NORTH MISSISSIPPI ALLSTARS - BRBF PEER 15 JULI 2007

INTERVIEW MET LUTHER DICKINSON

Goede namiddag Luther, welkom hier op het Belgian Rhythm and Blues Festival, en bedankt om even met ons te willen praten.
Ik moet jullie bedanken, we zijn blij met de aandacht voor ons.

Omdat jij en Cody de zoons zijn van de Jim Dickinson, een zeer bekende producer en muzikant, die werkte met de Stones, Aretha Franklin, Ry Cooder en Dylan, om er maar een paar te noemen, want de rij is eindeloos, moet het jullie wel beïnvloed hebben om zelf muzikant te worden, denk je dat jullie leven heel anders zou verlopen zijn als hij geen muziekcarriere zou gehad hebben?
Ik kan het me niet inbeelden, maar van zo lang ik me kan herinneren wou ik al muzikant worden. We hebben altijd verschillende soorten muziek aangeleerd en geoefend. We waren zeker heel gelukkig om steeds in zijn omgeving te zijn, en niet enkel die van hem, maar ook al zijn muzikale vrienden. We hoorden zoveel verschillende artiesten. We kennen bijvoorbeeld John Hiatt al van als we heel klein waren en toen we begonnen met zelf muziek maken speelden we al samen met John Hiatt , ook Ry Cooder was een heel belangrijke invloed voor ons, en Jim Keltner voor Cody, en nog vele anderen hebben ons geholpen met te worden wat we nu zijn.

De muziek die jullie maken, moet zeker ook voor een groot deel door de immense platencollectie van uw vader beïnvloed zijn, want ik kan me voorstellen dat die wel erg divers was?
Ja zeker, want zo hoorden we als jonge knapen Jimi Hendrix, Allman Brothers en Robert Johnson. Ik kan me ons leven niet voorstellen zonder hem als muzikant, maar ik heb er wel mijn voordeel kunnen mee doen, dat zeker. Zo heb ik kunnen opgroeien met niet alleen in de omgeving van de Stones en hun muziek te vertoeven en zoals ik al zei Ry Cooder, Dylan maar ook oude blueslegendes zoals Fury Lewis en Sleepy John Estes, waar hij mee speelde, en ja, die platencollectie van hem was ongelofelijk, een goudmijn voor ons. (lacht)

Nog heel jong zijn jullie verhuisd naar de Hill Country, in Mississippi, een zeer landelijk gebied, en jullie waren directe buren van Otha Turner, Junior Kimbrough en R.L Burnside, dat moet ook wel een heel grote stempel op jullie muzikale ontwikkeling gedrukt hebben.
Dat was het belangrijkste wat er tot nu toe in mijn leven gebeurde, omdat ik nu dus opgegroeid ben met “livin’ the blues”. Ik wist niks van R.L Burnside, pas in de jaren negentig toen we naast hem woonden, ontdekte ik deze man en oh, ik wist niet wat ik meemaakte, “It blew my mind completely” om ’t zo maar te zeggen. Plots mocht ik meespelen met R.L, platen opnemen met Otha, die bijna 90 was, jammen in Junior Kimbrough’s Juke Joint. Ik wist niet wat ik meemaakte, en zoals ik al zei, mijn vader had hetzelfde met Furry Lewis en Mississippi Fred Mc Dowell, waar hij mee werkte, en nu had hij nooit verwacht dat wij exact dezelfde ervaring zouden hebben, hij dacht dat die mogelijkheid van 2 generaties die hun muzikale stijlen samenbrengen, niet meer bestond, maar dit is ongelooflijk, we mogen ons gelukkig prijzen.

“The Hill Country” is heel bekend om zijn Juke Joints, heb je daar mogen spelen, en hoe was dat? We weten al dat je bij Junior hebt gespeeld, dat heb je ons juist verteld...
Ja, we hingen daar wat rond, en er waren altijd wel muzikanten, die gewoon begonnen te spelen, het waren geen echte “geboekte” optredens, en ik zal je wat vertellen, de tofste belevenissen waren “Otha’s picknicks”, die waren zo ongelooflijk leuk om bij te wonen, en wij waren echt goeie vrienden, en ik speelde dus veel op zijn picknicks. En dan was er ook nog R.L’s vrouw, Big Mama Burnside, en haar verjaardagsfeestjes draaiden altijd uit op grote, leuke jamsessies, en weet je, die Kimbrough’s, de Turners en de Burnsides, dat waren multi- generatie muzikanten om ’t zo te zeggen, ze hadden allemaal zonen van onze leeftijd, waarmee we vrienden werden, en het werd zo te zeggen een muzikale speeltuin voor ons, echt aangenaam

Het moet wel een hele speciale atmosfeer geweest zijn daar, met die Fat Possum artiesten jammen in die Juke Joints, een goede leerschool voor de “echte” blues denk ik?
Ja, we hebben sterke blues invloeden gehad, maar toch blijf ik volhouden dat we in feite en rock’n roll band zijn, zoals Elvis de blues in zijn muziek verwerkte, en de Stones, het verandert toch allemaal in Rock and Roll, weet je... (lacht hartelijk)

