MEI 2004 - JUNI 2004 - JULI 2004 - AUGUSTUS 2004 - SEPTEMBER 2004 - OKTOBER 2004 -
NOVEMBER 2004 - DECEMBER 2004 - JANUARI 2005
BADLY BENT - STOLL VAUGHAN - LAZLO - THE RUSTY LUGS - BAP KENNEDY - THE LOST BOYS - SOUL FOOD - SILVER SADDLE - LYNWOOD SLIM & JUNIOR WATSON - THE EVERNAUTS - RICH HOPKINS & LUMINARIOS - MEL & THE CHRONICS - MARY GAUTHIER - RODRIGO Y GABRIELA - PELUSA - LIZ MEYER - LOUIS LEDFORD - RECKLESS KELLY - KELLY PARDEKOOPER - JOOK BOURKE - LITTLE PINK - BUCKTOWN KICKBACK - ROY TYLER & NEW DIRECTIONS - THE BUZZARDS - DAGMAR AND THE SEDUCTONES - BLAZE FOLEY - FOGHORN STRING BAND - GORDY QUIST - DOLLY PARTON - JEFFREY LUCK LUCAS - HANK SHIZZOE - THE MARTINDALES - LUKE OLSON - TODD MACK - CAROLINE MARTIN - CORINNE WEST - CATS ON HOLIDAY - ALEX SCHULTZ - HANS THEESSINK SPECIAL - JOHN HAMMOND - CHRONIC TENDENCIES - K.T. & MIDNIGHT CANNONBALL - TAD ROBINSON - TAMMERLIN - RACINGPAPERPLANES - HOTHOUSE FLOWERS - MIKE MORGAN & THE CRAWL - NATHAN MAXWELL - FIREFLY - JOE PAGETTA - CANDYE KANE - HUBERT SUMLIN - CLAY MC CLINTON - THE MICHAEL PACKER BLUES BAND - SPEEDO & THE CADILLACS - DAWN SHIPLEY AND THE SHARP SHOOTERS - TISHAMINGO - WHITE COWBELL OKLAHOMA - THE HOT RODS - ROSCO GORDON - KRISTIN MOONEY - ANNA COOGAN & NORTH 19 - THE DUHKS - KEVIN MONTGOMERY & THE ROADTRIPPERS - KEVIN HEARN - ANGELO M. - CATTIE NESS AND THE REVENGE - VARIOUS ARTISTS : LIVE ! AT THE TALBOT - VARIOUS ARTISTS : STILL CRAZY AFTER ALL THESE YEARS - VARIOUS ARTISTS : GOIN' DOWN SOUTH - VARIOUS ARTISTS : FRIED GLASS ONIONS - WALTER TROUT - MIKE AIKEN - BOB "SNAKESHAKER"- ANGELL'S BLUES OULET - ANN KLEIN - FRANK CARILLO AND THE BANDOLEROS - THE WAKEFIELDS - MELISSA MARTIN and the MIGHTY RHYTHM KINGS - DAN NEAL - RED ROOSTER - WENDY NEWCOMER - PAUL METSA - JAMES SASSER - OUTTA D' BLUES - THE JEFF AND VIDA BAND - THE WISEMEN - P. VAN SANT- RED HOT POKER DOTS - SONNY LANDRETH - TARA ANGELL - GLENNA BELL - MOFRO - GRADA - HACIENDA BROTHERS - ROCKY ZHARP - JON DEE GRAHAM - SWANK - LOS LONELY BOYS - JOHNNY ROTH - ALASTAIR MOOCK - THE MOONSHINE CHERRYS - OMAR & THE HOWLERS
BADLY
BENT
JUST ' BOUT BROKE
website : www.badlybent.com
label : Eigen Beheer
Info:info@badlybent.com
www.cdbaby.com/cd/badlybent
'We are a group of old broke down muscians who have been doin this for a long time with no aspirations of makin it big we are just out to have a good time playin music and lettin other folks enjoy it'. Voila, geen kapsones en zo hebben wij het graag. Al hadden wij liever wat meer info gehad over dit nieuw groepje en hun debuutcd. Hun website is nog onder construction en ook CD baby maakt ons niet veel wijzer. Maar dat belet ons niet om te vermelden dat Badly Ment met spilfiguur Fred Helmick, singer/songwriter samen met Bobby Gentry (gitaar & vocals), Steve Young, (bas & vocals) naamgenoot, maar niet "die" Steve Young die wij ons eeuwig zullen herinneren en koesteren met zijn onvergetelijk optreden in Bree Oktober 1993, Kenny Harris (drums & percussie), Robbie Canter (lead gitaar) een degelijk country / rock album afleveren. Twaalf songs van eigen makelij en dat alleen is al een verdienste op zich, jammer dat de vocals ("Unspoken words") en backingvocals hier en daar niet zo zuivertjes klinken (" Life In Color"), en het gemis van wat mandolin, fiddle, steel of een harmonica geluidje. De meeste songs lenen zich daar uitstekend toe en het had het album iets meer volume en afwisseling kunnen brengen. Het up-tempo nummertje "Me" het roots riedeltje "Cupid's Arrow", en het aan Dire Straits likkend "Solid Body" zijn de highlights van dit album en zo hadden wij er wel wat meer willen hebben . Ook de ballads "Grandpa", en "Why" hadden mits wat meer produktie, en instrumenten kunnen uitgoeien tot volwaardige klasse songs. Misschien dat de jongens ondertussen wat meer ambitie krijgen en vooral centen verzamelen (want studio & muzikanten kosten geld) en dan zal hun volgende cd een sterretje of paardje meer krijgen.
STOLL
VAUGHAN
HOLD ON THRU SLEEP & DREAMS
Website : www.stollvaughan.com
Info : losdude52@aol.com
Label : Shadowdog Records
In Amerika raakt men op het moment niet uitgepraat over Stoll Vaughan, een 23-jarige singer-songwriter uit Kentucky die met alles en iedereen wordt vergeleken en met "Hold On Thru Sleep & Dreams" een verrassend tweede album heeft afgeleverd. Een debuut waarop Stoll Vaughan vooral imponeert met zijn geweldige emotionelestem. Een stem die heel veel soul combineert met een lekker volwassen geluid. "Hold On Thru Sleep & Dreams" bevat knappe rootsliedjes, het ene moment zit het dicht tegen Springsteen en John Mellencamp aan, het volgende moment is het meer James McMurtry, weer iets later net zo makkelijk Bob Dylan. Mike Wanchick ontfermt zich als manager over Vaughan, en als je weet dat deze gitarist gespeeld heeft bij aangehaalde topartiesten is overduidelijk uit welke school Vaughan komt en is verder vergelijken daarom eigenlijk zinloos. Stoll Vaughan heeft een geweldig eigen geluid en dat hem een grote toekomst wacht lijkt zeker. Elke song is weer een prachtige miniatuur van het hedendaagse. In tien songs beschrijft hij als het ware hoe fout het met hem had kunnen gaan, in verloren relaties ("Desire'", "Leaf On A River") en in de maatschappij ("American Lie"), maar in de afsluiter "Memories" komt de conclusie. Je beleeft deze plaat als een goed boek, louterend beleerzaam! Prachtige ervaring deze cd! Dit is niet nieuw maar wel een nieuwe standaard in dit Americana tijdperk. Klasse !
LAZLO
OLD STEEL COMPANY
website: www.lazlomusic.com
label: Eigen Beheer
info : contact@lazlomusic.com
jonincorporated@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/lazlomusic
Vrijdag 11 februari was het groot feest in hotel John & Peter gelegen in New Hope, Phildelphia, ter gelegenheid van de cd release van Lazlo. Bedankt voor de uitnodiging jongens maar het was toch iets te ver... en die alcoholcontroles...en geen babysit.....Alle gekheid op een stokje, het zal zeker de moeite waard geweest zijn. In 2003 liet singer/songwriter /frontman John Thompson met zijn vrienden van Lazlo hun debuut cd op ons los. Slechts zeven songs op dit album en met de opvolger "Old Steel Company" zijn ze niet erg produktiever geworden. Acht songs en dat de jongens hun inspiratie zochten en vonden bij Neil Young, the Band, Crosby, Stills, Nash zal bij het beluisteren van dit schijfje niemand durven ontkennen. Momenteel zitten zij in het zelfde vaarwater als the Jayhawks, Wilco, Son Volt...enz. Harmonieuze roots/rock met de aangename stem van John Tompson, veelvuldig gebruik van dobro en lap & pedal steel (Andy Keenan) en een strakke rhythm sectie met J.P.Wasicko op drums en nieuwkomer Keith Snyder, upright elektrische bas. Bovendien zijn de backing & leadvocals van Shannon Anderson een aangename ondersteuning op ondermeer de songs "It's Not Easy" (prachtige CSN&Y look-a-like song) en "Pink And Blue", doet gast Joe Ashlar op zijn piano, Hammond B3 & Wurlitzer ook zijn duit in dit rijkelijk gevuld muziekzakje. Met de songs "Golden Age" en "Thousand Failures" wijken zij enigszins van het pad af want dit is pure americana en eerlijk is eerlijk ... het zijn met "Pink and Blue" de betere (roots/rock) nummers op dit album. Natuurlijk is het gekende kost en elk harmonica en gitaargeluid wordt dan onmiddelijk vergeleken met die man met zijn houthakkershemd uit Canada, maar Andrew Keenan doet zijn uiterste best om origineel te zijn. Dat verschillende leden van de band hun roots in de jazz hebben is alleen maar een pluspunt, het geeft met de saxophone en klarinet geluiden van Jon Thompson een extraatje aan songs als "Dust" en "Far Away From Gone" (al is de gedachte aan CSN&Y niet ver weg). Het is een gevarieerd album geworden met allemaal eigen songs en het bevestigt onze eerste kennismaking met de groep rond Jon Thompson." Lazlo's contagious grooves, rich harmonies, and subtle songwriting are great reasons to be into this band".(Susan Van Dongen). Er zal rekening moeten gehouden worden met Lazlo.
THE
RUSTY LUGS
ROCKIN' THE JUNKYARD
website : www.rustylugs.com
rustylugs@optonline.net
label : Eigen Beheer
info :fans@rustylugs.com
business@rustylugs.com
www.cdbaby.com/cd/rustylugs
Je hebt zo van die voetballers die zo polyvalent zijn (voor de leken .., bestaan niet in Belgie) dat je ze in elke linie kan opstellen. Meestal leidt de weg jammer genoeg voor die veelzijdige spelers naar de bank. En ik vrees dat het metThe Rusty Lugs dezelfde weg opgaat. Op het eerste zicht draait bij hen alles om zanger, songwriter en gitarist John Graybosch. Met songs als The Shanty (stevige gitaarpartij), “Pack Up your Bags”,” Peanuts and Beer”, “Runnin'Shine”, “Rev It Up”, “Highway King” en “Junk that Thing” kan je zelfs gewagen van een leuk americana roots/country album met hier en daar een streepje bluegrass (Andy Martinez op dobro, banjo en akoestische gitaar en Robert E. Shaw op bas).Voor zover niets aan de hand, de iets wat raw and edgy sound van frontman John Graybosch wordt in de duetsong "Forever You And Me" fraai afgewisseld met die van Lisa Ann Chicorelli (leuke naam). Maar....wat doet mij dan vrezen voor de toekomst van The Rusty Lugs ? Ralph Smorra is de aanleiding van mijn gegronde vrees, de man is drummer van de band en voor zover is er ook nog niks aan de hand maar...als deze ex USA army man zijn mond opendoet ….valt mijn broek af. Niet om wat sommigen zullen denken (het gaat tenslotte niet om Bill Clinton & Monica) maar Ralph Smorra moet tijdens zijn legertijd, die hij in Duitsland doorbracht, het slachtoffer geweest zijn van een granaataanval richting zijn ballen. Het doet mij denken aan die ouwbollige zeiknummertjes van Albert West, Rene Froger en consoorten. Nu, voor een song zou je mij nog niet horen klagen maar drie op dertien songs betekent vijftien minuten op een totale duur van 58 minuten luisterplezier en is iets te veel voor deze jongen. Ook al doet Lisa Ann haar uiterste best om Smorra's stem te ondersteunen, het blijft ondermaats. Jammer want dit groepje heeft wel iets, maar laat de zangpartijen in godsnaam over aan John Graybosch en Lisa Ann. Ook leuk is de fraaie cover en inlay van dit album (met foto's van een oud autokerkhof). Dus ... een kieken is geen mus ... Smorra trommelen maar zwijgen ... misschien wat neurien.
BAP
KENNEDY
THE BIG PICTURE
Website: www.bapkennedy.com
lonelystreetdiscs@yahoo.co.uk
Label :Loose Records
www.loosemusic.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
De sympathieke singer-songwriter Bap Kennedy, maakte ooit deel uit van de Noord-Ierse rockband Energy Orchard. Na het opdoeken van zijn groep ging de in Belfast geboren Kennedy solo. "Domestic Blues" heette het tamelijk briljante eerste plaatje dat hij maakte voor het label van Steve Earle, die ook Kennedy´s debuut-cd produceerde. Vervolgens ontdekte Kennedy zijn muzikale goeroe Hank Williams, hetgeen leidde tot "Hillbilly Shakespeare", een cd vol met covers van Williams. En daarna volgde "Lonely Street". Op dit voorlaatste album met opnieuw dank aan Hank Williams en Elvis Presley horen we dit keer de troubadour meer ingetogen, met veel oor voor melodielijnen. Pop, folk en een vleugje soul en country komen samen, aaneengesmeed met de dromerige zang van Kennedy. Zijn laatste wapenfeit verschijnt deze week in de winkels en kreeg de naam : "The Big Picture". Dit album waarvan de opnames gebeurden in de Van Morrison's Somerset studios ligt wat in het verlengde van zijn vorige album en bevat tien zelf geschreven nummers en één nummer "Milky Waye" schreef hij samen met Van Morrison. Als je van de elf nummers op dit album hebt genoten, neem dan mijn advies: schenk een biertje voor je zelf in en wacht nog even vijf minuten alvorens je het cd-tje verwisseld. Liefhebbers die denken niet van country te houden, zouden toch nog eens naar deze plaat moeten luisteren; het valt wel degelijk onder de noemer roots maar de countryinvloeden zijn zo subtiel dat je het niet in de gaten hebt dat je toch naar country zit te luisteren. Zo lekker klinkt het. "The Big Picture" is namelijk country georiënteerd, echter op deze elf songs gaan folk, country en soul wel degelijk hand in hand. In bescheiden kring heeft Bap Kennedy inmiddels een enorme reputatie opgebouwd als een uitstekend singer-songwriter, maar echt doorbreken wil maar niet lukken, helaas. Telkens bij het uitbrengen van zijn vorige albums gaven we hem een goede kans, maar het werd niks. Of "The Big Picture" daar verandering in gaat brengen? We weten het niet. Aan de kwaliteit zal het in ieder geval niet liggen want ook dit is weer een prima cd. Een cd waarop Bap wederom wordt bijgestaan door bevriende muzikanten onder wie Tom Waits bassist Rory Macfarlane, Kieran Kiely (Sinead O'Connor, Shane, The Corrs), pedal steel maestro BJ Cole, Ed Deane, Martin Hughes en gitarist James Walbourne. Op één liedje, "On The Mighty Ocean Alcohol", duikt Shane McGowan van The Pogues op. Zoals deze Shane Mc Gowan en Van Morrison, heeft ook Bap Kennedy een grote liefde voor zijn vaderland, Ierland, hetgeen u kan horen in het hartbrekende "The Beautiful Country", meteen een mooie afsluiter. Kortweg : een geweldige mix van folk, roots en soul die het absoluut verdient om gehoord te worden. Celtic Soul en Southern Roots op zijn best.
THE
LOST BOYS
BLACK DOG
website : www.cdbaby.com/cd/lboys
label : Eigen Beheer
info:airwin1@twcny.rr.com
Traditionele en originele bluegrass staat op hun visitekaartje en daar moet je het mee doen. The Lost boys zijn een project van bluegrassveteraan John Cadley en na het verschijnen van hun eerste cd "Middle Of Nowhere" zijn er blijkbaar enkele personeelswijzigingen doorgevoerd. Zo krijgen John Cadley (lead vocals & gitaar) en Paul Wakker (bas), de enige overgebleven Lost Boys, gezelschap van Mark Alnatt (banjo & gitaar) en Henry Jankiewicz (viool). Negen zelf gepende songs van de hand van John Cadley, toch wel de spilfiguur, en vier covers waaronder de Harlan Howard klassieker "Gone, Gone,Gone" en het ons niet onbekende "River Of Jordan" dat wij het beste kennen in de grandioze uitvoering van onze eigen Seatsniffers. Bijzonder weinig info over The Lost boys, zij beschikken zelfs niet over een eigen website en zelfs hofleverancier CD baby weet niets te vertellen over dit bluegrassgroepje uit NY. Maar eigenlijk spreekt hun muziek voor zich zelf : prachtige akoestische bluegrasssongs die meer uitnodigen tot luisteren dan de beentjes losgooien (al is het moeilijk om op de instrumentals "Angeline The Baker" en "Cherry Creek Breakdown" handjes en voetjes stil te houden). De song "Family" doet mij enigszins denken aan Hugh Moffatt (niet onbekend in Bree en omstreken, jammer genoeg heeft de man zijn gitaar aan de wilgen gehangen). "Bluegrass Band" is 'de' song die de perfecte weerspiegeling is van wat je van the Lost Boys kan verwachten. Met hulp van dobro, mandolin, en harmonica in de studio moet je voor deze "Black Dog" geen schrik hebben, hij komt kwispelend op je af. Prima cd !
SOUL
FOOD
ANOTHER ROUND
www.soulfoodmusic.net
stacey@soulfoodmusic.net
Label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/soulfood
www.cdbaby.com/cd/soulfood2
"Another Round" is het tweede album van de uit New Jersey komende bluesband dat zich Soul Food noemt. Ze draaien al een tijdje mee, nl. sinds 1997, in het circuit van bluesroutes en worden omschreven als raspodiumdieren die blues met al zijn ingedriënten zoals funk, soul, rock, pop, jazz en swing aan de man brengen. Hun eerste titelloze cd werd live opgenomen in de Crystal Digital Studios te Fairlawn, New Jersey in 2001. Om dat warm gevoel van hun liveoptredens ook zo op plaat te zetten is ook hun nieuwe cd "Another Round", in dezelfde studios opgenomen en dit allemaal zonder overdubs. Op dit album worden twaalf nummers lang de snaren van Sanjay Subramainian geteisterd dat het een lieve lust is. De drums van Jeff Sanchez en de bas van Stacey Mc Cann vormen een strak geheel waarop Geoff Waumans (harmonica en vocals) zijn kunnen mag etaleren. Vorig jaar stond op Swing Wespelaar het Belgische Soul Food, deze band is een bluesband in de beste Chicago-traditie met een voorliefde voor mondharmonica. Om hier een vergelijking te maken met onze Amerikaanse vrienden, hun frontman Geoff Waumans die ook zijn roots hier in Belgie heeft, speelt ook op zo'n gedreven manier de bluesharp, dat hij hierdoor wel een heel belangrijke rol speelt, en dat levert een lekkere en ongepolijste blues op. Verder horen we vooral veel shuffles naast de harmonica, hetgeen van deze band een echte live band maakt, want dan komt deze muziek ook eigenlijk het best tot zijn recht: live en dampend op een podium. "Another Round" zal vooral, vermoed ik, een afname vinden als hebbeding na een geslaagd optreden. Voor de kritische luisteraar thuis bieden deze twee cd's een weg naar de songs van Soul Food : vooral R&B , swing blues tot jazzy blues met daarover een sausje van vanalles en nog wat.
SILVER
SADDLE
FOUR MILES FROM HERE
Website : www.silversaddle.net
info@silversaddle.net
Label Bubba Music / In The Sticks
www.inthesticks-records.co.uk
Martin Dahlbäck, Alexander Ekvall, Mäns Katsler en Karl Strandberg komen uit Zweden, en noemen zich Silver Saddle. Met "Four Miles from Here" heeft dit kwartet uit Scandinavië een prima Americanaplaat gepresenteerd. Ja, we hebben hier weer te maken met een exponent van wat te nu toch wel de Zweedse Golf. Eerder deze maand waren er in Rootstime nog recensies van Hanif en Racingpaperplanes, en nu staan er alweer countryrockers uit dat hoge Noorden voor de deur. Silver Saddle komt uit de kleine universiteitsstad Lund, maar vertoeven tegenwoordig het meest in Malmö. De formule is natuurlijk Scandicana. Reeds van bij de opener "Better Place" laat al meteen horen dat de countryinvloeden wat meer bovendrijven en dat we dit lekker countryrockgeluid dadelijk kunnen vergelijken met andere rockers als Uncle Tupelo en The Jayhawks. Hoofdrollen zijn wel degelijk weggelegd voor de gitaar en lapsteel van Martin Dahlbäck en de mandoline van Karl Strandberg. Silver Saddle klinkt op "Four Miles from Here" even aanstekelijk als melancholisch in hun songs, maar heeft ook iets eigenzinnigs. Dit is eindelijk weer eens een band die de kunst van het schrijven van perfecte popliedjes weet te combineren met het maken van uit de tenen komende alt-country songs. Het levert muziek van wereldklasse op. Mooie harmonieën, prachtige pedal steel en een werkelijk fantastische zanger, Martin Dahlbäck, houden de aandacht dertien nummers lang moeiteloos vast. Hoogtepunten zijn o.a."Reason to Believe" waar de onbekende Maria Davidsson,de backingvocals op zich neemt, en waar de song gaat over de uitzichtloze jeugd, en een ander verhaal horen we in "Better Place"over een weggelopen liefde. In deze tochwel zeer Amerikaans klinkende muziek gaan ze de problemen als armoede en werkloosheid zeker niet uit de baan. Desondanks deze melancholische teksten, zullen deze countryrockers binnenkort wel meer bekend zijn anders weten wij het ook niet meer. Trouwens ze bestaan toch al sinds 1996 en dan mag dat wel!
LYNWOOD
SLIM & JUNIOR WATSON
BACK TO BACK
Label : Cross Cut Records
www.crosscut.de
Distr.: Challenge Records Services
Web: www.challenge.nl
Email: info@challenge.nl
De Amerikaanse mondharmonicaspeler/zanger Lynwood Slim (Richard Duran). Lynwood Slim behoort tot een van de meest gerespecteerde bluesmuzikanten van de Amerikaanse Westcoast. Vele bluesliefhebbers hebben hem aan het werk gezien op een van de grote Europese bluesfestivals waaronder: Belgium Rhythm & Bluesfestival Peer en het Moulin Bluesfestival in Ospel. Slim groeide op in Los Angeles en behoort sinds tientallen jaren tot de kopstukken van de Westcoast Bluesscene. In de jaren '60 leerde hij de muziek van Slim Harpo, Jimmy Reed en Brooklyn Slim kennen. Dit was het begin van zijn loopbaan als bluesmuzikant. Door de jaren heen leerde hij de bluesharp spelen in de traditie van Little Walter, George Smith, Sonny Boy Williamson en Big Walter Horton. Op 18-jarige leeftijd toerde hij met niemand minder dan zanger/saxofonist Eddie "cleanhead" Vinson. Dit leverde de basis voor een imposante carrière. In de jaren '70 toerde hij met zijn eigen band: The Lynwood Slim band, waaronder de befaamde muzikanten van de Hollywood Fats Band (Richard Innes, Fred Kaplan, Larry Taylor). Slim's loopbaan kende vele hoogtepunten waaronder de Award of Best Blues Harmonica (1987) en de Academy Recognition Award (1989). Lynwood Slim is niet alleen een uitmuntend harpspeler. Ook zijn zangtalent is inmiddels op vele albums te beluisteren. Daarnaast is hij een veelgevraagd producer (o.a. James Harman, BB & The Bluesshacks, The Electric Kings). Naast een groot aantal eigen cd's is hij te horen op duo-opnames met ondermeer Junior Watson (Back To Back), Dave Specter, Kid Ramos , Rusty Zinn, Jack McDuff, Candye Kane. In de loop der jaren heeft hij een enorme reputatie opgebouwd door zijn optredens met Willie Dixon, Big Mama Thornton, Junior Wells, Muddy Waters, Bonnie Raitt, The Paladins en vele anderen. In 1998 bracht hij op het Crosscut Records Label een duo opname uit met Junior Watson, "Back to Back" genaamd. En wat een begeleiding, buiten Slim (zang, harmonica) en Watson (gitaar) treffen we hier Fred Kaplan (piano), Larry Taylor (bas) en Richard Innes aan de drums aan. Ook is gitarist Rick "L.A. Holmes" Holmstom op sommige nummers als 'special guest' aanwezig. Zes klinkende namen van het hedendaagse rhythm & blues-podium die dankzij jarenlange samenwerking tot verbluffende prestaties komen. In stukken van o.a. Ike Turner ("Much Later For You Baby"), Willie Dixon ("Too Late") en Roy Milton ("Best Wishes"). Verrassingen zijn o.a. "Happy Blues", een opmerkelijke gitaar-drums track en Slim’s debuut als fluitist in het pakkende "Tough Duff" van organist Jack McDuff. U hebt het waarschijnlijk wel door, "Back to Back" is een album van formaat. Kortweg : Lynwood Slim &Junior Watson weten best hoe de blues klinkt en hebben genoeg techniek in huis om dit op plaat te zetten.
THE
EVERNAUTS
THE NORTHERN COUNTRY
Website : www.theevernauts.com
theevernauts@theevernauts.com
Er zijn de afgelopen jaren zoveel leuke Engelse bandjes bij gekomen dat we The Evernauts eerlijk gezegd al weer waren vergeten. Schandalig, want met "The Northern Country" leverde de band uit York, New Yorkshire een cd af die gerekend mag worden tot de beste Engelse releases van het huidige Millennium. Voor het schrijven van de songs op deze cd trok de band de voor- en achterkamers in en misschien maar goed ook want voor mij is "The Northern Country" juist het meest directe en aardse debuut van The Evernauts en ook heel stevig. De combinatie is niet helemaal nieuw, maar toch klinkt de mix van folk, country en blues en dit met een Anglofiele inslag van deze Britten behoorlijk uniek, zeg maar Anglicana. Waar het aan ligt? We weten het eerlijk gezegd niet. Misschien aan de soms aan Steve Earle of Jeff Tweedy denkende harmonieën of anders aan de aan Gram Parsons, John Prine of Townes Van Zandt herinnerende spitsvondigheden? Of is het toch het knappe gebruik van sprankelende gitaarpartijen dat meer dan eens aan The Evernauts doet denken? Daar tegenover staat de prachtige samen-zang van Simon Snaize, Chris Johnson, Dave Keegan en Patrick Berry, die samen deze dertien songs hebben geschreven. "The Northern Country" is boven alles een hele prachtige cd. Een cd waar je lekker bij weg kunt dommelen, maar die je ook op het puntje van de stoel weet te houden. Mooie liedjes en bijzondere muziek smelten op fraaie wijze samen en leveren een cd op die wel eens een heel breed publiek aan kan spreken. Kortweg : "The Northern Country" is het debuut van the Evernauts, ééntje om zeker te koesteren: muziek waar je vrolijk van wordt en muziek die ook de band hoorbaar vrolijk maakt.
RICH HOPKINS & LUMINARIOS
DEVOLDER
Label : Hayden's Ferry Records
www.haydensferry.com
KA-JU-TAH
Label : San Jacinto Records
www.sanjacintorecords.com
INFO : www.sanjacintorecords.com
www.sa-wa-ro.com/SandRubies-Pages/Luminarios-albums.htm
U vindt vooral violen en piano's mooi? Geen probleem. Kunnen we ook soms wel eens hebben op een zondagochtend terwijl we een kater wegspoelen. Maar op een rockfestival mag de gitaar natuurlijk wel eens centraal staan, en daarvoor kan je terecht bij Rich Hopkins. Deze singer/songwriter heeft al meer dan twintig jaar als muzikant achter de rug, in verschillende groepen waarin zijn woeste gitaarspel alleen omschreven kon worden met een specifieke naam: desert rock. Sinds een tiental jaar noemt Hopkins zijn wisselend muzikantencollectief The Luminarios. Het geluid van Hopkins en zijn groep vult inmiddels al vele cd's. Ik heb ze nog weten optreden op de Vismarkt tijdens Marktrock, hetgeen ook al een tijdje geleden was, nl. in die warme zomer van I998. Zoals ik al zei Rich Hopkins draait al heel wat jaartjes mee. Eind tachtiger jaren raakte hij enigszins bekend met The Sidewinders, een groep die later doorging onder de naam The Sand Rubies. Toen de groep uit Tucson, Arizona, tevens ook de stad van Calexico, in 1993 ophield te bestaan, ging Rich Hopkins met behulp van een steeds wisselende groep begeleiders, later The Luminarios, verder met het uitbrengen van platen op voornamelijk lokaal niveau. De omstandigheden voor Rich Hopkins & the Luminarios veranderden in 1997 toen de cd "El Paso" redelijk verkocht voor het Duitse label Blue Rose Records. Met het in 1999 uitgebrachte "Devolver" werd dat succes nog overtreffen en The Luminarios, met ondertussen als vaste kracht ex-MC5 bassist Mike Davis aan boord, deden het vooral goed in Duitsland. Niets voor niets kreeg hun in 1997 in Regensburg opgenomen live-album de hilarische titel "3000 Germans Can't Be Wrong" mee. De titel "Devolver" doet natuurlijk denken aan Revolver van de Beatles, en toevallig is dat niet, want volgens Hopkins is dit zijn Sgt. Pepper's. Je moet maar durven, zullen velen onder u nu wellicht denken, en daar heeft u natuurlijk gelijk in. Toch is "Devolver" een verdomd aardige plaat. Nee, natuurlijk is het geen Sgt. Pepper's, daarvoor zijn de arrangementen veel te gewoontjes, maar "Devolver" biedt wel een elftal gevarieerde liedjes waarbij het experiment (bijvoorbeeld in "Intergalactic Space-Shifting Dinosaurs") niet geschuwd wordt. El Guitarrero, mister Hopkins, brengt ons de laatste jaren de ene plaat na de ander. Denken we nog maar even terug aan "Tinitus" en "My Lucky Stars". Heel veel ontwikkeling valt er niet in te bespeuren, maar het gitaargeweld verveelt deze recensent nog steeds niet. De niet aflatende ijver van bezig baasje Hopkins begint inmiddels tot de verbeelding van menigeen te spreken hij blijft een zeer productief baasje, want hier is alweer een nieuw levensteken: "Ka-Ju-Tah"(2003). Zijn, in wezen, compacte popsongs klinken misschien op het eerste gehoor als woeste gitaarjams, maar kennen altijd een strakke indeling. In zijn nummers zet hij zich in voor de minderbedeelde medemens en steekt zijn politieke opvattingen niet onder stoelen of banken. Zijn politieke opvattingen zijn even simpel als sympathiek; hoe is het mogelijk dat het rijkste land ter wereld zoveel armen en daklozen heeft? Amerika stinkt. Nu zijn die opvattingen niets waard als je die niet vergezeld laat gaat van pakkende muziek. Gelukkig is dat in het geval Hopkins geen enkel probleem. Want ook daarnaast zijn de altijd aanwezige invloeden uit de Indiaanse en Paraguyaanse (Hopkins leefde daar enkele jaren) cultuur ook iets wat je niet al te vaak hoort in dit genre. De gastrol van Steve Wynn in "Credits Roll" en de cover van "So You Want To Be A Rock ´n Roll Star" onderstrepen ´s man´s belangstelling voor echte songs. Andere uitschieters zijn "Red, White And Blue", "Shine", "San Felipe Blues" en het op de sixties-classic Steppin’ Stone lijkende "Touch U Girl". Een geweldig zanger zal hij nooit worden, maar leuke albums blijft hij maken. Kortweg : “Ka-Ju-Tah” is een zeer geïnspireerde gitaarplaat, die extra charme ontleent aan Hopkins’warme stem.
MEL
& THE CHRONICS
www.cdbaby.com/cd/melchronics
label : Eigen Beheer
info : mcampbell62@cfl.rr.com
www.ssa.cc
Original Rock 'N' Roll with a Bluesy Twist. Weinig info over dit bandje dat bestaat uit Melinda Campbell (elektrische en akoestische gitaar, keyboards en lead vocals), broertje (?) Bob Campbell ( elektrische lead en slide gitaar en backingvocals), David Schenk (drums, percussie, backingvocals) en Bob Niswender (bas & backingvocals). Mel (afkorting van Melinda) & the Chronics zijn afkomstig uit Daytona Beach (Florida) en ontvingen de 2004 SSA award voor 'CD of the Year' From a Band. Een fijn compliment en een aanmoediging om de studio in te duikelen. Met alle songs (acht stuks) geschreven door Melinda komen zij nu op de proppen met dit rock/blues album dat voornamelijk drijft op de stem van Mel en de slide gitaar van Bob Campbell. Niet erg spectaculair en het zal dan ook verdraaid moeilijk zijn om tussen de grijze massa van dit soort bandjes voet aan de grond te krijgen, bovendien lijken mij de backingvocals op de anders aardige song "Corinne" maar zo.. zo, en zou ik in de toekomst beroep doen op een echte producer die de sound van The Chronics iets voller kan doen klinken. Niets vernieuwends onder de zon en dus hopen wij met de opvolger van hun debuut cd op meer en beter.
