ARCHIEF 2004 - JANUARI 2005 - FEBRUARI 2005 - MAART 2005 - APRIL 2005 MEI 2005 - JUNI 2005 - JULI 2005 - AUGUSTUS 2005 - SEPTEMBER 2005 OKTOBER 2005 - NOVEMBER 2005 - DECEMBER 2005 - JANUARI 2006
ALICE STUART & THE FORMERLYS
LIVE
AT THE TRIPLE DOOR
website : www.alicestuart.com
label : Country con Fusion
info : alice@alicestuart.com
www.cdbaby.com/cd/alicestuart4
Het schaamrood
loopt mij over de wangen bij de vaststelling dat de naam Alice Stuart mij
helemaal niets zegt en toch is deze dame al een poosje bezig met muziek maken.
In 1964 verscheen haar eerste album en sindsdien gaat Alice Stuart door het
leven met de volgende roemrijke vermeldingen die voor zichzelf spreken :"There
would be no Bonnie Raitt without Alice Stuart " en "Alice cut the
road that Bonnie travelled". Optredens met ondermeer Van Morrison, John
Prine, Mississippi John Hurt, Lightnin' Hopkins, Joan Baez, Doc Watson, opnames
met Albert King, Asleep at the Wheel, John Hammond, Commander Cody, reviews
in Bilboard, Guitar Player, Rolling Stone. Zij werkte samen met Frank Zappa/Mothers
of Invention en werd met haar vorige cd "Can't Find No Heaven" genomineerd
voor een Grammy en Handy Award. Het lijkt wel of ik een bepaalde periode van
mijn leven op een andere planeet heb doorgebracht. In 2004 kreeg ze samen
met haar band de titel van "Best Seatlle Blues Band" en het afgelopen
jaar stond zij opnieuw op het podium als "Seattle's Best Gitarist".
Een prachtig overzicht van haar carrière kan u vinden op het onlangs
verschenen dubbelalbum "Live at the Triple Door" waarvan de opnames
plaatsvonden in Februari 2005. De dame die het pad effende voor alle vrouwen
in het rock & roll wereldje laat hier een oerdegelijke indruk en kan doorgaan
als een "Soulful country singer who plays a mean blues guitar".
Met de allesomvattende titel "I 've Got Something for You", met
een sublieme Charlie Wallace (California) op pedal steel, die dat exploot
met zijn dobro herhaalt op "Sugar Babe", stomende versies van "Big
Boss Man" (Luther Dixon/Al Smith), een schitterende groepsvoorstelling
in de beste Tony Joe White stijl met "Naturel Woman", covers van
Dylan's "One Too Many Mornings" en Blind Willie Mc Tell's "Statesboro
Blues", en de recht voor de raap blues in "Everyone Knows",
"Night Patrol" geeft Alice Stuart, zonder enig leedvermaak, ons
te kennen dat zij ondanks haar ziels verwantschap met Hank Williams (I Feel
Like Hank Williams) het terecht mag uitschreeuwen "I Make It on My Own".
Alleen heeft het veel te lang geduurd eer deze jongen daar achter kwam. Blues/roots
festivals op zoek naar een betaalbaar alternatief voor Bonnie Raitt ... alice@alicestuart.com!
Wie niet genoeg heeft aan dit dubbelalbum om overtuigd te geraken kan ik melden
dat haar vinyl album "All The Good Times" dat oorspronkelijk verscheen
in 1964 re-released werd op cd. After all those years ... "Still crazy
with the Blues". Een logisch gevolg is dan ook dat Stuart met twee nummers
("Rather Be The Devil" en "Man Is So Good, The ") vertegenwoordigt
is op het nieuwste "Blues Guitar Women" album , verschenen op Ruf
Records. KLASSE!
RODGER
WILKO
ALBUM : RODGER WILKO
website: www.rodgerwilko.com
label : Eigen Beheer
info : info@tigerduckmusic.com
rodgerwilkoband@hotmail.com
Vekrijgbaar bij : www.thetexasmusicstore.com
www.lonestarmusic.com
www.mytexasmusic.com
Ook al een album dat een tijdje geleden door de postbode werd
afgeleverd, maar door allerlei omstandigheden nog niet aan bod is gekomen.
Een mens moet nu eenmaal keuzes maken in het leven. Het is beslist niet de
eerste keer dat je met te lang wachten in je broek plast/kakt, de bus/tram/trein
mist, the girl from your dreams ziet verdwijnen of nog erger aan het handje
van je beste kameraad ziet voorbij komen, of dat je eenvoudig een recensie
wil maken en de groep ondertussen leukweg besloten heeft om te splitten. Het
laatste is deze jongen overkomen en het is bijzonder jammer want het trio
Rodger Wilko (Manchaca, Texas) dat zijn naam dankt aan een oude radio CB term,
bestaat uit het echtpaar Matthew Briggs (drums, percussie, background vocals),
Stephanie Briggs (vocals, acoustic gt, clarinet) en Zack Walther (electric
gt, acoustic gt, vocals). Zij hebben met dit schijfje een perfecte opvolger
voor de eerder verschenen albums "Homemade" en "To Far From
home". Independent artiesten die voor dit album toch mochten rekenen
op de steun van Michael Ramos, die wij nog kennen van zijn arbeid met Patty
Griffin en Mickey en zijn Motorcars, en dat alleen al is een prima verdienste.
Verdienste die beloond werd door optredens met ondermeer Blue Edmondson, Gary
P Nunn, Corry Morrow, Max Stalling etc. Typische Austin Texas country van
een bandje dat met Zack Walter & Stephanie Briggs een prima songwriters
duo in huis heeft/had en met Stephanie een aardige zangeres die mij met haar
keelgeluidjes wat doet denken aan Alanis Morisette. Zelf steekt zij haar bewondering
voor Fiona Apples en Sarah Harmer niet onder stoelen en banken. Maar ja, mooie
liedjes duren niet lang en na drie albums besloten de jeugdvrienden uit mekaar
te gaan. Niet getreurd want zo konden wij ondertussen het echtpaar Briggs
al localiseren bij een andere band: www.purevolume.com/stephaniebriggs en
www.stephaniebriggs.com, is er al een Eptje "the First Sessions"
verschenen en zijn er plannen voor een nieuw album. Werk aan de winkel en
aangezien een ezel zich geen twee keer stoot aan dezelfde steen...
ROGER LEN SMITH
A
BETTER PLACE
website: www.rogerlensmith.com
label: Big Rock Records
info : rajlist@rogerlensmith.com
www.cdbaby.com/cd/raj2
Globetrotter,
singer/songwriter en multi-instrumentalist Roger Len Smith (aka RAJ) is met
het album "A Better place" niet aan zijn proefstuk toe. "National
Boulevard" ('97) en "My Best Friend"(2001) gingen al eerder
als zoete broodjes van de hand en de momenteel in Austin verblijvende Smith
wordt op die manier beloond voor zijn talrijke deelnames aan allerlei benefiet
optredens. Zo was hij ondermeer van de partij op het Tsunami concert in Austin
en op "Rock for Relief" kort na de aanslagen van die beruchte elfde
september in Amerika. Wat kan je van Roger Len Smith verwachten ... hij helpt
Phil Cody regelmatig uit de nood, speelt ondermeer bassist in Shawn Amos bandje
"Uncle Tom" en het lijkt wel of dat vriendenclubje ook van Roger
Len Smith's koek mag meesmullen. Zo zijn ondermeer Victor Bisetti, drummer
van los Lobos, en Philip Bynou bassist van Steve Vai uitdrukkelijk aanwezig.
Het resultaat van al dat mooi volk in de studio is dan ook prima moody rockers
als het openingsnummer "Talk On", alt country barnburners als "You
Know you're in Love" en "Can't Get Next to You" waar je voor
het eerst kan kennismaken met de background vocals van Garrison Starr en de
B3 orgel/ piano van Rami Jaffee (the Wallflowers). Dat de man in Amerika beschouwd
wordt als een mix van Dylan, Petty en Warren Zevon krijgt bevestiging met
de songs "Slowly Slowly Lord" en "Because the Water" (harmonica
inclusief). Het lijkt allemaal een beetje op de manier waarmee onze vriend
Alejandro Escovedo het aanwezige publiek weet te bespelen en wanneer Ben Peeler
(Wallflowers) met zijn lap steel zijn intrede doet op "The simple thing'r
the hardest to find" kan je spreken van een heus pareltje. Het is frappant
maar de leden van Jakob Dylan's Wallflowers bepalen in enige mate de sound
van Roger Len Smith in de songs "you make my world, A Better Place",
"You don't Mean it" en "High Street" waarbij het meer
richting ruige rock evolueert. Met dit album probeert Smith de zoveelste oversteek
naar Europa wat kracht bij te zetten en mocht je eventueel interesse hebben
om wat optredens te versieren/ distribiteur te worden van zijn materiaal ...
één mailtje kan voldoende zijn : rajlist@rogerlensmith.com
TIM LOTHAR PETERSEN
CUT
TO THE BONE
website : www.timlothar.com/dk/forside.htm
info : mail@timlothar.com
label : Eigen Beheer
"Blues,
flawless guitar playing and marvellous singing. But it is more than that -
it is Tim Petersen, his heart and mind - and soul."
Werner Hülsmann /Bluesverstärker Blues Society / Germany
Het was Ivan
Jacobs van Hookrock Diepenbeek die ons het heuglijk nieuws verkondigde dat
Lightnin' Moe dit jaar van de partij zou zijn op hun jaarlijks klein maar
gezellig festivalletje dat dit jaar doorgaat op 1/7 (zie Extra Support). Het
zal een leuk weerzien met de jongens uit Denemarken die voor het laatst Belgie
aandeden in 2004 met een erg gesmaakt optreden op het Belgium Rhytm &
Blues Festival. In afwachting van hun nieuw te verschijnen album liet drummer
Tim Lothar Petersen ons weten dat hij het solo over een geheel andere boeg
gooit. Met zijn debuutalbum "Cut To The Bone" kiest hij resoluut
voor een fraaie portie akoestische delta blues die thuis opgenomen werd met
behulp van twee microfoons, een klein mengpaneel en zijn computer. Zeven zelfgepende
songs en drie covers ("High Sheriff Blues" van Charley Patton, "Bound
To go" van H. Ledbetter en "M & O Blues" van Willie Brown)
sieren dit album dat met een erg beperkt budget tot stand kwam. Maar het resultaat
is verbluffend omdat Petersen alleen gebruikt maakt van een gammel gitaartje/dobro
en zijn stem die regelmatig wat echo effecten meekrijgt en op die manier aansluit
bij de country/blues/hillbilly traditie van ondermeer Muddy Waters, Robert
Johnson, Ry Cooder en Skip James. Onder het motto van back to the roots laat
Petersen ons genieten van een 37 minuten prima blues en meteen maakt hij een
einde aan de traditionele grapjes over drummers. Wij hopen dan ook van harte
dat "drummer" Tim Lothar Petersen van de gelegenheid gebruikt maakt
om ons "live at Hookrock" te vergasten op een staaltje van zijn
gitaar/slide/dobro kunstjes.
PAPA MALI AND THE INSTAGATORS
THUNDER
CHICKEN
Website: www.papamali.com
Label : Swampland Records
www.swampland.com
info@swampland.com.au
Na eerst de
ontgoochelende finale van Clijsters / Mauresmo te hebben gezien zet ik me
nu neder om deze CD te bespreken. Hij heeft langer in m’n speler gezeten
dan de meeste CD’s die ik bespreek. Reden hiervoor is dat deze schijf
me meer dan bekoort omdat Papa Mali als geen ander weet dat ik hou van variatie
zullen we maar schrijven. Alleen al de aanstekelijke lach waarmee hij deze
CD opent doet vermoeden dat hier met veel plezier gewerkt is aan een meer
dan overtuigend product. “Bon Ton Roulet” opent dan ook met een
soortgelijk aanstekelijk ritme waarbij je moeilijk kan stilzitten. Er valt
weinig terug te vinden van deze Papa Mali And The Instagantors dus veronderstel
ik dat dit de eerste CD is van deze band. En wat voor een eersteling, er wordt
gegoocheld met variatie, genres, percussie en stemmingen zodanig dat de verveling
je geen moment om de oren slaat. Ik zou hier gerust enkel zinnen kunnen schrijven
over elke song, want het zijn stuk voor stuk pareltjes, maar dan zou ik gaan
vervelen want ik heb niet het schrijverstalent dat deze band muzikaal wel
heeft. Wat ik je wel wil vertellen is dat deze CD 13 tracks bevat waarvan
5 covers van o.a. Clifton Chenier, Buddy Guy en ja zelfs de Wild Magnolias.
De songs brengen je van de swamps naar Mississippi via New Orleans naar Texas.
Het is verrassend hoe vernieuwend en toch bekend deze CD je in de oren klinkt.
Way to go Papa, nog van dit is alles wat ik nog wil meegeven.
Blueswalker.
MARK LUCAS & THE DEAD SETTERS
WHITE
MAN SOUL
"Sunburned country and the urban blues"
website: www.songsmith.com.au
label: Eigen Beheer
info: www.songsmith.com.au
rumentertainment@bigpond.com
www.cdbaby.com/cd/mltds
Het is een tijdje geleden dat wij nog iets ontvangen hebben van "Down Under" en dus moet singer/songwriter Mark Lucas gedacht hebben... ik zal de jongens van Rootstime nog eens wat werk bezorgen. Nu is van werken nog nooit iemand dood gegaan, en ik wil ook niet de eerste zijn, maar... voor een album als "White Man Soul" springen wij nog gemotiveerd in de pen. Mij volstrekt onbekend deze in Sydney verblijvende Engelsman die ondertussen al aan zijn derde album toe is. "Jukebox Jury"('99) en "The Ghost of Lost Creek Road" ( '01) zagen eerder het daglicht en zorgden ervoor dat Lucas ondertussen beschouwd wordt als "Australia's best country songwriter... one of the few who is able to move between a number of styles and still tell a heartfelt story in every song" (Bryen Willems, Radio 2RRR Sydney). Zo hoort u het ook eens van iemand anders!Volgens de prima verzorgde presskit zou het gaan om Lucas eerste akoestisch album dat op de markt verschijnt en wijzigden zijn begeleidingsband voor deze gelegenheid hun naam "the Badhats" in "the Dead Setters". Het zal voor Mark Oats (fiddle, harmony vocals), Glenn Skarratt (mandolin, guitar, acoustic bass, harmony vocals) en Michael Vidale (double Bass), weinig uitgemaakt hebben want zij kunnen samen met Mark Lucas terug kijken op een fraai album. De traditionele bluegrassbezetting dus en met zijn kijk op de wereld en de culturele activiteiten in Australie wordt hij wel eens vergeleken met de Canadees Robbie Robertson (the Band) die in zijn storytelling songs meer dan gewoon wat stof deed opwaaien bij het observeren van het doen en laten van de Amerikanen. Misschien dat Mark Lucas iets minder scherp uit de hoek komt en het voornamelijk heeft over hoe de wereld verandert is door de ogen van een well-travelled man, husband and father. In ieder geval weet hij op een sublieme manier zijn verhaaltjes mooi te verpakken in een omhulsel van real, true country music. Veertien songs die opgenomen werden tussen geboortes, overlijdens, huwelijken en restauratiewerken tenhuize Lucas. Meer moet dat niet zijn.
LAUGHING GRAVY
TRIBUTE
TO GRAM PARSONS
website : www.the-last-record-store.com/jackalope.php
label : Jackalope Records
info : www.cdbaby.com/cd/laughinggravy
Natuurlijk
is het altijd gissen naar de beweegredenen om een tribute-album uit te brengen
en meestal kan je het beschouwen als een gemakkelijke vorm van poenpakkerij.
Gelukkig zijn er uitzonderingen zoals het onlangs verschenen "A Case
For Case" - A Tribute to the songs of Peter Case waarvan de opbrengst
voor een goed doel is. Maar wanneer een onbekend groepje zich waagt aan liefst
elf covers van "The Stepfather of Country/rock" Gram Parsons (5/11/'46-19/9/'73)
zijn wij toch meer dan een beetje benieuwd naar het resultaat. Dat er na al
die jaren nog steeds belangstelling voor de mythe Parsons ondervinden de fans
van het eerste uur wanneer je op platen/cd beurzen, SCR Auctions, de prijzen
voor origineel materiaal nog steeds de pan ziet uitswingen. Misschien dat
zij wat troost kunnen vinden in dit album dat door Laughing Gravy onlangs
op de markt werd gebracht. Waarom dan precies nu aandacht voor dit groepje
... omdat ondermeer Kevin Russel (bluegrassband Modern Hicks) en Jackalope
Records directielid Dough Jayne deel uitmaken van dit bandje uit Northern
California en niet onbelangrijk de rol van Dave Zirbel (pedal steel) en Allegra
Broughton (vocals, acoustic gt). Natuurlijk zijn "Luxury Liner",
"Love Hurts", "Still Feeling Blue", "Wheels",
"Return Of The Grievous Angel", "Hot Burrito" en "She"
van de partij en is het moeilijk om het schitterende originele materiaal te
vergelijken met wat er hier gepresteerd wordt maar wij beschouwen het als
een meer dan verdienstelijke poging om de aandacht rond Gram Parsons gaande
te houden.Voor de liefhebbers kan ik de beknopte biografie van Gram Parsons
die verscheen op www.cdbaby.com/cd/laughinggravy
ten zeerste aanbevelen.
Laughing Gravy:
Doug Jayne: acoustic guitar and lead and backing vocals.
Allegra Broughton: acoustic guitar and lead and backing vocals.
Kevin Russell: lead and backing vocals, banjo, mandolin and guitars.
Sam Page: bass and vocals.
Dean Wilson :baritone and electric guitars & vocals.
Ron Stinnett:accordion and piano.
Dan Ransford:drums.
Dave Zirbel:pedal steel.
Harry Gale:guests on guitar and vocals.
HILLBILLY IDOL
LIGHTS
OF TOWN
website: www.hillbillyidol.com
info@hillbillyidol.com
label: Eigen Beheer
info: jlessman@kent.edu
www.cdbaby.com/cd/hillbillyidol
"Like missionaries from the Mother Church of Country Music, these guys love to spread the word of Hank, Bill, George, Lefty, and Merle." (CD Baby)
Liefhebbers van good old
countrybluegrass, western swing en honky tonk kunnen weer vingers en duimen
aflikken want het Cleveland based- bandje Hillbilly Idol slaagt er wederom
in om met hun derde album "Lights of Town" de sfeer van "the
Grand Ole Ophry" weer te geven. De vorige albums "Town and Country"
(1999) en "Hillbilly Idol" (2001) kunnen beschouwd worden als de
voorlopers van het kassucces "Oh Brother Where Art Thou" en werden
werelwijd enthousiast onthaald. Waarom het vertrouwde recept vervangen zullen
Paul Kovac (vocals, guitar, mandoline, banjo), Al Moss (vocals, pedal steel,
acoustic gt) en Bill Watson (acoustic bass) gedacht hebben en zij bouwden
liefst twaalf songs op hetzelfde stramien. Bovendien zochten en vonden zij
nog welgekomen hulp bij Denny Jones (fiddle), Roy King (drums), Jeff Pecon
(accordion) en special guest Jennifer Lee (vocals). Elke song werd wel aan
iemand of iets opgedragen, zo zijn de jongens meer dan tevreden met de hulp
van Jeff Pecon, zoon van polka legende Johnny Pecon, op de western swing tune
"Quadruplet Polka", krijgen John Hartford, Charlie Campbell en Tony
Ellis een eresaluut op banjo in "Thinkin' About Charlie", wordt
Thumbs Carlille in het zonnetje gezet met een fraai stukje pedalsteel in "Morning
Star" en toveren zij met "Comin' Home By Goin' away" een song
à the Carter Family tevoorschijn en bovendien kan Paul j. Kovac jeugdherinneringen
ophalen met "the Lights of Town". Tenslotte voelen zij zich ook
nog geroepen om een boodschap uit te dragen ... "Every day's another
opportunity to make our world better. It starts at home! Yodel-Ay-Hee ...
Praise the lord & Hillbilly Idol.
DAVID
WILLIAMS & THE FLAT IRONS
featuring THE FABULOUS VOCALS OF DARCY PEREZ
JOPLIN,
MO
website : www.trapdoor-media.com
www.davidwilliamsmusician.com
label : Trapdoor Media
info :info@trapdoor-media.com
www.cdbaby.com/cd/dwfid
GUEST SINGER DARCY PEREZ'S VOICE MIGHT MAKE YOUR MOTHER CRY HONEY !
