WILLY DEVILLE - CC HASSELT - 19 FEB.2008
Het bleek dat het vandaag echt zou gaan gebeuren. We konden voor Rootstime een interview hebben met Willy DeVille, naast Roy Orbison (die ik op 7 november 1987 al mocht interviewen) één van mijn all-time favorites in de muziekgeschiedenis van de voorbije 30 jaar. Ik heb de man ongeveer 15 keer live zien optreden in alle mogelijke condities (muzikaal maar ook fysisch) doorheen die drie decennia. Ondanks zijn leeftijd (57 jaar) ziet hij er nog altijd dezelfde punker uit als in 1977 toen hij in New York zijn eerste cd “Cabretta” met daarop dé hit “Spanish Stroll” uitbracht. We ontmoeten Willy in de lobby van een Hasselts hotel en de eerste 5 minuten doen het ergste vermoeden. Hij maakt meteen zijn reputatie van moeilijke jongen ten volle waar door zijn opmerkingen over het hotel (“the ugliest and shittiest hotel I have ever seen”) en door zijn dwingende drang naar een sigaret die hij meteen opsteekt in de lobby (later nog gevolgd door een vijftal andere tijdens ons gesprek). Dit ondanks het feit dat er in het hotel een algemeen rookverbod geldt, hetgeen hem enkele keren door de dienster gezegd wordt maar door hem evenveel keren wordt weggelachen met een kwinkslag. Misschien dat de rekening voor de geconsumeerde dranken veel goed maakt voor het hotel. Willy begint tot onze verbazing met een dieetcola, maar schakelt daarna al snel over naar meerdere glaasjes witte wijn. Willy had zijn beste indianenpak aangetrokken voor ons gesprek, wat ook al niet meteen de gebruikelijke kleding was in het hotel waar netjes in het pak zittende zakenlui aan een lunch bezig waren. Ik had mijn interview goed voorbereid en zat klaar met mijn lijstje van 15 vragen. Welnu, geen enkele van die vragen kon zo gesteld worden. Willy DeVille babbelde constant en bepaalde de agenda van ons gesprek helemaal zelf. De geplande timing van 30 minuten voor het interview werd door Willy persoonlijk verlengd naar anderhalf uur. Zelfs toen vroeg hij of we niet nog even wilden blijven want het ging voor hem tijdens tournees altijd maar om het zingen, maar hij wou best wel wat meer babbelen en “these are nice guys to talk to and they know a lot about good music” zei hij tegen begeleider/label manager Sander van PIAS (zijn platenmaatschappij). Een quote die ik ondertussen al heb ingekaderd voor boven mijn bed. We hebben tijdens dit lange gesprek vooral héél veel gelachen want Willy bleek een heel grappige kerel te zijn, “a bit crazy, but a great singer” zoals hij zichzelf correct omschreef. Hier volgt een onmogelijke poging tot samenvatting van ons chaotische - maar ook heel leuke - gesprek.
Hallo
Willy. Welkom in België en in Hasselt. Vanavond is het je derde show in
dit land. In de volgende maand volgen er nog eens 20 concerten doorheen Europa
(Nederland, Duitsland, Zwitserland en Italië). Wist je dat het hotel waar
je zo op afgeeft behoort tot een keten met Scandinavische roots?
Is dat zo? Ik was onlangs nog in Stockholm en het viel me meteen op dat alles
er zo netjes was. Het deed me denken aan New York in de sixties toen de straten
nog heel proper waren en de mensen met klasse gekleed gingen, met modieuze laarzen
en trendy kostuums met prachtige zilveren knoopjes.
Hoe oud zijn jullie eigenlijk? Ik ben er 57 geworden in augustus vorig jaar.
Hebben jullie die overgang naar de nieuwe eeuw ook zo fel aangevoeld? Er is
sinds kort heel veel tragedie in de wereld bijgekomen en ik voel dat er binnenkort
iets ernstigs zal gaan gebeuren. Ik vind het bijna obsceen wat ik tegenwoordig
allemaal zie. Als je naar de tv kijkt zie je toch alleen maar geweld, grote
machinegeweren, mensen die kleine kinderen doden en die bommen doen ontploffen,
zomaar op straat met vele gewone mensen als slachtoffers. Vroeger kon je op
de televisie nog naar feuilletons kijken zoals “The Lone Ranger”
maar dat kan je al lang niet meer zien. Ik weet ook niet of je op kanalen als
CNN en BBC World de werkelijkheid ziet. Het lijkt allemaal geïndoctrineerd
te zijn en het past in een grote Amerikaanse strategie om mensen bang te maken.
