ARCHIEF 2004 - JANUARI 2005 - FEBRUARI 2005 - MAART 2005 - APRIL 2005 - MEI 2005

JUNI 2005 - JULI 2005 - AUGUSTUS 2005 - SEPTEMBER 2005 - OKTOBER 2005 - NOVEMBER 2005


DARDEN SMITH - THE KIERAN RIDGE BAND - THE CHILI BROTHERS - BEAUCOUP BLUE - JEFFREY FAST FINGERS - THE MOOCHERS - CRUMB - SPIKE PRIGGEN - MOLLY THOMAS - MICHAEL HOLLAND - TOM OVANS - DON BREWER BLUES PROJECT - STARDEVILS - JOE FOURNIER - THE ORANGE HUMBLE BAND - JERRY HENSLEY - SMITHB - THE DUST DEVILS - HYACINTH HOUSE - JOE WEST - THE POSSUM TROT ORCHESTRA - MATT STIVERS - TOM FORSEY - THE CADILLAC ANGELS - NIKO RIIPPA - BLUESCASTERS - THE VIPERS feat. DEB CLEVELAND - SIX MILE GROVE - THE BARKER BAND - SUSAN MARSHALL - CHRIS MILLER AND BAYOU ROOTS - ZITA SWOON - THE MEADOWS - ERNIE HAWKINS - THE YEARLINGS - VARIOUS ARTISTS : HANDS ACROSS THE WATER - VARIOUS ARTISTS: MERRY CAJUN & ZYDECO CHRISTMAS - TAB BENOIT - MICHAEL HILL - THOMAS DENVER JONSSON - SPO-DEE-O-DEE - KEVIN GORDON - GOR MKHITARIAN - SAM PAYNE - JERE MENDELSOHN - MAGIC CAR - CHRISTINA KULUKUNDIS - THE BELLYACHERS - 80 CUBE - MISSISSIPPI QUEEN - KENSINGTON HILLBILLYS - JJ SCHULTZ BAND - DEBBIE DAVIES - DADDY - LITTLE FEAT - BIG MAMA THORNTON - THE BLACK CRABS - DON MICHAEL SAMPSON - THE SILVERTONES - JIM HENRY - MIKE STINSON - LITTLE MILTON - LUAR NA LUBRE - THE DONETTES - ELLIOTT MURPHY - RICK SHEA & THE LOSIN' END - THE BLUE VOODOO - ROBERT COLEMAN TRUSSELL - DUNCAN McKENZIE - LETTY & GEORGIA - WILCO - MIKE YOUNGER - CHRIS REA - BRAD MONK & THE DRUNKS - DAVID HOLT - JJ BARON - MARISA YEAMAN - THE SIEGEL-SCHWALL BAND - WILL WEBB - MERCELIS - TIM GRIMM - FRED PRELLBERG - SIG PAULSON - LUKE ZIMMERMAN - LOS SUPER 7 - THE HELLZABOPPERS - CURT KIRKWOOD - BOBBY PERFECT - ROYALCHORD - CAROLE KING - CHAZ & THE MOTORBIKES - HARRY MANX - GASTHOUSE DAVE - BLOODSHOT BILL - VARIOUS ARTISTS:BLUES GUITAR WOMEN - ALANA DAVIS - BLAZE FOLEY - FIREBALL STEVEN - ALEX GOMEZ - KATY MOFFATT


 

DARDEN SMITH
FIELD OF CROWS
Website : www.dardensmith.com
Email: dardensmith@earthlink.net
Label : Dualtone
www.dualtone.com
Distr.: Bertus/ www.bertus.nl

 

We hebben het wel voor sympathieke antihelden zoals Darden Smith. Smith is een songwriter uit Austin, Texas, die al zo’n twintig jaar tegen beter weten in, aan de weg timmert. Waarom de man zo obscuur is gebleven, ons is het een volstrekt raadsel. Hij beschikt over een prachtige, fluweelzachte stem en zijn grappige, poëtische songs zijn zonder uitzondering van superieure kwaliteit. Daarbij heeft hij ook iets John Hiatt-achtigs. Hij weet heel veel oprechte emotie in z'n helende stemgeluid te verwerken en daarmee zo'n beetje alle aandacht naar zich toe te trekken. Darden is zo’n songwriter die zonder echt op te vallen de mooiste dingen maakt. "Sunflower" bijvoorbeeld, een cd die nog altijd fris en sterk klinkt. Maar ook "Circo", zijn tweede CD voor Dualtone van vorig jaar, staat bij ons nog steeds in de boeken als één van de allermooiste Americanaplaten van de voorbije jaren. "Circo" is een een plaat zonder toeters en bellen die uitblinkt in zijn subtiliteit. De songs hebben een relaxte sfeer en zijn ijzersterk. De sound is aangekleed met strijkers, een orgel of een steelguitar van wie anders dan Lloyd Maines. Maar de basis is toch de stem van Smith, zijn gitaar en een bescheiden ritmesectie. Vocaal wordt Smith bijgestaan door Jim Lauderdale, Kim Richey, Suzzy Roche, Shawn Colvin en Boo Hewerdine, de zanger van The Bible met wie Smith ooit de cd "Evidence maakte". Hoewel sommige nummers vermomd zijn als sfeerrijke pop en de gelaagde melodieën als een zomerbriesje de oren van de luisteraar strelen, voorspelt Darden Smith veel onheil in zijn teksten en zorgt hij met z'n getroebleerde jongensstem voor het nodige tegengewicht. Zoals het prikkeldraad en de dreigende wolken op de sobere hoes zich aftekenen tegen een donkere horizon weet singer-songwriter Smith zijn liedjes bijna iets apocalyptisch mee te geven. Werkelijk prachtig zijn de bijdragen van Shawn Colvin in "Late Train To London" en "Hands On The Wheel" en Kim Richey in "Make Love So Hard". Nu is er zijn nieuwe album "Field Of Crows", ook voor Dualtone en het is weer een bijzonder sfeerrijk, ongedwongen vervolg geworden. Op deze negende plaat staan twaalf mooie, ingetogen country en folk-liedjes, waarin de voornaamste kracht schuilt in de glasheldere, wat dromerige vocalen van Smith, die soms aan Jackson Browne doen denken. Ook de muzikale begeleiding is weer eens ijzersterk, zij dat deze keer geen Lloyd Maines de pedal steel bestuurt maar ene David Mansfield. En ook Eliza Gilkyson is van de partij in "Fight For Love" en "Golden Age" waarin respectievelijk de vrede en het verdriet in de wereld centraal staan. Het zo romantisch gebrachte "Satisfied" is een song over een man en een vrouw die terugdenken aan hun jeugdige en alles verterende passie voor Marilyn en Elvis. Nu zijn ze volwassen, en ze realiseren zich dat hun kalme liefde voor elkaar veel dieper gaat en bevredigender is dan die hitsige hartstocht van vroeger. Dat klinkt een beetje gezapig, maar het aardige is dat die diepgang ook terug te horen is in de muziek. Het liefdesliedje "Spinning Wheel" schetst een mooi muzikaal panorama, met een subtiel gebruik van de keyboards, terwijl je elders kunt genieten van een karige maar uiterst effectieve inzet van de akoestische gitaar. En zo nu en dan swingt het nog ook op deze schitterende cd. "Circo" en "Field Of Crows" zijn van die typische albums, die je voorzichtig voortkabbelend bij elke beluistering wat meer inpalmen. Waar ze het eerst eigenlijk maar heel gewoontjes lijken, nodigt het vervolgens uit tot keer op keer opnieuw beluisteren en worden het zelfs bijzonder graag geziene gasten in de late uurtjes. Laten we er niet omheen draaien: Moge Darden Smith een gouden toekomst tegemoet gaan!


 

THE KIERAN RIDGE BAND
NOTHING LEFT TO LOSE
Website : www.kridge.com
WWW.MYSPACE.COM/THEKIERANRIDGEBAND
kieranridgeband@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/kieranridge2


Volgens mij is de muziek van The Kieran Ridge Band één van de meest onderschatte Americana/rootsbands. Hoewel het labeltje? Americana/rootsband? doet The Kieran Ridge Band niet helemaal recht, want zij zijn veel allrounder. Het doet ons dan ook zeer veel deugd dat er ein-de-lijk een nieuw album, "Nothing Left To Lose", van hun verschenen is. De band uit Boston is geformeerd rondom de grootste aankomende singer-songwriter talenten van het ogenblik en laat het beste uit genres als blues, country en klassieke rock & roll verenigd uitmonden in puntgave songs. Deze songs completeren het hoogst fascinerende beeld dat Kieran Ridge van zichzelf ophangt op deze opvolger van hun vorig jaar verschenen titelloze debuut . Eén beluistering van dit zelf geproduceerde en ook grotendeels zelf bij elkaar gepende geheel volstonden alvast om te weten dat dit een juweeltje van een rootsplaat is geworden, een plaat waarin we kunnen genieten van elf nieuwe liedjes, "Think About It" en "Amadine" zijn geschreven door Chris Coughlin en de negen andere zijn Kieran Ridge-songs. Het merendeel van de nummers is mid- en uptempo rootsrock, en gesteund door Chris Coughlin (keyboard en zang), Carlos Gonzalez (gitaar), V. Chris (bas) en John Hannaford (drums), weet Kieran Ridge zich best te manifesteren met zijn prachtige hese stem dewelke even doet denken aan Bob Dylan, een stem die het volume van de muziek met gemak aankan, zonder zich te hoeven overschreeuwen. Dit album bevat uitstekend materiaal, als er van dit album een hit getrokken zou moeten worden zou dat, naar mijn mening, de meer Americana ballads zijn, zoals "Think About It", "Drifter" en "Alone". De verzameling songs buiten deze uitschieters moeten bijna niet onderdoen voor deze Americana nummers, want ook in deze songs legt Kieran Ridge nog tien keer zijn songwriterziel bloot. Songs over onschuld en ervaring, goede en kwade dagen, het leven on the road en de liefde worden op zo’n soulvolle manier gebracht. Luister maar eens naar de rockende nummers "Nothing Left To Lose" en "Blinded By The Sight Of You", de country gerichte "When You're Gone" en "Life is Hard and Love's Unfair" en de bluesy "Too Far Away" en "Amadine", allemaal nummers waar ik mijn hoed voor af doe. "Nothing Left To Lose" is tot nu toe het beste, wat The Kieran Ridge Band tot nu toe uitbracht. Prachtige rootsrock muziek dus, die zelfs nog een beetje vernieuwend is.


 

THE CHILI BROTHERS

EMPTY BOTTLES
Website: thechilibrothers.com
Email : medeirostony@hotmail.com
Label: Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/chilibrothers

 

Tijdens het beluisteren van dit schijfje, moest ik terug denken aan vroegere jaren (einde '80), toen deze band de back-up band was van Rick Danko's solo-shows. Bij het beluisteren van "Empty Bottles" valt ommiddellijk op hoe intens New Bedford Portugees zanger/gitarist Tony Mederios bezig is met zijn muziek en zijn band, The Chili Brothers. Wanneer hun album "Empty Bottles" uitkwam in 1988, was deze enkel op vinyl en cassette te verkrijgen, maar uiteindelijk is deze prachtplaat nu ook op cd. Tony Mederios die het klappen van de zweep door en door kent door zijn jarenlange ervaring, geniet hoorbaar van het spelen van de blues. Komende uit de 'old school' weet hij door funk en blues te mixen en een sfeer te creëeren waarbij je zeer aandachtig blijft luisteren naar zijn zes gepende songs en vier covers, waaronder "Times Gettin' Tougher Than Tough" van J. Witherspoon en "Fool for You" van Ray Charles. De mannen van de band vormen een hechte groep, waarin Mederios prachtig gitaarwerk levert, ondersteunend door Paul Mason (drums), Jim DeLilli (bas) en Lou Gomes (keyboards). Volgens mij de ideale blues formule, in dit kader past de stem van Mederios wonderwel, het bluesy gevoel wordt er alleen maar door versterkt. Maar er is meer : de Band's Rick Danko zingt op drie songs mee, zijnde "Empty Bottles", "Baby Rock" en "Rich Folks". Waarvan de titeltrack het meest uitschietende nummer is. In deze song deelt hij het vocale werk met Medeiros, gewoon prachtig! Andere gasten zijn ondermeer Buddy Cage (Blood on the Tracks) op steel gitaar en Paul Geremia die we kennen om zijn geweldig akoestisch gitaarspel. Maar hier is hij te horen op mondharmonica op enkele songs, zoals op het zeer fraaie "Help Me". Reeds vanaf de opener "Knocked Off Your Feet" is het genieten van de stem en het gitaarspel van Tony Mederios, die zeer tevreden was dat deze plaat nu ook op cd te verkrijgen is en dat zijn vriend Rick Danko aanwezig was bij enkele tracks. Zelf zegt hij : "Rick sounded great on this. He was such a talented musician. It was great to have him singing one the original tunes, and working with him, but most of all, just having him for a friend. What a great guy, and oh, so missed." If you want to hear some great R & B, with lyrics saying more than "My Baby Left Me", here you go, The Chili Brother's, "Empty Bottles". Mijn conclusie : Heel veel cd's verdwijnen helaas na een paar keer beluisteren voorgoed in de kast, maar "Empty Bottles" zou wel eens kunnen uitgroeien tot een regelmatig terugkerende gast in de cd-speler, want op deze plaat hoor je een band, The Chili Brothers, mensen die met hart en ziel bezig zijn, dat hoor je zo!


 

BEAUCOUP BLUE

OUT OF THE WOODMARK
HEARTS AT HOME
Website: www.beaucoupblue.com
Email: bcbband@earthlink.net
www.cdbaby.com/cd/beaucoupblue2
www.cdbaby.com/cd/beaucoupblue

David en Adrian Mowry, een akoestisch vader-en-zoon project uit Philiadelphia, vormen een onvergelijkbaar bluesduo, Beaucoup Blue. Als je alleen al ziet wat ze allemaal spelen naast hun basisinstrumenten (ak.gitaar voor Adrian, ak.gitaar, slidegitaar en dobro voor David), en hoe goed ze dat doen, dan sla je steil achterover. Nu is virtuositeit niet alles, want vooral in de blues moet je ook in staat zijn de luisteraar in het hart te raken. Met de indringende zang van Adrian lukt dat bijzonder goed. Hij heeft een jonger klinkende stem dan je zou verwachten. Als band bracht Beaucoup Blue twee albums uit: "Blooming On Harm's Limb" en "Love Breakin' Down". Maar twee jaar geleden wisten David en Adrian Mowry ons te verblijden met het volledig akoestische album "Out Of The Woodwork" (2003). Dit album was dus wel andere koek als hun vorige albums die meer uit klassieke elektrische Chicago- en Texasblues bestonden. Op "Out Of The Woodwork" switchen ze moeiteloos van bluesnummers zoals J.L. Hookers "Come Back Baby" en "Mystery Train" van Sam Philips/Herman Parker Jr. naar traditionals als '"Corrina, Corrina" (Bob Dylan). Even later rijzen ze als het ware uit de Mississippi Delta met een immens prachtige versie van Robert Johnsons "Walkin Blues". Covers en bewerkingen wisselen mooi af met eigen werk waaronder het tedere "Crying Won't Help You" en het rootsnummer "Shiver To The Bone". Er worden dus wel verschillende klassieke bluesnummers gespeeld, van onder meer Hooker, Reed, Johnson... maar de eigen composities passen er naadloos tussen. Als duo bleven David en Adrian Mowry songs schrijven en optredens verzorgen. De respons van het publiek en vrienden was zo groot dat een tweede plaat als duo niet kon uitblijven. "Hearts At Home" heeft weer zo'n fijn gevoel, een gevoel dat je bijna het idee geeft dat je bij de twee muzikanten op de veranda zit in een houten schommelstoel, uitkijkend op een uitgestrekt veld maïs, en dat ze speciaal voor jou hun favoriete liedjes spelen, waarbij ze zelf steeds enthousiaster en feller gaan spelen. Zoveel is er niet veranderd, beiden spelen ze de zessnarige en twaalfsnarige gitaar, slidegitaar en dodro, en beiden zingen. De liedjes zijn voor een deel zelfgeschreven, en naast deze eigen nummers zetten ze onder meer nummers als "Little Wheel" (J.L.Hooker), "Rainy Night in Georgia" (Tony Joe White) en "It Hurts Me Too" (James/Sehorn) naar hun eigen hand. Hun eigen nummers blijven tussen deze klassiekers moeiteloos overeind. Allemaal zo gebracht dat het dus zeer duidelijk is dat we hier te maken hebben met musici in hart en nieren. Ze zingen samen en spelen samen op een manier die je doet constateren dat deze twee mensen echt iets bijzonders met elkaar hebben. Er gebeurt iets magisch - de twee spelen zo intens samen, en vullen elkaars spel zo fantastisch aan dat je er onder meer bijzonder vrolijk van wordt. De lol van het samen muziek maken spat er af, en omdat ze allebei ook nog eens heel goed zijn krijg je iets heel speciaals. Het is allemaal akoestisch wat ze doen, en het is een fraaie mengeling van blues en folk. Vitale rootsmuziek van de allerbeste soort. Heerlijke muziek dus, en absolute aanraders.


 

JEFFREY FAST FINGERS


BITE INTO IT!
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/jfastfingers

 

Jeff Tanzer aka Jeffrey 'Fast Fingers' is al bijna veertig jaar een blues-gitarist/vocalist/songwriter in Amerika. In 1974 sluit hij zich aan bij de groep van ex-Muddy Waters gitarist Luther 'Georgia Boy' Johnson die zijn tijd ver vooruit was met de swing bluesvorm zoals hij die creëert en was met deze band bij vele optredens van Muddy, James Cotton en Houndog Taylor aanwezig. Na zijn vertrek gaat hij 'on the road' met o.a. Bonnie Raitt, Wolfman Jack, the Nighthawks en in de beginjaren '90 richt hij een eigen band op: The Unusuals. Pas verscheen zijn nieuwe album "Bite Into It!", een album waarin stijlen als jazz, funk, rock and roll, blues en rhythm and blues te vinden zijn, stijlen dewelke hij zijn hele loopbaan gespeeld heeft en plaatst onder de noemer :R&B Twist. De cd opent met een drietal ijzersterke nummers. De single "Down In New Orleans" en "What Can I Say?" swingen de pan uit, terwijl "Another Fool Lost" het mooie gitaarwerk van Jeffrey 'Fast Fingers' toont. Twee nummers zijn nog het vermelden waard. Het jazzy swingnummer "You'll Come My Way" en het afsluitende "Crawlin'" dat een sterk Steely Dan sfeertje oproept. Met deze afwisselend plaat laat Jeffrey 'Fast Fingers' zien dat hij behoort in de hedendaagse bluesscène in Amerika.


 

THE MOOCHERS
PLAY THE GAME
Website: www.matwalklate.co.uk
Email: themoochers@btopenworld.com
www.cdbaby.com/cd/moochers


Misschien is het een afwijking, maar soms hebben we opeens een onbedwingbare behoefte aan moderne bluesmuziek uit Engeland. Muziek die de sfeer van het zuiden ademt en je bloed onmiddellijk sneller laat stromen en je hart sneller doet kloppen. The Moochers beheersen het maken van deze muziek als geen ander. "Play The Game" is een ongelooflijk prachtig bluesalbum van The Moochers in eigen beheer uitgebracht. Een plaat met heerlijk bluesy gitaarwerk van Andy Pyatt, zeer aansprekende songs en een ritmesectie met Steve Brown op keyboards, Bo Kirton op bas en Chris Walton op drums, zorgt voor de onmisbare swing. De uptempo nummers zijn onweerstaanbaar, maar ook de wat meer ingetogen nummers weten ons door de doorleefde zang van Mat Walklate flink te raken. Op deze derde plaat schreven het duo Walklate/Pyatt voor het eerst alle veertien tracks zelf. De aanstekelijke opener "Listen To Me" zet meteen de toon voor de rest van dit album: het bluesgevoel vliegt je om de oren tot in "Rockin' On" met het prachtige harmonicaspel van Walklate en het afsluitende Texas fifties getinte "40tude" waarin het gitaarwerk doet denken aan een T-Bone Walker. Wij wisten wel dat The Moochers een groot talent zijn, maar dat zij het met dit nieuwe album "Play The Game" op zo'n overtuigende en overrompelende wijze waar zou maken, nee. Deze heren kunnen wel eens heel groot gaan worden.Geweldig !


 

CRUMB

EVENINGS AND WEEKENDS
Website: www.crumbmusic.com
Email: info@crumbmusic.com
Label: Disques Fridge

 

Het is inmiddels bewezen dat het maken van goede indie rock niet exclusief is voorbestemd aan rockers afkomstig uit het zuiden van de States. Inmiddels vind je ze overal ter wereld. Zo verbaast het ons niet meer wanneer we een goed rock plaatje uit Ierland van het trio, Crumb, in onze handen krijgen. Derrick Dalton (vocals, gitaar), Dez Foley (vocals, drums) en Eamonn Davis (Bas) brengen op hun debuutplaat "Evenings and Weekends", pure pop in de beste Byrds en R.E.M. traditie. Andere bands als The Lemonheads, Teenage Fanclub, Pixies of Dinosaur Jr kunnen ook best als vergelijkingsband dienen. Als je niet beter wist, zou je denken naar een 'best of' van een vergeten bandje te luisteren. Op "Evenings and Weekends", begeeft de band zich regelmatig op het terrein van de psychedelische pop. Het resultaat is een cd, die flarden alt-country, psychedelica, rootsrock en pop weet te combineren tot een buitengewoon aanstekelijk eigen geluid. Uitschieters? Jawel, allemaal, de songs klinken allen als hit singles. Een debuut van hit singles, zoals de opener "Lights of the City", een kleine stad met een ode tot verboden liefde, "Follow Me Home" is een Fanclub tribute, maar ook "Fecky The Ninth", "Bad Timing", "For The Leaving of..." en de akoestische afsluiter "No Great Plans" konden ons best bekoren. Het is net of Crumb vroeger nimmer de perfecte popplaat hebben gehoord en het dus zelf maar eens proberen. En daar slagen ze met sterke composities en zang van Dalton en Foley behoorlijk goed in. Ben benieuwd wat de heren hierna gaan doen, ik vermaak me voorlopig in elk geval prima met deze zonnige gitaarplaat.


 

SPIKE PRIGGEN
THE VERY THING THAT YOU TREASURE
STARS AFTER STARS AFTER STARS
Website: www.spikepriggen.com
Email: spike.priggen@gmail.com
Label : Volare Records
www.cdbaby.com/cd/spikepriggen
www.cdbaby.com/cd/spikepriggen2


De uit New Haven, Connecticut, komende singer-songwriter Spike Priggen heeft vooral binnen New York een sterke reputatie opgebouwd als leverancier van doorleefde muziek, stadsmuziek met gitaren als dominante factor. Buiten New York is hij niet zo bekend en misschien is zijn muziek wel te Amerikaans. Toch is het de moeite waard om naar zijn muziek te luisteren, er doen ten eerste altijd goede muzikanten op mee. Op zijn debuut album "The Very Thing That You Treasure" is dat Scott Yoder (Tandy, Star City), Jon Graboff (Amy Rigby), Joe McGinty (Psychedelic Furs), Jane Scarpantoni (R.E.M., Nathalie Merchant) en Brian Doherty (They Might Be Giants) en verder ... levert hij gewoon kwaliteit. We horen elementen uit alt.country en roots en voor de liefhebbers van singer-songwriters is er een hoop te genieten. Priggen's zijn debuut, voor het nadrukkelijk aan de weg timmerende label Volare Records, is er een om je vingers bij af te likken. Als je tenminste van de betere power-pop houdt, zoals de nummers: "Yesterday", de ballads "The Right Thing" en "Nothing", en "I'm In Love" dat klinkt als een mix van country met rock en pop. Spike Priggen heeft een prachtplaat afgeleverd in 2001 met dit debuut, een plaat waarin hij trouwens bewijst een uitstekend singer-songwriter te zijn. Op zijn volgende soloplaat "Stars After Stars After Stars" tapt hij uit een ander vat, niet dat de muziek zozeer verschilt. Neen, deze plaat is volledig een coverplaat. Hetgeen we eerder verwachten van reeds gevestigde artiesten, dan van iemand als Priggen die zich nog moet bewijzen. Maar goed, met de hulp van muzikanten uit bevriende bands brengt Priggen een eigen interpretatie van o.a. "How We Were Before" (Zombies), "Nighttime" (Big Star), "I"m Eightteen" (Alice Cooper), "Big Store" (Stephen Duffy), "Plain Sailing" (Tracy Thorn), allemaal songs van diverse pluimage en waarin hij volledig slaagt. Spike Priggen zijn beide albums staan voor mooie toegankelijke liedjes, bekwame muzikanten en een hele mooie stem; meer is er soms niet nodig om de luisteraar in de zevende hemel te krijgen. In de VS wordt het nummer "Every Broken Heart" uit zijn debuut gebruikt in een populaire tv-serie, dus ik voorspel nu alvast dat we in 2006 veel gaan horen van deze bijzondere rockmuzikant.


 

MOLLY THOMAS

SHOOT THE SKY
Website: www.mollythomas.com
Email: molly@mollythomas.com
www.cdbaby.com/cd/mollythomas

Edgy and beautiful alternative/indie folk

We zijn de afgelopen jaren overspoeld met vrouwelijke singer-songwriters die lekker in het gehoor liggende folkpop maken, dus we staan zo langzamerhand wat argwanend tegenover nieuwkomers. Iemand die verschillende jaren in de muziekbusiness zit en nu pas op de proppen komt met een debuutalbum, is de uit Nashville komende Molly Thomas. De laatste jaren was ze reeds te horen op cd's van o.a. Mindy Smith, Matthew Ryan, Will Kimbrough en Todd Snider en bovendien een veel gevraagd violist en achtergrondzangeres.Thomas weet ons met haar debuut "Shoot The Sky" echter onmiddellijk te betoveren. Deze singer-songwriter maakt van die mooie folksongs die onmiddelijk blijven hangen, maar gelukkig ook wel iets eigenwijs hebben. Op "Shoot The Sky" wordt de jonge Amerikaanse bijgestaan door Rowland Stebbins, die met zijn warme stem de backing vocals verzorgt in de 'late-night' waltz "My Side", Brian Harrison (Lucinda Williams), zorgt voor de co-writing en co-productie van drie tracks waarvan de afsluiter "I'll Be Fine" wel het meest te vergelijken is met het werk van Lucinda Williams. Een ander hoogtepunt is het radiovriendelijke "Wide of The Mark", waarin Harrison te horen is op gitaar. Andere gast Matthew Ryan met wie Thomas in het verleden regelmatig tourde is ook als gitarist aanwezig op de titeltrack en als backing vocalist in de piano ballade "Sleep", maar ook zijn "I Hear A Symphony" bezorgt deze plaat zijn enige cover. De uit Houston komende Mando Saenz is te horen op de trage ballade "Bad Timing", een liefdesong die hij tesamen schreef met Thomas. Deze heren zorgen hier en daar voor een rock, folk of country accent, maar het is Molly Thomas die op "Shoot The Sky" de meeste indruk maakt, want ze tovert het ene na het andere prachtliedje uit de hoge hoed. De ene keer sober en bijna verstild, de volgende keer behoorlijk uitbundig. Haar stemgeluid lijkt af en toe als twee druppels water op dat van de door ons bewonderde Shelby Lynne, maar in muzikaal opzicht staat "Shoot The Sky" dichter bij de muziek van Tara Angell en Lucinda Williams. Met "Shoot The Sky" manifesteert Molly Thomas zich als een enorme aanwinst voor het genre.

 


 

MICHAEL HOLLAND

TOMORROWS AMERICAN TREASURES
Website: www.folkbomb.com
label: Sit-N-Spin
www.sit-n-spinrecords.com
info@sit-n-spinrecords.com
sit-n-spin@att.net

This album is for bluegrass fans who love rock, and rock fans who love bluegrass.

Bluegrass is voor de nietpuristen onder ons op dit moment zeker zo interessant, zoals we aan de hand van deze nieuwe lichting bluegrass-cd's kunnen aantonen. We nemen het genre daarbij zeer ruim, want voor sommigen zal bijvoorbeeld een Michael Holland muziek maken die buiten het genre valt, terwijl het daar wat ons betreft qua sfeer zeker thuishoort. Wij hebben altijd al een zwak gehad voor groepen waarbij je kunt horen dat er met buitengewoon veel plezier samen muziek gemaakt wordt. Dat is in ieder geval een overeenkomst met het nieuwe album "Tomorrows American Treasures" van Michael Holland - het speelplezier spat de boxen uit, en dat werkt erg aanstekelijk voor je goede humeur. Holland en zijn begeleidingsband, Big Fat Gap uit North-Carolina, klinken regelmatig als een bluegrassband, maar op andere momenten, als Appalachian music, en als Holland aan zijn orgel zit zoals in de twee openende tracks "Chrystal Meth Freak From California" en "Mountains Of The Moon", heb je het gevoel naar een vreemde mountain music te luisteren, die bluegrass en country mixt en daar iets geheel eigens van maakt. Vooral de zang doet toch vaak aan bluegrass denken. Akoestische gitaren bepalen voor een groot deel het geluid van de groep, met als uitblinkers Miles Andrews en Ryan Cavenaugh op banjo. De samenzang is messcherp en vooral de stem van Miles Andrews springt naast Holland's stem eruit. Alle songs zijn zelf geschreven door Michael Holland en samen met deze band zullen ze in een concertzaal ongetwijfeld prima klinken, maar op cd doen die liedjes het niet allemaal even goed, vooral ook omdat zo’n cd nu eenmaal een beperkte speelduur heeft, en de solo’s dus noodzakelijkerwijs zijn ingekort. Aanstekelijke muziek, en na een uur heb je het gevoel dat ze nog wel een uur hadden kunnen vullen. Hoe dan ook een sympathiek plaatje.

 


 

TOM OVANS
HONEST ABE AND THE ASSASSINS
Website : www.nsr.home.texas.net/tom.htm
Email: nsr@texas.net
Label : FloatingWorld / Evangeline
www.floatingworld.co.uk
Distr. :Bertus
www.bertus.nl

Texaan Tom Ovans zijn grootste inspiratiebron, zijn bijzondere leven, lijkt voorlopig nog niet uitgedroogd. Met "Honest Abe and The Assassins" serveert de gedreven singer-songwriter zijn fans alweer een nieuw album. Inmiddels zijn tiende in vijftien jaar, en zijn nieuwe plaat, dat is geen kattenpis. Na de succesvolle vorige albums "Still In This World" (2001), "15 Unreleased" (2002) en "Tombstone Boys, Graveyard Girls" (2003), geschiede de productie voor "Honest Abe and The Assassins" wederom in Austin, Texas. In feite ligt zijn nieuwe plaat in het verlengde van zijn goed ontvangen vorige albums, maar er is meer aan de hand. "Honest Abe and The Assassins" is een dubbel-cd, met maar liefst éénendertig zachtmoedige, introspectieve folky/blues songs die de gedachten en gevoelens van deze man weerspiegelen. De akoestische liedjes beschrijven op een prachtige manier zijn zoektocht naar innerlijke rust, de voortgang van het leven en de veranderingen hierin. Ja, drama bevatten deze schijfjes volop, en dat wordt goed aangevoeld in het verhaal over Benny, zijn broer, "In Memory of Benny". Daarnaast straalt hij iets poetisch uit en doet hij denken, zeker qua stem, aan de oude Bob Dylan. Zo zijn ook zijn teksten, soms duister dan weer hoopvol. Zoals ik al zei is er muzikaal gezien weinig veranderd. "Honest Abe and The Assassins" werd opgenomen met weinig tam tam. Dat betekent dat Tom Ovans te horen is met een sobere, maar vaak veelzeggende, begeleiding op gitaar en harmonica. Ovans deed de productie zelf en het geheel klinkt prima. "Honest Abe and The Assassins" staat vol met van die typische Ovan's songs. Sobere folksongs vol emotie die opvallen door zijn doorleefde stem en zijn intense gitaarspel. Songs die in een live-setting misschien nog wel beter tot hun recht komen dan in de studio. Deze plaat is onmisbaar voor de fans van deze bijzondere singer-songwriter, maar ook iedereen die liefhebber is van Bob Dylan, Michael de Jong,... moet hier zeker eens naar luisteren. Kortweg: Tom Ovans is niet van deze wereld! En als hij dat wel is dan is deze kerel er al zo lang dat hij op de nodige levenservaring kan bogen, ervaring met oog voor die zaken waar het werkelijk om gaat. Kan niet anders, want dan schrijf je niet zulke teksten als Ovans doet.


 

DON BREWER BLUES PROJECT

VOODOO SOUL BLUES
Website: www.donbrewerbluesproject.com
Email:frosty@donbrewerbluesproject.com
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/donbrewerbp

The Don brewer Blues Project plays rockin, original east coast/west coast party blues music.


Iets meer dan dertig jaar intens muziek beluisteren, begint momenteel z'n sporen na te laten bij deze jongen. Zo moet ik eerlijk toegeven dat ik bij het recente bluesaanbod, wel eens de neiging vertoon, om het nuttige aan het aangename te koppelen. Het overkomt me dan ook wel eens de laatste maanden, dat mijn hoofdtelefoon het enige obstakel op deze aardkloot is, dat mij weerhoudt van een zalige siesta. Met groot genoegen kan ik dan ook stellen zeer tevreden te zijn met het in de bus vallen van het debuutalbum van de Don Brewer Blues Project "Voodoo Soul Blues", een plaat die werd opgenomen in de The Root Cellar te Hallowell, Maine. Deze vierkoppige formatie uit Maine, US, is zonder twijfel één van de betere releases in het bluesgenre die ik de afgelopen maanden kreeg te horen. Frontman en tevens componist van de acht nummers is zanger/gitarist Don Brewer, die mij vokaal en instrumentaal aan een mix van Albert King, Stevie Ray, Clarence Gatemouth Brown en John Lee Hooker doet denken. Vanaf de opener "Out Last Night" tot het afsluitende "Dance", wordt de luisteraar getracteerd op een gevarieerde en energieke plaat, waarbij je eventjes het gevoel krijgt naar West Coast blues en Chicago blues zit te luisteren, maar dit is gewoon : "Juke Joint blues at it's best". Het enthousiasme van Brewer, het soliede ritme-trio, Ronny Arsenault (bass), Marc Perez (drums) en Bob Colwell (keyboards), bieden een uitstekende fundatie voor de gasten Pat Pepin (sax) en Tommy O'Connall (harmonica), om er méér dan geinspireerd tegenaan te gaan, en de band een eigen 'smoel' te geven. Over gans de lijn is dit wat men warm en ouderwets genieten noemt.

 


 

STARDEVILS
THE DEVILS MUSIC
website : www.stardevils.com
label : Kat-Tone Records
info : stardevils@earthlink.net
www.myspace.com/stardevils
www.cdbaby.com/cd/stardevils2


Peren met appelen vergelijken ... een Cadillac met een trabantje ... the StarDevils met Mississippi Queen (zie rev.) het zou niet eerlijk zijn. Want wat deze vier Kentucky Cats op ons rockabilly en hillbilly bop bord schotelen is verreweg het beste wat wij anno 2005 mochten verorberen (een Michellin sterretje of 3 is het mij wel waard) en zij mogen dan ook terecht als een van de beste rockabilly bands beschouwd worden. Met optredens op het Indy Rockabilly Rebel Weekender, Viva Las Vegas 2004 bewijzen zij hun steile opmars en de sticker "Sorry, temporarily sales out " dat op hun vorige album" Diagnosis Dee-Licious" (03) kleeft is daar stille geuige van. Wij keken dan ook benieuwd uit of de opvolger aan de hoog gespannen verwachtingen zou kunnen beantwoorden. Onze vrees was onterecht want ..."The StarDevils will grab you by the collar and put you through the paces, so roll up your sleeves and put on those dancin' shoes. These cats are bound to rock away all your blues". Liefst elf eigen songs en als toemaatje een bonus track die er garant voor staan dat "if rockabilly ever hits the mainstream, the StarDevils will be superstars! these guys flat kick ass ... whether on cd or in person" (Alan Mayes). Sizzling guitars, slapping bass, dominating steel guitar and of course Lance's charismatic vocals, who nails every song with his great southern twang (Blue Suede News). De stoutste vewachtingen werden overtroffen en zelfs het anders zo bedaarde Planet Rockabilly ging danig uit de bol ...."Lot's of hiccup and smokin' guitar! An all around rockin' good time, "The Devils Music" is sure to make even the tamest of people get a little bad".

