's girls kan Jimmi Hayes nog ergens verbergen dat hij eigenlijk maar een beperkt zanger is. Real Chicago blues krijg je met het instrumentaaltje "Pluckin'" (Sam Taylor). De songs "Open the Door To you Heart","Something About you" en "Substitute for you" (een soort Philly disco sound) passen beter bij Jimmy Mayes stembereik en geven iets meer funk en soul aan dit album. Het zijn eigenlijk de opnamen met Mc Kinley Mitchell die dit album op een iets hoger niveau tillen. Niks bijzonders maar ja de man zal zijn verdienste wel hebben zeker.


 

SUSAN COWSILL
JUST BELIEVE IT
Website : www.cowsill.com
Email : cowsillfan@aol.com
Label : Blue Rose Records
www.bluerose-records.com
Distr: Sonic RendezVous
info : www.sonic.nl

Als achtjarige zat Susan Cowsill bij Johnny Cash en Dean Martin op schoot en ze speelde als lid van de muzikale familie The Cowsills tamboerijn. Al jaren wilde Susan Cowsill, het laatste decennium vooral bekend als de zangeres van The Coninental Drifters, een eigen plaat maken. Met "Just Believe It" maakt ze nu als 44-jarige haar solodebuut. Daarmee eist ze meteen een plaatsje op in de subtop van de singer-songwriters met flink wat uitstapjes in de richting van rootsrock waarvan de meeste songs diepgeworteld zitten in de Amerikaanse traditie van countrymuziek, maar er waait bovenal een frisse popwind door dit album, mede dankzij de gastbijdragen van Adam Duritz (Counting Crows) en enkele oudgedienden van Cowsills vorige band, waaronder Vicki Peterson van The Bangles en echtgenoot Russ Broussard (drums, percussie, gitaar en zang), maar tevens ook enkele gasten waarvan de meest in het oog springende gaste, Lucinda Williams is. "It’s all about me, me, me. I’m a big girld now and ready to rock!" zegt ze zelf, en dat is te horen. Niet dat "Just Believe It" een snoeiharde plaat geworden is, maar de gedrevenheid klinkt in elk nummer door, of dat nu een rustige pianoballad is of een up-tempo rootsrocker. Behalve de rustige rockballade, Sandy Denny’s klassieker, "Who Knows Where the Times Goes?", zijn alle liedjes door Susan Cowsill geschreven. Zij maakt een warme, maar lekker opgeruimde indruk met overwegend vlotte en harmonieuze nummers waarvan de "Nanny’s Song", met wat vocale bijstand van Lucinda Williams, het duet met Adam Duritz in "Palm of My Hand" of zelfs het bijtende "Talkin'" tot de uitschieters behoren. "Just Believe It" is gewoonweg een sterk debuut !


 

BIG RAN FEURERS
BEAR CREEK BLUES
website : www.bigranfeurers.com
label : Eigen Beheer
info : www.cdbaby.com/cd/bigran2

Jongens, jongens, wat gooit Freddy (onze chef) hier binnen. Zo iets miserabels heb ik in jaren niet meer gehoord. De kwaliteit van dit cdtje is huilen met de pet op. Ofwel heeft deze brave man iets aan zijn stembanden, of deze opnames zijn ergens in Israel in een schuilkelder gemaakt of wel in een aquarium. En dan zou ik stante pede Gaia bellen want dit kan je zelfs geen vis laten aanhoren. Rhythm & blues met humoristische songteksten volgens de presskit. 'It will rock you to your soul with Rockin' blues Rhythms and crying blues guitar licks!' Ja watte, 'this cd make you want to dance, CRY !!!! and laugh at the same time'.Ik weet niet of er een vereniging, commissie, ministeriele werkgroep, intercommunale en wat hebben wij nog allemaal in Belgie bestaat die zulke cd's kan verbieden maar anders wordt het hoog tijd. De man vraagt op zijn website nieuwe muzikanten, een zanger om zijn groep te vervolledigen.....het zal nodig zijn. 12 songs (???) en de man bedankt bijna de halve wereld dat hij dit heeft mogen opnemen. Ik vraag mij af wie hier achter de knoppen gestaan, gezeten, gelegen of geslapen heeft. God have mercy...


 


FLOGGING MOLLY
WITHIN A MILE OF HOME
website : www.floggingmolly.com
label : Side One Dummy Records
info : floggingmolly@villamartists.com
tobbelorentz@theagencygroup.com


Everybody F ****ng Dance ? De gevleugelde uitspraak van frontman, leadsinger & songwriter Dave King is ondertussen wereldberoemd geworden. Ook in ons eigen landje zijn Flogging Molly geen onbekenden meer. Met optredens op Pukkelrock en Groezrock lieten deze Pogues - meet - Punk een onvergetelijke indruk. Keltische rock gespeeld door Amerikanen en heel veel Ierse invloeden. Want Dave King de bezieler van dit ambiancegroepje versleet zijn jeugd in Ierland tussen de traditionele instrumenten (mandoline, fiddle, tin whistle, piano, accordion ) en meestal in de een of andere kroeg met de nodige hectoliters Guinness. In 1989 verhuisde hij naar Los Angeles en met toevoeging van drums en gitaren kreeg zijn sound een iets meer punkgehalte. In 2000 lieten zij de cd "Swagger" op de wereld los. In 2002 kwam de opvolger "Drunken Lullabies" Met "Within A Mile Of Home" wijken zij geen inch van hun vertrouwde route af. Volle gas en volle petrol. Dave King houdt van tradities, niet alleen in zijn songs worden historische Ierse feiten, gebeurtenissen vermeld ook de hedendaagse politieke leiders en toestanden in Amerika krijgen een serieuze veeg uit de pan. Nog meer traditie : de man heeft nog steeds geen pc en schrijft nog op een typemachine van 1916. Een van de hoogtepunten van dit party, dancing en beerdrinking album is het een van de weinige rustpuntjes,nl de song "Factory girls". En een van die factory girls is niemand minder dan Lucinda Williams. Met haar vocale bijdrage en het accordionneke van Matt Hensley, de fiddle en tin whistle van Bridget Rean krijgt dit album een extraatje. Vijftien songs geborduurd op het zelfde stramien en in de lijn van the Pogues, Dropkick Murphys, the Levellers en Whiskey Priests (beide laatste groepen op speed dan). De cd wordt opgedragen aan J.Cash en Joe Strummer (R.I.P.) Ik denk dat deze Flogging Molly niet mag ontbreken op alternatieve geitenwollensokken parties, zuippartijen en ambiancefestivals . GOOD GOLLY MISS MOLLY. Deze zeven koppige band uit Los Angeles laat er geen gras overgroeien : Celtic-influenced, high-spirited, soul-driven rock 'n' roll. “C’mon ‘ya bastards!” Grab a Guinness, and get ready for Flogging Molly. !!! Ondermeer op Groezrock 30/4/05 en Paaspop 26 en 27 maart 2005.


 

COLIN HAY
MAN @ WORK
Website : www.colinhay.com
Label : Lazy Eye Records
Label : Compass Records
www.compassrecords.com
info@compassrecords.com

Op zijn 14e verhuist Colin Hay met zijn ouders van Schotland naar Australië. Hij begint daar een duo met Ron Strykert, die elkaar kenden van een muziekwinkel. Gezelligheid is troef bij de heren en al snel is er een volwaardige band! Men at Work ! Eind jaren ’70 traden ze vooral op in cafés en bars in Melbourne. Na verloop van een paar jaar zijn ze de best betaalde band zonder platencontract in Australië. Ze wagen de oversteek naar Amerika en tekenen een contract bij Columbia en hun eerste single "Who Can It Be Now" wordt meteen een wereldhit en hun debuutalbum platina. Daar namen ze onder andere "Down Under" op, een nummer dat over de eigenaardigheden gaat van geëmigreerde Australiërs die weer teruggaan naar hun geboorteland. Maar dat viel de meeste mensen niet eens op, want voor niet-Australiërs was het nummer nauwelijks te verstaan. Hoe dan ook, het werd een wereldhit. Men at Work kon maar kort genieten van het succes, want met het tweede album "Cargo" uit 1983 ging het meteen al heel wat minder dan met de eerste plaat. Toen het derde album, uit 1985, meteen weer in de uitverkoopbakken terechtkwam hield de band het voor gezien. Hun optredens en ook hun teksten zit vol met de zo gekende Aussie Humor. In 1985 besloten de heren de band op te heffen maar in elke kroeg in Australië wordt "Down Under" nog steeds keihard en uit volle borst mee gezongen. Colin Hay is tegenwoordig een redelijk succesvol zanger in Australië, maar z’n eerste internationale hit sinds "Down Under" moet hij nog scoren. Als frontman van Men at Work bracht hij drie albums uit in zes jaar. Uit zijn twee eerste platen "Business as Usual" en "Cargo" leverden hits die maanden lang in de Top Ten hits vertoefden, zoals o.a. "Who Can It Be", "Down Under", "Overkill" en "It's a Mistake". Sinds 1987 heeft Colin acht soloalbums op de markt en op zijn laatste album "Man @Work" vinden we enkele onuitgegeven nummers naast herwerkte akoestische opnames uit zijn glorie periode. Over die remakes zegt Colin: "These songs are now in their original format. They were really acoustic songs that we built up with Men at Work. It's just presenting them like they were before they were famous." En oh ja, wat een 'Vegemite sandwich' is, waarover de mannen zingen in "Down Under"? Vegemite is een typisch Australisch product dat je op je brood smeert. Het schijnt niet echt lekker te zijn, maar de Australiërs smullen er van…


 

DUSTY 45 ' S
DEVIL TAKES HIS TURN
website : www.dusty45s.com
label : Roslyn Recordings
info & bookings :
julianne@alphafemale.net
dusty45s@dusty45s.com

Na de schitterende aanvang van het gezegende jaar 2005 met albums van Heather Waters, Glenna Bell, Davee Bryan en Ryan O ' Hara krijgen wij nu nog meer van dat fraais. Met veel verwachting uitgekeken naar "Devil Takes His Turn" van de Dusty 45'S, het groepje rond Billy Joe Huels frontman, zanger, gitarist en trompetist van deze band uit Seattle. Het met trompetgeschal en met een leuk pianoriedeltje (van Micah Hulscher) voorziene titelsong brengt er onmiddelijk de sfeer in. "New Romance" (die up right bass van Kevin Scott !!) en "All Tied Up" zijn nog voorbeelden van lekkere rockabilly van het soort waar wij wel pap van lusten. De song "St. James Infirmary" doet mij denken aan klassiekers als "Hoochie Coochie Man" en "Summertime" en de serieuze oprispingen die ik er van kreeg met de Las Vegas podium toestanden die zich ooit afspeelden op BRBF Peer (gelukkig is dit met Wim Vermeyen verleden tijd). Neen dan liever een leuk intermezzo met "Play the Game" of het instrumentale "Vino" dat mij meer doet denken aan Spaanse vakantieliefde's, stierengevechten en leuke terrasjes. Maar een band die sinds 1998 de rockabilly, jump blues hoog in het vaandel draagt kunnen hun roots niet verloochenen en daarom het swingende rockende "My Heart Bleeds". "Why Darlin Why" is een ultieme noodkreet dat in een jazzy jasje gestoken wordt. Een beetje surf mocht natuurlijk ook niet ontbreken op dit album en met de tompet van Billy Joe Huels erbij wekt "Blistering Sky" weer de vakantie gevoelens op. De rockende, swingende met gospel invloeden cover van Lieber/Stoller's "Saved" sluit deze gevarieerde tweede full time cd van de Dusty 45'S op schitterende wijze af. Overige leden van de band : Mark Pickerel op drums en Jerry Battista , lead gitaar & mandolin en vocals. Discography : EP Dusty 45's (1998), Dusty 45's Collector's Edition CD-ROM (1998), Shackin' Up! (1999 en first full cd ), Dusty 45's Live in the Leopard Lounge (2002).


 

THE CHRIS STAMEY EXPERIENCE
A QUESTION OF TEMPERATURE
Email : chris@chrisstamey.com
Label : Yep Roc Records
www.yeproc.com
Distr: Sonic RendezVous
info : www.sonic.nl

Begin jaren ’80 was hij lid van de legendarische jangle-popgroep the Sneakers en the dB’s, die destijds van grote invloed waren op R.E.M. "Travels in the South" was zijn vorige zoveelste come-back, waarmee Stamey waarschijnlijk weer geen miljoenenpubliek kon bereiken, alhoewel de recensies meestal vrijuit wel positief waren. Maar dat positieve gevoel krijg ik nu ook bij het beluisteren van Stamey's nieuwe album. Alweer dus een nieuw project waar hij mee uitpakt : "A Question Of Temperature" (Yep Roc). Dit album zal op 25 Jan. verschijnen en toch wil ik zeggen dat de plaat die ik de laatste dagen blijf draaien is the Chris Stamey Experience. Een betoverende plaat die je niet meer uit je speler krijgt als je hem eenmaal hebt gedraaid. De oprichter van dB's heeft het echt nog steeds helemaal in de vingers. Waarschijnlijk omdat hij al 12 jaar niks heeft opgenomen, buiten zijn album van vorig jaar, maar wel heel veel geproduceerd, verkeert hij op deze plaat in bloedvorm. (Hij was producer in zijn geboorteplaats Chapel Hill, North Carolina, werkend met o.a. Whiskeytown, Alejandro Escovedo, Yo La Tengo, Ben Folds en Thad Cockrell). En die bloedvorm wordt ondersteund door een indrukwekkende gastenlijst : Ira Kaplan, Georgia Hubley (Yo La Tengo), James McNew (Yo La Tengo), Tyson Rogers, Caitlin Cary (Whiskeytown), Gene Holder (dBs) en enkele leden van Chatham County Line. Ondanks al die countryartiesten in de orkestpit is het vlekkeloos geproduceerde "Travels in the South" in de eerste plaats goed gevuld met verfrissende en energieke powerpopdeuntjes met een behoorlijk hoog sixties-gehalte. Chris Stamey weet heel goed wat hij wil, stevige, intelligente, soepele popmuziek maken, noem het gewoonweg alternatieve rock. Op het eerste gehoor denk je dat je te maken hebt met een soort geoliede middle-of-the-road Americana, maar dan hoor je ineens jengelende gitaren, een bijzondere wending en wonderbaarlijk een dansend orgel, terwijl de muziek soepel doordendert. Als Stamey je aandacht dan goed te pakken heeft hoor je steeds meer, vleugjes McCartney en R.E.M in de vocalen, abrupte maar perfecte eindes, terwijl de start van het volgende nummer je weer volledig op het verkeerde been zet. En dat alles wordt met groot zelfvertrouwen en met grote overtuigingskracht neergezet met een volledig op stoom staande band die perfect op elkaar ingespeeld is, zonder dat het resultaat te gladjes wordt. Robuust en toch subtiel en geraffineerd. Perfect gespeeld, perfect gezongen, en toch spannend want voor de liefhebber van pakkende gitaarliedjes en klassieke pop songs met verrassende wendingen, daarvoor is "Travels in the South" een aanrader. The Chris Stamey Experience is voornamelijk een liedjesplaat, waarin de dertien tracks en het bonus nummer "V.O.T.E PSA" beter tot hun recht komen als ze afzonderlijk worden afgespeeld. Het is slechts een luistertip, want Chris Stamey weet verder precies hoe een liedje moet klinken.


 

RAY O' HARA
45 SOUTH
website : www.rayohara.com
label : Handsome Bob Records
info : ray@rayohara.com
www.cdbaby.com

Met Ray O' Hara verscheen een nieuwe naam aan de horizon en ondanks de man reeds een tijdje actief was met zijn band The Orange Hunters, en met hen drie cd's op de markt bracht, denk ik dat hij met dit solodebuut de grote doorbraak kan verwezenlijken. Met zijn mix van folk, rock, Americana, roots, bluegrass en country en het feit dat de man ontzettend goed naar Neil Young geluistert heeft zet hij met "45 South" een sterke prestatie neer. Ray was van plan een puur akoustisch album op te nemen maar naarmate de opnames meer tijd in beslag namen kwamen niet alleen meer instumenten aan bod maar kreeg hij bereidwillige hulp van onder meer Trish Murphy en Jimmy Lafave (jongen, laat nog eens wat van je horen), Michael Ramos (John Mellencamp), accordion, Rick Mc Rae , fiddle (prachtig op de song "We Belong"), Mike Hardwick, dobro & lapsteel (en bekend van zijn werk bij Elyza Gilkyson), Louis Meyers (the Bluegrass Nibblers) banjo, en de gabbers van Jimmy Lafave : Larry Wilson elektrishe gitaar), Wil Landin (bas), Wally Doggett (drums), Stewart Cohran (orgel). Het is een verdomd fraai album geworden dat hier en daar wat ruikt naar de harmonica van Neil Young ("Hole in My Pocket") en een gepikte Stones intro ("Talk Tough") maar ijzersterk begint met het Americana soundje van het titelnummer "45 South" en met songs als "We Belong" ,"Honk If you're Jesus" (met dat leuk accordionneke) en "We Belong (in a little country song)" alleen maar bevestigt dat er in de toekomst rekening moet gehouden worden met Ray O' Hara. Zo zijn er het wondermooie "On My Mind " (met alleen vocals van Ray en Stewart Cohran op piano), "Gettin' On" en "Easy" met vocale ondersteuning van Rachel Loy en lap steel van Mike Hardwick. Zelfs zijn ex maatje van the Orange Hunters, Pat Cordell komt eventjes langs om samen met Ray van "Still Looking" een klein meesterwerkje te maken. Prachtige songs die het volledig gamma van de betere Americana storytelling (love, hope and despair) weerspiegelen. Afgesloten wordt er met een humoristisch knipoogje, "Your Mom's Tattoo" met een leuke fiddle en een fluitende Ray O' Hara. All songs written of co written by deze uit Chicago afkomstige maar momenteel in Austin verblijvende nieuwe hoop in het rootstime wereldje.


 

SEAN COSTELLO
Website : www.seancostello.com
Email :gtrvx@yahoo.com
Label : Artemis / Tone Cool
www.tonecool.com
www.artemisrecords.com
www.rykodisc.co.uk

Sean Costello is op zeer jonge leeftijd al begonnen met het beoefenen van de muziek. Op elfjarige leeftijd speelde hij alles al na van o.a. Jimi Hendrix, Led Zeppelin en Stevie Ray Vaughan maar het was de rauwe blues van Howlin’ Wolf die zijn leven veranderde. Op 14 jarige leeftijd won hij het prestigieuze Blues Talent Contest op Beale Street in Memphis, het Walhalla voor de bluesmuzikant. Tijdens de International Blues Competion maakte hij kennis met Susan Tedeschi. Met haar en onder haar naam nam hij de CD "Just won't burn" op, welke genomineerd werd voor een Grammy Award. Met de afwisseling van obscure ‘traditionals’ en zijn eigen krachtige songs, weet Sean Costello al enige jaren de aandacht op zich te vestigen. Thuis in de Verenigde Staten wordt de jonge Costello zelfs onthaald als leider van de ‘new blues revolution’. Zijn ongrijpbare gitaarspel en de kenmerkende stem blaast nieuw leven in de tradities van de Chicago blues en de Southern rhythm & blues. Hoewel Costello nu al jaren meedraait in de scène, alom erkend wordt als één van de beste gitaristen uit de huidige lichting en al drie albums o.a. "Call The Cops" (96), "Cuttin’ In" (00), "Moanin’ For Molasses" (01) op zijn CV heeft staan, is de man nog altijd maar een midden twintiger. De uit Philadelphia afkomstige zanger/gitarist heeft voor zijn vierde album zijn trouwe Landslide Records label verlaten en heeft nu zijn onderkomen gevonden bij Tone Cool en dat heeft meteen ook zijn gevolgen, want dit zelfgetiteld album is ijzersterk ! Sean weet zonder twijfel nog steeds te boeien op zijn Gibson Les Paul. Songs zoals de covers van Al Green, Johnny Taylor, Johnny "Guitar" Watson en Bob Dylan’s soulvolle "Simple Twist of Fate" zijn hem op het lijf geschreven, maar zijn zeven zelfgepende songs waaronder de single "No Half Steppin" moeten zeker niet onderdoen. Sean Costello heeft de zelfde band als begeleiding , die voor hem een grote ruggesteun was tijdens de vele concerten van de laatste jaren, maar tevens wordt hij gesteund met opmerkelijke gasten zoals o.a. Levon Helm, Willie Weeks, Steve Jordan, the Conan O’Brien Horn Section en Ollabelle. Hoewel hij één van de beste jonge bluesgitaristen is, laat Sean zijn gitaarkunsten nooit domineren boven zijn songs en hun soulvolle arrangementen. Zoals ook in zijn vorige albums zijn het voornamelijk blues, R&B en jazz-invloeden die zijn songs zo geweldig maken. Deze vierëntwintigjarige jongeman heeft reeds heel wat bewezen in de hedendaagse bluescultuur. Persoonlijk vind ik Costello een waar talent op gitaar, maar op zijn vorige albums kon hij mij vocaal niet zo erg boeien. Nu moet ik mijn mening wel herzien want met zijn nieuwe album brengt hij bluessongs van een heel hoog niveau en ben ik zeker dat de definitieve doorbraak voor de deur staat.


 

BYRON HILL
RAMBLINGS
website : www.byronhillmusic.com
label : BHP recordings
BHPRecordings@aol.com
info :bhmusicinfo@aol.com
www.cdbaby.com/cd/byronhill2

Meer dan 500 songs die door andere artiesten op plaat of cd werden gezet, 61 gouden en platina Awards, acht ASCAP Awards, vijf nummer één singels in de USA en Canada, voilà het visitekaartje van Byron Hill. Bovendien is Byron Vice-President of the Nashville Songwriters Association (NSAI). De man zal wel stinkend rijk geworden zijn van zijn broodschrijven maar dat belet hem niet om af en toe zelf iets uit te brengen. In 1999 was dat met het album "Gravity ...and other things that keep you down to Earth". De man kan niet alleen prachtige songs schrijven maar beschikt zelf over een aangename stem en met zo een palmares is het niet zo moeilijk om top muzikanten in de studio te krijgen. Met "Ramblings" brengt Byron Hill een album op de markt dat bol staat van potentiele top 10 noteringen. Met de deskundige hulp van om : Glen Duncan (mandolin,fiddle,banjo), Mike Johnson (dobro), Dave Pomeroy (upright acoustic bass), maar vooral de schitterende arrangementen met veel akoustisch gitaar getokkel maken van dit album een topper. Kan je van iemand die zijn hele leven al met muziek bezig is anders verwachten ? Pure Nashville country maar niet van dat mainstream gezeik. Ik denk dat Don Williams de benen onder zijn gat uitloopt om songs als "First Fool in Line" (een pareltje!) en "Like a Country song" op te kunnen nemen. Maar Byron durft ook verder te gaan dan het klassieke country gedoe want "The Only Thing Wrong" zou ideaal zijn voor de nieuwe cd van Lyle Lovett. Voor "Life will Kill you" met dat harmonicaatje van Jelly Roll johnson zal het aanschuiven zijn ten huize familie Bryson. De man geeft het zelf aan met zijn song "Traditions", er wordt niet geraakt aan de traditionele waarden en thema's van de klassieke country songs. Het mooiste voorbeeld is de song about heaven and hell "Truckstops, Honky-Honks and Cheap Hotels". Geen alt.country, Americana, roots/rock maar een zeer degelijk country album. Klasse !


 

PRINCE RODRIGUEZ
BALLAD OF PEDRO NIX
website : www.princerodriguez.com
label : Reload Record Company
info : www.reloadrecordcompany.com

Jeff Prince en Philip Rodriguez hebben er meer dan drie jaren overgedaan om dit album op te nemen. Het is dan ook een prachtig album geworden dat veel meer inhoud heeft dan de gebruikelijke twaalf songs die willekeurige thema's aansnijden. Neen, beide Texana artiesten hebben een heuse soundtrack neergeschreven. Een verhaal dat zich voornamelijk afspeelt in het grensgebied van Mexico en de levensloop schetst van Billy Nix die trouwde met de vijftienjarige Consuela en de kost verdiende met het telen van groenten. Tot zover niets speciaals aan de hand, maar met de geboorte van hun zoon Pedro en dochter Lolita kan het verhaal van dit conceptalbum losbarsten. Liefde, haat, drank, intriges, valse beschuldigingen, moord en zelfmoord, klopjachten, emotionele drama's, mislukte huwelijken en eind goed niets goed. Voorwaar een sterk filmscenario en voor de dames onder ons : houd de zakdoeken maar klaar. Dit alles in een mix van country, rock, gospel, folk, cajun, latino, mexicana en Americana songs. Beide heren zijn uitstekende singer/songwriters en spelen uitmuntend gitaar. Tegen die Mexicaans achtergrond en sfeerbeelden ontbreken instrumenten als steel guitar, piano, orgel, violen, saxophone en natuurlijk de uitgebreide percussie niet. Bovendien zijn er de mooie backingvocals van Sharon Oefinger. Heel belanrijk voor dit album was Phil York die alles in goede banen leidde in de studio's.De man kon zijn ervaring van het werken met Willie Nelson (was er reeds bij in 1975 bij het masteren van de klassieker "Red Head Stranger") ten volle benutten. Je kan er wat van Hank Williams, David Allan Coe, het poetische van Leonard Cohen en de storytelling van Tom Russel, Woodie Guthrie in terugvinden. Af en toe denk ik zelfs het gebrom van "Van the Man" erin te horen. Beide heren kennen mekaar al sinds de jaren '80 en beseffen dat dit hun grote doorbraak wel eens kon zijn : "We’re like the Lone Ranger" Rodriguez said. “We come out of nowhere, play our music, and then ride off in a cloud of dust, leaving people saying: ‘Who were those two guys, and why did they have to stir up so much dust when they left?’ After their recent gig, they sat down over beers to explain why they've decided to promote their brand of Texas roots music after 20 years of obscurity." Anonymity has its perks, such as people not knowing our names, ”Prince said. “However, we’re ready to take the business more seriously now, if only to increase my chances of getting laid.” Houden zo jongens !


 

HUBBER
SAME
Info : Hubbermail@yahoo.com
Label : Skruffy Music

Ik geloof dat de kerstman zich van datum heeft vergist (enkele weken te laat), en wel met het bezorgen van dit uitstekend debuut van Hubber, een band die zijn roots kent in het Spaanse Barcelona. Dit trio bestaat uit zanger-bassist Julian Thorne (Paul Rogers, Bad Manners, Deep Purple, The Pasadeners), drummer Caspar St. Charles (Iggy Pop, Eddie Bo, Jackson Brown, Sharon Jones) en gitarist-harmonicist Dave Wilkinson (Damon Brown, Peter King, George Braith). Deze laatste toerde een tijdje geleden door Europa als begeleider van de eveneens in Barcelona verblijvende Hook Herrera die laat deze maand/begin februari ook tal van optredens hier in Belgenland zal geven. Dit schijfje met tien songs (zeven zelfgeschreven en drie covers van o.a. W.Dixon, J.Reed en S.Thompson) zal waarschijnlijk de voorbode moeten zijn van een nieuw album. "Same" is opgenomen in 2003 en ben zeker dat deze driemansformatie het hierbij niet zal laten. Dus dat belooft. Dat het niet allemaal even perfect zit doet niet zozeer ter zake, intensiviteit is er dan bij elke song ten over. Reeds bij het tweede nummer "Moonlight", één van de drie eigen songs in co-writing met Wilkinson, kan zanger Thorne mij bekoren met zijn ietwat etherische stem, toch kan ik mij niet de van de indruk ontdoen dat ik die tune ergens ken van een vroeger nummer. Of hoe het mogelijk is op eenvoudige wijze (ook al een eigen nummer van die Thorne) een jazzy-bluessong groot te maken kan je horen in "'Fly, Fly, Fly" waarin Dave Wilkinson een mooi staaltje gitaarkunst laat horen, eveneens in de instrumental "'Flat Spot" kan Dave zich met zijn subliem gitaarspel volledig laten gaan. Afsluiter "Gonna Be Mine" is dan ook het regelrechte hoogtepunt van Hubber, punkblues of....want in plaats voor te kiezen om één of twee genres van de blues aan bod te laten komen op dit album, opteert de band voor zoveel mogelijk variatie aan de dag te leggen. Hubber is misschien nog niet de top, maar samen doen ze er wel een goede gooi naar. Hop naar nummer twee !!


