ROOTSTIME cd reviews

ARCHIEF - JANUARI 2006 - FEBRUARI 2006 - MAART 2006 -

APRIL 2006 - MEI 2006 - JUNI 2006 - JULI 2006



 

GREG BROWN
THE EVENING CALL
Website : www.gregbrown.org
Label : Red House Records
Website :www.redhouserecords.com
Distr.: Music & Words
www.musicwords.nl

Greg Brown is wat men noemt een troubadour in de klassieke betekenis van het woord. In een meer dan twintigjarig bestaan als reizende muzikant is hij nauwelijks van het rechte pad afgeweken, zodoende lukte het de Amerikaanse folkzanger om een niet gering aantal trouwe volgelingen om zich heen te kweken. De vele langspeelplaten die op zijn naam staan, worden telkens weer gebrandmerkt door het donkerbruine stemgeluid, zo donkerbruin als whisky van een goed jaar. Het spaarzame geluid van zijn vingers die langzaam maar uiterst behendig over de snaren van een mahoniehouten westerngitaar bewegen, is verder het enige gezelschap in het donkerste van de nacht. Wij zijn de tel inmiddels een beetje kwijtgeraakt, al blijkt dit reeds Brown's 23e album te zijn, dat hij samen produceerde met zijn vriend Bo Ramsey (elektr. gt.) die ook veelvuldig te horen is naast Rico Cicalo (akoest. bass), Steve Hayes (drums, percusie) en Ricky Peterson (akoest. piano, B3). Bij de eerste beluistering van zijn nieuwe verzameling troubadoursongs valt ons meteen op dat zijn muziek was en blijft folk met alle kleine variaties in tempo, toon en stemming die hierbinnen mogelijk zijn. Greg Brown schrijft en zingt mooie luisterliedjes die de luisteraar eerder licht raken dan diep in het hart snijden. Zijn zang is even ingetogen als zijn liedjes zelf. Onnadrukkelijkheid troef dus. Het kan niet anders of stalgenoot John Gorka (ook op Red House Records) heeft zich door deze Brown laten inspireren en beïnvloeden, getuige diens nieuwe album, "Writing In The Margins". Maar ook zijn poëtische teksten en de vaak ingetogen, soms bijna stilistische folk/bluesliedjes zijn karakteristiek. Zo ook op zijn nieuwste. De duistere, fascinerende opener "Joy Tears", zet de toon. Met een stem die doet denken aan JJ Cale en Mark Knopfler en met uitstekend gitaarspel overtreft Brown zichzelf. Prijsnummers zijn de al genoemde opener, het dreigende "Evening Call" en het trio zeer subtiele nummers: "Bucket", "Coneville Slough" en "Skinny Days". Doordat akoestische en elektrische gitaren afgewisseld worden, valt zelfs een bluesy nummer als "Treat Each Other Right" prima op z'n plaats. Kortweg: Greg Brown is een folkmuzikant - singer/songwriter zeggen we tegenwoordig - met een imponerende staat van dienst. Sinds zijn debuut in 1980 maakte hij liefst 23 albums, platen van een constant hoog niveau, die zich kunnen meten met de betere Americana-platen. Luister naar veertien laidback-juweeltjes die in kwaliteit niets voor elkaar onderdoen en je bent verkocht.


 

TONY JOE WHITE
UNCOVERED
Website: www.tonyjoewhite.com
management1@tonyjoewhite.com
Label: Swamp Records
www.swamprecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com

Tony Joe White kende eind jaren negentig redelijk commerciële successen, maar artistiek gezien viel hij behoorlijk in herhaling. Gelukkig begreep hij dat zelf ook, en zo begon met "The Beginning" uit 2001 de artistieke opleving van de swamp rocker, een benadering die hij niet eerder beproefd had: man alleen met gitaar en harmonica. Bij de eerste tonen kan dit dan nog een redelijk standaard akoestisch bluesalbum lijken, maar als de stem uit het moeras omhoog komt is het duidelijk: Tony Joe is terug. En die lijn weet hij goed door te zetten met zijn volgende albums. Na "Snakey" (2003) verscheen het album "The Heroines" (2004), dit was meteen zijn ode aan het fenomeen De Vrouw. Om deze kracht bij te zetten werden we getrakteerd op vijf duetten met achtereenvolgens Lucinda Williams, Shelby Lynne, Emmylou Harris, Michelle White en Jessi Colter, niet de minste namen. Dit waren ook gelijk de hoogtepunten van de plaat, omdat White's stem prachtig contrasteert met de vrouwelijke inbreng. Ondanks dat er van een vernieuwende sound of van een werkelijk gewijzigd genre in vergelijking met vorige platen geen enkele sprake is, werkt de aanpak zo verfrissend dat hij voor zijn nieuwe plaat wederom vijf gasten wist op te trommelen, maar nu van het mannelijke geslacht. Op "Uncovered" krijgt hij namelijk de hulp van niet de minsten: Mark Knopfler, Eric Clapton, J.J. Cale, Waylon Jennings en Michael McDonald. White's stem lijkt als vanouds ergens uit de diepste swamp in Louisiana te komen, het gitaarspel is functioneel en altijd ritmisch. Het relaxte moerasbluesgeluid is volop aanwezig op deze plaat die verscheen op zijn eigen label: Swamp Records. Ook horen we op "Uncovered" drie bekende TJW remakes, van klassiekers als "Rainy Night In Georgia", "Taking The Midnight Train" en "Did Somebody Make A Fool Out Of You" en zeven nieuwe songs. Hoogtepunten zijn wel te noemen, maar belangrijker is dat de plaat nergens inzakt. Tony Joe White heeft zichzelf al een vijftal jaren volledig hervonden en door zijn nieuwe plaat "Uncovered" te noemen doet het ons vermoeden dat we nog een hoop moois van de swamp fox mogen verwachten. Maar goed die hoogtepunten: Zoals op zijn album "The Heroines", zijn ook hier de duetten met de andere gastgitaristen de absolute aanraders. De mannen maken er een mooie wedstrijd van wie het meest relaxed kan zijn, zo horen we Eric Clapton in "Did Somebody Make A fool Out Of You", wijlen Waylon Jennings in "Shakin’ The Blues", Michael McDonald in "Baby Don’t Look Down", Mark Knopfler in "Not One Bad Thought" en J.J. Cale in "Louvelda". Kortweg: Op "Uncovered" wordt Tony Joe White op een laidback manier begeleid door smaakvol gitaargetokkel en niet te opdringerige blazers, en zorgt hij opnieuw voor een hoogtepunt in zijn rijke carrière.


 

SCOTT HOLT
REVELATOR
website: www.scottholt.com
label: Rockview Records
info: scottbuffy@charter.ne
www.cdbaby.com/cd/scottholt

Scott Holt (June 26, 1966) mag dan (nog) niet de status hebben van superster, met zijn album "Revelator" lijkt hij mij goed op weg om daar verandering in te brengen. De man leerde gitaar spelen op zijn achttiende en zag de (blues) wereld voor hem opengaan toen hij op het bestaan werd gewezen van Stevie Ray Vaughan, B.B. King, Albert King, Freddy King en last but not least Buddy Guy. Een toevallige ontmoeting met de meester zelf zou resulteren in een vriendschap voor het leven en niet onbelangrijk ... Scott Holt maakte meer dan10 jaren deel uit van Buddy's band. Een perfecte leerschool zou later blijken (“I learned so much from Buddy and the musicians in that band. I learned how to play the Blues, to entertain an audience and so much more that it really was, as Carlos Santana told me once, my ‘trip to the university’.”) en de beslissing in 1999 om de band te verlaten, en op eigen beentjes te staan, wordt door Holt nog altijd beschouwd als "the hardest decision in my life". Inmiddels zijn er een vijftal albums van Scott Holt op de markt en lijkt de doorbraak er aan te komen. Niet verwonderlijk want "Revelator" is een ijzersterk album : "It's s comes from tears, sweat and laughter. It comes from broken hearts and hearts that have been put back together. It comes from babies crying, dogs barking, pretty girls laughing and the smell of warme June nights somewhere in the Tennessee hills. It comes from the sounds of Nashville, Memphis and Chicago. It comes from cracked guitars, buzzing amps, broken strings and the spiritual thump of love, joy and happiness ... en het volledige pakketje zou dringend eens moeten overwaaien naar Europa! Blues from the heart ... met liefst vijftien zelfgepende songs oftewel 57 minuten en 39 seconden universal heart/soul music van top kwaliteit ....
"Now that I’m on my own, it’s my responsibility to keep the Blues alive and to make sure that the architects of the art form are remembered and honored. We can’t forget Muddy, Wolf, Earl Hooker, John Lee Hooker or Junior Wells, or the host of others who in some case literally gave their lives to this music."
If you are skeptical, go see him when he swings into your town ... You will become a Believer. Of this, I have no doubt!

Scott Holt / vocals and guitar.
Keith Kenyon / bass, keyboards, drum programming.
Greg Shumake / keyboards.
Background vocals : Janet Kenyon, Melinda Doolittle.


 

B.B. & THE BLUES SHACKS
LIVE AT VIER LINDEN (CD/DVD)
Website: www.bluesshacks.com
Label: CrossCut Records
www.crosscut.de
blues@crosscut.de
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

In 1989 richtte Michel Arit uit Niedersachsen samen met zijn drie jaar oudere broer Andreas B.B. & The Blues Shacks op, waarvan hij zanger/mondharmonicaspeler en frontman is. Sindsdien hebben zij reeds meer dan acht CD's op hun palmares, geven zij vele concerten per jaar ten beste, werden zij in 2003 uitgeroepen tot best Live-bluesband van Europa en zijn zij ondertussen fulltime professioneel met blues bezig.Vraagt dit nog meer uitleg? In elk geval éénmaal het bluesshacks-virus je beet heeft laat het je niet meer los. B.B.& the Blues Shacks brengen traditionele blues die men kan situeren in de jaren '40 -'50. Ze klinken zeer up-to-date en het R&B gevoel is uniek aan deze formatie. In 2005 waren ze o.a. te zien op het Duvel Bluesfestival, Moulin Blues, Rhythm & Blues Festival te Maastricht en dit jaar op het Belgium Rhythm 'n' Blues Festival te Peer. Maar ook in de maand oktober 2005, na hun geweldige optredens hier in de lage landen, waren ze live te zien en te horen in Hildesheim, in hun thuisland, waar ze wederom een portie forties & fifties jump & swing blues tenbeste gaven en liet dit Duits vijftal blijken dat inzake inpakken van een publiek deze band niet veel meer te leren heeft. B.B. & The Blues Shacks kan gemakkelijk geboekt worden als voorprogramma van Brian Setzer’s Orchestra want de mix van old school blues en rockability brengt gegarandeerd de beentjes van de vloer. Vooral de staande bas fungeert als de brommende motor die de andere instrumenten, en dan vooral de tokkelende en hakkelende gitaar en de gemene smoelenschuiver aka de harmonica, voortjaagt. De live atmosfeer komt prima terug en het klinkt allemaal als een groot ouderwets blues en rock ’n roll feest, gaat dat horen op de cd en zien op de dvd! Kortweg: B.B. & The Blues Shacks werken zich hier met verve en een hoop lol door een set elektrische Blues en Fifties R&B. Weinig Duitse bands klinken zo vintage Amerikaans. Een goed geoliede Duitse machine die een authentiek aandoende sound produceert die staat als een huis! "Live At Vier Linden" speelt u liefst zoveel mogelijk en misschien wat luider als een gewone blues-CD!

NB: De tracklisting van de CD verschilt met die van de DVD, die tevens een andere mix heeft!

Tracklist -CD
1. Hot Shot Bop
2. You Can Always Depend On Me
3. Let's Get Crazy
4. She's Got Her Eyes On Me
5. Can't Hide Love
6. Lose My Mind
7. Stompin' And Rollin'
8. Good Night's Sleep
9. Hear My Baby Naggin'
10. Letter From My Baby
11. Ain't A Home No More

Tracklist - DVD
1. Cool Drinks
2.You Can Always Depend On Me
3. Let's Get Crazy
4. She's Got Her Eyes On Me
5. Mad Man Blues
6.Can't Hide Love
7.Truckload Of Worries
8.Stompin' And Rollin'
9. Good Night's Sleep
10. Lowdown Ways
11. If That Ain't Love
12. Talk To Me

Line-up:
Michael Arit (vocals & harmonica)
Andreas Arit (guitar)
Andreas Bock (drums)
Henning Hauerken (upright bass)
Dennis Koeckstadt (piano)

Discografie:
1994 Feelin' Fine Today
1995 Jive Talk, Slow Walk
1997 Reality Show
1998 Live at the Lucerne Blues Festival With Special Guest Tad Robinson
1999 Straight Blues/Big Swing - The Blues Edition
1999 Straight Blues/Big Swing - The Swing Edition
2001 Midnite Diner
2003 Blue Avenue
2006 Live at Vier Linden CD / DVD


 

NATHAN WADE
THE DEAD LEAVES SING
Website: www.nathanwademusic.com
www.myspace.com/nathanwade
Email: booking@nathanwademusic.com
Label: Nathan Wade Music
www.cdbaby.com/cd/nathanwade

Nathan Wade grossiert in ouderwetse bluesmuziek van het treurige soort op zijn debuutalbum "The Dead Leaves Sing". En daar leent zijn instrumentarium van stem, akoestische gitaar met hier en daar een schuchtere resonator slide-gitaar zich uitstekend voor. Met een stem die klinkt als Stephen Yerkey, die zich dus ergens situeert tussen Tom Waits en John Hiatt, heeft Nathan Wade een indrukwekkend debuut van diep-melancholieke, om niet te zeggen inktzwarte liedjes op de markt gebracht. En zo klinkt Nathan Wade ook, alsof hij al een leven aan zich voorbij heeft zien trekken. Zijn elf songs hebben daardoor bijna een hypnotiserende werking. In bevlogen bluesstampers, of soms aanstekelijke spookachtige liedjes verhaalt Wade over moord, doodslag en verslaafden. Zijn songs hebben daarom allemaal iets met mysteries, seriemoordenaars en verloren zielen te maken. Thema’s die door zijn gitaarspel en stem ijzingwekkend dichtbij komen en de gave van Wade etaleert. Inspiratiebron voor de cd zijn de 1950's field recordings van audio archivist/musicus Alan Lomax (in het bijzonder zijn dertiende volume Southern Journey collection). Hij noemt zijn muziek: "Post-Apocalypse Americana--which combines the gothic literary world of Nick Cave with the gritty, reinvented bluescapes of Chris Whitley; there are also echoes of John Fahey, Jeff Buckley, Ry Cooder, and Italian film composer Ennio Morricone in there as well." Alle songs roepen echter bewondering op. Bewondering omdat de muziek zo uitstekend in elkaar zit en met een nonchalant raffinement wordt gebracht. Wade’s stem en donkere verhalen staan centraal, de minimale begeleiding met viool, drums, bas en mandoline is slechts bijzaak. De oerkracht van de stem en de songs van Wade kunnen je niet onberoerd laten. Nathan Wade is met zijn moderne murder ballads, fire & brimstone gospel en gothic country blues op zijn best in een broeierige concertzaal, maar desondanks is zijn debuut "The Dead Leaves Sing", een cd die de weg naar de cd-speler heel vaak zal weten te vinden. Een plaat die per luisterbeurt toeneemt aan intensiteit. Uiteindelijk is het kippenvel wat rest.


 

JOHN GORKA
WRITING IN THE MARGINS
Website: www.johngorka.com
Label : Red House Records
Website :www.redhouserecords.com
Distr.: Music & Words
www.musicwords.nl

Je houdt van zijn stem of je hebt er helemaal niets mee. Een tussenweg lijkt er niet te zijn. Toch is bijna iedereen het er over eens dat zanger/gitarist John Gorka prachtige songs kan schrijven. In 1987 verraste Gorka de wereld met zijn debuutalbum "I Know". Een plaat met intieme, melodieuze songs die sober maar subtiel waren gearrangeerd en met een warme bariton gezongen. Behalve de muziek maakten zijn teksten indruk. Deze dreven op rake observaties, humor en - nog belangrijker - zelfspot. Na zijn debuut heeft Gorka met regelmaat nieuwe platen gemaakt. Hoewel deze onderling licht verschillen in stijl en stemming, ontwikkelt de muziek van Gorka zich niet in een bepaalde richting. Maar wie zit daar ook op te wachten? De man schrijft mooie liedjes die de luisteraar soms ontroeren, dan weer vrolijk stemmen en soms tot een glimlach verleiden. Zoals op zijn vorige platen, Gorka's achtste album "Company You Keep" en "Old Futures Gone" uit 2003, laat Gorka zich ook hier weer vocaal bijstaan door Lucy Kaplansky, naast andere gastzangeressen als Nancy Griffith en Kathleen Johnson. John Gorka levert inmiddels al weer bijna 20 jaar prachtige platen af, maar moet het desondanks nog altijd doen met een relatief kleine groep fans. Ook met zijn nieuwe cd "Writing In The Margins" bewijst Gorka weer hoe onterecht is. Ook "Writing In The Margins" is weer een typische John Gorka plaat, een plaat met mooie gevoelige songs en zijn donkerbruine stem. Ingetogenheid is nog steeds het handelsmerk van Gorka. Het tempo waarin zijn songs zich bewegen, de instrumentatie, zijn zang, ja zelfs zijn introspectieve teksten - alle ingrediënten van zijn muziek zijn even onnadrukkelijk. Gorka dringt zijn muziek niet op aan de luisteraar. Zijn muziek en teksten appelleren aan diepere gevoelens en ervaringen van luisteraars en zo weet Gorka hen te raken. "Writing In The Margins" volgt gewoon het muzikale recept van zijn voorgangers. Het album bevat een mix van intieme ballads en midtempo-songs met een catchy melodie. Een licht elektrische instrumentatie omlijst de warme stem van Gorka. De treurige songs doen je reeds denken aan vallende herfstbladeren, al is dit niet moeilijk gezien het weder van de laatste dagen. Maar hoe toepasselijk is het openende "Chance Of Rain" en Townes Van Zandt’s "Snow Don’t Fall" die hier verweven zijn met Gorka’s eigen pareltjes als het wonderschone "Writing In The Margins" dat op subtiele wijze verhaalt over de arme kansloze jongemannen die hun hoofd boven water proberen te houden door te vechten voor hun vaderland. Deze bange en eenzame jongens, die in het Midden-Oosten zand wegduiken voor vijandelijk vuur vragen zich af of ze ooit veilig terug zullen keren. Geen zomers vrolijk kleinood dus, maar intense verhalen. Soms even een opzwepende countrykraker "I Miss Everyone", een soulvol "Broken Place" of een Kathleen Johnson die opduikt in het radiovriendelijke "When You Sing". Kortweg: "Writing In The Margins" is een mooie, sfeervolle plaat die ons aangenaam gezelschap zal houden op de komende te lange winteravonden. Niets nieuws onder de zon, maar wel weer wonderschoon.


 

KENNY MEEKS
UNFADED
website : www.kennymeeks.com
info: will.hobbs@trivate.com
label : Eigen Beheer (© 2006 Cluttered Music)
www.cdbaby.com/cd/kennymeeks3

 

Er was eens .... de traditionele aanvang van vele verhaaltjes en sprookjes. Ook Kenny Meeks muzikale inspiraties kregen vaste voet met een toevallige ontmoeting : I discovered a 50-something-year-old black man playing the blues out of his sharecropper shack next door. "I remember it like it was yesterday," says Kenny. "He was sitting on a kitchen chair, singing, and playing a dimestore guitar through a dimestore amp. The guitar was in an open tuning and he was using a jackknife for a slide. I'll never forget it. I still compare performers to him. "Blues nothing but the blues" en Meeks had de boodschap al vlug begrepen. Taj Mahal, Ray Charles, Junior Wells zijn lot en tijdsgenoten maar Kenny Meeks zang en gitaarpartijen werden ongetwijfeld het meeste beïnvloed door Eric "Slowhand" Clapton. Het vennootschap "the Little Kings" (Meeks - Phil Madeira - Dave Perkins) was ondanks optredens in Nederland een kort maar goed leven beschoren ("It was fun while it lasted") .... een song van Doug Sahm?) en Meeks eieren koos voor zijn geld en aan de slag ging als bassist bij Buddy Miller. Een samenwerking die zelfs Chris Knight ten goede kwam want beide heren waren ook van de partij op Knight's debuutalbum. Na een kort intermezzo als lid van "Sixpence None the Richer" koos de man uit Kentucky resoluut voor een solo-carriere en op de albums "Tell My Angel" (2000) en "Blue Chapel" ('03) was het duidelijk merkbaar dat Meeks oorspronkelijke blues nogal verweven werd met alt. country invloeden. Leuke ontwikkeling en ook het pas verschenen "Unfaded" gaat op de ingeslagen weg verder. "Black Mountain" en "Lonely Road" zijn prima eigentijdse bluegrass en de country deuntjes "Baby, don't set me free" en het titelnummer "Unfaded" zijn nog fraaie restanten van de voormalige samenwerking met het echtpaar Buddy & Julie Miller. Misschien dat "Moonlight over Water " met de schitterende backingvocals van Sandra Mc Cracken en Nicole Smith en het virtuoze gitaar gepingel van de meester zelf hun "geestelijke" gemeenschappelijke interesses in de verf zet. Een indruk die met de gospel "Somethin's Cookin'" nog meer aan veld wint. "Real Long Day" laat een singer/songwriter aan het woord die ook in het alternatieve country wereldje zijn streng kan trekken en met "Found My Daddy Cryin'", "Holdin' On" en "Wonderin' Where My Honey's Gone", drie songs met schitterende backingvocals, smoelschuiver en slide, zijn voorliefde voor de blues levendig houdt. Americana, blues, country ... Kenny Meeks eet van alle walletjes en het heeft hem en ons gesmaakt ! Prima album ! Unfaded ...but not quickly forgotten ! ( Christian Music, Kevan Breitinger)


 

KATE CAMPBELL & SPOONER OLDHAM
FOR THE LIVING OF THESE DAYS
www.katecampbell.com
Label :Large River Music
www.LargeRiverMusic.com
ira@katecampbell.com
Info: Kissy Black
www.lotosnile.com
kissyblack@lotosnile.com

Met haar debuut-cd "Songs From The Levee" gaf de uit Missisippi/Nashville komende Kate Campbell enkele jaren geleden aan, één van de meest belovende nieuwe singer-songwriters te zijn in het countrygenre, iets wat ze de volgende jaren waarmaakte met de schitterende albums "Moonpie Dreams", "Visions Of Plenty", "Rosaryville", "Wandering Strange", "Monuments", "Twang On A Wire", "Sing Me Out" en "The Portable Kate Campbell" waarvan u de meeste songs eigenlijk in één van twee categorieën kon plaatsen: funky countryrockers en folky ballades, waarbij ze zich meer dan ooit ontpopt als de frissere, vrouwelijke tegenhanger van bewonderaar Guy Clark, want tot haar fans mag ze buiten Clark, ook nog op Emmylou Harris en Buddy Miller rekenen, en dat heeft volgens mij alles te maken met de puurheid die Campbell uitstraalt. Ze heeft een krachtige, heldere stem, ietwat bruin getint en met een meer dan acceptabel bereik. En daarmee maakt ze van deze albums een sterk geheel. Campbell heeft al heel wat Americana-klassiekers met blues- en gospelinvloeden op haar naam staan over het leven in het zuiden, zo ook met haar vorige album, “Blues And Lamentations” (2005), op deze plaat bracht ze op een akoestische manier de blues als universeel gevoel naar voren. Tevens kon Campbell voor deze Delta-folk-blues-cd rekenen over goed uitpakkende vocale gastbijdragen van Guy Clark en Maura O'Connell, maar ook Verlon Thompson, Cindy Walker en Mac McAnally zorgden voor de achtergrond harmonieën. Met haar nieuwe album "For The Living Of These Days" gaat qua opzet terug naar haar gospel-voorganger "Wandering Strange" uit 2001. Zoals deze plaat gebeurden de opnames wederom in de legendarische Fame Studios in Muscle Shoals, Alabama. Mee van de party is haar begeleider op aanvullende toetsen, de legendarische muzikant Spooner Oldham (piano, Hammond B-3 en Wurlitzer). Campbell is gezegend met een aangenaam warme stem, en zingt vanaf haar kinderjaren al baptist hymns en in de kerk stelde zij zich vaak voor hoe de oude hymnen zouden klinken in een modern jasje. Heel erg goed, zo blijkt nu, want op "For The Living Of These Days" gaan gospels hand in hand in een heerlijk soulvolle vertolking. Hier en daar klinkt het misschien wel wat te rustig, te bedeest, maar het heilige vuur geeft de covers als "Jesus Christ" van Woody Guthrie en "They Killed Him" van Kris Kristofferson zoveel energie mee, dat je als vanzelf mee wilt zingen. Verder bestaat het gebrachte materiaal uit nieuwe nummers, traditionals en sprituals. Persoonlijk gaat mijn voorkeur naar de nieuwe Civil Rights Memorial song "Faces In The Water" en het door Campbell op muziek gezet gebed "Prayer Of Thomas Merton". Spooner Oldham legt zoals gezegd de basis, maar echt overtuigen moet Kate Campbell toch echt zelf doen en dat doet zij. Enerzijds via haar warmbloedige stem en anderzijds via heel knappe songs. Iedereen die nog niets van deze bijzondere singer-songwriter in huis heeft moet zeker eens naar "For The Living Of These Days" luisteren.


 

MEMO GONZALEZ & THE BLUESCASTERS
LIVE IN THE UK
Website : www.memogonzalez.com
Label: CrossCut Records
www.crosscut.de
blues@crosscut.de
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

Vorig jaar speelde Memo Gonzalez al de pannen van het dak in de Muziek-o-droom club in Hasselt, het Ontmoetingscentrum "HOJE" in Hombeek en tijdens het Bugaboos Bluesfestival aan het Muziekcafé Meulenberg te Mol-Millegem, maar eerder deed hij zijn reputatie alle eer aan in de UK, nl. in de maand november 2004 in de The Famous Monday blues te Oxford. In 1991 vormt Gonzalez samen met de Texaanse gitarist Felix Reyes "The Weebads" met o.a. collega Hash Brown. In deze tijd speelde hij ook samen met de bekende bluesmuzikanten Darrell Nulisch en Paul Orta. Na de split van deze groep beslist Gonzales zich ten volle te wijden aan zijn solocarrière en speelt in de beste bluesclubs van Dallas, Mississippi, Oklahoma, Louisiana, Arkansas en Texas. Hij verovert ook het buitenland: in 1991 trekt hij naar de grote festivals in Noorwegen en in 1993 treedt hij op tijdens de Blues Estafette Utrecht in Nederland. In april 1996 brengt hij een eerste volwaardige eigen cd uit: een live-opname van zijn Europese tournee in mei 1995. Tijdens deze optredenreeks treedt hij op met de beste bluesgroep van Duitsland: The Bluescasters. Memo Gonzales wordt erkend als één van de 'Big Tone-harmonicaspelers' en lijkt sterk beïnvloedt door grootheden als Charlie Musselwhite en James Cotton. Maar het verhaal is ondertussen reeds zeer bekend: in Amerika maakt Memo Gonzalez al vele jaren deel uit van de "crème" van de bluesscène en hij is ook een graag geziene gast op de Europese podia en bouwde hier dankzij zijn enorme uitstraling (+ 150 kg droog aan de haak maar wat een energie!) een geweldige live reputatie op. Samen met de The Bluescasters zorgde hij voor een gegarandeerd "stevig" bluesconcert met een mix van Chicagoblues, Texasblues en Westcoast Swing in deze welbekende club in Engeland. Zijn enorme uitstraling en bluesenergie straalt hij helemaal uit en slaat onverbiddelijk over op het publiek. Voortdurend zweept hij The Bluescasters op en geeft de band een groot aandeel in de show. Of er nu een pompend Chicago-nummer, een shuflle, een Texasblues, of zwierige jump wordt gespeeld, telkens weer komt de inventiviteit van ieder groepslid bovendrijven, ieder optreden is een bevestiging van de succesformule van Memo Gonzalez & The Bluescasters. Dit optreden van deze combinatie is een sensatie, hij speelt en zingt niet alleen of er zijn leven van afhangt, maar verpakt dit allemaal ook in een podium vullende show. Samen met de The Bluescasters zorgt hij voor een gegarandeerd stevig nieuw album "Live in the UK": Texas Roadhouse blues op zijn best. The Bluescasters spelen dynamische Amerikaanse blues in de stijl van de jaren '50, maar laat één ding duidelijk zijn : voor harmonicaliefhebbers is deze cd niet zo interessant. Gitaarliefhebbers die eens van de gebaande paden willen afwijken moeten deze plaat zeker proberen. De oprichter van The Bluescasters, Kai Strauss, is één van de eerste en beste Duitse bluesgitaristen. En ook op dit album laat deze Kai, tevens ook co-auteur van de meeste songs, zich niet onbetuigd. Leg je oren maar eens te luisteren bij de nummers als "I've Been Thinking" en "His Latest Flame" waar hij buiten zijn prachtige gitaarwerk ook vocaal uit de hoek komt. Verder biedt de plaat een boeiende keuze uit standaard Texas shuffles en lekker vettige boogie, hier en daar gecounterd door een funky nummer of een eigenzinnige cover, zoals "His Latest Flame", bekend als Elvis-filmklassieker. Deze stijlmix maakt van Memo Gonzalez & The Bluescasters een buitenbeentje en van "Live in the UK" een prima liveplaat. Amusement gegarandeerd!