LANCE"LUCKY" KAUFMAN (led vocals & rhythm gt), DAVID RHODES BROWN (lead gt, lap steel), GREG SCHRAMM (drums) en FRANK TURNER (upright bass) zijn verantwoordelijk voor al die wereldwijdse euforie en ik kijk dan ook met belangstelling uit of The StarDevils de oversteek naar Europa in 2006 tot een van hun prioriteiten rekenen. Jos, Rene, Roger, Tony, Willy, maken jullie de borst alvast maar nat! (SWA)

 


 

JOE FOURNIER

THREE CHORD MACGYVER
Website : www.joefournier.com
Email: info@joefournier.com
Label : Dusty Records
www.dustyrecords.se

Joe Fournier is een Canadees die net zijn derde cd "Three Chord MacGyver" heeft uitgebracht op het Zweedse Dusty Records label. Dit is meteen de opvolger van "Raw Sugar Shed" uit 2002 en "Whiskey Stars" uit 2003. Hij maakt een mix van country- en rootsrock, soms overgoten met een rockabilly of blues sausje. Hoewel hij al op negentien jarige leeftijd zijn eerste plaat opnam, is Joe Fournier een laatbloeier. Een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken; hij was beurshandelaar, pizzabezorger, platenproducer, kok, discjockey ,meubelmaker, maar heeft nu zijn weg in de muziekbusiness blijkbaar gevonden. Joe komt uit een muzikale omgeving: zijn ouders bezaten een muziekcafé en hij werd beïnvloed door de vele bands die bij hem ‘thuis’ speelden en door de klanken van Merle Haggard en Creedence ClearWater Revival die uit de jukebox schalden. Een ruige stem die veel roots combineert met een lekker volwassen geluid. "Three Chord MacGyver" bevat twaalf eigen knappe rootsliedjes, het ene moment zit het dicht tegen Tom Petty en Dave Edmunds aan, het volgende moment is het meer Ronnie Elliott, weer iets later net zo makkelijk Graham Parker, maar bij nadere beluistering schieten me ook de namen van Elvis Costello, John Hiatt en Nick Lowe door het hoofd. Voorwaar geen lijstje om je voor te schamen en de afwisseling aan roots stijlen en de kwaliteit van de nummers maken "Three Chord MacGyver" tot een van de betere roots platen van de laatste tijd. Deze singer-songwriter manifesteert zich dus op dit album, in verschillende genres, waaruit we even de uitschieters plukken. Zo is hij in "Too Much Fun" en "Big Moon Pie" op en top Americana met een bluesy tintje, in "Hogwild" ontpopt hij zich als een vurig voordragend vertegenwoordiger van countryrock, maar ook de meer roots-pop gaat Fournier niet uit de weg in de opener "Weapons Of Love Destruction". Voeg daarbij de prachtige ballades "Regular Guy" en "Words I Should’ve Said", dan weten we : wat hij ook brengt, het is allemaal van grote klasse! Kortweg : Joe Fournier is meer dan effectieve singer-songwriter/rootsrocker : Joe Fournier is niet enkel bij de Amerikanen in the picture gekomen maar ondertussen ook hier in de Lage Landen.


THE ORANGE HUMBLE BAND
HUMBLIN' (ACROSS AMERICA)
Label : Laughing Outlaw Records
www.laughingoutlaw.com.au
laughingoutlaw@talk21.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

 

De Posies waren waarschijnlijk de meest populaire powerpop-band van de jaren ’90. De carriere’s van Posies-voorlieden Jon Auer en Ken Stringfellow leken zo langzamerhand een dubbele dosis productiviteit bij de heren los te maken. Beide heren maakten immers enkele jaren geleden hun debuut soloplaat en Auer was actief met Jeanjacket Shotgun. Ken Stringfellow is bovendien een te drukbezet man om zijn tijd te verdoen met somberen. Naast het werk als invalkracht in R.E.M., is hij actief als solo-artiest, speelt hij akoestisch met Auer, en deelde hij de studio met bands als The Minus 5 en Orange Humble Band. Door de zogenaamde reunies van Big Star en deze Posies zag het label Laughing Outlaw Records er wel graten in om "Humblin' (Across America)" van The Orange Humble Band terug op de markt te brengen. Deze in Australië opgerichte gelegenheidsgroep met verder Anthony Bautovich (ex-Lonely Hearts), Daryl Mather (ex-Lime Spiders, ex-Someloves) en co-producer Mitch Easter (Let's Active, REM, Pavement) achter de knoppen. Het debuut uit 2000 (in Australie) bevat knallende powerpop met countryrootsinvloeden in de beste Big Star-traditie, een voorliefde die zich uitbreide tot een samenwerking. The Posies vormden immers de begeleidingsband van de reünie van deze legendarische band rond Alex Chilton. Big Star drummer Jody Stephens is op het nieuwe album van Orange Humble Band van de partij dat als nieuwe leden ook producer Jim Dickinson (Rolling Stones, Alex Chilton) en Spooner Oldham (Dan Penn, Aretha Franklin, Neil Young), in de gelederen heeft. Een uiterst sterke line up, een gezelschap dat gewoon psychedelische pop maakt dat nu, anno 2005, nog steeds aanstekelijk werkt. Hoogtepunt en tevens zwaartepunt van het album is de uit tien songs bestaande Southern American Music revue. "Humblin' (Across America)" staat gewoon voor sterke melodieen en prachtige samenzang waarvan Daryl Mather alle muziek en teksten schreef en Ken Stringfellow het zangwerk voor zijn rekening nam.


 

JERRY HENSLEY
COOL BREEZE BLOWIN'
website: www.jerrylhensley.com
Email: jerry@jerrylhensley.com
Label : Dusty Records
www.dustyrecords.se

 

De Amerikaan Jerry Hensley heeft niet echt een kop, of de leeftijd, om beroemd te worden, al zou dat vanwege zijn muziek eigenlijk wel moeten. Alhoewel ... Jerry Hensley maakt heel intieme countrymuziek, die je het gevoel geeft dat hij met een paar vrienden in je huiskamer alleen voor jou muziek zit te maken, en dat soort muziek wil je natuurlijk eigenlijk niet met ál te veel mensen delen. Knusmuziek in optima forma. Voordat je nu denkt dat Hensley een soort tussen-de-schuifdeurenkwaliteit heeft moeten we wel even duidelijk maken dat we hier te maken hebben met een van de mooiste country-cd's die we de afgelopen maanden in handen hebben gekregen, en dat wil wat zeggen. Hensley zingt liedjes, waarbij hij zichzelf op de gitaar begeleidt, en hij heeft wat gasten om zich heen. Even nog vertellen dat deze Hensley gedurende de periode 1974 tot 1982 voormalig gitarist was van niemand minder dan Johnny Cash. Daarmee zijn we bij de eerste gast, die op zijn eigen "Flesh And Blood", vocaal mooi uit de hoek komt. Verder horen we Anita Carter in Dylan’s "It’s All Over Now, Baby Blue" en in "Gold Watch and Chain". Jimmy Fortune van the Statler Brothers is van de party in "Born to Run". Daarmee is een tweede grote naam gevallen: the Statler Brothers. Toen hij in 1982, na acht jaar van dienst bij Johnny Cash, verbleef hij 20 jaar bij zijn nieuwe band waar zijn vriend, Marshall Grant, manager was. Maar goed, "Cool Breeze Blowin'", omvat twaalf nummers, waarvan vijf stuks van de hand van Hensley zelf zijn, waaronder de opener en titeltrack, een remake van zijn reeds uitgebrachte single uit 1974. Alles heel ingetogen, maar toch stevig. Prachtig gitaarspel, een mooie zangstem waarmee hij heel makkelijk zingt en een repertoire dat voor het grootste deel uit fraaie eigen liedjes bestaat en voor een deel uit klassiekers. Maar ook hier geldt dat het absoluut niet gaat om suffige retromuziek, maar juist om iemand die met liefde ingetogen muziek staat te maken waarbij je eigenlijk steeds op het puntje van je stoel zit. Ballads, treurige liedjes, vrolijke liedjes en gewoon mooie liedjes wisselen elkaar af, en na afloop merk je dat je met een brede grijns op je gezicht hebt zitten genieten.


 

SMITHB

FROM ONE HEARTACHE TO THE NEXT
Website : www.smithb.nl
Info: Band contact:Maurice Roosen
Email :mail@smithb.nl
Info & Bookings: MonkeyMan BV
info@monkeyman.nl
www.monkeyman.nl

SmithB, een afkorting voor Sudden Movements In The Basement, bestaat uit zanger/multi-instrumentalist Maurice Roosen plus vier geroutineerde muzikanten met sporen in de Amerikaanse rock, folk, country en hedendaagse popmuziek: Robert van Beurden (gitaar, dobro, lapsteel en mandoline), Toon Verberne (drums), Gregory Bergmann (basgitaar) en Ingeborg Sleegers (backing vocals). Robert, Gregory en Toon speelden lange tijd in de country-formatie El Khana Band en zanger Maurice (telg uit een muzikaal geslacht) komt van de folkband The Healz. Maurice Roosen is ook de man die sinds kort de Helmondse editie van Manic Monday in café De Gouden Kegel op Markt in Helmond wekelijks inleidt zoals Ad van Meurs dat in Eindhoven doet. SmithB startte in 2003 en ontwikkelde in korte tijd aan de hand van zanger, pianist en multi-instrumentalist Maurice Roosen een robuust repertoire van songs met invloeden uit Amerikaanse folk, country en hedendaagse popmuziek. Dit gecombineerd met melancholie en het gebruik van instrumenten zoals mandoline, dobro, lap steel en pedal steel maakt dat verwijzingen naar John Hiatt en Jackson Browne niet van de lucht zijn. Bovendien is Maurice Roosens' stem een ruwe diamant. Warm en geruststellend. Na enkele weken in de studio met Watchman en No Blues producer Ankie Keultjes klonk het album "From One Heartache to the Next", uitgebracht bij MonkeyMan Records, zoals ze wilden. Stijlmatig bevindt de band zich op het vlak van singer-songwriter muziek in de Amerikaanse traditie, maar is niet in één genre onder te brengen. In de sound bevalt mij het meest de akoestische piano in combinatie met een melancholische lap- of pedal steel. Het afsluitende mooie "Rollercoaster Ride" ontleent daar bijvoorbeeld zijn kracht aan, maar ook "Gracious Disguise" dat opent met een verstilde piano en een prachtig zacht jankende steel bij de mijmeringen van Maurice Roosen. Alle songs zijn ook van zijn hand, waarvan de opener, het titelnummer, een goed in het gehoor liggende song is, gevolgd door het knappe "Dying man". In het derde nummer "Fire in the kitchen" duikt onverwacht een lyrisch accordeonnetje op, enig mooi! Andere uitschieters zijn vooral "Held You Down Inside" en "Chicago Blues". Bovendien is er voor deze cd een zangeres, Ingeborg Sleegers, aangeschoven met haar ijzersterke backing vocals. "From One Heartache to the Next" bevat songs die naar veel en veel meer smaken en doen uitzien naar SmithB's volgende cd. Een cd die hopelijk in het verlengde ligt van deze prachtplaat.


 

THE DUST DEVILS

GATHERING DUST
website : www.cosmicdustdevils.com
label : Heritage Records
info : cosmicdust@ev1.net
Janet Hall (Heritage Records)


Eerst het album beluisteren en dan de website raadplegen kan soms tot verrassende ontdekkingen leiden. Met The Dust Devils overkwam mij hetzelfde als met Six Mile Grove ... prima nieuwe band zou je denken maar ook ditmaal gaat die ballon niet op. Want Kevin Higgins en Barbara Malteze, de bezielers van the Dust Devils, zijn zeker geen groentjes meer in het muziekwereldje. Na wat rondzwervingen in het Southern rock gebeuren hield Higgins het op een bepaald moment voor bekeken en keerde de Los Angeles rockscène de rug toe. The Allman Brothers, Lynyrd Skynyrd invloeden ... het werd tijd voor wat anders en het singer/songwriters werk van ondermeer Steve Earle bleek 'de' stimulans om het over een andere boeg te gooien. Wanneer Higgins midden jaren negentig Barbara Malteze tegen het bevallige lijf liep kreeg die stimulans een extra dimensie en ondanks Malteze's heavy metal verleden, werd er resoluut voor het songwriterswerk van Higgins gekozen. In 1999 verscheen Higgins solo debuutalbum "Dark Side of the Barn" en enkele jaartjes later kreeg de samenwerking Higgins/Malteze gestalte onder de naam "The Cosmic Dust Devils" en konden zij fier de geboorte aankondigen van een drietal albums die verschenen zijn op het Little Train Record label. Met hun muziek die omschreven werd als "too smart to be country, too credible to be pop, too sublime to be rock, too optimistic to be indie" dreigden zij zowat tussen wal en schip te geraken. Gelukkig is er nu het album "Gathering Dust " dat probeert komaf te maken met al die diversiteiten. Niet dat je nu alles onder dezelfde noemer kan rangschikken want het album is verdeeld in Side A en Side B. Er wordt afgetrapt met een aantal country/roots/rock songs à the Bottle Rockets ("Southern Tears", "In Jail", "Railroaded" en het pareltje/titelnummer "Gathering Dust". Het is het gedeelte waar Higgins de meeste vocals voor zijn rekening neemt en the special guests Glen Duncan (cello, mandolin, banjo) en Barry Beckett (B3) hun beste beentje voorzetten en er regelmatig een fraai stukje dobro wordt geserveerd ("Company time"). Maar toch is het titelnummer al een eerste indicatie van de Southern rock invloeden die zijn blijven zweven boven het Texaanse echtpaar en die met deel II van het album vastere voet krijgen. Ook al omdat de vocals nu worden overgenomen door Barbara Malteze die in Amerika wel eens wordt vergeleken met Janis Joplin en in de song "Looking for Pearl" klopt dat ook wel, maar zelf wil Barbara liever het duel wil aangaan met Joyce "Baby Jean" Kennedy . En dat lijkt mij ook terecht want met de blues/soul/klanken in "Friends", "Outlaw Girl", "Angel Wings" en de uitgebreide rol die het B3 orgeltje voor zijn rekening neemt komt zij erg dicht in de buurt van het geluidje van Mothers' Finest boegbeeld, een bandje dat geruime tijd het muzikale uithangbord was van Atlanta. Met het schitterend duetje "Make It" en de songs "Tired" en "Walk On" neemt Higgins het heft opnieuw in handen en bewijst hij dat er in de toekomst terdege rekening moet gehouden worden met zijn Americana pennevruchten... "Whether it's a nostalgic honky-tonk sound, or a 21st Century outlaw sound, you'll hear true Texas roots in every beat. Listen carefully and you'll hear influences from Buck Owens to Janis Joplin, from Waylon Jennings to Ann Wilson (the one from Heart, not the other one). If you like a party in a box, stuff a Dust Devil in your changer and press play!" (Lucky Boyd) . Prima album !


 

HYACINTH HOUSE
Website: www.hyacinthhouse.se
Email: contact@hyacinthhouse.se
Label : True Music Production
www.truemusicproduction.se/ Distr.: Bertus www.bertus.nl
www.cdbaby.com/cd/hyacinthhouse

 

Als ik zo'n sympathiek, in eigen beheer uitgebracht album in handen krijg, smelt ik altijd een beetje. Het harde werk, het bij elkaar geschraapte spaargeld, hulp van de hele familie en vriendenkring, dat straalt er allemaal van af. Hyacinth House, traditionele alt.country, alhoewel! Ik hou wel van de muzieksoort, hoe kan het ook anders na al die jaren als fan van de Jayhawks, die alt.country als eerste liefde hebben. Doen we daar nog wat invloeden bij van Grant Lee Buffalo, Madrugada, Neil Young, Ryan Adams en Mercury Rev en dan weet u ommiddelijk waar deze band uit Västervik, Zweden moet geklasseerd worden. Waar het om gaat is dat Hyacinth House prachtige muziek maakt. Muziek die invloeden uit de alt-country vermengt met het atmosferische en duistere dat de muziek uit het hoge noorden zo vaak kenmerkt. Muziek die opvalt door de variatie en de muzikale hoogstandjes, want wat kan dit zestal spelen. Van bijna verstilde alt-country ("On Top Of The World") tot de gejaagde muziek ("On A Train") waar Sixteen Horsepower de afgelopen jaren het patent op had. Van stevige country-rock ("New Day Arising") tot zware psychedelica ("Perplexed Sunday On Blue Pills"). Hyacinth House zoekt met haar titelloze debuut aansluiting bij de groten van de alt-country, maar neemt hier tegelijkertijd afstand van. Marcus Johansson heeft zo'n typerende stem die heel geschikt is voor alt.country en de alternatieve alt.country. Tevens heeft deze akoestische gitarist ook alle songs neergepend samen met zijn broer Fredrik. Verder horen we ook een twintigtal gastmuzikanten, maar het mooie gitaarwerk van Andreas Berg is zeker vermeldingswaard. Prima muzikanten allemaal! Een goed in elkaar zittend album, wat zeker zijn weg naar de liefhebbers wel weet te vinden. Hyacinth House is eindelijk weer eens een band die de kunst van het schrijven van perfecte popliedjes weet te combineren met het maken van uit de tenen komende alt-country songs. Het levert muziek van wereldklasse op. Hyacinth House staat voor mooie harmonieën, een werkelijk fantastische zanger en een zeer uitgebreide studioband houden de aandacht 11 nummers lang moeiteloos vast. Volstrekt tijdloze muziek die stevig is verankerd in de tradities van de country-rock, maar ook niet vies is van een dampende portie rock 'n roll. Wanneer je Hyacinth House wat vaker hoort, valt op dat deze band niet alleen haar klassiekers kent, maar ook met beide benen in het heden staat. De muziek van de band klinkt bij vlagen misschien wat traditioneel, maar onderhouds broeit de muziek van het heden. Een brug tussen heden en verleden die tot dusver alleen door de allergrootsten gebouwd kon worden. Liefhebbers van meer eigentijdse alt-country zullen deze geweldige cd snel in hun harten sluiten. Hyacinth House is een bijzonder aangename verrassing. Als deze band binnenkort niet wereldberoemd is weten wij het ook niet meer.



 

JOE WEST
THE HUMAN CANNONBALL
Website: www.joewestmusic.com
Email :joewestmusic@hotmail.com
Label: Frogville Records
www.frogvilleplanet.com

Singer-songwriter Joe West uit Santa Fé, New Mexico, timmert jaren aan de weg en heeft een kleine, maar o zo trouwe, groep fanatieke fans achter zich weten te scharen. Fans die iedere nieuwe cd van Joe West binnenhalen als een onbetwist meesterwerk. Een nieuw meesterwerk van Joe West; ja het zal wel. Een pijnlijke vergissing, want dit keer hebben de fanatieke Joe West het eens niet mis. "The Human Cannonball" is inderdaad een prachtplaat met songs die putten uit de folk, country, tex-mex en bluegrass, en die stuk voor stuk opvallen door de mooie verhalen die ze vertellen. Net als bijvoorbeeld ook een Tom Waits heeft Joe West in zijn teksten vooral aandacht voor wat er zich aan de zelfkant van de maatschappij afspeelt. Zijn aandacht gaat daarbij met name uit naar die mensen waar je normalerwijze juist niet probeert op te letten. Zijn stem doet denken aan een kruisbestuiving van deze laatste en Neil Young, maar met behoud van eigen identiteit. "The Human Cannonball" bevat vooral ingetogen songs, maar zo af en toe gaan de remmen los en gaan Joe West en zijn begeleiders er behoorlijk stevig tegenaan met een dampende portie behoorlijk Mexicaanse muziek als resultaat. Zowel de ingetogen folk- en country-nummers als de meer uitbundigere bluegrass-nummers op "The Human Cannonball" weten onmiddellijk te overtuigen en worden bij iedere volgende luisterbeurt eigenlijk alleen maar mooier. Daarnaast weet de man ook aardig zijn weg te vinden op de mondharmonica, tal van gitaren en zelfs ook de keyboards. Muzikaal gezien situeert hij zich in de Austin music scène. Enkele van de sterkste momenten zijn de opener "The Combines Are Comin'" en het afsluitende "Heaven" en en het met een bijzonder smakelijk stukje blaaswerk in "Jam Bands In Colorado". Stuk voor stuk zijn het liedjes die je koude rillingen over je ruggengraat jagen. Mocht je als liefhebber van het betere singer-songwriterwerk deze maand nog aan het kopen van een cd toekomen, laat het dan vooral deze zijn.


 

THE POSSUM TROT ORCHESTRA

Label: Southern Can CDs
www.cdbaby.com/cd/possumtrot

 

Het lijkt erop dat alles mogelijk is tegenwoordig, of het nu in de beeldende kunst is of in de muziek, iedereen kan zaken bij elkaar zetten en combineren zoveel hij maar wil. Als je dan ook nog een talentvol gezelschap hebt dat van al die invloeden en al die rijkdom een geheel eigen geluid weet te bakken zit je goed. The Possum Trot Orchestra uit Fort Wayne, Indiana is zo'n rootsgezelschap bestaande uit John Minton (zang, gitaar, banjo, mandoline, accordeon, keyboards en lap steel), Susan Suraci (zang en gitaar) en haar echtgenoot Rob Suraci (zang, bas, gitaar, keyboards, drums en percussie). John Minton is misschien van dit trio het meest bekend, want deze singer-songwriter/multi-instrumentalist wist ons vorig jaar wel te verrassen met zijn album "Going Back To Vicksburg", een album dat ons qua stem liet denken aan Neil Young. Maar nu is hij niet de enige songwriter van The Possum Trot Orchestra, ook Susie schreef voor deze plaat een zestal nummers. De cd begint met het door John en Suzie gezongen "The Distant Shore" met banjo en mandolin geluiden, met daarbij Rob op bas en bodhran, maar het klinkt tegelijk meteen ook als pittige rootsmuziek. Naast deze mooie opener behoort het nummer "Stephen C. Foster Blues", met Minton op accordeon tot één van de uitschieters. De cd bevat, bluegrass banjo, meerstemmige zang, zelfs reggae ritmes, maar naast folk, country, gospel rock, pop en ragtime invloeden, klinkt het tegelijkertijd steeds als The Possum Trot Orchestra, en dat klinkt mooi, vrolijk en energiek. Een mooie rootsplaat dus, naar de Amerikaanse traditie, met aanstekelijke zelfgeschreven liedjes. Kortweg: Een gevarieerd album vol aangename verrassingen, van een band die zowel instrumentaal als vocaal geweldig klinkt.

 


 

MATT STIVERS
SONGS FROM FRONT STREET
website : www.mattstivers.com
label : Grizshack Recordings
info : grizshackrecordings@gmail.com
www.myspace.com/mattstiversmusic
www.cdbaby.com/cd/mattstivers

Onbekend en onbemind ... maar als het aan "de rootsrocker" ligt zal daar heel gauw verandering in komen. Het gebeurt namelijk niet dikwijls dat een artiest met zijn eerste EP'tje zo een verpletterende indruk op deze jongen laat. Slechts vijf songs oftewel 18 minuten waren daarvoor nodig en het is enorm spijtig dat dit albumtje ons niet eerder bereikt heeft. Misschien heeft Matt Stivers voorrang gegeven aan zijn studie, want de man is nog niet zo lang afgestudeerd aan de universiteit van Montana, Missoula en dat daarom de opnames die in 2003/2004 plaatsvonden blijkbaar nu pas op de markt gegooid worden. Vijf songs die het Amerikaans folk/country universiteitssfeertje perfect weten weer te geven, de groezelige studentencafe's in combinatie met de overjarige hippies, de rednecks, de papa's die zijn blijven hangen in de sixties, zoals Paul Van Vliet ooit aanhaalde. Natuurlijk heeft Stivers het ei van Columbus niet ontdekt want over zijn songs zweeft dat bekende singer/songwriters sfeertje van Bob Dylan, Tom Petty, Neil Young, the Eagles, Jackson Browne maar met behulp van Rick Parnell (drums), Tommy "V" Verdonck (guitar) en vooral Jim Rogers (on organ en keyboards) krijgt dit EP'tje toch een aangenaam hedendaags soundje. Prima debuut, en de man vertelt zelfs een verhaaltje met de vijf songtitels die hij op papier zette over de dagelijkse beslommeringen van een doorsnee Amerikaan ... "Coming Home"... "At The End Of the Day " .... "Ease Your Soul"... "You Need A Drink "... en "The Next time"... liefst een full album. Kort maar krachtig ...dit smaakt naar nog! PS. Dat "nog" zou wel eens erg rap kunnen zijn want "het talent" zit momenteel in de Prairie Sun Recording studio's en alles een beetje meevalt kan Matt Stivers ons in de lente van 2006 volledig uit de bol doen gaan. Wait and see ... next year in Rootstime!


 

TOM FORSEY
THE SIMPLE THINGS
Website : www.tomforsey.com
info@t4crecords.com
Label : T4c Records.com
www.cdbaby.com/cd/forsey3

Forsey's 3rd full length album of genuine, uniquely melodic & personal songs crafted from whisky honest lyrics and rootsy heartland qualities--a blend of rock, folk & blues

Om het ideale alt. countrygevoel te creëren, nam Tom Forsey zijn songs gewoon thuis, met de hulp van zijn eigen opnameapparatuur op, en de afwerking gebeurde samen met de beste muzikanten uit Maryland. De man die in 2000 met zijn zelf geproduceerd album "Another Chapter Down" voor het eerst van zich liet horen, bracht achtereen volgens "To The Core" (2002) en nu zijn nieuwe "The Simple Things" uit. Met hulp van ondermeer Dave Griegerich (dobro, lap - en pedal steel), Tommy Lepson (orgel, piano), Dave Hanbury (slide gitaar) en niet te vergeten medeproducer Eric Tischler (orgel, slide gitaar), die allen een muzikale stempel op het werk van Tom Forsey leggen. De man heeft van de nood een deugd gemaakt en hangt met dit album zijn zielsleven te koop. Geboren en opgegroeid in de grote stad, liggen zijn familiale roots meer in New Castle, Pennsylvania waar hij als kind ook de cultuur en muziek kon beleven. Van de openingstrack "Just Don't Belong" tot en met het mysterieuze "Ready To Roll", laat Tom Forsey horen dat hij een prima singer-songwriter is, waarvan zijn invloeden terugtevinden zijn in werk van o.a.: Neil Young, Bob Dylan, Dan Fogelberg, Eric Clapton, Tom Petty & The Heartbreakers, John Hiatt, Tom Waits, Bruce Springsteen en zovele anderen die je allemaal kan terugvinden op zijn website. Muzikaal zoekt Forsey zijn geluk in de donkerste uithoeken van rock en traditionele folk en country. De compacte mix van rauwe folkrock resulteert in een prachtige en weemoedige verzameling van vijftien songs. Tom Forsey heeft met zijn derde plaat ons prettig verrast en hebben we voor de toekomst in ieder geval iets om reikhalzend naar uit te kijken. Kortweg : een mooie rootsplaat zeer aangrijpend door zijn eenvoud en zeggingskracht.


 

HE CADILLAC ANGELS
ALBUMS : GAS MONEY & SPANISH TRAIN
website : www.cadillacangels.com
label : Eigen Beheer // Cheap Guitar Records
info : Dee Alschuler // booking@cadillacangels.com
livesoundbookings@america.hm

I just think they play the finest rockabilly of any band I've ever worked with in the world and they're wonderful people, so easy to work with ...
--Wanda Jackson

They are what roots rock should be: a rompin’, stompin’ good time. // Simply the best roots rock band on the planet . . .
-- Phil Dirt, Phil’s Garage, Cosmik Debris Webzine // -- Double Wide Hayride Show, KCR-AM 1620, San Diego

Het zal voor mij altijd een raadsel blijven waarom sommige bandjes binnen de korste keren als een komeet naar de top van het roots/rock heelal schieten en Tony Ridge, aka Tony Balbinot, eertijds met zijn Roadhouse Rockers en de voorbije tien jaren met zijn Cadillac Angels nog steeds op de grote doorbraak moet wachten. The Santa Barbara, California-based Americana band brengt bijna ieder jaar een nieuw album uit, zijn altijd wel met de één of andere song vertegenwoordigt op de belangrijkste compilatie cd's, spelen een voorname rol op het comeback album "Heart Trouble" van Wanda Jackson, the first lady of Rockabilly, zij treden bijna dagelijks op (ondermeer met Bo Diddley, Santana, Jerry Lee Lewis, Etta James, surf pioneer Dick Dale, de onlangs overleden Link Wray, Dwight Yoakam), worden overstelpt met lofbetuigingen allerhande (zie boven) en toch blijft "de" erkenning voor dit hardwerkend trio uit. Eigenaardig want op hun vorig jaar verschenen album "Spanish Train" hoor je voornamelijk zelf gepende songs die in de versies van Chris Isaak of the Mavericks ( "Hey Gina", " Rosalinda", "Tripped On A Feather") ongetwijfeld bestsellers worden, zouden de broertjes Alvin (The Blasters) ongetwijfeld in hun handjes wrijven met "Julie Baby" en "Rockin Daddy", bedoelde Tony Balbinot ongetwijfeld Tony Joe White toen hij de song "A Thing For You" schreef, beschouwen wij "Rawhide" en "Fast Freight" als een eresaluut aan Link Wray (R.I .P.) en verduidelijken de songs "Train's Long Gone" en "Johnny & Mary" (met dat gepikt "Tequila" gitaarrifje) waarom the Cadillac Angels in de bovenste la liggen bij Wanda en haar rockabilly aanhang. Heel veel verwijzigingen naar bekende namen en misschien dat die veelzijdigheid hen af en toe parten speelt bij de modale muziekliefhebber ("With one foot straddling the roots and rockabilly camps and the other testing the surf, Cadillac Angels have created a free - spirited hybrid musical form that covers the spectrum of moods and emotions, from lonely daydreaming to dancing on tables"). Maar dat is voor ondergetekende juist de kick om "alles" van Tony Balbinot en zijn Cadillac Angels, zijnde (Eric Monteith (bass) & John Palmer (drums en percussie) in huis te halen en dat is ondertussen al een volledig leggertje geworden.
Veelzijdigheid.... die dit jaar nog een hoogtepunt telt met de verschijning van het album "Gas Money", een mini album "recorded in lush mono in an empty house on a cold windy day in Northern Arizona. No fancy pants overdubs or gimmicks". Covers van "Bring it on Home" (Little Walter), "King Bee" (Slim Harpo), "Train Kept a Rollin'" ( J. Burnette), "Rompin' a Go go" (Jerry Warren) en "3 : 30 Blues" (Duane Eddy), en natuurlijk eigen werk "Heart
Break Road" & "Little Lu" (Tony Ridge), ... The Cadillac Angels ... unplugged!

Tony Balbinot - guitars, vocals
Kevin Stewart - upright & electric bass
John Palmer - drums, percussie
and guests Ray Rossi - slide national guitar en Kristin Robyn - guitars.

Nieuws in de marge : The Cadillac Angles will be at Painted Sky Studio during January 2006 to record a new full length CD! // In the spring of 2006, the band will embark on their third European tour. This tour will take them trough Southern Germany and Switzerland. Check their website for details (www.cadillacangels.com) Belgium ... Holland ..?


 

NIKO RIIPPA

BOHEMIAN BREAKFAST BAR
Website: www.nikoriippa.com
Email: niko.riippa@europe.com
Label : Try Angel Productions
www.cdbaby.com/cd/nikoriippa

Je kan van een band of artiest niet elke song graag horen en dat is ook zo’n feit bij Niko Riippa. Dit is deze man z’n eerste soloproject en je hoort dadelijk waarom het draait. Stevige gitaarpartijen maar af en toe ook ruimte voor het rustigere en akoestische werk. Ondanks dat je hier een daar invloeden hoort van de groten die er geweest en nog zijn op deze wereld, heeft Niko toch een redelijk eigen sound weten te creëren. Op de opener “Plastic Castle” trekt hij al dadelijk goed van leer met een gitaarriff alla Stevie met in het midden ruimte voor een mooie bridge die ervoor zorgt dat het net niet gaat vervelen. "Conviction’s A Lemon” is dan weer uit heel ander hout gesneden en leunt mijns inziens iets teveel naar de rock. De zang van Nico komt hier wel beter tot z’n recht. De song die voor mij met kop en schouders boven al de anderen uitsteekt is zeker “Sky Song”, een vrij rustige balade met zeer overtuigende zangpartijen van Nico. Met natuurlijk ook ruimte voor een mooie solo, zeer ingetogen en niet zo ruig als de andere solo’s van Niko. Even ter verduidelijking, NicoRiippa is geen Poppa Chubby als ik spreek over ruig. Al bij al is dit een mooi debuut als dat de bedoeling is. Doch denk ik dat Niko beter verder gaat met hetgeen hij echt goed in is nml. Gitaar spelen bij mensen zoals Louisana Red of Eddie Kirkland. Ik zie niet echt een grote rol weg gelegd voor Niko Riippa als solomuzikant, ondanks dat alles heel netjes gebracht is mis ik net dat ietsje meer dat ervoor zorgt dat je als solomuzikant kan blijven boeien.
Blueswalker.


 

BLUESCASTERS
FIVE DIMES
Website: www.thebluescasters.com
Email:h.rodman@att.net
Label: Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/thebluescasters

 

Het kon niet uitblijven, eindelijk is hij er…het éérste album van de Bluescasters. Kerry Adams, Phil Ryski, Harry Rodman en Doug Wolgat komende uit Ann Arbor, Michigan, ontmoeten elkaar in de zomer van vorig jaar en hetgeen zo dikwijls gebeurd: de liefde voor de blues was zo groot dat dit album niet langer meer kon wachten. Bluescasters geeft er de voorkeur aan om op hun debuut te opteren voor tien eigen composities, afgezien van drie covers waaronder "Something's Going On In My Room" van S. Johnson en "All Shook Up" van het duo Otis Blackwell/Elvis Presley. Deze band omschrijven als een gewone doordeweekse bluesband zou hen dus zeker tekort doen. Dus liefst 13 heerlijke blues tracks schitteren op dit gloednieuw schijfje waarin we alle genres van blues kunnen terugvinden gaande van Detroit, Chicago, Memphis, New Orleans tot Texas. Puristen mogen dit tegenspreken ik lig er niet wakker van, dit is blues in de juiste zin van het woord. Deze band gaat er prat op om de blues in al zijn facetten te belichten en hoe ! Gitarist Kerry Adams bewijst zijn spitsvondige creativiteit op gitaar in ondermeer "This Old Guitar" en "Big Brother Blues", zijn gitaarspel klinkt gemeen rauw en dan weer subtiel zoet … zo mag ik het horen, een gitarist om naar uit te kijken. De perfect uitgebalanceerde songs vertonen allerlei invloeden. Een fusie van blues, roots en bluesrock geeft hun sound een uniek tintje, maar wel eentje met karakter. In tegenstelling tot de doorsnee bluesrockfanaat gaan liefhebbers van sfeervolle & swingende blues hier een vette kluif aan hebben. Het is evenwel niet altijd eenvoudig om een bepaalde stijl te herkennen. Het gaat erom om jezelf open te stellen voor dit soort muziek zodat je er tenvolle van kan genieten, en dan is het genieten met een hoofdletter van deze swingende 'New 21st century-style' bluesmuziek. Meesterlijk debuut is het enige woord die hier van toepassing is. Bluescasters is volgens mij ook een ware podiumrevelatie die schittert door Kerry Adams (gitaar, vocals), Phil Ryski (harmonica, vocals), Harry Rodman (drums, vocals) en Doug Wolgat (bass, vocals)... en nu ?…dit album aanschaffen natuurlijk.


