SETH WALKER - MOULIN BLUES OSPEL NL.- 2 MEI 2008

*Welkom hier in Holland Seth, eerst en vooral wil ik je zeggen dat het voor mij een grote eer is om met je te kunnen praten, want ik koos je voor mijn jaarlijst van 2007 als nummer één, voor de Subdudes en Ian Siegal.
Neen, echt? Dank je, wat fijn. Dank je wel. Ik ben wel in goed gezelschap, merk ik. Nummer één ...Allrrright!

*Uw muziek zit vol afwisseling, beschouw je jezelf als blueszanger of zie je jezelf eerder als een rootsartiest? Je noemt je muziek “A different point of blue”, wat bedoel je daar juist mee?
Wel, toen ik opgroeide, was blues het eerste wat me diep raakte. Ik groeide op als klassieke muzikant, ik speelde cello, en toen ik begon met gitaarspelen deed ik de snaren buigen, een echte bluesinvloed, dit zette me op weg op een zoektocht en naarmate de tijd vorderde, werd ik een roots-, Americana artiest, met meer aandacht voor teksten, het vertellende. En hoe meer ik evolueer, hoe meer ik die kant opga, elke cd wat meer.

*Wie zijn je grootste voorbeelden op gitaargebied en als zanger?
Wel zoals dikwijls het geval is, was mijn eerste invloed op gitaargebied een oom van mij. Hij was een jazz muzikant van Florida, hij had een blues radio show. Hij stuurde me bandjes van T.Bone Walker, Charlie Christian, Pee Wee Crayton, maar ook de Chicago jongens, Muddy Waters en B.B King. Dus op gitaargebied T.Bone, B.B en ook nog Snooks Eaglin, maar op vocaal gebied zeker Ray Charles. Ook Louis Jordan niet te vergeten, maar … ook T.Bone Walker, want hij was apart, hij zong jazz over bluesakkoorden, en ik herinner me dat ik voor het eerst nummers hoorde die ik van anderen kende, en dacht:: verdorie, wat doet hij daar.. dat klinkt heel anders, en dat raakte me, en toen wou ik ook dat soort muziek maken. Uptown blues zoals men dat noemt.

*Je komt van North Carolina, en je groeide op in een hippie commune, dus kunnen we verwachten dat je muzikale ouders had?
(lacht hartelijk) Mijn moeder zal dit prachtig vinden. (praat even op een “Austin Powers” manier) Yeah, it was the early seventies, beeby! Ja, mijn vader was muzikant en mijn ouders en een ander paar beslisten van samen een huis te bouwen en er samen in te wonen, met de kinderen er bij waren we met negen, we hadden een grote tuin, echte hippies waren we. Ze waren geen muzikanten, die andere mensen, maar wel zeer soulvolle mensen, die overal voor openstonden. En mijn ma en pa hebben me altijd gesteund met mijn muziek, ze speelden zelfs mee op een paar van mijn vroegere cd’s. Heel fijne mensen.

*Welk aspect van muziek maken geniet je voorkeur, muziek schrijven, het studiowerk of het podiumaspect?
Dat is een goede vraag! (Denkt lang na) Ik denk dat het optreden het aangenaamste is, ik hou van het tweeweg systeem, het contact met het publiek doet me erg veel goed. Maar ik schrijf ook heel graag, vooral nu, voor mijn nieuwe cd die gaat verschijnen, was ’t erg leuk. En opnemen in de studio doe ik ook heel graag, alleen het kost veel en zoveel centjes heb ik niet, met optreden daarentegen verdien je wel, maar dat kan je ook niet zonder platen. Maar kortom, ik treed het liefst op, dat is het meest aangename.

*Je woont in Austin, de muziekstad bij uitstek, helpt dat bij je carrière? Je kan met zoveel muzikanten optreden en samenwerken, maar er bestaat natuurlijk de kans van te “verdrinken” in de menigte van muzikanten.
Ja, toen ik er pas naar toe verhuisde, was ik met grote snelheid onmiddellijk aan ’t verdrinken, maar dat was goed voor mij, want als je niks leert en geen “huiswerk” doet om ’t zo te zeggen, dan raak je vlug “ondergesneeuwd” en ben je zo vergeten tussen al die goeie muzikanten. Gelukkig is het daar geen competitie maar een familie van vrienden, die mekaar steunen en mekaar optredens bezorgen en zo. Het is muziek maken op hoog niveau of verzuipen, één van de twee, en dat motiveert wel, ja.

*Kan je ons een paar muzikanten noemen waarmee je samen speelde, we interviewden de laatste maanden heel wat muzikanten van Austin, die je wel zal kennen, Harry Bodine, Guy Forsyth en Wammo.
Ja, ik ken ze allemaal persoonlijk, en wie kan Wammo vergeten als je hem eens ontmoet hebt. Wel, toen ik begon in Austin, was W.C Clarke mijn mentor, de Antone familie, Derek O’ Brian en Kim Wilson, hij speelt, zoals je waarschijnlijk wel weet, mee op mijn cd.

*Je vorige cd’s verschilden niet zo heel veel van de huidige, toch heb je met deze in feite voor het eerst echt succes bij het grote publiek. Heeft dit te maken met het feit dat je nu voor het eerst een echte platenfirma achter je hebt?
Neen, toch niet. Ik denk niet dat ik mijn weg nog zocht. Met Mark Kazzanov, een producer in Austin, die grote dingen deed met Black Top Records, maakte ik met mijn eerste twee cd’s echte jump blues. Daarna ben ik naar mijn stijl aan het zoeken gegaan, ik speelde folk, jazz, Americana en was nooit 100% tevreden, maar nu met deze, kwam alles samen en viel in zijn plooi en ik geloofde in elke song, alle elf waren ze wat ik precies wilde, ik geloofde er in. Op alle vorige cd’s waren er altijd wel wat songs waarvan ik wel hield op een of andere manier, maar er toch niet in geloofde. Nu geloofde ik in allemaal, van de eerste song tot de laatste. Dat is het verschil, daarom ook de doorbraak.

