ROLAND VAN CAMPENHOUT - DEURNE - 2 AUG.2008

Goedenavond Roland, we hebben daarnet met Rootstime een interview afgenomen van Tim Duffy, de voorzitter van Music Maker Relief Foundation. Deze organisatie is een prachtig initiatief. In Belgie zitten natuurlijk ook getalenteerde en miskende artiesten, zoals bijvoorbeeld een P Van Sant, om er maar één te noemen. Eigenlijk zouden wij ook best zo’n organisatie kunnen gebruiken. Geen idee wie zoiets op poten zou kunnen zetten?
Ja, inderdaad, hier in België zit zelfs een hoop getalenteerde mensen die niet aan de bak geraken. De situatie in ons klein landje hier is wel heel anders dan in dat uitgestrekte gebied Amerika. Hoewel, als je distilleert welke mensen zich nog bezighouden met de rootsmuziek, of hoe je dat ook mag noemen, is dat ook maar een klein percentage tegenover de commerciële rommel die over de mensheid uitgekakt wordt. Als je het hier alleen lokaal bekijkt zal het moeilijk te verwezenlijken zijn. Iedereen is hier meer met zijn eigen ding bezig. Music Maker houdt zich echt bezig met de traditionele, oude blues, de roots, maar er zijn veel mensen al lang met andere dingen bezig en die niet meer aan de oude tradities vasthangen. Het één sluit het andere niet uit. Je mag deze rootsmuziek niet minderwaardig maken omdat het niet meer in de mode is. Dat zou een domme fout zijn, want dit alles heeft er wel zijn oorsprong.

Tim Duffy heeft dat goed begrepen. Maar jij bent toch ook een kind van de blues Roland ?
Volledig nog wel. Als je in België eens goed rondkijkt zou je hier wel een wreed groepeke bij elkaar kunnen brengen met een avondvullend programma van zowel solofiguren, zoals de oude zanger van El Fish Filip Casteels, als een volledige band. Er is keuze zat aan steengoede bluesartiesten. Ik heb ook zo’n groep geproduced, Fried Bourbon, heel straffe mannen.

U proberen ze ook vast te pinnen op blues, hoewel ik het daar niet mee eens ben. Ik las onlangs dat ze je de "Godfather of the blues in Belgium" noemen.
Zo’n dingen zijn allemaal plezant en flaterend, maar wat stelt dat voor in zo’n klein landje? Als je een uur met de auto rijdt zit je in Duitsland, in Frankrijk, allez bijna overal. Als Tim Duffy met zijn groep, ook al zijn dat kleinschalige dingen zoals dit hier, gans de wereld rondtrekt, dan hebben ze dadelijk een groter afzetgebied dan moesten wij bijvoorbeeld met tien muzikanten uit België hetzelfde doen. Je zou dan iemand moeten hebben die daar serieus achter staat en elke dag achter zijn telefoon en zijn computer zit. Muzikaal gezien is het wel een prachtig idee van ik kies tien man die in Belgie goed bezig zijn met deze dingen en we doen één seizoen de festivals die er interesse voor hebben.

Je deelt hier vanavond al het podium met één van die topmuzikanten uit Belgie, de "Lange Polle" Van Bruystegem, bekend van bij Triggerfinger, BJ Scott, Arno en zo kunnen we nog lang doorgaan.
De Polle is een ware rots in de branding. Die man heeft van nature een gevoel voor muziek, dat is ongelooflijk. Hem moet je nooit niet vertellen wat of hoe het moet gespeeld worden of moet klinken. Laat die gast gewoon zijn ding doen en dat is er altijd patat op, altijd juist wat het moet zijn. Ik heb daar altijd fantastische dingen van gezien.

Met het clubcircuit in België is het pover gesteld. Je kan ze bijna op één hand tellen. Zie je een rol weggelegd voor andere organisatoren, zoals bijvoorbeeld de culturele centra, om deze taak over te nemen?
Dat verdwijnen van die muziekclubs is een zeer spijtig fenomeen. Vroeger keken wij jazz- en bluesmuzikanten neer op die cultuurcentra met een air van fuck you. Niemand wou daar iets mee te maken hebben met die Vlaamse variété. Nu is het bijna het enige wat er nog overblijft. Eigenlijk is dat ook een gevaarlijk circuit om in vast te raken. Je moet daar soms ook wat afstand van kunnen nemen. Ze werken daar met een systeem van abonnees, oude madammekes die naar alles komen zien, dus je hebt daar niet altijd het juiste publiek. Binnen die centra heb je ook een elitaire rangschikking, zo van poepsjiek, naar sjiek, naar helemaal de boer op. Dat heeft ook zijn weerslag op het prijskaartje en op termijn heb je niet veel keuze meer over.