 

THE VIPERS feat. DEB CLEVELAND

"TICKLE MY TOES"
Website : www.vipersnet.com
E-mail:vipers@teleport.com
Label : Vipertoon Productions

Door de jaren hebben de Vipers steeds muzikanten uit Eugene, Oregon, begeleid beginnende met Henri Vestine (Canned Heat) en Eagle Park Slim tot hun huidige lead vocaliste, Deborah Cleveland. Deb Cleveland groeide op in East Waco, Texas, waar ze reeds als kind begon te zingen in het Sunday School Southern Baptist gospel koor. Deb's grootmoeder zong in de kerk en speelde thuis boogie-woogie piano voor haar en haar ouders introduceerden haar in de muziek van Bobby Blue Band, Johnny Taylor, B.B. King, Jimmy Reed en vele anderen. Ze luisterde naar de gospel van The Mighty Clouds Of Joy, de soul van Motown en haar favoriete zangeres Dinah Washington. Op haar zestiende verhuisde ze naar Oregon en na talloze jobs werd Deb lid van het ensemble. Daarnaast zong ze in verschillende blues bands en richtte in 1994 haar eigen Deb Cleveland Band op waarmee ze in '98 "Live! All Night Long" opneemt. In 2002 wordt Deb de nieuwe lead zangeres van The Vipers waarmee ze de cd "Tickle My Toes" (2004) uitbrengt met originele nummers en covers van Memphis Minnie, Ida Cox, Big Maybelle, Mighty Joe Young en Albert Collins. En dat deze plaat gaat swingen horen we meteen met de opener "Ring Dan Dilly", een nummer op een rock and roll basis en met een zangeres die met haar stemgebruik verraadt een onmiskenbare jazzachtergond te hebben. In het volgende nummer "I Hate To See The Sun Go Down" gaan gitaar en harmonica een mooi duel aan met daarboven de prachtige stem van onze zangeres Deb Cleveland. Bezieling, muzikale originaliteit en een flinke dosis durf staan bij deze band troef. Ook tekstueel blaken de songs van een gezonde dosis intensiteit en levenskennis. Doch, het is niet allemaal even swingend. Zo is er ook plaats voor wat Dark Blues in "Goin' Home Baby", de bekende cover "I Got My Mojo Working", hier in een geweldige swing-jazzversie en de titeltrack "Tickle My Toes", zeer ingetogen gebracht met een zacht swing-blues soundje. Op nummer zes vinden we "Goin' To The Vet's Club", een nummer geschreven door John Silvermoon, met natuurlijk zijn mooie bluesharpwerk, zijn zang en een pianosolo van gastmuzikant Maurice McConnell. We zijn nu amper halfweg in de tracks en wat hebben The Vipers er goed aan gedaan door Deb Cleveland in huis te halen. De plaat bevat vijftien songs waarvan Deb er negen ingezongen heeft en samen met de band, bestaande uit Jon Silvermoon (harmonica, zang), John Ward (gitaar, zang), Rick Markstrom (drums, zang), Byron Case (bass, zang) en de gastmuzikanten Sylvain DuPlant (bass), Maurice "Mofessor" McConnell (keyboards), Steve Ibach (gitaar) en Todd Barnes (bass) horen we hier een muzikaal knap afgewerkt album! The Vipers en Deb Cleveland hebben samen ongetwijfeld een mooie toekomst voor zich als swingende bluesband.


 

SIX MILE GROVE
BUMPER CROP
website : www.sixmilegrove.com
label : Eigen Beheer
info : brandon@sixmilegrove.com
www.milesofmusic.com


It`s A Cracker!! 100% Guaranteed!! ( Miles Of Music )

Een mens is nooit te oud om te leren ... ga je er vanuit dat je een prima nieuw groepje hebt ontdekt, blijken de heren van Six Mile Grove met "Bumper Crop" reeds aan hun vierde album toe. Zij deden in het verleden zelfs beroep op levende legende Lou Whitney om de produktie van hun eerste album "A Day's Work" ('97) in goede banen te leiden. De opvolgers "Long Distance Everything" ('98) en "Friction" (2000) deden de groep, in een tijdspanne van een twaalftal jaren, evolueren van een coverbandje dat oorspronkelijk voornamelijk materiaal bracht van Buddy Holly en Johnny Cash naar een leuk alt.country/roots/rock gezelschap. Zelfs het gezaghebbende Miles of Music laat de bazuinen schallen wanneer zij het hebben over Six Mile Grove en Jeff Hanna van The Nitty Gritty Dirt Band durft zelfs nog een stapje verder gaan ... "They really knocked us out. Cool tunes, great rootsy grooves and not a wasted note. These guys are the real deal". Een groot aandeel in deze ontwikkeling mag op het konto van Brandon Sampson (lead vocals, rhythm gt, harmonica en songwriter van dienst) geschreven worden. Samen met broertje Brian (drums & percussie), Dezi Wallace (bass, guitar, banjo, mandolin) en Barry Nelson (backing vocals, Wurlitzer, Hammond, piano, lead gt), is Brandon de bezieler van het uit Rochester, Minnesota afkomstige Six Mile Grove en onder hun viertjes tekenden zij voor de volledige produktie van dit album. Self-recorded, produced, mixed & mastered ... of wat je zelf doet ... doe je meestal beter en het resultaat van die noeste arbeid mag gezien en vooral gehoord worden. Veertien songs of meer dan 52 minuten genieten van ondermeer leuke country deuntjes à Johnny Cash (het feit dat Six Mile Grove regelmatig van de partij is als begeleidingsband van Bob Wootton, die op zijn beurt meer dan dertig jaren optrad als gitarist bij "The Man in Black", zal daar niet vreemd aan zijn, maar ook het betere singer/songwriterswerk dat refereert naar bandjes als Uncle Tupelo en met de songs "Doll in a Box", "Bus Stop Revelation" en "Man of Steel" (met een heus video-clipje op hun site) voor heuse pareltjes zorgt. Voor deze jongen een van de leukste verrassingen van 2005 en tevens de aanzet om het eerder verschenen materiaal van Six Mile Grove op te sporen .


 

THE BARKER BAND

LONESOME WALTZ
Website: www.barkerband.com
Email: thebarkerband@yahoo.ie
Label: eigen beheer

Waar is de tijd dat het Verenigd Koninkrijk ons op geregelde tijdstippen verblijdde met alweer een bijzondere groep waar je naar uitkijkt? Inderdaad, die ligt al een hele tijd achter ons, zou je denken. Wel, ik denk dat daar met de komst van The Barker Band een eind aan komt. We hebben, naar mijn gevoel, weer iets van over de kleine plas dat absoluut de moeite loont. "Lonesome Waltz" is reeds de opvolger van hun debuutplaat van september van vorig jaar, en geeft een behoorlijk goed idee van wat dit Engelse vijftal te bieden heeft. Vanaf het moment dat ik de openingnummer "Heart Like Mine" hoorde, was ik immers onherroepelijk verloren. De stemmen van de gebroeders Jake Barker (lead vocals, banjo, mandolin) en Sam Barker (lead vocals, mandolin, banjo, guitar), zijn van zo’n bijzondere zuiverheid dat ik onmogelijk kan beslissen de ff-knop te hanteren, wetende dat deze tien zelf gepende songs werden opgenomen in de slaapkamer van Sam. Verder bestaat de band uit Laurie Sherman (guitars, banjo), hun vader Lenny Barker (vocals, guitars), Tom Wright (bass, vocals) en als speciale gast Joseph Crean op viool. Deze band is zo verdomd rijk: ze spelen niet 'een genre', maar ze maken hun eigen soort muziek, dat weliswaar gebaseerd is op bluegrass, en waar zeker toefjes country en blues zitten, maar tegelijk is de cocktail die ze ervan brouwen zo extreem lekker, dat je er wil blijven van drinken. Heerlijke muziek, die door de aanstekelijke manier waarop ze gespeeld wordt door deze band behoorlijk onweerstaanbaar wordt. En dat is toch opmerkelijk voor een band die "gewoon" alleen maar bluegrass muziek maakt. Ze zijn dan ook gewoon heel erg goed. Het is gewoon heerlijk om naar een groepje die gewoon op simpele akoestische instrumenten samen muziek maken te luisteren, en aan de meeste bands kun je ook zien dat ze er ontzettend veel lol in hebben, zoals hier bij The Barker Band.


 

SUSAN MARSHALL
SUSAN MARSHALL IS HONEY MOUTH
FIREFLY
Website: www.susanmarshall.net
Label: Honeymouth Records
www.cdbaby.com/cd/susanmarshall
www.cdbaby.com/cd/susanmarshall2

The release of Firefly shows Susan's voice in her most intimate setting yet. Ten Soulful, bluesy ballads and mid-tempo songs (4 of which are original) are skillfully yet gracefully accompanied by some of Memphis' finest.

Waar komen ze toch vandaan vraag ik me telkens maar weer af. In Amerika vallen ze als engeltjes uit de hemel. Zo ook nu weer, Susan Marshall is de naam die u moet onthouden. Deze dame, geboren en getogen in het Oosten van Memphis, je weet wel de stad van de legenden Elvis Presley, Otis Redding, Al Green en Aretha Franklin, was eerder al te zien-tehoren bij vele bekenden zoals Lenny Kravitz, Norah Jones, Keith Richards, Lynyrd Skynyrd, Mavis Staples, The Memphis Horns, The Doobie Brothers, Dionne Warwick, Jerry Butler, the North Mississippi Allstars, Alvin Youngblood Hart, Steve Earle, Ann Peebles, Jay Farrar, Adam Levy, Jim Lauderdale, Todd Snider, John Doe, en vele anderen. Na haar debuut "Susan Marshall is Honey" uit 2002 brengt ze nu haar tweede album "Firefly" op de markt. "Firefly" opent met twee bluesy tracks "Hard To get Along With" en "Undecided". Marshall laat niets aan het toeval over getuigen de sierlijk gebrachte covers "Dirty Work" (Steely Dan) en "Cry Me A River" van Arthur Hamilton. Het CD profiel geeft aan dat Susan Marshall in het genre prikkelende organische pop vakje hoort te staan. Ik had zoiets van wat krijgen we nu? Maar nadat ik het jazzy "God Bless The Child" had laten doordringen in dat kleine beetje grijze massa wat ik nog bezit had ik zoiets van, ze hebben nog gelijk ook. Op "Firefly" leunt ze onder andere op Rick Steff, Sam Shoup, Harry Peel, Jonathan Kirksey en vocale backing kreeg ze van Bertram Brown en Steve Selvidge. "Firefly" valt niet alleen op door deze fantastische band (met een glansrol voor pianist Rick Steff) en soulvolle zang, maar ook door een hele mooie productie, waarvoor niemand minder dan haar echtgenoot Jeff Powell (wie anders?) verantwoordelijk blijkt te zijn. Dat dit de doorbraak-cd van Susan Marshall gaat worden lijkt ons zeker, maar de wonderen zijn helaas de wereld nog niet uit. "Firefly" is een bijzonder aangename cd van een vrouw die gehoord dient te worden door liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters met smaak. Susan Marshall is al drie jaar beroemd in haar eigen Memphis; het is nu tijd voor de rest van de wereld!


 

CHRIS MILLER AND BAYOU ROOTS
BAYOU ROOTS
website : www.bayouroots.com
label : Eigen Beheer
info : chris@bayouroots.com
www.cdbaby.com/cd/bayouroots

Cajun & zydeco ... het blijft voor vele mensen een liefde-haat verhouding. Ieder zichzelf respecterend festival heeft wel het een of ander zydeco/cajun bandje op de affiche staan, de meesten gaat lustig uit de bol, de walsjes, jitterbuggin en two steps hebben al tot veel hilarische toestanden geleid en toch blijft de opmerking ... goed voor eventjes maar niet de ganse avond. Waar hebben wij dat nog gehoord? (... niet afdwalen Swa). Het is en blijft een typisch French Louisiana gebeuren al bewijst Michael Bentele, bassist van the Cajun Roosters (www.cajunweb.de) , met zijn compilatie cd "Merry Cajun & Zydeco Christmas" (zie rev) dat er ook in Europa wel degelijke bandjes zijn die vlotjes met het accordionneke, fiddle en scrubboard kunnen omgaan. Het enorme en welverdiende respect voor het traditionele is ook met dit debuutalbum van Chris Miller vanzelfsprekend en daar zal zijn samenwerking met grootheden Hadley Castille, Rodney Lejeune en het feit dat Miller ooit deel uitmaakte van het bandje Kingfish, niet vreemd aan zijn. Toch is Miller er in geslaagd om een gevarieerd album op de markt te brengen met liefst zeven originals, een aantal niet alledaagse cajun covertjes en prima eigentijdse bewerkingen van de traditionals. Old timey waltzes and valse a deux temps, old school Clifton Chenier style zydeco met voldoende en soms schitterende blues, swamp pop en country invloeden. Natuurlijk spelen de cajun & zydeco accordions, fiddle een hoofdrol maar biedt Miller voldoende gelegenheid aan zijn overigens prima begeleidingsbandje om iets "gedurfder" voor de dag te komen. Zo wordt er ondermeer veelvuldig gebruik gemaakt van een swingend saxofoontje en een ferme streep dobro. Eigenlijk is de benaming 'begeleidingsband' onterecht want muzikanten als Dale & Steve Dougay, Clint Ward en Tim Broussard hebben hun strepen allang verdiend bij ondermeer the Mamou Prairie Band, The Lifters, Wayne Toups, Mark Chesnutt. Vrolijke en dansbare muziek ... dan worden de gewichtige thema's aan de kant geschoven, net als de stoelen en tafels, en kunnen de geoefende en andere stijve harken hun beste beentjes voorzetten. "Laisser les bon temps rouler, Codinne "


 

ZITA SWOON
CAMERA CONCERT (A BAND IN A BOX)
Website: www.zitaswoon.com
Label: Chikaree records
Distr.: Bang! Benelux
www.bangdistribution.com

 

Ik ga meteen met de deur in huisvallen: “All hail Stef Kamil Carlens!” Deze goddelijke kerel heeft het allemaal. Als je zijn muzikale carrière overloopt kom je diverse pareltjes tegen: dEUS, Moondog Jr. en dan zeker zijn Zita Swoon, wat de laatste jaren zeer goed op dreef is. Daarbuiten is hij ook nog met andere kunsten bezig, dus prijs deze heer de hoogte in. Genoeg opgewaardeerd! Dit album is een live-album en meestal betekent dat niet veel goeds, maar in dit geval gaat deze regel niet op. SKC en co zetten hier namelijk een heerlijke live-plaat af: strak gespeeld, helder geluid,... en lekker unplugged (en dan vanuit de Gentse Vooruit –opgenomen in juli 2005! Kwa songs brengt het weinig nieuws, want het zijn dan ook de live-versies van hun nummers (zoals Intrigue en My Bond With you And Tour Planet: Disco!) uit hun grillige carrière (die van rock over disco naar blues ging en dan nog eens dezelfde weg terug bewandelde), maar dan allemaal in een nieuw kleedje gestoken. Kortom als er 1 live-plaat is die in je collectie thuishoort is het deze wel: een Pluim voor de mannen! (Voor de filmfanaten kun vind je ook nog een dvd bij de cd met daarop een kortfilm en live-beelden.)
Kevin Celis


 

THE MEADOWS
Website :www.wearethemeadows.com
Email: kevin@wearethemeadows.com
todd@wearethemeadows.com
Label: Single Recordings
www.cdbaby.com/cd/meadowsmusic


The Meadows is een samenwerkingsproject van niemand minder dan Todd Herfindal (frontman van de San Francisco alt/rock band Blue Sky Roadster en Los Angeles- pop/rock band Single) en Kevin Houlihan (frontman van de New Jersey-band The Fundamentals). Bijgestaan door enkele gastmuzikanten maakt het duo uit Hollywood muziek die in het verlengde ligt van de beginperiode van R.E.M. met invloeden van The Finn Brothers, Oasis en de Jayhawks. Heel af en toe verschijnt er een cd die je mond doet open vallen van verbazing. Een cd waar je direct bij de eerste beluistering zielsveel van houdt en die vervolgens alleen maar dierbaarder wordt. Een cd die je het liefst van de daken zou schreeuwen, maar die je aan de andere kant ook best helemaal voor je zelf zou willen houden. Een cd die je vertrouwen in de popmuziek onmiddelijk hersteld. Kortom, een cd waar je het allemaal voor doet. Het titelloze debuut van The Meadows is zo'n cd. Todd en Kevin zijn omgeven door mysterie, maar hun muziek is over het algemeen recht voor hun raap in hun zelfgepende songs. Aan de andere kant is het muziek die behoorlijk vervreemdend kan zijn, al is het maar omdat de belangrijkste ingrediënten van hun plaat country en pop zijn. Twee muzieksoorten die elkaar tegenpool lijken, maar door dit duo op buitengewoon knappe wijze worden samen gesmolten. Twaalf songs komen voorbij en ze zijn allemaal even mooi en bijzonder. "Younger Yesterday" komt voor op de soundtrack van de Fox/New Regency film "Little Manhattan" die pas in de bioscoop te zien is. Zeker een goede start voor The Meadows, ... eigenlijk met geen pen te beschrijven: The Meadows moet je horen!


 

ERNIE HAWKINS
RAGS & BONES
Website: www.erniehawkins.com
Email: bluesadvice@aol.com
Info : nancyorr@aol.com
Label: Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/erniehawkins4

American roots fingerpicking in a style that extends from the Piedmont guitar genius Rev. Gary Davis to the Texas bluesman Lightnin' Hopkins with all the great ragtime blues and gospel roots players in between.

"Ernie Hawkins is an important link in the unbroken chain of blues and gospel artists. His guitaristry and love of the style is incomparable. From the Rev. Gary Davis into the future with his own style Ernie is one of the special ones!" Jorma Kaukonen

Er gebeurt op dit moment ontzettend veel in de wereld van de blues, maar er is één categorie die uit het zicht dreigt te verdwijnen, en dat is die van de ouderwetse, vaak akoestische blues, die de traditie vrij nauwgezet volgt. Het is net als bij dichters die het liefst gewoon de vorm van het sonnet blijven gebruiken, het zegt niets over de kwaliteit, maar je hebt de neiging om het niet helemaal serieus te nemen omdat de vorm zo ouderwets oogt. Dat is in sommige gevallen jammer, want Ernie Hawkins uit Pittsburgh speelt fantastisch akoestische gitaar en zingt daarnaast ook uitstekend, hoewel hij niet echt een heel sterke stem heeft. Hawkins speelt op "Rags and Bones" vooral oude blues van Mississippi John Hurt, Louis Amstrong, Blind Willie Mc Tell en ... Rev Gary Davis. Hawkins is zowat een lopend archief als het over oude meesters gaat. Hij woonde in de zestiger jaren bij Reverend Gary Davis, om aldaar zich die stijl, 'American roots fingerpicking' eigen te maken. Op deze schijf dan ook vier nummers van Davis, waaronder "I am the Light of this Word", waar we Maria Muldaur zien verschijnen, naar haar eigen zeggen omdat Hawkins hij haar in de bovenste 'schuif' ligt. Meerdere muzikanten komen geregeld dit 'archief' raadplegen. Ernie's laatste album "Rags and Bones" is de opvolger van "Mean Little Poodle" (2002), met eveneens drie covers van Rev Gary Davis en de vocale bijdrage van Maria Muldaur, "Bluesified" (2001), "Blues Advice" (1996), "Celtic Christmas" (w/ LE McCullough, G.Balderose, TH Gillespie -- 1998) en "Ragtime Signatures" (1980). Hij maakte verder instructievideo's over de gitaarstijl van Lightnin' Hopkins, Blind Willie McTell, Mance Lipscomb en vier Rev. Gary Davis gospel videos. De aanpak is dus traditioneel, maar in "Rags and Bones" zit voldoende spirit, waardoor het een zeer aanstekelijke cd is geworden met af en toe gastmusici die precies aanvoelen wat Ernie Hawkins wil en die met overduidelijk plezier spelen. Aanrader.

1. Make Believe Stunt: 2:51 (Rev. Gary Davis arr. E. Hawkins, Chandos Music ASCAP.
2. Avalon Blues: 3:11 (Mississippi John Hurt arr. E. Hawkins, Wynwood Music Co Inc BMI)
3. The Boy was Kissing the Girl (and Playing the Guitar at the Same Time): 2:22 (Rev. Gary Davis arr. E Hawkins, Chandos music ASCAP)
4. TB Blues: 4:50 (Jimmie Rodgers arr. E. Hawkins, ASCAP)
5. Potato Head Blues: 4:06 (Louis Armstrong arr. E. Hawkins, Universal MCA Music Pub ASCAP
6. Texas Easy Street: 4:08 (Henry Thomas arr. E. Hawkins)
7. Guitar Chop Suey: 4:02 (Louis Armstrong arr. E. Hawkins, Universal MCA Music Pub ASCAP)
8. Statesboro Blues: 4:24 (Blind Willie McTell arr. E. Hawkins, APRS BMI
9. Can't Be Satisfied: 3:00 (Rev. Gary Davis arr. E. Hawkins, Chandos Music ASCAP)
10. Singin' the Blues: 5:20 (C. Conrad, S. Lewis, J. Robinson, J. Young arr. E Hawkins, J. Russell Robinson Music ASCAP
11. Elm Street Blues: 3:51 (Art Eskridge arr. E. Hawkins)
12. G Rag: 3:30 (Mance Lipscomb arr. E Hawkins)
13. I am the Light of This World: 4:35 (Rev. Gary Davis arr. E Hawkins, Chandos Music ASCAP)
14. Massanga: 3:57 (Jean Bosco arr. E. Hawkins)

 


 

THE YEARLINGS

WIND ALREADY BLOWN
Website: www.theyearlings.net
Email: chrisandbob@theyearlings.net
www.lastrecordstore.com
lrs@lastrecordstore.com

Pure rootsy folk op zijn best

The Yearlings uit Australië, zijnde Chris Parkinson en Robyn Chalklen Williams spelen sinds 2001samen, en maakten in 2003 hun zelfgetiteld debuutalbum, hun opvolger "Wind Already Blownsinds", is meteen ook hun beste album. De vorige cd, was ook al heel goed, waardoor voor het eerst goed opviel hoe goed de twee zingen. Zowel Chris als Robyn hebben een prima zangstem, maar als ze samen zingen gebeurt er echt iets magisch, dan wordt het allemaal nog intensiever en intiemer. Geen drums op deze plaat, geen elektrische gitaren, maar puur akoestische instrumenten – gitaar, harmonica, banjo, viool. Alles wordt zeer gedreven en geïnspireerd gespeeld, waardoor de dertien nummers, zeven zijn geschreven door Chalklen en zes door Parkinson, behoren tot de betere melodieuze country-folk. Zo worden de wortels wel vaker hoorbaar, terwijl de muziek zeer eigentijds blijft. Parkinson en Williams maken muziek die niet echt goed te categoriseren valt, het is geen country, geen bluegrass, geen Americana, en ook zijn ze geen klassieke singer/songwriters, al zou je kunnen zeggen dat ze dat nou juist allemaal wel zijn. Als je weet dat we vergelijkingen kunnen maken in de richting van Gillian Welch, dan weet je ook een beetje in welke hoek je het moet zoeken. Een prachtige, volle, rijke, warme plaat van een duo waar we zeker nog zullen van horen.


 

 

VARIOUS ARTISTS : HANDS ACROSS THE WATER
(A Benefit For The Children Of The Tsunami)
Label : Compass Records
www.compassrecords.com

Bij een verzamel-cd is het maar afwachten wat voor een selectie één ander voor je heeft gemaakt. Maar met deze Keltische/Amerikaanse rootssampler gaat het om iets speciaals. Een zestiental roots songs van de bovenste 'feel' plank zijn voor het goede doel: 'A Benefit For The Children Of The Tsunami'. Een groot aantal artiesten waren bereid om deze kinderen van Z.O. Azie een helpende hand toe te reiken in een totaal van meer dan 60 minuten topfolk. Dit alles onder supervisie van Andrea Zonn en John Cutliffe. Welke song je ook opzet, allemaal werkelijk prachtige warme zangpartijen en prima muzikale begeleiding. Van Darrell Scott tot Tim O'Brien en van Paul Brady tot Jim Lauderdale. Luister vooral eens naar de opener "This Beggar’s Heart" van Darrell Scott, Paul Rodden en het duo Muireann Nic Amhlaoibh en Oisín McAuley (Danú). Mij valt in het bijzonder het nummer "A Man Of Constant Sorrow" hier gebracht door Sharon Shannon en Jackson Browne op, overigens zonder enig ander artiest op deze cd te kort te willen doen. Wat een gevoel legt die man in zijn stem: fantastisch. Maar ook "This World’s Family" gezongen door Jim Lauderdale en Maura O’Connell is een ware uitschieter. Maar dat is nog lang niet alles, de cd blijkt een juweeltje te zijn waarop meer dan een uur de crême de là crême van de Keltische/Amerikaanse singer/songwriters te horen is. Steeds zijn er verrassende combinaties te horen, zoals "Til A Tear Becomes A Rose", met John en Fiona Prine en Dermot Byrne. Maar overtuig uzelf en kijk even naar de bijgevoegde tracklist:

1. “This Beggar’s Heart” - Darrell Scott met Muireann Nic Amhlaoibh en Oisín McAuley van Danú en Paul Rodden
2. “Get Through It” - Jon Randall met Máirtin O’Connor en Alison Brown
3. “Ae Fond Kiss” - Karen Matheson met The Duhks en Bryan Sutton
4. “Standing Still” - Andrea Zonn met Flook
5. “Fair And Tender Ladies” - Tim O’Brien met Lúnasa
6. “A Man Of Constant Sorrow” - Sharon Shannon met Jackson Browne
7. “Reasonland” - Solas met Mindy Smith
8. “‘Til A Tear Becomes A Rose” -John en Fiona Prine met Dermot Byrne
9. “Be Still My Soul” - Beth Nielsen Chapman met Michael McGoldrick en Donald Shaw
10. “40 Shades Of Green” - Paul Brady met Rodney Crowell
11. “Part Of Your History” - Blue Merle met Pauline Scanlon
12. “Let’s Heal” - Altan met Vince Gill
13. “An Occasional Song” - Cerys Matthews met John Jorgenson en Stuart Duncan
14. “Cumberland Plateau” - John Cowan met The Brock McGuire Band
15. “This World’s Family” – Jim Lauderdale met Maura O’Connell
16. “In The Sweet By And By” - Jerry Douglas met Ciaran Tourish

De verleiding om zo de hele tracklist af te gaan is groot, want de plaat kent geen enkel zwak moment. Luisteren dus. En blijven luisteren, naar dit nieuwe hoogtepunt in de toch al niet misselijke catalogus van het onvolprezen Compass Records. Kortom: "Hands Across the Water" is een uitstekende verzamelaar die uitnodigt het werk van de individuele artiesten te gaan verkennen en als er één ding duidelijk wordt uit deze verzamelaar, is het wel de ongelooflijke rijkdom aan muziek die de Keltische/Amerikaanse singer/songwriters hebben voorgebracht. Wat dat betreft is dit dan ook echt maar het topje van de ijsberg en derhalve voor iedereen die ook maar een beetje in het genre geïnteresseerd is verplichte kost.


 

VARIOUS ARTISTS: MERRY CAJUN & ZYDECO CHRISTMAS

Website : www.cajunweb.de/de/cr/cajunroosters.htm
Label : Whopee Records
info : Michael Bentele
Schleissheimerstr. 41
80797 München
Tel.: 0171-3371690, Fax: 0221-5103430
CR@cajunweb.de

A TRIBUTE TO LOUISIANA FROM EUROPE .

Onlangs verscheen voor het eerst in de Europese Cajun & Zydeco geschiedenis een prachtige sampler met liefst dertien bands uit zes verschillende landen en vijftien hagelnieuwe songs. Een prachtig iniatief van Michael Bentele ( zie foto, bassist van The Cajun Roosters, voorheen Cajun Pioneers).

LAISSER LES BON TEMPS ROULER!

River Zydeco Band
Zydeco Playboys
Chris Hall & Hazel Scott
Ludwig Seuss & Friends
Crawfish Kings
KDN Cajun Band
Cajun Mock Frogs
Red Kidney Beans
Ti’ Filles
Downtown Cajun Band
Cajun Cuisine Band
Jambalaya Cajuns
Elvis Fontenot & The Sugar Bees.


 

TAB BENOIT
FEVER FOR THE BAYOU
Website: www.tabbenoit.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Distr. : Codaex
Email: be@codaex.com

Tab Benoit, cajun blues master, riep eerder dit jaar enkele bevriende muzikanten uit Louisiana bijeen om een plaat te maken die het bewustzijn moest verhogen van de penibele situatie van de waterwering en de Wetlands van New Orleans. En toen sloeg Katrina genadeloos toe. Des te urgenter de oproep van Benoit en de zijnen. Belangrijker voor de Rootstimelezer is het te weten dat dit keurcorps (o.a. Dr. John, superbassist George Porter van de Meters, Cyril Neville) niet alleen keihard uithaalt naar Bush en zijn boevenclub, maar ook een lekkere solide blues- en cajunplaat heeft gemaakt, met die kenmerkende, luie New Orleans feel. De opbrengsten van deze plaat "Voice Of The Wetlands" komen uiteraard ten goede aan de slachtoffers van de ramp. Maar nog belangrijker is dat in maart van dit jaar het album "Fever for the Bayou" verscheen van deze 37-jarige bluesgitaarvirtuoos. Steeds wanneer ik een cd van Tab Benoit beluister, de in Baton Rouge geboren muzikant, denk ik 'nice and warm'. Dat was de titel van zijn eerste cd en sindsdien is dat de rode snaar die in al zijn cd's doorklinkt. Kunnen metalige schorre gitaarklanken warm klinken? Ja dus, want Tab Benoit verft zijn songs in roestig oranje en met korrelig New Orleanszand, in zoverre... Dit is ook zo in zijn immiddels negende solo-cd "Fever for the Bayou". De blues van Benoit dobbert hortend of ritmisch gestaag met af en toe een stroomversnelling. Drie nummers zijn zelfgepend en de overige acht covers zijn overtuigend gebracht en sober begeleid door de drums van Daryl White en de bas van Carl Dufrene. Gast optredens zijn er van Cyril Neville (vocals en percussion) die de klassieker "Blues Is Here To Stay" schreef en Big Chief Monk Boudreaux (vocals en tambourine) die de New Orleans Mardi Grass song "Golden Crown" schreef en zingt. De meeste songs leunen aan bij de swampblues of krijgen een cajuninjectie zoals in de leuke titteltrack "Fever for the Bayou". Enkele tragere nummers, zoals "I Smell a Rat", doorbreken het bluesy Louisianaritme, maar even verder wervelt de blues weer opwaarts in het turbulente "I Can’t Hold Out" een Chicago blues geschreven door Elmore James, maar waarin Tab’s slidewerk en Jimmy Carpenter’s op sax wel degelijk tot het uiterste gaan. Andere uitblinkers zijn de gitaargedreven opener "Night Train", het vocaal strerke "Blues So Bad" met een intro à la Creedence Clearwater of het uitstekende 'fingerpicking' in het afsluitende "My Bucket’s Got a Hole in It". Na deze afsluiter haal je gewoon nog een biertje en zet je de cd nog eens op, want Tab Benoit zingt zelf diep en dragend, kriebelt en verleidt zijn gitaar op "Fever for the Bayou".


 

MICHAEL HILL

THE VANISHING SEASON
website : www.michael-hill.net
info :yourstruly@michael-hill.net
label : MPH Recordings
www.milesofmusic.com

" And I'll gladly give you all that's in my heart. And everything else with which I can part. Cause I never knew how good this life could be . Until you gave the world to me "

Donderdag 26/8/2004. 15h.59 ... Michael Hill album : "The New World" ... bloed, zweet en tranen heeft het gekost ... maar blijkbaar mocht het resultaat gezien worden want singer/songwriter/gitarist Michael Hill vond mijn recensie (mijn eerste voor Rootstime!) van zijn album "the New World" geschikt om te publiceren op zijn website. (www.michael-hill.net/press.php). Van harte bedankt Michael, een mooiere start kon ik mij niet indenken. Honderden recensies later en, ondertussen al min of meer in staat het kaf van het koren te scheiden, beschouw ik het album "the Vanishing Season" als een bedankje voor de geleverde inspanningen en een gewaardeerd sinterklaas/kerst/eindejaarscadeau. Moesten wij in het bijna afgelopen jaar een traantje plengen om het "heengaan" van Slobberbone dan kunnen wij nu nauwelijks een vreugdekreet onderdrukken met het verschijnen van het nieuwste album van deze ex-Slobberboner en12LB, Tester. Euforie alom ... want waren wij al in de wolken met zijn vorig exploot, dan weet Hill op de valreep van 2005 nog met een kanjer van een album voor de dag te komen. De jarenlange samenwerking met Nancy K. Dillon (vocals) en Dylan Rieck (cello) krijgt ook op dit album een meesterlijk verlengstuk en met de nieuwkomersTeo Benson (violin) en Jim King (drums) weet Hill zich omringd door een stelletje prima muzikanten. Switchend tussen Seatlle en Texas weet hij de bijna perfecte mix te brengen van alt.country songs met die heerlijke streepjes roots & pop. In de opener "One More Song" onthult Michael de voedingsbodem voor zijn inspiratie en dat hij weinig moeite heeft met songwriting ..."And every time I feel like I've had all that I can stand, I go strike up the band, and every time I've sworn off long, late nights and smoky bars, I pick up my guitar, because there's always one more song and it goes on and on and on " Alhoewel de song lijkt op een bekend deuntje (maar kan het niet thuiswijzen...) mag dit voor Radio 1 geen bezwaar zijn om het "grijs" te draaien en de weinige specifieke alt. country/roots/radioprogramma's in de Lage Landen zullen zich in de handjes wrijven met de twang rockertjes "the Evening Land", "Go Down Swinging" (M. Hill op organ!) en "Word Gets Around", door de knietjes gaan bij het aanhoren hoe een "Fair Weather Friend" je toch in de steek laat ("I expected better things from you, disappointed? Yes") en volledig van slag geraken bij de hemels mooie liefdesverklaring "Until You Gave the World to Me". Met dit album laat Hill duidelijk in zijn kaarten kijken ... Take Root Assen, Roots Of Heaven, Haarlem, en zeker Blue Highways Utrecht kunnen hun hoofd niet meer in het zand steken .... editie 2006 met Michael Hill & zijn fonkelnieuwe band the Bluegills! (luister eens naar "Batten Down the Hatches" ... het lijkt wel of je Rodney Crowell in zijn beste "Fate's Right Hand" periode hoort, en was die niet ooit te gast in Vredenburg?) Voor de twijfelaars ... neem eens een kijkje op zijn site en luister/kijk eens naar enkele "live" & unreleased MP 3's & video's. De man belooft op zijn communiezieltje zijn uiterste best te doen (" Best Food Forward") en met de hidden track (een akoestische versie van "The Evening Land") en het duetje "My Destination" solliciteert Nancy K. Dillon uitdrukkelijk om Michael Hill & the Bluegills (Jake Williams, Mark Brown, Jeremy Sewer, Dylan Rieck) te mogen verzellen. "The Vanishing Season "


 

THOMAS DENVER JONSSON

BARELY TOUCHING IT
Website : www.thomasdenver.com
Email:info@thomasdenver.com
Label : Kite Recordings
www.kiterecordings.com
Distr.: Sonic Rendezvous
www.sonic.nl

Dat in Scandinavië uitstekende alt-country wordt gemaakt is inmiddels geen nieuws meer (denk aan St. Thomas, Thomas Dybdahl, Hanif), maar toch zijn we zeer aangenaam verrast door de tweede cd "Barely Touching It" van één van de grootste beloften van de (Europese) alt-country, Thomas Denver Jonsson. In oktober 2003 kwam het eerste album van Thomas uit, "Hope to Her". Hierop werkte hij samen met muzikanten van de groep The September Sunrise. Het album is bijzonder goed ontvangen, zowel in thuisland Zweden als in onder meer Engeland, Italië en hier in de Lage Landen. Een debuut dat opviel door mooie ingetogen alt-country songs. Songs met sterke melodieën, een zeer smaakvolle instrumentatie en vooral zijn intense zang. Juichend zijn de recensies van zijn nieuwste cd "Barely Touching It". Zo lezen we "My album of the year" (Wiebren Rijkeboer, Altcountry NL), "Album of the year" (Benny Metten, Ctrl Alt.country), en dat kan niets anders want Thomas maakt muziek die blijft hangen en die je bovendien weet te raken en dat zijn de twee hoofdbestanddelen voor een goede cd. Deze vroege twintiger laat bij de eerste beluistering al dadelijk een goede indruk na. Als ik "Barely Touching It" beluister, hoor ik een muzikant met een, op z'n zachts gezegd, onvaste stem. Een stem die nog net niet uit de bocht schiet bij het grootste deel van de 'fluistersongs' waaruit "Barely Touching It" bestaat en die dat wel doet als het tempo naar mid-tempo drijgt te gaan. Misschien is het aantrekkelijke van deze plaat wel gelegen in het gegeven dat je af en toe denkt naar de jonge Neil Young te luisteren. Je vindt op deze plaat liedjes die dezelfde opbouw vertonen als Neil's akoestische werk, met dezelfde breaks en soortgelijke mondharmonica solo's. Ook op "Barely Touching It" toont Thomas zich weer een veelzijdig man. Een verstilde akoestische ballad of een portie stevige country-rock, het is de Zweed om het even. Met name in de wat stevigere nummers maakt zijn band trouwens net zoveel indruk als Jonsson zelf. Een band die zoals ik reeds vernoemde tekeer gaat als Neil Young’s Crazy Horse op de toppen van haar kunnen en dat klinkt geweldig. En zo zijn er meer echo’s uit het verleden, want Gram Parsons en Emmylou Harris klinken nadrukkelijk door in de drie prachtige duetten met zangeres Nina Kinert. Tegelijkertijd weet Thomas ook bijzonder eigentijds te klinken; een vaardigheid die hij nadrukkelijk deelt met Ryan Adams, waarmee we ook meteen het belangrijkste vergelijkingsmateriaal voorhanden hebben. "Barely Touching it" kent eigenlijk geen zwakke momenten, maar toch nog even wat sterke momenten van deze plaat naar voren halen. Zo heb ik veel respect voor de kwetsbare momenten die Thomas hier heeft vastgelegd. Zo is er de trage alt-country "Dance Floor Borders" en het heerlijke "Good Night". Maar ook nummers van het kaliber van de rockende "Strange Luck" en "Walther" hebben het in zich om de fans een verrassing van formaat te bezorgen. "Barely Touching It" is een innemende alt-country plaat die wederom bewijst dat er geen Deep South of geen redneck-mentaliteit nodig zijn om Amerikaans muziek te spelen. Een stroom muzikanten uit Europa kan dit kunstje inmiddels ook. Niet in de minste plaats de Zweed Thomas Denver Jonsson. Dit is werkelijk klasse!

