JAMES MCMURTRY - BRUSSEL - 20/02/15

Artiest info
Website  
 

BRUSSEL - 20/02/15

recensie Complicated Game

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na meer dan zes jaar mogen we opnieuw een schitterend nieuw album "Complicated Game" van de Texaanse songsmid James McMurtry verwelkomen. James mag dan niet de populariteit kennen van zijn meer populaire Americana collega's Steve Earle of Guy Clarck, inhoudelijk en artistiek evenaart hij beide moeiteloos. "Complicated Game" kreeg overal zeer lovende kritieken en samen met zijn optreden in Huis 23 van de Brusselse AB, was dit de uitgelezen kans voor een interview.

James, ik zie enkel lovende kritieken over je nieuwe album “Complicated Game” verschijnen. Dat moet plezier doen en zeker je fans zullen ook blij zijn dat er nieuw werk verschijnt.

Natuurlijk, het is altijd fijn om te lezen dat iedereen zo positief is over mijn album en ik kan die steun goed gebruiken. Het ziet er goed uit, maar het was niet simpel om tijd vrij te maken voor opnames en nieuwe nummers te schrijven. Ik heb de laatste jaren zulk een druk toerschema gehad, dat er nauwelijks tijd vrij was voor andere dingen. De tijden zijn ook totaal veranderd op dit gebied. Voor het Spotify tijdperk toerden we om de platenverkoop op te drijven, nu maken we platen om onze toerdatums te promoten. We halen ons inkomen vandaag uit onze optredens in plaats van uit de platenverkoop.

Het is toch een eigenaardige trend dat er vandaag wel geld wordt besteed aan digitale rommel, want het klinkt volgens mijn bescheiden mening voor geen meter, en dat een kwalitatief goed format zoals vinyl of cd achteruit boert.

Voor mij speelt klank geen rol meer. Mijn gehoor is toch naar de haaien, dus voor mijn part mogen ze het nu weer gehypte vinyl bij de dinosaurusbeenderen leggen.

Je koos met “Complicated Game” voor een meer akoestische aanpak, toch wel een ommekeer.

Het was François Moret van Complicated Game records die dat zo wilde. Hij kwam met CC Adcock, een swamprocker uit Louisiana, die eveneens de productie deed, naar een show van mij kijken in de Continental Club in Austin, waar ik bijna elke woensdag optreed. Het was een akoestische show met veel 12 string gitaar en hij was er helemaal wild van, zodat voor hem deze sound op de plaat moest komen. CC Adcock kon hem toch nog overtuigen van er hier en daar wat elektrische gitaar tussen te gooien, samen met een hoop rootsinstrumenten.

Hoe kom je bij CC Adcock en Mike Napolitano als producers. De laatste is trouwens de echtgenoot van Ani Di Franco.

Ja, ze wonen in het Bywater district in New Orleans en CC is van Lafayette, Louisiana.  Hij is ook een regelmatige klant bij de Continental Club en ik hou van de manier waarop zijn platen klinken. Hij heeft bovendien het grote voordeel dat hij ook als muzikant nog actief is en dus echt gevoel heeft met de artiest die hij producet.

De mensen die je in een bepaald muziekgenre willen klasseren zullen het niet makkelijk hebben want “Complicated Game” bevat zowel folk, roots als rock invloeden.

Dat is geen enkel probleem. Als ze niet weten in welk vakje ze je moeten stoppen, noemen ze het simpelweg Americana. Laat ons het muziek noemen, dat is het eenvoudigste.

Je kan een hoop verschillende rootsinstrumenten op het album horen, van banjo, mandoline tot viool, maar ook piano en accordeon.

De banjospelers breken op dit album alle records. Het zijn er maar liefst vier verschillende. In de opener “Copper Canteen” hoor je mijn zoon Curstis en op de single “How’m Gonna Find You Now” hoor je Danny Barns. Ook Dirk Powell kan je horen en Dustin Welch, de zoon van Kevin Welch op “I Ain’t Got A Place”. Zo overspannen we de generatiekloof.

Ik zou de nummers wel eens live met een full band willen horen, maar in Europa zal dat wel een droom blijven vrees ik.