De BBC is een beetje zachter, wat meer Europees, maar ik haat de Britten. Zij
zijn de ondergeschikten van de Amerikanen maar ze kwamen destijds wel naar ons
toe en ze moordden ons volk uit. Het zijn gewoon slechte mensen. (nvdr. De Ville’s
moeder was een Iroquois-indiaan en zijn vader had Baskische en Ierse roots.
“Ik ben een echte straathond”, zegt hij zelf). Kijk gewoon naar
hoe zot die Britten worden van voetbal, wat toch niets meer is dan een stel
idioten die achter een bal aanlopen. Ik ben nooit een grote sportfan geweest,
ik houd me veel liever met de meisjes bezig, wat eigenlijk ook een soort balspel
is maar dan wat meer gesofisticeerd.
Maar
je houdt het toch vrij lang uit bij dezelfde. Hoe lang ben ik je al samen met
Nina?
Nina is al mijn derde vrouw en we zijn net 6 jaar gelukkig getrouwd. Ik leer
echt maar heel langzaam bij. Als ik verliefd ben verdwijnt bij mij al snel het
rationele denken.
Woon je nog
steeds in het French Quarter in New Orleans? Was je daar tijdens de tornado
Katrina in augustus 2005?
New Orleans is er gewoon helemaal niet meer. Het werd door Katrina volledig
van de kaart geveegd. Nu is het een heel corrupte stad geworden. Al het overheidsgeld
dat naar de heropbouw zou moeten gaan komt in de verkeerde handen terecht. Het
geld dat elk jaar naar de Mardi Gras carnavaloptocht gaat blijft ook daarvoor
besteed worden. In plaats van het aan de armen te geven voor de heropbouw van
hun huizen en hun leven. De ene hand weet niet meer wat de andere hand doet.
Ikzelf zei al sinds meer dan dertig f**cking jaren dat de stad ooit nog door
een tornado zou worden weggeveegd omdat ze niet voldoende beschermd was tegen
zo’n natuurfenomeen dat vroeg of laat zeker zou opduiken. Toen Katrina
gebeurde was ik in New Orleans. Ik stond in de weide om mijn paarden los te
laten - ze weten zelf beter dan wij waar ze zich moeten schuilhouden - toen
een blikseminslag een grote eiken boom van wel 2 meter diameter in tweeën
splijtte. Dat was echt angstaanjagend. Ik had zoiets tot dan toe alleen maar
in films gezien.
Waar woon
je momenteel dan?
Toen alles in New Orleans vernield was had ik geen andere keuze dan terug naar
huis te gaan in New York waar ik nu in de stad woon. Ik was ook verliefd geworden
op Nina die daar woonde en dus trok ik maar terug naar The Big Apple.
Ik zag dat je
na deze Europese tournee zal gaan optreden in de legendarische B.B. King-club
in New York?
Wel, dat is meer een oorlogsstrategie. Ik ga terug naar New York om het plat
te branden. New York is eigenlijk altijd van mij geweest, hoewel sommige mensen
daar nog durven over te twijfelen. Al die groepjes zoals “The F**king
Dogs” en “The Buffalos” die daar tegenwoordig spelen zijn
shit. Ik ben blij dat ik de laatste overlevende ben in dat “f**cking house”.
In New Orleans
speelde je soms ook onaangekondigd in één of andere club op Bourbon
Street?
Ja en dat is echt lol maken. Er zijn daar zoveel onbekende topmuzikanten die
zomaar het podium opgaan en werkelijk fantastisch samen spelen. In sommige platenzaken
in New Orleans kan je af en toe illegale opnames vinden van dergelijke optredens.
Cajun of zydeco, enz. wat ik echt heerlijk vind. Er is ook zo’n heel klein
huisje in de stad waar je naar een schitterende gospelgroep kan gaan luisteren.