 


 

THE MANY SIDES OF SPO-DEE-O-DEE

website : www.spo-dee-o-dee.com
label : Rhythm Bomb Records
info : www.rhythmbomb.com
webmaster@spo-dee-o-dee.com

Gooi een maatje Amerikaanse bourbon en een glas rode wijn bij mekaar en je hebt een Spo-Dee-O-Dee, het smaakt niet alleen voortreffelijk, het nodigt uit tot nog eentje ... nog eentje ... nog eentje om het af te leren ... en voor je het weet is het party time. Tafels en stoelen aan de kant en de volgende stap is dan ongetwijfeld het nieuwe album "the Many Sides Of" ... Spo-Dee-O-Dee op de draaitafel. Prima rockabilly uit Berlijn ... en dat is niet zo verwonderlijk want het gezaghebbende label Rhythm Bomb Records, gehuisvest in Duitsland, weet op tijd en stond "het wereldje" te verrassen met leuke originele swingende rock & roll, bop, jump & jive. Zo ook met dit viertal : Andy Warner (lead vocals, guitars), Ralf Summers (double bass, backing vocals), Ike Stoye (2nd lead vocals, rhythm gt,piano, sax) en Gregor Gast (drums). Het was Ike Stoye die bij ondergetekende een lichtje deed branden want de man maakt ook deel uit van Ike & the Capers, zit dag en nacht in zijn opname studio (www.lrs-berlin.com) en was betrokken bij de laatst verschenen opnames van Rayburn Anthony, Charlie Gracie, the Chrome Daddies, Glenn Honeycutt en Doug Wilshire. Albums die verschenen zijn op het Rhythm Bomb Record label en waarvan de recensies terug te vinden zijn op rootstime. Prima rockabilly met voornamelijk eigen werk en covertjes die de wenkbrauwen lichtjes doen fronsen want zeg nu zelf ... "Love Struck Baby" en "Pride & Joy" in een rockabilly versie? Wijlen Stevie Ray Vaughan had het nog eens moeten beleven. Het zal ons worst wezen want zulke rockertjes brengen leven in de brouwerij en zijn spek voor deze bek, en een beetje "vreemd " gaan mag wel eens ... want met "Such a Long Way", "No More Crying the Blues", "Tell Me Who", "Why Did She Have to Go" (dat erg lijkt op "A Fool such as I" (Trader, Rodney Crowell) worden de scherpe / gemene rockabily kantjes wat weggevijld en gaat het er iets gezapiger aan toe. Maar de laatste stuiptrekkingen van deze 40/50 + fuif barst nog eenmaal uit haar voegen met de rockertjes en verzoekjes al dan niet persoonlijk gericht ... "Let Me In" ... "Miss Blue Eyes"..."I Wish You Would" ... "Don't Go Pretty Baby"... "I ain't Got You" ... "I'm gonna Paint this Town, tonight". Slotsom ... op wat flirten na is dat "vreemd gaan" nog steeds een erotische droom en waggelen wij een beetje moe maar voldaan de nacht in onder de welgemeende kreten en knuffels ..."Crazy for My baby" . Prima party album!


 

KEVIN GORDON
O COME LOOK AT THE BURNING
Website : www.kevingordon.net
Label : Crowville Collective
crowvillecollective@comcast.net
www.milesofmusic.com

Rootsrocker Kevin Gordon hoeft niet meer geïntroduceerd te worden, maar de liefhebbers van rauwe blues en nu pas horen van deze uit Louisiana afkomstige singer-songwriter, de meesterlijke gitarist met zijn ongelofelijke zangstrot, moeten beslist verder lezen, want na zijn debuut "Cadillac Jack's Son" uit 1997 kon hij met zijn opvolger "Down To The Well" (2000), reeds rekenen op gerenommeerde artiesten als Lucinda Williams en Bo Ramsay voor een gastrol. En dat Gordon zijn afkomst niet verloochent op zijn nieuwe plaat "O Come look At The Burning" is duidelijk hoorbaar. Swamp blues, maar ook elementen uit R&B, pop en rootsrock zijn duidelijk waar te nemen in zijn songs. Op jonge leeftijd werd hij voor de leeuwen gegooid en bleef vervolgens zonder moeite bovendrijven. Als invloeden noemt hij zelf Willie Dixon, getuige zijn even geslaagde benadering van Dixons "Crazy Mixed-Up World". Na jaren van touren heeft hij de invloeden tot een eigen geluid weten om te smelten. Hij heeft de bravoure van John Hiatt, ook zijn stem doet eraan denken. Als daaraan nog de blues van de reeds vernoemde Dixon wordt toegevoegd, kom je uit bij Kevin Gordon. Iemand die daarbuiten nog over een schitterende gitaar techniek beschikt en bovenop nog een begenadigd songschrijver is. Voor zo’n artiesten moet een grote carrière zijn weggelegd. Hij bewees dit al op zijn vorige album "Down To The Well" en met een container vol aan lovende recensies krijgt hij steeds meer voet in de rootswereld, gewoon omdat 't puur draait om de intensiteit die Gordon met zijn pittig gekruide stem uitstraalt, gekoppeld aan het soort rootsmuziek dat verrekt slim is opgebouwd, maar uit de speakers knalt alsof het door een enthousiaste technicus tijdens repetities spontaan op tape is gezet. Voor dit gevoel zorgde producer Joe McMahan, die in een huisje ergens in Nashville, een ouderwetse tape recorder gebruikte om deze twaalf songs in te blikken. Met het rockende "Watching The Sun Go Down", opent Gordon "O Come look At The Burning", en daarna volgen zijn zompige rock- en rootssongs waarvan hij de meesten schreef met collega's Gwil Owen en Colin Linden en waarin hij regelmatig de bluesschema's hanteert. De op zich eenvoudige liedjes krijgen een lekkere vette invulling met gitaren in de hoofdrol. Ook met soul kan Gordon trouwens uit de voeten, hetgeen hij bewijst in de soulvolle cover van wijlen Eddie Hintons "Something Heavy". Allemaal prachtige nummers op dit album dat door Gordon en Joe McMahan geproduceerd werden, maar de absolute uitschieter is wel "24 Diamonds", een zelfgeschreven nummer waarin hij zingt: "Hey Buddy I'm back In Town...", hetgeen we ook van Kevin Gordon mogen zeggen, want vijf jaar wachten is de moeite waard geweest! Kortweg: Zowel vocaal als instrumentaal, Kevin Gordon op zijn best. Dit broeit, hypnotiseert en betovert!


 

GOR MKHITARIAN
EPISODE
Website: www.gormusic.com
Email :info_gormusic@yahoo.com
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/mkhitarian3

 

005 Armenian Music Awards WINNER -- Best Music Video ("Wherever")
2005 Armenian Music Awards Nomination -- Best Original Song ("Cold Wagon 1993")
2005 Armenian Music Awards Nomination -- Best Folk-Rock Album ("Episode")
2004 Big Apple Music Awards WINNER -- Best Contemporary Singer ("Episode")

Toen Gor Mkhitarian een jaar of vier geleden debuteerde met "Yeraz" (2001), was zijn bijzondere interpretatie van traditionele folkmuziek nog absoluut geen gemeengoed. Dat is inmiddels wel anders, maar Gor Mkhitarian blijft toch een apart geval. In 2003 bracht de in Armenië geboren singer-songwriter het album "Godfather Tom: Music from the Armenian Underground" uit, en vorig jaar "Episode", maar het is wel een hele bijzondere en er staan bovendien prachtige nummers op. Voor het opnemen van "Episode", togen Gor Mkhitarian en zijn band niet naar Armenië zoals de vorige albums, alwaar schimmen uit het verleden hun invloed uitoefenden op de muziek van Mkhitarian en consorten, maar bleven ze gewoon in hun thuishaven Los Angeles. Muziek die geen moment in een hokje is te duwen. Iedere poging die daartoe wordt ondernomen is gedoemd te mislukken en houdt bovendien nooit langer dan één nummer stand. Folk, country, rock, pop: het komt allemaal voorbij. De ene keer klinkt het stokoud, de andere keer hypermodern; de ene keer aards, de andere keer niet van deze wereld. "Episode", is een cd die je vanaf de eerste noten betoverd en vervolgens geen moment meer los laat. Tot de uitschieters van deze, zeg maar 'New Armenian Folk Music' behoren "Wherever", "Stigma", "90 Days", "Other songs such as" en natuurlijk "Cold Wagon 1993". Folk is trouwens maar één van de bestanddelen van de bezwerende muziek van Gor Mkhitarian. Akoestische muziek met een zwaar psychedelisch karakter en betoverende zang. Een cd die mij al weken in zijn greep heeft en ik ben vast niet de enige die vatbaar voor is voor de schoonheid van deze cd.


 

SAM PAYNE
SHADES OF BLUE
Website: www.sampayne.co.uk
Email: sales@sampayne.co.uk
Label : Flyfree records
www.cdbaby.com/cd/spayne2

 

Solo piano and vocals, bluesy. Some real laid back songs some in yer face. Lyrics are what real blues is all about, being broke, finding the strength to carry on, happiness, anger and shagging.

a "Fly" van begin dit jaar is er nu reeds het tweede album van de Engelse Sam Payne. Solo op piano ging ze op haar laatste cd "Fly" een meer jazzy toer op, maar toch was haar boogie woogie sound nog altijd best te pruimen voor de American roots music liefhebbers. En deze liefhebbers zullen zeker niet teleur gesteld zijn met haar nieuwe album, "Shades of Blue", want met de muziek op deze plaat grijpt terug naar haar kinderjaren, de muziek die ze hoorde bij haar thuis, tantes en nonkels. Reeds vanaf 5-jarige leeftijd was ze bedreven op piano en door de jaren deden invloeden als jazz, blues, folk, rock, hip-hop en samba hun intreden. Haar laatste album bestaat nu uit acht tracks en het zijn voornamelijk boogie woogie, jazz, swing en blues die de bovenhand hebben. Songs die duidelijk haar afkomst verraden, maar die tegelijkertijd opvallen door eigenzinnigheid. Wat nog het meest opvalt aan de muziek van Sam Payne is de intensiteit er van. Payne doordrenkt haar muziek met passie en emotie en weet ons in ieder geval zeer te raken met deze geweldige plaat. Payne haalde haar inspiratie bij Massive Attack, Leftfield, Moloko, Miles Davis, Weather Report, Nina Simone en bij haarzelf natuurlijk. Dit alles resulteert in een release die vanaf "Ain't Bothered by You" tot haar afsluitende "Feeling Good Today", soms als een swingende TGV door de boxen knalt, maar ook een verstilde ballad schuwt ze niet. Je voelt als het ware de sfeer van de '50ties herleven. Dit is blues en swingende jazz, gebracht met veel gevoel voor authenticiteit en respect voor de grote in het genre. Een cd die boogie & bluesliefhebbers niet aan zich voorbij kunnen laten gaan want "Shades of Blue" is een plaat waar geen van de bovengenoemde grootheden zich voor zouden schamen en die dan ook een veel breder publiek verdient dan het publiek dat Sam Payne momenteel aan zich heeft weten te verbinden. Een onbescheiden meesterwerk van een misschien wat te bescheiden artieste.


 

JERE MENDELSOHN
TOP OF THE WORLD
website : www.jeremendelsohn.com
info : jere@jeremendelsohn.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/mendelsohn


Blijkbaar worden de grote middelen ingeschakeld om nieuwkomer Jere Mendelsohn in "the picture" te plaatsen. Onder leiding van niemand minder dan het duo Taras Prodaniuk (Dwight Yoakam, Lucinda Williams) & Mike Baird (Journey, Steely Dan, Sinatra) de studio induikelen, een publiciteitsslogan die er niet naast slaat :" What would happen if Tom Petty, Dave Edmunds and Dwight Yoakam threw a party in Danny Gatton's backyard?"... het mag wat kosten. Alleen is het afwachten of Jan met de pet ook zo enthousiast gaat reageren op dit mini album. Vier eigen songs die, eerlijk gezegd, ons niet het beloofde/verwachte gevoel geven van ... Twang that Rocks ... Rock that Twangs. Het klinkt allemaal heel netjes en erg gladjes georchestreerd en wij die gehoopt hadden dat het vuur in de pan zou slaan met al die namen/referenties en doelstellingen, moeten wat ontgoocheld afdruipen ... Invloeden van soul, Bakerfield twang, rockabilly, flat-out hillbilly music ... enkel de song "One More Kiss" kan van dit alles slechts eventjes de schijn ophouden ... Jere & the Twang Grenades zullen nog veel boterhammen mogen oppeuzelen willen zij in nog maar in de schaduw geraken van Petty/Edmunds/Yoakam/Danny Gatton.


 

MAGIC CAR

FAMILY MATTERS
Label : Tiny Dog Records
Website: www.tinydog.co.uk
enquiries@tinydog.co.uk

Soms blijft een cd te lang onbesproken omdat het lastig is uit te leggen wat voor muziek het is. In het geval van Magic Car gaat het om muziek die niet extreem experimenteel te noemen is, of avantgardistisch, maar ze schampen op de een of andere manier op zo'n manier langs allerlei genres dat je ze niet echt in een hokje kunt plaatsen. En dat terwijl de muziek toch heel vertrouwd aandoet. Dat komt ondermeer door de warme stem van Hazel Atkinson, die bovendien ontspannen en toch overtuigend zingt. De band, die verder bestaat uit Phil Smeeton, John Thompson en Dave Langdon, houdt duidelijk ook niet van gepriegel, waardoor er een hecht, compact, naadloos groepsgeluid te horen is dat ook vooral warm klinkt. Een geluid dat tegen country aanschurkt, maar ook aan folk doet denken, terwijl er met een jazzy feel gespeeld wordt. Ik zei toch al dat het lastig was uit te leggen wat voor soort muziek dit is? Op de website van hun label ,Tiny Dog Records, staat: 'UK's burgeoning Americana scene'....Toch zou het jammer zijn als deze muziek ergens tussen wal en schip zou verdwijnen alleen omdat ze niet in een duidelijk omkaderd hokje te plaatsen is. Daar is deze band gewoon simpelweg te goed voor. Niet op een opdringerige manier, maar intiem, warm, sympathiek en vooral familiaal. Zo'n plaat die je kunt blijven draaien, omdat hij goed voelt. Alle nummers zijn geschreven door de andere leadzanger, Phil Smeeton. Een absolute aanrader, deze cd.


 

CHRISTINA KULUKUNDIS
website : www.christinakulukundis.com
label : Eigen Beheer
info : christina@kulukundis.co.uk.
www.cdbaby.com/cd/kulukundis
Will@WillMcCarthy.com (Press)

 

Dat het alt. country/Americana/roots wereldje een allegaartje geworden is van de meest uiteen lopende nationaliteiten is al lang geen geheim meer. De Amerikaanse met de Grieks klinkende naam Christina Kulukundis, maar momenteel verblijvend in Engeland vormt daar geen uitzondering op. Een nieuwkomer in het singer/songwriters wereldje die haar folk/country songs dat specifieke old-time soundje kan meegeven en daar zal haar uitstekende songkeuze niet vreemd aan zijn. Covertjes van "If I Needed you" (Townes Van Zandt), "Only Love Can Break Your Heart" (Neil Young) "Waiting on a Angel" (Ben Harper), "Lookin' Up" (Shelby Lynne) en Jimmy Webb's "Do What You Gotta Do" laten niets aan de verbeelding over en wanneer je eigen songs het niveau van de "klassiekers" moeiteloos evenaren dan kan je gewag maken van een klasse album. Vooral "Say It to Me Know" en "Circumstances Change" zijn 'Beautifully Simple' en dat is de juiste omschrijving van het niveau dat Christina met dit album weet te bereiken, niet in het minst door haar eigen fris peppermint stemmetje maar ook door de vakkundige hulp in de studio van multi instrumentalist David Ogilvy, die verleden jaar erg hoog wist te scoren in de Euro Americana Charts met zijn album "Mockingbird". (zie rev. Nov. 04), en Robin Clayton op double bass, Harbans Srih op drums en Carmen Phelan op fiddle. Misschien dat David ons zoetgevooisd lijstertje kon overtuigen om een song van de betreurde Townes op haar album te plaatsen, want met "White Freight Liner Blues" stak de Schot op zijn eigenste album de bewondering voor s'werelds meest ondergewaardeerde singer/songwriter "bij leven" niet onder stoelen of banken. De meeste songs baden in een badje vol melancholie waarbij de traditionele badschuim vervangen werd door een ontspannende, rustgevende, etherische lavendelolie... Akoestische roots en vokaal een pareltje ... "Turn Your Radio On" (BBC Radio Scotland//Current favourite of Bob Harris & Mariella Frostrup on their Radio 2 shows in the UK) en geniet van veertig minuten Christina Kulukundis...je zal er geen spijt van krijgen! "It's great to look around at the faces of people at her gigs, stunned by her, like a bright light has suddenly been trained on them. With many more songs up her sleeve and plenty still to write, we can only assume this record is only the beginning for Christina Kulukundis." (CD Baby)


 

THE BELLYACHERS

200 LUCKY FEET MOVE THE DRAGON
Website: www.thebellyachers.com
Email: hq@thebellyachers.com
Label : Pratfall Records
www.cdbaby.com/cd/bellyachers2

Zo'n vijf jaar geleden kwam het debuut "Bottoms Up" (2000) uit van The Bellyachers uit Oakland, California, en die plaat maakte op mij een verpletterende indruk. We hoorden zangeres/bassiste en songschrijver Sandra Mello en haar maten. Deze band scholtelde ons pure authentieke country voor die weinig van doen had met Nashville heden ten dagen. Met de opvolger "Heavy In My Hands" uit 2002 was een meer steviger bandgeluid te horen, waar niet meer de country echt helemaal voorop stond, maar ook stevige rock, met soms weleens wat zuidelijke invloeden in de meer folk-gerichte songs. Overheerlijk was de versie van Van Halen's "Jamie’s Cryin'" dat The Bellyachers lieten openbloeien tot een prachtige country song. Nu is het gemakkelijk scoren natuurlijk met deze vaak beproefde songs, want nu nog beschouw ik deze albums als een vaste waarde als me gevraagd wordt naar mijn beste platen van de laatste vijf jaar. Helaas is "200 Lucky Feet Move The Dragon" andere koek. Zonder iets wezenlijks ingeoefend te hebben togen Sandra Mello, Melody Baldwin (gitaar), Peter Craft (drums) en Brian Mello (zang, gitaar, keyboards) en vrienden naar de Boxer studios in San Francisco om inspiratie op te doen en wat songs in te spelen. Wat blijkt, The Bellyachers, hebben wel drie volwaardige songschrijvers aan boord, zijnde: Brian, Sandra, als zowel Melody Baldwin, en bewijzen in de loop van "200 Lucky Feet Move The Dragon" puntgave songs in de pen te hebben maar ... het resultaat is een meer pop-gerichte, en meer ééndimensioneel geörienteerde plaat geworden, die het sprankelende en hypnotiserende van zijn voorgangers mist. Het lijkt alsof The Bellyachers onderweg hun originaliteit grotendeels hebben verloren, vreemd gezien het gegeven dat toch nog steeds vijf van de twaalf liedjes door Sandra Mello zijn geschreven. Prijsbeesten van deze plaat zijn dan ook te zoeken in deze vijf songs. Zoals de twangbeladen "Forever Changed" en het afsluitende "Swan Dive". Het akoestische "Walking Time" vermengd de pop met folk invloeden, waain het cellowerk van Sarah Steen en Cindi Kazarian Zimple op viool een prachtige bijdrage leveren. Maar dat daarbuiten de country/folkinvloeden nagenoeg zijn verdwenen en de power-pop nu nadrukkelijk overheerst, wil niet zeggen dat dit een slechte plaat is, het is echter jammer dat The Bellyachers "200 Lucky Feet Move The Dragon" de meer melodieuze popkant, met de jengelende gitaren zijn opgegaan.


 

HARD DRIVING ROCKABILLY, THIS DAZZLING TRIO WILL LEAVE YOU BREATLESS.

80 CUBE

Website : www.80cube.com
info : info@80cube.com
label : Eigen Beheer

It’s the look, it’s the music, it’s the excitement!!! Cool Gretsch guitar, slapped double bass and punchy drum work combine in a show that you will want to see again and again.

Eind 2004 raasden zij door de UK rockabilly scene en lieten iedereen die het genre een warm hart toedraagt met verbijstering achter. Geen "retro" soundje maar eigentijdse rock & roll/rockabilly gebracht door een trio muzikanten die hun opleiding kregen in het rock/country/jazz/big band gebeuren ... Invloeden van Hank Williams, Django Reinhardt, Rev. Horton Heat, Asleep At The Wheel en natuurlijk Brian Setzer domineren het hele gebeuren, en met dit Ep-tje dat in maart opgenomen werd en de voorbode is van een binnenkort te verschijnen live-album, geven zij aan dat er in de nabije toekomst wel degelijk rekening moet gehouden worden met :
Neil Mercer – Guitar and lead vocals. An awesome all-round guitarist and showman, the years of hard rocking are etched in the lines on his face and ooze from the fingers as he plays those amazing riffs.


Andy Maslen – Double Bass and harmony vocals. A classic sound of upright bass being slapped to within an inch of it’s life. Watch, listen and be amazed
Malcolm Dunleavy – Drums and harmony vocals. 80 Cubes Man Of Mystery see him hammer that kit without the use of a stool (or safety net!!!) until you can’t dance anymore.
Songs : 1. Too Hip // 2. Rooster Rock // 3. Double Talkin Baby // 4. Stray Cat Strut.


 

MISSISSIPPI QUEEN
DID YOU SAY LOVE
website : www.rhythmbomb.com
label : Rhythm Bomb Records
info :karlo.starcevic1@ri.htnet.hr
www.rhythmbomb.com
www.rockabilly.nl

Met het openzetten van de grenzen hebben wij al het een en ander meegemaakt ... onze arbeidsmarkt wordt overspoeld door goedkope arbeidskrachten en vele bedrijven sluiten nog liever vandaag dan morgen om toch maar zo vlug mogelijk te kunnen verhuizen om ginder nieuwe, meer winstgevende bedrijven uit de grond te stampen. Het heeft de jongens van Mississippi Queen, uit Kroatië nota bene, misschien gemotiveerd om met hun "rockabilly" onder de arm, de oversteek te wagen. Hun album "Did You Say Love" is opgenomen in de Lightning Record Studio in Berlijn en uitgebracht op het Rhythm Bomb Record label en telt verrassend veel eigen werk. Niet zo vanzelfsprekend want hun vorig album "Ten Years After" (1999) bestaat volledig uit covers en blijkbaar hebben Jurica Stelma (upright bass), Carlo Starcevic (rhythm gt, vocals) en Ivan Semes Sammy (lead gt) ingezien dat zij met goede papieren voor de dag moesten komen om hun plaatsje op te eisen in het Europese rock & roll wereldje. Laat het ons houden op een leuke verdienstelijke poging die mits een uitgebreider aanbod van instrumenten/muzikanten het bijwijlen eentonige slap-click-clickety-click soundje had kunnen voorkomen. Bovendien zijn de blues/country/bop invloeden ook erg beperkt en dat draagt ook niet bij tot werelschokkende vernieuwingen in hun benadering van het rockabilly gebeuren. Zelfs hun covers van Johnny Cash's "You're My baby", Johnny Burnette's "Cincinatti Fieball", Johnny Horton's "You You You " en "All the Time " van het duo Harris-Labeef lijden aan magerzucht en dat is bijzonder jammer want het is precies het sausje dat rockabilly zo pikant kan maken. Niet slecht, maar ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de tijd er een poosje is blijven stilstaan, dat "Did you Say Love" eenvoudig "ouderwets" klinkt en dat een kijkje/luistersessie bij hun collega's van het Rhythm Bomb label geen overbodige luxe is.

Tracklisting:
Sunshine Again / Don't Leave Me This Way / Boppin' 747 / I'm Going Home / Another Hurtful Lovesong / Did You Say Love? / To Prove My Love for You / Dreamin' Of You / All The Time / Cincinatti Fireball / Still In Love With You / Lonely World / You're My Baby / You You You / Wonderful Day / Walkin' Away.


 

KENSINGTON HILLBILLYS
BONES IN THE BACKYARD
website : www.steveketchen.com
label : Eigen Beheer
info : kensingtonhillbillys@hotmail.com
www.kensingtonhillbillys.com

 

Traditionele country/honky tonk fans die niet vies zijn van een portie country rock (" Wreck On the I - 95"), bluegrass &hillbilly ("Oh Engineer", "Cat Down in a Hell") en zelfs een "space" surf soundje kunnen waarderen (" THX - 138"), bovendien zot zijn of worden van pedal & lap steel, fiddle, banjo, slide, doghouse bass, sweep-boom-chukka drums en zelfs wat Tex-Mex trompet geschal, kunnen met de nabije feestdagen in extase geraken bij het aanschaffen of het cadeau krijgen van het nieuwste album van Canada's nationale trots The Kensington Hillbillys. Maar ook de liefhebbers van het betere singer/songwriterswerk kunnen hun hartje ophalen, want het lijkt mij dat er niet alleen een naamswijziging werd doorgevoerd, het muzikale aanbod slaat, weliswaar voorzichtig, meer gedurfde paadjes in. Gingen zij vroeger nog door het leven als Steve Ketchen & the Kensington Hillbillys, de fans van het eerste uur moeten echter niet ongerust worden want de bezielers van het eerste uur, Steve Ketchen & Mickey Mc Callum, maken nog steeds deel uit van het zevenkoppig bandje. En daar zijn wij niet rouwig om ... 20 jaren professioneel bezig zijn met roots country, legendarische optredens, het werd dan ook hoog tijd dat er een opvolger kwam voor het in 2001 verschenen debuutalbum. Het laatste wapenfeit van het zevental was hun deelname aan het verzamelalbum "Start Your Own Country" (New sounds of the Old west, Vol 4) met een erg geslaagde country versie van "Straight to Hell" ... origineel van ... the Clash! Meteen goed genoeg bevonden om plaats te nemen naast de elf zelfgepende songs die je kan aantreffen op het onlangs verschenen album "Bones in the Backyard". Opener "Country Road" fungeert als het beste GPS systeem en meteen zwaaien de 'barroom doors' wagenwijd open. The "Days of my Life" zullen het waarschijnlijk wel niet worden maar met het titelnummer "Bones in the Backyard", the weeper "Memories of You", het Johnny Cash-achtige "Geezer Plonk", "The Spirit and the Will" en het er geen doekjes omdraaiend "Dyin' (is just a part of livin')" komen The Kensington Hillbillys verdraaid sterk uit het singer/songwritershoekje. Het grootste compliment dat de jongens ooit kregen spreekt voor zichzelf: "I don't like country, but I like you guys!". Prima album!

STEVE KETCHEN: lead vocals, acoustic guitar
MIKEY McCALLUM: electric guitar, lap steel, vocals
PETE LAMBERT: drums
ROSE BOLTON: fiddle
MIKE RYAN: pedal steel
MATT McQUAID: bass
Stew Crookes: pedal steel.


 

JJ SCHULTZ BAND
SOMETHING TO ME
website : www.jjschultz.com
Email:jj@jjschultz.com
label : Last Stop Records
info : www.laststoprecords.com
Website : www.cdbaby.com/cd/jjschultz2

Met "Something To Me" levert de in Wisconsin geboren JJ Schultz zijn tweede cd af in een tijdspanne van één jaar. Het niveau van Schultz's albums mag als zeer behoorlijk betiteld worden. Deze nieuwste cd trekt in feite de lijn door van zijn indrukwekkende debuut "Bustin’ Outa Town"(2004), hoewel de toonzetting wat steviger overkomt. En dit is niet verwonderlijk, want op deze plaat laat hij zich omringen door een band, en wat voor één! JJ Schultz heeft een stem die er mag zijn; lekker wat gruis op de stembanden en ook het vermogen om soms eens goed uit te halen. Naast zijn gitaar neemt The JJ Schultz Band alle andere instrumenten voor hun rekening, zoals gitaren van diverse pluimage, zijnde Scott Robertson op slide gitaar en Fred Odell op telecaster en harmonica. En als je dan ook nog vocale ondersteuning weet te regelen van deze gitaristen, dan zit je qua support wel safe. Dat JJ Schultz soms enigszins aan een Steve Earle, een Townes Van Zandt, om zomaar twee bekenden te noemen, refereert doet niets af aan zijn eigen originaliteit. JJ Schultz plaatst zich anderzijds ook naast een iets minder onbekende countryrocker, Thomas Denver Jonsson, die met zijn nieuwe album "Barely Touching It", tot één van de grootste beloften van de (Europese) alt-country mag gerekend worden. Maar goed : Wat is gebleven is het gevoel voor sterke melodieën, alsmede het veelvuldig gebruik van alle gitaarwerk als basis. "Something To Me" blijkt uiteindelijk toch weer een streepje beter uit de verf te komen dan zijn voorganger, wat avontuurlijker vooral. JJ Schultz schrijft zondermeer pakkende songs; songs die zich vrij vlot in de hersenpan weten vast te pinnen. Voor zijn nieuwe plaat heeft hij zich wederom laten beïnvloeden door countryfolk, om deze vervolgens op geheel unieke wijze het huidige millennium in te loodsen. "Something To Me" bevat 9 prachtige JJ Schultz songs en mooie cover van Tom Waits' "Ol' 55". Songs vol emotie en melancholie; songs van een af en toe bijna onwerkelijke schoonheid. Gespeeld vol passie en ontroerend tot op het bot. De hoogtepunten er uit pikken is ondoenlijk, want de kwaliteit ligt 10 nummers lang op een griezelig hoog niveau. Het meest opvallen doet wat mij betreft de opener "Jackie You, Jackie Me" en het afsluitende "Something To Me", waarin JJ Schultz niemand minder dan Guy Clark weet te prikkelen tot het mooiste dat hij ooit gezongen heeft. "Something To Me" is net als "Bustin’ Outa Town" een prachtplaat die nog maar eens onderstreept wat een uniek talent JJ Schultz is.


 

DEBBIE DAVIES

ALL I FOUND
Website : www.debbiedavies.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Distr. : Codaex
Email: be@codaex.com

Een kittige tante en een cd met pit. Ik was al onder de indruk van haar vorige werk, maar deze schijf is voor mij het voorlopige hoogtepunt in haar florerende carrière. Gitariste/ zangeres Debbie Davies (geboren in 1952) werd al jong besmet met het Britse bluesvirus, getuige haar vorige album "Key To Love" (2003), een album met maar liefst negen nummers van de hand van John Mayall. Ze oefende in haar vroege jaren haar vingers kapot om de solo's en licks van illustere voormannen van de Bluesbreakers tot de laatste noot te ontleden en na te kunnen spelen. Eric Clapton, Mick taylor en Peter Green waren dan ook de vroege coryfeeën die haar inspireerden om de gitaar te grijpen. Er was nog een Mayall die een rol speelde in haar carrière, maar dan een vrouwelijke. In '86 namelijk kon ze zich, na een tip van Coco Montoya, destijds Bluesbreakers-gitarist, aansluiten bij de alleen uit vrouwen bestaande band Maggie Mayall & The Cadillacs. Avond na avond openden de dames de show voor John Mayall, hetgeen blijkbaar sporen naliet. In 1988 monsterde Debbie aan bij Albert Collins en The Icebreakers, om in 1991 de leadgitaar bij Jimmy Buffett’s harmonica-blazer Fingers Taylor over te nemen. Collins en Davies speelden samen in 1993 op Debbie's solo debuut voor Blind Pig Records "Picture This". Later in datzelfde jaar stierf Collins op 61-jarige leeftijd aan kanker. "There will never be another Albert," Davies says of her mentor. "He had such a specific style. What I learned from him is that everything that comes out has to be totally wired to your soul--no matter what. I saw how much Albert could go through on the road--the headaches, the setbacks, the breakdowns--and still reach inside his soul each night and just give." Twaalf jaar later en zeven cd's later, negen als we haar cd's in gelegenheidsbands meetellen, ligt nu "All I Found" in de winkels. Een waar feest op dit debuut voor Telarc records met elf tracks, allen zelf geschreven of co-written met haar songwriting partner Don Costagno. Voor de begeleiding zorgen niet minder dan Arthur Neilson (tweede gitaar), Bruce Katz (keyboards) en de blues rhythm sectie Noel Neal (bas) en Per Hanson (drums). Davies laat in haar nummers horen dat zij een expressieve gitariste en vocaliste is. Haar groovy muziek is niet voor de blues purist-maar meer voor de moderne ‘cross-border’ blues luisteraar die houd van rock en soul elementen. Maar het is duidelijk dat Debbie Davies haar muziek serieus neemt. De jonge zangeres is gezegend met een 24 karaat rauwe bluesstem en gitaartechniek waar haar mannelijke collega's het benauwd van krijgen. Warm zingend en scherp solerend, meandert ze tussen rock en blues. Kort gezegd : Debbie Davies heeft het helemaal: De techniek, het gevoel en the looks. Ja, dit is blues met ballen!


 

DADDY
AT THE WOMEN ' S CLUB (LIVE)
website : www.daddymusic.net
label : Cedar Creek Music
info : www.cedarcreekmusic.com
info@cedarcreekmusic.com

"Will Kimbrough and Tommy Womack are a cool couple of daddies"

"Not everyone travels 218 miles to play their second ever show in front of a sold - out crowd. Daddy did. Not everyone records the festivities for the entire world to hear. Daddy did."

 

Deze jongen is meer dan in zijn nopjes met het resultaat van de (vernieuwde) samenwerking Will Kimbrough &Tommy Womack. Als vrienden voor het leven waren zij in een vorig leven ondermeer de bezielers van de legendarische Bis-Quits en hun destijdse samenwerking resulteerde in één album op het Oh Boy! label van John Prine. Ondanks Kimbrough nog een vooraanstaande rol speelde op de albums van Womack ("Stubborn", "Circus Town") liepen hun wegen uiteen en een kijkje op hun sites zal je overtuigen waarom het zo lang geduurd heeft eer de beide mekaar en tijd vonden om samen nog eens op het podium te staan. (www.willkimbrough.com // www.waxysilver.com/willkimbrough/main.html com) en (www.tommywomack.com). Geen sinecure om een gaatje te vinden in hun overvolle agenda maar op18 en19 February 2005 zou het dan eindelijk lukken en was de Women's Club in Frankfort, Kentucky de ideale locatie voor Will Kimbrough (Americana Music Association Instrumentalist of the Year 2004) en Tommy Womack (winner of the Nashville Scene Critic's Poll for Best song) om "the good old days" nog eens te doen herleven en samen met Dave Jacques, bas (Amy Rigby, Greg Trooper, Elizabeth Cook, Jeff Black, John Prine), John Deaderick piano & orgel (Mindy Smith, Steve Forbert, Patty Griffin) en Paul Griffith op drums (Duane Jarvis, Allison Moorer), zorgden zij voor een spetterend optreden. Een 100-tal aanwezigen waren er getuige van een memorabel concert, liefst veertien songs werden ingeblikt en het fraaie resultaat ligt nu al bij Rootstime. Slecht twee covertjes en de overige songs werden broederlijk verdeeld door het duo en het geeft meteen aan dat het een heel veelzijdig album geworden is. Met een hallelujah "Glory Be" up-tempo gospeltje wordt van wal gestoken want Womack heeft ondertussen het "licht "gezien en dat moet gevierd worden en meteen kan Deaderick zijn piano lichtjes verbouwen. De sfeer zit er dan ook onmiddelijk in en verrassend kiest men dan met "Cold Chill" en "Nightmares" voor een stevige portie drilboorrock om dan met "I Don't Like It" moeiteloos overschakelen op een eenvoudig "ambiance" rootsrockertje. "Happy in Your Skin" doet mij eventjes denken aan Jimmy Holiday & Eddie Reeves klassieker "All I Ever Need Is You" (Oscar Benton & Monica Verschoor/Sonny & Cher) en is tevens de voorbode van een prachtig hoofdstukje slide gitaar. "You Made Your Bed", "Vicky Smith blues", "Slide In" en de twee bonus tracks/demo's "I Want a Cigarette" en "I Don't like It" zijn daar sublieme staaltjes van. Maar ook de redneck country (" Cousin Darryl"), de ragtime in "I Miss Ronald Reagan", of een snuifje Americana in "Too Mutch Truth" zijn van de partij op dit album. Prima rootsmuziek dat met het enige Bis-Quits nummertje "the Powers That Be ", dat overloopt in het nog oudere "Ooh La La " van the Faces, het enige verwijspunt is naar hun vroegere samenwerking. Dat de "bekering" van Tommy Womack met de songs "Martin Luther" en het gospeltje "Gloryland" nog eens extra in de verf gezet wordt zullen wij dan ook maar beschouwen als een typisch Amerikaans gebruik. Blijkbaar is het optreden een voltreffer geworden, raast het album door de alt. country charts , zou Womack zo graag eens samen met zijn nieuwe Pawless gitaar en natuurlijk in het gezelschap van Kimbrough naar Engeland en de rest van Europa komen ...