Zeker in het genre muziek dat jullie brengen moet dat zijn weerslag hebben. Jullie moeten het toch hebben van de sfeer. Ik kan me inbeelden dat het geen eenvoudige taak is wanneer iedereen vastgekluisterd zit aan zijn comfortabele fluwelen zetel. Een bruine kroeg of een club leent zich daar toch beter toe?
Het hangt er een beetje van af wat voor soort muziek je wilt brengen. Als je echt afkomt met pure luistermuziek of klassieke muziek dan zit je wel goed met sommige culturele centra en heb je het juiste publiek. Als je echter teruggaat naar de traditie van dit soort muziek is dit niet de juiste keuze. Dat dient daar niet voor. Dan moet je teruggrijpen naar waar het allemaal begonnen is, de kleine cafés, met een summiere zanginstallatie, die ook al wat aan het verdwijnen zijn, zodat je dan soms nog in de verkeerde plaats terecht komt. Zo van die plaatsen waar ze straffe moppen staan te vertellen aan de toog en waar de muziek er precies toevallig bijstaat kunnen mij ook niet bekoren. We moeten zo overal wat tussenschipperen, zo een beetje café, een beetje zaal, een festival.

Nog een zeer spijtige zaak is de commercialisering van onze radiostations. Vroeger had je nog bepaalde zenders die gespecialiseerde muziekprogramma’s opnamen in hun avondprogramma, zoals boegbeeld Radio 1, maar vandaag is het armoede troef. Waar vind je nog een zender die de alternatieve genres wil promoten?
Het is gewoon verschrikkelijk. Het is er niet op verbeterd, integendeel. ’s Avonds kon je nog eens genieten van een uurtje jazz in "In de club" of wat blues in "Pili Pili" beluisteren, maar dat is helaas verleden tijd. Ik weet niet wat ze van plan zijn.

Zoals ik daarstraks aanhaalde zitten hier een hoop getalenteerde artiesten die veel meer aandacht verdienen. Denk je dat die mensen zich optrekken aan voorbeelden van volharding en speelplezier zoals bijvoorbeeld jezelf en Arno Hintjens?
Het zou fantastisch zijn moesten ze dat als voorbeeld nemen van blijf uw goesting doen, of het nu voor twintig man is of voor tweehonderd of voor tweeduizend. Dan zou ons leven toch een goede zin gehad hebben. Ik zie zo wel mensen rond mij, zoals de gitarist van Fried Bourbon, die echt zeer goed weet waar hij mee bezig is en welke richting hij uit wil. Ook een Steven De Bruyn heeft met zijn Rythm Junks niet voor de gemakkelijkste weg gekozen. Binnen de bluesscene is dat zo van is dat nu jazz, blues of wat. Hij experimenteert ook graag met de mondharmonica en wat elektronica. Dat is heel iets anders dan wat we hier voorgeschoteld krijgen.

Nog zo’n groot talent, Steven De Bruyn. Ik zag hem ook al aan het werk als special guest bij Little Axe en recentelijk nog in Toogenblik in Haren met een ander experimentalist , Eugene Chadbourne. Dat was virtuoos, geniaal en hilarisch tegelijkertijd.
Die gast is gewoon fenomenaal. Ik heb gisteren nog zo iemand aan het werk gezien, niet zo erg als Chadbourne, maar toch heel straf, Howie Gelb van Giant Sand. Dat gaat van blues over in Jimi Hendrix, naar feedback, met één hand gitaar en met de ander piano, ragtime, boogie woogie…Ik heb daar anderhalf uur naar staan luisteren en mijn batterijen waren helemaal weer opgeladen. Man, dat deed me deugd. Ik heb zijn e-mailadres gekregen en ik zou doodgraag met hem iets samen gaan doen.

Ik ontmoette verleden week Kathleen Vandenhoudt en ik vertelde haar dat we naar uw optreden kwamen. Ze reageerde heel enthousiast met de woorden: "Dat is onze pa hé! Steven (De Bruyn), Pieter Jan (De Smet) en ik zien hem als onze vader". Dat moet toch enorm plezier doen als je zoiets hoort?
Natuurlijk doet dat plezier. Maar ik heb ook veel respect voor die jongeren. Kathleen is een fantastische zangeres hoor, ook chapeau voor haar. Daar hebben we het laatste nog niet van gezien.