Het blijft mij verbazen
hoeveel singer/songwriters in de loop der jaren aan mijn aandacht zijn ontsnapt.
Neem nu deze muzikale duizendpoot David Williams die niet alleen over een
prachtige stem beschikt, pareltjes van songs weet te creëren, een uitstekend
gypsy, jazz gitarist is in de stijl van Django Reinhardt, meer dan zijn plan
weet te trekken op mandoline, banjo en viool en bovendien met zijn cartoons,
kinderboeken, het schrijven van korte verhalen de aandacht weet te versieren
van god en klein Pierke. Maar mijn naam is Swa en ik geraak nu pas in de ban
van David Williams veelzijdige muzikale en literaire kunstjes. En eerlijkheid
is troef ten huize rootsrocker, ik moet dan ook deemoedig toegeven dat het
Darcy Perez was die met haar betoverende stem, een mix van Gillian Welch,
Natalie Merchant, Nora Jones, een sublieme rol speelt op het album "Joplin
Mo" en mij op die wijze in contact bracht met David Williams. Blijkbaar
twee vliegen in een klap want ook Darcia Perez is voor mij een nobele onbekende
en blijkbaar een goed bewaard geheim, want het is verdraaid moeilijk om aan
informatie te geraken over deze dame. Het is een tijdje geleden dat iemand
mij meer dan 70 minuten, liefst achttien songs, er in slaagt mij zo geboeid
doet luisteren naar een genre dat je niet alle dagen op je bord geschoteld
krijgt. Old timey , folk, gospel, dixieland, jazz, blues, bluegrass zijn de
basis ingrediënten van de verhaaltjes waar Williams ons mee om de oren
slaat. Het lijkt wel of de multi-instrumentalist een periode van zijn doen
en laten in zijn geboortedorp Joplin, MO afsluit en zijn blikken naar andere
horizonten beweegt. Het blijft ondertussen genieten van dit album waarbij
Williams en zijn entourage mij doent denken aan Tom Russel en zijn gabber
Andrew Hardin. Wij kijken hoopvol uit naar andere verhaaltjes/gebeurtenissen
die eventueel kunnen dienen om een opvolger te vinden voor dit schitterend
album en wanneer hij dan weer beroep doet op Darcy Perez en the Flat Irons
springen wij een gat in de lucht. Het zal mij niet beletten om wat meer te
weten te komen over Darcy Perez, want mensenlief kan dat "wijf"
zingen.
"Darcy Perez has one of those effortless voices, the kind that wraps
itself around words and phrases and makes you feel exactly how the writer
wants you to. It is clear from the opening ‘Come Home’ that without
her call this record would be so much less, so it’s fortunate that she’s
at the centre of a majority of the songs."
(David Cowling)
BRIAN PARTON
UNBRIDLED
website : http://home.mindspring.com/~brianparton/index.html
label : Ground speed Music
info : badbadbad17@yahoo.com
BRIAN PARTON 'S "UNBRIDLED" MAKES BORDERS BLUSH"
Het heeft bloed, zweet, tranen gekost en heeeeel veeeeeel geduld om eindelijk in het bezit te komen van dit album. Blijkbaar waren er duistere machten die het succes van Rootstime in het binnen/buitenland niet konden waarderen en alles in het werk stelden om een review van dit fraai album te verhinderen. Maar zoals het spreekwoord zegt wie laatst lacht, best lacht en ditmaal trokken wij aan het langste eind. Niet meer zo recent maar het blijft een dijk van een album en een artiest naar ons hartje. Recht voor de raap rock & roll van een man die in zijn thuishaven dan ook kan rekenen op een schare fans die afgelopen jaar een stevige borrel konden nuttigen op zijn verkiezing tot "Best Americana Artist " (Tulsa World) en dit voor de tweede maal op rij. Een overwinning in de categorie "all performers who go out to entertain with only their instrument and their voice" en het is precies dat gegeven dat zijn album zo speciaal maakt. Want in het verleden trok hij de boer op met zijn Nashville Rebels, ondermeer optredens met Kim Lenz, Big Sandy, Deke Dickerson, Ronnie Dawson, Jerry Lee Lewis vielen hen te beurt, en wisten zij met het album "Exploitation Natural" (1999) onze aandacht te trekken". Brian Parton and the Nashville Rebels are a rockabilly band from Tulsa. A three-piece with bass, drums and guitar, these guys are a treat to see. They play authentic rockabilly, early rock and roll and country, playing lots of classic covers as well as their own songs. They play very interesting arrangements of Rain (Beatles), 2000 Light Years From Home (Rolling Stones) and Lips Like Sugar. Also songs by Ray Price (Crazy Arms), Charlie Rich, Johnny Burnette & the Rock and Roll Trio, and Carl Perkins."(http://www.ionet.net/~tslade/localmus.htm). Momenteel treedt hij solo op en toen wij een blik wierpen op zijn gigslist konden wij vaststellen dat zijn carriere loopt als een trein. Een prettig gegeven voor een artiest die met dit album (elf zelf gepende songs) erg dicht in de buurt komt van dat ander akoestisch rockabilly meesterwerkje nl: het debuutalbum van Darrin Stout & The Starlighters. Als extraatje (voor het lange wachten?) was Brian zo vriendelijk om ons een Ep'tje te bezorgen met drie cover songs (" Lips like Sugar " van Echo & The Bunnymen / Coldplay, "Who Will the Next Fool Be" van Mark Chesnutt, "Train Kept a-rollin'" van Johnny Burnette) and one original ("I'll Dream Of you").
BLUE VOODOO
THE
STORM
website : www.bluevoodooblues.com
label : Eigen Beheer
info : www.cdbaby.com/cd/bvoodoo2
Met dit album
hebben wij bewust een tijdje gewacht omdat onlangs een band met dezelfde naam
een korte tournee door ons landje deed (zie Extra Support) en om geen misverstanden
te kweken ...juist. Eigenlijk een beetje jammer dat wachten want ik vind het
tweede album van Blue Voodoo (Northeast Missouri, between Chicago, Kansas
City and St. Louis) met frontlady BJ Allen een real blues album waar wij wel
pap van lusten. De voorganger "Red Hot Blues" (2003) is aan mijn
aandacht ontsnapt en om al die toestanden rond Blue Voodoo wat goed te maken
... juist. Laten wij beginnen met hun eerst te feliciteren met hun overwinning
in "The Tri-States Blues Challenge 05 en 06" en vermelden dat deze
jongen lichtjes uit zijn dak gaat van de combinatie BJ Allen, die haar roots
haalt in het country, gospel en classic rock wereldje, en de schreeuwende
gitaren van Jerry Fuller die samen met bassist JP Hurd tekent voor de meeste
songs en daarmee opteert voor serieus wat Sabam aandelen. Hard-rockin blues
"GoodBye - Baby" die afgewisseld wordt door wat slows "Singin'
My Own Blues" en "Sittin' on the Top of the World", a New Orleans
cajun beat "Disneyland for the Blues" of een akoestische versie
van "Ain't gonna Take It Anymore". Alles onder het motto .. U roept
maar ...Blue Voodoo feels and sings the blues! Heeft de halve wereld het afgelopen
jaar af te rekenen gehad met allerlei natuurrampen voor een storm called "Blue
Voodoo " zullen wij op het Europese vasteland niet wijken.
(SWA) www.stlblues.net/uj_bluee_voodoo.htm
1. Sweet Talk
& Wine – brief little number that gets kicking half way through
2. Don’t Be Hard on Me Baby - harp lends a little charm to this song
3. The Storm - funk flare with powerful vocals, piano and pleasing guitar
work
4. Singin’ My Own Blues Now – slow tune that makes you feel the
blues
5. The Devil In Me - sultry little song
6. Something For Nothing- enjoyable guitar and vocals
7. Willow Tree - nice and simple track
8. Disneyland For The Blues - creative Cajun beat with cool keys and harp
9. Sittin’ On Top Of The World - slow and easy and puts you in a blues
state of mind
10. Ain’t Gonna Take It Anymore - acoustic gem with harp, my favorite
track
11. Good-Bye Baby - driving rhythm and groovy guitar work
RUSTY ROOTS
Limburgers
en wereldburgers ... het was iets meer dan een jaar geleden (zie extra support
Nov. 2004) dat wij voor het eerst kennis maakten met de jonge honden van Rusty
Roots die als supportingsact voor the Wildcards geprogrameerd stonden in de
MuziekOdroom te Hasselt. Met ondermeer optredens op Bugaboos en het BRBF bevestigden
Mr. Bee Jee (Jan Bas/vocals, guitar), Mr. Bob (Bob Smets/guitar), Mr Lazy
Eyed Steve (Steven Scheelen/sax), Mr Body (Stefan Kelchtermans/upright bass)
en Mr. Tutt (Nico Vanhove/drums) hun gestadige vooruitgang in het Westcoast
blues, swing, jump & jive genre. Het werd dan ook tijd voor een eerste
boreling en onder leiding van Mr. Tee werden er een aantal verlofdagen opgenomen
om met het Belgisch & Limburgs boegbeeld in het blueswereldje de studio
in te duikelen.Het resultaat ligt nu bij de platen/cdboer en kunnen wij spreken
van een wolk van een baby die door het leven zal gaan als "100 Miles".
De geboorte werd gevierd met een heuse persvoorstelling en zoals het hoort
afgesloten met een spetterend optreden in diezelfde MuziekOdroom. Een talrijk
opgekomen publiek was er getuige van dat de jongens van Rusty Roots nog niet
naast hun schoenen lopen en met een kwajongensachtig enthousiasme de pannen
van het dak spelen. Hun eigen nummers werden nu officieel voorgesteld, en
het kan niet ontkend worden, zij sloegen zelfs bij de fans van het eerste
uur ( waaronder deze jongen) in als een bom. Titelnummer "100 Miles"
kan bij de optredens doorgaan als de perfecte soundcheck en is samen met "You
Put Your Heart In My Soul, but I can't sleep at night " het startsein
voor een lekkere swingende 43 minuten en 37 seconden prima jump, jive, swing
en boogie. Het ingangsexamen songwriting wordt met onderscheiding bekroond
en wij kijken dan ook benieuwd uit naar nieuwe eigen composities. Bovendien
werden er enkele prachtige covers gebracht van "Stand by Me" niet
van Ben E King maar van E. Jones, "Big Boss Man ( Willie Dixon) dat werd
opgedragen aan producer Mr.Tee die zich niet te beroerd voelde om bij een
aantal songs een handje/gitaartje ter hulp te snellen. Bovendien kregen wij
met "Compact Baby" een ferme uithaal naar iets meer rock en roll
en laat Steven Scheelen eens te meer blijken op "Back Breaking Blues"
dat hij van bijna onschatbare waarde is voor dit bandje. Maar het zou niet
fair zijn om de andere leden niet in de schijnwerpers te plaatsen. Zo is er
ondermeer de strakke ritme sectie met de altijd goedlachende drummer en een
erg coole maar o zo sympathieke up right bassist die met de verkoop van dit
album hoopt op de aanschaf van een nieuw kostuum. U weet dus wat u te doen
staat met uw zondagsgeld en als de prima gitarist en dito zanger nog iets
aan charisma kunnen winnen, het showelement wat kunnen opvoeren, de bindteksten
wat verzorgen, dan staan er nog heuglijke dagen te wachten voor de heren van
Rusty Roots en hun fans die ik al fluitend en zingend de nacht zag in wandelen
..."I Wanna Make Love to you" .. "Wang Dang doodle ... all
night long "... "She's so fine " ... "I still Love you
" Eigenlijk had dit optreden moeten doorgaan op Valentijn want dat de
jongens uit Peer en omgeving "liefde voor de muziek voelen" is een
open deur intrappen. Dit bandje hoort thuis op de 2006 edities van Moulin
Blues Ospel , BRBF Peer. Prima debuutalbum!
THE WHIPSAWS
TEN
DAY BENDER
website: www.thewhipsaws.com
label : Skip Tooth Records
info : jeff@thewhipsaws.com
www.cdbaby.com/cd/whipsaws
The Drive
By Truckers kunnen niet langer op hun lauweren rusten want wat the Whipsaws
uit het hoge Noorden (Alaska) uit hun mouwen en gitaren schudden laat het
beste verhopen voor de toekomst. Mocht het bandje uit het Zuiden ietwat in
slaap gevallen zijn dan zorgt het album "Ten Day Bender" van the
Whipsaws ervoor dat Shonna Tucker en haar vriendjes niet moeten aarzelen om
de studio's in te duikelen of hun plaatsje aan de alt. country/Americana top
zou wel eens vlug ingenomen worden door frotman Evan Philips en zijn kompanen.
Zij laten er geen gras overgroeien en laten met songs als "Petersville"
en "Hillbilly Heroin" duidelijk merken dat the Truckers een patent
mogen hebben op prima Southern Rock, zij heel erg dicht in de buurt komen
met hun Alaskan rock & roll. Gelukkig wordt het tempo wat terug geschroeft
en dan komen net als bij the DBT de pareltjes boven. "Shotgun Wedding"
is het resultaat van wat "Neil Young rides shotgun with the Drive By
Truckers" kan opleveren .... "They were free and they were young,
with a shotgun wedding at twenty - one. Smokin' weed and drinkin' beer , never
thougt we''d last this long.Just having fights and having fun. But it's been
worth it all these years". Een dikke radiohit en de opvolger staat reeds
vermeld op dit schijfje want "There's a hole in my Hart , Love"
verandert algauw in "There's a hole in my Hart, Bitch" en gaat alle
verkoop records breken want iedereen die van nabij wat met muziek te maken
heeft kan zich herkennen in deze song "There's a hole in my heart, and
I'm losing my breath, cause it keeps gettitng deeper, please come back to
me Beth. Cause your dating my brother, and your living at his shack I'm just
left with my rock band, in the 49th state". De schitterende lap steel
en fiddle krijg je er gratis bij! Mooi, en de perfecte overgang om terug vaart
in het album te krijgen en de song "Contraband" en de instrumentals
"Ass Grass Revival" en "Bootlegger's Blues" kunnen de
ietwat oudere rootsrocker bewegen tot dat typische "stamp your boots
on the floor". Het kan "Wayward John" misschien overhalen om
eens een glimlachje op zijn gelaat te toveren want de verhaaltjes van the
Whipsaws zijn nu niet bepaald vrolijk, "It's been a long time, it's been
a long time sice you smiled "Wayward John don't come around here no more"
maar wel vreselijk mooi omkaderd door Aaron Benolkin (lap steel, dobro,lead
guitar,slide gt), Beth Chrisman (fiddle, vocal), Wade Collins (bass, drums),
Evan Philips (vocals, acoustic & el gt, harmonica) en James Domeck jr.
(drums,lead gt). Ondertussen heb ik al de bemerking gemaakt dat the Whipsaws
met "Sweet Marie" hun derde potentiële hit op dit debuutalbum
hebben staan en "Ten Day Bender" dan waarschijnlijk de geschiedenis
zal ingaan als hun "beste". "What will I do when the Codeine
is gone" ? luister eens naar THE WHIPSAWS! (je krijgt er nog een hidden
track extra bij!)
TONY GILKYSON
GOODBYE
GUITAR
website : www.tonygilkyson.com
label : Rolling Sea Records
info : juba@earthlink.net
Het was collega
Benny Metten (www.ctrlaltcountry.be)
die mij op het bestaan wees van ex-X en Lone Justice gitarist Tony Gilkyson's
nieuwste album. Bijna een eeuwigheid geleden dat de man zelf nog iets uitbracht
want de laatste jaren was hij ondermeer aktief bij Dave Alvin, Bob Dylan,
Jimmie Dale Gilmore en betrokken als procucer bij het werk van Chuck E Weiss,
Eleni Mandell, en onderhield hij de familie relaties met zusje Eliza en ex-lief
Exene Cervenka (The Knitters). Maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan
en met het album "Goodbye Guitar," dat precies acht jaren na "Sparko"
komt, weet Tony ons met een klein meesterwerkje rond de oren te slaan. Niet
verwonderlijk als je ziet wie de brave man in de studio's een handje kwam
toesteken. Ondermeer : Charlie Mc Govern & Don Heffington, Randy Weeks,
Chuck E Weiss, Kip Boardman, Josh Grange, Van Dyke Parks en 'Little Sister'
Eliza Gilkyson. Blijkbaar heeft Tony net als een voetballer die veel trainers
versleten heeft, het een en ander opgestoken van die beroemde namen en het
resultaat mag verbluffend genoemd worden. Net als bij Chip Dolan (zie review)
is veelzijdigheid hier troef: zo begint hij onmiddelijk met "Mojave High"
een erg leuk rootsrockertje waarbij Randy Weeks zijn hartje kan ophalen met
een subliem stukje slide gitaar en Don Heffington bijna door zijn drumvel
slaat. Het lijkt wel een Mississippi hard rock band! Iets heel anders krijgen
wij op ons bord met "Wilton Bridge" en "Worthless" waarbij
respectievelijk Josh Grange/Greg Vincent de pedal steel & Pete Hicks de
fiddle hanteren ... country/tearjerkers à volonte en het houdt niet
op want met "Old Cracked Looking Class" kan het niet anders zijn
of Doug Sahm schreeuwt het uit om terug naar de aarde te mogen keren om stante
pede met Danny Mc Gough (Hammond organ) een album op te nemen. "My eyes"
worden er vochtig van, en wanneer er ook nog een beetje sax, Mexicali horns,
trompet & trombone op de afspraak verschijnen is de link naar Jimmie Dale
Gilmore en Willie Nelson niet meer ver af. Schitterend en hopelijk gaat het
weer geen acht jaren duren eer Gilkyson nog iets van zich laat horen of dat
hij zelfs een "Goodbye Guitar" overweegt met Mike Stinson (drums),
Don Heffington (banjo) en Chuck E Weiss (vocals), want dat zou hemeltergend
zijn. Dit is een dijk van een album waarbij niet alleen deze jongen maar onze
Guido Belcanto zich in zijn nopjes moet voelen ... "Man About Town"
is hem op het lijf geschreven en het accordionneke van Van Dyke Parks doet
je de cabaretsfeer opsnuiven. Liever een snuifje Beatles ... "Since the
Well Ran Dry " kan er voor zorgen, of loop je echt warm van een portie
Americana ... "Juanita", "Gypsies In my Backyeard" (Don
Heffington op harmonica en vocals van zusje lief) voldoen aan je behoefte
en zorgen samen met "A cup of coffee , a donut and a dream" dat
Tony Gilkyson voor een van de hoogtepunten van muzikaal 2006 gaat zorgen.
TERRIE LEA AND THE MUSTANGS
SOLITARY
TEAR
website : www.terrielea.com
info : terrieleabooking@aol.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/tlmustangs
www.sonicbids.com/epk/epk.asp?epk_id=54367
Je kan er
niet omheen ... heartbreaks, cheating husbands, dread of aging, vergelijkingen
met Patsy Cline, Tammy Wynette, Loretta Lynnn ... Terrie Lea en haar Mustangs
zijn aktief in het country & western wereldje. Vrij onbekende namen en
toch slaagt Terrie erin om negen maal aan de haal te gaan met de een of andere
Detroit Music Award. Het openingsnummer "A Room With a View" (Gretchen
Peters) is een prima visitekaartje van dit album want het geeft ons een perfecte
inkijk van wat Terrie Lea beoogt met dit album. Pure country en op een manier
die mij soms doet denken aan de beginjaren van Emmylou Harris en haar Hotband
en blijkbaar zijn de tijden serieus veranderd want de doetjes van toen zijn
vrijgevochten vrouwen geworden ... "Your Coffee's on the Table but Your
Sugar is Walkin' out the Door". Nog meer vrouwelijke inbreng vinden wij
terug met Susie Weedman on organ, piano, keys en Janet de Vries, vocals, mandolin,
fiddle maar ook de heren laten zich niet onbetuigd want zo was drummer Bruce
Bedford ondermeer aktief bij Jr. Walker & his All Stars, Nick Lowe &
Rockpile, Marshall Crenshaw, The Neville Brothers, gitarist Ross Gatzke bij
Ricky Skaggs, bassist Rick Zeldes bij Trace Adkins, en kwam Al Carmichael
een handje toesteken op gitaar, dobro en pedalsteel. Natuurlijk kan je niet
naast het zeemzoete spul kijken en luisteren maar Terrie Lea en haar band
weten juist de grens te trekken tussen het platte mainstream Nashville gedoe
en country die haar roots haalt in het betere singer/songwriterswerk dat zij
samen ondernam met ondermeer Charlie Craig. "Solitary Tear", "I
Whish It Would Rain" en "Somebody's Gotta Cry" zijn daar prima
resultaten van en met songs als "Don't Even Throw That Dog A Bone"
en "180" zou ook Heather Myles wel uit de voeten kunnen. Wij gaan
er van uit dat de vergelijkingen met Patsy, Tammy en Loretta publicitair mooi
meegenomen zijn want Terrie Lea's stem en haar band zijn overtuigend genoeg
om te concluderen dat "Solitary Tear" voor de real country liefhebber
een must is.