Interesse :John Graveling
www.jegartistmanagement.com
kai21@dial.pipex.com

Andere aktiviteiten van het duo : Will is putting together a third solo album and continuing his constant touring schedule with artists like Todd Snider and Kate Campbell, as well as Rodney Crowell, for whom Will plays guitar and usually performs an opening solo set.
Tommy : there may be a followup to his 1995 ugly truth testimonial The Cheese Chronicles: The True Story of a Rock ’n’ Roll Band You’ve Never Heard Of, which recounted his years with post-punk ensemble Government Cheese.


 

LITTLE FEAT

BARNSTORMIN' LIVE Volume 2
Website: www.littlefeat.net
Label : Hot Tomato Records
www.hottomatorecords.com
info@hottomatorecords.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

 

Naar een nieuwe plaat van Little Feat kijk ik altijd uit. Natuurlijk is de vernieuwing er af, maar je doet de band te kort als je alleen naar de periode Lowell George kijkt. Dat was wel de glorietijd, maar de huidige line-up kan toch ook prima uit de voeten en bewijst dat met een stroom platen van constante kwaliteit. De één akoestisch de ander elektrisch, de ene een compilatie met Lowell George en deze een zonder hem. "Barnstormin’ Live" is een compilatie van de minder voor de hand liggende tracks die tijdens de Kickin’ At The Barn tour gespeeld zijn, de grootste successen hebben we immers al menigmaal. Na volume 1 dat eerder dit jaar verscheen volgt nu de tweede episode in een live-verslag van de toer uit 2004. Een eerste blik op de tracklist van "Barnstormin’ Live" doet vermoeden dat we weinig nieuws onder de zon voorgeschoteld krijgen. Toch blijft bij beluistering van "Barnstormin’ Live" overeind dat Little Feat ook in de huidige samenstelling nog steeds een band is om rekening mee te houden. Waar Little Feat op deel 1 vooral onbekender werk ten gehore bracht, spelen ze op het vervolg meer bekende 'hits' zoals "Sailin’ Shoes" en "A-Political Blues". Dat zijn dan ook niet de hoogtepunten van deze schijf. Het zijn vooral nummers als "Down On The Farm", "Fool Yourself" en "Six Feet Of Snow" die een prettig gevoel oproepen. Natuurlijk is ook de laatste studioplaat "Kickin’ It At The Barn" aanwezig in de vorm van het fraaie "Fighting The Mosquito Wars" en "Night On The Town". Het is echter het fenomenale, ruim elf minuten durende "Day At The Dog Races" dat met de eer gaat strijken. Geluidstechnisch niet de beste track maar een nummer dat door de manische manier van spelen en Fred Tacketts prachtige trompetsoli dichter bij de elektrische Miles Davis van begin jaren zeventig ligt dan bij de laidback klanken van de latere platen. Paul Barrère en Fred Tackett zijn werkelijk meesters op hun instrumenten terwijl ook Bill Payne de sterren van de hemel speelt en Shaun Murphy benadrukt nog eens een werkelijk prachtige stem te hebben. De opnamen stralen een losheid en ongedwongenheid uit waardoor het spelplezier erg opvalt. Dat is ook te merken aan de ritmesectie die alsvanouds strak speelt. Maar "Barnstormin’ Live" maakt wel duidelijk dat Little Feat, ook al is de geest van Lowell George immer aanwezig, op een goede avond nog steeds iedereen naar huis speelt en dat de hedendaagse incarnatie alleszins bestaansrecht heeft. Muzikaal tot de top behorend krijgen we tien songs, waarvan we een aantal op zich al vaker gehoord hebben, maar die in een hier en daar licht gewijzigd arrangement nog eens over gedaan worden. Kortweg: Little Feat bestaat uit topmuzikanten die puur voor hun plezier spelen en dat hoor je er ook aan af. De band gaat flink aan de haal met hun eigen composities en jammen er stevig op los. In een tijdperk van strakke songformats is het een lust om een band te horen die nog echt speelt. Hoewel dus weer een liveplaat, weldegelijk de moeite waard.


 

BIG MAMA THORNTON
IN EUROPE (2005)
With the Muddy Waters Blues Band 1966 (2004)
Label : Arhoolie Records
www.arhoolie.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be


Willie Mae "Big Mama" Thornton, blueszangeres en liedjesschrijfster, werd geboren in Montgomery, Alabama, op 11 december 1926, zij was één van de zeven kinderen in het gezin. Haar vader was lid van het kabinet en haar moeder zong in de kerk. Sammy Green van Atlanta zag haar daar en overtuigde haar mee te doen bij zijn "Hot Harlem Review." In 1948 verhuisde zij naar Houston alwaar zij enkele jaren vertoefde, zij zong en schreef teksten voor uitvoeringen in lokale clubs. Zij was aangetrokken tot Texas en droeg enorm bij tot de Texas blues traditie. Willie Mae, Little Esther, en Mel Walker vormden een gezamelijk stel voor de show van Johnny Otis in de vroege jaren 1950. In 1952 speelden zij de Apollo in NY, waar Willie Mae de opening act was met een hit van Dominoe "Have Mercy Baby" en andere songs. Zij was een enorm succes en werd de volgende avond reeds hoofdact in de Apollo. Haar bijnaam "Big Mama" komt van iemand die haar zag op de eerste show in de Apollo, zij was een lange rijzige vrouw met een strakke, grove vokale stem. Willie Mae nam in 1951 "Hound Dog" op, vloog in1953 naar NY voor Peacock-Duke records naar de "Hound Dog" sessions. De B-kant was "They Call Me Big Mama" en de single verkocht bijna 2 miljoen exemplaren. Zij ontving éénmalig een check van 500 $ voor deze single, niettegenstaande Elvis Presley er 3 jaar later een rockklassieker van maakte. Hetzelfde gebeurde met "Ball and Chain" dat zij had geschreven, gezongen en tevens een hit voor haar opbracht, het werd echter voor Janis Joplin in 1960 een enorme wereldhit. In 1960 verliet Thornton Houston en verhuisde naar de baai van San Francisco. Big Mama toerde met shows in America en Europa, zij was vele malen op het Monterey Jazz Festival tussen de jaren 1960 en 1970. Haar stijl trok massaal de fans aan, zij was ruw, mooi en had een enorme controle over haar muzikale kunnen. Verschillende platenmaatschappijen hebben werk van haar opgenomen, zoals Arhoolie Records welke Big Mama Thornton in Europe (1966) en Big Mama Thornton with the Chicago Blues Band (1967) uitbrachten. In de vroege jaren 1970s nam ze "Saved" voor Pentagram Records en "She's Back" voor Backbeat Label op. Vanguard Records strikte haar tweemaal voor "Jail" en opnieuw met "Sassy Mama!". In 1983 verscheen zij opnieuw in New York op het Newport Jazz Festival met Muddy Waters, B. B. King, en Eddie Cleanhead Vinson. Op 25 april 1966 werd het album "Big Mama Thornton with the muddy Waters Blues Band" opgenomen in de Coast Recorders studio van San Francisco. Arhoolie Productions bracht vorig jaar deze plaat terug op de markt met zeven extra onuitgegeven tracks. Als u dan weet dat in de Muddy Waters Blues Band toen speelden naast Muddy Waters (gitaar) : James Cotton (harmonica), Otis Spann (piano), Samuel Lawhorn (gitaar), Luther Johnson (basgitaar) en Francis Clay (drums), dan weet u dadelijk genoeg, want dit is smullen. Smullen nu ook weer met het heruitgebrachte "In Europe", een plaat opgenomen op 20 oktober 1965 in de Wessex Studio in London, en onze Big Mama zat toen evenzeer in een select gezelschap als Buddy Guy op gitaar, Fred Below op drums, Eddie Boyd op piano, Jimmy Lee Robinson op bas, Walter Shakey Horton op harmonica en Fred Mc Dowell komt nog eens meesliden op drie nummers. Gewoon top kwaliteit blues, zoals blues veertig jaar geleden klonk. Bijhorend bij deze verzorgde uitgaves is een goed gestoffeerd booklet dat ruim informatie verschaft over het werk van onze blueslady. Liefhebbers van de Texas blues, halen met deze cd's alvast een uniek tijdsdocument in huis. Willie Mae "Big Mama" Thornton overleed aan een hartaanval in Los Angeles op 25 juli 1984. Zij werd bijgevoegd bij de Blues Foundation's Hall of Fame in 1984, als vrouw in een vooral door mannen beheerste wereld, plaatste zij haar stempel op de muzikale wereld met haar prachtige stem en zelfgeschreven soms intieme vertrouwelijke songs.

Tracks:
# Sweet Little Angel
# The Place
# Little Red rooster
# Unlucky girl
# Hound Dog
# Swing It On Home
# Your Love Is Where It Ought To Be
# Session Blues
# Down Home Shake down
# My Heavy Load
# School Boy
# I Need Your Love
# Good Time In London
# Chauffeur Blues
# Swing It On Home
# Hound Dog
# Big Mama talks With Chris Strachwitz


 

THE BLACK CRABS
BLAST OFF!
website : www.theblackcrabs.com
label : Eigen Beheer
info : Jonathan@theblackcrabs.com
kirstenballweg@gmail.com
Tom@theblackcrabs.com


Was ik al in mijn nopjes met het fraaie album "Hello Baby" van the Donettes dan beslisten Jonathan Stuart, Kirsten Ballweg en Tom Forster of te wel 3/4 van the Donettes er nog een schepje boven op te doen. Onder hun drietjes besloten zij om hun vertrouwde Seattle rockabilly onder te dompelen in een badje van Garage, Western swing en de toevoeging van wat Surf (bad) schuim. Blijkbaar konden zij hun ei niet volledig kwijt bij the Donettes en daarom werden The Black Crabs opgericht. De traditionele rockabilly liefhebber zal eventjes met de oogjes knipperen want "Blast Of ", "Stink Bomb" en "Dirty Old Man" knallen iets "luider" uit de boxen als wij gewoon zijn van the Donettes en ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat een aantal western swing songs ("Pickup Line", "Cat's Pajamas", "Dangerous Curves") een Robbie Fulks (humor) stempeltje dragen. Bovendien spitst zich de aandacht bij the Black Crabs nu meer op Johnny 7's songwriting en Kirsten's gepluk op de doghouse bass & het slagwerk van Tom Forster, die met dit album bewijst dat hij behoort tot een van de beste rockabilly/roots drummers. De traditionele rockabilly/ Donettes liefhebber kan nog wel zijn hartje ophalen met "Can't Find The Doorknob" (het gevolg van een avondje doorzakken?), "Ready, Ready, Ready", de klassiekers "Sweet Sweet Girl" (Don Gibson), "Singin' the Blues" (M. Endsley), "Poor Jenny" (B &F Bryant), de rockabilly train song "Shelton Express" en het surfsoundje op "Rink Lay" maar zal eventjes tijd nodig hebben om te wennen aan de "iets" andere muzikale aanpak van dit trio. Voor deze jongen geen enkel probleem want voor je het weet krijg je dezelfde toestanden als in het blueswereldje dat zich langzaam maar zeker herstelt van het eeuwigdurend verder geborduur op de "twelve bar blues" en dat kunnen wij in het rockabilly/roots wereldje missen als de pest. "If we were just a rockabily revival band we'd get bored, so we are genre benders, mixing in the many influences that make us want to play" (Jonathan "Johnny 7" Stuart). Gelijk heeft hij!


 

DON MICHAEL SAMPSON
DASHBOARD ANGEL
Website : www.donmichaelsampson.com
Info: Red Horse Productions
dms@taosnet.com

Voor de echte liefhebber van rootsmuziek is Don Michael Sampson al lang een bekende. Ik ontdekte hem zelf pas twee jaar geleden met zijn vorig album "Sunset Ride" (2003), door zijn liedjes "Sunlight Kisses Burn the Chrome", "Shadow of the Blade", "Book Of Sight" en "Sweet Darkness", deze songs straalden zo'n relaxe J.J.Cale sfeertje uit. Even later kwam ik hem in allerlei rootsmuziektijdschriften tegen en was nu benieuwd bij het verschijnen van zijn nieuwe plaat , "Dashboard Angel". Maar eens voorzichtig luisteren dus. Nou, dat "voorzichtig" kun je snel weglaten, want Don Michael Sampson maakt dampende, stampende, stevige muziek waarbij je de volumeknop automatisch harder zet, en dit meteen met de openingstrack "Rock and Roll Band". Maar ook de andere negen nummers varieëren van rock tot akoestisch. Van genres trekt Don Michael Sampson zich niks aan. Je hoort rock, je hoort blues, je hoort soul, je hoort country, en meestal in een unieke eigen Don Michael Sampsonmix. Deze plaat bleef ik maar draaien, en steeds weer op andere manieren. De rocknummers "Angel" en "Thunderstorm" vind ik bijvoorbeeld veel te kort, dat moet gewoon nog minstens een half uur doordenderen, dus dat werd op herhalen gezet. En hoe vaker je het dan hoort, hoe beter je ook hoort hoe geraffineerd en subtiel het allemaal in elkaar zit. En dat zonder ook maar iets aan kracht te verliezen. Een gitaaraccent wordt bijvoorbeeld aangevuld door een pianolick, en daaronder zit dan weer een andere gitaarlick die de boel weer versterkt of juist licht ontwricht. En dan nog die achtergrondzangeressen! Onvoorstelbaar prachtig. En dan die zeer relaxte stem van Don Michael Sampson. Als je dan eens in het verleden duikt blijkt dat de man zijn debuut maakte in 1978 en een hele reeks prachtplaten heeft gemaakt. Het verbijsterende zit hem onder meer ook in het feit dat hij het op zijn nieuwe cd. weer flikt met de akoestische titeltrack "Dashboard Angel", een song die ons weer laat denken aan het werk van J.J. Cale, en dat hij weer kan rekenen op een prachtige begeleidingband met o.a. Warren Haynes (gitaren), Ben Keith (Pedal Steel), Don Heffington en Chad Cromwell aan de drums. Met andere woorden: ga naar de winkel en beluister "Dashboard Angel" van Don Michael Sampson op de koptelefoon. Het moet al heel gek lopen als je hem niet na het tweede nummer al koopt. Je kunt ook naar zijn site gaan om daar een paar nummers te luisteren, maar wees gewaarschuwd: een ernstige verslaving kan het gevolg zijn...


 

THE SILVERTONES
RIDE IN MY CADILLAC
website : www.thesilvertones.com
label : Deep South Productions
info : www.deepsouthaustin.com
DSProd8282@aol.com // Ryan Rader.
www.cdbaby.com/cd/silvertones2

Dallas Observer 2005 Best Blues Band

Om misverstanden te voorkomen ... The Silvertones are a Texas blues band from the Dallas area, want ondermeer in Duitsland (www.swww.silvertones.tk), (www.garyshane.com/silvertones070403.html), (www.indyrock.es/grupos/thesilvertones.htm), het reggea / roots bandje (www.geocities.com/SunsetStrip/Disco/6032/Silvertones.htm), The Silvertones in Chicago Il, (US), Dan Electro & the Silvertones (Sarasota, Fl), een heuse Silvertones Rock & Roll Revue (Orlando, Fl), zelfs Chris Isaak liet zich omringen door the Silvertones, ...
en uit een ver verleden ... Al & the Silvertones die eeuwige roem zouden vergaren als "The Guess Who". Maar voor alle zekerheid, wij hebben het over de oprichters (1993): Randy Ball (vocals, drums) & Brian Wicker (stand up bass), die samen met Leo De La Vega (a left-handed guitarist who plays a right-handed guitar upside down, vocals) en nieuwkomer Linn Roath (steel/slide/baritone/guitars), met het album "Ride In My Cadillac" ondertussen tot de beste blues band in Dallas werden verkozen. Bestonden de albums "Cruisin" ('99) en het live album "Hot in the Hole"('02) voornamelijk uit covers dan werd er nu resoluut voor eigen materiaal gekozen. Enkel "I'm Tired Of Crying Over you" en "Worlds Apart" zijn de "vreemde" eendjes in de bijt. Prima gitaar/jump blues die mij voortdurend aan levende legende Duke Robillard doet denken, vooral in de periode dat hij aktief was met zijn Pleasure Kings. (Remember BRBF Peer '85). Voornamelijk de songs "But Officer", "She Told Me", "My Baby Ain't there", "Texas Girl" (met steel gitaar!) versterken dat gevoel en dat mag voor The Silvertones als een compliment beschouwd worden want persoonlijk vind ik het een van Robillards beste periodes. Maar om nog meer misverstanden te vermijden ... The Silvertones zijn zeker geen flauw afkooksel of imitatie van ... want met de sleper "People Think I'm Crazy", het instrumentale "Cayetano" (Darrel Rash op tenorsax), de toppers van dit album "Let Me Be, I' ll play the blues" en "My Baby Ain't There", de slide op "Don't Seem to Listen" kunnen zij met recht en reden plaats nemen naast grootheden als Nick Curran, Kid Ramos, Rick Holmstrom, Jimmy Vaughan. Geen originele naam, ook het bluesgenre is bekend maar The Silvertones uit Texas, Dallas behoren wel tot een van die groepen die wij wel eens live bezig willen zien ... en dan mogen zij Smokin' Joe Kubek eveneens meebrengen want de man steekt een bereidwillig handje toe op dit schijfje. Een prima gitaar/blues album dat opgedragen werd aan de in 2003 overleden "brother in music" ex - Silvertone Walter Delesandri.


 

JIM HENRY
ONE-HORSE TOWN
Website : www.jimhenry.net
Email: intotheblu@aol.com
Label : Six-Pack Productions
www.cdbaby.com/cd/jimhenry

Beautiful harmonies and stunning acoustic instrumental accompaniment on guitar, mandolin, violin and dobro. Songs by Jim Henry, Doc Watson, and a previously unrecorded version of a Dave Carter original.

Jim Henry bespeelt de gitaar, dobro en mandoline, en hij doet dat zo fantastisch en energiek dat je er met open mond naar zit te luisteren. Hij is niet alleen virtuoos op deze instrumenten, hij kan ook goed naar zijn partner, Tracy Grammer luisteren, waardoor vooral zijn prachtige gitaarspel niet alleen fantastische momenten produceert, maar ook schitterende scherpe dialogen aangaat met de zangeres Grammer en haar viool. De muziek op Henry's nieuwe "One-Horse Town", het album dat hij samen met Tracy Grammer maakte en produceerde, is niet zo eenvoudig te benoemen. Het is een combinatie van folk en roots, zou je kunnen zeggen, maar het vliegt ook andere kanten op. Het spannende samenspel is de grootste attractie van deze cd. Dat is echt ongehoord goed, en dat komt vooral door het gitaar- en dobrospel van Henry die je in je nekvel grijpen. Er worden vooral traditionals "Deep River Blues" en "St. James Infirmary" en eigen werk gespeeld, maar een nummer als Dave Carters "Quickdraw Southpaw’s Last Hurrah" doet ons terugdenken aan de tijd dat hij met Tracy Grammer op pad was. Maar Grammer heeft door diens overlijden in Henry een ideale partner gevonden om ook zijn vier gepende songs prima te begeleiden. Na zijn debuut "Into The Blue" (1993), "Jacksonville" (1995), "Ring Some Changes" (1997) een album met Brooks Williams en het livealbum "The Wayback" (1999) is zijn nieuwe album "One-Horse Town" gewoon een fantastische opvolger, een plaat waarop naast hun prachtig harmonieerwerk, een gedreven gitaar en dobro, en bij vlagen een scherpe, mooi door de bocht scheurende fiddle, je behoorlijk bij de kladden pakken. Een heerlijk album, en een echte aanrader.


 

MIKE STINSON
LAST FOOL AT THE BAR
website : www.mikestinson.net
label : Boronda Records
info :mike@mikestinson.net
Kia@TuneLaw.Com
http://store.milesofmusic.com/Compact_Discs/Mike_Stinson/32184.html

"THIS IS OLD GOD COUNTRY"( RON GARMON )
De fysieke gelijkenis met Gram Parsons is treffend en met zijn nasale geluid dat mij wat doet denken aan Phil Lee, Dave Gleason, Willie Nelson, Jimmie Dale Gilmore, is old-school honky tonker Mike Stinson ("one of Los Angeles best-kept musical secrets") met "Last Fool at the Bar" toe aan een opvolger van het in 2002 verschenen "Jack of all Heartache". Een album dat bij ondermeer Dwight Yoakam zodanig in de smaak viel dat hij Mike's hommage to California's long lost magic - "Late Great Golden State" een plaatsje gaf op zijn albums "Population Me" en "the Very Best of Dwight Yoakam". Billy Bob Thornton en Willie Nelson overwegen inmiddels hetzelfde nummertje te coveren en op die manier de kassa tenhuize Stinson extra te laten rinkelen. Maar ook overzeese belangstelling, want Mike liet mij weten dat de interesse vanuit Europa overweldigend is en dat hij de laatste twee maanden zo dikwijls naar de post moest om zijn album te verzenden dat hij de indruk kreeg dat hij er werkte. Het zal hem geen windeieren opleveren want ondanks de wat kleffe opener "Last Fool at the Bar" (het lijkt wat op Cliff Richards samenwerking met the Young Ones in "Living Doll") is dit album best te pruimen.Voornamelijk "tear-in-your-beer honky tonk and barnyard rock and roll" en het lijkt mij niet bepaald een album voor mensen die pas hun lidkaart vernieuwd hebben bij de AA. Twaalf songs over overmatig drankgebruik en de daaraan verbonden (liefdes)problemen, de typische country verhaaltjes die een mens zodanig op zijn gemoed kunnen werken dat er onlangs een wetenschappelijk onderzoek gestart werd om te achterhalen of die (country) droefenis verband hield met het toegenomen aantal zelfmoorden in Amerika. Zover zal het hier in Europa wel niet komen en onder het motto "je moet af en toe eens gek doen om niet gek te worden" kan de Virginia born and California based Mike Stinson een ferme dosis humor in zijn songs verwerken en dat leidt soms tot hilarische toestanden. Maar alles wordt in goede banen geleid door top producer Charlie Mc Govern en Mike's super band met Jimmy Ashhurst (bas), Don Heffington/Derek Ritchie (drums), Josh Grange (piano) en Chris Lawrence (pedal steel) en een extra vermelding voor gitaar virtuoos Tony Gilkyson die met "Home In Angeleno" een hemels mooi duetje met Stinson brengt. Prettige kennismaking met een 37 jarige songwriter die zich " in the old-fangled honky tonk mode" à Willie Nelson, Merle Heggard, George Jones, Buck Owens in combinatie met wat "modernere" retouches à Dylan, Young, Parsons, Flying Burrito's een fraai maatkostuum weet aan te meten. Niet slecht voor iemand die "could'nt get a job playing drums fulltime for anyone in any stile so I started writing and singing songs in his own style." Ondertussen wordt hij beschouwd als " the King of L. A.'s neo honky-tonk scene". Prima album.


 

LITTLE MILTON
THINK OF ME
Website: www.littlemilton.com
Label : Telarc
www.telarc.com
Distr. : Codaex
Email: be@codaex.com

De Amerikaanse bluesmuzikant Little Milton is op zeventigjarige leeftijd gestorven. Milton, geboren in Inverness, Mississippi op 7 september 1934, groeide als boerenzoon op in plaatsje Greenville, stond later bekend als een Mississippi bluesman die gekend stond voor zijn gitaarspel, zijn stemgeluid en zijn burgerrechtensong "We’re gonna make it". Milton begon gitaar te spelen toen hij twaalf was en nam in 1952 zijn debuutsingle "Beggin' My Baby" op voor Sun Records, je weet wel de de studio's waar ook Elvis Presley, Johnny Cash en Jerry Lee Lewis hun carrière begonnen. In 1958 scoorde hij met "Lonely Man" zijn eerste hit en in 1965 verhuisde hij naar het Chess/Checker label in Chicago, waarbij de burgerrechtensong "We're Gonna Make It", de nummer één haalde in Billboard magazines R&B singles charts. Andere bekende hits waren o.a. :"Blind Man", "Feel so Bad" en "Grits ain't Groceries". Later zou hij zeven albums opnemen voor Stax Records. In 1971 scoorde hij met "That's What Love Will Make You Do", waarna hij zijn loopbaan in 1976 vervolgde op TK/Glades Records in Miami, het label van Henry Stone. Daarvoor maakte hij twee LP's, die in '91 werden samengevoegd op één cd op Sequel. Het in '83 op Mobile Fidelity/MCA uitgebrachte moderne soul/blues-album "Age Ain't Nothin' But A Number" flopte wegens gebrek aan promotie. Vanaf '84 maakte hij aan de lopende band albums voor Malaco, waarbij de nadruk meestal op de soul-elementen lagen. Na achttien albums voor Malaco, werd zijn laatste album, "Think Of Me", uitgebracht op Telarc. Milton bereikte met zijn fantastische stem en zijn pakkende, in de stijl van B.B. King gewortelde, gitaarspel, vooral grote populariteit onder de zwarte bevolking in Amerika. Hij speelde een soort crossover tussen Chicago blues en southern soul. Hoewel hij regelmatig in Europa heeft getoerd, kreeg hij wereldwijd nooit een reputatie vergelijkbaar met die van B.B. King, Albert King en Bobby Bland. In 2000 behaalde hij een Grammy-nominatie voor zijn album "Welcome to Little Milton", terwijl hij zeven W.C. Handy-awards in de wacht sleepte. Little Milton, wiens echte naam Milton Campbell Jr was, raakte op 27 juli van dit jaar in een coma na een slagaderverzwelling in de hersenen en overleed op donderdag 4 augustus in het Delta Medical Center in Memphis. Dat hij de bluesmuziek een grote waarde heeft bewezen staat buiten kijf en is zeker te horen op zijn laatste album "Think Of Me". Aan de kwaliteit van dit album zal het niet liggen, want wat is dit een goede cd. Little Milton haalt zijn inspiratie al jaren uit de Southern Soul, maar weet ook raad met blues, funk en gospel. Samen met producers John Tiven (Wilson Pickett, Graham Parker, Alex Chilton) en Randy Labbe, heeft Milton twaalf songs geschreven die stuk voor stuk uit kunnen groeien tot klassiekers. De geweldige band, (een heel bataljon gastmuzikanten zoals Ellis Hooks, Mark Sorrells, Chuckie Burke, Per Hanson, Bruce Katz, en Peter Shoulder) die een authentiek soulgeluid weet te combineren met een meer eigentijdse sound, doen de rest. "Think Of Me" klinkt zo aanstekelijk en overtuigend dat je bijna gaat geloven dat hogere machten hier de hand in gehad hebben. Samen zetten ze een geluid neer dat enerzijds direct aansluit bij dat van enkele groten uit de soulmuziek (Sam Cooke, Otis Redding, Bobby Womack), maar anderzijds geen moment gedateerd klinkt. Een geweldige eigentijdse soulblues-plaat.


 

LUAR NA LUBRE
SAUDADE
www.luarnalubre.com
Label &Distr.: Warner Music
www.warnermusic.com

Luar na Lubre wordt op dit moment beschouwd als de beste folkgroep van Spanje en maakt ook internationaal alweer jaren furore. Luar na Lubre speelt een sprankelende mix van traditionele Keltische muziek uit Galicië in eigen arrangementen en eigen composities die nauw aansluiten op dit idioom. Luar na Lubre werd in 1986 opgericht in La Coruña en maakte in totaal acht albums, waarvan er, alleen al in Spanje, meer dan 300.000 werden verkocht en verschillende goud of platina werden. De groep won de afgelopen jaren altijd wel weer een belangrijke Spaanse muziekprijs. Hun song "Hai un Paraiso" werd het muzikale thema van de Xacobeo 2004, het jubileumjaar van de tocht naar Santiago de Compostela. Het zijn indicaties van het constante, hoge niveau waarop deze groep werkt. In maart 2004 gingen in New York twee belangrijke nieuwe projecten van Luar na Lubre in première: de nieuwe CD "Hai un Paraiso" en de bioscoop- film "Un bosque de música" van regisseur Ignacio Vilar. Deze film is een uniek portret van Luar na Lubre dat een goed beeld geeft van de groep aan het werk, van wat hen beweegt en schitterende beelden toont van hun belangrijkste inspiratiebron: het landschap en de cultuur van Galicië. Luar na Lubre heeft niet alleen in Spanje een grote naam. De ontdekking van hun muziek door de Engelse multi-instrumentalist Mike Oldfield in 1992 gaf een belangrijke impuls aan hun internationale carrière. Hij nam hun song "O Son do Ar" op op zijn "Voyager" album en nadien toerde de groep met hem op zijn Spaanse 'Then and Now' tour. Ook werkte zij mee aan zijn "Tubular Bells III" project. Intussen speelde Luar na Lubre al in meer dan 15 landen, trad o.a. op met de Ierse groep The Corrs en speelde op tal van internationale festivals. Al bij hun eerste optredens in de lage landen, op bekende Belgische festivals als Brosella, Dranouter en Route 04, alsook op Nederlandse festivals als Dunya (Rotterdam) en Interceltic Music Event (Amsterdam) bleek Luar na Lubre een doorslaand succes en overtuigde de groep ook bij ons kenners en publiek. Voor al deze mensen is er nu het nieuwe album "Saudade", de ideale kadotip Kerst 2005! Warner Music Benelux bracht zopas hun nieuwste CD op de markt en voorwie het concert gezien heeft tijdens de Beleuvenissen in Leuven of vorige maand in 't Folk Muziekcentrum te Dranouter, weet het: de band is op zijn allerbest, speelt het dak er af, en zangeres Sara Vidal zingt dan ook nog eens de sterren van de hemel.... "Saudade", is wederom een prachtige CD, waarin de groep de verbindingen met landen die mensen uit Galicië hebben opgenomen. Aan de CD werken o.a. mee Farruco Sesto (Venezuela), Adriana Varela, (Argentinië), Lila Downs (zangeres uit Mexico), Cida Airam (zangeres uit Brazilië), alsmede Pablo Milanés en Francisco Rosa (Cuba). Ook uit Galicië zelf zijn er enkele gastmuzikanten w.o. de harpist Emilio Cao. Luar na Lubre heeft een geheel eigen geluid, met als uitschieter het vioolwerk van Eduardo Coma, hetgeen wel serene en gracieuse Keltische-Kamermuziek oplevert. Maar als "oude rot" Bieito Romero zijn Gaïta ter hand neemt is het moeilijk de voeten stil te houden bij de met veel vuur en passie uitgevoerde Gallicische tunes. Die tunes zijn nogal eens voor-spelbaar. Niet echter in de aanpak van Luar na Lubre. Die zijn compositorisch zo creatief dat elk nummer interessant blijft omdat er zoveel gebeurt. Variatie in het instrumentarium, tempo of volume. Iedereen die ook maar een beetje van traditionele Keltische muziek houdt moet deze cd horen en mag zich er vervolgens volkomen in verliezen. Hartverscheurend mooi, en is daarom 'Kadotip Kerst 2005' , zeker voor de mensen die nog geen cd's hebben van Luar na Lubre!

Bezoek vooral ook eens de geheel vernieuwde eigen site van de groep. De site bevat o.a. meerdere korte geluidsfragmenten van CD tracks, songteksten en partituren, de geschiedenis van de groep, tournees en concerten, kritieken etc. en nog veel meer meer... kijk ook eens in het gastenboek. De site won in het najaar 2004 een prijs voor de beste site!

De band:
Sara Vidal, zang
Bieito Romero, Galicische gaita, diatonische accordeon, draailier
Xulio Varela, bouzouki, tamboerijn, trompet
Xan Cerqueiro, fluiten, keyboards
Patxi Bermudez, bodhran, tamboerijn, trommels
Xabier Ferreiro, percussie
Eduardo Coma, viool
Pedro Valero, akoestische en elektrische gitaar


 

 

THE DONETTES
HELLO BABY
website :www.thedonettes.com
label : Eigen Beheer
info : thedonettes@thedonettes.com

 

Het was Mark Bristol (www.bluesuedenews.com/bristol.html) die mij enkele jaren geleden, tussen pot en pint op het Hemsby festival, op het bestaan wees van the Donettes. Niet verwonderlijk, want het oorspronkelijke volledig uit dames bestaand rockabilly bandje is net als Mark afkomstig uit Seattle, Washington. Het waren Rebecca Kemberling (vocals), Kirsten Ballweg (upright bass), Sarah Bratsch (rhythm guitar) die in 1999 die de groep op sleeptouw namen maar algauw moesten inzien dat wat mannelijke versterking welkom was. Die kans werd met beide handjes gegrepen toen Jonathan Stuart "Johnny 7" (lead guitar) en Tom Forster (drums) zich aanboden om het groepje te vervolledigen. Hun singeltje "Straight Shootin' Daddy/Hey Little Boy Scout" kreeg lovende kritieken in het gezaghebbende magazine Blue Suede News en in 2001 verscheen hun eerste full-length cd "Pitchin' Woo". Niemand minder dan Billy Horton werd bereid gevonden om de opnames in the Fort Horton studio's in goede banen te leiden. Levende legende en rockabilly Queen Wanda Jackson aarzelde niet om de band in te huren als begeleidingsband voor haar toernee en na de release van het mini album "Kick Off The Covers" in 2003 (six of the band most requested cover songs) was iedereen het over eens ...The Donettes are Seattle's hottest rockabilly export ! Onlangs verscheen de lang verwachte opvolger "Hello Baby" en ondanks de lead vocals opgenomen werden in Austin (Rebecca's nieuwe honkplaats) en de rest van de opnames in Seattle plaatsvonden ging er van hun specifieke Seattle Rockabilly sound, mixed with old R & B, rock, jazz, swing, country, niets verloren. Vreemd dat Sarah Bratsch nog uitvoerig aanwezig is op het overgrote deel van de studio opnames (rhythm gitaar en backingvocals), zij wordt blijkbaar ondertussen niet meer beschouwd als een "Donette". De overige leden laten het niet aan hun hartje komen want de aftrap met de "Boogie Woogie Country Girl" gaat met gitaartjes à Chuck Berry onmiddelijk richting doel en met het lekker rockertje "Mercy" kan de bordjesman al aan het werk gezet worden. 1-0. Om de tegenstander eventjes wat op adem te laten komen wordt er wat gas terug genomen met het heerlijke swingende "the Walk of Shame" en het honky tonkertje "Going Steady" (Jeff Bottomley op pedal steel). Juist genoeg om de tegenpartij de indruk te geven dat zij terug in de wedstrijd geraken maar met het pikante "the Right String Baby but the Wrong Yo - Yo" (inclusief een jodelpartijtje à Patsy Montana) en het sexy bluesy "Got My Mojo Working" (Ian Mc Lagan, Hammond B3) voor voldongen feiten worden geplaatst. 3-0 en de wedstrijd lijkt gespeeld. Rebecca's en Kirsten's voorliefde voor de swing/jump blues uit de jaren '40/'50 geven met "Rocket Sixty-Nine" en het titelnummer "Hello Baby" opnieuw wat ademruimte maar wanneer het tempo opgetrokken wordt met prima rockabilly in "Sweet Boy", "Whipper Snapper" en dooddoenertje "Baby, Baby" (don't be mean) is het aftellen geblazen voor de bezoekers.


