|
||||||||
|
Rory Block is de vaandeldrager van de vroege Amerikaanse rootsblues en tevens ook een gevierde, meermaals bekroonde artieste en songwriter wiens originele nummers klinken met onversierde kracht en waarheid. Ze won zeven keer een Blues Music Award en wordt algemeen beschouwd als de beste vrouwelijke artieste van de traditionele countryblues. Rory Block nam haar eerste album op toen ze 12 was, als achtergrondzangeres van haar vader in The Elektra String Band Project. Rory leeft haar leven als muziekproducent, auteur, gewijde predikant (ze noemt het zelf “Preaching the Blues”), muziekproducent, moeder, echtgenote en vriendin van duizenden mensen in haar Church LIVE-locatie op het platteland van Chatham, New York. In haar carrière heeft ze 36 albums geproduceerd, waarvan een indrukwekkende reeks akoestische albums voor Stony Plain Records. Nu onthult ze een iets andere kant in haar debuutalbum voor MC Records, "Heavy on the Blues" . Drie topgitaristen zijn te horen op het album: Ronnie Earl, Jimmy Vivino en Joanna Connor. Block bouwde haar zeer gerespecteerde carrière op door de oorspronkelijke mannelijke en vrouwelijke pioniers van de blues te eren. Hoewel ze hier iets van die elementen behoudt, behandelt ze ook de elektrische bluesgiganten zoals Little Milton, Buddy Guy, Koko Taylor en zelfs Jimi Hendrix, terwijl ze haar kenmerkende werk op akoestische en slidegitaar voortzet. Block opent met Tommy Tucker's megahit "High Heel Sneakers", deze speelse en zwierige opener laat meteen de vrolijke kant van haar persoonlijkheid zien. Haar stemgeluid balanceert dan ook tussen humor en lef en zet meteen de toon voor een album dat zich niet laat inperken door voorspelbaarheid. Tucker had mogelijk Block's eigenzinnige humor in gedachten toen hij het nummer schreef. Elke blueszangeres heeft wijlen Koko Taylor in hoog aanzien, en Block toont haar uitgebreide stembereik in Koko's smeulende, door Little Milton geschreven "Walking the Back Streets", terwijl Ronnie Earls vurige gitaarspel een samenspel van kracht en kwetsbaarheid creëert en daarbij haar akoestische spel meer dan perfect aanvult. Block's interpretatieve genialiteit komt het duidelijkst tot uiting in haar benadering van Buddy Guy's materiaal. "What Kind of Woman Is This" is de eerste van twee Buddy Guy covers. Block verandert de tekst, zoals ze vaak doet, om deze aan te passen aan haar aanpak. Jimmy Vivino's gitaar slingert zich door het nummer met een ritmische bijdrage die Block's eigen akoestische genialiteit onderstreept en het een moderne vonk geeft zonder de wortels ervan te verloochenen. Ze sluit af met Guy's "Stay Around a Little Longer", oorspronkelijk bedoeld als een dialoog tussen Guy en B.B. King, Block maakt het nummer volledig eigen en verandert het in een reflectieve meditatie over een lang leven, dankbaarheid en doorzettingsvermogen. Het is een passende afsluiter voor Block, die ook dankbaar is voor de lange duur van haar carrière, met de wil om door te gaan. De meest verrassende interpretatie is misschien wel Hendrix' "The Wind Cried Mary", waarin Block een zeer inventieve interpretatie geeft, ondersteund door de sissende gitaar van Joanna Connor. Het is niet alleen onverwacht, maar Block brengt het ook met schroeiende emotie. In de liner notes herinnert ze zich hoe ze Hendrix door de straten van Greenwich Village zag lopen toen ze opgroeide en verwijst vervolgens naar een genie dat te vroeg is heengegaan, waarbij ze een parallel trekt met haar zoon, Thiele. Ze beschrijft hoe Thiele ook een ontluikend genie was die op achtjarige leeftijd elk nummer van Hendrix kon spelen. Helaas overleed ook Thiele te vroeg, wat een einde maakte aan wat een geweldige muzikale carrière had kunnen zijn. Het nummer voelt dan ook heel bezwerend en intiem aan en toont haar vermogen om vloeiend tussen tijdperken te bewegen zonder ooit geforceerd te klinken. Het overige materiaal past helemaal in Block's straatje, met de traditionele gospelmelodie "Hold to His Hand", een prachtig voorbeeld van hoe ze haar samenzang combineert. We hebben ook de akoestische countrybluesklassiekers, de opeenvolgende, Charley Patton's "Down the Dirt Road Blues" en Willie Brown's "Mississippi Blues". Met deze songs herinnert Rory de luisteraars eraan waarom ze wordt beschouwd als een conservator. Dit zijn geen museumstukken, maar levendige, ademende uitvoeringen die sprankelen van directheid. Memphis Minnie's "Me and My Chaffeur" is een andere uitblinker: scherp, energiek en schaamteloos rauw. Ze schreef wel één origineel nummer, "Can't Quit That Stuff", geïnspireerd door een backstagegesprek dat ze had met wijlen Hubert Sumlin tijdens de Robert Johnson tribute tour. Sumlin was natuurlijk de gitarist van Howlin' Wolf, wat Block ertoe aanzette om wat video's van Wolf te bekijken. Ze citeerde Wolf's woorden rechtstreeks in het laatste couplet. Verder duikt deze song in de duistere, rauwere kanten van verslaving en dwang, een nummer dat Block's vermogen onderstreept om moeilijke thema's met zowel eerlijkheid als empathie te benaderen. Haar akoestische spel wordt hier bijna percussief en stuwt het verhaal met urgentie voort. Met "Heavy On The Blues" levert ze niet alleen een verzameling vernieuwde klassiekers en diepgaande nummers af, maar ook een persoonlijk bewijs van haar levenslange toewijding om de rauwe geest van de blues te behouden en tegelijkertijd haar eigen identiteit in elk nummer te drukken. Deze plaat bruist van eerbied, maar voelt zich nergens gevangen in nostalgie. In plaats daarvan pulseert het met directheid, passie en een weigering om de blues te laten verdwijnen in de geschiedenis. Er hangt een sfeer van ongedwongen vrijheid, met een veel voller bluesaspect van Block dan we gewend zijn. Ze bewijst dus dat haar repertoire veel groter is dan we waarschijnlijk dachten.
|
|||||||