WILLARD GRANT CONSPIRACY - CULTUURPODIUM ROEPAEN, OTTERSUM – 20/09/2009



Artiest info
 
Myspace  

CULTUURPODIUM ROEPAEN
20/09/09

 

 

 

 

 

 

 

 

Robert, de eerste maal toen ik je album “Papers Cover Stone” beluisterde, riep me dat onmiddellijk terug de beelden op van je optreden in AB in 2006, enkel begeleid door Eric Van Loo op double bas. Was het de bedoeling van dit album om die bepaalde sfeer weer te geven?

Absoluut. Tom Bridgewater van Loose Records was al twee jaar aan het hengelen om een album op te nemen dat de sfeer zou weergeven van een optreden van Eric en mij, met misschien nog een derde persoon. Eerst vatte hij het plan op om dit album live op te nemen, maar hiermee ging ik niet akkoord, want we hebben al live albums genoeg. Toen ik dit voorjaar van tournee afkwam en verlof nam in Boston, sprak ik met onze violist David Curry over deze plannen. Ook wij maken al lang plannen om met ons twee een plaat op te maken, maar vinden maar geen tijd voor een full album op te nemen. Toen ik thuiskwam belde Tom me opnieuw met dezelfde vraag en toen besloot ik er korte metten mee te maken. Ik belde David op om de studio een paar dagen vrij te houden, nam contact op met Sean O’ Brien, onze gitarist van het eerste uur, pianist Steve Weiss, trompettist Dennis Cronin en praatte er ook over met Steve Wynn, die dadelijk gewonnen was voor dit project. Zo werd het min of meer nog een live gig in de studio, maar wel een speciale: vertel een paar vrienden muzikanten over je plannen en je ziet wel wie erop afkomt. Ik had helemaal geen plan hoe we het album in elkaar gingen boksen, laat staan over welke songs we gingen spelen of het aantal. Alles gebeurde suggestief en in onderling akkoord. Ja, je sloeg de nagel op de kop met je vraag en ik vind dat fantastisch want dit was nu juist de bedoeling van gans dit project.

Ik sta er nog steeds van versteld hoe je stem en je gitaarbegeleiding zulk een aantrekkingskracht kunnen uitoefenen alsof je in de muziek gezogen wordt.

Ik denk toch dat de rest van de band een even belangrijke rol hierin speelt, want mijn stembereik is eerder beperkt en op gitaar ben ik ook geen virtuoos. De sterkte van mijn songs liggen hem in de muzikale eenvoud en de universele onderwerpen. Als er één ding is waarop ik trots ben dan is het wel die universele inslag die ik aan mijn songs kan geven en het is dit wat de mensen toegang geeft tot mijn songs. Wat ook een rol speelt en dikwijls verkeerd begrepen wordt, zijn onze punkrock achtergronden. Wij komen uit een muzikaal milieu waarin alles draaide om “Community”, gemeenschap en samenwerking. Dit betekende dat we zochten naar de betrokkenheid van de mensen. Dit was net het tegenovergestelde van wat gans de rock’n roll business voorstelde, want daarin draaide het juist om elitair gedoe en mensen uitsluiten, in de trend van wij zijn de band, jullie zijn slechts publiek, wij zijn de coole kerels en het enige wat jullie willen is, zijn zoals wij. Dit is de manier waarop rock’n roll muziek aan de mensen wordt verkocht. Dit heb ik nooit willen slikken. Bij Willard Grant Conspiracy zoeken we juist die participatie van het publiek op, zodat ze deel uitmaken van de conversatie. Ik denk dat het datgene is wat je bedoelt met die aantrekkingskracht.

In dat opzicht is Willard Grant Conspiracy altijd iets unieks geweest en als het ware een open source project voor artiesten.