 

GREG AUSTIN
website :www.geocities.com - index
label : eigen beheer
countrysingergregaustin@hotmail.com www.cdbaby.com/gregaustin
www.soundclick.com /greg austin
www.itsaboutmusic.com/gregaustin

Niet meer zo recent deze cd van nieuwkomer Greg Austin, maar blijkbaar gaat het nieuws van het bestaan van rootstime en de goede kritieken als een lopend vuurtje door Nashville. Fijn zo, mond aan mond reclame en het kost ons niets, alleen zijn wij genoodzaakt om nog een tandje (of oortje?) bij te steken om al het toegezonden materiaal te beluisteren. Wij doen ons best ! Greg Austin dus.. traditionele country zonder meer en de man die geboren werd op 29/ 7/1974 begon op zijn vijftiende met muziek maken. Eerst in de omgeving van zijn woonplaats Aiken SC. maar zoals steeds, als je het wil maken als singer/songwriter en zeker als broodschrijver zit er maar een ding op : je hele hebben en houden verzamelen en verhuizen naar Nashville. In 1999 besloot Greg Austin dan maar om de verhuiswagen op te bellen en momenteel zit de brave man te wachten op de definitieve doorbraak en een Major label. Of het gaat lukken...? Alles is aanwezig op dit debuutalbum, de man beschikt over een aangename country stem, schrijft leuke songs, speelt degelijk gitaar, ziet er goed uit en brengt zelfs een duet met Brandy Lynn Gray ("The Truth Hurts."...heb ik ook altijd beweerd, niet gezongen, gelukkig maar). Er zijn country walsjes en (te) veel ballads (al zijn "If You Ever Come Back Home" en "I'll Catch you If you Fall" slepers van niveau) op dit album. En precies hier knijpt het schoentje want persoonlijk vind ik dat Greg Austin's stem met up - tempo nummers als "Daddy Was A Blues Man" (met een lekker stukske piano), "So Far So Good" en "Don't Tell Her It Was Me" veel beter tot zijn recht komt. Het zal niet eenvoudig zijn voor Greg Austin om tussen het fenomenaal aanbod van artiesten die in het zelfde vaarwater zitten op te vallen en zijn droom te verwezenlijken, maar ja , wie niet waagt blijft maagd. Blijven proberen jongen !


 

BUDDY MILLER
UNIVERSAL UNITED HOUSE OF PRAYER
website : www.buddyandjulie.com
label : New West/Sonic RendezVous
info : www.sonic.nl

Zou het eindelijk gaan lukken voor de minzame in Ohio geboren 51 jarige Buddy Miller. De man die sedert het uitbrengen van zijn eerste cd :"Your Love And Other Lies" - 1996 op Hightone Records bij mij in de bovenste schuif van de lade ligt. De volgens Steve Earle beste country zanger van de wereld is bij de insiders vooral bekend om zijn bijdrage bij ondermeer Steve Earle's Dukes (herinner mij nog een optreden in de Gentse Vooruit) zijn jaren lange bijdrage als gitarist bij Emmylou Harris (in 2003 nog in de Koningin Elizabethzaal in Antwerpen) zijn hulp in de studio bij opnames van Lucinda Williams, Patty Griffin, Trisha Yearwood, Jimmie Dale Gilmore, zijn trouwe vriend Jim Lauderdale en natuurlijk zijn eigen solo carriere en de duet albums met vrouwtje lief Julie.De man bracht ondertussen de volgende albums op de markt :"Poison Love"- 1997, "Cruel Moon" - 1999, "Midnight and Lonesome"- 2002 allen op het label Hightone Records. Met het ondertussen genomineerd album voor een Grammy "Universal United House of Prayer" en voor het eerst op New West/Sonic RendezVous slaat Buddy een iets andere richting uit. Zo als de titel van de cd al aangeeft gaat hij iets meer de Americana gospel toer op. Hallelujah, want het is effenaf een schitterend meesterwerkje geworden. De man die in een ver verleden nog ooit iets op plaat zette met een godsdienstige boodschap (Buddy Miller & the Sacred Cows, Buddy & Julie Miller Live at EO Television Holland, early '90's en op de eerste cd's "Meet Julie Miller", "He Walks Trough Walls" en "Orphans & Shoes" van vrouwtje lief) graait nu met dit album in de fraaie covers van Bob Dylan's negen minuten durend "With God On Our Side" (1963), "Worry too Much" van zijn overleden vriend Mark Heard, "Ther's A Higher Power" van de Louvin Brothers. Maar niet alleen covers op "Universal United House Of Prayer", zo schreef hij samen met Julie vier songs en eentje met Julie's beste vriendin Victoria Williams ("This Old World"). Niet dat Buddy opeens bekeerd geworden is want hij beleeft zijn "geloven in" op zijn manier, zonder de kerk plat te lopen. Vooral een eredienst met Al Green , en het plotse overlijden van zijn schoonbroer deden hem besluiten om eens een lichte koerswijziging te ondergaan. Met de hulp van de zusjes Regina en Ann Mc Crary (backingvocals) en natuurlijk Emmylouke krijgt Buddy die onvervalste soulvolle gospelsound voor mekaar. Maar het is niet allemaal gospel wat blinkt want de scheurende gitaren van Buddy (zijn handelsmerk), het hammond orgeltje dat natuurlijk niet kan ontbreken, violen en zijn typische folk/rock/country/Americana sound zijn overvloedig van de partij. Ook de klassemuzikanten: Phil Madeira (lap steel gitaar, accordion, Hammond b-3 organ); Rick Plant (banjo, bas gitaar); Tammy Rogers (fiddle); Alison Prestwood, Byron House (bas gitaar); Brady Blade, Bryan Owings (drums); Steve Hindalong (percussion). Dit is een van de beste albums van 2004 en de man brengt binnenkort een bezoekje aan ons land. Met Paradiso Amsterdam (oud kerk gebouw) heeft Nederland misschien de perfecte locatie voor dit optreden maar wij Belgen moeten met onze "Handelsbeurs" te Gent zeker niet onderdoen. Prachtige concertzaal en ik hou er de mooiste herinneringen aan over met dat fantastisch optreden van Lucinda Williams aldaar.


 

SPENCER BOHREN
SOUTHERN CROSS
Website : www.spencerbohren.com
Email : spencer@spencerbohren.com
Label : Valve Records
www.valve-records.com
reinhardfinke@valve-records.com
www.cdbaby.com/cd/sbohren4 : SOUTHERN CROSS
www.cdbaby.com/cd/sbohren3 : SOLITAIRE

Singer/songwriter Spencer Bohren, afkomstig uit Wyoming, Verenigde Staten, begon zijn muzikale ervaringen in het kerkkoor toen hij acht jaar oud was. Pas toen hij gitaar begon te spelen werd hij zich bewust van de folk tradities van Amerika. Zelf zegt hij hierover:"Church music is so entwined with traditional music that it was an easy transition for me, but the wealth of American music astonished me". Spencer werd steeds sterker aangetrokken door de blues, waarbij hij geen verschil maakt tussen de stijl van de vroege zwarte muzikanten en de hillbilly blues, omdat je volgens hem niet op de verschillen moet letten maar juist op de overeenkomsten. In 1968 verliet hij zijn geboorteplek en belandde in steden als Denver en Seattle om met gerenommeerde artiesten te spelen. Na zijn omzwervingen belandde hij uiteindelijk in New Orleans alwaar hij muzikanten trof die leefden voor de muziek en met wie hij zich verbonden voelde. Tien jaar lang trad Spencer in New Orleans op in de Absinthe Bar en bij Tipitina's. Hier hield hij elke maandagavond jam sessies, waarbij hij een woonkamer-atmosfeer creëerde voor talloze New Orleanse muzikanten en gasten van buitenaf. Jaarlijks trad hij ook op bij het New Orleans Jazz & Heritage Festival, alwaar hij de aandacht trok van Europese concertpromotors en muziekliefhebbers uit de hele wereld. Dankzij deze aandacht heeft hij intensief kunnen touren in Europa en Japan, waar zijn albums vaak uitgebracht worden op grote labels als Virgin en Sony. Voor zijn laatste twee albums trok hij naar Duitsland, waar hij een graag geziene gast is, naar het onvolprezen Valve records label. Zijn vorig album "Solitaire" (2002) kreeg in alle media zeer goede recensies, en zoals de titel al doet vermoeden, is het een echte solo-cd geworden. Om eerlijk te zijn horen wij hem ook het liefst solo. Bekende en minder bekende country-bluesklassiekers als "Hard Time Killin' Floor" van Skip James en "Dirt Road Blues" van Charlie Patton krijgen op dit album buiten zijn eigen songs mooie ingetogen uitvoeringen mee. Begin 2004 verscheen "Southern Cross" en ligt wat in het verlengde van zijn vorig album, enkel dat er nu over het hele album een spirituele sfeer hangt. Daar zorgen weer zijn gebruikelijke instumenten voor zoals : lapsteel, clawhammer banjo, akoestische gitaar en voor de acapella stemmen heeft hij de steun van het Nott Brothers Quartet. Spencer heeft door de jaren een eigen stijl ontwikkeld, waar hij vroeger het midden hieldt tussen de relaxte sound van J.J. Cale en het manische slide gitaar-werk van Sonny Landreth, mag u zijn muziek vergelijken met een Kelly Joe Phelps en Harry Manx. Deze elf nummers hebben allemaal het karakter van "Southern American musical traditions" ze kruisen gospel en 'deep blues' met country muziek, een vleugje rhythm 'n' blues en een forse dosis singer-songwriter. Bohren beschikt namelijk over een soepele en emotionele alt , best te horen in de covers van Hank Williams, voorwie hij een grote voorliefde heeft, nl."I'm So Lonesome I Could Cry" en de afsluiter "Lost Highway". Wij noemen als uitschieters het met adembenemende lapsteel intro nummer van Curtis Mayfield's soul / gospel klassieker, "People Get Ready" en zijn zelfgepende "East Kentucky Coaldust" een zeer vredelievend nummer waarin hij een zeer hoog niveau haalt. Bohren zijn virtuoze gitaarspel op allerlei snareninstrumenten zorgt voor mooie melodieën, die tegelijk rootsy en meeslepend zijn. Daarbij is zoeken wel eens belangrijker dan vinden, maar in de songs valt het gedreven, precieze spel op waarmee Bohren zijn teksten ondersteunen. Zo komt vanuit deze mix van invloeden een heel gretig en persoonlijk geluid tot stand. Gewoonweg klasse !


 

TIM GONZALEZ & FRIENDS
STRAIGHT FROM THE HEART
A TRIBUTE TO DANNY
Website : www.timgonzalez.net
Email : special@timgonzalez.net
booking : loroad@bellsouth.net
www.cdbaby.com/cd/timgonzalez

Vooreerst, Tim Gonzalez is een van de beste harmonica spelers in Nashville, Tennessee, hetgeen hij te danken heeft aan al zijn ervaringen. Reeds op de leeftijd van 14 jaar begon hij harmonica te spelen, en dit vooral in zijn geboorteplaats Brownsville, Texas. Waar hij toen al grote fan was van George "Harmonica" Smith, Little Walter, Charlie Musselwhite, Paul Butterfield, en Lee Oskar. Pas in 1992 verhuisde hij naar Nashville waar hij na een tijdje kon optreden met o.a. Ronnie Milsap, Doug Stone, Toby Keith, Pam Tillis, Sam Lay, Mark Selby, Anthony Gomes, Larry McRae, Chubby Carrier en Burton Gaar. Gedurende deze jaren deed hij voldoende ervaringen op in the blues en jazz tot Latin blues, hetgeen hem bracht tot het uitbrengen van "Straight from the Heart"(2003), opgedragen aan zijn broer Danny, dewelke toen hij nog leefde een grote inspiratiebron voor hem was. Voor de tweede keer op rij is Tim, 'Music City's Blues Harmonica player of the year' en zijn nieuwe album toont waarom. Op dit album door zichzelf geproduceerd speelt een hele resem artiesten mee, Johnny Neel zingt en speelt Hammond B-3. Hij speelt immers ook bij the Allman Brothers Band, maar zijn stijl van zingen is zeer toepasselijk voor de opener "Murdered By Love" en zijn keyboard klinkt wel het beste in "Voodoo Moon". Anthony Gomes speelt gitaar op deze nummers en tevens een mooie vocale inbreng in "Voodoo Moon". Gary Gill is de guitarmaster bij uitstrek hetgeen u kan horen in "Groove Thang" en "Straight From The Heart." Randy Coleman, op bas, Steve Forrest op gitaar en Larry Van Loon op keyboard doen ook uitstekend hun ding op enkele nummers. Tim Gonzalez & Friends, en die laatsten zijn er wel, zo doen de volgende heren Dave Northrup, Bobby Segler, Rice Brothers en Pat McDonald, hun best op percussie. Mark Selby speelt in de afsluiter "Mississippi Blues" gitaar en tevens de vocals hetgeen Ricky Godfrey ook doet in "Walkin' Blues." Danny Hamelin speelt gitaar en weet al zingend een mooie versie van "Can't Hold Out" uit zijn mouw te schudden. Deze cd is opgenomen in de Colemine Studios in Nashville, met Randy Coleman en Johnny Garcia aan de mixing. Jazeker Nashville, verwacht geen "Malibu cowboy, slick, Pop music" productie maar treedt in de blueswereld van Tim Gonzalez met songs die gaan van upbeat blues tot Delta blues. Voor liefhebbers van dit genre is dit er ééntje om van te snoepen, Tim Gonzalez kan wel degelijk harmonica blazen... prachtig !!!! Samen met zijn vrienden, klinken ze op dit album erg overtuigend, een lekker gesmeerde bluesmachine die de Delta blues hoog in het vaandel draagt. Ik zou zeggen schaf je een exemplaar aan en u zal wellicht mijn mening als bluesliefhebber delen. Sinds jaren heb ik een voorliefde voor Paul Butterfield, Rod Piazza, Kim Wilson en Toots Thielemans en nu is er éénje bij ...Tim Gonzalez!


 

THE RAZORBACKS
I ' M ON FIRE
HOME OF THE RAZORBACKS (live) Compilation.
website : www.razorbacksmusic.com
label : Fury Records
www.fury-records.com
info : info@fury-records.com
razorbackmail@optonline.net

The Razorbacks - Neo-Rockabilly from the USA ! The Razorbacks play hard-edged modern rockabilly that is very catchy and very upbeat !
When these three talented guys hit the stage and turn loose they will give you something you won't forget ! Blijkbaar hebben de Rockabilly groepen en fans onze website gevonden want onlangs mocht ik van The Razorbacks (New Jersey) een pakketje cd's ontvangen en alhoewel Kenny Duda, frontman en oprichter van The Razorbacks, de groep oprichtte in 1983 bleef het grote succes eigenlijk een beetje uit. Heel jammer want als artiesten, zonder ook maar iets aan hun verdienste te knabbelen, als The Stray Cats, Robert Gordon, Dave Edmunds en zelfs mijn favoriete groepje The Blasters meer in de belangstelling staan dan is het biezonder spijtig dat deze jongens iets minder aandacht krijgen van het grote publiek. Samen met Rob "Bobcat" Bundy op double bass, ook al meer dan twaallf jaren bij de band, en Mark "Johnny" Swartley op drums laten zij op hun live album duidelijk horen waarom zij tot de top behoren in het wereldje van rockabilly, roots, country, swing, surf en blues. Hoe je dit ook moet noemen .....gewoon.... Razorback Music. Zonder kapsones en de beuk er in met ondermeer Springsteens "Stand On It" hun versie van "Folsom Prison Blues" zal Johnny Cash niet in zijn graf doen omkeren, en de klassiekers Hot Rod Lincoln, Mystery Train, Rumble In Brighton (van de Stray Cats), Blue Jean Bop moeten voor het origineel niet onderdoen. Bovendien bewijst Kenny Duda dat hij niet alleen een goed zanger / gitarist is maar ook vlot met de pen is. Getuige de eigen songs "Hot'N'Twangy","Empty Promises", "Rock - A -Billy Rebel" en heel toepasselijk" I ' m A Guitar Man". De ondertussen als klassieker beschouwde cd "Im On Fire" heeft schitterende versies van" I Fought The Law", "Eighteen Miles From Memphis", "Twenty Flight Rock", "Rock Around With Ollie Vee", en zelfs van "Twisting by the Pool" van David Knopfler. Dit is werkelijk Rockabilly van prima kwaliteit en ik denk dat het bijwonen van een concert van the Razorbacks een groot feest is. 'The Razorbacks may possibly be one of the U.S.A's best kept secrets'.... aan wie de eer om dat geheim in de Lage landen te ontmaskeren ?


 

RICK HALL
& THE BLUES HEALERS
Website : www.rickhallblueshealers.com
bookings@rickhallblueshealers.com Label : Mudcreek Music
www.cdbaby.com/cd/rickhallbh

De blues is in de afgelopen eeuw zo vervormd, we moesten maar eens terug naar waar het begon. Rick Hall neemt ons mee op z'n pick-up en laat samen met the Blues Healers, zijn de Tony Paulus (piano), Dave Fogle (drums), Mike Hall (bas), Brad Sharp (trompet), Mark Lemle (tenor sax) en Shannon Ford (tenor sax), horen dat we tegenwoordig nog steeds ongecompliceerde blues kunnen maken. Het bluescafé wordt bij deze dan ook weer gewoon omgedoopt tot Juke Joint. Misschien is zijn muziek wel een greep naar het verleden, geboren in de Appalachian Mountains van Southeastern KY verhuisde hij op latere leeftijd samen met zijn ouders naar Ohio. Dit titelloze album bevat dertien blues-rock nummers die stuk voor stuk tot in de finesse zijn gerangeerd. Speels neemt Hall mij mee op zijn schouders en gunt mij een blik in zijn verleden en laat mij de fases zien van het leven als schrijvende bluesman in good and bad times. Meeste nummers zijn dan ook door Hall zelf geschreven buiten het toch ook zo sterke "The Trouble with Love" waarop Tony Paulus op zijn zelfgeschreven nummer het beste vanzichzelf kan geven. Met de titels "Don't Be Cruel", "Got My Eye on You" en het afsluitende "Goin'Down Fast" brengt Hall de muziek terug naar zijn roots. Het is namelijk het meest vernieuwende bluesalbum dat we in tijden hebben gehoord. De sound mist weliswaar het hele rauwe dat we zovaak in de blues horen, maar de sfeer is zo intens en warm door het toevoegen van wat blazers in enkele nummers, dat je er hoe dan ook door gegrepen wordt. Enerzijds hoor je elektrische bluesnummers die hij samen met harmonica brengt en anderzijds de akoestische blues waarvan "Goin'Down Fast" een volwaardige en fraaie afsluiter is geworden. De rauwe en ranzige blues zal er dankzij de figuur als Rick Hall ook de volgende eeuw nog te horen zijn. Wij kunnen niet zonder. Een absolute aanrader dus.



 

VARGAS BLUES BAND
LAST NIGHT cd/dvd
Website : www.vargasblues.com
Email:vargas.blues.band@eresmas.net of info@vargasblues.com
INFO: Rebeca O. Prieto de los Mozos
manager@vargasblues.com

Liefhebbers die houden van explosieve en energieke Chicago blues moeten beslist ééns aankloppen bij Vargas Blues Band. Hun nieuw album ' Last Night' live in "Buddy Guy's Legends" Club in Chicago, mag zonder schroom als stomend en magistraal omschreven worden. De in Madrid geboren gitarist Javier Vargas verstaat de kunst om verduiveld fraai gitaarspel te brengen. Afgezien van enkele covers als ; Iverson Minter's "Big Boss Man", Albert King's "Can You See" en de albumtitel Little Walter's "Last Night", brengt deze band vooral eigen werk. Ongecompliceerde gitaar solo's zijn de hoofdmoot op dit bruisend schijfje. Soms heftig uithalend "Sratch My back", een meesterlijke slide in "Blac Cat Boogie" om dan weer vol tedere passie in een pracht van een ballade "Do You Believe In Love" de gevoelige luisteraar aan zijn zitje gekluisterd te houden. Tevens ben ik diep onder de indruk van het sterke en rauwe stemgeluid van zanger Bobby Alexander, maar dit niet alleen. Ook wat de back-up van de andere bandleden betreft geen slecht woord. Als men bovendien weet dat enkele gasten met namens als Larry McCray "I Play The Blues For You" en Sugar Blue "All About The Girl" werden opgetrommeld om de groove wat extra weerga te geven, dan kon dit niet mislopen. Vargas Blues Band is meer dan de zoveelste bluesband. Vooral eigen werk met sterke arrangementen vol intensiviteit en bezieling gebracht, resulteren in een prachtig album die beslist uw aandacht verdient. Alsof dit nog niet genoeg is krijg je nog de mogelijkheid om dit alles (en jawel met andere songs) live op de bijgeleverde DVD te mogen bewonderen, heel knap !! Deze recensie is van mijn collega en vriend Bobtje Blues (www.bobtjeblues.com) die zoals vele bluesliefhebbers hopen om deze band terug in Belgie live aan het werk te zien. Zo bracht organisator Kid Van Thienen, tevens clubhouder van Kids Rhythm 'n' Blues Kaffee, deze fantastische band naar het Antwerpse Rhythm 'n' Blues Festival. Javier en band brachten er een zeer sterke en geloofwaardige set waarbij ze heel wat festivalgangers wezenloos nalieten. Hierbij doe ik een oproep aan de Belgische en Nederlandse organisatoren en in het bijzonder aan het Belgium Rhythm 'n' blues festival te Peer ! Maar er is nog groot nieuws van hun manager Rebeca O. Prieto de los Mozos verneem ik dat de nieuwe cd "El Alma" gaat verschijnen in de maand maart met medewerking van Glenn Hughes, Alex Ligertwood, Elliott Murphy, Devon Allman en Jack Bruce. Vorig jaar in oktober vonden de opnames plaats in de Ardent Studios, Memphis (TN). Voor de bezetting koos hij deze keer Reese Wynans en Ernest Williamson op keyboards, Dave Smith op bas en Steve Potts aan de drums. Eerlijk gezegd we kijken er al naar uit, u toch ook Bobtje ?


 

TRICIA MITCHELL
PURPLE ROOM
website : www.triciamitchell.com
label : Pigtail Records
info : pigtailrecords@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/triciam

Prachtig cd' tje ontvangen van een leuke snoet met een aangename stem. Niet zo recent en de meeste songs dateren uit de jaren '90 maar toch veelbelovend. Deze ex ballerina, jaren lang aktief in New York, hing begin jaren negentig haar schoentjes aan de haak en begon samen met Donna Rich aan het componeren en zingen van eigen materiaal. Austin was nu de thuishaven en dan is het Kerville Folkfestival nooit ver uit de buurt. Optredens met Jimmy Lafave en Bruce Robison en het South by Southwest festival waren de volgende stappen in hun carrière. Onder de naam "Hildegard" brachten zij een muziekcassette uit met een vijftal songs dat kon rekenen op goede recensies (wij waren toen toch nog niet bezig (grapje) : "It's probably illegal and immoral to mix Patsy Cline, the Bronte sisters, and Patti Smith, but Hildy get wickedly close." (the Austin Chronicle). En dan nu het solodebuut van Tricia, die op dit album bijzonder veel hulp kreeg van Colin "Stalin" Boyd (electric and electric 12-string guitars,acoustic guitars, bass, harmony vocals en tevens producer van dit schijfje). Haar stem doet bijwijlen en zeker in de up - tempo nummertjes als "Cry Baby", "Valerie", "Girlfriend of the Band" denken aan de jonge Debbie Harry van Blondie. Persoonlijk gaat mijn voorkeur meer uit naar de rustige songs waarin Tricia' stem veel origineler klinkt. De openingstrack "For This" met het vertwijfelde vraagje "I don't know what my problem is" krijgt onmiddelijk een ferme streep gitaar mee en het "Bobby Joe plays violin" drijft op de schitterende pedal steel guitar en viool van Milo Deering naar een eerste hoogtepunt. Een beetje onzeker lijkt zij mij wel, want met "What If I was Serious","What Did I do" (prachtig met die mandolin en origineel Jew's harp geluidje) en "I Wonder What You See" (in me) knaagt de onzekerheid verder en dan kan je soms onverwachte dingen doen. Zo zou meester Vermassen een vette kluif hebben aan "Dorothy Hanson, number 36425 in prison" (Twenty Years to Life , een prachtige song die Tricia schreef met Monte Warden. Een ander juweeltje is de song "Learn You Like A book" met weer Colin Boyd in een glansrol. Het folky "Lilly's Verses" met alleen Tricia's stem en het acoustisch gitaargetokkel en een snuifje pedal steel doet je zo wegmijmeren, om dan met het country riedeltje "Never Say I Do"(en een stukje ' daar komt de bruid ...) terug met beide benen op de grond te belanden . All songs written by en dat heeft bij mij altijd een streepje voor..dus .. klasse album !


 

MEMPHIS MIKE & THE LEGENDARY TREMBLERS

BACK FROM THE DEAD.
Pre- Release LIVE AT AUSTRALIA 03
website : www.memphismike.com
label : Rusted Records / rrco@hotmail.com
info : the_tremblers@hotmail.com
dog_eatdog@hotmail.com
www.cdbaby.com/cd/memphismike

Welcome to Hot Beef C'ountry. Memphis Mike die sinds 1979 de Biker en Roadhouses in de omgeving van Ohio/West Virginia afdweilt met zijn vettige rock & roll / rockabilly was blijkbaar op de hoogte van Rootstime want wij werden door hem extra verwend, nl : zijn recentste cd met de griezelfilm titel "Back From the Dead" en een pré-release copie van hun live optreden op het Blues & Rockabilly festival Nazooma (Australie) oktober 2003. Voorwaar ...dit is lekker spul. Memphis Mike die wij ons nog herinneren van zijn samenwerking met de "Swinging Caddilacs" en regelmatig de oversteek naar Engeland en Australie maakt is al sinds zijn dertiende verslaafd aan muziek maken. En goeie muziek zulle ! Jammer dat zijn eerste opnamen bijna allemaal out of print zijn, maar zijn huidig label Rusted Records en misschien Rhythm Bomb Records overwegen om alles weer opnieuw uit te brengen en te verdelen. Zeker doen jongens ! Want dit is pure rock & roll "Like We Used To Do" : het startsein wordt gegeven met "Just Go" en je hoeft je 'walkin' of 'blue suede shoes' niet meer uit te doen. Be Bop A Lula , je kan je gerust een "Cool Rocking Daddy" from Tennessee voelen. Of hou je meer van een "Lonestar Boogie"(origineel van Johnny & the Jailbirds) of het zo uit de jaren 50 stammend "Boo Hoo, Who's gonna cry". Of liever de beschaafde rockabilly tunes "Late At night" (met backup vocals van the Jagtones) en "If You Let Me". De broertjes Alvin zouden maar al te blij zijn met een song als "Cursed" en met "5 Minutes More" kan je je lief versieren op een plaveitje. Pure blues en een mooier voorbeeld van Memphis Mike's stemcapaciteiten kan je niet aantreffen op dit album, of het zou met het countryklassiekertje "Mansion on the Hill" moeten zijn. 'Little Darlin, forgive me and please come back home'. Nog zo een lekker deuntje is de van George Fleming originele song "I'm gonna Tell" en met rockertjes als "Drinking Money", "Nobody for me" (met die pompende piano in combinatie met die bas van Robert Jacob en Brian Francis op drums) en "Right Hand Holds The Bottle" zouden onze Seatsniffers ook wel mee uit de voeten kunnen. Nog niet overtuigd, dan dit maar : ROCK 'N' ROLL / ROCKABILLY / 50'S ROCK / ROCKIN' BLUES / "MUSIC YOU WILL LOVE" from CD Baby. NOBODY HANDLES A ROCK'N'ROLL GUITAR LIKE MEMPHIS MIKE DOES, AND HIS RAW SCORCHING VOICE IS THE BEST IN THE GENRE!" (BlackCat Rockabilly Europe) en waar ik zeker mee kan akkoord gaan : 'If you like the rockin side of Dave Alvin, you will love this'. I do. 54 minuten van ,' thundering guitars & growling vocals' en vijftien zelfgepende songs : 'Memphis Mike & the Legendary Tremblers pay their own brand of guitar twangin', hairy chested, guts & all rock-n-roll'. Dit groepje zou niet mogen ontbreken op welk festival dan ook !!! De opnames van het live optreden bevestigen het : SOME OF THE BEST ROOTS ROCK N ROLL AND ROCKABILLY YOU COULD EVER CARE TO HEAR!" Voor de gitaarfreaks onder ons, kijk eens op de man zijn site en druk op "The Tremblers' Gear".