MARY
GAUTHIER
MERCY NOW
website:www.marygauthier.com
label : www.losthighwayrecords.com
info : MaryGoshay@aol.com
Het optreden van Mary Gauthier was een verrassing van formaat op het Blue Highways festival te Utrecht (2001). 'An american dream', een sprookje, want Mary had een turbelent leven met veel drugs, zelfs een tijdje bajesklant, achter de nog jonge rug en nu lag Vredenburg aan haar voetjes. Succes dat zich weerspiegelde in het maken van een drietal albums. Debuutalbum "Dixie Kitchen" verscheen in 1997, maar de doorbraak kwam met het op Munich Records verschenen "Drag Queens In Limousines". Mary Gauthier (" the people's heart of alternative country") kreeg voornamelijk in Nederland vaste voet aan de grond en met het album "Filth & Fire" zowaar vedette status. Het bleef niet onopgemerkt in Amerika en de volgende stap was dan ook een overstap naar het befaamde Lost Highway Records label. Label dat ondermeer Lucinda Williams, Elvis Costello, Lyle Lovett, Willie Nelson en J. Cash herbergt. De verwachtingen lagen dan ook erg hoog bij het verschijnen van "Mercy Now" en eerlijk ....het had beter gekund. Natuurlijk treedt er een soort gewenning op bij het aanhoren van de storytelling van Mary Gauthier, maar toch, en waarvoor ik al vreesde bij de produktie van Mary's vorig album door Gurf Morlix (toch niet de eerste de beste) : de geschiedenis herhaalt zich. Het pure, misschien wel maagdelijke en ongerepte eenvoud van songs, waar Mary Gauthier een patent op leek te hebben is moet lichtjes wijken voor ander materiaal. Ondanks het terughalen van de successong als "I Drink" (iets meer gepolijst, verscheen ook al op de cd "Drag Queens") krijg je jammer genoeg ook songs als "Falling Out Of Love", "Wheel Inside The Wheel" die mij meer doen denken aan Tony Joe White's swamp gemurmel. Het titelnummer van de cd laat Mary klinken zoals het hoort, al lijkt het wel heel erg op "I Drink". "Prayer Without Words" is een up tempo country deuntje maar dat orgeltje ....). Met Patty Griffin als vocale ondersteuning op de song "Empty spaces", de sleper en het hoogtepunt van dit album "Drop In A Bucket", het geluk dat Fred Eaglesmith haar de song "Your Sister Cried " bezorgde maken het een beetje goed. De song "It Ain't The Wind , It's The Rain" geeft aan dat Gauthier het moet hebben van haar vertrouwd materiaal en niet van het bombastische orgelfestijn van Ian Mc Logan. Lagen de verwachtingen te hoog, ligt het aan Morlix, ligt het aan Mary, of maybe aan mij maar drie songs op tien die mij niet kunnen bekoren is wat veel.Jammer.
RODRIGO
Y GABRIELA
LIVE MANCHESTER AND DUBLIN
Website : www.rodgab.com
Label : Rubyworks
www.rubyworks.com
info@rubyworks.com
Leuke carrièreswitch: van heavymetal naar flamengo. Rodrigo Sanchez en Gabriela Quintero uit Mexico city waren idolaat van Metallica en Megadeth en speelden met hun band Tierra Acida de sterren van de hemel. Hoewel, dat deden ze wel, maar het viel niet echt op tussen al dat overstuurde geweld. Daarom besloten beide gitaristen het roer rigoureus om te gooien en stapten ze over op akoestische gitaarmuziek, toch bleef de liefde voor zwaar metaal. En dat legde ze geen windeieren, want na hun verhuizing naar Ierland werden ze ontdekt door Damien Rice en namen ze onder zijn leiding het album "Re-Foc"op. De plaat staat bol van de Mexicaanse folk, flamengo en gypsiejazz, en Sanchez en Quintero tonen zich meesterlijk op hun instrument. Dit album was meteen een groot succes, hetgeen hen er dadelijk toe bracht om dit ook live op plaat te zetten. Daarom trokken Rodrigo y Gabriela vorig jaar in februari naar Manchester en in december naar de Christ Church Cathedral in Dublin. Op korte tijd stond dit nieuwe album in de 'Irish top 10 charts', hetgeen tot nu toe geen ander instrumentaal album heeft kunnen verwezenlijken. Het livewerk wat de twee gitaristen hebben gemaakt, kan ook onder roots of onder pop-rock, zelfs onder heavy. Dat toont aan, hoe vaag de grenzen aan het worden zijn. Zij belijden deze liefde nu uitsluitend acoustisch en groot pluspunt daarbij is dat het tweetal zich zelden verliest in virtuositeit, en met verassende uitstapjes richting bijvoorbeeld metal, en zo komt o.a. de gitaarriff van Metallica's "One" als afsluiter voorbijzetten, lekker concreet en luisterbaar blijft. Het geheel klinkt echter toch wel als jazz, ook al is dat heel breed en de toevoeging van keltische elementen, zorgt voor een nog ruimer jasje. Kortweg : Top klasse crossover world album van twee acoustische gitaristen die Noord Afrikaanse, gypsy/jazzy invloeden vermengen met vooral Spaanse traditie. Dit kan alle kanten op en het gaat ook alle kanten op. Een zeer verleidelijk album !
PELUSA
WHERE YOU WERE BEFORE
website: www.pelusaband.com
label : Eigen Beheer
info : pelusa@pelusaband.com
www.cdbaby.com/cd/pelusa
Fijne verrasssing die eerste cd van de voor mij onbekende groep Pelusa. Pelusa speelt alt-country folk, rootsy blues en traditionele country met bijzonder veel aandacht voor melodieuze songs en nog meer voor de schitterende close harmony vocals van dit trio uit Seattle. Drie jonge mensen die een prachtig album afleveren : Julian Martlew (elecktrische en akoestische gitaren, lap steel, harmonica en vocals), Moe Provencher (mandolin, akoestische gitaar, vocals), Mike McDermott (bas, akoestische gitaar, vocals). Een debuutalbum met een zeer hoog Gillian Welch en Byrds gehalte. Muziek met roots die je rustig thuis kan beluisteren in een gezellige intieme sfeer maar je net zo goed doet verlangen naar de iets ruwere poetry van roadhouses en honky-tonk bars. Dit zou wel eens "DE" ontdekking van 2005 kunnen worden. Prachtige songs voortdurend afgewisseld met de vocals van de drie leden van de band die bovendien schitterend gebruik maken van electrische en akoestische gitaren, lap steel, mondharmonica, tambourine, mandoline, dobro en drums. Het folky "Day in Georgia" en het in mandoline verzuipend maar zo mooie "Rosalie" zijn nog maar de voorbode van een van de zovele pareltjes op dit album. "Woke Up In Water" is zo één van die songs die iedere singer/songwriter hoopt te kunnen schrijven en los te laten op het publiek. Jongens en meisjes dit is hemels mooi ! Gillian Welch zou onze lieve heer op haar blote knietjes bedanken voor de songs "Lordy Li" en "Different Every time" . "The Hurtin' Kind" zou Townes van Zandt op het lijf geschreven kunnen zijn, met de "Married Blues" en "St. Peter's Talkin' Parish Festival Blues" zitten wij, hoe kan het anders met zulke titels, in een rustig met harmonica overgoten bluesstraatje. Pedal steel op de "Night Song" en het doet je eventjes wegmijmeren maar juist niet ver genoeg om ten volle te genieten van "Chicken Hawk"en "New Diggins". Het zijn songs die ondermeer voor Emmylou en Gram Parsons konden geschreven zijn maar ze zijn van Moe Provencher en haar boys . Maar het mooiste moet nog komen...." DRESS". Een meer romantische en hartsvolle liefdesverklaring dan dit juweeltje op deze Valentijnsdag (toeval ?) heb ik in jaren niet meer gehoord. KIPPENVEL !!!! Afsluiter "Won't Be Coming home" is de song die een tikje bluegrass tovert op dit effenaf schitterend album.
LIZ
MEYER
THE STORM
Website : www.lizmeyer.com
Email :liz@lizmeyer.com
Label : Strictly Country Records
www.strictlycountryrecords
email :scr@pietergroenveld.com
Americana is een hokje dat zo groot is dat het geen hokje meer is. D'r past bijna alles in: ouderwetse country, oude pop & rock, oude soul, doo-wop, singer-songwriter, folk, bluegrass, old-time, roots, ja zelfs oude jazz. En niet alles hoeft uit Amerika te komen. Als er maar puur op staat en men nog het oude handwerk in ere houdt. Het is vooral ook een reaktie op de vercommercialisering van de platenindustrie, waardoor mensen die niet in kleine hokjes pasten geen kans meer kregen. Het heeft een poosje geduurd vooraleer we een exemplaar van het nieuw album van Liz Meyer konden bemachtigen, maar het wachten blijkt wel meer dan de moeite waard geweest te zijn. Liz Meyer woont sinds enkele jaren in Nederland. Na in Amerika samengewerkt te hebben met o.a. Emmylou Harris en Bela Fleck, is ze regelmatig op de Nederlandse podia te bewonderen. Alsook op het jaarlijks terugkerend, EWOB, the European World of Bluegrass, waar Europese bluegrass-liefhebbers elkaar ontmoeten, de organisatie is hier in handen van de European Bluegrass Music Association. 0p "The Storm" gunt de Liz Meyer ons immers een blik op pareltjes uit haar eigen geschreven songs. En daar mogen wij best wel blij om zijn. "The Storm" blijkt immers gezien de fantastische bezetting, met o.a. Bela Fleck, Emmylou Harris, Sam Bush, Jerry Douglas, Glen Duncan, Byron House, Ron Block, Stuart Duncan, Rob Ickes, Mark Johnson, Shad Cobb, Mark Cosgrove, Kenny Malone en Chris Brown, een bijzonder coherent album te zijn geworden, boordevol met heerlijk singer-songwritermateriaal. Bij vlagen doet ze daarop een beetje denken aan het recentere werk van Emmylou Harris. We doelen dan bijvoorbeeld op iets als de zweverige roots pop / Americana van "The Road To Jubilee". Maar het merendeel van de liedjes zijn gewoon ingetogen schoonheden, waarin Liz Meyer kan illustreren niet enkel over een bijzonder vaardige pen te beschikken, maar ook een buitengewoon begenadigde zangeres te zijn. De opener "Blue Lonesome Wind", met de zeer bedreven Sam Bush op mandolin en fiddle, het met haar vriendin, Emmylou Harris gebrachte "The only Wind that Blows" en de met dobro voorziene titeltrack door Jerry Douglas, zijn nog maar de drie openers van dit prachtig album, die samen met de negen andere nummers van eenzelfde kaliber, een intiem meesterwerkje tot stand brengen, gespeeld vol passie en plezier. Liefhebbers van singer-songwriters en liefhebbers van de bovengenoemde grootheden mogen dit prachtplaatje echt niet missen. Dat dergelijke mooie luisterliedjes, zo na 'de storm' nog het daglicht te zien krijgen .... een groter compliment kunnen we Liz Meyer toch niet maken. Luister een paar keer naar dit album en je hoort muziek van een bijna ongekende schoonheid. Muziek die de sfeer van een ver verleden ademt, maar ook wel degelijk stevig in het heden staat. Spijtig moeten we op deze prachtplaat nog enkele maanden wachten, maar Rootstime brengt u zeker op de hoogte wanneer dit album op de markt is. Maar u hoeft niet zolang te wachten, vanaf nu kan u rechtstreeks de cd bestellen vanaf Liz Meyer’s website : www.lizmeyer.com Kortweg : "The Storm" is een cd die ons diep weet te raken en we prijzen hem dan ook graag aan als een van de eerste hoogtepunten van het muziekjaar 2005. Wait and see !!
"Please support
handmade music: buy direct from artist"
LizMeyer's website :
www.lizmeyer.com.
LOUIS
LEDFORD
REVERIE
Website : www.louisledford.com
Email :info@louisledford.com
Label : eigen beheer
Info : Waterbug Records
http://www.waterbug.com
info@waterbug.com
Om het ideale alt. countrygevoel te creëren, nam debutant (!) Louis Ledford zijn intrek in de befaamde studio The Tunnel te Richmond,VA, voor zijn eerste plaat, "Reverie". Samen met co-producer Bob Rupe nam hij aldaar in februari van vorig jaar zijn intrek samen met de beste muzikanten uit Richmond. Geboren en opgegroeid in deze grote stad, liggen zijn familiale roots meer in Western North Carolina en Southwestern Virginia waar hij als kind ook de cultuur en muziek kon beleven. Dit gewezen lid van Used Carlotta, een alt. countryband, schreef bijna vijftien jaar lang songs, dewelke hij dan ook zelf zong, dus dan weer niet zo'n debutant ! Van de openingstrack "All of mij Dreams/Most of The Time" tot en met het mysterieuze "September", een negen minuten durende nummer, met slechts de stem en gitaar van Ledford, refereert naar Ground Zero kortelings na negen september, een waar hoogtepunt op deze cd, laat Ledford horen dat hij een prima singer-songwriter is, waarvan zijn invloeden terugtevinden zijn in werk van o.a.: Raymond Carver, Charles Bukowski, John Fante en William Faulkner. Zijn stijl haalt in slechts één adem goede herinneringen van Randy Newman naar boven. Muzikaal zoekt Ledford zijn geluk in de donkerste uithoeken van rock en traditionele folk en country. De compacte mix van rauwe folkrock resulteert in een prachtige en weemoedige verzameling van negen songs van rond de vier minuten, buiten de afsluiter natuurlijk. Andere uitschieters buiten dit nummer zijn "Belle Isle" met een prachtige gitaarsolo van Kevin Inge, en het jazzy "Maury Street". Louis Ledford die door al die jaren heeft mogen openen voor grote artisten zoals : Jimmie Dale Gilmore, Peter Case, Greg Allman, Michael Hurley, Warren Zevon, Mojo Nixon, David Allen Coe, Southern Culture, On the Skids, Junior Brown, Marcia Ball, NRBQ, Drive By Truckers, Eugene Chadbourne en Kenny Roby heeft met zijn sfeervolle debuut "Reverie" ons prettig verrast en hebben we voor de toekomst in ieder geval iets om reikhalzend naar uit te kijken. Kortweg : een mooie rootsplaat zeer aangrijpend door zijn eenvoud en zeggingskracht.
RECKLESS
KELLY
WICKED TWISTED ROAD
website : www.recklesskelly.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Altijd een liefde-haat verhouding gehad met de muziek van Reckless Kelly en dat veranderde niet na hun optreden op Blue Highways in Utrecht. De groep kon mij niet echt bekoren, jammer want zij hebben prachtige songs op hun eerdere vier verschenen cd's staan, maar de broertjes Braun hervallen steeds in dezelfde ziekte, dat bijwijlen blues/hard/rock gejengel bij sommige nummers. Ik vind het iedere keer een verkrachting van de Americana, altcountry, rootsmuziek. En ik zal mijn mening na het beluisteren van "Wicked Twisted Road" niet moeten wijzigen al valt het deze keer wel mee. Met songs als het openings- en titelnummer (je krijgt op het einde van de cd nog een instrumentale bonus van "Wicked Twisted Road"), "Dogtown"en "Seven Nights in Eire" bewijzen Reckless Kelly waarom ze op zo een korte tijd terecht uitgegroeid zijn tot een van de vaste waarden in Austin Texas. Mooie melodieuze country/rock en songs als "A Lot To Ask" en "Broken Heart" zouden zelfs hun plaatsje verdienen op een nieuwe cd van Buddy Miller (al blijft zijn recentste een juweeltje). Maar niet alleen Buddy zou hier zijn gading kunnen vinden, Steve Earle zou met "Motel Cowboy Show" en "These Tears" ook wel overweg kunnen. Dit maar om duidelijk te maken dat deze cd prachtig materiaal herbergt maar ....zij kunnen het weer niet laten. Songs als "Sixgun" en "Wretched Again" doen mij weer kokhalzen. Hopen herrie en kabaal en vlug de afstandsbediening om terug de betere songs als "Stick Around" en " Baby's Got A Whole Lot more" op te zoeken. En je gaat bijna denken dat zij mij willen kl.... want Cody Braun (fiddle, mandolin en vocals ) omschrijft het als volgt : "We were trying to make a record that went from country to country-rock and back to country, with maybe some classic rock in the centre". Broertje Willy (lead vocals, gitarist en songwriter van dienst ziet het zo : " There's a lot of the most country stuff and a lot of the most rock stuff we ' ve ever done on this record ". Als het aan mij ligt jongens mogen jullie die classic rock stuff de volgende keer thuis laten. Het is geen brug te ver maar .....slechts een tweetal songs.
KELLY
PARDEKOOPER
HAYMAKER HEART
website : www.kellyp.net
label : Trocadero Records /
Sonic Rendezvous
info: www.trocadero-records.com
Distr: Sonic RendezVous
info : www.sonic.nl
Geluk bij een ongeluk, zo zou je het wel kunnen omschrijven, want het afgelopen
jaar was geen pretje voor Kelly met de moeilijke naam en de vreemde haarsnit.
Er zijn leukere dingen in het leven dan scheiden, je huis moeten verkopen,
in je auto slapen, leven van je gitaar als enige bron van inkomsten. Waar
zit dan het geluk hoor ik je al vragen...misschien heeft dit allles bijgedragen
tot het realiseren van dit prachtig album dat ondertussen de top bereikt heeft
in de Euro Americana Chart.(www.euroamericanachart.nl).
Bovendien heeft de man ondertussen, mede door het schitterend promotiewerk
van Robbie Klanderman en Sonic/Rendezvous, een ware vedettestatus mee gekregen.
Je kan geen krant, tijdschrift, internet bekijken of cd winkel bezoeken of
Kelly Pardekooper kijkt je meewarig aan. Bovendien komt de man op toernee
om zijn cd "Haymaker Heart" te promoten. Een BV (bekende Vlaming)
zal hij niet worden want ons landje wordt traditioneel weer vergeten. Belmont
Bookings....? De man die in 1998 met zijn zelf geprocuced album "30 Weight"
voor het eerst van zich liet horen, bracht achtereen volgens "Johnson
County show" (2000) en het voor mij nog steeds zijn meest alt.country,
Americana klinkend album "House Of Mud"(2002) uit. Met hulp van
ondermeer David Zollo, Bo Ramsey en niet te vergeten onze vriend Teddy Morgan
die allen een muzikale stempel op het werk van Pardekooper leggen. Teddy Morgan
was nu ook weer betrokken partij met het producen van twee songs ("Tell
Me", "Draw The Line") en de gitaar ter hand te nemen in de
studio. Dat al die privé-gebeurtenissen hem niet koud hebben gelaten
kan je terugvinden in de 'love songs with double meaning',de 'solid rock songs',
en niet te vergeten de 'sad ballads'. De man heeft van de nood een deugd gemaakt
en hangt met dit album zijn zielsleven te koop. En het verkoopt ...Mede dankzij
de prachtige hulp in de studio's van klasse muzikanten als John Pernner, Richard
Medek, John Svec, Eric Straumanis, Dustin Busch, Mike Koski en wel vier verschillende
drummers. Prachtig album maar...af en toe krijg ik de indruk dat Kelly toch
de alt. country, American roots kluts kwijt is. Songs als "Run Again"(commerciele
Fn rock) en "Take Me 2 My Home" (doet mij heel erg denken aan het
poppy geluid van the Beatles), vind ik niet zo geslaagd ... Neen, dan liever
the à la Backsliderssongs "Just Shoot Me", "Your Caboose",
of het schitterende kippenvel van "Too Late " (lap steel !!), het
orgeltje op "Goo", de scheurende gitaren op "Wild Love",
de Status Quo riffs op "All Over now "(alhoewel dat dit ook evolueert
naar Sgt.Pepper) en de Bob Dylan op het lijf geschreven "Folk This".
De beweegredenen om muziek te maken en de manier waarop hij het allemaal wil
verkondigen kan je terugvinden op zijn zeer verzorgde website. Interesse wat
de oorlog in Irak voor de Amerikaanse belastingbetaler kost ...http://www.kellyp.net.
Mocht je de gelegenheid hebben om een concert bij te wonen ... zeker doen.
Voor ons Belgen is dat verschillende uren auto en fille leed.
JOOK
BOURKE
A REDHEAD FROM CHESAPEAKE BAY (2001)
MY MOJO'S JUST TOO WEAK (2004)
Website : www.jookbourke.com
Email :jookbourke@cfl.rr.com
Label : Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/jookbourke
www.cdbaby.com/cd/jookbourke2
Jook Bourke wist in 2001 te verrassen met zijn debuutalbum "A Redhead from Chesapeake Bay", waarop hij de akoestische blues een nieuw leven inblies. Met dit debuut werd hij binnengehaald als een revelatie, iets waar ie zelf bescheiden onder bleef. Deze plaat laat me denken aan "Keep it Simple" van Keb Mo, en is ook precies wat de titel zegt, hou het simpel en Jook Bourke is op z’n best. Op de opvolger werd het geluid wat gladder, hoewel Jook Bourke met zijn prachtige en humorische stem ervoor wist te zorgen dat zijn muziek niet afgleed naar een bedenkelijk niveau. Het nieuwe album "My Mojo's Just Too Weak" laat nog steeds blues met andere stijlen (gospel, rock en country) mengen, maar is door de sobere aanpak een hele warme plaat geworden. De plaat werd door hemzelf geproduceerd en hij heeft daarbij voor een natuurlijke aanpak gekozen. Zo doet het materiaal nergens geforceerd aan en heeft de plaat af en toe de feel van een kruising tussen Keb Mo en Little Feat. Mede door de teksten, elf nummers door bourke zelf geschreven is "My Mojo's Just Too Weak" de meest persoonlijke plaat van hem sinds dat debuut. Tevens neemt hij op dit album alle vocalen voorzich, naast zijn mondharmonicaspel op enkele nummers, zijn gitarenkunsten en een zelf gecreëerde drum constructie. Gewoon fantastisch! Het niveau van alle songs is hoog, maar echte uitschieters zijn : "That Was It?", "I Must Be Gone" en "Stuck Being Me". "My Mojo's Just Too Weak" is weer een verschrikkelijk goede bluesplaat geworden, die je 's ochtends, 's middags, 's avond en ook 's nachts kunt draaien. Niet alleen heeft hij een vlekkeloze gitaartechniek ook beschikt hij over een lekker stem. Kortweg : Op "My Mojo's Just Too Weak" heeft Bourke gekozen voor een afwisselende stijl, goede akoestische bluesnummers, gewoon een prima bluesplaat !
LITTLE
PINK
CUL - DE - SAC COWGIRL (CD)
12 BIRDS (EP)
website : www.littlepinktheband.com
label : Adult Swim Records
info battiatam@washpost.com
Blijkbaar heeft ons E magazine de aandacht getrokken van heel wat alt.country, Americana en roots/rock groepen. Zo ontving ik van het mij onbekende groepje Little Pink een pakketje. Niet meer zo recent maar ja, beter laat dan nooit. Hun debuutcd met de wel erg originele titel "Cul-De-Sac Cowgirl" verscheen in 2001 en kreeg van vakbladen als No Depression, Country Music Plus, lovende kritieken. Het is zangeres Mary Battiata (in een vorig leven oorlogsjournaliste in Bosnie, die de muzikale touwtjes in de handjes heeft bij dit vijfkoppig alt.country bandje. Uit de omgeving van Washington DC, en in 1999 opgericht, kan je Little Pink en Mary ergens vergelijken met The Cowboy Junkies, Fairport Convention, Cheri Knight en doet haar stem mij denken aan Carly Simon, Nathalie Merchant, Lucinda Williams. Dit album werd met twee verschillende groepen van muzikanten opgenomen (leden van Last Train Home en the Graverobbers), de opnames gebeurden ook in verschillende studio's en dan krijg je automatisch ook twee producers. Maar gelukkig heeft het ene niet onder het andere geleden en krijgen wij een fraai album voorgeschoteld. Ballads afgewisseld met iets meer roots/rock/nummers en typische alt.country/folk walsjes, die steeds een nostalgische sfeer oproepen die liefhebbers van the Jayhawks, Victoria Williams, Cowboy Junkies zo kunnen appreciëren. Mary Battiata werd in 2002 uitgeroepen tot een van de acht singer/songwriters die je MOET gezien en gehoord hebben. Wij kunnen dat alleen maar bevestigen, prachtige stem die iets melancholisch heeft, verantwoordelijk voor elf songs op dit album, omgeven door schitterende muzikanten, wat wil een mens nog meer. En dat meer is het EP-tje geworden dat het levenslicht zag in 2003. Vier acoustische songs waarvan er drie live werden opgenomen met behulp van part time Litle Pink John Gnorski op gitaar, dobro en harmony vocals. We kunnen dan ook besluiten met de titel van track zes van het album Cul-De-Sac Cowgirl ..... " All Right Okay". " She's a real writer, too, so listen the words; think Emmylou or early Dolly mixed with Richard and Linda Thompson". (George Pelecanos.com). Vlug opnieuw de studio in, Mary Battiata !
BUCKTOWN
KICKBACK
SPEAKEASY
website :
www.bucktownkickback.com
label : Eigen Beheer
info :
bucktownkickback@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/bucktownkickback
Blijkbaar behoren de jongens van Bucktown Kickback tot de locale top bands van Columbus Ohio en staan zij op de affiche van bijna ieder festival met naam. Begin februari hielden zij hun release van hun eerste full cd "Speakeasy" en staan er deze week reviews van dit album in de E-zines van de Lage Landen. Of hoe up-to-date wij zijn ! Americana/alt.country/rocky grass music met een klein beetje old time bluegrass, country blues , niet in het minst door de aanwezigheid van lap steel, accordion, pump organ, upright bas, banjo, mandolin, slide gitaar op dit schijfje. Vijftien originals van de hand van Adam Brooks (de man bracht eerder een solo cd uit "Horizon", 2001) en ik kan bij het aanhoren van dit album (en dat is hééél veel de laatste dagen) de organisators, clubeigenaars alleen maar gelijk geven dat zij Bucktown Kickback op hun affiche en podium zetten. Prima band met klasse muzikanten en songs die je doen meehuppelen met de instrumental "Big Sand Furnace", pinten doen drinken ("Count On Me"!), maar je ook doen luisteren naar juweeltjes als "Every Day Life", "Ashes", "Anything", je een spiegel voorhouden met "Watch Yourself", je de "Three Week" blues doen krijgen met een schitterende slide en steel, blues die zich verder manifisteert met "A Punch In the Noise" (met een staaltje van upright bas en mandolin), je kan al je leed uitschreeuwen met "Since You Been gone". Lekkere moderne bluegrass met de songs "Millie's Mile"en "Meta". Het is een aangename kennismaking geworden (Sweet Embrace) met de jongens van Bucktown Kickback en met al die lovende reviews in de Lage landen zal het hopelijk niet lang meer duren voor Bucktown Kickback ergens op de affiche staan aan deze kant van de oceaan. "Bucktown Kickback plays original music rooted in bluegrass, blues, country, and rock. Blending intelligent songwriting with incredible musicianship, the band creates “Americana” music that audiences love". Klasse !
ROY
TYLER & NEW DIRECTIONS
THREE WAY CALLING
www.texasbluesmusic.com/roytyler.htm
Label : Severn Records
www.severnrecords.com
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Het eerste solo-album "Three Way Calling" van de van oorsprong Gospel Hummingbird-zanger Roy Tyler, zoekt de grenzen van de gospel op. Hetgeen we al een beetje gewoon waren met het reeds eerdere verschenen werk van deze Gospel Hummingbirds voor het Blind Pig label met de cd's Taking Flight (1995) en Steppin’ Out (1992). Deze traditionele aanpak wordt hier tien jaar later door Roy Tyler & New Directions overgoten met alle mogelijkheden die er te vinden zijn. Wie weet ligt dit aan de gastverschijning van Raphael Saadiq, die "Tired Of The Game" tot een R&B-song maakt met hitpotentie. "Leaning" vindt dan juist weer balans in het optreden van Clarence Fountain van de legendarische Blind Boys Of Alabama. De man maakt van de nood een deugd om Tyler’s album zoals op de hoes te lezen staat, meteen een van de beste gospel-albums van het jaar 2004 te noemen. Hij heeft gelijk, want Roy Tylers misschien rare uitstapjes zijn eigenlijk heel opvallend gepast en vallen al snel op hun plaats. Moeten we nog enigszins aanknopingspunten gaan zoeken, dan vinden we die in Robert Randolph en het recente werk van de Blind Boys. "Three Way Calling" is een adembenemend mooie plaat en zeker een mooi solo project waain Tyler's stem prima op hun plaats valt, van de opener "The Warning" tot het afsluitende "New Direction" en met een beetje hulp van voornoemde heren Saadiq en Fountain en zijn New Directions laten "Three Way Calling" tot grote hoogte stijgen. Voor de liefhebbers van soul, R&B, funk, blues maar vooral gospel is dit een hebbeding.
THE
BUZZARDS
THE GRAND BUFFET
website: www.thebuzzards.com
label : Sally-Tone Records
info : buzzardsny@aol.com
Rockabilly from New York !! Met de opener "Rockabilly Music Saved My Soul" en "Roadhouse Rockin'" geven Roy Wilson, lead vocals en de trotse bezitter en bespeler van een '58 orange Gretsch gitaar, Joe Klemmer, drums & vocals, en Joey Covington, bas & vocals de richting aan waar zij met hun cd het "Grand Buffet" serveren. Prima rockabilly met eigen nummers als boven vernoemde titels maar ook country honky tonk covers van Merle Haggard's "Ramblin' Fever", de klassieker "Long black Veil" met Mike Bifulco op dobro en "Folsom Prison Blues" (J.Cash). Bovendien drie instrumentals waarbij de band zich volledig kan uitleven ("Batman", "Rawhide" van Link Wray en "The Road to Hell"). Frontman Roy Wilson laat er duidelijk geen gras overgroeien en bewijst met dit album dat hij thuishoort bij de betere gitaristen op deze aardbol. Luister maar eens naar hun versie van Sammy Master's Pink Cadillac (met een strakke bas). Bovendien komt gast Jon Geffner op ondermeer "Nothin' Shakin' But The Leaves On The Tree" (Eddy Fontaine) en "Don't Wait Up" een hartig stukje smoelschuiverij serveren als kers op de 'Grand Buffet' taart. Iets rustigers gewenst ... dat kan met "Lil' Ole Wine Drinker Me". Je kan rustig aan zelf beklag doen met deze country two - stepper in de corner by the jukebox . De punk invloeden bij upright bassist Joey Covington komen nog eens piepen bij het Ramones achtige "California Sun". 'From Link Wray to Lefty Frizell' en het podium delend met BR 549, Rosie Flores, Dale Watson, James Intveld, Deke Dickerson, the Planet Rockers, Wanda Jackson, je kan er niet omheen ... the Buzzards verdienen hun plaatsje in het rockabillywereldje. Volgende keer iets meer eigen werk graag en dan kunnen wij nog meer genieten van deze veteranen van het Viva Las Vegas Rockabilly Weekender ! Of wat dacht je van deze affiche : March 24-27Viva Las Vegas Rockabilly Weekend, Gold Coast Hotel/Casino, Las Vegas, NV, Thursday, March 24, 2005 3pm - 8pm Buzzards at 6:00 PM Mocht je in de buurt zijn ....
DAGMAR
AND THE SEDUCTONES
LITTLE BITTA LOVE
website: www.theseductones.com
label : TYM Records
info :seductones@aol.com
www.cdbaby.com/cd/dagmar
Altijd een beetje jaloers geweest op sommige collega's van Rootstown. Jongens als Dani Heyvaert en Ben Van Hoegaerden hebben al jarenlang een fijne neus voor aankomend talent. Zo ook met deze Dagmar en haar Seductones. "A sonic spectrum that ranges from rock-solid originals to classic ballads to heart-breaking blues to stompin' rockabilly--high voltage vintage roots rock", dat kan je verwachten van de uit Noth Virginia afkomstige redhot mama Andrea Dagmar Brown en haar kornuiten. Met de stevige opener "A Little bitta Love" is het onmiddelijk de tafels en stoelen aan de kant schuiven en kunnen de Seductones al van jetje geven. Bob "Newcaster" Swenson (gitaar), Bryan Smith (upright & electric bas), Dave Elliot (drums) en de 'special guest' Arthur Barry op keyboards kan je beschouwen als veteranen in het muziekwereldje. Zij werkten ondermeer samen met Danny Gattton, Bo Diddley, Jack Scott, Les Paul, Hot Tuna, Billy Hancock, Robert Gordon en Bill Kirchen. Voorwaar goeie referenties ! Verschillende covers op dit debuutalbum, zo zijn er stampende versies van de klasssieker "Red Hot ", "Let's Have A Party" en "Stupid Cupid" (van de hand van Neil Sedaka en beroemd geworden in de versie van Brenda Lee). Bluesy, jazzy met "Evil", "Living A Lie" en de crooner "Since I Met You Baby", het erg naar Buddy Holly smakend "Lucky Stars", de tearjerker "Leavin' On Your Mind" en het country deuntje "Poor Man's Roses" bewijzen dat Dagmar beschikt over 'a fantastic set of pipes' ... "Dagmar seems to strut about and stalk onstage throughout every tune. Her prowling, growling vocals add plenty of sizzle to the already high-energy...song list."(Les Reynolds, Indie-Music.com). Rockertje "Don't Stop The Cars" kans ons overtuigen en wij durven dan ook gerust deze Dagmar and the Seductones beschouwen als een frisse nieuwkomer in het neo rockabillywereldje. Inderdaad ... voer voor de jukebox (Rootstown). Dagmar .... met de woorden van Pee Wee King (track 12) .... You Belong To Me !!! "I really think that the Seductones are an up-and coming band, playing real American rock'n'roll, rip-roarin' rockabilly, rock-boppin' roots, country blues, tears-in-your-beer weepers, and originals"!
BLAZE
FOLEY
OVAL ROOM
Website : www.blazefoley.com
Label : Lost Art Records
www.lostartrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Het leven van Blaze Foley was minstens zo indrukwekkend als zijn muziek. Als Michael David Fuller werd hij in 1949 in Arkansas geboren. Groeide op in WestTexas, waar hij als achtjarige jongen deel uitmaakte van het gospelgezelschap The Fuller Family. Later veranderde hij zijn naam in Blaze Foley, dat klonk beter vond hij. De Texaanse singer-songwriter, van wie onlangs het album "Oval Room" verscheen, zou dit jaar vierenvijftig jaar zijn geworden. In februari 1989 stierf Blaze Foley als gevolg van de schotwonden die hij had opgelopen toen hij een vriend te hulp schoot die bedreigd werd. 1 februari 1989, in The Austin Outhouse wordt die middag de live-cassette van Blaze Foley ten doop gehouden voor de muziekpers. Maar zonder de singersongwriter zelf. Die is eerder op de dag doodgeschoten door de zoon van een bevriend alcoholist. Een deel van de opbrengst van de cassette zou gaan naar de daklozen in de muziekstad, dat had Foley bedongen. In werkelijkheid wordt van de opbrengst een waardige begrafenis geregeld. Hij was een bizar man. Zijn hele leven stond in dienst van de muziek, maar werd tijdens zijn leven slechts bewonderd door collega's als Townes Van Zandt, Lucinda Williams en Merle Haggard. Foley, zo`n twee meter groot en 150 kilo zwaar, was een opmerkelijke verschijning, zeker toen hij op latere leeftijd zijn baard liet staan die hem jaren ouder maakte. Bij collega`s stond hij hoog in aanzien. De single "If I could only fly" werd een grote hit voor Merle Haggard en Willie Nelson. Gedurende zijn korte leven moet hij enkele honderden nummers hebben geschreven, waarvan er een honderdtal op papier bestaan. Lost John Casner heeft samen met Tom Tobin Lost Art Records opgericht, met als doel om het beetje muziek van Blaze Foley meer bekendheid te geven. Dat resulteerde vorige jaren in twee tributeplaten en de cd "Live At The Austin Outhouse", een digitale remastering van de cassette. "Oval Room" is het vervolg van deze sessies en bevat zestien liedjes waarin Foley zingt met een diepe, soepele stem, zichzelf spaarzaam begeleidend op gitaar. Voor een beperkte schare luisteraars vertolkt de man daarop enkel eigen materiaal. In het gezelschap van Lost John Casner op de piano, fiddler Champ Hood, vrouwelijke collega Pat Mears en Tony DiRoadie en Ed Bradfield op de harmonica toont hij zich beurtelings kwetsbaar, strijdvaardig en ongemeen grappig. Hoogtepunten van dit optreden, deze cd, zijn de ingetogen schoonheden "Rainbows And Ridges" en "My Reasons Why", en zijn immers zo overweldigend mooi. De productie ligt in handen van Gurf Morlix en John Casner die van "Oval Room " een adembenemend album maakten waar op de juiste momenten er een harmonica of een barpiano op duikt, maar meestal is het de grofkorreliger stem van Foley die van dit album een must maakt voor elke liefhebber van het betere singer-songwritermateriaal.