Ik vind het mooi hoe door muziek moeiteloos de brug wordt geslagen tussen jong en oud. Vind je het zelf belangrijk van je kennis door te geven of is het meer een wisselwerking?
Het is een wisselwerking, maar echt letterlijk kennis doorgeven doe je niet. Je speelt alleen maar muziek en het is niet zoals naar de universiteit gaan en pol en soc gaan studeren. Het gaat het meer om je houding, je keuze van liedjes en je manier van spelen en de sfeer die daar ontstaat. Je krijgt daar ook veel van terug.

Het is op zich al bewonderenswaardig dat dit allemaal gebeurt zonder de minste na-ijver.
Dat zou pas verschrikkelijk zijn, mensen die jaloers zijn omdat ik meer cd’s verkoop. Maar dat bestaat allemaal.

Tom Van Laere heeft uw laatste cd "Never Enough" geproduced.
Die jongen weet dus veel meer van blues af dan je zou vermoeden. Zijn imago is dat van een singer-songwriter, populair bij de jonge meisjes, maar hij kan ook een stukje blues spelen hoor. Er zijn zo een paar nummers die niet op de plaat verschenen zijn, waar hij me verbaasde met zijn gitaarspel. Je kan zijn stijl het best vergelijken met die van Albert Collins. Dat kan ooit nog allemaal op een cd terecht komen, want we zijn momenteel bezig met oude takes op plaat te zetten die in het najaar, in de herfst, zou moeten uitkomen.

Ik vind dat jullie plaat prachtig in elkaar steekt, ook de mix, alles perfect in balans.
Voor de mix hebben we veel tijd uitgetrokken, veel meer dan in de opnames. De opnames gingen heel vlot en spontaan. Die gebeurden in een geïmproviseerde studio, met een oud mengpaneel en Tom zijn computer. De randapparatuur dateerde uit de jaren vijftig, zestig. Allemaal oude spullen zoals lampencompressors, oude micro’s, lampenversterkers, bandecho’s, alles volledig vintage.

Op de openingstrack van de nieuwe cd, " Hissing O’ The Heat", hoor ik nochtans in de achtergrond een mix van verschillende elektronische klanken en vervormde geluiden, die samen met de andere instrumenten een stompend voodooritme onderhouden.
Maar dat zijn een mix van stukjes en opnames die ik thuis heb gemaakt om vijf uur ’s morgens met "Garageband", een leuk programma dat op mijn Apple computer staat. We hebben dat gewoon in de studio met de computer op Tom zijn ding gezet. Ik begin zo een beetje wegwijs te geraken in deze computerwereld en dat ding heeft onbeperkte mogelijkheden. Ik zou wel eens hoogdringend werk moeten maken van de nummers die ik daarmee gemaakt heb op te slaan, want ik zit al aan honderdtwintig en als mijn pc crasht ben ik alles kwijt.

Je bent ook een schrijverstalent Roland. Op de cd-hoes staat een mooi verhaal over "The Admiral" en "The Navigator".
Normaal had "Never Enough" in Afrika opgenomen moeten worden, maar de admiraal heeft schrik van slangen, reuzespinnen, malaria, koortsaanvallen en andere tropische bedreigingen. Ik kreeg hem voor geen geld naar Afrika. Aan de andere kant is dit misschien een goede zaak geweest. Nu werd de plaat hier opgenomen en anders waren de opnames zo goed niet geweest.

"Angels in the heavens dance & angels on earth weep bitter tears". Er hing op dat moment magie in de lucht ?
Man, dat was ongelooflijk. Tom heeft een heel oude akoestische Gibson uit de jaren dertig, met nog een handgeschreven logo op de kop van de gitaar en ik heb een Gibson Southern Jumbo uit de jaren vijftig. Zet die twee gitaren bij elkaar, gewoon met een micro in het midden en…Pff man, je krijgt er kippenvel van als je dat hoort. Normaal hadden Tom en ik hier op het podium gestaan met onze twee Gibsons, maar hij had zo graag naar Jim White gaan kijken dat ik zei, ge moest al lang weg zijn, ge kunt in Antwerpen nog genoeg spelen. Maar met Lange Polle in zijn plaats moeten we ons niet echt ongerust maken.