 

DALE WATSON & HIS LONE STARS
LIVE@NEWLAND.NL/REMIXED
Website : www.dalewatson.com
Label : ROUNDER EUROPE
www.roundereurope.com
info@roundereurope.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com

 

Dale Watson schotelt ons al enige jaren een dosis country voor, geënt op de jaren '50 en '60 honky-tonk stijl. Op zoek naar de Bakersfield sound beoefend door zijn helden Buck Owens en Merle Haggard. Dale wil gewoon muziek maken die hij leuk vindt. Hij zingt traditioneel maar dat is in het huidige Nashville waar steeds meer popmuziek gemaakt wordt, heel bijzonder. Als er iemand de noemer 'outlaw' verdient in het hedendaags countrywereldje, dan is dat ongetwijfeld Dale Watson. Beschouw hem gerust als hét enfant terrible van de countrymuziek. Watson is nou niet bepaald het type dat zijn ziel verkoopt om voor het grote geld te gaan. Eigenlijk weet de ras-Amerikaan niet beter dan in achtergelegen schuren en te kleine, stinkende clubs te zwoegen voor een paar schamele centen. Het leverde Watson toch al vele albums op. Voor de veteraan van het Texas honky tonk circuit werd het dus tijd voor een live-album. Daarvoor toog hij naar Nederland. In Newland, Klaaswaal nam hij "Live@Newland.Nl/Remixed" op, een dubbel live-cd waar het zweet van afdruipt. Het handjevol nieuwe nummers wordt afgewisseld met oudjes als "Hair Of The Dog". Bijna alle songs zijn weer van eigen hand behalve "I'm Wondering", dat hij samen schreef met Raul Malo en uiteraard een Merle Haggard cover: "I Take A Lot Of Pride In What I Am". De karakteristieke vocalen van Dale Watson doen de verbasteringen van zijn muzikale helden bijna authentiek klinken. In de negentig minuten durende set countrygeweld laten de prachtige, schaarse rustpuntjes "I Think Of You", "I See Your Face" en "My Heart is Yours" je even op adem komen. De ultieme verzoening van Texas met Bakersfield, kan het nog mooier? Shuffles, twosteps, af en toe een ballade en enkele leuke quickies. Muzikaal wordt alles tot in de puntjes verzorgd: gitaar, piano, pedalsteel, fiddle, dobro, drums, bas... Centraal bij dit alles staat natuurlijk de zang van Watson, die er enkel maar beter op wordt. De manier waarop hij zijn lage noten haalt is bewonderenswaardig. De melancholische snik in Watson’s vocalen klinkt sterker dan ooit. Misschien zijn de mierzoete countryliedjes niet voor iedereen weggelegd, maar de manier waarop Watson zijn hart en ziel lucht, laat wel horen hoe pure country moet klinken.Tot op heden is dit zijn allerbeste honkytonk live-album! Kortweg: Op "Live@Newland.Nl/Remixed" laat Watson vooral horen wat hij al vanaf zijn pubertijd het liefst deed: zoveel mogelijk tenten plat spelen. We horen Watson gewoon in zijn beste element: live en tonkin.Yee-hah.
Deze prachtige registratie in een productie van Bert Pijpers, het boegbeeld bij Rounder Records is tevens op DVD te verkrijgen. Aan u de keuze!


 

ANDY GORWELL 'S
COUNTRY BLUES REVIEW (DEMO)
website: www.geocities.com/andygorwell
label: Eigen Beheer
info:summit61@bigpond.com
www.cdbaby.com/cd/gorwell2

 

Blues & Roots musician from Australia

 

Blijkbaar is Andy Gorwell (Melbourne) nog niet van de aardbodem verdwenen. Nu is Australie niet bepaald bij de deur maar de man die 2002 verrassend voor het daglicht kwam met het schitterend album "Uprooted" (zie rev. nov '04) liet wel heel lang niets meer van zich horen. Onlangs verscheen er een verzameling van out-takes, live cuts en home recordings uit de periode 2000-2005 die de passende titel "Andy Gorwell's Country Blues Review" meekreeg. Gorwell is niet alleen een prima (slide) gitarist maar kan bovendien ook erg sterk voor de dag komen op dobro en zijn stem heeft enorme raakpunten met die van Gram Parsons, Mick Jagger, Jay Farrar (Son Volt). Vooral Mick Jagger & the Stones liggen in de bovenste lade bij de man uit Down Under, zo kon je zijn versie van "No Expectations" terugvinden op "Uprooted" (www.cdbaby.com/cd/gorwell) en komen ditmaal "the Wild Horses" aan de beurt. Naast covers van Steve Earle's "Texas Eagle" en Gilliam Welch's "Miss Ohio" kan je een zevental originals aantreffen (themes of lost love, the pitfalls of urban living, and economic deprivation) die bevestigen wat wij bij Rootstime destijds reeds in de gaten hadden ... Andy Gorwell hoort wel degelijk thuis in het alt. country/country blues wereldje. Prima roots music en aangezien BRBF Peer de laatste jaren via Dominique Cranshoff (www.swappingmusic.net) een band heeft met Australie (Red Rivers, the Detonators, Ash Grunwald) lijkt het mij niet onmogelijk dat de man vroeg of laat eens opduikt aan de Deusterstraat. (Al zijn er plannen om de festivalterreinen te verleggen). Hopelijk is dit de voorbode van een nieuw studio album, wij kijken er benieuwd naar uit!

Andy Gorwell / vocals, guitars, harp, piano
Peter Prescotto / drums
Scott Shaw / bass
Brendan Mitchell / pedal steel


 

BLUE DOGS
LIVE AT WORKPLAY
Birmingham, Alabama 01.25.2005
Website: www.bluedogs.com
Email: dogtalk@bluedogs.com
Info: Jennifer Causby / Kennel Management Company, LLC
jennifercausby@hotmail.com
Mark Pucci Media / mpmedia@bellsouth.net
Label: Black River records

Al eens van de Blue Dogs gehoord? Misschien wel, ... dogs, misschien niet, een countryband uit South Carolina! Nee, dat zou op korte termijn snel wel eens kunnen veranderen. Hank Futch (upright electric bass, acoustic guitar, vocals), Bobby Houck (acoustic guitar, harmonica, vocals), Greg Walker (drums, percussion) en David Stewart (electric guitar, vocals) hebben sinds kort hun eerste live-plaat uit. De uit S.C., afkomstige country rock formatie heeft, juist in die staat, een aardige live reputatieopgebouwd. Een bezoek op hun website toont dat onomstotelijk aan. Voor hun nieuwste plaat trokken ze echter in januari 2005 naar het Workplay Theatre in Birmingham, Alabama waar zomaar zeventien nummers in een mix van country, roots, bluegrass en Americana music en in een productie van Doug Derryberry werden opgenomen. Maar zeker is dat nu bij deze "Live at Workplay" het wel eens zou kunnen dat de Blue Dogs de state borders van South Carolina veel verder gaan overschrijden. Zeventien songs van deze viermansformatie, zorgvuldig gekozen uit hun vorige albums "Halos and Good Buys", "Letters from Round O", "Music for Dog People" en hun zelfgetiteld debuut, aangevuld met enkele unreleased songs, laten deze muziek omschrijven als alternatieve countryrock en het is verdraaid goed gemaakt ook! Blue Dogs’ favorieten staan natuurlijk op de playlist, waaronder "Cosmic Cowboy", "Bill Bill", "Half of My Mistakes" (co-written door Bobby Houck en Radney Foster), "Make Your Mama Proud", het prachtig gospel getinte "Children, Go Where I Send Thee", Arthur Smith’s "Conversation with a Mule" en Lyle Lovett’s "L.A. County". Hank Futch heeft een aansprekende macho stem en gooit de onontbeerlijke emotie in zijn zang. Hij maakt zich in ieder geval niet makkelijk van de teksten af, dat zijn complete verhalen, zoals in zijn solo-gebrachte "Baby's Coming Home", uit het vorige album "Halos and Good Buys" (2004), maar hier in deze live uitvoering, zeer emotioneel gebracht. Als ik zo'n sympathieke, liveplaat in handen krijg, smelt ik altijd een beetje. Het harde werk, hulp van de hele familie en vriendenkring, dat straalt er allemaal van af. Het muzikaal vaatje in South Carolina is zo te horen nog lang niet leeg en de Blue Dogs smaakt naar meer. Dus ik zou zeggen trek aan de bel en doe me nog maar een rondje. En voor de Europese organisators: wie grijpt de kans om deze getalenteerde band vast te leggen?


 

CYNDI BOSTE
FOOTHILL DANDY
Website : www.cyndiboste.com.au
Email: info@cyndiboste.com.au
cynwarrior@hotmail.com
Label : eigen beheer
Info : Sound Vault Records
sound@ozramp.net.au

Een introductie over wie eigenlijk de uit het Australische Melbourne afkomstige Cyndi Boste lijkt bij de Rootstime muziekkenners overbodig. Toch wil ik, met het schrijven van deze recensie, proberen de ook niet gelouterde lezer te interesseren voor deze markante dame, dewelke ons werkelijk verrast met haar vierde album: "Foothill Dandy", de naam die ze ontleende uit haar jeugd, want in deze buurt groeide Boste namelijk op. Ja, u leest het goed, Cyndi is dat niet alleen maar is bovendien ook nog eens een zeer geavanceerde singer-songwriter waarvan er maar een paar over deze wereld rondlopen. En nu iedereen er lovend over doet, mogen wij ons wel even laten gaan. Boste die gedurende de laatste zeven jaar reeds drie releases op markt bracht, verrast ons werkelijk met het fraaie "Foothill Dandy", waarop we een zangeres horen die op geheel eigen wijze invloeden uit folk, country, blues en gospel vermengt in prachtliedjes. Had haar muziek vroeger misschien wel wat raakvlakken met deze van Lucinda Williams, mag gezegd worden dat Boste nu beschikt over een volkomen uniek eigen geluid. Van dat soort muziek kunnen we niet genoeg krijgen, deze vierde plaat wordt daarom ook door ons met open armen ontvangen. Cyndi Boste doet meer met country. In wezen beproeft ze tamelijk traditioneel het singer-songwritergenre, maar daar voegt ze allerlei elementen (vooral bluesy invloeden) aan toe waardoor de elf liedjes iets eigens meekrijgen. En wat een begeleiding ! Zo horen we o.a. de slidegitaar van Craig Pilkington en de drums van Dave Folley in het zompige "Asleep At The Wheel" en is Bruce Haymes (Hammond) op zijn best in het soulvolle "Don’t Go There". U heeft het reeds begrepen, "Foothill Dandy" is een zeer gevarieerd schijfje geworden. Luister ook maar naar andere invloeden in de songs, als country in het openende "Maybe I Might", blues in "Swamp City" en Americana in "I’m Alright". Een plaat met ijzersterke liedjes laat vooral een traditioneel country-bluesgeluid horen, en hier en daar komt wat folk om de hoek piepen. "Foothill Dandy" bestaat uit geweldige singer-songwriter liedjes met als thema’s, de liefde in al haar facetten, het artiestenbestaan ... songs die haar afkomst verraden, maar die tegelijkertijd opvallen door eigenzinnigheid. Wat nog het meest opvalt aan de muziek van Boste is de intensiteit er van. Boste doordrenkt haar muziek met passie en emotie en weet ons in ieder geval zeer te raken met "Foothill Dandy". Grote kans dat deze cd ook jou niet onberoerd laat. Vergelijken met anderen is zinloos want Cyndi Boste heeft een opvallend eigen geluid. Een geluid dat wat ons betreft heel veel toekomst heeft. Ik begrijp niet waarom Cyndi Boste, helemaal vanuit down-under, het helemaal in haar eentje mag uitzoeken en nog geen deal heeft in Europa. Onverklaarbaar en vol onbegrip neem ik kennis van de dingen! Australische altcountry en roots. Absolute top!

SCRAMBLED EGGS (2004)

Op haar vorige CD's "Home Truths" en "Push Comes To Shove" waren de songs erg dicht bij haar lijf geschreven, op de cd "Scrambled Eggs" uit 2004 maakt ze echter ruimte om deze wat verder van zich af te zetten, en daarom besloot zij om wat liedjes van bevriende songwriters op te nemen. Zo stoten we hier bijvoorbeeld op pennenvruchten van Vikki Simpson van The Waifs ("Compan"), Barb Waters ("My Brother’s First Girlfriend"), Suzannah Espie van het fantastische Git ("Car Outside The Bar") Nicole Brophy en Jodi Moore van Dirty Lucy ("Ride"), Tiffany Eckhart ("Think About You") en nog een aantal onbekendere artiesten zoals de bluesy opener "Oh My Country" van Dave Steel, "Never Look Back" van Andy Cowan, dat extra zeggingskracht krijgt door de elektrische gitaar van Mia Dyson en het tempoliedje met blues- en gospelgevoel "Jesus On The Mainland" van Maurice Frawley. Buiten deze tien favoriete songs voegt zij daar als bonus een bewerkt eigen liedje aan toe, het tragische countrygetinte "No Way Out", plus twee live-nummers uit haar oeuvre, "Holy Waters" en "Roller", in 2003 live ingeblikt op het Port Fairy Folk Festival. "Scrambled Eggs" is een goede plaat, samen met haar semi-akoestisch combo heeft ze hier een album afgeleverd in een bluesy rootsstijl, en bewijst Cyndi Boste weer dat ze bruist van zelfvertrouwen.

PUSH COMES TO SHOVE (2002)

In 1999 maakte de uit Melbourne, Australië afkomstige Alt Country singersongwriter Cyndi Boste al indruk met haar solo debuut "Home Truths". Wat mij direct opviel, bij het beluisteren van haar CD "Push Comes To Shove", is dat Boste zich niet bezig houd met wat je noemt het typische meisjes gedoe. Zo staat het niet alleen in haar CD profiel maar het is doodgewoon ook zo. Omdat duidelijk te maken moet ik u verwijzen naar de zeer uiteenlopende songs op deze CD. De opener "Holy Waters" sluipt je huiskamer binnen en is een kanjer van een rootsrocktrage, waarin Boste terugblikt op een stukgelopen relatie, terwijl bij het up-tempo "Take My Hand" daarna, met indrukwekkend slide werk van de hand van gitaar en producer legende Kerryn Tolhurst, de voetjes van de grond gaan. Het plofte bij mij pas echt toen het soulvolle "Same Things" klonk. Ik leg de link naar een van mijn idolen Toni Price. De rootsy country blues pakt me van alle kanten en ik blijf met interesse luisteren. Telkens weer duiken nieuwe dingetjes op. "Suffer Me One More Day", een prachtige country ballade, word weer prima opgevolgd door het Fleetwood Mac aanhorende "Living In The Neighbourhood". Cyndi Boste wordt overigens ondersteund door een prima uitgebalanceerde band bestaande uit Dave Steel, Andy Swan, Paul Hester, Andy en Rory Cowan.

HOME TRUTHS (1999)

Een lichtjes hese stem in een sober desolaat klinkende setting dat staat voor deze "Home Truths" van Cyndi boste. Zo'n plaatje dat in de late uurtjes het best tot zijn recht komt. Zoals eerder vermeld, klinkt deze cd vrij sober. Nergens wordt hier overbodig gesoleerd. Boste wil zich liever profileren als Lucinda Williams, alhoewel ze zelf Janis Joplin als voorbeeld citeert. Hoe dan ook, beide dames dienen alleszins hoger getaxeerd te worden dan Boste. Ondanks de redelijk soliede songs, komt deze "Home Truths" niet echt van de grond. Haar teksten zijn niet echt van cliché-matige rijmelarij. Nergens wordt er dan ook een extra dimensie toegevoegd aan de vrij traditionele opbouw van de songs, op dit toch wel sfeervol en degelijk gespeeld debuutalbum. Wat resteert in een cd vol met sfeervolle dobro's, tremelo-gitaren en een groot laid-back karakter. Boste schotelt de luisteraar elf zelfgeschreven ruwe briljantjes voor, waarin ze het leven niet bepaald als een lolletje voorstelt. Zo zingt ze meteen op de sinistere opener: "I'm gonna take a long night ride, under moonlit skies. And let all my trouble lay down" Ook op de andere tracks is ze zoekende "Find My Way Home", blikt ze terug op turbulente gebeurtenissen "Daddy Comes Home", is ze de weg compleet kwijt "Now Way Out" en overpeinst ze haar liefdesverdriet, de gospelsong "If I see You". Kortom, herkenbaar voor iedereen. Dus haal je troost uit deze prachtig door Boste en haar formidabele band toongezette cd.


 

TREVOR ALGUIRE
AS OF YESTERDAY
website : www.trevoralguire.com
label : Eigen Beheer
info: info@trevoralguire.com
www.cdbaby.com/cd/trevoralguire
(photo by Andrew Carver)

"It`s A Cracker!! 100% Guaranteed!! " (Miles of Music)

Het lijkt wel of de Canadezen aan een overweldigend offensief begonnen zijn. Gingen wij in het verleden al helemaal uit de bol voor de (jonge) Neil Young dan waren wij ook bijzonder in onze nopjes met de albums van ondermeer the Skydiggers, (the Cash Brothers), Gordon Lightfoot, Fred Eaglesmith, Ron Sexsmith, Blue Rodeo, Kathleen Edwards en vrij recent nog met Mike Maves, Mike Younger, Dave Mc Cann, the Wailin Jennys en Cam Penner & Gravel Road. Met het album "As of Yesterday" mag singer/songwriter Trevor Alguire (Ottawa) in het rijtje plaatsnemen en met behulp van 'vriend voor het leven' Tom Thompson (guitar, harmonica, mandolin, pedal steel) die blijkbaar tevens flink uit de voeten kan met filmrolletjes (www.tomthompson.ca) en de andere Mercury Pickup leden Simon Wright (bass), Rob Skitmore (guitar, backing vocals), Peter Von Althen (drums) komt hij meteen in aanmerking voor de Euro Americana Chart en de traditionele jaarlijstjes. Het debuut album "Narrowed Down" ('04) - "A sure-handed country rock album in the vein of Steve Earle and Tom Petty... (Andrew Carver - The Ottawa Sun ) is aan ons voorbij gegaan maar na het inmiddels veelvuldig beluisteren van de opvolger "As of Yesterday" is het alle hens aan dek om ook dat album aan de haak te slaan. Opener "Trough me" stelt meteen orde op zaken ... prima rootsrock met dat heerlijk Hamond B3 orgeltje van Dave Draves en scheurende gitaren van het duo Thompson/Skitmore. Het smoelschuivertje bewijst nog altijd zijn degelijkheid op "Two Birds" en wanneer Thompson de mandoline en pedal steel hanteert op de pareltjes "Around The Bend", "Long Time Ago", "On My Own" en "Means to an End" wordt het duidelijk waarom Trevor Alguire met bewondering opkeek naar ondermeer Son Volt, Uncle Tupelo, Richard Buckner. "Alguire has found just the right voice for his tales of weary travellers and lonely wanderers " (Andrew Carver") .


 

THE MERCY BROTHERS
STRANGE ADVENTURE
Label :Corazong Records
www.corazong.com
info@corazong.com

Goed nieuws voor liefhebbers van de The Mercy Brothers. Van deze heren is de cd "Strange Adventure" uit 2003 opnieuw – nu door het Nederlandse CoraZong Records - uitgebracht, na aanvankelijk alleen op het Gibraltar Records-label te zijn verschenen. Aanleiding is o.a. de succesvolle optredens van soulman Barrence Whitfield hier in de Benelux (BRBF Peer, Moulin Blues Ospel) waar hij te bewonderen was als gast bij onze Seatsniffers. "Strange Adventure" heet dus het schijfje en het lange wachten is niet voor niets geweest want CoraZong weet zomaar 7 bonus tracks toe te voegen aan het originele album, dit is dus wel een onmisbare uitgave.
Barrence Whitfield, soul man/blues shouter/country singer ken je ondermeer van zijn vele tours met the Savages en zijn albums die hij maakte met Tom Russell. Michael Dinallo is het muzikale brein van het blues combo the Radio Kings. Daarnaast is hij ook zeer actief als producer en muzikaal raadsman. Hij is namelijk de producent van Alastair Moock's "Let it Go" en William Hut’s "Days To Remember" die beiden ook bij CoraZong Records zijn verschenen. Michael heeft daarbuiten ook nog samengewerkt met Mark Erelli, Dave Howard, Tim Gearan, Johnny Hoy and the Bluefish, Little Milton, Jerry Portnoy en vele anderen. Speciale gast op "Strange Adventure" en later ook bij de tour, is de sublieme Noorse gitarist Vidar Busk, gitaarheld in het Noorden en graag gezien als gast op onze blues festivals.

Medewerker Swa schreef in 2004 de volgende recensie:
Strange Adventure is a collection of songs based in the tradition of acoustic blues and mountain music with a nod to the past but thoroughly eclectic, electric, and contemporary in sound and feel (CD-baby) The Mercy Brothers - fronted by vocalist Barrence Whitfield (formerly of the Savages fame) and guitarist/songwriter Michael Dinallo (known from his years leading the Radio Kings) slaan de handen in mekaar en dat kan vonken geven. Twee muzikanten die hun strepen al lang verdienden bij verschillende groepen en die je dan ook geen blaasjes moet wijsmaken. Kortom, een terugkeer naar de rootsmusic en zeker iets heel anders dan de moderne Rhythm & Blues die Barrence ooit op het podium brengt met zijn Savages. Maar dat zal zeker ook te maken hebben met twang-picker Michael Dinallo en de bereidwillige hulp van de gast uit het hoge noorden, nl. Vidar Busk. Traditionele en akoestische blues met een mix van old-time en honky-tonk country. Slechts vier dagen hadden de heren nodig om hun eerste gezamenlijk project op cd vast te leggen. Barrence en Michael kregen steun van Paul Kochanski (akoesische bass), Andy Plaisted (drums & percussie), Tim Kelly op dobro en Tim Taylor op harmonica. Producer van dienst, M. Dinallo die tevens akoestische-, elektrische en bariton gitaren bespeelde terwijl zijn maatje Barrence al de vocals voor zich nam. Zo, eerlijk alles verdeeld, dus geniet ondermeer maar van de klassiekers "Broke Down Engine" en "Another Man Done Gone", of naar hun versie van het in 1942 voor het eerst opgenomen "Night Train To Memphis", de in Woody Guthrie's traditionele wijze opgenomen "I Believe I'll Make a Change" en "Working On The Line" en de andere composities van Michael Dinallo. De heren, onder de naam Hillbilly Voodoo, waren in 2003 te gast in ons landje (BRBF) en hielden samen met enkele leden van The Blasters een jam sessie (zouden daar opnames van bestaan?). Fuifnummer nr. één Chris Gaffney ontbrak natuurlijk niet. Prima bandje en zeker iets voor een clubconcert. Voor de fuifnummers onder ons staat er een nummer op deze cd dat binnenkort weer van pas komt ...."The New Year Blues".

De CoraZong versie van "Strange Adventure" bevat dus zeven niet eerder verschenen tracks in een productie van Michael Dinallo, waarvan zes live werden opgenomen te Muddy Waters in Oslo, Noorwegen en één studio demo,"Tennessee Blues".
In februari 2007 zullen the Mercy Brothers met band uitgebreid in de lage landen toeren, maar de release datum voor "Strange Adventure" is alvast 13 oktober. Reden genoeg om naar de platenboer te hollen en te kopen deze hap, want zoals ik reeds schreef dit is een onmisbare uitgave!

 


 

OL' YELLER
GOOD LUCK
Website: www.olyellerband.com
Email: olyeller@olyellerband.com
Label: SMA Records
www.cdbaby.com/cd/olyellerband4

Ol’ Yeller uit Minneapolis is zo’n band, die, net als bijvoorbeeld Grand Champeen, zijn wortels diep in de Amerikaanse traditie heeft en veel mandolines en vlijmscherpe koortjes in zijn muziek stopt, maar even zo gemakkelijk goochelt met moderne keyboards. Dit schreven we vele jaren terug over deze band, maar nu, anno 2006, "Good Luck", inmiddels het vijfde album van de band, ligt zoals de vorige albums ook prettig in het gehoor. De band heeft de afgelopen vijf jaar bijna ieder jaar een album uitgebracht, zo verscheen hun titelloze album in 2001, vervolgens "Nuzzle" (2002), "Penance" (2003), "Sounder" (2004) en was het misschien een goed idee om de betere nummers wat op te sparen, zodat een iets evenwichtigere plaat kon worden uitgebracht, waarvan het resultaat nu twee jaar later best te horen is. Ol’ Yeller, het viertal rond zanger-gitarist-songwriter Rich Mattson grossiert nog steeds in pittige, veelal goed in het gehoor liggende alt.country deunen met vooral veel lekker gitaarwerk. Matteson speelde vroeger in het bandje The Glenrustles (?) uit Minneapolis, maar samen met zijn gezelschap rootsrockt hij er goed op los. Dit heeft ook te maken met tweede gitarist Andy Schultz die zich drie jaar geleden bij de band vervoegde, dat bij de meeste nummers de nadruk op de rock is komen te liggen. Wederom pende Mattson twaalf liedjes waarop alt country wordt neergezet als een mix van stevige countryrock en melodieuze rockpop. "Good Luck" is best een boeiende plaat geworden, al duurt dit album maar 37minuten, in die tijdspanne durft Ol' Yeller ook nog eens driftig de muzikale grenzen te verkennen, resulterend in drie hoogtepunten: "Diapers", "Country Hilt" en "Be A New Man". Geen tijd dus voor zwakke liedjes, gewoon een half uur lang dampende, stampende rock waarna Ol' Yeller met het even vurige "Go On, Now" treffend afsluit.


