|
||||||||
Mensen die deze kolommen geregeld volgen, weten wellicht dat we hier nogal een boon hebben voor Luke Tuchscherer, een singer-songwriter uit het Engelse Bedford, die enkele jaren geleden naar New York verkaste: de man maakt namelijk de prachtigste rocksongs, die knappe melodieën moeiteloos lijken te verzoenen met teksten, die ertoe doen. Waar Luke in het verleden, zowel met zijn band The Whybirds en solo, steevast voor de steviger rock-aanpak koos, doet hij het op deze plaat -z’n vierde in vijf jaar- helemaal solo en helemaal akoestisch: enkel stem, gitaar en mondharmonica helpen hem bij het zingen van de twaalf songs. Die songs zijn niet, zoals zo vaak gebeurt wanneer een artiest een beetje zonder inspiratie zit, een akoestische versie van groepswerk, nee, dit gaat, geheel in de “Nebraska”- qtijl van Bruce Springsteen, een hele stap verder: naar Luke’s eigen woorden: “ik wilde al een solo akoestische plaat maken, sinds ik voor het eerst Dylan’s “The Freewheelin’ Bob Dylan” hoorde”. Nu, dat zijn best wel gevaarlijke ijkingspunten, maar laat ik U geruststellen: al ligt de lat bijzonder hoog, Luke Tuchscherer gaat er allerminst onderdoor, integendeel. Al vanaf de eerste noten van “My Darling England” heeft Luke je bij je nekvel vast. Nu wil het toeval, dat ik Luke al even volg op FaceBook en dat ik dus weet dat hij zich al heel lang uit als aanhanger van Jeremy Corbyn en dus als socialist. Op het moment dat ik deze lijnen uittik, sijpelen de eerste uitslagen binnen van de zogeheten “Brexit-verkiezingen” in de UK, en zo te zien, deden de socialisten het allesbehalve schitterend. Of beter: de Engelse kiezers deden het niet schitterend en beloonden breedsmoel Johnson met een ruime meerderheid in het parlement, zodat hij nu verder kan met zijn Brexolation-politiek. Dat “My Darling England” al ruim vijftien jaar geleden geschreven werd en bedoeld was voor de Whybirdsplaat “Cold Blue Sky”, maar uiteindelijk afviel, zegt iets over het vermogen van Luke als songschrijver: hij was toen al gevoelig voor wat vandaag de bittere werkelijkheid lijkt te gaan worden voor de midden- en onderklasse van de Engelse maatschappij. Dat observatievermogen van Luke, geldt ook voor erg persoonlijke materies, zoals bij voorbeeld blijkt uit “Don’t Let Him Chance You”, waarin hij een oude geliefde toezingt en zegt zich zorgen te maken over de fletsheid, die ze uitstraalt en die sterk contrasteert met de uitstraling die ze vroeger had. In “Violets” gaat het dan weer over een vrouw die samen met haar vriend komt tanken bij het benzinestation waar Luke lijkt te werken. Hij ziet de blauwe plekken op haar armen en het verdriet in haar ogen en geeft haar de goede raad hem te dumpen, maar beseft maar al te goed dat zij die goede raad ofwel niet zal horen, ofwel niet zal involgen. Met andere woorden: Luke Tuchscherer is een songschrijver, die weet wat empathie is, die kan observeren en die liedjes kan schrijven over wat hij ziet. Dat geldt ook voor zijn eigen situatie, zoals je kunt horen in het recente “The Night Tom Petty Died”, dat handelt over het eenzaamheidsgevoel dat hem overviel, toen hij naar New York verhuis was, van niemand een “goeiemorgen” kreeg, alleen aan de bar zat en hoorde dat Petty er niet meer was én daar bovenop kapot ging van heimwee naar vrouw en kind, die aan de andere kant van de Grote Plas waren gebleven. Zelden heb ik “gemis” zo treffend verwoord gehoord als in dit nummer. Dat is de geest, die deze plaat van begin tot einde uitademt, tot de laatste harmonica-noot van “You Still Have My Heart” uitgestorven is: schoonheid, verstilling, kracht van woorden en een “less is more”-aanpak, die uitermate goed bijdraagt tot het beeld dat je hiermee van Tuchscherer krijgt. De man is een uitmuntende songschrijver en zijn lichtjes aarzelende stem onderstreept die kwaliteiten des te meer. Heerlijke plaat, alweer ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||