RITT DEITZ
AFTER
THE MOUNTAIN
website : www.rittdeitz.com
label : Uvulittle Records
info : www.uvulittle.com/detail.php?catalogid=94
www.cdbaby.com/cd/ritt
www.myspace.com/rittdeitz
Zijn eersteling
op het Uvulittle label, zijn drie vorige albums verschenen bij Bentback Records
en toch klinkt de naam Ritt Deitz mij onbekend in de oren. Een singer/songwriter
die volgens Amerikaanse bronnen thuishoort in het vakje "Acoustic Roots
Rock" en in een vorig leven de aandacht trok met zijn schoolband genaamd
the Qubes. Ondertussen is Deitz de schoolbanken allang ontgroeid en trekt
hij samen met "Kentucky Jim" Faris (standup bass), zoonlief Wilder
Deitz (piano) en Craig Totten (dobro and guitar) door de omgeving van Wisconsin,
Indiana, Kentucky en Ohio om zijn album te promoten onder het motto "Only
Love Is Stronger Than Music". Met de traditional "All the Good Times
are Past and Gone" neemt dit album een uitstekende start, prima dobro
gepingel en wanneer Joy Moran op "Mexico" zijn accordionneke bovenhaalt
is de aanschaf van dit album al bijna een must. Maar ook alleen op gitaar
bewijst Ritt Deitz dat hij uit het goede singers/songwriters hout gesneden
is. De songs "Sign", "Bluebird" en "Can't Take you"
doen mij eventjes denken aan lang vervlogen tijden waarbij iemand stilletjes
op een barkruk plaats nam, zijn gitaar inplugde, de vermelding "Hi i'm
Ritt Deitz " en er vervolgens in slaagde om de ganse avond onze aandacht
te trekken met zijn toe-tappin', guitar-slappin' rootsy folk romp. Een beetje
nostalgie misschien vanwege deze jongen maar met het album "After the
Mountain" slaagt Deitz er perfect in om een sfeertje te creëren
waarbij die onvergetelijke "doorzak" avonden in bruine kroegen opnieuw
voor de (benevelde) geest dwarrelen. "Pull Me trough, what we need is
loving" doet er nog een schepje bovenop en wanneer Deitz het tempo een
klein beetje optrekt en zijn roots/rock/folk muziek een bluesy stempeltje
krijgt met songs als "I Can 't Take you" en "Roll and Bend"
zijn wij meer dan tevreden dat wij weer iemand ontdekt hebben die thuishoort
in ons favorietenkransje van troubadours. Liefst veertien songs op dit album
en wij gaan volledig akkoord met Pike 27 leadman Dave Purcell, he calls Ritt's
music "gritty and intelligent' and 'sweet, gentle and smoldering"
Prima Album!
PHIL TRIGWELL & LOS BANDHAGOS
BOOGIE
WOOGIE COWBOY
Email: philtrigwell@hotmail.com
website: www.rhythmbomb.com
label :Rhythm Bomb Records // Tessy Records
info : www.tessyrecords.de
Verandering
van spijs doet eten moet Phil Trigwell gedacht hebben bij de opnames van dit
album. Niet alleen werden The Thunder Jets, the Thunder Bolts of the Deputies
aan de kant geschoven voor zijn nieuwe begeleidingsgroep Los Bandhagos (die
blijkbaar alleen bestaat uit A.J. Hakwinson) maar ging hij zich ook verdiepen,
naast de traditionele rockabilly, in de Western swing en hillbilly bop. De
titel van het album is de beste indicatie voor de liefst 18 songs die je kan
aantreffen op "Boogie Woogie Cowboy" van deze Engelsman die al van
1971 in Zweden woont. Inderdaad 18 songs en toch maar een kleine 35 minuten
rock, bop, jump & jive plezier. Het lijkt wel of Trigwell een aanval ondernam
op het wereldrecord "zoveel mogelijk songs opnemen in zo kort mogelijke
tijd" dat al sinds mensenheugenis op naam staat van the Ramones. Eerdere
opnames van Trigwell verschenen ondermeer bij Enviken l, Tail Records en Armadillo
Records. Dit album wordt in het daglicht geplaatst door het Tessy Record label
dat in Rhythm Bomb Records een ideale distribiteur vond. Natuurlijk veel eigen
songs , een verdienste waarvoor Trigwell trots een fiere borst mag opzetten.
Natuurlijk mogen uit commercieel oogpunt de covertjes niet ontbreken en met
ondermeer "Freight Train Boogie" ( Scott, Nobar), "Since You
Went Away to School" ( N. Petty), "Sugar Moon" ( B. Wills),
"No good Lover"( Baker, Vanderpool), Hillbilly Express" ( Garland,
Collie) werd er prima gevolg aan gegeven. De opnames vonden plaats in the
Kitchen Sink Studios (Stockholm, Zweden, 2003) en op de inlay krijg je een
overzicht van de gehele studio apperatuur die gebezigd werd bij de opnames.
Prima album dat wij rangschikken onder de noemer "they Just Wanna Rock
& Roll" en laat dat nu precies een van de doelstellingen zijn van
dit e-magazine.
EASTWOOD
ALBUM : DIE TRYIN'
website : www.eastwoodband.com
label :Eigen Beheer
info: contact@eastwoodband.com
www.cdbaby.com/cd/eastwoodband
www.music.yahoo.com/release/28020954
Het is bijzonder
moeilijk om een etiket op dit potje te plaatsen ... is het nu country , rock
of pop? Dit bandje uit Dallas TX houdt ervan om de liefhebbers op het verkeerde
been te zetten. Niet alleen prijken ze met drie op de foto's maar worden ze
bijna overal vermeld met vier personen. De songs "Like Nothing' Happened"
, "Nickel" en "Fallin' Down Again " drijven richting alt
country en the Old 97's, terwijl "Will We Still Be Lovers Tomorrow, or
just still friends" meer naar het bitterzoete van the Mavericks afglijdt.
Om de verwarring nog groter te maken laten zij met het titelnummertje "Die
Tryin'" een prima rootsrockertje à Tom Petty op ons los en komen
zij met "Rumors" erg dicht in de buurt van wijlen the Beatles. En
het blijft gissen want zo zouden Dave Edmunds of Terry Anderson and the Olympic-Ass-Kickin
Team (zie rev.jan 05 ) stevig uit de hoek kunnen komen met "I Know I
Should break Up With You" en lijken "Can you Hear Me" en "Spinnin'
My Wheels" op het lijf gegoten van Elvis Costello. Zo zouden de Eagles
met "Homesick" overwegen om aan hun vijfentwintigste comeback te
beginnen en zo kunnen wij nog wel uren doorgaan. Het komt er op neer dat "Die
Tryin'" in feite een erg sterk debuutalbum is van een bandje dat houdt
van veelzijdigheid en dat op een bijna perfecte wijze weet te realiseren.
Niets nieuws onder de zon maar toch voldoende om eensgezind met de mensen
van Cd Baby dit verslagje te beëindigen : "Three Texas boys who
love the rage, heart ache and tradition of the 'outlaw country' musicians
just as much as they dig the Beatles. They like their music smart, emotional
and with a healthy dose of twang. " Meer moet dat niet zijn! De jongens
van Eastwood zullen zichzelf nu ook wel in vrage stellen ... "Get Rich
or Die Tryin'" naar de gelijknamige film met Clint Eastwood. Wat ons
betreft, dit is een leuk album en een kassasucces!
Eastwood is:
Kevin Minihan - Vocals, Guitars, Bass
Lance Howard - Guitars, Bass
David Heidle - Vocals, Guitars, Bass
(Kent McKim - Percussion)
MARSHALL CHAPMAN
MELLOWICIOUS!
website : www.tallgirl.com
label : Tallgirl Records
info : www.savianomedia.com/marshallChapman.html
Tamara Saviano
tamara@savionomedia.com
"The times they are changin' " ... enkele jaren geleden was zij nog te gast op het BRBF te Peer en dat optreden deed ons dan ook met belangstelling uitkijken naar het album "Mellowicious", het was tenslotte negen jaren geleden dan er nog iets nieuws van "The Tallgirl" verscheen op muzikaal gebied. Want het mooie maar soms nukkige kind timmert al bijna dertig jaren aan de weg in Nashville en kan beschouwd worden als een van de eerste rock& roll lady's die met een gitaar om de lenden het podium bestormde. Wij schrijven dan midden jaren zeventig en alhoewel zij nooit een bezige bij was getuigen ondermeer de albums "Jaded Virgin" (Epic '78), Marshall (Epic '79), Take it on Home" (Rounder ''82), "Inside Job" (1991) van grote klasse en met recht en reden mocht zij plaats nemen tussen corryfeeën als Emmylou Harris, Lucinda Williams en Beth Nielsen Chapman. Ondertussen schreef zij een 300 tal songs waarvan er een aantal gecoverd werden door Emmylou, John Hiatt, Joe Cocker, Jimmy Buffet, Jessi Colter en Dion. Ondertussen zijn de jaren ook voor Marshall Chapman niet blijven stilstaan en dat deed mij na het beluisteren van dit album denken aan een van Peter Koelewijns grootste hits dat wij vrijblijvend veranderen in "Je wordt ouder mama geef het maar toe, je bent nog snel maar ook veel eerder moe". De scherpe kantjes zijn eraf gevijld en het album zweeft ergens tussen pop en voorzichtige rock met af en toe een uithaal naar wat country "I Love everybody, I love everything" (co- writer Tim Krekel), "Railroad Track" waarbij Tommy Spurlock (the Band, Flying Burrito 's) zich eventjes kan uitleven op zijn steel guitar en wat Americana/roots toestanden met het openingsnummer" Have A Little Faith", "Call the Lamas", "Downhill Slide" en "Now The Rain Is Falling". De pareltjes van songwriting "Now The Rain is Falling" dat Chapman schreef vier dagen na het overlijden van haar broer en "Bright Red Sunset" (backingvocals Beth Nielsen Chapman) zou ik graag eens horen in een door merg en been snijdende versie van Marianne Faithfull of Mary Gauthier. Voor de rest huppelt het album gezapig verder op een VRT 2 ritme en het zou mij niet verwonderen moest Chapman met "Island song II" , "I fell in love again this morning" (co- writer Danny flowers) en "I'm just Pitiful that Way" hoge ogen gooien als kandidate voor Eurosong. Blijkbaar heeft Chapman een bladzijde omgedraaid in het leventje van sex, drugs & rock & roll en zingt zij nu aangepaste versjes voor de kleinkinderen. Wat wij missen op dit album ? ... "Vuur zei ze en ze lachte haar tanden bloot" (Bert De Coninck)
A
CASE FOR CASE
A TRIBUTE TO THE SONGS OF PETER CASE
website : www.crosstownarts.com/hfm
info : www.hungryformusic.org
www.petercase.com
Was je van
plan iemand nog een laat kerstmis/nieuwjaars of een vroeg paascadeau te bezorgen
of wil je iets origineler uit de hoek komen met Valentijn dan lijkt mij dit
een geschikt geschenk, en niet onbelangrijk, je steunt er nog een goed doel
mee. Een drie delige cd set die het immense songarsenaal van folk/rocker Peter
Case herbergt en ten gehore gebracht wordt door artiesten van diverse pluimage.
Er zitten kleppers tussen : Tom Russel, Chris Smither, Bob Neuwirth, Richard
Buckner, Dave Alvin, Joe Ely, Todd Snider, James Mc Murtry, Ronnie Elliot,
urf Morlix, Chris Gaffney, john Prine, Bill Kirchen, Jeffrey Focault en Carll
Hayes. De laatste twee zullen ook te gast zijn op het Blue Highways festival
te Utrecht op 22 / 4. Liefst 48 songs van een artiest die door de liefhebbers
en collega's beschouwd wordt als een van de betere singer / songwriters in
het folk / rock genre , zelf omschrijft Case het als volgt : “I’m
a singer songwriter that uses all the American styles to get my stories across:
blues, rock ’n roll, country, soul, R&B…& folk.. plus
some rhythmic influences from around the world”. of zoals de titel van
zijn in 1989 verschenen album laat uitschijnen " The Man with the Blue
Postmodern Fragmented Neo-Traditionalist Guitar . Prachtig materiaal dat voor
de speciale gelegenheid ( zie www.hungryformusic.org)
een americana / rootsrock tintje krijgt . Aanschaf verplicht !
Disc One
1. Hayes Carll - Beyond the Blues
2. Maura O’Connell - Blue Distance
3. Lester Chambers - Walking Home Late
4. Tom Russell - A Little Wind (Could Blow Me Away)
5. Sam Baker - Still Playin’
6. Chuck Prophet - Three Days Straight
7.Jackie Greene - Ice Water
8. Susan Cowsill - Honeychild
9. Mark Winsick Band - Rise and Shine
10. Chris Smither - Cold Trail Blues
11. Jode Manross & Laith Keilany - Green Blanket
12. Bob Neuwirth - Power, Lust, & Money
12. Richard Buckner - Poor Old Tom
13. Kim Richey - First Light
14. Timothy Bracken - Turnin’ Blue
15. Victoria Williams - Drunkard’s Harmony
Disc Two
1. Dave Alvin - On My Way Downtown
2. Joe Ely - Put Down the Gun
3. Todd Snider - Travelin’ Light
4. James McMurtry - Old Part of Town
5. Ronny Elliott - Horse and Crow
6. Mary Battiata - Paradise, etc
7. Last Train Home - Baltimore
8. Amy Rigby - Beautiful Grind
9. Will Kimbrough - Moves Me Deeply
10. Pieta Brown - Spell of Wheels
11. Gurf Morlix - Evening Raga
12. Amilia K Spicer - Never Coming Home
13. Jesse DeNatale - I Hear Your Voice
14. Claire Holley - Two Angels
15. Peter Mulvey - Hidden Love
16. Gary Heffern - I Shook His Hand
Disc Three
1.Timothy Bracken Three-Way
- Everyday Things
2. The Kennedy’s - Great Big World
3. Chris Gaffney - Zero Hour
4. Western Electric - When You Find Out
5. Brindley Brothers - Oldest Story in the World
6. Steve Wynn - Million Miles Away
7. Brad Rice - Something’s Coming
8. Mark Mulcahy - Small Town Spree
9. John Prine - Space Monkey
10. Steven Jackson - Crooked Mile
11. Bill Kirchen - This Town’s a Riot
12. Mike Martt - Wake-up Call
13. Kevn Kinney - Walk in the Woods
14. Marvin Etzioni - Old Blue Car
15. Jeffrey Foucault - Entella Hotel
BONUS:
16. Peter Case - Beyond the Blues (live
MARK
LEMHOUSE
THE GREAT AMERICAN YARD SALE
website : www.marklemhouse.com
www.yellowdogrecords.com/marklemhouse
label : Yellow Dog Records
info : info@yellowdogrecords.com
www.cdbaby.com/cd/lemhouse2
Distr.: Blues Promotion
"Former
Memphian puts the juice back in Americana."
(www.memphisflyer.com)
Vernieuwing in the blues ... het blijft een onderwerp dat vele bluesfans bezig houdt en meermaals leidt het tot verhitte discussies. Natuurlijk blijft het teruggrijpen naar het roemrijke verleden de gemakkelijkste oplossing maar Mark Lemhouse is met zijn album "Big Lonesome Radio" dat in 2003 verscheen erin geslaagd om het een en ander los te maken in de klassieke vooroordelen van menige bluespurist. Het album werd overladen met gunstige kritieken en zelfs tweemaal genomineerd voor een W.C. Handy Award (“Acoustic Album of the Year” and “Best New Artist Debut”). Onlangs verscheen de opvolger "The Great American Yard Sale" en zocht Lemhouse zijn inspiratie met zijn fingerpicked national guitar op het debuutalbum nog voornamelijk in de traditionele Delta/Nort Mississippi/Piedmont rag time blues dan graaft hij nu nog iets verder en met ondermeer lap steel & banjo geluidjes geraakt hij zo in in het Americana genre waar hij ondermeer bondgenoten telt als J. Guy Davis, Corey Stevens, Chris Smither, Keb Mo, Harry Manx, J Cash, Tom Waits en Hank Williams. Bovendien is de man niet verlegen om een kwinkslag in zijn verhaaltjes maar durft hij ook zwaarwichtige thema's aan te snijden als depressies en zelfmoord, en durft hij het zelfs aan om een schitterende cover te maken van Ray Davies "Nothing in the world can stop me worryin' bout that girl". Nashville -by - way - of Portland blues man Mark Lemhouse solliciteert met dit album openlijk voor een plaatsje op het BRBF festival te Peer (Belgie) dat dit jaar doorgaat op 14/15/16 juli. Mag niet ontbreken in de verzameling van iedere "moderne" roots/blues liefhebber .
KEITH MOULAND
THE
SELECTION
website : www.keithmouland.co.uk
info : info@keithmouland.co.uk
label : Silver
www.silver.co.uk/music
www.cdbaby.com/cd/keithmouland
Singer / songwriters ... het is een wereldje apart en wie zeker in dat wereldje thuishoort is Keith Mouland (Engeland). Was hij eind jaren zestig voornamelijk aktief in blues en rock middens dan schakelde hij met de oprichting van "Calaboose" over op country rock. Ondertussen is hij voornamelijk bezig met het schrijven van songs en over zijn huidige samenwerking met Paul Godden (steel guitar, dobro, mandoline, bottleneck gt) brengen wij binnenkort een verslagje. Afgelopen jaren bracht hij verscheidene country albums uit ("A to B" en "1st Instalment") en van dat materiaal verscheen onlangs een soort "greatest hits" of een puike selectie van storytelling songs. Twaalf zelfgepende verhaaltjes en de man is er met recht en reden fier op. Een "luister" album dat mij met de pareltjes "Born Again" en "See What You Get Get what you See" doet denken aan de beginjaren van John Prine, Ray Wylie Hubbard en gerust kan wedijveren met hetgeen beide heren ooit op plaat/cd wisten te plaatsen. Ho ho hoor ik sommigen al roepen, niet overdrijven rootsrocker, maar zoals steeds is muziek beluisteren een erg persoonlijke benadering en de wijze waarop Keith Mouland zijn songs weet te schrijven en voornamelijk te brengen met zijn schitterend akoestisch gitaar gepingel en dat lekker slide geluidje maakt de man in mijn ogen tot een "echte". "From the Soutwest of England" maar het is pure Americana wat hij op ons bord schotelt. Ondanks het meestal een eng straatje is waar de meeste singer/songwriters zich in begeven is dit een album met voldoende variatie ... folk, blues, country, hier en daar wat voorzichtige rocktoestanden maar het is en blijft een genot om naar te luisteren. Bovendien slaagt Mouland er in om met zijn songs een spiegel te creëren waarin de meesten onder ons zich wel in een of ander verhaal/gebeurtenis/beschrijving weten te herkennen. En al is dat niet altijd even positief, het is en blijft een kunst om het op zulke manier te verwoorden.
JASON EADY
FROM
UNDERNEATH THE OLD
website : www.jasoneady.com
info : jason@jasoneady.com
label : Eigen Beheer
www.myspace.com/jasoneadymusic
www.cdbaby.com/cd/jasoneady
Waren wij
nog maar juist bekomen van het schitterende album van Stook dan moeten wij
nu de bazuinen laten schallen voor het debuutalbum van een nobele onbekende
die naar de naam Jason Eady luistert. Een ex Air Force man die in Engeland
gehuisvest was en zijn voorliefde voor Steve Earle, John Prine, Kevin Welch,
Guy Clark niet onder stoelen of banken steekt. In 2000 zwaaide de man af en
trok hij terug naar zijn geboortestreek Mississippi om vervolgens naar Forth
Worth Texas te verhuizen en niemand minder dan Walt Wilkins en Tim Lorsch
tegen het lijf te lopen. Een duo dat ondertussen aan een echte cult status
begonnenis, zo leverde Wilkins niet alleen het schitterende album "Mustang
Island" af (Corazong Rec, zie rev Sept.04) maar levert hij ook songs
aan Ricky Skaggs, Ty Herndon, Pat Green, terwijl Lorsch door het leven gaat
als een gerespecteerd fiddle, mandolin en cello player. Goed volk moet Jason
gedacht hebben en de samenwerking resulteerde in dit prachtig album "From
Underneath the Old". Het zou mij niet verwonderen of Eady heeft alleen
al met het slotnummer "Play me a Song" met die schitterende backingvocals
van Marcia Ramirez ( www.marciaramirez.com)
en dat sublieme slide geluidje het duo kunnen overtuigen tot een samenwerking.