 

SALLY SPRING
MOCKINGBIRD
Website: www.sallyspring.com
Email: sallyspring@sallyspring.com
Label: Sniffinpup Records

"I met Sally Spring about thirty years ago while touring through the South. I was taken by her wonderful voice, her gentle and soulful approach to song, her guitar and I was taken particularly with Sally as a person. Her vocal phrasing is unique and pleasing with a voice so rich and full that there is always more to discover as you listen over and over. She was fantastic thirty years ago but now she has even more depth and maturity in her performance. She is a treasure."
-- Gene Parsons (Byrds)

Volgens sommige critici gaat het slecht met de Amerikaanse tegencultuur. De ruimte voor alternatieven in levensstijl en politiek zou kleiner worden. Of het waar is? De groeiende populariteit van de alternatieve muziek van Sally Spring geeft in ieder geval aan dat er ruimte is voor muziek die uit het hart komt en intelligent is. Natuurlijk, er zijn wel meer vrouwen met een gitaar in de hedendaagse folkmusic-scène. Maar Spring valt op omdat ze het genre van de hedendaagse alternatieve folk een nieuw gezicht geeft. Sally Spring heeft een verleden als 'captivating performer' (Variety) en 'show stopper' (Sing Out) en dat is te merken. Haar liedjes zijn eigenlijk korte verhalen of kleine stukken waarin verschillende karakters een rol spelen. Spring heeft hersenen en een uitstraling die daarbij hoort – intellectueel, scherp, subtiel. Haar muziek doet denken aan artiesten als Dar Williams, Lucinda Williams, Gillian Welch en ze heeft opgetreden met Taj Mahal, Roger McGuinn, John Prine, Reverend Gary Davis, Doc Watson, Tracy Nelson, Norman Blake, Leon Redbone en vele anderen. Liefhebbers van folky singer-songwriters kunnen inmiddels al een jaar of dertig (!)f niet om Sally Spring heen. Zij bracht cd’s op de markt die niet al te veel van elkaar verschillen, maar waarvan je er desondanks niet één wilt missen. Of dat met "Mockingbird", haar vierde album, gaat veranderen is maar de vraag, maar het zou wel terecht zijn.Ook deze plaat is immers weer een prachtige cd, weer zo’n typische Sally Spring cd, een mix van folk, blues, country, old time en pop. Een cd met persoonlijke folksongs die opvallen door scherpzinnige teksten, wonderschone melodieën en vooral de bijzondere stem van Sally Spring. Een stem waarvan je absoluut moet houden, maar als je er van houdt is ie ook volstrekt onweerstaanbaar. Op "Mockingbird" krijgt Sally Spring hulp van haar band: James Mastro (Ian Hunter, Jayhawks, Bongos), Graham Maby (Natalie Merchant, Joe Jackson), Fred Smith (Television), Ted Lyons en gitaarboy Rich Feridum, naast een aantal gastmuzikanten, zoals Tift Merritt, Marshall Crenshaw, Caitlin Cary (Tres Chicas, Whiskeytown), Thad Cockrell, Faye Hunter (Let's Active), John Teer (Chatham County Line) en Gene Parsons (Byrds) die op "Mockingbird" als een soort mentor dient: Hij schreef de liner notes en samen zijn ze te horen op Gram Parsons klassieker "Hickory Wind", die als bonustrack een tweede maal akoestisch wordt hernomen. Ook de andere nummers op deze cd voldoen echter met gemak aan de hoge kwaliteitseisen die Sally Spring zichzelf nog altijd oplegt. "Mockingbird" kan daarom weer blind worden aangeschaft door de fans. Kortweg: Sally Spring schrijft nog altijd prachtige liedjes en beschikt over een bijzondere stem, die geregeld voor kippenvel zorgt.


 

NED VAN GO
MARY A WAITRESS
Website: www.nedvango.com
www.myspace.com/nedvango
Email: nedvango@comcast.net
label: eigen beheer.
www.cdbaby.com/cd/nedvango3

De Amerikaanse singer/songwriter Ned Van Go is aan deze kant van de oceaan meer een onbekende, maar wie weet komt daar met zijn album "Marry a Waitress" snel verandering in. Het album, Van Go's derde, is er in elk geval rijper voor dan de directe, typische voorgangers "In Stereo" (2001) en "Rain, Trains and The Lord Almighty" (2004). Catchier, gevarieerder en rijker gearrangeerd, zonder de aandacht af te leiden van waar het bij de gewezen frontman van het punk/rock-band The Cowards uit Nashville, om draait: de wereld in al zijn tekortkomingen en zijn poëtisch-kritische, vaak humanistische kijk daarop: tegelijk confronterend en wijs. Door de nieuwe aanpak dwalen de gedachten minder snel af naar sommige leermeesters en is er plek voor uitersten als het intieme liefdevolle "Bedroom Wall" en het racistische "Granny Is A Racist". Voornamelijk songs met een southern karakter, zoals de werkende serveerster, de fabrieksarbeider, of de southern racist. Allemaal aanstekelijke liedjes met veel kracht gespeeld en hier en daar een R.E.M.-gevoelig tintje. Vooreerst op zijn albums treffen we hier twee covers, "Never Kissed a Girl" van Carbondale, Illinois band Woodbox Gang en "No Sleeping in Penn Station" van de Kentucky band, Government Cheese. Naast zijn eigen band horen we enkele gasten, waaronder Donnie Herron (fiddle), Mark Miller (standup bass), Michael Webb (accordion), en Kris McCarthy (backing vocal). Met "Marry a Waitress" levert Van Go namelijk een ijzersterke plaat af. Het album werd grotendeels geproduceerd door Eliot Houser in de Studio E in East Nashville, TN., die zich hier uitstekend kwijt van zijn taak: een helder geluid, waarin de stem en teksten van Ned Van Go de ruimte krijgen om indruk te maken. Luisterend naar "Marry a Waitress" kan je de gelijkenis met de sound van REM niet ontgaan. Van Go's stem heeft veel weg van die van Michael Stipe, al is Van Go verstaanbaar. Maar het geluid van Ned Van Go heeft wat meer body en is daarmee wat meer 'southern-fried power pop'. "Marry a Waitress" laat een sound horen die in het heden is geworteld, zonder daarbij de erfenis van groten te verloochenen. Laten we maar in het midden houden of dit écht Roots rock? Folk Rock? Twang Pop? is, het album overtuigt in ieder geval op alle punten.

Ned Hill-lead vocals, rhythm guitar
Eliot Houser-lead guitar, backing vocals
Ashley Mimbela-keyboards
Viva Knieval-bass
Reggie Las Vegas-drums


 

LIQUID GROOVE MOJO
CRADLE TO THE GRAVE
Website www.liquidgroovemojo.com
Email : mystical@cebridge.net
Label : Miracle-Records
www.miracle-records.com
www.cdbaby.com/cd/lgmojo

 

recensie van juni 2005:
Dat er zo tegen het begin van de zomermaanden van enig jaar minder, in elk geval minder aansprekende, cd’s verschijnen kan dan misschien wel kloppen, maar dat er toch nog toppertjes zijn te noteren is dan ook weer waar. Voorbeeld: de nieuwe John Hiatt ! of Liquid Groove Mojo. En dat dit laatste viertal meer aandacht verdient staat voor mij vast na het beluisteren van "Cradle To The Grave". Met dit debuut, welke ik tot mijn schande weken onaangeroerd heb laten liggen, gaat deze telg van de Joe Pitts clang me onverwachts toch nog een prettige vakantie bezorgen. Vanaf track één, het lang uitgesponnen "Long Walk", tot aan de laatste flarden van "AcesHigh/Deuces Low" is het genieten geblazen. Genieten van soms heftige gitaren, van Joe Pitts en Darrell Davis, gitaren die vervolgens ook weer fraai ingehouden kunnen klinken. De drum van Bryan Blankenship en de basgitaar van Al Hagood, het maakt van "Cradle To The Grave" een lekker geheel. Sommige nummers worden gelardeerd met solide gitaarsoli, en andere glijden rustig voorbij. Groot was mijn verbazing toen ik constateerde dat de mixing van deze plaat gebeurde door Jeff Brocaw (Robert Cray, BB King) en voor de mastering stond niemand minder als Greg Calbi achter de knoppen in de Sterling Sound Studios in NYC. Dit jaar alleen al heeft deze opnamestudio Sterling Sound, maar liefst drieenzestig nominaties op hun naam staan. Het is dus ook niet te verwonderen dat dit album door zijn handen een "Gov't Mule/Allman Brothers sound" meekreeg. De opnames gebeurden in de Lonesome Oak Studio, in Hardin Arkansas, over een periode van zes maanden. Het schrijversduo Pitts en Davis hebben goed geluisterd naar Gov'T Mule, Allman Brothers en Black Crowes, om maar eens een paar namen te noemen, en zijn hoorbaar bekend met een groot deel van de catalogus van alle Southern labels. Al die invloeden verwerken ze in hun muziek. Muziek die direct vertrouwd klinkt. Southern, blues, jam en rock spelen de hoofdrol op dit album en dat klinkt ontzettend mooi. Mooi laidback met alle ruimte voor lekker gitaarspel. Soms sloom en dromerig, soms fel en stevig. Heerlijk bluesy gitaarspel, lekkere lome zang en een geluid dat zowel tijdloos als eigentijds klinkt. Liquid Groove Mojo kent zijn klassiekers, maar weet ook wat er anno 2005 leeft. Heel veel pretenties hebben de heren van Liquid Groove Mojo niet. Ze willen gewoon lekkere muziek maken en daar zijn ze wat ons betreft uitstekend in geslaagd. Een zeer aangename verrassing!

 


 

THE BARCODES
WITH FRIENDS LIKE THESE
Website :www.thebarcodes.co.uk
Email : glenalan9@aol.com
Label : Note Records
www.note-music.co.uk
info@note-music.co.uk
friends@note-music.co.uk

Jazz en blues zijn genres die hun oorsprong kenden in Afro-Amerikaanse muzikale tradities en elkaar steeds beïnvloedden zodat een parallelle lijn moeilijk te trekken valt. Het melancholische en droefgeestige van de blues wordt soms verweven met het vaak geraffineerde en improviserende van de jazz. Wat eruit voortspruit, noemt men 'jazzy-blues'. Jammer genoeg wordt dit genre maar al te vaak naar de verdomhoek gedrumd. Gelukkig zijn er nog bands zoals de Engelse band, The Barcodes, die zeer bewust zijn van de waarde van deze emotionele muziek. Dit trio, brengt na hun debuut "Independently Blue" (2004), "Keep Your Distance" (2005) op 27 november hun derde album "With Friends like these..." (Note-Records) op de markt en zij gaan er prat op deze prachtige muziek nieuw leven in te blazen. De opnames gebeurden in de Roundel Studios, Horton Kirby, Kent. En voor de productie konden The Barcodes rekenen op hulp van Roger Cotton. Deze ijzersterke ritmesectie bestaat uit Bob Haddrell (vocals, keyboards), Alan Glen (vocals, gitaar, harmonica) en Dino Coccia (drums, percussie), en zoals de titel van deze plaat laat vermoeden vinden we op vele tracks gastmuzikanten terug, waaronder Zoot Money, Jim Mullen. Paul Cox, Alan Barnes, Val Cowell, Nick Newall, Gypie Mayo en Papa George, en kan men spreken van "With Friends like these..." om u tegen te zeggen. The Barcodes bewijzen dat de grote doorbraak wel eens heel nabij zou kunnen liggen met dit nieuwe album want zij produceren bijna uitsluitend eigen werk, maar op deze plaat in het gezelschap van hun vrienden horen we meer covers dan op hun vorige albums. Met de opener, Taj Mahal's "Paint My Mailbox Blue" en het daaropvolgend Mose Allison's "I Don't Worry About A Thing" is het meteen raak: kleurrijke harmonicalijnen en bezielde vocalen maken me echt benieuwd naar het verdere verloop. Zanger/gitarist Alan Glen bewijst hier vocaal heel sterk te staan, om maar niet te spreken over de indringende gitaarsolo’s en zijn doorkliefde harmonicawerk. Alan Glen is bepaald ook geen onbekende voor de Britse blues scène. Als ex-Yardbird heeft hij ook opnames gedaan met o.a.Nine Below Zero, Little Axe, Dr Feelgood, Alannah Miles en Junior Delgado. Bij de afsluitende nummers: Peter Green's "Watch Out" en hun zelfgepende "No Light In My Life" begin ik mij toch echt af te vragen waarom dit explosieve drietal nog niet veel verder doorbrak. De band produceert zoveel energieke jazzy blues & en bruisende rhythm & blues, dat het mij onmogelijk lijkt hier niet aan toe te geven. Met "With Friends like these..." bewijzen The Barcodes dat zij streven naar professionalisme zonder daarbij de liefde voor de blues uit het oog te verliezen.


 

GEORGE BYRNE
FOREIGN WATER
Website: www.georgebyrne.com
Email: gb@georgebyrne.com
www.myspace.com/georgebyrne
Label : Laughing Outlaw Records
www.laughingoutlaw.com.au
laughingoutlaw@talk21.com
coupe@laughingoutlaw.com.au
Distr.: Bertus / www.bertus.nl

Sommigen zijn al lang moe van al die nieuwe singer-songwriters van tegenwoordig, allemaal muzikanten die allemaal in het afgelopen jaar hun debuut hebben uitgebracht. Met de komst van "Foreign Water" van de Australische singer-songwriter multi-instrumentalist George Byrne, kun je denken: alweer één? Maar in een poging de plaat toch op waarde te schatten en niet meteen als de zoveelste singer-songwriter aan de kant te schuiven, heb ik ook dit debuut in een productie van Jonathan Burnside (The Sleepy Jackson) en Tim Powles (The Church), meermaals beluisterd. En hij is blijven hangen. George Byrne doet denken aan de muziek van de vroege Pink Floyd, Ryan Adams en Beck. Vooral de stem van de jonge David Gilmour hoor ik terug in deze plaat. George Byrne maakt vooral energieke roots pop-muziek, al horen we soms Neil Young-achtige akoestisch/harmonica geladen ballads, zoals "Everybody Hides" of het meest uitschietende nummer op deze plaat: "Paint It Grey". De liedjes zijn ongecompliceerd in de zin dat er (op het gehoor althans) geen ingewikkelde capriolen worden uitgehaald. Luister maar even naar: "Goldmine", "Paralysed", "Light Years" en "We’ll Come Around": Het is recht toe recht aan, zonder virtuoze solo’s, ingenieuze akkoordenschema’s of innovatieve ritmes. De muziek is duidelijk beïnvloed door rock, pop en country, maar is de meeste tijd wel melodieus. Opvallend aan de liedjes is dat de teksten allen een zelfde sfeer uitstralen. Byrne was in het dagelijkse leven fotograaf en weet zijn ervaringen te verhalen in zijn zelfgepende, pakkende en energieke twaalf liedjes. Op een zodanig ongecompliceerde manier dat je bij George Byrne absoluut niet het gevoel hebt dat ze bewust aan een bepaalde muziekhype meedoen. Het zijn hele knappe popliedjes die George Byrne ons voorschotelt. Popliedjes die heerlijk in het gehoor liggen en je slechte humeur onmiddellijk verdrijven, maar die tegelijkertijd weten te verbazen en te verrassen, een zeldzame combinatie.


 

EDGE CITY
KEEPERS OF THE FLAME
website: www.edgecitytx.com
info : edgecitytx@aol.com
http://members.aol.com/edgecitytx/index.html
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/edgecitytx2

"JIM PATTON's voice is unique and as honest as they get. There isn't a trace of artifice - when he sings I believe every word he says. His songs are tender without being sentimental, strong without overpowering and thoughtful without being too cerebral. SHERRY BROKUS rides along with him with a natural sweetness that makes their partnership beautifully balanced and hard to resist." - Christine Albert.

 

Singer/guitarist Jim Patton en singer/partner Sherry Brokus stonden voor de verschroeiende keuze ... a safe comfortable middle - class life of a riskier music career. Gelukkig hebben zij gekozen voor het laatste en hebben zij de plannen om de gitaren aan de haak te hangen, uitkijken naar een reguliere job en het (saaie) leventje van huisje, tuintje en kinderen nog eventjes voor zich uit te schuiven. Met de verhuis van Baltimore naar Austin Texas kwam hun carriere in een stroomversnelling. The four-song EP "Ray of Light" ('98) met ondemeer Gurf Morlix, Marvin Dykhuis, Paul Pearcy en Amy Tiven opende vele deuren en wanneer "the Guru of Texas Record producers" Lloyd Maines samen met David Grissom, Paul Pearcy, Chip Dolan, Glenn Fukunaga en Darcie Deaville bereid waren om ook hun steentje bij te dragen op het album "Mystery Ride" (www.cdbaby.com/cd/edgecitytx) kon de pret niet meer op. Jammer dat het vooral financieel niet gewaardeerd werd maar het duo stelde andere prioriteiten. "They weren't making any money to speak of from their music, but they had the satisfaction of hearing their songs played by terrific musicians and the satisfaction of knowing the songs were good enough to deserve such support. Maybe it wasn't the life they had pictured, but it was the life they had chosen." Het vervolg zou bijna zes jaren op zich laten wachten maar het is meer dan de moeite waard geweest. Patton stak een aantal songs in een nieuw kleedje, bewerkte an old folk song, vond de ouwe gabbers Lew Morris en Frank Mirenzi bereid tot co writing, haalt goede punten bij vrouwtje lief door een song about their daughter Meaghan onder het stof uit te halen en niet onbelangrijk .... negen nieuwe songs zagen het levenslicht. Als je dan voor "Keepers of the Flame" ook nog kan rekenen op diezelfde Lloyd Maines, John Sanchez, Darcie Deaville,Freddie Krc, David Webb, Glenn Fukunaga, Jim Patton en het echtpaar "Old Redboot" Bradley Kopp en Lorrie Singer (zie rev. album "Walk Tall" juni 05) dan kan het niet anders of dit album moet de doorbraak betekenen van Edge City. Harmonieuze samenzang met, hoe kan het anders, perfecte muzikale ondersteuning, verhaaltjes over dagelijkse beslommeringen en het besef dat ondanks the life of the struggling singer/songwriter, a life of tight budgets, small audiences and endless do-it youreslf tasks ... hij tevreden mag terugkijken. He's a Fortunate Man!

TRACK LISTING: Fortunate Man / Somewhere Else There's A Promised Land/ Wings of an Airplane/ (You Are) Everything To Me/ End Of A Dream/ 27 Voices/ Chilly Winds/ Glen Oaks Blues/ She Looks A Lot Like You/ Tonight I'm Just Thinking About You/ Hard Times/ I'll Still Stand By You/ Don't Say Goodbye

 


 

BILLY RAY HATLEY AND THE SHOW DOGS
DEUCE
website: www.brhatley.com
info: billyhatley@comcast.net
label: Hip Chicken Records
www.cdbaby.com/cd/brhatley2

"Who's Gonna Love Me ,after you're gone ?" .... de kandidaten zullen niet bepaald in grote getale staan aan te schuiven maar misschien weet Richmond, Virginia veteraan Billy Ray Hatley wel een oplossing. De man stond ooit aan de wieg van Black Hawk maar geniet toch de meeste belangstelling als frontman van Big City. Blues is de boodschap en dat vertaalde zich in het live album "Kissed by the Gods" ('90) en "Big City Blues" ('96).(www.cybozone.com/fg/hatley.html)
Groot was dan ook onze verbazing dat de man in 2003 met het album "More Years than I Got" (www.cdbaby.com/cd/brhatley) op de proppen kwam en met zijn Show Dogs (Jim Wark/Mike Moore/Rico Antonelli en guests Drew Perkins & Velpo Robertson) koos voor een meer roots/rock/country richting. Voor ons niet gelaten en met de opvolger "Deuce" bewijst hij zijn gelijk ... het album stond de afgelopen maand netjes gerangschikt op nr. 10 in the XM Radio Country charts.(www.xmradio.com). In het prima gezelschap van ondermeer Dave Alvin, Slaid Cleaves, Ray Wylie Hubbard, the Derailers, Allison Moorer. Met de opener "Heroes", in de beste John Fogerty stijl, inclusief fiddle & dobro, wordt een verdiende hulde gebracht aan Elvis ... "the Heroes, they won't ever die, if you don't believe it just take a look at me", komt Hatley met "Mama's Cookin'" erg dicht in de buurt van Mickey Jupp, Dave Edmunds, Nick Lowe en geeft hij met "Things" niet alleen een staaltje van zijn prima akoestisch gitaar gepingel maar bovendien een heuse les in levenswijsheid. ("How many things have you done in your live worth living, how many things did you give that's worth giving, how many times did you love somebody worth lovin"). Roots rock met songteksten die de gevoelige snaar geraken ... het weemoedig terugblikken op zijn verblijf in "Carolina", het schitterend eerbetoon aan zijn moeder in "Mama's Voice" ("She sat there like a queen on a throne of solid gold, her eyes reached out to me, she said son I've come to save your soul") en de "kippenvel" liefdesverklaring "Rose" ("I can smell your hair I remember how it flows, sometimes it's better not to pick the rose, pictures paint a thousand words but that's not good enough for me. I want to take your hand hold you close I want to love you tenderly. Met het pareltje "Colors" tekent hij een schitterend portret van een vrouwtje dat geen enkel besef meer heeft van tijd, omgeving ( "She sits silent by her window staring out at the headlights passing by in the night wondering if she's wrong or if she's right" She's not there anymore, she's not looking for the answers ") en met het overwegen om zijn leven te beteren in de songs "Catch that Train" en "Lessons" laat Hatley er geen twijfel over bestaan ... et "Deuce" levert de man niet alleen een album af dat erg hoog gaat scoren in mijn jaarlijstje maar behoort hij meteen tot een van mijn favoriete singer/songwriters. "Two Brothers" ... Billy Ray Hatley


 

"LIVE FROM THE HEART OF THE HILL COUNTRY"
JOHNNY NICHOLAS & THE TEXAS ALL - STARS
BIG BAND BASH
website : www.topcatrecords.com
label : Top Cat Records
info : info@topcatrecords.com
www.cdbaby.com/cd/jntta
www.hilltopcafe.com/johnny/index.htm
www.wirz.de/music/nichofrm.htm

 

"This is regular, downhome music that has a good beat. It’s music for working people, but anybody can appreciate it" (Johnny Nicholas)

Ieder jaar kan je op de tweede zaterdag van November over de koppen lopen in Fredericksburg Texas. Met muziek/kunst en theater workshops, ontluikend talent dat zich van zijn beste zijde laat zien en als kers op de taart een optreden van the Texas All Star Big Band. Misschien een naar Europese begrippen wat ongelukkig gekozen naam voor een band waarvan de meeste leden hun verdienste hebben in het blues/Tex-Mex/swing/rhythm & blues wereldje. Enkele namen: Jimmy Vaughan, Greg Piccolo, good old Augie Meyers die in Mei nog aanwezig was op Moulin Blues Ospel, Joe "King" Carrasco, Floyd Domino, Stephen Bruton, Joel Guzman, Sarah Fox en de lichtjes fantastische Texas Horns. Blijkbaar een gezellig "Let's Dance" buurtfeestje want de meeste artiesten hebben er een stekje in de omgeving (Austin-San Antonio). 12 November 2004 zal dan ook de geschiedenis ingaan als een van de meest swingende edities en onder leiding van de meester himselve John "Johnny" Nicholas (1948) werden een zestiental klassiekers netjes ingeblikt. Een fraaie prestatie van een man die al meer dan 35 jaren deel uitmaakt van the bluesscene of Providence, Detroit-Ann Harbor, Chicago, the Bay Area, the Cajun country of Louisiana en Texas en op zijn palmares legendarische optredens verzamelde met om: Mike "Duke" Robillard (komt in het najaar naar Belgie), Snooky Pryor, Big Walter Horton, Johnny Shine, Asleep At the Wheel en met ondermeer the Black Cat Blues Band, the Boogie Brothers en The Rhythm Rockers blues geschiedenis schreef. Een heerlijk stukje "Joi de Vivre" waarbij in ruime mate aandacht geschonken wordt en terechte hulde gebracht wordt aan Doug Sahm ("Down in the Alley") , Stevie Ray Vaughan ("Texas Flood"), Ben Webster ("Somewhere Over the Rainbow"), Roy Milton ("Baby, I'm Gone"), Duke Ellington ("Don't Mean a Thing"), Miles Davis (" All Blues"), R& B legend "Mr. Blues" Wynonie Harris (Good Morning Judge"), Red Prysock ("The Hammer"). Misschien een goed idee om de man naar aanleiding van dit album en de vernieuwde belangstelling voor het opnieuw uitgebrachte "Thrill on the Hill' (met vier bonus tracks), het op cd uitgebrachte "Broke Again" en "Livin With the Blues 2005" eens opnieuw uit te nodigen voor een bezoekje aan ons kikkerlandje. Because .... " Son, the blues gonna follow you everywhere you go-but don't let it turn you hard- love will sho nuff carry you home" ( Otis Spann)


 

HELLWOOD
feat. Johnny Dowd, Jim White, Willie B.
CHAINSAW OF LIVE
label & Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com
info@munichrecords.com


De muziek uit het zuiden van de Verenigde Staten heeft een intensiteit en overtuigingskracht die je maar zelden tegenkomt. Het is de keuze tussen God en de Duivel, geen middenweg mogelijk. De sound is onmiskenbaar: diep, warm en broeierig. Maar waarom komt er zoveel literatuur en muziek uit de Southern States? Welke elementen uit de cultuur stimuleren de artiesten? Met deze vragen gingen de Britse filmmaker Andrew Douglas en gelauwerd alt-country muzikant Jim White op pad. Een zoektocht dwars door het Zuiden van de Verenigde Staten, met niet veel meer dan een auto, een camera en een gitaar. De titel "Searching for the Wrong-Eyed Jesus" is een verwijzing naar White’s debuutalbum, "Wrong-Eyed Jesus". De jonge muzikant leverde hiermee een standaardwerk af binnen het Alt-country/Americana genre. De film vormt een uniek sfeerverslag van de zuidelijke staten, hun inwoners en hun bezigheden. Muziek loopt als een rode draad door de film, zoals het een rode draad is in het leven van de Zuiderlingen. Op hun zoektocht ontmoeten Douglas en White vele interessante muzikanten, onder wie the Handsome Family, David Eugene Edwards (16 Horsepower), David Johansen & Larry Saltzman. En niet te vergeten Johnny Dowd, de inmiddels bijna zestigjarige singer-songwriter die pas in de jaren ’90 echt doorbrak, maar al jaren ervaring heeft in de zuidelijke muziekscène. Jim White en Johnny Dowd leerden elkaar tijdens de opnames beter kennen en kwamen op het idee om samen een muzikaal project te starten. Samen met drummer Willie B.(alias ene Brian Wilson, al jaren drummer bij Dowd) richtten ze de band Hellwood op. De opnames van het debuutalbum werden een interessant proces tussen twee getalenteerde singer-songwriters met elk een eigen werkwijze. Uit dit spanningsveld is "Chainsaw of Life" geboren, vanaf 4 september verkrijgbaar bij de platenboer. Johnny Dowd en Jim White maken al langer elk apart hun eigenzinnige, nogal eens gore en geestige songs, maar nu werken ze even helemaal samen en trekken zo ook op toer met de cd "Chainsaw Of Life" naar Brussel, Antwerpen en Nederland. Johnny Dowd kennen we sinds zijn "Wrong Side Of Memphis" in '98. Ondertussen liet hij al een tiental typische, lekker schrijnende cd's na, en zijn "Cruel Words" van dit jaar is alleszins weer een driftige voltreffer. Recent was er dus ook die samenwerking met Jim White voor de soundtrack bij de film "Searching For The Wrong-Eyed Jesus". Jim & Johnny hebben een gezonde belangstelling voor al wat (in de USA) normaal probeert te doen en daar niet altijd zo best in slaagt (maar wel veel inspiratie oplevert).Overigens mag multi-instrumentalist Willie B. zich ook officieel lid noemen van Hellwood. Alle drie deden ze een duit in het zakje wat betreft het aanleveren en creëren van songmateriaal. Wel moet gezegd worden dat het karakter van "Chainsaw Of Life" voornamelijk in het verlengde ligt van het werk van Dowd. De vaak half gesproken/half gezongen gedichten, poëzie en hersenspinsels worden voorzien van een stekelige omlijsting. Geen zoetigheid in welke vorm dan ook, maar White en Dowd dicteren het ware leven: Geweld, mysterie, verderf, onmacht, armoede, kwasie-religie, oorlog…de bekende thematiek wordt nog een graadje dieper uitgediept. Nummers als "Ten Commandments", "Alien Tongue", "A Man Loves His Wife", het bluesy Americana-getinte "Fireworks Factory" en het meest 'gepolijste' maar ontroerende liedje "Dream On" laten een combinatie horen die we hoopten te mogen horen en hier in volle overgave het beste tot uiting komen. Voornaamste vocale gaste is wel Kim Sherwood-Caso, die we horen in "A Man Loves His Wife", "Chicken Shack", "Thomas Dorsey" en "Ten Commandments". Kortweg: Als we er dan toch een label op moeten kleven is het Americana roots muziek, hoewel het drietal het als volgt omschrijft: "Welcome to Hellwood, Roots music may never be the same." De eerste country noir supergroup is een feit!