 

ELLIOTT MURPHY
MURPHY GETS MUDDY
Website : www.elliottmurphy.com
info@elliottmurphy.com
Label : Last Call Records
www.lastcallrecords.com
patrick@lastcallrecords.com

Elliott Murphy, die nog steeds muzikaal actief is, debuteerde in 1974 bij major Polydor en bracht twee jaar later twee platen uit bij RCA: "Lost Generation" en "Night Lights". Hij kreeg dit platencontract door toedoen van Lou Reed en in muzikaal opzicht bevond Murphy zich in de buurt van The Velvet Underground en een jonge Bruce Springsteen. Beide albums verkochten nauwelijks, maar kregen wel zeer lovende kritieken. "Lost Generation" werd in Californië opgenomen onder leiding van Doors-producer Paul A. Rothchild en met een aantal bekende sessiemuzikanten. "Night Lights" werd in New York opgenomen met Steve Katz, o.m. bekend van de Blood, Sweat & Tears, en leden van The Modern Lovers en Doug Yule van Velvet Underground. De slechte verkopen betekende het einde bij RCA en daarna kreeg hij nog een kans bij Sony (het prachtige "Just A Story From America"). Sindsdien is hij platen blijven opnemen, maar het hoge niveau van zijn eerste platen heeft hij nooit meer gehaald. Echt groot doorgebroken is hij nooit, ook niet in zijn geboorteland. Zijn nummers verschijnen ook niet meer op de populaire compilatie cd’s van het roots-label Blue Rose, want daar is de 56-jarige singer-songwriter inmiddels weg. Het Franse Last Call Records brengt nu na "Strings Of The Storm" (2003) en "Never Say Never – The Best Of 1995-2005" van begin dit jaar nu al een opvolger "Murphy Gets Muddy" op de markt, een cd waarop hij wederom samenwerkt met folkrocker Olivier Durand. Met zijn voorganger "Best Of" van de laatste tien jaar, waarin hij voornamelijk Heartlandrock en roots heeft gemaakt krijgen we nu totaal iets anders voorgeschoteld. Murphy heeft zich laten kennen als een zeer kundig songwriter, des te verrassender dat de man nu komt met een album voornamelijk gevuld met blues covers, zijnde een eerbetoon aan voornamelijk Muddy Waters ("I Got My Mojo Working", "Mannish Boy", "I Can’t Be Satisfied") en Willie Dixon ("I’m Ready"). Hoewel hij, enkele eigen composities daargelaten, veelvuldig kiest voor de standards in het genre, weet hij samen met Olivier Durand (gitaar, dobro, backing vocals), Ernie Brooks (bas), Kenny Margolis (piano, orgel, accordeon, mellotron), Danny Montgomery (drums) en Patrick Riguelle (lap steel) er enkele malen toch een mooie nieuwe draai aan te geven, zoals het hoogtepunt, B.B. King's "The Thrill Is Gone". De arrangementen zijn gebaseerd op de wisselwerking tussen akoestische en elektrische gitaar, waarbij die laatste slechts genuanceerd soleert, resulterend in een prettige huiskamer sfeer. Kortweg: De avantgardistische rock uit Murphy’s beginjaren hebben plaatsgemaakt voor subtiele, veelal akoestisch opgebouwde folk-liedjes tijdens de vele jaren en hij weet ons met "Murphy Gets Muddy" zeker positief te verrassen, want naarmate de jaren verstrijken, winnen de platen van de New Yorkse veteraan zeker aan intensiteit. Murphy heeft in zijn carrière zelden teleurgesteld en doet dat ook nu niet. Niet baanbrekend, wel erg mooi.


 

RICK SHEA & THE LOSIN' END
BOUND FOR TROUBLE
website : www.rickshea.com
rick@rickshea.com
label : Tres Pescadores Records
info : www.trespescadores.com
www.cdbaby.com/cd/rickshea


Het ijzer smeden als het heet is ... het lijkt er op, want de aandacht voor Rick Shea (California) is na zijn succesvolle album "Our Shangri - La" (04) dat hij opnam met Patty Booker in een stroomversnelling geraakt. Ondanks zijn drie solo albums "The Buffalo Show" ('95), "Shaky Ground"('99) en "Sawbones" (2000), het duet album "Trouble and Me" (02) met fiddle/singer Brantley Kearns kwam zijn carrière in Amerika niet echt van de grond. Ook in onze contreien was hij enkel bij de insiders bekend en dan nog voornamelijk voor zijn rol als sideman in Dave Alvin's Guilty Men. In die rol hadden wij een praatje met de simpathieke singer/songwriter, die bovendien een prima (steel)/gitarist is en ook nog uit de voeten kan met een mandoline, ter gelegenheid van Dave Alvin's concert op het Moulin blues festival (Ospel, Nl. editie 2004, zie foto) waarbij ook dat ander Tres Pescadores lid in casu Chris Gaffney (zie extra support) van de partij was. Rick liet toen al uitschijnen dat het een van zijn laatste optredens zou zijn met The Guilty Men en dat alle aandacht in de toekomst naar zijn eigen persoontje zou gaan. In afwachting van een nieuw te verschijnen album in 2006 werd het album "Sawbones" re-mixed, re-mastered en ligt het nu in de cd rekken onder de naam "Bound for Trouble". Om een nieuw kliënteel aan te trekken en de ouwe getrouwe fans (ondergetekende incluis) nog wat centen uit de zakken te halen, werden er een drietal songs toegevoegd aan het reeds bestaande album. Zo krijg je als extraatje een live versie van "Texas Lawjer", een huldebetoon aan Nick Lowe met de song "Never Been In Love" (duetje met Christine Mc Wilson) en het titelnummer en het rootsrocker favorietje "Bound for Trouble". Het album werd destijds omschreven als een "echt" Americana album en anno 2005 is het nog steeds from blues ("Lonesome Cannonball" & "Piedmont Ridge" , met Dave Alvin) to country met Lefty Frizell's "Saginaw Michigan", en een glansrol voor Brantley Kearns op fiddle in de song "Emperor Of the North", to folk met een deel Ierse ("Deep Within the Well" met Katy Moffatt) en Spaanse (" Magdalena") invloeden. Zelfs roadhouse music als het op het lijf van Delbert Mc Clinton geschreven "Sawbones" en het country rockertje "Cammellia" of het gospeltje "Walkin' to Jerusalem" ontbreken niet op dit album dat terecht als Shea's beste verschenen werk mag beschouwd worden. Indrukwekkend album dat terecht een tweede kans verdient en als voorbode kan dienen voor het volgend jaar te verschijnen "nieuwe" album. Zolang houdt Shea zich bezig met ondermeer wat akoestische optredens met Paul Lacques en diens band I See Hawks in LA.


 

THE BLUE VOODOO
SPARKLE AND SHINE
Website : www.thebluevoodoo.com
email : the_bluevoodoo@shaw.ca
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/bluevoodoo2


"Sparkle and Shine", dit is de tweede studio-cd van de uit Vancouver komende The Blue Voodoo en het wordt nu toch echt tijd dat de heren in Belgenland wat meer bekendheid gaan krijgen. In Amerika is de band al mateloos populair en treden ze veel op in uitverkochte zalen. Bij het horen van deze tweede cd begrijp je al snel waarom. De band speelt overdonderend en overtuigend en heeft een zeer eigen geluid. Dat laatste komt onder meer door de unieke line-up van het Canadees trio (Rick Dalgarno, Ted Tosoff en Chris Weekes): zang ,akoestische gitaar, slide gitaar, bas, harmonica, dobro en percussie. "Sparkle and Shine" is net zo goed als zijn voorganger, het debuut album "Ride" uit 2003. Het songmateriaal is van begin tot eind sterk, invloeden van Little Feat, The Band en The Subdudes komen soms naar voren. Bij het beluisteren van "Sparkle and Shine", is het wel duidelijk dat dit trio leentjebuur bij hun grote voorbeelden heeft gespeelt. Niet alleen heeft de band een percussionist in plaats van een drummer, ook de sfeer van de plaat doen beiden heel sterk denken aan die laatst voornoemde band, The Subdudes. Ook kan die vergelijking op voor de vocalen. Opvallend aan deze sterke plaat is niet alleen het totaal eigengemaakte nummers, dat Ted Tosoff op het lijf lijkt te zijn geschreven, maar ook de goede lijn in deze Blue Voodoo plaat. De meest klassieke elementen vinden we terug op een groot aantal nummers op de plaat, uitgesponnen stukken met akoestische roots en blues rock inslag terwijl ook de lamenterende zang van Ted " Teddy J" Tosoff en Rick "the devil" Dalgarno ruimschoots aanwezig zijn. Maar ook dankzij het fraai slidespel van deze laatste is "Sparkle and Shine" daarmee een hele fraaie en complete plaat geworden die zeker zich kan meten met platen van de reeds aangehaalde klassiekers uit dat vorige tijdperk. Een zeer grote verassing dus. The Blue Voodoo is wat dat betreft het schoolvoorbeeld. "Sparkle and Shine" mag dan ook gezien worden als een plaat waarvan ik gehoopt had dat die nog gemaakt zou worden!

 


 

ROBERT COLEMAN TRUSSELL
TEXAS GOTHIC
Website : www.robertcolemantrussell.com
texasgothic@mac.com
Label : Eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/rctrussell

 

From mournful ballads to raucous blues, singer/songwriter performs 14 original songs on guitar and harmonica.


Robert Coleman Trussell is een Texaanse singer-songwriter, maar woont nu in de Midwest, en weet ons te verrassen met zijn debuutalbum "Texas Gothic", waarop hij de akoestische folk-blues een nieuw leven inblaast. Deze plaat laat me denken aan James McMurtry, maar ook aan een andere folk blues legende Mance Lispcomb. "Texas Gothic", zorgt met zijn prachtige en nasale stem ervoor dat zijn muziek niet afglijd naar een bedenkelijk niveau. Zijn debuut laat blues met andere stijlen als folk en Americana mengen, maar is door de sobere aanpak een hele warme plaat geworden. De plaat werd samen met Kelly Werts geproduceerd en hij heeft daarbij voor een natuurlijke aanpak gekozen. Zo doet het materiaal nergens geforceerd aan en heeft de plaat af en toe de feel van een kruising tussen Townes Van Zandt en Sonny Terry. Mede door de teksten, vijftien nummers door Trussell zelf geschreven is "Texas Gothic" een zeer persoonlijke plaat. Tevens neemt hij op dit album alle vocalen voorzich, naast zijn mondharmonicaspel op enkele nummers en zijn gitarenkunsten. Gewoon fantastisch! Het niveau van alle songs is hoog, maar echte uitschieters zijn : De opener "Mama Don't You Know" en "Mister Holliday", songs met zijn heerlijk harmonicaspel, het ingetogen "Across The Great Divide In G" en het rockende "Billy Got Bad". "Texas Gothic", is een verschrikkelijk goede rootsplaat geworden, die je 's ochtends, 's middags, 's avond en ook 's nachts kunt draaien. Niet alleen heeft hij een vlekkeloze gitaartechniek ook beschikt hij over een mooie stem. Kortweg : Op "Texas Gothic", heeft Robert Coleman Trussell gekozen voor een afwisselende stijl, goede akoestische folk/bluesnummers, gewoon een prima plaat !


 

DUNCAN McKENZIE

NEW LIFE
Website : www.duncanmckenzie.com
Email: mail@duncanmckenzie.com

Ze melden zich ieder jaar, gitarist-singer-songwriters die roots in blues stoppen en tegelijk stoer als gevoelig klinken en die daarmee passen in het straatje van lieden als Van Morrison, om er maar ééntje te noemen. Duncan McKenzie heet het nieuwe familielid, een uit Scotland zanger-gitarist maar nu al jaren in het Engelse Sussex woont, en nu een prachtig album "New Life" afleverd. In de loop van de jaren heeft McKenzie als sessie muzikant vele andere artiesten ter zijde gestaan, waar hij dan ook verschillende gitaarstijlen speelde gaande van rock tot flamenco. Zo was hij de laatste jaren tezien op vele festivals naast Clive Carrol, Eric Roche, John Goldie, Micky Moody, Martin Taylor, Tommy Emmanuel, Hugh Burns, Big Jim Sullivan, John Renbourne en Bert Janch. Maar later kerfde hij zich een eigen reputatie als podiumbeest met zijn akoestische gitaar en met een klaar stemgeluid. McKenzie kiest voor het vertrouwde geluid van countryblues en gevoelige ballads en plakt daar eveneens vertrouwde onderwerpen aan vast hetgeen voldoende stof biedt voor twaalf liedjes waarbij we het gevoel krijgen dat alles live werd opgenomen. Maar "New Life" is wel degelijk een studioopname, en wat voor een ! De beste nummers, zijn voornamelijk de meer ingetogen momenten waarop McKenzie zijn kunsten laat horen op zijn akoestische gitaar, zoals de instrumentale songs "Lie Down Rag" en "East Laundry Rag", maar ook met de andere nummers doet McKenzie mooie dingen en sporadisch krijgt hij een beetje hulp: zo horen we Mike Piggot (Pentangle, Bert Jansch, Ralph McTell) op viool en Johnny Bentley (Squeeze, Sting, Elvis Costello, Garth Brookes) op bas. U zal het ondertussen alvast begrepen hebben op "New Life", bewandelt Duncan McKenzie geen zuivere bluesy wegen, maar ook folk, country, Ragtime, Celtic en Latin. Duncan McKenzie laat geen nieuw geluid horen, maar wel een overtuigend. Van zulke platen verschijnen er ieder jaar een paar, ik mag ze graag tot me nemen.


 

LETTY & GEORGIA
PLAIN & SIMPLE
website :
www.lettyandgeorgia.com
label : Eigen Beheer
info : plainandsimple@tvn.net
www.cdbaby.com/cd/lettygeorgia

"Letty and Georgia's harmonies are as sweet as Georgia's peaches" ( B. Block Nashville)

Letty Stoneman Smith en Georgia Pollock zijn met "Plain & Simple" aan hun derde album toe. Tien originals en covers van Delbert Mc Clinton's "Two More Bottles of Wine" en Carly Simon's "Anticipation" kan je terugvinden op dit schijfje dat begin Mei zijn Amerikaanse release kreeg. Blijkbaar is er een lichte muzikale koerswijziging gaande van dit Chattanooga's "country music" duo dat wij kennen van hun debuutalbum "Letty & Georgia" en "8 Second Ride" (2000) naar de meer roots music à la Gillian Welsh en Patty Griffith. Ergens tussen rock, country, bluegrass, folk, from Emmylou to Bonnie Raitt kan je momenteel de muziek van Letty & Georgia situeren. Met ondermeer hulp van banjo & gitaar (Brian Sutton), cello (John Catchings), dobro ( Randy Kohrs), mandoline & fiddle (Aubry Haynie) maar vooral de prachtige harmony vocals van de draagmoeders zorgen ervoor dat "Plain & Simple" een perfekte baby geworden is. "Songs of substance delivered with maximum vocal energy". Verhaaltjes die teruggrijpen naar de roots van de Southern Culture en de Sand Mountain family history's en waarbij duidelijk gemaakt wordt dat mannelijk gezelschap blijkbaar niet erg gewaardeerd wordt ten huize Letty & Georgia : Horses don't sulk and horses don't whine, horses don't need you most of the time, horses aren't jealous and they don't misunderstand .... What do I need with a man ? Wij zullen het maar als een faits divers beschouwen want de overige songs zijn van zulke hemelse mooie kwaliteit (luister eens naar "Home Again", cause when you hold me in your arms I'm surrounded, it's like a warm bath on a cold day , the rainbow at the end of a long, hard rain and when you hold me I'm home again. !) en toch zo "Plain & Simple". Prima album met ijzersterke songs in een fraai akoestisch kader . "Rustic and raw , timeless in feel , affecting and passionately rendered, "Plain & Simple" is simply outstanding .


 

WILCO
KICKING TELEVISION: LIVE IN CHICAGO
Website : www.wilcoworld.net
Email : info@wilcoworld.net
Label : Nonesuch Records
www.nonesuch.com
Distr.: Warner Music
www.warnermusic.com

 

Bewondering. Het is nog steeds niet per kilo te koop, maar we kunnen het wel even ongestraft leasen om deze "Kicking Television: Live In Chicago" van Wilco te overladen met de nodige superlatieven. Amper bekomen van het ronduit briljante "Yankee Hotel Foxtrot" uit 2002 en "A Ghost Is Born" van vorig jaar haalden we alweer een beklemmende gast in huis. En hij wil niet weg. De wegen die Jeff Tweedy’s geesteskind Wilco inslaat zijn niet makkelijkste maar vaak wel boeiend. Wist de groep na het aardige debuut "AM" onverbiddelijk toe te slaan met de dubbel-cd "Being There" dat als een van de beste platen van de jaren negentig kan worden beschouwd, dan valt diens opvolger "Summer Teeth" vooral qua verkoopcijfers weer door de mand. Het vervolgverhaal mag bekend worden geacht: Wilco krijgt spanningen met Warner, dat tot een kookpunt wordt gebracht als ze de banden van "Yankee Hotel Foxtrot" inleveren. Dit door Jim O’Rourke geproduceerde meesterwerk is voor hen te ondoorgrondelijk, maar leidde uiteindelijk wel tot een ware triomftocht. Superlatieven schoten tekort en zelf het verlies van multi-instrumentalist Jay Bennett werd adequaat opgevangen in "A Ghost Is Born" (2004), het volgende meesterwerk met weer die typische Tweedy juweeltjes. Maar kunnen we de volgende keer weer een meesterwerk verwachten? En jawel, de live-dubbelaar "Kicking Television" is een prachtig live-document dat maar liefst 23 nummers omvat en een band in topvorm laat horen. In het verleden was de livereputatie van Chicago’s finest Wilco op zijn minst wankel te noemen. Zeker in de Jay Bennett bezetting was de sfeer maar al te vaak broos en werd menig optreden verstoord door een ruziënde band. In het post-Bennett tijdperk blijkt Wilco ineens een geoliede band te zijn geworden die live meer dan haar mannetje staat. Jeff Tweedy voelt zicht sterker dan ooit nu hij sigaretten en medicijnen heeft afgezworen en heeft in zijn medemusici eindelijk die groep gevonden die zijn songs kunnen brengen zoals hij wil. Op "Kicking Television" waarvan de opnames gebeurden tijdens vier nachten in The Vic Theatre in de maand mei van dit jaar, weet Wilco weer te geven hoe speciaal deze bezetting is en het is dan ook een zeer geslaagde live registratie geworden. De groep brengt een bloemlezing uit de laatste twee cd's, maar ook ouder werk en songs van de cd's die de band maakte met Billy Bragg komen aan bod ("AM" wordt buiten beschouwing gelaten) en weet vanaf het imposante "Misunderstood" tot en met de bijzondere cover van Charles Wright, het meeslepende "Comment", een onuitwisbare indruk te maken van een zeldzaam hechte band die zowel verstild als uitbundig diepe indruk maakt. Het oudere werk klinkt live behoorlijk wel anders dan op de plaat, wat "Kicking Television" een stuk interessanter maakt dan de gemiddelde live-cd. Hulde gaat daarbij uit naar drummer Glenn Kotche die van klein naar groot keer op keer de songs bijzonder weet in te vullen en mede daarom kan Wilco een eigen invulling te geven aan het begrip livealbum. Hulde ook aan veteraan Jim Scott (Tom Petty, Red Hot Chili Peppers, Dave Matthews, Johnny Cash) die door zijn mixing, werkelijk prachtig werk leverde. Na beluistering van de eerste cd stond onze mond wijd open van verbazing en ontzag, en wilden wij het wel van de daken schreeuwen: dit is godsgruwelijk mooi. En toen hadden we nog een cd te gaan, die zeker net zo goed bleek! Wij wisten wel dat Wilco het alt-country hokje al lang is ontstegen, maar dat ze het op zo'n overtuigende en overrompelende wijze het live waar zouden maken, nee. Als u maar één cd per jaar koopt, bent u een rasechte idioot. Maak het niet nog erger door "Kicking Television" te laten liggen.

Tracks: Misunderstood/Company in My Back/The Late Greats/Hell Is Chrome/Handshake Drugs/I Am Trying to Break Your Heart/Shot in the Arm/At Least That`s What You Said/Wishful Thinking/Jesus, Etc./I`m the Man Who Loves You/Kicking Television/Via Chicago/Hummingbird/Muzzle of Bees/One by One/Airline to Heaven/Radio Cure/Ashes of American Flags/Heavy Metal Drummer/Poor Places/Spiders (Kidsmoke)/Comment

 


MIKE YOUNGER
ALBUM : EVERY STONE YOU THROW
website : www.mikeyounger.com
label : Eigen Beheer
info : mike@mikeyounger.com
www.cdbaby.com/cd/mikeyounger

2005 lijkt wel "het" jaar van de nieuwkomers in het singer/songwriters wereldje te worden en volgens mijn bescheiden mening zou de globetrotter Mike Younger die van de straat "geplukt" werd in New Orleans wel eens een hele grote kunnen worden. Op zijn zeventiende (!) hield hij het thuis voor bekeken en werden ondermeer de winkelstraten, coffee shops, subways zijn aktieterrein. Met als enigste gezellen zijn gitaar en mondharmonica moest hij trachten te overleven en leek hij de zoveelste straatmuzikant in het rijtje te worden.Tot niemand minder dan Rodney Crowell zich over hem ging ontfermen en prompt bereid gevonden werd om Younger's debuutalbum "Somethin' in the Air" (1999) te producen. Het album wordt ondertussen als een collectors item beschouwd en mocht er iemand op deze aardbol mij een welgekomen cadeau willen bezorgen met de nakende feestdagen ... Het album kreeg voldoende airplay, optredens met Steve Earle, Nancy Griffith, Asleep at the Wheel vielen hem ten deel en toch besloot Younger om Nashville de rug toe te keren en te verhuizen naar New York. Inspiratiebron bij uitstek "Bob Dylan" en een ontmoeting met old friend en pianist Bob Packwood (Jayhoos, Tandy, O Susanna, the Damnwells) zorgden ervoor dat hij er een tijdje verbleef en samen met Packwood, Skip Ward (bass) en Louis Appel (drums, Southside Johnny) besloot Mike Younger een nieuw bandje op te richten. Maar het was producer Rob Clark (Neil Young, Emmylou Harris) die de jongens kon overtuigen om terug naar Nashville Tennessee te komen en met hem de studio in te duikelen. Het fraaie gevolg daarvan ligt inmiddels bij de platen/cd boer en ziet tenhuize rootsrocker bijna geen daglicht meer. 50 jaren nodig om kaal en grijs te worden maar dit schijfje is na enkele dagen letterlijk en figuurlijk "grijs" gedraaid. Schitterend album met twaalf eigen songs die voornamelijk thuishoren in het rootswereldje maar allen voorzien van een heerlijke streepje pop/rock/country en niet onbelangrijk, een portie Southern blues die niemand onberoerd laat. En dan hebben wij het nog niet gehad over het hemels mooi gospelpareltje "Together" met backingvocals van Laura Vida & Theresa Gregory en de saxophones van Dennis Taylor & Dexter Payne, of het pompende pianootje/Wurlitzer orgeltje van Bob Packwood die een subliem stempeltje drukt op dit album. ... Kevin Mc Kendree/Delbert Mc Clinton, Lewis Stephens/Dave Millsap .... Packwood/Younger ... MOOI! "From a street performer to an excellent professional singer/songwriter and recording artist"... of het beste van van Dylan, Springsteen, Forbert, Otis Redding, Steve Earle, Rodney Crowell.

"The first listen to this CD was like a shot of fine tequila, the second a slow fine-wine tour and a shot of tequila." "As Rodney says "this guy is the real deal and I'll fistfight anyone who says differently". Thanks Rodney Crowell for those words of wisdom - they are so true ". (http://discussions.bluerodeo.com/groupee/forums/a/tpc/f/4556025682/m/1111025761)

The CD is not due for official release until March 7, so if there are any references to a 2005 release, can you change them to a 2006 release. The sales on CD Baby now are for pre-release only.


 

CHRIS REA
BLUE GUITARS
Website :www.chrisrea.com
www.jazzeeblue.com
www.chrisrea.de
Email: info@chrisrea.de
label : Edel Records
www.edel.com
Distr.: V2
www.v2music.com

De geschiedenis van de blues in 11 cd's: 137 liedjes, meer dan 50 foto's en illustraties, 11 cd's en evenveel kunstwerkjes, een dvd, uitgebreide historische informatie: als we het begrip opus magnum dan toch uit de kast halen, laat het dan voor dit unieke EarBook van Chris Rea zijn.

Het is een goede gewoonte in platenland om een nieuwe plaat van een artiest steevast aan te kondigen als 'bijna zo goed als' zijn beste plaat tot nu toe. Zeker als het artiesten betreft die al een tijdje in een dalletje zitten. En (heel) soms klopt zo'n vergelijking. Nu verrast Chris Rea ons met een bijzonder verzamelwerk: "Blue Guitars", die duidelijk teruggrijpt op zijn meesterwerken "Watersign", "Shamrock Diaries" en "On The Beach". Vanaf het millennium keerde hij met het album "King Of The Beach" terug naar een niveau met een heerlijk laidback karakter, zoals we graag van Rea horen. Dit was meteen een geslaagde comeback. In 2002 volgde weer een ongemeen goede plaat: het typische Memphis/New Orleans gebaseerde "Stony Road", een plaat waarop hij namelijk terugkeerde bij zijn eerste liefde: de blues. Op "Stony Road" was hij op een indrukwekkende manier het blues-pad opgegaan. Deels door zijn toch niet voor het eerst opmerkelijke slide-werk, maar vooral door de constatering dat dit sterk verbeterd is, hoewel Rea nu ook weer bepaald geen Sonny Landreth is, die sinds jaar en dag goeddeels het alleenrecht leek te hebben op dit soort plaatjes. Chris goes Sonny dus. En nu gaat hij op deze ingeslagen weg voort, zijn levenswerk: "Blue Guitars": 'Het is mijn eerbetoon aan de muziek waarvan ik hou'. Onder meer wegens ziekte, maakt Rea oprecht een onwaarschijnlijk bluesy en sterke comeback (!) die hem in één klap weer onder de aandacht zal brengen. Pretenties te over bij het nieuwe projekt van Rea, een initiatief van Earbooks, en die naam zegt precies alles. Het betreft hier elf cd's (137 nummers die hij alle schreef), een dvd en foto's van schilderijen van de zanger. Elf cd's waarop Rea de alomvattendheid van de Blues wil laten horen, met een hoofdrol voor zijn bepaald niet misselijke kunnen op de slide-gitaar. Onze sampler bevat van elke cd één voorbeeld, en die gaat van Memphis naar Texas, van New Orleans naar zelfs Ierland en menig overlapping terzijde door de gehele vorige eeuw heen.

CD1 BEGINNINGS: de wortels van de blues, zowel muzikaal als inhoudelijk.
CD2 COUNTRY BLUES: de beginjaren van de echte blues.
CD3 LOUISIANA AND NEW ORLEANS: dixieland en second line ritmes en cajun.
CD4 ELECTRIC MEMPHIS BLUES: voluit elektrisch.
CD5 TEXAS BLUES: een voorafspiegeling van wat later country zou worden, en nog later country rock.
CD6 CHICAGO BLUES: de meest herkenbare, populaire blues.
CD7 BLUES BALLADS: voor de romantische zielen.
CD8 GOSPEL SOUL BLUES AND MOTOWN: ballades en onvervalste soulsongs opgesmukt met kora-klanken.
CD9 CELTIC AND IRISH BLUES: traditionele Engelse wijsjes en vioolklanken die zich rond het gitaarwerk strengelen.
CD10 LATIN BLUES: reggae, rumba, bossanova, salsa, cha-cha-cha en echo's van flamenco, en dat allemaal à la Rea!
CD11 60s / 70s: stevige hitsongs.

En zo wordt Rea eigenlijk een beetje een Alan Lomax zo u wilt, maar dan volgens eigen zeggen nadrukkelijk niet bedoeld voor de archieven van de universiteiten, "not a manual, but a real, living journey through Blues", waarbij hij onderstreept dat hij Ry Cooder vooral niet is. "Blue Guitars" is een carrièremove die ondanks enkele flirts op eerdere platen werkelijk niemand had kunnen vermoeden: Opus magnum!
"Blue Guitars" wordt uitgegeven door Edel en in België verdeeld door V2 Records.


 

BRAD MONK & THE DRUNKS
MONK
website : www.brad-monk.com
info : info@brad-monk.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/bradmonk

"Het venijn zit dikwijls in de staart" en blijkbaar geldt dat ook voor een deel van de releases die wij eind 2005 nog op ons (Sinterklaas)bord voorgeschoteld krijgen. Voor Mike Younger, Mike Maves, JJ Baron, Tim Grimm, Jill Jack, Shanna & the Hawk, Colin Brooks, Gas Money, Mark Ambrose, Richard Stooksbury, Dennis Clifton gingen wij al uitvoerig uit de bol en voor het debuutalbum van Brad Monk & the Drunks (Toronto, Canada) zal dat niet anders zijn. Met ouders die erg muzikaal aangelegd zijn valt ook hier de spreekwoordelijke appel weer niet ver van de boom. Op zijn achtttiende zat Brad Monk achter het drumstel van een punkbandje dat een verdienstelijk locaal radiohitje wist te scoren maar met een switch naar de gitaar begon het bij Monk te kriebelen om zich toe te leggen op het schrijven en kwelen van eigen songs. Twaalf ervan kan je terugvinden op dit album en er zit "goeie poeier" tussen. Een goede raad ... play it loud ... this guy rock's .... als de pest. "What You Want" (the banks want your money, the farmers want the rain, the doctors want your pain, the congress wants your vote, the sailor wants a boat,...) en "Call My Name" moeten werelwijd radiohits worden, iedereen wordt verplicht tot de aanschaf van een "1974, 2 door,Cadillac" en tot driving down a west Texas highway.The Drunks, met Brent Barkman (organ & piano), Richard Bell (piano), Bob Egan (pedal steel, elect. gt, harmonica) geven hem zodanig van jetje dat er willens nillens wat gas moet teruggenomen worden en met de pareltjes van love songs "Tell Me When", "Sally Will You Ride", en de pedal steel/orgel snoepjes "Old Dog, New Trick en "Your Love Still Keeps Me Warm" wordt daar op een schitterend wijze gevolg aan gegeven. En mocht je niet weten tot wat liefde kan leiden ... luister maar eens, met een leuk knipoogje van Brad Monk, naar "All Because Of you". Een "Texas Broken Heart" is misschien het resultaat van een op de klippen gelopen relatie met "Emily", het doet er eigenlijk niet toe, het zijn fris klinkend country deuntjes waarmee Andrew Colins (mandolin), Thim Thorney (baritone guitar, mandolin), Colin Caddies (drums) en producer Gerry Mosby (bass, backing vocals), bewijzen dat zij net als de andere "dronkemannen" behoren tot de créme van het Toronto muziekwereldje. Ach liefde... niet alleen Brad Monk heeft er ook moeilijk mee, want zeg nu zelf wie herkent zich hier niet in ... I like fancy cars, i like watching football, i liked hanging outh with everybody in the whole saloon, i like falling over singing Merle Heggard tunes, i like pretty ladies, i like talking dirty, butt ... I like you, more than that, i like your big bad momma's walk and your big fat laugh and now that you're gone I WANT YOU BACK en ... "I'm Coming Home". Het opzet was als volgt : "We wanted to make a record like the old Bob Dylan days. Not a whole bunch of punch-ins... just get it right the first time and let the songs stand on their own. I think you can feel the energy in the room. It was great to just leave the technology behind for a while." says Monk. I hope people enjoy it... I LOVE IT.


 

DAVID HOLT
LET IT SLIDE
Website : www.davidholt.com
Label : High Windy Audio
highwindy@aol.com
www.highwindy.com
www.cdbaby.com/cd/holtdavid6

Grammy winner David Holt's exciting style shines on the slide guitar as well as on his original songs, along with a stellar line-up of guests including Sam Bush, Doc Watson, Kenny Malone, Byron House and Gina Wammock.

David Holt is van alle markten thuis. Van zijn vorig album "Live & Kickin'" (2003) dacht hij dat deze cd niet bijster interessant zou zijn voor een Europees publiek, omdat hij er zoveel op praat. De plaat is live opgenomen tijdens het National Storytelling Festival, een cd vol verhalen die opgehangen zijn aan de muziek die Holt maakt. Traditionele muziek, op traditionele muziekinstrumenten als gitaar, banjo, mondharmonica, lepels, flessen, botten, wasbord, mondharp en de papieren zak. Zo is er bij elk instrument een verhaal, en elk instrument wordt zeer verrassend gedemonstreerd. Het vreemdste muziekinstrument is natuurlijk de papieren zak, maar als je het hoort moet je toegeven dat het fantastisch klinkt. Het laat zien dat je, als je echt muziek wilt maken, alles in je omgeving kunt gebruiken. David Holt heeft met deze cd een album, waarbij je zeer regelmatig in de lach schiet door de fantastische verhalen tussen de muziek door en waar je regelmatig met open mond naar zit te luisteren. Dit kunnen we ook zeggen van zijn nieuwe album, "Let It Slide", een cd waar we een andere David Holt leren kennen. Dit konden we reeds vermoeden bij het zien van de cover en titel van deze prachtige plaat, dewelke hij heeft opgedragen aan zijn dochter Sara Jane die hij verloor in een auto-ongeval in 1989. Dit tragisch verlies zette hem aan om na zovele jaren enkel traditionele songs en old time music te maken, zich te richten op zijn grote passie : de slidegitaar. David Holt (zang, bottleneck slide, harmonica) weet een groep uitdagende muzici om zich heen te verzamelen, zo kreeg hij voor dit album vocale ondersteuning van Doc Watson (gitaar) en Gina Wammock, maar ook waren Sam Bush (gitaar, mandoline, fiddle), Byron House (bas) en Kenny Malone (percussie) van de party. Die hebben de boodschap zeer goed begrepen, en hadden er duidelijk ook zeer veel zin in. Het is dan ook een buitengewoon spannende plaat geworden, die je nog net het label "blues" kunt geven, maar die dat genre op een prettige manier oprekt zoals in "Slowfood" en "I Got You", nummers die meer Zuiders back porch-getint zijn. De arrangementen zijn dan weer, geheel zoals je van een plaat van David Holt kunt verwachten, subtiel en geraffineerd en ze rekken de grenzen van de blues op een flexibele manier iets op, zonder overigens het echte traditie-bluesgevoel te verliezen zoals de titeltrack "Let It Slide" en "Steel Guitar Blues". Ze zijn allemaal uitzonderlijk goed op dreef, elke keer hoor je weer nieuwe details, en hoor je hoe verrassend de muzikanten op elkaar reageren en echt intensief samenspelen. "Let It Slide" is gewoon een plaat waar je een onverwoestbaar goed humeur van krijgt. Klasse!

 


 

JJ BARON
BRAND NEW STRANGER
website : www.jjbaron.com
label : Rhody Records (www.rhodyrecords.com)
info : kelley@rhodyrecords.com
jj@jjbaron.com
CD Freedom

From Folk to Bluegrass to Country and Western to Rock & Roll ... 23 years old ... singer/songwriter from Providence, Rhode Island ... whose music is rooted in traditional Americana... special guest appearances on the cd "Brand New stranger": Buddy Cage, pedal steel (New Riders of the Purple Sage), Scott Murawski, guitars (Max Creek), Jim Weider, guitars (the Band), Stu Kimball, guitars (Bob Dylan), Steve Burke, piano (Beaver Brown), Bill Lacaille, B3 organ (Tombstone Blues) en Slaid Cleaves... moet er nog zand zijn? Een mens is nog niet bekomen van het nieuwe album van Mike Younger of JJ Baron doet er nog een schepje bovenop. Opener en titeltrack "Brand New Stranger" gooit meteen alle riemen los, "Get up and Dance", een honky tonk pianootje in "Stereo Confessions" ... ze doen je eventjes met de oogjes knipperen... singer/songwriter? Maar dan wordt het blik storytelling opengetrokken en is het smullen geblazen ... "Dead Man's Shoes", "I'm a Stranger Here Myself" en "Open Door", het is dan ook geen wonder dat Slaid Cleaves de loftrompet hanteert; "It's hard to believe someone so young could be so talented. JJ reminds me of myself 20 years ago. Except he has a lot more talent than I did. JJ's got the gift. He knows how to craft songs that give you the goose bumps, he plays a mean guitar,and he has a great attitude. In the next few years, the folk world will come to know JJ Baron, and I'll be saying, 'I told you so!'" Als bedankje mocht Cleaves een duetje ("Set Em Up Boys") met Baron vol kwelen en kwam Buddy Cage, net als op "Still You Look for It", een handje toesteken op de pedal steel en dat is mooi meegenomen al bewijst Chris Brooks op de meeste andere songs dat hij zeker niet moet onderdoen voor good old Cage. Met dat nasale geluidje dat blijkbaar hoort bij de "betere" en zich zelf begeleidend op gitaar laat JJ prachtige akoestische staaltjes van zijn kunnen bewonderen op "I Chose to Lose You" (lijkt wat op "Mr. Bojangles"), het pareltje "Just Like You" met backing vocals van Allysen Callery, en zijn hommage ("Wildflower") aan June Carter. Met "Baby Let's go" zou Dylan, en een van zijn grootste bewonderaars in casu Jimmy Lafave ook wel uit de voeten kunnen. Wij trappen misschien een "Open Door" in maar dit debuut album zal moeilijk te evenaren of te verbeteren zijn. JJ Baron heeft de lat met "Brand New Stranger" wel erg hoog gelegd... uit het niets naar de top! Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen en in het "geval" JJ Baron mogen het al boomstammen zijn. Beluisteren ... aanschaffen verplicht en samen met deze jongen besluiten "Now I Know" ... klasse album!