FOGHORN
STRING BAND
REAP WHAT YOU SOW
Website: www.foghornstringband.com
theband@foghornmusic.com
www.cdbaby.com/cd/foghornsb
In de week dat alle grote releases van dit voorjaar uitkomen, zal deze verschrikkelijk goeie plaat niet opvallen, en omdat het ook geen commerciele plaat is zal dat ook zo blijven en dat is jammer, want het album "Reap What You Sow" van de Foghorn String Band is domweg fantastisch. Ik gooi het op een kruising van The Carter Family met Bill Monroe en van beide bands alleen maar de super chromosomen. Deze bluegrassband is een vijfkoppige band uit Portland die het voor elkaar krijgt om de diepste emoties om te zetten in muziek. Je hoort gewoon dat er heel hard aan is gewerkt, met passie gespeeld, en bovendien dat het ook nog gelukt is. De bezetting is die van een klassieke bluegrassband, en deze heren spelen ook in die traditie, dat vooral nummers van anderen speelt, heeft deze band een zelfgeschreven repertoire, dat overigens heel mooi aansluit bij het oudere bluegrassrepertoire. Geen echte hoge tenor hier, en dat maakt het geluid meteen ook iets minder steriel, wat warmer. Ook hier wordt overigens weer voortreffelijk gemusiceerd met al dat veel snarengekletter en dat betekent dat Stephen 'Sammy'Lind (de viool), Caler Klauder (mandoline), The Reverend P.T. Grover Jr (banjo), Kevin Sandri (gitaar) en Brian Bagdonas (bas) niet alleen technisch prima met hun instrumenten uit de voeten kunnen, maar dat ze ook goed naar elkaar luisteren en regelmatig verrassende dingen laten horen. Kortweg : ze hebben er lol in, ze spelen meer dan voortreffelijk en met veel energie en klinken feitelijk bijna nog beter dan Bill Monroe en zijn band, maar dat komt voor een deel ook door de voortreffelijke productie. De traditie wordt hier effectief nieuw leven ingeblazen.
GORDY
QUIST
SONGS PLAY ME
Website : www.gordyquist.com
Email : gordy@gordyquist.com
Label : eigen beheer
Info :www.lonestarmusic.com
Stelt u zich een rokerige, halfvolle Amerikaanse bar voor. Sommige gasten praten wat, andere staren gedachteloos voor zich uit. Niemand heeft echt oor voor het orkestje dat in een hoekje het ene andere jazzy countryblues juweeltje tevoorschijn tovert, en zodoende in grote mate de sfeer bepaalt. De zanger klinkt alsof hij al vele narigheden heeft meegemaakt in zijn lange leven, maar wie goed kijkt ziet dat hij nog maar een babyface heeft. Zo ongeveer kun je het debuutalbum "Songs Play Me" van de uit Houston, Texas afkomstige Gordy Quist omschrijven. Zijn stem doet soms een beetje denken aan Ryan Adams, dan weer aan Guy Clark. In Amerika is hij, vanwege zijn verhalende teksten, al vergeleken met de grote Texaanse zanger Townes Van Zandt. Zijn liedjes gaan over het leven en zijn nu eens grappig, dan weer triest. Verhalen over mislukte liefdesavonturen, hoop op betere tijden, waargebeurde familieverhalen, gevechtspiloten, een Spaans reisavontuur enz... Muziek met een lach en een traan, zoals dat zo mooi heet. Ondanks zijn nog jonge leeftijd, klinkt Gordy Quist oprecht en doorleefd, waardoor de eenvoudige, doch zeer fraaie liedjes erg veel zeggingskracht hebben. Een echte Folk/Americana-plaat waarin alle rootsinstrumenten zoals accordeon, viool, mandoline, en dobro aanwezig zijn. Kortweg :rootsmuziek zoals rootsmuziek behoort te klinken. Prachtige debuutplaat.
DOLLY
PARTON
LIVE AND WELL
website: www.dolly.net
label : Sugar Hill Records
info: www.sugarhillrecords.com
Het lijkt een eeuwigheid geleden dat Dolly Parton haar eerste stapjes zette
in het country wereldje. In 1967(!!) liet zij voor het eerst van zich horen
met het album "Monument" en de rest is geschiedenis. Met haar verhuis
naar Sugar hill Records in 1999 kregen wij een Dolly Parton te horen die teruggreep
naar haar vertrouwde roots sound met de albums "The Grass Is Blue",
"Little Sparrow" en "Halos and Horns" . Met deze dubbele
live cd opgenomen in het Celebrity theater, gelegen in haar eigen pretpark
Dollywood, krijgen wij een overzicht van de songlist van haar toernee die
werd georganiseeerd bij het verschijnen van het album "Halos and Horns".
Dertien concerten en allemaal "SOLD OUT". Natuurlijk ontbreken kaskrakers
als "Jolene", "I Will Always Love You", "Coat Of
Many Colours", "Applejack", "9 to 5",en een A capella
medley van "Islands In The Stream", "Here You Come Again"
niet op deze dubbele live cd's. Met haar begeleidingsband The Blueniques brengt
zij een mix van 'die' kaskrakers met songs die je kan terugvinden op haar
eerder verschenen Sugar Hill Records albums. Het is een weerspiegeling geworden
van Dolly's wereldberoemde live performance en het zoveelste bewijs van haar
ontegensprekelijke klasse. Niet vergeten dat zij de meeste van haar hits zelf
geschreven heeft en dat zij beschikt over een geweldige stem. Zo kan je ondermeer
haar versie van Neil Young's "After the Gold Rush" en Led Zeppelin's
"Staiway To Heaven" beluisteren. Begin er maar eens aan ... Oh ja..is
je niets opgevallen ? Geen enkel woord over of insinuatie naar ....Juist.
Dolly Parton is een "Monument, Live And Well".
JEFFREY
LUCK LUCAS
HELL THEN DIVINE
Website : www.jeffreylucklucas.com
Label : Antebellum
ANTEBELLUM
www.antebellumrecords.net
www.cdbaby.com/cd/jll
Een van de meest favoriete platen van uw recensent is de eerste, obscure plaat van Jeffrey Luck Lucas. Een plaat, die zo down and out is, opgenomen waarschijnlijk tijdens een van de allerdiepste depressies van Jeffrey Luck Lucas, dat hij mij in tijden van nood de nodige steun bood. Hetzelfde gevoel had ik bij Richard Buckner's debuut, "Bloomed", verscheen op het Duitse Glitterhouse label met nummers over onbeantwoorde en verloren liefdes, drank en zelfmoord. Gezongen en geschreven met een brok in de keel, geen plaat om 'zo maar' naar te luisteren, maar een plaat waarvoor je echt moet gaan zitten en je proberen in te leven in de verhalen en emoties van de zanger. Dezelfde sfeer proeven we ook op "Hell Then Divine", uitgebracht door Antebelllum Records. Bijgestaan door onder meer enkele gasten als Tom Heyman op pedal steel, Desmond Shea op allerlei instrumenten en een vijftal achtergrondzangeressen, buiten zijn vaste begeleiding (Chris Mulhauser, Adan Anderson, J.J. Russell en Jason Smith) gunt Jeffrey Luck Lucas de luisteraar een blik in het allerdiepste van zijn ziel om hem na elf nummers stil achter te laten. De spookachtige vocalen en kille productie maken dit niet het meest luistervriendelijke album, maar wie "Hell Then Divine" in z’n geheel beluistert, zal opmerken dat er na enkele luisterbeurten een verslavende werking optreedt die zich niet makkelijk laat verklaren. Jeffrey Luck Lucas zijn muziek bevat weliswaar donkere teksten op sferische country en voor een vergelijking, denken we aan de eerder aangehaalde Richard Buckner en Mark Kozelek maar liefhebbers van Tommy Duncan, Tex Williams, Red Foley tot Lou Reed, zelfs Tom Waits, Joe Henry, en Kurt Wagner moeten zeker kennismaken maken deze excentriekeling in Americana-land. Liefhebbers van singer-songwriters! Luister deze cd beslist niet in de winkel maar koop deze cd en luister er pas thuis naar, op het juiste moment en onderga zijn songs. Je zult hier beslist geen spijt van krijgen en ontdekken dat je een vriend voor het leven gemaakt hebt.
HANK
SHIZZOE
LOW BUDGET
Website : www.hankshizzoe.com
hankshizzoe@bluewin.ch
Label : Cross Cut Records
www.crosscut.de
Distr.: Challenge Records Services
Web: www.challenge.nl
Waar is de tijd ! Tien jaar terug was ik bij mijn vriend Ronny Bervoets op bezoek, sommige onder u zullen hem wel kennen van bij Extrazone in Kuringen, één van de betere cd-shops in de Limburg, en hij liet mij aldaar op een zaterdagavond, liggend in de sofa met een Cristal Alken in mijn hand, een cd horen van een Hank Shizzoe. Nooit van gehoord maar ik was meteen zo onder de indruk van deze artiest dat ik nu reeds al zijn albums heb aangeschaft; zijnde : Low Budget (1994), Walk (1996), Plenty Of Time 1998), Hank Shizzoe (2001) en vorig jaar Hank Shizzoe & Loose Gravel with Sonny Landreth - In Concert, vorig jaar besproken in Rootstime. Wanneer je het in de blues wil maken, kom je met een naam als Thomas Erb niet ver. Zoiets moet de Zwitserse zanger en multi-instrumentalist hebben gedacht. Dus verkoopt hij zijn muziek onder de naam Hank Shizzoe. Maar om die aanlokkelijk grote Amerikaanse bluesmarkt binnen te dringen, kom je als Zwitser ook niet ver, moet Shizzoe daarnaast hebben gedacht. Dus leukte hij zijn biografie wat op. De zaak is inmiddels aan het licht gekomen en Shizzoe heeft alles toegegeven, maar veel recensenten zijn indertijd voor zijn leugentje om bestwil gevallen. En ondertussen is het Shizzoe toch gelukt om bij de Amerikanen in the picture te komen. Kijk, je kunt natuurlijk ook gewoon goede muziek produceren. En dat doet Shizzoe ook. In een stijl, die op wonderlijke wijze Robert Johnson, J.J. Cale en Mark Knopfler verenigt, put hij zijn bluesgevoel niet alleen uit de zo vaak bezongen liefde, maar ook uit naar zweet stinkende beurshandelaren of mensen die via talkshows met stompzinnige onderwerpen op tv willen komen. Cynische en droogkomische blues dus van een uitstekend muzikant. Daarom al wilde ik even terugkomen op die eerste release die mij steeds zo bij gebleven is. Hank Shizzoe manifesteert zich op dit album, "Low Budget" in verschillende genres. In Robert Johnson’s beroemde "32-20 Blues" is hij op en top blues, in "Nobody Will" ontpopt hij zich als een vurig voordragend vertegenwoordiger van country, maar ook rock, folk en bluegrass gaat Hank niet uit de weg. Maar wat hij ook brengt, het is allemaal van grote klasse. En dat geldt ook voor de bijpassende begeleidingen. Buiten de elf zelfgeschreven songs van Shizzoe zelf vragen zeker ook "Mona" van J.J. Cale, Mark Knopflers "Six Blade Knife en de traditional "Stagger Lee" om bijzondere aandacht. Kortweg : Hank Shizzoe is meer dan effectieve gitarist en Ronny had het bij het rechte eind : Shizzoe is niet enkel bij de Amerikanen in the picture gekomen maar ondertussen ook hier in de Lage Landen.
THE
MARTINDALES
DOWNBEAT AT EIGHT
website www.themartindales.net
label : Deaf Jim Records
info : www.deafjimrecords.com
info@themartindales.net
"Why people should see The Martindales? Because we don't sound like everybody
else!" (Ted Miller). Nou, af en toe is het moeilijk om bescheiden te
blijven vooral als je zo goed bent als ?. The Martindales zetten ons al onmiddelijk
op het verkeerde been, een korte cover van Link Wray's klassieker "Rumble"
doet ons al de wenkbrauwen fronsen: vier nette heren in een keurig maatpak
met das, een fraaie presskit en een gezellig ouderwets covertje in het doosje,
daar verwacht je iets anders van. En "dat" anders komt er stevig
aan, want blijkbaar heeft frontman Kevin Nettleingham niet alleen goed gekeken
naar The Stones en hun opperhoofd Mick Jagger, zijn stem komt in de songs
"Misery" en "Man In A House" erg dicht in de buurt van
die met zijn dikke lippen. Maar ze blijven vertwijfeling zaaien dit groepje
uit de Portland/Vancouver regio, zo kan je pop ("Stephanie's song"),
deep South Swamp rock ("Cash"), als echte Americana roots/rock songs
als "Drive", "Love Song", "You don't Understand Me"
terug vinden op dit tweede album van de Martindales. Om het nog wat moeilijker
te maken voor mij zetten ze er dan ook maar wat country met leuke Duane Eddy-style
riffs op ("Say you Love Me") en laten de heren Ted Miller (solo
gt.), Jake Rose (bas) en Kevin Nettleingham de gitaren stevig rocken op "Me
And My Baby", "Tonic", "Pretty Girl", "She's
The One " en slaat Don Lawry op zijn trommeltjes of zijn leven er van
af hangt. Opgericht in 2000 maar ondertussen al uitgegroeid tot een stevige
gitaarband die niet terugdeinzen om rock, blues, country, Americana, southernrock
invloeden in hun songs te verwerken. Op de korte Link Wray riedel na, twaalf
eigen songs en niet onbelangrijk voor de (vrouwelijke) fans : "We dress
nice,show up on time, play well, and put on a rockin' show". Ditmaal
heb ik het niet gezegd maar drummer Don Lawry.
LUKE
OLSON
UVALDE
website : www.lukeolson.com
label : Luke olson Productions
info :luke@lukeolson.com
Het lijkt wel windstil geworden rond singer/songwriter Luke Olson. In 2003 verscheen het album "Uvalde" en daarna hebben wij niet veel meer gehoord van deze sympathieke Texaan uit San Antonio. Jammer want net als de cd "Panhandle Set" (1999) werd de cd "Uvalde" met producer en multi - instrumentalist Lloyd Maines zeer goed ontvangen. Geen wonder want Luke beschikt over een aangename stem en met zeven zelf gepende songs en hulp van ondermeer Pat Green en Ray Wylie Hubbard ("Gulf Coast Romance") en Terri Hendrix ("All These Years") is dit een album dat je steeds graag opnieuw in de cd speler plaatst. Bovendien maakt hij deel uit van de Texas kliek die je aantreft op bijna ieder album dat uit die regio verschijnt. Paul Pearcy op drums, Riley Osbourn op Wurlitzer,B3, Ron Knuth (fiddle), Pat Wellberg (bas), David Grissom (gitaren), Rich Brotherton (mandolin) en niet te vergeten het accordionneke van Joel Guzmon en de backingvocals van Amy Lum Francis. Prettige country met hier en daar een streepje bluegrass ("If You 're Ever in Oklahoma", van JJ. Cale). De man heeft nog steeds een drukke concertagenda en is hij niet te beroerd ondanks zijn eigen vier cd's om covers ten gehore te brengen. Je kan de songlist raadplegen op zijn website. De brave man zit in hetzelfde muzikale straatje als Charlie Robison, Robert Earl Keen, Jack Ingram en andere Lone Star artiesten. Eerder verschenen materiaal : cd "Maybe Someday" (1996) en de cd "Southern Skies" (1997). Hopelijk zal de inmiddels 28- jarige Luke Olson vlug opnieuw de studio in duikelen. Liefst met Lloyd Maines.
TODD
MACK
YONDER THE BIG BLUE HOLLER
Website : www.TODDMACK.NET
Email : todd@toddmack.net
Label : Off The Beaten Track Records
www.cdbaby.com/cd/toddmack2
Het houdt maar niet op met Americana singer-songwriterplaten! Begin deze maand waren er al Glenna Bell, Wendy Newcomer en Ann Klein, jaja de Swa weet wel de vrouwkes te kiezen, en blijkt er ook nog ene Todd Mack te zijn die nu komt met "Yonder The Big Blue Holler". Wat me tijdens het beluisteren van de tien tracks opvalt is de veelzijdigheid van deze artiest, die op zijn best is in de Traveling Wilburys geleende "Poor House". Todd Mack gesteund door wat minder bekende muzikanten, waagt zich aan meerdere stijlen. Zo horen we countryrock op "Already Gone And Halfway There", "How High The Corn", "Take You Home" en gitaargerichte rock op "Circumstance", R&B op "Devil Outta Me", rustige countrygetinte folk in "Hand In Hand" voorzien van mooi accordeon- en pianowerk. Ook schuwt hij af en toe een popgerichte aanpak niet, in de afsluiter "Beautiful Angel". In dit nummer is de fiddlespeler Danny Pearl te horen, met wie Mack in 1991 de Cosmic Gypsies oprichtte. We horen ook Macks verdriet en zijn onmacht over de dood van zijn vriend aan wie hij trouwens dit album heeft opgedragen. Dit was immers de Daniel Pearl die helaas bekend geworden als de journalist die in Pakistan werd ontvoerd en vermoord. Maar goed, het is misschien die veelzijdigheid die u ook kan opvatten als kritiek; in die zin dat "Yonder The Big Blue Holler" niet klinkt als een afgewogen geheel, maar dat laat echter niet staan dat er wel een hoop spelplezier tegenover staat dat dit schijfje heel goed te pruimen maakt. Acht zelfgepende liedjes, een cover van de Traveling Wilbury’s en een bewerking van een traditional "Five Nights Drunk" in een mix van rootsrock, Alt. country, rhythm & blues, folkrock ....gewoon Americana met klasse !
CAROLINE
MARTIN
I Had A Hundred More Reasons
To Stay By The Fire
Label : Small Dog Records
www.small-dog.co.uk
Stijlvol en somber. Dat zijn de kenmerken van "I Had A Hundred More Reasons To Stay By The Fire". Caroline Martin, een Engelse singer-songwriter heeft in Glastonbury vier John Peel sessies gedaan en het lijkt er op dat er iets van zijn somberheid en soberheid in haar eerste soloplaat is geslopen, overigens zonder dat Caroline Martin haar roots uit het oog verliest. Na het verschijnen van de prachtige EP's, "Young Tender Rabbit Meat" uit 1999 en "Monn" van vorig jaar was het nu na vijf jaar wel even tijd om eens een volwaardige cd op te nemen. Iedereen die een cd verwacht in het verlengde van haar vorige EP's zal echter even moeten wennen aan, "I Had A Hundred More ...", dit album valt zeker niet tegen, sterker nog, Caroline Martin heeft een fantastische cd afgeleverd. Centraal op deze plaat staat echter de fantastische stem van Martin. Alles is overheersend is die even supergevoelig en zuiver als prachtige stem van Martin, die zich nauwelijks in woorden laat vatten. Dat blijkt uiteraard uit de door haar zelf geschreven zestien nummers (inclusief zeven die ze opnam voor Peel), maar ook uit het nummer "Without Permission" dat voor mij wel de grootste uitschieter is. Caroline Martin leverde met "I Had A Hundred More Reasons To Stay By The Fire" een ijzersterke plaat af die absoluut tot het beste behoort dat tot nu toe dit jaar op Americana/folk-gebied werd uitgebracht. Kortweg : vanwege de prachtige en ongelooflijke stem van Caroline Martin, tel daar de kwaliteit van de songs en de kwaliteit van haar gitaarspel bij, is het duidelijk dat "I Had A Hundred More Reasons To Stay By The Fire" een cd is die heel veel muziekliefhebbers aan zal spreken.
CORINNE
WEST
BOUND FOR THE LIVING
website:www.corinnesmusic.com
label : Make Records
www.cdbaby.com/cd/corinnemusic
dublm@aol.com (Management)
Het is weinig artiesten gegund om met hun debuut cd onmiddelijk een plaatsje aan de top in het singer/songwriters wereldje af te dwingen. Wel, wat Corinne West met haar album "Bound For The Living" presenteert ... Chapeau ! Prachtige stem, dito songs en een muzikale begeleiding waar je "U" tegen zegt. De American roots train met invloeden van bluegrass, folk en alt. country heeft met deze leuke verschijning uit de California Northern Sierra Mountains een uitstekende machinist. Up-tempo nummers (" Maybe Love will Found You", "Road Work Ahead") afgewisseld met kippevel ballads. De "Mother To Child " liefkozende woordjes kan niemand onberoerd laten en haar verhaal over Amelia (Dearest loving daddy's daughter) is en blijft actueel. Dat het leven en de liefde onnoemelijk hard kan zijn verwoordt Corinne in de song "Railroad Boy " (met een zelfdoding tot gevolg :"you tell the world I died of love"). Niet alleen "Mother to Child " maar ook een song over hoe een jongen in de voetstappen van zijn vader de wereld leert verkennen ("Father to Son"). Verhaaltjes uit het leven gegrepen en gezongen met een hemelse stem en prachtig muzikale ondersteuning van ondermeer leden van de Wayback's ; James Nash (akoestische gitaar en mandolin), Chojo Jacques (fiddle), Joe Kyle Jr. (bas) en Ken Cawley (dobro). " Sometimes you hear an album by a totally unknown artist and you know from the first track that you're dealing with a masterpiece....An Absolute must" (Holly Moor - holland 2004). Alhoewel dit album verscheen in 2003 mag het voor mijn part genomineerd worden voor een Grammy in 2005. Haar stem kan je vergelijken met die van Nathalie Merchant, Allison Krauss, Kate Campbell, maar 'her voice washes over you, and all you can think is' "WOW". Dit album straalt van emoties, passies, liefdesverklaringen, levensbeschouwingen, hoop en teleurstellingen, singer/songwriting van iemand die met hart en ziel aan dit schitterend album heeft gewerkt. De teksten van haar songs kan je terugvinden op haar zeer verzorgde website. "Angel" Corinne..."It's Your Time" laat vlug iets van je horen.
CATS
ON HOLIDAY
Website : www.catsonholiday.com
label : Coh Tone Records /
Self - Released.
info : denisdevito@core.com
CohTone Records
presents...CATS ON HOLIDAY!... 11 new songs for your listening pleasure!
Cats On Holiday is a hard rockin', swamp poppin' outfit serving up a healthy
dose of American influenced roots,Tex Mex, country, cajun and blues. Met frontman
en spilfiguur Dennis DeVito brengen de "Cats On Holliday" hun derde
album op de markt. Veelzijdige band die hun muziek zelf omschrijven als Original
Swamp Pop ( "their moving compositions refer to dead - end jobs, ex party
girls who' ve grown up, failed relationships, and late - night carousing...")
Voorwaar, interessante thema's... maar als hun groepsnaam al mijn wenkbrauwen
doet fronsen dan hun muziek nog meer. Het is een allegaartje geworden van
allerlei americana, country zelfs western swing (Butter Ball) met violen,
lap steel en een resem gitaren, rootsy ballads afgewisseld met soft rockertjes,
pop à la Crowded House en zelfs een cover van J. Cash's " Ring
Of fire". Deze zeskoppige band mocht onlangs het podium delen met de
heren van Los Lobos. Een hele prestatie als je weet dat deze Cats met hun
invloeden van The Kinks, Elvis Costello, Talking Heads geen boekingsagent
hebben, hun promotie zelf moeten verzorgen en allemaal een full time job uitoefenen.
Maar dat belet hen niet om een van Cleveland's beste en meest gevraagde live
bands te zijn. Het doet mij allemaal een beetje denken aan Lyle Lovett's muzikale
ontplooiingen. "Made up of remnants of some of Cleveland's most popular
as well as most obscure bands COH music combines a spoonful of cynicism with
a handful of realism and a mouthful of fun". Denis Devito (gitaar/Vocals),
Kristine Jares (viool/Vocals), Rick Christyson (gitaar/Vocals), Greg Kudlaty
(Lap Steel/Vocals), Casey Allen (Bas/Vocals) en Thomas Anonymous (Drums/Vocals)
vormen geen alledaags groepje en ondanks de verschillende uiteenlopende genres
zijn zij er in geslaagd om een fraai cd'tje af te leveren. Cats On Holiday
lijkt mij een stevig live bandje .... "Greet The Devil"..... "Drinkin"
!!!! Als extraatje krijg je nog een verborgen track op dit album en ...het
is een "Christmas Song"
ALEX
SCHULTZ
THINK ABOUT IT
Website : www.alexschultz.com
Email : lex@alexschultz.com
Label : Severn Records
www.severnrecords.com
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Het Belgium Rhythm & Blues Festival te Peer in 2001, wie weet het nog?Alex Schultz samen met Tad Robinson wisten daar een onvergetelijk optreden weg tegeven en ook bij Last Call kwam Schultz een deuntje meespelen. OK we zitten weer op het goede spoor. Als enige zoon van een wereldberoemde modeontwerpster in Greenwich Village, NY opgroeien is wel een ongewone jeugd voor een bluesmuzikant. Toch was dit het geval voor de nu 49 jarige Alex Schultz. Op 10-jarige leeftijd begon hij gitaar te spelen, danig onder de indruk van wat John Mayall's Bluesbreakers, Paul Butterfield en BB King op vinyl zetten. Zijn stijl is sterk beïnvloed door jazz en dit dankt hij aan het feit dat hij van New York afkomstig is. Omdat in de beginperiode dat Alex muziek maakte de vraag naar bassisten groter was dan het aanbod, heeft hij een tijdje bas gespeeld maar dit instrument ruilde hij later weer in voor een gitaar. Schultz heeft gedurende een twintigtal jaar met heel wat blues-grootheden opgetreden en albums gemaakt. Hank Ballard, Coco Montoya, William Clarke (als bassist), Lynn August, Tad Robinson, Jimmy Rogers, Smokey Wilson, Jimmy Morello… om er maar enkele te noemen. Schultz is waarschijnlijk het best gekend uit de jaren dat hij een Mighty Flyer was, toevallig net die periode (88-94) dat Rod Piazza kon buigen op een begeleidingsgroep in de beste bezetting ooit (met Jimmy Bott aan de drums en Bill Stuve aan de bas). Maar Schultz stapte in alle vriendschap uit de band omdat hij naast West Coast ook graag "zijn eigen shit doet". Zijn muzikale partner werd mondharmonikaspeler Lester Butler (The Red Devils), waarmee hij "Thirteen" vormde. Butlers plotse dood, verplichtte Schultz terug in freelance projecten te stappen. Hij kwam zijn jeugdvriend Tad Robinson tegen met als gevolg een hernieuwde samenwerking hetgeen leidde tot diens cd "Did You Ever Wonder?" waar hij niet enkel zijn gitaar terhande nam, maar ook de productie. Wat de jongere, West-Coast gitaristen betreft, luister ik veel naar Teddy Morgan, Junior Watson, Kid Ramos, Hollywood Fats en Rusty Zinn. Maar bij het verschijnen van Alex Schultz zijn debuut album "Think About It" is deze gitarist uit Los Angeles, zeker in mijn top drie terecht gekomen in deze West Coast stijl. Schultz gebruikt een ouder type 'hollow-body jazz-style' gitaar, reden genoeg om in het booklet een kleine vermelding te doen : "No Stratocasters were used in the making of this recording," waarmee hij uithaalt naar de Fender gitaren die door rockgitaristen meestal worden gebruikt of rockers die de blues willen spelen. Schultz aanziet zich zelf niet als een degelijk vocalist, de reden waarschijnlijk dat we zolang hebben moeten wachten op deze plaat. Daarom laat hij het zingen over aan West Coast coryfeeën als Tad Robinson, Finish Tasby en Lynwood Slim die er allemaal een andere stijl op na houden. Voor de opname van dit album heeft hij beroep gedaan op een band met twee Italianen, Alberto Marsico (Hammond orgel) en drummer Gio Rossi. Ook is er een rol weg gelegd voor bassist Larry Taylor en saxophonist Mando Dorame, maar ook voor de andere blazers van the Royal Crown Revue band. Finis Tasby is meer een blueszanger, Linwood Slim vertoont jazzy invloeden en Tad Robinson moet het hebben van zijn soulvolle stem, hetgeen natuurlijk zijn invloed heeft op alle nummers van dit album. Naast een paar originele instrumentale songs, vinden we covers van Chuck Willis, Wynonie Carr en Jimmy McCracklin. De opener "Done Got Over It" geeft dadelijk zowat het geluid van heel de cd mee, Tasby's stem weet duidelijk de bluessound van de jaren '40 terug te doen herleven. Chuck Willis' nummer "Be Good, Be Gone" gezongen door Linwood Slim is een mooi voorbeeld van de 'jump-band music', de perfecte swing.Tad Robinson toont zijn Ray Charles invloeden op het nummer "Act Right". Mooi bekeken is dat Schultz op dit album drie instrumentale songs heeft ingelast, zoals "Big Time", waarin hij de hulp kreeg van Rod Piazza and the Mighty Flyers' bassist Bill Stuve, een rustig bluesnummer dat echt thuishoort ergens in een berookte nachtclub. Linwood Slim geeft een jazzy tintje aan "I Don't Want Your Money Honey" waarin saxophonist Mando Dorame op een Coleman Hawkins manier zijn beste beentje voorzet. "Think", geschreven door Jimmy McCracklin, is een zeer gedreven shuffle beat in Chicago-stijl. Tad Robinson brengt één van zijn zelf geschreven nummers "Let's Start Again" op een zeer swingende manier en Schultz krijgt de kans om eens mooi uit te halen met een mooie gitaarsolo, hetgeen dadelijk genoeg zegt. De afsluiter "Walkin' and Talkin'", geschreven en gezongen door Tasby, is een kalm swamp blues nummer met Tad op tambourine. "Think About It" is kortweg een mix van goeie ouderwetse R & B : jump en swing met een serieuze drive erachter en Alex Schultz heeft een top bezetting achter zich staan, artiesten die duidelijk de klepel weten hangen. Een must voor liefhebbers van de blues van de jaren '40 tot half de jaren '50 !!
HANS
THEESSINK
SONGS FROM THE SOUTHLAND
BRIDGES
DVD LIVE IN CONCERT :
A BLUES & ROOTS REVUE
Website : www.theessink.com
Email : milica@theessink.com
Label : Blue Groove
Distr. : Music & Words
www.musicwords.nl
Hans Theessink, geboren in Enschede, behoort tot de meest gerespecteerde bluesmuzikanten ter wereld en daarnaast is de in Oostenrijk woonachtige Nederlander een niet onverdienstelijk songschrijver. Bo Diddley noemde hem een 'helluva guitar player'. Hij treedt tweehonderd keer per jaar op en gaf 'acte de presence' op alle belangrijke bluesfestivals. Tot op de dag van vandaag zijn er 15 albums uitgekomen, waarbij Hans steeds een beroep kon doen op de groten uit de muziekbranche. Zo was daar het album “Call me” in 1991, met medewerking van Colin Linden, Maceo Parker, Bobby King, Pee Wee Ellis, Rick Danko en Terry Evans. Theessink is een echte wereldburger en in het land van herkomst van zijn muziek, de countryblues, Amerika, boekt hij nog steeds grote successen. Jaarlijks doet Hans ruim 200 optredens verspreid over de hele wereld. Theessink is een snaren- en gitarenfreak en heeft door zijn samenwerking met vele grootheden uit de songwereld een grote dosis muziekkennis opgedaan. In het Nederlandse magazine gitaarnet (www.gitaarnet.nl) zegt hij het volgende : "Ik ben een gitaren- en snarenfreak en bezit allerlei snareninstrumenten: gitaren, banjos, mandolines, violen etc.e tc. Echt een lievelingsgitaar heb ik niet. Als ik met de auto tour (en dus veel mee kan nemen) heb ik meestal 4-5 instrumenten bij me: twee 6-snarige acoustics, één 12-snarige acoustic, een elektrische mandoline en een national resonator. Als ik met het vliegtuig ga is er meestal hooguit plaats voor 2 gitaren. Mijn gitaar van keus is dan in ieder geval een Gibson J-50 uit de zestiger jaren die ik ooit eens voor een krats in Houston heb gekocht - dit is een hele solide allround gitaar waarop ik met plectrum, slide, en fingerpicking alles spelen kan. Aan deze gitaarben ik gehecht en ik zou ze niet graag willen missen."De muziek van Hans Theessink is moeilijk te categoriseren. Als je zegt dat het blues is heb je voor een klein deel gelijk, want zijn muziek heeft duidelijk zijn wortels in de blues. Je kunt het folkblues noemen, of worldblues, en dan kom je al wat dichter in de buurt. Theessink moet het niet hebben van volume of ruigheid. Zijn muziek maakt een zeer ontspannen indruk, maar als je "Songs From The Southland"(2003) en Bridges (2004) zijn twee laatste cd's draait, merk je dat je toch steeds op het puntje van je stoel zit te luisteren, omdat de muziek weliswaar relaxed overkomt, maar ondertussen ook ongehoord spannend is.
