MARIE GAUTHIER - BLUE HIGHWAYS UTRECHT - 19 APRIL 2008

Goedenavond Mary, mag ik je namens Rootstime welkom heten op het Blue Highways festival. Je laatste album,”Between The Daylight And The Dark”, scoorde hoge toppen en was in vele top tien lijsten van muziektijdschriften en online magazines terug te vinden. Was je geflatteerd door deze positieve reacties en had je ze verwacht?
Natuurlijk betekende dit een grote eer voor mij, maar op voorhand weten of de mensen het goed gaan vinden doe je nooit. Zo begin ik ook niet aan een album te schrijven. Ik moet er in de eerste plaats zelf van genieten en tevreden zijn met het resultaat, zodat ik er een trots gevoel aan overhou.


Je teksten zijn dikwijls niet alleen autobiografisch, maar beschrijven ook mensen die leven aan de rand van de maatschappij, zoals “Steam Train Maury” uit “The Last Of The Hobo Kings”…
Dat is toch de taak van ons artiesten, deze kwetsbare individuen een stem geven. Daar zit onze kracht. Wij hebben een microfoon gekregen en moeten daar iets belangrijks mee doen. Ik ga daar niet licht over, ik neem dit zeer ernstig. Ik behoor tot de singer-songwriters van de oude garde, van de Woody Guthrie school, zoals een Steve Earle.


Je jeugd en leven wordt dikwijls vergeleken met die van Steve Earle, ook een overlever…
Er gebeuren dingen in een mensenleven waar je zelf geen controle over hebt, maar met Steve vergeleken worden vind ik een hele eer. Hij is er altijd voor gegaan, op zijn eigen, eigenwijze manier. Eindelijk heeft hij die Grammy, die hij al zo lang verdiende, gewonnen. Hij is nu gelukkig met Allison (Allison Moorer) en kerngezond. Hij is zelfs aan het fitnessen geslagen! (lacht)


Ik zou me een Mary Gauthier met een writersblock niet kunnen voorstellen. Hoe verzamel je al die anekdotes en herinneringen. Noteer je ze het moment zelf of komen ze spontaan bovendrijven?

Nee, ik schrijf ze het moment zelf op. Als ik dan wat vrije tijd heb op tournee of ik heb een vrije dag, dan probeer ik alles te bundelen en er een song mee te smeden. Ik zit daar dan constant mee in mijn hoofd. Eigenlijk boetseer ik mijn liedjes in mijn hoofd, voordat er iets op papier komt.


Je vorige album, “Mercy Now”, was opgedragen aan je broer Michael. Heeft hij dezelfde lijdensweg als jij moeten volgen?
(Triest) Och…Nog veel erger…Mijn broer zit momenteel in de gevangenis voor drugsproblemen. Ikzelf heb ook problemen in die richting gekend, maar ik ben clean. (Trots) Ik ben al achttien jaar clean, achttien jaar sinds dertien juli. Daarin steek ik Steve Earle wel de loef af. Wel…door die drugsproblemen zit Michael nu in de gevangenis en die plaat aan hem opdragen was mijn manier om te zeggen: ik hou van u. Apetrots was hij.


Heb je de kans om hem te bezoeken?

Natuurlijk, zo dikwijls ik kan. Ik heb trouwens een song geschreven over een gevangenisbezoek aan hem tijdens “Thanksgiving”, een song met dezelfde titel. Al die gebroken harten, maar vooral de liefde die de bovenhand haalt en de familie die deze mensen onvoorwaardelijk blijft steunen en hun vakantiedagen hiervoor opoffert. Dat raakt me nog steeds diep. Liefde is iets wonderbaarlijks.


Je laatste album blinkt niet enkel uit door zijn songs, maar ook de fotografie is indrukwekkend. Neem je zelf actief deel aan de fotoshoot en de keuze van het materiaal?
Mijn laatste album werd geproduced door Joe Henry en toen ik klaar was met de songs stelde hij me voor aan fotograaf Michael Wilson, die ook de fotografie van zijn album met Loudon Wainwright III verzorgde. Het klikte en ik kreeg de toestemming van mijn platenfirma om met Michael samen te werken. Wat meer was, ik mocht zelf bepalen welke foto’s ik wilde gebruiken, fantastisch toch.


Ik zie telkens kerkhoven en mooi gesmede kruisen opduiken tussen de foto’s. Hou je hiervan?