 

MARISA YEAMAN
PURE MOTIVE
Website: www.marisayeaman.com
Label : Deep Pearl Records
Info : Jules Mehegan
PAX Entertainment
PAXentertainment@bigpond.com

 

Nu iedereen er lovend over doet, mogen wij ons wel even laten gaan. Marisa Yeaman, een Australische singer-songwriter die gedurende de laatste tien jaar reeds drie EP releases op markt bracht, verrast ons met het fraaie debuut "Pure Motive" waarop we een zangeres horen die op geheel eigen wijze invloeden uit folk, country en roots vermengt in prachtliedjes. Het heeft wel wat raakvlakken met de muziek van Ed Kuepper of The Triffids, ook zo’n band met een volkomen uniek eigen geluid. Van dat soort muziek kunnen we niet genoeg krijgen, dit debuut wordt daarom ook door ons met open armen ontvangen. Marisa Yeaman doet meer met country. In wezen beproeft ze tamelijk traditioneel het singer-songwritergenre, maar daar voegt ze allerlei elementen (vooral bluesy invloeden) aan toe waardoor de dertien liedjes iets eigens meekrijgen. En wat een begeleiding ! Met o.a. Co-Producer Andrew Pendlebury (gitaren) en special gast Dave Steel op harmonica en dobro. Een debuut met ijzersterke liedjes laat vooral een traditioneel country-bluesgeluid horen, en hier en daar komt wat folk om de hoek piepen. "Pure Motive", bestaat uit geweldige singer-songwriter liedjes zoals "Desert Motel", "Solid Ground" en "Another Day", maar ook de bekentenissen "Inbetween" of "Lonely Puppet", zijn songs die haar afkomst verraden, maar die tegelijkertijd opvallen door eigenzinnigheid. Wat nog het meest opvalt aan de muziek van Marisa Yeaman is de intensiteit er van. Yeaman doordrenkt haar muziek met passie en emotie en weet ons in ieder geval zeer te raken met dit geweldige debuut. Grote kans dat deze cd ook jou niet onberoerd laat. Vergelijken met anderen is zinloos want Marisa Yeaman heeft een opvallend eigen geluid. Een geluid dat wat ons betreft heel veel toekomst heeft. Wat er ook gaat gebeuren, dit prachtdebuut "Pure Motive" neemt niemand ons meer af.


 

THE SIEGEL-SCHWALL BAND
FLASH FORWARD
Label: Alligator Records
www.alligator.com
info@allig.com
distr. : Munich Records
www.munichrecords.com


Vrijwel alles wat er op Alligator Records, het platenlabel van Bruce Iglauer, verschijnt is de moeite waard. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het label een broeinest is van de nieuwe blues (!), de blues die bewijst dat subtiliteit en raffinement niets af hoeven doen aan het oergevoel van de blues. Dat wordt weer treffend bewezen met de cd "Flash Forward" van The Siegel-Schwall Band. Wie zegt U? Jawel, The Siegel-Schwall Band. Mondharmonicaspeler Corky Siegel richtte samen met gitarist Jim Schwall deze band op, en samen verwierven ze in de jaren zestig en zeventig enige faam. Eind jaren zestig werd Corky Siegel door de dirigent Seiji Ozawa van het Chicago Symphony Orkest gevraagd om in een modern klassiek stuk mondharmonica te spelen. Het was een stuk van de Amerikaanse componist William Russo dat Street Music heette, en min of meer in de traditie van Gershwin lag. Mooie muziek, met een prachtige mondharmonicapartij. In 1973 en 1974 werden twee stukken van Russo door Deutsche Grammophon op plaat gezet, met Corky en Ozawa. Corky kreeg toen blijkbaar de smaak te pakken van "klassieke" muziek, want hij kwam in 1983 op de proppen met Corky Siegel's Chamber Blues. En Jim Schwall ? Joost mag het weten! Maar wat vroeger niet echt wou lukken met hun platen, maken ze nu in één keer goed. Wat is dit een feestplaat! Jim Schwall is een meester op de gitaar en weet de nodige accenten te leggen met zijn mandoline en accordeon. Corky Siegel speelt al net zo meesterlijk op mondharmonica en piano. Al wordt er op dit album virtuoos gespeeld, het klinkt nergens als een vertoon van virtuositeit. Integendeel zelfs. We krijgen het gevoel dat we stiekem mogen meeluisteren met twee vrienden die samen met Rollo Radford (bas) en Sam Lay (drums) puur voor hun eigen plezier samen zitten te spelen, maar desondanks is dit een plaat waar het spelplezier van afspat, een plaat waarop alle vier heren, de composities aandroegen. Dat levert een zeer ontspannen plaat op, maar tegelijkertijd een plaat waar ontzettend veel op te beleven is. De muziek is zo onnadrukkelijk subliem dat je de neiging hebt er aan voorbij te gaan, maar als je beter luistert bevat dit album het ene juweeltje na het andere. De vier muzikanten zijn geen echt opmerkelijke zangers, maar er wordt wel zo overtuigend gezongen dat je er behoorlijk aan gehecht raakt, na een aantal keren draaien. Bovendien dringt in eerste instantie, door de relaxte manier van zingen, niet goed tot je door dat de teksten soms wel degelijk behoorlijk scherp en kritisch zijn. Maar het allerbelangrijkste, de muziek heeft veel meer gelaagdheid dan op hun eerste albums. Het is ingewikkeld, interessant en zeer ingenieus, zonder dat het de rauwe kracht van de blues verliest, en dat is heel knap. Je wordt in deze muziek meegesleurd, terwijl je tegelijkertijd met open mond naar de geniale constructies van de composities zit te luisteren. Intiem, rauw, subtiel, stevig, prettig rammelend, en dat allemaal bijna een uur lang. Een heerlijke cd, die je niet snel meer loslaat en die na een tijdje toch behoorlijk onder je huid kruipt. Een verslavende feestplaat.


 

WILL WEBB
ROOM TO ROOM
website : www.willwebb.com
label : Bonnie June Records
info : willwebbbjr@aol.com
www.cdbaby.com/cd/willwebb2

"I don't think you can be alive on this planet today and not be exposed to Dylan in some way. When I first heard him I said,'boy, he can't sing, but what a songwriter. I didn't even know what he was talking about , but I knew that I somehow felt the same way." (Will Webb)


Ik zou de muzikanten die Bob Dylan beschouwen als hun grote voorbeeld niet te eten willen geven ... het aantal dominostenen dat gebruikt werd om het wereldrecord te breken verzinkt in het niets bij de mensen die Mr. Zimmerman een warm hart toedragen. Zo ook deze 52 jarige Will Webb, die als jongste van negen schreeuwers geboren werd in Chester, Pennsylvania, en de traditionele Amerikaanse invloeden meekreeg ... the Carter Family, Jimmy Rodgers, Hank Williams, The Platters, Elvis, Johnny Mathis, Johnny Horton, the Four Tops. Maar zoals voor zovele anderen was het album "Highway 61 Revisited" bepalend voor de muzikale richting die Webb zou inslaan. Zocht hij eerder nog bevrediging in het schrijven en lezen van poëzie dan bleek de verhuis naar Nashville "het" startsein om zich in het singer / songwriters wereldje te storten. Met redelijk wat succes want George "No Show" Jones plaatste Webb's "Angel's Don't Fly" op zijn album "Along Came Jones" en jaren later bracht de mij onbekende James Prosser het uit op single. Bovendien mocht Webb, de mij wel bekende Matthew Ryan, een handje helpen bij de song "Disappointed" (album: Mayday) en toen ging de bal aan het rollen. In 2003 verscheen zijn debuutalbum "Name of the Train" en als wij de reviews op CD Baby mogen geloven dan lijkt mij dat een prima schijfje.(zie ook res.juli 2004). Onlangs verscheen de opvolger "Room To Room" en na één beluistering kan ik dit (meester) werkje al onmiddelijk in mijn persoonlijke top zes voor de Euro Americana Chart (editie December) plaatsen.(www.euroamericanachart.nl). Natuurlijk zal de man eeuwig en altijd geconfronteerd worden met ... het lijkt wel wat op ... maar nu de meester zelf nog weinig interessants uitbrengt, zijn concerten ook al jaren aan mij voorbij gaan, dan kan deze jongen meer dan enthousiast worden met de twaalf eigen songs van "vervanger" Will Webb. De songs "Like Fred Astaire", "Real Live Scene" (Randy Leago on keyboards!), "Wayward Son", "Tell'Em It's the Sun" zullen de discussies doen oplaaien bij de hardcore Dylan fans maar voor ondergetekende is het picobello in orde. Zeker geen Dylan imitator, verre van zelfs, want met het titelnummer "Room to Room" en afsluiter "Gone" lijkt het wel of John Prine, die andere levende legende, eventjes langskomt, kan de samenwerking Webb/Randy Leago in de song "Ain't Nobody home" de duo's Delbert Mc Clinton/Kevin Mc Kendree, Lewis Stephens/Dave Millsap, Bob Packwood/Mike Younger alleen maar groen doen uitslaan van jaloezie. Met "Marie, Marie" (Dave's (Alvin?Blues) en "Real Live Scene" krijgen wij lekker stampende rootsrockertjes en getuigen de pareltjes "To Cross The Great Divide", "Steel & Iron" en de verscheurende liefdes/afscheidsverklaring "In His Hands" van zeldzame singer/songwriters klasse. Weg Bob Dylan, weg John Prine ... plaats maken voor Will Webb en de man mag met het resultaat van dit album dan ook meer dan verdiend een "Smith County Square" dansje plegen. "The approach we took to recording "Room To Room" was simple, don't over think it, trust yourself and have fun" (Will Webb) ...Klasse!


 

MERCELIS
WESTERN UNION
Website : www.mercelis.com
label : Eigen beheer
Distr.: Bang! Music
www.bangdistribution.com

Een singer-songwriter uit het universum heeft zich op deze planeet gevestigd. Hij is zo door onze muziek gefascineerd geraakt, dat hij ze zelf wil maken. Met zijn buitenaardse apparatuur is hij sinds enkele jaren in een eigengemaakte studio bezig een CD af te werken en het resultaat is werkelijk adembenemend.

De Turnhoutse singer-songwriter Jef Mercelis gooide in 1992 hoge ogen in de Rock Rally, om een tijd later vriend en vijand in te pakken met zijn debuut-cd "The Hopes And Dreams of A Drunk Punk", alvorens met stille trom van het toneel te verdwijnen. Aanvankelijk was 'Mercelis' geen groep, maar een singer/songwriter. In mei 1996 had hij dat laatste eindelijk voor elkaar en lag zijn debuut in de winkel. De plaat werd geen overrompelend succes, want op wat optredens in het land (o.m. Marktrock), werd er blijkbaar weinig losgeweekt. Sindsdien is Mercelis dan ook wat in de vergetelheid beland. Deze Rock Rally finalist bleef al die tijd productief. Hij maakte muziek voor theater- en dansvoorstellingen. Daarnaast schreef hij de filmsoundtracks voor "Ca m'est égal si demain n'arrive pas" van Guillaume Malandrin en voor "Komma", langspeelfilm van Martine Doyen (met Arno in de hoofdrol) die volgend jaar uitkomt.ok zijn er een aantal muzikale samenwerkingen gebeurd die nog niet op cd verschenen, zoals met Geert Van Bever, Guy Van Nueten en François Brice. Momenteel werkt hij ook aan nummers met Sandrine Collard. Een paar jaar geleden verraste hij op De Nachten nog wel, in duo met Guy Van Nueten, bij een beetje Turnhouts muziekliefhebber nog bekend als toetsenist van wijlen The Sands. Maar nu bijna tien jaar na het debuut "The Hopes And Dreams of A Drunk Punk" laat Jef Mercelis van zich horen met een tweede plaat, "Western Union", die in november uitkomt bij Bang! Zijn repertoire is te rangschikken ergens bij Bob Dylan, Jef Buckley en Tom Waits. Mercelis werkte nauw samen met Kris Dane (momenteel vooral bekend als muzikant bij Ghinzu) en het resutaat is een sobere, spannende, persoonlijke en intense singersongwriterplaat van grote klasse. Kortweg:Veel is er natuurlijk over te zeggen dat dit dezelfde Jef Mercelis is die een tiental jaren geleden in de Rock Rally stond en toen een CD uitbracht met zijn band, maar er zijn toch meer bewijzen dat deze Jef Mercelis een buitenaards wezen is. Hij loopt constant met zijn hoofd in de wolken en hij doet de vreemdste dingen. Welk aards wezen zou dit doen? De mysterieuze verdwijning van die andere Jef Mercelis roept dan weer vragen op. Is dit buitenaards wezen in zijn huid gekropen? Dit lijkt wel de meest logische oplossing omdat hij fysiek exact op de eerste trekt. "Western Union" is namelijk geen klassieke singer-songwriter plaat, maar staat wel vol met prachtige toegankelijke liedjes. Prachtliedjes boordevol melancholie met teksten die ergens over gaan. Je mag mij er al weken 's nachts voor wakker maken en ik ben niet alleen, want de ene na de andere jubelrecensie duikt momenteel op. Of dat platencontract er ooit komt weet ik niet, maar als iemand het verdient...


 

TIM GRIMM
THE BACK FIELDS
website : www.timgrimm.com
label : Wind River Records
info :www.folkera.com/windriver
farmsongs@hotmail.com
www.cdbaby.com/cd/timgrimm5

Op de valreep van 2005 weet singer/songwriter Tim Grimm ons nog met een erg fraai album te plezieren. Moest ik in mijn review van de maand mei nog deemoedig bekennen dat Tim Grimm voor mij nog een nobele onbekende was, zijn toenmalig verschenen album "Names" en door deze jongen uitvoerig bewierookt, bestond weliswaar uit covers van bekende collega's maar was voor mij de aanleiding om het ouder materiaal van de brave man ook eens aan een luisterproefje te onderwerpen. Resultaat ...Tim Grimm mag mij ondertussen tot een van zijn fans rekenen en met het album "The Back Fields" is die bewondering voor de man zijn storytelling er alleen maar groter op geworden. Ditmaal slechts een covertje, maar wel eentje om in te lijsten, nl. Bob Dylan's "Girl From the North Country" en onder het motto van "never change a winning team" is ook 'manusje van alles' Jason Wilber, banjo, mandolin, guitars, piano, harmonica, backingvocals, (en bekend van zijn werk met John Prine) weer van de partij. Maar Grimm weet blijkbaar nog meer mooi volk naar de studio te lokken want met Krista Detor, The Kossoy Sisters zijn er zoetgevooisde keeltjes van de partij, kan Gordan Bonham zijn hartje bovenhalen op de steel guitar, en laat Dave Wierhake op accordion en harmonica een verbluffende indruk op mij. Kwaliteit boven kwantiteit en dat weerspiegelt zich niet alleen in zijn keuze van muzikanten maar ook in zijn zoektocht naar een co-writer voor zijn songs over "fascinating characters that have crossed his path and the deep questions about the state of today's world have all come to him as he walks 'he backfields' and woods right outside his back door." Niemand minder dan vrouwtje lief Jan Lucas stak hem meer dan een handje toe bij het songwriten en de resultaten "Lost and Found", "Sometimes Trouble is a Gift", "Like a Blessing", het bluesy "Everybody's Gone Crazy", "The Backfields" en "Autumn Garden", mogen er zijn. "I love old songs, i like blues and bluegrass. I like to write songs about my neighbors (Sam's song) .. I'm more aware now of a shadow that at times hovers just over my shoulder. It reminds me that we're all human and i feel more blessed and alive because of it", of hoe collega Benny Metten (www.ctrlaltcountry.be) het bij het juiste eind heeft ... luister eens naar de pareltjes "the People's Highway", "Lost & Found" en "Celia Rose"... horen is kopen en je zal begrijpen waarom Grimm verkozen werd tot American Roots Music Male Artist of the year 2004!

Tracks:
Sometimes Trouble is a Gift * The People's Highway * Lost and Found * Everybody's Gone Crazy * The Back Fields * Celia Rose * Girl From the North Country * My Turn * Rescue the Ghosts * Sam's Song * Autumn Garden * Like a Blessing


 

FRED PRELLBERG
LAST OF THE ROCK STARS
Label: Denmark Street Records
www.denmarkstreetrecords.com
info@denmarkstreetrecords.com
www.cdbaby.com/cd/prellberg

'60's-oriented singer/songwriter's intelligent pop/rock w/hooks, harmonies, Hohners, a Rickenbacker thrown in for good measure, & liner notes from "Last of the Rock Stars" author, Elliott Murphy.

Fred Prellberg, de naam zei ons een paar weken geleden ook nog helemaal niets, maar toen kwamen we bij toeval op de website van Denmark Street Records terecht en hoorden we fragmenten van zijn cd "Last of the Rock Stars". Wat een singer/songwriter horen we hier aan het werk! Fred Prellberg beschikt over een mooie warme stem en schreef negen van de tien prachtliedjes. Enkel de titeltrack "Last of the Rock Stars", is geschreven door singer/songwriter, Elliott Murphy, die het album van volgende liner notes voorzag: "The soul of rock ‘n’ roll is not living in arena shows or multi platinum CD sales, it lives in the desire of a guy or a girl sitting with a guitar in the middle of the night, all alone, and knowing that they have something to say …". Het zijn gewoon prachtliedjes die worden voorzien van een betrekkelijk ingetogen, maar o zo doeltreffende muzikale omlijsting, met co-producer Ellis Clark (Kevin Tihista, Nikki Sudden, Chamber Strings) op gitaar en keyboards, Paul Gongola (gitaar, keyboards) en Jerry King (drums). "Last of the Rock Stars" is een hele mooie release, die zeer in de smaak zal vallen bij liefhebbers van The Kinks, Byrds, Del Shannon & Bob Dylan, of zelfs bij de Australische singer/songwriter, Paul Kelly. Ook deze Fred Prellberg maakt melodieuze muziek die het ene moment stokoud en het volgende moment als toekomstmuziek kan klinken. Rock uit de jaren '60&'70, muziek die je raakt of die je verafschuwt. De muziek van Fred Prellberg doet af en toe wel wat denken aan de muziek van Elliott Murphy, en zeker ook Roger Mc Guinn, al zijn de songs van deze uit Chicago komende songwriter wel een stuk tegendraadser. Toen ik "Last of the Rock Stars" voor het eerst hoorde vond ik er helemaal niets aan. "Artistiek geneuzel" heb ik ongetwijfeld gemompeld. Woorden die ik nu beschaamd terugneem, want het debuut van Fred Prellberg is schitterend. "Last of the Rock Stars" is een cd die niet onder doet voor welke singer-songwriter plaat dan ook, en net zo makkelijk een klassieke rock'n'roll-plaat uit de jaren '60 als een meesterwerk uit 2005 kan zijn.


 

SIG PAULSON
TANGLED IN MY ROOTS
website : www.sigpaulson.com
info :goneworld52@msn.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/sigpaulson2

"A supremely strong "Hippie-billy" album. Melding country, blues, rock and folk into a strong form of musical genius. "
(www.musicghost.co.uk)

Volgens mij is de 53 jarige Sig Paulson een fervent tegenstander van het generatiepact dat men ons probeert op te dringen . Blijkbaar is de man uit San Jose, California al een tijdje bezig met het aanwenden van tijdskrediet en heeft hij het werktempo zodanig teruggeschroeft dat hij nu pas een opvolger in huis heeft voor het in 2001 verschenen album "Movies and Magazines". Maar ja de brave man heeft er dan ook al een beroepscarrière van meer dan 35 jaren opzitten en dan denkt iedereen, uitgezonderd die "verkozen sukkels" in de Wetstraat, wel eens aan rustig uitbollen. Een goed gevulde loopbaan die zich voornamelijk afspeelde in nogal wat country/rock en rhythm & blues bandjes maar die een koerswijziging onderging toe hij in contact kwam met Stacey Earle & Mark Stuart, Chris Smither en Steve Forbert. Het hele zootje was aangezocht om als lesgever te fungeren op een songwriters workshop in Palmer, Alaska en wanneer Forbert zich persoonlijk ging ontfermen over Paulson was de geboorte van een "nieuwe" singer/songwriter een feit. Met succes, want hij behoorde al onmiddelijk tot een van de finalisten in de Mary Hill Winery Songwriter's Competition. En dat het geen toevalligheid was bewijst hij ondermeer met de twaalf zelfgepende songs waarvan opener "Hillbilly Mystic" ("The hillbilly mystic he will give you hope,The hillbilly mystic don’t travel alone, his wife’s a gypsy palm reader plays the saxophone,got a band of disciples called the celestial stars,they only play the big shows no coffee houses or bars.) en afsluiter "Don't Say Goodbye" (I remember what you said this morning, don’t say goodbye, say see you later.) de paradepaardjes zijn. Meteen het startsein voor een 40 tal minuten grasduinen in Roots (time) music. Met "Hot Tamale" graaft Paulson een stukje Tex Mex op, meezingertje "Fish in a Fryin' Pan" nodigt uit tot een leuk hillbilly walsje en de songs "Danger Girl" en "Vaguely Familiair" (met dat saxofoontje van Patrick Lamb) horen thuis in een zwoel calypso/swingend jazzy cabaret. Maar de man is erg veelzijdig en zijn bewondering voor Bob Dylan illustreert hij met de songs "I Don't Think I Wanna Think", "Jaded Buddha", "Broken Pride"... mandoline en harmonica inclusief! Maar ook 'de blues' is de man niet onbekend, want in een vorig leven was hij dikke maatjes met de Canned Heat leden Henry Vestine & James Thornebury, en dan is een streepje rhythm & blues 'met boodschap' in "Givin 'Em Hell" mooi meegenomen.(She dig a boogie-woogie baby and she don’t take it slow .With her spiked high heels and her top down low.The boys all think they know her but they don’t know her well Looks like she’s from heaven but she’s givin’ ‘em hell!). Als je al zo lang meedraait in dit gekkenwereldje kan je alleen maar overleven als je over de nodige dosis humor beschikt en met "Everybody wants to drive my car" slaagt Sig daar wonderwel in ... "Everybody wants to finish my sentence, but I don’t really like what they say. // Everybody wants to paint my house, but the colors they choose just scream.// Everybody wants to drive my car,but nobody wants to pay for the gas." Mocht het generatiepact ingang vinden dan is misschien een van de pluspunten dat Sig Paulson nog lang niet aan (brug) pensioen toe is en genoodzaakt zal zijn om ons regelmatig van prima stuff te voorzien. Met "Tangled In My Roots" is hij daarin aardig gelukt!


 

LUKE ZIMMERMAN
TWILIGHT WALTZ
Website : www.lukezimmerman.com
Email: info@lukezimmerman.com
Label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/lukezimmerman

Wie droomt er niet van om je eigen ouders, broers en zussen te kunnen kiezen of je eigen familienaam... het zou voor de uit Minneapolis, Minnesota afkomstige Luke Zimmerman een oplossing kunnen zijn. Want ik kan mij voorstellen dat de steeds weerkerende vragen van ... euh ben je soms familie van ... je op den duur braafjes gaan vervelen maar Luke is nu eenmaal een singer/songwriter en dan kan het publicitair wel mooi meegenomen zijn. Ach, de 27 jarige Zimmerman ziet er geen graten in en probeert op zijn eigen manier zijn songs, die een mengeling herbergen van country, jazz, pop en rock aan de man te brengen. Blijkbaar verlopen die pogingen met succes want bij de collega's van www.altcountry.nl, www.ctrlaltcountry.be en de overige Euro Americana Chart reporters (www.euroamericanachart.nl) krijgt de man erg lovende kritieken voor zijn debuutalbum "Twilight Waltz". Niet alleen de naam maar ook het hortend en stotend nasaal geluid en de opbouw van zijn songs doen denken aan Bob Dylan of generatiegenoot Neil Young. Hebben de opener "If I Were King" en "Into the Blue" (lijkt wat op "Atlantis" van hippie troubadour Donovan) nog een retro folk/rock tintje dan schakelt hij met "Duluth" en "New Moon" rustig richting alt.country en als Peter J. Sands (Honeydogs) zijn accordionneke van stal haalt in de song "Not Done Knowing You" kan dat rekenen op een tevreden glimlachje van onze zijde. Of zoals ze bij Cristal Alken beweren ... het smaakt naar nog ... en dat "nog" manifesteert zich met de akoestische pareltjes "Blind and Dumb" en "Wait A Minute", iets soort gelijks zal die andere Zimmerman en die man met zijn eeuwig houthakkershemd ook wel prevelen bij het aanhoren van die laatste song. De man heeft blijkbaar zijn verleden in het late-60's Europop en bluesrock gebeuren ten tijde van zijn samenwerking met the Crow River Band afgezworen want dit album draait moeiteloos verder zonder een stemverheffing en krijgt slechts een beetje vaart met het country deuntje en meezingertje "When You Are Mine". Eigenlijk een beetje jammer want songs als "And the Night" en "Amelia" kabbelen mij "iets" te rustig naar hun einde. Poetry ... pleasant insightful poetry ... maar het volgende album liefst met de handrem af en indien mogelijk de publicatie van de songteksten op de inlay of website.


 

LOS SUPER 7
HEARD IT ON THE X
Label : Telarc
www.telarc.com
Distr. : Codaex
Email: be@codaex.com

“Take note of this return to the beauty of border primitivism. It’s killer diller!” —Billy F Gibbons, ZZ Top

Voor degenen die het nog niet wisten: "Heard It On The X", is de derde plaat van het gelegenheidscollectief Los Super 7, die op deze plaat hun steun willen bijdragen aan alle Mexicaanse grensradio’s. Zoals de naam doet vermoeden, 'on the X' gaat het over allemaal radiostations beginnend met een X (zoals XERF, XEG, XERB...) en staat de muziek waar wij over schrijven centraal, muziek die uiterst gevarieerd is door de inbreng van roadhouse blues, horn-driven R&B, mariachi, Texas country swing, jazz, rock en akoestische blues door een lange rij Americana vedetten. Voor de vocale bijdragen zijn hier superartiesten als Clarence Gatemouth Brown, Rodney Crowell, Joe Ely, Freddy Fender, John Hiatt, Lyle Lovett, Raul Malo, Delbert McClinton, Ruben Ramos en Rick Trevino. Charlie Sexton, Joey Burns en John Convertino van Calexico en Flaco Jiminez, Augie Myers, Hunt Sales, The West Side Horns, Sauce Gonzales, Redd Volkaert en Lloyd Maines zorgen voor de muzikale inbreng. Voor de productie van "Heard It on the X" zorgden Charlie Sexton, Rick Clark en Dan Goodman, twaalf tracks gaande van thema's over het leven van alledag en het schijnbaar onveranderlijke Amerikaanse platteland. Omdat deze tracks, vrij uniek zijn, is "Heard It on the X" beslist geen onnodige aanschaf, want deze plaat gaat meteen ijzersterk van start met Raul Malo, met steun van Calexico, in "The El Burro Song", een mariachi-getinte song. Deze sfeer vinden we ook terug op Buddy Holly's "Learning The Game" waarin Rodney Crowell kan rekenen op een uitbinkende Flaco Jimenez op accordion. Joe Ely vinden we terug op één van de vele hoogtepunten in het meer gedreven uptempo nummer van Texaan Bobby Fuller’s "Let Her Dance". Delbert McClinton brengt een mooie versie van de tijdloze Sunny and the Sunliners ballade "Talk To Me", een van de meest romantische nummers van deze geweldige plaat. Op Doug Sahm’s "I’m Not That Kat (Anymore)" horen we John Hiatt met de vroegere frontman van het Sir Douglas Quintet, keyboardist Augie Myers. Lyle Lovett brengt het rustige Bob Wills' "My Window Faces the South", met Lloyd Maines op pedal steel en Redd Volkeart op lead gitaar. Op de titeltrack, ZZ Top’s "Heard It on the X", horen we een funky Ruben Ramos met onze legendarische Flaco Jimenez. Met het afsluitende, de klassieker van Blind Lemon Jefferson's "See That My Grave Is Kept Clean" weet Gatemouth Brown de luisteraars te herinneren aan de playlisten van vroeger, waardoor de grote American music de wereld kon bereiken. Opvallend is dat ook de minder bekende namen goed tot uitstekend werk afleveren. Dat resulteert in een collectie aangename luistermuziek en misschien wal een mooie verzamelaar voor onder de kerstboom!

Tracks :
01. Burro Song
02. Cupido - Freddy Fender
03. Talk to Me
04. I'm Not That Kat (Anymore) - John Hiatt
05. My Window Faces the South
06. Let Her Dance - Joe Ely
07. Learning the Game - Rodney Crowell
08. Song of Everything
09. Ojitos Traidores
10. I Live the Life I Love
11. Heard It on the X
12. See That My Grave Is Kept Clean


 

THE HELLZABOPPERS
LIL ' SWAMP GIRL
website: www.thehellzaboppers.com
label: Eigen Beheer
info: TheHellzaboppers@earthlink.net
www.cdbaby.com/cd/hellzaboppers

Ex-Los Angeles hardcore punkers, invloeden van the Ramones & the Clash, een tijdje aktief in de metalscene, neo-rockabillycats en toch teruggrijpen naar hun eerste liefde ... of hoe de restanten van de punkgolf in de jaren '80 nog een prima voortzetting krijgen in het hedendaags rockabilly wereldje. In 2001 sloegen Gitarist Cliff Quan en zanger "Big Wig Dave" Townley de handen in mekaar en niet toevallig gebeurde dit op een nieuwjaarsparty... de beste wensen en de nieuwe plannen die dan meestal gesmeed worden kregen met het oprichten van The Hellzaboppers onmiddelijk gestalte. De naam werd ontleend aan een "dance movie" uit de jaren '30 en toen Doghouse bassist Randy "Big Caddy Daddy" Stanton, drummer Lance Tamanaha en Takao (from Japan), een ongelofelijke rockabilly saxophonist, de gelederen kwamen versterken was het hek van de dam. Supporting act voor Hot Rod Lincoln, Levi Dexter, Wayne "the Train" Hancock, the Coasters en een invitatie voor the world's largest rockabilly weekender at Viva Las Vegas (2006), of hoe een "New Years Eve" niet alleen zware hoofden en ongestelde magen kan veroorzaken. Integendeel want de jongens hebben er zoveel zin dat zij besloten om al dat moois in een veertien tal songs te gieten en het is Cliff Quan die het merendeel van de songs voor zijn rekening nam, en ere wie ere toekomt, de man beschikt niet alleen over een prima pen maar is ook de gelukkige eigenaar van een arsenaal Gretsch gitaren. En laat dat nu precies de kers op de taart zijn op hun album "Lil' Swamp Girl". Strollen met the " Big - Boned Baby", een leuk streepje western swing in "One More time" en "Go Away", een scheurende sax in het titelnummer en, voorwaar, een song die niet zou mogen ontbreken op de playlist van 'onze' Seatsniffers. The thin line between traditional Rockabilly en Rock & Roll zal mij worst wezen, stoelen en tafels aan de kant voor Hot Kustom '55", "Love Rocket" en het wel erg gemene "Sonnuva Bitch". Bovendien laten zij met "Rip It Up", "Bring My Cadillac Back" en "Let's Bop" prima covertjes op ons los. "American music" ... "Bringin' My Baby Back Home" ... alleen met een album van the Hellzaboppers onder de arm!


 

CURT KIRKWOOD
SNOW
Website: www.curtkirkwood.com
Email: info@curtkirkwood.com
Label : Little Dog Records
www.littledogrecords.com
info@littledogrecords.com

Vlakke en valse zang, knullige gitaarloopjes, springerige en melige songs. Toch waren de Meat Puppets een van de leukste gitaarbandjes van de Amerikaanse underground. Dat vond ook Kurt Cobain. Doordat hij twee van de drie leden, de broertjes Curt en Cris Kirkwood, liet meedoen op de Unplugged-cd van Nirvana en ook nog eens twee nummers van zijn idolen op de setlist zette, "Plateau" en "Lake Of Fire", bezorgde hij de Meat Puppets een geweldige kruiwagen. Maar een doorbraak naar een substantieel groter publiek bleef uit. De muzikale stijl van de Meat Puppets is een vorm van gitaarrock die verder moeilijk te karakteriseren valt. Invloeden van punk, hardrock en country zijn duidelijk aanwezig. Voormalig Meat Puppets zanger/gitarist Curt Kirkwood bracht in september van dit jaar zijn eerste solo-album "Snow" uit, en volgens hem ligt de plaat in het verlengde van de Meat Puppets, alhoewel zijn debuutalbum toch intiemer klinkt. Het album is geproduceerd door Pete Anderson (Dwight Yoakam, Roy Orbison, Lucinda Williams, Michelle Shocked, Thelonious Monster ...) die ook achter de knopjes zat bij het Meat Puppets album "Forbidden Places" uit 1999. Nog een lieveling van de critici, want zo mag je Curt Kirkwood wel noemen. De pers is buitengewoon lovend over zijn debuut en liefhebbers van alt-country slaan zelfs door in lyrische bewoordingen. Een van de beste platen van het jaar lezen we al op meerdere alt-country sites. Ze hebben nog gelijk ook! Curt Kirkwood grossiert op "Snow" in perfecte traditionele folk en country-liedjes, met rock, pop, blues en zelfs jazz (in het nummer "Light Bulb") invloeden. Invloeden die Kirkwood op fraaie wijze weet te verwerken in een opvallend en herkenbaar eigen geluid. Uitblinkers, ja natuurlijk, luister maar naar de opener "Golden Lies" en de afsluiter "Circles", waarin pedal steel en piano elkaar mooi afwisselen. "Snow" is een cd die nu onmiddelijk een plekje in de spotlights verdient!


 

BOBBY PERFECT
SHACKLES
Info: SongCrewMusic
www.members.aol.com/songcrew/songcrew_002.htm
www.cdbaby.com/cd/perfectbobby

An all instrumental fusion of progressive blues rock and jazz.

Bobby Perfect ken ik wel, maar wat "Shackles" was daar had ik het raden naar. Wat opzoekingen verder leerde mij dat Bobby Perfect reeds een album "Light Blue" heruitbracht in 2002 op het SongCrew label met allemaal opnames uit 1994 en 1995. Wonende in Manhattan sinds de beginjaren '80 speelde hij als gitarist in verschillende blues en rock-bands. Tot zijn laatste bands behoren the Blue Rooster Pie band, the Blues Blazers, the Tonebenders en the Night Owls, allemaal bands die op het einde van de jaren tachtig, begin jaren negentig voor heel wat opschudding zorgden. Nu 10 jaar na zijn eerste opnames duikt Bobby Perfect opnieuw op met het album "Shackles". Na een eerste beluistering dacht ik: dit kan niet, zo goed kan het niet zijn. Maar meerdere speelbeurten later tonen aan dat het alsmaar beter wordt. Wat Perfect hier brengt is ronduit fenomenaal. Het enthousiasme en de gedrevenheid druipen, nee, stromen er af. Alles klopt: van solo akoestische gitaar tot elektrische fusion van blues, jazz en rock. Perfect schreef elf songs zelf en brengt slechts twee covers: "Back At The Chicken Shack" van Jimmy Smith en "Sleep Walk" van Santo and Johnny Farina. De ritme- en stijlveranderingen zijn legio, maar altijd blijft het rocken en swingen bij de beesten af. Als er een album is dat mij de laatste tijd van de sokken heeft geblazen, dan is het wel "Shackles" van Bobby Perfect. Luister naar om het even welk nummer en ga op in de wall of sound die Perfect brengt. Perfecte instrumentale klasse: beter zou ik het niet kunnen uitdrukken.