 

THE MIKE GRAY BAND
MAIDEN VOYAGE
Em:themikegrayband@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/mikegray

Wat maakt de The Mike Gray Band tot een echte "no-nonsense" bluesband die je gezien en gehoord moet hebben? De naam zegt wat de liefhebbers al weten: de stijl die gespeeld wordt is blues. Ofschoon de band en hun stijl moeilijk in een hokje te plaatsen is, is het de Southern rockin' blues die een centrale rol speelt in het totale repertoire. De tomeloze inzet, met passie gemaakt en gebrachte muziek is altijd hoor- en zichtbaar tijdens hun energieke optredens voornamelijk in Arkansas en Misourri. Op het album "Maiden Voyage" (2003) zijn de nummers gedomineerd door eigen werk: originele, vernieuwende en stuwende blues. Drums, bas en toetsen vormen de bluesmachine voor deze gitaar georiënteerde band. De band is opgericht als een trio bestaande uit de songwriter himself, Mike Gray (gitaar,vocals), John Brown (drums, percussie, backing vocals) en Bruce Womble (bas gitaar, akoestische gitaar, backing vocals). Later greeg hij nog de steun van de rythme gitarist Jack Locklar en zijn dochter Lauren die zeer voorbeeldig de backing vocals ondersteund. De sound wordt gekenmerkt door een vette ritmische basis waar gitaar en zang duidelijk bovenop liggen. Inspiratie komt uit ervaring, de vele onmisbare positieve reacties tijdens de live optredens, interviews en recensies in de pers. Door voortdurende vernieuwing van het repertoire, een flinke dosis live improvisatie en het regelmatig oppoetsen van oude nummers zal een concert van de band nooit hetzelfde zijn en kijken we ernaar uit ze hier in de Lage Landen terug op tour te zien, hetgeen reeds gebeurde tijdens de periode dat "Maiden Voyage" was opgenomen. Een aantal nummers hebben hun waarde in het live circuit al ruim bewezen en klinken zeer degelijk. Opvallend aan deze sterke plaat is niet alleen het totaal eigengemaakte nummers, maar ook een trager nummer als "Forever and A Day" lijkt wel degelijk op het lijf van Gray geschreven te zijn. Die klassieke elementen vinden we ook in een groot aantal andere nummers op de plaat terug, uitgesponnen stukken met een southern inslag terwijl ook de lamenterende zang van Gray alles ruimschoots overtreft. "Never Again Be Blue" is wat dat betreft het schoolvoorbeeld. Daar tegenover staat dan ook weer dat hij soms bluesy uit zijn schelp komt hetgeen we horen in "Walkin' Out Blues". "Maiden Voyage" mag dan ook gezien worden als een plaat waarvan ik gehoopt had dat die nog gemaakt zou worden! The Mike Gray Band is misschien wel de beste jamband ter wereld. Dit is het bewijs.


 

HANIF
BLAME IT ON EL NINO
Website : www.hanif.nu
info@hanif.nu
Label : Krusty Stills Records
krustystills@hotmail.com
Info :www.cdon.com

Niet heel even, maar een heel nummer lang dacht ik dat ik naar een nieuwe plaat van The Jayhawks aan het luisteren was. Openingstrack "Miss Euphoria", zo heet het liedje, kon zo uit de pen zijn gekomen van Gary Louris. Dezelfde melodielijn, en die samenzang, zeg dat is toch typisch The Jayhawks. Maar het zijn Hanif uit Gothenborg, die het zingen, een talentvolle countryrockband, zo bewijzen ze op hun debuut-cd "Blame it On El Niño". En wat is dit een klasse-plaat, een heerlijke plaat, vol pareltjes. Zanger/gitarist/componist Andreas Magnusson, gitarist James Kinn, bassist Janne Saaristo en de drummer met de zeer Zweedse naam Ismael Cardoso Lopez vormen al sinds 1996 Hanif. Rare naam, maar deze naam is dan ook zomaar niet gekozen. Hanif was de naam van de favoriete pizzabakker van de band. Op een dag verdween hij spoorloos en nooit heeft iemand meer van hem vernomen. Wat er ook gebeurd mag zijn Hanif bestaat en hoe ? "Blame it On El Niño": loepzuivere koortjes en gladgestreken rock-akkoorden bepalen het geluid, dat verder door de producer Paul Bothén wordt aangevuld met vernuftige arrangementen en allerhande trucjes. Deze viermansgroep is op hun best als ze zich begeven op het pad van de melodieuze countryrock en frisse rootsmuziek. Een geluid dat ze de hele plaat vol houden. De melodieën en harmonieën zijn bij vlagen mierzoet zoals in het sombere "Halfway To Hell", maar wie daar door heen bijt hoort folk- en countryrock waarin Hanif het sterkst zijn. Luister maar even naar de tweede track "Trapped In Time", jengelendende gitaren brengen u dadelijk in de sfeer van dit album, naast dit absolute hoogtepunt zijn er nog zovelen popjuweeltjes zoals het nummer met de gekke titel "Pinguins On The Roof Top". "Blame it On El Niño" is een plaat waarmee alternatieve countryrock zeker het poppubliek kan bereiken. Kortweg : 'Klasse Americana uit Scandinavie'.


 

OSCAR JORDAN
& THE MIGHTY SONS OF HERCULES
Website : www.oscarjordan.com
Email : vvblues@yahoo.com
Label : Big Oscar Music
www.cdbaby.com/cd/oscarjordan2

Oscar Jordan zijn nieuwe album "Eclectic Soul" (Big Oscar Music) is opgenomen in het Grandma's Warehouse in Los Angeles, en is de opvolger van zijn debuut album "Mister Bad Luck"(2001), waarin ook weer zijn talent als songschrijver naar voor komt en waarin al zijn muzikale invloeden samengaan door een vernieuwende reeks composities te brengen. Oscar Jordan speelde vroeger in de band van The Excitable Boys, een studentenbandje met vooral jazz gerichte boys, maar hier manifesteerde hij zich reeds als een geweldig gitarist. Zijn tweede album "Eclectic Soul" laat goed horen wat Jordan in huis heeft en dat is heel wat. De twaalf nummers op "Eclectic Soul" zijn allemaal songs waarin zijn passie voor de blues naar voor komt en die variëren van lome blues tot up-tempo jazz. Maar ook uitstapjes richting rock, funk en latin gaat Jordan niet uit de weg. Het gitaarspel is 50 minuten lang geweldig en vervalt nergens in eindeloos gesoleer. Smullen dus voor liefhebbers van gitaarwerk en iedereen die zelf gitaar speelt. "Eclectic Soul" is feitelijk een terugblik naar de rock albums van de 60' en 70' jaren. In deze albums kon men alle stijlen goed mixen denkende aan bands zoals Led Zeppelin, The Beatles en Traffic. Na een heavy rock song, volgde soms een akoestische compositie en daarna een blues. Een echt Latin nummer is het aan Santana denkende "You And I" en meer funk en gospel vinden we in "I Liked You Better When You Were Drinking", R&B ... u zegt het maar. Ieder nummer is anders als het vorige en dat leverde meteen twee pracht singles "Never Been Hurt" en "Like a Lover Should" op. In een produktie van Phil Bloch (Solomon Burke, Terry Evans, Ry Cooder) " Eclectic Soul" heeft de passie van Dave Matthews, en het vuur van Lenny Kravitz, met de rijke unieke stem die zegt Oscar Jordan. Jordan wordt hier bijgestaan door The Mighty Sons of Hercules zijnde Randal Yamamoto (bas), Alex Lane (keyboards) en Nick Karvon (drums). Gastvocalisten zijn ondermeer Terry Evans en Karen Dilworth. Gitarist/Songwriter T.J. Sullivan co-write drie songs en doet zijn bijdrage op dobro en mandolin. Kortweg : zeer soulvolle bluesplaat ! Klasse !


 

BRYAN STEEL
OF ROOTS & RESTLESSNESS
Website : www.bryansteel.com
Email : bryan@bryansteel.com
Label : Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/bryansteel

De loopbaan van singer-songwriter Bryan Steel uit Alabama kwam in een stroomversnelling toen hij later verhuisde naar de Old Line State. Daar kwam hij in contact met de Baltimore bar scene, waar hij bagpipes speelde in een locale punk band 'Tripolar Disorder', en mandolin voor een Irish-emo-folk band 'One on None' en tevens kon men zijn akoestische vaardigheden gaan beluisteren in coffee houses in het historische Ellicott City. Dit was dan ook meteen de aanleiding voor zijn debuut "Of Roots & Restlessness". Steel beschikt over een ruwe gruizige stem, die zijn liedjes, songs over het leven van alledag, soms een dreigend en mysterieus karakter geven. Zoals op de sterke opener "The Highway", die wordt aangedreven door een harmonicaintro. Ook al is zijn stem af en toe een beetje vervormd, door sterke refreinen leidt dat niet tot vervreemding bij de luisteraar. Steel brengt zo ook de nodige variatie aan in zijn repertoire. Zo klinkt hij ingetogen melodieus op "Sky Without A Moon" en "To Mrs. FlanneryGone" waarin hij de vocale begeleiding krijgt van Vanessa Kinzey. Steel is daarentegen op zijn sterkst in "Heir To The Kingdom", een mooi staaltje pure Americana. En het is net of al dat moois samenvloeit in slotnummer "Where The Highway Ends". Een fraaie finale van een fraai debuut. Hij heeft een prachtige stem die door de sobere productie optimaal wordt benut. Het meeste doet Steel mij denken aan Springsteen, maar dan aan de vroegere uitvoering vol passie tevens een Bill Mallonee komt ook wel om het hoekje gluren. Vocalerwijze kan ik een hele reeks namen noemen zoals Neil Young, Jakob Dylan, Johnny Cash, Tom Waits, Ben Weaver, Otis Gibbs,....wat voor mij betekent dat het enige wat er eigenlijk aan markeert is dat hij een tikkeltje meer eigenheid kan gebruiken. Voor liefhebbers van melancholische Americana verweven met wat rock is dit een hebbeding.


 

THE FEVERFEW
APPARITIONS
LABEL : Eyeball Records
www.eyeballrecords.com

Typisch een album met een hoes en een titel waarvan je denkt laat maar. En dat verdient dit album nu net niet, tenminste als je gek bent op Aimee Mann of Cat Power - achtige muziek dan is dit een aanrader. Bethany Walk-Spiers (vocals, gitaar) laat zich beïnvloeden door o.a. Nick Drake, Elliott Smith, Mazzy Star, Red House Painters, Dar Williams, David Gray, Geoff Farina, Ryan Adams, Iron and Wine, Jeff Buckley, Juliana Hatfield, Lou Reed, Mirah, Patti Smith, Pavement, Pedro the Lion, PJ Harvey, Rainer Maria, Sleep Station, John Lennon, The Smiths en vele anderen. Maar "Apparitions" heeft toch iets aparts, in de vorm van deze Bethany Spiers, die uitstekend gitaar speelt en daarmee voor een groot deel het geluid bepaalt van deze formatie uit New York City. "Apparitions" luidt de titel van hun debuut-cd, die er best wezen mag. Spiers die het grootste werk voor zichzelf neemt wordt op een drietal nummers bijgestaan door Jonathon Linaberry (gitaar, melodica, vocals) en haar jeugdvriend David Debiak, tevens ook producer, in twee tracks op gitaar. Melodierijke songs, die door de sombere productie vanzelf een melancholieke en tegelijk zwierige sfeer meekrijgen. Samen zorgen ze voor een aanstekelijke mix van akoestische folk en Americana, een muziekstroom waarin zich ook vele van de hierboven vernoemde musici zich begeven. Dan weten de liefhebbers denk ik wel genoeg. Je moet het even op je in laten werken, maar vervolgens hoor je echt een fantastische zangeres.


 

SIMPLY MOODY
WE GOTTA BUST OUTTA THE GHETTO
Website : www.simplymoody.com
moodyscott@simplymoody.com moodyscott@earthlink.net
Label : CDH Records


Moody Scott is geboren in1944 te Hammond, Louisiana. Zoals vele van zijn jeugdvrienden begon hij al vroeg met het zingen van songs van zijn lievelings artiesten die u voornamelijk moet zoeken in de R&B, soul en blues scène, voor een paar namen te noemen : Sam Cooke, Otis Redding, Al Green, Little Milton, Tyrone Davis, Bobby "Blue" Bland en B.B. King. Zoals Sam Cooke en Al Green. Moody's eerste muzikale belangstelling was kerkmuziek, en op twaalf jarige leeftijd begon hij als lead vocalist bij de Gospel group The Starlights. Na enkele succesvolle jaren bij deze formatie, was het voor Moody tijd om aan zijn solo carrière te beginnen in de R&B -muziek. In 1964, onder de naam Moody & The Deltas, scoorde hij op het Red Bird Records label een hit met "Everybody Come Clap Your Hands". In de late jaren '60 ging hij zijn succes proberen bij een ander label, Sound Stage 7 / Monument Records in Nashville. De studio resultaten waren meteen bevredigend en hits als zijn zelfgepende "We Gotta Bust Outta the Ghetto" en "I Don't Dig No Phony" waren meteen geboren. Daarbuiten deed hij ook nog opnames voor Soul Unlimited en Seventy Seven Records. Moody deelde in al die 35 jaren de podia met o.a. Aaron Neville, Alvin Shine Roberson, Earl "Trick Bag" King, Katie Webster, Buckwheat Zydeco, Manhattans, Ohio Playes, Phil Phillips, Dixie Cups, Joe Jones, Little Milton om er maar een paar te noemen. Wanneer hij in 1988 terug naar Las Vegas verhuisde kreeg hij de smaak meer dan ooit terug te pakken in R&B en begon met volle overgave terug op te treden in clubs, hotels, casinos en festivals. In al die 35 jaar is nooit echt een stilte geweest, zoals vorig jaar begon hij een tour in het ZO van de States, met verscheidene optredens in Texas, Louisiana, Mississippi, Georgia, Alabama, Florida, Tennessee en South Carolina. Zijn album bevat allemaal nummers met invloeden die te zoeken zijn in de R &B, soul en de blues. Maar zoals we al lang weten gaan kwaliteit en roem niet altijd hand in hand. Tot deze sombere vaststelling kom je bij het luisteren naar deze opnamen. Deze zwarte soulzanger heeft een duizelingwekkend mooie stem, maar is desondanks slechts in een kleine kring van R&B-liefhebbers bekend. Zijn lenige vocalen zijn geworteld in de zwarte gospel en verraden een grote invloed van Sam Cooke. Behalve hartverscheurend zingen kan de man ook nog prachtige songs schrijven. Zo heeft hij de opener "We Gotta Bust Outta the Ghetto" geschreven waarmee hij nationaal en zelfs internationaal een grote hit scoorde in 1970. De cd wordt gecompleteerd door negen songs die zeker niet moeten onderdoen. Kortweg : Simply Moody (zijnde Moody Scott) heeft een soulvolle stem die door merg en been gaat waarvan zijn muziek beweegt op het grensvlak tussen blues en soul, gewoon R&B met klasse!


 

JOHN PINAMONTI
JP 3
website : www.pinamonti.com
label : eigen beheer
info : john@pinamonti.com
www.cdbaby.com/cd/pinamonti2
Thanks to : Eddie Russell

Onze vriend Eddie Russell bracht ons op de hoogte van het bestaan van de man met de Italiaans klinkende familienaam : John Pinamonti. Ondanks de man zijn derde cd op de markt brengt was hij tot nu toe een nobele onbekende voor Rootstime. Maar blijkbaar is hier een eind aan gekomen want tot onze grote verbazing staat de man hoog genoteerd met "JP3" in de Euro Americana Chart top 20. (neem eens een kijkje op.www.euroamericanachart.nl ). Een singer/songwriter die momenteel in Brooklyn New York gehuisvest is en al een tijdje de halve wereld doorkruist. De muzikale invloeden die hij overal opsnoof kan je terugvinden op dit album : folk, country en rock. Met voornamelijk eigen songs, met pareltjes als "Chalino", "Soldiers of Misfortune" en "She's Beautiful When She Smiles" (er staat er ook een schitterende cover op van Mickey Newbury's "Just Dropped in" op dit album) en virtuoos gitaarspel geeft John toch wel een mooi visitekaartje af. En zoals hij zelf aangeeft met "That Ain't Bad", het is een interessant schijfje geworden. Storytelling met inhoud die door ondermeer vakkundig gebruik van lap steel guitar en mandolin ("Useless Pair Of Shoes") of de six string banjo op "Bed Of Stone" een extraatje krijgen. De man die vroeger met zijn High Wide Handsome Band de hort op ging doet dat momenteel met de band die hem terzijde stonden bij de opnames in de studio nl : Scott Anthony (bas), Robert Bonhomme (drums), Josh Roy Brown (lap steel gitaar, dobro) en Rod Hohl (elektrische gitaar). Een prettige kennismaking met John Pinamonti (die wel eens een collega van ons zou kunnen zijn, niet dat wij zo goed kunnen zingen of gitaarspelen, maar de man schrijft ook recensies voor www.smokebox.net .Om : een ode en salutes aan Link Wray en Gene Vincent). Fijn album in een leuk digi-pakje.


 

MOJAVE ROAD
MAYBE I ' M A HOUND DOG
website : www.mojaveroad.net
label : Eigen Beheer
info : mojaveroad@charter.net mojaveroad@charter.net
www.cdbaby.com/cd/mojaveroad

"We hope you enjoy your trip down Mojave Road"....zo luidt de aankondiging bij de optredens van deze band die ondanks de leden al jaaaaaren bezig zijn met muziek maken, nu pas op de proppen komen met hun debuut cd "Maybe I ' M A Hound Dog". Frontman Keith Baxter en songwriter van dienst slaagt er in om met zijn kornuiten Tony Brock on drums,eigenaar van de opnamestudio "Rockin' Horse" en tevens producer van deze cd (aktief geweest bij Elton John, Rod Stewart, Roy Orbison ,Tina Turner), Steve Pro, on keyboards, Stephan Franck, Telecaster guitar, (die zijn roots in het Rockabilly wereldje heeft) een gezellig leuk country / rock album af te leveren. Real California honky tonk, niet alleen voor cowboys, Mexican farm workers en bikers maar voor iedereen die een boontje heeft voor Telecasters, pedal steel (met een hele grote pluim voor gast player en legende Jay Dee Maness, om : Desert Rose Band , Dwight Yoakam), fiddle en mandoline (Brantley Kearns), piano en een band die op hun repertoire "Return Of The Grievous Angel" hebben staan. De klassieke thema's komen dan ook aan bod : "Pontiac Man" (and get acquainted with that roomy back seat as well), de waardering voor "Ricky Skaggs", een story over mannenverslindster "April's Fool", de "Telecaster blues" een hommage aan Dixie, Trixie, California Blade en Black Beauty, (de jaloerse vrouwen van gitaristen weten waar het over gaat, zij moeten altijd de concurrentie aan met die verdomde mooie....Telecaster gitaren !!), het instrumentaaltje "Round Up" met een ferme surfsound. "Maybe I'm A Hound Dog" maar een ding weet ik : dit is een cd om iedereen maar een ding te laten doen "Get up On That Dance Floor". Dit zou een klasse album zijn als de jongens dat mainstream country gezeik van songs als "Nowhere Left To Go" en "I Just Wanna Get Over You" achterwege hadden gelaten. Deze band kan borg staan voor een gezellige two steppers, honky / tonk, country/ rock avondje (optredens durven wel eens 3 à 4 uren duren ) en dus hebben wij op dat stukske slechte weg na (2 songs) genoten van Mojave Road.


 

JOANNE REDDING
HOW IT IS
Website : www.joanneredding.com
Email : joanne@joanneredding.com
Label : For-The Records
www.cdbaby.com/cd/redding2

"How It Is" is het laatste meesterwerk van JoAnne Redding dat veelvuldig herinneringen oproept aan haar vorige cd's, haar eerste "Run With It" opgenomen in Nashville in '93 en haar album "The Running Kind" uit 2000. Deze platen genoten in meer dan 250 radio stations airplay. Haar derde album is een collectie van een soulvolle mix van zelfgepende roots & blues muziek, country, folk, rock en jazz. Redding heeft in al die jaren dat ze meegaat in de muziekwereld wel niet stil gezeten, zo stond ze regelmatig op de loonlijst van verscheidene country acts, zoals The Mavericks, Hank Williams Jr., Asleep at the Wheel, John Berry, en vele anderen. Tevens kon zij het podium delen met twee van haar Texas blues idolen. Lee Roy Parnell nodigde haar uit om samen enkele van zijn hits te zingen en een optreden met Delbert McClinton was voor haar een droom, maar dan een echte. Op zich geen verrassing, deze songschrijvers staan al sinds jaar en dag op Redding's favorietenlijstje, maar eerlijk gezegd ook op die van mij. "How It Is" klinkt zeer verzorgd, zonder overigens te gladjes te worden. Dat Redding een uitstekend gevoel voor het uitkiezen van nummers heeft mag bekend verondersteld worden, en ook op dit album weet zij roots of blues-nummers prima af te wisselen. "How It Is" is daardoor ook een heel afwisselend album geworden. "Credit Card Shuffle", bijvoorbeeld swingt als een trein en de titeltrack is lekker funky. "I've Earned the Right (To sing the Blues) ademt de sfeer van Memphis style R&B. Mijn persoonlijke prijsnummer is "Be Your Own Woman", een zalige soulvolle ballade waarin Redding's stem je weer tot op het bot weet te raken. Prachtige songs zorgen continu voor kippenvel, een geweldige uitvoering doet de rest. Stuk voor stuk heel mooi gespeeld en zoals altijd prachtig gezongen. Nogal wat mensen vinden deze muziek wat te braaf. Dat zullen ze ook van deze cd vinden, maar terecht is dat niet. Luister een paar keer naar deze cd en je hoort muziek van een bijna ongekende schoonheid. Muziek die de sfeer van een ver verleden ademt, maar ook wel degelijk stevig in het heden staat. Want JoAnne Redding is voor mij een getalenteerd vertolkster van rhythm & bluesnummers en begenadigd songwriter voorzien van een expressief, soulful stemgeluid. Echt, ik hou van deze vrouw als van een volle, rijpe fles bordeaux en kan er niet genoeg van krijgen. Je voelt hem vast al wel aan komen deze nieuwe Grand Cru Du Disque!


 

THE TENNESSEE TWIN
FREE TO DO WHAT
http://tennesseetwin.tripod.com/
label : Mint Records
i :thetennesseetwin@rogers.com
www.mintrecs.com
mintyvette@aol.com
mintrand@aol.com
cindywol@vpl.ca

Zelden iemand gehoord die zo een originele, aparte stem heeft als Cindy Wolfe, frontlady en oprichtster van The Tennessee Twin een zeskoppige band uit Vancouver Canada. Zelf is zij geboren en getogen in Memphis USA en buiten die wat nasale stem hanteert zij nog mandolin en tamboerijn en heeft een mooi neusje voor Alt country, de old time twang van Kitty Wells en Loretta Lynn, hillbilly barn burners en heartfelt ballads, fiddle, accordion, pedal steel,guitars. Het is een apart soundje dat Cindy met haar band op ons loslaat, het lijkt mij zoiets van een rootsy/country/ cajun/bluegrass/honky tonk, rock sausje met een snuifje rockabilly. Met invloeden van Patsy Cline, Lefty Frizell, George Jones, Ray Price en Elvis. Natuurlijk kan het mooie kind dat allemaal niet alleen en daarom die uitgebreide band. Hielpen een handje mee : Monica Chattaway (Fiddle, Vocals), Maija Martin (Accordian, Vocals), Shane Nelkin (Electric Guitar, Vocals), Mark Thibeault (Pedal Steel Guitar), Todd Fancey (Acoustic Guitar), Kurt Dahle (Drums, Electric Bass, Standup Bass, Vocals), Coco Culbertson (Drums, Electric Bass, Standup Bass, Vocals). Twaalf songs waaronder drie covers, om eentje van Dolly Partons "Wildflowers", bewijzen dat Cindy Wolfe een begenadigd singer/songwriter is. Maar dat niet alleen, want zo is zij ook als filmactrice bezig en daarom brandt haar muziekcarrière momenteel op een laag pitje. Jammer want er zit veel variatie op dit album, het is een mix van alles wat wij lusten, al moet je af en toe eens haar songs en de benadering van de genres met een korreltje zout nemen. De traditionele uithaal naar het wanbeleid van president Bush is ook op dit album van kracht (de titelsong "Free To Do What ?"). Dit bederft de gezellige sfeer niet van dit niet meer zo recent album en wij kijken dan ook reikhalzend uit naar nieuw werk van The Tennessee Twin.


 

TUCSON SIMPSON
HOT TOWN
Website : www.tucsonsimpson.com
Label : GGP Records
ggpiii@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/tucson2

Gestart in 1999, songwriters Graham Perry en Kevin Kilgore bijgestaan door lead gitarist Steve McCraw, drummer Bill Frazier, en bassist Steve Hearn besluiten om Tucson Simpson te vormen en na enkele jaren kunnen we wel zeggen, dat deze band wel eens een brug kan gaan slaan tussen bluesrock en groot commercieel succes. "Hot Town" (2003) heeft zoveel klasse en sluit bovendien prima aan bij de stoere gevoeligheid van hedendaagse rock, waar met name jongeren zo verrukt van zijn. Ik noem het wel bluesrock, maar Tucson Simpson heeft meer te maken met groepen als Hootie & the Blowfish en Blues Traveler, al manifesteert de rootsmuziek zich af en toe nadrukkelijk. Luister naar de ogenschijnlijk eenvoudige liedjes, die onderweg door verrassende muzikale vondsten naar een hoger plan worden getild. Hoe mooi is toch de enige slepende ballad ", maar verder wordt er veel gerockt. Vooral in de eerste zes songs deinst Tucson Simpson niet terug voor scheurende gitaarsolo’s en stevige bluesrock. In hun teksten duiken zowat alle denkbare clichés op en samen met de stoere zang van leadzanger Graham Perry sluipt meestalde alternatieve country vrijwel onopmerkelijk langs de commerciële popinvloeden. Het levert ze sterke songs op waarvan de stijl kan omschreven worden als een elektrische mix van Delta Blues, commerciële pop en southern rock. Tucson Simpson pendelt ongelukkig tussen de jambands en alternatieve countryrockers in. Dat de groep moeilijk keuzes maakt en alles in rechte lijnen probeert te sturen, resulteert zich hier op "Hot Town". T ien originele liedjes vormen een intelligent album van een band met een eigen rockgeluid. En dat is in de popmuziek van tegenwoordig een zeldzaamheid. Ik voorspel Tucson Simpson nog een grote toekomst...


 

GRAHAM PERRY
PERRYPHERNALIA
Website : www.tucsonsimpson.com
Label : GGP Records
ggpiii@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/grahamperry

Ik denk dat de jongens van Tucson Simpson wel weten wat voor kant ze op willen gaan. Bij het soloalbum van hun frontman Graham Perry bekruipen me wat dat betreft twijfels. "Perryphernalia" ligt nu al bijna vele dagen met enige regelmaat in mijn cd-speler en nog weet ik niet wat ik heb aan deze drukbezette artiest. De opnames van Graham Perry's eerste album "Perryphernalia", zijn gebeurd in Puddin' Truck Studio in Memphis met de hulp van producer Rob Crockett, degene die zijn ervaring heeft opgedaan bij vele bekenden zoals Elvis Presley, Hoehn & Duren, Good Question, Square Force en Billy Swan. Voor verdere begeleiding kon hij rekenen op de zwaargewichten, gitaar virtuoos Jeff Miller (Survivor) en Terry Ferguson (Good Question), Latin percussionist Boyd Branan, en bassist Brady Howle (Sallymacs), en samen met Van Duren, een van de eerste leden van Big Star, in het toch wel leuke samengeschreven nummer "Ruby Red". Op zijn debuut klinkt Perry als uit de jaren ’60 geïnspireerde muziek, en het vervolg gaat het geluid veel meer naar de jaren '80 en '90, met enkele uitstapjes richting pop en rock, waardoor het een plaatje is geworden zonder echte identiteit. Ik geloof meteen dat Grahan Perry live wel best uit de hoek komt, met een nummer als "Mary Wanna Dance" als uitschieter, maar op de plaat is hij dat helaas slechts af en toe. Hoogtepunten in positieve zin zijn dan ook deze krachtige opener en het Oosterse getinte "Mistery". Ik zou zeggen, goed geschreven nummers, door Graham Perry allemaal neergepend, maar vergeet de vroegere jaren en werp je op popmuziek met ballen, dan is er beslist hoop.