De titel van de plaat , "Never Enough" heeft een dubbele betekenis, nooit genoeg hebben of er nooit genoeg van krijgen. Waarop wil je de meeste nadruk leggen?
Het was echt de bedoeling, never enough of good music, nooit genoeg van muziek maken. Pas op, de mensen maken daar al vlug nooit genoeg sex of alcohol van (schaterlacht). Maar de eerste betekenis was dus nooit genoeg van met iemand samen te spelen, want muziek spelen is op de eerste plaats een sociale gebeurtenis. Eén van de mooiste dingen die je kan doen is met iemand anders muziek maken. Dat is het rechtstreeks tegenovergestelde van met een geweer onschuldige burgers uit de bergen te schieten.

Stephan Vanfleteren heeft met zijn fotografie ook schitterend werk afgeleverd.
Dat past fantastisch in het geheel. Hij heeft prazchtig te sfeer kunnen weergeven die er heerste en hij heeft zich ook geweldig geamuseerd zo de ganse dag in de studio. Hij vond dat plezant en die jongen heeft keigoede ideeën.

Wat me wel een beetje verontrustte was de foto van jou op een bladerentapijt, met je armen gekruist over je Dobro, alsof ze je ten grave gaan dragen met je meest dierbare bezit.
Haha, die opmerking heb ik nog gekregen. Wat er niet op de foto staat is dat er juist op dat moment een onweer losbarste. Er ontstond een soort wervelwind die al de bladeren als in een windhoos de lucht in joeg. Dat zou pas een raar gezicht geweest zijn, ik tussen al die ronddwarrelende blaadjes.

Je sluit je plaat af met " I Am Almost Home". Wil je daarmee zeggen dat de perfectie bijna bereikt is?
Dat was eigenlijk een tribuut aan de protestsongs uit de jaren zestig, zeventig aan de gasten die terugkwamen uit Vietnam in een box made of pine, terug naar huis in een doodskist, vreselijk. Het is dus eigenlijk een ouderwets, sixties anti-oorlogslied uit de vroege periode van een Joan Baez of een Bob Dylan. Maar als je dat dan opneemt wordt dat weer iets anders weergegeven. Iedereen mag er voor mijn part zijn betekenis aan geven. Het kan inderdaad ook betekenen dat ik goed bezig ben met mijn muziek of bijna dood ben.

Je leest overal vergelijkingen met de klank die Daniel Lanois weet te creëren. Ik vind dat nogal goedkoop.
Ik vind dat ook helemaal niet waar. Dat zou ook heel dom zijn om dat proberen na te bootsen. Ze denken ook al direct omdat je wat ouder bent aan die stereotype vergelijkingen van een Johnny Cash en een Rick Rubin. Dat zijn zo van die clichés die er helemaal niets mee te maken hebben. Probeer gewoon uw eigen te zijn op dat moment en natuurlijk heb je al die informatie binnengekregen. Bij mij was dat eerst blues en jazz en natuurlijk ook Bob Dylan, Johnny Cash en een Levon Helm met zijn prachtige stem, allemaal figuren die veel hebben gedaan voor de rootsmuziek. Daniel Lanois is een figuur waar je niet langs kan kijken, maar dan moet je evenzeer Muddy Waters vernoemen en Howlin’ Wolf, want dat zit er ook allemaal in. Het zou toch helemaal te belachelijk zijn om dat allemaal proberen na te bootsen. Het gaat hem echt om de magie van het moment. Hadden we die plaat een week later opgenomen was dat iets heel anders geweest. Waar ik mij ook al lang geen bal meer van aantrek zijn de technische omstandigheden. Soms kom je op plaatsen waar de monitor niet goed is of de klank slecht. Je moet je daar allemaal geen zorgen over maken en gewoon maar spelen en uw ding doen. Je hebt kerels die hun daar serieus aan kunnen ergeren, maar dat is allemaal verloren energie, tenzij alles staat te fluiten en te piepen natuurlijk. Eigenlijk, hoe minder van die dingen hoe beter. Soms vraag ik geen monitors, zo van zet ze maar af. Vroeger in de cafés kwam ik daar toe met mijn deux chevauke met twee luidsprekertjes in, dat was het. Toen bestonden er geen monitors en al die "In Ear" toestanden. We zijn ooit eens gaan busken op initiatief van de Brusselse metro. Bleek ik de enige te zijn die luid genoeg zong zonder versterking, want die anderen waren gewoon van daar maar wat in een micro staan te fezelen. Dat was wel plezant om mee te maken. Ik heb nooit mijn eigen horen zingen. Je moest wel roepen en tieren om overal bovenuit te geraken. Ik vind ook dat alles ambachtelijk moet blijven. Een schoenmaker moet nog altijd nagels in zijn schoenen kloppen. Als je daar al afkomt met high fidellity stereo sound in uw oortjes wat moet je thuis dan uwe cd nog gaan beluisteren in uw bed met uw goedkoop koptelefoontje. Nee, het moet nog wat werken blijven. Dat was gisteren met die Howie Gelb ook het geval. Zijn pedaaltje dat werkte niet, zijn kabel stak verkeerd en kraken en fluiten dat alles deed. Alles wat er als sjieke vedette op het podium nooit mag gebeuren gebeurde. Maar die jongen blijft ijzig kalm met een smile tot achter zijn oren alles ondergaan. That’s the spirit! Spijtig dat het publiek in Dranouter daar geen oor naar had. Die zaten maar te praten over die zit daar en uw schoonmoeder zit daar en ondertussen wat Duvels doorgeven. Ik vond dat enorm storend zeker voor zo’n subtiele artiest. Alstublieft, ga dan op café zitten.