 

ROYALCHORD
NIGHTS ON THE TOWN
Website : www.royalchord.com
Email:royalchord@royalchord.com
Label : Cavalier Music
www.cavaliermusic.com
enquiries@cavaliermusic.com

Door wat problemen hebben we even moeten wachten op het nieuwe album van de dames, Tammy Haider en Eliza Hiscox van Royalchord, maar "Nights On The Town" is het wachten meer dan waard. Desert-Americana, hun bekende stijl horen we terug op deze plaat: prachtige harmonieën en scherp gitaarwerk. Het geluid is hier wat rijker dan op de vorige cd's, met name door het gebruik van strijkers en een trompet. Haider en Hiscox komen ook nu weer met vijftien ijzersterke songs op de proppen. Zoals het folk/alt.country achtige "Hanging Around Here", een nummer dat in je kop blijft hangen, en "City on My Mind", waarin de stemmen van de dames nog het best uit de verf komen en de gitaren heerlijk 'janglen'. Maar voor een ingehouden song als de titeltrack "Nights On The Town" is ook plaats. In de begeleiding komen we locale spelers tegen zoals double bassist Andrew Papadopolous, lap steel gitarist Joel Bloom en country crooner Henry Wagons. Zo wordt "Nights On The Town" een meer dan waardige opvolger van de sterke voorgangers "I Gave You a Mountain" (2001) en "Hug The Shadows" (2003).


 

CAROLE KING
THE LIVING ROOM TOUR
www.caroleking.com

Label : Concord Music Group
www.concordrecords.com
Distr. : Codaex
Email: be@codaex.com

De Amerikaanse zangeres en songwriter Carole King werd geboren in 1942 te Brooklyn, New York en is onlosmakelijk verbonden met grote hits. Op de universiteit ontmoette Carole King Paul Simon, met wie zij enige songs schreef. King tekende een contract met Don Kirshner en zij maakte van het schrijven van songs haar beroep. Vooral met haar eerste echtgenoot Gerry Goffin schreef zij in de jaren zestig de ene hit na de andere, zoals: "Will you love me tomorrow"(een hit van The Shirelles), "Take Good Care of My Baby" (Bobby Vee), "The Locomotion" (Little Eva) en "A Natural Woman" (Aretha Franklin). Na haar scheiding van Gerry Goffin is ze getrouwd met musicus Charles Larky en verhuisd naar de Amerikaanse Westkust. Daar formeerde ze met Danny Kortchmar de groep The City, die slechts één geflopt album uit heeft gebracht. Voor dit album schreef Carole het nummer "You've got a friend". Aan het einde van de zestiger jaren liet King zich door Lou Adler overhalen tot een solocarrière. Na enkele albums, die niet aansloegen, kwam King in 1971 met "Tapestry". Op dit album staan oude en nieuwe songs van Carole King in een stijl, die naast pop en rock vooral uit folkmuziek bestaat. En met deze plaat heeft ze ooit in de Amerikaanse charts gestaan. De plaat kwam op de lijst in 1971 en ging daar pas na ruim zes jaar weer vanaf, en behoort daarmee tot de succesvolste albums uit de jaren zeventig. Het is niet verwonderlijk dat King haar succes niet kon herhalen. Zeker in commercieel opzicht stelden haar volgende albums teleur. Wel was King nog succesvol met de nummers "It's too late", "So far away", "Sweet seasons", "Jazzman" en "Nightingale". In 1975 schreef ze samen met Goffin Thoroughbred, met James Taylor, David Crosby en Graham Nash. In 1977 trouwde ze met Rick Evers, die een jaar later aan een overdosis heroïne overleed. King zingt met een mooi timbre: zoet en zacht, maar met een laagje fijn schuurpapier. Daarmee is ze een goede vertolker van haar eigen songs, die veelal een mix zijn van folk, pop, country, blues en jazz. Met haar nieuwe album "The Living Room Tour" laat Carole de periode van de jaren zestig en zeventig herleven. Van haar 'The Living Room Tour' is nu een gelijknamig dubbelalbum verschenen dat ook daad-werkelijk een huiskamersfeertje oproept, nl. een akoestische set met minimale muzikale begeleiding. Vaak solo-piano van King zelf en soms nog extra begeleiding van gitaar en bas. Opvallende track is het thema van tv-serie Gilmore Girls, "Where You Lead I Will Follow", een duet met haar dochter Louise Goffin. Die heeft het zingen bepaald niet van een vreemde. Zo zingt de zaal vol overgave het refrein van "(You Make Me Feel Like a) Natural Woman" en de achtergrondkoortjes in de jazzversie van "Locomotion". Het mooie van de vrij minimale uitvoering is dat je de essentie van de songs goed tot je kunt laten doordringen. Het album is uitgebracht door haar eigen platenmaatschappij Rockingale (anagram van Carole King), dus ze had helemaal de vrije hand. Ze wordt bijgestaan door een keur aan beroemde gasten, waaronder Celine Dion (in het door haar in 1997 al opgenomen, maar door Carole geschreven "The Reason"), Babyface in het mooie "You Can Do Anything" en Wynton Marsalis. Bovendien werkte ze nauw samen met naamgenote en collega songschrijfster Carole Bayer Seger. Hoewel het pure pop is, wordt het nergens te glad. Hoogtepunten zijn "You Will Find Me There" (qua tekst de nieuwe "You’ve Got A Friend"), het oude Coffin/King nummer "Oh No Not My Baby" en "Save Again". Het schrijven van liedjes voor anderen blijft haar grootste passie, maar het is goed om haar prachtige (in dertig jaar tijd nauwelijks veranderde) stem weer eens een album lang te horen. Kortweg : "The Living Room Tour" is warm, intiem en gezellig en laat je af en toe lekker mee zingen.


 

CHAZ & THE MOTORBIKES
SKUNK ON THE LOOSE
WELL , MY HEART WENT BOOM !
website : www.charliechesterman.com
info : Charlie@Charliechesterman.com
label : Thin Wistle Recording

Good old Charlie, de man liet met de albums "Studebakersfield" en "Hit This, Kick That" een fraaie indruk, voornamelijk van die leuke pop/rock/roots nummertjes die wat deden denken aan Mickey Jupp, Moon Martin, Dave Edmunds, Nick Low. Charlie Chesterman is al sinds mensenheugenis aktief in de Boston muziekscène en zal de rest van zijn leven onvoorwaardelijk verbonden blijven als de frontman van Scruffy the Cat, The Harmony Rockets en natuurlijk The Legendary Motorbikes. Onlangs verscheen van deze retro rocker het album "Skunk on the Loose", onder leiding van ouwe getrouwe Pete Weiss, en de opnames vonden plaats onder het gelukkige gesternte van several beers and a long lunch break. Altijd een grappig baasje geweest die Chesterman en dat weerklinkt ook in zijn songs ... "power pop twang and a Costello-in Nashville" volgens het gezaghebbende Mojo. En ook anno 2005 zweeft de sound van Rockpile, Buddy Holly, NRBQ over songs als "Lost summer Nite, I need you", "Hide Your Love" en het jukeboxrockertje "Texas Rendez Vous" met een schitterende Gordon Beadle op sax , Maar zoals de naam van zijn begeleidings band al laat uitschijnen, horen er bij motorbikes natuurlijk scheurende gitaren en up-tempo nummertjes die de hoofdjes en nekspieren in aktie zetten en meteen het bierverbruik tot ongekende hoogtes doen stijgen. Je wordt dan ook vrij vlug op je wenken bediend met "Tarzanna", "Question Mark", en er kan zelfs een scheutje surf/rockabilly geserveerd worden met het instrumentaaltje "Swingin' Cutlass" en de doo de lee doo doo de lee doo" Baby Talk". Of liever wat country als dessertje ... "Costello in Nashville " met "Good in Blue" (met Tim OBtez op pedal steel ) en de tearjerker "Scramble the Jets" (the ballad of Agent Sam). Natuurlijk verloochent Charlie zijn punk/rock verleden niet en ach waarom niet, songs als "Cheater" en "Big Backseat " hadden vijfentwintig jaren geleden dikke hits kunnen opleveren. Het was hem van harte gegund. Niks nieuws onder de zon maar dat verwacht je natuurlijk ook niet van Charlie

Charlie had nog iets speciaals voor ons in petto, of hoe opruimen kan leiden tot verrassende ontdekkingen. Zo vondt hij notabene in zijn Fender versterker nog opnames die dateren van live opnames on the WMBR's Pipeline shows (' 96 & 2000). Het biedt een overzicht van songs die regelmatig op de playlist stonden van The Legendary Motorbikes : "Fireball", "Theo's El Camino", some B-sides: "I'm Waiting", "All By Meself", covers : "Heartshipped", "Kissing Galaxy" en enkele songs waarvan zij zich het bestaan zelfs niet meer herinneren.Typisch Charlie! De toenmalige Motorbikes van dienst bestonden uit Andy Pastore, Jim Faris, Gary Gendron en John Clarke en wederom werd Pete Weiss bereid gevonden om "die erg goed bewaarde songs" op een blinkend schijfje te toveren. Negentien in aantal die opnieuw het daglicht zagen of meer dan 41 minuten prima stuff. Onder het motto van : Chaz & the Motorbikes may never make it to your hometown, but if you get some friends together, drink some beer, and crank this cd up loud. It just might make YOUR heart go BOOM. It works for me ... (Charlie C). DOEN!

 


 

HARRY MANX
MANTRAS FOR MADMEN
Label : Dog My Cat Records
Website :www.dogmycatrecords.ca
info@dogmycatrecords.ca
tracey.m.page@shaw.ca

“The way I see it, Blues is like the earth and Indian music is like
the heavens. What I do is find the balance between the two.” – Harry Manx

Canadese bluesman Harry Manx was op zijn eerste twee solo-platen voor Northern Blues Music al nooit voor een gat te vangen: hij schrijft, zingt, speelt banjo, akoestische slide en National steel gitaar. Bovendien bespeelt de ex-leerling van de Indiër V. M. Bhatt ook de door de laatste uitgevonden Mohan Veena, een twintigsnarige Indiase kruising tussen sitar en steelgitaar. Zijn derde album "Jubilee" is een wonderbaarlijke samenwerking van Manx en die andere wonderbaarlijke gitarist Kevin Breit (ex Cassandra Wilson, Holly Cole en Janis Ian). Het resultaat op deze plaat is een verbluffende mix van blues, country, jazz en world music - alles in een superieure klankkwaliteit van producer David Travers-Smith. "Road Ragas" uit 2003 is een live album en bevat voor meer dan honderd uren muziek opgenomen tijdens zijn optredens in Canada, Europa en Australie. Zijn playlist bestaat voornamelijk uit nummers uit zijn vorige cd's (Dog My Cat, Wise and Otherwise, Jubilee), maar ook enkele onuitgegeven nummers. Waardoor we feitelijk kunnen spreken van een 'best of' uit Manx’s talrijke songs, bestaande uit doorleefde en originele akoestische blues ("Spoonful", "Sitting on Top of the World") met hier en daar een Mohan Veena. Vorig jaar verscheen op zijn eigen label, Dog My Cat Records, het album "West Eats Meet" (2004), een soort verhusselde East meets West, zou je kunnen zeggen. Dat Manx van Indiase muziek houdt was reeds te horen op zijn vorige cd's, en dat kun je op deze cd duidelijk weer horen. Veel fusionplaten hebben iets geforceerds, maar bij Manx klinkt het allemaal zo vanzelfsprekend dat je helemaal niet het gevoel hebt dat hier twee muzikale culturen gemixt worden. Het klinkt alsof het gewoon de muziek van Harry Manx is, en dat is gewoon heel mooie muziek. "West Eats Meet" ligt nog niet koud in de rekken of daar is de opvolger al. "Mantras For Madmen", ondertussen zijn zesde album, ligt volledig in dezelfde lijn als zijn vorig album. Zijn akoestische blues, met een oosters tintje, heeft hij ditmaal opgevrolijkt met bas & drums, zeer gospel-geladen backing vocals en natuurlijk zijn Indiase instrumenten (Mohan Veena en Tamboura). De cd begint met het relaxte "Where Fools Die" met zeer harmonicaspel van Steve Marriner à la Toots Thielemans. Het tweede nummer "San Diego-Tijuana" is een oerdegelijke song, waar een heel licht vleugje India doorheen waait. Verderop komt zijn Mohan Veena-spel wat nadrukkelijker in beeld, maar nooit storend, zoals in de instrumentale afsluiter "Talkin Turban". Derde track "The Point of Purchase" heeft een J.J. Cale sound, met een schitterende tweede stem van Emily Braden. De achtergrondstemmen zijn overal heel mooi, maar als Braden de "background lead vocal" voor haar rekening neemt wordt het echt kippevelmuziek, luister maar even naar het duel met Emily in "It Takes A Tear" ... zo mooi! Manx heeft een donkere, warme en een tikkeltje gruizige stem, en hij zingt zijn liedjes steeds aangenaam relaxed. Tel daar nog eens zijn prachtige gitaarspel, zijn banjospel, zijn mondharmonicapartijen, de Mohan Veena en Tamboura bij en dan kunnen we zeggen dat "Mantras For Madmen" een klein meesterwerk is. Kortweg : Alle nummers kruisen blues en folk met jazz en country, een vleugje Indiase muziek en een forse dosis singer-songwriter. Zo komt vanuit deze mix van invloeden een heel gretig en persoonlijk geluid tot stand. Manx’ eigen stuwende spel zorgt voor swingende melodieën, die tegelijk rootsy en meeslepend zijn en maken van deze "Mantras For Madmen" een hebbeding.


 

GASTHOUSE DAVE
PSYCHE BLUES
Label : DixieFrog Records
www.bluesweb.com
distr.: Parsifal
www.parsifal.be
info@parsifal.be

Wat kan ik nog zeggen als Gashouse Dave met een nieuw album uitkomt? Klinkt hij anders? Doet hij iets nieuws? Ik kan nog wel een paar andere vragen bij u oproepen, maar de belangrijkste is eigenlijk, is het Gashouse Dave ja of nee? Wel nu ik kan u verzekeren dat de opvolger van "Woman in the White House" (2004), één en al Gashouse Dave is. Gashouse, geboren in Concord, Massachusetts, was een lokaal bekend bluesmuzikant in New England waar hij in verschillende bands speelde en kon fungeren als openingsact voor the Young Rascals, The Animals, The Youngbloods, Jimmy Smith, Starship, Fleetwood Mac en The Doobie Brothers. Later verhuisde hij vervolgens naar Lake Tahoe en Mill Valley, waar hij ongeveer een vier jaar gitaar speelde in de Mike Bloomfield band. Maar ook The Judds, Big Joe Turner, Stevie Wonder, Elvin Bishop, Nick Gravenites, en vele anderen konden op zijn gitaarkunsten rekenen. Op zijn zopas verschenen CD "Psyche Blues" vinden we krachtige nieuwe songs aan die allen uitblinken in de kwaliteit van klank en songwriting. De bluespoëet heeft een album gemaakt waar we de komende wintermaanden, bij een warm nachtelijk vuurtje, volop van kunnen gaan genieten. Gashouse moet het namelijk niet hebben van het harde volume. Zelfs op de achtergrond blijft het allemaal spannend. Ik hoefde slechts bij de track "Outlasting Our Promises" een volumetandje hoger te gaan al was het maar alleen om buiten zijn prachtig gitaarspel, ook even te kunnen genieten van het saxwerk van Jerry Peterson. Met Luc Heller op drums en Francis Campello op bas is het als vanouds swingen in de doorgaans strak verpakte funky-jazz blues liedjes. Liedjes met literair sterke teksten van David Randall Shorey - a.k.a. Gashouse Dave. Ook de stem van Gashouse blijft verbluffend overeind. Zelden heb ik iemand zo passievol en stilistisch horen zingen in zijn zelfgepende songs. Zoals Gashouse Dave het zelf ooit predikte: "I feel like I found friends in books. Early in the game I identified with American writers like Jack London, William Saroyan, John Steinbeck, but drew the line at Hemmingway. I found that I was getting more specific in my quest. I found Bukowski, Raymond Chandler, James Ellroy and Elmore Leonard. The Universe was getting smaller for me. Dee Brown, John C. Neihardt, Robert Anton Wilson, Edgar Cayce, Aleister Crowley, Jules Verne and James Baldwin. I was looking for something in the Brotherhood". Benader de liedjes met kracht of tederheid en laat je stem het verhaal vertellen, dat is de essentie van deze bloedstollende ingenieuze CD. Zo opent de CD met "I Hear My Subway Comin'" en "It's A Drag Always Being Right", meteen hoor ik de bewondering die Gashouse heeft voor het werk van Tom Waits, Jimmy Hendrix, Michael Bloomfield, Jules Verne en Edgar Allan Poe. In andere songs zijn ook invloeden te bespeuren van schrijvers als Jack Kerouac, Raymond Chandler en William Carlos Williams. Alles draait om de inhoud, soms aangrijpend en soms vingerwijzend. Door de bocht genomen is "Psyche Blues" geen meesterlijk blues album die u nog nooit eerder gehoord zult hebben, maar het is er wel een die er inhoudelijk toe doet. Feit is: Met zijn licht geschuurde stem, fingerpicking op dobro en slide gitaar verzorgt Gashouse Dave wederom voor een ingenieuze geluidsdrager. De fans zullen "Psyche Blues" op handen dragen maar of Gashouse Dave een nieuwe generatie muziekaanbidders zal aanboren waag ik te betwijfelen.


 

BLOODSHOT BILL
website : www.bloodshotbill.com
label : 2005, Squoodge !! Records
info :BLOODSHOTBILL@HOTMAIL.COM
www.myspace.com/bloodshotbill

"Greasy Canadian Boy Makes Horrible Rockabilly Music Like Garbage " (MySpace) // "They say Robert Johnson sold his soul to the Devil in order to play a mean guitar. In many ways, Bill sounds like a modern day Johnson. He'll be here to exorcise the demons on Saturday night. " (By Matt Kanner )

Bloodshot Bill was in een vorig leven ondermeer de frontman van the Hubcats en the Guilloteens, groepjes die nog min of meer netjes binnen de paden bleven van het rockabilly gebeuren. Onlangs bedankte hij de overige leden voor hun samenwerking en besloot het als one man band te wagen. Drums, gitaar & vocals ... in onze contreien eerder een zeldzaamheid maar in Montreal, Canada een meer voorkomende leuke bezienswaardigheid. Het zal wel mooi zijn om naar te kijken maar beluisteren ...? Het lijkt mij niet eenvoudig om alles in goede te banen houden want het is nog al een intensieve energieke bedoening. Het soundje kreeg de titel mee van 'rockabilly trash barbecue punk explosion' (!) en het lijkt wel of Bloodshot Bill de totale reïncarnatie is van Hasel Adkins, Jerry Lee Lewis, Captain Beefheart, Dick Dale, Brian Setzer, Dick Montana of te wel "A wild one-man band trashy punk rockabilly blues madness" en de waarschuwing die zijn drumtoestel siert zal wel terecht zijn zeker : "Lock up your daughters, girlfriends, wives, aunts". Acht songs op dit (mini) album, waarvan twee covertjes (" Hobo" en "Rat Fink") die een indicatie moeten geven van de man zijn kunnen. Bob Log III, Slim Sandy, Al Foul ( zie rev.April 05) hebben er een broertje bij en wij een cd.


 

BLUES GUITAR WOMEN
Label : Ruf Records
www.rufrecords.de
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com

 

“When a woman gets the blues, she hangs her head and cries.
When a man gets the blues,he catches a train and rides.”

Het Duitse Label Ruf-records heeft de Blues Caravan in het leven geroepen. Dit jaar had deze Blues Caravan Ladies Night, maar liefst drie prominente bluesdames op de bill staan, te weten Ana Popovic (Joe), Candye Kane (USA) en Sue Foley (Can). Deze dames touren gezamenlijk door Europa onder de gemeenschappelijke naam Blues Caravan. De betere vrouwelijke popmuzikant heeft het gemiddeld genomen niet makkelijk, tenminste niet hier in de Lage Landen. Terwijl Ana, Candy en Sue in het buitenland prijs na prijs weten binnen te slepen, is het hier zelfs verrekte lastig om een cd van hun aan te schaffen. Alleen Sue Foley heeft met haar laatste cd "Change" een aantal positieve recensies gekregen. Wie echter naar het optreden van de dames is geweest zal moeten beamen dat ze alle drie de moeite waard zijn en dat ze hun prijzen niet voor niets hebben gewonnen. Ana en Sue opereren in brede muziekspectrum van jazz tot blues en blues tot jazz. Ze beheersen het gitaarspel tot in het topje van hun vingers, ieder met haar eigen dynamiek. Beide dames zijn dan ook terug te vinden op de pas verschenen dubbelaar "Blues Guitar Women", een bluesverzamelaar waarvan de samenstelling volledig in handen was van Sue Foley, die trouwens ook een documentaire aan het schrijven is over vrouwelijke bluesgitaristen, "Guitar Woman". De eerste cd kreeg de naam "Contemporary Blues Guitar Women" mee, en richt zich meer op de actieve bluesladies met o.a. haarzelf, Ana Popovic, Lara Price Band, Debbie Davis, Deborah Coleman en Maria Muldaur & Bonnie Raitt.


TRACKS:
1. Can't Quit The Blues - Lara Price Band feat. Laura Chavez
2. Takin' It All To Vegas - Debbie Davies
3. The Man's So Good - Alice Stuart
4. Mediterranean Breakfast - Sue Foley
5. The River Wild - Deborah Coleman
6. Living On The Road - Joanna Connor
7. Navajo Moon - Ana Popovic
8. Judgement Day Blues - Carolyn Wonderland
9. Lonely Lonely Nights - Eve Monsees
10. It's A Blessing - Maria Muldaur & Bonnie Raitt
11. Dreamland Blues - Erja Lyytinen
12. Lynn's Blues - Barbara Lynn
13. Goin' Down - Tracy Conover
14. Baghdad Blues - Beverly "Guitar" Watkins
15. Woke Up This Mornin' - Ruthie Foster

De tweede cd "Traditional Blues Guitar Women", geeft het meteen al zelf aan, en hier treffen we buiten haarzelf voor een tweede keer, Precious Bryant, Rory Block, Jessie Mae Hemphill en Memphis Minnie aan. Maar raar maar waar geen Candye Kane! Is het dan toch waar vrouwen onder elkaar ... maar niet te min is het weer genieten van de volgende tracks:


1. Fool Me Good - Precious Bryant
2. Going Down This Road - Algia Mae Hinton
3. Doggie Treats - Sue Foley
4. Fixin' To Die - Rory Block
5. Dead End Street - Ellen McIlwaine
6. Rather Be The Devil - Alice Stuart
7. Streamline Train - Jessie Mae Hemphill
8. Nothing's Changed - Gaye Adegbalola
9. One Dime Blues - Etta Baker
10.Ain't Nothing In Ramblin' - JoAnn Kelly
11.Down The Big Road Blues - Mattie Delaney
12.Motherless Child Blues - Elvie Thomas
13.Skinny Legs Blues - Geeshie Wiley
14.In My Girlish Days - Memphis Minnie

"Blues Guitar Women" geeft gezamelijk een bijzondere mix van muziekstijlen, maar individueel weten deze dames te boeien. Het wordt tijd dat we deze 'Blues Guitar Women' in de armen sluiten. Wetende dat we deze gevarieerde verzamelaar immers voor de prijs van een enkele kunnen aanschaffen, mag je voor ene keer achter de vrouwen lopen, maar dan bij de platenboer, zeg dat ik het gezegd heb.
Ook laat Ruf Records weten dat er reeds een opvolger voorzien is voor de Blues Caravan Tour van volgend jaar, met ditmaal Aynsley Lister, Erja Lyytinen en Ian Parker. Slechts één vrouwelijke gitariste die we wel terugvinden bij de "Contemporary Blues Guitar Women". Maar goed, dit beloofd!


 

ALANA DAVIS
SURRENDER DOROTHY
Website: www.alanadavis.com
Email :britten@alanadavis.com
Label : Tigress Records/Telarc
www.telarc.com
Distr. : Codaex
Email: be@codaex.com

Alanda Davis is de dochter van twee jazz-muzikanten en maakte tot dusver een tweetal cd's die nauwelijks werden opgemerkt. Dat had alles te maken met het feit dat haar vorige platenmaatschappij nauwelijks aan promotie deed, want na haar debuut "Blame It on Me" (1998) was met name "Fortune Cookies" uit 2001 een overtuigende cd met een mix van jazz, folk en soul, waarvoor zowel Norah Jones, Alicia Keys en Joss Stone zich waarschijnlijk niet geschaamd zouden hebben. Doodzonde, want ook haar nieuw album "Surrender Dorothy" is een geweldige cd. Een cd waarop Davis terugkeert naar haar oorsprong en kiest voor een vooral door Joni Mitchell geïnspireerd geluid. Een geluid dat vervolgens wel wordt aangevuld met invloeden uit de R&B, rock, blues en soul, hetgeen Davis een heel bijzonder en eigenwijs geluid geeft. Een geluid dat al meer dan eens is omschreven als "het vrouwelijke antwoord op Ben Harper" en dat is eigenlijk een geweldige omschrijving. Dat we hier met een enorm talent te maken hebben blijkt ook wel uit de mensen die ze om zich heen heeft verzameld. Naast Alana zijn hier Adam Rogers (gitaar), Nir Z. (drums) en Jack Daley (bas) van de partij. "Surrender Dorothy" bevat negen zelf gepende nummers en twee covers, nl. "The Reaper" en Bob Marley's "Nice Time", die Davis volledig naar haar hand zet. Nog meer dan zijn directe voorganger "Fortune Cookies", is dit een persoonlijke plaat, waarop Davis op volwassen wijze vooral de schaduwzijde van liefde bezingt.Toch is dit zeker geen somber album, want naast een hartverwarmend nummer als "Wide Open" (luister even naar die text: "And you see when we're together/There's a pull we can't deny/I know that we may not be forever/But I feel like I could try), zijn er ook rockende nummers als "The Benefit". Door de rijkere arrangementen en kristalheldere productie klinkt de plaat werkelijk prachtig. "Surrender Dorothy" biedt niet alleen een heerlijke mengelmoes van stijlen, maar valt ook nog eens op door sterke songs, prima muzikanten en een heerlijke soulvolle stem. Een ding is niet veranderd, Alanda Davis zingt nog altijd de sterren van de hemel en schaart zich met deze prima cd definitief onder de grote zangeressen. Kortom: wederom een klein juweeltje.


 

BLAZE FOLEY
WANTED MORE DEAD THAN ALIVE
Website : www.blazefoley.com
Label : Waddell Hollow Records
www.waddellhollowrecords.com
leland@waddellhollowrecords.com

 

Het leven van Blaze Foley was minstens zo indrukwekkend als zijn muziek. Als Michael David Fuller werd hij in 1949 in Arkansas geboren. Groeide op in West Texas, waar hij als achtjarige jongen deel uitmaakte van het gospelgezelschap The Fuller Family. Later veranderde hij zijn naam in Blaze Foley, dat klonk beter vond hij. De Texaanse singer-songwriter, van wie onlangs het album "Wanted More Dead Than Alive" verscheen, zou dit jaar vierenvijftig jaar zijn geworden. In februari 1989 stierf Blaze Foley als gevolg van de schotwonden die hij had opgelopen toen hij een vriend te hulp schoot die bedreigd werd. 1 februari 1989, in The Austin Outhouse wordt die middag de live-cassette van Blaze Foley ten doop gehouden voor de muziekpers. Maar zonder de singersongwriter zelf. Die is eerder op de dag doodgeschoten door de zoon van een bevriend alcoholist. Een deel van de opbrengst van de cassette zou gaan naar de daklozen in de muziekstad, dat had Foley bedongen. In werkelijkheid wordt van de opbrengst een waardige begrafenis geregeld. Hij was een bizar man. Zijn hele leven stond in dienst van de muziek, maar werd tijdens zijn leven slechts bewonderd door collega's als Townes Van Zandt, Lucinda Williams en Merle Haggard. Foley, zo'n twee meter groot en 150 kilo zwaar, was een opmerkelijke verschijning, zeker toen hij op latere leeftijd zijn baard liet staan die hem jaren ouder maakte. Bij collega`s stond hij hoog in aanzien. De single "If I Could Only Fly" werd een grote hit voor Merle Haggard en Willie Nelson. Gedurende zijn korte leven moet hij enkele honderden nummers hebben geschreven, waarvan er een honderdtal op papier bestaan. De gebroeders Leland & David Waddell hebben samen het Waddell Hollow Records opgericht, met als doel om het beetje muziek van Blaze Foley meer bekendheid te geven. Dat resulteerde in de cd "Wanted More Dead Than Alive", een digitale remastering van een verloren gegane opname door geluidsingenieur Jon Sheppard. "Wanted More Dead Than Alive" is niet zo helder van geluidskwaliteit maar bevat wel tien tracks waarin Foley zingt met een diepe, soepele stem, zichzelf spaarzaam begeleidend op gitaar in het gezelschap van David Waddell (bas), Leland Waddell (drums), Joe Gracey (akoestische gitaar), Charlie Day (steelgitaar) en Kimmie Rhodes (backing vocals) in de Bee Creek Studios in Driftwood. Hoogtepunten van deze cd, zijn de ingetogen schoonheden : "If I Could Only Fly", natuurlijk, mooi ingezongen door Kimmie Rhodes. Andere nummers als "Clay Pigeons" en "Life Of A Texas Man" zijn immers ook zo overweldigend mooi. "Wanted More Dead Than Alive" is gewoon adembenemend, een album waarin de grofkorreliger stem van Foley deze plaat een must maakt voor elke country liefhebber van het betere singer-songwritermateriaal.


 

FIREBALL STEVEN
ROCKABILLY DONE RIGHT
website : www.fireball-steven.tk
label : Fireball Records 1956
info : fireballrecords@hotmail.com
info@rhythmbomb.com
nicnilsson1@hotmail.com


If you are hunting roots rockabilly ... this is it! Fireball Steven? Zweden? Misschien gaat er toch ergens een lichtje branden want Nic Steven Nilsson aka Fireball Steven is al meer dan vijftien jaren aktief in de rockabilly middens, voornamelijk als frontman van the Hale Bops. Hij zag afgelopen oktober een van zijn dromen in vervulling gaan, nl. een optreden op het vermaarde Hemsby festival en als kers op de taart verscheen onlangs zijn solo album dat de treffende titel "Rockabilly Done Right" meekreeg. Voornamelijk eigen materiaal van Fireball Steven (1967) dat hij in de loop der jaren bijeen schreef en waarvan sommige opnames plaatsvonden in de USA. Met erg bekend volk in de studio, ondermeer long time friend Dave Moore (gt) , Roc Larue (rhythm gt), Johnny Bones (doghouse bass), Ace Brown (rhythm gt), Lance Labeau (drums) Bob Butler (rhythm gt), de leden van the Helldrivers en natuurlijk zijn eigen band The Hale Bops. Aan de pure, rauwe sound van de traditionele rockabilly werd niet geraakt want de opnames verliepen nog op de oude vertrouwde wijze : "fully analog recordings, some very primitive recorded but a fantastic sound. Only tube amplifiers tape eccho is used along with all otther vintage euquipment." De liefhebbers weten meteen waar ze zich aan kunnen verwachten en moge dit album een voorbeeld zijn voor de ooit buitensporige studiotrucs en kosten. Als het waar is dat mannen knapper en beter worden met de jaren, en wie durft daar aan te twijfelen, dan staan er Fireball Steven en ondergetekende nog heuglijke dagen te wachten. One of the best European authentic rockers! Als extraatje is er het nummertje "No More" waarbij Rockin' Irené de vocals voor haar rekening neemt en een hidden track die overgenomen werd van een oude radiocassette opname (1980) . Prima album!


Voor de liefhebbers:
Fireball Steven & Tom Powder (Black Knights) have their own radioshow in Gothenburg every wendsday 17 00 - 18 00 at 88.0 mhz the show is called: Rocka-Billy-Boogie.


 

ALEX GOMEZ
METALLIC BLUE ELECTRIC
Website : www.alexgomez.biz
Email: agomezmail@yahoo.com
Label : eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/alexgomez
www.cdbaby.com/cd/alexgomez2

ALEX GOMEZ surfaced "...preachin' and teachin' the blues..." [New Times] hosting nationally-televised BLUES SLIDE GUITAR WORKSHOP [PBS]. The "...tuneful treasure chest..." [TV Guide] spun off companion Alex Gomez instructional products, including retail "top seller" [American Music Supply] TAPE & SLIDE. After performing industry showcase BLUESTOCK, the "...slide maestro..." [Guitar Player] released his recording debut. Winning international kudos, SLIDIN' DOWN THE DELTA drew comparisons to down-home blues shaman R.L. BURNSIDE [Living Blues]. Real Blues magazine declared subsequent Always Never "...the hottest thing to happen to Boogie Blues in 30 years". On METALLIC BLUE ELECTRIC, Alex Gomez hones the "...deep Black Keys groove..." [High Times] of its predecessors. Wrenching a rusty nail off a shotgun shack and hammering it back down hard, Alex Gomez informs the Roots Blues with invigorating, contemporary sensibility. "Alex Gomez is definitely a man to watch for in the future". [Rikk's Reviews]

Wie nu nog niet op de hoogte is van het bestaan van de uit Houston afkomstige Alex Gomez zou zich toch ééns dringend moeten beraden hier verandering in te brengen. Op zijn vorig album (2004) "Always Never" en op zijn laatst verschenen album "Metallic Blue Electric" kunnen met recht en reden bestempeld worden als een zeldzaamheden qua sublimiteit. Geïnspireerd door grootheden als Hound Dog Taylor, Lightnin' Hopkins e. a. slaagt deze slide gitarist er in een waar meesterwerkje neer te poten die naar mijn mening wel ééns geschiedenis zou kunnen schrijven. Alex Gomez gitarist/vocalist en tevens songschrijver van alle tien nummers op "Always Never" wijkt af van de traditionele akkoorden schema's die normaal in typische shuffle's of boogie's gebracht worden. Reeds in de eerste song "Macon Bacon" kan men kennis maken met dit uitzonderlijk geluid die deze Gomez voortbrengt. Soms gedurfd en gewaagd te noemen als in "Women Trouble", "Back To the Grind" en "New Orleans". Meesterlijke slide op deze tien tracks in een mix van Delta/Chicago Blues, Gomez laat wel duidelijk horen hoe de blues je ziel kan openscheuren. Het is gewoon vernieuwend, verfrissend maar blues in alle oprechtheid en eerlijkheid zo kan ik dit het best omschrijven. Gomez blijkt tevens een getalenteerd songschrijver te zijn, al gaan zijn songs voornamelijk over drank en slechte vrouwen, "Rolling Stone" is er het levende bewijs van. Het is een zeldzaamheid dat een album mij van begin tot eind kan boeien, dit is één van de uitzonderingen! Kortweg : De lang gerekte gitaarriffs op "Always Never" klinken zoals George Thorogood of Johnny Winter, maar dan niet een volledig album lang. Hij heeft een meer nasale stem die veel weg heeft van ZZ Top's Billy Gibbons. Over zijn nieuwe plaat ga ik zeer kort zijn: "Metallic Blue Electric" is werkelijk een zeldzaamheid qua sublimiteit; dit moet u horen! "...Elmore James on acid." - Todd "Doc" Sigmer, KHEN/Denver. Maar goed, deze cd's hadden nooit in eigen beheer moeten worden uitgebracht. Prima composities van de overtuigend zingende en spelende Alex Gomez. Ook op de arrangementen en de produktie is niets aan te merken. Hopelijk krijgen deze glimmers een herkansing op een behoorlijk label.

 


 

KATY MOFFATT
UP CLOSE & PERSONAL
Label : Fuel 2000 Records
www.fuel2000.com
info@fuel2000.com

Katty Moffatt heeft al een tiental albums op haar naam staan, maar "Up Close And Personal" is haar eerste live-album voor Fuel 2000 records. En een prima liveplaat (opgenomen tijdens een AMP house concert in 2002 in Albuquerque, New Mexico), want Moffatt schotelt ons zestien smakelijke countrysongs voor en vooral heerlijk gezongen, luister maar naar de ingehouden snik in de opener "This Heart Stops For Railway Crosses", een nummer dat ze samen schreef met Tom Russell. Eigen nummers worden afgewisseld met fraai uitgevoerde covers (Chris Smither’s "Love Me Like A Man", David Halley’s “Further”) en hoewel het allemaal nogal laidback is, maakt de stem van Moffatt veel goed. "Up Close And Personal" is een intense en emotievolle cd. Een cd die niet alleen opvalt door het geweldige gitaarspel, maar ook zeker door Moffatt's krachtige en doorleefde stem. Met twee zulke aansprekende wapens in de aanbieding moet je de rest sober houden en dat hebben ze daar in Albuquerque goed begrepen. Katty Moffatt krijgt op "Up Close And Personal", alle ruimte en daar doet ze verschrikkelijk mooie dingen mee. Natuurlijk gaat een liveplaat hier niet in grote aantallen over de toonbank, maar we zijn er van overtuigd dat iedereen die hem wel aanschaft daar geen seconde spijt van gaat krijgen.