 

KNUT BELL AND THE BLUE COLLARS
'HONKAHILLAROCKABILLY'
website : www.knutbell.com
label : Marlingspike Music
info : marlingmusic@aol.com

Het ex loze vissertje Knut Bell zet weer voet aan wal. Met zijn vierde cd die de naam meekreeg "HONKAHILLAROCKABILLY" kan Knut zijn voorliefde voor de traditionele country en rockabilly niet onder stoelen of banken steken. Gingen zijn eerste cd's "Where the North Wind Blows So Cold" en de opvolger "Songs Of Our FoureFathers" (met vier traditionele Folk songs) nog voornamelijk over het woeste schippersleven (de man was acht jaren kapitein op een vissersboot in Alaska) dan ging Knut Bell, momenteel verblijvend in de omgeving van Seattle, in 2002 met het album "Takin ' It Back" een andere koers varen. Pure originele country (de man schreef dertien eigen songs) in de stijl van Johnny Cash, Waylon Jennings, Hank Williams en andere grootheden. Met zijn begeleidingsband The Blue Collars : Adam Bratman, lead guitar (nog ooit actief bij Dusty 45's en Justin Curtis, zie review) , Billy Burns, acoustic & electric bass, en Steve Smith on drums liet hij in 2004 opnieuw van zich horen. En weer een koerswijziging, niet wat de sound betreft maar voor het eerst zette Knut drie covers op plaat. Ondermeer de klassieker "Ruby, don't take your love to town" en "So Doggone Lonesome" van J.Cash. Voor de rest eigen songs, een beetje honky/tonk wat hillbilly en rockabilly en de barrooms en roadhouses staan op stelten. Zijn stem doet mij op bepaalde momenten denken aan Sonny George van The Planet Rockers (nog zo een favoriete groepje van ondergetekende) en natuurlijk J. Cash, maar net als bij Rusty Evans (zie review) is dat geen bezwaar. Nog maar 31 lentes jong maar de man kan uitstekend de sfeer oproepen van een lekkere gezellige ouderwetse country avond. "Nothing fancy here. This is classic as country gets. Simple, honest and gritty, they're songs of the homeland, the trades, love, and history. From loggers to fishermen, drinking to dancing; the stories include pride, passion, places and people.. A man of truth with stories to be sung. Stories of the common people and the common land. Stories to be sung, for all those who'll listen. A voice of the ages, this is the voice Knut Bell". Moet kunnen tussen alle Americana en rootsrockactiviteiten van deze jongen. Hopelijk voor U ook. "GET HONKED"!


 

RECKLESS KELLY
WICKED TWISTED ROAD
website : www.recklesskelly.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com

Altijd een liefde-haat verhouding gehad met de muziek van Reckless Kelly en dat veranderde niet na hun optreden op Blue Highways in Utrecht. De groep kon mij niet echt bekoren, jammer want zij hebben prachtige songs op hun eerdere vier verschenen cd's staan, maar de broertjes Braun hervallen steeds in dezelfde ziekte, dat bijwijlen blues/hard/rock gejengel bij sommige nummers. Ik vind het iedere keer een verkrachting van de Americana, altcountry, rootsmuziek. En ik zal mijn mening na het beluisteren van "Wicked Twisted Road" niet moeten wijzigen al valt het deze keer wel mee. Met songs als het openings- en titelnummer (je krijgt op het einde van de cd nog een instrumentale bonus van "Wicked Twisted Road"), "Dogtown"en "Seven Nights in Eire" bewijzen Reckless Kelly waarom ze op zo een korte tijd terecht uitgegroeid zijn tot een van de vaste waarden in Austin Texas. Mooie melodieuze country/rock en songs als "A Lot To Ask" en "Broken Heart" zouden zelfs hun plaatsje verdienen op een nieuwe cd van Buddy Miller (al blijft zijn recentste een juweeltje). Maar niet alleen Buddy zou hier zijn gading kunnen vinden, Steve Earle zou met "Motel Cowboy Show" en "These Tears" ook wel overweg kunnen. Dit maar om duidelijk te maken dat deze cd prachtig materiaal herbergt maar ....zij kunnen het weer niet laten. Songs als "Sixgun" en "Wretched Again" doen mij weer kokhalzen. Hopen herrie en kabaal en vlug de afstandsbediening om terug de betere songs als "Stick Around" en " Baby's Got A Whole Lot more" op te zoeken. En je gaat bijna denken dat zij mij willen kl.... want Cody Braun (fiddle, mandolin en vocals ) omschrijft het als volgt : "We were trying to make a record that went from country to country-rock and back to country, with maybe some classic rock in the centre". Broertje Willy (lead vocals, gitarist en songwriter van dienst ziet het zo : " There's a lot of the most country stuff and a lot of the most rock stuff we ' ve ever done on this record ". Als het aan mij ligt jongens mogen jullie die classic rock stuff de volgende keer thuis laten. Het is geen brug te ver maar .....slechts een tweetal songs.


 

CHRIS LATERZO
DRIFTWOOD
website : www.chrislaterzo.com
label : Yampa Records
info : claterzo@earthlink.net
www.cdbaby.com/cd/laterzo3

Het moet frustrerend zijn om bij ieder album, bij alles wat je doet en laat, vergeleken te worden met Neil Young. Het is geen oneer maar toch, ik denk dat Chris het ook de strot uit komt, maar ja, je kan het niet ontkennen dat zijn stem, zijn songs aardig in de buurt komen van die man met zijn houthakkershemd uit Canada. De man die nog ooit in Belgie verbleef is de laatste jaren een vertrouwd gezicht geworden bij onze noorderburen. Geboren in Colarado en opgegroeid in Belgie en Massachusetts bracht Chris in 1997 zijn eerste album "American River" op de markt. De opvolger "WaterKing" verscheen in 2000 en bestond uit elf zelfgeschreven songs, voornamelijk rock, folk en Americana. Het is ook in deze periode dat Chris Laterzo regelmatig de plas overstak om hier cluboptredens te verzorgen, zo zou hij ondermeer optreden op het Moulin Blues festival te Ospel Nl (vieren dit jaar hun 20 jarig bestaan www.moulin.blues.nl) maar moest in laatste instantie afhaken wegens gezondheidsredenen. Blijkbaar is hij ondertussen hersteld en in mei komt hij zijn nieuw album "Driftwood" hier in de lage landen promoten. Mocht je de kans hebben om hem ergens tegen het lijf te lopen zeker niet aarzelen. Want ondanks die verdomde Neil Young kan Chris met zijn eigen songs (acht stuks) ons weer overtuigen. Het up - tempo "The Wind" en openingstrack "Good Woman" zouden gerust op de playlist van Pili/Pili mogen plaatsnemen, de country/folk songs "Driftwood","Navigate Me Home" (beiden met een hemelse steel gitaar) ,"Ghost on the Road" (met die prachtige pianobegeleiding) laten je rustig wegdromen. Maar het prijsbeest van dit overigens schitterend album is toch wel het bijna tien minuten durend "Pandemonia". Prachtige arrangementen en een ijzersterke begeleidingsband. (meebrengen op toernee Chris, maar het zal wel weer te duur zijn zeker ?). Klasse album !


 

JOHN LESTER
BIG DREAMS AND THE BOTTEM LINE
Website : www.johnlestermusic.com
Email : info@johnlestermusic.com
Label : Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/johnlester2

Honing en zout. Het gaat bij veel songwriters om die tegenstrijdigheden in het leven. De hele week keihard werken voor een karige boterham en zaterdag met je dronken kop iets stoms uithalen, zodat je zondag met een hard hoofd mag biechten in de kerk. John Lester kan er over meepraten. Of zingen dan, zoals hij dat voortreffelijk kan in alle zelfverzekerdheid. Om maar gelijk alle twijfels weg te nemen, want de godvrezende songteksten op "Big Dreams and the Bottom Line" doen soms anders geloven, maar John Lester is beslist geen heiligboontje. Met een fanbase die sterk groeiende is, waaronder Linda Tillery, Steve Pasero, Gretchen Peters...., settelt Lester zich als een wijs en doorleefd man op het overtuigende tweede album "Big Dreams and the Bottom Line", het langverwachte vervolg op "Live at The Freigt and Salvage"(2001). "Big Dreams and the Bottom Line" is een fenomenaal singer/songwriteralbum in de allerbeste Lester-traditie, dat soms rockt en heel soms zachtjes in je oren fluistert, maar vooral weet te ontroeren. Als een gebed dat gehoord zal worden uit het diepste van de menselijke ziel maar om een verzameling zeer afwisselende songs in zowel solo- als band setting. We vinden hier twaalf uitstekende songs terug die allemaal door Lester werden neergepend en die hij meesterlijk weet te vertolken met een tochwel prachtige stem, denkende aan Sting meets Mose Allison, en niet te vergeten zijn geweldige kunsten op de bas. Hoogtepunt is wel "Out of the Clear Blue Sky" dat ook wereldwijd verscheen op de complicatie cd 'Peace Not War'. Gast muzikanten zijn o.a. de Braziliaanse drummer Celso Alberti (Airto, Flora Purim, The Neto Band), rock drummer Scott Underwood (Train), percussionist Paulo Baldi (Ottmar Leibert, Cake, Les Claypool), en de akoestische gitaristen Jean-Michel Hure en David Juriansz. Hoewel meestal geschaard onder de singer-songwriters, is John Lester zelfs als hij in z´n eentje musiceert een stuk uitbundiger en minder introvert dan wat we gewoonlijk in dat genre gewend zijn. Zichzelf begeleidend op bas doet hij nog het meeste denken aan andere songwriters als Jeff Black, John Gorka of Regie Hamm. Een bijzonder leuk tussendoortje dus, van iemand die zomaar heel groot zou kunnen worden.


 

JASON BUIE
URBAN BLUES
Website : www.jasonbuie.com
Email : interact@jasonbuie.com
Info : Mario Brox
Concept Entertainment
www.conceptentertainment.net
conceptentertainment @shaw.ca

Zoals zoveel rootsartiesten uit Canada blijkt nu ook Jason Buie wel trek te hebben in een Europees avontuur. Deze gitarist-singer-songwriter heeft de afgelopen paar jaren al flink naam gemaakt in Canada, en wil het nu ook in Europa proberen. Jason Buie woont in Vancouver, en is volledig 'hooked' aan de blues vanaf z'n zestiende. Hij heeft de afgelopen jaren gespeeld in Canada, de VS en Japan, waarbij hij opende voor o.a. Buddy Guy, Jeff Healey, Mick Taylor en Taj Mahal. Zijn muziek blijft een goed-gekruide gumbo van Blues, funky R&B en soul met roots die in de zuidelijke staten en de binnensteden van Amerika voortkomen. In 2002 kwam de cd "Urban Blues" uit, die overal goed werd ontvangen. "Urban Blues" is Jason's eerste album in een co-productie met Al Vermue voor Sundown Records. Op deze cd voelt u dadelijk Jason's voorliefde voor verschillende blues stijlen van "uptown horn arrangements and old-time juke to funk and Texas shuffles". Hij wordt bijgestaan door Dave Webb op piano, Hammond B3, en clavinet. Al Webster (Colin James, Amanda Marshall, Long John Baldry) op drums en percussie. Op de Fender bas en upright bas is Norm Fisher (Colin James). Op twee tracks vinden we Steve Hilliam en Derry Byrne (Little Big Band horns) op tenor saxophone en trompet terug. "Urban Blues" begint met een kokende versie van "You Upset Me," vooreerst gehoord op B.B. King's "Live at the Regal". Jason's zelf geschreven "Big Barbeque" is een zeer aanstekelijk nummer waarin hij zichzelf overtreft, daarentegen "Wild Women" heeft een upbeat Mardi Gras in New Orleans gevoel. "All By Myself" is ook zo'n krachtig nummer waarin vooral het uitstekende pianowerk van Dave Webb naar voren komt. Jason tovert Ray Charles' "I Believe to My Soul" in een rokerige blues. "I Don't Want No Woman" heeft meer een 'uptown jump' gevoel en de cover van Albert King's "Crosscut Saw" heeft dan meer iets meer funky in zich. Texas shuffles met zeer fijn gitaarspel vinden we terug in zijn eigen "Satisfy You", en de klassieker van John Lee Hooker' "Dimples". Jason brengt dynamische funk in "100 Cigarettes", waarvan de tekst is geschreven door Gordie Johnson van Big Sugar. In de afsluiter "Mean Old World" krijgt hij het gezelschap van Stormin Norman Cassler (Rock 101 Sunday Blues Show) op harmonica. Jason speelt hier akoestische slide waardoor dit nummer een zeer old-time Delta blues gevoel meekrijgt. Verder is het wel leuk om te vermelden dat twee van zijn nummers werden gebruikt in een politieserie (Cold Squad) voor de canadese televisie. "Urban Blues" is opgenomen in de Yaletown Sound in Vancouver, en toont stevige bluesrock van Jason Buie die op valt door het gevarieerde gitaarwerk: hij heeft uiteenlopende stijlen uitgewerkt tot een eigen geluid, waarbij hij zowel elektrisch, akoestisch, slide en dobro speelt. Zijn grootste voorbeeld en aanstichter van het blues-vuurtje is volgens eigen zeggen Albert Collins geweest, sinds hij die live heeft zien optreden. In januari en februari komt Buie naar Europa. Zie hier de data voor Belgie en Nederland.

 


 

RUSTY EVANS AND RING OF FIRE
BURNING MAN
www.rockabillyhall.com/RustyEvans.html
label :Supertone Records
info : RustyEvans@webtv.net
www.cdbaby.com

'With a voice like rolling thunder and a spirit like gentle rain, Rusty, with his acoustic Martin guitar, brings you a repertoire of original story songs, rockabilly and country classics'. Onbekend en onbemind ? Toch is' Marcus Uzilevsky' alias Rusty Evans al een tijdje bezig. De man die ooit Buddy Holly ontmoette, songs schreef met Ersel Hickey, in de studio zat met Phil Spector en ooit jamde met de toen nog volkomen onbekende Bob Dylan, bracht ondermeer als Rusty Evans & his Rock-A-Billys op de toen beroemde (1957) CBS en Coral / Brunswick labels plaatwerk uit en ging zelfs eventjes over naar the visual art world (UZILEVSKYART.COM). Zijn kunstwerken zijn terug te vinden in verschillende musea overal ter wereld. In de jaren negentig kwam hij met de cd's "Slice Of Light" en "Gypsy Dreams" terug in the picture. In 2000 bracht hij de cd "Rusty Evans & Ring of Fire" uit met zijn bewerkte Sun Sessions van Johnny Cash.( zie www.cdbaby.com ) Met toernees door Australie, New Zealand en Europa tesamen met zijn begeleidingsband "Ring Of Fire" (met zijn zoon Danny, lead guitar & backingvocals) zat Rusty met zijn toenmalige cd "I'm Coming Home" (2002) hoog in de European charts van de meest gespeelde Indie Country Artists. En dan nu de pas verschenen cd "Burning Man". Rusty Evans alternatieve country met rock, folk en blues invloeden krijgt in Amerika wel eens het stempeltje van "A Tribute Band to Johnny Cash" maar deze Rockabilly Hall Of Farmer verdient beter. Er is uiteraard die baritonstem, dezelfde outfit en zijn grenzeloze bewondering voor Cash maar Rusty bewijst met dertien zelf geschreven songs dat hij geen replica is van zijn grote voorbeeld. Met die bright twangy Telecaster sound brengt deze "Lost Highwayman" roots/americana/rockabilly/country muziek die nog steeds zijn plaatsje heeft in deze moderne jachtige tijd. Songs als "Sweet Baby's Gone", "Taverne On the Lost Highway", het bluesy "A Dream Within a Dream", "Shadow Of Night" zouden niet misstaan hebben op Johnny Cash's "American Recordings" of "Solitary Man". Er staat zelfs een tribute song op to "The Queen Of Country" Kitty Wells waarbij Rusty zich de vraag stelt over de kwaliteit van de hedendaagse country op de radio met de veelzeggende titel "If This Is Country Music" (I want my old job back).


 

THE JIMMY BOWSKILL BAND
SOAP BARS & DOG EARS
Website : www.jimmybowskill.com
Email : MEMSandDREAMS@aol.com
Info : Classic Concert Productions
classicconcerts@aol.com
www.cdbaby.com/cd/jimmybowskill2

Jimmy Bowskill is een kind dat uit de dageraad van de 90' is geboren, maar opgelet, een kind niet zoals de anderen, jong wonder voorbestemd voor de blues! Op de leeftijd van 12 jaar, verscheen zijn debuut album "Old Soul" waarbij hij de steun kon krijgen van de beste blues-musici van Toronto. Eh ja, eens te meer zijn wij in Canada! B.B.King in miniatuur, maar het is zo verrassend dat men meteen bezwijkt. "Soap Bars & Dog Ears" is een verheugend album. De jonge artiest afkomstig van de zeer interessante Canadese bluesscène is erin geslaagd om zijn eigen stijl op te leggen gedragen door een nooit geziene rijpheid. Geïnspireerd door Robert Johnson, wilde Jimmy ook zijn eigen stijl naar voren brengen op een zeer natuurlijke wijze. Op de elfjarige leeftijd, werd Jimmy gevraagd om samen met Jeff Healey op te treden, naast zijn nieuwe mentors en bandmates, Jerome Godboo and Alec Fraser. Drummer Al Cross is de meest recente aanwinst. Sinds zijn ontdekking in Southern Ontario, heeft Jimmy niet veel stil gezeten. Activiteiten zoals "Canadian Indie Award's favorite blues artist for 2003" en een nominatie als "Maple Blues best new artist" konden niet uitblijven. Zijn optredens op zowat de belangrijkste festivals als 'The Montreal Jazz Festival' en 'The Mont Tremblant Blues Festival' hebben zijn populariteit veel goed gedaan. Jimmy's debuut CD "Old Soul" was een van de best verkochte albums voor Festival Distributie, Canadianblues en Iridescent Music. "Soap Bars & Dog Ears" is man's (!) tweede album, en was er op z'n eerste album nog een B.B. King cloon te horen, dan heeft hij 'm nu volledig afgeworpen. Veertien nummers in een geperste smeuïge bluesrock plaat, waarvan negen eigen nummers. Natuurlijk krijgen we weer al de ingrediënten te horen uit het overbekende bluesvaatje, maar laat dit het niet voor u niet vergallen, deze wonderboy is origineel genoeg om het dertien in een dozijn gevoel vlug kwijt te spelen. Knappe solo's, goed stemgeluid en knap uitgewerkte eigen nummers. De covers zijn van o.a. J.L.Hooker en W.Dixon. Bent u een liefhebber van oude smerige Bluesrock, geef deze boy dan de kans. Kenners beweren immers dat hij de laatste nieuwe sensatie is en u wilt dit toch niet mislopen?


 

MICHAEL JOHN & THE BOTTOM LINE
FROM THE ROOTS
www.michaeljohnandthebottomline.com label : Basowski Music
info : michaeljohn1@adelphia.net
www.cdbaby.com/cd/michaeljohn3

From Southern California .... Michael John (23/5/1960) en zijn band The Botttom Line laten zich weer van hun beste zijde zien en horen. In 2000 met de cd "Can't Tell Me" en de opvolger "Good Thing" 2002 konden zij iedereen in het blueswereldje overtuigen. Getuige de vele recente optredens met om. Robert Cray, Taj Mahal, the Fabulous Thunderbirds, Rod Piazza en met zijn boezemvriend Coco Montoya. Het album "Good Thing" kreeg zeer lovende kritieken (" this cd a must have for any blues lover", Cd Baby) en het was dan ook spannend uitkijken naar de opvolger. Michael John, die in het verleden reeds optrad met Buddy Guy, Junior Welsh, Otis Rush, Willie Dixon (die een onvergetelijke indruk op hem naliet) beschikt over een prachtige soulvolle stem en kan bijzonder goed uit de voeten, handen en mond met gitaar en mondharmonica. Bovendien heeft hij met Howard "Preacher" Ward on lead, slide & rhythm guitar en backingvocals, Chuck Lee on bass, Tom "T-Bone" Broderick on drums & backingvocals, Kim Nelson on piano, hammond, B3 organ & backingup vocals, Jeff Dellisanti on tenor & baritone sax & clarinet een zeer hechte en dynamische band. Met de nieuwe cd "From The Roots" gaat Michael John gewoon op zijn elan verder. De titel van dit album zegt het eigenlijk al wat je kan verwachten : roots rockin' groovin' red hot blues gedragen door de krachtige voice van de meester zelf en ondersteund door een van de beste originele bluesbands. Met elf originele songs (met een speciale vermelding voor Howard "Preacher" Ward), twee covers en opgenomen in de befaamde Dawghouse Studio in Burbank California leveren Michael John & the Bottom Line een pareltje van een bluescd af. De typische blues verhaaltjes van het ontwaken in een leeg bed en alle dagen rangschikken onder de zelfde noemer ("Just Another day "),de liefdesverklaring "I Still love you Baby" met die prachtige gitaarklanken en die strakke sax , het met tromgeroffel aangekondigde en voor mij de beste song van dit album "The Devil Put A Spell On My Baby" de klassieker "Something You got" (lijkt wat op Delbert Mc Clinton) met schitterende horn arrangementen van Alan Mirikitani en die pompende piano van Kirk Nelson, de sleeper van dienst "Can't let go" met backingvocals van The Sweet Inspirations, het monharmonicaatje en Hammond B3 (van Marty Grebb, oa : bij Bonnie Raitt) in "Bitter Game" de verzuchting "Talk Dirty To Me" een trage blues (zoals ze in de Limburg zeggen) maar van schitterende kwaliteit (die gitaarsound !!!), het lekker swingende "Shoulda Known Better", de slide op "You Ain't All That" en de prachtige meezinger "Skinny dippin" met clarinet (ik kan de massa al horen en zien dansen op Moulin Blues Ospel Nl. of BRBF Peer Belgium 2005). Better be careful ...".I Know What To Do" (track 8)..... aanschaffen dit album en Michael John & The Bottom Line stante pede naar Europa halen. 'This is the bands third CD and the best. You won't be sorry' .


 

BURRELL
Website : www.burrell.ch
Label : Muve Recordings
Management :
boggiolina@ggaweb.ch
Info : info@musikvertrieb.ch

Ergens op de Zwitserse bergtoppen dagdroomt een jongeman van het verre Amerika. Reto Burrell luidt zijn naam. Reto is gezegend met een uitstekende zangstem en hij schrijft gevoelige liedjes op een akoestische gitaar. De liedjes noemt hij 'songs'. Ze gaan over afgelegen plaatjes op de wereldkaart, uitgestrekte landschappen en het leven in de breedste zin van woord, waarbij geen moment gedacht wordt dat Reto Burrell niet afkomstig is uit de Verenigde Staten. In zijn thuisland lijkt de Zwitserse troubadour inmiddels een aardige reputatie te hebben opgebouwd met zijn vooral akoestische en Amerikaans getinte popsongs. Burrell maakt melodieuze Amerikaans getinte rootsrock die vooral gelijkenis vertoont met de muziek van Tom Petty, of soms die van Neal Casal of de Wallflowers. Op zijn derde CD "Roses Fade Blue" van vorig jaar toont hij zijn akoestische kant, allemaal ingetogen liedjes, akoestisch met hier en daar een roffel en wat pianopingels. De kale muzikale omlijsting had als doel om zijn persoonlijk getinte teksten te onderstrepen; maar sinds het verschijnen van die plaat is er behoorlijk wat veranderd. Reto Burrell werd Burrell, bij het Duitse Blue Rose-label zat de oud punkrocker prima op zijn plaats, maar na een vijf jaar durende samenwerking is deze ingeruild voor Muve Recordings. "Burrell", het nieuwe album, moet de deuren naar de rest van Europa openen, op dit vierde album gaat de man resoluut voor een meer mainstream georiënteerd geluid, dus meer elektrische gitaren in het gros van de up-tempo nummers, die schommelen tussen pop en roots. Met "Take The Sun"opent hij veelbelovend, zeer stevig geluid. Een goed begin is het halve werk. Zo ook in het tweede nummer, "Into You" en "Foolish" klinken als radiovriendelijke countryrockers. De composities van de elf nummers zijn zowaar aanstekelijk en de refreintjes blijven dagenlang in het hoofd rondspoken. "Maybe Yes, Maybe No", "No One’s Around" en "Shut The World Down" zijn zeer goede ballades en Burrell’s ietwat nasale, maar uitstekende stem die de nummers ver boven het gemiddelde uittillen. Goede, pakkende nummers met toch een rauw randje derhalve, die menig liefhebber van de betere singer-songwriters zullen aanspreken. Super-origineel kun je de muziek van Burrell daarmee zeker niet noemen, maar eerlijk gezegd, als je het in deze kwaliteit krijgt voorgeschoteld, is dat wel het laatste waar je je druk om maakt.


 

FROG HOLLER
THE HIGH, HIGH'S & THE LOW LOW'S
Website : www.frogholler.com
Label : ZoBird Records
Email : zobird@enter.net
Contact : Darren Schlappich
www.cdbaby.com/cd/fholler

Eén van de aardigste alt. country groepjes uit Amerika heeft net zijn vijfde album afgeleverd. We hebben het hier dan over Frog Holler, afkomstig uit het nietige Shoemakerville in de staat Pennsylvania, het gebied van de "Pennsylvania Dutch". In het dagelijkse leven hebben deze zes leden een gewone baan. Geef ze echter een instrument in hun handen en dan maak je kennis met eén van de aardigste alt. country groepjes uit Amerika, die met "The High, High´s & The Low Low´s" een mini-cd afleveren, opgedragen aan leermeester en vriend Gerry Livers, is een kleine verzameling nieuwe liedjes, plus bewerkingen van een paar nummers van hun debuut-cd van zes jaar geleden, "Couldn´t Get Along". De naam Frog Holler is ontsproten aan de fantasie van de bandleden, het heeft geen diepere betekenis, men vond het gewoon een leuk klinkende naam. Het heeft enkele luisterbeurten nodig om de muziek op "The High, High´s & The Low Low´s" op waarde te kunnen schatten. Als dat eenmaal gebeurd is, ben je eigenlijk ook wel meteen goed verkocht. Hoe vaker ik het album heb beluisterd hoe beter ik de cd ging vinden. Dit zal ook wel te maken hebben met de de persoon van Darren Schlappich, hierbij hebben ze een singer-songwriter in hun midden die zich kan meten met het allerbeste wat Alt Country momenteel te bieden heeft. Vooral als Frog Holler alle franje weglaat en Schlappich vol in het schijnwerpers komt te staan. Dat de mannen begonnen zijn als bluegrass groep is hier niet meer te horen, en tevens klinkt de band niet meer als ten tijde van het debuut uit 1998. Er zijn een paar bandleden vertrokken en weer bijgekomen en dat heeft invloed gehad op het geluid. Zo heeft de komst van Todd Bartolo (gitaar) geleid tot een krachtiger rockgeluid. Opener "Berke Country Boy" en afsluiter "Million Things Good" zijn wat dat betreft echte voorbeelden van deze elektrische toevoeging. Toch passen deze krachtige tracks heel goed bij het authentieke rootsgeluid met akoestische gitaren, mandoline en banjo. Frog Holler heeft inmiddels de status van band waarmee rekening gehouden dient te worden. In Belgie begint dit al aardig te lukken; nu de rest van de wereld nog.


 

DAVE ARCARI
BLUE COUNTRY STEEL
Website : www.davearcari.com
Label : Buzz Records
www.thebuzzgroup.co.uk

Dave Arcari zal door vele bluesliefhebbers bekend zijn in Schotland en ook als de frontman van de akoestische roots band, The Radiotones. Een groot verlangen was om eens een soloalbum uit te brengen, hetgeen ook vorig jaar gebeurde op het label Buzz Records. "Blue Country Steel" is een 5-track EP (vijf nummers met een totaalduur van iets meer dan een kwartier) geworden met drie nieuwe Arcari songs, waaronder de spitse opener en doordenker "Dreamt I Was 100" en twee reeds eerder verschenen Radiotones nummers nl. "Close To The Edge" en "Good Friend Blues", akoestische of elektrische bluessongs, allemaal in een niet na te doen gegrom, denk bijvoorbeeld aan "Beefheart meets Bukka", en natuurlijk met zijn goed galmende, rammelende, energieke reso-slide gitaar. Mooi verpakt en opgenomen door Geoff Allan te CaVa, Glasgow. Feit is zeker, Dave Arcari bewijst op zijn eerste debuut inderdaad een uitstekend gitarist te zijn en over een prima stem te beschikken. Arcari is nu niet echt de man waarbij je moet aankloppen voor vernieuwing, maar toch giet hij zijn oude wijn wel vol overtuiging en bravoure in nieuwe zakken. En ik wil van deze meestal akoestische blues wel dronken van worden… Proost!