Schitterend! Een nummertje dat alleen al de aankoop rechtvaardigt maar wat
denkt u van het gospel/bluegrass "Go Down Moses", of het banjo gepingel
op "Battle Cries", het Rolling Stones begin op "Vindication",
het relaas van zijn nomaden leven in de song "Lift Me" ("Now
I've played in some taverns from Dublin to Spain, I got to Amsterdam man and
I ain't feeling pain")... songs die Buddy Miller groen doen uitslaan
van jaloezie. Verleden en toekomst, het komt allemaal aan bod in het gesprek
dat Eady voert met Hank Williams: "Did you ever feel like no one was
listening, did you ever feel like nobody cared. Hey Mr Williams I don't mean
to complain ,it's hard to find someone who understands".... I think I
know exactly what you're saying I'm sure I' ll see you around". Hopelijk
wacht hij daar nog eventjes mee en laat hij ons eerst nog een aantal jaartjes
genieten van zijn schitterend doen en laten. Bijna perfect ...
BR549
DOG
DAYS
Website: www.br5-49.com
Label : Dualtone Music Group
www.dualtone.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
Midden jaren 90 stak een nieuwe formatie de kop op. BR549, was het telefoon nummer van de legendarische Amerikaanse country en western show "Hee-Haw" in de jaren veertig en -vijftig, en ook de naam van een band die stond voor onvervalste hilibilly country met rockabilly, rock & roll en boogiewoogie accenten. Bandleden Gary Bennett, Don Herron, Smilin'Jay McDoweli, Hawk Shaw Wilson en Chuck Mead deden alles in hun ééntje en lieten de 50er en 60er jaren bruisend herleven. Daarvoor vonden ze inspiratie bij grootheden van weleer zoals Webb Pierce, Bob Wilis, Moon Mullican, Johnny Horton, Mei Tillis, Porter Wagoner, Buck Owens, Jerry Lee Lewis. Alhoewel fel gesmaakt door een zekere doelgroep, kregen ze nooit een noemenswaardige hit te pakken. Daardoor zwierven ze van het ene label naar het andere en staken uiteindelijk ook interne meningsverschillen de kop op. Frontman Chuck Mead concentreerde zich voorlopig dan maar op een tribute album voor Johnny Cash met verschillende andere artiesten. Maar het concept BR549 liet hem niet los. Samen met maatjes Don Herron (muzikale duizendpoot en komiek van de club) en Saw Wilson (drummer) besloot hij BR549 nieuw leven in te blazen en met de komst van bassist Mark Millar moest dit zeker lukken. De jongens plaatsten hun handtekening onder een contract met Dualtone Records en bijgevolg lag er vorig jaar het album "Tangled In The Pines" in de platenwinkels, dit was meteen het teken aan de wand dat ze weer terug op het goede pad waren, mede door Chris Scruggs prachtige elektrische gitaarspel. Maar het van een prachtige hoes voorziene nieuwe album "Dog Days" is zowaar nog veel beter en zonder deze Scruggs, die ondertussen de band heeft verlaten om verder een solocarrière uit te bouwen. Waarschijnlijk hebben ze veel te danken aan producer John Keane (R.E.M., Robert Earl Keen, Indigo Girls, Nancy Griffith, Uncle Tupelo, Widespread Panic en Cowboy Junkies). Elf tracks met als lijn toch nog duidelijk de hilibillyvoorkeur. Af en toe horen we wat meer elektrische elementen op de voorgrond, maar zelden storend. Reeds vanaf het openingsnummer "Poison", een Herron's banjo gedragen bluegrassy nummer, doet de gevoelstemperatuur al flink stijgen, maar alle remmen gaan pas echt volledig los met de up-tempo songs, als de twangy stuff in "Leave it Alone", "Bottom of Priority" en een een rampe tampende versie van Dave Edmunds' "A-1 on the Jukebox." De kop is er genadeloos af, en het is duidelijk dat deze jongens uit Nashville nog immer schitteren in de met sneltreinvaart gespeelde countryliedjes die een bruisende cocktail zijn van rockabilly en oprechte western swing, maar ook als een onvervalste ballade "After the Hurricane" opduikt, een nummer waarmee de luisteraar dadelijk de link gaat leggen met de orkaan Katrina, maar is feitelijk geschreven door Tim Carroll, lang voor de gebeurtenissen in New Orleans. Dit nummer laat ons meteen denken aan Buddy Holly en the Everly Brothers, en is misschien wel de beste track op de cd. Andere toppers zijn "Lower Broad St. Blues", een song die Chuck Mead samen schreef met Guy Clark en het gospel getinte "The Devil & Me" met als gasten The Jordanaires voor de backing vocals. U begrijpt het natuurlijk al: BR549 is weer helemaal terug met wederom een bijzonder geslaagde schaamteloze countryrockabilly. Voor wie zich afvraagt of BR549 nog aan muzikale vernieuwing doet, kan ik mededelen dat dit album meer variatie biedt aan stijlen dan de zeker niet mindere voorgangers. "Dog Days" is een schitterende cd van een band in topvorm!
STOOK
THE
SOUNDTRACK TO MY MINNEAPOLIS
website : www.stookmusic.com/index.php
label : Eigen Beheer
info : stook@stookmusic.com
www.cdbaby.com/cd/stook
www.myspace.com/stookmusic
"I’m just a guy in Minneapolis, Mn. I made this record with two microphones and a handful of close friends.” (Stook)
Joshua Stuckey mag dan
al onmiddelijk sympatiek overkomen met zijn bijgevoegde zelfgeschreven nota
(die hij blijkbaar naar iedereen stuurt), na herhaaldelijk beluisteren van
zijn debuutalbum "the Soundtrack To My Minneapolis" laat hij duidelijk
blijken dat hij ook wat in zijn mars heeft. Misschien niet bijster origineel
want in zijn tien zelfgepende songs ontwaar je nog al wat Dylan, Young, Tom
Petty, Jayhawks invloeden maar met de bluesy piano ballad "I Keep On
Falling in Love With you" grijpt de uit Indiana afkomstige Joshua Stuckey
aka Stook mij op dezelfde wijze naar de keel als ooit Ted Hawkins deed in
zijn eentje. MOOI en Stook beschouwt het dan ook terecht als "zijn"
Sam Cooke song! Prima ballads die op een sublieme zelfs wat ouderwetse manier
omkaderd worden door de backingvocals ("One Blue Teardrop", "Swept
Away", "She Tried To Break My Heart", "Watching You Fall"
) en voornamelijk veel Hammond C2 geluidjes die afwisselen met scheurende
gitaren en hamerende piano's in de rockertjes "When You Come Knockin'"
en "When It All Comes Crashing Down". Eigenaardig dat je na al die
jaren zovele originele en imitatie nasale stemgeluidjes het soundje van Stook
onmiddelijk bij de betere weet te rangschikken en wij kunnen dan ook met een
beetje zelfdoening vaststellen dat het album ondertussen aan een ferme opmars
begonnen is zowel in thuisland Amerika als hier in de Lage Landen. "A
song is more than just a song" en in het geval van Joshua Stuckey (klinkt
in mijn oortjes veel leuker dan Stook) leidt dat naar een aantal van tien
prachtige roots/rock songs die van "The Soundtrack To My Minneapolis"
een serieuze kanshebber maken voor een numero uno in de Euro Americana Charts.
(http://home.hetnet.nl/)
en Het zoveelste bewijs dat de markt van de independent artiesten, ondanks
het afschuimen door major labels, nog heuse pareltjes herbergt.
"It’s imperfections that make things unique, and that’s really
what makes this record work. The record hides behind nothing; all that participated
sound like they gave it their all, and what is left is pure and genuine. It’s
not studios, professional musicians, or ten thousand dollar mics that make
records good; it’s about heart, and it’s about soul. Stook delivered
on both; there is a real lesson to be learned from this album."
Nelson Heise 12/19/05
"I am very proud of it , I hope you enjoy it " (Stook) ... YES!
JIMMY
THACKERY
HEALIN' GROUND
Website: www.jimmythackery.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Distr. : Codaex
Email: be@codaex.com
Wannneer een artiest, in casu Jimmy Thackery van zijn nieuwsre cd zegt dat dit zijn beste cd ooit is, willen wij uiteraard weten waarom de man dit vindt, en of en waarom wij zin mening kunnen delen, of niet. "Healin' Ground", zo heet deze nieuwste Thackery, klinkt heel wat toegangelijker dan het meeste van zijn vroegere werk. Hij zelf zegt: This was a dream project for me. To make a recording with Gary Nicholson was something we both have talked about for years! Jimmy wou samen met Gary een gewone, recht-voor-de-raapse bluescd maken en volgens ons is hij daarin heerlijk geslaagd. Jimmy zingt beter dan ooit, houdt de gitaar in bedwang en heeft zich omringd door bekwaam, ervaren personeel dat perfect aanvoelt wat hij wil en waar hij naartoe wil. Thackery levert inderdaad met "Healin' Ground" een redelijk gevarieerde cd af. Dit komt niet in de laatste plaats door de hulp van een stel vrienden, waaronder producer Gary Nicholson (keyboards), Kenny Greenberg (gitaar), Jimmy Hall (harmonica, background vocals), Kevin McKendree (piano, Hammond b-3 organ), Michael Rhodes , Steve Mackey (bas), Lynn Williams, Tom Hambridge (drums) en Mark Stutso (background vocals). Jimmy is een topgitarist in het elektrische-bluesgenre, met een heel eigen, rauwe en krachtige gitaarstijl, waarin hij agressiviteit weet te koppelen aan techniek en nuance en waarin het complete blues-spectrum voorbij komt. We horen op deze plaat duidelijk zijn inspirators Stevie Ray Vaughan, Roy Buchanan, maar ook Buddy Guy en Jimi Hendrix plus zo’n beetje alles wat ooit in Chicago op het podium gestaan heeft. Thackery is gewoon een geweldig gitarist die een enorme diversiteit aan stijlen bestrijkt, van Chicago via Texas tot California jump blues. Allemaal hoogtepunten op deze cd, waaronder de instrumentale tracks: "Fender Bender" en "Kickin' Chicken", maar als absolute uitschieters tippen we vooral het titelnummer, dat ons laat denken aan de vroegere Cream periode, de verrassende versie van Henry Mancini's "A Shot in the Dark" en het afsluitende "Can't Lose What You Never Had" waarin Thackery uitblinkt op slide gitaar. Op zijn diverse solo-platen heeft Jimmy er blijk van gegeven de blues op een steeds andere manier in te kunnen kleuren door gebruikmaking van meer of minder uitgebreide bezettingen, dat is ook hier evident: luister met name naar de vocale bijdragen van Mark Stutso in "Devil's Toolbox" en "Weaker Than You Know". Elf nummers, geschreven door Thackery of co-written met Gary Nicholson bepalen deze prachtige cd, waardoor "Healin' Ground" een hele plaat lang blijft boeien en dat is een kwaliteit die niet veel bluesgitaristen gegeven is. Klasse!
JD
SMITH AND THE 3 LEGGED DOG
website : www.the3leggeddog.com
label : Eigen Beheer
info : jsmith@thecabindoor.com
(Jeremy D. Smith)
www.cdbaby.com/cd/jdsat3ld
Een beetje
in de middle of nowhere moeten wij JD Smith & the 3 Legged Dog gaan zoeken
om hun thuishaven te vinden. Na wat draaien en keren komen wij ergens terecht
in de buurt van Montana met voornamelijk erg vriendelijke mensen die dan ook
nog op de hoogte zijn van het doen en laten van dit bandje met de wel erg
originele naam. Een mengeling van diverse invloeden kenmerken dit viertal
dat werd opgericht in 2001. Zo groeide Hays Daniel (gt) op met een flinke
dosis Southern rock terwijl Matt Braverman (bass) en drummer Jesse Haag meer
in het funky/jazz wereldje vertoefde. Met al die rootstoestanden probeert
singer/songwriter JD Smith een leuk gezelschap te vormen dat niet vies is
van experimentele muziek. Of hoe moet je anders hun muziek catalogiseren ...
"The band puts it all into a package that will make you rock, swing and
shake, going everywhere from grunge to bluegrass". Zo moeilijk als de
zoektocht naar hun thuishaven is zo gemakkelijk is het beluisteren van hun
debuutalbum. Diverse thema's die aan bod komen: the joys and pains or rural
life, broken dreams, and even include a few tunes about horses. Met de toevoeging
van fiddle, mandoline, pedal steel, sax kan je toch gewagen van Americana
op zijn best. Southernrock à the Allman Brothers met "Chasing
Horses", terwijl "Roll With the Punches" en "Two Is Too
Long" mij wat doet denken aan dat funky gedoe van Robert Palmer, een
fraai staaltje fiddle op "Isn't Life Rough" & "Glass House",
een bluesy "Border Town", een schitterend steel gitaartje in "Up
On the Mountain", het leidt geen twijfel dat de pogingen om een deal
met een majorlabel af te sluiten succes gaan hebben.
THE
DUHKS
YOUR DAUGHTERS & YOUR SONS
website : www.duhks.com
Email : heya@duhks.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
“a kick-ass rock-folk fusion” lees ik op de info van The Duhks, een band die komt uit de plaats met de prachtige naam Winnipeg, Manitoba. Hun officiële debuutalbum "Your Daughters & Your Sons " (2002) kwam evenals hun titelloze opvolger uit op Sugar Hill Records en is geproduceerd door niemand minder dan Mark Schatz. Daarbuiten worden Christizan, Sarah en Norman Dugas als vocale ondersteuning opgevoerd, maar eigenlijk heeft dit viertal dat soort aanbevelingen en gasten helemaal niet nodig. We hebben hier namelijk te maken met een fantastische band die bestaat uit vier zeer getalenteerde musici. De stevig getatoeëerde Jessica "Jessee" Havey neemt de meeste soulvolle leadvocals voor haar rekening, maar gelukkig zingen Tania Elizabeth (fiddle), Jordan McConnell (gitaar, doedelzak, fluit,) en Leonard Podolak (banjo) ook allemaal één of meerdere keren lead. Dat is al uitzonderlijk, vier mensen in een band die alle vier goed kunnen zingen. Daar komt nog bij dat ze ook heel goed samen kunnen zingen, de stemmen "pakken" heel fraai bij elkaar. Tussendoor strooien ze dan ook nog wat instrumentals, en ook daar imponeren ze, in de goede zin des woords. Gilles Fournier zingt niet, maar hij legt een verrassende upright bass bodem onder deze akoestische folkband. De muziek die ze maken is niet onder één noemer te vangen. Folk, ja, maar we horen ook Ierse fiddle-deuntjes, we horen een ouderwetse pittige stringband, we proeven de sfeer van goede bluegrass, en het klinkt bij vlagen zeer Appalachian old-time, terwijl het geheel ook heel modern klinkt. In alle songs spat de energie eraf, net als het plezier in het spelen. Maar wat deze band ook kan, is gas terug nemen, en ingetogen momenten inbouwen, en dat verwacht je niet meteen bij deze vijf twintigers. Ze hebben er bovendien behoorlijk veel zin in, en laten in ruim een uur horen wat ze allemaal kunnen. Na deze plaat en hun titelloze album van vorig jaar weten we maar één ding: hou ze goed in de gaten, deze Duhks, want dit is wat mij betreft de Future of Canadian Folk. Liefhebbers van 'Canadian French en Scots/Maritime folk' hebben er zeker een favoriet bij. "Your Daughters & Your Sons " is dus een enorme aanrader, zowel voor liefhebbers van bluegrass als voor bluegrass haters.
AL
PARSONS
NOTEBOOK
website : www.alparsons.com
Email: alparsons@alparsons.com
label : Eigen Beheer
info : www.cdbaby.com/cd/alparsons
Country &
Western, rockabilly, blues, gospel ... afgelopen zondag was ik nog eens op
een platen/cd beurs en het valt mij meer en meer op dat bovenstaande muziekgenres
en hun liefhebbers tot een bijna uitgestorven ras behoren. Heel weinig aanbod
en ze horen het blijkbaar in Keulen donderen als je wat voorzichtig om info
vraagt die verder reikt dan Dolly Parton, The Tumbleweeds, J. Cash, Willie
Nelson. Voor de meeste mensen lijkt het muziek uit een ver verleden maar komen
diezelfde kuddedieren, die wel naar Clouseau, Nathalia & the Pointer Sisters,
Night of the Proms, gaan je verwonderd vragen welke leuke muziek je laat horen
als je de auto aan het wassen bent of bij een gezellige barbecue. Wel, iemand
die zeker thuishoort in dat leuk wereldje is de voor mij onbekende Al Parsons
(geen familie van) die met zijn album een soort notebook heeft gemaakt van
een aantal songs die hij door de jaren heen schreef en opnam. Twaalf songs
digitally remastered zoals dat zo mooi heet en gebundeld in zijn "Notebook".
Opener "In My Dreams" is zo een gezellig countrydeuntje met een
steel gitaartje en een voorzichtg rockend pianootje dat de meeste mensen wel
leuk vinden en je ziet de fronsen op hun voorhoofd tevoorschijn komen ...
ik ken dat ergens van maar kan er nu niet op komen. Wel, ondergetekende gebruikt
die cliché ook wel eens maar dan voor andere doeleinden ... (grapje).
Parsons's stemmetje komt inderdaad erg dicht in de buurt van Willie Nelson,
Jimmy Dale Gilmore maar weet net als die oude vossen wel zijn haren te verliezen
maar niet zijn streken. "I'm Seeing too Much In Your Eyes" is altijd
een gevaarlijk iets vooral als die partner van die mooie ogen nog al jaloers
aangelegd is maar Parsons maakt er wel een leuk honky tonkertje van en de
jankende steelguitar maakt van "Remember, I'll always love you"
en "Can't You Bring Back My Friend" tearjerkers van hoogstaand niveau.
Ach de man is gewoon erg veelzijdig want zo is "Ain't about to lose no
more " gewoon gepikt van "Six Days on the Road" maar dan wel
op full speed. Datzelfde steel geluidje maakt van "Friday Night Blues"
misschien niet de ideale start voor een gezellig weekendje maar is wel een
pracht van een nummer. Parsons doet dat met een harmonica op "Busted
Flat" en "I'm gonna leave you, i'm gonna run away " nog eens
ferm over en schakelt moeiteloos over naar de afdeling rootsrockertjes...
"too Much for the Man" en "Feeling Lucky" laat de gitaren
scheuren en dat is voor de man geen enkel probleem wat als u overweegt om
gitaarlessen te nemen ... gelieve contact op te nemen met ... inderdaad. Onbekend
en onbemind maar voor deze jongen is Al Parsons zeker de oplossing voor mensen
die lijden aan geheugenverlies ("Lost in your memory again, blowing in
the wind ") ... op wie lijkt dat weer? Al Parsons verdomme!
JOE
MANNIX
A TOWN BY THE SEA
Website: www.mannixrock.com
Email: mannix@mannixrock.com
Label : Bongo Beat
www.bongobeat.com
www.cdbaby.com/cd/joemannix2
Ze melden zich ieder jaar, singer-songwriters pop in folk stoppen en tegelijk stoer als gevoelig klinken en die daarmee passen in het straatje van lieden als Warren Zevon, Townes Van Zandt, Neal Young, Bruce Springsteen en David Gray. Joe Mannix heet het nieuwe familielid, een singer-songwriter die opgroeide in Northport, Long Island, waar hij met zijn broer alle afgedankte singles uit de jukebox van hun ouders nachtclub beluisterde. Na zijn eerste solo-cd "White Flag" is er nu zijn tweede "A Town By The Sea", zoals zijn debuut werd deze plaat opgenomen in een oude kerk in Hamilton, Ontario, Canada met het kruim van de in die stad actieve muzikanten. Voor de productie tekenden Glenn Marshall (uit de entourage van Daniel Lanois) en het Canadese rootspopicoon Dave Rave (Teenage Head, The Shakers en ex-Lanois studio gitarist). Het resultaat is een zeer gevarieerde cd, waarin zijn reputatie als singer-songwriter zeer goed tot uiting komt. Joe Mannix kiest voor het vertrouwde melodieuze folk pop/rock-geluid en gevoelige liefdesliedjes, en plakt daar eveneens vertrouwde onderwerpen aan vast, zoals liefdesverdriet, dromen, heimwee en verlangens. Dat biedt voldoende stof voor veertien liedjes waarop Mannix zingt, gitaar en mondharmonica speelt, waardoor een vergelijking met Bob Dylan en de andere reeds vernoemde singer-songwriters uit de jaren '60 en '70 als vanzelf manifesteert. U zal het ondertussen alvast begrepen hebben op "A Town By The Sea", bewandelt Joe Mannix zuivere rootsy wegen, maar ook folk, blues en, algemeen gesproken, verwerkt hij allerlei Americana. In elk geval muziek die een wat grotere doelgroep zou moeten kunnen aanspreken. Joe Mannix laat geen nieuw geluid horen, maar wel een overtuigend. Van zulke platen verschijnen er ieder jaar een paar, ik mag ze graag tot me nemen!