Laat je vooral niet tegenhouden om naar Austin af te zakken. In de States heb ik mijn reguliere band met Daren Hess, Tim Holt en Cornbread en zal ik concerten spelen met volledige bezetting. In Europa ligt dat moeilijk.

Het zou wel memorabel zijn voor ons. Op je website staat trouwens geafficheerd “It’s not our job to be loved, it’s our job to be remembered”.

Die uitspraak deed ik na “We can make it here”. Er waren mensen die me kwamen vertellen dat ik muziek en politiek gescheiden moest houden, maar ik vond dat dom. Kijk naar Woodie Guthrie, Bob Dylan, Merle Haggard, Toby Keith of The Dixie Chicks. Er zal altijd politiek doorheen de muziek vloeien. Het is misschien gevaarlijk om dit te doen en ik had wellicht geluk met dat ene lied. Je kan een even makkelijk een preek schrijven als een song, maar voor het zelfde geld luistert er niemand naar je preek. Als je echter je tekst kan verbinden met iemand die mensen kennen, dan heb je kans op populariteit. Dat gebeurde met “We Can’t make it here”. Kijk wat er met de Dixie Chicks gebeurde. Ze kregen een storm van kritiek over zich heen, maar excuseerden zich nooit en mijn respect hiervoor. Toch boomde hun platenverkoop naar ongekende hoogten. Het heeft hun alleszins geen windeieren gelegd.

Ook qua onderwerpen van de songs richt je je pijlen op andere dingen. Je komt op voor mensen die minder geluk hebben in het leven en beschrijft relaties van de doodgewone man in de straat, die dikwijls uit verveling jaagt en vist en op café gaat. Je bent zelf een fervent visser niet?

Zeker, maar geen ijsvisser die in het Noorden op meren gaan vissen en dikwijls gaten in het ijs moeten kappen wanneer deze dicht vriezen zoals zij in "Copper Cantine". In die café's pik je mooie verhalen op en door de jaren heen raak ik er me ook van bewust dat ik een nauwe band heb met de bier industrie en dat is wederzijds. Ik speel om den brode in clubs en omdat ik daar speel verlopen ze meer bier. Dat is dus een win win situatie.

“You’ve Got To Me” is een mooi verhaal met knappe pianonoten en backing, van iemand die terugblikt op zijn relatie. Je bent zelf middle aged. Is het vandaag makkelijker om je in sommige situaties in te leven?

Het is trouwens Benmont Tench die je hoort op keys en piano en de tweede stem is van Ivan Neville. Misschien wel, maar ik heb eigenlijk altijd songs geschreven die qua leeftijd over vijftigers gingen, ook al was ik veel jonger. Ik schrijf wel gemakkelijker songs dan vroeger omdat ik nu begrijp dat een verhaal in een lied niet perfect zinvol moet zijn. Het is dikwijls beter dat het melodisch zinvol is dan lyrisch. Een zinvolle melodie spreekt altijd aan bij je luisteraars. Zo kan je bijvoorbeeld moeilijk stil blijven zitten bij een ritme als “Choctaw Bingo”, ook al versta je de tekst niet.

Je plaat is niet politiek getint, maar toch is de sociale kritiek onderhuids sterk aanwezig.

Ik hou ervan om onderin wat sociale commentaar in mijn songs te verweven. Dat heeft met een bepaalde instelling te maken, die niet zozeer plaatsgebonden is, maar wel gerelateerd aan een bepaald tijdperk. Geschiedenis  is dikwijls beïnvloed door zijn omgeving en die geopolitiek interesseert me sterk.

Je reist wel wat af op je plaat, van Oklahoma naar Florida, South Dakota of naar Virginia en past je sound zelfs aan. Zo klinkt het mooie verhaal van “Beaver’s Crossing “ meer old time. Zitten we hier in North Carolina?