 

RADIOTONES
BOUND TO RIDE
Website: www.radiotones.com
webmaster@radiotones.com
Label : Buzz Records
www.thebuzzgroup.co.uk

Alt.Blues pioniers The Radiotones brengen hun elektrisch debuut! Feitelijk is het niet hun debuut CD, vooraf hadden we reeds de akoestische albums "Whiskey'd Up" en "Gravel Road" maar hun derde CD "Bound to Ride" is hun eerste album met een elektrische sound en drums. Dit Engels trio gevormd door National Steel gitaar speler Dave Arcari in 1997, brengen met dit album "Bound to Ride" een andere sound op het Buzz Records label. In 2001 besloten ze dat het tijd was om elektrisch te gaan, en daar hebben ze zeker goed aan gedaan. The Radiotones kan ik het best omschrijven als Tom Waits die een sessie doet voor The Sensational Alex Harvey band of Leonard Cohen die lekker zit te jammen met de White Stripes. Maar het best zijn ze te klasseren onder één noemer : 'British Terrorist of Alt.Blues'. Zoals in zijn vorig beschreven soloprojekt "Blue Country Steel" is het wel even aanpassen aan de stem van Dave Arcari. Zijn rauwe stem zou het zeer geweldig doen voor een band als the Clash of zelfs the Pogues. Maar na een paar songs bent u zijn typische stemgeluid al een beetje gewoon en moet ik zeggen, begin ik ervan te houden. Daarbij is zijn rauwe stem en zijn punkerige ingesteldheid van zingen een uitstekend combinatie met zijn energiek gitaarspel. Waarschijnlijk zijn The Radiotones hier in Belgie nog niet zo bekend, toch genieten zij vooral in hun eigen land en elders reeds veel airplay. Ik ben wel geïmponeerd met de stevige ritmesectie (Don Mackinnon aan de drums, Adrian Paterson aan de bas en Jim Harcus op harmonica). Hoogtepunten zijn voornamelijk "Bring My baby back", "She’s gone", "You oughta Know", de titeltrack "Bound to Ride" en zeker niet te vergeten de afsluiter, Chris Scott cover "Hot Muscle Jazz". Elf songs van de dertien zijn zelf geschreven door The Radiotones en laten zich nestelen in uw collektie bij de "post-punk hillbilly grunge" albums.


 

HEATHER WATERS
SHADOW OF YOU
website: www.heatherwaters.com
label : Redd Fogg Records
info : www.reddfoggrecords.net
mail@reddfoggrecords.net
management:
sheryl@bakernorthrop.com
bookings:
gigs@heatherwaters.com

Net zo min als ik geloofde in reincarnatie (zie Dave Gleason's review jan 05) en engeltjes die uit de (kerstmis) lucht komen vallen moet ik toegeven dat er blijkbaar toch iets bestaat in deze wereld. Want wat engeltje Heather Waters hier op haar eerste full cd laat horen is niet meer van deze wereld."PRACHTIG" en jaren geleden dat ik zo gegrepen, ontroerd, verbijsterd werd door een cd. Heather Waters moet toch wel DE ontdekking zijn van het afgelopen jaar. Ik had de eer al aan Dave Gleason of Lauren Dillon willen laten, maar dit overtreft alles ! Eerder verscheen van haar een vijf songs tellend EP' tje (eentje dat mij ontgaan is maar waar ik zeker achter aan ga) met ondermeer twee songs van Fred Eaglesmith. Nu kan je zeggen dat het met de medewerking van klassemuzikanten als Eric Heywood (Son Volt en hier de sterren van de hemel spelend op pedalsteel), Don Heffington (percussie), Greg Leisz (guitar), Gillian Welsh (nadrukkelijk aanwezig met twee songs op dit schijfje), Rami Jafffee (Wallflowers & Hammond B3), David Kalish (Ricky Lee Jones, acoustic& electric guitars) en Craig Macintyre (drums), Phil Parlapiano (o.a. Greg Trooper & Hammond M3) niet zo moeilijk kan zijn om een klasse album af te leveren. Ja.... watte. Het is dat stemgeluid dat door merg en been gaat :"The real secret weapon, however, is Waters' voice. Alternately clear as an mountain lake and gritty as the streets of her hometown of Chicago, her voice is one that could still the rowdiest tavern. When fast and powerful, it is a voice for inspiration or dancing. When quiet, it is a voice that trembles with tears and introspection". (Tamara Bunnell, countrystandard time). Haar passionele liefde voor de traditionele country, bluegrass en blues en de niet te onderschatten steun van één van mijn zovele 'heroes' nl : Delbert Mc Clinton (Heather deed de backingvocals op Delbert's genomineerd "Room To Breathe" album 2002 en figureerde in zijn video clip "Lone Star Blues" brachten Heather Waters eindelijk in de schijnwerpers. En dat het niet altijd rozengeur en maneschijn geweest is in haar leven bewijst dit stukje review : 'She lived in her car, begged and borrowed the funds and made publicity calls herself. All for the love of authentic, soul stirring music'. Bassist en producer Sheldon Gomberg is er in geslaagd, om tesamen met iedereen die aan dit album zijn steentje heeft bijgedragen, het voor mij "BESTE" album van 2004 op de markt te brengen. Er is nog hoop in deze bange dagen......de momenteel in California verblijvende en aktief in het LA. clubcircuit :'Singer/Songwriter HEATHER WATERS is dynamite waiting to explode on the music industry' !! KLASSE


 

LAURIE & JOHN
ARABELLA
Website : www.thestirratts.com
Label : Broadmoor Records
www.broadmoorrecords.com
Email:info@broadmoorrecords.com

We kennen Laurie & John eigenlijk beter dan op het eerste gezicht doet vermoeden. Voor broer en zus Stirratt (tweelingen), is dit hun debuut als duo, terwijl ze los van elkaar al lange tijd aan de weg timmerden. John Stirratt, kennen we namelijk van Uncle Tupelo, Wilco en Autumn Defense, terwijl Laurie ooit met Cary Hudson, Blue Mountain op wist te richten. Zowel Laurie als John hebben een prima zangstem, maar als ze samen zingen gebeurt er echt iets magisch, dan wordt het allemaal nog intensiever en intiemer. Persoonlijk prefereer ik meer de stem van John. Die van Laurie valt soms voor het gevoel wat dimensionaal in het liedje, als je dan het tweede nummer "Juniper" hoort merk je dat de stem John beter bij de song past. 0p hun debuut album "Arabella" gaat de meeste aandacht naar akoestische gitaren van het duo, maar daarbuiten treffen we ook andere pure akoestische instrumenten aan zoals tambourine, moog, lap- en pedalsteel. Alle nummers op Arabella zijn van hun hand. "Ten Years Ago Today" is een ijzersterk melancholisch openingsnummer. Alles wordt zeer gedreven en geïnspireerd gespeeld, waardoor kippevelnummers als "In When You’re Not Mine" en "If I Hadn’t Blinked My Eyes" met diezelfde melancholische inslag wel de hoogtepunten zijn van deze aangrijpende plaat waarin de muziek zeer eigentijds blijft. Vaak zijn bands of duo’s bestaande uit familieleden, zeer op elkaar ingespeeld en gelukkig zo ook Laurie & John. Zulke ervaren muzikanten, moeten eigenlijk ook wel iets moois kunnen afleveren en met de hulp van Wilco-leden, Pat Sansone (Autumn Defense) en onder andere Paul Niehaus (Calexico/Lambchop) kon er dan ook niets meer misgaan. Laurie & John maken muziek die niet echt goed te categoriseren valt , het is geen country, geen bluegrass, geen Americana, en ook zijn ze geen klassieke singer/songwriters, al zou je kunnen zeggen dat ze dat nou juist allemaal wel zijn. Een prachtige, volle, rijke, warme plaat van een duo, en wat een debuut. Kortom : " Een heerlijke luisterplaat met soms wat dromerig aandoende altcountry, met popinvloeden, met passende instrumentaria en dat samen maakt dat "Arabella" zich weet de onderscheiden.


 

GRANT-LEE PHILLIPS
LADIES' LOVE ORACLE
Website : www.grantleephillips.com
Label : Magnetic Field Recordings
Distr. : Bertus
www.bertus.nl

Met Grant Lee Buffalo (Phil Parlapiano, Jon Brion en Grant-Lee Phillips vormden deze roots-rock formatie) reisde Phillips in de jaren negentig de wereld over. De debuut-cd 'Fuzzy' uit 1993 sloeg aan, vooral dankzij de gedreven, soms politiek getinte songs van Phillips. De band speelde vervolgens in de voorprogramma's van grote namen als The Smashing Pumpkins, REM en Pearl Jam. Ondertussen werd Phillips, die door zijn stem doet denken aan Travis-zanger Fran Healey en Morrissey, door tijdschrift Rolling Stone uitgeroepen tot beste vocalist. Toen het doek viel begon frontman Grant-Lee Phillips onmiddellijk aan een solo carrière. Dat leverde totnogtoe drie indrukwekkende CD’s op. Zijn nieuwe album is het vijf-jarig jubileum van zijn eerste soloalbum "Ladies' Love Oracle", met toevoeging van een bonustrack ("Snow Flakes"). Dit album was dan ook enkel door hem zelf ingespeeld, en dus volledig terug naar de basisprincipes. Hij nam de akoestische plaat op in drie dagen en werd later in gelimiteerde oplage te verkrijgen, online tijdens concerten en enkel hier en daar in een platenzaak. De reissue van Ladies' Love Oracle is dan ook vooral een herkansing voor mensen die geen hand hebben weten te leggen op één van deze exemplaren. Een herkansing die met beide handen moet worden aangegrepen, gezien het solo-debuut van Grant-Lee Phillips van een absolute schoonheid is. Hij speelde zelf alle instrumenten en moet wel gezegd worden dat hij als muzikant zich wel door de jaren heel goed heeft ontwikkeld door nieuwe instrumenten te gebruiken. "Ladies' Love Oracle" is geen uitbundige plaat, maar één die zich wentelt in gevoelens van weemoed en melancholie. Phillips zingt hoog en helder als een nachtegaal, maar altijd net met het juiste zweempje mystificerende heesheid. Een stem om ballades te zingen over onmogelijke liefdes, onvermijdelijk eindigend in tragisch wegkwijnen en eeuwig rondspoken. "Ladies' Love Oracle" is een donkerbruine ingetogen meesterwerk dat uitermate geschikt is om met dit sombere weer, onder genot van een drankje in de melancholiek te verdwijnen. Kortweg : Met Grant Lee Buffalo kwam de klad erin. Wat doe je dan? Uithuilen en opnieuw beginnen. Met zijn bezwerende stem maakt hij van "Ladies' Love Oracle" een prachtplaat.


 

NATHAN HOLSCHER
with SARAH FERRELL
PRAY FOR RAIN
website : www.nathanholscher.com
label : eigen beheer
info : nathanholscher@yahoo.com
www.cdbaby.com

Op de valreep van 2004 nog een schitterend album ontvangen van onze chef. Nathan Holscher die twee doelstellingen vooropstelde in zijn nog jonge leven, een diploma behalen aan het college en een doorbraak forceren in het lokale muziekwereldje kan nu al uitkijken naar nieuwe uitdagingen. Het eerste lukte hem vrij aardig en voor het tweede kreeg de man uit Richmond Indiana bereidwillige hulp van Sarah Ferrell. Na een lange zoektocht om iemand te vinden die paste bij het hese stemgeluid van Nathan, zijn voorkeur voor Townes Van Zandt, Gram Parsons en warme whiskey kon delen kwam Sarah als een geschenk uit de hemel gevallen. Een nieuw duo verscheen op de singer/songwriters markt en zoals steeds worden dan vergelijkingen gemaakt. Hun stemmen lijken wat op die van Townes en de jonge Dolly Parton maar dat kan alleen maar een pluspunt zijn. 10 prachtige songs, all written by Nathan, prachtige close harmony vocals, een schitterende stand up steel (luister eens naar het titelnummer "Pray for Rain"), dobro, harmonica, mandolin, percussie en de rustige gitaarklanken van Nathan & Sarah maken van dit debuutalbum een voltreffer. Typisch een album voor deze koude wintermanden, gezellig bij het haardvuur, glaasje wijn en genieten van de eenvoudige dingen des levens. Pure Americana met dat lekker roots geluidje (een beetje bluegrass, country, snuifje folk en zelfs een streepje accordion ("Lend A Lullaby")."Love Wont' Die.".. "Find You There", de titels van de songs spreken voor zichzelf. Dit is klasse !


 

CHRIS CHARLES
LONE WOLF
website : www.cdbaby.com
label : Twang Music
info : twangmusic@comcast.net
www.cdbaby.com

Kalkoen, hapjes, drank en de beste wensen en voornemens zijn al weer bijna op de achtergrond verdwenen om plaats te maken voor natuurrampen, maar gelukkig ook voor de nieuwe cd van Chris Charles. Deze singer / songwriter uit Portland Oregon begon zijn muziekcarriere, eind jaren zestig, als drummer maar besloot om verder te gaan als gitarist/singer/songwriter. In de jaren tachtig maakte hij als basgitarist deel uit van de "Surf Cowboys" (tesamen met Tim Otto, Greg Paul en Brad Pharis, zie cd baby :The surf Cowboys collection 84 / 86 ). Chris Charles verdween toen een tijdje van het toneel om in 2003 terug op te duiken met zijn eerst cd "The Road Of Live". Een album dat aan mijn aandacht ontsnapt is maar de opvolger "Lone Wolf" die begin november 2004 verscheen maakt dat ik zeker achter dat debuutalbum aan ga. Want het nieuwe jaar is nog maar pas bezig en ik denk dat ik al een pareltje te pakken heb. Anti-Nashville Country Folk Rock staat op de site vermeld en dat is genoeg om onze oortjes te spitsen. Chris Charles heeft geen hoge dunk van Nashville, zo opent hij dit album met "Anywhere But Here" :'They didn't like me in Nashville and I didn't like them much either', maar dit belet hem niet om samen met keyboardplayer Damon Law (luister eens naar het titelnummer "Lone Wolf") een pracht van een album uit te brengen. Alt. country, American Roots, Rock, Folk, kortom het soepje waar wij dol op zijn. Veertien songs van de hand van Chris Charles zelf en de man bespeelt buiten de keyboards alle instrumenten zelf. Een pracht prestatie ! Songs met aandacht voor moedertje natuur "A Creature Of The Sea" (een protest tegen het gebruik van de nieuwe sonar, meer dan 200 decibels, bij de US Navy) een anti - war song "Fighting For The Cause", het besef van een verloren liefde (maar zoals steeds komt berouw na de zonde "Now That You're Gone") en dan het logische gevolg...."Can't Stop Thinking About You", het rockertje "Illusion" doet de hoop weer opleven, "One More Shot" had een nummertje van Dough Sahm (met Augie Myers) kunnen zijn. "It's Over", "You're Going Away" en "I Got the Blues" zijn songs die zelfbeklag oproepen maar van die aard dat je er eigenlijk geen kl...om geeft en je de songs uit volle borst gaat meezingen. "Friday's Muse" zou stante pede op een nieuwe cd van Neil Young moeten verschijnen. "Some Things Never Change"...? Ja watte... I' LL Still Love You ..... Chris Charles.


 

SISTERS MORALES
website : www.sistersmorales.com
label : Luna Records
info : sisters@nol.net
smorales@texas.net

 

Af en toe duikel ik eens in mijn cd kast en kom dan eigenlijk steeds bij cd's uit die toch wel ietsje meer betekenen voor mij. Zo ondermeer het volledige werk van de bevallige Sisters Morales uit Tucson Arizona maar nu verblijvend in de omgeving van San Antonio. Met hun Mexicaanse roots brachten zij reeds verscheidene cd's op de markt, zowel in het Engels als in het Spaans. Roberta en Lisa, want zo noemen deze schoonheden, zijn niet alleen mooi om naar te kijken maar aangezien het bij Rootstime voornamelijk om de muziek te doen is, ook prachtig om naar te luisteren. Het is een schitterend singer / songwriters duo. Hemelse stemmen, sfeervolle songs en steeds terzijde gestaan door David Spencer, een van Texas beste gitaristen. Werkelijk schitterende albums heben zij op ons losgelaten en over hun optreden in Brussel is nog steeds iedereen laaiend enthousiast. In 1990 kwamen zij voor het eerst met een cassette "Early Sessions" op de markt (zou nu ook op cd verkrijgbaar zijn ),in 1997 verscheen hun debuutcd "Ain't No Perfect Diamond" op hun eigen Record label "Luna Records". De opvolger "Someplace Far Away From Here" in 1999 en het volledig in mariachi style with flamenco guitar, violins, trumpets, accordian & percussion opgenomen "Para Gloria " in 2002 met oa : hun Spaanse versie van "Something Stupid" (Sinatra's). Ondertussen is het hier in Europa wat stilletjes geworden rond de gezusjes maar in Amerika treden zij nog regelmatig op en in select gezelschap oa: Joe Ely, Loyd Maines, Terri Hendrix, Buddy Miller (overigens op 29/1/ in de Handelsbeurs te Gent en genomineerd voor een Grammy voor zijn top album "Universal United House of Prayer"), Los Lobos ..etc. Het laatste nieuws dat ik van hun ontving was de geboorte aankondiging van Lisa's zoontje Thomas Manuel op 19/9/04. Congratulations !! Thomas en de fiere ouders stellen het opperbest. Ondertussen zijn zij al opnieuw begonnen met optredens , ondermeer deze maand twee in Canada , en zijn er plannen om in 2005 naar Europa (Frankrijk ?) op toernee te komen. From Country to Mexican ranchera music, honky tonk to sweet thougful ballads, a folk / rock Mexican - Americana singer / songwriters duo....Sisters Morales. Om te stelen !


 

DOV HAMMER
GOING DEEP
Website : www.dovhammer.com
Email : dov@dovhammer.com
drori_hammer@yahoo.com
label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/dovhammer

Wij hoorden Dov Hammer vroeger in elektrische bands (zoals de Ted Cooper Band) maar was ook te horen bij de beste Amerikaanse Blues artiesten zoals Paul deLay, Billy Branch, Zora Young, Willie Kent en King Earnest Baker. Ik raakte dus steeds nieuwsgieriger naar het solowerk van deze bescheiden 'Israel`s leading Blues artist'. Zijn roots liggen wel in Chicago maar woont nu al jaren in Tel Aviv. Zo verscheen in 1998 het album "Trouble" en in 2002 "Feels Like Home". En als je het mij vraagt waren dit al twee revolutionaire bluesplaten waarin Hammer voor mijn gevoel een grote indruk heeft nagelaten. Nu pas verscheen zijn derde solo album "Going Deep" en na het beluisteren van deze plaat kom ik tot de conclusie na drie cd's - Dov Hammer is een genie. Hij heeft namelijk iets onwaarschijnlijks voor elkaar gekregen, en weet dat onwaarschijnlijke ook bij anderen voor elkaar te krijgen. Blues kun je beschouwen als een vrij primitieve muziekvorm, en dat is meestal ook de kracht van de muziek - het gaat om emotie, het gaat om verdriet, het gaat om ellende, en hoe rauwer de muziek, hoe beter die emoties tot hun recht komen. Dat heeft Hammer heel goed begrepen, maar hij voegde iets toe dat in de blues vrij zeldzaam is - subtiliteit. En als ik zeg dat hij subtiliteit toevoegde bedoel ik dat ook letterlijk zo. Het knappe is namelijk dat hij de rauwheid en de ongepolijstheid van de blues juist vast weet te houden, en misschien zelfs wel weet te versterken, terwijl hij door de geraffineerde arrangementen en de ingenieuze ritmewisselingen meer diepgang weet te bereiken dan in het genre gebruikelijk is. Dat levert opwindende muziek op die niet snel zal vervelen. Hammer is geen purist - hij voegt nieuwe originele akoestische blues, met een gezonde dosis country en bluegrass, en zelfs een beetje rock eraan toe en weet ook muzikanten te ronselen die net zo'n open geest hebben als hijzelf, waardoor de muziek steeds spannend blijft. Op "Going Deep" werkte hij samen met de gitaartalenten van Ronnie Katz (ook uit de Ted Cooper Band periode), die ook de productie voor zijn rekening nam. Daarbuiten heeft Katz in co-writing met Hammer voor twaalf uitstekende songs gezorgd, waarvan de meeste geschreven zijn in hun 'home club' Mike's place. Up tempo songs zoals "Secret Smile", "Stranger" en "Holding On" staan in contrast tegenover de kalme ballade "Sweet Blues", en de folky bluegrass getinte "Silver Dollar" en "Her Love Is Like A Rock", waar nummers als "Evil Ways", "Move A Little Closer" en "Big Little Woman" meer stop-beat rhythmes vertonen. Muzikale vrienden Danny Zuckerman en Assaf "Sweettooth"Rozov (ook uit de Ted Cooper Band periode) weten zich stuk voor stuk in te houden en tonen zich uiterst dienstbaar aan de muziek van Hammer die voluit kan gaan op zijn harmonica. Zeker ook vermeldings waardig is Hillel Mogel die op zijn banjo prachtig werk levert. Als ik de keuze mag doen voor de playlist, dan gaat mijn keuze naar "Keep On Searching" omwille van het mooie tekst en het gospel gevoel in dit nummer. Als tweede valt mijn keuze op "Evil Ways" voor de catchy gitaar riffs, maar vooral voor de klassieke Chicago harmonica sound waarin Hammer op zijn best is. Dit alles maakt van "Going Deep" één van de betere bluesplaten van dit jaar. Ik denk dat het niet overdreven is te stellen dat Dov Hammer de blues een nieuwe impuls heeft gegeven die nog lang door zal werken. Het is te hopen dat hij, naast zijn solowerk ook nog doorgaat met andere projecten. Iemand om heel goed in de gaten te houden!


 

FLETCHER HARRINGTON & TOPEKA
LAND RUSH
website: www.lopie.com
label : Lopie Records
info : howdy@lopie.com

Fletcher Harrington was ooit de bezieler en frontman van the country-rock band Cowboy Buddha. De man die zijn roots heeft in de California garage/punk rage bracht eind jaren '90 verscheidene cd's uit, "Guns, Ammo, Bait, Film, Gifts, Snacks, Maps (1999) en "Cement Pond" (2000) Ondanks lovende kritieken :We have included Cowboy Buddha in our 'Top 12 Independent Bands in the US' feature. (Independent Songwriters Web-Magazine - July 1998) Cowboy Buddha plays jagged roots rock with an urgent country rock. / Cowboy Buddha deals knowingly and intelligently with its source material (Rating: 8 out of 10.) bleef het grote succes uit . ("When you play original music, you don't make a lot of money") Hij besloot dan maar om solo te gaan. De Cd "Eyes On Fire & Knuckles Sore" werd in zijn thuishaven bekroond als een van de beste Independent Albums en kreeg veel airplay (2001). De opvolger "The ghost in The Choir " (2003) kreeg zelfs het ondertussen reeds zo dikwijls aangehaalde ' compliment :Too indie rock to be country, and too Americana to be indi college radio fodder. Mooi, maar je koopt er geen brood van. Jammer, want Neil Young, Bob Dylan zijn er stinkend rijk mee geworden en dat is voor deze brave man (nog) niet weggelegd. Dan maar terug met band zal hij gedacht hebben en samen met zangeres Tanya Livingstone (Blind Ruby) en multi - instrumentalist Britt Collins (Moonhead) vormt hij nu de groep Topeka. En het is dankzij Tanya dat deze cd iets toegankelijker klinkt voor het grote publiek. Het mooie kind beschikt over een aardige stem en breekt het soms wat eentonige stemgeluid van Fletcher Harrington. Het is geen traditionele country of rock maar evolueert meer richting folk met electronische studiosnufjes en zelfs hier en daar wat trompetgeschal van Sarah Kramer . Sommigen noemen het "Cosmic American Music" of "Dessert Ambient Folk Music". Jezus, Maria en Jozef , wat gaan wij nog allemaal krijgen. Negen van de tien songs van dit album werden geschreven door Fletcher en ik kan het niet ontkennen, het steekt muzikaal allemaal goed in mekaar maar ik schat de vocale kwaliteiten van Tanya Livingstone toch een stukje hoger in dan die van Fletcher. Het zullen wellicht weer geen grote verkoopcijfers worden maar de man die wat trekjes heeft van Gram Parsons (die manier van storytelling, het alt.country gevoel) bekijkt het op zijn manier : "I've never been interested in what everybody else is doing . I am going to do what I'm going to do". Ook een verdienste.


 

OTIS TAYLOR
DOUBLE V
Website : www.otistaylor.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Distr. : Challenge Records Services
Email: info@challenge.nl
Web: www.challenge.nl

Otis Taylor heeft tot op heden vijf albums op zijn naam staan. Niet echt veel als je weet dat de man al in het midden van de jaren ‘60 zijn eerste groep oprichtte. Zijn debuut ‘Blue Eyed Monster’ kwam pas uit in 1995. Otis Taylor werd in 1948 geboren in de bluesstad Chicago, maar verhuisde al vrij gauw naar Denver. Daar werd de jonge Otis ondergedompeld in de blues en jazz. Hij leerde eerst banjo spelen (nog steeds een belangrijk instrument in zijn huidig werk), later volgen gitaar en mondharmonica. In het midden van de jaren ’60 vormde Otis zijn eerste bluesgroep (The Butterscotch Fire Departement Blues Band). De daarop volgende jaren speelt de jonge muzikant in verschillende bands tot hij in ’77 de muziekwereld voor bekeken hield en antiekhandelaar werd. Zijn muzikale mentor Kenny Passarelli (legendarische bassist, o.a. bekend van Elton John) overhaalde Otis echter om terug live te gaan spelen en zijn muziek uit te brengen. Op korte tijd groeide hij uit tot een van de boeiendste Amerikaanse bluesmen. Hij heeft nochtans geen spijt over zijn lange retraite en hij heeft zeker niet het gevoel tijd te hebben verloren. Otis Taylor is rijper dan een kwarteeuw geleden en kan nu betere songs schrijven, vaak met een sociale ondertoon. Hij schrijft liedjes en daarmee basta. Hij wil geen bepaalde boodschap overbrengen. Een onderwerp dat hij vaak behandelt, is de positie van de zwarten in de Verenigde Staten. Zoals bekend zijn die als slaven vanuit Afrika naar Amerika gebracht en heeft het een paar eeuwen geduurd vooraleer die slavernij was verdwenen. Hij is geen politicus of historicus, maar je kan er niet onderuit dat hij in zijn songs haarscherp het verleden analyseert en sociale mistoestanden duidt. En zelfs als hij meer persoonlijk nummers schrijft, zijn ze gebaseerd op waar gebeurde feiten. Het thema op zijn nieuwe CD "Double V" zijn de zwarte vrijheidsbewegingen in Amerika, na de tweede wereld oorlog, die vochten om het recht om te stemmen. De muziek is duister, intens en doorleefd. Vaak extreem sober, soms in één enkel akkoord. 'Trance blues' is de noemer. Het werkt buitengewoon effectief. "Double V" is de vijfde CD die Otis Taylor in zeer korte tijd op de markt brengt waar de drums weer ontbreken, waardoor veel ruimte ontstaat, die slechts minimaal ingevuld wordt, met op een aantal nummers een grote rol voor de cello van Ben Sollee. De blues van Taylor wordt door deze kruisbestuiving toegankelijk voor liefhebbers van de betere popmuziek.Taylor wordt daarom wel vergeleken met iemand als Ben Harper. De opnamen klinken fantastisch en Taylor heeft een krachtige, ruw maar soepele stem. Hij weet zijn boodschap in verhaaltjes sterk over te brengen, en de kale, opmerkelijke instrumentaties, met ongebruikelijke instrumenten als de cello's (er zijn er maar vier!), dragen sterk bij aan de kracht van dit werk.Taylor is volgens mij ook een van de weinige bluesmannen die het aandurft af te wijken van de gebaande bluesmuziek paden. Hoewel "Double V" nog intiemer klinkt als zijn voorganger weet Taylor wederom simpele grooves te omlijsten met messcherpe onderbouwde korte teksten. Op dit album treedt ook, voor het eerst, dochter Cassie Taylor uit de schaduw van haar vader in de verrukkelijke afsluiter "Buy Myself Some Freedom". Intens gloeiende liedjes zijn "Mandan Woman" en "Mama's Selling Heroin". Hoogtepunten zijn vooral "Reindeer Meat" en het instrumentale "Sounds of Attica". Otis Taylor is volgens sommige critici immers één van de belangrijkste hedendaagse bluesartiesten, hetgeen ik voluit moet beamen want Taylor is echt heel hip als ik kijk naar de huidige blues scene.