 


 

SONS OF BILL
A FAR CRY FROM FREEDOM
website: www.sonsofbill.com
label : Eigen Beheer
info: jwilson@sonsofbill.com
www.cdbaby.com/cd/sonsofbill
www.myspace.com/sonsofbillmusic



Een aardje naar zijn vaartje ... het moet voor Bill Wilson een genoegdoening zijn dat zijn zonen James (vocals, guitars), Sam (vocals, guitars), en Abe (vocals, piano, organ, banjo) op het lumineuze idee kwamen om hun exploten in de metal/hard/rock wereld te laten voor wat ze waren en dat het drietal in 2005 unaniem besloot om hun muzikale activiteiten een serieuze (Americana) koerswijziging te laten ondergaan. Back to the roots en dan kom je natuurlijk uit bij Steve Earle, Billy Joe Shaver, Robert Earl Keen, Gram Parsons, Hank Williams, Reckless Kelly, Son Volt, Uncle Tupelo ...enz. De jongens uit Charlottesville, Virginia lieten er geen gras over groeien en met hun debuut album "A Far Cry for Freedom" komen zij al onmiddelijk in aanmerking voor het ondertussen al vermaarde "It's a Cracker, 100% Guaranteed " stempeltje van Miles of Music. Een terechte beslissing want wat de broertjes Wilson, uitgebreid met Seth Green (bass) en Todd Wellons (drums) hier op ons bord schotelen behoort ongetwijfeld tot een van de meeste verrassende ontdekkingen van 2006. Jonge honden die met de prachtige opener "Back to Time" al onmiddelijk letterlijk en figuurlijk geschiedenis schrijven ("Take me Back To The Time when the end of the world was the county line" ), met "Far Cry" een Southern rocker uit de oude doos in huis hebben (inclusief banjo + guitar solo) en met hun "Hometown" the boss lichtjes laten blozen. De Sons of Bill betonen hun waardering met "uno,duo, tres, quattro "Texas" aan San Antonio, Steve Earle, Doug Sahm en de signorita's. Wanneer het smoelschuivertje door Josh Cornwell wordt boven gehaald op "Roll On Jordan" en Mary Simpson de fiddle hanteert op "Savannah Rain" hanteert lijkt het metal verleden van singer/songwriter James Wilson verder weg dan ooit. Het pareltje "Makin' it through the Night" is een geheide Radio 1 hit, het orgeltje op "Whispering" de gitaren & harmonieuze samenzang op "Too Far Gone" en "Metaphysial Gingham Gown" doen je mijmeren aan de tijd dat muziek nog gemaakt werd door mensen van vlees en bloed en niet verkracht wordt door allerlei technische trukjes in de studio. "The Ballad of Middle - Aged Heartache" is misschien een terechte waarschuwing voor de honky tonker die the beruchte "Saturday Night" wat te uitvoerig heeft gevierd of voor de alt. country/Americana liefhebber die zoals ondergetekende (te) geestdriftig uit de bol gaat voor "A Far Cry From Freedom". Klasse!


 

TED RUSSELL KAMP
ALBUM : NASHVILLE FINELINE
ALBUM : DIVISADERO
website : www.tedrussellkamp.com
label : PoMo Records
info : tedrussellkamp@hotmail.com
www.cdbaby.com/cd/tedkamp4
www.cdbaby.com/cd/tedkamp5

 

Verleden jaar werden wij aangenaam verrast door singer/songwriter/multi-instrumentalist Ted Russell Kamp (vocals, bass, guitars, mandolin, bouzouki, wurlitzer electric piano, hammond organ, accordion, melodica, trompet, trombone) die met het schitterend album "NorthSouth" (zie cd rev: Juni 05) meteen plaatsje dertien mocht opeisen in mijn jaarlijstje. (http://home.tiscali-business.be/~tpm76025/Jaarlijsten%20ROOTSTIME%202005.htm) & (http://www.altcountry.nl/jaarlijstjes2005luxe.html) + vermelding van de recensie op Russell's Kamp website.) Het was dan ook benieuwd uitkijken naar een leuke opvolger en groot was dan ook onze verbazing dat de bezige bij uit Los Angeles, California liefst met twee albums op de proppen komt. Een aantal songs die blijkbaar het levenslicht zagen als tijdverdrijf bij het uitgebreid toeren als lid van the 357's (begeleidingsband van Shooter Jennings zie cd rev: juli 06). Een vrij lucratieve bezigheid want zo stond de band ondermeer 16 x op het podium als openingsact voor Lynyrd Skynyrd (? of wat er van overgebleven is na de crash). Wij beschouwen het album "Nashville Fineline" dan ook als een soort Helmut Lotti, sorry, "Ted Russel Kamp goes honky tonkin'" met een aantal leuke country deuntjes die in een grappig (Robby Fulks) jasje gegoten worden ("One more drink before I go", "Down in Mexico", "So many honky tonks, so little time"). Maar ook met van die lichtvoetige rootsrockertjes als "Goin, goin, goin, gone" en "Getaway" en natuurlijk het betere singer/songwriters werk met "The Way I Met Her", het pareltje "Just for You", "Straightaway" en "Friday in my mind". Songs die ontsproten in many hotel rooms across Amerika, Ted's appartement, and the Shooter Jennings bus en in de studio door ondermeer Eugene Edwards (guitars), Tony Paoletta en Eric Heywood (pedal steel), Mike " Soupy" Sessa en Avi Sills (drums) van een fraai muzikaal lintje werden voorzien. Met het album "Divisadero" gaat Ted rustig verder op het ietwat lichtvoetiger country/Americana pad. Opener "Swinging Doors" gaat richting "The Devil's Right hand" van Steve Earle en meteen moet bij onze Seatsniffers een lampje gaan branden, drijft "Gypsy's Tune" nu eens niet in een bedje van violen maar op de prachtige pedal steel van Eric Heywood. Met songs als "Close Your Eyes, Maria" (vocals, Gina Villalobos, pedal steel van Tony Paoletta), "Broke and Still Breaking" en "Music is my Mistress" laat hij de Nashville stars eens neuzen in zijn magazijntje en misschien zit er wel een eventuele opvolger in van "Steady at the Wheel" dat verscheen op Jennings album "Put the O Back in the Country" en meer dan een maand op nr. 1 stond in de Texas charts. Het lijkt erop dat Ted Russell Kamp enkel nog met songs als "Can't Go Back" , "Better Before You Were Big Time" en "Another One Night Stand" zijn Hammond orgeltje, Wurlitzer piano en blazers de hoofdrol laat opeisen en bevestigt hij met de beauty "Looking for Someone " (vocals Jessi Colter) , "the Road Keeps Getting Longer" (Leroy Powell-dobro) en met de hartskreet "The Last Time I Let you Down" al het goede dat wij ontdekten op "NorthSouth". Verdomd moeilijk om te zien welke richting Russell Kamp uitgaat ... het commerciële country gebeuren (als broodschrijver) of het onzekere (financiële) bestaan van singer/songwriter in het Americana wereldje. Wait and see en tot zover kan je zonder schroom zowel "Nashville Fineline" als "Divisadero" aanschaffen.


 

THE GENTLEMAN CALLERS
HAND - ME - DOWN SONGS
website: www.thecallers.net
label : Phonophore Records
info: gentlemancallers@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/gentlemancallers
www.myspace.com/gentlemancallers


Net als Honest D and the Steel Reserve (zie rev : juli 06) komen the Gentleman Callers uit Lansing Michigan en blijkbaar is dat een vruchtbare bodem waar de outlaw country with a rock & roll edge & attitude welig tiert. Outlaws bij uitstek die er geen geheim van maken dat hun voorgangers Waylon & Willie, Billy Joe Shaver, David Allan Coe, Jerry Jeff Walker, the Marshall Tucker Band en meer recent Wilco, Son Volt, the Jayhawks, Blue Mountain, Uncle Tupelo als voorbeelden dienden. Net als Hank Williams die in de song "Always There" met superlatieven wordt bejegend door de bezieler van het eerste uur Jeff " Pops" Gower (songwriter, vocals, Martin guitar) en nieuwkomer "Professor Sandwich" Jeremy Rapp (telecaster, mandolin, vocals). Veertien originals die de vertrouwde thema's behandelen ... broken hearts, soaring angels & empty bottles ..... Verder maken "Kernel" Joel Kuiper (drums) en "juist droog achter de oren, Shooter "The Kid" Jake Mc Carthy (fender bass en vocals) deel uit van dit bandje dat met de 14 "Hand-Me-Down Songs" een waardige opvolger in huis haalt voor het in 2003 verschenen debuutalbum. Bovendien kwamen John Latini (pedal steel), Mike Vasas (keyboards) en Mecan Camp (harmony vocals - zie foto) het viertal een hart onder de riem steken bij de opnames. Redheads & outlaws, rootsrockers & countryrockers ... oftewel liefhebbers van grittier, old-time, barroom-smoking and drinking twang moeten hun pint laten staan, paard zadelen of truck starten en zonder dralen zich naar de platen/cd boer begeven. See you!

 


 

THE DUHKS
MIGRATIONS
website : www.duhks.com
www.myspace.com/theduhks
Email : heya@duhks.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com

The Duhks, een band die komt uit de plaats met de prachtige naam Winnipeg, Manitoba wisten ons reeds te verrassen met hun debuutalbum "Your Daughters & Your Sons " (2002) en de door Bela Fleck geproduceerde titelloze opvolger uit 2005. Zopas verscheen wederom bij Sugar Hill Records hun nieuwe plaat, "Migrations", ditmaal geproduceerd door niemand minder dan Tim O' Brien en Gary Paczosa. Daarbuiten worden Luke Bulla, Katie Herzog en natuurlijk Tim O' Brien als gastmuzikanten opgevoerd, maar eigenlijk heeft dit vijftal dat soort aanbevelingen en gasten helemaal niet nodig. We hebben hier namelijk te maken met een fantastische band die bestaat uit vijf zeer getalenteerde musici. De stevig getatoeëerde Jessica "Jessee" Havey neemt de meeste soulvolle leadvocals voor haar rekening, maar gelukkig zingen Tania Elizabeth (fiddle), Jordan McConnell (gitaar, doedelzak, fluit,) en Leonard Podolak (banjo) ook allemaal mee en horen we Scott 'Senor' Senior op allerhande percussie-instrumenten. Daar komt nog bij dat ze ook heel goed samen kunnen zingen, de stemmen "pakken" heel fraai bij elkaar. Tussendoor strooien ze dan ook nog wat instrumentals ("Domino Party" en "The Fox And The Bee"), en ook daar imponeren ze, in de goede zin des woords. De muziek die ze maken is niet onder één noemer te vangen. Folk, ja, maar we horen ook Ierse fiddle-deuntjes, we horen een ouderwetse pittige stringband, we proeven de sfeer van goede bluegrass, en het klinkt bij vlagen zeer Appalachian old-time, terwijl het geheel ook heel modern klinkt in nummers als "Heaven’s My Home”, “Out Of The Rain” en "Who Will Take My Place?". Andere uitschieters zijn het gospel -getinte "Moses Don’t Get Lost" en de covers, zoals Tracy Chapmans “Mountain O’Things” met zijn Zuid-Amerikaanse ritmes en de sterke opener "Mama Gonna Bargain With The) Ol' Cook Pot" van Shawn Byrne en Chuck McCarthy. In alle songs spat de energie eraf, net als het plezier in het spelen. Maar wat deze band ook kan, is gas terug nemen, en ingetogen momenten inbouwen, en dat verwacht je niet meteen bij deze vijf twintigers. Ze hebben er bovendien behoorlijk veel zin in, en laten in ruim een uur horen wat ze allemaal kunnen. Na deze plaat en hun vorige albums weten we maar één ding: hou ze goed in de gaten, deze Duhks, want dit is wat mij betreft de Future of Canadian Folk. Liefhebbers van 'Canadian French en Scots/Maritime folk' hebben er zeker een favoriet bij. "Your Daughters & Your Sons " is dus een enorme aanrader, zowel voor liefhebbers van bluegrass met een swing, Americana, cajun, blues, pop en folk invloeden als voor bluegrass haters.


 

CHARLIE "BUTTERFLY" GRACIE
JUST HANGIN ' AROUND
website : www.charliegracie.com
label : www.rhythmbomb.com
info :
info@rhythmbomb.com

 

De naam Charlie Gracie (1936) zal in de geschiedenisboeken steeds opduiken als de man die samen met Bill Haley & His Comets verantwoordelijk is voor de invasie van de Amerikaanse rock & roll in Europa . Het bracht hem geen windeieren op, meer dan 3 miljoen verkochte exemplaren van het nummertje "Butterfly" (Bernie Lowe and Kal Mann,1957) en songs als "Cool Baby" (Otis Blackwell) ,"Fabulous", "Ninety Nine Ways", "Wandrin' Eyes" en "I Love You so Much it Hurts" bestormden de charts. Lang vervlogen tijden maar de man is nog steeds aktief in het rock & roll wereldje (met een nog recente toernee door Engeland, voornamelijk in het clubcircuit) en mag ondermeer Paul Mc Cartney, wijlen George Harrison, Van Morrison tot zijn bewonderaars rekenen. Maar ook Ralph Braband, de big boss van het befaamde Rhythm Bomb Records label, heeft wel een boontje voor deze uit South Philadelphia afkomstige rocker. "You never too old to rock & roll" is hier treffend van toepassing en oude wijn behoeft geen krans maar wat de jonge (Duitse) honden van Ike & the Capers en the Round-Up Boys samen met good old Gracie op dit album laten horen mag inderdaad ... gehoord worden. Natuurlijk zijn de scherpe kantjes wat weggevijld maar met rockertjes als "Head Home Honey", "Hey Watcha Gonna Do", het geld-moet-rollen clublied "You Can't Take It with you (when you died)", de klassieker "High Heel Sneakers", het Buddy Holly achtige "Love What You Do", "Rock-A-Beatin' Boogie" bewijst Charlie dat zijn vervaldatum nog lang niet overschreden is. Ook al moet hij af en toe wat gas terugnemen met het swingende "Oh Babe" (met Ike Stoye op sax ) en het country/popdeuntje "Taking a Trip to a Dreamland", hij kan de (blues) wolven nog doen huilen in "Please Don't Leave Me" en "Turn on the Heat" laat er geen twijfel over rijzen... "he is an accomplisched musician and an exceptional talent ". Goud van oud party!


 

DAN REEDER
SWEETHEART
Website: www.danreeder.com
www.myspace.com/danreeder
Label : Oh Boy Records
www.ohboy.com

De uit Louisiana folk, blues, soul, rootsrock, gospel, field hollers, work songs-gitarist en schilder Dan Reeder, werd met zijn titelloze debuut (2003), goed ontvangen in de media. Ondanks lovende kritieken in gerenommeerde popbladen, hebben toch maar weinig mensen van deze 'old home made' gitarist gehoord. Iets wat mij een beetje prikkelt, want het verhaal achter de liedjes is minstens zo interessant als de liedjes zelf. Dan Reeder opereert tegenwoordig toch vanuit het Duitse Nurnberg door zijn huwelijk. 'Sommige dingen kun je niet schilderen', aldus Reeder. Wat dan soms wel kan, is er een liedje over maken. Zestien van die niet schilderbare liedjes zijn verzameld op zijn nieuwe album, "Sweetheart". Reeder zingt en speelt niet alleen alles zelf, maar knutselde ook een deel van de instrumenten en de opnameapparauur zelf in elkaar. In de booklet van zijn vorig album waren deze allemaal afgebeeld: de 'trash guitars', 'trash ukelele', 'trash bass' en het 'drumstel' gemaakt van verfemmers. De liedjes klinken zoals te verwachten is: ongepolijst. Reeder laat horen de Amerikaanse muziekhistorie te kennen. John Prine schreef over Dan Reeder: "Tijdens de afgelopen jaren heb ik vele tapes e.d. ontvangen en beluisterd. De meesten willen dat je hen hoort en advies geeft, meestal gebeurt dat. Echter, de meeste producten zijn slecht, afgrijselijk soms. Mensen die denken dat ze talent hebben en graag horen wat anderen ervan vinden. Het ergst is het als ze een John Prine song vertolken. Waar ik op zoek naar ben is iemand die zichzelf kan boeien en dat doorgeven aan anderen. Dat heb ik 35 jaar geleden ook geprobeerd: mezelf boeien met mijn songs en dan hopen op de kans dat anderen het ook leuk vinden. Dit was het wat ik hoorde toen ik voor het eerst naar een CD van Dan Reeder luisterde. Dit is een man die zichzelf weet te amuseren, met de hoop dat hij dit met mij kon delen. Deze man speelt met woorden en muziek en als wisselwerking hoor ik dat met plezier aan". Dat zijn toch mooie woorden van een man die tot de besten onder de songwriters gerekend kan worden. Dat Dan Reeder een doe-het-zelver is bewijst hij wederom met "Sweetheart", zijn nieuwe plaat. Hij schrijft en zingt zijn songs, speelt op diverse instrumenten, gitaren, bas, slide. Productie is van hemzelf. Slechts bij de eindafwerking kreeg hij hulp van buitenaf. Voor het ontwerp (art) zorgden zijn kinderen, Conni, Klaus en Peggy, waardoor het hoesje wel een vrolijke uitstraling heeft meegekregen. Kortweg: Als je dit kunt en wordt opgemerkt door John Prine, dan ben je een artiest. Klasse!


 

MARS ATTACKS
CIRCLE OF LOVE
website & label: www.rockabilly.ch/marsattacks
www.bluelake.ch
info:contact@bluelake.ch
distributie: Rhythm Bomb Records
www.rockabilly.ch/marsattacks/recordCircleOfLove.htm

Enkele jaren geleden had ik het genoegen om met een aantal vrienden een bezoekje te brengen aan de befaamde rock & Roll Weekenders te Hemsby (www.hemsbyrocknroll.co.uk). Twee x per jaar wordt het volledige vakantiepark ingenomen door rock & roll/rockabilly fanaten en is het de perfecte gelegenheid om je ogen en oren eens flink de kost te geven. Zo liepen wij de jongens van Mars Attack tegen het lijf die ondanks hun prille bestaan (1998) toch al van de partij waren op een van s'werelds meest vermaarde festivals. Ondertussen waren de Zwitser Roland Riedberger (vocals, acoustic rhythm gt. & trompet) en Oostenrijkers Martin Telfser (lead gt), David Karlinger (drums) en Oliver Pfanner (double bass, backing vocals) ook al te gast op the Rockabily Rave (UK), toerden zij door the States, zijn zij de vaste begeleidingsband van Sun Records legend Sonny Burgess en waren zij zelfs in ons eigenste kikkerlandje te gast op het gezellige "Rockin' Around Turnhout". Met het album "Circle Of Love" kozen de jongens bewust voor één concept, nl. de liefde in al zijn facetten. Gaande van ... finding a girl, then being happy as can be, to trouble in paradise and getting a bit ... pissed of, tot breaking up and being lonely and blue again. Voornamelijk eigen materiaal met de perfecte song if you're looking for the traditional rockabilly, fingerpicked guitar sound (" I'm Gonna Get Ya"), a famous "jiver" & dance floor filler ("Rebound", Charlie Rich), excellente harmony/backing vocals on "Rome Wasn't Built in a Day", prima covers van "I Care" (Carl Perkins), "King of Fools" (Ed Bruce) en Gene Vincent's "In My Dreams". Bovendien zullen de (blues) bopper-dj's met het nummertje "Leavin' It all Behind" wel uit de voeten kunnen en nemen de jongens met "Nothing to Write Home About" gepast revanche op een gast die niet zo aardig schreef over de voorganger "Dirty Tricks" (03). Leuk ideetje dat concept album (in een mooi digi-packje gehuld) en wij kijken dan ook benieuwd uit welk thema aangesneden wordt op de opvolger.

 

BLUE LAKE PRESENTS:
LAKE RATTLE & ROLL VOL 1

Op hetzelfde label verscheen een fantastische sampler met liefst 25 tracks waarvan er negentien voor het eerst op cd verschijnen.

- 01. The Noisy Boys
- 02. King Louie Combo
- 03. Earl & The Overtones
- 04. Mars Attacks
- 05. Phil Trigwell
- 06. Nero Schwarz & The Black Noir
- 07. Rhythm 55
- 08. Rockin' Piano Jerry
- 09. Waun-a-bees
- 10. Kick'em Jenny
- 11. Johnny Loda
- 12. Dixie Bop
- 13. Little Boy Arnold
- 14. Cal Degal
- 15. Hot Rhythm & Booze
- 16. Matthieu Boré
- 17. John Guster
- 18. Ray Gibson & Flattops Cats
- 19. Jerry & The Rockets
- 20. Fred & Franky
- 21. The Reptiles
- 22. The Starliter
- 23. Waun-a-bees
- 24. Thunder Jets
- 25. Kick'em Jenny

Natuurlijk vertrouwde namen als het King Louie Combo, Earl & the Overtones, Mars Attacks, Phil Trigwell, the Starliters maar ook nieuwkomers als Nero Schwarz & the Black Noir, Jerry & the Rockets, Ray Gibson & the Flattop Cats, Kick' em Jenny die gebruik maakten van de JCR Recording Service studio's (www.bluelake.ch/english/studio.htm). Een prima overzicht van de diverse rock & roll stromingen en een "must" voor de liefhebbers!


 

RUBY DEE & THE SNAKEHANDLERS
NORTH OF BAKERSFIELD
website : www.rubydeemusic.com
label : Dionysus Records
info : www.dionysusrecords.com
Foto: www.americanmusic.com/andy/RubyDee


Een album waar wij al een tijdje naar uitkeken is eindelijk op de markt verschenen. De eerstgeborene van Ruby Dee & the Snakehandlers zag onlangs het levenslicht en de fans van het eerste uur (waaronder ondergetekende) die ongetwijfeld de mini albums "Five For the Road" ('03) en "I Remember You" ('05) in hun bezit hebben zullen zich misschien wat bekocht voelen. Zo werd op "Tell Me Why" na het volledige "Five for The Road" (www.cdbaby.com/cd/rubydee) integraal overgenomen en werd van de vorig jaar verschenen 3 song single enkel "I Remember You" goed genoeg bevonden om op het nieuwe 'full' album plaats te nemen. Voor de mensen die nu pas kennismaken met Ruby Dee Philippa zal het worst wezen want zij slaan met "North of Bakersfield" een aardig visje aan de haak. Who the f**ck is Ruby Dee & the Snakehandlers hoor ik daar al iemand vertwijfeld vragen? En dan is zo een preskitt wel eens de moeite waard ..... Who is Ruby Dee and The Snakehandlers? Well, they're a 5-piece rockin’ Americana combo from Seattle, WA that plays country music like it was meant to be played. No big hats, no pyrotechnics, no choreography. Just honest original tunes. Some call it alt.country, some honky-tonk, some traditional country... they certainly encompass all those styles and moods, from Bakersfield “hard country” to Memphis rockabilly, from Western Swing to Pacific Northwest insurgent country, from Southwest Tex-Mex to Northeast rock’n’roll. Een toernee door Europa is van de nieuwe doelstellingen van het bandje die met het album "North of Bakersfield" een stevige troef in handen hebben om aan die verzuchting gestalte te geven en dan zal deze jongen ongetwijfeld op de eerste rijen terug te vinden zijn. "Who is She"?..... een 2006 versie van Patsy Cline die moeiteloos de concurrentie aangaat met good old Wanda Jackson, Kim Lenz, Rosie Flores, the Donettes, Dawn Shipley, Nancy Apple, the Honeybees, Linda Kay, Cattie Ness, the Flea Bops ..enz. "You want roots music? With Ruby Dee And The Snake Handlers, you'll get genuine American music, roots, rockabilly and country. Give it a listen - you won't be disappointed."


 

ROY METTE
12 BARS AND THE BLUES
Website: www.roymette.co.uk
Email: roy@roymette.co.uk / rsm@rmette.freeserve.co.uk
Label: Blues Matters
www.bluesmatters.com / info@bluesmatters.com
Distr.:Bertus / www.bertus.nl


Roy Metté speelde vele jaren geleden op de straten van Engeland om later in verschillende bluesbands te belanden. Hem overkwam wel niet wat met een Corey Harris of een Ted Hawkins gebeurde. Deze heren werden opgeplukt door een platenstal en met succes aan het publiek gepresenteerd. Hawkins is inmiddels overleden, Harris is springlevend, en Metté is ondertussen aan zijn zesde album toe, maar deze fantastische gitarist/singer-songwriter is in onze lage landen nog steeds een groot onbekende al is Roy Metté momenteel één van UK’s top akoestische gitaristen, getuige zijn nieuwe cd "12 Bars and The Blues". Het is een schijfje met allerhande muziekstijlen. Het is vooral dankzij de enorme mix van stijlen dat "12 Bars and The Blues" van begin tot eind blijft boeien. En gitaarspelen, dat kan Metté nog altijd als de beste. Ook op zijn vorige albums mixte Metté folk en blues waardoor hij een zeer authentieke sound weet neer te leggen, die de band tussen de Mississippi Deltablues en zeg maar de 'Thames' blues legt. Een veelheid van stijlen is dan ook te horen op deze mooie akoestische plaat, vol van intens gitaarwerk, en één van de beste hartstochtelijke stemmen die ik in lang nog gehoord heb. Daarbuiten is Metté een groot songwriter, zoals in de openingstrack :"The Church Of the Ringing Ears". In dit nummer zingt hij dat je niet echt van Mississippi moet komen om de blues te zingen, dat je als Brit evengoed de blues kan zingen, hetgeen hij ommiddelijk met deze opener bewijst. Verder horen we klassiekers als "Gallows Pole" en de meer concert favoriet "Two White Horses". Met de liefdessong "Hangman's Lullaby" bevestigd Metté dat hij werkelijk een rootsman is en in "It Must be Love" doet hij ons denken in een band te zitten met een Hendrix-achtige stijl, hetgeen zeker tot zijn recht komt in zijn versie van "Red House" later op deze plaat. Allemaal songs die zich laten vangen onder de noemer 'rootsmuziek’. Metté brengt het als vanouds op een vriendelijke, laid back manier, die nergens prekerig wordt, ondanks het verinnerlijkte karakter van sommige van zijn teksten. Metté speelt zijn muziek onnadrukkelijk, op het nonchalante af, maar nergens gemakzuchtig. "12 Bars and The Blues" is daarom een typisch instapmoment voor wie Metté nog niet kent, en een spannend vervolg op zijn progressieve oeuvre. Roy Metté bewandelt derhalve vele zijwegen, die de zogenaamde oubolligheid van die goeie ouwe blues zo goed als uitwissen en ‘m weer eens tijdloos doen blijken. Kortweg : Een veelzijdig album van een even veelzijdig artiest.