THE SOUTH
MONSTERS
IN THE KUDZU
website : www.thesouthband.com
label : Eigen Beheer
info : conner@thesouthband.com
www.myspace.com/thesouth
nicole@thesouthband.com
www.cdbaby.com/cd/southband
"Let it Sing", inderdaad vrij originele act de présence van
The South (Lexington, South Carolina) waarbij de leden van the South zich
op de tonen van een eigen versie van "The Devil Went Out to Georgia"
zich persoonlijk aan ons voorstellen. Chris Conner (lead vocalist & song
writer), drummer Jimmy Branham, bassist Trey Brown, lead-guitarist Charles
Funk en vocalist Nicole Hagenmeyer weten ons op een aangename manier te verrassen
met hun debuutalbum. Prima alternatieve country waarbij niet op een gitaartje
gekeken wordt en in het verlengde ligt van Whiskytown, Drive by Truckers,
the Black Crowes, Dryvin' and Cryin' of te wel een mix van country, blues,
bluegrass en rock. Dertien songs van Chris Connor die in een ander leven aktief
was in de groep Sourwood Honey en momenteel als frontman beschouwd kan worden
van the South en door zijn prima samenzang met Nicole Hagenmeyer herinneringen
oproept met het duo Ryan Adams/Caitlin Cary. "I'm With The Band"
en "Fisherman's Blues" zijn daar prima voorbeeldjes van en tillen
dit album op een hoger niveau. Met dit schijfje solliciteert Connors voor
een plaatsje bij de (sub) top en hoopt hij misschien op de titel en waardering
voor "The King of L.A." Leuk in het oor liggend refreintje dat je
zonder veel moeite kan meebrullen en de donkere gedachten van "Suicide
Letter", "Being Poor", "Bad News For Sunshine" en
"Gone" op de achtergrond doen schuiven . Niet bepaald de vrolijkste
songtitels maar gelukkig werkt hun muziek wel aanstekelijk en mocht er dan
een minpuntje zijn dan vinden wij het jammer dat het stemmetje van mooie Nicole
in sommige 'gitaar' songs wat verzuipt en iets meer aan bod had mogen komen
want deze jongen heeft de indruk dat er wel eens een heuse opvolger van Margo
Timmins in dit bandje schuilt. Prima album!
SARA
TAVARES
BALANCE
Website: www.saratavares.com
Label : World Connection
www.worldconnection.nl
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
"Balancê" is het derde album van Sara Tavares (uitgebracht op het label World Connection op 13 februari 2006), en is niet anders te omschrijven als een uitdaging voor het gehoor, een intrigerende mix van stijlen uit Latijns-Amerika en Afrika. Sara Tavares is deels opgegroeid in het Lissabon van de fadomuziek, maar haar eigen achtergrond heeft haar gevormd tot wie ze nu is. Een vrouw op zoek naar haar identiteit, net als al die andere emigranten afkomstig van de eilandengroep die zich in de afgelopen vijftig jaar in de grote Europese steden vestigden. Ze wordt uiteindelijk zangeres want Sara blijkt gezegend met een warme zoete stem. Sara was net 16 jaar, toen zij de twee meest belangrijke TV muziekfestivals won in Portugal en in één klap haar leven op z’n kop zette. Aanvankelijk stond ze bekend als componist en tekstschrijfster van gospel, soul en funk. In haar tweede album "Mi Ma Bô" geproduceerd door de in Parijs woonachtige Lokua Kanza en bekroond goud in Portugal, was haar Afrikaanse invloed duidelijker hoorbaar door de mix van Afrikaanse ritmes en melodische pop songs, een product van de Kaap Verdiaanse Diaspora. Na vijf jaar komt haar lang verwachte nieuwe album "Balancê", hetgeen diverse dingen betekent in het Creoolse taalgebruik. Als je iets lekkers eet dan is dat helemaal balancê, maar het wordt ook gebruikt om te zeggen dat iets tintelfris met hier en daar links met afrobeat, reggae, samba en natuurlijk de van Cesaria Evora bekende morna’s. Maar Sara is absoluut geen kloon. Ze werkt veel met dans en houdt ervan te experimenteren. "Balancê" is een avontuurlijke plaat voor iedereen die houdt van mooie vrouwenstemmen in een exotische omlijsting van akoestiscswingt. De liedjes op haar album balanceren tussen gevoel en verstand, waarbij het gevoel het meestal wint. Sara drukt nadrukkelijker haar stempel op dit album dat zij zelf produceerde, schreef en veelal zelf heeft ingespeeld. "Balancê" is een heerlijk album waar Sara zich laat zien als een zeer talentvolle hedendaagse singer/songwriter die op een eerlijke manier haar gevoelens weergeeft en op subtiele wijze hedendaagse westerse invloeden combineert met haar Afrikaanse roots. Als kleine verrassing komt in het laatste nummer nog even een bevriende fadozangeres buurten in de persoon van Ana Moura. Samen zingen ze het bijzonder fraaie "De Nua". Kortweg: de zevenentwintig jaar oude Sara Tavares neemt definitief haar plek in als een van de artiesten en componisten die een gezicht geeft aan de generatie Afrikanen in Lissabon in de 21e eeuw.
DOCTOR
G
MUDCAT
website : www.doctorgandthemudcats.com
label : Cheatham Street Records
info : www.cheathamstreet.com
sage@cheathamstreet.com
www.cdbaby.com/cd/doctorg
Muziekliefhebbers
die een beetje thuis zijn in Texas kennen ongetwijfeld het Cheatham Street
Warehouse waar alle goden van het country/roots wereld ooit op het podium
stonden. Oprichter Kent Finlay mocht er sinds de opening in 1974 ondermeer
de volgende gasten verwelkomen: Stevie Ray Vaughan, Doug Sahm & Augie
Meyers, Flaco Jiminez, Marcia Ball, George Strait, Willie Nelson, Jerry Jeff
Walker, Charlie Sexton, Billie Joe Shaver, Joe Ely & Butch Hancock, Guy
Clark, Ray Wylie Hubbard, en zo kunnen wij nog wel een tijdje doorgaan. Onlangs
zag Finlay een andere droom in vervulling gaan nl.: zijn eigen indie label
for songwriters dat onder de naam Cheatham Street Records het levenslicht
zag. Het is Doctor G (Gregg Andrews) die de spits mag afbijten en dat niet
onaardig doet met zijn album "Mudcat". Het was Colin Brooks aanwezigheid
(album: Blood & Water zie rev Nov. 05 en nr.8 in mijn jaarlijstje 2005)
op dit album dat ons een beetje nieuwsgierig maakte naar het doen en laten
van singer/songwriter Doctor G die in het dagelijkse leven als assistant Director
of the Center for Texas Music History at The Texas State University - San
Marcos de kost verdient. "Now they call me Professor, but sometimes I
wish they'd stop. I'm still like an old muscat in the bottoms when the flood
waters drop.I like to wiggle on the bottom, shake my tail, baby up on top"
(Mississippi River Mud) en het is de korte samenvatting van twaalf funky,
mud fried Mississippi river swamp, Mark Twain - like storytelling, country
blues and Texas style Americana songs die niet altijd voor de hand liggende
thema's behandelen ... stories of loneliness and longing, forbidden love,
police brutality, and disillusiones soldiers. Traditioneel album dat met de
swamp/rock ("Mississippi River Mud", "River Bottom Blues",
"T - Bird Fly", "Jones County Jubilee") erg dicht in de
buurt komt van Tony Joe White's kunstjes maar ook een eigen stempeltje drukt
met pure country waarin Colin Brooks zijn kunstjes vertoont op dobro, lap
steel, el. gt ( "Lights of San Antone" en "Don't Come Around
Me Now"), een rock & roll likje met "Rockin' Rita" en een
flinke portie swing in "Swinging On A Texas Moon". Prima soundtrack
voor een reisje met de "Midnight Train from Pecos" door de stories
about the struggle of everyday people to find love, respect, happiness and
justice. Prima album!
THERESA AND TC BLUE
ALBUM
: ROLL OF THE DICE
website :twww.tcbluemusic.com
label : Eigen Beheer
info : info@tcbluemusic.com
www.tcbluemusic.com/wst_page6.html
www.myspace.com/tcblue
www.cdbaby.com/cd/theresatcblue
Female vocals,
sweet horns, rockin' guitars, slinky slide & pounding keys ... Janis Joplin,
Bonnie Raitt, Arletha Franklin ... onze nieuwsgierigheid was alvast gewekt
toen wij dit allemaal onder de ogen kregen. En eerlijk is eerlijk het oog
wil ook wel wat en in het geval Theresa Lindstrom is dat een leuke meevaller.
Het lijkt mij geen katje om zonder handschoenen aan te pakken en haar stem
klinkt erg overtuigend. Blues, jazz, rock, soul, funk, gospel, country het
is allemaal aan haar besteed en de samenwerking met the band:Rit Johnson (guitar),
Mark Lillis (bass), Dan Hess (drums) & "Beetle" Bailey (keyboards)
verloopt uitstekend. Opgericht in 1997 zijn zij met "Roll of the Dice"
inmiddels al aan hun derde album toe en als een van de hoogtepunten in de
afgelopen jaren mag zeker de supportingact voor Bonnie Raitt beschouwd worden.
(zie foto). Bovendien werden bij de opnames van dit album beroep gedaan op
een fiks aantal blazers die toch dat beetje meer power geven aan dit schijfje.
Liefst veertien eigen songs die er geen doekjes omdraaien ... "Hard Hearted
Woman", "You"re not Foolin Me", "Wrong Man Blues",
"What's On Your Mind" ,"Let Me In " ... Theresa (West
Palm Beach) weet maar al te goed wat de blues inhoudt, zij weet perfect waar
de klepel hangt en zij draait er dan ook geen doekjes om ... "Blues Finds
a Way " ... laat die weg eens naar Europa leiden.
THE
TREVOR FINLAY BAND
SHOW ME WHAT U GOT
website : www.tfband.com
label : BKSA Records
info : bksa@tfband.com (Josée
Deschênes)
www.cdbaby.com/cd/trevorfinlay
awilson@netsurf.net (Krista Lamb)
Serieuze
adelbrieven kan deze singer/songwriter/gitarist/frontman van the Trevor Finlay
band uit Ottawa (Canada) voorleggen en toch is hij aan deze kant van de oceaan
alleen bij de insiders bekend. Geen wonder dat Bobtjes Blues (www.bobtjeblues.com)
reeds verschillende malen uitvoerig de band in het zonlicht plaatste en met
zijn vierde album "Show Me What U Got" is ook Rootsime aan de beurt.
Beter laat dan nooit zullen wij maar zeggen want Finlay liet voor het eerst
van zich horen in 1998 met het album "Morning Man" en de opvolgers
"Bumpy roads" (01), "Home Tonight" (acoustic, 03) bezorgden
de man in Canada en Amerika onsterfelijke roem. Met dit album worden de grenzen
verlegd en worden alle pijlen afgeschoten op Europa en krijgen de plannen
om ons landje met een bezoekje te vereren meer en meer vaste vorm. Misschien
dat daarom voor een prima opener als "I'll Come to You" gekozen
werd onder het motto "Trevor Finlay Rocks The blues". Maar het is
niet allemaal blues/rock wat de klok slaat want het album herbergt zelfs schitterende
bijna/unplugged bluesversie's van Gene Vincent's "Bebopalula" en
Prince's "Kiss" , een prima akoestisch slide pareltje met "Philly
no More", een rockabilly nummertje uit de oude doos met "Dance Like
No One's Looking" en kan je "It's Over" de ganse dag horen
op alle commerciële radiostations in zijn thuishaven. Finlay nam bijna
alle nummers voor zijn eigen rekening en in blues/rock middens is dat geen
alledaag iets. Maar het zou de waarheid geweld aandoen als wij the Trevor
Finlay Band louter als een bluesact beschouwen want daarom zijn de invloeden
van rockabilly, rock, funk & country te duidelijk aanwezig. Met vier albums
en supportingact voor James Brown, John Hiatt, Buddy Guy, Chris Isaac, Kathleen
Edwards, Ronnie Hawkins heeft de band inmiddels bewezen dat zij klaar zijn
voor het grote werk en onder de leuze "Couldn't Wait (til the Morning)
"... "Let's Dust Get Drunk" solliciteren zij met een overtuigende
CV voor een plaatsje op de Europese blues/rock festivals.
MICHAEL
KATON
MK
Website : www.katon.com
Label : Provogue Records
Distr.: Mascot Records
www.mascotrecords.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
Je zal toch voor het eerst in een Amerikaans gitaarblad terechtkomen, en vervolgens voor aankomend bluesgitarist uitgemaakt worden. Dat lot viel Michael Katon bijna vijftien jaar geleden ten deel. Alsof je je omdraait en iemand steekt en passant nog even een mes in je rug. Katon speelt een beetje blues, maar het leeuwendeel van zijn gitaarwerk categoriseer je eerder als rock, soms zelf hardrock. Samen met zijn rauwe strot heeft hij veel weg van stadsgenoot Bob Seger. Beiden hadden in één van de vele autofabrieken, die Detroit rijk is, aan de lopende band kunnen plaatsnemen, net als hun vader daarvoor. Ze kozen echter voor een carrière als muzikant. Het succes van Seger kan Katon (nog) niet evenaren, maar zijn gedrevenheid is niet minder. De familie van Katon kwam als enige uit het Noorden, maar om een fatsoenlijke baan te vinden kwamen ze naar Detroit. Zijn moeder werkte in een fabriek waar ze tanks bouwden. Alle buren kwamen echter uit het Zuiden, uit de omgeving van Alabama. Voor Michael is dit de oorzaak, dat ze een mix van verschillende muziekstijlen spelen. Zelf noemt hij het Rock & Roll uit het kleine stadje Ypsilanti, waar hij geboren werd. Zijn eerste invloeden zijn hem door Dan Erlewine ingefluisterd. Inmiddels een gerespecteerde gitaarreparateur en bouwer, maakte Erlewine in het midden van 1965 furore met Prime Movers Blues band, waar Michael’s oudere broer als drummer in zat. Michael is in alles een laatbloeier. Hij speelde weliswaar vanaf zijn dertiende gitaar, maar vond zelf, dat dat pas zo rond zijn vijfentwintigste tot zijn recht kwam. In 1984 begon hij aan zijn eerste albumproject – daarvoor had hij alleen maar wat demo’s rondgestuurd. Vooral lokaal wordt deze eerste poging, "Boogie all over your Head", goed ontvangen. Naast de Kawai kreeg hij uiteindelijk ook nog wat goed advies van zijn broer, die hem op het spoor zette van een Telecaster uit 1959. Er zaten gaten in de body, dus duurde het nog een goede week, voordat zijn broer hem echt kon overtuigen om 75 dollar van zijn zuur verdiende centjes af te staan. Dat zelfs goede gitaristen en reparateurs het niet altijd bij het juiste eind hebben, bewees Erlewine toen hij een Les Paul uit 1958 van Katon te zien kreeg. "Boogie over my Head" verkocht een paar duizend exemplaren, maar het was discotijd. Je moest muziek maken met een satijnen broek aan. Toch werd de plaat in een paar bladen gerecenseerd. Vanaf zijn zeventiende is Michael met zijn buurmeisje getrouwd. Ze hebben drie dochters, en hij maakt er een punt van, ze minimaal twee keer per jaar te zien.Thuis vermaakt hij zich met de familie, en neemt hij in zijn 24-sporen analoge studio af en toe wat materiaal op. Tegenwoordig speelt Michael met drie Stratocasters (die alle drie anders gestemd zijn) en met een enorme gedrevenheid en je moet al een hele stijve hark zijn wil je bij deze muziek stil kunnen blijven zitten. Gitaarliefhebbers die het rauwe werk niet schuwen mogen zeker zijn nieuwe album "MK" niet missen, een album dat begin deze maand verscheen want hier speelt Katon, ook wel bekend als "the boogieman from hell" noch steeds blues, boogie, rock en soms zelfs hardrock. Hij combineert zijn rauwe geluid met blues en boogie waarbij hij dit versterkt door het geheel te benaderen op een manier zoals alleen de meest energieke roll 'n' roll band dat zou doen. Dat de man het niet verleerd is, laat hij gelijk horen in de opener "Back To Your Cages". De rollercoasterride gaat gewoon door op track twee "On The Prowl For A Hoochie MaMa" dat zo van het laatste album van Zakk Wylde ontsnapt kan zijn. Daarna gaat Katon steeds meer de richting uit van de heavy blues van Robin Trower, de ex-gitarist van Procol Harum die al jaar en dag de podia onveilig maakt met zijn prima gitaarwerk, uitstapjes naar ZZ Top (luister maar naar de boogie in "Whiskey Hill"). Voorwaar geen slechte referenties, vooral om Katon daar zijn eigen signatuur aan hangt door de knauwende zang en smerige gitaarlicks. Mooi gearrangeerde nummers zoals het afsluitende "Motor Cyde Blues" maken dat dit een complete tiende plaat geworden is die na elke luisterbeurt meer van zijn geheimen prijsgeeft.
ENDRICK
BROTHERS
BUILT TO LAST
website : www.endrickbrothers.com
info : info@endrickbrothers.com
label: Hungry Dog Records
Distr.: Bertus
www.bertus.nl
Rootsy - Americana
uit Schotland ? Ik zie menige mensen al de wenkbrauwen fronsen maar inderdaad
de Endrick Brothers, 'hailing from the back roads and deep waters of Stirlingshire,
Schotland', verbazen vriend en vijand met hun cd "Built To Last".
Gestart in 2002 onder de naam 'Remedy' bouwden de jongens een stevige reputatie
op als hechte live band en ze mochten dan ook al vlug als openingsact dienen
voor Lucinda Williams, Kelly Joe Phelps, Peter Bruntnell en Jesse Malin. Ondertussen
veranderden zij hun groepsnaam in the Endrick Brothers en 'the songwriting
team of Yorick Cormack (guitar) and Niall Holmes (vocals) find life in the
startling instrumentation provided by lead guitarist Donny Little, bassist
Kenny McGregor and drummer Matthew Lancaster'. De tien songs werden opgenomen
in de flat van producer Chris Gordon en de jongens waren enthousiast over
zijn manier van werken. Geen tijdsdruk, het zo natuurlijk mogelijk weergeven
van hun sound en het onmiddelijk vastleggen op band zonder veel poeha. Het
is er duidelijk aan te horen, een rustig album dat raakpunten heeft aan alles
en iedereen tussen REM en the Jayhawks of moeten wij zeggen tussen Dylan en
Mc Guinn zoals zij zelf aangeven in hun "The Ballad for a Film"
(track 3). Sterke songs van deze honest-to-goodness rockers en zij krijgen
van alle kanten lof toe gezwaaid. Americana-UK Magazine said........"
...........fine stuff, I like this record and you will too! "Radio 2
DJ Bob Harris said........."this is a really,really great album"
***. Wie ben ik om iets anders te gaan vertellen. Prima album !
TWO
TONS OF STEEL
VEGAS
website : www.twotons.com
label : Palo Duro Records
info : www.palodurorecords.com
Naar aanleiding
van het korte Europees tourneetje dat Two Tons Of Steel van plan is te maken
begin maart leek het ons gepast om het laatst verschenen album van de jongens
uit San Antonio Texas nog eens in de belangstelling te plaatsten. Zelf was
ik ooit getuige van een schitterend optreden van dit country/rockabilly/roots
bandje op een van de vorige edities van het Blue Highwayfestival te Utrecht
dat dit jaar doorgaat op zat. 22 april. Pretentieloze country/rockabilly/roots
van een bandje dat sinds 1991 aan de weg timmert, zij zijn reeds aan hun achtste
album toe en het is meteen hun debuut op het Palo Duro Record label.Voornamelijk
eigen materiaal dat met het titelnummer "Vegas" en "Unglued",
erg stevig van wal steekt en mij doet denken aan dat ander ambiancegroepje
dat ooit tweemaal de boel op stelten zette op het Moulin Blues Festival ...The
Cigar Store Indians... Wat deze jongen het meest pleziert is dat de "live"
toppers "I Wannna Be Seducted (origineel The Ramones), "My Gal is
Red Hot" (R. Gordon) op dit album vermeld staan en op die manier de sfeer
van een optreden perfect weergeven. Bovendien durven zij hun tanden, steelguitar
en piano te zetten in de enige hit die John Brim ooit scoorde nl. "Ice
Cream Man". De man, 'god hebbe zijn ziel', is mij altijd bijgebleven
door zijn verschrikkelijk slecht optreden op een van de edities van het BRBF.