 

CHRIS BUSKEY
AND THE HIGH LONESOME PLAINS
THE RIVER AND THE SEA
http: www.highlonesomeplains.org
label : Horizon Music Group
info : plaidseason@yahoo.com
DWebbBooking@yahoo.com
www.horizonmusicgroup.com

Chris Buskey is a singer-songwriter from New Haven,Connecticut. He also fronts a band called the High Lonesome Plains. Members : John Lindberg (electric guitar/vocals), Johnny Java (drums/percussion), James Velvet (bass/vocals), Ian Alsgaard (piano/keyboard/organ/vocals) .Formed in ; New Haven, CT, 1998 Active in : New York, Boston, Providence, New Haven en in Belgie want wij ontvingen als een van de eersten de langverwachte fullcd van Chris Buskey en compagnie. Eerder verscheen van hem in 2002 het EP 'tje "Songs For young Lovers" en dat kreeg door dat een van de songs (Brass Ring, Nothing Lasts) op een musicsampler van Magnet Magazine terecht kwam, de nodige airplay (meer dan 35000 exemplaren gingen de deur uit). Chris Buskey & the High Lonesome Plains worden in de States vergeleken met grootheden als Wilco, Son Volt, Big Star, Neil Young en Crazy Horse, the Jayhawks, en the Only Ones. Eerlijk gezegd, na het meermaals beluisteren van dit prachtig nieuw schijfje horen zij in dat rijtje thuis. Alt country, Folk, Americana / Roots/ Rock music, dat doet ons hartje altijd feller kloppen. All songs written by Chris Buskey en zoals het betaamt in dit soort van de door ons zooooo gewaardeerde muziek, thema's als love, loss, fear, strength, hope and redemption. De songs "God & Texas", "Brass Ring", "Porchlight" die op dat Ep'tje stonden vinden wij gelukkig ook terug op dit album. Niet dat de andere songs van mindere kwaliteit zijn, integendeel zelfs, Buskey schrijft songs die je onmiddelijk bij de keel, hart en ziel (waar die ook mag zitten) grijpen.There's so much feeling and emotion packed into those songs you can't help but get in touch with your inner crybaby. Prima singer/songwriter en frontman van een band die wel eens kon uitgroeien tot een van de nieuwe revelaties van 2005. "Better than Ryan Adams and almost as good as Alex Chilton." (Frank Critelli). En die man kan het weten want hij was onlangs tesamen met Buskey en Ray Neal "on the road" voor een tiental akoustische optredens. Klasse !


 

STEWBOSS
THE PLACES WE MEET
Website : www.stewboss.com
Email : gregg@stewboss.com
label : Stewsongs Records
krisa@peoplepc.com
www.cdbaby.com/cd/stewboss4

Stewboss. Sweet Lullabye, de tweede plaat van dit trio uit California stond vierde in mijn jaarlijstje van 2002. Betekenisvolle kabbalistiek? Er waart een gloedvolle passie door de liedjes van Stewboss die het hart doet bonken en de ogen doet glinsteren. Waar deze relatief onbekende band te plaatsen? Denk aan Tom Petty. Denk aan Slobberbone. Maar denk vooral aan Stewboss. Het geheim? Zingen met de ziel. En de liedjes van zanger/gitarist Greg Sarfaty. Over The Places We Meet niets dan goeds. Een plaat als een stuwmeer dat langzaam maar gestaag haar kracht omzet in elektriciteit en aldus voor verlichting in het leven zorgt. En dat het wanhopige Warm Rain en het ronduit sombere Way Down Again nog beter zijn dan de andere tien liedjes is ronduit verbazingwekkend! Het akoestische en ingetogen l.e.e.p. kent zeven liedjes. Bassist Luke Storey is hier afwezig. In zijn plaats vinden we Chris Garcia, de producer van Sweet Lullebye, die trouwens ook op The Place We Meet speelt. Het eerste liedje, I Didn’t Notice, doet de adem stokken. Om de man heen woedt de wereldbrand. Alles vergaat. De man merkt het niet. All I saw, all I saw was you. Een liedje om stil bij te huilen. De overige zes liedjes halen deze pracht niet (de nieuwe uitvoering van Counting To 7 At Your Old Barstool (Time) van Sweet Lullabye, is zelfs wat overbodig), maar mooi zijn ze!
Wim Boluijt


 

ROMY KAYE
MY MOTHER' S DAUGHTER
website : www.romykaye.com
label : eigen beheer
info : romykaye@romykaye.com

Opgegroeid tussen Mam's blues en jazz collectie en een voorliefde voor Billie Holiday, Ella Fitzgerald en Sarah Vaughn, het kan niet anders of dit drukt een stempel op je muzikale ambities. Haar carriere begon in 1988 toen ze samen met A J Croce (leeft die man nog ?) het groepje "Romy Kaye and the Swingin' Gates" oprichtte. Maar na drie jaren besloot A J om solo te gaan en Romy wendde haar bevallige heupen richting Rockabilly. En dat ontging deze jongen natuurlijk niet. Met optredens in de befaamde Los Angeles clubs als The Derby en The Blue Saloon kon Romy met haar nieuwe band "The Shapiros" hun originele Western - swing - meets - Rockabily fair ten gehore brengen. Maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan en oude liefde roest niet en nog meer van die cliche's brachten Romy Kaye terug naar de muziek van haar jeugdjaren. Na een zevental maanden in Europa rond getoerd te hebben kon zij het niet laten om bij haar thuiskomst in San Diego eventjes de country/swingdraad (Romy Kaye and the All - Nighters) terug op te nemen. Maar haar ontmoeting met ex Beatfarmers lid Buddy Blue was tenslotte doorslaggevend om alles op haar oude en nieuwe liefde "Jazz" te zetten. In 2001 verliet zij de groep van Buddy Blue om met haar eigen Romy Kaye Trio haar debuutcd "My Mother's daughter" op te nemen en uit te brengen.Het album werd opgedragen aan haar overleden moeder, die jammer genoeg door de langdurige studio - opnames het eindresultaat nooit heeft mogen aanhoren.Uit die periode stamt ook haar medewerking aan het Sue Palmers projecten "Live at Dizzy's" (zie vorige review) en "Boogie Woogie & Motels Swing". Momenteel verblijft zij in New Orleans en is zij vooral aktief in de jazzclubs/festivals. Iets minder leuk voor deze jongen maar Romy Kaye is en blijft een natuurtalent.


 

GINA VILLALOBOS
ROCK 'N' ROLL PONY
Website : www.ginavillalobos.com
Email : Two70music@aol.com
Label : Kick Music Recordings
Distr: Laughing Outlaw Records
www.laughingoutlaw.com.au
laughingoutlaw@talk21.com

Volgens mij is Gina Villalobos een van de meest onderschatte country-zangeressen. Hoewel het labeltje?country-zangeres? doet Gina niet helemaal recht, want zij is veel allrounder. Het doet ons dan ook zeer veel deugd dat er ein-de-lijk een nieuw album, "Rock 'N' Roll Pony", van haar verschenen is. De songs completeren het hoogst fascinerende beeld dat Villalobos van zichzelf ophangt op deze opvolger van haar in 2002 verschenen debuut "Beg For Me". Eén beluistering van dit zelf geproduceerde en ook grotendeels zelf bij elkaar gepende geheel volstonden alvast om te weten dat dit een juweeltje van een rootsplaat is geworden, een plaat waarin we kunnen genieten van twaalf nieuwe Villalobos-songs. Het merendeel van de nummers is mid- en uptempo rootsrock, en gesteund door Kevin Haaland op gitaar en Sean Caffey aan het pedal-steelwerk, weet Villalobos zich best te manifesteren met haar wat gruizige stem, die het volume van de muziek met gemak aankan, zonder zich te hoeven overschreeuwen. Met haar elf eigen nummers en een knappe Americana-versie van World Party’s "Put The Message In The Box" weet Gina Villalobos duidelijk in hetzelfde schuitje te varen als een Lucinda Williams en ook Anne McCue, dewelke banjo speelt op de meezingers " I’m Alright" en "What I’d Give". Toch blijft Villalobos en haar songs centraal staan op dit prachtige album. Luister maar eens naar de zeer rockende nummers "Why" en "Fooling Around", het volledig akoestische "Trying To Find You" en het met gevoelige Wurlitzer-accentjes van Ben Pringle versierde "We Got It Slow", allemaal nummers waar ik mijn hoed voor af doe. "Rock 'N' Roll Pony" is tot nu toe het beste, wat Gina Villalobos tot nu toe uitbracht. Prachtige rootsrock muziek dus, die zelfs nog een beetje vernieuwend is.


 

IT ' S THE TAILDRAGGERS WILD ROCKABILY SHOW
website : www.taildraggers.nl
label : Rarity Rec. cd 2003 / Hot Rod Suit
Tombstone Rec. cd 2004 / I Don't Sound Like Nobody
info : thetaildraggers@hotmail.com

Van de vriendelijke jongens uit Zuid Limburg (Nl) "The Taildraggers" ontving ik een promo cd bestaande uit nummers van hun reeds eerder verschenen cd's. 'Hot Rod Suit' ( 2003) en 'I Don't Sound Like Nobody'( 2004 ). Van oorsprong een bluegrass / hillbilly band maar door de jaren heen uitgegroeid tot een van de voornaamste en betere Rockabillybands in Nederland en zelfs in Europa. Niet het bekende repertoire van de klassieke grootheden maar de obscure , niet voor de hand liggende Rock & Roll shakers afgewisseld met Hillbilly Boogie en Swing. Enkele namen : covers van Patt Cupp, Dave Rich, Jimmy Throbb en Charlie Adams. Maar ook eigen materiaal word niet geschuwd, meestal van de hand van Pascal Snijders. De huidige bezetting : Pascal Snijders / gitarist, zanger. Tiny Lathouwers (ex King Size Trio) / solo gitaar. Rudy Smeets / steelgitaar & 2de solo gitaar. Eric van Spreuwel ( bekend van de Stacy Cats) / contrabas en Tim Mercury / drums.(verantwoordelijk met vrouwtje lief voor de jaarlijkse "Car & Rockabilly Rumble" in Landgraaf, gemeente die bekend geworden is door "Pinkpop"). Nieuw bij de band is de oogverblindende Miss Maudie (vrouwtje van Pascal) die toch wel een speciaal tintje geeft aan hun optredens. Het oog wil ook wel eens wat. Met hun laatst verschenen cd brengen zij een hommage aan de King maar dan op hun eigen speciale manier. Prachtig album dat nu eens wat anders brengt dan de zoveelste slappe Elvis imitatie. Onbekende covers van de meester maar toch erg origineel gebracht.
Tracklisting:
I slipped, I stumbled, I fell / My Blue Heaven / Long Legged Girl / Loving You / Kissin' Cousins / Foolish Thoughts / Beach Boy Blues / Gonna Get back Home Somehow / Uncle Pen / I'm Gonna Live Some (Before I Die) / Once is Enough / I'm A Roustabout / Tomorrow Night / Slicin' Sand / Stop Look and Listen / Tennessee Saturday Night / That's the Stuff you Gotta Watch / I don't Sound Like Nobody / Bonustrack: The Lady Loves Me.
The Taildraggers hebben grootse plannen in het vooruitzicht, zo zijn er meerdere optredens in het verschiet en wil men rond de zomer een nieuwe cd uitbrengen. Wij zuller er benieuwd naar uitkijken. Mocht je zolang niet kunnen wachten dan geef ik je de raad om hun eerder verschenen albums aan te schaffen ( eigenlijk zou iedereen die al in zijn bezit moeten hebben) of organiseer eens een fuif, party, kroegentocht, festival ( alle inlichtingen zie boven). Niet duur wel steengoed !!! Dus voor een avondje Rock & Roll with some Swingin' Boppin' Hillbilly Boogie.....


 

TOM MANK & SERA JANE SMOLEN
SOULS OF BIRDS
Website : www.tommank.com
www.serasmolen.com
Email : tommank@earthlink.net
Label : I Town Records
www.itownrecords.com

Twee indrukwekkende cd’s leverden Tom Mank en Sera Jane Smolen de afgelopen jaren af. Cd’s die werden bejubeld door de critici, maar helaas nauwelijks werden verkocht en dat ondanks het feit dat dit duo werd vergeleken met de akoestische Walkabouts. De cello is een wondermooi instrument, het heeft duidelijk iets van de menselijke stem in zich. Het kan baslijntjes spelen, een gitaar of vocal ondersteunen, ook ermee converseren en uitblinken in fraaie solo's. Mits dat instrument natuurlijk een vakbekwaam bazinnetje heeft, zoals deze Dr. Sera Jane Smolen. Zij heeft aan het conservatorium gestudeerd, speelt in diverse orkesten en geeft momenteel les aan de universiteit van Mansfield. De vriendelijk uitziende meneer aan haar zijde is singer-songwriter Tom Mank uit Ithaca, New York en hij heeft, als zoveel van zijn collega’s, zichzelf alles aangeleerd! Hij schrijft poëtische teksten met mooie, herkenbare sfeerbeelden. Tom en Sera Jane noemen hun muziek "original folk blues improvisation", aan die adequate omschrijving hoef ik niets meer toe te voegen. Het vorige album "Conversations In Waves" werd nog in eigenbeheer uitgebracht maar voor het nieuwe "Souls Of Birds" hebben zij onderdak gevonden bij I-Town Records in hun woonplaats Ithaca, New York. Dit label kan zich met recht "independent" noemen, want het is een collectief, dat gerund wordt door de muzikanten zelf als gelijkwaardige partners. Een idee dat navolging verdient? Het garandeert artiesten in ieder geval genoeg rust en creatieve vrijheid om tot hoogstandjes te komen, want zo mogen we het werk van Tom en Sera Jane wel kwalificeren. Natuurlijk is er weer een prominente rol weggelegd voor Sera Jane en haar trouwe 1992 Spear cello! Op het album staat echter maar één instrumental, "Where Do You Bury A Gypsy", het is door haar zelfgeschreven. De andere acht songs worden door Tom gezongen, soms in spreekstijl, mooi en relaxed als de typische folksinger, terwijl hij kundig zijn akoestische gitaar bespeeld. Op het Oriëntaals geïnspireerde "Big Red Moon" leidt Sera Jane ongeveer zeven minuten het liedje in, waarna Mank met gitaar en stem overneemt, niet voor niets dat dit nummer ons elf minuten laat genieten. Naast die mooie stem van Tom, zijn de prachtige harmoniestemmetjes van verschillende gastzangeressen vermeldings waard. "Heart Of My Dreaming" is bijvoorbeeld een volmaakt duister-romantisch duet met violiste Dee Specker. Elders vinden we Patti Witten, die twee stukken samen met Tom schreef en haar intrigerende fluister-harmony te horen is in "Whisper to Each Other". Laura Branca zingt mee in het met een sfeervol late night-trompetje afgezoomde titelsong. Al bij al zeker geen gemakkelijke plaat, maar een zaak is zeker Tom Mank en Sera Jane Smolen bewijzen op hun derde album "Souls Of Birds" zeer goed op elkaar ingespeeld te zijn.


 

TUNNEY REEVES
I ' D BE LOSING
www.cdbaby.com / Tunney Reeves
label : eigen beheer
info : www.bakersfieldmusic.com

"I'd be Losing" is brim-full of rhythm and blues, rock-a-billy with an old fashion twist of tradional country western. Mocht Merle Haggard het loodje leggen dan kon deze Tunney Reeves wel eens klaar staan om eventueel een gooi te doen naar de top. Je kan er niet omheen, wanneer je Merle Haggard vermeld dan kom je zo bij Buck Owens en op die manier beland je dan automatisch bij de Bakersfieldsound. Op zijn vorige cd "Seasons of our Love "(2003) gaf hij met de openingstrack "Goodbye Nashville Hello Bakersfield" de richting aan die hij wou inslaan. En inderdaad de bouncy honky tonk, tearjerkers, tear-in-my-beer songs, fiddle, steel guitar, dobro, mandolin, banjo, kortom de hele reutemeteut is aanwezig om van "I'd Be Losing" een aangenaam real country album te maken. De man kreeg een enorme steun van Ron Dante (vocals en ooit oprichter van the Sugar Sugar Archies, weet je nog wel oudje?) en van Mark Yeary (piano, keyboards, Merle Haggard & the Strangers . All songs (10) written by Tunney Reeves en een pluimpje voor Reggie Langendoerfer, gitarist, producer en verantwoordelijk voor de perfecte Bakersfield sound op dit schijfje. Tunney Reeves nog onbekend maar niet onbemind. Leuke traditionele country deuntjes en Tunney draait er geen doekjes om :"I always try to convey real life circumstances in the music that I write and sing. I believe in keeping the Music real" ! Geen kapsones geen tra la la. "If it ain't country, it ain't Music". Meer info over Tunney Reeves kan je teruginden op http://www.tollbooth.org/2002/reviews/reeves.html


 

CELILO
SWEETEST THING
Website : www.celiloband.com
Email : csm71@hotmail.com
Label : Eigen beheer
Info : www.cdbaby.com/cd/celilo

Als ik zo'n sympathiek, in eigen beheer uitgebracht album in handen krijg, smelt ik altijd een beetje. Het harde werk, het bij elkaar geschraapte spaargeld, hulp van de hele familie en vriendenkring, dat straalt er allemaal van af. Celilo, traditionele alt.country. Ik hou wel van de muzieksoort, hoe kan het ook anders na al die jaren als fan van de Jayhawks, die alt.country als eerste liefde hebben. Doen we daar nog wat invloeden bij van Neil Young, Whiskeytown, Stones, Will Oldham, Gillian Welch en de Stanley Brothers; en dan weet u ommiddelijk waar deze band uit Portland, Oregon moet geklasseerd worden. Celilo Falls is een machtige waterval in de Columbia-rivier die door de bouw van een dam niet meer bestaat, maar Celilo bestaat echter wel en dit laten ze duidelijk horen op hun debuutalbum "Sweetest Thing". Sloan Martin heeft zo'n typerende stem die heel geschikt is voor alt.country en de alternatieve alt.country. Tevens heeft deze gitarist ook alle songs neergepend, en zoals bij meerdere songwriters horen we hier invloeden van Townes Van Zandt. Verder horen we ook Annalisa Woodlee op fiddle en backing vocals en Paul Brainard op lap steel. Prima muzikanten allemaal! Een goed in elkaar zittend album, wat zeker zijn weg naar de liefhebbers wel weet te vinden. Celilo is eindelijk weer eens een band die de kunst van het schrijven van perfecte popliedjes weet te combineren met het maken van uit de tenen komende alt-country songs. Het levert muziek van wereldklasse op. Mooie harmonieën, prachtige pedal steel en een werkelijk fantastische zanger houden de aandacht 12 nummers lang moeiteloos vast. Als deze band binnenkort niet wereldberoemd is weten wij het ook niet meer.


 

JAMES COTTON
BABY, DON'T YOU TEAR MY CLOTHES
www.jamescottonsuperharp.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Info : Challenge Records Services
Email: info@challenge.nl
Web: www.challenge.nl

2004 Grammy Nomination
for Best Traditional Blues Album

Dat James Cotton een select clubje vrienden heeft van muzikaal topniveau is nu een feit, zeker als je zijn laatste cd "Baby, Don't you Tear My Clothes" beluistert. Liefst negen zangers leveren daarop een bijdrage, en dan nog zonder de allround muzikanten meegerekend. Op het eerste gezicht is het allemaal veelbelovend. Bluesveteraan omringt zich met gasten van naam en neemt met hen een album op waarop niets hoeft en alles mag, zolang het maar leuk blijft. Mondharmonicaspeler James Cotton uit Tunica, Mississippi verdient natuurlijk ieders respect voor een lange en dienstbare loopbaan in de muziek. Die voerde hem van Sonny Boy Williamson via een eigen band naar Muddy Waters. Daar trad hij in de voetsporen van collega-smoelschuivers Junior Wells en Little Walter. In de jaren zestig ging 'Mr. Superharp' onder eigen naam verder en de hippiescene haalde hem als held binnen. Het leidde tot samenwerkingen met onder anderen Janis Joplin en Grateful Dead. Todd Rundgren produceerde een van zijn platen en Steve Miller mocht graag een potje met hem jammen. Zingen deed Cotton ook, tot keelkanker dat onmogelijk maakte. Op dit album worden de vocalen dan ook verzorgd door bekende namen uit de Amerikaanse rootsmuziek als Jim Lauderdale, Peter Rowan en Odetta. Het repertoire omvat werk van onder anderen Robert Johnson, Sam Cooke, Lightnin’ Hopkins, Bill Broonzy, Jimmie Rodgers en James Moore maar ook drie eigen nummers. Alleen Dave Alvin, C.J. Chenier en Rory Block laten de boel nog een beetje spetteren. Met name laatstgenoemde gaat even flink tekeer op de slide in Bill Broonzy’s "Mississippi Blues". Daarna mag het middelpunt van de belangstelling nog even zijn partner in het zonnetje zetten en wordt iedereen bedankt voor de medewerking. "Baby, Don't you Tear My Clothes" is mooi ingelijst door een veelheid aan instrumenten en zangstijlen, met in de kern James Cotton die als kenner-blues-veteraan hier een klasse, maar tevens gezellig album afleverd.


 

JERRY KING & THE RIVERTOWN RAMBLERS
OUT OF THIS WORLD
www.jerrykingandtherivertownramblers.com
label : V-8 Records
info: rivertownramblers@hotmail.com
veightproductions@hotmail.com

Eindelijk die kerstfeestmaaltijden voorbij en wat kan je dan beter doen om die luie, stramme benen en dikke buiken los te gooien met een lekker Rockabilly cd'tje. 'Directly from the River city, from Cincinnati Ohio ......JERRY KING AND THE RIVERTOWN RAMBLERS. 'Parents watch your children, cats watch your kittens, because JERRY KING & THE RIVERTOWN RAMBLERS are on the prowl'. ... Dit viertal is ondertussen uitgegroeid tot een van de best klinkende Rockabilly bandjes. Zij weten maar al te goed 'how to keep your hips shakin', feet - tappin, and girls twirlin to the unforgetable sound of the 50's'. Frontman en songwriter van dienst Jerry King (lead vocals, rhythm guitar), "Swingin Dave Johnson" ( drums), "Jason Roeper"(lead guitar) en "Jumpin Jeremiah Brockman (upright bass) zijn na het opnemen van twee cd's in de vermaarde Sun studio's in Memphis,TN. en optredens met ondermeer Dave Alvin, Sleepy La Beef, the Mavericks, Wanda Jackson, Cash O' Riley geen groentjes meer in het rockabilly wereldje. Slechts twee jaren samen en Jerry King en zijn groep zijn er al in geslaagd om na hun ijzersterk debuutalbum "The Sun Sessions" (dat voornamelijk bestond uit covers) ons opnieuw te verbazen met achttien songs van hoogstaande kwaliteit. 'Jerry King & the Rivertown Ramblers totally nail every song, with all the kicks, raw exitement and screams'. Fender en Gretsch gitaren, covers van ondermeer Charlie Feathers ("Tongue Tied Jill" en "The Man In Love"), Shuffling beats, soulful en twangy lead vocals, invloeden van onder meer Gene Vincent, Roy Orbison, Billy Lee Riley, Elvis..etc., wat kan een mens nog meer verwachten ? Jerry King and the Rivertown Ramblers are the real deal!


 

JEM CROSSLAND
& THE HYPERTONICS
RUMBLIN ' 88
website : www.jemandtonics.com
label : eigen beheer
info :pernina@bellsouth.net

Roots-Rock Rockabilly from Charlotte, NC .
Jem Crossland - Guitar & Vocals, John Marlow - Drums, Chipps Baker - Upright & Electric Bass, Tenor Saxophone .Romp to Hypertonics' rockabilly beat -- The music is a rowdy, rousing, fun-filled hybrid of rock and roll, hillbilly and R&B. Dit is een prima afsluiter voor het jaar 2004. Ik heb de laatste maanden serieus wat rockabilly mogen beluisteren en iedere keer denk ik: dit is goed, dit is beter maar.. dit is geweldig. Wat Jem Crossland (from the United Kingdom) bezielt heeft om naar de Usa te emigreren mag God weten maar wat hij op de opvolger van "Sax, drums and Rock & Roll" tesamen met John Marlow en Chipps Baker (lid van de Belmont Playboys en die waren ooit te gast op Moulin Blues Ospel) laat horen is grandioos. Zestien songs waaronder slechts enkele covers, ondermeer "It Takes All Kinds Of People" van The Big O, "Sweet and Easy to Love" van S. Philips. Voor de rest eigen materiaal van Harley liefhebber en frontman Jem Crossland. Zelf beschouwen zij zich niet als een echte rockabillyband maar omschrijven het liever als JEM CROSSLAND & the The Hypertonics are a tutti-frutti "be bop a lula" bunch of cool cats mixing some old-school twang with an early rock "thang". Ik zou deze band eens graag bezig zien want het moet fantastisch klinken (die Upright bass en vooral die lekkere Tenor Sax, luister eens naar "Look What You' ve Done to Me") . Af en toe een flinke scheut country / roots die wat aan the Mavericks doen denken ("Sweet and Easy to Love") het van "Such A Night" gepikt "Lovin Touch", gezellige rockabilly riedeltjes als "Good Lovin'", "Trowin' Up All night", "Right Where I belong". Hun liefde voor motoren en cars weerspiegelt zich in "Rumblin' 88" en "What good Can I do" zou van Buddy Holly kunnen geweest zijn . "Who Stole My Beer" zou moeten uitgroeien tot "het" cafe, party, festval lijflied (doet wat aan The Beatfarmers denken). Afgesloten wordt met het rockertje (à David Edmunds) "Damned Old Ford" on the Highway to Heaven. Everybody's Rockin' But Me.... ? Ja watte ...Jem Crossland & the Hypertonics are a Rockabilly, Roots Rock 'n Roll and Country & Western band from Charlotte North Carolina, blending the best of traditional Americana with a pop rockability to create a unique sound all their own. Saturday night, get your honky tonking togs on, grab your rockabilly baby and jump to see Jem Crossland and The Hypertonics at.....BRBF Peer (Belgie), Moulin Blues Ospel (Nl) of op welk podium dan ook. Klasse !


 

NANCY MCCALLION
Website : www.nancymccallion.com
Email : mccalll@mindspring.com
Label : Taller Dog
www.cdbaby.com/cd/nmccallion

Nu iedereen er lovend over doet, mogen wij ons wel even laten gaan. Nancy McCallion, een van de oprichtsters van de Mollys, verrast ons met het fraaie titelloze debuut waarop we een zangeres horen die op geheel eigen wijze invloeden uit folk, country en roots vermengt in prachtliedjes. Het heeft wel wat raakvlakken met de muziek van Rosie Flores, maar dan wel haar vroegere platen, ook zo’n zangeres met een volkomen uniek eigen geluid. Van dat soort zangeressen kunnen we er niet genoeg hebben, dit debuut wordt daarom ook door ons met open armen ontvangen. McCallion doet meer met country. In wezen beproeft ze tamelijk traditioneel het singer-songwritergenre, maar daar voegt ze allerlei elementen (Ierse en Mexicaanse invloeden) aan toe waardoor de dertien liedjes iets eigens meekrijgen. En wat een begeleiding ! Danny Krieger en Teddy Morgan in twee nummers aan de elektrische gitaren, Austin fiddlespeelster Darcie Deaville, Stefan George op dobro, Earl Edmonson op harmonica, Steve Grams op bas en Ralph Gilmore op drums. Een debuut met ijzersterke liedjes laat vooral een traditioneel countrygeluid horen, en hier en daar komen McCallions Ierse roots om de hoek piepen. Vergelijken met anderen is zinloos want Nancy McCallion heeft een opvallend eigen geluid. Een geluid dat wat ons betreft heel veel toekomst heeft. Wat er ook gaat gebeuren, dit prachtdebuut neemt niemand ons meer af.