 

MICHAEL UBALDINI
EMPTY BOTTLES & BROKEN GUITAR STRINGS
website: www.rocknrollpoet.com
label : Blackwater Records
info: michael@rocknrollpoet.com
http://store.milesofmusic.com/Compact_Discs/Michael_Ubaldini/38998.html http://profile.myspace.com/index.cfm?fuseaction=user.viewprofile&friendid=11019807

"It's just in my blood," Ubaldini said of writing and recording songs that blend Americana, rockabilly, blues, folk and alt country genres."

Met het album " Empty Bottles & Broken Guitar Strings", met de titel alleen al zijn de verwachtingen hoog gespannen, is 'rock & roll poet' Michael Ubaldini (Los Angeles, California) aan zijn "Greatest Hits" album toe. Liefst twintig songs op dit schijfje waarvan een aantal beschouwd kunnen worden als his best - known early material maar ook rare and previously unreleased tracks die gestalte geven aan Ubaldini's project. ("I didn't want to make a standard best-of; I wanted to work on a project that blended past, present and future"). Een fraai meesterwerkje van de man die, weliswaar door enkelingen, beschouwd wordt als de evenknie van Bruce Springsteen en voor het eerst van zich liet horen in 1994 met het album "Mystery Train" (Emi, producer Lee Rocker from the Stray Cats). 'The true American rebel' breidde een aardig vervolg aan dat succesje met de albums "Acoustic Rumble" ('99), "American Blood" ('01), "Rock & Roll Saloon" ('02) en het vorig jaar verschenen "Avenue of Ten Cent Hearts" (zie rev: Nov 05). Optredens met ondermeer Lucinda Williams, Southside Johnny, Brian Setzer, Peter Case, Dave Alvin, Leon Russel, Jerry Lee Lewis vielen hem te beurt en de brave man werd zelfs tweemaal onderscheiden als "Best Roots Rocker" & "Best Live Male Performer" (Orange County Music Awards). Een toerneetje door Engeland met als hoogtepunt een bezoekje aan The Cavern Club" in Liverpool (Home of the Beatles) zorgden ervoor dat zijn Europese fans niet op hun honger bleven zitten.Voor een aantal songs van "Empty Bottles & Broken Guitar Strings" nl.: opener "the Wedding Proposal", "High Maintinence Engine" (met dat CCR "It Came Out of the Sky" introotje) en "Down Home Sweet Girl" (Jim Zeiger-sax, Walter Wagner-trombone, Jerry Adamos - B3 organ en backing vocals van Tricia Freeman) trok Michael naar de befaamde Sun studio's in Memphis Tennessee. De rock 'n roll rebel, poet, philosopher, hopeless romantic, storyteller, guitar slinging outlaw in black hoort volgens mijn bescheiden mening thuis in het rijtje Dylan/Springsteen/Earle/Fogerty/Dave Edmunds/Jason Ringenberg/Mellencamp en heeft met "The Day the Sky Came Rollin' Down" en "World Comes Crashin' Down" letterlijk en figuurlijk geschiedenis geschreven in mijn leventje en steekt met het pareltje "thank you my darling for taking my home, for everything i worked for, all the lawyers, pain, misery, heartache, cheatin'" een hart onder de riem voor al diegene die opgezadeld zitten/zaten met een "Unfaithful Wife". With his band or merely as a lone solo 'Acoustic Troubadour' with nothing more then his acoustic guitar, harmonica, masterful lyrics and his grainy honest singing voice. ... Michael's live shows are must see ! Filled with passion, integrity and raw power ... de man wil verduiveld graag naar Europa komen ... Wie?

PS. Michael Ubaldini has been busy in recent months, promoting a collection of his writings titled "Lost American Nights" (published by Moontide Press)


 

THE ELECTRIC KINGS
LIVE @ BRBF 2005
website : www.the-electric-kings.be
label : www.nakedproductions.be
info : fabrice.hermans@nakedproductions.be
winne.plennickx@nakedproductions.be
Distr.: Bang! Music
www.bangdistribution.com

Of de geschiedenis zich gaat herhalen... who knows? The Electric Kings mogen bechouwd worden als de vaandeldragers van het Belgische blues en rootswereldje. Meer dan 10 jaren geleden schreven zij geschiedenis op het Belgium Rhythm & Blues festival te Peer waar Misjel Daniels het in zijn hoofd haalde om een Belgisch bandje, dat weliswaar bestond uit prima muzikanten, zes maanden na oprichting onmiddelijk op de affiche te plaatsen. De brave man kreeg gelijk en het was meteen de start voor een erg succesvolle periode die bekroond werd met talloze optredens in binnen en buitenland en het verschijnen van de albums "Not for Sale" ('95) en "Electronic" ('97). Maar mooie (blues) liedjes duren blijkbaar niet lang en The Electric Kings hielden het wel erg vlug voor bekeken. Mark Thijs aka Mr. Tee werd een graag geziene gast in het wereldje en buiten zijn rol als producer voor verschillende bands (oa. Rusty Roots, zie rev: feb 06 ) was hij regelmatig van dienst als verbindingsman/begeleider van Amerikaanse collega's. Big Dave trok de boer op met zijn eigen band en Luke Alexander kon zijn ei kwijt bij de jongens van Last Call. Willy Maze kwam aan de kost als teacher & session player terwijl RC Stock het meer ging zoeken in de klassieke muziek. Maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan en toen Wim Vermeyen, die de fakkel van de beer uit Peer overnam, the "originele" Electric Kings kon overtuigen om nog eenmaal een reünieconcert te geven op de editie van 2005 verdwenen alle menings/muziek/privé geschillen als sneeuw voor de zon.Van dat bewuste optreden werden opnames gemaakt en het resultaat, negen songs oftewel meer dan een uurtje blues en rootsmuziek ligt nu bij de platenboer. Alles werd netjes ingeblikt door Bart Iven en natuurlijk tekende Mr. Tee voor de produktie. Een grandioos optreden dat mocht rekenen op een erg enthousiast publiek dat er maar niet genoeg van kon krijgen en de "We Want More" kreten galmden door de tent. Meteen een van de vele hoogtepunten in de BRBF geschiedenis. Het inspireerde de jongens blijkbaar zodanig dat de schitterende AB op 28 april mocht dienen als locatie voor de release van dit album. Maar het houdt niet op ... het lobby werk van Mark Thijs wierp vruchten af want onlangs stonden the Electric Kings op de affiche van het Doheny Blues festival (www.omegaevents.com/dohenyblues) met ondermeer B.B. King, John Hiatt, Etta James, Los Lobos, G Love & Special Sauce, Tommy Castro, Lil' Ed & the Blues Imperials, Charlie Musselwhite, James Hunter en mochten zij bij hun terugkeer de degens kruisen met The Blasters, the Hacienda Brothers op Antwerpen Blues. Nooit sant in eigen land ... forget it ... The Electric Kings are back!

The Electric Kings are:
* Big Dave: harmonica, vocals
* Luke Alexander: guitar
* Willy Maze: drums
* Mark T.: guitar
* RC Stock.: bass

tracklisting :
• Lollipop mama • Hoodoo man blues •Commit a crime • Follow my lead • Too many drivers •Trust my baby • Alive at the mall • Pretty little thing • Long distance call .


 

LINDA RONSTADT & ANN SAVOY
(THE ZOZO SISTERS)
ADIEU FALSE HEART
Website: www.lindaronstadt.com
Label: Vanguard Records
www.vanguardrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com

Altijd weer spannend, zo'n samenwerking tussen grootheden: kunnen zij de hooggespannen verwachtingen waarmaken? De belangrijkste zangeres van dit tweetal is zonder enige twijfel, de uit de westcoast countryrock scène, Linda Ronstadt. Als geen anders wist ze de songs van anderen (zelf schreef ze niet of nauwelijks) te interpreteren en vaak tot hit te schoppen. Haar carrière begint in de groep Stone Poneys met wie ze een redelijk geslaagde mix van Californische folk, country en pop maakt. Na het uiteenvallen van de groep gaat ze solo. Haar eerste geslaagde soloplaat is ook meteen haar beste plaat ooit en is het titelloze album dat in 1972 het licht ziet. Hierop wordt ze begeleidt door de latere Eagles en brengt ze de songs van succesvolle singer/songwriters als Neil Young en Jackson Browne. Met de opvolger "Heart Like A Wheel" heeft ze ook commercieel succes en maar feit is wel dat voor iemand die prachtplaten als deze "Heart Like A Wheel", "Prisoner In Disguise", "Simple Dreams", "Canciones De Mi Padre", "Western Wall: The Tucson Sessions", of haar platen met Emmylou Harris en Dolly Parton op haar naam heeft staan, heeft Ronstadt de afgelopen 30 jaar eigenlijk bar weinig gepresteerd. Met het samen met cajun-muzikante Ann Savoy, van de Savoy-Doucet Cajun Band, opgenomen "Adieu False Heart", haar nieuwste cd, laat Ronstadt gelukkig eindelijk weer eens horen wat ze in huis heeft. Een verzameling intieme folksongs die indruk maakt door de prachtige harmonieën. Soms een beetje braaf, maar zo wonderschoon dat je uiteindelijk toch weer valt voor deze dames. Op "Adieu False Heart" worden een aantal bekende en mindere bekende coversongs op uiterst harmonieuze en intrigerende wijze vertolkt. De twee dames op leeftijd worden hiervoor bijgestaan door de beste veteraanmuzikanten uit het vak, waaronder violist Stuart Duncan, gitarist Sam Broussard, bassist Byron House en in Julie Millers "I Can’t Get Over You" speelt Buddy Miller gitaar. De nummers zijn met zorg gekozen: "King of Bohemia" en "Burns’ Supper" van Richard Thompson, het stokoude "Go Away from My Window" van John Jacob Niles, "Too Old to Die Young" van Kevin Welch, het bluesy "The One I Love Is Gone" van Bill Monroe, de Four Tops-hit "Walk Away Renee" en het sfeervolle titelnummer, dat oorspronkelijk afkomstig is van de beroemde countryliedjesschrijver Arthur Smith. Het Franstalige "Marie Mouri" is opvallend genoeg één van de weinige nummers waar de cajun van Ann Savoy goed is te horen. The ZoZo Sisters, zoals ze zich ook wel noemen, maken toch vooral die authentieke en voorbeeldige countrymuziek waar juist Ronstadt zo om bekend is. Kortweg: Linda Ronstadt keert met medewerking van Ann Savoy in haar nieuwe album "Adieu False Heart" dat geproduceerd is door Steve Buckingham, terug naar haar roots.

 


 

WILL T. MASSEY
LETTERS IN THE WIND
website : www.willtmassey.com
label : Eigen Beheer
info : contact@willtmassey.com
www.myspace.com/willtmassey
www.cdbaby.com/cd/willtmassey2
foto : www.mescalina.it/musica/live/live.php?id=320

Blijkbaar is singer/songwriter Will T. Massey terug van heeeeeeeeeel lang weggeweest. De man die begin jaren negentig een deal kon versieren met het major label MCA verdween net zo vlug als hij kwam. Erg jammer want het album dat mocht rekenen op de gewaardeerde steun van ondermeer enkele leden uit de entourage van Springsteen, Mellencamp en Tom Pettty kan gerangschikt worden onder de rubriek "verplichte aanschaf". Verleden jaar kwam aan die inactiviteit een einde en liet de man uit San Angelo, Texas met liefst twee albums weten "that he was back in town". Met "Accoustic Sessions" (momenteel out of print) en "Alone" (www.cdbaby.com/cd/willtmassey) wist het voormalige zwarte schaap van de familie Massey opnieuw de draad op te nemen en een vervolg te breien aan de destijdse lovende kritieken. ("He is one of the greatest storytellers since Dylan and Van Morrison." New York Daily News). Met "Letters in the Wind" werd er blijkbaar niet op een (euro) cent gekeken want met Lloyd Maines, Tish Hinojosa, Bukka Allen, Charlie Sexton, J.J. Johnson, Stephen Doster werd de crème van het Austin muzikanten wereldje opgetrommeld. Een fraai gezelschap dat de ietwat zeurende, trillende stem van Will T. Massey (à Costello, Joe Jackson) perfect weet te begeleiden en er voor zorgt dat de tien zelfgepende "love" songs tot hun recht komen. Toch heb ik de indruk dat de band, zoals ze dat zo mooi in voetbaltermen weergeven, speelt met 'de handrem op' en nergens eens flink in de fout of uit de bocht gaan. 35 minuten rustig kabbelende muziek die misschien binnenkort met de lange herfst/wintermaanden in het vooruitzicht beter tot zijn recht zal komen dan onder een loodzware zon en temperaturen van meer dan dertig graden. De ideale gelegenheid voor de club/festival promotors om eens contact op te nemen met "het" Nederlands neusje voor singer/songwriters, nl.: Joanna Serraris op www.musemix.com die u graag meer inlichtingen zal verschaffen over Will T. Massey .... "An original voice from Texas" (Rolling Stone).


 

CHRIS THILE
HOW TO GROW A WOMAN FROM THE GROUND
Website : www.nickelcreek.com
www.myspace.com/christhile
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr. : Munich Records
www.munichrecords.com

Het is voor de bluegrassliefhebber onbegonnen werk een beetje bij te blijven op cd-gebied. Het aanbod is eenvoudigweg te omvangrijk. Uitpuilende cd-kasten is het gevolg, met cd's die het verdienen om veel meer gedraaid te worden dan nu het geval is. Daar kom je niet aan toe omdat er weer een mailing in de bus valt met nieuw, fraai werk dat terstond aangeschaft dient te worden. En dat blijft zich herhalen. Tot het moment dat je je voorneemt geen nieuwe cd's meer te bestellen voordat de afdeling "grondig te beluisteren" eens goed doorgenomen is. Mooi streven tot dat er op de een of andere radiozender Jimmie Rodger's "Brakeman’s Blues" in een versie van mandolinevirtuoos Chris Thile te horen is. Thile (20-1-81, mandoline, bouzouki, banjo, vocals) was samen met Sara Watkins, Sean Watkins en samen met de vader van Chris - Scott Thile) de frontman van de bluegrassformatie Nickel Creek. Ze mochten na enkele jaren oefenen officieel debuteren voor het toonaangevende country-label Sugar Hill. En nu wat jaren verder brengt Thile op ditzelfde label, na zijn solo-debuutalbum "Deceiver" (2004) zijn nieuwe album uit. Alle voornemens de prullenbak in en nog in diezelfde week lag deze pracht cd "How To Grow A Woman From The Ground" in de cd-speler. Zo gaan die dingen. Dit jaar verrast Chris Thile me dus wel een beetje, want duidelijk was hij de bluegrass van zijn band Nickel Creek ontgroeid op zijn vorige album waar we naast bluegrass meer invloeden hoorden van jazz, pop en rock. Zijn nieuwe album is echter een ware bluegrassplaat waarvan liefhebbers van bluegrass heel wat van gaan genieten. Thile laat zich gelden als soloartiest op "How To Grow A Woman From The Ground" waarvan hij zeven nummers zelf schreef, naast zeven covers waaronder Gillian Welch & David Rawlings "Wayside (Back In Time)", The White Stripes "Dead Leaves And The Dirty Ground", Tom Brosseau's "How To Grow A Woman From The Ground" en The Strokes "Heart In A Cage". Smaakvol, begeleid op de meeste tracks door Gabe Witcher (viool, vocals), Noam Pikelny (banjo), Chris Eldridge (gitaar, vocals) en Greg Garrison (bas, vocals) houdt Chris Thile een hoog niveau aan, al scheidde Thile niet zo lang geleden van zijn vrouw, weet hij zijn gevoelens best te verwoorden in zijn eigen gepende songs.


Track Listing:
1. Watch ‘at Breakdown
2. Dead Leaves and the Dirty Ground
3. Stay Away
4. O Santo De Polvora
5. Wayside/Back In Time
6. You’re an Angel, and I’m Gonna Cry
7. How To Grow a Woman From the Ground
8. The Beekeeper
9. Brakeman’s Blues
10. If the Sea Was Whiskey
11. Cazadero
12. Heart in a Cage
13. I’m Yours If You Want Me
14. The Eleventh Reel

 


 

THE BLUES DISCIPLES
UNDER CONSTRUCTION
Website: www.bluesdisciples.com
Label: Land O' Blues Records
www.blueslandrecords.com
Email: customer-service@blueslandrecords.com
www.cdbaby.com/cd/bluesdisciples

A unique blend of Modern and Old School Blues. Powerful vocals, ripping harp, strong grooves and stinging guitar in a complete and well rounded package.

Laat ik meteen even verklaren waarom deze cd ‘Under Construction’ noemt, waarschijnlijk is dat om de band nog niet compleet is. We spreken hier over 3 muzikanten die aangevuld worden door een resem van gastmuzikanten. Wie zijn dan eigelijk The Bluesdisciples? Op basgitaar het je Kent “The Colonel” Knapp, op gitaar is dat Paul Stillin (het nummer ‘Shoe Caddy’ is van zijn hand) en last but not least is er nog “Barefoot” Jimmy Schwarz (bluesharp en zang). Deze 3 heren kunnen knap overweg met hun instrumenten en hun samenspel is ook van een hoog niveau te noemen. Deze cd telt 16 songs die allemaal, buiten eentje, geschreven zijn door J Schwarz. En laat voor mij nu net daar het schoentje wringen, als je al pikt van de groten, doe het dan opvallend alsjeblieft. Al bij de eerste song ‘Brady Street’ hoor je aan de zanglijnen het nummer ‘Wait on Time’ overduidelijk. En zo hoor je in elke song wel grote vergelijkingen naar andere songs. Bvb op ‘Dancin’ Woman’ hoor je duidelijk ‘Wang Dang Doodle’ van Willie Dixon. En zo kan ik wel de hele cd doorgaan tot nummer 12 ‘Shoe Caddy’ , eindelijk een originele muzieklijn en hiervoor is gitarist Paul Stilin verantwoordelijk. Maar zoals ik al zei zit het muzikaal wel allemaal snor en dat maakt veel goed. Want natuurlijk klinkt alles op deze manier meer dan bekend in de oren. Ik hoor zeer mooi gitaarwerk, knappe bluesharpsolo’s en uitstekende baslijnen. De gastmuzikanten (teveel om op te noemen) doen ook uitstekend hun werk. Voor een volgende cd kan ik alleen maar zeggen tegen deze heren om samen aan tafel te gaan zitten en de songs te schrijven.
Blueswalker


 

JANIVA MAGNESS
DO I MOVE YOU?
Website : www.janivamagness.com
janiva@janivamagness.com
Label : NorthernBlues Music / www.northernblues.com
Distr.: Parsifal / www.parsifal.be
Info: www.crowsfeet.biz / michael@crowsfeet.biz

Janiva Magness is afkomstig uit Detroit, Michigan, waar ze op jonge leeftijd reeds beïnvloed werd door blues, R&B en soulmuziek die ze op de radio hoorde. Als tiener liep ze van huis weg, ze trok naar Californië en begon naar clubs te gaan en toen kreeg de bluesmicrobe haar te pakken. Ze speelde met enkele muzikanten samen, er ontstonden bands die daarna weer overgingen in andere bands, ze werkte samen met bekende en minder bekende goden zoals Kid Ramos, Rick L.A.Holmes, Steve Mugalian,… tot ze begin de jaren 90 Jeff Turmes ontmoette. Jeff bezorgde haar zelfgeschreven songs op cassette want alhoewel Janiva graag origineel materiaal brengt, schrijft ze zelf haast niets. In 1994 werd Turmes bassist bij Janiva's vaste band en een jaar later trouwden ze. The Janiva Magness Band staat garant voor retroswing en -jump, shuffles en R&B-grooves. Daarenboven heeft Janiva een aanzienlijk stembereik. Met haar vocale prestaties bewijst ze dat ze stemtechnisch heel wat vaardigheid bezit. Dat deze dame boven de middelmaat zou uitstijgen stond van in het begin vast. Vanaf haar eerste stappen in de drukke Los Angeles muziek-scene kreeg ze ronduit fantastische recensies in de gespecialiseerde pers. Magness zong enkele jaren geleden op een muziekfestival ergens in Alberta, en werd daar gezien door de Canadese gitarist Colin Linden. Linden was zo enthousiast over Magness dat hij Fred Litwin van Northern Blues aan zijn kop begon te zeuren - hij wou heel graag een plaat opnemen met Magness. De vonk sloeg over en ook Litwin raakte enthousiast. Colin en Janiva stelden vervolgens samen een band samen die je de ideale rootsband zou kunnen noemen. Colin Linden op gitaar (zelden iemand zo intens geïnspireerd horen spelen), Richard Bell (Janis Joplin's keyboardspeler), Stephen Taylor Hodges op drums (Tom Waits,The Fabulous Thunderbirds), en tenslotte de duizendpoot Jeff Turmes op sax, banjo, bas en slaggitaar. En met haar zesde album "Bury him at the Crossroads" (2004) leverde la Magness met deze bezetting een pracht van een plaat af. Op haar nieuwe album "Do I Move You?" koos ze buiten hetzelfde label ook terug voor dezelfde producer en dezelfde begeleiding, al horen we ook Rick Holmstrom (gitaar), Gary Davenport (bas) en John Whynot (wurlitzer, tambourine) op enkele tracks. Wederom koos Magness niet voor de handliggende covers op deze plaat, van o.a. Nina Simone, DelbertMc Clinton, Willie Dixon en natuurlijk konden songs van Jeff Turmes en Colin Linden niet ontbreken. Aan deze namen alleen, kunt u merken dat ook Janiva's stijlkeuze heel uitlopend is. Maar elke song geeft ze een eigen bewerking, waarin haar soulvolle stem en meestal ook de saxofoon van echtgenoot Jeff een prominente rol vertolken. "Do I Move You?" is geproduceerd door haarzelf en Colin Linden die ook zeer vakkundig alle gitaarpartijen inspeelt. De band had er ook duidelijk zin in, en dat kun je horen, meteen vanaf het eerste nummer "I'm Just A Prisoner (Of Your Good Lovin')". Dat la Magness alle stijlen aankan hoort u best uit de betere nummers zoals het rockende "I Give Up" geschreven door Colin Linden en Rick Holstrom, de romantische soul van DelbertMc Clinton's "You Were Never Mine" en het akoestische "Don't Let Your Memories". Zelf bleef ik "Stealin’ Sugar" herhaaldelijk spelen omwille van het mooie pianowerk van Richard Bell en met het afsluitende "A Man Size Job" laat Janiva haar stem slepen zoals alleen de allergrootste vocalisten dat kunnen. Kortweg: Magness heeft bovendien een stem die je niet zou verwachten als je haar foto op de hoes ziet - ze kan grommen en grauwen en heeft steeds dat intense ruwe randje dat je kippevel kan bezorgen. Schitterende cd - subtiel en toch zeer stevig, af en toe tegen het rauwe aan. Klasse!