In de platenrekken zit je nog altijd bij de categorie blues, maar ik vind dat je veel breder gaat.
De blues hoort er natuurlijk bij, zeer zeker. Het is nu niet omdat Music Maker hier de ganse avond blues speelt dat ik dat ook ga doen. We kunnen wel beginnen met blues, maar dan gebeurt er iets of Pol doet iets en voordat we het weten zitten we bij iets anders en zo hoort het te zijn.

Het is toch weinig mensen gegeven om zo te schakelen tussen die verschillende stijlen en ritmes : van blues naar folk, naar Latino of Afrikaanse ritmes.
Jongen, je moet daar eens rondlopen in Afrika. Dan begrijp je onmiddellijk dat de blues in Amerika zijn oorsprong ginder heeft. Het is misschien een platgetrapt verhaal dat al honderd keer verteld is, maar het is wel zo dat de blues in Amerika geraakt is door de slavenhandel. Je ziet daar ook de gezichten van Lightning Hopkins, John Lee Hooker en Muddy Waters op straat lopen. Het komt van daar. Ook de mensen komen van daar natuurlijk. Je voelt dat ook dat al die ritmes, de voodoo, de magie daar in de lucht hangen.

Ik ontwaar ook banjogetokkel in een paar nummers van je nieuwe cd. Wie is dat banjotalent?
Banjo is in de mode tegenwoordig. Iedereen heeft precies zo’n five string ding. Pieter Jan De Smet heeft er één en Tom is er één gaan kopen tijdens de opnames en is dan verwoed aan het oefenen geslagen. Zo’n banjo heeft zoiets oerouds van eeuwen geleden, ook iets Chinees of Tibetaans met die twang twang.

Mijn laatste vraag is misschien belachelijk maar ik wil het toch weten. Ik las onlangs een interview met u in De Morgen met als inzet een prachtige foto van u met een kip. Dat beestje bleef daar als betoverd braafjes in uw armen liggen. Is dat uw huisdier of een toevallige voorbijganger?
Wil je iets weten: mijn brave kip is spoorloos verdwenen. Niemand weet waar die naartoe is. Ik had twee kippen en een haan in mijn tuin lopen. We lachten er altijd mee dat mijnheer weer op stap was met zijn twee madammen. De sukkelaar is nu veroordeelt tot de monogamie ocharme.

Roland wij hebben met Rootstime misschien al honderd artiesten geïnterviewd, maar allemaal buitenlandse. Weet je dat jij de eerste Belgische artiest bent die we interviewen?
Amaai, wat een eer valt mij hier te beurt (algemeen gelach). Maar ik ben er heel blij mee hoor, al was het maar omdat vandaag de Polle erbij is. Die mens verdient alle eer.

.

De eer en het genoegen liggen aan onze kant. Voor ons zul je voor eeuwig en altijd één van de grootste Belgische artiesten blijven. Ik zou zeggen geef er een lap op seffens op het podium met de Lange Polle. Het zal een fantastisch optreden worden. Daar twijfelen we geen ogenblik aan.

Blowfish

Meer foto's: Blowfish