Het was Peer onwaardig en luidde de ondergang in van de toenmalige "Beer
van Peer." Gelukkig bakt producer Lloyd Maines er meer van en dat is
niet verwonderlijk want de man heeft zijn strepen al een tijdje verdiend.
Lead singer Geil (acoustic guitar), Dennis Fallon (electric guitar), Ric Ramirez
(upright bass), Chris Dodds drums & percussion), en Texas Steel Guitar
Hall of Famer Denny Mathis laten dan ook weten dat zij uitkijken naar zat
18/3 en garant staan voor een spetterend weerzien. Plaats van de afspraak
: Newland Steakhouse Saloon te Klaaswaal.
De overige concerten kan u terugvinden op www.twotons.com/html/tour.php.
BE THERE!
THE
BLUE VOODOO
SPARKLE AND SHINE
Website : www.thebluevoodoo.com
email : the_bluevoodoo@shaw.ca
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/bluevoodoo2
"Sparkle and Shine" (2004), dit is de tweede studio-cd van de uit Vancouver komende The Blue Voodoo en het wordt nu toch echt tijd dat de heren in Belgenland wat meer bekendheid gaan krijgen, hetgeen zeker deze maand gaat gebeuren. In Amerika is de band al mateloos populair en treden ze veel op in uitverkochte zalen. Bij het horen van deze tweede cd begrijp je al snel waarom. De band speelt overdonderend en overtuigend en heeft een zeer eigen geluid. Dat laatste komt onder meer door de unieke line-up van het Canadees trio (Rick Dalgarno, Ted Tosoff en Chris Weekes): zang ,akoestische gitaar, slide gitaar, bas, harmonica, dobro en percussie. "Sparkle and Shine" is net zo goed als zijn voorganger, het debuut album "Ride" uit 2002. Het songmateriaal is van begin tot eind sterk, invloeden van Little Feat, The Band en The Subdudes komen soms naar voren. Bij het beluisteren van "Sparkle and Shine", is het wel duidelijk dat dit trio leentjebuur bij hun grote voorbeelden heeft gespeelt. Niet alleen heeft de band een percussionist in plaats van een drummer, ook de sfeer van de plaat doen beiden heel sterk denken aan die laatst voornoemde band, The Subdudes. Ook kan die vergelijking op voor de vocalen. Opvallend aan deze sterke plaat is niet alleen het totaal eigengemaakte nummers, dat Ted Tosoff op het lijf lijkt te zijn geschreven, maar ook de goede lijn in deze Blue Voodoo plaat. De meest klassieke elementen vinden we terug op een groot aantal nummers op de plaat, uitgesponnen stukken met akoestische roots en blues rock inslag terwijl ook de lamenterende zang van Ted " Teddy J" Tosoff en Rick "the devil" Dalgarno ruimschoots aanwezig zijn. Maar ook dankzij het fraai slidespel van deze laatste is "Sparkle and Shine" daarmee een hele fraaie en complete plaat geworden die zeker zich kan meten met platen van de reeds aangehaalde klassiekers uit dat vorige tijdperk. Een zeer grote verassing dus. The Blue Voodoo is wat dat betreft het schoolvoorbeeld. "Sparkle and Shine" mag dan ook gezien worden als een plaat waarvan ik gehoopt had dat die nog gemaakt zou worden. Hun derde album zal in de volgende maanden verschijnen! We kijken ernaar uit!
De Blue Voodoo staan voor
een unieke combinatie van acoustische rootsmuziek en blues rock, met een rechtstreekse
lijn naar de Delta van BC, Canada. Ze zijn sterk beïnvloed door de oude
meesters, zoals Muddy Waters en Jimmy Johnson, waardoor hun muziek rijk is
aan het harmonische en ritmische gevoel van de blues.
Hun eerste CD "Ride" gaf hun de kans een degelijke live-reputatie
op te bouwen. Dit ging niet onopgemerkt en ze deelden het podium met o.a.
met Otis Taylor en Marcia Ball. Joni Mitchell nodigde hen uit om op haar 60ste
verjaardag te spelen, nadat ze hen live aan het werk gezien had. Hun 2 de
CD "Sparkle and Shine" werd door muziekkenners wereldwijd met applaus
onthaald en doet een veelbelovende toekomst vermoeden voor dit drietal.
Bezetting:
Rick Dalgarno: zang, ritme- en leadgitaar
Ted Tosoff: zang, gitaar, bass
Chris Weekes: zang, drums en percussie
J.P.
McDERMOTT and WESTERN BOP
LAST FOOL HERE
website : www.westernbop.com
label : Shower - Tone Records
info : www.showertone.com
Distr.: www.rhythmbomb.com
info : info@rhythmbomb.com
Red-hot Rockabilly and
Vintage Honky Tonk". Een top 5 notering in het lijstje van meest gedownloade
songs, nr°2 in de Iuma Rockabilly Charts en een onderscheiding die kan
tellen ... Country Vocalist of the Year 2004 (Wama), het lijkt wel of J.P.
McDermott met het album "Last Fool Here" de hoofdvogel heeft afgeschoten.
En zolang hij op het rockabilly pad blijft is dit volkomen terecht, eigen
spinsels "Could Shoulda Woulda", "My Damn Baby" (mag dan
wel wat lijken op "My Girl's Red Hot") zorgen samen met "Do
I Love You " voor een spetterende rock & roll aanvang. Ook zijn cover
van J. Cash's "Cry Cry Cry" is nog te pruimen maar dan geraakt hij
het noorden een beetje kwijt. "Blue Days, Black Nights" en "Lucky
Stars" zijn van die Buddy Holly imitaties die mij maagzuur bezorgen en
met "Not Enough Of You" en titelnummer "Last Fool Here"
wordt het dieptepunt bereikt ...Gelukkig ontspoort de trein niet volledig
en kan J.P. McDermott met de rockertjes "Sixteen Chicks", "Go
Cat Go" en "That Ain't Nothin' Butt Right " de wagonnetjes
terug op de rails krijgen en met Harlon Howards klassieker "Heartaches
For a Dime " rustig het stationneke Rootstime binnenrijden. Samen met
de Washington DC rockabilly gitarist Bob Newscaster (Tex Rubinowitz, Billy
Hancock), Andy Rutherford op lead gitaren, een legertje van upright bass spelers
en een viertal verschillende drummers kan J.P. McDermott mij maar gedeeltelijk
overtuigen. Prima high-energy rockabilly and hell-raising honky tonk, maar
in godsnaam ... laat die tear-in-your-beer ballads achterwege.
MARK BILYEU
FIRST
ONE FREE
website : www.markbilyeu.mayapplerecords.com
label : MayApple Records
info : www.mayapplerecords.com
Liz Lairmore (liz@mayapplerecords.com)
www.bigsmithband.com
www.cdbaby.com/cd/bilyeu
Als frontman
van de Ozark family band Big Smith (zie rev. Nov 04 album : Big Smith), een
band die voornamelijk aktief is in het akoestische hillbilly/bluegrass wereldje,
besloot Mark Bilyeu het eens over een andere boeg te gooien en met het album
"First One Free" een meer country-folk-rock richting te varen. Samen
met de ex leden van Blue Mountain (gitarist Cary Hudson en drummer Ted Gainey),
lap steel gitarist Max Williams en bassist Bill Thomas is Mark Bilyeu (electric
& acoustic gt, vocals, harmonica, piano & orgel) erin geslaagd om
met dit album de kassa ("Money") van May Apple Records te laten
rinkelen. "Don't Need So Much", inderdaad, ondergetekende ook niet,
maar zulke songs mogen zij mij ieder uur van de dag serveren en werd dan ook
terecht gekozen als promotie singel voor dit album. Al gaat mijn persoonlijke
voorkeur uit naar de Tex Mex van "It"s Gonna Be Easy" (Atwood
Allen), onsterfelijk gemaakt door Dough Sahm op zijn album Dough Sahm &
Band, de rockertjes "Brady and Duncan", "Backwater" (lijkt
mij nog iets voor Fogerty) of het lap steel pareltje "Home in the Country".
Bovendien gaat Mark Bilyeu nog een stapje verder met "Burn Brightly"
waar de gitaartjes, mondharmonica en de keyboards een gezellig bluessfeertje
creëren. Met de intro à "Jean Genie" (David Bowie) op
"Budgeted Time" gaat hij zelfs stevig de rock toer op en met zijn
"Antique Dreams" weet hij een lekker retro gevoel op te wekken dat
je krijgt als je het materiaal van The Band nog eens uit de kast haalt en
op de draaitafel zwiert. Als dit album maar geen familie drama's gaat veroorzaken
want het is heel goed mogelijk dat Mark Bilyeu het voor bekeken houdt met
zijn broertje en neefjes van Big Smith ... "Tear off the cellophane,
open the jewel case and enjoy one of the best records of the year" (www.beingtheremag.com).
DOUG PETTIBONE
THE WEST GATE
Website: www.dougpettibone.com
Label: eigen beheer
Zet je Jack
Daniels klaar en nestel je op je favoriete plaats. Doug Pettibone, een naam
dat je op cd’s en tours vindt van Jewel, Tracy Chapman, Kevin Montgomery,
Lucinda Williams en nog zovele anderen. Een man die vertrouwd wordt met zijn
gitaar in de studio en graag gezien wordt tijdens de grote tournees, kortom
een vaste gitaar- en zangwaarde in de internationale muziekwereld. Wat doet
een man die zo’n palmares heeft als hij even tijd heeft? Enkele songs
opnemen die hij over de jaren schreef. Dit resulteert in zijn debuutalbum:
"The West Gate". Een album dat je met tien nummers mee door een
leven on the road neemt. Covers als "Two of Us" (waar hij vergezeld
wordt met Lucinda Williams) en "Into the Mystic" wordt met gevoel
en respect gebracht, verder zijn de nummers van zijn hand. De cd opent met
"The West Gate" een song dat zijn leven onderweg samenvat. De gitaarintro
zal (als het nummer de kans krijgt) een herken punt worden als het op de radio
gespeeld wordt. Wat al snel duidelijk maakt dat zijn stap naar frontman geslaagd
is. "Big River" een lied dat over gemis gaat “If wishes where
fishes I would throw a line out to you” zegt meer dan genoeg. Een lichtelijke
beat en uiteraard enkel verschillende gitaren begeleiden deze melodie. Het
eerste duet met zijn huidige baas Lucinda Williams is "Two of Us",
een klassieker van de Lennon’s en McCarty’s hand. Maar gebracht
door deze twee heb je zin om zelf je regenjas uit te halen en mee op weg te
gaan naar hun thuis. Doug begeleid hen op een natuurlijke manier. Je ziet
ze voor je uitwandelen. "North Carolina" en "Jolene" bieden
rustige melodieën en rokerige teksten, lichte neiging naar een vroege
Bob Dylan tijdens zijn peinzende periode. Bij Jolene verwacht je een Dolly
Parton-achtige song maar deze rustige song in de repetitieve melodie een typische
kuier-met –paard-gevoel-door-de-woestijn song. "Into the Mystic"
(cover van Van Morrison) een staaltje van goeie zang en gitaar combinatie
dat je laat mee reizen op de kabbelende stroom van de boot die vaart. Dit
is de spelende kracht van Pettibone hij kan je op enkele seconde tijd met
zijn gitaarakkoorden betoveren en meenemen naar waar hij wil dat je gaat.
Het hoogtepunt van dit debuut is "Little Man", geschreven voor en
over zijn zoon Ry, het leven voor een alleenstaande vader on the road kan
soms pijnlijk zijn. Doug wist zijn gevoelens in een soort brief aan zijn zoon
te registreren in dit juweeltje over hoe je de liefde vasthoudt, ook al ben
je meestal onderweg. "Honey Biscuit" werd geschreven in de traditie
van de pedal-steel, Robert Johnson kon dit ook geschreven hebben. Zijn laatste
eigen song is "Original Originator", dit getuigt dat een goeie muzikant
zelfs muziek kan halen uit potten en pannen. Dit is een blues getinte, voetstampende
schuursong, een lied dat geschiedenis ademt, maar amusant is en prettig. Doug
Pettibone rond The West Gate af met het duet "She Belongs To Me"
van Bob Dylan. Hij wordt opnieuw vergezeld door Lu, maar dit keer vullen ze
elkaar niet aan. Hij had dit keer beter voor een fijnere stem gekozen. Toch
moet je in gedachte houden dat dit debuut bijna opgenomen is in één
sessie, het doet geen afbreuk maar ondersteunt de naturelle sound ervan. Deze
cd is dan ook voor muziekliefhebbers die van Pur Sang houden, het is als een
gesprek met een goeie vriend in de kroeg en eigenlijk heb je geen whiskey
nodig, want deze proef je door de songs zelf heen. Smaakt naar meer!
(The West Gate is enkel verkrijgbaar via
zijn website)
Vicky De Jonghe
THE
GASLIGHTS
LINES AND WIRES
website: www.thegaslights.com
label: Eigen Beheer
info : booktheband@thegaslights.com
www. cdbaby.com/cd/gaslights2
"They’ve got some songs about losing, and loving, and losing again (and perhaps getting the better of someone the third or fourth time around). Some songs about folks who have left, folks who are leaving, and folks who’ve long been gone. And then there’s the drinking and the sinning and the cussing....." (CD Baby)
Hoe een dubbeltje
rollen kan ... maart 2005 gingen wij bij Rootstime volledig uit de bol bij
het aanhoren van het debuutalbum "The Midwest Hotel" en het aanschouwen
van Abigail Henderson en haar bandje the Gaslights. Dat het geen loze woorden
waren bleek uit mijn jaarlijstje dat je kan terugvinden op deze site en bij
de collega's van Alt.country Nl. The Gaslights kregen een eervolle vermelding
van deze jongen en met hun opvolger "Lines and Wires" staan zij
inmiddels opnieuw te trappelen om in de editie van 2006 te mogen plaatsnemen.
Net als op "Midwest Hotel" laat het duo Meck/Henderson een verbluffende
indruk ... een gitaarvirtuoos die de okkernoten van de bomen kan doen rollen
en een stem die dezelfde noten moeiteloos kan kraken ... double-barrel roots/rock
country van een kwalitatief hoogstaand niveau dat herinneringen oproept aan
de gloriedagen van Lone Justice. Staat het nummer "Galveston, the last
goodbye" van het vorige album op mijn mp 3 speler gebrand als een van
mijn all time favorieten dan krijgt dat pareltje nu serieuze concurrentie
van de hemels mooie songs "One Trick Pony" en "A Place to Fall".
Of hoe 'guest' Darrel Logue met zijn pedal steel je een bijna (muzikaal) orgasme
kan bezorgen. Maar eer je zo ver bent heb je al het een en ander moeten verwerken.
Het titelnummer gooit er onmiddelijk de beuk in, gitaren, orgel en die vreselijk
mooie stem die je doen verlangen naar een muzikale (alhoewel) "One Night"
stand en je een "Tattoo" bezorgen die je nooit vergeet. Twang- and-bang
... Loretta Lynn meets Patti Smith ... je kan dit moois binnenkort allemaal
bewonderen in ons eigen kikkerlandje. Liefst zeven optredens weten the Gaslights
hier te versieren en aan welke promotor hebben wij dat te danken? "God
,Guns and Glory" moeten een handje toegestoken hebben om dit te verwezenlijken.
Prima country/rock met een snuifje cow-punk zullen er hopelijk net als op
dit schitterend album worden geserveerd en het lijkt wel of the Bottle Rockets
een serieus te duchten concurrent hebben gekregen. Met Abigail Henderson's
présence denken wij dat de winnaars op voorhand gekend zijn en als
Bottle Rockets fan van het eerste uur wil dat wel wat zeggen. Een prima bandje
dat met bassist Johnny Eggerman ipv. Monty Black een lichte groepswijziging
onderging maar samen met drummer Glen Hockemeier nog steeds over een strakke
rhythm sectie beschikt. "Colored lights" ... "Stars Fall"
... the Gaslights met liefst twaalf eigen songs gaan ervoor...". They’re
just three hard-working men and a lady playing music, sweating, drinking,
and roving the Middle West in a big old van." Verplichte aanschaf en
wie deze kans niet aangrijpt om al dat moois live te aanschouwen is rijp voor
Rimpelrock .
"If Loretta Lynn and
Keith Richards got into a bar fight, it might sound something like this…"
Uit de goot van de Amerikaanse muziek komen The Gaslights, evenveel beinvloed
door Loretta Lynn, Hank Williams als Keith Richards en Booker T. Een beetje
twang, een beetje strut, een beetje rook maar heelveel soul kenmerkt dit viertal
uit Kansas City. Ze brengen muziek ergens tussen de oude gouden Nashville
sound en road-tested rock n’ roll. De jonge zangeres Abigail Henderson
staat zeer duidelijk op de voorgrond en is zeer bepalend aanwezig met haar
rijke maar ook zeer gedetaileerde stembereik. Ze zijn er klaar voor: "rock
hard and break hearts", jullie ook? "
SARAH HARMER
I'M
A MOUNTAIN
Website: www.sarahharmer.com
Label: Zoë Records / Rounder Europe
www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
"My friend gave me a Tarot card reading over the phone one night as I
was watching TV with a guitar in my lap. 'I've drawn a mountain,' she said.
'I'm a mountain,' I said. So began a song that became the title track of my
new record. Most of these songs have been milling about in my mind for a while
now; some I started writing back when I put down the electric guitar and ding-digga-dinged
my way through summer on the back porch. All of them live in the same wide
frame and seem to belong together."
- Sarah Harmer
De Canadese singer-songwriter Sarah Harmer raakte in het jaar 2000 vooral in de VS en haar thuisland Canada een gevoelige snaar met haar debuutalbum "You were here". De muziekstijl op deze plaat deed denken aan de rustige nummers van een vroege Sheryl Crow. Ook doet Sarah Harmer denken aan een hier in Europa minder bekende Amerikaanse singer-songwriter: Patti Griffin. Time noemde het zelfs de beste debuut-cd van het jaar. Anderen vergeleken haar destijds met Suzanne Vega. Op haar volgende plaat "All of our names" (2004) was die invloed een stuk minder, al sijpelde het er nog wel een beetje doorheen. Een andere naam die opkwam bij het beluisteren is Janis Ian, maar ook dat is vrij marginaal. Dat betekende dat Harmer erin geslaagd was op dit album meer haar eigen geluid te laten horen en dat was bepaald niet onaardig. Ondertussen toerde ze met BIlly Bragg, Cowboy Junkies, Josh Ritter, ... Of mocht al eens overkomen met Slaid Cleaves. Nu verscheen op het kleine Zoë Records label (een sublabel van Rounder Records) via Munich Records haar derde album "I'm A Mountain": weer een mooie verzameling luisterliedjes met inhoud. "I'm A Mountain" opent met het vrolijke live-favoriete "The Ring". Hierna volgen nog tien andere, merendeels rustige, akoestische liedjes die stuk voor stuk meer dan aangenaam in het gehoor liggen. Luister maar eens naar de rustgevende nummers "I Am Aglow" en "The Phoenix" of het al even fraaie "Escarpment Blues". Dit is een nummer met een zeer mooie melodie die je niet uit je hoofd krijgt, dus o zo radiovriendelijk! Eigenlijk heeft het niet veel zin om bepaalde liedjes er extra uit te lichten: er staan namelijk alleen maar mooie liedjes op "I'm A Mountain", waaronder ook prachtige covers van Weeping Tile (haar vroegere band) frontman Luther Wright’s "Luther’s Got the Blues", Dolly Parton’s "Will He Be Waiting For Me?" en van het folk duo Kate Fenner en Chris Brown, het nummer "Salamandre". Conclusie: een prachtplaat en een absolute aanrader voor wie smelt bij Aimee Mann, Sarah McLachlan... dat soort vertederende stemmen met een uitgesproken mening!