SONGS FROM THE SOUTHLAND (2003)
Theessink leerde zichzelf
in de jaren zestig gitaarspelen, naar aanleiding van een radioprogramma waarin
hij Big Bill Broonzy en Leadbelly hoorde en met dit album "Songs from
the Southland" keert Hans Theessink terug naar deze bronnen en andere
countrybluesgrootheden die hem op 15-jarige leeftijd inspireerden, en dat
hoorbaar nog steeds doen. Met zijn subtiele fingerpicking afgewisseld met
virtuoos slidespel volgt hij al jaren het pad van de traditie en doet dat
steeds intenser. Daarbuiten bezit Theessink een lage zangstem, die zich laat
vergelijken met mensen als Tony Joe White en J.J.Cale. In 2002 verscheen het
tribute album aan de banjospeler Derroll Adams dat hij met Arlo Guthrie samenstelde,
een album dat een flinke indruk maakte vooral in Belgenland. Met de nieuwe
plaat "Songs From The Southland" grijpt Theessink volledig terug
op zijn bronnen: de blues, country en folk. Het inspireerde hem tot eigen
bewerkingen van uiteraard Broonzy, Leadbelly en andere bluesgrootheden, maar
ook Hank Williams en John Fogerty krijgen een gloedvolle bewerking. Sommige
nummers lijken op het eerste gehoor rustig door te kabbelen, maar juist doordat
iedereen zeer gespitst zit te spelen blijft de boog het hele nummer lang precies
goed gespannen. Het openingslied “St. James’ Infirmary”
staat borg voor de kwaliteit van dit album en de interpretatie van Hans Theessink.
Hij weet de luisteraar aanstonds te bekoren en voert hem mee naar zijn liedjes
of beter meesterwerkje. De muziek van Theessink is veelzijdig en heeft verschillende
raakpunten. Soms ontdekt men de echte blues om dan af te zakken bij chansongetinte
song met country- en roots karakter. Ook de gospel is in zijn muziek terug
te vinden luister maar naar “A hundred and ten in the Shade”.
De instrumentatie is zo kaal mogelijk gehouden en ontdaan van iedere opsmuk
wordt het maximale effect bereikt. Hij laat zich hierin bijstaan door enkele
gasten: Jon Sas (tuba) en Danny Thompson (bas). Vocale ondersteuning wordt
gebracht door Linda Tillery en haar “Cultural Heritage Choir”.
Allen dragen ze bij aan de intieme sfeer van deze cd want er wordt zeer goed
naar elkaar geluisterd en zeer inventief en subtiel samengespeeld. Met "Songs
From The Southland" is Hans Theessink rijper en doorleefder dan ooit
en maakt andermaal diepe indruk. Hij kreeg zeer verdienstelijk in Oostenrijk
voor dit album de Amadeus Music Award in de categorie jazz/folk/blues.
BRIDGES (2004)
Voor zijn laatste album
toog Hans Theessink naar een Toscaanse kerk, zoekend naar een natuurlijk geluid.
Dat heeft hij altijd al gecreëerd, maar deze SACD klinkt ook op twee
boxen opvallend natuurlijk en warm. Dat komt mede doordat de nummers live
werden opgenomen, op de later ingedubde achtergrondzang na. De nieuwe plaat
van Theessink en zijn band heet heel toepasselijk "Bridges". De
plaat is opgebouwd uit songs die draaien rond het thema van bruggen. Belangrijker
nog is dat Theessink met zijn muziek bruggen slaat. Op zijn nieuwe album slaagt
hij er schijnbaar achteloos in bruggen te slaan tussen blues, folk en Afrikaanse
muziek. Voor het opnemen van zijn nieuwe plaat hebben Theessink en zijn medemuzikanten
twee weken lang huis gehouden in Toscane. Muzikaal mag deze plaat dan gedomineerd
worden door de blues, de stemming is er een van rust en vrede. De muziek van
Theessink voert de luisteraar nu eenmaal niet door diepe dalen en over hoge
bergen. Liever leidt hij ons bij de hand op een muzikale reis die langs verschillende
gebieden in de wereld voert. Daarbij is hij niet eenkennig: countryblues,
gospel, folk, shuffles, reggae en Afrikaanse harmonieën gaan op in een
vanzelfsprekend geheel. Dat komt door zijn sterke, geïnspireerde melodieën
en door het wezenlijke aandeel van zijn bandleden in het intieme, maar rijke
totaalgeluid. Sommige songs zijn geworteld in de folkblues en doen denken
aan de vroege platen van Ry Cooder. Andere zijn kalme, melodieuze liedjes
met Afrikaanse accenten. Hiervan maken de titelsong "Bridges", "Zambezi"
en "Moses" de meeste indruk. Theessink laat zich hier vocaal bijstaan
door het uit Zimbabwe afkomstige Insingizi. Dat trio zingt ook op vele nummers
mee, en geeft de plaat, een behoorlijke meerwaarde. Theessink excelleert op
een onnadrukkelijke manier op verschillende snaarinstrumenten, terwijl ook
zijn medemuzikanten met grote vaardigheid musiceren. "Bridges" bevat
veel songs van de hand van Theessink zelf. Mooie liedjes, die een paar bijzondere
covers omgeven: een wonderschone, ingetogen vertolking van "People Get
Ready" van Curtis Mayfield en het opgewekte "Mbube" van Solomon
Linda. Dat laatste nummer kennen we vooral als Wimoweh, of The Lion Sleeps
Tonight, maar hier wordt het nummer heel mooi teruggebracht naar waar het
vandaan komt. Zijn band op Bridges is internationaal samengesteld: Erich Buchebner
op bas, Harry Stampfer op drums en percussie, Roland Guggenbichler op piano's
en Hammond B3 orgel en accordion, Insingizi achtergrondzang, leadzang op "Mbube",
en Linda Tillery en The Cultural Heritage Choir achtergrondzang op "What
Will the Children Play". Dat alles maakt dit album in meer dan één
opzicht wereldmuziek op haar best.
DVD LIVE IN CONCERT,
A BLUES & ROOTS REVUE
Dit is een juweeltje van
een dvd! Op deze dvd 9 (dubbel-laags, dus dubbele speelduur) staan een volledig
concert van 95 minuten van Hans Theessink met zijn nieuwe band plus een hele
serie extra’s: ‘The making of’, een uitgebreid interview
(in 4 talen te beluisteren, w.o. Nederlands!), videoclips en nog veel meer.
Totale duur van de extra’s: 60 minuten. Geluid: Dolby 5.1, digital surround,
beeld 4:3, geen ondertiteling maar nasynchronisatie in 4 talen (Engels, Duits,
Nederlands en Deens), PAL. Totale speelduur: 170 min.
Moet er nog zand zijn!
JOHN
HAMMOND
INYOUR ARMS AGAIN
Website : www.johnhammond.com
Label : Back Porch Records
www.backporchrecords.com
Info :Crows Feet Productions
www.crowsfeet.biz
Betsie Brown
betsie@crowsfeet.biz
Al zo, 'n 40 jaar vertolkt John Hammond op zijn eigen wijze de verschillende bluesgenres. Dat moge dan in de Lage Landen soms onopgemerkt zijn geweest, in eigen land is zijn pionierswerk verschillende malen bekroond met awards. Dit nieuwe album "In Your Arms Again" op het Back Porch Records label is weer een staaltje van zijn kunnen met buiten zijn eigen composities werk van groten als Ray Charles, Chester Burnett, Willie Dixon, John Lee Hooker en Bob Dylan. Een plaat geproduceerd door Marla Hammond en John zelf wekt de nodige verwachtingen. Verwachtingen die Hammond's "Wicked Grin" met allemaal composities van Tom Waits niet helemaal kon waar maken, omdat hij wel heel erg dicht bij de originelen bleef. Maar sinds zijn debuut album "Ready for Love" (2003) voor Back Porch zit hij weer in de goede richting. Het zou erg jammer zijn dat enkel gitaarliefhebbers zijn intieme werkje "In Your Arms Again" zouden oppikken. Hammond speelt inderdaad prachtig en genuanceerd gitaar en op de twaalf tracks laat hij de instrumentale begeleiding over aan Marty Ballou (bas) en Stephen Hodges (percussie). Daarnaast zingt hij op een onopvallende manier heel goed. Drie nummers heeft hij zelf geschreven, ze zwerven ergens tussen folk en blues en hebben een uit het leven gegrepen thema en zijn prima van schriftuur. Uitschieter is hier wel de titelsong "In Your Arms Again" waar Hammond op slidegitaar en harmonica het beste van hemzelf geeft. Heel mooi vinden we "Evil (Is Going On)" van Willie Dixon en "You Got Me Crying" van Abner/Reed, meer rustige nummers met zoveel gevoel gespeeld dat we even stil waren. Prachtig. De covers van Ray Charles "I”ve Got A Woman" en "Fool For You" worden hier op een zeer verrassende ingetogen manier gebracht dat ik er me er zelf op betrapte dat ik voor het eerst zat te luisteren naar de tekst van deze klassiekers. Dat betekent de grote klasse.
CHRONIC
TENDENCIES
I LIE AWAKE
Website : www.chronictendencies.com
Email : info@chronictendencies.com
Label: American Roots & Blues
Records
www.arbrecords.com
info@arbrecords.com
En van de aangename verrassingen deze maand komt op naam van Chronic Tendencies. Beter laat dan nooit zou ik zeggen want hun cd "I Lie Wake" uit 2003 knalt hier bijna dagelijks door de boxen. Frontman songwriter/gitarist Mark Bradley is afkomstig van Atlanta, Georgia, en leerde al op jeugdige leeftijd de boogie-rock spelen. Hij kreeg hiervoor hulp door in de jaren zeventig veel te luisteren naar bands zoals Grand Funk en James Gang. Chronic Tendencies bestaan verder uit gitarist Jeffrey Catton die de backingvocals voor zijn rekening neemt en Dave Lester op bas. Voor de opnames van dit album, die gebeurden in twee verschillende studio's in Georgia, werden ze bijgestaan door Paul Rupnik aan de drums en horen we Steve Kincaid op drie tracks aan de keyboards. Een bont gezelschap dat ons een prachtige portie Southern blues-rock voorschotelt. Walter trout omschrijft hun muziek als : "Straight forward rockin-blues". Alle info over hun debuut cd voor het American Roots & Blues Records label is terug te vinden op hun schitterende website : www.chronictendencies.com. Op "I Lie Awake" zijn negen nummers zelf geschreven, meestal door Mark Bradley, maar de zeer gedreven blues-rock in de covers ,nl. Gary Moore's "Story of the Blues" en Tommy Castro's "Nobody Loves Me Like My Baby" zijn zeer zorgvuldig uitgekozen en samen met de originele nummers "Wired", "Actions Speak Louder" en "Burned" waarin Bradley's intensieve gitaarspel het meest naar voor komt behoren deze songs tot de hoogtepunten van dit album. Kortweg : Mark Bradley is een ontzettend knappe gitarist die prachtsongs componeert en voeg daarbij zijn zeer competente begeleiding en het is bingo! Verplichte aanschaf.
K.T.
& MIDNIGHT CANNONBALL
KNOCK ME A KISS
www.midnight-cannonball.de
kt@midnight-cannonball.de
Label : Rhythm Bomb Records
www.rhythmbomb.com
info@rhythmbomb.com
K.T. & Midnight Cannonball staat voor een energieke en opzwepende band
uit Duitsland. Swing, swamp, Texas shuffle en jump zorgen samen voor vijftien
vette nummers op hun debuut "Knock Me A Kiss", nummers die knipogen
naar de jaren '40 en '50. Deze band gevormd rond frontman en harmonicaspeler
K.T. Steffens vinden hun inspiratie bij de groten uit het swing, shuffle en
mambo-genre, hetgeen resulteerde in covers van o.a. Freddie King, Duke Robillard,
Louis Jordan, Joe Liggins .....maar brengen al deze songs in een eigen bewerking
en in hun uitzonderlijke jump bluesstijl waarin namen als T-Bone Walker, Big
Joe Turner, Little Walter….nooit ver weg zijn. Naast K.T. bestaat deze
fantastische rhythm sectie uit David Ludz op gitaar, "Blues Queen"
Heike Busche op bas en "King of Shuffle" Alex Mause aan de drums.
Deze nieuwe release op het Rhythm Bomb Records label knalt als een swingende
TGV door de boxen vanaf de opener "Listen Up" tot het afsluitende
"Sidetracked". Je voelt als het ware de sfeer van de '50ties herleven.
Dit is boogie en swing, gebracht met veel gevoel voor authenticiteit en respect
voor de groten in het genre. Een plaat waar het onbegonnen werk is uitschieters
op te noemen vanwege de kwalitatieve homogeniteit. Een cd die jump & swingliefhebbers
niet aan zich voorbij kunnen laten gaan.
TAD
ROBINSON
DID YOU EVER WONDER ?
Websitewww.bigeastern.com/tad
Email : tad@joink.com
Label : Severn Records
www.severnrecords.com
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Van de nieuwe soulbluesartiesten die zich de laatste jaren hebben aangediend, heeft Tad Robinson het grootste publiek bereikt. Je zou kunnen stellen dat dat komt doordat hij de minste eisen aan de luisteraar stelt en hapklare swingende soulblues maakt, waar geen hond zich een buil aan kan vallen. Tad Robinson werd tijdens zijn jeugd in New York beïnvloed door Motown, Stax en top 40 muziek. Hij verhuisde naar Chicago, waar hij al gauw een gerespecteerd zanger en harmonicaspeler werd. Zijn lokale reputatie verbreidde zich aanzienlijk wanneer hij begin jaren 90 zanger werd bij Dave Specter & the Bluebirds. Even later verscheen dan zijn solo album "Last Go Round" (1998), maar vorig jaar leverde hij een zeer prima album "Did You Ever Wonder?" af op het Severn label met prachtige mix van Chicago blues en Memphis soul. Hiervoor ontving hij twee nominaties voor het '26th Annual W. C. Handy Blues Award Nominations' - 2005 - 'Soul/Blues Album of the Year' en 'Soul/Blues Male Artist of the Year'. De elf songs op "Did You Ever Wonder?" zijn allemaal van zo'n klasse, en worden met behulp van klasse muzikanten ook zo fraai gebracht, dat je wel een diehard bluesfundamentalist moet zijn om niet te bezwijken voor hun charme. Want naast Robinson (vocals, harmonica) zelf, vinden we hier niemand minder als zijn beste vriend Alex Schultz (Rod Piazza, William Clark) op gitaar, Harlon Terson (Lonnie Brooks, Otis Rush) op bas, Marty Binder (Albert Collins, Junior Wells) aan de drums en Willie Henderson (Tyrone Davis, Chi-Lites) aan het blaaswerk. Van deze nummers zijn vijf songs geschreven door Tad en John Bean naast zes covers, zoals "Too Late to Turn Back" van the Cornelius Brothers and Sister Rose maar nu vocaal bijgestaan door gast Otis Clay. Voor originaliteit hoef je bij Tad Robinson niet aan te kloppen, maar als bluessinger laat hij de concurrentie niettemin met verbluffend gemak achter zich.
TAMMERLIN
ONE KIND FAVOR
Website : www.tammerlin.com
Email : mail@tammerlin.com
Label : BirdsTale Records
Binky Records
www.binkyrecords.com
cmaxwell@premier.net
Tammerlin, Lee Hunter en Arvid Smith, zijn artiesten zoals we ze graag hebben,
een roots duo, die sinds 1992 met het uitbrengen van het album "Wind
Horses", zeer stevig aan hun muzikale voortuitgang werken, door het brengen
van traditionale songs tot Americana met de nodige folk /roots elementen daar
omheen. Feitelijk gaat Tammerlin's roots terug tot 1989 in Jacksonville, Florida,
waar gitarist Arvid Smith (fingerstyle, blues, slide, 6 and 12-string, akoestisch
en elektrisch) en Lee Hunter (vocal , percussie, gitaar) elkaar vonden omdat
ze maar één zaak gemeen hadden : de liefde voor folk- en wereldmuziek.
Al snel deelden zij de podia met o.a. The Band, Emmylou Harris, Dar Williams,
Alex De Grassi, Darol Anger, Doc Watson, en vele anderen. Tammerlin's debuut
album, het zelf releasede "Roll Down Thy Window," kreeg al dadelijk
de beste recensies mee in de pers. In 1996 verscheen hun tweede album "Third
Weeks A'Lightnin'", op het Binky Records label. Lee en Arvid bleven toeren
en waren graag geziene artiesten in het Millennium Stage in het Kennedy Center,
het Smithsonian Instituut in Washington, DC, Piccolo Spoleto in Charleston,
South Carolina, en natuurlijk op vele festivals. Hun vorige album "Wind
Horses" (2002), terug op dat onbekende Binky label was meteen de grote
doorbraak waarin hun rootsy nummers en de songwriting van Hunter het meest
naar voor komen, naast de prachtige arrangementen van traditionele nummers.
Door deze cd die 'zeer' goed was en mede door de sterke productie, viel het
voor eerst goed op, hoe goed die twee wel zijn. Enerzijds hebben we Lee met
haar prima zangstem en anderzijds Arvid met zijn voortreffelijk gitaarspel,
maar als ze samen spelen gebeurt er echt iets magisch, dan wordt het allemaal
nog intensiever en intiemer. Buiten de elektrische gitaar van Arvid zijn het
voornamelijk de pure akoestische instrumenten (gitaar, mandoline, dobro, viool)
die de nummers zo mooi inkleuren. Alles wordt zeer gedreven en geïnspireerd
gespeeld, waardoor een kippevelnummer, Malcolm Holcombe's "A Far Cry
from Here", nog aangrijpender wordt dan in de versie van Holcombe. Van
het nummer "Blind Willie McTell" van Bob Dylan bleef alleen het
rudiment van de riff staan, waar Tammerlin hun eigen nummer op gebouwd hebben,
dat het origineel overstijgt. Zo worden de wortels wel vaker hoorbaar, terwijl
de muziek zeer eigentijds blijft. Buiten deze twee covers zijn de meeste songs
geschreven door Hunter, maar omwille van haar gedreven songwriting, maakt
dat hun muziek niet echt goed te categoriseren valt, het is geen folk, geen
blues, geen ragtime, geen Americana, en ook zijn ze geen klassieke singer/songwriters,
al zou je kunnen zeggen dat ze dat nou juist allemaal wel zijn. Tammerlin
heeft met "One Kind Favor" een volstrekt waardige opvolger gemaakt.
Een prachtige, volle, rijke, warme plaat van een duo op zijn top.
RACINGPAPERPLANES
SELF SLEEP SERVICE
Website :
www.racingpaperplanes.com
racingpaperplanes@gmail.com
Lebel : Tract Records
www.tractrecords.com
thomas@tractrecords.com
Het zou ons niet verbazen als dat de Racingpaperplanes gaan uitgroeien tot een van de sensaties van 2005. Net zoals alle andere Zweedse bandjes van dit moment, denk hier maar even aan Hanif, haalt dit viertal uit Gothenburg, trouwens Hanif ook, hun inspiratie uit het verleden, maar gelukkig luisterden ze naar hele andere plaatjes dan de meeste van hun tijdgenoten. Dat levert op hun album "Self Sleep Service" een aangenaam, elegante Zweedse variant van country op, die op momenten mischien wat al te rustig doorkabbelt. Prettige muziek die er niet echt uitspringt, al raak je na een aantal draaibeurten steeds meer overtuigd van de kwaliteit van deze gasten. Zeker geen Nashville of Austin-sound, gewoon lo-fi country waarin meerdere invloeden verwerkt worden. Muziek die direct vertrouwd klinkt. Het heeft af en toe wel wat van de reeds vernoemde Hanif, maar het volgende moment ook weer helemaal niet. Goede laidback met alle ruimte voor lekker gitaarspel, zoals de prachtige gitaarsoli in "Melt to One". Soms sloom en dromerig, soms fel en stevig. Heerlijk gitaarspel, lekkere lome zang en een geluid dat zowel tijdloos als eigentijds klinkt. De Racingpaperplanes weten wat fijnproevers willen en weten ook wat er anno 2005 leeft. Heel veel pretenties hebben de heren van Racingpaperplanes niet. Glen Gilbert (zang, elektrisch gitaar) en Richard Wilson (zang, akoestische gitaar, drums) schreven elf nummers, daarbuiten hebben we nog Tomas Adolfsson aan de toetsen en Björn Kleinhenz op bas. Zijn het nu allemaal Zweden of niet, of zit er toch Amerikaans bloed tussen, maakt weinig uit want ze willen gewoon lekkere muziek maken en daar zijn ze wat ons betreft uitstekend in geslaagd. Een zeer aangename verrassing!
HOTHOUSE
FLOWERS
INTO MY HEART
Website : www.hothouseflowers.com
Label : Rubyworks
www.rubyworks.com
eleanor@rubyworks.com
Het internationale succes van Sinéad O`Connor, de Hothouse Flowers
en vooral U2 heeft een enorme opleving veroorzaakt in de Ierse muziekindustrie
en Dublin is nu zeker één van de popsteden van Europa. Vanwege
de nabijheid van Londen en de reputatie van muziekvriendelijke stad nemen
de meeste internationale pop- en country-acts Dublin wel op in hun tourschema;
bovendien is de plaatselijke muziekscene een welhaast onuitputtelijke bron
van talent. Twee jaar geleden stonden de Hothouse Flowers plots op het Dranouter
Folkfestival. De energieke set liet er geen twijfel over bestaan: The Hothouse
Flowers zijn nog steeds springlevend. Wars van alle commercialiteit heeft
de groep een nieuw album "Into your Heart" die gemixed wordt door
John Reynolds die eerder werkte met U2, Sinnead O’Connor en The Indigo
Girls. De Hothouse Flowers werden ontdekt in 1984 door Bono en hun eerste
platencontract werd aangeboden door Mother Records, U2's eigen platenlabel.
De groep debuteerde wat later met het prachtige album "People" (waarop
de hit "Don't Stop" is terug te vinden) en in 1993 het briljante
"Songs From The Rain" afleverde. Sedertdien werd de band ook internationaal
een bekendheid. Maar het is lang stil gebleven rond de band sinds hun laatste
album begin jaren negentig, na een reeks sterke platen waren ze het spoor
wat bijster geraakt. De drang naar muzikale vernieuwing, onder meer met dance-invloeden,
pakte niet altijd goed uit. Nu anno 2005 , heeft de band zich gehergroepeerd,
en de kernbezetting teruggebracht tot Fiachna O'Braonain, Liam O'Maonlai en
Peter O'Toole. "Into your Heart" klinkt redelijk gevarieerd en gelukkig
veel evenwichtiger. Hun mix van folk en pop heeft een soulvolle omlijsting
gekregen, die de band goed past. Een beetje in de stijl van Boz Scaggs. De
plaat begint veelbelovend met de aanstekelijke single "Your Love Goes
On" en het meeslepende "End Of The Road", voeg daarbij de hartverscheurende
ballad "Feel Like Living", deze nummers doen het misplaatste "Hallelujah"
en middel-off-the-road-deuntje "Allright", als enigen onder de maat,
snel vergeten. Zanger/pianist/componist Liam O’Maonlai is als vanouds
een hoofdrol toebedeeld, met zijn prachtige met gospel en souldoordrenkte
zang. Deze muzikaal uitmuntende band kan met "IntoYour Heart" veel
weggelopen fans terugwinnen, en nieuwe werven. De met schurend brekende stem
gezongen ballads "Feel like living" en "Magic bracelets"
zijn weer ijzersterk. Daarbuiten staan op dit album nog veel mooie liedjes,
zoals de poprock nummers "Your Love Goes On" en "End Of The
Road". Maar ook "Santa Monica", "Baby Got You" en
vreemde eend in de bijt in het geheel "Tell Me" zijn goed erg goed
te pruimen. Tegen het eind van de cd blijkt er nog ruimte voor de thuismarkt
te zijn met het Van Morrison –achtige "Magic Bracelets" en
als afsluiter een bewerking van een Iers traditional "Si do mhamó
Í" in een live uitvoering, met een hoofdrol voor de tin whistle
en veer je op omdat ze even echt los gaan en bevat die kenmerkende mix van
folk en pop uit de begindagen van Hothouse Flowers. Ze waren immers ooit begonnen
als Ierse straatmuzikanten. Het blijkt het enige live nummer op de cd te zijn.
Ik vermoed overigens dat de cd voor iemand die de groep nooit live heeft zien
spelen zeer genietbaar is, maar voor mij blijft de Hothouse Flowers toch vooral
een fantastische live band die pas echt gaat vlammen als ze voor een publiek
staan. "Into your Heart" is een soulvol album met de nodige tranentrekkers
geworden waarbij mijn gedachten gaan naar werk van artiesten als Prince, Curtis
Mayfield, Counting Crows en Doobie Brothers. Als producer werd dan ook de
uit Los Angeles afkomstige Dave Pearlman, bekend van Michelle Shocked en Dan
Fogelberg, aangetrokken. Hij maakt er een echt studio-album van, waarbij echter
gelukkig wel plaats is voor details in de vorm van o.a. trompet, hammond orgel
en de cello. Kortweg : "Hothouse Flowers zijn terug, en we kunnen niet
wachten om ze live te zien".
MIKE
MORGAN & THE CRAWL
LIVE IN DALLAS
www.summitartists.com/mikemorgan
Email :mm27@sbcglobal.net
Label : Severn Records
www.severnrecords.com
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Mike Morgan & The Crawl kunnen zowel in de U.S.A. als in Europa rekenen op een grote en trouwe aanhang. Ze brengen stevige, traditionele blues en R&B. Invloeden komen uit verschillende richtingen : van de Chicagobluessound uit de jaren 50, Texas / Louisiana-blues, de modernere stijlen uit Memphis tot de Motown's R&B sound. Mike Morgan werd geboren in Dallas op 30 Nov.1959 en groeide op in Hillsboro, Texas. Hij ontdekte zijn liefde voor de blues eigenlijk per vergissing. Hij luisterde graag naar Otis Redding en Wilson Pickett, later ZZ Top en AC/DC en realiseerde zich dat hij vooral aangetrokken was door de bluesy getinte songs. Dit bleef zo tot de dag dat hij een andere Texaan (jawel, de legendarische SRV) aan het werk zag... en de bluesmicrobe kreeg Mike Morgan te pakken. Na S.R. Vaughan en via The Fabulous Thunderbirds begon hij als een bezetene aan een ontdekkingstocht door de blueswereld, waarbij hij alle grote bluesklassiekers leerde kennen. Hij liet zich meeslepen door de primitieve ruwheid van de muziek en de gevolgen bleven niet uit : wat begon als een hobby, werd de liefde van zijn leven. In 1986 verhuisde Mike terug naar Dallas en werd met enkele vrienden een band - The Crawl - opgericht "just for fun, just one for two gigs". De tijd bewijst dat ze zich vergisten : ondanks verschillende bezettingswissels, staan ze er vandaag nog steeds. Gek genoeg was er van deze welhaast ultieme live-band nog geen ultieme live-registratie. "Live in Dallas" is niet écht een nieuwe cd, want opgenomen in Bootlegger's, Dallas, Texas, op 1juni 2002, dus ruim twee jaar geleden. Opener "One Of A Kind" spreekt boekdelen; wie dit niet tot de verbeelding vind spreken is voorgoed voor het genre verloren. De uitgekiende mix van losjes rockabillyende blues met af en toe een soulvolle schuiver, waarbij we trouwens de voormalig vocalist LeeMcBee pas begonnen te missen toen we de inlay er op nasloegen. (Juist de combinatie van Mike's gitaarspel, en de rauwe maar toch o zo soulvolle stem van Lee McBee stonden in het verleden altijd garant voor uiterst smakelijke bluesplaatjes !). De keurige dwarsdoorsnede van de inmiddels meer dan een decennium omspannende loopbaan, waaronder veel origineel werk maar ook covers van o.a. Frankie Lee Sims, Muddy Waters en Jimmy Reed doen in soortgelijke gevallen dan altijd vrezen dat het de kroon is op vul maar in en dat het bijltje er binnenkort wel eens bij neergegooid zou kunnen worden, maar het onderlinge spelplezier dat uit de boxen knettert bewijzen het tegendeel. Kortweg : Mike Morgan is een zeer goed gitarist met een herkenbare stijl en brengt op "Live in Dallas" elf swingende Rhythm & Blues nummers. De verwachting is dat Mike Morgan in oktober / november 2005 opnieuw zijn opwachting zal maken op de podia. Vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte.
NATHAN
MAXWELL
UNDONE
Label : Hoodoo Music
Website : www.hoodoomusic.com
Email : hoodoo@hoodoomusic.com
Laat je eens lekker meenemen door Undone van Nathan Maxwell, één van de vergeten nieuwkomers van vorig jaar. Ingetogen, melodierijk met telkens prima verzorgd snarenwerk en als totaalplaatje heel relaxed, ook al gaat het tempo zo nu en dan toch echt omhoog. Vanaf de soulvolle opener "Brooklyn Bound", geraak je in het natuurlijke ritme van songschrijver/zanger/harmonicaspeler Nathan Maxwell en zijn band. Deze talentvolle Newyorkse zanger, waarvan de stem bij vlagen doet denken aan Mick Jagger, wordt begeleid door maar liefst zeven gelouterde muzikanten, nl. Pat Buchanan (gitaar), Russ Pahl (pedal-steel), Shane Keister (Piano/Orgel), Eric Darken (percussie), Sam Levine (tenor sax) en Motown-bassist Bobb Babbitt. Zijn debuut EP,"Undone", telt vier nummers die we gemakkelijk kunnen scharen onder de noemer rootsrock, een beetje uitgediept horen we country, rock, Americana en zuidelijke tonen, die zo nu en dan een gevoel van de zeventiger jaren oproepen. Mooi werk van de producers Bob Johnston en Anja Wodsak op dit in Nashville opgenomen album, waarvan het eerste reeds aangehaalde nummer "Brooklyn Bound", doet denken aan Keith Richards riffs dertig jaar geleden en Maxwell's stem best valt te vergelijken met de country rockende stem van Ryan Adams. In het trage "What It Means (To Be In Love With You)" blaast de tenorsaxofoon van Sam Levine een partijtje mee, en voor het vocale maken we gewoon de volgende vergelijking : "Mick Jagger jamming with The E Street Band". In het melancholische liefdeliedje "Ain't No Turning Backs, Just Mine" pinkt Russ Pahls jankende pedal steel een paar traantjes weg en is de Americana songwriting van Maxwell op zijn sterkst. Net zoveel indruk maakt Maxwell met het slotnummer, "Here I Go", maar voor mij is het nu afwachten op "Here I'm Back" want Undone is niet zozeer verrassend of vernieuwend, maar wel een sterk debuut.
FIREFLY
MADE ME GLAD
Website:www.firefly-music.com
Email :firefly@firefly-music.com
Info :www.sonicbids.com\firefly
Label : Eigen beheer
Firefly gevormd in 2002 debuteerde al wat later al met een zes nummers tellende EP. In de pers werdt dadelijk gesproken van een Canadese opvolger van Neil Young, Blue Rodeo en Rheostatics waarvan het geluid invloeden vertoonde van alt.country tot pop. Maar de volgende release "Made Me Glad" (2004), mag gerust gezegd worden dat wij op onze wenken worden bediend, want hier zit wel degelijk meer vuur in. Rake melodieën, lijzige zangpartijen, verrassende instrumentaties en andere studiotrucjes als veelzijdig inkleurmateriaal. Zie hier de ingrediënten van Firefly, het is zonder meer een donkere plaat, hoewel de muziek, pop met lichte rootsinvloeden, vaak het tegenovergesteld doet vermoeden. "Made Me Glad" is opgenomen door Scott Merritt in The Cottage te Guelph, Ontario. De vraag die velen zullen stellen : Is dit nog wel altcountry? In de viermansbezetting Neil Little (gitaar/vocals), Jeff Appel (bas/vocals), Nick Bailey (drums/vocals) en Larry Guzik (gitaar / vocals) is immers geen plaats voor traditionele instrumenten als banjo, steel of fiddle. En naast heel mooie ballads, staan er ook de nodige popsongs op deze cd, zoals "Washed Away", "Trixie" en de titeltrack van de cd "Made me Glad", deze laten invloeden van de tachtiger jaren horen, meer bepaald de 'new wave' sound die toen zijn intrede had gedaan. Andere nummers zoals "True Blue" en "Even the Horse" hebben dan meer een blues/folk tintje. Rockend gaan ze er tegen aan in "Out of Time" en "Hopeville" geeft dan meer een Cajun gevoel. Om dan er nog een genre aan toe te voegen brengt "Like a Deer" een unieke mix van country en western aan dit album toe. Ach, het doet er ook niet zoveel toe of het nu altcountry is of niet. "Made Me Glad" is over het algemeen een fijne plaat. Voor lekker slepende muziek met countryaccenten kun je er echter goed terecht. In ieder geval bij Firefly.
JOE
PAGETTA
JOYWOOD
Website : www.joepagetta.com
Email : joeyp@joepagetta.com
Label :Fully Dressed Records
info@fullydressed.com
Nashville zet weer de toon. Na Clay Mc Clinton (zie volgende recensies) zoontje van Delbert, is het de beurt aan singer-songwriter Joe Pagetta, die zich in hetzelfde vaarwater bevindt. Maar dan met de koers meer in de richting van Marc Cohn of Peter Cetera en dit zeker in de rustiger nummers. Wat heet, als ik niet wist dat hij het niet was zou ik bij het horen van de eerste tonen van de opener "My Biggest Enemy" meteen zeggen dat dit de nieuwe cd was van Marc Cohn, de cd waar ik al een tijdje op aan het wachten ben. Waarom die toevoeging? Wel, omdat Cohn de kunst verstaat om naast prachtige liedjes ook overbodige, niet goed uitgewerkte liedjes op plaat te zetten. Deze singer-songwriter uit Jersey City, NJ, maar is al thuis in Nashville sinds 1998, heeft dertien liedjes op zijn tweede album "Joywood" neergepend, opvolger van zijn wel ook aardige debuut "Small Worlds" (2001), nummers die we gewoon kunnen rangschikken onder de noemer : pop en folk rock. Als ik schrijf pop bedoel ik wel meer gitaarpop, want het is wel degelijk de elektrische gitaar van producer George Marinelli (Bruce Hornsby, Bonnie Raitt) die het geluid bepaalt. Het toevoegen van harmonica, dobro, mandoline en melodica geven naast de akoestisch gitaar van Pagetta, de nodige begeleiding voor zijn pop-rock gedreven songs waarin meestal zijn geboorteplaats de boventoon haalt. Hoogtepunten zijn het rockende "When She Moves" met vocale bijdrage van Kim Carnes en de tedere piano ballade "Lift You Up". De best meezingende bar-rocker "I'll Be Right Back" en de lofzang "Going for the World" zijn van die typische Pagetta's songs recht uit Jersey. De mandolin en waltz getinte "Break Down", het herwerkte "Ebeneezer Scrooge", dat reeds op zijn eerste album te vinden was en "Talking One Thing" kunnen we het meest omschrijven als songs komende uit Pagetta's Greenwich Village folk roots. Ook het countryachtige "Cherry Baby" is best aardig, kortweg : dit machtige tweede album "Joywood" geeft veel meer prijs dan je in eerste instantie zou vermoeden.