Wisten jullie overigens dat ik een “Reverend” (nvdr.priester) ben
voor een baptistische kerk? Maar eigenlijk geloof ik zelf in geen enkele kerk.
Ik geloof enkel in wat echt is. Al die stukken papier (nvdr. hij bedoelt de
bijbel) in het Vaticaan is allemaal bullshit. Ik houd ze echter wel bij omdat
ik een priester ben: “Reverend Willy”.
Ik denk
dat je eigenlijk meer een prediker van de liefde bent in je songs en in je muziek.
Ja, daar ben ik een echte professor in.
Schrijf je nog
veel songs dezer dagen?
Toch wel. Ik heb altijd wel één of andere melodie in mijn hoofd
en in mijn tas heb ik een boekje en een héél goede pen die de
teksten allemaal perfect neerschrijft. Ik haal dat bij als ik iets bizars of
vreemds zie en dan schrijf ik daar een tekst over.
Ik ben eigenlijk héél, héél druk bezig tegenwoordig.
Jullie hebben geluk dat je me vandaag hebt kunnen spreken want binnen een jaar
of zo zou dat heel wat moeilijker geweest kunnen zijn. Ik bereid een kunsttentoonstelling
voor van mijn schetsen, tekeningen en schilderijen die waarschijnlijk in Berlijn
zal plaatsvinden. En ik zou het ook zeer op prijs stellen als jullie de binnenkort
op de markt komende kledinglijn “Le De Ville” zouden willen aankondigen.
Wat moet
ik me daarbij voorstellen?
Wel, heb je mij al eens goed op het podium zien staan? Zou je er zo niet willen
uitzien? Een helemaal in het zwart geklede, angstaanjagende vent? Zou je daar
de vrouwtjes niet mee kunnen overtuigen? Wel, dan kan je die kleren vanaf nu
gaan kopen. Ik maak zelf het ontwerp en de dame die de kleren zal maken fabriceert
dan een eerste proefstuk. Dan zendt ze alles naar Turkije. Daar zorgen we ervoor
dat de knopen goed vastzitten, want ik haat het als de knopen na verloop van
tijd loskomen van de kleren. Je hoeft je nooit meer zorgen te maken dat je broek
tot op je enkels zal afzakken omdat er een knoop is losgekomen. Het zal ook
helemaal niet duur zijn en toch heel trendy. Als je die kleren aan doet zullen
de mensen die je zien allemaal zeggen “Who the fuck is he?”.
Ik denk dat
een aantal mensen dit hier ook gedacht moeten hebben toen jij in deze indianenkleren
de lobby van het hotel binnenkwam? Heb je dit ook zelf ontworpen?
Je moet altijd en overal klasse uitstralen en sympathiek overkomen. En het is
altijd beter als iemand je opgemerkt heeft dan dat je onopvallend als grijze
garnaal tussen de mensen verschijnt. Deze kleren heb ik ook zelf ontworpen en
ze werden later door iemand anders gemaakt. Maar deze kledingstijl is zo oud
als de geschiedenis zelve. Als ik op het podium sta ben ik altijd veel formeler
gekleed.
Je bent
dan ook echt een halve indiaan?
Ja. Mijn zus ziet er ook zo uit, alleen is haar huid nog veel donkerder dan
de mijne. En ook mijn broer die gestorven is had dezelfde kleur van haar en
huid als ik. Maar dan heb ik ook nog een halfbroer en die heeft blond haar.
Nogal weird, maar ik kan het echt niet verklaren. En ik heb het volste vertrouwen
in mijn lieve moeder, god hebbe haar ziel.
Ik wou
je wat vragen over al die beroemde mensen waarmee je hebt samengewerkt gedurende
je carrière: Allen Toussaint, Doc Pomus, Dr. John, David Hidalgo, Brenda
Lee en Mark Knopfler. Zijn er nog andere grootheden waarmee je nog de studio
in zou willen?
Een onuitputtelijke lijst. Zeg, ben jij een fan van Mark Knopfler?
Niet speciaal.
Maar wat hij op jouw cd heeft gedaan vind ik wel heel goed.