Ja zeker. Dit was van meet af aan de bedoeling, houd je steeds op scherp en laat je geest open voor nieuwe ideeën. Het idee van de eenzame artiest die leeft in afzondering zoals een holbewoner is niet aan mij besteed. Het minste wat een creatieve artiest aan zijn kunstrichting is verschuldigd is toch engagement en een verruiming van zijn  horizont. Je hoort je leven goed te leven om erover te kunnen schilderen of schrijven en het minste wat je de kunst verplicht bent is inzet. Daarnaast zijn er als muzikant verschillende  invloeden van buitenaf. Het is zoals een filmdirecteur die weet dat hij een geweldig script in handen heeft en na de tiende opname plots op een onbekende actrice stoot, die ervoor zorgt dat de elfde take de superversie is en dit enkel omdat hij de toegang verleende tot iets wat voor hem onbekend was, maar achteraf zo interessant bleek. Zo werkt ook Willard Grant Conspiracy, door zichzelf continue opnieuw uit te vinden, op een manier die me steeds verrast en me geëngageerd houdt. Dit is bijna een luxeprobleem. Ik kan geen begrip opbrengen voor mensen die zeggen dat ze zich vervelen. Hoe kan je nu verveeld geraken in deze wereld. Wandel toch eenvoudig de straat op, doe je ogen open en kijk eens om je heen.

De cd-covers van je laatste albums springen ook in het oog, zij het in al hun originele eenvoud. “Pilgrim Road” met de toren van Babel, “Paper Covers Stone” met de gebarentaal en “Trunk In The Attic” met zijn  mysterieuze koffer.

Ik  maak wel de keuze voor het ontwerp van de cd-hoes, maar de tekeningen zijn niet van mijn hand. In “Pilgrim Road” mocht ik de tekening lenen van de originele artiest, maar voor “Paper Covers Stone” had ik een specifiek idee over hetgeen ik wilde. Als kind was ik geboeid door het spelletje “Rock-Paper-Scissors” en ik vond het geweldig dat je met eenvoudig papier een steen kon verslaan. Papier is zo’n kostbaar ding tegenover waardeloze stenen. Vele mensen denken dat een versie van een nummer zoals het op cd staat de ultieme versie is, maar zo heb ik er nooit over gedacht. Voor mij bestaan er misschien wel tien goede versies van een nummer. In dat opzicht was het weer het papier dat het won op de steen. Eigenlijk is dit ontwerp mijn eigen binnenpretje.

Refereert “Attic” in de titel “Trunk In The Attic”, naar de Attic filosofie?

Een beetje wel, maar eigenlijk haalde ik het idee bij een oude Mickey Rooney filmscene, waar hij de kamer binnenkomt waar Judy Garland zit met vier kinderen en hij zegt: “Hey Kids, There’s a  Trunk In The Attic, Let’s Play”. In zekere zin is Willard Grant ook zo van, kijk er staat een koffer en laat ons ze openen en muziek maken. Het maakt niet uit op welk niveau je speelt, je bijdrage kan belangrijk zijn.

“Trunk In The Attic” is een bonus cd die je bij “Paper Covers Stone” krijgt, maar had je dan zoveel goede nummers dat je niet kon kiezen of het zonde vond om ze weg te laten?

Ik had er problemen mee om op een cd maar zoveel mogelijk nummers op te pompen als je kunt. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Glitterhouse kreeg toen het lumineuze idee om dit album uit te brengen, op vinyl in een dubbelalbum en dat vond ik pas opwindend. Daarom besloot ik om een deel van de nummers van de cd-versie op een bonus-cd te zetten, als het ware ook een dubbelalbum.

Was het niet moeilijk om heel de bende muzikanten terug bij elkaar te krijgen en de oude nummers opnieuw te spelen?

Nee, dat ging als een fluitje van een cent. Iedereen was gemotiveerd op de afspraak. We spelen nog vaak samen hoor, dus iets inoefenen hoefde ook niet.
Je kan je laatste album zien als een ideale kennismaking met je muziek, als er nog mensen moesten zijn die je niet kennen.
We hadden het er daarnet nog over dat het tegelijkertijd een goede en een slechte zaak is dat dit album zoveel aandacht in de pers krijgt, want eigenlijk is het een coveralbum van mijn eigen, oude songs, die herwerkt werden. Dat iedereen er positief over schrijft kan ik alleen maar toejuichen, maar heeft ook een keerzijde. Ik heb soms het gevoel dat mensen het goed vinden omdat het vertrouwd in de oren klinkt. Dat kan goed en slecht zijn. Ik heb nog nooit hetzelfde album tweemaal uitgegeven. Ik vind het geen goede manier om in de muziekbusiness te blijven door steeds maar dezelfde albums heruit te geven. Waar ik wel van hou in dit album is dat het klinkt zoals het is, een versie van de band zoals vele mensen hem zien, maar die we nog nooit op cd vastlegden, maar waarmee ik de laatste jaren veel live mee op stap ben.