BO PORTER & THE DIXIE ROCKITS
website
: www.boporter.com
label : Eigen Beheer
info : dixierockits@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/boporter
www.profile.myspace.com/index.cfm?fuseaction=user.viewprofile&friendid=30164710
Met de paplepel ingegoten ... de appel valt niet ver van de boom ... tenhuize
Porter is het allemaal muziek wat de klok slaat. Vadertje Porter had in de
jaren '50 een bluegrass bandje dat de naam Reid Porter & The Dixie Playboys
meekreeg en de aanleiding was voor zoontjes Bo & Bud om al op erg jonge
leeftijd naar de gitaar te grijpen. In het geval van Bo leidde dat al vlug
naar zijn eigen country/rock bandjes en mocht hij als support act optreden
voor Joe Diffie, Doug Stone, Mark Chesnutt. Na enkele groepsnaam wijzigingen
werd er besloten om voortaan onder de vlag van Bo Porter & the Dixie Rockits
te varen en werd ook broertje lief Bud bereid gevonden om deel uit te maken
van het bandje. Een serieuze aanwinst want Bud Porter verdiende de kost als
backup gitarist van Big Bill Morganfield (zoontje van Muddy Waters) en A.C.
Reid, en laat op dit album blijken dat hij uit het goede (gitaristen) hout
gesneden is ... Bluegrass van vaders zijde, blues van Bud, country/rock van
Bo, voeg daar nog een scheut rockabilly, rhythm & blues en een snuifje
swing bij en je krijgt een regelrechte rootscocktail. Alleen jammer dat de
fles van de Aldi of de Liddl komt ... het smaakt naar ... het komt dicht in
de buurt van de bekende merken maar je kan er niet onderuit ... "Walking
the Floor" van Ernest Tubb, "Smoke Smoke that Cigarette" van
Merle Travis, "Love Sick Blues" van Irving Mills & Cliff Friend,
"Walk on Boy " van Mell Tillis, "Need" van Jim Reeves
(met een prachtig pedal steel geluidje van Stu Schulman), "Have I Told
you Lately " vanScott Wiseman ... enz. Fraaie al dan niet zo voor de
hand liggende covers en met een rockertjes als "Tennessee Saturday Night"
van Red Foley en "Must Be Jelly" kan je de tent in vuur en vlam
zetten toch blijft dat wrang gevoel dat Bo Porter beter kan. Hij bewijst met
"Are You Lonely Little Girl", "Bite Your Tongue" en "I
Don't Blame You" ook met de pen aardig uit de hoek kan komen. Origineel
werk dat niet moet onderdoen voor de covers en dat meteen uitnodigt om Bo
Porter en zijn Dixie Rockits nog wat krediet te geven en voor hem een plaatsje
te reserveren in the R-M-A Charts van Ralph Braband.(www.r-m-a.org)
PAULIE
BLUENOTE & THE DUKES
PUT UP YOUR DUKES!
website : www.pauliebluenote.com
label: 5TH Gear Records
info: gjacob03@earthlink.net
www.cdbaby.com/cd/pbluenote
"I don't
claim to ba an expert on Rockabilly style music. But, I've produced and recorded
enough of it to know when it feels right and Paulie Bluenote and the Dukes
have it right. From the slap bass to just the right amount of verb on the
electric guitar, these guys know what they're doing....It swings".
Lloyd Maines Producer/Steel Guitarist.
Meestal nemen wij de aanbevelingen die je kan terugvinden in de presskits met een korreltje zout. Een aardig woordje van een VIP is altijd mooi meegenomen maar wanneer multi-instrumentalist en topproducer Lloyd Maines zich met de zaak gaat bemoeien dan spitsen wij de oortjes. En die oortjes waren best tevreden na het beluisteren van het debuutalbum van Paulie Bluenote en zijn Dukes. Prima vocals die zowel in het rockabilly/ rock & roll/country/swingwereldje thuishoren en bovendien weet de man vakkundig om te gaan met een arsenaal aan gitaren (Fender 4X10 Blues Deville, '49 Gretsch, '58 Harmony, '55 Kay, '63 Gretsch 6124 , '93 Washburn J6S, '97 Gretsch 6120, '04 Gretsch 6120DSW, '04 Washburn D10S, Epiphone Emperor Regent). Niet moeilijk om er aan te geraken want Jim Curly, de man achter de upright bass, is eigenaar van een florerende muziekwinkel.(www.mountainmusicshoppe.com). De ideale locatie om plannen te smeden en toen drummer Gregory Jacobs het duo kwam vervoegen kwam alles in een stroomversnelling. "Put up your Dukes" is het resultaat en Lloyd Maines heeft overschot van gelijk. Slechts zeven songs op dit mini album, waaronder vijf prima covers van ondermeer Curtis Gordon's "Draggin'", "Your Baby Blue Eyes" (Johnny Burnette), "Slippin' Out, Sneakin' In" (Big Sandy born Rusty Williams), "Please Mama Please" (Darren Spears) en " All I Can do Is Cry" (Wayne P. Walker) . Niet voor de hand liggende songs en daarom des te meer gesmaakt net als hun eigen creaties "Lord, Whiskey" en "Wedding Bells". Slotsom ... Now THIS is rockabilly
No bubble gum & poodle skirts here, folks. This is authentic rockabilly with a lean towards billy. Good stuff, I tell you. Would like to hear more original work on the next one with the guitar just a smidge louder. Reviewer: Miss Jazmyn (CD Baby)
ALANA
LEVANDOSKI
UNSETTLED DOWN
Website: www.alanalevandoski.com
Email: info@alanalevandoski.com
Label: Rounder Europe
www.roundereurope.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Americana is een hokje dat zo groot is dat het geen hokje meer is. D'r past bijna alles in: ouderwetse country, oude pop & rock, oude soul, doo-wop, singer-songwriter, folk, bluegrass, old-time, roots, ja zelfs oude jazz. En niet alles hoeft uit Amerika te komen. Als er maar puur op staat en men nog het oude handwerk in ere houdt. Het is vooral ook een reaktie op de vercommercialisering van de platenindustrie, waardoor mensen die niet in kleine hokjes pasten geen kans meer kregen. Alana Levandoski heeft net haar debuut-CD "Unsettled Down" uitgebracht, waarvoor de pers haar meteen tot het grootste talent van Canada bestempelde. Het leverde haar ook vergelijkingen op met Emmylou Harris of een jeugdige McGarrigle Sister, maar Alana Levandoski maakt toch echt haar eigen counrty/folk-muziek, en legt daar haar eigen persoonlijheid en kijk op de wereld in. Op "Unsettled Down" gunt Levandoski ons immers een blik op pareltjes uit haar eigen geschreven songs. En daar mogen wij best wel blij om zijn. "Unsettled Down" blijkt immers gezien de fantastische Canadese bezetting, met o.a. Sean Garrity (bas), Christian Dugas (drums), Richard Moody (viola), Randy Hiebert (slide) en Ron Halldorson (pedal steel), met Tania Elizabeth (viool) en Len Podolak (banjo) van the Duhks; bassist 'Spider' Sinneave (Loverboy), en gitarist Murray Pulver (Doc Walker), een bijzonder coherent album te zijn geworden, boordevol met heerlijk singer-songwritermateriaal. Bij vlagen doet ze daarop een beetje denken aan het werk van Emmylou Harris, Michelle Shocked, Kasey Chambers en Nanci Griffith. We doelen dan bijvoorbeeld naar de meest uitschietende nummers: "Red Headed Girl", "Prairie Sun", "I Ain't No Saint" en het trage brandende "Bring Me On Home". Maar het merendeel van de liedjes zijn gewoon ingetogen schoonheden, waarin Alana Levandoski kan illustreren niet enkel over een bijzonder vaardige pen te beschikken, maar ook een buitengewoon begenadigde zangeres te zijn. Haar knap gemaakte liedjes zijn intense korte verhalen, veelal over de plussen en minnen van de liefde. Ze zingt hierover op een oprechte, heldere manier, waarin ze veel zelfvertrouwen uitstraalt. "Red Headed Girl" en "Bring Me On Home" zijn nog maar de openers van dit prachtig album, die samen met de andere nummers van eenzelfde kaliber, een intiem meesterwerkje tot stand brengen, gespeeld vol passie en plezier. Alana's kennis van gospel muziek uit haar jeugd is duidelijk hoorbaar in het gospel getinte "Jezebel's Ringin''" en "Sold Your Wings" met backing vocals van Sarah Dugas en Andrina Turenne. Liefhebbers van singer-songwriters en liefhebbers van de bovengenoemde grootheden mogen dit prachtplaatje echt niet missen. Luister een paar keer naar dit album en je hoort muziek met invloeden uit country, gospel en folk, songs van een bijna ongekende schoonheid.
KEEN KOUSINS "ROCKABILLY DUO"
Well
ALRIGHT
website : www.lightning.he.net/~kousins
(Under Construction)
label : Eigen Beheer
info : www.cdbaby.com/cd/keenkousins
keenkousins@hotmail.com
www.myspace.com/thekeenkousins
Rockabilly
unplugged ... ik weet niet of het bestaat en ik weet ook niet of Eric Callero
(gt, 23j), die ook actief is in filmmiddens, en Phil Kleinheinz (stand-up
bass & vocals, 24j) wel echt familie zijn van elkaar, wat ik wel weet
is dat zij onder hun tweetjes de boel behoorlijk op stelten kunnen zetten
met hun traditionele rockabilly. Voornamelijk aktief in de omgeving van Santa
Cruz, California en Nevada stonden the Keen Kousins al op het podium met the
Blazers, Deke Dickerson, The Chop Tops, Lil' Bit and the Customatics (zie
rev.). Onvervalste pure rock & roll die met wat toevoeging van honky tonk
en western swing zoveel energie levert dat het wel lijkt of the band bestaat
uit enkele personen meer. Slechts zeven songs op dit mini album maar met zes
eigen composities tillen wij daar niet zo erg aan. Met "Derailed"
laten the Keen Kousins de trein door het rockabilly landschap razen en de
"Clock Ticking Rhythm" geeft aan dat het wel eens een TGV kon zijn.
Let's rock, Let's rock ... "Well Alright" ik zou die jongens eens
live willen bezig zien met al dat snaren gepluk. Anno 2006 zou het mij niet
verwonderen dat de geschiedenis zich zou kunnen herhalen ... Moeders, gelieve
uw dochters in het oog te houden want The Keen Kousins slagen er in om songs
ten gehore te brengen die zelfs "Too Hot For The Devil" zijn. Dat
moet onverbiddelijk leiden tot allerlei hartenbrekerij en je mag nog zo je
best doen ... "you keep a knockin' but you can't come in". Droefenis
alom ... "sick & tired" ... er zit niets anders op dan met de
staart tussen de benen andere horizonten op te zoeken ..."I gotta go".
Rockabilly, hilbilly country deze two-man band gaat ongetwijfeld nog van zich
laten horen. Klasse!
JENNY
DETRA
website : www.jennydetra.com
label : August Bloom Records
Hallmark Records
info : jennydetra@jennydetra.com
www.cdbaby.com/cd/jennydetra
Gerechtigheid
is geschied ! De muziekmaffia ... Jenny Detra kan er een boek overschrijven.
De hoge verwachtingen die een nieuw album ("Dance in your Dreams")
scheppen teniet gedaan door het opdoeken van de platenmaatschappij. Daar sta
je dan ... met hangende pootjes terug naar een job als tafelafruimster op
de luchthaven. Gelukkig was er producer Tommy Martin die haar kon overtuigen
om het nogmaals te proberen en het resultaat ligt ditmaal wel bij de platen/cdboer.
Met voornamelijk de hulp van David Briggs (bekend om zijn piano & keyboards
bij Elvis, Dobie Gray, Joe Cocker, Roy Orbison) die ondermeer Danny Parks,
lead gt, (Amazing Rhythm Aces), Fred Newell gt, Larry Paxton, bass (CMA nominatie
voor the Musician of the year 2004), Steve Turner, drums (Dolly Parton) bereid
vond om Detra een handje toe te steken in de opnamestudio's. Ze hadden er
juist geteld drie dagen voor nodig om dit prachtig album klaar te stomen.
Prima blues, pop en rock toestanden met hier en daar zelfs een dosis country.
Rootsmusic en dus uiterst geschikt voor Rootstime, en het zou mij niet verwonderen
moest Jenny na dit album door het leven gaan als de vrouwelijke Delbert Mc
Clinton of deel gaat uit maken van the Amazing Rhythm Aces. De presskitfoto's
en enkele ballads (om het pareltje "My Friend") laten uitschijnen
dat wij het met een freêl kindvrouwtje te doen hebben maar al vlug weet
zij ons te overdonderen met ... "Guess That's How It Is .... with the
Blues". Stomende Muscle Shoals Rhythm & Blues met het visitekaartje
"I'm Back" , "Your The Only Secret", "I Saw you",
"Shut Up and Dance", "Push On Through". Prima roadhouse
amusement dat geregeld de link legt naar het werk van ondermeer Marcia Ball,
Marshall Chapman, Liefst twaalf eigen songs die er voor moeten zorgen dat
haar wensen in "Gold Digger's Blues" werkelijkheid worden."I
wanna be a rich girl with the whole world at my feet." Je bent op goede
weg darling!
FROG HOLLER
HAYWIRE
Website : www.frogholler.com
Label : ZoBird Records
Email : zobird@enter.net
Contact : Darren Schlappich
Eén van de aardigste
alt. country groepjes uit Amerika heeft net zijn zesde album afgeleverd. We
hebben het hier dan over Frog Holler, afkomstig uit het nietige Shoemakerville
in de staat Pennsylvania, het gebied van de "Pennsylvania Dutch".
In het dagelijkse leven hebben deze zes leden een gewone baan. Geef ze echter
een instrument in hun handen en dan maak je kennis met eén van de aardigste
alt. country groepjes uit Amerika, die met "Haywire" een cd afleveren,
met steeds weer datzelfde heerlijke samenspel tussen de melancholische stem
van Schlappich en de liefdevol gehanteerde instrumenten van de anderen, een
combinatie die de songs alleen maar ten goede komen. De naam Frog Holler is
ontsproten aan de fantasie van de bandleden, het heeft geen diepere betekenis,
men vond het gewoon een leuk klinkende naam. Het heeft enkele luisterbeurten
nodig om de muziek op "Haywire" op waarde te kunnen schatten. Als
dat eenmaal gebeurd is, ben je eigenlijk ook wel meteen goed verkocht. Hoe
vaker ik het album heb beluisterd hoe beter ik de cd ging vinden. Dit zal
ook wel te maken hebben met de de persoon van Darren Schlappich (zang, akoestische
gitaar, hand claps), hierbij hebben ze een singer-songwriter in hun midden
die zich kan meten met het allerbeste wat Alt Country momenteel te bieden
heeft. Vooral als Frog Holler alle franjes weglaat en Schlappich vol in het
schijnwerpers komt te staan. Dat de mannen begonnen zijn als bluegrass groep
is hier niet meer te horen, en tevens klinkt de band niet meer als ten tijde
van het debuut "Couldn't Get Along" uit 1998. Er zijn een paar bandleden
vertrokken en weer bijgekomen en dat heeft invloed gehad op het geluid. Zo
heeft de komst van Todd Bartolo (lap steel gitaar, elek. gitaar, mandolin,
vocals) geleid tot een krachtiger rockgeluid. De openers "Hades"
en "One Last Time" zijn wat dat betreft echte voorbeelden van deze
elektrische toevoeging. Toch passen deze krachtige tracks heel goed bij het
authentieke rootsgeluid met akoestische gitaren, mandoline en banjo, zoals
in het nummer "Terms And Conditions", "'74" en "On
Winter Blues". Elf nummers lang kippenvel dus! Wij pikten er plichtshalve
met de reeds vernoemde nummers onze persoonlijke favorieten tussen uit. Met
wel onmiddellijk de bedenking erbij, dat het er morgen allicht al enkele andere
zullen zijn… Frog Holler heeft inmiddels de status van band waarmee
rekening gehouden dient te worden, want dit is een alt. country/Americana
supergroep! In Belgie en Nederland begint dit al aardig te lukken; nu de rest
van de wereld nog.
(Releasedatum: 14 februari 2006)
BLIND JONNY DEATH
GIT
DOWN ON THE FARM
website : www.blindjonnydeath.com
label : Eigen Beheer
info : lcslim@atlanticbb.net
www.profile.myspace.com/index.cfm?fuseaction=user.viewprofile&friendid=9227077
"We play, write, and live Americana music. To us this means a little bit of blues, honky tonk, folk, bluegrass, rock-a-billy, country, punk all on one stage. We call our blend of music “Punkry”. A new term to fall under the wings of Americana music. "
"Back to the time
of honky tonk and juke joint music" ... en welke rechtgeaarde Americana/roots
fan kan daar iets op tegen hebben. Met hun debuutalbum "Git Down On The
Farm" lijken de jongens van Blind Jonny Death (Clearfield, Pennsylvania)
de daad bij het woord te voegen en zorgen zij voor een van de eerste leuke
surprises van 2006. Mark Prave, aka L.C. Slim (guitar, vocals, harmonica,
songwriting) is de bezieler van dit drie leden tellend bandje en de enigste
met een background in acoustic & roots music. Samen met ex-punkers &
hardcore metal lovers Ed Mac Donald, aka El Rojo (upright bass & kazoo)
en Tom Hipps aka The Reverend T. Orrin Hipps (snare drums) werd er niet alleen
voor een originele groepsnaam gekozen maar ook voor een muzikale koers die
wij bij Rootstime kunnen smaken. Prima country blues ("Driver Blues"),
two pickin and grinnin instrumentals ("Guitjo Tickets Here" en"
My Brother Bill") een folky "Long Away From Home" inclusief
een lekker in het oor liggend harmonica geluidje en met een sublieme Chris
Mc Garry op mandoline. Bovendien serveren zij ons een ferme portie hillbilly/bluegrass
in het titelnummer "Git Down On The Farm" en "My Old Dog".
Het roots/rockabilly/rockertje "That Girl is Hot" is een leuk meezingertje
en is de kers op dit vrolijk en lekker smakend muzikaal taartje dat met het
ernstige "Requiem to America" bij bepaalde patriotten voor een serieuze
oprisping kan zorgen. Rennies peuzelen kan een oplossing betekenen maar wij
houden het vingertje gewoon op de repeat toets en genieten opnieuw van 27
minuten prima rootsmuziek. Inderdaad, slechts acht songs op dit album maar
ze zijn wel meer dan de moeite waard om te beluisteren. Dit smaakt naar nog
... "If you're not a roots music fan, this act will make you one - and
if you are, this is the group for you."Verplichte aanschaf!
CHIP DOLAN
RIGHT
NOW
website : www.chipdolan.com
label :Noah Bamboa Records
info : dolanchip@aol.com
www.cdbaby.com/cd/chipdolan
Je kan hem
een beetje vergeljiken met Lloyd Maines, altijd aanwezig en toch doet zijn
naam bij de grote massa geen belletje rinkelen. Insiders weten wel beter....Robyn
Ludwick, Slaid Cleaves, Jimmy Lafave, Greg Trooper, Eliza Gilkyson, Tish Hinojosa,
de broertjes Robison, Kelly Willis, Marcia Ball doen maar al te graag beroep
op zijn diensten en het is bij ieder concert een belevenis om de man bezig
te zien. Piano, keyboards, accordion hebben geen geheimen voor deze sideman/singer/songwriter.
Met het album "Right Now" treedt hij eindelijk uit de schaduw en
serveert ons een veertien songs die nu eens "zijn" voorkeur dragen.
Chip Dolan heeft het zich zelf niet gemakkelijk gemaakt want het is een gevarieerd
album geworden dat een erg rustig aanvang kent met het instrumentaaltje "Bars
on the Windows" dat zachtjes, bijna onhoorbaar, overloopt in het met
Sarah Hickman gebrachte "Count the Stars" en de verwijzing naar
Steely Dan zal iedereen wel beamen. Het is niet de enige artieste die hem
ter hulp snelt want ook ondermeer producer Marvin Dykhuis, Paul Pearcy, Keith
Gattis, Mike Hardwick, Floyd Domino, Kelly Willis, Bruce Robison en Gene Elders
springen regelmatig bij. Inderdaad mooi volk in de studio en blijkbaar was
iedereen onder de indruk van Dolan's songkeuze want het album is een mengelmoes
geworden van diverse genre's, oa: rustige pop of voorzichtige rock ("Carry
Me Home", "So Easy", " Paris", "Mareliz")
kan je wat cajun, zydeco, boogie-woogie ontwaren in "Hoo Ha", "Baton
Rouge" (Guy Clark) en "You Should Know By Now", gaat hij de
swing toer op met "Right Now" en "30 Miles Away" en zou
je een song als "Rumbulaye" eerder op de playlist verwachten van
the Pogues, Waterboys of the Whisky Priests. Voor de alt.country/Americana/roots
liefhebber is dit album misschien iets te soft maar Chip Dolan zal er vanuit
gaan dat verandering van spijs doet eten, of zich dat in verkoopcijfers gaat
vertalen is another question. De song "Bucktown" (met Cyrill Neville,
Marcia Ball & Ruthie Foster) die hij schreef na de verwoesting die de
orkaan Katrina teweegbracht mag dan wel een verzuchting zijn naar wederopbouw
en schadeloosstelling, ondertussen weten wij wel beter ..."New Orleans
Jole Blon, Laisser rouler le bon temps" zal nooit meer zijn wat het geweest
was.