Toch in de buurt, Virginia is een buurtstaat en in mijn jeugdjaren moesten wij als jonge snaken door het domein van Mr. Beaver om naar het Shenandoah Park te raken om op forel te vissen. De Beaver’s waren hele fijne mensen en vooral aan Miss Beaver heb ik mooie herinneringen. Ik weet niet of Mr. Beaver ooit een ongeval gehad heeft, maar die plaats roept zoveel mooie herinneringen op en de bluegrass leefde er volop. Waar ik leefde viel er niet veel te beleven en er stonden mooie schoolgebouwen leeg die door de plaatselijke bevolking nog steeds onderhouden werden. De mensen  verzamelden zich er ’s avonds en er werd dan theater of bluegrass gespeeld. Dit genre zit me dus wel in mijn geheugen gegrift.

Je pikt je songs precies op onderweg.

Ja dat is zo. we reizen wat af tegenwoordig met al dat toeren en eigenlijk was één van mijn populairste songs, “Choctaw Bingo”, mijn eerste echte “Trough the windshield” song.

Op “Forgotten Coast” zitten we Wewahitchka en Port St.Joe in Florida, met het meest rockende nummer van plaat, een beetje JJ Cale style, en met hemels slidegitaarspel. Dragen ze er nu nog de gevolgen van de milieuramp die BP daar veroorzaakte?

De BP olielek berokkende schade aan een ander deel van kust. Forgotten Coast is de naam van die kuststreek, ten Oosten van Pensicola, voorbij de Emerald Coast met zijn sneeuwwitte stranden. Als je verder doorrijdt richting Mexico Beach duiken er wat rif eilandjes op, wordt het water plots troebel, dunnen de huizen uit en zie je niets meer dan oesterpalen en korven van bijentelers. Het is de enige kustplaats die ik ken, waar er waarschuwingsborden staan voor overstekende beren. Als je er naar St George Island trekt vind je nog gezellige motels, waar je tot rust kan komen en aan de achterkant je gevangen vis buiten kan grillen of barbecueën. De slidegitaar komt ook uit Florida en is die van Derek Trucks, die zijn partij ter plaatse inspeelde mij het nummer opnieuw doorstuurde. Dat is het voordeel van computers vandaag. Je stuurt gewoon een bestand op en de muzikanten moeten zich zelfs niet meer verplaatsen als ze willen.

Eén van de meest aangrijpende en catchy songs is “Long Island Sound”, ingekleed als een Ierse folksong en een positief verhaal over een oorlogsveteraan die er wel in slaagt om met zijn familie een nieuw leven op te starten.

Ja, dit verhaal staat haaks op de tegenslag die een oorlogsveteraan kent als hij een boerderij wil opstarten in “South Dakota”. Het was CC Adcock’s idee om er die Ierse sound op te zetten met Uilleann pipes. Hij stuurde op zijn beurt de song naar Ierland en het klonk achteraf met zijn Keltische, Gaelic  feel zeer geslaagd.

Compleet verrassend klinkt de single “How’m I Gonna Find You Now”, met een bijna rappende James McMurtry.

Het is het eerste nummer dat ik schreef voor de nieuwe plaat en het is al verschillende jaren oud. Ik vind het een mooi vervolg op “Choctaw Bingo”. Ik weet niet juist hoe het die rappende melodie meekreeg, maar CC begon te spelen met drumloops, gitaarsynths, lepels, een triangel  en andere gekke geluiden en Danny Barns zette er zijn gedreven banjo achter. Dit gaf deze song een heel speciale drive.

Ik vind ook dat je op dit album geweldige hoge noten zingt.

Inderdaad, het is de eerste maal dat ik het aandurf om zulke hoge falsettonoten te zingen en dat ik zelfs werkte met een zangcoach, de New Yorker David Forman. Hij spoorde me aan, gaf me technische tips en zei dat ik meer vanuit mijn buik moest zingen. “Let your belly hang out” schreeuwde hij en het werkte ook nog.

Als ik je op “Forgotten Coast” hoor zingen van “No one’s gonna find me there, with my steel guitar and my rocking chair”, dan denk ik, dit is het droomscenario voor James McMurtry als hij ooit op pensioen zou gaan.

Nee, nee. De verteller die je hoort in dat lied is ofwel geestesziek of suïcidaal of zelfs beide.

Dat noteren we. James, bedankt voor dit fijne gesprek en veel succes met je schitterende nieuwe album “Complicated Game”.

Yvo Zels