 

TERESA LYNNE
MISTRESS OF THE BLUES
website: www.mistressoftheblues.com
label: Sugar Dog Productions
info: jtbird500@msn.com
www.cdbaby.com/cd/teresalynne


Met "Mistress of the Blues" Teresa Lynne kunnen wij weer een naam toevoegen aan ons lijstje van dames die hun mannetje kunnen staan in het blueswereldje. Met ondermeer Kellie Rucker, Barbara Blue, Maria Daines, Robin Rogers, Sister Blue, The Sherry Jones Band en Lauren Dillon hebben wij een leuk gezelschap dat dringend de oversteek naar de Lage Landen moet overwegen. Geboren en getogen in Shreveport, Louisiana, maar al meer dan twintig jaar een graaggeziene gast in haar huidige hometown Denver wordt Teresa aanzien als een van "the Last Red Hot Mama's" met haar Etta James style roadhouse blues. Een mening die gedeeld wordt door niemand minder dan Delbert McClinton enJames Cotton die voor een potje jammen met de rondborstige schone niet uit de weg gaan en ook levende legende Bruce Iglauer (Alligator Records) is danig onder de indruk van "the lady who can blow your mind playing harmonica or break your heart with her whiskey troated vocals." Aardig ... maar je koopt er geen brood van en ook haar verblijf in Nashville en trektocht from Tennessee to California to Michigan to Texas (playing in honky tonks where she was protected from flying beer bottles by chicken wire... remember The Blues Brothers deel 1) bracht niet meteen the Big Break. Die zit er misschien aan te komen nu zij met het album "Mistress of the Blues" vooral internationaal een aardig visitekaartje kan afgeven. Met een stem als een klok (à Janis Joplin, Ruth Brown, Bonnie Raitt) en een stel longen die je overhoop blazen (à Muddy Waters, Little Walter en Sonny Boy Williamson), voornamelijk eigen songs, met het fantastische "Dog Chasing the Freight Train" als uitschieter, prachtige covers van Willie Dixon's klassieker "I Just Want to Make Love to You", Koko Taylor's "Please Don't Dog Me", Gladys Knight & the Pips "Got To Use My Imagination" en David Booker's "Guess Who" moeten de doorbraak kunnen forceren. Haar optreden op het onlangs gehouden Monterey Bay Blues festival (zie foto's http://mikesphotos2003.fotki.com/concerts/2006_monterey_bay_blues/2006mbbf_26/) was blijkbaar de onthulling van "one of the best Rockies best - kept secrets " .... nu Europa nog! Warning ... just because the lady plays a harp doesn't mean she's an angel! (James B. Meadows - the Night Crawler)


 

JASON WILBER
LAZY AFTERNOON
Website : www.jasonwilber.com
www.myspace.com/jasonwilber
Email : jason@jasonwilber.com
Label : Wilber Tone records

Jason Wilber doet het weer! Vorige maand deden we de bespreking van zijn "Live And Otherwise Volume 1"-cd en wederom is er een nieuw album. "Lazy Afternoon", een waar juweeltje dat niet moet onderdoen voor het reguliere werk van een Todd Snider of Greg Trooper. Gelukkig bleef Wilder doorschrijven na zijn debuut album "Behind The Midway" uit 2000 en het album "King For A Day" uit 2004. Onze singer-songwriter uit Bloomington, Indiana, leerde de kneepjes wel van vernoemde heren, maar maakte daarnaast ook naam als sideman van John Prine, Hal Ketchum, Iris DeMent, Greg Brown, Carrie Newcomer en Tim Grimm. Zijn nieuwste plaat "Lazy Afternoon" ligt in het verlengde van zijn "King For A Day" al zijn deze nieuwe songs echte bitterzoete luisterliedjes. Negen nieuwe songs en Malcolm Holcombe afsluitende cover, "Who Carried You", in een traditionele mix van country, rock, blues en folk. Prachtige melancholieke songstructuren worden door Jason gezongen met een perfecte snik, zoals de titeltrack, "Sinking Down"en "Watching Picasso". Songs waarin Jason zo diep in in zijn gevoelens graaft dat je je regelmatig afvraagt of het nog wel goed komt met die jongen. Ook al gebeurt er niet altijd even veel; de spanning ebt niet weg. Soms is er een beetje meer tempo te vinden in songs als "You Don’t Know What You’re Getting Into", "Your Destiny" en in "The Last Of The Quakertown Optimist Club". "Lazy Afternoon" gaat veel verder dan de grenzen van de country, zijn rake songkeuze en een vervreemdende productie maken het album eigen. Op de meeste tracks kon hij rekenen op David Jacques (akoestische bas), Paul Griffith (drums) en Kevin McKendree (piano). Daardoor is "Lazy Afternoon" zelfs een memorabele luisterplaat geworden. Jason Wilber is een singer-songwriter met een eigen stijl. Een storyteller pur sang, speelt met akkoorden en gitaren waardoor ieder liedje weer anders klinkt. Niet alleen muzikaal pakt hij het breed aan, hetzelfde geldt voor zijn teksten. Wilber kan verhaaltjes vertellen, over allerlei onderwerpen, en schildert deze teksten als het ware over pakkende melodieën. De man heeft een prachtige stem en het moet een lust voor oog en oor zijn om hem bezig te zien. Je doet jezelf ernstig tekort als je "Lazy Afternoon" niet op zijn minst een luisterbeurt gunt, dat zou namelijk moeten volstaan om je van Wilber’s enorme kwaliteiten te overtuigen! Kortweg : We kunnen dus eigenlijk maar één advies meegeven en dat mag je gerust als bindend beschouwen: “Koop deze plaat!” Je zal het je beslist niet beklagen…


 

RANDY WEEKS
SUGARFINGER
website : www.randyweeks.com
label : Eigen Beheer
(So why doesn't Weeks have a label deal? In the man's own words: "I don't have shit...'cept my good looks." )
info: www.conqueroo.com
www.jennifinlaypromotions.com
http://youtube.com/watch?v=9EO4inQC1_8&mode=related&search=


Jammer genoeg zijn de verkoopcijfers nog steeds in ruime mate verantwoordelijk voor het succes van een artiest en speelt het feit dat Randy Weeks ondermeer de bezieler was van the Lonesome Strangers (+1998), hij een van de grondleggers was van the Los Angeles roots music scene, in 2000 met Teddy Morgan, Don Heffington, Tony Gilkyson het schitterende album "Madeline" (Hightone Records) op de markt bracht, Randy ondermeer de backingvocals voor zijn rekening nam op "Buenos Noches from a Lonely Room" ('88,Dwight Yokam) en Lucinda Williams zijn "Can't Let go" coverde op "Car Wheels on a Gravel Road" voor de niet-zo vertrouwde liefhebber van singer/songwriters geen enkele rol van betekenis. Van "An Amazing Songwriter" (Salon. com) over "An Amazing Musician" (Bilboard) tot "LA.'s secret musical weapon" (Los Angeles City Beat)... je koopt er geen brood van.Toch volhardt de man in boosheid en met het album "Sold Out at the Cinema" dat in 2003 verscheen bewees Weeks dat het predicaat "A master of the dark mood and edgy relationships, cooler than a fucking Eskimo beer box" nog steeds op hem van toepassing is. Met zijn nieuwste "Sugarfinger" dat schiterend van start gaat met "Looking for a Good Time", het aarzelend bekennen "You will Never Happy" (ondanks valentines & roses, all the good intentions en de hemelse Hammond/Wurlitzer geluidjes) en met het op My Space grijsgedraaide "Transistor Radio, do you know my name" een heuse meezinger/hit in de gelederen telt. Bovendien een erg fraaie cover van de klassieker "I'd Rather Go Blind", met "I'll Take My Candy" kan rekenen op funky guitar-riffs en een Booker T- like orgeltje, met "Fu Manchu" de gitaartjes voorzichtig laat scheuren en het mij verbaast waarom de song "Goin' to Heaven" niet gewoon als "You Can Tell Me Why" door het leven kan gaan. "Could' ve had it all" lijkt mij de ideale trooster als de zes juiste lotto cijfertjes weer aan je neus voorbij gaan en "If You Don't Take the Medicine" wordt vanaf heden het lijflied van iedereen die zijn/haar brood verdient in het medische wereldje. Ach, een tijdje rustig onderuit zakken met songs als "Sometimes I don't even" en "Change your Mind" kan ook wonderen doen en je doen beseffen dat Randy Weeks onder leiding van Jamie Candiloro (R.E.M, Ryan Adams) en met behulp van good old friends Tony Gilkyson, Mike Stinson, Don Heffington, Danny Mc Gough, Josh Grange, Kip Boardman een prima album aflevert.

 


 

KARINE POLWART
SCRIBBLED IN CHALK
Website: www.karinepolwart.com
Label: Shoeshine Records
www.shoeshine.co.uk
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

In Schotland kent iedereen haar naam. Karine Polwart is de zangeres in de uit Edinburgh afkomstige band Malinky en was voordien lid van de Batllefield Band. Die band heeft ze echter verlaten om zich meer op haar eigen projecten te kunnen richten. Maar ook in Engeland wordt Polwart gerekend tot de betere representanten van de New British Folk, een stroming die wordt aangevoerd door zangeressen als Kate Rusby, Kathryn Williams en Cara Dillon. Waar de genoemde zangeressen, de afgelopen jaren op succesvolle wijze de traditionele Britse Folk nieuw leven hebben ingeblazen, mengt Karine Polwart ook de nodige Keltische invloeden door haar muziek. Polwart schrijft zelf liedjes die goed met de traditionele muziek mixen. Onze eigene band Shantalla, noemde zelfs hun tweede cd "Seven Evenings, Seven Mornings" naar een van Karine's nummers ("The Dreadful End of Marianna for Sorcery"). Met "Scribbled In Chalk" heeft Polwart een buitengewoon overtuigende cd afgeleverd. De muziek is vooral akoestisch - natuurlijk - met lichte percussie, af en toe strijkers, of een scherp elektrisch randje en is op z’n mooist als die stem samenvloeit met accordeon. Geniet en pik er naar believen de toepasselijke sleutelzinnen uit. Zoals deze: "they don’t think like you do, and some don’t think at all", in "Daisy (There are peope...)". Of deze: "clouds form and disperse in the summer sky, clouds form and disperse and I don’t know why", in "Don’t know why". Simpel, maar doeltreffend. "Scribbled In Chalk" doet af en toe wel wat denken aan Erin McKeown en aan Dar Williams, maar heeft toch ook een duidelijk eigen geluid. Prachtige liedjes, een veelzijdige en verrassende instrumentatie en vooral een krachtige en expressieve stem die je weet te ontroeren. Kortweg: "Scribbled In Chalk" is een cd die zijn wortels heeft in de Britse Folk uit de vroege jaren '70 maar die ook tal van andere invloeden verwerkt, waaronder invloeden uit de country en de Keltische muziek. Mooie tijdloze popliedjes, gedragen door een stem die geen moment onder doet voor die van de andere nachtegaaltjes in dit genre. Een enorm talent deze Karine Polwart. Een talent dat we nu ook in de lage landen maar eens moeten gaan ontdekken. Een echte folkzangeres, met zachtaardige, heldere stem, maar gelukkig zonder zo’n geitewollensokkentoontje.


 

MAC ARNOLD & PLATE FULL O' BLUES
NOTHIN' TO PROVE
website : www.macarnold.com
Label : PFOBMUSIC
www.cdbaby.com/cd/macarnold
Info: www.crowsfeet.biz
michael@crowsfeet.biz


"A Genuine Blues Treasure" MAC ARNOLD , Former bass player for the legendary MUDDY WATERS , also has recorded with JOHN LEE HOOKER , OTIS SPANN and TYRONE DAVIS is back.

Mac Arnold reisde in 1965 van zijn geboorteplaats, Greenville, South Carolina naar Chicago, toen 24 jaar startte hij zijn muzikale loopbaan als zanger/bassist bij A.C. Reed, die er voor zorgde dat hij even later kon spelen als bassist voor Muddy Waters. Mac Arnold wordt door Bob Margolin als “a deep Chicago bluesman from the old school” omschreven, een omschrijving voor een bluesman die speelde met deze Muddy Waters op de albums “Live At The Café Au Go Go” (John Lee Hooker with the Muddy Waters Band) en met Otis Spann op “The Blues Is Where It’s At / Nobody Knows Chicago Like I Do”; beide opgenomen in het jaar 1966. In de beginjaren '70, verhuisde Arnold naar LosAngeles, waar hij werkte met Soul Train, Bill Withers, en Redd Foxx's Laff Records, om dan later in de jaren '80 terug naar huis te keren. Niet te verwonderen dat Arnold’s muziekroots teruggaan naar de klassieke Chicago blues van Muddy Waters en Jimmy Rogers, hetgeen we dan ook duidelijk horen op zijn nieuwe album "Nothin' To Prove". Hierbij wordt Mac Arnold (vocals, bas) bijgestaan door de 'Plate Full O’ Blues' bestaande uit multi-instrumentalist Max Hightower (harmonica, slide gitaar, piano), Austin Brashier (gitaren, backing vocals), Mark McMakin (bas, backing vocals) en Mike Whitt (drums). Speciale gasten zijn Rudy "Blue Shoes" Wyatt op piano en Jim Peterman op Hammond B3. Arnold's vitale stem doet denken aan die van Eddie Shaw, maar duidelijk zijn er ook sporen van Waters en zelfs van Albert King. Hij speelt enkel bas in het zes minuten durende "She's So Mean To Me", waarin we elementen terughoren van de drie Kings. De invloed van Jimmy Rogers is best te horen in “Call Mac Arnold” en “Going Back Home”, rustige shuffles met mooi gitaarspel. Favoriete tracks zijn voornamelijk de opener "Blues for You", een nummer in de stijl van Little Milton. In het New Orleans R&B getinte "Call Mac Arnold" en de titeltrack horen we Arnold vocaal op zijn sterkst en zijn dan ook meteen de radio favorieten. Andere hoogtepunten zijn het nummer "I Don't Know", waarin Arnold een prima begeleiding krijgt van pianist Rudy "Blue Shoes" Wyatt en in de country blues van "(Get On) Back To The Country" horen we een prachtige harmonica solo van Max Hightower. Dit nummer wordt hernomen, deze keer live, als laatste track vergezeld met mooi slidewerk naast Arnold's rauwe stem. Het Hammond B3 van Jim Peterman bezorgd het in Chicago-stijl gebrachte "Ghetto Blue" meer glans en weer doet Arnold's stem ons denken aan zijn vocale bijdragen bij artiesten als Muddy Waters en Tyrone Davis. Alle tien songs zijn door Mac Arnold zelf geschreven en maken deel uit van zijn levenservaringen. Liefhebbers van Muddy Waters weten hierbij voldoende : This is old-school blues at its finest!


 

TOM PETTY
HIGHWAY COMPANION
Website: www.tompetty.com
Label: American Recordings
www.americanrecordings.com
Distr.: Warner Music
www.warnermusic.com

 

De titel van het album verwijst naar het verstrijken van de tijd, maar duidt ook precies de plaats aan waar deze muziek het beste tot haar recht komt: in de auto langs eindeloze wegen: "Highway Companion", de derde soloplaat van Tom Petty. Het album ademt de geest van Petty’s tijdloze klassieker "Into The Great Wide Open" en werd dan ook geproduceerd door oud Travelling Wilburys’ maatje Jeff Lynne (ex-ELO). Tom Petty bewijst weer een geniale verhalenverteller te zijn die herkenbare beelden weet te creëren met de voor hem gebruikelijke ironie, vreemde beeldspraken en warme sympathie afgewisseld met bijtende bitterheid. Zonder belerend of denigrerend over te komen, schetst Petty thema's als ouder worden en het schrijden van de tijd in een dozijn songs. Maar wees gerust, ondanks deze soms serieuze, soms grappige, soms ontroerende, intelligente teksten is "Highway Companion" vooral ook een erg fijne plaat. De plaat past dan ook precies in het stramien van zijn vorige platen. In feite is het twaalf jaar geleden dat hij nog eens een soloplaat heeft gemaakt, maar veel is er sinds het door Rick Rubin geproducete "Wildflowers" niet veranderd. Net als deze plaat staat zijn nieuwe album vol met rijpe, intelligente singer-songwritermuziek verpakt in aanstekelijke popmelodieën. Samen met Jeff Lynne spelen ze nagenoeg alle instrumenten zelf en grossieren in ouderwetse maar oerdegelijke rock-'n-roll die nergens buiten de lijntjes kleurt. Eens te meer bewijst Petty zijn vakmanschap met zijn composities, zijn vaak onderschatte gitaarspel en zang, precies dat te doen waar hij goed in is. De plaat start zo geïnspireerd en melodieus met de gloedvolle single "Saving Grace", die ons even laat denken aan Canned Heats "On the Road Again". De roerende nummers "Ankle Deep" en "Square One", zijn intieme mijmeringen die aangeven dat Petty nog altijd een onverbeterlijk melancholicus is. Dit laatste nummer schreef Petty voor de film Elizabethtown, een film waarin Orlando Bloom meespeelt. "Highway Companion" is een typische Petty-plaat geworden waarvan de nummers je misschien wel aan andere Petty-nummers zullen doen denken, maar die absoluut niet overbodig is. Daar zijn de nummers namelijk veel te goed en te origineel voor. Er zullen vast wel weer de nodige vergelijkingen getrokken worden met andere artiesten, dat gebeurt namelijk altijd bij Petty, maar de critici zullen er toch niet onderuit kunnen dat deze plaat toch vooral erg naar Tom Petty klinkt, en daar ligt nou precies de waarde van deze plaat. Kortweg: "Highway Companion" is wederom een uitstekende plaat van een man die zich nooit zal uitleveren aan de op geld beluste muziekindustrie. En zoals ik schreef in de beginne komen deze twaalf songs het best tot hun recht tijdens nachtelijke autoritten met de audiospeakers op tien. Onverslijtbare Americana.


 

RECKLESS KELLY
RECKLESS KELLY WAS HERE
Website : www.recklesskelly.com
Label : Sugar Hill Records
www.sugarhillrecords.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com

 

Werd u in 2005 ook zo verrast door het sympathieke album "Wicked Twisted Road" van Reckless Kelly. Zo ja dan kunt u nu stoppen met lezen en "Reckless Kelly Was Here" blind aanschaffen, want ze vieren dit jaar hun tienjarig bestaan en dit heeft hun label Sugarhill Records ook mooi gezien. Heeft u daarentegen nog maar weinig over Reckless Kelly gehoord dient u toch maar eens te gaan luisteren en zien naar "Reckless Kelly Was Here" want zij grossieren in prettige countryrock die heerlijk kan wegluisteren, uitgesmeerd over twee cd's en één dvd. Het sympathieke Texaanse gezelschap hebben vroeger getoerd met Robert Earl Keen, dewelke zijn invloed gebruikte om het succes van de band te bevorderen. Willie en Cody Braun zijn vroeger begonnen muziek te spelen met hun vaders legendarische cowboy band, 'Muzzie Braun and the Boys'. Zelfs hebben ze even gespeeld in de "The Tonight Show" van Johnny Carson en later voor Jay Leno. Na negen jaar, Cody en Willie, beslisten dan maar om zelf een band te starten. 'The Braun Brothers' verhuisden naar Austin en kregen de hulp van vaders vriend, Chris Wall. Toen ze in een bar aan het oefenen waren vroeg Cody Braun als er misschien een drummer in de zaal was om mee te jammen op het poduim. Jay Nazz uit Connecticut wilde dadelijk het duo vergezellen, The brothers bezorgden hem de job en zo ontstond Reckless Kelly. Deze band vormde een krachtige combinatie, vaak door middel van hartverscheurende zangpartijen, liefst in duet-vorm, verhaalt men over ellende, armoe, drank en verloren liefdes. Reckless Kelly weten zowel de vrolijke als de droevige kant van het leven in hun teksten te verwerken en weten met hun verhalende teksten telkens weer te boeien. Op het album en de dvd, waarvan de opnames op 31 maart van dit jaar in Stubbs in Austin, Texas zijn gemaakt staan o.a.: "Nobody's Girl", "Wicked Twisted Road" en "Crazy Eddie's Last Hurrah". Men neemt beurtelings de leadzang maar is op hun sterkst tijdens de messcherpe samenzang. Voor we het weten vliegen de covers ons om de oren, als het rockende "Castanets" (Alejandro Escovedo), het folky "1952 Vincent Black Lightning" (Richard Thompson), "Revolution" (The Beatles), de Americana in "Guacamole" (Freddie Fender) en het countygetinte "Wild Western Windblown Band" (Bruce Hauser). Als toemaatje krijgen we op de cd's nog twee nieuwe studio-opnames: "Break My Heart Tonight" en "Wiggles & Ritalin". Het valt niet mee om iets negatiefs te verzinnen over deze feestbeesten. De meest voor de hand liggende kritiek op de muziek van de band is het feit dat deze zo oerdegelijk is. Daar is weinig tegen in te brengen, maar of dit alleen maar negatief kan worden opgevat is in het geval van Reckless Kelly nog maar de vraag. Kortweg: Sterke en toegankelijke songs, prima muzikanten, een mooie productie en flink wat variatie in stijlen, Reckless Kelly heeft het allemaal. Als u nog niets van deze kalebassen in huis heeft, weet u wat u te doen staat.


 

CHRISTIAN SERPAS & GHOST TOWN
SIX PACK
website : www.ghosttown.org
info : cpserpas@cs.com
label : Ghost Town


"Ghost Town is a little bit of country, a little bit of rock 'n' roll, a little bit of rockabilly and a whole lot of fun ". (Keith Spera)

Meer moet dat niet zijn om onze aandacht te trekken en ondanks de overweldigende concurrentie in dat wereldje van saloon shaking country, denken wij maar aan the Derailers, BR- 549, Two Tons Of Steel, Dwight Yoakam, mogen Christian Serpas (voals, acoustic guitar), Jeff Oteri (drums, vocals), George Neyrey (electric guitar), Brian Broussard (bass, vocals) met hun derde album "Six Pack" stilletjes hun plaatsje opeisen bij de grotere broers. Bij hun eerste optredens werden zij nog beschouwd als "the rowdy sons of Buck Owens", hun sound nog omschreven als Led Zeppelin plays Johnny Cash maar na de five song cd "Electric Hoedown" (2000 & sold out) en het album "Giddy Up" ( 2002, Ralph Records, www.cdbaby.com/cd/serpas) kreeg hun geluidje het stempeltje "Boot-Stomping American Music". Leuke benaming voor de six songs op dit album die de vertrouwde (roots) thema's behandelen ... love ("Miss Maybe"), loss ("If That's How You Want It ") yearning ("Bad Side of Goodbye") and the working man's anthems (Hoot and Holler"). Als bonusje krijg je nog een Ghost Town versie van Cash's "Folsom Prison" en het maakt meteen duidelijk waarom hun eerste album verkozen werd tot "Album of the Year" (Tambayala Magazine), "Giddy Up" beschouwd werd als "Louisiana Country Album of the Year" en frontman Christian Serpas (ex True Faith) de trofee in ontvangst mocht nemen als "Male Vocalist of the Year". Prima honky tonkers uit South Louisiana die de mosterd gingen halen bij Buck Owens, Elvis, Johnny Cash, Buddy Holly, Hank Williams, Dwight Yoakam en met Serpas een zanger in huis hebben die mij in de song "Read Em' and Weep" doet denken aan Marty Brown.(Leeft die man nog?) Ghost Town lijkt mij a must -see live act en dan rijst onmiddelijk de vraag... wie haalt deze jongens eens naar Europa?


 

JEFF DERNLAN
BROADMOOR
website:www.jeffdernlan.com
info:jeffdernlan@hotmail.com
label: Eigen Beheer
www.jeffdernlan.wordpress.com
www.cdbaby.com/cd/jeffdernlan

De regen valt hier momenteel met bakken uit de lucht maar toch zitten wij fluitend achter de pc... albums van Cam Penner, Douglas Greer, Kristine Alpert doen het muzikaal zonnetje schijnen en met het album "Broadmoor" van singer/songwriter Jeff Dernlan dient zich een nieuw hoog drukgebied aan dat misschien leidt naar een nieuwe Americana/alt.country hittegolf. Bovendien ben ik niet de enige die uit de bol gaat voor dit meesterwerkje aan gezien het schijfje in de kortste tijd opgeklommen is tot het momenteel best verkopende album bij het gezaghebbende Miles of Music. Verwonderlijk misschien want na zijn erg sterk debuutalbum "Lost in the Fray" (Full Nelson Records, 2000) was het bijna windstil geworden rond deze in Ohio geboren storyteller die destijds Nashville als zijn hometown kon beschouwen. Momenteel verblijft de brave man in Philadelphia en blijkbaar heeft de verandering van lucht hem meer dan goed gedaan. Samen met the Uninsurables (Paul Dougherty - guitar, backing vocals, Steve Byam - guitars, pedal steel, resonator, Andy Chilton - bass en Shannon Pollard - drums) dook hij de studio's in en onder leiding "van vriend voor het leven" Rod Picott werden in een mum van tijd een tiental songs opgenomen. Haast en spoed is zelden goed maar het album "Broadmoor" is blijkbaar de uitzondering die de regel bevestigt. Effenaf schitterend hoe Dernlan met het openingsnummer "Tumbleweed" al onmiddelijk gevoelens kan opwekken: van mensen lief wat is dit mooi en waarom hebben wij daar zo lang op moeten wachten. "It's just a Matter of Time" inderdaad ... de man die om den brode als openingsact moest fungeren voor Kathleen Edwards, Todd Snider, Ray Wylie Hubbard, Tim Easton, toont met dit album aan dat in de toekomst de rollen wel eens omgedraaid worden. Met de midtempo-country/rootsrockertjes (à John Cougar Mellencamp) "Next Time Trough", "Wireless", "All the Way Around" steelt de man ons hart en wanneer hij met zijn gruizelige ietwat verzopen stem erin slaagt om ondergetekende kippenvel te bezorgen met de meer ingetogen nummers "Smile", "Far From Home", "I'll Be With You" kunnen wij de loftrompet laten schallen ... met Jeff Durnlan waait "a Gentle Wind" door het singer/songwriters wereldje. Jammer dat het feestje maar 33 minuten duurt maar ... "Last night I had a beautiful vision" ... Jeff Dernlan & The Uninsurables passeren de Lage Landen ("Passage") ... I will be your dearest friend!


 

DARRELL SCOTT
THE INVISIBLE MAN
Website: www.DarrellScott.com
Label : Full Light Records
Distr: Sonic Rendezvous / www.sonic.nl
Thanks to: Joanna Serranis
www.musemix.com

"The Invisible Man" is Darrell Scott's zijn zesde plaat en is uitgebracht op zijn eigen label, Full Light Records. De uit een Kentucky afkomstige Scott groeide op tussen de tabaksplantages en kolenmijnen waar zijn vader thuis de traditionele muziek speelde uit de regio. Inmiddels heeft Darrell op vele verschillende plaatsen gewoond maar is al enige tijd neergestreken in Nashville alwaar hij een veelgevraagd sessiemuzikant, producer maar vooral een hele goede songschrijver is. In het verleden werkte hij reeds voor Tim O'Brien en Guy Clark ("Cold Dog Soup" en "The Dark") en pende hij liedjes voor Garth Brooks,The Dixie Chicks en Travis Pitt. Nummers als "Long Time Gone" en "Heartbreak Town" van de Dixie Chicks, "Great Day To Be Alive" van Travis Tritt, "Born To Fly" van Sara Evans, "Family Tree" van Darryl Worley, "When No One’s Around" van Garth Brooks en "You’ll Never Leave Harlan Alive" van zowel Patty Loveless als Brad Paisley stammen allemaal uit het werkhok van Scott. Die dienen enkel en alleen om aan te geven, dat de man over een bijzonder vaardige pen beschikt. Net zoals hij trouwens een verbluffende muzikant is. Scott staat bekend als iemand die alles bespeelt wat je in zijn buurt durft neer te leggen, maar toch vooral om zijn begaafdheid waar het hanteren van de gitaar, de dobro en de mandoline betreft. Een prachtplaat, deze "The Invisible Man", die liefhebbers van Steve Earle (de countryrock) en Little Feat (de southern soul) moet aanspreken. Er zit bombast in nogal wat liedjes over eenzame lieden en dat mogen ze hebben, want de vette accenten - zoals hier een gitaarsolo, daar een orgel- en accordeonriedel, en de achtergrondkoortjes - blijven overeind op deze uitstekende productie. Een korte selectie: openingsnummer "Hank William’s Ghost" is een bluesy rocker, Big Country's "Shattered Cross" is de enige rootsy cover, Americana horen we in "And The River Is Me", waarin een introspectieve uiteenzetting van zijn bijzondere ambt, "Let’s Call It A Life" waarop schitterend rijmend 'a house full of children and a satisfied wife', het cynische bluegrass-getinte "Goodle, U.S.A.", het rockende "Do It Or Die Trying" (een oude ghetto wijsheid) en het prachtige "Looking Glass", maar bovenal zijn doorleefd stemgeluid en het warme gitaarspel vormen een behoorlijk eenvoudig en bijzonder vertrouwd gezelschap op deze overtuigende plaat. Op het gehele album horen we ook Suzi Ragsdale in de achtergrondvocalen en verder natuurlijk zijn vaste maatjes, bassist Danny Thompson (Richard Thompson, Rod Stewart) en drummer Kenny Malone (JJ Cale, Johnny Cash), en een keur aan gastmuzikanten met o.a. Richard Bennett (Emmylou Harris, Mark Knopfler), Sam Bush van the New Grass Revival, keyboardist Gabe Dixon (Paul McCartney), John Cowan, Marcus Hummon, Jonell Mosser, Steve Conn, Andrea Zonn, Dirk Powell en Minton Sparks. Kortweg:"The Invisible Man" is een stevig plaat, traditioneel en toch in voor experiment, precies zoals wij onze Americana graag geserveerd hebben.