CANDYE
KANE
WHITE TRASH GIRL
Website : www.candyekane.com
Email Candyekanetour@aol.com
Label : Ruf Records
Website:www.rufrecords.de
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Candye Kane is een muzikante, een straffe muzikante bovendien. En één
die je niet zal vergeten eens je ze aan het werk hebt gezien. En toch speelt
haar niet-muzikale verleden in elke bio een grotere rol dan bij andere artiesten.
Omdat, dames en heren, deze rondborstige Californische in een eerder leven
als stripteaseuse en nog later als euh... 'actrice' haar brood verdiende.
Jobs waar velen op neerkeken, maar die Candye Kane uiteindelijk het zelfvertrouwen
gaven om over te stappen naar haar echte roeping: de boogie-woogie, de opzwepende
blues waarin feest, opwinding en tempo even belangrijke ingrediënten
vormen. Van daaruit is ze gaan zingen en heeft al diverse releases op haar
naam staan. Deze voluptueuze dame, met de meest excentrieke en flamboyante
persoonlijkheid, maakt geen geheim van haar verleden en laat je live vooral
niet afleiden door haar grote boezem. Want de muziek, dat telt, en haar overtuigend
pleidooi voor een wereld waarin iedereen gewoon zichzelf kan zijn. Het nog
vrij jonge levensverhaal van zangeres Candye kan men reeds te boek stellen.
Maar zoals we reeds eerder vermelden, we beperken onze interesses tot de muziek.
Zowel “Essegemblues Brussels”, “Brussels Blues” in
de A.B. als Marktrock (1999) om er maar drie te noemen hebben de verdienste
de carrière van deze schitterende zangeres hier in Belgie flink te
hebben ondersteund. Haar repertoire is bijzonder omvangrijk en omvat zowel
swing uit de jaren ’40 en ’50 als Rhythm & Blues, blues en
rockabilly. Het was Clif Antone die deze “dame” uit L.A. ontdekte
en haar meteen een contract aanbood. Candye en haar formatie hebben reeds
zeven albums op hun actief, waarvan het laatste album “White Trash Girl"
het dichtst bij haar huidig repertoire op het podium benadert. En op scène
moet je Kane gezien hebben: uitdagend, extravagant maar vooral begiftigd met
een stem als klok. Gitaarspel, en dan die krachtige, rauwe, zwoele en verleidelijke
vrouwenstem: I'm a white trash girl... Ik zie de hillybilly's al voor me.
Op hun tractor midden in een korenveld en dan lekker swingen. "White
Trash Girl" is het tweede album voor het Ruf Records label (opvolger
van het uitstekende "Whole Lotta Love" uit 2003, waarvan we het
duet met Charlie Musselwhite nog zeker niet vergeten zijn), dat meteen swingend
begint met de titeltrack en "Estrogen Bomb". Daarna doet ze het
eventjes wat rustiger aan, maar het nummer "Big Fat Mama’s Are
Back in Style" brengt de pit weer terug. Dit nummer doet mij denken aan
de film Chicago en ik krijg de neiging om op m’n bed te springen en
met een borstel in m’n hand een show te maken. De liedjes zijn simpel
en vrolijk en hebben wel grappige namen zoals "Masturbation Blues"
en "What a Day For a Daydream". Meeste van haar songs zijn zelf
neergepend of co-written met de hulp van haar opgroeiende zonen. “Estrogen
Bomb" gaat over vrouwen die nooit verontschuldigingen maken, “Queen
of the Wrecking Ball” vrouwen die steeds opnieuw harten breken en “Big
Fat Mamas” over dames met een maatje meer of een song over hun seksualiteit
zoals in “Mistress Carmen”. Doordat de nummers zo vrolijk zijn
en bijna allemaal wel uptempo is de cd snel afgelopen, al zijn er veertien
nummers. Hij duurt maar drie kwartier en dat is eigenlijk een beetje kort,
maar een feit is dat Candye Kane op haar zevende album met de steun van wat
oude vrienden zoals Stuart Sullivan, producer Mark “Kaz” Kazanoff
(Marcia Ball, W.C. Clark, Pat Boyack), Preston Hubbard (staande en elektrische
bas), Jeff Ross (gitaren) en enkele nieuwe vrienden Damien Llanes (drums)
en Riley Osbourn (piano,keyboards) een pracht van een bluesplaat op de markt
heeft gebracht waarin elementen van jazz, pop en rock `n`roll sluipen.
HUBERT
SUMLIN
ABOUT THEM SHOES
website : www.hubertsumlinblues.com
Label : Artemis / Tone Cool
www.tonecool.com
info@tonecool.com
www.artemisrecords.com
www.rykodisc.co.uk
De ondertussen 73-jarige Hubert Sumlin is een bluesgitarist pur-sang, niet
verwonderlijk dat hij dan ook speelde in de band van James Cotton, bij wie
hij zijn carrière begon, Muddy Waters en voornamelijk in die van Howlin’
Wolf, waar hij in 1954 zijn intrede deed en dit voor zomaar een vijfentwintig
jaar. Trouwe dienst, niet ! Wolf leerde de Hubert al kennen op jonge leeftijd
en werd zodoende al gauw zijn mentor. De twee decennia waarin Sumlin in de
band van de grootmeester speelde, bestrijken ook zijn periode bij Chess. Hiermee
werd hij een rolmodel voor gitaristen als Eric Clapton, Keith Richards, Jimi
Hendrix en Jimmy Page. In een van de belangrijkste muziekbladen ter wereld
behaalde hij ook de top 100 beste en meest toonaangevende gitaristen van aller
tijden. Clapton en Richards waren dan ook makkelijk te porren om op hun beurt
Hubert Sumlin bij te staan op zijn nieuwe album. Op "About Them Shoes"
(rykodisc) wordt enkel gezongen door zijn gasten waar ook David Johansen (New
York Dolls) en Nathaniel Peterson toe gerekend mogen worden. De rest van de
band bestaat uit andere ervaren muzikanten en niet de minsten, bijvoorbeeld
harmonica legende James Cotton, The Band’s Levon Helm, Blondie Chaplin,
David Maxwell, maar ook Muddy Waters’ sidemen Paul Oscher en Bob Margolin.
Zelf speelt Sumlin zoals te verwachten lead gitaar. Dat doet hij met allure
en laveert koelbloedig tussen de swampy en ruige sound van het album door.
De dertien tracks van het album bestaan uit zeven nummers van Muddy Waters
en vier van Willie Dixon die hij schreef voor Muddy. Eénje is er nog
van Carl C. Wright en het aangename sluitstuk "This is the End"
is van eigen hand. Keith Richards zingt en speelt zelf gitaar op Muddy Waters’
“Still A Fool”, maar ook Eric Clapton komt ook goed uit de hoek
op de spirituele versie van Willie Dixon’s “I’m Ready”
en ook op Dixon’s “Long Distance Call.” Keith Richards komt
ook nog eens te voorschijn op die fantastische afsluiter "This is the
End” waarin hij op gitaar enkele riffs kan uithalen naast zijn grote
idool. Hopelijk is dit niet het einde want Sumlin was in 2002 gehospitaliseerd
voor een kanker behandeling. Volgens Sumlins manager Toni Ann Mamary klaagde
de toen 70 jarige gitarist van pijn in de borst. Wat de resultaten van de
test in het hospitaal waren zijn mij niet bekend. Maar een feit is zeker,
met zijn nieuwe album "About Them Shoes" doet Sumlin zijn goede
naam in het geheel alle eer aan. Daarbuiten zien we Hubert in de nieuwe Martin
Scorcese/Antoine Fuqua blues film “Lightning in a Bottle”, dat
het 'Year of the Blues' concert beschrijft dat doorging op 7 Feb. 2003 in
de Radio City Music Hall. Bovendien is Sumlin ook van de party op de Rhino
dvd-release van Eric Clapton's Crossroads Festival, waarhij hij samen te zien
is met o.a. Clapton natuurlijk, Robert Cray, Buddy Guy en Jimmie Vaughan.
En tot slot verschijnt in Maart een biografie van Sumlin, een boek dat de
naam meekreeg "Incurable Blues", geschreven door Will Romano. Kortweg
: geweldige nieuwe cd, dvd en een boek, wat kan een bluesgitarist op deze
gevorderde leeftijd nog meer verlangen.
CLAY
MC CLINTON
OUT OF THE BLUE
website : www.claymcclinton.com
label:Eigen Beheer/Clayster Music
info : info@claymcclinton.com
www.cdbaby.com/cd/mcclinton
Altijd moeilijk als je het zoontje van een beroemde vader bent, dat geldt
in de sportmiddens maar ook in de muziekbussines. En ook Clay Mc.Clinton zal
in zijn doen en laten steeds vergeleken worden met zijn beroemde daddy...Delbert
Mc Clinton. Op 29 jarige leeftijd en na omzwervingen van FT.Worth naar Austin
naar Flagstaff naar Nashville afgewisseld met een viertal maanden verblijf
in Europa laat Clay zijn debuut album op ons los. En wat voor een eentje ...met
het honky tonkertje "Heartache" (met Bryan Owings op drums zie concertreview
Buddy Miller op onze site) en Kevin Mc Kendree op gitaar (onthou deze naam
want die man drukt een enorme muzikale stempel op dit album) laat Clay ons
even in de waan dat hij de country toer opgaat maar dat wordt onmiddelijk
met het schitterend van trompet en baritone sax omkaderd "Left My Baby
Blue" recht gezet. Watte ... "Blues In The Morning," blues
'in the evening beggin' on my knees ...baby come back home' ! En het blijft
van die lekkere deltablues met "Lonesome Time" en ditmaal die Kevin
Mc Kendree in een glansrol op piano en orgel. Ik zou bij iedere song zijn
naam kunnen vermelden want dit is een van de sterkste muzikale prestaties
die ik in de afgelopen xxx jaren gehoord heb. Met vader Mc Clinton die de
smoelschuiver hanteert brengt Clay met de song "Jeremiah" een roots
geluidje op dit album. Twee songs die zoontje met vader lief schreef (Starting
To Itch en When It Rains) bewijzen dat de appel ook hier niet ver van de boom
gevallen is. Delbert op gitaar en het zou mij niet verwonderen deze songs
nog eens terug te vinden op albums van Delbert en zeker bij live optredens.
Het volgende roots pareltje (dat orgeltje !!!en Hans Holzen op gitaar). "Something
Got A Hold On Me" heeft zoals de titel al aangeeft een niet te vergeten
indruk op deze jongen gemaakt. Schitterend !!! Niet vergeten dat Clay Mc Clinton
verantwoordelijk is voor de elf songs op dit meesterwerkje. Met "Far
Too Long" krijgen wij een song waarin Steve Herrman op trompet de overige
bandleden (met weer dat pianootje) hun hartje kunnen ophalen. "Texas
Memory" is van dezelfde hemelse klase als "Something Got...). Iets
heel anders met het bluegrass, western swingend "Rambler" met Buddy
Spicher op viool en Kyle Kegerreis op Upright bas. Met de afsluiter "When
it Rains" geeft Clay Mc Clinton aan dat papa Delbert niet ongerust moet
zijn (en ik ook niet want ik heb altijd een boon gehad voor die man), de zon
schijnt aan de horizon en zijn opvolging is met zoontje lief grandioos verzekerd.
En nogmaals, Clay lijkt niet alleen fysiek op .. en zijn stem heeft ook wel
wat van .... en zijn songwriting ook misschien een beetje van ... maar ik
vind dit een prachtig album. Net om de prestaties van de andere leden van
de band te minimalizeren maar die ... Kevin Mc Kendree , vaste gabber van
Delbert, en ondermeer aktief met Lee Roy Parnell, Hal Ketchum, Danny Flowers,
Kevin Gordon,Tinsley Ellis, Tad Robinson en binnenkort op de nieuwe cd's van
Jimmy Thackery en Delbert Mc Clinton. fantastisch!
THE
MICHAEL PACKER BLUES BAND
BLEECKER - BOWERY
Website : www.michaelpackerblues.com
Email mikepackerblues@netzero.net
Label : HALT MUSIC CO
www.haltmusic.com
The Michael Packer Blues band is een soort bluesband waarvan hun meeste invloeden
te vinden zijn bij maar één legende nl. Paul Butterfield, maar
daarbuiten vinden we in deze band, allemaal leden die stuk voor stuk hun sporen
ruimschoots verdiend hebben. Buiten Michael Packer (gitaar & vocals) bestaat
de band uit Scott Milch (drums), Reilly Fitzsimmons (bas), Ed Jackson (percussie)
en Ric Frank (sax & fluit). Michael had een band in de jaren '70 met de
plezierige naam “Free Beer” en van toen al waren rock, folk, blues,
country en jazz de grootste invloeden die zijn Chicago blues bepaalden. Op
zijn nieuwe album "Bleecker-Bowery" zijn zeven van de elf nummers
zelf geschreven door Parker, waarvan op de twee eerste nummers het blaaswerk
van Ric Frank zeer opmerkelijk is en een vergelijking met Paul Butterfield
Blues Band niet ver zoek is. Op “I’m in Love’hoort u een
solo op fluit en in “Gotta Go (Chicago, New Orleans) is het meer de
sax die de bovenhand heeft. “Christmas on the Bowery” is wel iets
meer dan een kerstliedje, maar hier komt het songwriter talent van Parker
het meest naar voor waarin hij zijn kennis van New York City best kan uitbuiten.
In het instrumentale “The Deuce” is de ritmesektie op zijn sterkst,
dit nummer word mooi gedragen door bas, percuscie en een sax solo. “I
Got a Mind to Give Up Living” is een traditioneel bluesnummer, terug
te vinden op Paul Butterfield’s tweede album “East West”,
maar deze song kreeg hier door Parker een zeer jazzy bewerking. “Born
in New York City” is een bewerkte versie van de klassieker “Born
in Chicago” waarmee Paul Butterfield’s eerste album “The
Paul Butterfield Blues Band” begint. Michael geeft dan nog eens een
mooie versie weg van Bob Dylan’s “All Along the Watchtower”
en Utah Phillips’s “Going Away”, waarin hij zijn interesse
in folk en country muziek best laat voelen. Als laatst krijgen we nog drie
zelfgepende songs waarvan de afsluiter “Bleecker Street” samen
met “Christmas on the Bowery”, “I got a mind to give Up
Living” en “Born in New York City” echt het handelsmerk
zijn, de muziek die Michael Packer’s blues zo groot maakt. Gelet op
het succes van the Paul Butterfield Band van weleer, kunnen liefhebbers van
deze laatste het oor best eens te luisteren leggen bij deze plaat.
SPEEDO
& THE CADILLACS
MR. LUCKY
website :
www.speedoandthecadillacs.com
label : Chordophone Records
info:
john@speedoandthecadillacs.com
Niet zo vaak op het menu van Rootstime en daarom zullen wij dit hapje maar beschouwen als een delicatesse. Doo Wop, classic rock & roll, rhythm & blues gebracht door lead tenor Earl "Speedo" Carroll en zijn Cadillacs. Opgericht in de jaren vijftig maakte Earl, een korte zijsprong naar de Coasters uitgezonderd, samen met Bobby Philips (bas vocalist) onafgebroken deel uit van dit prachtig groepje. Als een van de eerste African American R & B vocal groepen, hun stijl van zingen zou later de benaming 'doo wop' zou krijgen, zijn ze nog steeds actief. Zo waren zij in 1997 nog te gast op de Blues Estafette in Utrecht en in 2004 kwamen zij met een schitterend album op de markt. En zoals de openingssong al aangeeft "Better than Ever ". Up - tempo jump blues met de song "Mr. Lucky" (en een heerlijke sax), soulballad met "Only A Dream", baritone lead vocals van Gary Lewis op het latino soundje van "Why" en met deze song zou de jonge Willy DeVille nog eens zijn hartje kunnen ophalen, classic swing & rhythm and blues met de bas vocals van Bobby Philips in "Everybody Else", een gezellig popdeuntje met "Lovely Lady" en de Cadillac band kan met het instrumentaalttje "Honeymoon" een surfstrikje breien aan deze 'coat with a lot of musical colours'. Misschien iets te laat voor nu maar dan zullen wij onze beste wensen voor 2006 ondersteunen met de song "Happy New Year" en als er iemand binnenkort jarig is zingen wij (nou ja) samen met Michael Hersey "Paper Anniversary". Michael is ondermeer verantwoordelijk voor de elf songs , speelt gitaar en hielp een handje met de produktie van dit puik album. Bovendien heeft hij zijn eigen groep (zie www.johnmichaelhersey.com ) en Recordlabel Chordophone Records. Speedo & the Cadillacs hebben een muzikaal verleden met bekende songs als "Gloria", "Peek- a - Boo" en "Speedo" maar bewijzen met het album "Mr. Lucky" dat zij het zingen nog niet verleerd zijn. 'Hearing this record and seeing this group perform is like witnessing American musical history'. (cd baby). Prima stemmen, prima band (drums, bas ggitaar, sax, keyboards en piano), met een prachtige uitstraling op het podium .. 'they are not still rockin' they're' ... BETTER THAN EVER !!
DAWN
SHIPLEY
AND THE SHARP SHOOTERS
STEP IT UP
website: www.dawnshipley.com
label : Shot -a-Clock Records
info&booking:
jmorin3d@yahoo.com
dawn@dawnshipley.com
Hepcat Rec / Raucous Rec.
'Born in San Antonio Texas' en dan kan je er zeker van zijn ....good stuff ! Dawn Shipley is de naam van deze rondborstige zangeres die met haar begeleidingsband The Sharp Shooters sinds een drietal jaren de West Coast onveilig maken. Rockabilly, rockin' hillbilly, honky tonk, country, blues kan je van dit groepje verwachten. Met dit debuutalbum "Step It Up" (2003) laat Dawn Shipley de wereld weten dat zij niet alleen een uitstekende zangeres is maar ook een voortreffelijke songwriter. Liefst acht van de elf songs op dit schijfje zijn van haar mooie handjes. Ondertussen stond zij reeds op het podium met the Paladins, James Intveld, Rosie Flores, Deke Dickerson, Big Sandy en is de band met Tony Macias (upright bas), Tony De Herrera (drums) en Joel Morin (gitaar/steelgitaar) uitgegroeid tot een vaste waarde in dit muziekwereldje. Bovendien komen Rip Carson(gitaar) en Carl "Sonny" Leyland op piano ook een handje toesteken bij de opnames. En wat kunnen wij daar meer op zeggen dan "Ooh, That's Good"(track 6) en onze "Everlasting Love" ( tr. 11, Barbara Pittman's Sun Recording ) betuigen voor deze rockin' Patsy Cline met haar 'excellent blend of 50's honky tonk and rockabilly in a very authentic fashion' (Blue Suede News). Twang, growl, de honky tonk piano en 'sizzling' gitaren, afgewisseld met steel gitaar en last but not least de vocals van sweetheart Dawn die kunnen wedijveren met Marti Brom's en Wanda Jackson's keelgeluiden. Prettige kennismaking met Dawn Shipley & the Sharp Shooters en binnenkort brengen zij nieuw materiaal op de markt. Wij kijken benieuwd uit !!
TISHAMINGO
WEAR N' TEAR
Web. :www.tishamingo.com
tishamingo@tishamingo.com
book:staff@intrepidartists.com
Label : Magnatude Records
www.MagnatudeRecords.net
Info & distr.: Mascot Records
www.mascotrecords.com
mail@mascotrecords.com
Southern Rock leeft ! Tishamingo, a leader among the new wave of Southern
rockers! Tishamingo – een naam die ontleent is aan het plaatsje Tishomingo
uit de speelfilm O Brother Where Art Thou? Op het nieuwe album "Wear
n' Tear" van Tishamingo laten zij de southern rock weer helemaal leven.
Hun debuut bij Magnatude Records (Magna Carta) werd geproduceerd door David
Barbe, die ook al de alom geprezen Drive By Truckers onder zijn hoede nam,
en John Keane (Widespread Panic, R.E.M., Stockholm Syndrome) mixte de plaat
af. Deze vier Amerikanen bestaande uit Jess Franklin (gitaar, vocals), Richard
Proctor (drums, percussie), Stephen Spivey (bas, backing vocals) en Cameron
Williams (gitaar, vocals) hebben de spirit goed te pakken. Tishamingo brengt
een spetterende mix van moerassige blues en jammende rock-'n-roll, met af
en toe een scheurend gitaarsolo, zoals dat eigenlijk alleen in de laat jaren
zestig, begin jaren zeventig gebeurde. In tien eigen nummers en één
Lynyrd Skynyrd-cover, "Poison Whiskey", laat het kwartet een sterk
in de rootsmuziek geworteld geluid horen en vallen op door dampende blues
en het unieke samenspel van Cameron Williams met tegenpool Jess Franklin.
Deze nummers zullen zeker hun waarde in het live circuit bewijzen want ze
klinken zeer degelijk. Opvallend aan deze sterke plaat zijn vooral de eigengemaakte
nummers, maar zeker het nummer "Billy" dat even lijkt op "Jessica"
van The Allman Brothers band, zoals wel de meeste nummers een Allman' inslag
hebben, fans van deze Brothers moeten niet aarzelen. Southern Rock gemixt
met goede oude bluesy rock 'n' roll, die klassieke elementen vinden we in
een groot aantal nummers op de plaat terug, soms wat uitgesponnen stukken,
terwijl ook de warme stemmen van Williams en Franklin, die waar nodig ook
de Hammond lekker op de achtergrond laat zoemen, ruimschoots aanwezig zijn.
"Wear n' Tear" mag dan ook gezien worden als een plaat waarvan ik
gehoopt had dat die nog gemaakt zou worden! De swingende, warme en bluesy
southern rock is niet dood!
WHITE
COWBELL OKLAHOMA
CENCERRO BLANCO
Website : www.whitecowbell.com
staffwhitecowbell@yahoo.com
label : Slick Monkey
Distr. : Bertus
www.bertus.nl
Komt White Cowbell Oklahoma uit Amerika of Canada? Niemand lijkt het te weten, maar een ding weet ik wel zeker: als deze karavaan door je kleine dorpje komt razen dan berg alles wat je lief is maar op achter grendel, want hun southern boogie rock zet aan tot allerhande onzedelijke acties. White Cowbell Oklahoma blijkt een zeer kwaadaardige versie van Lynyrd Skynyrd of ZZ Top te zijn, die met een Zen Guerrilla-achtige venijnigheid hun southern boogie rock vermengt met country en swamp blues op hun nieuwe album "Cencerro Blanco". Het is alsof de band zich in een muzikale Bermuda driehoek bevindt waarvan de hoeken worden gemarkeerd door bands als The Sweet ten tijde van hun "Love Is Like Oxygen", Molly Hatchet en The Georgia Satellites. Hoe het ook zij, het is zo aanstekelijk als de ziekte. Met het zuigende "Put The South In Your Mouth" en het psychedelische "Cencerro Blanco" breken ze definitief mijn weerstand en ik besluit me over te geven aan de muziek van deze rock 'n roll desperado's. Visioenen van stripclubs en rokerige whiskeybars dringen mijn gedachten binnen. De heren blijken voldoende uitstekende munitie in huis te hebben, al schrik ik wel even bij het introotje van "Southern Grace", maar dit blijkt slechts een schijnbeweging te zijn. Negen stoere mannen waarvan vier gitaristen: kan niet missen, dat kan alleen maar een Southern rock band zijn… Overigens zit er ook nog een zwarte vrouw in de band, Bunny, die de achtergrondzang voor haar rekening neemt. Maar goed, White Cowbell Oklahoma maakt sinds enige tijd de concertzalen onveilig met hun ruige rock, naakte dames en iets wat ze “kipkanonnen” noemen. Echt serieus is het dus niet wat ze doen, maar in tegenstelling tot de muziek van de meeste ongeinbands is "Cencerro Blanco" prima te genieten. Alle cliché’s van de Southern rock komen voorbij, veel dubbele gitaarsolo’s, swingende koortjes en af en toe een langzaam nummer en dit alles in een mix van snoeiharde southern- en hardrock, plus een potje powergospel, de heren en dame doen het wel op de goede manier. Kortweg : White Cowbell Oklahoma brengt met deze overtuigende plaat eens wat ander leven in Rootstime en wellicht ook hier binnenkort (half april) in Belgenland.
THE
HOT RODS
website: www.hotrodsmusic.com
label : Eigen Beheer.
info : contact@hotrodsmusic.com
www.cdbaby.com/cd/hotrods2
Joe Ramone asked : "Do you remember Rock & Roll Radio ,The Hot Rods answered "YES", en toch is het niet de 'rock & roll' waar wij zaten op te wachten. Met de openingstrack "Lil Sue" gaat het nog de goede richting uit en ook "Want you back" kan ons bekoren maar dan wordt het vlees noch vis. Bij iedere song krijg je de indruk dat heb ik ooit gehoord, het klinkt bekend in de oortjes en toch zijn alle songs origineel van Giovanni Pirozzi, zanger en gitarist van The Hot Rods. Niet dat er plagiaat zit aan te komen maar het is meer een reis met de tijdscapsule geworden. Wat softe FM rock & roll, country, lauwe rockabilly maar ook gitaarklanken met veel echo, bijzonder veel Hammond organ en keyboards op dit album, zelfs hier en daar wat roots/rock (de beste songs op dit album) en enkele liedjes die een walmpje van reggae geurtjes verspreiden. Maar ook pop, rock uit de sixties, Z Z Top, the Ramones, Van Morrison, een allegaartje van stijlen, decennia van rock geschiedenis. Allemaal leuk gebracht door de gebroertjes Pirozzi en Mickael Jacobson, en hun 'special guests'. Uitgebreide steun van een stel koperblazers, backingvocals van The Rodettes en zoals al aangehaald veel maar prachtig gespeelde Hammond, keyboards en piano. Eerder verschenen van deze Hot Rods een EP "Thank God For Rock & Roll" en een cd vol kerstliederen !! Hun naam lijkt mij ook al zo ongelukkig gekozen, je verwacht je aan cars, echte rock & roll, the fifties, (blitze meiden vind je wel terug op hun optredens zie hun website) maar zij hebben mij op het verkeerde been gezet. Zestien songs en zij verwachten alle clubs van L.A plat te spelen en veel airplay on the radio. Niet slecht.... niet geweldig .... maar geven de jongens nog een kans.
ROSCO
GORDON
NO DARK IN AMERICA
Label : Dualtone Music Group
www.dualtone.com
info@dualtone.com
Distr. : Bertus
www.bertus.nl
"The Road to Memphis" is het eerbetoon aan de stad Memphis via het verhaal van blueslegende B.B. King en de belevenissen van hedendaags bluesartiest Bobby Rush. Met originele opnames van B.B. King, Rosco Gordon, Dominee Gatemouth Moore, Howlin’ Wolf, Rufus Thomas, Little Richard en Fats Domino. In dit deel van de film "The Blues" van Martin Scorsese ziet u een volkomen in anonimiteit rondlopende Rosco Gorden, uiteindelijk herkent wordt door een straatmuzikant en hij op zijn beurt dan maar een liedje meezingt. Richard Pearce zegt hierover dat : “Deze filmserie geeft me de kans om eer te betonen aan één van de laatste écht originele Amerikaanse kunstvormen - voor deze verdwijnt en wordt opgeslokt door de rock-’n-rollgeneratie die hij heeft voortgebracht. Hopelijk weten we het te behouden voor het te laat is.” En Martin Scorsese zegt het volgende : “The blues is at once American and worldly. It’s a form of storytelling that is so universal that it has inspired people beyond our borders and continues to influence music here and abroad. We’re hopeful that the series will introduce new audiences worldwide to this music and also inspire kids, whether they like rock or hip hop, to better understand the struggles and genius that gave birth to what they listen to today. Our goal never was to produce the definitive work on the blues. It was, from the start, to create highly personal and impressionistic films as seen through the eyes of the most creative directors around with a passion for this music." Even terug naar Gordon, hij was in de jaren veertig en vijftig op jonge leeftijd al een ster en was lid van de Beale Streeters een groep uit Memphis met Johnny Ace, B.B. King en Bobby Bland. Eenmaal solo ging hij de studio in met Sam Phillips en het nummer "Bootin'", door een vergissing uitgegeven door zowel RPM als Chess werd desalniettemin een nummer een hit. Zijn toen unieke piano-shuffles werden eind jaren vijftig als grondlegger voor de ska gezien. Voor "No Dark In America" werd hij omringt door een groep jongere muzikanten waaronder Ken Coomer (Uncle Tupelo/Wilco), Sam Baker, Brad Jones, Joe Pisapia, Mickey Grimm ...de samenwerking en de uiteindelijke uitwerking op het album maakte hem bijzonder trots. Maar spijtig genoeg overleed Gordon in Juli 2002, een maand na de opnamen in Nashville van dit album met de koffers gepakt en wel voor een optreden op een muziekfestival in Wisconsin. Op dit album kennen Gordon’s songs invloeden uit second line, (rhythm ‘n’) blues, boogie woogie, stride piano, jazz en soul. Hoewel zijn piano en zang daarbij centraal staan vooral in de nummers "Early in the Evening", "A night in Rio" en "Takes A lot of Loving", krijgen zijn muzikanten volop de kans om het beeld enthousiast mee te bepalen. Rosco Gordon is niets minder dan een legende, dat valt niet te ontkennen, en op de juist verschenen cd "No Dark In America" bewijst dat Gordon inderdaad een legende is. Bovendien blijkt hij over een prima bluesstem te beschikken, getuige de vijftien nummers die deze cd rijk is. In de begeleidingsband treffen we dus prima jonge muzikanten en samen met deze moderne traditionalist staan ze samen garant voor een prima bluesalbum uit Nashville, Tennessee!
KRISTIN
MOONEY
www.kristinmooney.com
info@kristinmooney.com
info@sincitymarketing.com
Label : Sin City Records
www.sincityrecords.com
Management : Moira Tuffy
tuffymk@earthlink.net
Distr: Sonic RendezVous
info : www.sonic.nl
Enkele maanden geleden was hij opeens uit in de Verenigde Staten en nu is deze cd ook bij ons te verkrijgen. En gelukkig maar, want dit is echt een geweldige cd. De uit Los Angeles afkomstige Kristin Mooney debuteerde goed zes jaar geleden met een solo-cd "Living Alone" en was bovendien te horen op de geweldige cd van Rusty Truck (liefhebbers van alt-country moeten hier zeker eens naar luisteren), maar met deze cd zet ze zichzelf definitief op de kaart als singer-songwriter. Op haar naamloze tweede album wordt ze sfeervol ondersteund door niemand minder dan de Calexico-leden, John Convertino en Joey Burns. Naast hun werk in de band Calexico zijn deze misici ook veelgevraagde studiomuzikanten. Dit jaar waren ze bijvoorbeeld te horen op cd’s van Nancy Sinatra en Jon Rauhouse. Hun aanwezigheid lijkt bijna een keurmerk van kwaliteit te zijn. Opgenomen in de Wavelab studio te Tucson, kom je behalve Calexico ook niet om hun voormalige broodheer toetsenman Howe Gelb (Giant Sand) heen. Mooney was dan ook zo slim om Burns (contrabas,cello) en Convertino (percussie) in te huren om haar te begeleiden. Howe Gelb komt even langs om een prachtige bijdrage op het Hammond-orgel te geven in "The Cheating Game". Verder heeft Kristin de beschikking over de diensten van Son Volt’s Eric Heywood, Craig Schumacher en Nick Luca, mannen die dag en nacht in de studio zijn te vinden. Luca houd zich in dit geval toch voornamelijk bezig met het spelen van bas. Daarnaast speelt Eric Heywood, pedal steel, mandoline en gitaar, zodoende een groot deel van het warme karakter van dit album voor zijn rekening nemende. Mooney beschikt over een warme, sensuele, stem, die wel wat aan Shelby Lynne of Sam Phillips (T-Bone Burnett) doet denken, maar dichtst komt haar stem toch in de buurt van Aimee Mann. De mooie liedjes zijn lekker toegankelijk, maar hebben genoeg eigenzinnigs om zich te onderscheiden van de concurrentie. De sound is dermate tot in de puntjes verzorgd, dat die zo hier en daar zelfs net iets te gladjes klinkt. Ook de muzikale vrienden die Mooney op deze cd heeft weten te verzamelen dragen zeker bij aan het bijzondere resultaat waardoor de temperatuur op deze warmbloedige cd zo nu en dan oploopt tot het kookpunt. "Better Than Ever" en "Julie Christie" zijn zowat de uitschieters van de twaalf ingetogen sfeervolle nummers. Kortweg : u moet en zal ervoor door de knieën… gewoon klasse !
ANNA
COOGAN & NORTH 19
GLORY
website : www.north19.com
label : Eigen Beheer
info : info@north19.com
www.cdbaby.com/cd/annacoogan2
Traditionele bluegrass met vooral veel folk, country, rock en blues invloeden en gedragen door de hemelse stem van Ann Coogan en het meesterlijke banjo gepingel van Travis Beard. Het groepje werd pas opgericht in 2003 en solliceert met dit eerste full album voor een plaatsje bij grootheden als Gillian Welch, Neko Case ..Of het te hoog gegrepen valt nog af te wachten maar het gaat de goede richting uit. Eerder verscheen van haar het EP tje "Lonesome Cowboy Lullabys", waarvan je drie songs kan terugvinden op dit album. Anna's stem, band en songs doet mij enigszins denken aan Nathalie Merchant en de groep One Fell Swoop met zangeres Cheryl Stryker (al een tijdje niets meer van vernomen). Prachtige songs met poetische en lyrische teksten maar die gelukkig afgewisseld worden met enkele meer up-tempo alt country nummertjes ("Love Will Found A Day" en "Rise Above" ) die wat vaart brengen in het soms te rustige gemijmer van singer/songwriter Anna Coogan. Het mooie kind heeft meer dan tien jaar opera les gevolgd (ondermeer in Salzburg , Oostenrijk) en dat kan je eraan horen want zij kan haar stem in alle richtingen buigen (The Holy Ghost Of Texas). Het mooiste voorbeeld van haar vocale kwaliteiten vind je in het a capella gezongen "Cold June", het met dobro omgeven "South Of The City" (Crying Alleluia), of in de titelsong "Glory" en "Drop A Line" met een strakke bas van Kevin Burkett en virtuoos op banjo Travis Beard. Voor de liefhebbers van dit instrument staat er een instrumentaaltje op ("Columbia") en dit illustreert nogmaals de invloed die Travis Beard op de groep North19 uitoefent. De song die mij het meest aanspreekt is de hard core country heartbreak "The Ones Who Loves You Most". Effenaf schitterend. Bovendien doen de gastmuzikanten op drums, lap en pedal steel, dobro meer dan hun duit in het zakje. Een band om live eens te aanhoren en te aanschouwen . Klasse !!