2007 gaat een extra druk jaar worden voor de band wat betreft releases heb ik gehoord, kan je ons daar wat van vertellen, want er gaat heel wat verschijnen?
Whoh ... ja, om te beginnen is onze nieuwe DVD pas verschenen, ’t is een high definition opname “Keep on Marchin” opgenomen in september 2005, het is een hele mooie film geworden, we zijn er echt fier op, klinkt prachtig, ziet er super uit Het is de opname van een show in Burlington, Vermont. Dan komt er ook nog een box, een retrospectieve die begint in 1996 en en daar ben ik ook erg trots op, het is echt een toffe box, het vertelt een soort van verhaal, want de meeste stuff die erop staat, is allemaal thuis opgenomen, er zit een bonus DVD bij, “Do It Like We Used To Do” een documentaire van 75 minuten met interviews, van de Burnsides tot Jim Dickinson en al wie close is met de groep. Dan zijn er ook nog Cody’s plannen met zijn digitale download firma waarop een dertigtal bands die onder zijn vleugels zitten, hun materiaal plaatsen, van rap tot rock ’n roll. En dan ’t belangrijkste: de nieuwe full cd die binnenkort verschijnt en waar Hiatt aan meegeschreven heeft.

Gedurende de laatste aantal jaren waren er ook enkele zijdelingse projecten, zoals de “Spencer Dickinson” cd en in 2001 was er de gospel cd “The Word”. Kan je ons vertellen hoe de ideeën gekomen zijn voor die projecten?
Vooral door het mekaar treffen tijdens tournees en optredens, zoals met John Medeski, waar je samen op de affiche staat, zo kwam ’t idee voor “The word” in feite door hen. (Wijst richting tent waar op dat moment the Campbell Brothers van jetje geven op hun pedal steels, al kunnen we “jetje” hier beter vervangen door “Jezusje”, want de “Jezus” en “Lord” kreten komen langs alle kanten de tent uitgevlogen. Toch is het spijtig dat ik deze temptation aan mij voorbij moet laten gaan, maar de plicht roept, back to the interview) en ik kende Roberth Randolph al een tijdje en toen hebben we met de hulp van zijn pedalsteel, ”The Word” opgenomen. Het hele fenomeen van de country blues en de “steelers” dat wij gelukkig kunnen meemaken hebben, heeft ons hierbij geholpen. Maar zulke ideeën komen altijd door het toeren en mekaar ontmoeten en plannen maken. Dat was ook zo met John Spencer, je ontmoet elkaar na een optreden en je maakt plannen, soms gaan die door, soms niet. Ik weet zelfs niet meer hoe het juist gekomen is, maar plots stond hij thuis voor de deur om het zo te zeggen en we hebben een zestal dagen samen in de studio gezeten tot de cd klaar was en het was heel tof.

De zoon van R.L , Duwayne Burnside is een goeie vriend, en hij was een paar jaar lid van de Allstars, is hij weggegaan omwege van zijn eigen carrière?
Ja, sinds drie jaar is hij nu solo en hij heeft nu pas zijn nieuwe solo album afgewerkt en dat is echt fantastisch, we hebben er allemaal op meegedaan, ze heet “The Red Rooster” en ik zeg het nog eens, ongelofelijk goed, ik ben er trots op.

Gaan jullie John Hiatt begeleiden vanavond?
Ja zeker, dat gaat weer wat geven, ik kijk er echt naar uit

Gov’t Mule is bekend als een Jam band, bestaat er ook een kans dat we je daar op het podium zien, dan kan je gelijk het Guinness Book of records in voor drie optredens na mekaar tijdens een festival.

Ik hoop, ik hoop het, niet aan gedacht (lacht weer uitbundig)
(Van de door de organisatie beloofde extra jamsessie zal echter niks in huis komen)

Je noemt je muziek “World Boogie” betekent dat wat?
In feite komt het van Bukka White, het is een van zijn songs, maar het is maar een gevoel, zoals bijvoorbeld bij Mama Burnside’s verjaardags fuifjes, da’s World boogie, gewoon een goed gevoel.

Op “Electric Blue Watermelon” cover je oude traditionele songs en brengt ze in moderne versies, ik vindt het goed dat jullie de traditionele muziek nog kennen en begrijpen want vele jongeren kennen hun roots niet meer, en als binnenkort de laatste originele bluesartiesten verdwenen zullen zijn, doen jullie er goed aan, om die songs in herinnering te brengen?
Dank u voor het compliment, maar vader heeft ons altijd op de oorsprong van veel songs gewezen, en vroeger speelden we meer nieuwe stuff, maar naarmate we ouder werden, zijn we meer naar de roots gegaan, we reizen zo veel, maar de muziek is onze thuis, we komen steeds terug…Het is.. euh.. rooted! (Lacht)

Nogmaals bedankt voor het interview, Luther, en maak er een goede show van!
Ik zal mijn best doen, jongens.

Dat Luther zijn roots kent, toont hij ons later, tijdens een fe-no-menaal optreden waar hij me met zijn slide meerdere malen kippevel bezorgt, en rock en Mississippi delta blues vermengt met wat Allman Brothers gitaarwerk. Just like his daddy taught him. Real quality roots time!

Meer foto's op: Lady Blue

RON