Dat is dan helemaal te wijten aan het feit dat ik daar was. Hij wilde eigenlijk
alleen maar stelen van mij omdat ik genomineerd was voor een Academy Award met
“Storybook Love”. Hij belde me op in het midden van de nacht om
mij te vertellen dat hij een deel van de koek wilde door de auteursrechten te
krijgen als co-schrijver van dat nummer. Ik zei: “Mark, ik kan je helemaal
niets geven. Wat heb je toegevoegd aan hetgene ik je heb voorgezongen toen je
bij mij thuis was. Helemaal niets”. Hij wou er gewoon nog een miljoentje
extra bij zoals bloody f**cking Rockefeller. (nvdr. dan vertelt Willy ons nog
een anekdote over Knopfler waaruit overduidelijk blijkt dat hij Knopfler helemaal
niet moet hebben. We moesten hem echter wel eerst beloven dat we dit verhaal
niet zouden publiceren, hetgeen echt héél jammer is, maar we moeten
hierbij zijn verzoek respecteren. We zouden sowieso heel veel van de gebruikte
woorden niet mogen, kunnen of durven opschrijven).
Ik stel voor dat we het onderwerp “Knopfler” even links laten liggen voor je helemaal uit je dak gaat. Laat ons even terug naar mijn vragenlijstje gaan. Er zijn tegenwoordig heel wat tribute-albums op de markt. Ik moet zeggen dat ik heel verbaasd was om Willy De Ville niet terug te vinden op “Goin’ Home” van je stadsgenoot uit New Orleans: Fats Domino. Of op de soundtrack van “I’m Not There”, de Dylan-film. Daar staat de song “Billy The Kid” op in de heel goede versie van Los Lobos maar ik vind die van jou toch nog veel beter. Werd je daar dan niet voor gevraagd of wil je dit niet doen?
Ik doe nooit mee aan tribute-albums. Als ik van die persoon zou houden of als ik ooit met hem zou hebben samengewerkt, dan zou ik het misschien wel ooit doen. Imiteert gespeeld: “Good old Willy is dead, you all hated him, but let’s do something to remember him and to get our faces in the magazines”. Dylan is een heel goede vriend van mij. Fats Domino ook al. Bob en ik zijn echt heel close, ik denk omdat mijn hond heel fel op hem gelijkt. Mijn hond “Dixie Bell” heeft precies dezelfde haarsnit als Bob. Hij houdt ook van haar naam “Dixie Bell” wat “zuiderse schoonheid” betekent. Hij werd gewoon verliefd op haar. Ik heb Bob de hele tijd nauwlettend in het oog moeten houden.
Breng je je
hond mee op tournee?
Ik bracht vroeger al mijn honden mee op tournee. Ik had er zeven. Maar toen
ik na een tijdje ook nog 27 paarden had, begon het allemaal wat uit de hand
te lopen en ben ik moeten stoppen met mijn dieren mee te nemen. Ik zou het nochtans
echt eens graag doen. Op tournee gaan en de zalen binnen rijden, zittend op
een wit paard. Ik kan het zo voor me zien gebeuren.
Een andere kerel
waar je heel veel mee hebt samengewerkt is Jack Nitzsche, de man die je in 1975
heeft ontdekt.
Man, wij hebben véél meer gedaan dan samen gewerkt. We hebben
de muren van begraafplaatsen beklommen. We omhelsden elkaar voortdurend. Hij
was 6 jaar ouder dan ik. Wij waren als broers, heel close. Ik ben een hele tijd
in behandeling geweest en hij stond me altijd bij.
Hij stierf aan
een hartstilstand op jouw 50e verjaardag, exact op 25 augustus 2000.
Weet je, hij stierf op exact dezelfde datum als zijn oom Frederick Nitzsche,
de bekende fysicus die stierf op 25 augustus 1900. Jack overleed precies op
de dag af 100 jaar later en dat was dan ook nog eens de dag waarop ik 50 werd.
Wij waren echt heel close. We belden elkaar om 5 uur ’s morgens en praatten
dan over songs of over ideeën voor songs.
Je droeg “Crow
Jane Alley” aan hem op, de titeltrack van je vorige cd. Bestaat dat steegje
echt?
You bet! Maar het is een straatje waar jij echt nooit van je leven in terecht
zou willen komen. Het zit er vol van drugsverslaafden, travestieten en prostituees.
Jack en ik belandden in dat steegje en ik wou nog even bij de hoertjes langsgaan.