THE
DUHKS
website : www.duhks.com
Email : heya@duhks.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
“a kick-ass rock-folk fusion” lees ik op de info van The Duhks, een band die komt uit de plaats met de prachtige naam Winnipeg, Manitoba. Hun officiële titelloze debuutalbum komt uit op Sugar Hill en is geproduceerd door niemand minder dan banjolegende Bela Fleck en Gary Paczosa. Daarbuiten worden Paul Brady, Edgar Meyer en Victor Wooten als gastmuzikanten opgevoerd, maar eigenlijk heeft dit vijftal dat soort aanbevelingen en gasten helemaal niet nodig. We hebben hier namelijk te maken met een fantastische band die bestaat uit vijf zeer getalenteerde musici. De stevig getatoeëerde Jessica "Jessee" Havey neemt de meeste soulvolle leadvocals voor haar rekening, maar gelukkig zingen Tania Elizabeth (fiddle), Jordan McConnell (gitaar, doedelzak, fluit,) en Leonard Podolak (banjo) ook allemaal één of meerdere keren lead. Dat is al uitzonderlijk, vier mensen in een band die alle vier goed kunnen zingen. Daar komt nog bij dat ze ook heel goed samen kunnen zingen, de stemmen "pakken" heel fraai bij elkaar. Tussendoor strooien ze dan ook nog wat instrumentals, en ook daar imponeren ze, in de goede zin des woords. Scott Senior zingt niet, maar hij legt een verrassende percussiebodem onder deze akoestische folkband. De muziek die ze maken is niet onder één noemer te vangen. Folk, ja, maar we horen ook Ierse fiddle-deuntjes, we horen een ouderwetse pittige stringband, we proeven de sfeer van goede bluegrass, en het klinkt bij vlagen zeer Appalachian old-time, terwijl het geheel ook heel modern (soul,salsa) klinkt, en soms zelfs jazzy. Het is dan ook niet heel vreemd om hier een nummer "Blue" van Ruth Ungar van The Mammals tegen te komen. Ook hier spat de energie eraf, net als het plezier in het spelen. Maar wat deze band ook kan, is gas terug nemen, en ingetogen momenten inbouwen, en dat verwacht je niet meteen bij deze vijf twintigers. Ze hebben er bovendien behoorlijk veel zin in, en laten in ruim een uur horen wat ze allemaal kunnen. Uitschieters zijn hun zelf geschreven “Death Came A Knockin’” en covers, zoals Leonard Cohen's “Everybody Knows” en Paul Brady’s “You And I”. Hou ze goed in de gaten, deze Duhks, want dit is wat mij betreft de Future of Canadian Folk. Liefhebbers van 'Canadian French en Scots/Maritime folk' hebben er zeker een favoriet bij.
KEVIN
MONTGOMERY & THE ROADTRIPPERS
LIVE ! FROM GLASCOW
Website : www.kevinmontgomery.com
Email : kevinmontgomery@yahoo.com
Label : Syren Records
www.syrenrecords.com
Het was even wachten maar
na vier jaren is er opnieuw een live cd! “Live! From Glascow”.
De titel verraad het al dat dit een live cd is geworden dat in de zomer van
2003 gemaakt werd in 'King Tut’s Wah Wah tut' te Glascow. Kevin brengt
enkele vaste waarden als “Another Long Story” en “I wish
I was blind” maar ook enkele nieuwe songs die voor het eerst een plaats
krijgen op een cd. Wat deze opname uniek maakt zijn The Roadtrippers! Deze
groep werd door Kevin opgericht en bestaat uit Paul Deakin en Robert Reynolds
van de Mavericks, Mike McAdam en Al Perkins. Deze talentvolle jongens zijn
ongeloofelijk goed op elkaar afgestemd en hun liefde voor de muziek en de
vriendschap voor elkaar voel je doorstromen in de muziek. Kevin zet in met
twee rustige nummers die meteen een shot in de roos zijn om het publiek op
zijn hand te krijgen. Dan wordt de beat ingezet en zijn ze vertrokken voor
een boeiende rit! Bij “Tennessee Girl” voel je het plezier dat
ze hebben bij het zingen ervan. Een speciaal moment is “Angel Tonight”,
met de road in Kevin’s zijn stem, voel je het verdriet van het lied
tot diep in je ziel reiken, Mike McAdam begeleid het tot in de puntjes. Dit
wordt verder gezet in “Broken” waar we de stem van Carter Wood
nog een keer met de glimlach kunnen beluisteren. Twee gevoelige songs om u
tegen te zeggen. Een van de “nieuwe” songs die voor het eerst
op plaat wordt gezet is “Flower of my heart” van de hand van Kevin’s
vader Bob Montgomery en diens voormalige partner Buddy Holly. De intro van
dit lied laat nogmaals de vriendschap en de warmte van de Roadtrippers doorschijnen
en geeft de charme van een live opname weer. Met “Flower of my heart”
zijn we terug in zonnige oorden en dit blijft in stijgende lijn tot het einde.
De Roadtrippers hebben een enorme klasse die ze live perfect overbrengen bij
hun publiek. Je hoeft je ogen maar te sluiten en je waant je voor het podium.
Al Perkins geeft het beste van zichzelf tijdens “Crossroads” dat
overgenomen wordt door Mike McAdam in “Ooh Las Vagas”, nog een
nieuw nummer. Het is een lange improvisatie die de pannen van het dak swingt.
Als je het vergelijkt met hun recente versie van hun huidige tournee is deze
opname nog braafjes dus dat beloofd voor komende tijden.
Kevin sluit de cd af met “Fear Nothing”, het gevoel van zelfzekerheid
dat deze singer songwriter terecht uitstraalt en vol overgave aan zijn publiek
meegeeft. Want na al dit moois beluisterd te hebben heb je spijt dat je nog
thuis in je zetel zit en niet op een optreden! Het is tijdloos en brengt je
naar de eigen wereld van een talentrijke singer Songwriter. Een charmante
live cd dat ons doet uitkijken naar een live optreden!
De cd is verkrijgbaar via de website van Kevin : www.kevinmontgomery.com
( Vicky
De Jonghe)
KEVIN
HEARN
AND THIN BUCKLE
H - WING
NIGHT LIGHT
www.kevinhearn.com
hello@kevinhearn.com
Label : Nettwerk Productions
www.nettwerk.com
Barenaked Ladies is de naam voor een groep muzikanten uit Toronto, Canada. Deze naam is bedacht om aandacht te trekken en is dus niet bedoeld als sexistisch statement. De naam Barenaked Ladies heeft er overigens ooit voor gezorgd dat een optreden in Toronto werd afgezegd. Deze band is in 1988 opgericht door schoolkameraden Steven Page en Ed Robertson. In 1990 voegden Jim Creeggan, Tyler Stewart en toetsenist Kevin Hearn zich bij het tweetal. Hun muziek kenmerkt zich door enorme levendigheid, vrolijkheid en snedige teksten. Zij spelen een combinatie van rock, jazz en folk, gecombineerd met een behoorlijk dosis humor. Maar het leven van Kevin Hearn zag er opeens niet meer zo humoristisch uit toen enkele jaren geleden bleek dat hij leukemie had. Hearn moest hard knokken om weer licht in de tunnel te zien, en om daar echt uit te komen begon hij met liedjes te schrijven op zijn ziektebed. Dat leidde tot de cd "H-Wing", genoemd naar de afdeling waar hij werd verpleegd. Er zaten nog meer droevige liedjes in zijn hoofd en die heeft hij met begeleidingsband Thin Buckle verzameld onder de naam "Night Light". Hearn schreef dus al zijn liedjes zelf, en hij doet dat bijzonder mooi. Dat wil zeggen dat zijn teksten vaak meer suggereren dan vertellen. De manier waarop dat wel en niet verteld wordt is geraffineerd onder-de-huid-kruipend mooi. Meestal over relaties met bijbehorende gevoelens over eenzaamheid, verlangen en verdriet. Als je alle teksten van deze man op een rij zet verbaast het niet dat hij zeer somber moet geweest zijn. Dat zegt veel over de kwaliteit van de liedjes. Behalve de teksten zijn ook de melodieën steeds fraai en meer levenslustiger op zijn tweede soloalbum, einde van die tunnel was immers in het zicht, hetgeen deze plaat dan ook meer toegangelijk maakt voor een breder publiek. De uitvoering blijft wel ingetogen en toch stevig. Precies goed passend bij de liedjes. Kortweg : "H-Wing" en "Night Light" zijn albums met mooie suggestieve teksten die, al is het op een subtiele manier en zijdelings, altijd met het leven te maken lijken te hebben. En dat zal Kevin Hearn ook blijven doen, die ondertussen het ziekenhuis heeft verlaten en zeker zijn solocarrière verder wil uitbouwen.
ANGELO
M.
FAR FROM HOME
website : www.AngeloM.com
label : eigen Beheer
info : www.cdbaby.com/cd/angelom
publicist@angelom.com
(Jody Murphy)
In 2003 besloot Angelo Melasecca om alles op zijn muziekale carrière te zetten en omdat toch iedereen zijn familienaam verkeerd uitspreekt gaat hij nu door het singer/songwriters leven als Angelo M. Deze uit Philadelphia afkomstige multi-instrumentalist levert een puik debuutalbum af. Ondanks de low budget produktie, Angelo M. krijgt in de studio allleen hulp van Linda Battiste (backingvocals) en Oz Christ op drums, laat hij op mij een sterke indruk. Blues, folk, rock & old time American music serveert hij op ons bord. En het werd een heerlijke maaltijd.... met ingrediënten van akoestische gitaar, 6&12 string gitaar, slide gitaar, bas, dobro, mandolin, harmonica en percussie, 'played by Angelo M himself'. Bij het beluisteren van dit schijfje, en dat is veelvuldig de laatste dagen, bekruipt mij iedere keer het gevoel van dit zou iemand kunnen zijn die zijn kans moest kunnen krijgen om de tent op het BRBF Peer of Moulin Blues Ospel in de vroege namiddag plat te spelen. In de stijl van Chris Smither, Ry Cooder, Terry Garland, Ray Bonneville maar met zijn eigen accenten brengt Angelo negen eigen songs van uitstekende kwaliteit. "He breathes hurricanes trough a harmonica, plays the devil out of his guitars, kicks a tambourine propped against his chair and sings when it's convenient." Kippenvel song "Lost", met een schitterende slide & akoestische gitaar, rechtvaardigt alleen al de aankoop van dit album. Ho ho , hoor ik daar al iemand roepen maar alle gekheid op een stokje ook de andere songs zijn van prima kwaliteit. Songs als "Anytime", titeltrack "Far From Home", "Thirthy Years " zijn op het lijf van J J Cale geschreven maar zijn van .... newcomer Angelo M. Prima stem, akoestische gitaarklanken, afgewisseld met dobro en mandolin gepingel en een bluesy "Half The Time" (precies in het midden van de songlist van dit schijfje). Het instrumentaaltje "Running Late" met Angelo M. alleen op akoestische gitaar is het visite kaartje van deze schitterende gitarist. De man schrikt er niet voor terug om op zijn optredens "Room To Move" (klassieker van John Mayall) een eigen Angelo M. stempeltje te geven en het aanwezige publiek uit de bol te doen gaan : "The audience clapped so enthusiastically from beginning to the end of his performance that they completely drowned out all the stage monitors!". Fans showed their appreciation by CD purchases, lots of applause, and even a standing O! Folks connected with all the venues showed their approval by inviting Angelo back, and connecting him to the area music scene. Komaan zeg .. wie geeft deze vijftigjarige oud- metaalwerker een kans ? Naar Europa halen en stante pede !
CATTIE
NESS AND THE REVENGE
LIVE AT TOKYO GARDEN
FRESNO, CALIFORNIA
website : www.cattieness.com
label : Eigen Beheer
info : cattieness@earthlink.net
cattieness@hotmail.com
cattie@cattieness.com
This is a review for all the pretty girls .... and the song "Alimony "
Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken deze Rebecca Caraveo, want dat is de echte naam van de zangeres en gitariste van de Fresno rockabilly band Cattie Ness & the Revenge. Met deze live cd opgenomen in hun thuisclub Tokyo Garden (Cattie is promotor van rockabilly, Western Swing, cowpunk, surfmusic optredens in dit etablissement) maken wij voor het eerst kennis met deze bevallige dame. Uit een van haar mailtjes kon ik opmaken dat zij iets met Belgie heeft want haar moeder zou van Vlaamse afkomst zijn. Op negenjarige leeftijd verhuisde zij naar Amerika (vader lief was bij het leger) en via diens platencollectie kreeg zij het warm en koud tegelijk van Elvis, Carl Perkins, Chuck Berry. Van voormalig bandlid Brad Rogers kreeg zij gitaarles en zo begon het sprookje : "Once upon a time there was this Cattie girl who lived in fresno. She loved Mike and she loved cats and she wanted to Rock & roll. Some people thought she should stay home, so she didn't... the rest is history. Why the name the Revenge ? : the revenge is for all the assholes I've had to deal with in my life " Zo... mooi gezegd . Rockabilly, country, swing met niet bepaald een Mariah Carey stem maar zoals zij zelf aangeeft :" I don't consider myself a singer. I figure everybody's a singer." Twaalf songs met eentje speciaal opgedragen aan Sonny George ("He's My Man"), serieus wat covers op dit album dat een stevige indruk geeft hoe het er aan toe gaat bij de optredens van deze Rockabilly Queen of the San Joaquin. Bandleden : Kym Kilgore op drums, Kevin Thomason op 'slappin' bas en Adam Lee op lead gitaar moeten alle hens aan dek roepen om dit brokje rockabilly in het gareel te doen lopen. 'Screeching vocals, thumping humping bass, killer leads and snappy drums will get these guys into the Rockabilly Hall of Fame...oh wait, they already are. Now you just need your copy! She's sassy, she's funny, she's Cattie'.
VARIOUS
ARTISTS :
LIVE ! AT THE TALBOT
ROOTSOFF THE BEATEN TRACK
LAbel : RED KITE RECORDS
www.redkiterecords.co.uk
Distr : Proper Distribution
www.propermusic.com
Info : Pat Tynan Media
pattynan@btinternet.com
Op dit album zijn alle hoogtepunten terug te vinden in de Talbot, Tregaron
van 2003 tot 2004 van de volgende artiesten : Cathryn Craig & Brian Willoughby,
Kris Delmhorst, Jeffrey Foucault, Keith Frank & Soileau Zydeco, Albert
Lee & Hogan's Heroes, Lisa Mills, Imbizo, Peter Mulvey,
Todd Sharpville & The Blues Barons, Meic Stevens A'R Band, Eric Taylor,
Kreg Viesselman, Faire Winds.
Dit album verscheen op Martin Levan's Red Kite Records label, die trouwens
ook verantwoordelijk is voor de productie.
TRACKLIST :
1. Crossing
Mississippi (Jeffrey Foucault)
2. Hemingway's Shotgun (Eric Taylor)
3. Evangelina (Albert Lee & Hogan's Heroes)
4. Give Me Just a Little Time (Keith Frank & Soileau Zydeco)
5. The Snake (Cathryn Craig & Brian Willoughby)
6. Gone to Lewiston (Kreg Viesselman)
7. The Richest One (Lisa Mills)
8. When I Think About You (Imbizo)
9. 29¢ Head (Peter Mulvey)
10. Hummingbird (Kris Delmhorst)
11. Rocking the Craddle (Faire Winds)
12. Ysbryd Solva (Ghosts of Solva) Meic Stevens A'R Band
13. Todd's Intro (Todd Sharpville & The Blues Barons)
VARIOUS
ARTISTS :
STILL CRAZY AFTER ALL THESE YEARS
20 years of live music in mettmann
Label : Valve Records
www.valve-records.com
reinhardfinke@valve-records.com
"Still
Crazy After All These Years" - 20 years of live music in Mettmann volume
one. Dit is een verzameling live opnames in Mettmann en Solingen, Duitsland
tussen 1984 en 2004. Dit album is bij Valve Records verschenen om de 20 jaar
promotie van live muziek door Wolfgang Pieker te vieren. Deze opnames gebeurden
bij Fritz Kappner en Fritz Klaas, hetgeen meteen staat voor zeer goede kwaliteit.
Zestien nummers op deze live-plaat met als afsluiter Jo Ann Kelly (5/01/44--21/10/90)
met het nummer "Death Have Mercy", aan wie tevens ook dit album
werdt opgedragen.
Daarbuiten komen we mensen tegen als : Dave Kelly, John Fiddler, Ray Wylie
Hubbard, Terry Clarke, Peter Jagger, Ronny Elliott, Richard Dobson, Spencer
Bohren, Rock Bottom, Slaid Cleaves, The Jim Hunter Band, Kent DuChaine en
de Schotse legende Tam White .
VARIOUS
ARTISTS :
GOIN' DOWN SOUTH
BLUES SAMPLER Volume 2
Label : INSIDE SOUNDS
www.insidesounds.com
memphisarc@aol.com
Een nostalgisch verlangen naar muzikale traditie, terwijl men tegelijkertijd
die muziek naar de huidige tijd vertaalt. Da’s mooi gezegd, maar wat
krijg je ervoor? Een niet altijd even logische line-up van flink wat gevestigde
namen uit de Memphis blues scène, afgewisseld met wat, relatief gezien,
minder bekenden, allen met bekend, eerder uitgebracht materiaal. De samenstellers
(Eddie Dattel en Billy Gibson) geven zelf al aan dat een dergelijk overzicht
nooit compleet kan zijn, maar wat vreemder is, is dat ze in veel gevallen
voor oud materiaal kozen. De kwaliteit van het gebodene is zonder meer prima,
en daarom zal deze verzamelaar, GOIN' DOWN SOUTH, ook uitstekend kunnen dienen
als introductie op een wat vaag gedefinieerd, maar prachtige muziek voortbrengend
genre : Memphis Blues.
TRACKLIST :
. Old Black Mattie (Robert Belfour)
. Country Days (Blind Mississippi Morris & Brad Webb)
. Goin' Back To Memphis (Daddy Mack Orr)
. So Many Roads, So Many Trains (McCarty-Hite Project)
. Chicken & Gravy (Richard Johnston & Jessie Mae Hemphill)
. Hoochie Coochie Man (Willie Foster)
. I Got A Feeling (Fred Sanders)
. Railroad Blues (David Evans)
. Mama You Don't Mean Me No Good (Sid Selvidge)
. Bad Boy (Billy Gibson)
. Steal Away (Phill Durham)
. Junior's Place ("Papa" Don McMinn)
. I've Kissed My Last Ass (Doc Tomato)
. Mississippi Heavy Water Blues (Andy Cohen)
. Rock 'n' Roll Blues (Mose Vinson)
. Lord, Help The Poor and Needy (Jessie Mae Hemphill)
. Swing Low, Sweet Chariot (Big Lucky Carter)
VARIOUS
ARTISTS :
FRIED GLASS ONIONS
MEMPHIS MEETS THE BEATLES
Label : INSIDE SOUNDS
www.insidesounds.com
memphisarc@aol.com
"It is harder to kill something that is spiritually alive than it is to bring the dead back to life". John Lennon heeft het aardse voor het hemelse verruild, maar zijn muziek is nog altijd onder ons en zal dat ook altijd blijven. "Fried glass Onions"-Memphis Meets the Beatles- is een overwegend eerbetoon aan een van de grootste popbands uit de geschiedenis : The Beatles. En niet door de minsten: Daddy Mack Orr, Charlie Wood, Matt Tudor, Dani ......behoren tot het selecte gezelschap dat veertien songs van The Beatles coverde. De plaat wordt geopend door Bob Simon & Eddie Harrison met "Two Of Us", maar de Beatlefan zal zijn vingers helemaal aflikken bij het horen van de afsluiter "The Long & Winding Road" door Kevin Paige. Zoals ook de vorige verzameling van Inside Sounds (Goin' Down South), hier ook weer een mooi eerbetoon door deze artiesten uit Memphis.
TRACKLIST :
. Two Of Us (Bob Simon & Eddie Harrison)
. Get Back (Daddy Mack Orr)
. Day Tripper (Z-Da)
. Happiness Is A Warm Gun (Charlie Wood)
. Blackbird (Jackie Johnson)
. You're Gonna Lose That Girl (Bertram Brown)
. She Came In Through The BathroomWindow (Matt Tutor)
. Drive My Car (Memphis All-Stars)
. Yer Blues (The Beat Generation)
. Across The Universe (John Kilzer)
. The One After 909 (Gusto featuring Dexter Haygood)
. Old Brown Shoe (Dani)
. A Hard Day's Night (Lamar Sorrento & The Mod Saints)
. The Long And Winding Road (Kevin Paige)
WALTER
TROUT
DEEP TROUT
Website : www.waltertroutband.com
Label : Provogue Records
Info & distr.: Mascot Records
www.mascotrecords.com
mail@mascotrecords.com
Het verhaal achter Walter Trout zal niet bij iedereen bekend zijn. Hier een korte biografie. Hij speelde met diverse artiesten zoals John Lee Hooker, Canned Heat, Big Mama Thorton en met John Mayall's Bluesbreakers. In die tijd speelde bij John Mayall ook de bekende gitarist Coco Montoya. Nadat hij zijn boeltje gepakt had en de ‘middelen’ had laten staan was het tijd voor een solocarrière. We zijn dan eind jaren '80, dat Walter besloot een eigen band op te richten en dat werd Walter Trout and The Free Radicals. Wat later veranderd is naar de Radicals. Momenteel treden ze naar buiten als The Walter Trout Band. En met succes. En zoals met veel blues-gitaristen het geval is zijn deze knakkers de grootste tijd van het jaar on the road. Acht maanden van het jaar doorkruisen ze America en Europa. Daarom is Walter Trout met zijn band ook een graag geziene gast op festivals hier in de Lage Landen en Scandinavië. Tevens heeft hij een band waarin hij door de jaren meestal kon rekenen op een vaste kern bestaande uit bassist Jimmy Trapp, drummer Bernard Pershey en toetsenist Martin Gerschwitz. Hoewel Walter al heel wat jaren meeloopt en al heel wat heeft meegemaakt in zijn leven (waaronder alcohol- en drugsverslaving) blijft het om een plaat van hem te beschrijven een hele kunst . Of is het een kunstje? En geldt dat ook niet voor zijn eigen werk? Voert hij niet elke keer hetzelfde kunstje op? Jazeker wel, maar het is toch elke keer wel iets anders. Tegenwoordig hoort Trout bij de vaste waarden en heeft hij een flinke reputatie opgebouwd. Op "Deep Trout" vinden we een overzicht van die eerste solo jaren terug waarbij vooral "Prisoner Of A Dream"(1991) uit het Provogue label na een niet zo succesvol uitstapje naar het Silvertone label, flink vertegenwoordigd is. Maar ook nummers uit de albums "Transition" (1992) en "Breakin' the Rules" (1995) komen aan bod. "Deep Trout" laat goed horen waarom Trout succes kreeg: zijn spierballenblues weet hij toch te koppelen aan ingetogen momenten en dat zorgt ervoor dat zijn muziek een erg dynamisch karakter krijgt, zijnde mooie instrumentbeheersing en dito zang. Toch vind ik dat 'The early years of Walter Trout'-albums wat meer diepgang en variatie hebben dan zijn laatste studioplaten (vaak vrij langdradig). Liefhebbers van dit soort bluesrock kunnen deze plaat dan ook blind aanschaffen. Voor de gelegenheid is "Deep Trout" verrijkt met drie bonustracks: één akoestisch nummer "Life in the Jungle", één uit 1973, een cover van Junior Walls "So Sad to be Lonely" opgenomen op 21-jarige leeftijd in New Jersey en één met Trout als begeleider van Freebo op diens album waar Trout wel degelijk laat horen wat een talent hij toen al was. Kortweg : prachtplaat van de meester van de spierballen bluesrock.
MIKE
AIKEN
GETAWAY
website : www.mikeaikenmusic.com
label : Northwind Records
mike@mikeaikenmusic.com
Booking :
Al@NightsideEntertainment.com
amy@mikeaikenmusic.com
'Singer/Songwriter, entertaining storyteller, dynamic live performer, and recording musician? Yes! Acoustic guitar, national steel, mandolin and harp player? You better believe it!! This just starts to describe Mike Aiken'. De man heeft twee hobby's : zeilen en muziek maken, en volgens mij lukt hem dat allebei uitstekend. Zo trad de man op in Europa na een zeiltocht die hem bracht van Canada via Portugal naar Spanje en kan je momenteel op zijn website een reisje boeken met de familie Aiken naar de Carraiben. Misschien als ik de lotto eens win want het lijkt mij wel leuk zo een reisje (niet langs de Rijn) met singer/songwriter Mike Aiken en zijn gitaar als metgezel. Met zijn vorig album "Travelin' Bone" en een uitspraak die mij altijd bijgebleven is (Taj Mahal says : "there's a big difference between having the blues and playing the blues".) kon deze troubadour mij in 2002 al overtuigen van zijn talent. De opvolger "Getaway" is een pracht cd geworden. Niet meer zo recent dit album maar blijkbaar heeft Mike het op dit moment te druk met zijn andere hobby. Maar het blijft nog steeds de moeite waard om dit album te beluisteren en eventueel aan te schaffen. Als het al lang bestaat weet ik niet maar anders heeft Aiken dit zelf uitgevonden : Maritieme folk/rock op zijn best ! Maar ook Americana, roots invloeden van country, blues en reggae vind je terug op dit schijfje. Mike Aiken haalt de broodnodige inspiratie voor zijn songs , hoe kan het anders, uit zijn reisverhalen. Negen van de twaalf songs zijn van de schipper zelf en de brave man heeft een aangename stem die mij wel eens doet denken aan John Prine, bovendien kan hij uitstekend gitaar,steel gitaar, mandoline, keyboards en harmonica spelen. Bovendien komt vrouwtje lief ook eventjes in de studio langs, niet alleen om wat boterhammetjes te brengen, maar zij laat zich niet onbetuigd bij de backing & harmony vocals. "Mike Aiken writes songs for a small planet, songs about the human journey". (cd baby). Meestal rustige ballads met een prachtige cover van Gershwin's "Summertime" (en een ferm stukje slide gitaar) en de traditional "Jolly Rovin' Tar" met Bob Zentz op button accordion en harmony vocals. Als afsluiter het instrumentaaltje "Find Me" en laat ons hopen dat Mike wat meer tijd vindt om nog eens de studio in te duikelen en ons weet te vinden om een reviewke te maken over dat eventuele nieuwe album. Prima cd.
BOB
"SNAKESHAKER"
ANGELL'S BLUES OULET
I FEEL SO GOOD
Website : www.cdbaby.com
Email : bluesoutlet@aol.com
Label : Wing Chun Records
www.cdbaby.com/cd/bluesoutlet
Bob Angell's Blues Outlet bracht in 2002 een album "I Feel So Good" uit, hetgeen in de Providence, RI blues scène, zeker een grote indruk heeft na gelaten. Bob Angell kreeg dan ook niet de geringste medewerking voor dit album. Hij kon namelijk rekenen op Duke Robillard, Paul Geremia, Dan Moretti en James Montgomery bij de opnames van dit 'good time blues' album. Niet dat Bob Angell zo'n geweldig zanger of een geweldig gitarist is, maar zijn zeven zelfgepende songs en covers van o.a. Broonzy en Mayell laten ons echt die sfeer beleven van 'American Classical Music': de blues, oud en modern. Zo klinkt hij als een mysterieuze Peter Green in "Loneliest Man In The World". Op de titeltrack en "Trouble in Mind" horen we Kelly Knapp, een zeer bewegende vocaliste, en voor de backing zorgden Chicago Vinnie Earnshaw op bas en Jack Moore op drums; maar tevens bijgestaan door het overweldigend harmonicaspel van Robert Marsella. Onze gasten zijn te vinden op het sterke "Nach'l Boy" met Duke Robillard voor het uitblinkende gitaarwerk, James Montgomery's mooie bluesharp geluiden in "I Feel So Good", Dan Moretti's op sax in "That's What I Mean By Love" en Paul Geremia's slide in "Take This Hammer". Twee andere tracks, geschreven door Bob zelf, "Olneyville Stomp" en "Cigarette Smokin' Women", horen we Angell's fijne gitaarspel naast Robert Marsella op harmonica. Ook J.B. Lenoir's "Voodoo Music" is zo'n prachtig nummer. Deze drie laatste songs moeten zeker niet onderdoen voor de eerder vermelde songs. Drie van al deze nummers werden opgenomen in de legendarische Sun Studios in Memphis, waaronder de twee afsluiters "Big City Blues (Part 1)" en "Muddy Memories", een nummer dat veel weg heeft van Waters' "I Can't Be Satisfied". Niet te geloven hoe snel de tijd voorbij ging bij het beluisteren, dertien nummers passeerden in iets meer dan een half uur, maar het gevoel dat overbleef was : "I Feel So Good".
ANN
KLEIN
MY OWN BACKYARD
website : www.ann-klein.com
label : Eigen Beheer
info : annklein@verizon.net
Booking : musicart@aon.at
www.cdbaby.com
(eerder verschenen materiaal)
Klein van gestalte maar .....wat Ann Klein op haar vierde cd "My Own Backyard" laat horen is van grote kwaliteit. Eerder verschenen van deze New Yorkse schone de albums "Driving Insane" (out of print) , "For The love Of Love"(1999) en "Waiting for The Snow" (2002). En toch geraakt zij bij het grote publiek niet erg bekend. Als voortreffelijk gitariste zat zij ondermeer in de bands van Ani di Franco en Joan Osborne, speelde zij op het album van Natalie Umbruglia en stond zij op de cover van Bilboard met een artikel over New Yorks Best Unsigned Bands. Referenties die kunnen tellen. Misschien is zij in Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland en Italie beter bekend want in het verleden was zij daar verschillende malen met haar vaste begeleidingsband uit Salzburg Oostenrijk (Klaus Kircher- bas, vocals en Robert "Bob" Kainar- drums, percussie) op toernee. Het is niet eenvoudig om Anneke in een specifiek muziekaal hokje te plaatsen. Met de openingssong van dit album en de vraag "Hank Williams" (would you please come back) verwacht je een country deuntje maar het is frisse pop rock met onmiddelijk een staaltje van Klein's gitaarkennis en het Hammond orgeltje van Rob Arthur. Diezelfde man komt ook nog eens langs met zijn accordionneke op het popdeuntje "Dancing In the Rain". Iets meer roots en Americana met het up-tempo "You Can be My Rainy Day","Love is Standing By" en "Part Of The Game"(met mandoline van A.Klein). Het fluisterend en vol emoties gezongen "Your Southern Charms" krijgt als extraatje Ann Klein op lap steel.(prachtig). En de afwisseling blijft duren want met "Sad song" haalt zij de dobro boven en met deze song van haar partner Tim Hatfield en producer van "My Own Backyard"(op de titelsong ondermeer Eric "Roscoe" Ambel op gitaar) krijg je een beetje bluegrass voorgeschoteld. De traditionele iets bluesy streep is met de song "Go Back to Chattanooga" van de partij. Weer die prachtige lapsteel,Hammond b3, en Wurlitzer als toemaatje. Een tikkeltje country met "All That I had Missed". "There's A Storm comin'" is de perfecte afsluiter van dit heerlijk album, rustige storytelling met de prachtige stem van deze veelzijdige instrumentaliste singer/songwriter Ann Klein. Anneke komt op toernee in Februari (zie www.ann-klein.com) en hopelijk haalt er iemand haar eens naar Belgie. Klein maar dapper ...klasse
FRANK
CARILLO AND THE BANDOLEROS
BAD OUT THERE
Website : www.frankcarillo.com
Info : info@loritomgt.com
label : Jezebel Records
Distr: Sonic RendezVous
info : www.sonic.nl
Frank Carillo, zanger, gitarist en tekstschrijver. De man verantwoordelijk voor het opmerkelijke gitaargeluid op albums van o. a. Peter Frampton ("Winds Of Change", "Frampton’s Camel" en "Something’s Happening"), Johnny Hallyday ("Insolitudes") en Carly Simon ("Spy") beschrijft zijn artistieke verleden als ‘het eenmansorkest van CBGB’s', de legendarische New Yorkse Punk club, voorman van de southern rock formatie Doc Holliday, genoemd naar de astmatische partner van Wyatt Erp. De groep maakte een aantal opmerkelijke platen voor A&M Records, waarvan er enkele onlangs zijn heruitgegeven door het Duitse kwaliteits label Bear Family Records. Helaas was het leven van de groep net zo kort als dat van hun naamgever. Ook bracht Frank een paar prachtige solo platen uit, waarvan we "Rings Around The Moon" (1978) en "Street Of Dreams" (1979), beide op Atlantic Records, noemen. Carillo was ook in die laat zeventig jaren op toer met bands als o.a. Led Zeppelin, The J. Giles Band, Cheap Trick, Van Halen en Tom Petty & The Heartbreakers. En toen was er Golden Carillo en het album "Toxic Emotion" (1990) . Een fraaie plaat, gedragen door de prachtige stemmen van Annie Golden en Frank Carillo. In 2002 verbleef Golden Earring enige tijd in het Amerikaanse stadje Millbrook waar de Haagse band samen met Carillo de CD "Millbrook U.S.A." opnam, zeven nummers op dit album waren van de hand van Carillo. De laatste jaren was hij meestal op toer in Noord Amerika en Europa als gitaarspeler van de legendarische blues gitarist, John Hammond. Het spelen met zo'n grote blues musici heeft hem zeer veel artistieke ervaring verleend. Eens temeer dat hij gitaar speelde op "Slick Crown Vic", één van de laatste cd's van John Hammond, waarvan David Hidalgo de producer is. En daar Carillo nu iemand is die niet bij de pakken blijft stil zitten, richte hij onlangs een nieuwe band op met de mooie naam : Frank Carillo & The Bandoleros. Deze band bestaat uit Norman DelTufo op percussie/backing vocals, Eddie Seville op drums/backing vocals en Karl Allweier op upright bas/backing vocals. En van een comeback gesproken ! Op zijn nieuwe album "Bad Out There" (Jezebel Records) klinkt hij samen met zijn band, The Bandoleros echt groots. Rootsy/rock songs met soms een stevig randje; in de Americana-achtige ballads dan weer de tederheid zelve. "Tail that Wagged the Dog", "Wrong#" en "The bluebird is gone" zijn in het 'oor' springende bewijzen van goed songwriterschap. Met "Bad Out There" bevestigt Frank Carillo, een singer-songwriter met de nodige rock- en bluesinvloeden te zijn. Een performer die daarnaast over het vermogen beschikt om in veertien nummers zijn open kijk op alledaagse zaken, zoals eerlijkheid, arbeid, liefde en geluk, met een juist gevoel te brengen en omwille van zijn krachtige stem een plaats opeist naast een Springsteen of een Hiatt.