Ja, het kerkhof is zulk een rustvolle plaats. De dood geeft een betekenis aan het leven. Als we voor eeuwig en altijd zouden blijven leven had het leven toch geen enkele zin. Alles krijgt een belangrijkere betekenis als er een tijdslimiet op staat. Je hebt een unieke kans gekregen, dus beleef je leven!


Je bent gezegend met een mooie stem, het mooiste van alle instrumenten en je koos een gitaar als begeleiding. Bespeel je al lang dat instrument?
Zo’n mooie stem heb ik nu ook weer niet, maar ik werk er wel heel hard aan, alsook aan mijn gitaarspel. Niet gemakkelijk om dat verdomde instrument onder de knie te krijgen, maar ik hou mijn spel zo simpel mogelijk. Voor mij is het veel belangrijker om goede songs te schrijven en ik zie goed leren gitaar spelen als een doel dat gespreid is over heel mijn leven. Geen enkele van mijn muzikale helden blonken uit op gitaar: Johnny Cash, Kris Kristofferson, John Prine. Hou het simpel, als het goed genoeg is voor hen is het ook goed genoeg voor mij. Ik concentreer me meer op mijn teksten. Woorden betekenen alles voor mij, maar dan wel aangevuld met de juiste melodie. Ik noem mezelf geen muzikant. Ik ben een songwriter en muzikanten, die huur ik wel in als ik ze nodig heb.


Veel van je liedjes zijn zeer openhartig, persoonlijk en soms bijna een publieke biecht. Betekent dit een troost voor je of is het therapeutisch?
Ik denk als een schrijver diep in zijn eigen ziel gaat kijken, dieper dan het persoonlijke, dan bereik je het universele. Mijn diepste geheimen zijn de waarheden die iedereen eigenlijk al kent. Mensen die geen kunstenaar zijn proberen dit alles te verbergen, maar wij kunstenaars onthullen dit alles, omdat niemand anders het doet. Dat is onze taak en op dat moment spreken wij voor iedereen. Concreet herinneren we simpelweg iedereen aan de dingen die hij zelf ook wel weet, maar toch om bevestiging vragen.
Heb je het fysiek niet zwaar te verduren als vrouwelijke singer-songwriter als je intensief aan het toeren bent?
Het gaat me nu beter af dan vroeger. Voorheen was ik altijd alleen op pad, maar nu kan ik terugvallen op een lieve tourmanager die goed voor me zorgt en me overal brengt waar ik moet zijn. Vroeger was het soms echt knokken, maar nu apprecieer ik de luxe van een goede platenfirma, een goede manager, een goede tourmanager, zodat ik me volledig kan focussen op mijn songwriting.


In je omgeving worden veel mensen het slachtoffer van Aids. Ben je van mening dat je met je muziek iets aan die situatie kan veranderen door de politiek een geweten te schoppen?

Ik ben niet zeker…Het is het proberen wel waard. Maar ik ben geen politieke activiste, ik ben een songwriter. Ik vertel de verhalen en probeer zo een stem te zijn voor deze mensen.


Onlangs hoorde ik Neil Young verklaren dat hij niet meer geloofde in de kracht van muziek om een oorlog te stoppen. Wat denk je van die uitspraak?
Ik heb het ook gelezen, maar hij stopte toch een oorlog!(anti Nixon en Vietnam, cfr. Ohio). Nochtans, ik geloof nog in de kracht van muziek, Steve Earle gelooft er nog in en Woody Guthrie zei over zijn gitaar: “This Machine Kills Fascists”. Ik denk dat het verschil zit in het feit dat Young nu miljonair is en zelfs eigenaar van “Lionel Train Company”. Geld verandert alles, zelfs mensen. Maar als honderd artiesten hetzelfde verhaal verkondigen, komt dat aan de oren van duizenden mensen, dat betekent toch kracht.


Mary, we zijn je oneindig dankbaar voor de tijd en de moeite die je aan ons besteed hebt. Het was ons een hele eer je te ontmoeten.
Ja, ik behoor nu tot de rocksterren!(lacht) Nee hoor, het plezier was geheel aan mijn kant en een mooie afsluiter voor deze prachtige dag op Blue Highways.


De tourmanager staat al een poosje te wachten, maar Mary heeft ons rustig al de tijd gegund om dit interview vol te maken: een prachtvrouw zonder enig spoor van sterallures. We krijgen allemaal nog een stevige knuffel en ze verdwijnt richting hotel.

Het ga je goed Mary!

(Blowfish & Marcie)

Meer foto's: Blowfish