*Je was een vriend van Sean Costello. Het is voor ons, gewone bluesliefhebbers al een groot verlies, maar voor jou moet het nog veel erger zijn. Hoe goed kende je hem?
Ik kende hem heel goed, Het is tragisch, ik heb hem ontmoet toen hij 16 was, in Florida. Al dertien jaar ken ik hem, Ik ging naar zijn huis in Atlanta, en bleef bij hem logeren, hij kwam regelmatig meejammen bij mijn optredens. We hebben nooit wat samen geschreven, maar we hadden plannen, als hij blijven leven was was het er zeker van gekomen. Hij heeft ook veel voor mij gedaan, mij geholpen met mijn carriere, mijn bookingsagent “Piedmont Talent” heb ik via hem, hij had me deze aangeraden. Ik hield van die kerel, ik ben zeer bedroefd. Ik ga zo dadelijk ook een song over hem brengen, “Lay Down” heet het.

*Naar welke muziek luister je zelf nu, en is er een artiest waarvan je zegt, daar gaan we binnenkort meer van horen?
Moeilijk.. (denkt even na) waar luister ik naar. Guy Clark bijvoorbeeld, en Nick Lowe, ik heb hem enkele weken geleden in Nashville gezien. Hij is.. fwew, fucking briljant.. absoluut ongelofelijk. En dan Gary Clark Jr, ook een ongelofelijk talent, hij is slechts 22 (n.v.d.r de hoofdrolspeler in de film “Honeydripper”) dan ook nog James Hunter, die bewonder ik ook erg.

*Kan je ons het meest aangename moment uit je carrière vertellen en is er ook een moment dat je het liefst zo vlug mogelijk zou vergeten?
Ooh man, genoeg momenten die ik wil vergeten, maar het feit dat ik op dezelfde affiche gestaan heb met Ray Charles, maakt me enorm trots. Ik bewaar nog steeds de poster van dat concert, mijn naam staat in hele kleine lettertjes onder de zijne, maar ik ben er apetrots op. Dan mijn eerste Europese optreden, in Kopenhagen was dat in de “Mojo”, het was een hele speciale avond, die ik niet vlug zal vergeten. En dan Gary Nicholson ontmoeten, de bekende songwriter, dat heeft me ook veel vooruit geholpen.

*Daar heb ik nog een vraag over zo dadelijk, dus nog niets verklappen..
Okee, geen probleem, daar zullen we het dan dadelijk verder over hebben.

* Je volgende concert is binnen veertien dagen in New York, in B.B King’s bluesclub, als voorprogramma van Bobby Blue Bland, was hij ook een voorbeeld voor jou, want je bent voor mij ook een soulzanger?
Ja, één van de oudere Bobby Bland platen, ik ben spijtig genoeg de naam kwijt (denkt lang na). Ik ben beschaamd, zo ’n goede plaat en ik weet de naam niet meer. (We noemen een vijftal titels uit onze eigen collectie, maar komen er niet uit). Al wat ik weet dat Wayne Bennett gitaar speelde en ze op Ace uitgebracht was.

* Ace? Dan misschien “The Voice?” kan dat 'm zijn?
Inderdaad, jaah, ik hield van die plaat, dus om eindelijk op je vraag te antwoorden, hij was een voorbeeld en het zal fijn worden.om samen met hem op te treden.

*Voor je volgende cd ben je aan het samenwerken met Gary Nicholson, de bekende songwriter uit Nashville, die heel veel samenwerkt met Delbert Mc Clinton. Hoe werkt zo een samenwerking, schrijft iemand de muziek en iemand de teksten, of werken jullie samen aan beide aspecten?
We werken echt samen en het klikt uitstekend tussen ons. Ik breng een idee aan, dat kan een melodie zijn, of meestal een “hook”, een korte songlijn. Gary is dan weer heel sterk in het in stukken hakken van zo een song, dat klinkt raar, maar het is meesterlijk, hij gooit het overtollige er uit. (Maakt kapmesbewegingen op de tafel) ”Chop, Chop, Chop”, dit hebben we niet nodig en dit absoluut niet, weg ermee, en laten we dit wat bijpolijsten totdat het werkt. Meesterlijk is hij!

We vragen Seth of hij Brian Langlinais kent, een singer-songwriter die bijna een jaar geleden een uitstekend debuut uitbracht, en waarvan meer dan de helft van de songs ook geschreven werden door Gary Nicholson. Hij kende hem niet, maar wou de cd wel heel graag eens horen.
Stuur me per mail wat informatie er over, vraagt Seth, want ik geloof in deze cd. Ik heb over iedere zin van deze teksten nagedacht, terwijl vroeger, als het rijmde was het o.k om het zo te zeggen. Gary zei: "laat ons dit zo sterk mogelijk maken" en hij heeft me erg goed geholpen.

*Wanneer mogen we dan de opvolger verwachten, nog voor ’t einde van het jaar?
Neen, het zal waarschijnlijk februari worden van volgend jaar, en ik verwacht er heel veel van. Ze zal klaar zijn in oktober en dan kunnen jullie een “advance copy” krijgen, daar zorg ik wel voor.

Seth, bedankt voor ’t interview en we wensen je een goed optreden toe zo dadelijk!
Ik dank jullie, hopelijk kunnen we mekaar nog eens ontmoeten in de toekomst.

.

Meer foto's op: Lady Blue
RON