Hij zei dat hij zich niet goed voelde. Maar ik ging toch, alleen dan maar en
hij was daar een beetje boos over. Maar ’s anderendaags ’s morgens
waren we alweer terug de beste vrienden. We waren echt als broers. Ik heb trouwens
nog een heel interessante hypothese over Jack. Ken je Phil Spector? Weet je
hoe hij er uitziet? En ken je die filmregisseur die getrouwd was met Sharon
Tate, die vrouw die door Charles Manson vermoord werd. Roman Polanski, ja. Wel,
Phil, Roman en Jack leken als drie druppels op elkaar. Juist dezelfde gelaatstrekken:
de mond, de neus, de kleur van hun haar en hun ogen. Toch waren ze geen drieling.
Weet jij waar ze volgens mij vandaan kwamen? Ken je die Duitse “life farm”
waar Dr. Mengele de ideale mooie, blonde kinderen wou kweken, de “Übermenschen”.
Wel, volgens mij kwamen die drie mannen uit de proefbuisjes van Mengele. Druppel
per druppel per druppel. Ga straks maar eens naar de bibliotheek en zoek naar
3 foto’s van die gasten. Je zal moeten zeggen: “Willy klinkt gek,
maar hij is het niet”.
Laatste
vraag dan maar. Op bijna al je albums heb je covers staan van nummers die je
niet zelden in een nog sterkere uitvoering brengt. Wat zijn eigenlijk je criteria
om die liedjes te selecteren?
Ik probeer altijd nummers te kiezen die ik zelf ook graag hoor en die ofwel
bij mijn stem passen of waarvan de tekst mijn gedachten en gevoelens weergeeft.
Als je een wapen hebt zoals ik heb - ik noem mijn stem een heel sterk wapen
- waarmee je stemmingen als verdriet kan creëren of tranen mee kan doen
opwellen, dan moet je daar heel voorzichtig mee omgaan. Ik heb die stem van
God gekregen en ik wil ze enkel gebruiken om er goede songs mee te zingen. Ik
ben zelf ook een absoluut gevoelige mens. Neem mij alsjeblieft nooit mee naar
“Bambi”. Dat zal zeker nooit zal goed aflopen.
Ter afsluiting dan maar: stel me nu eens een heel provocerende vraag!
Wel. Vorig jaar
vroeg je op het einde van een optreden wat de mensen wilden horen. Iemand riep
toen vanuit het publiek de titel van één van je grootste hits.
En je antwoordde ruwweg: “Fuck off. Ik speel hier vanavond wat ik zelf
wil. Als je die songs wil horen, stop dan maar een muntje in de jukebox”.
Dat vond ik nogal hard ten opzichte van een allicht oprechte fan.
Oh, vond je dat al hard en onbeleefd. Dan zal ik je eens wat anders vertellen.
De optredens zijn van mij, het is mijn show en het is mijn avond. Ik sta op
dat podium. Die idioot wil alleen maar horen wat hij zelf wil horen. Ik heb
ooit eens in Frankrijk hetzelfde gezegd tegen iemand in het publiek en die gooide
toen met een bierflesje naar mijn hoofd. Ik hoorde de lucht zo in het flesje
fluiten maar ik kon het nog net ontwijken en het vloog daarna vlak langs het
gezicht van Tommy, de drummer. Ik ben toen het publiek ingelopen naar die kerel
toe en ik heb hem verschillende meppen op zijn gezicht gegeven. “I was
beating the shit out of him, man!” En weet je wat die vent de hele tijd
riep? “But I love you Willy, I love you, I really love you very much!”.
Ik ben dan toch maar gestopt met kloppen want zoveel sado-masochistisch plezier
gunde ik hem ook niet echt.
Welke
song moet ik dan vanavond roepen om zeker te zijn dat ik “m ook zal horen?
Neem dan maar “Heartbreak Hotel”. Maar je zal er wel vroeg moeten
bijzijn want hij zit ergens midden in de setlist.
Bedankt, Willy. Ik zal er een serieuze klus aan hebben om dit gesprek behoorlijk op papier te krijgen. Geef jij er vanavond alvast maar een serieuze lap op. En wellicht tot volgend jaar.
.
(valsam)