 

BILL SHEFFIELD
HEARING THINGS
Website : www.billsheffieldblues.com
E-mail: gypsyv@mindspring.com
Label: American Roots & Blues Records
www.cdbaby.com/cd/billsheffield

Van mijn collega/bluespromotor Frankie Goeijenbier van mijn favoriete bluessite in Nederland, Bluescruisers (www.bluescruisers.net : "Bluescruisers Holland" is an independent non-profit site for the promotion of Blues Music and Blues Musicians) ontvingen we deze rootsy cd van Bill Sheffield. En ja ze melden zich ieder jaar, singer-songwriters die roots in blues stoppen en tegelijk stoer als gevoelig klinken en die daarmee passen in het straatje van lieden als Dave Mason, om er maar ééntje te noemen. Bill Sheffield heet het nieuwe familielid, een uit Deep South (Atlanta, Georgia) afkomstige zanger-gitarist die met "Hearing Things" zijn zevende album afleverd. Wat hier aan vooraf gaat is dan ook wel een beetje blanke bluesgeschiedenis. Op het album "In The Beginning"(1974), van Roy Buchanan mocht Sheffield op de leeftijd van drieentwintig debuteren, en men weet dat wie mocht spelen bij de legendarische Buchanon, een meer dan gemiddelde gitarist moest zijn. Roy Buchanan omschreef hem als : "Bill is the most underrated guitarist he's ever heard." In de loop van de jaren had Sheffield een heleboel bands, maar kerfde hij zich een eigen reputatie als podiumbeest met zijn Gibson of Martin OM, fingerpicking of slide, en met een hoog, klaar stemgeluid. Sheffield kiest voor het vertrouwde geluid van countryblues en gevoelige ballads en plakt daar eveneens vertrouwde onderwerpen aan vast: het leven on the road, een eerbetoon aan het boerenleven en natuurlijk de liefde. Dat biedt voldoende stof voor twaalf liedjes waarbij we het gevoel krijgen dat alles live werd opgenomen, zoals zijn vorige twee cd's (Live at the Blue Raccoon in Marietta, GA, en Live at the Northside Tavern in Atlanta, GA). Deze keer is het dus wel een studioopname, en wat voor een ! Voor de variatie zorgen frisse rootsmomenten als de opener "The Error Of My Ways", die zeer dynamisch opent met veel ironie en een stapeltje doordenkers. "13 Hours On The Highway" staat al lang op de loonlijst, maar nu is er van die favoriet van vele fans een studioversie en "Cooter Brown" chuckberryt lekker weg. De meer ingetogen momenten waarop Sheffield liefdevol teruggrijpt is wel Duane Allmans "Little Martha", een veeleisende instrumental, maar Sheffield doet er mooie dingen mee en sporadisch krijgt hij een beetje hulp: zo zingt Kristin Markiton tweede stem op "Over And Over Again". U zal het ondertussen alvast begrepen hebben op "Hearing Things", bewandelt Sheffield geen zuivere bluesy wegen, maar ook folk, country, en, algemeen gesproken, verwerkt hij allerlei Americana. Bill Sheffield laat geen nieuw geluid horen, maar wel een overtuigend. Van zulke platen verschijnen er ieder jaar een paar, ik mag ze graag tot me nemen of laten sturen, hé Frankie !

BILL SHEFFIELD
with THE RINGTAIL ROUNDERS
1 CENT CANDY
Website : www.billsheffieldblues.com
E-mail: gypsyv@mindspring.com
Label: American Roots & Blues
Records
www.cdbaby.com/cd/billsheffield2

Dit akoestische album was reeds opgenomen in 2001. Door het grote succes van vorig beproken album "Hearing Things" leidde dit tot de heruitgave van deze plaat door American Roots & Blues Records.

Meer info : American Roots & Blues Records
www.arbrecords.com


 

NANCY APPLE
SHOULDA LIED ABOUT THAT
website: www.nancyapple.com
label : Ringo Records
info : www.ringorecords.net
NancyApple@aol.com

Wanneer Nico Druyf (Euro Americana Chart) ons verzocht om de beste cd's van het afgelopen jaar te vermelden moest ik serieus in mijn papieren duikelen. Een dagje ouder en mijn geheugen laat mij ook al eens in de steek dus... Aangezien ik de cd "Memphis 3RD & Beale" van Barbara Blue een van de hoogtepunten vond en ik deze artieste, waar ik ondertussen een ferme boon voor heb, leerde kennen via de links op de site van "The Queen Of Country & Princess Of Twang" of zoals U wil "The Cadillac Girl" was de link naar dit album gauw gevallen. Uwe frank (of euro) nog niet gevallen over wie ik het heb? Niemand minder dan Nancy Apple. Wanneer ik contact nam met Nancy verzekerde zij mij dat ik niet onmiddelijk respons zou krijgen want zij zat er nogal druk in. Buiten haar eigen solo carriere is Nancy ook nog aktief met "Tennessee Triple Threat" een gelegenheidsgroepje met Duane Jarvis en Phil Lee (jammer dat wij die bezetting niet gekregen hebben op Blue Highways) en vormt zij samen met Susie Salley (another honky-tonk singer) het duo met de originele naam "The Darlins". Bovendien doet zij nog wat dj werk, film & tv optredens, back-up vocals bij ondermeer Keith Sykes (die in ruime mate aanwezig is op dit album),Todd Snider, Dan Baird, en of dit nog niet genoeg is deinst Nancy, buiten zingen, niet terug voor wat drums, gitaar, harmonica en accordion. Als je dit allemaal optelt dan kan ik haar antwoord maar al te goed begrijpen. Maar eind goed al goed en dankzij Nico en Barbara Blue kwam de recenste cd (maar toch ook al van 2003) van Nancy Apple terug in mijn cd speler terecht. Ik blijf het nog steeds een goed album vinden al was de voorganger "Outside the Lines" iets meer Rockabilly. Nu iets meer country en met klassesongs als "Queen of Country", "The Outlaw" (met yodel van Sid Selvidge), "Hard Luck 'N Old Dogs" en de openingstrack "This Time Around" bewijst of bewees Nancy Apple dat zij wel degelijk thuishoort in dat galerijtje met Libbi Bosworth (out met gezondheidsproblemen), Rosie Flores,Kimmie Rhodes (ook een nieuwe cd uit),de jonge Wanda Jackson, jill Olson, Wendy Lebeau, Josie Kreuzer, Lisa & Her Kin, Marti Brom...NANCY APPLE IS AS COUNTRY AS CASH, AS ROCKIN' AS CARL, AND BYGOD AS BOLD AS ELVIS!


 

STEPHANIE DAVIS
CROCUS IN THE SNOW
website:www.stephaniedavis.net
label : Recluse Records
info:Rick Philipp
recon@cmn.net

"The song, especially a great one, is king, and the singers are its subjects." Eerlijk en oprecht lijk de songs van singer/songwriter /storyteller Stephanie Davis (Montana) die met de cd "Crocus In The Snow" aan haar derde album (op haar eigen Recordlabel) toe is. Veel variatie met ondermeer Western swing style (openingstrack "Something about Montana") songs with a bluegrass Gospel sound ("Turning To The Light with Garrison Keillor"), Rockabilly style with yodeling fun ("Yodel Blues" met Doug Green van The Riders In The Sky), een duet met Ray Benson van Asleep At the Wheel ("You been a friend to me ", stevige Tex-Mex polka), zelfs een scheutje blues ("Talkin' Harvest time Blues"), moderne Country ("Just a Cup of Coffee", kon wel eens een dijk van een hit worden) en het prachtige titelnummer "Crocus In The Snow" kenmerken dit schijfje. Songs met diverse overwegingen ("Some Things cost Too Much"), songs met herinneringen aan een Vietnam veteraan (Ikey) en als afsluiter een teder en liefdevol "Goodnight Little Cowpup". Stephanie Davis wordt heden ten dage beschouwd als een van de beste songwriters. Ondermeer Garth Brooks nam een zestal songs (om : "The Gift", "Wolves", "We Shall Be Free") van Stephanie op maar ook andere artiesten als Waylon Jennings, Martina Mc Bride, Don Edwards en zelfs Roger Whittaker. Als je die status verovert is het niet zo moeilijk om mensen als Lloyd Maines (steel en dobro), Floyd Domino (piano), Bobby flores (fiddle), Chris Cage (piano, accordion) bereid te vinden om een handje toe te steken in de studio. Met een schitterend resultaat als gevolg. Twaalf songs en meer dan 45 minuten luisterplezier . Dit is een prachtig album van a cowboy's dream, and a rancher's delight. One of the sharpest pens and sweetest voices in Montana. (She's a crack fiddler and plays cornet, too, on top of being a good guitar player), with a big sky heart.

Discography :
Album :
2004 Crocus in the Snow
1998 River of No Return
1996 I'm Pullin' Through
1993 Stephanie Davis
Single/EP :
1993 It's All in the Heart
Also Appears On :
2000 In the Beginning: A Songwriter's Tribute to Garth Brooks


 

THE SWIFTYS
Website : www.theswiftys.net
Email : info@theswiftys.net
Label : Eigen Beheer

Het is vaker vertoond; rijpende muzikanten die overschakelen op rootsmuziek, ofwel countrymuziek. The Swiftys uit Edmonton, Canada, is zo'n gezelschap. De drie bandleden speelden voorheen in uiteenlopende lokale bandjes, maar vonden elkaar nadat singer/songwriter/multi-instrumentalist Shawn Swifty Jonasson (Old Reliable, House of Payne, Jen Kraatz en the Whispers) een serie liedjes had geschreven met duidelijke country-invloeden, die met zijn stem het beste overweg kan met pure country. Tijd voor een nieuw avontuur dacht hij, en niet veel later zaten The Swiftys in de studio. Met hun titelloze plaat meent u dat Johnny Cash herrezen is in "Find another Fool" en dat Waylon Jennings Cash vergezelt in de cover "Only Daddy That´ll Walk The Line". Daarnaast put dit trio dat verder bestaat uit Jody Thump Johnson (Wendell Donovan, House of Payne, Mike Caldwell) aan de staande en elektrische bas en Grant Stovetop Stovel (Sue Foley, Brent Parkin, Don Johnson) aan de drums, hun invloeden naast Cash en Jennings uit Steve Earle, maar ook uit de rock'n'roll legenden als CCR en The Band, zoals in "Dealin´With The Deal"en "Rollin´Back (To You)". The Swiftys zoeken het in een mix van ruige en softe rock en country met folktonen. Het resultaat komt in de buurt van countryrockers van het eerste uur hetgeen wil zeggen dat binnen een liedje (thema's: drank, vrouwen, outlaws) rock over gaat in een lieflijker geluid, of andersom, wat zorgt voor een zekere spanning. Nadeel vind ik wel dat het vooral een midtempo-plaat is geworden, met als gevolg dat de spanningsboog niet altijd strak gespannen staat. Da's jammer. Juist in dit genre kan een beetje meer vuurwerk geen kwaad. Met andere woorden: aardig debuut, maar had beter gekund.


 

ATOMIC 7
EN HILLBILLY CALIENTE
website : www.mintrecs.com
label : Mint Records
info : mintyvette@aol.com

Brian Connelly (Neko Case & her Boyfriends, Shadowy Men on a Shadowy Planet) on guitar, Clinton Ryder on double bass and Mike Andreosso on drums vormen Atomic 7. Hou je van een instrumentale Rock & Roll band, Hillbilly, Big Rig rockers of de happy-go-lucky Bakersfield sound , spaghetti western themes (Ennio Morricone) with Shadowy-style surf-rock and loungey bachelor-pad ass-shakers, want to bring back some of that old energy, jumping genres with tireless finesse and flourish at the mere flick of guitar pick - campy tiki cocktail lounge, fiery rockabilly rave-ups, slowly smouldering western twang .... slechts een adres....ATOMIC 7 uit Toronto (Canada). If the twang is the thang, as guitar legend Duane Eddy put it in 1960, then Brian Connelly has what it takes. Onvoorstelbaar wat Brian Connelly (die bij ons beter bekend is als gitarist bij Neko Case (zie review Nov.) uit zijn gitaar schudt. Voor de gitaarfreaks onder ons moet dit album smullen en genieten zijn. Met open mond, ogen en oren want het lijkt alsof alle muziekstromingen in een zeventien tal songs en in iets minder dan 35 minuten de revue passeren. Songs met de eigenaardigste titels : "Kicking At The ghost Off Ass", "Funeral Hotpants", "The Happy Fingers Method" (maar goed dat het over gitaarspelen gaat, een mens zou nog andere gedachten kunnen krijgen), "Various Rats Are Whacked", "The Wreck Of The Dick Family Wiener Boat". Iets heel anders dan "Verlaat mij nooit" of "Zeven anjers, Zeven rozen". Ieder nummer van dit album doet je wel aan iemand of iets denken, namen als the Shadows, the Ventures, Link Wray, Duane Eddy, de story's van Clapton, Hendrix, Vaughn is "GOD". Maar het is niemand anders dan Brian Connelly die met zijn breezy guitar twangs, strums and plucks de show steelt. Zelf omschrijft Brian het als volgt :" I'm always influenced by stuff I see walking around or that happens to me. The music and title are all one package." Dit is een ideale cd om bij een zomerse barbeque, gekleed met een Hawaiaans T shirt, lekker gek te doen. Tanks to : Mint Records / independent record label based out of Vancouver, British Columbia, Canada.


 

JUSTIN CURTIS
TALK TALK TALK
website : www.justincurtis.com
label : Lazy J Records
info : justin@justincurtis.com

"Some people have too much to say about nothing mutch at all." Niet van de een of andere wereldverbeteraar maar uit de mond van Justin Curtis komen deze woorden en geven een beetje uitleg over de titelsong van zijn laatste album. Gaan de Rockabillyers nu ook al de literaire toer op ? Ik denk van niet want voor de rest gaat het op dit album over vertrouwde thema's als "Cadillac Girls", "I Wanna Rob Trains", "Ice Cream Boogie", "Burn Down the House", "I've Never Been to Prison". 'Songs about love, trains and bad weather, stompin' hillbilly honky tonkin' tunes with a rockabilly boom-chicka-boom beat'. Deze Canadees van geboorte wiens stem erg lijkt op die van Marc Bristol (van het magazine "Blue Suede News" en muzikaal actief met zijn Shack Shakers en de Filé Gumbo Zydeco Band. Ik zag de man ooit bezig op het Hembsby festival en had toen de mogelijkheid om een praatje met hem te slaan. Zeer sympathiek man en klasse artiest) is al een tijdje actief in de wereld van honk-tonk, hillbilly, country en American roots music. Met meer dan 2100 optredens op zijn aktief (zowel solo als met begeleiding van zijn vijfkoppige band) is de man ondertussen een vaste waarde geworden, niet in het minst door zijn aan J. Cash opgedragen tribute shows. De man krijgt op dit album om. assistentie van zijn vrouwtje Sally-Jo (vocals & acoustic bass) en gitaarvirtuoos Deke Dickerson. Justin (vocals, acoustic guitar en harmonica) schreef de elf songs van dit schijfje zelf en laat de humor niet achterwege . Zo schreef hij "I've Never Been to Prison" voor 'the Bitter Divorced Men's Club' en "Nothing To Do" (a happy little song about being depressed). Momenteel verblijft hij in Los Angeles en ik denk dat hij met dit nieuw album het volgende bereikt heeft : 'Just a great CD to liven up any party. Clever, catchy lyrics, and beats to warm the heart of any rockabilly dancers and get 'em on their feet. This is just the thing for a rockin' party. Give it a go'!! Meer moet dat niet zijn.


 

PAULINE REESE
THE GOOD, THE BAD AND THE UGLY
website: www.paulinereese.com
label:Paradora Records/John Burris
paradorarecords@aol.com
info :
shayne@lockeentertainment.com

The Ugly....? Het zal wel een grapje wezen want de voor mij onbekende Pauline Reese ziet er fantastisch uit. Prachtige presskit met bijhorende foto's die doen denken aan cowboy en westernfilms, mooie cowgirls en de muziek die meestal bestaat uit van die platte mainstream country. Tot mijn grote verbazing heeft deze jongedame (27 lentes) heel wat meer in haar mars dan het zoveelste leuke Nashvillesnoetje te zijn. Opgegroeid in de country, bluegrass en rodeo middens verblijft dit mooie kind reeds meer dan vijftien jaren in Austin en zat al die tijd niet stil. Opnamen met Clay Blaker, songwriting met Steve Fromholz en de legendarische Freddy Powers, figureren in video's van Merle Heggard en Willie Nelson, optredens op Farm Aid (2000), Pat Green & Friends 4th of July Picnic (2002 en 2004), een Europese toer in 2003. Een bezig bijtje (nu eens niet Maya maar Pauline genaamd). Met "The Good,The Bad and The Ugly" is Pauline Reese inmiddels aan haar derde cd toe. Het is een modern country album dat mij bij aanvang een beetje deed huiveren. Het introotje van Ennio's Morricone's klassesucces (met de gelijknamige titel als dit album) werd gelukkig onmiddelijk afgewisseld met shuffles, waltzes, swing and western ballads en zelfs een Spanish Polka that was influenced by one of her favorite Tejano artists, Little Joe y La Familia.. Het refereert een tikkeltje naar Kelly Willis, Tish Hinojosa, Kimmie Rhodes, Heather Myles. Prachtige stem, jankende steelgitaar geluiden van Tommy Detamore, Bobby Flores (fiddle & background vocals), Redd Volckaert (electric guitar), Al Gomez (horns) en zelfs een duet song ("Pick Up the Pieces" ) met Willie Nelson, veel eigen materiaal en een cover van de "Honky Tonks Songs" (Dolly Parton ) brengen dit album op een meer dan behoorlijk niveau. Geen alt.country of Americana maar Pauline 'packs a country punch with her traditional soaring vocals and quality writing'. Texas Country and Texas Proud !!!


 

SUE PALMER
LIVE AT DIZZY *S
website : www.suepalmer.com
label : eigen beheer
suequeenofboogiewoogiepalmer@hotmail.com

'Live at Dizzy's" is her recent release and is a live account of her multimedia show in February 2002, featuring Sue Palmer & Her Motel Swing Orchestra with special guests Romy Kaye, David Mosby, and Chuck Perrin. It was voted the Best Blues Album Award at the San Diego Music Awards, 2002-2003'. Ladies & Gentlemen ......please welcome ...San Diego' s Queen of Boogie Woogie .... Sue Palmer !!! Wie haar ooit live aan het werk gezien zal haar niet gemakkelijk vergeten. Ik had ooit het genoegen om haar, samen met dat ander buitenbeentje Candye Kane and the Swingin' Armadillos, aan het werk te zien. 12-bar blues, boogie woogie, swing, jazz or country, U roept maar, en Sue Palmer with her unique style and phenomenal left hand laat iedereen mee genieten van haar recente multimedia "One Woman Show" February 2002, a theatre presentation of "Soundtrack to a B Movie" . Sue Palmer & Her Motel Swing Orchestra (Sharon Shufelt-drums, Oliver Shirley-bass, Steve Wilcox-guitar, April West-trombone, Jonny Viau-sax, percussie) kregen bij deze live opnames vocale ondersteuning van ondermeer : Deejha Marie, David Mosby, Romy Kaye. Hoe het er eventueel aan toe kan gaan bij optredens van Sue Palmer, getuigt Harvey Barkan, LA Jazz Scene : "Sue Palmer was leader and wonderful boogiewoogie pianist who seemed to put the room into motion. I didn't see anyone not moving to the music. April West's outstanding trombone playing left me speechless, especially when she removed her right shoe and played it with her foot for one tune! Drummer Sharon Shufelt drove the band and vocalist Deejha Marie captured the audience with her first note and didn't turn them loose until the set ended. This San Diego based band with vocalist was one of the highlights of this festival, and a must see feature." Dit album is een prachtig overzicht van Sue Palmers virtuositeit en hoewel zij meer en meer de jazzy toer opgaat is haar muziek nog altijd te pruimen voor American roots music liefhebbers. "Unless you live in San Diego County, Sue Palmer & Her Motel Swing Orchestra may just be the best band you've never heard of. This isn't Palmer's first disc, but the issue is her best. Like most musicians, Palmer and her 8-piece band feed off the presence of an appreciative audience and it shows." Eerder verschenen van Sue Palmer : "Boogie Woogie & Motel Swing" 1999 & "Soundtrack to a B-Movie" 2001.


 

BOB REA
BLACK HIGHWAY
website : www.bobreamusic.com
label : Shiney Dime Music
info :shinydime@bobreamusic.com

Bob Rea (geen familie van Chris) is een man naar mijn hart. In 1999 belande hij in Nashville en met zijn verzameling van songs onder de arm (meer dan dertig jaren ervaring in singer/songwriting) had hij al onmiddelijk door dat hij niet thuishoorde in het commmerciele 'om den brode' schrijven. De ex bouwvakker die ook nog een tijdje zijn boterham verdiende in de olievelden van The Soudwest trad s'avonds op met de locale country en rock bands en kreeg daar de smaak te pakken om op eigen houtje verder te gaan. En het mag gezegd worden...Bob Rea liet er geen gras overgroeien. Met songwriting had hij geen enkele moeite : "Writing songs for me was like a river flowing, I couldn't have stopped it I tried-songs just came out anyway". De man richtte zijn eigen Recordlabel "Shiney Dime Music" op en met zijn debuutcd "Black Highway" geeft Bob Rea zijn visitekaartje af. En wat voor eentje, met ondermeer Randy Kohrs (dobro), Pat Mc Grath (mandolin) en Rob Hajacos (fiddle) slaagt Bob Rea er in om eind 2004 mij nog gauw te verbazen met een steengoed album. De man kreeg jaren geleden het verwijt te horen dat wat hij deed veel leek op Bob Dylan (terwijl hij zelf er van uit ging dat hij veel meer aanleunde bij wat Woody Guthrie ooit op plaat zette). Bob Rea kocht onmiddelijk alles wat er ooit verschenen was van Bob Dylan en kwam tot de slotsom dat noch hij noch Bob Dylan er ooit in geslaagd zijn om de sound en de gedachtengang van Woody ook maar enigszins te benaderen. Neen, Bob Rea ontwikkelt zijn eigen storytelling en hij doet mij veel meer denken aan John Prine, Tom Russel, Steve Young en aan releases van Dave Alvin (Ashgrove) en J J Cale's "To Tulsa and Back". Bijzonder gevarieerd album met heerlijke songs, die je heerlijk doen dagdromen van de thema's die Bob Rea aansnijdt : "Black Highway", "Concrete Rainbow" boven "Birmingham", of de "Blue Eyed Girl". Hij doet je nadenken over pijn en vreugde ("The Law", "Nobody Cries" ) en mijmeren over de dingen des levens ("Three Days to Live", "What Might' ve Been"). Het enige dat er ontbreekt aan dit schitterend album is de gebrekkige informatie over de muzikanten die Bob begeleiden en de afwezigheid van de songteksten in het overigens leuk digipackje. Maar voor de rest : If you're an Americana fan and you don't buy this cd, you're just plain crazy.Rea is a talented musician and songwriter and a true blessing to the Americana and Bluegrass music industry. Rea moves listeners through his honest lyrics and tangy, untainted sound. I encourage anyone interested in Bob Rea to take a personal journey to : www.bobreamusic.com Klasse!


 

THE BLUE VOODOO
SPARKLE AND SHINE
Website : www.thebluevoodoo.com
email : the_bluevoodoo@shaw.ca
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/bluevoodoo2

"Sparkle and Shine", dit is de tweede studio-cd van de uit Vancouver komende The Blue Voodoo en het wordt nu toch echt tijd dat de heren in Belgenland wat meer bekendheid gaan krijgen. In Amerika is de band al mateloos populair en treden ze veel op in uitverkochte zalen. Bij het horen van deze tweede cd begrijp je al snel waarom. De band speelt overdonderend en overtuigend en heeft een zeer eigen geluid. Dat laatste komt onder meer door de unieke line-up van het Canadees trio (Rick Dalgarno, Ted Tosoff en Chris Weekes): zang ,akoestische gitaar, slide gitaar, bas, harmonica, dobro en percussie. "Sparkle and Shine" is net zo goed als zijn voorganger, het debuut album "Ride" uit 2003. Het songmateriaal is van begin tot eind sterk, invloeden van Little Feat, The Band en The Subdudes komen soms naar voren. Bij het beluisteren van "Sparkle and Shine", is het wel duidelijk dat dit trio leentjebuur bij hun grote voorbeelden heeft gespeelt. Niet alleen heeft de band een percussionist in plaats van een drummer, ook de sfeer van de plaat doen beiden heel sterk denken aan die laatst voornoemde band, The Subdudes. Ook kan die vergelijking op voor de vocalen. Opvallend aan deze sterke plaat is niet alleen het totaal eigengemaakte nummers, dat Ted Tosoff op het lijf lijkt te zijn geschreven, maar ook de goede lijn in deze Blue Voodoo plaat. De meest klassieke elementen vinden we terug op een groot aantal nummers op de plaat, uitgesponnen stukken met akoestische roots en blues rock inslag terwijl ook de lamenterende zang van Ted " Teddy J" Tosoff en Rick "the devil" Dalgarno ruimschoots aanwezig zijn. Maar ook dankzij het fraai slidespel van deze laatste is "Sparkle and Shine" daarmee een hele fraaie en complete plaat geworden die zeker zich kan meten met platen van de reeds aangehaalde klassiekers uit dat vorige tijdperk. Een zeer grote verassing dus. The Blue Voodoo is wat dat betreft het schoolvoorbeeld. "Sparkle and Shine" mag dan ook gezien worden als een plaat waarvan ik gehoopt had dat die nog gemaakt zou worden!



 

DAVE GLEASON
DAVE GLEASON ' S WASTED DAYS
MIDNIGHT, CALIFORNIA
website:www.dave-gleason.com
label : WELL WORN RECORDS
info:www.wellwornrecords.com
SARAH BAUMANN : pushybroadsf@yahoo.com

Nooit geloofd in reincarnatie....maar nu begin ik toch serieus te twijfelen. Aanleiding...? Niemand minder dan deze onbekende Dave Gleason die met zijn tweede cd er in geslaagd is om Gram Parsons te doen terugkeren. Verrezen uit de doden en ik was niet dronken toen ik dit schreef. Mensenlief dit is schitterend, lichtjes fantastisch en bijna niet meer van deze wereld. Niemand hoeft zich in zijn graf om te draaien want wat Dave hier laat horen is pure magie. Die typische California sound van de vroegere Flying Burrito Brothers, de sfeer van de Bakerfield bars en Fresno honky-tonks, de ogen toe en je waant je zo terug in de '60 & '70's. 'Dave Gleason and group create an honest and raw mix of classic outlaw and So. Cal. country-rock music, with hints of bluegrass for good measure. A bit of Waylon, a dash of Byrds and a goodly amount of The Flying Burrito Brothers and there you have it'. Ik weet niet wie deze jongeman ontdekt heeft maar Sarah Baumann heeft momenteel een goudhaantje onder haar vleugeltjes. Dave Gleason, (vocals, B- Bender Telecaster, acoustic guitars), Mike Therieau, (vocals, bass) en John Kent, (drums) allebei leden van the ex Loved Ones kregen op dit album bereidwillige ondersteuning van ondermeer David Immergluck (John Hiatt), Michael Montalto (Red Meat, organ & piano), Joe Goldmark (ronduit hemels wat die man uit zijn pedalsteel haalt). Met de opener "Midnight, California" en "You Can't live in California / unless you got some soul" (ooit de gevleugelde woorden van de great Doug Sahm), de hommmage aan Maurice Gibb van de Bee Gees ("How Am I Supposed To Live Without You") de instrumentale "The Winner" met die typische Beatles intro bewijst Dave Gleason zijn brede muzikale interesses. Maar het mooiste moet nog komen...het wenend steel geluidje in "The Only One", het sterk naar de Byrds ruikende "Hardest Part", de dobro in "Downside of Love", de harmonica in "Backside Of Love" en de prachtige harmonyvocals in "I'M Still Crying" ,This is "pedal-steel-powered, soul-sprinkled, country-fried rock-and-roll" met invloeden van Buffalo Springfield, the Byrds, Burrito Brothers, Buck Owens, Merle Heggard, Waylon Jennings, de jonge Dwight Yoakam, maar alles aan dit schijfje doet mij zo weer denken aan die andere god : Gram Parsons. Dave Gleason en band bouwden ondertussen een ijzersterke live reputatie op en met dit "album van het jaar 2004" als referentie mogen en moeten zij gewoonweg aanwezig zijn op welk festival dan ook.


 

BOB COLLUM
& THE WELFARE MOTHERS
www.bobcollumonline.com
Email : bobcollummusic@yahoo.com
Label : Atomic Powered Records

De uit Tulsa, Oklahoma komende Bob Collum komt met zijn derde plaat, "The Boy Most Likely To..." (eigen beheer), waarop hij zich wederom een singer-songwriter toont in de traditie van Steve Earle en andere Texanan. Dit album is meteen de opvolger van de albums "Low Rent Romeo" (2001) en "More Tragic Songs of Life" (1997). 'Gewapend' met gitaar en mondharmonica zingt hij dertien liedjes, niet zelden autobiografisch getint met thema's als het leven op het platteland, het weer, onderweg zijn en de liefde niet te vergeten, gebracht als overtuigende staaltjes storytelling. Dat doet Bob Collum gewoon goed, mede dankzij een geoliede band 'the Welfare mothers' om hem heen, bestaande uit Dan Wilkinson (bas), Paul Quarry (drums, percussie) en als gast Nick Muir aan de keyboards. Zijn rootsrock neigt naar country, maar heeft ook duidelijk rockinvloeden ("Victim That You Need" en "Goodbye Walter") die gewoon lekker in het gehoor liggen. De dertien tracks zijn onmiskenbaar rootsrock, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de herkenbare kruidige snareninbreng in het mooie nummer "The Joke’s On You" hetgeen het karakter heeft van een Anglo-Americana song. Ik zeg hier wel Americana, maar ook alt - country vinden we terug in de opener "Merry Go Round" en het volgende "A Little Less Soul". En zeg nu zelf geven deze nummers u geen Brits popgevoel. Dat typische gevoel eigen aan de jaren zestig ligt zo'n beetje in het verlengde van dit album. Wetende dat Collum zijn muziek invloeden komen uit deze jaren van o.a. Bob Dylan, Lennon/McCartney en Ray Davies en dat hij zich sinds 2001 defenitief is komen vestigen in Londen, bewijst eens te meer dat alt. country en Americana ook buiten de States perfect levensvatbaar zijn. Die aanpak pakt goed uit op de donkere ballad "Murder In Arkansas", maar als luisteraar wens je iets meer zout en peper in de productie (in een co-productie met Pat Collier) en meer expressie in Bob Collum's voordracht. Dat lijkt bij een eerste luisterbeurt echt een groot manco. Maar toch; na een paar keer realiseer ga je geloven in zijn donkere staaltjes storytelling (waarvan helaas de teksten ontbreken) die onmiskenbaar een geheel vormen. Groeiplaatje noemen ze zoiets.