MIKE WESTCOTT & BLUES ON BOARD
KEEP
THE BLUES ALIVE
Website: www.bluesonboard.com
Email: BluesOnBoard@aol.com
Label : eigen beheer
www. cdbaby.com/cd/mwestcott
Mike begon
op z’n 8ste muziek te verkennen en leerde piano spelen maar al vlug
(op 10 jaar) ruilde hij de toetsen voor snaren en ontplooide zich verder op
gitaar. Maar daar bleef het niet bij, Mike ontdekte en bekwaamde zich verder
ook op gebied van saxofoon en contrabas. Verder is hij ook een artiest op
de lapsteel, baritongitaar (wat dat ook mogen zijn) en zevensnarige gitaren.
Hij won ook tal van lokale gitaarwedstrijden. En dan is er nu zijn debuut
CD “Keep The Blues Alive” welke ik al dadelijk een pareltje durf
te noemen. De CD opent met het titelnummer en dat is al dadelijk een schot
in de roos. Lekker grooven en funky lickjes overgoten door de sound van een
Hammond en als kers op de taart de soulstem van Mike Westcott, een regelrechte
ode aan de groten zoals Muddy Waters, Robert Johnson etc... Je hoort hier
ook al duidelijk waarom Mike meerdere gitaarwedstrijden won, heerlijk zoals
hij soleert. De ritmesectie van Brian Constantino (drums) en Gene Monroe (bas)
leiden alles in goede banen en doen het geheel klinken als een volwassen band.
Van de acht nummers op deze CD zijn er vier van eigen hand en dat hadden er
gerust meer mogen zijn. Pas op, begrijp me niet verkeerd, wat deze band doet
met nummers van Buddy Guy ("Mary Had A Little Lamb") en Taylor ("Give
Me Back My Wig" ) mag zeker ook gehoord worden maar ik vind dat deze
band klasse genoeg heeft met het eigen werk om overeind te blijven. Ik wil
geen vergelijkingen maken of voorspellingen doen maar een nieuwe Stevie Ray
Vaughan is zeker aanwezig. Kopen zonder nadenken deze hap.
Blueswalker
THE DIXIE BEE-LINERS
website
: www.dixiebeeliners.com
label : Eigen Beheer
info : dixiebee@mindspring.com
www.sonicbids.com/epk/epk_body.asp?epk_id=37526&poll_id=&name=&skin_id=
The Dixie
Bee-Liners
Brandi Hart - rhythm guitar
Buddy Woodward - mandolin
Danny Weiss - lead guitar
Alan Grubner - fiddle
Jonah Bruno - banjo
Skip Ward - bass
"Unmistakably beautiful and undeniably warped, The Dixie Bee-Liners blend contemporary sass with traditional bluegrass drive and Bible-Belt noir." (www.sonicbids.com).
Je krijgt
het aan de straatstenen niet kwijt, de meeste alt.country/roots/Americana
fans hebben er een liefde-haat verhouding mee en toch mag men ons altijd lastig
vallen met een heerlijk stukje bluegrass. In dit geval is het zelfs bluegrass
with a buzz en het wordt niet voor niets door Miles of Music bedacht met een
"It's a cracker". De "niet-goed of geld terug garantie"
loopt hier geen enkel risico want het is gewoon een dijk van een album. Frontwoman
Brandi Hart genoot haar opleiding in de kerkkoren van de Baptische gemeenschap
en 'rootsveteraan' Buddy Woodward trok in een vorig leven de kar van de alt.
country band "The Ghost Rockets" en had de afgelopen tijd zijn handen
meer dan vol met projecten als een country/rock opera voor The Nitro Express
en een theaterstuk dat "the Story of the Stanley Brothers" omhelst.
Toch vond hij nog de tijd om samen met Brandi Hart een achttal songs op papier
te zetten en samen met de overige leden van dit vernieuwend bluegrass bandje
de studio in te duikelen. Bovendien kwamen ondermeer Mike Levine (dobro &
pedal steel), Terry Mc Gill (banjo) en Andy Cotton (bass) de gelederen in
de studio versterken. De band dankt zijn naam aan een gedeelte van the Kentucky
Highway 41 dat de naam "The Dixie Bee-Line Highway" meekreeg en
zij brengen dat klassieke bluegrass picking gedompelt in een lekker country
/ rock sausje. Natuurlijk ook hier de vertrouwde thema's die aan bod komen
... de bluesy opener voor snelheidsduivel "Davy", de tranen voor
de "Brown-Eyed Darlin'", de beauty's van songs "Lost in Silence"
en "Roses Are Grey" (inclusief yodel) die ervoor zorgen dat Brandi
met haar singer/songwriting erg dicht in de buurt komt van diva Allison Krauss.
Het vrome verleden/toekomst van Brandi Hart wordt met de crossover gospel
"Lord, lay down my ball & chain" eventjes in de picture geplaatst
en met de "Yellow Haired Girl" zou ik graag eens een voorzichtig
Irish step-dansje maken. Iets vlotter zal mij waarschijnlijk niet meer lukken
en dat is bijzonder jammer want het pareltje "My Heart's Breakin'In"
vraagt erom dat de beentjes in het rond zwieren. Prima bandje dat op een verbluffende
manier, slechts acht songs, de bluegrass uit de mottebollen durft halen.
BETH
GARNER
ADDICTIONS
Website: www.bethgarner.com
Email: www.bethgarner.com
Label : Armadillo Music / Pinnacle)
www.bluearmadillo.com
mail@bluearmadillo.com
Distr.: Munich Records
www.munichrecords.com
Handig wanneer de titel van een cd de lading volledig dekt! Iets dat zeker geldt voor Beth Garner's tweede cd "Addictions". De van oorsprong uit Dallas komende maar natuurlijk naar het muziekgekke Austin verhuisde singer-songwriter schakelt ook op haar tweede cd weer veelvuldig tussen Texaanse rootsrock, Americana en blues. Dat deed ze op haar in 2001 verschenen debuut "Much Later For You", overigens ook al op zeer indrukwekkende wijze, maar "Addictions" is nog een stuk overtuigender. Beth Garner zingt nog altijd vol passie en temperament en heeft wederom prima muzikanten om zich heen verzamelt . Ook de mix van covers ("I’m Just An Old Chunk Of Coal" van Billy Joe Shaver en het zo prachtig gebrachte "Blame It On Me" van Bruce Robison) en eigen songs klinkt vertrouwd in de oren, maar het niveau van de songs ligt dit keer beduidend hoger. Met haar krachtige, maar tegelijk ook flexibele stem kleurt Garner deze songs zonderling attractief in. "Addictions" is een cd die u zeer zal aanspreken en uiteraard zal ook iedereen die haar debuut in huis haalde zeer verguld zijn met deze cd. Ze verzamelde een band om zich heen, waarin vooral de rol van producer Pat Manske, en mede dankzij allerlei toptalent (Chip Dolan, Jon Heagle, Charlie Richards, Jeff Botta, Lyndah Garner) dat haar begeleid, dat het bandgeluid midden tussen rock, country en blues valt. Misschien moeten we maar eens met een groep naar Texas, om daar in een kroeg te aanschouwen of Beth Garner haar grote belofte waarmaakt.
BRAD
COLERICK
COTTONWOOD
website : www.bradcolerick.com
label : Back 9 Records
info : www.back9records.com
brad@deepmix.com
www.cdbaby.com/cd/colerick
Het was Dani Heyvaert die mij vriendelijk verzocht om eens naar Brad Colerick's
nieuwste album te luisteren, en wie ben ik dan om dat verzoek in de wind te
slaan. Bovendien had Colerick (a University of Nebraska-Lincoln graduate)
een stevig handje bij het verwezenlijken van Bob Cheevers album "Texas
to Tennessee" (zie rev:nov 05) en staan zij beiden op de loonlijst van
hetzelfde label. Voldoende argumenten om het vuur uit mijn sloffen te lopen
om het album aan te schaffen. Zoals steeds had de Belgische goeroe van het
Americana/roots gebeuren overschot van gelijk en kunnen wij weer een pareltje
aan onze collectie toevoegen. En je kan wel degelijk van een nieuw album,
zelfs van een nieuwe ontdekking spreken, want het vorige album verscheen zomaar
liefst 18 jaren geleden. Al die tijd bracht Brad de tijd door in California
met het schrijven en opnemen van radio en film commercials (om. voor Budweiser,
Reebok, Coca Cola, Mac Donalds). In 1997 kon hij zelfs J.Cash, BB King en
Shawn Colvin bereid vinden om een spotje te maken voor Sears. Een erg lonende
bezigheid voor de uit Nebraska afkomstige singer/songwriter die veel meer
in zijn mars heeft en daarom in samenwerking met Gold Circle Entertainement
besloot om een eigen label uit de grond te stampen. Back 9 Records was een
feit en als extra ondersteuning mag de brave man rekenen op de deskundige
hulp van ondermeer Herb Pedersen, Chris Hilmann, Skip Edwards, Gene Klosner
en Dan Navarro in de studio's en laat dat nu precies de juiste mensen zijn
op de juiste plaats om een dijk van een album op ons los te laten. Het album
heeft een zweem van James Taylor,The Eagles, Desert Rose band, Jackson Browne,
the Flying Burrito's over zich hangen en dat is niet verwonderlijk gezien
Brad's adoratie voor the West Coast country rockers van de jaren zeventig.
Invloeden die wij met massa's terugvinden in de elf verhaaltjes die Colerick
schreef en waarmee hij ons laat genieten van zijn reisje door het rootsy landschap
van Nebraska-Los Angeles-Nashville. Erg sterk album dat ons weet te overtuigen
dat er licht schijnt aan het eind van de tunnel en ditmaal geloven wij het
wel wat met Jean Luc Dehaene destijds niet het geval was. Bedankt Brad Colerick,
bedankt Dani Heyvaert ... That's where friends are for!
THE ELETRCOPHONICS
FEELS
LIKE A MILLION
Website: www.electrophonics.nl
Email :info@electrophonics.nl
Label : Eigen Beheer
Biografie:
Voor het eerst laten de uit het zuiden van het land afkomstige Electrophonics
van zich horen in 2001. De bandleden beschikken dan echter al over de nodige
ervaring, want allen hebben hun sporen reeds grotendeels verdiend in de verschillende
bands waar ze in hebben gespeeld. De handen worden in elkaar geslagen; de
muzieksoort wordt bluesmuziek; om precies te zijn de Westcoast blues van mannen
als James Harman, Teddy Morgan, Kim Wilson en Rod Piazza. Al snel wordt duidelijk
dat het hier niet gaat om bandje waarvan er al dertien in een dozijn zijn;
maar om een band waar meer achter zit. The Electrophonics spelen een perfecte
mix van jumpblues en swing retrostyle. Hun optredens krijgen goede kritieken
en maken ook dat The Elecrophonics een begrip worden. Niet alleen in de regio
maar ook daarbuiten is er sprake van erkenning en respect voor hun benadering
van de muziek. Net als het allemaal een beetje begint te lopen moet er noodgedwongen
een pauze worden ingelast. De gitarist besluit de band te verlaten en een
nieuwe zal moeten worden aangetrokken. Van deze nood wordt een deugd gemaakt
want tegelijkertijd heeft de band de gelegenheid om zich te heroriënteren.
Achteraf gezien heeft deze pauze op het juiste moment plaatsgevonden, want
inmiddels zijn The Electrophonics namelijk weer helemaal terug en hoe !!!
Niet alleen is er een nieuwe gitarist gevonden maar tevens is de band uitgebreid
met een blazerssectie die de muziek nog meer swing meegeeft. Bovenal echter
is The Electrophonices een band met klasse. Jumpblues wordt nog steeds gespeeld,
maar zijwegen worden niet geschuwd. Ook in deze opzet slaagt de band er weer
in het publiek voor zich te winnen en weten ze hoge ogen te scoren binnen
de bluesscene. Het mag duidelijk zijn, Nederland is weer een bluesband rijker
en ook nog een goede. The Electrophonics zijn gedreven muzikanten die muziek
willen maken, daar veel plezier aan beleven en zich tot doel hebben gesteld
zoveel mogelijk mensen te laten genieten van hun muziek en optredens. Stel
je voor: een prominente frontman, ondersteund door een krachtige ritmesectie
van drums en bas; voeg daarbij de piano, gitaar en blazerssectie en je krijgt
een volwaardig geheel dat een onuitwisbare indruk achterlaat. The Electrophonics
dus….; mocht de band in jouw regio ergens op het podium staan, zorg
er dan voor dat je er bij bent en deze ervaring niet mist.
Fons Daamen (Organisator Moulin Blues festival, Ospel)
In 2004 waren The Electrophonics één van de veelbelovende Noord-Limburgse
bands, een band die op eigen wijze swingblues en R&B uit de jaren veertig
en vijftig interpreteert. Na hun zeer goed ontvangen demo met slechts drie
tracks, maar goed voor een portie spetterende en joviaal gebrachte jazzy/swing,
jump en blues, is het eindelijk zover: the Electrophonics uit het swampy zuiden
van Nederland en Belgie hebben hun eerste full-cd opgenomen, in 3-Sun Recordings
studio in Maastricht. De cd "Feels Like A Million" is een feit.
Elf eigen nummers, van retroswing tot frisse jump/R&B met een vette knipoog
naar de jaren '50. Zeven Phonics-mannen, Stephan Hermsen (zang en harp), Ronald
Roodbol (contrabas), Rob Verbakel (gitaar), Peter Stienen (drums), Nick Caris
(trombone) Igor Erin (sax) en Ivo Sieben (piano), weten de juiste snaar te
raken...Het geluid dat ze voortbrengen straalt zoveel zelfvertrouwen uit dat
als je enig gevoel van ritme in je lijf hebt onmogelijk aan de roep van 'Let's
party' kan weerstaan. Een sterke ritmesectie is de basis voor de solisten
op gitaar, piano, contrabas... en uitstekende zangpartijen van Stephan Hermsen.
Wil je een avondje uit de bol gaan, dan "catch that swing train" met The Elecrophonics. Ze zijn op dit moment niet voor niks één van de spraakmakendste bands uit het Zuiden van Nederland. The Electrophonics zijn zonder twijfel een overtuigende band die garant staan voor een duchtige portie blues, een mix van jump- en swingblues gecombineerd met bigband-blues. Het harpspel en de performance van Stephan Hermsen alleen al is een lust voor het oor, hij brengt met zijn enthousiasme ook de overige bandleden tot grote hoogten op hun debuutalbum "Feels Like A Million". Kortweg: alle ingrediënten voor een bluesspektakel van formaat! The Electrophonics zijn een gezelschap dat bolstaat van blues, kwaliteit en enthousiasme. "Feels Like A Million" is verkrijgbaar via hun website.
LEAVING,
TX
100 MILES TO SUNDAY
website : www.leavingtx.com
label : Lucky Range Records
info : info@leavingtx.com
http://profile.myspace.com/index.cfm?fuseaction=user.viewprofile&friendid=35057301
www.cdbaby.com/cd/leavingtx
De Nederlandse
en Belgische e-magazines zijn een welgekomen publiciteit voor de alt. country/Americana/rootsbands
en een van de logische gevolgen is dan ook dat de Euro Americana Chart reporters
bedolven worden onder de verzoeken om zoveel, en liefst zo positief mogelijk,
ruchtbaarheid te geven aan hun nieuwste albums. Chris Patterson, frontman
van Leaving Texas en afkomstig uit Iowa, vormt geen uitzondering op die regel
en hij houdt ons dan ook regelmatig op de hoogte van de nieuwste evoluties
in hun alt. country/cow-punk bezigheden. Eind 2004 nam hij de beslissing om
the jam-band Grooved Pavement vaarwel te zeggen en kon hij bassist Garry Cecil,
drummer Thor Smith en Andrew Buhler (lead guitar & pedal steel), overtuigen
om op de boot van Leaving TX te springen. Het werd meteen een internationale
bedoening want Patterson vertoeft regelmatig in Ierland en het duo Cecil/Smith
komen oorspronkelijk uit Schotland en Noorwegen en geraakten beiden via allerlei
omwegen in de muziekscène van Washington DC. Met "100 Miles to
Sunday" zijn de jongens aan hun debuutalbum toe en proberen zij hun plaatsje
op te eisen in het singer/songwriterswereldje dat wij kennen van The Drive
By Truckers, Reckless Kelly, Brent Best, Steve Earle, John Dee Graham, Jack
Ingram, en last but no least Carll Hayes die inmiddels aan een charme offensief
begonnen is om Europa in te palmen. (zie Extra Support). Moeite noch kosten
werden gespaard want niemand minder dan 'veteraan' Paul Grupp (the Byrds,
Boston, Charlie Daniels) werd aangezocht voor de produktie van dit album en
met toevoeging van fiddle en mandoline, Hammond B 3, banjo en backingvocals
van Vicky Pagan kunnen wij gewagen van een voortreffelijk resultaat. Dreamy
ballads afgewisseld met edgy rockertjes, Telecasters die een duel aangaan
met een sublieme pedal steel, de "gravel" voice van Patterson, met
"Peace Love & Understanding" van Nick Lowe, een verwijzing naar
de Europese roots van de band ... Leaving Texas weet ons wel te overtuigen
of zoals Patterson het uitschreeuwt ... "I 'll play my own songs, Leaving
Texas is my favourite band ". Prima album!
GENUINE COWHIDE
MODERN
SOUNDS IN HILLBILLY AND WESTERN
website : www.genuinecowhide.com
label : Genuine Cowhide Records
info : info@genuinecowhide.com
(Dale Allen)
www.cdbaby.com/cd/gencowhide
"-not always country but always western--modern hillbilly honky tonkin' cowboy songs-campfire ballads swingin' shuffles and spaghetti western epics meant to put the western back in country & western"
Country & Western ... het blijft voor de meeste mensen na al die
jaren nog steeds vereenzelvigd met Hank Williams, Ray Price, Roy Rodgers,
wit - zwart televisie, Elvis, Bonanza, Buck Owens, Rawhide, The good, the
Bad and the Ugly ... Gelukkig is er Dale X Allen die dat oudbollig sfeertje
in een hedendaags kleedje kan steken en met het album "Modern Sounds
in Hillbilly and Western" perfect zijn doelstellingen weet te realiseren.
Nu mag de naam Dale Allen ons misschien niet veel zeggen, toch heeft de man
al een stevige staat van verdienste, zo was hij ondermeer aktief bij Temple
Ray, Penny Jo Pullus, the Kaz Murphy Band, Dave Insley, Amanda Cunningham,
Jane Bond. Als muzikant en als producer heeft deze Austin bewoner zijn plaatsje
aan de top verovert en met zijn debuutalbum brengt hij een mix van verschillende
western stijlen: hillbilly/cowboy honky tonk/ the shuffle-two-step-swing-waltz-rockabilly/spaghetti
western rock. Het lijkt wel of je een filmpje van Sergio Leone meepikt waar
de soundtrack geleverd wordt door the Genuine Cowhide Band of te wel BR-549
meets The Sons of the Pioneers. Dale X Allen singer/songwriter (b-bender Telecaster-dobro-bass
6 & steel guitar) deed beroep op Charlie Irwin (bas), Warren Stewart en
Gary De Vries (drums), Bill Lloyd (banjo), Jen Obert (fiddle) om deze origineelste
vorm van Americana op ons los te laten. Origineel, traditioneel maar voldoende
bewerkt voor de hedendaagse, misschien wel de toekomstgerichte vorm van country
& western. De puristen zullen schande spreken maar wij zien deze moderne
visie met vertrouwen tegemoet. "Swing a lasso over your own copy of "Modern
Sounds in Hillbilly & Western " today and enjoy - and here's wishing
ya'll nothing but green grass and good water for the rest of your trail drive."