 

KRISTINE ALPERT
DESTINATION UNKNOWN
website : www.kristinealpert.com
(Under Construction)
label : Fly Fishing Records
info: alpertkristine@yahoo.com
www.cdbaby.com/cd/alpert
www.texasmusicroundup.com
www.profile.myspace.com/index.cfm?fuseaction=user.viewprofile&friendid=94830111

 

"This singer/songwriter has both a soulful and angelic vocal quality"
(Texas Music Round - Up)

Deze geboren en getogen Texaanse schone is volgens mijn bescheiden mening een van de revelaties van het jaar 2006. Singer/songwriter pur sang die met haar debuutalbum "Destination Unknown" de (bijna) ideale mix weet te brengen van blues, Americana en country rock. Een album dat als een klein meesterwerkje mag beschouwd worden en kan rekenen op de steun van ondermeer levende legende/gitarist/bluesrocker Van Wilks, Guy Forsyth (harmonica!), Layton De Penning (bas) en Michael Villegas (drums & percussie). Een fraai gezelschap dat behoort tot de crème van het Austin Texas muzikantenwereldje en wat dat betekent konden wij onlangs vaststellen toen Guy Forsyth nog eens een bezoekje bracht aan de Lage Landen (om. BRBF Peer B., De Bosuil Weert,NL). "Torch singer" Kristine Alpert kreeg een klassieke muzikale opleiding (piano & opera) en bleef na haar studies aan the Southwest Texas State University en met haar werk als scheikundige met een onbevredigd gevoel zitten ... Something serious was still missing ... music! Gitaarlessen bij de meester Van Wilks himself (www.vanwilks.com) waren de aanzet om aan die verzuchting gestalte te geven en het resultaat is overweldigend. 10 songs die je geen moment onberoerd laten, je onderdompelen in "de blues" met pareltjes als "Distraction", "$ 20 Dollars" en "You Tell On Yourself" maar dan moeiteloos Nathalie Merchant van de troon stoten met juweeltjes als "I'm Back", "Beautiful Child", het titelnummer "Destination Unknown" en het ontroerend mooie "Day 2 (911)" dat met "M.I.A", where have you gone my lover? de concurrentie aangaat om tenhuize rootsrocker in aanmerking te komen voor "Song of the Year". De zwoele erotische verleidingstechniek in "Pretty Lady" en het speels ontfutselen van je laatste geheimpjes in de song "Secrets" bevestigen mijn eerste conclusie: dit is een wereldplaat! Destination Unknown ? ... naar Europa halen en liefst vandaag nog.


 

CHRIS JAGGER’S ATCHA
ACT OF FAITH
Website: www.chrisjaggeronline.com
Email: info@chrisjaggersatcha.com
Label: BLUE / SPV Recordings
www.spv.de
Thanks to: Joanna Serranis
www.musemix.com

Chris Jagger, inderdaad de jongste broer van Rolling Stones zanger Mick, heeft op diens aanraden zijn baan in de mode omgeruild voor een muzikale loopbaan. Hij zal er zich inmiddels al mee verzoend hebben. Overal waar zijn naam verschijnt volgt de onvermijdelijke vraag: "De broer van Mick?". Chris is de 3 jaar jongere broer van Mick die zeer bewust voor een low profile carrière kiest. Hij maakte in de jaren '70 ooit 2 platen, werkte dan jaren als journalist tot de Rolling Stones een nummer van hem opnamen op "Dirty work" en "Steels Wheels". Toen besloot hij terug zijn kans te wagen en nam hij een plaat op die hij "Atcha" noemde. Sindsdien is dat ook de naam van zijn groep. Het genre dat hij met zijn groep Atcha speelt is cajun, zydeco, country en blues, oergezellige stressloze, vrolijke muziek. Hij maakte nog de platen "Rock the Zydeco" (1994), "From Lhasa To Lewisham (1996), "Knights Of The Blues Table" (1997), "Channel Fever" (2001) en eerder dit jaar verscheen "Act of Faith". Natuurlijk aangevoerd door Chris Jagger (gitaar, vocals, washboard), Charlie Hart (keyboards, viool), Jim Mortimore (gitaar), Paul Emile (bas) en Malcolm Mortimore (drums). Meer bijzonderheden bestaan uit de gasten, waaronder een duet met Grote Broer in "DJ Blues", dat overigens erg doet denken aan Van Morrison’s "Hey Mr. DJ", in "Got Me Where You Want" een tweede stem van Sam Brown, al jaren her en der special guest op uitzendbasis, en gitaarbijdragen van Billy Jenkins in "Everybody" en David Gilmour in "Junkman" en "It's Amazing (What People Throw Away)". Kortweg: De hecht gespeelde hybride die hier onstaat tussen zowat alle zogeheten rootsmuziek, met een hoofdrol voor Cajun, is waarlijk bijzonder te noemen en dan laten we de humorvolle lyriek-typisch Engels nog buiten beschouwing. Good time roots van het allerhoogste karaat!


 

JEFFREY DEAN FOSTER
Million Star Hotel
Website: www.jeffreydeanfoster.com
Email:letters@jeffreydeanfoster.com
Label: Angel Skull Records
www.cdbaby.com/cd/jdfoster2

Voor dat hij in 2002 solo debuteerde met de release van zijn 7-track live mini-album "The Leaves Fall Upside Down" had Jeffrey Dean Foster al een aardig palmares van bands op zijn naam staan. Want vanaf de begin jaren tachtig passeerde hij respectievelijk in The Right Profile, The Carneys en The Pinetops om dan uiteindelijk aan een solo-carrière te beginnen. Na "The Leaves Fall Upside Down" is "Million Star Hotel" nu zijn reguliere solodebuut, en wat voor één! Deze uit North Carolina komende singer/songwriter speelt op deze plaat voor het Angel Skull Records label veertien nummers in de hem vertrouwde combinatie van alt.country, singer-songwriter en rock, of om het onder één noemer te plaatsen: rootsy power pop. Zijn medium-tempo songs en ballads zijn ingetogen geïnstrumenteerd: gebaseerd op akoestische- en elektrische gitaar en ondersteund door effectief swingende drums worden de accenten meestal mellotron en Leslie-box. Ze onderstrepen zijn met een warme gezingzegde, lyrische teksten, waarmee hij staat in de traditie van Lindsey Buckingham, Jeff Lynne, Bruce Springsteen, Neil Young en Jeff Tweedy. En het lijkt er alsmaar meer op, dat Jeffrey Dean Foster binnen afzienbare tijd in de bovenste la van het singer-songwritersgild zal gaan belanden. JDF beschikt niet enkel over een mooie stem, maar is daarbuiten ook een onderscheiden songwriter, die in zijn nummers met zijn onnadrukkelijke woorden ons vaak aan Ryan Adams doet denken. Een aantal keren haalt hij instrumentaal wat feller uit met zijn elektrische gitaar of op piano, dan onderstreept dat muzikale venijn zijn beschouwende teksten en geeft ze nét het reliëf dat in sommige andere songs ontbreekt. Zijn verteltrant lijkt gemakkelijk, maar dat is juist de kunst. De hoogtepunten: Natuurlijk het meest Ryan Adams-achtige "Lily Of The Highway", de power-popper "The Summer Of The Son Of Sam" en de piano-en-trompet meditatie in "Milk And Honey", een anti-war tune die ons laat denken aan Tom Petty (Southern Accents) of aan een Neil Young (Harvest), allemaal pracht songs die elkaar aan een adembenemend tempo opvolgen. Met op de guestlist o.a. Mitch Easter, Don Dixon, Lynn Blakey (Let's Active, Glory Fountain, Tres Chicas), Brian Landrum (Black Eyed Dog) en Cliff Retallick (Mercury Dime) is "Million Star Hotel" al bij al een plaat die bijzonder aangenaam wegluistert en waarmee Jeffrey Dean Foster eindelijk de welverdiende doorbraak kan bewerkstelligen. Prachtig gewoon!


 

STEVE GARDNER
BIG DELTA CROSSING
RAMBLING WITH THE BLUES
Website: www.stevegardner.info
Email: stevegardner@hotmail.co.jp
Label: Blues Cat Records/ Last Hero productions
www.cdbaby.com/cd/stevegardner

If life is like a bottle of whiskey, you better drink it all and not waste a drop...Remember, you can't be afraid and live free...after all, everybody gets the blues...sometime.

Steve Gardner zijn albums zijn opgenomen in Japan, een land dat stilaan bezig is aan de grote inhaalrace in de muziekwereld. De geografische ligging kan soms nadelige gevolgen hebben voor de muzikale export, dat zie je maar als je kijkt naar het verre Australië. Japan opereerde lange tijd in de schaduw van andere werelddelen, maar is zoals gezegd begonnen aan een opmars. Het desolate en onherbergzame landschap schemert veelal in de eenzame bluesmuziek door, daarom is dat genre altijd goed vertegenwoordigd geweest. Steve Gardner is geboren in Mississippi in 1956, en door zijn interesse in de blues kwam hij al snel in contact met Jack Owens, Jessie Mae Hemphill, James Son Thomas, Booba Barnes en vele anderen. In 1980 verhuisde Gardner naar Japan en schreef aldaar "Rambling Mind" (1994) een boek over Mississippi en de blues. Pas in 2002 verscheen zijn eerste cd, "Rambling With The Blues" (2002), feitelijk de muzikale copaan van zijn boek. Een plaat waarop hij wederom zijn voorliefde voor "Those who were generous enough to share their music, their lives, their blues with me...they gave me the chance to grow in spirit, to grow in the music and the responsibility to pass on to others the blues...the spirit of the blues" en in het bijzonder aan Jessie Mae Hemphill, die deze maand is heengegaan en tot hem zei : "Steve, you ain't me and I ain't you so just git on with it!". Hetgeen Gardner met zijn debuut bewees: Hij weet zich vast te bijten in vernuftige songteksten met een cynische ondertoon, want qua stijl kiest Gardner in zijn eigen songs voor de Delta Blues, maar dan van Mississippi tot Tokyo. Zijn opvolger "Big Delta Crossing" (2005) is zeker een heel erg interessant album voor liefhebbers van dit genre, die nu niet meteen een dodelijk zwaarmoedige bluesplaat zoeken, maar iets luchtiger georiënteerd zijn. Steve Gardner straalt een ongekende zelfverzekerdheid uit met een glansrijk stemgeluid dat knisperend klinkt als een groot kampvuur. De vergelijkingen zijn onontkoombaar in de vijftig minuten dat dit indrukwekkende tweede album duurt, maar ik zie geen reden om Steve Gardner te beschuldigen van plagiaat. Want ook hier zijn er buiten acht originals vijf covers van o.a. Hank Williams, Skip James, Charley Patton, Blind Lemon Jefferson en Robert Johnson. De kunst van het coveren is een vak apart, zoals eveneens Steve Gardner sprankelende en bezielde zang apart genoemd mag worden. Met zijn twee albums slaagt Gardner samen met The Bottleneck Blues Band (Macoto Takahashi, Hisa Nakase, Yu Ojima, Shinjiro Mori), er moeiteloos in, om met ongecompliceerde akoestische blues uit vervlogen tijden mijn gevoelige snaar te raken. Zichzelf begeleidend op resonator gitaren, blues harp, banjo en soms wat washboard, is dit genieten. Er gebeurden dus geen overdubs, multitracking en goocheltoestanden bij de opnames. De wijze waarop hij nummers als Blind Lemon Jefferson's "Dry Southern Blues" en Robert Johnson's "Little Queen of Spades" speelt , het is gewoon voortreffelijk gebrachte akoestische country blues, eerlijk en recht uit het hart. Kortweg: Voor wie houdt van rustgevende en serene akoestische bluesmuziek in een sublieme mix van ragtime, deltablues en countryblues is bij deze aan het juiste adres. Hoe bedoel je, "Made in Japan"?


 

CAM PENNER & THE GRAVEL ROAD
FELT LIKE A SUNDAY NIGHT
website : www.thegravelroad.com
label : Eigen Beheer
info : thegravelroad@hotmail.com

I'm at a crossroads - I've sunk all this stuff into this project, and ....we'll see "
(Cam Penner)

Nu is van werken nog niemand dood gegaan en ik wil ook niet de eerste zijn... maar blijkbaar hebben de platenbonzen besloten om de beste releases van 2006 in de zomermaanden op ons los te laten. Weg de verdiende rust en is het momenteel alle hens aan dek geblazen om de meesterwerkjes van de nodige en (hopelijk) deskundige informatie te voorzien. Neem nu Cam Penner (Steinbach, Manitoba) ... nog nooit gehoord van de brave man, al is hij momenteel reeds aan zijn derde album toe. "Felt Like A Sunday Night" is de titel van dit prima album dat ondertussen schoorvoetend zijn intrede gedaan heeft in de Euro Americana charts. Niet verwonderlijk want als zelf "de meester" himselve, Dani Heyvaert,(MazzMuzikas) erg onder de indruk is van Penner's activiteiten in het singer/songwriters wereldje dan mag je er gerust van uit gaan dat "Felt Like A Sunday Night" zal uitgroeien tot een verplichte aankoop voor iedere Americana/alt. country liefhebber. Als (ex) maatschappelijk werker weet deze Canadees ondertussen wel wat dit wereldje te bieden heeft en hij maakte dan ook dankbaar gebruik om al zijn ervaringen in een twaalftal songs te gieten. Zelfs zijn gestrand huwelijk komt ter sprake al vond hij zijn ex (Tabitha Nordby) nog bereid om de vocals te verzorgen op "No Stars in the City". Songs about real people, real situations, sufferin' and laughin': laughin' at your sufferin' kinda songs. Songs inspired by rolling fields, vast skies, hard luck and long cold, prairie winters... Penner is ondertussen al een twaalftal jaren bezig, verkocht zijn huis om dit album te kunnen financieren en wordt qua stem & presence vergeleken met niemand minder dan Steve Earle, John Prine, Robert Earl Keen, Rod Picott, Kelly Paardekooper. De meeste heren hebben al een leventje achter de rug, zelfs enkele meer dan een, en blijkbaar is het een algemeen gegeven dat je eerst letterlijk en figuurlijk aan de grond moet gezeten hebben om naderhand vooral muzikaal erg sterk uit de hoek te kunnen komen.Wel, Cam Penner & the Gravel Road (Jeff Drummond, guitars, vocals, Adam Esposito, drums) behoren tot die mensen en zijn er in geslaagd om met hun "songs that wins fans one at a time, but keep them for live" een dijk van een album op ons los te laten. Cam Penner brings a freshness, soul and some rock & roll to the roots music scene ( www. codaagency.com) ... geniet er met volle teugen van!

 


 

MICHAEL ONEILL
Who's Bad Now
www.michael-oneill.com
eyesopen@michael-oneill.com
Label : Sleeping Trout Music
www.sleepingtrout.com
www.cdbaby.com/cd/michaeloneill4

 

Americana .... this singer/songwriter with a “roots-rock” history and a soulful ease carries his listener into a time and place reminiscent of steel strings, guitar heroes, and great story-tellers like Johnny Cash and Willie Nelson. A living music legend (CD baby)
"Who's Bad Now " comes at ya' like a freight train full a candy. " A sassy, funky strut, very tongue in cheek, a big grin" Dony Wynn

Michael ONeill zat vroeger in een band met John Shanks (nu de grote producer van o.a. Sheryl Crow, Alanis Morrisette, Vertical Horizon), Kenny Gradney (Little Feat), en jazz saxophonist, Boney James. Later heeft onze troubadour wel tien jaar op toer gegaan met o.a. Stevie Ray Vaughn, maar daarbuiten schreef hij vele songs met o.a. Bob Weir (Grateful Dead), Steve Cropper (Booker T. and The MG's), en Jason Scheff (Chicago). In de begin jaren '90 verliet ONeill Southern California om in zijn thuishaven in de Pacific Northwest paarden groot te brengen en om meer tijd aan zijn familie te spenderen. Pas in in 1999 liet hij van zich horen bij het verschijnen van zijn debuutalbum "Dream On" en vorig jaar met "From The Beginning". En nu is er reeds de opvolger: "Who's Bad Now", dit is zo'n plaat waarvan we er al zo'n paar honderd hebben zien langskomen. U kent het wel: plaatje van uitgestrekt landschap op de hoes, Amerikaanse cowboyhoed die met banjo's en andere snaarinstrumenten in de weer is, .... Neemt natuurlijk niet weg dat deze nieuwe plaat, "Who's Bad Now", volstaat met tien vriendelijke tracks, soms best vrolijke en meestal gerijpte countryrock, hevig geïnspireerd door vaderfiguren als Steve Earle, Rodney Crowell en Jimmie Dale Gilmore. De openende titeltrack geeft dadelijk een country/funk gevoel, alsook het tweede nummer "Chance" waar dit tempo wordt aangehouden met mooi dobro- en pedal steel werk van Dan Tyack. De volgende twee tracks, "Cowboy Ride" en "I Don't Remember", liggen dan weer in het verlengde van zijn vorige album "From The Beginning". Met "Austin" blijft hij doorborduren in deze FTB-stijl, maar hier horen we weer die prachtige dobrogeluiden van Dan Tyack. Met de muzikale begeleiding zit het dus wel goed, maar ook met de bijzondere songs van Michael ONeill is weer helemaal niets mis, het heeft hem duidelijk goed gedaan om zelf het beste uit zijn kunnen te halen. De adembenemende enige cover, Lowell George's "Dixie Chicken", lijkt zo uit het sprookje van duizend-en-een-nacht te komen. Ander meeslepend en authentiek hoogtepunt in ONeill's imposante carrière is wel de ballade "Run to the Sea", met de backing vocals van Nancy Apple. Als afsluiter krijgen we een akoestische versie van de titeltrack. Kortweg: Michael ONeill is inmiddels van vele markten thuis en daarom is "Who's Bad Now" weer een afwisselende cd, waarop de torenhoge kwaliteit van de songs van ONeill de enige constante factor is. ONeill consolideert met "Who's Bad Now", zijn positie als een van de allerbeste singer-songwriters van het moment en is daarom verplichte kost voor de liefhebbers van dit soort muziek want het zijn allemaal wonderschone liedjes.


 

RANDY RICH AND THE POOR BOYS
BYE BYE MR. BLUES
website : www.randyrich.de
label : Rhythm Bomb Records
info : www.rhythmbomb.com
richter_randy@hotmail.com
www.myspace.com/randyrichandthepoorboys

Randy Rich mag beschouwd worden als een van s' werelds beste "guitarpickers"in het rock 'n' roll/rockabilly wereldje. Een referentie die kan tellen en het is dan ook geen wonder dat talloze artiesten beroep doen op hem en zijn Poor Boys om te figureren als begeleidingsband, ondermeer "Mr. All Night Rock" Glenn Honeycutt, Jack Earls, Janis Martin, Huelyn Duvall deden beroep op hun diensten. Geen wonder dat het bijna drie jaren duurde eer Randy Rich(ter) weer tijd en songs verzameld had om met "ouwe getrouwe" Axel Praefcke, Ike Stoye, Michael Kirscht, Torsten Peukert, Michael Kielas, Jurgen Lange, Patric Poltorak en Andy Lee de befaamde Lightning Recording Service studio in Berlijn nog eens met een bezoekje te vereren. Mensen die een beetje thuis zijn in het rockabilly wereldje zullen ongetwijfeld "dit meubilair" van Rhythm Bomb Records herkennen. Bij "I Wanna Be Loved" is Buddy Holly nooit ver uit de buurt, behoort "No More Rain" tot een van die klassieke late - fifties ballades, krijgt met "Mr. All Night Rock" vriend des huizes Glenn Honeycutt een eresaluut en laat Randy Rich in de traditional "Cincinnatti Flow Rag", "Somewhere Over the Rainbow" en "Bye Bye Blues" horen waarom hij niet moet onderdoen voor Chet Atkins, Merle Travis. De rockabilly liefhebbers herkennen zich in "Rock 'n' Roll Daddy 'O", mag singing drummer boy Wassily de vocals voor zijn rekening nemen op Burnette's Sun rocker "Finders Keepers", en knikken Carl Perkins en Narvel Felts goedkeurend toe met Richter's eigen "You Can" en zou wijlen J. Cash ook wel uit de voeten kunnen met "Your Picture Tells Me". Wanneer de sax ook nog van onder het stof wordt gehaald in "Rockin' the Town" (J. Burnette) is het tafels en stoelen aan de kant geblazen. "Tonight Little Darling, I'm leaving you", "Girls on Planet Venus" (?) en "Drivin' Home Boogie" jagen onze stramme beentjes in een knoop en doen ons eens te meer beseffen dat "Je wordt ouder papa, geef het maar toe" hoe langer hoe meer van toepassing wordt. Een dosis testosteron misschien? Prima album!


TRACK LISTING:
I Wanna Be Loved - No More Rain - Mr. All Night Rock - Cincinnatti Flow Rag - Rock 'n' Roll Daddy'O - Bye Bye Mr. Blues - Finders Keepers - You Can - Your Picture tells Me - Rockin' The Town - Girls On Planet Venus - Tonight Little Darling - Somewhere Over The Rainbow - Drivin' Home Boogie.


 

RODDY HART
BOOKMARKS
Website: www.roddyhart.com
www.myspace.com/roddyhart
Label: Vertical Records
www.verticalrecords.co.uk
info@verticalrecords.co.uk

Roddy Hart is één de grote verrassingen van de laatste maanden!. De verwachtingen waren dan ook zeer hoog toen we hoorden dat hij een cd zou releasen. Zijn vorige demo's van enkele jaren geleden bracht hij reeds uit als de "Home Tapes", en waren reeds om te smullen en met zijn nieuwste, "Bookmarks", is het niet anders. Deze nieuwe plaat gaat vrolijk verder waar deze demo's ophielden, en moet zeker niet onder doen voor het beste werk van Ron Sexsmith bijvoorbeeld. In de eerste plaats speelt Roddy Hart fantastisch akoestische en elektrische gitaar en in de tweede plaats is hij een meer dan voortreffelijk zanger, en in de derde plaats schrijft hij geweldige liedjes die ik ongemerkt de hele dag door loop te zingen en te fluiten. Deze 26-jarige singer-songwriter, afkomstig uit Schotland, heeft bovendien een onmiskenbaar eigen geluid, en zeer, zeer sterke liedjes. Liedjes waar andere songwriters waarschijnlijk jaloers naar zullen luisteren. Zijn eigen dertien songs zijn een perfect staaltje van waar de man op tekstueel gebied toe in staat is. Roddy Hart heeft met "Bookmarks" een album gemaakt dat scherp is, en dat tegelijkertijd ontspannen klinkt. Bovendien kan ik na tien keer draaien constateren dat de muziek nog steeds beter wordt, en dat de cd eigenlijk behoorlijk verslavend is, je blijft hem draaien en geniet eigenlijk steeds meer. Hart krijgt de hulp van gelouterde gastmuzikanten, zoals Kris Kristofferson, Eddi Reader en The Trashcan Sinatras. Hart werd gevraagd om voor Kristofferson te openen toen deze door de UK trok. En als wederdienst doet hij nu op "Bookmarks", twee keer de backing vocals. Allemaal nummers van nauwelijks drie minuten met hitpotentie waarvan wat mij betreft "Nothing Is Broken" en "My Greatest Success" de 'hits' van dit album zijn. In het harmonica-gedreven "She Is All I Need" zijn invloeden te horen van Jackson Browne of een Ron Sexsmith. Al kunnen we zijn songwriting best vergelijken met die van Steve Forbert, Springsteen, of zelfs Elvis Costello. Hart’s stijl is niet goed in een hokje te vangen: soms klinkt hij pop, folk, rock en ook alt.country. Een zeer gevarieerde plaat dus die niet snel gaat vervelen. Kortweg: Roddy Hart kan het prima zelf. Op het eerste gehoor weinig spannend en doodsimpel, maar meerdere luisterbeurten wijzen uit dat de nummers na langere tijd winnen aan kracht. "Bookmarks" bevestigt ons vermoeden: hier schuilt een veelbelovende singer–songwriter met een betoverende stem!


 

LONESOME BROTHERS
MONO
Website : www.lonesomebrothers.com
Email: jamesarmenti@hotmail.com
Label : Captivating Music

"Mono" is de zesde heerlijke plaat van de Lonesome Brothers met fantastisch gespeelde traditionele alt country. Ray Mason, een singersongwriter die al jaren meegaat, maakt deel uit van zijn eigen band, maar is ook als bassist te horen bij de Lonesome Brothers, en laat zich niet uit het veld slaan op deze nieuwe plaat, want als hoofdman van de band gaat hij gewoon door met wat hij al enkele decennia doet. Liedjes schrijven, samen met compaan Jim Armenti, en als ze er een hoopje bij elkaar hebben, dan stappen Mason, Armenti en de andere veteranen TomShea (mandolin, squeeze box, backing vocals), Doug Beaumier (dobro) en Jim Weeks (toetsen, percussie) wederom vrolijk een studio binnen. Ook al weten ze dat roem niet voor ze zal zijn weggelegd. De rootsmuziek van Lonesome Brothers is sterk geworteld in de jaren zestig en zeventig, maar klinkt geen enkel moment nostalgisch of uit de tijd. Armenti en Mason zijn de songschrijvers en ze doen weinig voor elkaar onder. Armanti heeft meer countrybloed in zich, terwijl Mason meer de ruwere, oude Neil Young vertolkt. Die kenmerken zorgen er voor dat "Mono" een afwisselende plaat is, die in feite niet verschilt van de voorgangers, of het moet zijn dat het geluid klinkt als countryrock met twang als vanouds, hetgeen de albumtitel reeds liet vermoeden, deze plaat is dan ook mono opgenomen. Hetgeen zich uit in de prachtliedjes, songs over het gewone eenvoudige leven ("Carson City"), de natuur ("Falling Blossoms") en de liefde ("Helium Heart"). Fabelachtig is de souplesse waarmee deze klinkende songs, teksten en instrumentatie tot volstrekt nieuwe nummers leiden. Gekmakend en jaloersmakend voor lui die al zolang hetzelfde kunstje onder de knie proberen te krijgen. Lonesome Brothers' songs beklijven en zijn zo authentiek dat het voelt alsof je naar de sixties gekatapulteerd wordt. En zo is "Mono" één van de betere cd's van Lonesome Brothers. Keep going Ray, Keep going Jim, keep going...


 

DOUGLAS GREER
JUST A MAN
website : www.douglasgreermusic.com
info : douglasgreer@yahoo.com
label : Zilker Park Records
www.cdbaby.com/cd/dgreer
www.myspace.com/douglasgreer

"Out of the musical womb of Southeast Texas comes Douglas Greer, a fresh and savvy talent with a voice you will want to hear again and again. Check him out!”
Mark Hallman

Port Arthur Texas ... bij de muziekliefhebber moet deze naam een belletje doen rinkelen. Inderdaad de geboorteplaats van ondermeer Janis Joplin, de onlangs overleden Clifford Antone en juist ja .... ook Douglas Greer zag er het levenslicht. Debutant singer/songwriter die met het album "Just a Man" in zijn thuishaven kan rekenen op een enorme respons en het zou mij verbazen moest Europa dit talent over het hoofd zien. Enorm vertrouwd met het reilen en zeilen van het muzikantenwereldje, de man leidde in de jaren negentig zijn eigen boekingskantoor en maakte deel uit van het rootsrock bandje Amos Moses, zoekt de man zijn inspiratie voor zijn songs voornamelijk in de teloorgang van zijn hometown Porth Arthur Texas. Een welvarende omgeving die omgeschapen werd in een buurt van verloedering, prostitutie, drugs, drankmisbruik en massale werkloosheid. Troosteloze ervaringen die Douglas op zijn eigen manier kon verwerken door het bijhouden van een dagboek : "Writing about it was the best therapy". Bij zijn verhuis naar Austin enkele jaren geleden liep hij Michael Ramos (John Mellencamp) tegen het lijf en toen die een blik wierp in het arsenaaltje van songs dat Greer in de loop der jaren bijeen gepend had was de samenwerking al vlug een feit. Het eerste resultaat van Ramos latin en Greer's cajun musical roots ligt nu bij de platenboer en ... het is een beauty geworden. Bewust werd er gekozen om de fiddle en pedal steel aan de kant te laten en meer de nadruk te leggen op accordion, keyboards, piano. Alternatieve Southeast Texas country rock gegoten in een tiental prachtige songs die thuishoren in dat sfeertje waarop ondermeer Ryan Adams, Steve Earle, James Mc Murtry, Joe Ely een patent hebben. Douglas beschikt over een vrij aardige storytelling stem en kon bovendien rekenen in de Congress House studio op de steun van Mark Hallman, piano (Carole King), David Grissom, el. gt, (The Dixie Chicks), Tommy Shannon, bass (Stevie Ray Vaughan) en Michael Langoria, drums (Patty Griffin). Natuurlijk was het Michael Ramos die naast zijn werk op piano, accordion, keyboards een oogje in het zeil hield als producer en zelfs Lisa Richards ('thanks for teaching me how to sing') kwam eventjes langs om de backing vocals te verzorgen op "Black Train". Bijzonder aangename kennismaking met deze nieuwkomer in het singer/songwriters wereldje die met de song "People Person" erg dicht in de buurt komt van mijn/onze Greg Trooper en als dat geen referentie is weet ik het ook niet meer.