 

THE ROWDYMEN
RUBBERNECKIN'
website : www.therowdymen.com
label : Transistor 66 Record Company
info : booking@therowdymen.com

"You boy's sure know what you're doin'!" - Sleepy La Beef. Wat rhythm guitarist/vocalist Jason Allen, Robert Zaporzan (bass/vocals), Dwayne Dueck (lead guitar/vocals) en Ken McMahon (drums) op "Rubberneckin'" laten horen hoort zowel thuis in het Americana als in het Rockabillywereldje. 'On a windblown dusty day, in the heart of the Prairies, one of the nations premier Roots Rockabilly bands was born'. Inderdaad uit Canada en sinds 1997 tesamen zijn The Rowdymen een klasse voorbeeld 'from High-Octane Edgy Rockabilly to Hard Drivin' Prairie Twang and all points in between' . Met de cd "Rowdy Duty" een album dat Jason Allen, 'frontman-guitarist for Winnipeg’s The Rowdymen' omschreef als "more of a rock and roll album" but "deeply planted in rockabilly," lieten de jongens voor het eerst van zich horen en waren in 2001 te gast op "Las Vegas 5", het grootste Rockabillyfestival in Amerika. Maar de Rowdymen zijn meer dan een Rockabillybandje want met de opvolger "Rubberneckin'" laten zij zich opmerken als een band die meer dan alleen maar belangstelling heeft voor 'grootheden' uit het verleden als Gene Vincent, Eddie Cochran en Elvis Presley. De prachtigste recensie van dit stelletje Canadezen vind je terug op hun site : Rubbemeckin' offers 13 slices of authentic rockabilly, country, blues, bluegrass and Bakersfield twang packed into 38 minutes of toe-tappin', finger-poppin' perfection. The 12-bar beats are bouncier than the back end of an old pickup, the fretwork is tastier than downhome cooking, the melodies are a chip off the old Rockpile, the vocals come with all the hiccups, yelps and yodels of a night at the Opry, and tracks like Alley Cat, Skinny Little Town and I'll Apologize are the best songs BR5-49 never wrote'. Met covers van "Rock house" (Roy Orbison) en "All By Myself" (Fats Domino) als toetje op een cd die veel meer Americana is als de vele cd's die ons momenteel bereiken uit Austin Texas. The Rowdymen zijn uitgegroeid van een coverband naar een hechte, stevige band die met dit album bewijzen dat zij zelf songs kunnen schrijven, songs met die lekkere driving beat en dat honky - tonkin' soundje.'Topped up with shimmering guitars, snappy drums and Allen’s dead-on twang it’s a package that’s hard to resist'. Prima band, prima sound.... we want more !


 

GRAVEL ROAD
Website : www.gravelroadblues.com
Email : info@gravelroadblues.com
Label : AxisIIMusicPublishing

Iets meer dan dertig jaar intens muziek beluisteren, begint momenteel z'n sporen na te laten bij deze jongen. Zo moet ik eerlijk toegeven dat ik bij het recente bluesaanbod, wel eens de neiging vertoon, om het nuttige aan het aangename te koppelen. Het overkomt me dan ook wel eens de laatste maanden, dat mijn hoofdtelefoon het enige obstakel op deze aardkloot is, dat mij weerhoudt van een zalige siësta. Met groot genoegen kan ik dan ook stellen zeer tevreden te zijn met het in de bus vallen van deze Gravel Road debuut-cd. Deze driekoppige formatie uit Seatle, is zonder twijfel één van de tien betere releases in het bluesgenre die ik afgelopen jaren te horen kreeg. Alle nummers zijn geschreven door Gravel Road waarvan frontman Stefan Zillioux (gitaar,vocals) wel degelijk de componist is van de meeste nummers. Naast Zillioux bestaat dit trio uit Marty Reinsel aan de drums en Kirby (aka, Jon Newman) aan de bas. Vanaf openingstrack "Baby I Love You" wordt de luisteraar getracteerd op een gevarieerde en energieke plaat, waarbij je eventjes het gevoel krijgt naar onuitgegeven werk van het Fat Possum label te beluisteren. Zoals de nummers "Fireman" en Sad Days" waarin ze duidelijk hun inspiratie gehaald hebben bij opéénvolgens RL Burnside en Junior Kimbrough. Op hun site omschrijven ze zelf hun muziek als : "A dark and raw mix of Delta Blues, Punk Rock, and good old Rock 'n' Roll. Hip shakin', ass movin, deep, heavy and groovy.", hetgeen ik volledig kan beamen. Het negentellend album werd opgenomen in de Buttermilk Studios in Seattle, WA. Zes van de songs werden live opgenomen tijdens één lange nacht, de opname van de drie overblijvers gebeurde enkele weken later tijdens één korter nachtje. Het enthousiasme van dit soliede trio is een uitstekende fundatie voor er samen nog meer geïnspireerd tegenaan te gaan, en de band een eigen 'smoel' te geven. Als u slechts één plaat per jaar koopt, weet u meteen waar uw budget nu tijdens de feestdagen aan besteed kan worden.


 

DAVE DESMELIK
AFTERTHOUGHTS
Website : www.davedesmelik.com
Email : dave_desmelik@hotmail.com
www.cdbaby.com/cd/desmelik.

"Country to bluegrass to blues to rock-n-roll", lees ik op de site, om aan te geven: country meets rootsrock. De uit Georgia komende Dave Desmelik timmert al sinds begin jaren negentig aan de weg, en levert nu zijn derde album "Afterthoughts"af. Het debuut album "Move On" uit 1998 mocht er trouwens wezen, evenals zijn tweede release "Have Another" uit 2001, kreeg in alle media zeer goede recensies mee. Na wat omzwervingen, is hij tegenwoordig woonachtig in Asheville, North Carolina. Desmelik speelt gitaar en harmonica en verzorgt met zijn kruidige lichthese stem overtuigend de vocals. Naast onze singer-songwriter horen we Nolan McKelvey (bas), Ron James (drums) en Brad Bays (gitaar, banjo). Tevens zijn er gastoptredens van Aaron Tyler op mandoline en Kristin Straka op fiddle. "Afterthoughts" is een sterk rootsalbum, al heb je halverwege even het gevoel dat de koek op zal zijn. Maar die dip overwint Desmelik; sterker: in een heuse eindspurt eindigt hij met enkele van zijn beste liedjes zoals de rustgevende "Sad Sunken Eyes" en " While It Lasted" en als slotakkoord de titeltrack dat we vooral symbolisch moeten zien. Op deze drie nummers begeleidt Desmelik zich uitstekend tokkelend op akoestische gitaar, iets wat hij op de eerste helft af en toe een beetje nalaat. Op zijn dertien eigen liedjes vinden we de rock elementen terug in "Tear It Down" en "So It Seems". Goed ,"Afterthoughts", is misschien op het eerste gehoor niet zo heel opzienbarend, maar toch weet ik dat deze warmbloedige rootsplaat niet heel snel zijn plekje in de cd-speler zal afstaan. Een eersteklas Americana groeiplaat !


 

ZENO TORNADO & THE BONEY GOOGLE BROTHERS
SELF TITLED
website : www.voodoorhythm.com
label : VOODOO RHYTHM RECORDS
info : www.voodoorhythm.com
info@zenotornado.com

 

IT’S NOT TRADITIONEL BLUE GRASS OR COUNTRY OR FOLK IT’S ALL TOGETHER WITH SCARY SOUNDS AND KILLER LYRICS !! GET DOWN AND GET DIRTY !!! Vocalist-guitarist Zeno Tornado is backed up by The Boney Google Brothers: Satch Google (banjo, mandolin, lap steel), Manic Google (fiddle) and Magot Google (stand-up bass), as well guests Swan Lee (drums) and Isabelle Hell (vocals). Je moet af en toe gek doen om niet gek te worden maar Zeno Tornado is behoorlijk geschift. Maar dat belet deze pseudo Zwitser (al dan niet zo dronken als een . maar eigenlijk afkomstig uit Hicksville, Alabama) om samen met The Boney Google Brothers een te gek cd-tje af te leveren. Met een titel als "Live's a pissing against the wind "(en de jongens hebben nog gelijk ook) zal je niet de prijs winnen van de "met de meeste zorg uitgekozen songtitel," mischien wel die van de origineelste. Maar er staat nog van dat fraais op dit album, zelf geven zij hun muziek het etiket mee van : Dirty Dope Infected Blue Grass Hillbilly Hobo XXX Country Music !!! Alstublieft... iets heel anders dan wij gewoon zijn en dat wil ook al wat zeggen. Met als titel de vraag die de laatste jaren op bijna ieders lippen ligt "What's wrong with the modern youth ?" is dit debuut album een coctail van traditional 'old timey' American country music. 'All songs written by Zeno Tornado', behalve "Highway Men" dat bekend werd in de versie van inderdaad The Highway Men (J Cash, Kris Kristofferson, Waylon Jennings en Willie Nelson) en hier in een heel apart hillbilly jasje gestoken wordt. Er staat zelfs een rockertje ("Liver Lover") tussen al het gefiddel, de banjo's en mandolines en het klinkt nog aardig ook. Toch blijft het een eigenaardig album dat vol staat van zinspelingen :the first line of this record is “Before I was sick, I was drunk” and the second line is “Before I was drunk, I was high”, en weerspiegelt de knipoogjes naar soms absurde thema's en het tegen de schenen trappen van gevestigde waarden. Zeno, die al verscheidene levens achter de rug heeft, (This is dirty dirty country music from a man who saw the dark side of live who went to the pit and to hell and came back) en meermalen met Jan en Alleman in aanraking kwam schuwt de confrontatie niet. Zijn songs over de sick side of live about Drug Abusing Weird Sex Games and Violence kunnen misschien vele mensen choqueren, maar als je alles met een korreltje zout neemt en dat zelfde alles nog eens op een rijtje zet is het antwoord op zijn vraag gevonden. Wat er scheelt aan de hedendaagse jeugd ? Niet meer en niet minder als vroeger. Te gekke groep en te gekke cd !


 

THE URBAN HILLBILLY QUARTET
THE A-LIST (1995-2001)
Website : www.urbanhillbillyquartet.com
uhq@urbanhillbillyquartet.com
Label : Fundamental Records
www.fundamentalrecords.com
www.pastemusic.com/uhq

Zodra er in een band het wasbord aan te pas komt dan weet ik hoe laat het is: dan kun je feestmuziek verwachten, in ieder geval ruige volksmuziek. The Urban Hillbilly Quartet is een alternatieve rootsband met veel potentie, zo laten ze horen op hun "The A-List " 1995-2001 of met andere woorden "Best of the Urban Hillbill Quartet" dat vijftien tracks bevat. Wat in 1995 begon als een jamsessie is gaandeweg de rit serieuzer geworden, al weten ze nog niet precies welke richting ze nou moeten inslaan. Zo rocken ze fris weg op "Moonstruck", laten ze een mooie, lieflijke melodie horen op een nieuwe versie van "Happy Anyway" en duiken ze in folk op het live gebrachte "Drowsy Maggie". Of ze jammen er gewoon wat op los, zoals "Skipping Stones". Ze klinken of beter gezegd, ze worden vaak vergeleken met The Jayhawks, Uncle Tupelo, Vigilantes of Love, Bruce Cockburn, R.E.M. en The Grateful Dead. Veel van hun nummers zijn zelf geschreven, meestal door de frontman Erik Brandt, enkel een viertal werden door John Prine neergepend. Er wordt virtuoos gespeeld en vooral ook schitterend gezongen. En het is niet alleen maar feest, de melancholieke ondertoon maakt van deze muziek toch net iets meer dan alleen maar lekkere muziek. Maar goed, het is een verzamelaar. Eenmaal in goede banen geleid, kan dit kwartet in de naaste toekomst voor aangename verrassingen gaan zorgen. Want er zit talent en vuur zat in.....
De band : Erik Brandt (gitaar, accordion, mandolin, tinwhistle, harmonica, lead vocals), Sena Thompson (fiddle, vocals), Jeremy Szopinski (elektrische gitaar) en Greg Tippett (bas).


 

CHRISTIANA PEREZ
CHRISTIANA
Website : www.filleemusic.com
Label : Fillee Music
www.filleemusic.com
www.cdbaby.com/cd/christana

ChristiAna Perez wordt in de Verenigde Staten als de nieuwe Aretha Franklin genoemd ! Dit soort uitspraken nemen we bij Rootstime met een flinke korrel zout, zeker toen we ook nog eens lazen dat deze ChristiAna een 22-jarig roodharig meisje uit Texas is. Alle scepsis was echter verdwenen toen de eerste noten van "ChristiAna", haar eerste EP uit de speakers kwamen. ChristiAna imponeert op haar debuut van de eerste tot de laatste seconde met een stem die inderdaad wel eens uit zou kunnen groeien tot het allerbeste dat de R&B muziek te bieden heeft. Dat we hier met een enorm talent te maken hebben blijkt ook wel uit de mensen die ze om zich heen heeft verzameld. "ChristiAna" bevat vijf covers die zij stuk voor stuk volledig naar haar hand zet. Hieronder voor de hand liggende keuzes als Aaron "T-Bone" Walker's "They Call it Stormy Monday", maar ook minder voor de hand liggende keuzes als "Mister Blue" van Bob Montgomery. Wat ze ook doet, ChristiAna Perez levert hier een rootsplaat waarop sterk uiteenlopende stijlen voorbij komen (van blues en jazz tot soul, met een zelfs wat country), zonder dat dit ten koste gaat van de onderlinge samenhang. Wat het meest opvalt aan deze plaat is dat ChristiAna muzikanten om zich heen heeft verzameld die haar stem alle ruimte geven. Dat is een wijs besluit, want wat is ChristiAna een geweldige zangeres. Voor een stem met zo veel soul, blues, passie en power zouden alle Amerikaanse platenbonzen in de rij moeten staan. Kortweg : ChristiAna heeft een solide moderne rootsplaat afgeleverd waar fans van het genre met volle teugen van zullen genieten.


 

SEAN NEEDHAM
LOOSELY BASED ON A TRUE STORY
www.seanneedham.com
www.salesonline.ie/seanneedham
info@seanneedham.com
Label : Castle Cottage

De laatste jaren hebben een nieuwe generatie van Ierse muzikanten die het in de muziekwereld uitstekend doen. Luisterend naar het prachtige debuut album, Seán Needham uit Donegal heeft zeker aan dit succes geholpen met het album "Loosely based on a True Story". Als een echte singer-songwriter, heeft Seán bij verschillende muzikanten een handje toegestoken, zo verscheen hij bij o.a.The Hothouse Flowers, Tracy Chapman en Diana Krall. Needham klinkt mooi en ontspannen als het album opent met "Throw It To The Wind", maar hij is ook zeer oprecht. De teksten van zijn songs zijn universeel en kunnen zich gemakkelijk identificeren als thema's over liefde, de godsdienst en de verslaving. Zoals in de gevoelige nummers "Province Without A Soul", "Mother Mary" en "Not Your Doctor", deze voelen aan als zijnde echt uit het hart geschreven. In zijn songs voelt u de Ierse geaardheid waarin hij invloeden van rock en country zeer goed weet te verweven. Zijn sympathie voor de donkere Northern folk music is duidelijk te horen in mijn favorite nummer "Refugee", zijn capaciteiten als songwriter komen het best naar voor in "Hey Juliet" en dat het ook plezierig mag bewijst "Independent Artist B Side Blues". Hartverscheurend mooie songs die vol emotie worden gebracht met Seán Needham aan de akoestische gitaar, maar ook de begeleiding die uit een groot aantal topmuzikanten bestaat mag niet onvermeld blijven. Het recept mag inmiddels bekend zijn, mooi is het nog altijd en het smaakt ook nog altijd naar meer. Met "Loosely based on a True Story" kunnen we weer even vooruit, maar laten we hopen dat dit niet het eerste en het laatste is.


 

ONION CREEK CRAWDADDIES
BARN BURNERS & BATHTUB BOURBON
www.onioncreekcrawdaddies.com
label : Beergrass Records
pinches@onioncreekcrawdaddies.com
Bottom Feedin' Records

'Hootin' and a' hollerin ? Pickin' and a' grinnin ? Slippin' and a' sinnin ? Ladies and Gentlemen'..... The Onion Creek Crawdaddies uit Austin Texas ! Ryan Hunter (banjo, vocals), Brink Melton (stand-up bass fiddle, vocals), Jay Harward (guitar, vocals), Brian Reed (harmonica, washboard) en Trent Shepherd (mandolin en leadvocals) zijn op dit moment erg "hot" in Austin Texas.Volkomen akoustische bluegrass (zij noemen het zelf "Beergrass") maar dan doorspekt met country, Tex-Mex, gospel en blues. Zij zitten zo wat in hetzelfde vaarwater als The Gourds,The Wearyboys (prachtige band overigens, remember Blue Highways) en The South Austin Jug Band (die mij nieuw materiaal beloofd hebben). Ik weet niet of de film "Oh Brother, Where Art Thou" en de daarbijhorende schitterende soundtrack iets los gemaakt heeft in het bluegrass wereldje want wij worden de laatste tijd overstelpt met nieuwe namen en nog meer bluegrasscd's. Maar als zij allemaal van dezelfde kwaliteit zijn als "Barn Burners & Bathtub Bourbon" zal je mij niet horen klagen. Een schitterend album met volledig eigen materiaal, met ondermeer twee instrumentals (Sunflower Hill Two-Step en Luz De La Manana) en een lekker in het Spaans gezongen gypsy latino song "Vamos". Maar de kaskraker van deze cd is de openingstrack "Blood In My Veins". Je kan er onmogelijk bij blijven stilzitten en je moet geen muziekexpert zijn om te kunen zien en horen dat bij deze jongens alles draait om plezier te hebben in hun doen en laten. Meer dan 52 minuten genieten en je vraagt je af waar zij het blijven halen. Er is bluegrass, newgrass, spacegrass, slamgrass, jamgrassen er is Beergrass! En van dit laatste zijn the Onion Creek Crawdaddies enig in hun soort. 'They're simply enjoying the vibes that come bubbling out of the stewpot'. Prima cd en een groepje dat wij in de gaten moeten houden.


 

NINA GERBER
SWEET DREAMS
LULLABIES FOR GUITAR
Website : www.ninagerber.com
Email : info@ninagerber.com
Label : Goatscape Music

Akoestische muziek wordt steeds weer opnieuw uitgevonden, lijkt het wel. De laatste tijd vinden we steeds meer bands en jonge mensen die op hun manier folk en aanverwante akoestische muziekstijlen nieuw leven inblazen door er op hun manier nieuwe dingen mee te doen die dit soort muziek van hun suffe imago afhelpen en die daarbij meestal hun cd's op een piepklein platenlabel of in eigen beheer uitbrengen. Nina Gerber zag in 1975 in Sebastopol, California - 'Nina's home town' - een optreden van Kate Wolf en dat was meteen het begin van een jarenlange samenwerking. Ook is zij een geliefd gitariste en menige konden haar steun gebruiken bij studioopnames zoals o.a. Nanci Griffith, Greg Brown, Lucy Kaplansky, Mollie O'Brien, Jerry Jeff Walker, Karla Bonoff, Ferron, Rosalie Sorrels, Barbara Higbie, John Gorka, Cheryl Wheeler, Terry Garthwaite, Tom Paxton, en vele anderen. Voor mij is Nina Gerber ook weer één van die aangename verrassingen - ook zij heeft haar debuut-cd "Not Before Noon"(2001) in eigen beheer uitgebracht, maar dat betekent niet dat het er allemaal knullig uitziet of klinkt alsof het in een huiskamer is opgenomen. Integendeel, het klinkt allemaal fantastisch en de verpakking ziet er zo mooi uit dat reguliere platenmaatschappijen er een voorbeeld aan kunnen nemen. Haar tweede album "Sweet Dreams - Lullabies for Guitar" (2003) is geproduceerd door haarzelf en opgenomen in de Emeryville Recording Company studio's van Emeryville, Canada. Mooie liedjes, waarvan de opener "You Name It" en "Lena's Lullaby" door Nina zelf zijn geschreven, en een aantal traditionals zoals "Rockabye Baby", "Tumbalalaika", "Twinkle,Twinkle Litte Star", "Shenandoah","Brahms' Lullaby" en de Yiddish folk song "Raisins with Almonds" worden door Gerber heel mooi naar haar hand gezet. Het is eerlijk gezegd bijna ongelooflijk dat dit haar eerste akoestische solo album is, want het klinkt allemaal al zeer gerijpt en vol. Dat klinkt misschien een beetje denigrerend, maar we hebben hier werkelijk te maken met een hele fraaie cd. Nina Gerber gooit al gitaarspelend regelmatig alle remmen los en dat werkt voor dit soort muziek ongehoord bevrijdend, waardoor je soms met open mond zit te luisteren. Als je bijvoorbeeld nog steeds denkt dat de akoestische gitaar een wat suf muziekinstrument is moet je hier absoluut eens naar luisteren.


 

LEE QUICK
DO YOU THINK ?
website : www.leequick.com
label : Eigen Beheer
info : info@leequick.com

Geboren in Lake Charles, LA (en een prachtige song van Lucinda Williams en onlangs ontdekt in een nog mooiere versie van Barbara Blue op de cd "Memphis 3RD & Beale", zie recensie oktober) en naar New Orleans verhuist in 1992. Daar behaalde het mooie kind uitstekende resultaten aan de locale universiteit (Music Education) en koos, na een jaar voor de klas te hebben gestaan, voor een carriere in het leger. Maar ik denk dat zij meer haar basgitaar vasthield dan het een of ander wapen want in 2001 koos zij resoluut voor een muzikale carriere. Optredens en prijzen wegkapen in lokale idoolwedstrijden gingen haar beter af en de volgende logische stap is dan het opnemen van een cd. Met muzikale invloeden gaande van The Beatles en Elvis Costello naar Johnny Cash en Lucinda Williams kan je er donder op zegen dat je dan in het Americana, Alt-Country, New Folk wereldje terecht komt. Maar... de Louisiana singer-songwriter / gitariste Lee Quick kwam begin 2004 op de proppen met het album "Do You Think ?"en "What do you think"? zou een betere titel geweest zijn. Ik ga er geen doekjes omdraaien...ik vind dit maar een matige cd die deze 'smart-sexy, straight-shooting, and occasionally funny as hell Lee Quick' op ons loslaat. Ik krijg regelmatig het gevoel dat ik naar een jongere versie van Ria Valk aan het luisteren ben die hoognodig een cowboy wil als man. Het heeft allemaal weinig te maken met het door ons zo geliefde Americana / Alt-country / Roots Rock gebeuren en kan Lee Quick dan ook maar alleen de raad geven om met een hamburgerzaakje of karaokebar te beginnen Bij het overschouwen van haar, en dat mag ook gezegd worden, verzorgde website zag ik dat het leuke dametje regelmatig optreedt in het Bluebird Cafe (Nashville). Het zal wel laat op de avond zijn denk ik...


 

MATT THE ELECTRICIAN
LONG WAY HOME
Website : www.matttheelectrician.com
Email : mte@matttheelectrician.com
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/mte3

Het wil niet zo vlotten met de loopbaan van Matt the Electrician uit Austin, Texas. Vlak na de release van zijn debuut-cd "Baseball Song", in 1998 en zijn tweede album "Home" in 2000 was er even een stilte rond nieuwe releases van deze Amerikaanse singer/songwriter, Matt Sever, zoals hij in werkelijkheid heet en ook werkelijk een elektricien is. In de drie volgende jaren deed hij tal van optredens en zo mocht hij openen voor Todd Snider, Victoria Williams, The Austin Lounge Lizards, The Asylum Street Spankers en vele anderen ... Het is nog maar een jaartje geleden dat zijn voorganger "Made For Working" (2003) verscheen, prachtige plaat, even soepeltjes geschreven als gezongen, en werd bedolven onder lovende recensies. De inkt is zeg maar net opgedroogd of Matt bevestigt zijn talent als singer-songwriter op opvolger "Long Way Home". Matt the Electrician is een singer-songwriter met een eigen stijl. Alleen zijn stem al; donker, beetje hees en met veel gruis. Daarmee doet hij meer dan de geijkte paden van het folk- en countrygenre bewandelen. Matt, een storyteller pur sang, speelt met akkoorden en instrumenten (waaronder de banjolele) waardoor ieder liedje weer anders klinkt. Verhalen met een portie zelfreflectie en maatschappijkritiek, gezongen met die tochwel iets speciale diepere heldere stem. Prachtig. De Americana van hem is zowel folk en country met af en toe een toontje lichte rock, toongezet door een keur aan voortreffelijke muzikanten die zorgen voor de slagroom op de taart. Gasten op deze cd zijn onder meer Scrappy Jud Newcomb (gitaar en mandoline), Liz Pappademas (piano en accordeon), Bruce Hughes (percussie), Tom Pearso (bas), Jon Greene (drums) en niet te vergeten Seela, die de backing vocals voor haar rekening neemt. En wat een variatie. Lekker fris door hemzelf geschreven nummers op één nummer na, hiervoor ging hij ten rade bij Jon Dee Graham. Dit alles maakt van "Long Way Home" een rijke rootsplaat, die bij de fijnproevers beslist in de smaak zal vallen.


 

BOB PYLE
APPLES & ORANGES
website : www.bobpyle.com
label : Apple Tree Records
info:bobpyle150@hotmail.com

Bob Pyle, overtuigd vegetarier en voorvechter van dierenrechten organisaties, (de Amerikaanse Michel Vandenbosch ? is de stichter van de Baltimore-Washington Songwriter's Association en was als dusdanig betrokken bij de produktie van drie verzamelingcd's. De brave man is al meer dan 25 jaren aktief als songwriter en treedt regelmatig op met zijn old-time string band The Famulous Pyle Brothers. Als Award-Winning old-time banjo player is hij nu aan zijn eerste fulltime cd toe, en dat dit niet van een leien dakje liep bewijst de bijna vijf jaren die nodig waren om alles in kannen en kruiken te krijgen. Misschien lag het aan het legertje muzikanten dat Bob ter zijde stond, ondermeer bluegrasslegende DeDe Wyland and musical virtuoos Billy Kemp, die ook als co-producer bij dit album betrokken werd. Janice Martin deed ook haar duit in het zakje door haar 1708 Stradivarius viool te gebruiken in bijna alle songs. En die songs zijn bijna allemaal georienteerd op het aanklagen, al dan niet met humoristische noot, tegen het eten van vlees en de strijd om animals rights. Het is eigenlijk een pamflet geworden met protestsongs en ideeen om mensen op andere eetgewoonten te krijgen, of wat dacht je van titels als : "Egg Salad Sandwiches", "The Seaweed Song", "The Mango Fandango", "Down on the Farm", "Gentle Creatures", "Petunia the Pig"....enz. Songs die door de aanhangers van Gaia uit volle (kippen ?) borst kunnen meegezongen worden. Ik hoop dat er bij de Amerikaanse Gaia leden (afdeling Baltimore) wat meer zangtalent zit, want Bob Pyle mag dan een songwriter en begenadigd banjo player zijn, zijn vocale kwaliteiten zijn erg beperkt en af en toe zelfs op het randje van vervelend zeurig gehalte. Aangezien mijn sympathie voor de Belgische Gaia vereniging op een zeer laag pitje brandt en Bob Pyle er niet in slaagt om die vlam te doen oplaaien met zijn debuut cd "Apples & Oranges" vrees ik ervoor dat dit schijfje, ondanks de prima muzikale begeleiding, goede bedoelingen en raadgevingen die er zeker op dit album aanwezig zijn, niet vaak uit zijn kartonnetje zal komen.