De bijdrage van Steve Wynn is een mooie verrassing.

Ja zeker. Het is altijd fantastisch om met zo’n positief en aangenaam iemand op te trekken. Ik liet hem dingen doen en instrumenten bespelen die hij nog nooit had vastgenomen, zoals keyboard spelen of in falsetto zingen. Hij herkende zelfs zijn eigen stem niet toen we de plaat hadden opgenomen.  Cool toch? Ik ben trots dat iemand die al dertig jaar zo’n fantastische muziek maakt meedoet op mijn plaat.

Betekent muziek maken iets zoals een avontuur voor U?

Misschien wel. Het is als een ontwikkelingsproces. Ik hou van het ontdekken en van de vrijheid die ik nu heb door simpelweg mijn neus te volgen. Ik apprecieer enorm dat Willard Grant zo flexibel is op zijn manier en dat ik mensen gevonden heb die me willen volgen op de ingeslagen weg.

Gelukkig dat je bij Glitterhouse Records zit, die je deze vrijheid gunt. Neem je je platen op in Slovenie bij Chris Eckman?

Ja en nee. Gedeeltelijk wel, maar “Ballad Of A Thin Man” werd opgenomen hier in Nederland, in Hengelo. Chris Eckman speelt zelf wel op “Let It Roll” en “Pilgrim Road”, maar was geen producer. Hij is al jaren een lid van de band. Voor “Pilgrim Road” gaf ik hem het album en zei dat hij erop mocht inspelen wat hij maar wilde. Na vijf weken non stop luisteren hoorde hij echter maar één ding dat hij kon toevoegen en dat was steeds hetzelfde : zijn feedbackende gitaar, maar dit maakt het juist uniek.

Jullie zijn ook aanhangers van de “Zingende Zaag” club, al van bij de start van jullie band. Heb je enig idee waar dat instrument vandaan komt?

Ik denk dat je zijn herkomst in Afrika moet gaan zoeken. Wij hebben dit instrument vanaf het begin van onze band gebruikt, wegens zijn uniek en warm geluid. We brachten wel meer zelfgemaakte instrumenten mee om uit te proberen.

Prachtig ook hoe je “Pilgrim Road” een heel eigen sound, met prachtige, ingetogen arrangementen hebt gegeven.

Dit was vooral het werk van Malcolm Lindsay. De productie van dat album verliep heel raar: wij onder ons tweetjes in een kamer die songs schreven en tegelijkertijd de arrangementen er over heen goten. We hebben bijna niets aan het origineel veranderd. Het voelde heel organisch aan en dat werkte.

De inspiratie vloeide rijkelijk blijkbaar en resulteerde in één van je donkerste songs ooit, “Vespers”, waar je blijkbaar alle hemelse hoop hebt opgegeven?

Nochtans werd die song geschreven in ongeveer dezelfde tijd die je nodig hebt om het te zingen. Malcolm speelde de vioolstukken voor en terwijl ik mijn handen ging wassen, kwamen plots de woorden in me op. Ik ging naar Malcolm en vroeg hem de tune opnieuw te spelen en de song was klaar.Eigenlijk was het dus toch nog een ultiem geschenk dat uit de hemel viel.

Robert ik hoop dat je na je vermoeiende reis uit Italië nog genoten hebt van dit gesprek. Voor ons was het in ieder geval een onvergetelijk moment. Rootstime dankt je hartelijk dat je nog tijd voor ons vrijmaakte.

Integendeel, Ik moet jullie danken voor jullie interesse en inzet. Het was me een waar genoegen.

 

Blowfish