 

DARRYL LEE RUSH
LLANO AVENUE
Website: www.darrylleerush.com
Label: Shiner Records / Palo Duro Records
www.palodurorecords.com
chris.thomas@palodurorecords.com

 

Een cd die door rootsmuziekminnende Jack Ingram al een tijdje in het hart werd gesloten en die dat ook dubbel en dwars verdient is "Llano Avenue" van Darryl Lee Rush. In tijden waarin iemand als Ryan Adams er absoluut geen geheim van maakt zich zoveel mogelijk te willen distantiëren van de hand die hem zo lang voedde, is het alt. country-genre heel erg gebaat bij de opkomst van nieuwe supertalenten als de uit Dallas aan de weg timmerende singer-songwriter Darryl Lee Rush. Een apart stemgeluid, knappe songs, intelligente teksten… hij heeft het echt allemaal! Zo’n nummer als de openende love-ballade "Truale" (een cover van Sam Baker), een nummer waarmee hij nog een beetje schoorvoetend aftrapt, nodigt je meteen uit om er maar even bij te gaan zitten en het er eens goed van te nemen. Wedden dat ook jij binnen de kortste keren verslingerd zal zijn aan de voortbrengselen van die verweerde stembanden van onze Texaanse vriend. Ook "White Trash Paradise" is prettige, op de grens tussen country, bluegrass en folk voortkabbelende roots music van erg hoog niveau. Swingende nummers als "Town Too Tough To Die" en "Prodigal Daughter", zijn songs waaraan ik eigenlijk niet heel veel woorden aan vuil wil maken, het zijn gewoon songs die je moet ondergaan. Iedereen die Darryl Lee Rush tot dusver links heeft laten liggen bij de platenboer, moet zeker deze unieke singer-songwriter eens een kans geven. Luister even naar de up-tempo blue-grass cover versie van the Eagles klassieke rocker "Life in the Fast Lane" en u bent meteen verloren, en wedden we voor de tweede maal als je weet dat de productie van "Llano Avenue" in handen ligt van Gurf Morlix, dat je dadelijk deze plaat zult aanschaffen! Mensen die houden van pure West-Texas country durven we dit kleinood van harte aanbevelen. Een uitstekende investering alleszins voor wie dit genre wél trouw blijft…


 

JOHN FLYNN
TWO WOLVES
Webwite: www.johnflynn.net
Label: Metta/Four Records
www.metta4records.com
Hermetta@metta4records.com
Info: Tamara Saviano / Saviano Media
Tamara@savianomedia.com

Op zijn nieuwe album "Two Wolves" geeft één van onze favoriete Americana-folkies, John Flynn, zich in het gezelschap van een select clubje muzikale vrienden over aan datgene waar hij zo goed in is, met name het afleveren van heerlijke liedjes waarin het persoonlijke en het wereldse op onnavolgbare wijze met elkaar worden vervlochten. Precies datgene wat we reeds op het in 2004 verschenen album "Dragon" konden horen. Samen met gitaristen Duke Levine (Mary Chapin Carpenter, Bill Morrissey) en Larry Campbell (Paul Simon, Dar Williams), drummer Denny McDermott (Roseanne Cash, Donald Fagen), zangeres Jane Kelly Williams, en producer Ben Wisch (Marc Cohn, Patty Larkin), houdt Flynn ons twaalf songs lang aan zijn lippen gekluisterd. Songs over geloof ("My Father's Chapel"), songs over hoop ("Trust the Rope"), songs over huichelarij ("Put Your Freedom Where Your Mouth Is"), songs over het aangename in de liefde ("Sunflower"), ... allemaal liedjes met een boodschap ... tot het met zijn soulmates Kathy Mattea en Kris Kristofferson respectievelijk opgenomen - het ingetogen "My Father's Chapel" en het door Kristofferson zelfgepende en ook met hem gebrachte eerbetoon aan collega Eddie Rabbit's verloren kind "Hall Of Angels", je verveelt je hier werkelijk geen seconde. Centraal staat als thema, het verlangen. Het verlangen naar liefde, naar huis, naar een betere wereld ook. De scherpe maatschappijkritische visie uit het nummer "No More War", lijkt deze kijk nog wat extra kracht bij te willen zetten. Bijzonder fraai is ook de cover van Phil Ochs "Pleasures Of The Harbor". Noem dit maar gerust een blij weerzien met een hele grote liedjesschrijver. Eéntje die met vastberaden blik de toekomst tegemoet gaat, zo lijkt het. En ééntje die het zo onderhand wel verdient om ook in de Lage Landen wat meer aandacht te krijgen…


 

NATALIE EDELSON
MAYFLY DAYS
Website: www.sonicbids.com/epk/epk.asp?epk_id=38711
www.myspace.com/natalieedelson
Email: info@natalieedelson.com
Label: eigen beheer
www.cdbaby.com/cd/edelson

Aan de stroom van vrouwelijke singer-songwriters uit Canada komt maar geen eind, na de akoestische folk-pop van Karyn Ellis en Linda Mclean is het nu de beurt aan Natalie Edelson. Zij was een volslagen onbekende Canadese singer-songwriter bij het verschijnen van haar debuut "Mayfly Days", maar daar zal snel verandering in gaan komen, want met deze plaat moet Natalie Edelson haast wel uit de anonimiteit gaan treden. "Mayfly Days" is geproduceerd door haarzelf en Jay Burr en is door zijn hulp namelijk een onweerstaanbaar prachtige cd die niet onopgemerkt kan en mag blijven. De muziek van Edelson kan het best worden omschreven als een perfecte mix van folk en country met een rootsy randje. "Mayfly Days" bevat twaalf toegankelijke songs met heerlijke melodieën en pakkende refreinen. Na één keer luisteren zit bijna de hele cd al in je hoofd en bij iedere volgende luisterbeurt wordt deze plaat eigenlijk alleen maar beter. Sommige songs zijn voorzien van een bij vlagen lekker roots-jasje, zoals "Star Or Satellite". Keurig is de opbouw, soms komt ze met rustmomenten, zoals in de titeltrack, waarna ze dadelijk met het zo mooie "Canyonlands" het tempo terug brengt. Naast een cover, het rustig gebrachte "Wild Horses" van de Stones zijn alle andere songs door Edelson zelf geschreven. Het belangrijkste is echter de fantastische stem van Natalie Edelson, een lichthese stem, zeer emotioneel met af en toe een lichte snik en met volop schakeringen, zoals de liedjes ook volop wendingen kennen. Een stem die dus in ieder nummer weer anders klinkt en misschien nog het best is te typeren als een stem die het beste van Sarah McLachlan, Dar Williams en Eleanor McEvoy verenigt. Naast Jay Burr (gitaar; orgel en backingvocals), bestaat de verdere begeleiding uit Jim Holland en David Sinclair op de elektrischr gitaar, Paul Stephens (bas) en Bob Johnstone op de drums. Liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters hebben al een flinke stapel geweldige cd’s liggen, maar "Mayfly Days" van Natalie Edelson moet daar zeker aan worden toegevoegd. Net als haar hier al enige bekendheid genietende landgenotes Kathleen Edwards en Lynn Miles mag ze dan ook rekenen op onze onvoorwaardelijke sympathie. Klasse!


 

GARY PRESTON AND ANITA BONKOWSKI
SATISFY SOMEBODY
Website: www.garypreston.ca
Email: bluesharp@shaw.ca
Label: Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/gpab

Gary Preston en Anita Bonkowski staan voor een energiek en opzwepend duo uit Canada. Een mix van blues, jazz, swing en een beetje latin zorgen samen voor veertien vette nummers op hun debuut "Satisfy Somebody", nummers die knipogen naar de jaren '40 en '50. Dit duo gevormd rond frontman, piano- en harmonicaspeler Gary Preston en Anita Bonkowski aan de staande bas vinden hun inspiratie bij de groten uit de New Orleans blues, hetgeen resulteerde in covers van o.a. Willie Dixon, A. Miller, R. Hicks ... maar brengen al deze songs in een eigen bewerking en in hun uitzonderlijke bluesstijl. Deze nieuwe release, in eigen beheer uitgebracht, knalt als een swingende TGV door de boxen vanaf de opener "Don't Go No Farther" tot het afsluitende "Greasy". Je voelt als het ware de sfeer van de '50ties herleven. Dit is blues en swing, gebracht met veel gevoel voor authenticiteit en respect voor de groten in het genre. Een plaat met een evenredige verdeling: zeven covers en zeven door Preston gepende songs waar het onbegonnen werk is uitschieters op te noemen vanwege de kwalitatieve homogeniteit. Alhoewel deze nummers geen wereldsongs zijn mogen ze er wel prat op gaan, want nergens wordt er uit de bocht gegaan en weten ze alles spontaan en vanzelfsprekend te houden. Soms blues-songs met een stevig randje, in de ballade "Georgia On My mind" dan weer de tederheid zelve. "Cuddle Up", "Hurt" en de titeltrack zijn in het 'oor' springende bewijzen van goed songwriterschap. Met "Satisfy Somebody", bevestigt Gary Preston, een singer-songwriter met de nodige bluesinvloeden te zijn. Een performer die daarnaast over het vermogen beschikt om in veertien nummers zijn open kijk op alledaagse zaken, zoals eerlijkheid, eenzaamheid, liefde en geluk, met een juist gevoel te brengen en omwille van zijn krachtige stem een plaats op te eisen naast een Eric Burdon, James Cotton, Lee Oskar, Colin James, Otis Rush, John Hammond, Junior Wells... artiesten waarmee hij in het verleden het podia deelde. Een cd die New Orleans bluesliefhebbers niet aan zich voorbij kunnen laten gaan.


 

DAVE INSLEY
HERE WITH YOU TONIGHT
Website : www.daveinsley.com
Email : info@daveinsley.com
Label : eigen beheer
www.store.milesofmusic.com

"Here With You Tonight" van de uit Arizona komende Dave Insley, is om maar gelijk met de deur in huis te vallen, een mooi album geworden. Dave Insley was voor mij, en ik neem aan voor de meeste onder ons, een onbekende naam voor dat we vorig jaar zijn zeer geprezen debuutalbum "Call Me Lonesome" in handen kregen. Volgens bijgeleverde biografie speelde hij vroeger met de cowpunks 'Chaingang' en 'Politics or Pontiacs', waarna hij laat in de tachtiger jaren over stapte naar 'The Nitpickers' en vervolgens 'The Trophy Husbands'. Insley nu een Americana artiest, van de zuiverste soort is daarbuiten ook nog de jongere broer van Tucson rootsrocker Mark Insley. Maar goed, de man speelt vooral akoestische gitaar, en dat is op zijn nieuwe album "Here With You Tonight" goed te merken. Deze cd, onderscheidt zich door de prachtige, ondersteunende begeleiding : Rosie Flores is gastzangeres op de enige cover "South Of The Border", een song in de puurste southwestern sound, Rick Shea (Dave Alvin Band) laat zijn elektrische gitaren knetteren, Danny White (Roger Clyne & the Peacemakers) aan de bas, PH Naffah (Refreshments, Peacemakers) aan de drums, Diana Lee en Chris Gough die allen reeds aanwezig waren op zijn debuutalbum maar op deze plaat kunnen we hieraan nog enkele namen toevoegen. Zo horen we zangeres Amanda Cunningham in "You're The One I Prefer" en is er verdere begeleiding van Pat Johnson (harmonica) en Dave Gleason (elektrische gitaar). "Here With You Tonight" bevat tien nummers, waaronder negen zelfgepende songs, die veelal over de verdrietige kant van het leven gaan. Dat wil echter niet zeggen alle nummers in mineur zijn geschreven. Prijsnummer van de cd is echter voor mij het gospelgetinte "Grace", met de prachtige backing van Diana Lee. Slotnummer is het solo gebrachte "Train In The Distance", een nummer dat vergeleken met de andere nummers een beetje uit de toon valt, maar de andere liedjes in een mix van honky-tonk, Americana en Joe Ely's inspirerende Mexicana maken dit weer goed. "Here With You Tonight" is gewoon een degelijke countryrootsplaat waar de honky tonk nooit ver weg is.


 

CAROL AMES
SHADES OF INDIGO
website : www.carolames.com
info : ca@carolames.com
label : Eigen Beheer
info@carolames.com
www.kbtalent.com
www.cdbaby.com/cd/carolames2

Niet meer zo recent album dat ook al een tijdje is blijven liggen wegens een overvloed aan cd's en omdat het bij de eerste beluistering mij ook niet meteen van mijn stoel deed vallen. Carol Ames is de naam van deze Texaanse schoonheid en is met "Shades of Indigo" niet aan haar proefstuk toe. "Out of the Blue" (2000) en "Shakedown" (01) gingen dit album vooraf en in die tussentijd verzamelde zij nog al wat prijsjes: oa. "Grand Prize Winner of the International John Lennon Songwriting Contest", "2006 Honorable Mention for Bilboard Magazine" en "Nominated for Best Americana Album 2005 San Diego Music Awards". Leuke dingetjes om aan de muur te hangen maar na de zoveelste beluistering krijg ik het er nog steeds niet warm of koud van. Carol Ames beschikt over een aangename stem maar heeft volgens mijn bescheiden mening weinig voeling met het hedendaagse Americana/alt. country wereldje dat er iets minder gepolijst uitziet. Niet dat dit een slecht album is, integendeel, maar het is niet meteen spek voor deze jongen zijne bek, en ook al doen the Banditos als begeleidingsband ongetwijfeld hun best, Carol Ames sound lijkt mij eerder iets voor dames in diep uitgesneden jurken en mannen in Armani maatpakken. Ondanks toevoeging van fiddle, mandolin, lap/pedal steel, sax geeft het album mij enkel met de opener "Notnin' but a Heartache" en "Everytime U Smile" eventjes het gevoel dat zij 'echt' kaas heeft gegeten van real country, blues en roots.


 

EUPHORIA
PRECIOUS TIME
Website: www.rounder.com/euphoria
Label : Zoë Records / Rounder
www.roundereurope.com
Distr.Munich Records
www.munichrecords.com

Op de derde cd van Euphoria, "Precious Time" klinkt het alsof Ry Cooder jamt met Massive Attack of Moby. Het lijkt wel alsof de Amerikaanse ambientfolkband lichtjes fauvistisch is geworden. Wie de softe reputatie van de groep kent, zal aardig opkijken als hij "Precious Time" draait. De vroegere vaagheid heeft plaatsgemaakt voor levendige, grotendeels instrumentale electrofolkrock. Op opener "Back against the Wall" lijkt het alsof Ry Cooder eindelijk heeft besloten nog eens hedendaagse muziek te maken. De groep van de Canadees Ken Ramm weet op de beste momenten triphop, blues en elektronica met elkaar te verzoenen. Ramm verzamelde daarvoor toptalenten rond zich, onder wie de van Madonna en Massive Attack bekende drummer Steve Sidelnyk. Hij trok voor het eerst gastzangeressen als de Deense Tina Dico (Zero 7) in "Blue" en het poppy "Sinners and Saints" en Tracy Bonham in de titeltrack aan. De instrumentals zijn wel aan de bovenhand op "Precious Time", waarvan "Cowboys" en "The Getaway" het meest de herinnering oproepen aan de vorige twee albums. Ramm brengt een mix van fingerstyle gitaar met Indian tabla drums en vocale percussie in het nummer "Blue" en is volledig akoestisch op zijn 12-string-gitaar in "The Glendale Train". Maar het is vooral het gloedvolle "Fire in the Hole", met ontvlambare slidegitaren, dat de aandacht opeist. De plaat sluit af met het prachtige Eno-achtige "Vapor". Een cd voor gitaar- en elektronicaliefhebbers.

 


 

RICK DERRINGER
LIVE AT CHENEY HALL
Website: www.rickderringer.com
Label : Provogue Records / Mascot Records
www.mascotrecords.com
mail@mascotrecords.com
Distr.: Bertus
www.bertus.nl

 

Zanger/ gitarist Rick Derringer was amper zeventien toen z’n groep The McCoys de immense hit "Hang On Sloopy" scoorde. Na vier jaar bij deze band ging Derringer in 1969 met Johnny Winter samenwerken. Het is deze periode die hij doortrekt naar deze tijd: bluesrock met ballen en gitaar. Daarnaast deed hij veel sessie- en live-werk met o.a. Alice Cooper, Todd Rundgren, Steely Dan, Cyndi Lauper, Barbara Streisand en Kiss. Midden jaren tachtig ontdekte hij Weird Al Yankovic wiens parodies enkele Grammy’s opleverden. Samen met de legendarische, onder meer van Vanilla Fudge bekende Tim Bogert en Carmine Appice nam hij in 2001 het album "DBA" op. Samen met z’n vrouw Brenda is Rick Derringer eveneens een sterk gelovig iemand hetgeen heeft geresulteerd in twee Christelijk geïnspireerde albums. "Live at Cheney Hall" is opgenomen in 2002 en kwam vorig jaar al in de VS uit. Als een soort eerbetoon aan de in 2003 in Florida dood gevonden bassist Bruce Waibel verschijnt de CD alsnog. Het album bevat de klassiekers "Real American", "Hang on Sloopy" en "Rock & Roll Hoochie Koo" die meer dan een miljoen keer op de radio werd gedraaid. De stem van Derringer klinkt af en toe geforceerd en heeft niet een echt rocktimbre doch als trio swingt de muziek best aardig door de huiskamer. Zoals de nummers als "Still Alive And Well" en "Jump, Jump, Jump" waar zijn prachtige soleerwerk bijvoorbeeld weldegelijk recht overeind staat. De wereldklassieker "Hang on Sloopy" kan natuurlijk niet op het feest ontbreken.Tijdens het nummer legt Derringer uit dat de mensen van de platenfirma een tweede vers uit de song hebben verwijderd zodat je in feite nooit de volledige song hebt gehoord. Vanavond krijg je alsnog de volledige, correcte versie opgediend. Misschien iets minder succesvol doch daarom niet minder catchy en opzwepend is de uitsmijter "Rock & Roll Hoochie Koo" waarop Derringer zich middels een vliegensvlugge solo nogmaals kan bewijzen. Op het, op de dvd als bonus toegevoegde, interview komt Derringer naar voren als een vriendelijke en openhartige man. Leuk om een keertje naar te kijken. Het zorgt ervoor dat mede door de identieke tracklisting de voorkeur uitgaat naar de dvd alhoewel ik met de cd ook best uit de voeten kan. "Live at Cheney Hall" bevat de juiste ingrediënten om er een echt feest van te maken. Met op drums Tom Curiale (bekend van Pat Travers) en bassist Bruce Waibel (Gregg Allman) wervelt "Live at Cheney Hall" genoeg energie uit je speakers om er een echt feest van te maken.

Tracklisting
Don’t stop lovin’ me / Guitars and women / Still alive and well / Coming home / Real American / Dawn of love / Listen to the lord / Turn on the light / Band introduction / Rhapsody in red / Jump, jump, jump / Hang on Sloopy / Rock & Roll Hoochie Koo

 


 

MATT & SHANNON HEATON
BLUE SKIES ABOVE
Label : www.eatsrecords.com
Email: info@eatstrecords.com
eatsrecords@earthlink.net
www.cdbaby.com/cd/msheaton2

Matt & Shannon Heaton combine some of the best aspects of traditional music—instrumental prowess, great rhythm, and a sublime melodic sense—with home-grown American song-craft. (CD-baby)

Wat een betoverende plaat is dit. Een plaat die we normaal gesproken met zijn allen over het hoofd zouden zien, maar die in het beperkte zomeraanbod gelukkig wel weet op te vallen. Matt & Shannon Heaton betoveren ons op "Blue Skies Above", de opvolger van "Dearga" uit 2004, met introverte traditionele muziek met een bizarre Ierse rand, zo kunnen we het nieuwe album van dit echtpaar het best omschrijven. Shannon Heaton beschikt over een vaardig fluitpel en compositorisch talent waardoor ze in staat is decennia na decennia binnen te stappen met een fris geluid. Matt Heaton desolate huilerige stem past wonderwel bij zijn voorzichtige gitaartonen, een ontluikende dobro en af en toe een weirde gitaartoon. De relatie tussen Shannon en Matt is zeer helder hetgeen uit hun samenwerking blijkt. Wat een vreugde zit er in zijn liedjes opgesloten en hoe aanstekelijk dat werkt op hun gastmuzikanten met o.a. Sam Amidon (banjo), Laura Cortese (backing vocals), Paddy League (drums) en Emily Smith (accordeon). Zo glij je van liedje naar liedje, van hoogtepunt naar hoogtepunt. Alle composities en arrangementen zijn door het echtpaar Heaton gedaan op enkele uitzonderingen na. De twaalf liedjes waarin ze elkaar regelmatig prachtig vocaal ondersteunen met hun prachtige stemmen, zetten de singer-songwriters die hun kennis hebben opgedaan in sessies in Chicago, Boston en County Clare, zichzelf helemaal in de schijnwerpers met een muzikaal rijke mix van Celtic en Ierse traditionele muziek. Na enkele luisterbeurten dringt "Blue Skies Above", zich zelfs aan je op, zodat na twee dagen auto-cd-genot concludeert hier met een klein meesterwerk van doen te hebben.

 


 

BOB WIRE
AMERICAN PIEHOLE
website : www.bobwiremusic.com
info : ednor@ednor.com
label : Eigen Beheer
www.cdbaby.com/cd/bobwire

Was het nieuwe album van Carol Ames mij te gladjes dan is "American Piehole" van Ednor Therriault aka Bob Wire mij iets te platjes. Twang, honky tonk à volonte, misschien wel een bandje voor de kroegentochten die overal te lande worden georganiseerd maar je voelt het allemaal met je ellebogen aankomen. Merle Heggard, Buck Owens, Johnny Cash, Hank Williams, Bob Wire draait er geen doekjes om waar hij de mosterd is gaan halen. Maakte hij eind jaren negentig nog de buurt van Missoula, Montana onveilg met zijn band the Fencemenders dan besloot hij om in 2004 voortaan als solo artiest door het leven gaan. Belangrijkste reden van de koerswijziging was dat het bandje voornamelijk covers ten gehore bracht en Wire niet onmiddelijk zijn ei kwijt kon geraken met zijn eigen songs. Met "American Piehole" is hem dat wel gelukt en met een aantal Magnificent en Honory Bastards dook de man de studio in. Of de man met dit album "the King of the Honky Tonk" wordt zal de toekomst uitwijzen maar volgens mij gaat de man die een halve liter bier en a double Mo burger als ontbijt verorbert ergens midden in het rijtje moeten plaatsnemen. Laten wij het houden op pretentieloos amusement en de melding dat liefhebbers van Jason & the Scorchers, Steve Earle, Dwight Yoakam en the Bottle Rockets uit de bol gaan voor Bob Wire's music is duidelijk met de haren getrokken.


 

VARIOUS ARTISTS:
DE TODO CORAZON
Label :Corazong Records
www.corazong.com
info@corazong.com
Info: Pat Tynan Media
pattynan@btinternet.com

 

De Cubaanse muziek beleefde vorig jaren een ware? bom? in West-Europa. Het leek wel of iedereen ineens de schoonheid van de son, de guaguanco en andere Cubaanse muziekstijlen ontdekte. Albums zoals "Buena Vista Social Club" van Ry Cooder en The Afro Cuban All Stars haalden zeer hoge verkoopcijfers en menige Cubaanse formatie speelde een of meerdere concerten in ons land. De cd "De Todo Corazón" is een fantastische verzameling van Cuba’s meest invloedrijke, meest bekende en de meest succesvolle muziek genre: De Bolero. Zo treffen we maar liefst 27 onweerstaanbare boleros van alle tijden, mooi verzameld op deze aantrekkelijk geprijsde dubbelaar. De bolero ontstond in Spanje aan het eind van de 18e eeuw en wordt door één danser of door een paar gedanst. De dans heeft een vrij langzaam tempo, en wordt uitgevoerd op zang met begeleiding van castagnetten en gitaar. In Cuba ontwikkelde de bolero zich echter tot een iets andere variant, tot één van de vele typische dans- en muziekstijlen die het eiland kent. Een voorbeeld dat we dankzij The Beatles kennen is "Besame Me Mucho", dat de band gebruikte om hun publiek te kalmeren. Daarachter gaat een ware schatkist schuil van prachtige, weemoedige liederen die qua gevoel kunnen wedijveren met de ook al zo ontroerende fado, maar dan voorzien van een onweerstaanbare swing, begeleid door gitaar en percussie en met hier en daar een trompet, of voorzien van een weelderig big bandarrangement, zoals de klassieker "Amor Fugaz" van de legendarische Beny ‘El Bárbaro del Ritmo’ Moré. Ook treffen we tussen deze legendarische en internationaal zeer populaire artiesten, een aantal aan die deelnamen aan Ry Cooder’s "Buena Vista Social Club" album & Wim Wenders’ film met dezelfde naam. De originele versies werden ge-remastered van de originele studio master tapes, maar de bolero is en blijft de muziek die recht uit het hart komt en direct tot het hart spreekt.


Disc One: 1. Omara Portuondo – ‘Nosostros’ 2. Rolando Laserie - ‘Las Cuarenta’ 3. Roberto Sanchez con la Gloria Matancera - ‘Dos Gardenias’ 4. Beny Moré – ‘Te Quedarás’ 5. César Portillo de la Luz – ‘Tú, Mi Delerio’ 6. Roberto Faz – ‘Compresion’ 7. Selena Burke y la guitarra de Felipe Valdés - ‘Amor de Mis Amore’ 8. Chucho Valdés & Irakere – ‘Tu Me Acostumbraste’ 9. Omara Portuondo – ‘Piensa en Mi 10. Ma Theresa Vera y Lorenzo Hierrezuelo – ‘He Perdido Contigo’ 11. Eliades Ochoa y el Cuarteto Patria – ‘Alma de Mujer 12. Carlos Puebla y sus Tradicionales – ‘Dulce Embelesco’ 13. Trío Veinte Anos – ‘No Me Sabes Querer’ 14. Carlos Emballe y el Septeto Nac. De Ignacio Pineiro – ‘Solamenta una Vez

Disc two: 15. Ma Theresa Vera y Lorenzo Hierrezuelo – ‘Viente Anos’ 16. Carlos Puebla y sus Tradicionales – ‘La Tarde’ 17. Trío Matamoros – ‘Lágrimas Negras’ 18. Estudiantina Invasora – ‘Amor Inviolado’ 19. Compay Segundo – ‘Juramento’ 20. Nico Saquito con el Conjunto Oriental de Bimbi – ‘Te Escribe con Sangre’ 21. Beny Moré – Amor Fugaz 22. Fernanado Álvarez – ‘Humo y Espuma 23. Íbrahim Ferrer y los Bocucos – ‘Una Fuerza Inmensa’ 24. Chucho Valdés & Irakere – ‘Bésame Mucho’ 25. Omara Portuondo – ‘Toda una Vida’ 26. José Antonio Méndez y el Combo de Frank Emilio – Háblame de Frente 27. Rubén Gonzalez – ‘Como Siento Yo’