THE
WAKEFIELDS
FALLING DOWN BLUE
( Record Sampler )
website : www.wakefieldsmusic.com
label : Eminence Records
info : www.eminencerecords.com
thewakefields@wakefieldsmusic.com
www.cdbaby.com/cd/wakefields
From Seattle Washington en dan kan je er meestal van op aan dat het kwaliteit is wat bij je in de bus valt. Zo ook met the Wakefields, alt.country, traditionele country, roots met een stevige portie Bakersfield sound, wat rockabilly en zelfs een snuifje swing. De groep gooit een EP met een vijftal songs op de markt als voorbode van een eerste full cd die in februari op de markt komt. De groep zit in het zelfde vaarwater als The Derailers, Domino Kings, Mavericks... Ondermeer zanger en gitarist Jason Kardong, drummer Lynn W. Sepeda hebben hun muzikaal verleden bij Six String Eric and his Lazy Ranch Hands. Verder behoren Eric Himes op bas en Arne Chatterton, Hammond orgel en piano tot dit groepje. Een extra vermelding voor guest players Nova Devonic en Billy Joe Huels die op de song "Never Me" respectievelijk hun accordionneke en trompet hanteren alsof zij bij de Mavericks van de partij zijn.Vijf originele songs van de hand van Jason Kardong die op dit EP'tje bewijst dat hij die typische twang à Raoul Malo kan brengen."Falling Down Blue" en "What you do"en het prijsbeest "Never Me" zijn songs die moeiteloos op het repertoire van diezelfde Mavericks kunnen thuishoren. Het afsluitertje met de titel "Why (did you have to pick me)" doet mij denken aan dat oud VDAB grapje met een iets racistisch trekje maar laat hier een swingend jazzy soundje horen. Prima debuut, maar..het zal afwachten worden of The Wakefields bestempeld zullen worden als een zoveelste Mavericks klinkend groepje of dat zij op hun full album mij kunnen overtuigen van iets meer originele klemtonen en sound. Wait and See !
MELISSA
MARTIN
and the MIGHTY RHYTHM KINGS
ON THE MARK
Website : www.mightyrhythmkings.com
info@mightyrhythmkings.com
dave@mightyrhythmkings.com
Label : Big Beat Records
Als ik "On the Mark"(2003) van Melissa Martin and the Mighty Rhythm Kings uit Pennsylvania beluisterde, voelde ik meteen na drie of vier tracks iets speciaals. De stijl van muziek die ze spelen en hoe ze die dan overbrengen op deze cd, hierbij voelde ik dat deze sound mij verplaatste van achter mijn bureau en stereo, en me verplaatste naar een cabaret uit de jaren '40. En plots was ik daar in mijn beste pak, op de dansvloer allemaal swingende gedaanten, zelf begon ik al met de voeten te stampen en me zeer goed te voelen bij het beluisteren van deze good looking blondine die song na song een prachtige begeleiding kreeg van een geweldige bluesy, jazzy, juist "On the Mark" swing band, the Mighty Rhythm Kings. Deze band bestaat uit Melissa Martin voor het vocale, David Sagherian op gitaar, Robin Poggi op drums en vocals, Paul Matecki aan de piano en vocals, Neil Taylor op gitaar en Jeff Michael op bas. Op het album staan elf nummers, allemaal prachtig bewerkte covers waarin Paul Matecki ook naar voren stapt om een mooie versie van de boogie-woogie barnburner "Lovin' Machine" te zingen. Martin's soulvolle stem komt best tot zijn recht in "Get On The Right Track" en "You Don't Move Me No More", zelfs haar "It's love 24 Hours A Day" is een zeer zwoel gezongen nummer , maar dat kon u al raden aan de titel. Ook in de kalme nummers als "Want Me Some Love" valt alles best op zijn plaats. "On the Mark" van Melissa Martin and the Mighty Rhythm Kings is zeker een plaat voor deze lange wintermaanden. Een plaat die de sfeer van de perfecte jump blues in huis heeft, en daardoor zo gezellig en warm klinkt dat u er vrolijk van wordt. Ik vermoed dat deze gasten live op eender welkeroegentocht of festival de tent plat spelen met deze muziek.
DAN
NEAL
WHEN THE BIG PICTURE FADES
website : www.danneal.com
label : Eigen Beheer
info : info@danneal.com
www.cdbaby.com/cd/danneal
Bij onbekende namen heb ik altijd de neiging om eens te kijken wie er eventueel
meespeelt, welke instrumenten er gebruikt worden, welk label, producer ..enz.
Want Dan Neal mag dan voor mij een illustere onbekende zijn, de mensen die
op dit album van de partij waren in de studio veel minder. Zo is de ganse
Lucinda Williams band van de partij : Doug Pettibone, gitaarvirtuoos zonder
concurrentie, Jim Christie op drums en Taras Prodaniuk op bas. Bovendien komen
Phil Parlapiano (speelde ook mee op Heather Waters cd "Shadow Of you",
album van het jaar 2004 voor ondergetekende) Hammond B3 organ, piano &
akoestische gitaar en niemand minder dan multi-instrumentalist Greg Leisz
ook hun duit in het zakje doen. Klasse volk in de studio en dan moet Dan Neal
voor de kers op de taart zorgen. Deze singer/songwriter pende twaalf songs
waarvan twee met zijn jeugdvriend Gary White, producer van dienst die ook
terug te vinden is op akoestisch, elektrisch en bariton gitaren. Songs die
handelen over de traditionele thema's in het storytelling programma : 'finding
love, losing love, growing up and being happy, growing up and being sad, growing
up and became smarter, dumber, wiser, whatever'. Dit alles in een mix van
folk, pop, rock en wat country en een ietsiepitsie blues. Meestal erg rustige
songs en zijn stemgeluid doet mij denken aan Richard Thompson, Tom Petty,
de jonge Elvis Costello, Joe Jackson. Natuurlijk zijn de verwachtingen hoog
gespannen met zulke begeleidingsband en daarin schuilt het gevaar dat wij
Dan Neal tekort gaan doen. Het is een album geworden dat je meerdere malen
moet beluisteren, een album dat moet groeien want met zulke klasse in de studio
heeft Dan's stem het wel eens moeilijk om hetzelfde hoogstaande niveau te
halen. Met hier en daar wat prachtige backingvocals wordt voor dit probleem
een gepaste oplossing gevonden al is een song als "Koi Pond" te
veel rock voor Dan. De man zijn stem hoort bij klassesongs als "Fire
Under My Feet", "When The Big Picture Fades" (het begin lijkt
sterk op "Streets of London") en het prachtige "My Perfect
Live" en "Painting Outside the Lines". "17 Fridays Till
April" zou een prachtige song zijn voor Tom Waits en "Oregon"
voor Randy Newman. Dit maar om te illustreren dat de man songs van niveau
kan pennen. 'Dan Neal's future as a singer/songwriter is shining bright' !
Kijk ook eens naar de man zijn verzorgde website.
RED
ROOSTER
DOSE
website : www.redroostermusic.com
www.redroos.com
Email : theband@redroos.com
Label : Wondermore Records
www.wondermore.com
www.cdbaby.com/cd/redrooster2
Red Rooster is een van de meest ambitieuze Americana duo's van dit moment. Deze twee heren Jay Erickson (gitaar en zang) en Nat Zilkha (dobro, leadgitaar) uit New York wil duidelijk een brug slaan naar het grote publiek. En als je luistert naar hun tweede cd, "Dose" denk je vanzelf: waarom niet? Zo goed zitten de liedjes in elkaar en zo goed worden ze gespeeld. Red Rooster, bijzonder sterk door de donkerbruine zang van Erickson, koppelt Americana gewortelde muziek met allerlei stedelijke invloeden. "Dose" is dan nog eens een dubbel-cd, met op de eerste cd een verzameling songs waarin invloeden van country, blues, folk, rock en hip-hop, jazeker, samengaan, maar tevens ook allerlei moderne snufjes zoals: versterkers, samples en computers naar boven komen. Zeer origineel als u het mij vraagt, alles kan op dit eerste deel. Als hier niet aan vernieuwing wordt gedaan binnen het Americana genre, dan weet ik het wel niet ! Maar dan gaan we over naar de tweede cd, en horen we diezelfde liedjes, in een andere volgorde, maar nu in een volledige akoestische versie. Het moge duidelijk zijn : "Dose" levert een super gevarieerde cd op die, hoewel strak-glad geproduceerd door Dan Rowe en Erickson zelf, muzikaal boeit van begin tot eind. Wat ik wil zeggen: "Dose" is muzikaal vakmanschap voor elke Americanaliefhebber en door deze cd aan te schaffen krijgt u niet één maar twee schitterende cd’s in huis.
WENDY
NEWCOMER
RAISED ON PROMISES
website : www.wendynewcomer.com
Email : wendy@wendynewcomer.com
label : Big Scrimp Records
info & management :
mandy@transparentcm.com
www.cdbaby.com/cd/wnewcomer
Het mooie kind heeft haar naam niet gestolen ...Wendy Newcomer, inderdaad een nieuwkomer in het country, Americana, roots/rock wereldje. Sinds 1995 actief in en rond Nashville en zoals zovelen hopen op de grote doorbraak en de aanverwante majorlabels. Opgegroeid met de traditionele invloeden van grootheden als Emmylou Harris, Linda Ronstadt, Bonnie Raitt stond Wendy ondertussen al op het podium van de Grand Ole Opry als openingsact voor Delbert Mc Clinton, Lee Roy Parnell en Johnny Paycheck. Met haar eerste mini-album, slechts zeven songs, laat Wendy een stevige indruk op deze jongen. Met "Cold Blue Shadow" wordt onmiddelijk de pedal steel op het podium gesleurd en in combinatie met Wendy's prachtige stem is dit "het" eerste kippenvelmoment van dit album. Song "105" is van de hand van Fred Eaglesmith en geeft ons een idee waar je dit up-tempo nummertje het beste kan beluisteren nl : in je cabrio, met je haren los in de wind (niet voor iedereen weggelegd) een zonnebril op je snoet en zien en gezien worden. Op Track 3 "Off the Wall" (stevige drums en percussie) en "Moment Of Weakness Too Strong" (mamdolin, violin, fiddle en banjo) krijg je een impressie van de kunde van de mensen die Wendy terzijde stonden in de studio. Het juweeltje van dit album is volgens mijn bescheiden mening haar eigen gepende song "Never Gonna Heal This Way" . Met steelguitaar en hemels mooi gezongen is dit een song die moeiteloos in de hoogste regionen van de Bilboard Charts moet zien te geraken. Met een cover de Tom Petty song "American girl" bewijst Wendy dat zij ook het betere rock/roots werk niet schuwt. De afsluiter "Live & Learn" bezorgdt haar een levensles en wij hebben met "Raised On Promises" een weliswaar kort maar mooi debuut album van Wendy Newcomer. "With a performance reminiscent of a young Emmylou Harris, Wendy Newcomer debuts her beautiful voice on an album that captures her love for Americana and rockin' roots country...fun, edgy, thoughtful, haunting and a "must have" for fans of Americana music (cd baby). Wendy Newcomer is ook nog bij een ander project betrokken. Singer-songwriters Kylie Harris, Wendy Newcomer en Shanna Strassberg brengen onder hun drietjes in Nashville een avondvullend proramma met de titel "MADAM OVARY". (zie foto). Mocht je in de buurt zijn zeker gaan kijken en luisteren. Wij moeten het voorlopig doen met dit schitterend schijfje. (SWA) Met dank aan Mandy West (President Transparent Creative Management)
PAUL
METSA
TEXAS IN THE TWILIGHT
website : www.paulmetsa.com
Label:www.loudhousemusic.com
loudhouse@austin.rr.com
Distr: Sonic RendezVous
info : www.sonic.nl
Hoe lang zit hij in het vak? 25 jaar? 3O? 35 misschien? Hoe dan ook, Paul Metsa is nog lang niet versleten. Hij bewijst nogmaals dat in rootsmuziek eigenlijk maar een wet geldt: hoe ouder hoe beter, net als bij een goede fles wijn. En nu weten we dat platenfirma´s het niet makkelijk hebben, reden waarom ze hun artiesten aansporen liveplaten te maken. Dat is goedkoper dan vertoeven in een dure studio. Dat bewijst ook deze singer-songwriter uit Minneapolis, die uitpakt met "A live solo performance recorded in October 1990 at Mars Studio, Austin, Texas". De opnamen, op een cassette, raakten vergeten, totdat Metsa in zijn archieven de tapes terugvond en de livesessies in de studio alsnog uitbracht. Metsa speelde de zestien songs live in de studio, gedurende een twee uur sessie en de opnamen vonden zonder verdere technische toevoegingen plaats onder het toeziend oog van producer Bob Johnson. Tijdens deze sessie was het genieten geblazen want dit is wel muziek van de bovenste plank: Metsa brengt zijn politiek gerichte ideeën zo overtuigend over in deze songs, dat deze je niet koud kunnen laten. Misschien wel wat een ééntonige karakter, dit pas uitgebrachte album "Texas In The Twilight" van deze performer, die door de jaren al redelijk wat gruis op zijn stembanden heeft, en naast die stem enkel zijn gitaar als belangrijkste element heeft. Maar door de puurheid van deze verhalende nummers bewijst hij, dat vijftien jaar geleden er nog van die singer-songwriters waren met het hart op de goede plaats en bewogen waren door alles wat er mis ging in onze maatschappij. Troubadour met klasse !
JAMES
SASSER
SOUTHSIDE OF SORROW
website : www.jamessasser.com
label : Eigen Beheer
info : sassermusic@hotmail.com
www.cdbaby.com/cd/sasser
Leuke cd van een aardige jonge man die volgens mijn bescheiden mening wel eens kon uitgroeien tot een vaste waarde in het alt. country / roots wereldje. James Sasser was nog vrij recent bezig met groepen als Junco Parker en Fairfield. Maar nu zijn solo debuutcd "Southside Of Sorrow". Het schijfje zit geregeld in mijn cd speler en dat is voor een nieuwkomer al een ferme prestatie. Portland's elite werd opgetrommeld om James Sasser terzijde te staan :bluegrass icoon Jason Barlow (fiddle & mandolin), John Koonce op drums, Steve Adams op Fender bas. Maar ook bluesman Ken "Willie" Scandlyn op slide gitaar, Linda Feldmann op accordion en vooral veel pedalsteel op dit album. Elf prachtige songs die een mix vormen van country "At Least I'LL Know", "Country Desire", "Nearly november" country rock met het schitterende "Lost and Found" (op het lijf van Bob Dylan geschreven) "Time Never Wanders", "This One for you" (a song written for Steve Earle ??) zelfs wat West Coast country met songs als "Don't Be Wasting My Time","Boxcar Baby" (à Dwight Yoakam) , "Going Down" en een bluesy "That Kinda Day" met een prachtig stukje smoelschuiverij. Maar het orgelpunt van dit album is de titelsong en sleper van buitenaardse klasse "Southside Of Sorrow" met een hemels accordionneke. Eigenlijk staat er op dit album geen enkel zwak nummer en het bewijst dat wij rekening moeten houden met deze James Sasser. De man berichtte mij dat hij rond kerstmis een bezoek zou brengen aan Europa en zelfs ons kikkerlandje zou hij aandoen. Jammer genoeg heb ik hier nergens ook maar één aankondiging van optredens gezien. Gemiste kans !!! Klasse album .
OUTTA
D' BLUES
LOCAL SUPERSTAR
Website : www.outtadblues.com
label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/outtadblues
'New urban folksongs, blues with a touch of humor' zo kan je het best de muziek omschrijven van Outta d'Blues op hun album "Local Superstar"(2003). Dit bonte gezelschap bestaat uit Deny Rowand (gitaar, vocals), Norman Lee Weatherby (gitaar, vocals), Josh Rowand (bas, gitaar), Boomer Hess (harmonica) en Chris Muscarella (drums). Frontman Deny Rowand heeft alle nummers zelf neergepend, buiten "Born To Boogie" en "Pitbull Boogie" waarvoor zijn zoon Josh 'words&music' voor zijn rekening nam. En wat een gitaarspel van deze jong knaap! Niet voor niets dat hij "The Pitbull of Blues" als bijnaam kreeg. In Kelly’s Pub in Hollywood, zijn het graag geziene artiesten, niet alleen dat ze zoveel plezier maken maar ook laten zien datgene wat ze in hun marge hebben. Deze sfeer weten ze ook goed over te brengen op "Local Superstar". Buiten de eerder vernoemde swingende nummers van zoonlief, zijn "Sensitive Man Gets Tough," "If Momma Ain't Happy" en "Deadman Blues" beslist de uitschieters. Alhoewel deze nummers geen wereldsongs zijn mogen ze er wel prat op gaan, want nergens wordt er uit de bocht gegaan en weten ze alles spontaan en vanzelfsprekend te houden. Kortom : "Local Superstar" is een traditionele, ouderwetse, krachtige en goeie roots/blues plaat. Ik kan met zoiets al flink tevreden zijn, nu U nog !
THE
JEFF AND VIDA BAND
LOADED
website : www.jeffandvida.com
label ; Binky Records
info : info@jeffandvida.com
cmaxwell@premier.net
Moedertje post haar wegen zijn ondoorgrondelijk want waar dit pakketje heeft
uitgehangen mag Joost, en al de anderen die de "Post" gingen redden,
weten. Maar uiteindelijk toch bij Rootstime geraakt en dus beginnen wij er
maar aan. Sinds 1998 bouwen Vida Wakeman en Jeff Burke aan een ijzersterke
live reputatie in "hun" New Orleans. From Appalachian Bluegrass
to Alternative Country, op dit moment zijn Jeff & Vida een van de meest
bekende acoustische roots acts geworden. In 2000 verscheen hun debuutcd "One
Horse Town" en Binky Records was er als de kippen bij om hen een platencontract
aan te bieden. Met de opvolger "The Simplest Plans" verschenen in
2002 brachten zij de bevestiging van hun American roots, blues, country, rock
& roll , bluegrass sound. Met de krachtige stem van Vida en Jeff's onvermoeibaar
gepingel op dobro, mandolin, banjo brengen zij met de cd "Loaded"
een nieuw pareltje op de markt. Ondertussen vervoegde Mike Kerwin de band
en met zijn stand-up bas (zie foto) kreeg de Jeff & Vida band een extra
podiumact. Met de up- tempo nummertjes "High Load Heavy Load" en
"Don't Give Your Heart (to a stranger, girl)" krijgen wij onmiddelijk
een staaltje van Vida's vocale kwaliteiten en de gitaarkunstjes van Jeff.
De gouden raad van tante Kaat en track 3 : "I'm blessed But Not Favored,
you get what you payed for" is een van de vele hoogtepunten op dit album
en doet mij enigszins denken aan de story van de "Coat Of Many Colours".
Bluegrass van uitstekende kwaliteit mag je van "Let Him Go","Fresh
Start"en "I Remember Wrong" verwachten. Tranencountry met de
tearjerker Eh Eh Eh, I I I, Oh Oh "Lonely Eyes" (met een pianoriedeltje
).Bluegrass met een rock & roll stempeltje en de twang van Vida's stem
in "Baby Don't Do Me Wrong". Een tikkeltje rockabilly in "Everybody's
Darling" scheurende gitaren en weer die pompende piano. Met "I Cried"
krijgen wij de jazzy side van The Jeff & Vida band te horen. Met een song
als "The Blacktop Shine" zou Neco Case of Libbi Bosworth ook wel
uit de voeten kunnen (luister ook eens naar dat orgeltje). De afsluiter "Trouble
& Sorrow" geeft een verkeerde indicatie aan want Jeff & Vida
hoeven zich geen zorgen te maken en nog minder problemen want hun concertagenda
staat overvol en dit album is * * * * waard. All songs written en arranged
by Jeff & Vida, prachtig koppel, leuke band, prima songs en deskundige
hulp in de studio, moet er nog zand zijn 'All things cool in the bluegrass-
roots/rock world'.
THE
WISEMEN
26 SONGS
Website : www.thewisemen.net
Email : thewisemen@easy.com
Label : eigen beheer
Te lezen op hun website : "the wisemen are purveyors of fine roots rock since 1999, we do folk-rock, alt country, country-rock, psychedelic–rock, soul-rock, blues-rock and rocks that don't yet have names!" En ja dit is allemaal te horen op "26 Songs" (2004), een collectie van songs uit 2 ep's en 2 mini-albums die opgenomen werden tussen 2000 en 2004, met drie extra nummers die vorige zomer werden opgenomen speciaal voor dit album. Grote, vervallen steden brengen een typische vorm van folk/Americana voort. Lancaster is wellicht het beste voorbeeld, The Wisemen heeft die geworteldheid in het verleden, maar tegelijk de drang om een nieuwe, unieke sound te laten horen. Op "26 Songs" zorgen fiddle, autoharp, mandolin en banjo voor de welhaast antieke touch. In contrast daarmee het sobere gitarenspel en niet alledaagse liedjespatronen met macabere en weirde teksten die kunnen handelen over alweer een verloren zomer... Uitschieters zijn "One Long Day" en "You've Got Me", de prachtig rustige bluesy track die ons meteen laat denken aan the Rolling Stones. Kortom : Deze band bevindt zich momenteel in de groeifase, maar welliswaar een mooie kennismaking.
P.
VAN SANT
I'M A BELIEVER
Email : pvansant44@hotmail.com
Label : Blue Gems
www.pmp.be
pmp.patrick@skynet.be
Eén van de meest integere en authentieke blues cd’s uit 1996 was “This Hounddog Is Still Howlin’” (waarop onder meer werd meegemusiceerd door Vincent Pierins, Cesar Janssens, Raf Timmermans en Ludo Beckers). Er werden tweeduizend exemplaren verkocht, een goede score voor een genre buiten het commerciële circuit. De auteur van dit juweeltje was geen onbekende oude neger, ergens opgediept uit het rurale zuiden van de Verenigde Staten, maar een gewone volksjongen uit het Leuvense.(Back to the Roots 1998). Ook zijn album "Me & The Guitarman" (1999) dat werd uitgegeven door de Nederlander Arthur Praet (Pink Records), die P. stimuleerde om zich als akoestisch performer te profileren en hem onderbracht bij zijn tweede label Toe Records, een platenlabel met enkel singer-songwriters, kon rekenen op zeer goede recensies in de pers, waar zijn plaat in het algemeen werd omschreven als een aangenaam warm en gezellig album. Gitarist/singer/songwriter P. Van Sant (44) is een buitenbeentje. De man begon met blues op zijn vijftiende en had bij zijn solodebuut in 1996 al twintig jaar podiumervaring achter zich. Ruim tien jaar daarvan maakte hij deel uit van The Boxcars, een van de Belgische populairste bluesacts uit de jaren tachtig, die in 1982 de finale haalden van Humo's Rock Rally. Na het splitten van deze groep ging Sante, zoals hij zich noemde, verder onder verschillende noemers. Zo stond hij bijvoorbeeld op Marktrock onder de noemers "The New Boxcars", "Sante & The New Boxcars", "Double Aces" en wellicht nog een reeks andere namen. P.Van Sant laat zich kennen als een singer-songwriter in de beste Amerikaanse traditie. Zijn in rokerige kroegen gerijpte stem schurkt zich zo gretig tegen de folk, country en swampblues aan dat je je in de broeierige Mississippi-delta waant. Geen onbekende oude zwarte, ergens opgediept uit het rurale zuiden van de Verenigde Statan maar een gewone volksjongen uit het Leuvense. Van Sant laat zich inspireren door zijn blueshelden Leadbelly, Mississippi Fred Mc Dowell en Townes Van Zandt. Net als hen haalt P.Van Sant zijn inspiratie voor zijn muzikale kortverhalen uit eigen ervaringen, waarnemingen of gebeurtenissen die het nieuws domineren. Van Sant a.k.a. Sante is een echte live-performer en hij sleept het publiek mee in zijn muzikale leefwereld. Knarsende gitaren, puur luistergenot en een stem die John Hiatt met Johnny Cash kruist met in de oren smeltende liedjes. Voor “I’m A believer”, het nieuwe album dat deze maand op de markt komt koos hij wederom voor een ander label, Blue Gems. Deze nieuwe thuishaven (met o.a. Froidebise, Blinkit en William Souffreau) is voor Van Sant, de perfecte plaats om zijn carrière verder uit te bouwen. Op dit album werkte P.Van Sant samen met David Vertongen(drums), Andries Boone (mandolin,fiddle) en Jasper Hautekiet (The Ballroomquartet) op bas. Gast Steven Troch kan u horen op het rustige “Rex’s Blues” op bas harmonica en harmonica. Opmerkelijk is ook het mooie viool- en dobrospel in dit sterke nummer. "Don't tell me how to do it" is zeer goed te rangschikken in de Amerikaanse country traditie, met een alomtegenwoordige viool. Deze feestelijke muziek nodigt dadelijk uit om te dansen, zoals ook "Midlife crisis Blues" een zeer sterke song in de aloude countrytraditie. Kortom we zijn noch maar aan nummer zes van dit twaalf tellende album, allemaal songs met een eigenzinnige mix van blues, folk en wereldmuziek met singer-songwriting van de bovenste plank, uniek en origineel. Afsluiter "Are You Hooked" is er zo één dat voldoende stof geeft om na te denken, zoals de titel reeds laat vermoeden. "I'm a Believer" brengt gewoon : pure geloofwaardige blues/roots in al zij facetten, Made in Belgium. Klasse !!
RED
HOT POKER DOTS
JETLAGGED & JITTERY
website : www.redhotpokerdots.com
label : Atlantis recordings
info:info@redhotpokerdots.com
redhotpokerdots@hotmail.com
Originele naam en ze komen uit Melbourne Australie, dat belooft. Want komen the Chrome Daddies, Red Rivers, Rock Bottom James & the Detonators (waarschijnlijk op BRBF Peer 2005) en the Diddley Daddies ook niet van Down Under. (Reviews van bovenvermelde groepen en hun cd's kan je op onze website terugvinden). En net als hun landgenoten krijgen we weer een staaltje van Hillbilly, Rockabilly, traditionele Country met lekker veel pedal steel, kortom smullen ! Zelf omschrijven zij het als "Smokin Roots- a - Billy' tunes". Ach als het kind maar een naam heeft en The Red Hot Poker Dots hebben wel een erg originele naam. Dit clubje van oude schoolkameraden bracht in 2003 hun debuut cd "Thirty Miles Square" uit en na een erg vermoeiende maar boeiende concerttoernee door Europa en Amerika (lees het reisverhaal maar eens op hun site) is het geen wonder dat de opvolger de naam meekreeg van "Jetlagged & Jittery". Niet gelachen zo een artiestenleven zulle. Maar ze hebben het overleefd en brengen ons nu dertien roadtested songs. From the country numbers complete with yodeling (Can't Live Without It), dobro and pedal steel, to the crooning ballads with genuine honky tonk piano, the Red Hot Pokers make you believe that they have indeed gotten away with it all. Leuk groepje met een bijzonder extraatje want het volgende zul je niet dikwijls zien op onze podia :"Perhaps the only woman you'll ever meet who can play slap bass, yodel a tune, and be standing a top off her bull fidlle all at the same time". En als Lil' O' Dette , want zo is de naam van dit (wereld) wonder, dit allemaal klaarspeelt in het zelfde outfitje dat wij kunnen aanschouwen op het hoesje en de pictures op hun site ....Yee Ha ! Oh ja, waar was ik gebleven .. the Red Hot Poker Dots overige leden : Ray Dee Ator : Vocals & Twanging gitaren (schitterend op het instrumentaaltje "Chicken Scratchin'), Billy "Bob" Roobarb, mando, dobro &lead gitaar en Blind Dawg Walker, percussie & cowbell. Deze cowboys en cowgall will help you quikly forget your troubles and have you shaking the dust off of yer boots in no time. Pretentieloze, eenvoudige, gezellige muziek met meezingertjes als "Pony Pot Pie", crooning ballads en romantiek ("Country Star", "Fullmoons & Rainbows") met een subliem steel geluidje van gastspeler Drew 'Dot' Gallus, traditionele country met "Hangin' Tree", een ietsepietsie roots met "Saxapahaw"en "Hippoplatypus"(met speciaal voor Walter de Paduwa alias Dr. Boogie....de cowbell), rockabilly en hillbilly met de "Wheels Are Fallin' (from the wagon, I'm poor as a poor girl can be). Veel dobro en mandolin op het instrumentaaltje "Red Hot Stomp" en humoristische knipoogjes of wat dacht je van "C is for Cowboy" (a Spanisch cowboy) "GundaGai" (he broke my heart, he has to die, I take his gun ... and shot his wife). De meeste zangpartijen komen uit het bevallige strotje van Lil'O' Dette met ter afwisseling enkele vocals van Ray Dee Ator. Dit lijkt mij een band die onwaarschijnlijk veel plezier heeft in hun doen en laten en hopelijk maken zij de oversteek eens naar ... juist !
SONNY
LANDRETH
GRANT STREET
Website : www.sonnylandreth.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com
Sonny Landreth geniet hier te lande vooral bekendheid als één van John Hiatts Goners. En daarmee doen we dit uitzonderlijke slidegitaartalent royaal tekort. Landreth's spel kleurde immers ook al de platen van ondermeer John Mayall, Dr. John, Dolly Parton en Shelby Lynne, om zomaar willekeurig wat namen van andere werkgevers te noemen. En bovendien is hij met zijn eerste liveplaat "Grant Street" ook al aan zijn negende soloalbum toe. En wat voor één! Opgenomen in de Grant Street Dancehall, Lafayette, LA, op 23 en 24 April van vorig jaar, "Grant Street" bevat nummers van zijn eerste studioalbum (1981) tot zijn laatste album, het 'Best Contemporary Blues' Grammy-nomineerde "The Road We're On" (2003). De Amerikaan laat zijn gitaar gieren en scheuren met slide als handelsmerk en hij gebruikt daarvoor blues, rock en cajun. Hij behoort tot de echte groten, bewijst hij duidelijk op deze nieuwe plaat. Het siert deze virtuoos echter dat hij het grotendeels op eigen kracht doet, zijn begeleiding Dave Ranson op bas en Kennith Blevin aan de drums dienen vooral als versiering, want groot is hun inbreng niet en al zeker niet overheersend. Goed, deze Landreth kan zo goed omgaan met de slide, dat je soms het idee hebt of er niet twee gitaristen tegelijk aan het spelen zijn. En het mooie is dat dat zijn gitaarkunsten toch in dienst staan van het liedje, omdat Landreth de kunst verstaat om niet te overdrijven. Op zijn best is hij als hij de gitaar laat scheuren. En dat doet hij volop tijdens sommige rocknummers, enkele instrumentals en een feestlied ("U.S.S. Zydecoldsmobile"). "Gone Pecan" is een heerlijk rockende cajundeun, ommidelijk gevolgd door het zeer kunstig gespeelde instrumental "Port of Calling". Na de hevige bluesrock "Wind In Denver" is het de beurt aan "All About You", de man noemt volledig terecht dit nummer een 'power shuffle with attitude'. Beter hadden we het zelf niet kunnen verwoorden! Vergeefs zal je hier wachten op ook maar één moment van zwakte. Van de opener "Native Stepson" tot het tien minuten afsluitende "Congo Square" bevatten deze songs allemaal superieur materiaal, getuigend van een ongelooflijke instrumentbeheersing en een al even indrukwekkend schrijftalent. Zijn ballads zijn minder, want dan komt het aan op zingen en Landreth is nou niet echt een wereldzanger. Landreth laat de wederopstanding horen van het kleine bluescombo, zoals we dat kennen van de jaren zestig en zeventig. Dat betekent veel indrukwekkend virtuoos snarenwerk, vaak minutenlang, zonder enig verveelmoment. Vergeten zijn we natuurlijk niet het concert van onze geprefereerde snarenplukker op het Belgium Rhythm & Blues Festival te Peer, waar hij meerdere malen een knap staaltje van zijn kunnen bracht. Voor de afwezigen aldaar is "Grant Street" beslist een aanrader om nog eens te kunnen genieten van Sonny's gitaargeluid.
TARA
ANGELL
COME DOWN
Website : www.taraangell.com
Email : taraangell@psilos.com
Management : stevekrupa@psilos.com
Label : Rykodisc
www.rykodisc.com.co.uk
info@rykodisc.com.co.uk
Om een lang verhaal kort te maken: Daniel Lanois zei "Come Down" is "the darkest and truest record I've heard since early Black Sabbath." en Ron Sexsmith zei "Come Down" is beautiful, heartbreaking and tough at the same time." Voilà , Rootstime wil natuurlijk ook wat zeggen. "Come Down" is het debuut van Tara Angell, dat reeds in 2003 op het label Temple Drake Music verscheen, maar gelukkig pakt Rykodisc het geniaal kunstwerkje, anno 2005 weer uit, want onze New - Yorkse singer/songwriter laat zondermeer horen dat ze tot de betere singer-songwriters van het ogenblik mag gerekend worden. In een productie van Joseph Arthur, tackelt zij ondermeer op bijzonder smaakvolle wijze het magische "Hollow Hope" of de radiogevoelige opener "Untrue". Het spreekt echter boekdelen over haar talent als liedjesschrijfster dat in een dergelijk select gezelschap de beste songs desalniettemin tussen haar eigen pennenvruchten dienen te worden gezocht. "Mr. Faith" is er zo eentje. (Met zijn heerlijke mystieke donkere tekst en dan nog die lekkere stem – ergens in de buurt van Marianne Faithfull zeg maar.) Het rustige "When You Find Me". Da’s een liedje dat je maar wat graag elke dag op de radio zou horen. En liefst nog meer dan één keer ook… Of alle andere hartverscheurende composities die ons voor het eerst sinds lang weer eens doen terugdenken aan de muziek van Lucinda Williams en PJ Harvey. En daarvoor moet je al van bijzonder goeden huize komen....Enfin, je hebt het ondertussen natuurlijk al lang begrepen: wij vinden dit debuut van Tara Angell een aanrader van jewelste! Om het verhaal af te maken : "Marianne Faithfull's voice, Bob Dylan's phrasing, Bad Brains' spirit, Patti Smith's haunted aura, William Faulkner's pages, Flannery O'Connor's craft, Lucinda William's tenderness, Daniel Lanois broken breath, Lower East Side, Joseph Arthur Production"......"Come Down" is a masterpiece.
GLENNA
BELL
FACE THIS WORLD
website : www.glennabell.com
label : Eigen beheer
info : glenna@texas.net
www.cdbaby.com/cd/glennabell
www.sugarhillstudios.com/
news
Voor mij en voor vele collega's is CD Baby een geschenk uit de hemel. Een zeer gevarieerd aanbod van verschillende muziekstromingen en wat het zo interessant maakt is dat je vele songs gedeeltelijk kan beluisteren. Op die manier kan je veel kaf van het koren scheiden want laat ons eerlijk zijn, ook in het Americana, alt.country, rootsrock wereldje zit materiaal dat beter de studio's niet verlaat. Maar af en toe springt er iets bovenuit en alhoewel het nieuwe jaar nog maar pas begonnen is heb ik met "Face This World" van de voor mij onbekende Glenna Bell een juweeltje van een album vast. Deze Texaanse schone (geboren in Beaumont) die sterk beinvloed werd door de a-cappella songs in de plaatselijke kerkdiensten en de old-style country albums van haar eigen collectie.Daarom ook haar voorliefde om de opnames te laten doorgaan in de befaamde Sugar Hill studio's om die specifieke sound vast te leggen. Met producer John Evans (Texaans singer/songwriter), die niet alleen zijn band inschakelde om Glenna te begeleiden maar ook op twee prachtige duets met Glenna te horen is, is dit aardig gelukt. Blijkbaar zijn er al eerder opnamen van Glenna Bell verschenen maar dit is het eerste album dat onze aandacht trok. En hoe !!! Met tien eigen songs en ondermeer hulp van Chris Masterson op lead gitaar en bekend van zijn werk bij de band van Jack Ingram en The Blasters (?) en Brian Thomas op banjo (Jesse Dayton Band) slaagt Glenna er in om een zeer gevarieerd meesterwerkje af te leveren. Het mooie kind heeft een ietsje aparte stem maar het klinkt hemelsmooi. Af en toe doet haar stem en songs mij denken aan Mary Gauthier (waarvan ik de pré release ontving van haar nieuwe cd "Mercy Now" op haar nieuw label Lost Highway), Iris Dement, Gillian Welch. 'Glenna Bell's sound is modern Americana in the truest sense. It is a unique blend of country roots music, romantic urban culture lyrics, and Texas folk rock; all sung in a voice that is powerful yet somehow vulnerable'. Mooier kan ik het zelf niet omschrijven en het is bovenal een album dat blijft boeien vanaf de openingstrack en titelnummer "Face This World" tot het verrassingsstaartje aan track 10 "Cosmos Café". Prachtige songs waarbij gitaarsolo's niet geschuwd worden ("Hoping I Could Be Wrong"). Met het vlotte up- tempo en iets naar J.Cash ruikend "Poor Girl" zou hoe vreemd het ook moge klinken onze Guido Belcanto iets kunnen doen ."March to me" en "Could' ve been my friend " zijn kippevelsongs , pure akoustische Texaanse folk en van het beste singer/songwritersgehalte. De met tromgeroffel begeleide verzuchting aan "John" spreekt boekdelen en het lekker country deuntje "Here in Texas" met weer die knappe gitaar en banjo toevoeging is leuk meegenomen... De twee duets met John Evans "Tumbling Down" en "Moving on" zijn de bevestiging van Dan Workman 's (President of Sugar Hill studio's) woorden : Glenna Bell is the Loretta Lynn of Texas. No, that's not right,.... she's better !! Maar het mooiste compliment komt van Jimmy Lafave sideman, Gene Williams : “I would say that Glenna’s sound is modern Americana in the truest sense. It is a unique blend of country roots music, romantic urban culture lyrics, and Texas folk rock; all sung in a voice that is powerful yet somehow vulnerable.” Haar eerste cd "Nobody's Girl" ging door de lompe manier van promoten ("Though I usually don't forward cd's, I really, really love this artist, Glenna Bell, de brave man had het blijkbaar meer op haar gemunt . . .") door een van BMG 's platenjongens voorbij aan de aandacht van de radio stations en de majorlabels. Maar hopelijk lukt het deze keer wel. Glenna .. I love this record !
Videoclip : "Hoping I Could
Be Wrong" (produced and directed by Michael Stevens)
The Moffett Productions music
http://209.242.151.4/ms/GlennaBell.wmv
MOFRO
LOCHLOOSA
Website : www.mofro.net
Label : Swampland Records
www.swamplandrecords.com
info@swampland.com
www.amazon.com
"Lochloosa" van Mofro. Op het eerste gezicht ziet de cover er onschuldig uit: vier boompjes op een groene hoes, foto's van wat witte muzikanten, een gitaar, een paar huisjes en op de achterkant een bord met de plaatsnaam Lochloosa. Mocht je het niet kennen Lochloosa ligt in Florida. Je had het al een beetje aan de bomen op de hoes kunnen zien. En wat is het voor een weer in Florida? Precies: het is daar lekker warm. En toch bezingt Mofro Florida met een andere kijk . Ze bidden zelfs voor regen. Op het eind van de cd komt een regendansje voorbij, "Pray for Rain", een mooi traag akoestische afsluiter. Ik zet dan mijn gedachten over emigreren maar even opzij. Ook in de andere nummers kan u wel eens de kriebels krijgen. In al zijn zelfgepende songs, neemt multi-instrumentalist J.J. Grey het op voor de muskieten, krokodillen en de moerassen aldaar. De wereld van alligators en ratelslangen is dan meteen je deel. Mofro is een duo, J.J. Grey (zang en harmonica) en Daryl Hance (slidegitaar) komen beiden uit Lochloosa. Dit Amerikaanse duo laat dus duidelijk blijken dat in hun muziek de flora en fauna van Florida een belangrijke rol speelt. Maar het is de manier hoe ze dat brengen ? Neen we hebben hier zeker niet te doen met prekers of activisten van Greenpeace, verre daarvan zelfs. Dit duo versterkt met Mike Shapiro (keyboard), Craig Burnette (drums) en Fabrice Quentin (bas), brengen een hele lekkere mix van blues, soul, funk en boogie. De muziek treedt duidelijk op de voorgrond en dat is een heel lekkere portie southern rock, waarin de R&B en soul getinte muziek nooit ver weg zijn. Daryl Hance met zijn voorbeeldig slidegitaar en J.J. Gray met zijn soulvolle warme stem ontsnappen u zeker niet aan uw aandacht op Mofro's tweede geslaagde album.
GRADA
THE LANDING STEP
Label : Grada Music
www.gradamusic.com
info@gradamusic.com
jonathan@gradamusic.com
Label : Compass Records
www.compassrecords.com
info@compassrecords.com
Gráda imponerde vorig jaar op Dranouter. Deze nieuwe Ierse band bracht aldaar veel materiaal van hun CD "Endeavour". Zij voegen iets toe aan het gekende Ierse repertoire via een mooie losse swing die ze in hun muziek leggen. Beetje in de stijl van Lunasa en Dervish. Grada beschikt echter over een extra wapen : nl. de stem van Marie O' Malley. Gráda heeft ook vorig jaar de cd "The Landing Step" uitgebracht. In de Irish Times schreef Siobhan Long daarover ondermeer: "A pacemaker with enough steam in its heels to leave most of it's peers at the starting blocks". Wil je meer weten over deze Ierse Band dan moet u beslist verder lezen. Gráda werd in 2001 opgericht. Hun eerste optreden, meteen in The Cobblestone (zowel qua sfeer als muziek een van de meest authentieke pubs in Dublin) was een schot in de roos. Dat is niet zo vanzelfsprekend aangezien er rond de eeuwwisseling heel wat Keltisch georiënteerde groepjes probeerden door te breken, zij het zelden met veel succes. De kwaliteit, zelfs virtuositeit van de muzikanten stond buiten kijf, maar weinigen slaagden erin het Irish session keurslijf te doorbreken: vijf excellente solisten vormen niet noodzakelijk een excellente groep, en dan is een veeleisend publiek vlug ontgoocheld. Met Gráda liep het anders. Ze brengen echter geen traditionele muziek, maar wel eigen composities, geïnspireerd op de Ierse en Nieuw-Zeelandse cultuur. Want inderdaad, Gráda’s muzikanten zijn afkomstig uit beider helften onzer aardkloot. De bezetting durft nogal eens wisselen, maar op hun laatste album "The Landing Step" vinden we een vijfmansbezetting bestaande uit : Alan Doherty (flute/whistles/guitar), ook gekend als lead solist op de sound track van The Lord of the Rings, Brendan O'Sullivan (fiddle), Gerry Paul (guitar/bouzouki) die vaak wordt gevraagd als gastspeler bij Kíla, Stockton's Wing and Karen Casey, Anne-Marie O’Malley (vocals/bodhrán) en Andrew Laking (double bass/vocals). Begin 2004 is "The Landing Step" uitgebracht in Australië, maar nu ook in heel Europa op de markt.
HACIENDA
BROTHERS
website : www.haciendabrothers.com
label : Koch Records Nashville
Proper Records England
info : www.kochentertainement.com
www.proper.uk.com
Nog een laat maar verduiveld mooi nieuwjaarscadeau ontvangen van mijn goede vriend Roger Kent van Proper Records die gevestigd zijn in Engeland. De release datum van dit album is op 22/2/05 maar wij hadden de eer om nu al een exemplaar te mogen ontvangen van de debuutcd van the Hacienda Brothers. De wie brothers hoor ik u al vragen maar de insiders, en na hun optreden op het Moulin Blues festival te Ospel (NL 6 & 7 mei 2005) , gans Europa, weten dat ik het heb over Chris Gaffney, zanger/accordionist/gitarist, bekend van zijn eigen band The Cold Hard Facts maar nog meer omdat hij het vaste maatje is van Dave Alvin en dan ook in zijn groep "The Guilty Men" speelt, en Dave Gonzales, frontman zanger en gitarist van de Paladins. Nog meer grote namen op dit album want niemand minder dan Dan Penn werd aangetrokken om dit album te producen . Ook Teddy Morgan kwam een handje toesteken. Natuurlijk nog niet veel info over andere muzikanten die aan dit project deelnamen maar het zou ons ten zeerste verwonderen als de mensen die dit duo in Amerika begeleiden ook niet terug te vinden zullen zijn op dit album. Dus onder voorbehoud, bassist Hank Gallup, drummer Dave Daniels en steel gitaar David Berzansky. Voor de Paladins fans zal het opkijken zijn want dit is een country album geworden met lekker veel steel gitaar en natuurlijk als Dan Penn van de partij is een mooie streep soul. Het is vooral Chris Gaffney die de vocals voor zich opeist. De opener "She's Gone" is een sleper en tearjerker van hemels niveau."Mental Revenge" kennen wij ook in de versie van wijlen Waylon Jennings. Het honky tonkertje van Dave Gonzales "Leavin ' on My Mind" met accordion en steel hoort thuis in de country charts. "Mr. Memphis Horns" Wayne Jackson geeft aan de Dann Penn/Gonzales song "Looking for Loneliness" een extra emmertje soul. Soul en blues die je ook kan terugvinden op track zeven, een Gonzales song "Walkin' on my dreams". Het was met de demo van "Proud To Be Your Man" dat Mr. Penn over de streep getrokken kon worden om dit album te producen. De truckerssong "South of Lonesome" is pure traditionele country en "Railed" een instrumentaaltje waarin Dave zijn hartje kan bovenhalen. "No time to Waste" inderdaad , een leuk country/rootsrock nummertje dat wel eens op de playlists van andere artiesten kan verschijnen. Met "The Years got Away" een song van Dann Penn en speciaal voor Gaffney geschreven kan je mijmeren over wat geweest is en wat er nog van overblijft. Hopelijk meer dan "Seven Little Numbers" op een luciferdoosje een song waarmee je heel veel mensen op een kleine ruimte kunt laten ronddraaien, tête à tête. Je kunt je partner dan lieve woordjes in de oortjes fluisteren of het nieuws verkondigen van "I've Got A Secret" (van Fred Neil). Met "Turn to Grey" zijn de steel en pure country liefhebbers onder ons weer in hun nopjes. Afgesloten wordt met het instrumentaaltje "Saguaro" dat wel eens kon dienen voor de een of andere spaghettie western. Ik ben echt benieuwd hoe Ospel en natuurlijk onze lezers gaan reageren op dit prachtig COUNTRY album. One of the most highly anticipated Country/Americana releases for 2005 ???? (SWA) Met dank aan Roger Kent van Proper Records.
ROCKY
ZHARP
THE BEST OF ROCKY ZHARP
Website : www.rockyzharp.com
Booking: kinghuddrecorde@aol.com
Label : King Hudd Records
www.cdbaby.com/cd/zharp01
Harmonica speler/songwriter/vocalist/gitaar speler Rocky Zharp, geboren in Indiana, kreeg zijn eerste instrument, een harmonica, van zijn grootmoeder toen hij nog zeer klein was. Reeds op zijn vijftiende jaar won hij een locale talentenjacht. Na zijn verhuis naar California, begon Rocky harmonica te spelen met de Bodie Mountain Express, a blue grass/country band, die samenwerkte met Col. Tom Parker (Elvis' manager). Hier starte Rocky zijn eerste opnames voor hij later aan zijn eigen carrière begon. Rocky won de "Inland Theater League Award" voor zijn verdienste in de productie van "The World of Carl Sandberg" en zeer goede recensies waren voor hem weggelegd voor "Hard Travelin' a Tribute to Woody Guthrie". Rocky speelde harmonica met zowel jazz als bluesartiesten, zoals Eric Burdon, The Mighty Flyers, The Toller Brothers, Jerry Van Blair, Bill Shields en Big "J" McNelly. En speelde ook samen met o.a. Don Ho, Freddy Fender, Rosie & the Originals, Randy Fuller en Buddy Merrill. Samen waren er opnames met Junior Watson, Larry Taylor, Honey Piazza, Jody Reynolds en Johnny Neal, Tevens kon hij al aantreden als opener voor Rod Piazza & the Mighty Flyers, Canned Heat, Corey Stevens, Molly Hatchet, the Crests, Utah Phillips en Highway 101. Op de laatste cd's laat hij zich meestal begeleiden door zijn band The Blues Crackers, hetgeen hem tot nu toe reeds zeven albums opleverde. In 2002 bracht Rocky twee releases op de markt "The Best Of Rocky Zharp" en "The Blair Zharp Project" een cd voor kinderen samen met de Ierse folk zangeres Andrea Blair. "The Best Of Rocky Zharp" is een verzameling van achttien nummers waarin het mondharmonica (‘bluesharp’) van Rocky Zharp een belangrijke rol speelt, en dat levert een dik uur uur lekkere en ongepolijste blues op. Junior Watson, Larry Taylore Honey Piazza zijn enkele namen die voorbijkomen op deze verzamelaar. Verder horen we vooral veel shuffles naast de harmonica, hetgeen van deze band een echte live band maakt, want dan komt deze muziek ook eigenlijk het best tot zijn recht: live en dampend op een podium. Voor de kritische luisteraar thuis biedt deze sympathieke verzamelaar een weg naar de songs van Rocky Zharp : vooral country blues, jump blues tot jazzy blues met daarover een sausje van vanalles en nog wat.
JON
DEE GRAHAM
THE GREAT BATTLE
Website : www.jondeegraham.com
Email : jondeeco@earthlink.net
Label www.newwestrecords.com
Distr: Sonic RendezVous
info : www.sonic.nl
Lange tijd hoorden we maar weinig van de vroegere Alejandro Escovedo-kompaan John Dee Graham, maar de laatste jaren verschijnen met regelmaat fraaie solo-albums van deze met een formidabele stem gezegende rootsrocker. John Dee Graham maakte samen met Alejandro en Javier Escovedo naam als songschrijver van de True Believers, maar opereert sinds 1997 solo, aanvankelijk voor Glitterhouse, maar nu al drie albums lang voor New West, waaronder die steengoede platen als "Hooray for the Moon" en "Summerland". Graham maakte al americana voor het woord bedacht was, en hoewel hij misschien wat minder bekend is bij het grote publiek, draagt een trouwe schare bewonderaars hem al jaren op handen. En terecht, zo bewijst ook "The Great Battle". Graham maakt rootsrock van het steviger soort, met een raspende stem die enigszins doet denken aan Tom Waits in zijn beginjaren, laat Jon Dee Graham op dit album niet na indruk te maken, met name op de vele langzamere tracks die ongeveer laten horen hoe Tom Waits zou hebben geklonken als hij zich in een countryachtige richting zou hebben ontwikkeld. En hoewel we daarmee niet willen beweren dat Grahams liedjes de vergelijking met die van Waits zouden kunnen doorstaan. Ook Graham’s vierde soloplaat bevat een remake van een True-believers nummer, ditmaal "Sleep Enough To Dream", en een verrassende cover van Neil Young’s "Harvest". Een nummer dat je maar beter met rust kunt later, maar Graham komt er prima mee weg. Ook de traditional "Lonesome Valley" wordt op een energieke manier uitgevoerd. Hoogtepunten zijn het samen met Patty Griffin geschreven titelnummer, het stevig rockende "Twilight" en de wrange ballad "Robot Moving". En zo kunnen we elk nummer van dit fantastische album wel langs gaan, maar goede wijn behoeft geen krans. Het dozijn songs op "The Great Battle" is toch ook typisch Graham en een stuk relevanter dan de gelegenheidsgroep The Resentments, waarin Graham samen met Stephen Bruton en Jud Newcomb opereert. Eigenlijk is "The Great Battle" simpelweg de beste plaat van Graham tot dusver. Momenteel speelt Graham in Amerika in het voorprogramma van John Hiatt, maar zijn laatste plaat overtreft de laatste van Hiatt met gemak. Dat zegt wat over Hiatt, maar nog veel meer over de kwaliteiten van John Dee Graham.
SWANK
THE SURVIVAL ISSUE
website:www.iwantswank.com
label : Eigen Beheer
info : swankypaul@hotmail.com
sbmck@telus.net
doug@karyo.net
www.cdbaby.com/cd/iwantswank
Uit Vancouver Canada komen de jongens van Swank en het is niet eenvoudig om ze in één hokje te plaatsen. 'Swank performs genetically modified, all hoedown, no uptown, corn swillin’, ass kickin’ country & somethin’-an unholy alliance of punk and country styles that go together like moonshine and mason jars'. (niet van mij hoor maar van de jongens zelf). Inderdaad country, de traditionele instrumenten als banjo, steel, dobro ontbreken hier niet en krijgen zelfs gezelschap van meer bluesy dingen als slide guitar en harmonica. De roots/punk/rock veteranen van Swank lieten voor het eerst van zich horen met het meer rockabilly blues gerichte album "Pappy's Corn Squeezin's". Met de opvolger "The Survival Issue" gaan de vijf leden van Swank : Paul Addington (Electric/Acoustic Guitars/Vocals), Phil Addington (Bass/Vocals), Kirk Douglas (Drums/Percussion/ Vocals/Guitar/Dobro), Doug Liddle (Electric/Acoustic Guitars, Slide and Steel Guitar/Vocals) and Spencer McKinnon (Lead Vocals/Harmonica), een lichtjes gewijzigde richting uit. De openingstrack "The Incident at Rock Creek" en het meezingertje "How Do We Do" met stevig smoelgeschuifel van Spencer Mc Kinnon en de lead en backingvocals/accordion van guest Ana Bonbon laten veel goeds verhopen. "Lost Respects" gaat al iets meer de country-punk road op al is het gitaarwerk best te pruimen. "Harvest time" vind ik persoonlijk een van de beste songs op dit album, roots/country rock van uitstekende kwaliteit. "Reverend Pleasant" doet mij heel erg denken aan the Sex Pistols en aan onze Belgische trots Arno. Met een flinke streep steel en dobro gepingel krijgt "How Fucked Is that" een iets meer country tintje al zullen ze met de titel en de songtekst niet kunnen lachen in het preutse Amerika. Gelukkig zijn ze in Canada ruimdenkender en met "Halo in the Headlights" en "Blackflies" can you feel the groove van een stevig rockend bluesy soundje met een portie slide guitar. Pure Americana met songs als "Meteor", "Neighbors" en met het rockend "1963 Galaxie" krijgt een van hun liefjes ferm langs haar ...(you stole my heart but baby what really makes me blue is that you stole my car). Nog zo een pareltje van een song is het jodelend "Western Roundup" met flink wat steel gitaar en harmonica. De jongens van Swank zijn een groep lolbroeken, prachtige humoristische songteksten mooi geetaleerd in een heel fraai digi packje met foto's en reclame advertenties uit de haren '50 en '60. "Wanted In Ten States" zingen de jongens maar als het aan mij ligt mag de hele wereld kennis maken met Swank. Een goede raad nog van dit bandje "Brush your Teeth". Klasse !
LOS
LONELY BOYS
Website:www.loslonelyboys.org
Email : info@loslonelyboys.org
www.ormusic.com
Label : Epic records/Sony
www.epicrecords.com
Promotie:Art Attack Promotions
Stephen Lopez
stephen@artattackprods.com
In de Verenigde Staten is Los Lonely Boys al enige tijd een ware sensatie en misschien wel terecht. Nieuwe paden bewandelen ze niet, maar oude koeien worden vol enthousiasme uit de sloot gehaald. Hun eerste plaat is een veredelde jukebox waar in ieder liedje wel één van hun helden doorklinkt, zoals Carlos Santana, Jimi Hendrix, Los Lobos, Doug Sahm, Richie Valens. Deze drie broers uit Texas vermengen op dit debuut alle muziek waar ze mee zijn opgegroeid. Latino-rock met een scheut Texas-blues en een flinke portie Spaanse warmbloedigheid. Dat gaat van rock ’n roll tot The Beatles en van blues en soul tot onvervalste Tex-Mex. In de studio van Willie Nelson, onder het goedkeurend oog van de oude meester, is een ware klassieker opgenomen. Een cd die uitblinkt door sterke songs, muzikaal vuurwerk en een steeds weer verrassend geluid. Denk aan Los Lobos, maar dan aanzienlijk meer rock ’n roll. Los Lonely Boys bestaat uit de drie Garza-broers Henry (gitaar/zang), JoJo (basgitaar) en Ringo (drum). De broers komen uit een klein stadje in het westen van Texas waar ze al op jeugdige leeftijd met elkaar muziek maakten. Eerst als achtergrondband van hun vader, later als trio. Door invloeden uit de Tex-Mex, blues, country, pop en vroege rock te vermengen met Latijns-Amerikaanse ritmes, dynamisch samenspel en loepzuivere harmonieën kwam Los Lonely Boys onder de aandacht van Willie Nelson. Hij nodigde de groep uit om het debuutalbum in zijn Pedernales studio op te nemen, waarna Los Lonely Boys de favoriete groep van Willie werd en later ook door Carlos Santana werd overladen met loftuitingen. Het album, simpelweg getiteld Los Lonely Boys, ging in een mum van tijd 200.000 keer over de toonbank, de band deed een uitverkochte tournee, o.a. samen met Willie Nelson, en kreeg dit jaar tijdens de SXSW in Texas vijf Austin Music Awards waaronder Band Of The Year, Album Of The Year en Song Of The Year, de eerste single "Heaven". Het album Los Lonely Boys, bevat twaalf nummers, zelfs een latin-achtig instrumentaal nummer, zoals we die ook kennen van Carlos, waarop Henry zich met zijn gitaar enkele minuten naar hartelust mag uitleven. Maar de cd bevat ook pakkende blues met mooie meerstemmige vocalen en teksten die gedeeltelijk in het Spaans en in het Engels gezongen worden. Speciale aandacht verdient dan wel het gitaarspel van Henry, die in de U.S. niet voor niets wordt gezien als de nieuwe Stevie Ray Vaughan. Kortweg : Chicanorock om op te dansen, om bij te drinken, om bij te zwijmelen. Een van de beste cd’s van 2004 ! Echt waar !
JOHNNY
ROTH
STILL NOT TALKIN'
website : www.johnnyroth.com
Email : jdblue2@rcn.com
Label : Guitar Nine Records
www.guitar9.com
www.cdbaby.com/cd/johnnyroth
Honderd jaar geleden hoorde W.C.Handy in het treinstation van Tutweiler, Mississippi, voor het eerst een rondreizend muzikant slide spelen (hij gebruikte daarvoor een mes) en hij vond het effect onvergetelijk. Sindsdien is de slide niet meer weg te denken uit de blues en heel wat bluesiconen hebben van de slidegitaar zowat hun handelsmerk gemaakt. Johnny Roth aka John Roth (niet John Roth die we kennen uit de 80's band Winger) is voor de echte gitaarliefhebbers een reincarnatie van Duane Allman. Maar deze uitzonderlijke gitaarspeler uit Allentown, Pensylvania is meer dan een kloon van deze legendarische gitarist. Roth is een fijn artiest die met zijn '56 Les Paul -gitaar een benijdenswaardige techniek controleert. Roth is dus zo'n gitarist die zweert bij de slide hetgeen hij ook laat horen op "Still not Talkin'"(2003). De riffs die hij naar boven haalt zijn roosty, niet dat hij zijn zeven zelfgepende nummers op een bottleneck gitaar op dit toch wel te korte album brengt, neen hij weet met zijn tochwel bijzondere gitaarsound deze nummers te brengen waarin invloeden van blues, jazz, funk en rock nooit ver weg te denken zijn. John Roth is een begifted gitarist, die ons laat denken aan Robben Ford, of aan grootmeester Freddie King, die zelfs deze songs had kunnen schrijven, maar Roth komt uit de hoek met nummers die u zeker met enige ontroering zult beluisteren. Het titelnummer "Still not Talkin'" is hier een schitterend voorbeeld van zijn gitaarspel. Kortweg : voor de gitaarfreaks die houden van instrumentale blues-rock straalt "Still not Talkin'" voldoende virtuositeit uit om deze plaat meteen aan te schaffen.
ALASTAIR
MOOCK
LET IT GO
website : www.moock.com
label : Bad Moock Rising Records
info : www.moock.com
Booking : Samson Management
samson_man@comcast.net
This is one of Boston's best and and most adventurous songwriters. Folk ?
Rock ? Roots ? Blues ? Niet zo eenvoudig om deze Alastair Moock in een bepaald
hokje te plaatsen. Met zijn doorzopen stem die helemaal niet past bij zijn
jongensachtig uiterlijk is dit talent reeds aan zijn vierde cd toe. "Walking
Sounds ('97), "Bad Moock Rising" ('99) en "A Life I Never Had"
(02) waren de voorlopers van deze "Let It Go" Het wordt alsmaar
duidelijker dat Moock meer en meer de Americana / Alt country toer opgaat.
Dankzij zijn vele noiminaties en awards vermeldingen is Alastair Moocks stilletjes
aan het uitgroeien tot een van de beste singer / songwriters van 2004. Volgens
de bijgeleverde bio zou hij iets hebben van John Prine, Steve Forbert en Tom
Waits.Maar hij doet mij meer denken aan de jonge Steve Earle, luister maar
eens naar "My Famous Leaving Song" ( Mark Erelli op Harmonica )
en "Let it Go". Bij "Red Ribbon Waltz en Standing at Five Corners"
met backing vocals van Kris Delmhorst, krijg je eventjes dat Tom Waits sfeertje
maar Alastair bewijst met "Death Don't Have no Mercy" dat hij zijn
doordrenkte whiskystem op zijn eigen persoonlijke wijze kan gebruiken. Ik
kan niet anders besluiten dan positief te antwoorden op zijn vraag "Love
Me True" en het gevolg zal niet alleen een "Lovely Day" worden
want "When the moon Comes out Tonight " dan is "Everybody's
Wondering" waarom dat deze jongeman, die al het podium deelde met oa:
Kasey Chambers, Taj Mahal, Slead Cleaves, Ray Bonneville , Mary Gauthier..enz,
niet meer in de belanstelling komt. Prachtige produktie van Michel Dinallo
(ooit bij de Radio Kings en nu bij de gelegenheidsband The Mercy Brothers
aktief). Great songs (op eentje na allemaal written by AM) and captivating
performances. Klasse ! (SWA) Met dank aan Jane Roper (Samson Management)
THE
MOONSHINE CHERRYS
NIGHTS LIKE THIS
website : www.moonshinecherrys.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/moonshinecherrys
jessee@moonshinecherrys.com
( Booking - Management )
paul@moonshinecherrys.com
The Moonshine Cherrys komen uit de omgeving van Knoxville Tennessee en lieten voor het eerst van zich horen in 1999. Hun debuutcd verscheen op het Syren Records label en er werden mede door een uitgebreide toernee langs de universiteiten meer dan 3000 exemplaren van verkocht. Niet slecht voor een alternatieve rockband, het album werd geproduced door Keith Sykes en had buiten die typische Amerikaanse rock& roll sound een bluesy tintje. Maar met de opvolger "Nights like This" wordt resoluut voor Americana, roots / rock gekozen. Leadsinger /songwriter en basgitarist Thed Thompson's stem past veel beter bij het iets rustigere alt. country en Americana soundje. De inbreng van Paul Beasley, gitaren & vocals maar ook verantwoordelijk voor recording, mixen en masteren van dit schijfje is hier zeker niet vreemd aan. Dus genieten van songs als "Five Years", "Nights Like This", "Best Of Me", "Spare Change", "Wasting My Heart". Prima songs en het opent perspectieven voor de toekomst. Zo zou zanger Ted Thompson die op de lagere school zijn viool wisselde voor de basgitaar misschien weer opnieuw gebruik maken van dat instrument want er zijn songs op dit album die mits wat viool, harmonica, mandolin iets meer volume zouden krijgen. Vooral "Rapture in Red Lights" (prachtige song), "Waiting Kind" lenen zich hiervoor. Het stevigere gitaar en drum werk (van Eric Keeble) in "Nobody", "Behind these Crying Eyes", "Grey Skies Ohio", "Roll With Me" doet wat denken aan Gin Blossoms, The Skydiggers, Wilco, Son Volt en zelfs the Bottle Rockets en valt best te pruimen. De "Road Dog" rap vind ik persoonlijk niet erg geslaagd maar voor de rest is dit een aangename kennismaking met de geslaagde koerswijziging die the Moonshine Cherrys doorvoerden. Volgende keer iets meer volk en instrumenten in de studio en dan kunnen wij 100% tevreden zijn en springen wij graag op de "Luv Truck".
OMAR
& THE HOWLERS
BOOGIE MAN
www.omarandthehowlers.com
Label : Ruf Records
Website : www.rufrecords.de
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
Promotie:Art Attack Promotions
Stephen Lopez
stephen@artattackprods.com
Als 13-jarig broekventje trad Omar al op in zwarte bluesclubs van Mississippi.
Inmiddels is zijn bluesband Omar & The Howlers uitgegroeid tot absolute
wereldklasse. Zijn rauwe southern-style brengt zelfs de bluesleek meteen van
slag. De in Texas woonachtige gitarist Omar Kent Dykes speelt met zijn Howlers
reeds jarenlang met veel succes in Europa. De gitarist werd geboren in McComb
(MS), ook de geboorteplaats van Bo Diddley. Halverwege de jaren '70 verhuist
Omar naar Austin Texas, waar helden als Stevie Ray Vaughan de blues-scene
op z'n kop zetten. Daar ontstond uiteindelijk zijn band Omar & the Howlers
en met grote regelmaat kwamen er prima albums van de band uit. De solide livereputatie
van de Omar & the Howlers zorgde ervoor dat hij naar Europa kon komen
om te spelen en sindsdien is deze boomlange, cowboyboots dragende en archetype
Texaan niet meer weg te slaan van onze podia. En terecht, want Omar speelt
de blues nog altijd met net zoveel passie en vuur als in de begindagen met
zijn kenmerkende donkere stem, schor schurend en krachtig, meer parlando dan
zang. Zijn laatste album "Boogie Man" verbergt een lekkere, stevige
portie Amerikaanse blanke blues en roots. Wat hem onderscheidt van pakweg
de doorsnee bluesrock groep van over de grote plas is het feit dat zijn roots
wel degelijk aan de Mississippi liggen. De delta is altijd al een grote kweekvijver
geweest voor bluestalenten. Denken we maar aan John Lee Hooker, BB King, ...enfin,
het lijstje is eindeloos. Zijn blues is dan ook stevig verankerd in de zwarte
traditie. De begeleidende muziek, met, naast het rudimentaire en typische
gitaarwerk van de meester zelve, de blazer in een hoofdrol, is scherp op snee,
maar verlaat nooit of te nimmer de blues. Maar ! ja er is een maar, Omar &
The Howlers brengen op deze plaat een ode aan Austin met een reeks nummers
die de gitarist pende met enkele artiesten uit de Americana-stal onder wie
Ray Wylie Hubbard en Alejandro Escovedo. Een riskante onderneming, zo blijkt
na beluistering van "Boogie Man" gewoon een bluesplaat met te weinig
snarenspel hetgeen we van Omar niet gewoon zijn. Daarentegen zal een rootsliefhebber
hier wel aan zijn trekken komen want zoals gezegd koos hij voor dit album
voor een samenwerking met een aantal van de beste Texaanse singer-songwriters,
zoals Ray Wylie Hubbard (in de uitermate aanstekelijk "Bamboozled"
en de swampblues van "All The Love We Can Stand"), Darden Smith
(in het twangy "White Crosses"), Alejandro Escovedo (voor het melodieuze
duet tussen de twee "Right There In The Rain") en Stephen Bruton
(voor de stomende "Bad In A Good Way"). Voeg daaraan nog een enorme
gastenlijst met namen als Terry Bozzio, Chris Duarte, Jon Dee Graham, Malcolm
"Papa Mali" Welbourne, Chris Layton en Tommy Shannon , en het kan
niet meer stuk. Hoogtepunt is toch wel de vijfminuten tellende titeltrack,
die ons laat herinneren aan John Lee Hooker. "Boogie Man" is daarmee
wel een mooi tussendoortje in zijn volledige repertoire hetgeen me alvast
nieuwsgierig maakt naar de eerstvolgende doortocht van Omar & the Howlers
door de Lage Landen.